Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Directoraat-generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid Vooruitgangstraat Brussel

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Directoraat-generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel"

Transcriptie

1

2 Redactie: Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Directoraat-generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid Vooruitgangstraat Brussel Nota van de redactie: De auteurs die meewerkten aan deze publicatie kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele fouten. De inhoud van deze publicatie kan enkel overgenomen worden mits expliciete bronvermelding. Enkel de officiële teksten zijn rechtsgeldig. 2

3 Inhoudstabel 1 Algemene inlichtingen Bevoegde overheid in België Gegevens van de andere verdragslanden Reglementering ADR-akkoord Multilaterale akkoorden en afwijkingen Richtlijn TPED Richtlijn PED - het op de markt brengen van drukapparatuur Richtlijn VOS (vluchtige organische stoffen) Verkeersreglement (C24 a,b,c) Uniforme procedures voor controles Boetecatalogus Opleiding van de chauffeurs Opleiding van de veiligheidsadviseurs Stuwage van goederen Bevoegde instellingen Colli (vaten, kisten, zakken ed..) en grote houders voor losgestort vervoer (IBC s) Drukrecipiënten Tanks, batterijvoertuigen en MEGC s Voertuigen Dichtheidsbeproeving op de grote recipiënten voor losgestort vervoer (IBC s) Opleiding van chauffeurs Toepassingsgebied Categorieën Afgifte van het getuigschrift Geldigheid van het certificaat Duplicaten Lijst van de scholen ADR -Opleiding Examencentrum Opleiding van veiligheidsadviseurs Taken van de veiligheidsadviseur Toepassingsgebied Vrijstellingen Vereisten voor het uitoefenen van de functie van veiligheidsadviseur Het scholingscertificaat Afgifte van het scholingscertificaat Lijst van de erkende instellingen voor het verstrekken van de initiële opleidingen: Lijst van de erkende instellingen voor het verstrekken van de bijscholing: Examencentra Beroepsverenigingen voor veiligheidsadviseurs Aanwijzing van een veiligheidsadviseur Stuwage van goederen Voorschriften met betrekking tot de stuwage Opleiding in verband met stuwage ADR- voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke goederen in colli Verpakkings- en etiketteringsvoorschriften Versie februari

4 8.2 Documenten Technische voorschriften voor het voertuig Diverse uitrusting en uitrusting voor individuele bescherming ADR 2013: Voornaamste wijzigingen voor 1 juli ADR-keuring van tankvoertuigen, tractors en dragende voertuigen: technische voorschriften Betekenis van de symbolen van de tankcodes Richtlijnen voor het bepalen van het type van de keuring Te controleren vakken Gids voor de ADR-controleur Punten te controleren Resultaten van de controles op de weg Vrijstellingen en afwijkingen Gedeeltelijke vrijstellingen (voertuigen die niet aan het ADR onderworpen zijn): Volledige vrijstellingen: (met een algemeen karakter) Volledige vrijstellingen: (Bijzondere gevallen) Multilaterale akkoorden en nationale afwijkingen Afwijkingsaanvragen Controle van de ondernemingen via de veiligheidsadviseur Doel en werkwijze Formulier «Audit in ondernemingen» (ADR 1.8.1) Resultaten van de inspecties Checklist voor controle van tankvervoer Checklist voor controle van voertuigen (colli) Checklist voor controle van voertuigen (container) Toepassing van de checklists door de verzenders Tabel met de resultaten van de uitgevoerde controles Nuttige informatie Plaatsing van C24-borden Toekenning van een stof aan de UN-nrs 3082 en Transperanto Slangen op vaste installaties en tankwagens Ongevallenrapport Meldingen van gebeurtenissen met gevaarlijke goederen Wanneer is een ongevallenrapport vereist? Model van rapport Bepalingen met betrekking tot beveiliging (ADR hoofdstuk 1.10)

5 1 Algemene inlichtingen 1.1 Bevoegde overheid in België Bevoegde overheid in België (behalve klassen 1 en 7) ADRES FOD Mobiliteit en Vervoer Directoraat-generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid Dienst Veiligheid van Gevaarlijke Goederen City Atrium Vooruitgangstraat Brussel CONTACTS : Tel : Diensthoofd Marjan Mulliez 02/ Secretariaat Annelies Van Heddegem Stéphane Munnix Ingenieurs 02/ / François Pondant 02/ Sabine Vercruysse 02/ Georges Dufrasne 02/ Roel Noë 02/ Michaël Bogaert 02/ info.adr@mobilit.fgov.be FAX: 02/

6 1.1.2 Bevoegde overheid in België (klasse 1) ADRES FOD Economie Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid Koning Albert II-laan Brussel Afdeling Controle (inspecties en certificaten) Tel : 02/ Fax: 02/ ctrl.adr@economie.fgov.be Centrale Dienst Springstoffen (reglementering) Tel : 02/ Fax: 02/ explo@economie.fgov.be Bevoegde overheid in België (klasse 7) ADRES Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC) Departement Beveiliging en Vervoer Dienst Invoer en Vervoer Ravenstein Brussel Tel : 02/ Fax: 02/ transport@fanc.fgov.be 1.2 Gegevens van de andere verdragslanden De gegevens van de verdragslanden zijn terug te vinden op het internet via de volgende link: 6

7 2 Reglementering 2.1 ADR-akkoord De reglementering kan geraadpleegd worden op het INTERNET ADR 2013 Link naar het Belgisch staatsblad: ate= &numac= Koninklijk besluit van betreffende het vervoer via de weg of per spoor van gevaarlijke stoffen, met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen Link naar het Belgisch staatsblad: ate= &numac= De teksten met betrekking tot de agenda s, de verslagen en de documenten van de vergaderingen bevinden zich op het internet: Te raadplegen site: Multilaterale akkoorden en afwijkingen Multilaterale akkoorden De teksten kunnen geraadpleegd worden op de volgende website: Afwijkingen De nationale afwijkingen gebaseerd op artikel 6 van de richtlijn 2008/68/EG zijn: : vervoerdocumenten voor lege, niet gereinigde houders : Afvalstoffen in kleine hoeveelheden : Opleidingsgetuigschrift chauffeur garagepersoneel : Voertuigen die niet toegelaten zijn buiten de perimeter van een havenzone : Distributie van pesticides De ondertekende versies van deze afwijkingen kan u ook downloaden van onze website (rubriek publicaties) Er bestaan andere afwijkingen die toegekend zijn aan bepaalde bedrijven voor transporten over zeer korte afstanden binnen industriële sites 2.3 Richtlijn TPED Het Koninklijk Besluit van 13 november 2011 betreffende uitrustingen onder druk, zet om in Belgisch Recht de richtlijn 2010/35/CE van de Europese Raad van 16 juni 2010 betreffende de draagbare uitrustingen onder druk. - Link naar het Belgisch Staatsblad: ate= &numac=

8 - De lijst van de notified bodies kan geraadpleegd worden op de volgende website: Richtlijn PED - het op de markt brengen van drukapparatuur Het Koninklijk Besluit van 13 juni 1999 betreffende het op de markt brengen van drukapparatuur. Link naar het Belgisch staatsblad: ate= &numac= Zie ook rubriek 14.4: slangen op vaste installatie en tanks (s14_4) 2.5 Richtlijn VOS (vluchtige organische stoffen) Het Koninklijk Besluit van 11 juli 2001 zet om het artikel 5 van de richtlijn 94/63/CE van het Europees Parlement en van de Raad van 20 december 1994 betreffende de strijd tegen de emissies van vluchtige organische stoffen (VOS) afkomstig van de opslag van benzine en de distributie ervan vanuit de terminals naar de benzine -stations. Link naar het Belgisch staatsblad: ate= &numac= Verkeersreglement (C24 a,b,c) De nationale voorschriften kunnen geraadpleegd worden op het INTERNET. Links naar het Belgisch staatsblad: Ministeriële omzendbrief van betreffende de plaatsing van de signalisatie die betrekking heeft op de beperkingen van het verkeersbeperkingen van het transport van gevaarlijke producten (ADR) ate= &numac= Koninklijk besluit van tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg ate= &numac= Ministeriel besluit van tot bepaling van de gevaarlijke goederen, bedoeld in artikel 48bis, 2 van het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer ate= &numac= De verkeersregels van hfst. 1.9 van het ADR kunnen geraadpleegd worden op het internet. 8

9 2.7 Uniforme procedures voor controles Het Koninklijk Besluit van 23 mei 2006 zet om de richtlijn 2004/112/CE van de Commissie van 13 december 2004 betreffende uniforme procedures voor het transport van gevaarlijke goederen over de weg. Link naar het Belgisch staatsblad: ate= &numac= Boetecatalogus Het Koninklijk Besluit van 11 juni 2011 tot wijziging van het KB van 24 maart 1997en van 27 april 2007 betreffende de inning en de consignatie van een som bij het vaststellen van sommige overtredingen inzake vervoer over de weg van gevaarlijke goederen met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen. Links naar het Belgisch staatsblad: KB 27 april 2007: ate= &numac= KB 11 juni 2011: ate= &numac= Opleiding van de chauffeurs De voorschriften kunnen geraadpleegd worden op het INTERNET. Links naar het Belgisch staatsblad: K.B. van betreffende de opleiding van de bestuurders van transportéénheden voor het vervoer over de weg van gevaarlijke goederen, met uitzondering van radioactieve stoffen ate= &numac= K.B. van : Duitstalige versie ate= &numac= KB van betreffende de wijziging van het KB van 29 juni 2003 betreffende de bestuurders van transporteenheden die andere gevaarlijke goederen dan radioactieve stoffen over de weg vervoeren ate= &numac= KB van betreffende de wijziging van het KB van 29 juni 2003 betreffende de opleiding van bestuurder van transporteenheden die andere gevaarlijke goederen dan radioactieve stoffen over de weg vervoeren 9

10 date= &numac= M.B. van betreffende de opleiding van bestuurders van transportéénheden voor het vervoer over de weg van gevaarlijke producten die niet tot de klassen 1 en 7 behoren ate= &numac= M.B. van : Duitstalige versie ate= &numac= K.B. van tot aanspassing van wetenschappelijke en technische vooruitgang van regelgeving betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen via de weg of per spoor ate= &numac= Opleiding van de veiligheidsadviseurs De voorschriften kunnen geraadpleegd worden op het INTERNET. Links naar het Belgisch staatsblad: K.B. van tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 juli 2006 de aanwijzing en de beroepsbekwaamheid van veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren ate= &numac= K.B. van betreffende de aanwijzing en de beroepsbekwaamheid van veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren ate= &numac= KB van : Duitstalige versie ate= &numac= M.B. van betreffende de professionele kwalificaties van veiligheidsadviseurs voor het transport van gevaarlijke producten die niet tot de klasse 1 of 7 behoren ate= &numac= MB van : Duitstalige versie ate= &numac= M.B. van betreffende de professionele kwalificaties van veiligheidsadviseurs voor het transport van gevaarlijke goederen van klasse 1 10

11 ate= &numac= Stuwage van goederen Voor de stuwage van gevaarlijke goederen moeten de voorschriften van van het ADR. Gerespecteerd worden. Daarnaast zijn de KB s van 7 april en 27 april 2007 verschenen met betrekking tot de stuwage van goederen in het algemeen. De voorschriften van die KB s kunnen geraadpleegd worden op het INTERNET. Links naar het Belgisch staatsblad: K.B. van tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 september 2005 tot aanwijzing van de overtredingen per graad van de algemene reglementen genomen ter uitvoering van de wet betreffende de politie over het wegverkeer ate= &numac= K.B. van tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg en van het koninklijk besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen ate= &numac=

12 3 Bevoegde instellingen 3.1 Colli (vaten, kisten, zakken ed..) en grote houders voor losgestort vervoer (IBC s) Ze worden gebouwd in overeenstemming met een goedgekeurd prototype. De in serie vervaardigde colli en IBC s dragen een UN- markering. Bevoegde instelling voor de prototypekeuringen en periodieke controles: Instelling BVI (Belgisch Verpakkingsinstituut) Researchpark Kranenberg, ZELLIK Gegevens Tel: 02/ Fax: 02/ Dit instituut is niet bevoegd voor de keuring van gasflessen 3.2 Drukrecipiënten Bevoegde instellingen voor de toepassing van de TPED-richtlijn omtrent drukrecipiënten die voldoen aan hoofdstuk 6.2 van het ADR, met inbegrip van hun kranen en andere toebehoren, alsook gaspatronen: Instellingen Gegevens BTV (Technisch Bureau Verbruggen) (0892) Van der Sweepstraat 3 bus ANTWERPEN Tel: 03/ Fax: 03/ APRAGAZ (0029) Vilvoordsesteenweg BRUSSEL Tel: 02/ Fax: 02/ OCB (Onafhankelijk Controle Bureel) (1272) Koningin Asridlaan KONTICH Tel: 03/ Fax: 03/ AIB-VINCOTTE BELGIUM (0512) Noordersingel ANTWERPEN Tel: 03/ Fax: 03/

13 Soort van inspectie Overeenstemmingsbeoordelingen : - goedkeuringen van het type - toezicht op de bouw - initiële onderzoeken en beproevingen Hernieuwde overeenstemmingsbeoordelingen Periodieke, intermediaire en uitzonderlijke onderzoeken en beproevingen AIB Vinçotte Toezicht op de interne inspectiedienst X X X X X X Apragaz OCB BTV X X X X X X X X X X Opmerking: De instellingen die bij de Europese Commissie genotificeerd zijn voor de toepassing van de TPED kunnen hun activiteiten in de hele Europese Gemeenschap uitvoeren. 3.3 Tanks, batterijvoertuigen en MEGC s Ze worden eveneens gebouwd in overeenstemming met een goedgekeurd prototype. De in serie vervaardigde tanks worden voorzien van een ADR-kenplaat. Bevoegde instellingen voor tanks, batterijvoertuigen en MEGC s die voldoen aan hoofdstuk 6.8 van het ADR/RID, met inbegrip van hun kranen en andere toebehoren, in voorkomende geval voor vervoer van gassen van de klasse 2 en stoffen die opgelijst zijn in de bijlage I van de richtlijn 2010/35/UE. Instellingen AIB VINCOTTE Noordersingel ANTWERPEN Gegevens Tel: 03/ Fax: 03/ APRAGAZ Steenweg op Vilvoorde BRUSSEL Tel: 02/ Fax: 02/ Soort van inspectie AIB Vinçotte Apragaz Overeenstemmingsbeoordelingen : X X - goedkeuringen van het type - toezicht op de bouw - initiële onderzoeken en beproevingen Hernieuwde overeenstemmingsbeoordelingen X X Periodieke, intermediaire en uitzonderlijke onderzoeken en beproevingen X X Toezicht op de interne inspectiedienst X X Opmerking: De instellingen die bij de Europese Commissie genotificeerd zijn voor de toepassing van de TPED kunnen hun activiteiten in de hele Europese Gemeenschap uitvoeren. 13

14 3.4 Voertuigen Volgende voertuigen moeten een speciale jaarlijkse keuring ondergaan om te controleren of ze voldoen aan de ADR -voorschriften: - tankvoertuigen met tanks van meer dan 1000 liter, - dragende voertuigen voor afneembare tanks van meer dan 1000 liter, - dragende voertuigen voor tankcontainers en mobiele tanks en MEGC s van meer dan 3000 liter, - batterijvoertuigen van meer dan 1000 liter, - transporteenheden EX/II en EX/III voor het vervoer van explosieve stoffen - mobiele fabricage-eenheid van ontplofbare stoffen MEMU Indien voornoemde voertuigen aanhangwagens of opleggers zijn, die achter een trekkend voertuig zijn bevestigd, moet dat trekkend voertuig ook aan een dergelijke ADR -keuring worden onderworpen. Deze keuringen geven aanleiding tot de afgifte van een ADR -keuringscertificaat. Bevoegde instellingen voor de ADR keuringen van de voertuigen Met uitzondering van de mobiele fabricage-eenheden van explosieve stoffen en de transporteenheden EX/II en EX/III voor het vervoer van explosieve stoffen, worden de controles van voertuigen door de Stations voor Automobielinspectie uitgevoerd (*). Voertuigen bestemd voor het transport van colli, IBC s of losgestorte producten dienen geen jaarlijkse ADR- keuring te ondergaan maar moeten wel aan bepaalde voorwaarden voldoen (zie rubriek 9). Deze voorwaarden worden gecontroleerd langs de openbare weg en in de bedrijven waar wordt geladen en gelost. (*) De transporteenheden EX/II en EX/III worden gecontroleerd door de FOD Economie, Afdeling Controle, Koning Albert II- laan, 16, 1000 Brussel - Telefoon: 02/

15 4 Dichtheidsbeproeving op de grote recipiënten voor losgestort vervoer (IBC s) Volgens van het ADR moeten de IBC s die de volgende code dragen na reparatie en met intervallen van ten hoogste twee en een half jaar aan een dichtheidsbeproeving onderworpen worden: 21A, 31A, 21B, 21N, 31N, 21H1, 21H2, 31H1, 31H2, 21HZ1, 21HZ2, 31HZ1 en 21HZ2. Het KB van laat toe dat de eigenaar en bezitter van IBC s de dichtheidsbeproeving zelf uitvoert onder de supervisie van een erkende instelling en dit volgens de voorschriften van de omzendnota nr. 30 ter. OMZENDNOTA NR.30 ter Initiële en periodieke beproevingen op de IBC s. 1. Overeenkomstig paragraaf van het RID / ADR moet de dichtheids-beproeving uitgevoerd worden met lucht onder een manometerdruk van ten minste 20 kpa, en dit gedurende ten minste 10 minuten. De IBC moet voorzien zijn van al zijn normale bedrijfsuitrustings-stukken. Het is niet toegelaten om op de losleiding testdeksels of testafsluiters te gebruiken. Enkel de ventilatie-inrichtingen mogen weggenomen worden. De dichtheid wordt gecontroleerd met behulp van een manometer of het aanbrengen van een schuimend product op de uitrustingsstukken en de kritieke plaatsten van het recipiënt. De dichtheidsbeproeving is niet vereist voor IBC s van type 11 die via de zwaartekracht geladen en gelost worden; ze mag vervangen worden door een visuele inspectie. 2. Elke inspectie moet uitgevoerd worden overeenkomstig paragraaf van het RID / ADR en er moet een rapport van opgemaakt worden. 3. Na een reparatie moeten de beproevingen, de inspecties en de opschriften voldoen aan paragraaf van het RID / ADR. 4. Wanneer de resultaten positief zijn, dient de datum (maand, jaar) en het waarmerk als volgt aangebracht te worden: Type van controle Dichtheidsbeproeving na 2,5 jaar en de daarbij horende inspecties Vervanging van het binnenrecipiënt(enkel voor IBC s uit kunststof en composiet IBC s) Periodieke controle na 5 jaar (enkel voor IBC s uit metaal of IBC s uit kunststof en composiet IBC s met een wettelijke toelating voor een langere gebruiksduur) Reparatie (indien toegelaten) Identificatieplaatje Plaats Rubriek binnenrecipiënt die voorkomt op het identificatieplaatje Identificatieplaatje Identificatieplaatje 15

16 PERIODIEKE CONTROLE OP IBC s VAN TYPE 31HZ Voor de toepassing van mogen de hieronder omschreven dichtheidsbeproevingen met lucht als methodes beschouwd worden die even doelmatig zijn, en dus in plaats van de hierboven aangegeven procedure toegepast mogen worden. De beproeving omvat : Ofwel - de controle van de IBC s met behulp van een standaard detectieapparaat; dit detectieapparaat moet op elk ogenblik minimaal openingen van 0.55 mm kunnen detecteren. De tijd, de begindruk en/of het drukverlies die nodig zijn om deze openingen te kunnen opsporen zullen voor ieder apparaat afzonderlijk worden bepaald en vastgelegd; - een bijkomende controle van de lekdichtheid van de u uitrustingsstukken en hun verbindingen met behulp van een schuimend product bij een manometerdruk van minstens 60 mbar gedurende een periode van minimaal 5 minuten. Het onder druk zetten gebeurt, in beide gevallen, langs onder of langs boven. Ofwel - een controle van de lekdichtheid van de uitrustingsstukken en hun verbindingen met behulp van een schuimend product bij een manometerdruk van minstens 60 mbar gedurende een periode van minimaal 5 minuten. Het onder druk zetten gebeurt langs onder; - vervolgens wordt de IBC - gevuld met het gevaarlijk product of een equivalent product - gedurende 2 uur afzonderlijk op een zuivere en ondoordringbare ondergrond geplaatst en dan geïnspecteerd ; daarbij mag niet de minste lekkage geconstateerd worden. Deze omzendnota is een up-date van de omzendnota nr 30bis van 27/07/05 die omzendnota nr.30 van 25/04/05 vervangt. De directeur-generaal Datum C.COUNE 19/10/07 16

17 5 Opleiding van chauffeurs 5.1 Toepassingsgebied Alle chauffeurs die gevaarlijke goederen vervoeren: in een vaste tank, afneembare tank, mobiele tank, tankcontainer, batterijvoertuig, MEGC, losgestort, colli of IBC s indien de vrijstellingsgrenzen van paragraaf niet van toepassing zijn 5.2 Categorieën Categorie Producten Vervoerswijze I Alle klassen behalve 1 en 7 Colli en losgestort vervoer II Alle klassen behalve 1 en 7 Tanks en tank-containers III Klasse 1 Colli IV Brandstoffen (UN1202, UN 1203, UN 1223, UN 3082 Colli en tanks (zware stookolie) en UN3256 (zware stookolie)) Klasse 7 Colli en tanks Opmerkingen: 1) Het certificaat voor radioactieve stoffen wordt afgeleverd door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, Ravenstein 36, 1000 Brussel, Tel. 02/ ) Een opleidingscertificaat van categorie I volstaat voor het vervoer van: - tankcontainers met een individuele inhoud van ten hoogste liter - afneembare tanks met een inhoud van ten hoogste 1000 liter - batterijvoertuigen met een gezamenlijke inhoud van ten hoogste 1000 liter 5.3 Afgifte van het getuigschrift Het opleidingsgetuigschrift wordt afgeleverd door de Dienst Veiligheid van Gevaarlijke Goederen van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer aan de personen die met succes een opleiding hebben gevolgd. 5.4 Geldigheid van het certificaat Indien de titularis een bijscholingscursus heeft gevolgd in de loop van het jaar dat de vervaldag van het certificaat voorafgaat en geslaagd is voor de controletest, wordt de geldigheid van het opleidingscertificaat telkens verlengd voor een periode van 5 jaar. De nieuwe geldigheidsduur gaat in vanaf de vervaldag van het vorig certificaat. 5.5 Duplicaten Men kan een duplicaat van het certificaat aanvragen bij verlies, diefstal, vernieling of indien het certificaat onleesbaar is geworden of zich in een slechte staat bevindt. De te ondernemen stappen zijn de volgende: De titularis dient het verlies, diefstal of vernieling van zijn certificaat te melden aan de politie. De aanvraag dient samen met het attest van de politie opgestuurd te worden naar het adres in punt 1 van dit document #info1. Het kan eveneens per fax doorgestuurd worden (fax). 17

18 Opmerking: Indien een duplicaat wordt aangevraagd voor een andere reden dan diefstal, verlies of vernieling, dient het huidig certificaat de aanvraag te vergezellen. 18

19 5.6 Lijst van de scholen ADR -Opleiding. Nota: - De meeste scholen geven de cursussen in meerdere steden van het land - De VDAB aanvaardt eveneens werknemers en zelfstandigen - Defensie: enkel personeel van defensie Instelling Contact Adres Tel., Fax, ABILITY Acces-Conduite-A.D.R BLM opleiding & training vzw BRAFCO Fédération belge des Négociants en Combustibles et Carburants, a.s.b.l Jean Paul Derard Jacques Montulet Zone Industrielle de l Europe Rue du Gard LEUZE-EN-HAINAUT Rue de la Gare MALMEDY Bart De Groot Fred De Bruynestraat BERLARE John Mattart Olivier Neyrinck Rue Léon Lepage BRUXELLES Bruxelles Formation Anne Lambert Boulevard de la 2 ème Armée Britannique, FOREST CADG Consulting Agency Dangerous Goods Ronald Van Den Heuvel Kruisbaan MECHLEN CFITEX.D asbl Anne Leduc Rue Floxhalle, BLEGNY Cresept asbl W. Amadeus Mozartlaan DROGENBOS D.D.& S.-TRAININGEN Kurt Desmet Iepersestraat KORTRIJK DGT (Dangerous Goods Training) ESI EUROPEAN SAFETY INSTITUTE Dirk Beernaert Leegstraat 122 bus ZELATE Stéphane Santy St.-Pietersstraat IEPER Formatrans asbl Johnny Fourie Avenue Stassart Namur Tel.:069/ Fax: 069/ jp.derard@fockedey.be Tel.: 080/ Fax: 080/ autoecole.peiffer@skynet.be Tel.: 052/ Fax: 052/ GSM: 0479/ bart@blmadvieskantoor.be Tél : 02/ Fax : 02/ info@brafco.be Tél. : 02/ Fax : 02/ a.lambert@bruxellesformation.be Tel: 015/ Fax:015/ cadgvzw@telenet.be Tel: CFITEX.D@skynet.be Tel.: 02/ Fax: 02/ info@cresept.be Tel.: 056/ Fax: 056/ kurt@devokortrijk.be Tel: 09/ Fax: 09/ info@dgtvzw.be Tel.: 051/ Fax: 051/ info@esi.be Tel: 081/ fourie.adr@skynet.be GC-ADVICE + Geert Frans Vijverstraat BREDENE I.F.A.R. asbl Luc Pierre Rue de Navaugle ROCHEFORT Tel: 059/ GSM: 0475/ Fax: 059/ geert.frans@gcadvice.be Tel: 084/ GSM : 0497/ luc.pierre1@skynet.be 19

20 Instelling Contact Adres Tel., Fax, Institut provincial d Enseignement Technique de Promotion sociale IPET Farciennes Pierre Flament Rue du puits Communal FARCIENNES tél: 071/ fax:071/ pierre.flament@hainaut.be La Défense Movement Transport Centre-Section Dangereous Goods Martin Kints Rue d Evère, BRUXELLES LE FOREM Daphné Pétrisot Boulevard Tirou, CHARLEROI Tel : 02/ Fax : 02/ peter.braem@mil.be Tél : Fax : daphne.petrisot@forem.be Professional Training Center Promotrans Europe asbl Liliane Ingrao Havenlaan BRUXELLES Rue des Dessus-De-Lives, LOYERS (Namur) Tél: 04/ Fax: 04/ info@uptr.be Tél : 02/ Fax : 02/ info@ers-academy.com Safety Consult Willy Van Praet Antoon Spinoystraat 8, 2800 MECHELEN. Tel: w.vanpraet@telenet.be SECUTRANS Pol Van Ormelingen Try des Rudes, CHASTRE Tel Fax info@secutrans.be SKB Syndicale Kamer Voor De Brandstoffenhandel Van West-Vlaanderen Carlos Naessens Maria van Bourgondiëlaan 52/18000 BRUGGE Tél: 050/ Fax: 050/ info@skbbrugge.be SoFoCo asbl Stany Jodocy Avenue de la Toison d Or MARCHE-EN- FAMENNE Tél : stan@sofoco-asbl.be Syntra West Dominique Aernoudt Spoorwegstraat BRUGGE Tel: 050/ Fax: 050/ dominique.aernoudt@syntrawest. be Team Bara D eletto Route de Charleroi, Fontaine-l Evêque Tel : fax : concetta@ae-bara.be Technisch Onderwijs St-Lodewijk Training en Advies voor Gevaarlijk Transport v.z.w. Jan Cox Mosselerlaan GENK Patrick Arts Waterstraat SINT-TRUIDEN Tel: 089/ Fax: 089/ jcox@tisl.be Tel.: 011/ fax: 011/ patrick.arts@tagt.be Transport en Logistiek Vlaanderen Lode Verkinderen Land van Rodelaan GENT Tel.: 092/ fax: 092/ info@transportenlogistiekvlaander en.be 20

21 Instelling Contact Adres Tel., Fax, VDAB Verinstruct VVV Vereniging Voor Verkeersveiligheid Workers Service Training asbl Luc Delombaerde Marc Vansteenkiste Keizerlaan BRUSSEL Ijzeren Bareel SPIERE-HELKIJN Jos Geeraerts Molenberlei SCHELLE Jean-Jacques Hirsoux Rue Paul Hainaut, PAISSANT Tél: 02/ Fax: 02/ luc.delombaerde@vdab.be Tél: 02/ Fax: (02) assuver@vervaeke.com Tél: 03/ Fax: 03/ info@vzwverkeersveiligheid.be Tél : GSM : 0484/ jh321469@scarlet.be ZAWM Klaus Willems limburger weg EUPEN Tél. :087/ fax : 087/ GSM: 0476/ klaus.willems@skynet.be DAGONDERWIJS TECHNISCHE SCHOLEN Instelling Contact Adres Tel., Fax, CENTRE SCOLAIRE DON BOSCO INSTITUT TECHNIQUE ET COMMERCIAL DES AUMONIERS DU TRAVAIL Vincent Closjans Rue des Wallons LIEGE Jean Blondeau Rue de Caraman BOUSSU Tel. : 04/ Fax : 04/ andre.marie.limme@swing.be Tel.: 065/ Fax.: 065/ aumoniers.boussu@sec.cfwb.be INSTITUT TECHNIQUE ETIENNE LENOIR INSTITUT TECHNIQUE HENRI MAUS ONZE-LIEVE-VROUW- TER-DUINEN KONINKLIJK TECHNISCH ATHENEUM SIHA (Stedelijk Instituut voor Handel en Ambachten) VTI (Vrij Technisch Instituut) KITO (Katholiek Instituut voor Technisch onderwijs) Michel Hieronimus Chemin de Weyler ARLON Daniel Delvaux Place de l Ecole des Cadets NAMUR Luc Dewitte Ploegstraat ZEEBRUGGE Benny Vandevoorde Gilbert Meersman Lindelei GENT Eikenstraat ANTWERPEN Kurt Desmet Oudenaardsesteenweg KORTRIJK Peter Van de Voorde Zennelaan 51/ Vilvoorde Tel.: 063/ Fax.: 063/ mickhiero@hotmail.com Tel.: 081/ Fax.: 081/ daniel.delvaux@brutele.be Tel: 050/ Fax: 050/ luc.dewitte@olvd.be Tel: 09/ Fax: 09/ kta1.gent@pandora.be Tel: 03/ Fax: 03/ gilbert.meersman@siha.be Tel: 056/ Fax: 056/ kurt@devokortrijk.be Tel : 02/ / Fax : peter.vandevoorde@kov.be 21

22 SCHOLING CATEGORIE IV : Vloeibare brandstoffen (UN1202, UN1203, UN1223, UN3082 (zware stookolie) en UN3256 (zware stookolie)) De volgende bovenstaande instellingen zijn eveneens erkend voor het verstrekken van de cursus categorie IV: Instelling Contact Adres Tel., Fax, ABILITY Jean Paul Derard Zone Industrielle de l Europe Rue du Gard LEUZE-EN-HAINAUT Tel.:069/ Fax: 069/ jp.derard@fockedey.be Acces-Conduite-A.D.R Jacques Montulet Rue de la Gare MALMEDY Tel.: 080/ Fax: 080/ autoecole.peiffer@skynet.be BLM opleiding & training vzw Bart De Groot Fred De Bruynestraat BERLARE Tel.: 0479/ Fax: 052/ bart@blmadvieskantoor.be BRAFCO Fédération belge des Négociants en Combustibles et Carburants, a.s.b.l John Mattart Olivier Neyrinck Rue Léon Lepage BRUXELLES Tél : 02/ Fax : 02/ info@brafco.be CADG Consulting Agency Dangerous Goods Ronald Van Den Heuvel Kruisbaan MECHLEN Tel: 015/ Fax:015/ cadgvzw@telenet.be CFITEX.D asbl Anne Leduc Rue Floxhalle, BLEGNY D.D.& S.-TRAININGEN Kurt Desmet Iepersestraat KORTRIJK Tel: CFITEX.D@skynet.be Tel.: 056/ Fax: 056/ kurt@devokortrijk.be DGT (Dangerous Goods Training) Dirk Beernaert Leegstraat 122 bus ZELATE Tel: 09/ Fax: 09/ info@dgtvzw.be Formatrans asbl Johnny Fourie Avenue Stassart Namur I.F.A.R. asbl Luc Pierre Rue de Navaugle ROCHEFORT LE FOREM Daphné Pétrisot Boulevard Tirou, CHARLEROI Tel: 081/ fourie.adr@skynet.be Tel: 084/ GSM : 0497/ luc.pierre1@skynet.be Tél : Fax : daphne.petrisot@forem.be Promotrans Europe asbl Rue des Dessus-De-Lives, LOYERS (Namur) Tél : 02/ Fax : 02/ info@ers-academy.com Safety Consult Willy Van Praet Antoon Spinoystraat 8, 2800 MECHELEN. Tel: w.vanpraet@telenet.be SECUTRANS Pol Van Ormelingen Try des Rudes, CHASTRE Tel Fax info@secutrans.be 22

23 Instelling Contact Adres Tel., Fax, SKB Syndicale Kamer Voor De Brandstoffenhandel Van West-Vlaanderen VVV Vereniging Voor Verkeersveiligheid Carlos Naessens Maria van Bourgondiëlaan 52/18000 BRUGGE Jos Geeraerts Molenberlei SCHELLE Tél: 050/ Fax: 050/ info@skbbrugge.be Tél: 03/ Fax: 03/ info@vzwverkeersveiligheid.be 5.7 Examencentrum ITLB (Instituut wegtransport en Logistiek België) Archimedesstraat Brussel Contact : Examensecretariaat Tel : 02/ Fax : 02/ adr@itlb.be 23

24 6 Opleiding van veiligheidsadviseurs 6.1 Taken van de veiligheidsadviseur Er voor zorgen dat de activiteiten van het bedrijf met betrekking tot het transport en het laden en lossen van gevaarlijke goederen onder optimale omstandigheden plaatsvinden. 6.2 Toepassingsgebied Een of meer veiligheidsadviseurs zijn vereist in bedrijven: - die gevaarlijke goederen over de weg, het spoor of over de binnenwateren vervoeren, - die de verpakkingen en de tanks vullen, - die laad- en loswerkzaamheden verrichten die met dit vervoer samenhangen, - die overslag doen van gevaarlijke goederen van de weg, het spoor of de binnenwateren naar een andere vervoerswijze en vice-versa. 6.3 Vrijstellingen Zijn niet onderworpen aan deze verplichtingen, de ondernemingen wier activiteiten zich beperken tot: - vervoer uitgevoerd met transportmiddelen die eigendom zijn of onder de verantwoordelijkheid vallen van de strijdkrachten, - vervoer van beperkte hoeveelheden (volgens paragraaf van het ADR), - binnenlands vervoer, of met dat vervoer samenhangende laad- en loswerkzaamheden, van minder dan 50 ton netto gevaarlijke goederen per kalenderjaar (*), - vervoer van biologische stof, categorie B van UN-nummer 3373 die verpakt is overeenkomstig verpakkingsinstructie P650 van onderafdeling van het ADR, - lossen van gevaarlijke goederen op hun eindbestemming (Eindbestemming is de plaats waar de gevaarlijke goederen worden verbruikt). 6.4 Vereisten voor het uitoefenen van de functie van veiligheidsadviseur De functie mag uitgeoefend worden door elk persoon die beschikt over het scholingscertificaat van veiligheidsadviseur op voorwaarde dat die persoon zijn taken daadwerkelijk vervult. Een bedrijf mag ook beroep doen op één of meerdere externe veiligheidsadviseurs. Elk bedrijf dient de namen van zijn veiligheidsadviseurs aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer mee te delen en vermeldt gelijktijdig hun juridische band met de onderneming. (*) ingedeeld bij de letters A, O of F van klasse 2 of bij verpakkingsgroep II en III van klassen 3,4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 6.1, 8 en 9 24

25 6.5 Het scholingscertificaat De veiligheidsadviseur moet in het bezit zijn van een scholingscertificaat dat geldig is: - voor de betrokken vervoerswijze(n) (weg, spoor en/ of binnenwateren), - dat al dan niet beperkt is tot onderstaande categorieën van gevaarlijke goederen: - klasse 1 (explosieve stoffen) - klasse 7 (radioactieve stoffen) - klasse 2 (gassen) - de klassen met uitzondering van 1, 2 en 7 - deze geïdentificeerd met de nummers UN 1202, 1203,1223, 3475 en de luchtvaartbrandstof geklasseerd onder de UN-nummers 1268 of Afgifte van het scholingscertificaat Het scholingscertificaat kan verkregen worden door het volgen van een gepaste opleiding in een daarvoor erkende instelling en het afleggen van een door de bevoegde overheid georganiseerd examen. Tot op heden hebben ongeveer Belgische ondernemingen een veiligheidsadviseur aangesteld. 25

26 6.7 Lijst van de erkende instellingen voor het verstrekken van de initiële opleidingen: INSTELLING ADRES TELEFOON + FAX KLASSE 2 Andere klassen. Brandstof W S B W S B W S B ABILITY Jean Paul Derard z.i. Europe Leuze Tel.: 069/ fax : 069/ jp.derard@fockedey.be X X X X X X BLM opleiding & training vzw Bart De Groot Fred De Bruynestraat BERLARE Tel.: 052/ Fax: 052/ GSM: 0479/ bart@blmadvieskantoor.be X X X X BRAFCO Neyrinck Olivier Leon Lepagestraat 4,1000 Brussel Tel. :02/ Fax :02/ olivier.neirynck@brafco.be X X X CADG Van Den Heuvel R. Kruisbaan Mechelen Tel. : 015/ Fax : 015/ cadgvzw@telenet.be X CFITEX. D Leduc Anne Rue Floxhalle Blégny Tel. : 04/ Fax : 04/ CFITEX.D@skynet.be X X X X X X X X X D.D.&S Desmet Kurt Iepersestraat Kortrijk Tel. : 075/ fax. : 056/ ddens@skynet.be X X X X X X DGT Beernaert Dirk Leegstraat 122 bus Zelzate Tel.: 09/ fax : 09/ info@dgtvzw.be X X X X X X X X X FEBETRA Van Impe Patricia Stapelhuisstraat, 5a 1020 Brussel Tel. : 02/ Fax : 02/ patricia.van.impe@febetra. be X IBE Wittebolle Maxence Researchpark Kranenberg Zellik Tel.: 02/ fax : 02/ packaging@bebvi.be X X X X X X LE FOREM Pétrisot Daphné Bd. Tirou Charleroi Tel : 071/ fax : 071/ daphne.petrisot@forem.be X X X X X X X X TLV Verkinderen Lode Land Van Rodelaan 20, 9050 Gent Tel.: 092/ fax : 092/ info@sav.be X X X X X X SKB Naessens Carlos Maria van Bourgondienlaan 52/ Brugge Tel.: 050/ fax : 050/ info@skbbrugge.be X X X Syntra West Aernoudt Dominique Spoorwegstraat Brugge Tel : 050/ fax: 050/ dominique.aernoudt@syntr awest.be X X X 26

27 INSTELLING ADRES TELEFOON - FAX KLASSE 2 Andere klassen. Brandstof W S B W S B W S B Safety Consult vzw Van Praet Willy Antoon Spinoystraat Mechelen Tel.: w.vanpraet@telenet.be X X X X X X VVV Geeraerts Jos Kontichsesteenweg 63/1, 2630 Aartselaar Tel : 03/ Fax :03/ info@vzwverkeersveilighei d.be X X X ZAWM Willems Klaus Limburger weg Eupen Tel. :087/ Fax : 087/ klaus.willems@pro.tiscali.b e X X X DEFENSIE Movement Transport Control Centre-Section Dangerous Goods Everstraat Brussel Tel. :02/ Fax: 02/ guy.colman@mil.be X X W : Weg S : Spoor B : Binnenwateren OPMERKING: Defensie: enkel personeel van Defensie 27

28 6.8 Lijst van de erkende instellingen voor het verstrekken van de bijscholing: INSTELLING ADRES TELEFOON FAX KLASSE 2 Andere klassen. Brandstof W S B W S B W S B ABILITY Jean Paul Derard BLM opleiding & training vzw Bart De Groot BRAFCO Neyrinck Olivier CADG Van Den Heuvel R. CFITEX. D Leduc Anne D.D.&S Desmet Kurt DEFENSIE Movement Transport Control Centre-Section Dangerous Goods DGT Beernaert Dirk FEBETRA Van Impe Patricia LE FOREM Pétrisot Daphné TLV Verkinderen Lode Syntra West Aernoudt Dominique z.i. Europe Leuze Fred De Bruynestraat BERLARE Leon Lepagestraat 4, 1000 Brussel Kruisbaan Mechelen Rue Floxhalle Blégny Iepersestraat Kortrijk Everstraat Brussel Leegstraat 122-bus 5, 9060 Zelzate Entrepotstraat 5a 1020 Brussel Bd. Tirou Charleroi Land Van Rodelaan 20, 9050 Gent Spoorwegstraat Brugge Tel.: 069/ fax : 069/ jp.derard@fockedey.be Tel.: 052/ Fax: 052/ GSM: 0479/ bart@blmadvieskantoor.be Tel. :02/ Fax :02/ olivier.neirynck@brafco.be Tel. : 015/ Fax : 015/ cadgvzw@telenet.be Tel. : 04/ Fax : 04/ CFITEX.D@skynet.be Tel. : 075/ fax. : 056/ ddens@skynet.be X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X Tel. :02/ Fax: 02/ guy.colman@mil.be X X Tel : 09/ fax : 09/ info@dgtvzw.be Tel. : 02/ Fax : 02/ patricia.van.impe@febetra. be Tel : 071/ fax : 071/ daphne.petrisot@forem.be Tel : 092/ fax : 092/ info@sav.be Tel.: 050/ fax : 050/ dominique.aernoudt@syntr awest.be X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X 28

29 INSTELLING ADRES TELEFOON FAX KLASSE 2 Andere klassen. Brandstof W S B W S B W S B Safety Consult vzw Van Praet Willy Antoon Spinoystraat Mechelen Tel.: w.vanpraet@telenet.be X X X X X X X X X VVV Geeraerts Jos Kontichsesteenweg 63/1, 2630 Aartselaar Tel.: 03/ Fax :03/ info@vzwverkeersveilighei d.be X X X W : Weg S : Spoor B : Binnenwateren OPMERKING: Defensie: enkel personeel van Defensie 6.9 Examencentra INSTELLING ADRES CONTACT TEL FAX - ITLB (Instituut wegtransport en Logistiek België) CEC (Centrum voor examinering en certificering) Archimedesstraat Brussel Roekstraat Merksem ESI (European Safety Center) St.-Pietersstraat Ieper Examensecretariaat Tel : 02/ Fax: 02/ adr@itlb.be Leo Sneyders Tel : 0476/ Fax: 070/ info@cecvzw.be Stéphane Santy Tel.: 051/ Fax: 051/ info@esi.be 6.10 Beroepsverenigingen voor veiligheidsadviseurs Er bestaan twee beroepsverenigingen voor veiligheidsadviseurs die werken als relais tussen de dienst "Veiligheid van Gevaarlijke Goederen van de FOD Mobiliteit en Vervoer en de veiligheidsadviseurs: - Belgian Safety Advisors Association (BESAA) Schomhoeveweg Antwerpen Tel: +32 (0) Fax: +32 (0) UCWSMD Union des Conseillers Wallons à la sécurité des Marchandises Dangereuses rue Jean de Sélys Lonchamps 2, 4460 Bierset Téléphone: +32 (0) info@ucwsmd.org GSM: +32 (0)

30 6.11 Aanwijzing van een veiligheidsadviseur Wanneer een veiligheidsadviseur bij een onderneming in functie treedt, moet de onderneming zonder uitstel de volgende gegevens aan de dienst Veiligheid van Gevaarlijke Goederen en Beveiliging meedelen: - de naam, de voornamen, de nationaliteit, het privéadres en de geboortedatum van de veiligheidsadviseur; - de plaats of plaatsen (als het bedrijf verschillende sites heeft) waar hij zijn activiteit in dienst van de onderneming uitoefent; - de aard van de juridische band met de onderneming; - een kopie van het scholingscertificaat indien dit in een andere Lidstaat van de Europese Unie of in een andere Verdragspartij bij het ADR werd afgeleverd. Wanneer een veiligheidsadviseur bij een onderneming zijn functie niet langer uitoefent, deelt die onderneming dit zonder uitstel aan de dienst Veiligheid van Gevaarlijke Goederen (#info1). 30

31 7 Stuwage van goederen 7.1 Voorschriften met betrekking tot de stuwage Ondernemingen die goederen in een voertuig of in een grote container laden, moeten de voorschriften van van het ADR die betrekking hebben op de stuwage van verpakkingen respecteren (gebruik van spanriemen, dwarslatten, regelbare steunen, enz ). Daarnaast zijn de KB s van 7 april en 27 april 2007 verschenen met betrekking tot de stuwage van goederen in het algemeen. De voorschriften van die KB s kunnen geraadpleegd worden op het INTERNET.(s3_11) De teksten van de European Best Practice Guideline on Cargo Securing for Road Transport kunnen geraadpleegd worden op het internet. en.htm Voor de ondernemingen die recipiënten van de klasse 2 laden, kan het document «Load Securing of class 2 receptacles» geraadpleegd worden op : Opleiding in verband met stuwage Het personeel moet een opleiding krijgen die aangepast is aan hun taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke goederen conform Die opleiding moet o.a. handelen over de specifieke voorschriften van de reglementeringen betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen in functie van de taken en verantwoordelijkheden van het personeel ( ). Bijgevolg is een opleiding betreffende ladingzekering verplicht door het ADR. Belangrijke opmerkingen: - Conform is een opleiding in verband met de voorschriften met betrekking tot de stuwage zoals hierboven vermeld, verplicht voor de werknemers van de betrokkenen die in hoofdstuk 1.4 van het ADR opgesomd zijn, zoals de verzender, de vervoerder. 31

32 8 ADR- voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke goederen in colli 8.1 Verpakkings- en etiketteringsvoorschriften MERKEN a) De colli (vaten, jerrycans, kisten, zakken,...) en de I.B.C.'s (grote houders voor losgestort vervoer) moeten voldoen aan de constructievoorschriften van het ADR. en voorzien zijn van een UN -merk als bewijs van hun conformiteit; U N 1A1/Y1.4/150/83 B/VL123 b) de gasflessen die bestemd zijn voor het vervoer van stoffen van klasse 2 moeten ook voldoen aan de constructievoorschriften van het ADR. De merken verschillen nochtans van deze op de colli en de IBC s en bevatten onder meer de datum van de laatste hydraulische drukproef en de stempel van de erkende instelling die ze heeft uitgevoerd ETIKETTEN Gevaarsetiketten met een zijde van 10 cm moeten op de colli, de IBC s en de gasflessen worden aangebracht. Nota: Volgens het geherstructureerd ADR (verplicht vanaf ) moeten: de etiketten op dezelfde zijde van de colli worden aangebracht, op IBC s met een capaciteit van meer dan 450 liter moeten deze gegevens op twee parallelle zijden voorkomen AANDUIDINGEN a) Op de colli en de IBC s moeten op een duidelijke en duurzame wijze volgende gegevens worden aangebracht: de letters UN gevolgd door het identificatienummer van de stof. b) Op de gasflessen moeten op een duidelijke en duurzame wijze volgende gegevens worden aangebracht: de letters UN gevolgd door het identificatienummer van de stof. Bovendien moet de naam van het gas of gasmengsel worden vermeld. Opmerking: De gasflessen die voor de 1 ste januari 1997een eerste of een periodieke keuring hebben ondergaan mogen leeg en niet gereinigd zonder etiket(ten) worden vervoerd tot de datum van de volgende vulling of periodieke keuring. 32

33 8.2 Documenten VERVOERDOCUMENT a Gevulde verpakkingen: 1. het UN- nummer voorafgegaan door de letter UN, 2. de officiële aanduiding van de stof, in voorkomend geval de technische benaming of de benaming van de chemische groep, 3. de nummers van de modellen van de gevaarsetiketten die opgenomen zijn in kolom (5) van talbel A van hoofdstuk 3.2 van het ADR. In geval van meerdere modelnummers moeten de nummers die volgen op het eerste nummer tussen haakjes worden aangeduid, 4. in voorkomend geval, de verpakkingsgroep toegekend aan de stof 5. in voorkomend geval, de tunnelbeperkingscode in hoofdletters en tussen haakjes Opmerkingen: a) De hierboven vermelde elementen moeten voorkomen in de orde 1, zonder andere informatie behalve deze die eventueel door de ADR voorschriften is voorzien. b) De aanduidingen van de tunnelbeperkingscode is niet van toepassing op voertuigen die gevaarlijke goederen overeenkomstig de vrijstellingen van vervoeren ( ). Voorbeeld van toegelaten aanduidingen in het vervoerdocument: UN 1098 allylalcohol, 6.1 (3), I, (C/D) b. Lege niet-gereinigde verpakkingen en lege niet-gereinigde gasrecipiënten met een capaciteit l : Algemene regel De omschrijving van de vervoerde stof in het vervoerdocument is die van het tevoren vervoerd product (zie a) 2.), maar met Leeg, niet gereinigd of Residu, vorige inhoud voor of achter de officiële vervoersnaam ervan. Voorbeelden van toegelaten aanduidingen in het vervoerdocument: Vervoer van ongereinigde lege vaten die decaboraan hebben bevat (UN-nr 1868) UN 1868 leeg, niet gereinigd, Decaboraan, 4.1 (6.1), [PG] II, (E) UN 1868 Decaboraan, leeg, niet gereinigd, 4.1 (6.1), [PG] II, (E) UN 1868 residu, vorige inhoud, Decaboraan, 4.1 (6.1), [PG] II, (E) UN 1868 Decaboraan, residu, vorige inhoud, 4.1 (6.1), [PG] II, (E) Andere mogelijkheden voor specifieke gevallen Bij transporten in gesloten circuit Wanneer de lege, niet gereinigde houders onmiddellijk terugkeren naar de afzender, mag het vervoerdocument voor de heenreis (met de gevulde houders) herbruikt worden; de vermelding van de totale hoeveelheid gevaarlijke goederen moet dan vervangen worden door de woorden Lege, niet gereinigde retour. 33

34 Voor lege niet-gereinigde colli (vaten, gasflessen, IBC's,... ) De omschrijving van de vervoerde mag stof bestaan uit "Lege verpakkingen", "Lege recipiënten", "Lege IBC s" of Lege grote verpakkingen (al naargelang het geval), gevolgd door de nummers van de modellen van etiketten voor het product dat ze tevoren bevat hebben. Wanneer daar geen nummer voorkomt moet de klasse vermeld worden. Wanneer het tevoren bevat product een gas was, mogen de nummers van de modellen van etiketten vervangen worden door dat van de klasse ( 2 ). Voorbeeld : "Lege verpakkingen, 6.1 (3) c. Lege niet-gereinigde gasrecipiënten met een capaciteit van meer dan 1000 liter, lege niet-gereiningde tankcontainers, lege niet-gereinigde voertuigen en containers voor losgestort vervoer. De vervoerde goederen kunnen ook als volgt omschreven worden: leeg recipiënt, lege tankcontainer, leeg voertuig, leeg voertuig, naargelang het geval, gevolgd door: - laatst geladen goed: - de vermeldingen die opgenomen zijn in 1.2.a) met betrekking tot de producten die de houders bevat hebben in een toegestane volgorde Voorbeeld: Lege tankcontainer, laatst geladen goed: UN 1098, allylalcohol, 6.1 (3), I (C/D) Opmerkingen: 1. Volgens afwijking nr mag bij nationaal vervoer van lege, niet-gereinigde houders die stoffen van verschillende klassen hebben bevat, het vervoerdocument volgende vermelding bevatten: lege, niet-gereinigde houders die stoffen van verschillende klassen hebben bevat 2. Talen : internationaal: de vermeldingen in het vervoerdocument moeten in één van de officiële talen van het land van de verzending van de goederen zijn alsook in het Frans, het Engels of het Duits, behalve tussen België en Nederland (zie bilateraal akkoord onder nationaal: voor nationaal vervoer mag op het vervoerdocument enkel Nederlands, Frans of Duits gebruikt worden SCHRIFTELIJKE RICHTLIJNEN Als een hulp bij noodsituaties tijdens een ongeval dat zich gedurende het vervoer kan voordoen, moeten de schriftelijke richtlijnen die beantwoorden aan het model van 4 pagina s, zich binnen handbereik in de cabine van de bemanning van het voertuig bevinden. Deze richtlijnen moeten door de vervoerder voor het vertrek aan de bemanning van het voertuig overhandigd worden in een taal of in talen die elk lid kan lezen en begrijpen. De vervoerder moet er zich van vergewissen dat elk bemanningslid van het betrokken voertuig deze richtlijnen correct begrijpt en in staat is om ze toe te passen. De officiële versie en de vertaling in verschillende talen kunnen van het internet gedownload worden. Te raadplegen site: 34

35 8.2.3 OPLEIDINGSGETUIGSCHRIFT Het opleidingsgetuigschrift anders dan in tanks is vereist voor de chauffeurs die een transport uitvoeren in hoeveelheden boven de gedeeltelijke vrijstellingsgrenzen van Opmerkingen: Geldigheid: Bij vervoer van explosieve en radioactieve stoffen moet de chauffeur over het overeenkomstig opleidingsgetuigschrift beschikken. Een getuigschrift voor het vervoer in tanks is ook geldig voor om het even welke andere wijze van vervoer (colli, IBC's, losgestort, enz.). 5 jaar Verlenging: tijdens de 12 maanden die voorafgaan aan de vervaldag van het getuigschrift. een bijscholingsopleiding volgen en slagen in een examen BEWIJS VAN TECHNISCHE KEURING ( geen ADR controle voor het vervoer van stukgoederen) Het keuringsbewijs van de technische controle is 6 maand geldig (12 maand indien er geen ernstige tekortkoming werd geconstateerd systeem bonus malus): AFSCHRIFT VAN EEN AFWIJKING. Indien het transport wordt uitgevoerd onder de voorwaarden van een nationale afwijking moet een afschrift van deze afwijking aan boord van het voertuig aanwezig zijn. 8.3 Technische voorschriften voor het voertuig ORANJE WAARSCHUWINGSSCHILDEN Het voertuig moet vooraan en achteraan een oranje kleurig waarschuwingsschild voeren, voorzien van een zwarte boord van 15 mm, met afmetingen 40 x 30 cm STUWING De verschillende elementen van de lading moeten behoorlijk op het voertuig zijn gestuwd en met geschikte middelen vastgezet, zodanig dat ze ten opzichte van elkaar of van de wanden van het voertuig niet kunnen verschuiven BRANDBLUSSERS Elke transporteenheid moet in functie van zijn maximum toegelaten massa (MTM) voorzien van de voorgeschreven blusapparaten met minimale inhouden volgens onderstaande tabel: MTM - transporteenheid brandblusser cabine brandblusser(s) buiten cabine HTM 3,5 T min. 2 kg min. 2 kg 3,5 T HTM 7,5 T min. 2 kg min. 6 kg HTM > 7,5 T min.2 kg min. 6 kg + aanvulling tot 12 kg in totaal De brandblussers moeten bovendien aan volgende eisen voldoen: geschikt zijn voor de brandbaarheidsklassen A, B en C, 35

36 gelood zijn, voorzien zijn van een geldigheidsetiket en een Belgische of Europese goedkeuring hebben (etiket BENOR V of etiket EN + goedkeuring van een Europees land). De brandblusser in de bestuurderscabine moet zich in het handbereik van de chauffeur bevinden; de brandblusser(s) buiten de bestuurderscabine moeten duidelijk zichtbaar zijn opgesteld en gemakkelijk toegankelijk zijn. Hun installatie moet zodanig zijn dat ze beschermd zijn tegen de invloed van weersomstandigheden zodat hun operationele capaciteit niet beïnvloed wordt VERLUCHTING (INDIEN KLASSE 2) Colli met gassen moeten bij voorkeur in open of geventileerde voertuigen of containers geladen worden. Indien dit niet mogelijk is en de colli in andere gesloten voertuigen of containers worden geladen, moeten de laaddeuren van deze voertuigen of containers als volgt gekenmerkt worden, in letters van ten minste 25 mm hoog : OPGELET GEEN VENTILATIE VOORZICHTIG OPENEN 8.4 Diverse uitrusting en uitrusting voor individuele bescherming Elke transporteenheid die gevaarlijke stoffen vervoert moet conform voorzien zijn van uitrustingstukken voor algemene en individuele bescherming. De uitrustingstukken moeten geselecteerd worden op basis van het nummer van het gevaarsetiket van de goederen aan boord. De nummers van de etiketten zijn te vinden in het vervoerdocument. Elke transporteenheid moet, ongeacht het nummer van het gevaarsetiket, de volgende uitrustingstukken aan boord hebben : één stopblok (wielkeg) per voertuig, waarvan de afmetingen aan de hoogst toegelaten bruto-massa van het voertuig en de diameter van de wielen aangepast zijn; twee waarschuwingstekens die uit zichzelf rechtop kunnen staan ; oogspoelvloeistof 1 ; en voor ieder lid van de bemanning : een fluorescerend jak (bijvoorbeeld zoals die beschreven in de Europese norm EN 471) ; een draagbaar verlichtingsapparaat dat beantwoordt aan de voorschriften van ; een paar veiligheidshandschoenen ; en een oogbescherming (bijvoorbeeld een veiligheidsbril). Bijkomende uitrusting voorgeschreven voor bepaalde klassen : een ontsnappingsmasker voor noodgevallen 2 voor elk lid van de bemanning van het voertuig dient zich aan boord van het voertuig te bevinden voor gevaarsetiketnummers 2.3 of 6.1 ; een schop 3 ; een rioolafdichting 3 ; een opvangreservoir 3 ; Niet vereist voor gevaarsetiketnummers 1, 1.4, 1.5, 1.6, 2.1, 2.2 en 2.3. Bijvoorbeeld een ontsnappingsmasker voor noodgevallen met een gecombineerde gas/stoffilter van het type A1B1E1K1-P1 of A2B2E2K2-P2 dat gelijkaardig is aan dat beschreven in de norm EN 141. Enkel vereist voor gevaarsetiketnummers 3, 4.1, 4.3, 8 en 9. 36

37 9 ADR 2013: Voornaamste wijzigingen voor 1 juli 2013 De wijzigingen voor 2013 kunnen geraadpleegd worden op het INTERNET website : De tekst kiezen met de volgende referentie : ECE/TRANS/WP.15/213 ECE/TRANS/WP.15/213/Add.1 ECE/TRANS/WP.15/213/Add.1/Corr.1 ECE/TRANS/WP.15/213/Corr.1 ECE/TRANS/WP.15/213/Corr.2 Hieronder vindt u een overzicht van de voornaamste wijzigingen: DEEL 1 : Algemene voorschriften HOOFDSTUK 1.1: TOEPASSINGSGEBIED EN TOEPASBAARHEID vrijstellingen Vrijstellingen in samenhang met gevaarlijke goederen die tijdens het vervoer als koelmiddel of conditioneringsmiddel gebruikt worden. Gevaarlijke goederen die enkel verstikkend zijn (d.w.z. die de normalerwijze in de atmosfeer aanwezige stikstof verdunnen of verdringen) zijn, wanneer zij in voertuigen of containers voor koelings- of conditioneringsdoeleinden gebruikt worden, enkel aan de bepalingen van onderworpen Toepassing van normen Wanneer de toepassing van een norm vereist is en er enig conflict is tussen deze norm en de bepalingen van het ADR, krijgen de bepalingen van het ADR voorrang. HOOFDSTUK 1.2: DEFINITIES EN MEETEENHEDEN Definities bergingsdrukrecipiënt, een drukrecipiënt met een waterinhoud van maximaal 1000 liter waarin één of meerdere drukrecipiënten die beschadigd zijn, tekortkomingen vertonen, lekken of niet-conform zijn worden geplaatst met het oog op een transport voor bvb. recuperatie- of eliminatiedoeleinden; drukrecipiënt, een generische term voor een fles, een cylinder, een drukvat, een gesloten cryogeen recipiënt, een opslaginrichting met metaalhydride, een flessenbatterij of een bergingsdrukrecipiënt; vloeibaar gemaakt petroleumgas (LPG), een bij lage druk vloeibaar gemaakt gas dat één of meerdere lichte koolwaterstoffen bevat die uitsluitend aan de UN-nummers 1011, 1075, 1965, 1969 of 1978 zijn toegekend en dat hoofdzakelijk uit propaan, propeen, butaan, isomeren van butaan, buteen met sporen van andere koolwaterstofgassen bestaat; OPMERKING 1: de andere ontvlambare gassen waaraan andere UN-nummers zijn toegekend worden niet als LPG beschouwd. OPMERKING 2: voor UN 1075, zie OPMERKING 2 onder 2F, voor UN 1965 zie tabel voor de vloeibaar gemaakte gassen in vulverhouding, de verhouding tussen de massa gas en de massa water bij 15 C die een drukrecipiënt dat klaar is voor gebruik volledig zou vullen ; 37

38 HOOFDSTUK 1.4: VEILIGHEIDSPLICHTEN VAN DE BETROKKENEN Plichten van de belangrijkste betrokkenen Afzender De afzender van gevaarlijke goederen is er toe verplicht om een zending voor het vervoer aan te bieden die voldoet aan de voorschriften van het ADR. In het kader van dient hij in het bijzonder : Vuller b) aan de vervoerder op traceerbare wijze de vereiste gegevens en informaties te verstrekken en - in voorkomend geval - de vereiste vervoersdocumenten en begeleidingspapieren (vergunningen, toelatingen, notificaties, certificaten, enz.) te leveren, inzonderheid met inachtname van de bepalingen van hoofdstuk 5.4 en van de tabellen van deel 3 ; In het kader van heeft de vuller in het bijzonder de volgende plichten : f) na het vullen van de tank moet hij er zich van vergewissen dat alle afsluitinrichtingen zich in gesloten stand bevinden en dat er geen lekken zijn; h) wanneer hij de gevaarlijke goederen voorbereidt voor het vervoer, moet hij er op toezien dat de voorgeschreven oranje signalisatie, de etiketten of grote etiketten, alsook de merktekens voor stoffen op hoge temperatuur en milieugevaarlijke stoffen op reglementaire wijze aangebracht worden op de tanks, de voertuigen en de grote en kleine containers voor losgestort vervoer. HOOFDSTUK 1.6: OVERGANGSMAATREGELEN Algemeenheden De opleidingscertificaten voor bestuurders die beantwoorden aan het model dat tot 31 december 2010 in voege was en die door de Verdragspartijen tot 31 december 2012 werden afgeleverd, in plaats van getuigschriften die beantwoorden aan de bepalingen van paragraaf , mogen in gebruik blijven tot op het einde van hun geldigheidsduur van 5 jaar Brandblusapparaten die vóór 1 juli 2011 vervaardigd zijn volgens de tot en met 31 december 2010 geldende voorschriften van mogen verder gebruikt worden De colli en oververpakkingen die gemarkeerd zijn met een UN-nummer volgens de tot en met 31 december 2012 geldende bepalingen van het ADR en die niet beantwoorden aan de bepalingen van betreffende de afmetingen van het UN-nummer en de letters UN die van toepassing zijn vanaf 1 januari 2013, mogen nog tot 31 december 2013 gebruikt worden. Flessen met een maximale waterinhoud van 60 liter mogen verder gebruikt worden tot aan hun volgende periodieke controle, maar uiterlijk tot 31 juni De grote verpakkingen die vóór 1 januari 2014 werden gebouwd of gereconstrueerd, maar die niet beantwoorden aan de bepalingen van met betrekking tot de hoogte van de letters, cijfers en symbolen die vanaf 1 juli 2013 in voege treden, mogen verder worden gebruikt. Op grote verpakkingen die vóór 1 januari 2015 gefabriceerd of gereconstrueerd zijn is het niet vereist om de markering met betrekking tot de maximale toegelaten stapellast overeenkomstig aan te brengen. Dergelijke verpakkingen die niet voorzien zijn van de markering overeenkomstig mogen nog na 31 december 2014 gebruikt worden. Op grote verpakkingen die na deze datum gereconstrueerd worden, moet wel de markering overeenkomstig aangebracht worden Omsluitingsmiddelen die in uitrusting of in machines geïntegreerd zijn en die brandbare vloeistoffen bevatten van de UN-nummers 1202, 1203, 1223, 1268, 1863 en 3475, die vóór 1 juli 2013 werden gebouwd en die niet beantwoorden aan paragraaf a) van de bijzondere bepaling 363 van hoofdstuk 3.3 van toepassing vanaf 1 januari 2013, mogen nog gebruikt worden. 38

39 1.6.2 Drukrecipiënten en recipiënten voor klasse De gaspatronen die voor 1 januari 2013 vervaardigd en voor het vervoer klaargemaakt werden en waarvoor de voorschriften van 1.8.6, of betreffende de overeenstemmingsbeoordeling van de gaspatronen niet werden toegepast, mogen na deze datum blijven vervoerd worden, op voorwaarde dat alle andere pertinente bepalingen van het ADR nageleefd worden De bergingsdrukrecipiënten mogen nog tot 31 december 2013 verder ontworpen en goedgekeurd worden in overeenstemming met de nationale reglementen. De bergingsdrukrecipiënten die vóór 1 januari 2014 ontworpen en goedgekeurd werden in overeenstemming met de nationale reglementen mogen verder gebruikt worden mits goedkeuring van de bevoegde overheden van de landen waar ze gebruikt worden Vaste tanks (tankvoertuigen), afneembare tanks en batterijvoertuigen De vaste tanks (tankvoertuigen) en de afneembare tanks, die gebouwd werden vóór 1 juli 2013 volgens de voorschriften die tot en met 31 december 2012 van kracht waren, maar die niet voldoen aan de met ingang van 1 januari 2013 geldende voorschriften van of met betrekking tot de kenmerking, mogen verder gekenmerkt worden volgens de tot 31 december 2012 van toepassing zijnde voorschriften en dit tot de volgende periodieke beproeving na 1 juli Voor UN 2381 mag de in kolom (12) van tabel A in hoofdstuk 3.2 aangegeven tankcode die tot en met 31 december 2012 van toepassing was verder gebruikt worden tot en met 31 december 2018 voor de vaste tanks (tankvoertuigen) en afneembare tanks die vóór 1 juli 2013 gebouwd werden De vaste tanks (tankwagens) en de afneembare tanks die gebouwd werden vóór 1 januari 2012 volgens de voorschriften die tot en met 31 december 2012 van kracht waren maar die niet voldoen aan de met ingang van 1 januari 2011 geldende voorschriften van betreffende de normen EN 14432:2006 en EN 14433:2006, mogen verder gebruikt worden Tankcontainers, mobiele tanks en MEGC s De tankcontainers die gebouwd werden vóór 1 juli 2013 volgens de voorschriften die tot en met 31 december 2012 van kracht waren, maar die niet voldoen aan de met ingang van 1 januari 2013 geldende voorschriften van of met betrekking tot de kenmerking, mogen verder gekenmerkt worden volgens de tot 31 december 2012 van toepassing zijnde voorschriften en dit tot de volgende periodieke beproeving na 1 juli Het is niet nodig dat mobiele tanks en MEGC s die vóór 1 januari 2014 werden gebouwd, voldoen aan de voorschriften van f), e), e) en d) met betrekking tot de kenmerking van de drukontspanningsinrichting Voor de stoffen waaraan in kolom (11) van tabel A in hoofdstuk 3.2 TP38 of TP39 is toegekend, mag de instructie voor vervoer in mobiele tanks, die in het tot 31 december 2012 van toepassing zijnde ADR voorgeschreven was, nog tot 31 december 2018 verder worden gebruikt Voor UN 2381 mag de in kolom (12) van tabel A in hoofdstuk 3.2 aangegeven tankcode die tot en met 31 december 2012 van toepassing was verder gebruikt worden tot en met 31 december 2018 voor de tankcontainers die vóór 1 juli 2013 gebouwd werden De tankcontainers die gebouwd werden vóór 1 januari 2012 volgens de voorschriften die tot en met 31 december 2012 van kracht waren maar die niet voldoen aan de met ingang van 1 januari 2011 geldende voorschriften van betreffende de normen EN 14432:2006 en EN 14433:2006, mogen verder gebruikt worden Voertuigen MEMU s die goedgekeurd werden vóór 1 januari 2013 volgens de bepalingen van het tot 31 december 2012 van toepassing zijnde ADR, maar die niet beantwoorden aan de vanaf 39

40 1 januari 2013 van kracht zijnde voorschriften van of , mogen verder worden gebruikt. HOOFDSTUK 1.8: CONTROLEMAATREGELEN EN ANDERE ONDERSTEUNENDE MAATREGELEN MET HET OOG OP DE NALEVING VAN DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Veiligheidsadviseur De taken van de adviseur omvatten daarnaast met name de bestudering van de volgende praktijken en procedures met betrekking tot de betrokken activiteiten : - het feit dat de betrokken werknemers van de onderneming een passende opleiding hebben ontvangen, inclusief over de wijzigingen in de reglementering, en deze opleiding in hun dossier is opgenomen; Meldingen van gebeurtenissen met gevaarlijke goederen Indien zich tijdens het laden, het vullen, het vervoer of het lossen van gevaarlijke goederen op het grondgebied van een Verdragspartij een zwaar ongeval of voorval voordoet, moet respectievelijk de belader, de vuller, de vervoerder of de bestemmeling zich er van vergewissen dat binnen een termijn van één maand nadat het voorval zich heeft voorgedaan aan de bevoegde overheid van de betreffende Verdragspartij een rapport overmaakt wordt dat volgens het in voorgeschreven model is opgemaakt Procedures voor de overeenstemmingsbeoordeling en de periodieke keuring Goedkeuring van het type In het geval van een wijziging van een drukrecipiënt, een tank, een batterijvoertuig of een MEGC waarvan de goedkeuring van het type lopende, vervallen of ingetrokken is, zijn de beproevingen, controles en goedkeuring beperkt tot de delen van het drukrecipiënt, de tank, het batterijvoertuig of de MEGC die gewijzigd werden. De wijziging moet aan de op het moment van de wijziging van toepassing zijnde bepalingen van het ADR voldoen. Voor alle delen van het drukrecipiënt, de tank, het batterijvoertuig of de MEGC die niet betrokken zijn bij de wijziging, blijft de initiële goedkeuring van het type geldig. Een wijziging kan van toepassing zijn op één of meerdere drukrecipiënten, tanks, batterijvoertuigen of MEGC s die gedekt zijn door een goedkeuring van het type. Een certificaat dat de wijziging goedkeurt moet door de bevoegde overheid van een Verdragspartij van het ADR of een door deze bevoegde overheid aangeduid organisme aan de aanvrager worden afgeleverd. Voor de tanks, batterijvoertuigen of MEGC s moet een kopie als onderdeel van het tankdossier worden bewaard. Elke aanvraag voor een goedkeuringscertificaat voor een wijziging moet door de aanvrager aan één enkele bevoegde overheid of een door deze overheid aangeduid organisme worden ingediend. HOOFDSTUK 1.9: BEPERKINGEN IN HET VERVOER DOOR DE BEVOEGDE OVERHEDEN Beperkingen in tunnels Vaststelling van de categorieën De vijf tunnelcategorieën zijn de volgende : Tunnelcategorie E : Beperking van het vervoer van alle gevaarlijke goederen behalve de UN-nummers 2919, 3291, 3331, 3359 en 3373 en van het vervoer van alle gevaarlijke goederen in overeenstemming met de bepalingen van hoofdstuk 3.4, indien de hoeveelheden 8 ton totale bruto massa per transporteenheid overschrijden. 40

41 Bepalingen betreffende verkeerssignalisatie en de notificatie van de beperkingen De tunnelbeperkingen zijn van toepassing op transporteenheden waarvoor een oranje signalisatie conform is voorgeschreven. Voor de tunnels van de categorie E zijn deze beperkingen eveneens van toepassing op transporteenheden waarvoor een markering conform is voorgeschreven of die containers vervoeren waarvoor een markering conform is voorgeschreven. De tunnelbeperkingen zijn niet van toepassing op de voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren conform 1.1.3, met uitzondering van de voertuigen die voorzien zijn van de in voorgeschreven kenmerking onder voorbehoud van Bepalingen met betrekking tot de gevaarlijke goederen met hoog risico Definitie van de gevaarlijke goederen met hoog risico Onder gevaarlijke goederen met hoog risico verstaat men de gevaarlijke goederen die het potentieel hebben om misbruikt te worden door terroristen, en die in geval van deze hypothese, het verlies van vele mensenlevens, massale verwoestingen of, in het bijzonder voor de klasse 7, grote socio-economische onrust zouden kunnen veroorzaken De gevaarlijke goederen met hoog risico andere dan klasse 7 zijn deze die in onderstaande tabel vermeld staan en in grotere dan de aldaar aangegeven hoeveelheden vervoerd worden. Tabel : Lijst van de gevaarlijke goederen met hoog risico Klasse Subklasse 1 Stof of voorwerp 1.1 Ontplofbare stoffen en voorwerpen 1.2 Ontplofbare stoffen en voorwerpen Tank (liter) c 1.3 Ontplofbare stoffen en voorwerpen van a compatibiliteitsgroep C 1.4 Ontplofbare stoffen en voorwerpen van de UN-nummers 0104, 0237, 0255, a 0267, 0289, 0361, 0365, 0366, 0440, 0441, 0455, 0456 en Ontplofbare stoffen en voorwerpen 0 Brandbare gassen (classificatiecodes die enkel de letter F bevatten) Giftige gassen (classificatiecodes die de letters T, TF, TC, TO, TFC of TOC 0 bevatten), met uitzondering van de spuitbussen 3 Brandbare vloeistoffen van de verpakkingsgroepen I en II 3000 Vloeibare ontplofbare stoffen in niet explosieve toestand Ontplofbare stoffen in niet explosieve a toestand 4.2 Stoffen van verpakkingsgroep I Stoffen van verpakkingsgroep I Oxiderende vloeistoffen van verpakkingsgroep I a a 3000 Hoeveelheid Losgestort (kg) d a a a a a a a a a a a a a Colli (kg) b 0 b 0 0 b b b 4 of van de markering zoals voorzien in onder voorbehoud van van het tot 31 december 2010 van toepassing zijnde ADR in het geval dat de overgangsbepalingen van worden toegepast. 41

42 Perchloraten, ammoniumnitraat, ammoniumnitraathoudende meststoffen en ammoniumnitraat-emulsie, ammoniumnitraat-suspensie of ammoniumnitraat-gel Giftige stoffen van verpakkingsgroep I 0 a 6.2 Infectueuze stoffen van categorie A (UN-nummers 2814 en 2900, met uitzondering van dierlijke stoffen) 8 Bijtende stoffen van verpakkingsgroep I 3000 a b a Niet relevant. b De bepalingen van zijn niet van toepassing, ongeacht de hoeveelheid. c Een in deze kolom aangegeven waarde geldt slechts wanneer het vervoer in tanks toegelaten is overeenkomstig kolom (10) of (12) van tabel A in hoofdstuk 3.2. Voor de stoffen die niet in tanks mogen vervoerd worden is de vermelding in deze kolom niet relevant. d Een in deze kolom aangegeven waarde geldt slechts wanneer het losgestort vervoer toegelaten is overeenkomstig kolom (10) of (17) van tabel A in hoofdstuk 3.2. Voor de stoffen die niet losgestort mogen vervoerd worden is de vermelding in deze kolom niet relevant. DEEL 2: CLASSIFICATIE Classificatie van niet met name genoemde stoffen, met inbegrip van oplossingen en mengsels (zoals preparaten en afvalstoffen) g) de stoffen van klasse 6.1 die voldoen aan de criteria voor giftigheid bij het inademen voor verpakkingsgroep I (de stoffen die voldoen aan de classificatiecriteria van klasse 8 en een giftigheid bij het inademen van stofdeeltjes of mist (LC 50 ) bezitten die overeenstemt met verpakkingsgroep I, terwijl hun giftigheid bij het inslikken of bij opname via de huid slechts overeenstemt met verpakkingsgroep III of nog geringer is, moeten ingedeeld worden bij klasse 8); h) infectueuze (besmettelijke) stoffen van klasse Indien het echter op basis van de kennis van de samenstelling van de afvalstof en van de fysische en chemische eigenschappen van de geïdentificeerde componenten mogelijk is om aan te tonen dat de eigenschappen van de afvalstof niet overeenstemmen met de eigenschappen van verpakkingsgroep I, mag de afvalstof standaardmatig bij de meest geschikte n.e.g.-rubriek van verpakkingsgroep II ingedeeld worden. Indien men echter weet dat de afvalstof enkel milieugevaarlijke eigenschappen bezit, mag deze ingedeeld worden bij verpakkingsgroep III onder de UN-nummers 3077 of a b De stoffen van de klassen 1 tot en met 6.2, 8 en 9, met uitzondering van deze die bij de UN-nummers 3077 of 3082 ingedeeld zijn, die voldoen aan de criteria van , worden naast de gevaren van de klassen 1 tot en met 6.2, 8 en 9 die ze vertonen bovendien aanzien als milieugevaarlijke stoffen. De andere stoffen die aan de criteria van geen enkele andere klasse voldoen behalve aan de criteria van dienen, al naargelang het geval, ingedeeld te worden bij UN-nummer 3077 of

43 HOOFDSTUK 2.2: BEPALINGEN EIGEN AAN DE DIVERSE KLASSEN Klasse 2 Gassen De stoffen en voorwerpen van klasse 2 zijn als volgt onderverdeeld : 8. Chemische stoffen onder druk: vloeistoffen, pasta s of poeders, onder druk gebracht door middel van een drijfgas, die voldoen aan de definitie van een samengeperst of vloeibaar gemaakt gas of een mengsel daarvan Op grond van hun gevaarseigenschappen worden de stoffen en voorwerpen van de klasse 2, met uitzondering van de spuitbussen en chemische stoffen onder druk, ondergebracht bij één van de volgende groepen : A O F T TF TC TO TFC TOC verstikkend oxiderend brandbaar giftig giftig, brandbaar giftig, bijtend giftig, oxiderend giftig, brandbaar, bijtend giftig, oxiderend, bijtend Bezitten gassen of gasmengsels volgens de criteria gevaarlijke eigenschappen die verbonden zijn aan meer dan één groep, dan hebben de groepen met de letter T in hun aanduiding voorrang op alle andere groepen. De groepen met de letter F in hun aanduiding hebben voorrang op de met de letter A of O aangeduide groepen. OPMERKINGEN : 1. In de Modelvoorschriften van de VN, in de IMDG Code en in de Technische instructies van de ICAO zijn de gassen op grond van hun overheersend gevaar bij één van de volgende drie subklassen ingedeeld : Subklasse 2.1 : brandbare gassen (stemt overeen met de met een hoofdletter F aangeduide groepen) ; Subklasse 2.2 : niet brandbare, niet giftige gassen (stemt overeen met de met een hoofdletter A of 0 aangeduide groepen) ; Subklasse 2.3 : giftige gassen (stemt overeen met de met een hoofdletter T aangeduide groepen (d.w.z. T, TF, TC, TO, TFC en TOC). 2. De kleine recipiënten met gas (UN-nummer 2037) moeten op grond van het gevaar van hun inhoud bij de groepen A tot en met TOC ingedeeld worden. Zie voor de spuitbussen (UN-nummer 1950). Zie voor chemische stoffen onder druk (UN nummers 3500 tot en met 3505). 3. De bijtende gassen worden als giftig aanzien en zijn derhalve bij de groepen TC, TFC of TOC ingedeeld De stoffen en voorwerpen van klasse 2, met uitzondering van de spuitbussen en chemische stoffen onder druk, die niet met name genoemd zijn in tabel A van hoofdstuk 3.2 worden overeenkomstig en ingedeeld bij een in vermelde collectieve rubriek. De volgende criteria zijn van toepas- sing : Chemische stoffen onder druk Chemische stoffen onder druk (UN-nummers 3500 tot en met 3505) worden op grond van hun gevaarseigenschappen ondergebracht bij één van de volgende groepen : A verstikkend F brandbaar T giftig C bijtend FC brandbaar, bijtend ; TF giftig, brandbaar ; De klassificatie hangt af van de gevaarseigenschappen van de componenten in de verschillende toestanden: Het drijfgas; 43

44 De vloeistof; of De vaste stof. OPMERKINGEN : 1. De gassen die beantwoorden aan de definitie van giftige gassen of oxiderende gassen volgens en gassen die geïdentificeerd zijn als Wordt aanzien als een pyrofoor gas door voetnoot c van Tabel 2 van verpakkingsinstructie P200 van mogen niet gebruikt worden als drijfgassen in chemische stoffen onder druk. 2. Chemische stoffen onder druk met een inhoud die voldoet aan de indelingscriteria voor verpakkingsgroep I inzake giftigheid of corrosiviteit of met een inhoud die zowel voldoet aan de indelingscriteria voor verpakkingsgroep II of III inzake giftigheid als aan de indelingscriteria voor verpakkingsgroep II of III inzake corrosiviteit mogen niet aanvaard worden voor vervoer onder deze UN-nummers. 3. Chemische stoffen onder druk met componenten die voldoen aan de eigenschappen van klasse 1; vloeibare ontplofbare stoffen in niet explosieve toestand van klasse 3; zelfontledende stoffen en vaste ontplofbare stoffen in niet explosieve toestand van klasse 4.1; klasse 4.2; klasse 4.3; klasse 5.1; klasse 5.2; klasse 6.2; of klasse 7, mogen niet gebruikt worden voor vervoer onder deze UN nummers. 4. Een chemische stof onder druk in een spuitbus zal vervoerd worden onder UN- nummer De volgende criteria zijn van toepassing: a) er wordt ingedeeld bij groep A wanneer de inhoud niet beantwoordt aan de criteria voor indeling bij om het even welke andere groep overeenkomstig onderstaande alineas b) tot en met e) hieronder ; b) er wordt ingedeeld bij groep F wanneer een van de componenten, hetzij een zuivere stof of een mengsel, als brandbaar moet geklassificeerd worden. Brandbare componenten zijn brandbare vloeistoffen en mengsels van vloeistoffen, brandbare vaste stoffen en mengsels van vaste stoffen of brandbare gassen en mengsels van gassen die voldoen aan de volgende criteria: i) een brandbare vloeistof is een vloeistof met een vlampunt van niet hoger dan 93 C; ii) een brandbare vaste stof is een vaste stof die voldoet aan de criteria van ; iii) een brandbaar gas is een gas dat voldoet aan de criteria van ; c) er wordt ingedeeld bij groep T wanneer de andere inhoud dan het drijfgas ingedeeld is bij klasse 6.1, verpakkingsgroep II of III ; d) er wordt ingedeeld bij groep C wanneer de andere inhoud dan het drijfgas ingedeeld is bij klasse 8, verpakkingsgroep II of III ; e) wanneer aan de criteria van twee van de groepen F, T en C is voldaan, wordt er, al naargelang van het geval, ingedeeld bij de groepen FC of TF Lijst van de collectieve rubrieken Classificatiecode UN- Nummer Chemische stoffen onder druk Benaming en omschrijving 8 A 3500 CHEMISCHE STOF ONDER DRUK, N.E.G. 8 F 3501 CHEMISCHE STOF ONDER DRUK, BRANDBAAR, N.E.G. 8 T 3502 CHEMISCHE STOF ONDER DRUK, GIFTIG, N.E.G. 8 C 3503 CHEMISCHE STOF ONDER DRUK, BIJTEND, N.E.G. 8 TF 3504 CHEMISCHE STOF ONDER DRUK, BRANDBAAR, GIFTIG, N.E.G. 8 FC 3505 CHEMISCHE STOF ONDER DRUK, BRANDBAAR, BIJTEND, N.E.G. 44

45 2.2.3 Klasse 3 Brandbare vloeistoffen Criteria De hoofding van klasse 3 omvat de stoffen, en de voorwerpen die stoffen van onderhavige klasse bevatten, die : OPMERKINGEN : 1. De stoffen met een vlampunt boven 35 C, die overeenkomstig de criteria van het Handboek van testen en criteria, deel III, onderafdeling de verbranding niet in stand houden, zijn geen stoffen van klasse 3 ; indien deze stoffen echter warm - bij temperaturen die ten minste gelijk zijn aan hun vlampunt - voor vervoer aangeboden en vervoerd worden, zijn ze stoffen van onderhavige klasse. 2. In afwijking van paragraaf hierboven worden dieselolie, gasolie en lichte stookolie met inbegrip van de synthetisch vervaardigde producten met een vlampunt hoger dan 60 C maar niet hoger dan 100 C aanzien als stoffen van klasse 3, UN De stoffen en voorwerpen van klasse 3 zijn als volgt onderverdeeld : F Brandbare vloeistoffen zonder bijkomend gevaar en voorwerpen die dergelijke stoffen bevatten: F1 Brandbare vloeistoffen met een vlampunt van ten hoogste 60 C ; F2 Brandbare vloeistoffen met een vlampunt hoger dan 60 C die vervoerd of ten vervoer aangeboden worden bij een temperatuur gelijk aan of hoger dan hun vlampunt (verwarmde stoffen). F3 Voorwerpen die brandbare vloeistoffen bevatten Lijst van de collectieve rubrieken 3269 POLYESTERHARS-KIT F PATRONEN VOOR BRANDSTOF- CELLEN of PATRONEN VOOR BRANDSTOFCELLEN, IN APPARATUUR of PATRONEN VOOR BRANDSTOFCELLEN, VERPAKT MET APPARATUUR Klasse 6.1 Giftige stoffen Lijst van de collectieve rubrieken Toegevoegd: 3276 NITRILLEN, VLOEIBAAR, GIFTIG, N.E.G ORGANISCHE FOSFORVERBINDING, VLOEIBAAR, GIFTIG,N.E.G NITRILLEN, VAST, GIFTIG, N.E.G 3464 ORGANISCHE FORFORVERBINDING, VAST, GIFTIG, N.E.G METAALORGANISCHE VERBINDING, VLOEIBAAR, GIFTIG, N.E.G METAALORGANISCHE VERBINDING, VAST, GIFTIG, N.E.G BIJ INADEMEN GIFTIGE VLOEISTOF, N.E.G., met een LC 50 van ten hoogste 200 ml/m 3 en een verzadigde dampconcentratie van ten minste 500 LC BIJ INADEMEN GIFTIGE VLOEISTOF, N.E.G., met een LC 50 van ten hoogste 1000 ml/m 3 en een verzadigde dampconcentratie van ten minste 10 LC BIJ INADEMEN GIFTIGE VLOEISTOF, BRANDBAAR, BIJTEND, N.E.G. met een LC 50 van ten hoogste 200 ml/m 3 en een verzadigde dampconcentratie van ten minste 500 LC BIJ INADEMEN GIFTIGE VLOEISTOF, BRANDBAAR, BIJTEND, N.E.G. met een LC 50 van ten hoogste 1000 ml/m 3 en een verzadigde dampconcentratie van ten minste 10 LC 50 45

46 Klasse 6.2 Infectueuze stoffen (besmettelijke stoffen) Criteria Vrijstellingen Deze gevallen zijn niet vrijgesteld: Met uitzondering van: (a) Medisch afval (UN-nummer 3291); (b) Medische apparatuur of uitrusting die besmet is met infectueuze stoffen van Categorie A (UN-nummer 2814 of UN-nummer 2900) of deze bevat; en (c) Medische apparatuur of uitrusting die besmet is met andere gevaarlijke goederen die voldoen aan de criteria van een andere klasse of deze bevat. Medische apparatuur of uitrusting die mogelijk besmet is met infectueuze stoffen, of deze bevat, die wordt vervoerd voor desinfectie, reiniging, sterilisatie, herstel of evaluatie van de uitrusting is niet onderworpen aan andere vereisten van het ADR dan deze in de onderhavige paragraaf indien deze is verpakt in verpakkingen die zodanig zijn ontworpen en vervaardigd dat breuk of doorboring of het vrijkomen van hun inhoud onder normale vervoersomstandigheden vermeden wordt. De verpakkingen moeten ontworpen zijn om te beantwoorden aan de voorschriften met betrekking tot de constructie van afdeling of Deze verpakkingen moeten beantwoorden aan de algemene verpakkingseisen van en en moeten in staat zijn om de medische apparatuur en uitrusting vast te houden na een val van een valhoogte van 1,2 meter. De verpakkingen moeten gekenmerkt worden met GEBRUIKTE MEDISCHE APPARATUUR of GEBRUIKTE MEDISCHE UITRUSTING. In het geval oververpakkingen gebruikt worden, moeten deze op dezelfde manier gekenmerkt worden, tenzij wanneer de vermelding zichtbaar blijft Klasse 8 Bijtende stoffen (corrosieve stoffen) Criteria De stoffen en voorwerpen van klasse 8 zijn als volgt onderverdeeld : C1 - C11 CT Bijtende stoffen zonder bijkomend gevaar en voorwerpen die dergelijke stoffen bevatten: Toegevoegd: C11 Voorwerpen Bijtende stoffen, giftig en voorwerpen die dergelijke stoffen bevatten CT1 vloeibaar CT2 vast CT3 Voorwerpen Lijst van collectieve rubrieken Toegevoegd: 1774 VULLINGEN VOOR BRANDBLUSSERS, bijtende vloeistof 2028 ROOKBOMMEN, NIET ONTPLOFBAAR, die een bijtende vloeistof bevatten, zonder ontsteker 3477 PATRONEN VOOR BRANDSTOFCELLEN, die bijtende stoffen bevatten of 3477 PATRONEN VOOR BRANDSTOFCELLEN, IN APPARATUUR,die bijtende stoffen bevatten of 3477 PATRONEN VOOR BRANDSTOFCELLEN, VERPAKT MET APPARATUUR, die bijtende stoffen bevatten 3506 KWIK BEVAT IN INDUSTRIELE VOORWERPEN 46

47 2.2.9 Klasse 9 Diverse gevaarlijke stoffen en voorwerpen Criteria Cellen en batterijen, cellen en batterijen in apparatuur of cellen en batterijen verpakt met apparatuur die lithium onder om het even welke vorm bevatten, dienen, al naargelang het geval, ingedeeld te worden onder UN-nummers 3090, 3091, 3480 of Ze mogen onder deze rubrieken vervoerd worden indien ze voldoen aan de volgende voorwaarden: (a) Elke cel of batterij is van een type waarvan is aangetoond dat het voldoet aan de voorschriften van elke beproeving van het handboek van testen en criteria, Deel III, afdeling 38.3; Opmerking: Batterijen moeten van een type zijn waarvan is aangetoond dat het voldoet aan de beproevingsvoorschriften van het handboek van testen en criteria, Deel III, afdeling 38.3, ongeacht of de cellen waaruit ze bestaan van een beproefd type zijn. (b) Elke cel en batterij bevat een bescherminginrichting tegen interne overdruk, of is zodanig ontworpen om elke hevige breuk tijdens normale vervoersomstandigheden te voorkomen; (c) Elke cel en batterij is voorzien van een doeltreffend systeem om externe kortsluitingen te voorkomen; (d) Elke batterij bestaande uit cellen of uit reeksen van cellen in parallel moet voorzien zijn van doeltreffende middelen om inverse stromen te stoppen (bvb. diodes, zekeringen, enz.); (e) De cellen en batterijen moeten vervaardigd worden conform een kwaliteitsbeheersprogramma dat de volgende elementen bevat: i) Een beschrijving van de organisatorische structuur en van de verantwoordelijkheden van de personeelsleden met betrekking tot het ontwerp en de kwaliteit van het product; ii) De relevante instucties die zullen gebruikt worden voor de controles en beproevingen, de kwaliteitscontrole, het kwaliteitsbehoud en het verloop van de processen. iii) Procescontroles die de relevante activiteiten ter voorkoming en detectie van storingen op het niveau van interne kortsluitingen tijdens de vervaardiging van de cellen, bevatten; iv) De staten van de evaluatie van de kwalitieit, zoals controlerapporten, beproevingsdata, gegevens van staalnames en certificaten. De beproevingsdata moeten bewaard worden en, op aanvraag, aan de bevoegde overheid overgemaakt worden; v) Verificatie door de directie van de doeltreffendheid van het kwaliteitssysteem; vi) Een controleprocedure voor de documenten en hun revisies; vii) Een controlemiddel voor de cellen en batterijen die niet conform zijn aan het type dat aan de beproevingsvoorschriften, zoals vermeld in alinea a) hierboven,voldoet; viii) opleidingsprogramma s en kwalificatieprocedures voor het betrokken personeel; en ix) Procedures die de garantie bieden dat de eindproducten niet beschadigd zijn. OPMERKING: Interne kwaliteitsbeheersprogramma s kunnen toegelaten worden. Externe certificatie is niet vereist, maar de procedures vermeld in de alinea s i) tem ix) moeten corect geregistreerd worden en identificeerbaar zijn. Een exemplaar van het kwaliteitsbeheerssysteem moet, indien deze erom vraagt, ter beschikking gesteld worden van de bevoegde overheid. De lithiumbatterijen zijn niet onderworpen aan de bepalingen van het ADR, indien zij voldoen aan de voorschriften van de bijzondere bepaling 188 van hoofstuk

48 OPMERKING: De rubriek UN 3171 voertuig met accuvoeding of UN 3171 apparaat met accuvoeding is enkel van toepassing op voertuigen die aangedreven worden door accumulatoren met vloeibaar electrolyt of door natriumbatterijen of batterijen met metallisch lithium of met ionische lithium en op apparaten die aangedreven worden door accumulatoren met vloeibaar electrolyt of natriumbatterijen en die tijdens het vervoer voorzien zijn van deze batterijen of accumulatoren. Voor dit UN-nummer worden voertuigen beschouwd als zelf-aangedreven apparaten die ontworpen zijn om één of meerdere personen of goederen te vervoeren. Bij de voertuigen kunnen de elektrische auto s, moto s, scooters, voertuigen of moto s met drie en vier wielen, elektrische fietsen, rolstoelen, zitmaaiers, boten en vliegtuigen gerekend worden. Bij de uitrustingen kunnen de volgende gerekend worden: grasmaaiers, poetstoestellen of schaalmodellen van schepen en vliegtuigen. De uitrustingen die aangedreven worden door batterijen met metalmische lithium of ionische lithium moeten onder de volgende rubrieken ondergebracht worden: UN 3091 batterijen met metallisch lithium, in apparatuur of UN 3091 batterijen met metallisch lithium, verpakt met apparatuur of UN 3481 lithium-ion-batterijen, in apparatuur of UN 3481 lithium-ion-batterijen, verpakt met apparatuur al naar gelang het geval. De elektrische hybride voertuigen die zowel door een interne verbrandingsmotor als door accumulatoren met vloeibaar elektrolyt of natrium, of batterijen met metallische lithium of ionische lithium aangedreven worden en die tijdens het vervoer voorzien zijn van deze accumulatoren of batterijen, moeten ingedeeld worden bij UN 3166 voertuig aangedreven door brandbaar gas of UN 3166 voertuig aangedreven door brandbare vloeistof naar gelang het geval. Voertuigen die een brandstofcel bevatten moeten ingedeeld worden bij UN 3166 brandstofcelvoertuig aangedreven door brandbaar gas of UN 3166 brandstofcelvoertuig aangedreven door brandbare vloeistof, naar gelang het geval De volgende diverse stoffen voldoen niet aan de definitie van een andere klasse en zijn dus ingedeeld in klasse 9 : Toegevoegd: Dubbellagige elektrische condensatoren (met een energieopslagcapaciteit groter dan 0,3 Wh) Lijst van rubrieken Toegevoegd: 3499 CONDENSATOR elektrisch dubbellagig (met een energieopslagcapaciteit groter dan 0,3 Wh) DEEL 3: Lijst van de gevaarlijke goederen, bijzondere bepalingen en vrijstellingen met betrekking tot de beperkte en uitgezonderde hoeveelheden HOOFDSTUK 3.1: ALGEMEENHEDEN Indien een oplossing of een mengsel, dat aan de classificatiecriteria van het ADR voldoet, samengesteld is uit één enkel hoofdbestanddeel dat met name genoemd is in tabel A van hoofdstuk 3.2 en uit één of meerdere stoffen die niet onderworpen zijn aan het ADR of sporen van één of meerdere stoffen die met name genoemd zijn in tabel A van hoofdstuk 3.2, HOOFDSTUK 3.2: LIJST VAN DE GEVAARLIJKE GOEDEREN Tabel A : Lijst van de gevaarlijke goederen Nieuwe UN-nummers 48

49 UN- nr Klasse 2.2 Classificati ecode 2.2 Verpakking sgroep UN- nr Klasse 2.2 Classificati ecode 2.2 Verpakking sgroep Benaming en beschrijving [1] [2] [3a] [3b] [4] 3497 KRILLMEEL 4,2 S2 II 3497 KRILLMEEL 4,2 S2 III 3498 JOODMONOCHLORIDE, VLOEIBAAR 8 C1 II 3499 CONDENSATOR, elektrisch dubbellagig (met 9 M11 een energieopslagcapaciteit groter dan 0.3 Wh) 3500 CHEMISCHE STOF ONDER DRUK, N.E.G. 2 8A 3501 CHEMISCHE STOF ONDER DRUK, 2 8F BRANDBAAR, N.E.G CHEMISCHE STOF ONDER DRUK, GIFTIG, 2 8T N.E.G CHEMISCHE STOF ONDER DRUK, BIJTEND, 2 8C N.E.G CHEMISCHE STOF ONDER DRUK, 2 8TF BRANDBAAR, GIFTIG, N.E.G CHEMISCHE STOF ONDER DRUK, 2 8FC BRANDBAAR, BIJTEND, N.E.G KWIK IN VERVAARDIGDE VOORWERPEN 8 CT3 III Aanpassingen van bestaande UN-nummers en benamingen Benaming en beschrijving [1] [2] [3a] [3b] [4] 3256 VERWARMDE VLOEISTOF, BRANDBAAR, N.E.G., met een vlampunt hoger dan 60 C, bij een temperatuur gelijk aan of hoger dan haar vlampunt maar lager dan 100 C 3 F2 III 3256 VERWARMDE VLOEISTOF, BRANDBAAR, N.E.G., met een vlampunt hoger dan 60 C, bij een temperatuur gelijk aan of hoger dan haar vlampunt en gelijk aan of hoger dan 100 C 3 F2 III 3276 NITRILLEN, VLOEIBAAR, GIFTIG, N.E.G. 6.1 T1 I 3276 NITRILLEN, VLOEIBAAR, GIFTIG, N.E.G. 6.1 T1 II 3276 NITRILLEN, VLOEIBAAR, GIFTIG, N.E.G. 6.1 T1 III 3278 ORGANISCHE FOSFORVERBINDING, VLOEIBAAR, GIFTIG, N.E.G ORGANISCHE FOSFORVERBINDING, VLOEIBAAR, GIFTIG, N.E.G ORGANISCHE FOSFORVERBINDING, VLOEIBAAR, GIFTIG, N.E.G METAALORGANISCHE VERBINDING, VLOEIBAAR, GIFTIG, N.E.G METAALORGANISCHE VERBINDING, VLOEIBAAR, GIFTIG, N.E.G. 6.1 T1 I 6.1 T1 II 6.1 T1 III 6.1 T3 I 6.1 T3 II 49

50 3282 METAALORGANISCHE VERBINDING, VLOEIBAAR, GIFTIG, N.E.G. 6.1 T3 III 3381 BIJ INADEMEN GIFTIGE VLOEISTOF, N.E.G., met een LC50 van ten hoogste 200 ml/m3 en een verzadigde dampconcentratie van ten minste 500 LC BIJ INADEMEN GIFTIGE VLOEISTOF, N.E.G., met een LC50 van ten hoogste 1000 ml/m3 en een verzadigde dampconcentratie van ten minste 10 LC BIJ INADEMEN GIFTIGE VLOEISTOF, BRANDBAAR, N.E.G., met een LC50 van ten hoogste 200 ml/m3 en een verzadigde dampconcentratie van ten minste 500 LC BIJ INADEMEN GIFTIGE VLOEISTOF, BRANDBAAR, N.E.G., met eenlc50 van ten hoogste 1000 ml/m3 en een verzadigde dampconcentratie van ten minste 10 LC BIJ INADEMEN GIFTIGE VLOEISTOF, REACTIEF MET WATER, N.E.G., met een LC50 van ten hoogste 200 ml/m3 en een verzadigde damp- concentratie van ten minste 500 LC BIJ INADEMEN GIFTIGE VLOEISTOF, REACTIEF MET WATER, N.E.G., met een LC50 van ten hoogste 1000 ml/m3 en een verzadigde dampconcentratie van ten minste 10 LC BIJ INADEMEN GIFTIGE VLOEISTOF, OXIDEREND, N.E.G., met een LC50 van ten hoogste 200 ml/m3 en een verzadigde dampconcentratie van ten minste 500 LC BIJ INADEMEN GIFTIGE VLOEISTOF, OXIDEREND, N.E.G., met een LC50 van ten hoogste 1000 ml/m3 en een verzadigde dampconcentratie van ten minste 10 LC BIJ INADEMEN GIFTIGE VLOEISTOF, BIJTEND, N.E.G., met een LC50 van ten hoogste 200 ml/m3 en een verzadigde dampconcentratie van ten minste 500 LC BIJ INADEMEN GIFTIGE VLOEISTOF, BIJTEND, N.E.G., met een LC50 van ten hoogste 1000 ml/m3 en een verzadigde dampconcentratie van ten minste 10 LC METAALORGANISCHE VERBINDING, VAST, GIFTIG, N.E.G METAALORGANISCHE VERBINDING, VAST, GIFTIG, N.E.G METAALORGANISCHE VERBINDING, VAST, GIFTIG, N.E.G BIJ INADEMEN GIFTIGE VLOEISTOF, BRANDBAAR, BIJTEND, N.E.G. met een LC50 van ten hoogste 200 ml/m3 en een verzadigde dampconcentratie van ten minste 500 LC T1 of T4 I 6.1 T1 of T4 I 6.1 TF1 I 6.1 TF1 I 6.1 TW1 I 6.1 TW1 I 6.1 TO1 I 6.1 TO1 I 6.1 TC1 of TC3 6.1 TC1 of TC3 6.1 T3 I 6.1 T3 II 6.1 T3 III 6.1 TFC I I I 50

51 3489 BIJ INADEMEN GIFTIGE VLOEISTOF, BRANDBAAR, BIJTEND, N.E.G. met een LC50 van ten hoogste 1000 ml/m3 en een verzadigde dampcon-centratie van ten minste 10 LC BIJ INADEMEN GIFTIGE VLOEISTOF, REACTIEF MET WATER, BRANDBAAR, N.E.G. met een LC50 van ten hoogste 200 ml/m3 en een verzadigde dampconcentratie van ten minste 500 LC BIJ INADEMEN GIFTIGE VLOEISTOF, REACTIEF MET WATER, BRANDBAAR, N.E.G. met een LC50 van ten hoogste 1000 ml/m3 en een verzadigde dampconcentratie van ten minste 10 LC TFC I 6.1 TFW I 6.1 TFW I HOOFDSTUK 3.3: BIJZONDERE BEPALINGEN DIE VAN TOEPASSING ZIJN OP EEN WELBEPAALDE STOF OF VOORWERP Indien in kolom (6) van de tabel A in hoofdstuk 3.2 is aangegeven dat voor een stof of voorwerp een bijzondere bepaling geldt, dan zijn de betekenis en de voorschriften van die bijzondere bepaling hieronder vermeld. 123 (Voorbehouden) 188 a) een cel met lithiummetaal of met een lithiumlegering mag ten hoogste 1 g lithium bevatten en bij een cel met lithiumionen mag de nominale energie in watt-uur niet groter zijn dan 20 Wh, met uitzondering van deze vervaardigd vóór 1 januari 2009; c) iedere cel of batterij voldoet aan de voorschriften van a) en e); e) wanneer de cellen en de batterijen in uitrustingen geïnstalleerd zijn, moeten ze beschermd zijn tegen beschadigingen en kortsluitingen en moet de uitrusting voorzien zijn van een doeltreffend middel om zijn ongewilde activering te verhinderen. Deze vereiste is niet van toepassing op apparaten die opzettelijk actief zijn gedurende het vervoer (radio frequency identification (RFID) transmitters, uurwerken, sensoren, enz.) en die niet in staat zijn om een gevaarlijke warmteontwikkeling te veroorzaken. Wanneer de batterijen in uitrustingen geïnstalleerd zijn, moeten deze laatste verpakt worden in stevige buitenverpakkingen die vervaardigd zijn uit geschikte materialen en waarvan de weerstand en het ontwerp aangepast zijn aan de capaciteit van de verpakking en haar voorzien gebruik, tenzij een gelijkwaardige bescherming van de batterij verzekerd wordt door de uitrusting waarin ze is vervat ; 207 De polymeerkorrels en persmassa s uit kunststof kunnen bestaan uit polystyreen, polymethylmethacrylaat of een ander polymeer. 230 Lithiumcellen en batterijen mogen onder deze rubriek vervoerd worden als ze voldoen aan de voorschriften van De batterijen of de cellen mogen geen enkele gevaarlijke stof bevatten, behalve natrium, zwavel of natriumverbindingen (bijvoorbeeld natrium polysulfiden en natrium tetrachloroaluminaat). De temperatuur van de batterijen of van de cellen mag, wanneer ze voor vervoer aangeboden worden, niet zodanig zijn dat de elementaire natrium die ze bevatten vloeibaar kan worden, tenzij de bevoegde overheid van het land van herkomst er toestemming voor verleent en de door haar voorgeschreven voorwaarden nageleefd worden. 240 Zie de laatste OPMERKING in Deze stof mag niet overeenkomstig de voorschriften van klasse 4.1 vervoerd worden, tenzij de bevoegde overheid daar uitdrukkelijk toestemming voor heeft verleend (zie UN-nummer 0143 of UN-nummer 0150 zoals toepasselijk). 51

52 289 De gasgeneratoren voor airbags, de airbagmodules of de aanspaninrichtingen voor gordels die in voertuigen, wagons, vaartuigen of vliegtuigen of in volledige elementen (zoals stuurkolommen, deurpanelen, zetels, enz.) gemonteerd zijn, zijn niet onderworpen aan de voorschriften van het ADR. 296 Deze rubrieken zijn van toepassing op reddingsuitrustingen zoals reddingsvlotten, individuele drijfuitrustingen en automatisch opblaasbare glijbanen. UN-nummer 2990 is van toepassing op de automatisch opblaasbare uitrustingen en UN-nummer 3072 is van toepassing op de reddingsuitrustingen die niet automatisch opblaasbaar zijn. De reddingsuitrustingen mogen de volgende onderdelen bevatten : c) samengeperste of vloeibaar gemaakte gassen van klasse 2, groep A of O, overeenkomstig ; Reddingsuitrustingen die verpakt zijn in stevige stijve buitenverpakkingen met een totale maximale bruto massa van 40 kg en die geen andere gevaarlijke goederen bevatten dan samengeperste of vloeibaar gemaakte gassen van klasse 2, groep A of groep O - in recipiënten met een maximale capaciteit van 120 ml, geïnstalleerd met als enig doel de activatie van de uitrusting zijn niet onderworpen aan de eisen van het ADR. 300 Vismeel, visafval en krill meel mag niet geladen worden indien de temperatuur ervan bij het laden hoger is dan 35 C of meer dan 5 C boven de omgevingstemperatuur ligt, waarbij de hoogste van beide waarden wordt weerhouden. 327 De tot afval geworden spuitbussen (aërosolen), met uitzondering van deze die lekken of ernstige vervormingen vertonen, moeten conform verpakkingsinstructie P207 en bijzonder verpakkingsvoorschrift PP87 verpakt worden, of anders conform verpakkingsinstructie LP02 en bijzonder verpakkingsvoorschrift L2 328 Bijvoegen op het einde Wanneer metallische lithium batterijen of lithium-ion batterijen vervat zijn in het brandstofcelsysteem, zal de zending worden verzonden onder deze rubriek en onder de van toepassing zijnde rubrieken voor UN 3091 BATTERIJEN MET METALLISCH LITHIUM, IN APPARATUUR of UN 3481 LITHIUM-ION BATTERIJEN, IN APPARATUUR. 338 Elke brandstofcelpatroon die onder deze rubriek vervoerd wordt en ontworpen is om een brandbaar vloeibaar gemaakt gas te bevatten : b) mag niet meer dan 200 ml brandbaar vloeibaar gemaakt gas bevatten, waarvan de dampspanning bij 55 C niet groter mag zijn dan kpa ; en 356 De opslagsystemen met metaalhydriden, gemonteerd in voertuigen, wagons, vaartuigen of vliegtuigen of in afgewerkte componenten of bestemd om gemonteerd te worden in voertuigen, wagons, vaartuigen of vliegtuigen, moeten goedgekeurd worden door de bevoegde overheid van het land van fabricage 5 alvorens toegelaten te worden tot het vervoer. Ofwel moet het vervoersdocument vermelden dat het collo goedgekeurd werd door de bevoegde overheid van het land van fabricage 1, ofwel moet elke zending vergezeld worden door een exemplaar van de door de bevoegde overheid van het land van fabricage 1 afgeleverde goedkeuring. 358 Nitroglycerine oplossing in alcohol met meer dan 1% maar niet meer dan 5% nitroglycerine mag ingedeeld worden in de klasse 3 en onder UN-nummer 3064 op voorwaarde dat aan alle vereisten van verpakkingsinstructie P300 van voldaan is. 5 Indien het land van fabricage geen Verdragspartij bij het ADR is, moet de goedkeuring erkend worden door de bevoegde overheid van een land dat Verdragspartij is bij het ADR. 52

53 359 Nitroglycerine oplossing in alcohol met meer dan 1% maar niet meer dan 5% nitroglycerine moet ingedeeld worden in klasse 1 en onder UN-nummer 0144 indien niet aan alle vereisten van verpakkingsinstructie P300 van voldaan is. 360 Voertuigen die enkel worden aangedreven door metallische lithium batterijen of lithium-ion batterijen moeten ingedeeld worden onder de rubriek UN 3171 voertuig met accuvoeding. 361 Deze rubriek is van toepassing voor elektrische dubbele laag condensatoren met een capaciteit voor energieopslag groter dan 0,3 Wh. Condensatoren met een capaciteit voor energieopslag van 0,3 Wh of minder zijn niet onderworpen aan het ADR. De capaciteit voor energieopslag betekent de energie weerhouden door een condensator, zoals berekend door middel van de nominale spanning en de elektrische capaciteit. Alle condensatoren waarop deze rubriek van toepassing is, met inbegrip van de condensatoren die een elektrolyt bevatten dat niet voldoet aan de criteria voor indeling bij om het even welke klasse van gevaarlijke goederen, moeten voldoen aan de volgende voorwaarden: a) Condensatoren die niet in uitrusting geïnstalleerd zijn moeten in een ongeladen toestand vervoerd worden. Condensatoren die in uitrusting geïnstalleerd zijn moeten ofwel in een ongeladen toestand vervoerd worden ofwel beschermd zijn tegen kortsluiting; b) Elke condensator zal tijdens het vervoer beschermd zijn tegen het mogelijke gevaar van kortsluiting op volgende manieren: (i) Wanneer de capaciteit voor energieopslag van een condensator kleiner is dan of gelijk aan 10 Wh of wanneer de capaciteit voor energieopslag van elke condensator in een module kleiner is dan of gelijk aan 10 Wh, moet de condensator of module beschermd zijn tegen kortsluiting of uitgerust zijn met een metalen verbindingsstuk tussen de polen; en (ii) Wanneer de capaciteit voor energieopslag van een condensator of van een condensator in een module groter is dan 10 Wh, moet de condensator uitgerust zijn met een metalen verbindingsstuk tussen de polen; c) Condensatoren die gevaarlijke goederen bevatten moeten ontworpen zijn om te weerstaan aan een drukverschil van 95 kpa. d) Condensatoren moeten ontworpen en gebouwd zijn om de druk die zich kan opbouwen tijdens gebruik veilig af te laten door middel van een ontluchting of een zwak punt in het omhulsel van de condensator. Elke vloeistof die vrijkomt tijdens ontluchten moet vervat blijven binnen de verpakking of de uitrusting waarin een condensator is geïnstalleerd; en e) Condensatoren moeten gekenmerkt worden met de capaciteit voor energieopslag in Wh. Condensatoren die een elektrolyt bevatten dat niet voldoet aan de criteria voor indeling bij om het even welke klasse van gevaarlijke goederen, met inbegrip van deze geïnstalleerd in uitrusting, zijn niet onderworpen aan andere vereisten van het ADR. Condensatoren die een elektrolyt bevatten dat voldoet aan de criteria voor indeling bij om het even welke klasse van gevaarlijke goederen, met een capaciteit voor energieopslag van 10 Wh of minder, zijn niet onderworpen aan andere vereisten van het ADR indien zij in staat zijn om onverpakt een valtest van 1,2 meter op een hard en niet-elastisch oppervlak te doorstaan zonder verlies van inhoud. Condensatoren die een elektrolyt bevatten dat voldoet aan de criteria voor indeling bij om het even welke klasse van gevaarlijke goederen, die niet geïnstalleerd zijn in uitrusting en met een capaciteit voor energieopslag van meer dan 10 Wh zijn onderworpen aan het ADR. Condensatoren die geïnstalleerd zijn in uitrusting en die een elektrolyt bevatten dat 53

54 voldoet aan de criteria voor indeling bij om het even welke klasse van gevaarlijke goederen, zijn niet onderworpen aan andere vereisten van het ADR op voorwaarde dat de uitrusting verpakt is in een stevige buitenverpakking, vervaardigd uit een geschikt materiaal en van afdoende sterkte en ontwerp in verhouding tot het vooropgesteld gebruik van de verpakking en van zulke aard dat de ongewilde werking van de condensatoren tijdens het vervoer voorkomen wordt. Grote robuuste uitrustingen die condensatoren bevatten mogen onverpakt of op paletten voor vervoer worden aangeboden indien aan de condensatoren een equivalente bescherming geboden wordt door de uitrusting waarin zij zijn vervat. OPMERKING: Condensatoren die vanuit hun ontwerp een klemspanning behouden (bvb. asymmetrische condensatoren) vallen niet onder deze rubriek. 363 Deze rubriek is ook van toepassing op vloeibare brandstoffen, met uitzondering van deze die vrijgesteld zijn in overeenstemming met paragrafen a) en b) van , in grotere hoeveelheden dan die gespecifieerd in kolom (7a) van tabel A van hoofdstuk 3.2, in omsluitingen die een integrerend deel zijn van uitrusting of machines (bvb. generatoren, compressoren, verwarmingseenheden, enz.) als onderdeel van hun oorspronkelijke typeontwerp. Zij zijn niet onderworpen aan andere voorschriften van het ADR als zij aan het volgende voldoen: a) de omsluitingen zijn in overeenstemming met de constructievereisten van de bevoegde overheid van het land van vervaardiging 6 ; b) elke klep of opening (bvb. ontluchtingsinrichtingen) in de omsluitingen die gevaarlijke goederen bevatten zijn gesloten tijdens het vervoer; c) de machines of uitrustingen worden georiënteerd geladen om onbedoelde lekkage van gevaarlijke goederen te voorkomen en worden gezekerd door middelen die in staat zijn de machines of uitrustingen zodanig tegen te houden dat elke beweging tijdens het vervoer die de oriëntatie zou veranderen of schade zou veroorzaken wordt voorkomen; d) wanneer de omsluiting een capaciteit heeft van meer dan 60 liter maar niet meer dan 450 liter, moet de machine of uitrusting geëtiketteerd worden op één buitenzijde in overeenstemming met Wanneer de capaciteit groter is dan 450 liter maar niet meer dan 1500 liter moet de machine of uitrusting geëtiketteerd worden op elk van de 4 buitenzijden in overeenstemming met 5.2.2; en e) wanneer de omsluiting een capaciteit heeft van meer dan 1500 liter moet de machine of uitrusting geëtiketteerd worden met grote etiketten op elk van de 4 buitenzijden in overeenstemming met , de voorschriften van zijn van toepassing en het vervoersdocument bevat de volgende bijkomende vermelding: Vervoer overeenkomstig bijzondere bepaling Dit voorwerp mag enkel vervoerd worden volgens de voorschriften van hoofdstuk 3.4 als de verpakking, zoals aangeboden voor vervoer, in staat is om de beproeving 6 (d) van Deel 1 van het Handboek van Testen en Criteria zoals bepaald door de bevoegde overheid succesvol te doorstaan. 365 Voor vervaardigde instrumenten en voorwerpen die kwik bevatten, zie UN-nummer Vervaardigde instrumenten en voorwerpen die niet meer dan 1 kg kwik bevatten zijn niet onderworpen aan het ADR. 500 (Afgeschaft) 560 Verwarmde vloeistof, n.e.g. (met inbegrip van gesmolten metalen en gesmolten zouten) bij een temperatuur van ten minste 100 C en - voor de stoffen die een vlampunt bezitten beneden hun vlampunt, is een stof van klasse 9 (UN-nummer 54

55 3257). 593 Dit gas, bestemd voor het koelen van bijvoorbeeld medische of biologische monsters, is niet onderworpen aan de voorschriften van het ADR, behalve zoals gespecifieerd in 5.5.3, indien het zich in dubbelwandige recipiënten bevindt die voldoen aan de bepalingen van verpakkingsinstructie P203 (6), voorschriften van toepassing op open cryogene recipiënten, van b) Tot aan de plaatsen voor intermediaire behandeling zijn gebruikte lithiumcellen en batterijen waarvan de individuele bruto massa niet groter is dan 500 g, al dan niet vervat in uitrusting, en die ingezameld worden en voor vervoer aangeboden worden al dan niet gemengd met andere cellen of batterijen dan die op basis van lithium niet onderworpen aan de andere bepalingen van het ADR indien ze voldoen aan de volgende voorwaarden : 653 Het vervoer van dit gas in flessen waarvan het product van de beproevingsdruk maal de capaciteit ten hoogste 15,2 Mpa.liter (152 bar.liter) bedraagt, is niet onderworpen aan de andere bepalingen van het ADR indien de volgende voorwaarden vervuld zijn : de op flessen van toepassing zijnde bouw- en beproevingsvoorschriften worden nageleefd ; de flessen zijn verpakt in buitenverpakkingen, die ten minste voldoen aan de voorschriften voor samengestelde verpakkingen van deel 4. De algemene verpakkingsvoorschriften van , en tot en met moeten nageleefd worden ; de flessen zijn niet gezamenlijk verpakt met andere gevaarlijke goederen ; de bruto massa van een collo is niet groter dan 30 kg ; en elk collo is op een duidelijke en duurzame wijze voorzien van het opschrift UN 1006 voor argon, samengeperst, UN 1013 voor koolstofdioxide, UN 1046 voor helium, samengeperst of UN 1066 voor stikstof, samengeperst ; deze kenmerking wordt omgeven door een lijn die een op een punt geplaatst vierkant vormt waarvan de lengte van de zijden ten minste 100 mm x 100 mm bedraagt. 657 Deze rubriek mag enkel gebruikt worden voor de technisch zuivere stof; voor mengsels van LPG componenten, zie UN-nummer 1965 of UN-nummer 1075 samen met OPMERKING 2 in De AANSTEKERS van UN-nummer 1057 die voldoen aan de norm EN ISO 9994: A1:2008 Lighters Safety Specification en UN-nummer 1057 NAVULPATRONEN VOOR AANSTEKERS, mogen vervoerd worden enkel conform zijnde aan de voorschriften van a) tot h), (met uitzondering van de totale brutomassa van 30 kg), (met uitzondering van de totale bruto massa van 20 kg), en , op voorwaarde dat voldaan is aan volgende voorwaarden: a) de totale bruto massa van elke collo is niet meer dan 10 kg; b) niet meer dan 100 kg bruto massa van dergelijke colli wordt vervoerd in één voertuig; en c) elke buitenverpakking is duidelijk en duurzaam gemarkeerd met UN 1057 AANSTEKERS of UN 1057 NAVULPATRONEN VOOR AANSTEKERS, zoals toepasselijk. 659 Stoffen waaraan PP86 of TP7 is toegekend in kolom (9a) en kolom (11) van Tabel A in hoofdstuk 3.2 en waarvoor bijgevolg de lucht uit de dampfase moet verdreven zijn, mogen niet vervoerd worden onder dit UN-nummer maar moeten vervoerd worden onder hun respectievelijke UN-nummers zoals opgelijst in Tabel A van hoofdstuk 3.2. OPMERKING: zie ook Voor het vervoer van omsluitingssystemen voor brandstofgas die ontworpen zijn om geplaatsts te worden in motorvoertuigen die dit gas bevatten, moeten de voorschriften van onderafdeling , hoofdstuk 5.2, hoofdstuk 5.4 en hoofdstuk 55

56 6.2 van het ADR niet worden toegepast als voldaan is aan de volgende voorwaarden: a) De omsluitingssystemen voor brandstofgas moeten voldoen aan de eisen van het ECE- Reglement nr. 67 Revisie 2 7, ECE-Reglement nr. 110 Revisie 1 8 of ECE- Reglement nr of Verordening (EG) Nr. 79/ in combinatie met Verordening (EU) Nr. 406/ , zoals toepasselijk. b) De omsluitingssystemen voor brandstofgas moeten lekdicht zijn en mogen geen tekenen van externe beschadiging vertonen die hun veiligheid in het gedrang kunnen brengen. OPMERKING 1: Criteria kunnen gevonden worden in de norm ISO 11623:2002 Transportable gas cylinders Periodic inspection and testing of composite gas cylinders (or ISO DIS Gas cylinders Inspection of the cylinder installation, and requalification of high pressure cylinders for the on-board storage of natural gas as a fuel for automotive vehicles). OPMERKING 2: Als de omsluitingssystemen voor brandstofgas niet lekdicht zijn of overvuld zijn of als zij schade vertonen die hun veiligheid in het gedrang brengt, mogen ze enkel vervoerd worden in bergingsdrukrecipiënten in overeenstemming met het ADR. c) Indien het omsluitingssysteem voor brandstofgas uitgerust is met twee of meer kleppen in serie, moeten twee kleppen gasdicht gesloten zijn tijdens normale vervoersomstandigheden. Indien slechts één klep aanwezig is of slechts één klep naar behoren werkt, moeten alle openingen met uitzondering van de opening van de drukontlastingsinrichting gasdicht gesloten zijn tijdens normale vervoersomstandigheden. d) Omsluitingssystemen voor brandstofgas moeten op een manier vervoerd worden die obstructie van de drukontlastingsinrichting, schade aan de kleppen of eender welk ander onderdeel onder druk van het omsluitingssysteem voor brandstofgas en onvoorziene vrijzetting van het gas voorkomt tijdens normale vervoersomstandigheden. Het omsluitingssysteem voor brandstofgas moet gezekerd zijn om glijden, rollen of verticale verplaatsing te voorkomen. e) Omsluitingssystemen voor brandstofgas moeten voldoen aan de bepalingen van a), b), c), d) of e). f) Er moet voldaan zijn aan de bepalingen inzake kenmerking en etikettering van hoofdstuk 5.2, tenzij omsluitingssystemen voor brandstofgas verzonden worden in een manipulatie-inrichting. In dit geval moet de kenmerking en etikettering aangebracht worden op het manipulatie-inrichting. g) Documentatie Elke zending die wordt vervoerd in overeenstemming met deze bijzondere bepaling moet vergezeld zijn van een vervoerdocument, dat tenminste volgende informatie bevat: i) het UN-nummer van het gas vervat in het omsluitingssysteem voor brandstofgas, voorafgegaan door de letters UN ; 7 ECE-Reglement nr. 67 (Uniforme bepalingen voor : I. Goedkeuring van speciale uitrustingsstukken van motorvoertuigen die in hun aandrijfsysteem vloeibaar petroleumgas gebruiken; II. Goedkeuring van een voertuig uitgerust met speciale uitrustingsstukken voor het gebruik van vloeibare petroleumgassen in zijn aandrijfsysteem voor wat betreft de installatie van dergelijke uitrustingsstukken). 8 ECE-Reglement nr. 110 (Uniforme bepalingen voor I. Specifieke onderdelen van motorvoertuigen die samengeperst aardgas (CNG) gebruiken in hun aandrijfsysteem; II. Voertuigen met betrekking tot de installatie van specifieke onderdelen van een goedgekeurd type voor het gebruik van samengeperst aardgas (CNG) in hun aandrijfsysteem). 9 ECE-Reglement nr. 115 (Uniforme bepalingen voor de goedkeuring van I. Specifieke LPG (liquified petroleum gases) retrofit systemen voor installatie in motorvoertuigen voor het gebruik van LPG in hun aandrijfsysteem; II. Specifieke CNG (compressed natural gas) retrofit systemen voor installatie in motorvoertuigen voor het gebruik van CNG in hun aandrijfsysteem). 10 Verordening (EG) Nr. 79/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 14 januari 2009 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen op waterstof en tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG. 11 Verordening (EU) Nr. 406/2010 van de Commissie van 26 april 2010 tot uitvoering van Verordening (EG) Nr. 79/2009 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen op waterstof. 56

57 ii) de officiële vervoersnaam van het gas; iii) het nummer van het model van het etiket; iv) het aantal omsluitingssystemen voor brandstofgas; v) In het geval van vloeibaar gemaakte gassen, de netto massa in kg van het gas in elk omsluitingssysteem voor brandstofgas en in het geval van een samengeperst gas de nominale capaciteit in liter van elk omsluitingssysteem voor brandstofgas gevolgd door de nominale werkdruk; vi) De namen en de adressen van de afzender en de bestemmeling. De gegevens i) tot v) moeten voorkomen zoals in één van de volgende voorbeelden: Voorbeeld 1: UN 1971, AARDGAS, SAMENGEPERST, 2.1, 1 omsluitingssysteem voor brandstofgas van in totaal 50 l, 200 bar Voorbeeld 2: UN 1965, MENGSEL VAN KOOLWATERSTOFGASSEN, VLOEIBAAR GEMAAKT, N.E.G., 2.1, 3 omsluitingssystemen voor brandstofgas, elk met netto 15 kg gas OPMERKING: Alle andere bepalingen van het ADR blijven van toepassing. 661 Het vervoer van beschadigde lithiumbatterijen die niet ingezameld en voor vervoer worden aangeboden met het oog op hun eliminatie conform de bijzondere bepaling 636, is enkel toegelaten onder bijkomende voorwaarden die door de bevoegde overheid van een Verdragspartij van het ADR gedefinieerd worden. Deze Verdragspartij mag eveneens de goedkeuring van een andere bevoegde overheid van een land dat geen Verdragspartij van het ADR zou zijn erkennen, op voorwaarde dat deze goedkeuring op basis van de toepasselijke procedures van het ADR of het RID werd afgeleverd. Enkel de verpakkingsmethodes die voor deze goederen goedgekeurd zijn door de bevoegde overheid mogen gebruikt worden. De bevoegde overheid mag een strengere vervoerscategorie of tunnelbeperkingscode bepalen, die in de goedkeuring van de bevoegde overheid dient vermeld te worden. Bij elke verzending moet een kopie van de goedkeuring van de bevoegde overheid aanwezig zijn of moet een referentie naar de goedkeuring van de bevoegde overheid in het vervoerdocument vermeld worden. De bevoegde overheid van de Verdragspartij van het ADR die conform deze bijzondere bepaling een goedkeuring aflevert, moet het secretariaat van de ENECE op de hoogte brengen, die deze informatie via haar website voor het publiek ter beschikking zal stellen. OPMERKING: Alle aanbevelingen van de Verenigde Naties met betrekking tot de technische voorschriften voor het vervoer van beschadigde lithiumbatterijen moeten in acht worden genomen bij de aflevering van de goedkeuring. Door beschadigde lithiumbatterijen wordt in het bijzonder verstaan: - de batterijen die omwille van veiligheidsredenen door de fabrikant als defect werden geïdentificeerd, - de batterijen waarvan de batterijkisten beschadigd of sterk vervormd zijn, - de batterijen die lekken vertonen van vloeistoffen of gas, of - de batterijen die gebreken vertonen waarvan geen diagnose kan gesteld worden vóór hun vervoer naar de plaats waar een analyse kan uitgevoerd worden. 57

58 HOOFDSTUK 3.4: GEVAARLIJKE GOEDEREN, VERPAKT IN BEPERKTE HOEVEELHEDEN g) deel 7, hoofdstuk 7.1 en 7.2.1, 7.2.2, (met uitzondering van ), , 7.5.7, en ; h) en Bijvoegen Het bovenste en onderste gedeelte en de boord moeten zwart zijn. Het centraal gedeelte moet wit zijn of in een kleur die voldoende contrasteert met de achtergrond a) Transporteenheden met een maximale massa van meer dan 12 ton die gevaarlijke goederen in beperkte hoeveelheden vervoeren, moeten vooraan en achteraan voorzien zijn van een kenmerking overeenkomstig , tenzij de transporteenheid andere gevaarlijke goederen bevat waarvoor een oranje signalisatie vereist is overeenkomstig In dit laatste geval mag de transporteenheid ofwel enkel de vereiste oranje signalisatie dragen, ofwel zowel de oranje signalisatie overeenkomstig als de kenmerking overeenkomstig b) Containers die gevaarlijke goederen in beperkte hoeveelheden vervoeren op transporteenheden met een maximale massa van meer dan 12 ton, moeten op de vier zijkanten voorzien zijn van een kenmerking overeenkomstig , tenzij de containers andere gevaarlijke goederen bevatten waarvoor grote etiketten vereist zijn overeenkomstig In dit laatste geval mag de container ofwel enkel de vereiste grote etiketten dragen, ofwel zowel de grote etiketten overeenkomstig als de kenmerking overeenkomstig HOOFDSTUK 3.5: GEVAARLIJKE GOEDEREN, VERPAKT IN UITGEZONDERDE HOEVEELHEDEN Uitgezonderde hoeveelheden gevaarlijke goederen waaraan de codes E1, E2, E4 en E5 zijn toegekend, met een maximale netto hoeveelheid gevaarlijke goederen per binnenverpakking beperkt tot 1 ml voor vloeistoffen en gassen en 1 g voor vaste stoffen en met een maximale netto hoeveelheid gevaarlijke goederen per buitenverpakking niet groter dan 100 g voor vaste stoffen of 100 ml voor vloeistoffen en gassen, zijn enkel onderworpen aan: a) de bepalingen van 3.5.2, met de uitzondering van de tussenverpakking die niet vereist is indien de binnenverpakkingen op een dergelijke manier met vulmateriaal zijn vastgezet in een buitenverpakking, dat zij onder normale vervoersomstandigheden niet kunnen breken, doorboord worden of hun inhoud lekken; en, voor vloeistoffen, de buitenverpakking voldoende absorptiemateriaal bevat om de volledige inhoud van de binnenverpakkingen te absorberen; en b) de bepalingen van DEEL 4: Bepalingen met betrekking tot het gebruik van de verpakkingen en de tanks HOOFDSTUK 4.1: GEBRUIK VAN DE VERPAKKINGEN, DE GROTE RECIPIENTEN VOOR LOSGESTORT VERVOER (IBC s) EN DE GROTE VERPAKKINGEN Wanneer ijs als koelmiddel gebruikt wordt, mag het de integriteit van de verpakking niet aantasten Gebruik van bergingsdrukrecipiënten In het geval van beschadigde, defecte, lekkende of niet-conforme drukrecipiënten, mogen bergingsdrukrecipiënten die conform zijn aan gebruikt worden. OPMERKING: Een bergingsdrukrecipient mag als oververpakking gebruikt worden conform Wanneer het gebruikt wordt als oververpakking, moet de markering conform in plaats van zijn. 58

59 Drukrecipiënten moeten in bergingsdrukrecipiënten van een gepaste grootte geplaatst worden. Verschillende drukrecipiënten mogen in hetzelfde bergingsdrukrecipiënt geplaatst worden op voorwaarde dat de inhouden bekend zijn en deze niet gevaarlijk met elkaar reageren (zie ). Gepaste maatregelen moeten genomen worden om verplaatsingen van de drukrecipiënten in het bergingsdrukrecipiënt te voorkomen b.v. door compartimentering, beveiliging of opvulling Een drukrecipiënt mag enkel in een bergingsdrukrecipiënt geplaatst worden als: (a) het bergingsdrukrecipiënt voldoet aan en een kopij van het keuringscertificaat beschikbaar is; (b) de delen van het bergingsdrukrecipiënt die in contact komen of die mogelijks in rechtstreeks contact kunnen komen met de gevaarlijke goederen zullen niet aangetast of verzwakt worden door deze gevaarlijke goederen en zullen geen gevaarlijk effect hebben (b.v.als katalisator bij een reactie of door te reageren met de gevaarlijke goederen); en (c) de inhoud van de omsloten drukrecipiënt(en) beperkt is in druk en volume zodanig dat, als deze volledig leeglopen in het berginsdrukrecipiënt, de druk in het bergingsdrukrecipiënt op 65 C de testdruk van het bergingsdrukrecipiënt (voor gassen, zie verpakkingsinstruktie P200 (3) in ) niet overschreidt. De vermindering van de bruikbare watercapaciteit van het berginsdrukrecipiënt,b.v.door een uitrusting of opvulling, moet in rekening gebracht worden De officiële vervoersnaam, het UN nummer voorafgegaan door de letters UN en de voor colli in hoofdstuk 5.2 voorgeschreven etiketten die van toepassing zijn op het vervoer van de gevaarlijke goederen die zich in de drukrecipiënt(en) bevinden, moeten ook op het bergingsdrukrecipiënt worden aangebracht Bergingsdrukrecipiënten moeten na elk gebruik zowel inwendig als uitwendig gereinigd, ontgast en visueel geinspecteerd worden. Zij moeten periodiek geinspecteerd en getest worden conform en dit minstens één keer om de vijf jaar. HOOFDSTUK 4.2: GEBRUIK VAN DE MOBIELE TANKS EN VAN DE UN GASCONTAINERS MET VERSCHEIDENE ELEMENTEN (MEGC s) Algemene bepalingen met betrekking tot het gebruik van mobiele tanks voor het vervoer van niet gekoelde vloeibaar gemaakte gassen en chemische stoffen onder druk Onderhavige afdeling geeft de algemene bepalingen met betrekking tot het gebruik van mobiele tanks voor het vervoer van niet gekoelde vloeibaar gemaakte gassen en chemische stoffen onder druk De mobiele tanks moeten voldoen aan de in opgenomen voorschriften, die betrekking hebben op het ontwerp en de bouw van de mobiele tanks en op de nazichten en beproevingen die ze moeten ondergaan. De niet gekoelde vloeibaar gemaakte gassen en chemische stoffen onder druk moeten in mobiele tanks vervoerd worden overeenkomstig de vervoersinstructie betreffende mobiele tanks T50 die in beschreven is, en overeenkomstig de bijzondere bepalingen betreffende het vervoer in mobiele tanks die aan het desbetreffend niet gekoeld vloeibaar gemaakt gas in kolom (11) van tabel A van hoofdstuk 3.2 zijn toegewezen en die in beschreven zijn Vulling Vóór het vullen moet de mobiele tank geïnspecteerd worden om er zich van te vergewissen dat ze van het goedgekeurd type is voor het vervoer van het niet gekoeld vloeibaar gemaakt gas of het drijfgas van de chemische stof onder druk en moet er op toegezien worden dat ze niet gevuld wordt met niet gekoelde vloeibaar gemaakte gassen of chemische stoffen onder druk die gevaarlijk zouden kunnen reageren in contact met de materialen van de houder, van de pakkingen, van de bedrijfsuitrusting en van de eventuele beschermende bekledingen door gevaarlijke producten te vormen of deze materialen gevoelig te verzwakken. Tijdens het vullen moet de temperatuur van de niet 59

60 gekoelde vloeibaar gemaakte gassen of het drijfgas van chemische stoffen onder druk binnen de grenzen blijven van het interval van de berekeningstemperaturen Bijzondere bepalingen die van toepassing zijn op het vervoer in mobiele tanks TP38 De instructie betreffende het vervoer in mobiele tanks T9, die in het tot en met 31 december 2012 geldig ADR was voorgeschreven, mag nog tot en met 31 december 2018 gebruikt worden. TP39 De instructie betreffende het vervoer in mobiele tanks T4, die in het tot en met 31 december 2012 geldig ADR was voorgeschreven, mag nog tot en met 31 december 2018 gebruikt worden. TP40 Mobiele tanks mogen niet vervoerd worden wanneer ze zijn aangesloten op apparatuur voor sproeitoepassingen. HOOFDSTUK 4.3: GEBRUIK VAN DE VASTE TANKS (TANKVOERTUIGEN), AFNEEMBARE TANKS, TANKCONTAINERS EN WISSELLAADTANKS WAARVAN DE HOUDERS VERVAARDIGD ZIJN UIT METAAL, EN VAN DE BATTERIJVOERTUIGEN EN GASCONTAINERS MET VERSCHEIDENE ELEMENTEN (MEGC S) Bij het laden en lossen van de tanks, batterijvoertuigen en MEGC s moeten gepaste maatregelen getroffen worden om te vermijden dat gevaarlijke hoeveelheden gassen en dampen vrijkomen. De tanks, batterijvoertuigen en MEGC s moeten zodanig gesloten zijn dat de inhoud zich niet op ongecontroleerde wijze naar buiten kan verspreiden. De openingen van de tanks met onderlossing moeten door middel van schroefstoppen, blindflenzen of andere even doelmatige inrichtingen afgesloten zijn. De vuller moet na het vullen van de tanks, batterijvoertuigen en MEGC s nagaan of hun afsluitinrichtingen in de gesloten positie staan en er geen lekkage is. Dit geldt ook voor de bovenzijde van de dompelpijp Codering van de tanks, batterijvoertuigen en MEGC s OPMERKINGEN : 2. De bijzondere bepaling TU40 in Kolom (13) van Tabel A van hoofdstuk 3.2 voor bepaalde gassen betekent dat het gas enkel mag vervoerd worden in een batterijvoertuig of MEGC, waarvan de elementen samengesteld zijn uit naadloze Wanneer de externe overdruk groter kan zijn dan de weerstand van de tank tegen externe druk (bvb. ten gevolge van lage omgevingstemperaturen), moeten afdoende maatregelen getroffen worden om tanks die vloeibaar gemaakte gassen onder lage druk vervoeren te beschermen tegen het risico op vervorming, bvb. door deze met stikstof of een ander inert gas te vullen om een voldoende hoge druk te behouden in de tank Bijzondere bepalingen die van toepassing zijn op de klassen 1 en 3 tot en met Codering, gerationaliseerde aanpak en hiërarchie van de tanks Codering van de tanks 1. De vier onderdelen van de in kolom (12) van tabel A in hoofdstuk 3.2 aangegeven tankcodes hebben de volgende betekenis : Deel Omschrijving Tankcode 1 Type van de tank L = tank voor stoffen in vloeibare toestand (vloeistoffen of vaste stoffen die in gesmolten toestand voor het vervoer worden aangeboden) ; S = tank voor stoffen in vaste toestand (poedervormig of korrelvormig). 2 Berekeningsdruk G = minimale berekeningsdruk volgens de algemene voorschriften van ; 60

61 1,5 ; 2,65 ; 4 ; 10 ; 15 of 21 = minimale berekeningsdruk in bar (zie ). 3 Openingen (zie in ) 4 Veiligheidskleppen veiligheidsinrichtingen A = B = C = D = V = F = N = tanks met vulopeningen onderaan of losopeningen onderaan, met 2 sluitingen ; tanks met vulopeningen onderaan of losopeningen onderaan, met 3 sluitingen ; tanks met vul- en losopeningen bovenaan, die onder het vloeistofniveau enkel reinigingsopeningen bezit ; tanks met vul- en losopeningen bovenaan, zonder openingen onder het vloeistofniveau tank met be- en ontluchtingsinrichting overeenkomstig , zonder beveiliging tegen het doorzetten van een vlam ; of tank die niet bestand is tegen de druk veroorzaakt door een inwendige explosie ; tank met be- en ontluchtingsinrichting overeenkomstig , voorzien van een beveiliging tegen het doorzetten van een vlam ; of tank bestand tegen de druk veroorzaakt door een inwendige explosie tank zonder be- en ontluchtingsinrichting overeenkomstig en niet hermetisch gesloten ; H = hermetisch gesloten tank (zie 1.2.1) De volgende stoffen en groepen van stoffen, waarvoor het teken (+) achter de tankcode in kolom (12) van tabel A in hoofdstuk 3.2 voorkomt, zijn onderworpen aan bijzondere eisen. In dit geval is het alternatief gebruik van de tanks voor andere stoffen en groepen van stoffen enkel toegelaten indien zulks gespecificeerd is in het goedkeuringscertificaat van het prototype. Tanks die performanter zijn volgens de bepalingen van (achter de tabel) mogen gebruikt worden indien men rekening houdt met de bijzondere bepalingen die in kolom (13) van tabel A in hoofdstuk 3.2 zijn aangegeven. d) Klasse 4.3 : Bijzondere bepalingen UN 1389 amalgaam van alkalimetalen, vloeibaar, UN 1391 dispersie van alkalimetalen of UN 1391 dispersie van aardalkalimetalen, UN 1392 amalgaam van aardalkalimetalen, vloeibaar, UN 1415 lithium, UN 1420 metallische legeringen van kalium, vloeibaar, UN 1421 legering van aardalkalimetalen, vloeibaar, n.e.g., UN 1422 legeringen van kalium en natrium, vloeibaar, UN 1428 natrium, UN 2257 kalium : tankcode L10BN UN 3401 amalgaam van alkalimetalen, vast, UN 3402 amalgaam van aardalkalimetalen, vast, UN 3403 metallische legeringen van kalium, vast, UN 3404 legeringen van kalium en natrium, vast en UN 3482 dispersie van alkalimetalen, brandbaar of UN 3482 dispersie van aardalkalimetalen, brandbaar : tankcode L10BN UN 1402 calcium carbide, verpakkingsgroep I : tankcode S2.65AN UN 1407 cesium en UN 1423 rubidium : tankcode L10CH TU40 Mag enkel vervoerd worden in batterijvoertuigen of MEGC s, waarvan de elementen samengesteld zijn uit naadloze recipiënten. 61

62 TU41 De geschiktheid van een stof om vervoerd te worden in tanks zal, tot tevredenheid van de bevoegde overheden van elk land waarin of waardoor het vervoer plaatsheeft, aangetoond worden De evaluatiemethode van deze geschiktheid moet erkend worden door de bevoegde overheid van een ADR verdragspartij. Deze mag ook een goedkeuring van een bevoegde overheid van een land dat geen ADR verdragspartij is erkennen,op voorwaarde dat deze goedkeuring afgeleverd werd in overeenstemming met de geldende procedures volgens het ADR, RID, ADN of de IMDG Code. Stoffen mogen niet langer dan nodig in tanks blijven staan, dit om aankoeking te voorkomen. De nodige maatregelen (b.v. reinigen, enz.) moeten genomen worden om ophoping en klitten van de stoffen in de tank te voorkomen. HOOFDSTUK 4.5: GEBRUIK VAN DE DRUK/VACUÜMTANKS VOOR AFVALSTOFFEN Voor het vervoer van vloeistoffen die voldoen aan de criteria van klasse 3 inzake het vlampunt, moeten druk/vacuümtanks voor afvalstoffen geladen worden via vulinrichtingen die in het onderste gedeelte van de tank uitmonden. Er dienen maatregelen getroffen te worden om de verdamping zoveel mogelijk te beperken. DEEL 5: Verzendingsprocedures HOOFDSTUK 5.1: ALGEMENE BEPALINGEN Gebruik van oververpakkingen a) Een oververpakking moet : (i) gekenmerkt worden met het woord OVERVERPAKKING ; en (ii) voor elk gevaarlijk goed dat zich in de oververpakking bevindt voorzien worden van het UN-nummer, voorafgegaan door de letters UN zoals voorgeschreven voor colli in en , geëtiketteerd worden zoals dat in afdeling voor colli voorgeschreven is, en voorzien zijn van het merkteken milieugevaarlijke stof, indien voorgeschreven voor de colli in tenzij de UN-nummers, de etiketten en de markering milieugevaarlijke stof met betrekking tot alle in de oververpakking vervatte gevaarlijke goederen zichtbaar zijn, uitgezonderd wanneer zulks vereist wordt in Wanneer éénzelfde UNnummer, eenzelfde etiket of de markering milieugevaarlijke stof vereist is voor verscheidene colli, moet het slechts één keer aangebracht worden HOOFDSTUK 5.2: KENMERKING EN ETIKETTERING Kenmerking van colli Behalve wanneer het ADR anders bepaalt, moet elk collo duidelijk en blijvend voorzien zijn van het UN-nummer dat overeenstemt met de er in vervatte goederen en dat voorafgegaan wordt door de letters UN. Het UN-nummer en de letters UN moeten minstens 12 mm hoog zijn, behalve op colli met een maximale inhoud van 30 kg of een maximale netto massa van 30 kg en op flessen met een waterinhoud van ten hoogste 60 liter, indien zij minstens 6 mm hoog zijn, en behalve voor colli van maximum 5 liter of 5 kg, indien zij een geschikte afmeting hebben. Bij onverpakte voorwerpen moet het merkteken voorkomen op het voorwerp, op zijn wieg of op zijn inrichting voor manipulatie, opslag of lancering De bergingsverpakkingen en bergingsdrukrecipiënten moeten bovendien voorzien zijn van het woord BERGINGSVERPAKKING. 62

63 Het merkteken milieugevaarlijke stof moet overeenstemmen met de hieronder weergegeven afbeelding. Zijn afmetingen moeten 100 mm x 100 mm zijn, behalve in het geval van colli met dusdanige afmetingen dat er enkel kleinere merktekens op kunnen aangebracht worden. Symbool (vis en boom) : zwart op witte of geschikt contrasterende achtergrond. OPMERKING : De bepalingen van met betrekking tot de etikettering zijn complementair aan elk voorschrift dat de markering van colli met het merkteken milieugevaarlijke stof vereist De oriëntatiepijlen zijn niet vereist op: a) buitenverpakkingen die drukrecipiënten bevatten, met uitzondering van de cryogene recipiënten ; b) buitenverpakkingen die gevaarlijke goederen bevatten in binnenverpakkingen met een capaciteit van niet meer dan 120 ml, en tussen de binnenverpakkingen en de buitenverpakkingen voldoende absorberend materiaal om de vloeibare inhoud volledig te absorberen ; c) buitenverpakkingen die infectueuze (besmettelijke) stoffen van klasse 6.2 bevatten in primaire recipiënten met een capaciteit van niet meer dan 50 ml ; d) colli van type IP-2, IP-3, A, B(U), B(M) of C die radioactieve stoffen van klasse 7 bevatten; e) buitenverpakkingen die voorwerpen bevatten die lekdicht zijn in alle oriëntaties (bijvoorbeeld thermometers die alcohol of kwik bevatten, spuitbussen (aërosolen), enz.); of f) buitenverpakkingen die gevaarlijke goederen in samengestelde verpakkingen bevatten met hermetisch gesloten binnenverpakkingen die elk ten hoogste 500 ml bevatten Etikettering van colli Voor flessen met gassen van klasse 2 mogen, indien nodig omwille van de vorm, de plaatsing en het bevestigingssysteem voor het vervoer, gelijkaardige etiketten als deze voorgeschreven door onderhavige afdeling en, in voorkomend geval, het merkteken milieugevaarlijke stof, met kleinere afmetingen in overeenstemming met ISO norm 7225:2005 Gasflessen Gevaarsetiketten gebruikt worden om op het niet cilindrisch (gewelfd) deel van deze flessen aan te brengen. In weerwil van de voorschriften van mogen de etiketten en het merkteken milieugevaarlijke stof (zie ) zich overlappen in de mate die voorzien wordt door de norm ISO 7225:2005. De etiketten die het hoofdgevaar weergeven en de cijfers die op alle gevaarsetiketten voorkomen moeten evenwel volledig zichtbaar zijn en de symbolen moeten herkenbaar blijven. HOOFDSTUK 5.3: ETIKETTERING MET GROTE ETIKETTEN EN ORANJE SIGNALISATIE VAN DE CONTAINERS, MEGC S, MEMU s, TANKCONTAINERS, MOBIELE TANKS EN VOERTUIGEN Karakteristieken van de grote etiketten Bij de tanks met een capaciteit van niet meer dan 3 m³ en bij de kleine containers mogen de grote etiketten vervangen worden door etiketten die overeenstemmen met In het geval dat deze etiketten niet zichtbaar zijn langs de buitenkant van het dragende voertuig, moeten er eveneens grote etiketten conform op de 2 zijkanten en de achterkant van het voertuig aangebracht worden. 63

64 5.3.2 Oranje signalisatie Transporteenheden, die gevaarlijke goederen vervoeren, moeten voorzien zijn van twee rechthoekige oranje schilden die beantwoorden aan Een van de schilden moet aan de voorzijde, het andere aan de achterzijde van de transporteenheid worden aangebracht, in een verticaal vlak, loodrecht op de lengteas van het voertuig. Zij moeten goed zichtbaar zijn. In het geval dat een oplegger die gevaarlijke goederen bevat losgekoppeld wordt van het trekkend voertuig gedurende het transport van gevaarlijke goederen, moet op de achterzijde van deze oplegger een oranje bord bevestigd blijven Betekenis van de identificatienummers van het gevaar De in kolom (20) van tabel A van hoofdstuk 3.2 voorkomende identificatienummers van het gevaar hebben de volgende betekenis : 238 ontvlambaar en bijtend gas 28 bijtend gas HOOFDSTUK 5.4: DOCUMENTATIE Vervoerdocument voor gevaarlijke goederen en bijhorende informatie Bijzondere bepalingen betreffende bergingsverpakkingen en bergingsdrukrecipiënten Wanneer gevaarlijke goederen vervoerd worden in een bergingsverpakking of een bergingsdrukrecipiënt, moeten in het vervoerdocument de woorden BERGINGSVERPAKKING of BERGINGSDRUKRECIPIENT bijgevoegd worden achter de omschrijving van de goederen Bijzondere bepalingen voor het vervoer van milieugevaarlijke stoffen (aquatisch milieu) Wanneer een stof die behoort tot een van de klassen 1 tot 9 voldoet aan de classificatiecriteria van , moet het vervoerdocument de bijkomende vermelding MILIEUGEVAARLIJK of MARINE POLLUANT/MILIEUGEVAARLIJK dragen. Deze bijkomende vereiste is niet van toepassing op de UN-nummers 3077 en 3082 of op de in opgesomde vrijstellingen. De vermelding MARINE POLLUTANT (overeenkomstig van de IMDG Code is toegelaten voor de transporten in een transportketen die een zeetraject omvat Verpakkingscertificaat van de grote container of van het voertuig Wanneer het containerverpakkingscertificaat van de container of het voertuig ter beschikking van de vervoerder gesteld wordt met behulp van transmissietechnieken die gebaseerd zijn op de EDP of de EDI, mogen de handtekening(en) elektronische handtekening(en) zijn of vervangen worden door de naam of de namen (in hoofdletters) van de persoon of de personen die gerechtigd zijn om te ondertekenen. HOOFDSTUK 5.5: BIJZONDERE BEPALINGEN Bijzondere bepalingen die van toepassing zijn op colli en op voertuigen en containers die gevaarlijke goederen bevatten die een verstikkingsgevaar vertonen wanneer zij gebruikt worden als koel- of conditioneringsmiddel (zoals droogijs (UN 1845) of stikstof, sterk gekoeld, vloeibaar (UN 1977) of argon, sterk gekoeld, vloeibaar (UN 1951) Toepassingsgebied Deze afdeling is niet van toepassing op stoffen die voor koelings- en conditioneringsdoeleinden kunnen gebruikt worden, wanneer zij vervoerd worden als zending van gevaarlijke goederen. Wanneer zij als zending vervoerd worden, moeten zij 64

65 vervoerd worden volgens de pertinente rubriek van de tabel A van hoofdstuk 3.2 in overeenstemming met de bijhorende vervoersvoorwaarden Deze afdeling is niet van toepassing op gassen in koelingscycli Deze afdeling is niet van toepassing op gevaarlijke stoffen die gebruikt worden voor koeling of conditionering van tanks of MEGC s gedurende het transport Algemeen De voertuigen en containers die stoffen bevatten die tijdens het vervoer als koel- of conditioneringsmiddel (andere dan fumigatie) worden gebruikt, zijn enkel onderworpen aan de bepalingen deze afdeling Wanneer gevaarlijke goederen in gekoelde of geconditioneerde voertuigen of containers worden geladen, zijn alle bepalingen van het ADR met betrekking tot deze gevaarlijke stoffen van kracht bovenop de bepalingen van onderhavige afdeling De personen die betrokken zijn bij de behandeling of het vervoer van de gekoelde of geconditioneerde voertuigen en containers moeten een opleiding hebben genoten passend bij hun verantwoordelijkheden Colli die een koel-of conditioneringsmiddel bevatten Verpakte gevaarlijke goederen waarvoor koeling of conditionering vereist is, en waaraan de verpakkingsinstructies P203, P620, P650, P800, P901 of P904 van zijn toegekend, moeten aan de relevante voorschriften van desbetreffende verpakkingsvoorschriften voldoen Voor verpakte gevaarlijke goederen waarvoor koeling of conditionering vereist is en waaraan andere verpakkingsinstructies zijn toegekend, moeten de colli weerstand kunnen bieden aan de zeer lage temperaturen en mogen ze door het koelings- of conditioneringsmiddel niet aangetast of verzwakt worden. De colli moeten zodanig ontworpen en vervaardigd worden om het ontsnappen van gas toe te laten ten einde het barsten van de verpakkingen door een drukverhoging te voorkomen. De gevaarlijke goederen moeten op dusdanige wijze verpakt worden om elke beweging, na het verdwijnen van het koelings- of conditioneringsmiddel, te voorkomen Verpakkingen die een koelings- of conditioneringsmiddel bevatten moeten in goed geventileerde voertuigen en containers vervoerd worden Markering van colli die een koelings- of conditioneringsmiddel bevatten Colli die gevaarlijke goederen bevatten die voor koeling of conditionering gebruikt worden, moeten voorzien zijn van een merkteken met de benaming in kolom (2) van tabel A van hoofdstuk 3.2, gevolgd door de vermelding ALS KOELINGSMIDDEL of ALS CONDITIONERINGSMIDDEL, naargelang het geval, in een officiële taal van het land van oorsprong en daarenboven in het Engels, het Frans of het Duits indien de officiële taal geen van de drie genoemde is; dit tenzij overeenkomsten tussen de bij het vervoer betrokken landen, indien er bestaan, anders bepalen De merktekens moeten duurzaam en leesbaar zijn en worden aangebracht op een zodanige plaats en in een zodanig formaat in verhouding met het collo dat ze duidelijk zichtbaar zijn Voertuigen en containers die onverpakt droogijs bevatten Wanneer er onverpakt droogijs gebruikt wordt, mag het niet in direct contact komen met de metallische structuur van een voertuig of container ten einde de verzwakking van het metaal te vermijden. De nodige maatregelen moeten getroffen worden om een goede isolatie tussen het droogijs en het voertuig of container te garanderen door een scheiding van minimum 30 mm te voorzien (bvb. aan de hand van materialen met lage warmtegeleidingseigenschappen zoals planken, paletten, enz.). 65

66 Minimum 250 mm Wanneer droogijs rond de colli wordt geplaatst, moeten er maatregelen getroffen worden om de oorspronkelijke positie van de colli tijdens het transport te verzekeren, eenmaal het droogijs vervlogen is Kenmerking van voertuigen en containers Aan elk ingangspunt van voertuigen en containers die gevaarlijke goederen bevatten voor koel- of conditioneringsdoeleinden moet een verwittigingsignaal conform geplaatst worden; dit op een plaats waar het gemakkelijk gezien zal worden door de personen die het voertuig of de container openen of binnentreden. Dit verwittigingsignaal moet op het voertuig of de container aangebracht blijven tot aan de volgende bepalingen is voldaan: a) het voertuig of de container werd geventileerd om schadelijke concentraties koelings of conditioneringsmiddel te elimineren; en b) de gekoelde of geconditioneerde goederen werden gelost Het verwittigingssignaal moet rechthoekig zijn en ten minste 150 mm breed en 250 mm hoog. Het moet de volgende vermeldingen bevatten: a) het woord WAARSCHUWING geschreven in het rood of wit, met een hoogte van minimum 25 mm en in een in een officiële taal van het land van oorsprong en daarenboven in het Engels, het Frans of het Duits indien de officiële taal geen van de drie genoemde is; dit tenzij overeenkomsten tussen de bij het vervoer betrokken landen, indien er bestaan, anders bepalen. b) de benaming in kolom (2) van tabel A van hoofdstuk 3.2 gevolgd door de woorden ALS KOELINGSMIDDEL of ALS CONDITIONERINGSMIDDEL, naargelang het geval, onder het symbool, in zwarte letters met een hoogte van minimum 25 mm op een witte achtergrond, en in een in een officiële taal van het land van oorsprong en daarenboven in het Engels, het Frans of het Duits indien de officiële taal geen van de drie genoemde is; dit tenzij overeenkomsten tussen de bij het vervoer betrokken landen, indien er bestaan, anders bepalen. Bijvoorbeeld: KOOLSTOFDIOXIDE, VAST, ALS KOELINGSMIDDEL Dit merkteken wordt hieronder geïllustreerd. Minimum 150 mm 66

67 * de benaming in kolom (2) van tabel A van hoofdstuk 3.2 gevolgd door de vermelding ALS KOELINGSMIDDEL of ALS CONDITIONERINGSMIDDEL, naar gelang het geval, invoegen Documentatie De documenten (zoals een bill of lading, een cargo manifest of een CMR of CIM vrachtbrief) die een transport van gekoelde of geconditioneerde voertuigen of containers die vóór het transport niet volledig geventileerd werden, vergezellen, moeten de volgende vermeldingen bevatten: a) het UN-nummer voorafgegaan door de letters UN ; b) de benaming in kolom (2) van tabel A van hoofdstuk 3.2 gevolgd door de woorden ALS KOELINGSMIDDEL of ALS CONDITIONERINGSMIDDEL, naargelang het geval, in een officiële taal van het land van oorsprong en daarenboven in het Engels, het Frans of het Duits indien de officiële taal geen van de drie genoemde is; dit tenzij overeenkomsten tussen de bij het vervoer betrokken landen, indien er bestaan, anders bepalen Bijvoorbeeld: UN1845 KOOLSTOFDIOXIDE, VAST, ALS KOELINGSMIDDEL Het vervoerdocument mag om het even welke vorm aannemen, op voorwaarde dat het alle in voorgeschreven informatie bevat. Deze informatie moet gemakkelijk te identificeren, leesbaar en duurzaam zijn. DEEL 6: Voorschriften met betrekking tot de constructie van de verpakkingen, van de grote recipienten voor losgestort vervoer (IBC s), van de grote verpakkingen en van de tanks, en met betrekking tot de beproevingen die ze moeten ondergaan HOOFDSTUK 6.1: VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT DE CONSTRUCTIE VAN DE VERPAKKINGEN EN DE BEPROEVINGEN DIE ZE MOETEN ONDERGAAN Eisen gesteld aan de verpakkingen Kisten uit staal, aluminium of een ander metaal 4A uit staal 4B uit aluminium 4N uit een ander metaal dan staal of aluminium HOOFDSTUK 6.2:VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT DE CONSTRUCTIE VAN DRUKRECIPIËNTEN, SPUITBUSSEN (AEROSOLEN), RECIPIËNTEN, KLEIN, MET GAS (GASPATRONEN) EN PATRONEN VOOR BRANDSTOFCELLEN DIE EEN BRANDBAAR VLOEIBAAR GEMAAKT GAS BEVATTEN, EN TOT DE BEPROEVINGEN DIE ZE MOETEN ONDERGAAN Ontwerp en constructie De beproevingsdruk van flessen, cylinders, drukvaten en flessenbatterijen moet beantwoorden aan verpakkingsinstructie P200 in of, voor chemische stoffen onder druk, aan de verpakkingsinstructie P206 in Voor gesloten cryogene drukrecipiënten moet hij beantwoorden aan verpakkingsinstructie P203 in De beproevingsdruk van een opslagsysteem met metaalhydriden moet beantwoorden aan verpakkingsinstructie P205 in Periodieke onderzoeken en beproevingen De drukontlastingsinrichtingen van gesloten cryogene recipiënten moeten aan periodieke controles en beproevingen onderworpen worden. 67

68 Eerste onderzoek en beproeving De nieuwe drukrecipiënten moeten de onderzoeken en beproevingen gedurende en na de fabricage conform de bepalingen van ondergaan Kenmerking van de hervulbare drukrecipiënten Kenmerking van flessenbatterijen De individuele flessen van een flessenbatterij moeten conform gekenmerkt zijn Een permanent aan het frame van de flessenbatterij bevestigde plaat moet voorzien zijn van de volgende opschriften: a) de certificatieopschriften zoals gedefinieerd in b), c), d) en e); b) de operationele opschriften zoals gedefinieerd in f), i), j) en de bruto massa, met inbegrip van de massa van de structuur van de batterij en alle niet-demonteerbare elementen (flessen, verzamelleiding, uitrustingen en kranen). De flessenbatterijen die bestemd zijn voor het vervoer van UN 1001 acetyleen, opgelost en UN 3374 acetyleen, oplosmiddelvrij moeten voorzien zijn van de tarra zoals gedefineerd in paragraaf a) 6) van de clausule 5.4 van de EN-norm 12755:2000; en c) de fabricageopschriften zoals gedefinieerd in n), o) en, naar gelang het geval, p); De opschriften op de plaat moeten onderverdeeld worden in drie groepen: a) de fabricageopschriften moeten in de bovenste groep aangebracht worden, en achtereenvolgend geplaatst worden overeenkomstig de sequentie in c). b) de operationele opschriften in b) moeten in de middelste groep aangebracht worden. Het operationeel opschrift dat in f) gedefineerd is, moet, indien dit opschrift vereist is, juist na het in i) gedefineerde operationeel opschrift geplaatst worden. c) de certificatieopschriften moeten in de onderste groep in de volgorde zoals voorzien in a) aangebracht worden Bergingsdrukrecipiënten Ten einde een veilige manipulatie en eliminatie van drukrecipiënten die zich in een bergingsdrukrecipiënt bevinden te kunnen garanderen, mag het ontwerp uitrustingen omvatten die anders niet gebruikt worden voor flessen of drukvaten, zoals platte bodems, inrichtingen voor snelle ontsluiting en openingen in het cilindrisch gedeelte De instructies die betrekking hebben op de veiligheid tijdens de manipulatie en het gebruik van bergingsdrukrecipiënten moeten duidelijk aangegeven worden in de documenten bij de aanvraag aan de bevoegde overheid van het land van goedkeuring en moeten deel uitmaken van het goedkeuringscertificaat. In het goedkeuringscertificaat moet aangegeven worden voor welke drukrecipiënten het vervoer in een bergingsdrukrecipiënt is toegelaten. Een lijst van de constructiematerialen van alle onderdelen die mogelijks in contact komen met de gevaarlijke goederen moet eveneens voorzien worden De fabrikant moet een exemplaar van het goedkeuringscertificaat aan de eigenaar van een bergingsdrukrecipiënt overhandigen De kenmerking van de bergingsdrukrecipiënten overeenkomstig moet door de bevoegde overheid van het land van goedkeuring bepaald worden, rekening houdende, in voorkomend geval, met de toepasselijke bepalingen in met betrekking tot de kenmerking. De waterinhoud en de beproevingsdruk van het bergingsdrukrecipiënt moeten in het kenmerk voorkomen. 68

69 HOOFDSTUK 6.5: VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT DE CONSTRUCTIE VAN DE GROTE RECIPIENTEN VOOR LOSGESTORT VERVOER (IBC s) EN TOT DE BEPROEVINGEN DIE ZE MOETEN ONDERGAAN Toepassingsgebied De constructie, de uitrusting, de beproevingen, de kenmerking en het gebruik van de IBC s moeten voor akkoord voorgelegd worden aan de bevoegde overheid van het land van goedgekeuring. OPMERKING: De partijen die inspecties en beproevingen in andere landen uitvoeren na de indienststelling van de IBC, hoeven niet goedgekeurd te zijn door de bevoegde overheid van het land waarin de IBC goedgekeurd werd, maar de inspecties en beproevingen moeten overeenkomstig de regels die in de goedkeuring van de IBC gespecifieerd zijn, worden uitgevoerd. HOOFDSTUK 6.6: VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT DE CONSTRUCTIE VAN DE GROTE VERPAKKINGEN EN TOT DE BEPROEVINGEN DIE ZE MOETEN ONDERGAAN Basiskenmerk Elke grote verpakking die voor gebruik overeenkomstig de bepalingen van het ADR vervaardigd en bestemd is, moet voorzien zijn van een duurzaam en leesbaar kenmerk dat op een duidelijk zichtbare plaats aangebracht is. De letters, cijfers en symbolen moeten een minimale hoogte hebben van 12 mm en als volgt samengesteld zijn De maximaal toegelaten stapellast die geldt wanneer de grote verpakking in gebruik is, dient als volgt op een pictogram aangegeven te worden: Grote verpakkingen die kunnen gestapeld worden Grote verpakkingen die NIET kunnen gestapeld worden Het pictogram mag niet kleiner zijn dan 100 mm x 100 mm; het moet duurzaam en goed zichtbaar zijn. De letters en cijfers die de toelaatbare massa aangeven moeten minstens 12 mm hoog zijn. De massa die boven het pictogram aangegeven is mag niet groter zijn dan de last die aangebracht wordt bij de beproeving op het constructietype (zie ), gedeeld door 1,8. HOOFDSTUK 6.7: VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT HET ONTWERP EN DE CONSTRUCTIE VAN MOBIELE TANKS EN VAN UN -GASCONTAINERS MET VERSCHEIDENE ELEMENTEN (MEGC s), EN TOT DE CONTROLES EN BEPROEVINGEN DIE ZE MOETEN ONDERGAAN Kenmerking van de drukontlastingsinrichtingen In de mate van het mogelijke moeten de volgende gegevens ook aangegeven worden : f) de dwarsdoorsnede van de doorstroomopeningen van de veerbelaste drukontlastingsinrichtingen, breekplaten en smeltveiligheden uitgedrukt in mm². g) de naam van de fabrikant en het desbetreffend referentienummer van de inrichting. 69

70 HOOFDSTUK 6.8: VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT DE CONSTRUCTIE, DE UITRUSTING, DE GOEDKEURING VAN HET PROTOTYPE, DE BEPROEVINGEN EN CONTROLES, EN DE MERKTEKENS VAN TANKVOERTUIGEN, AFNEEMBARE TANKS, TANKCONTAINERS EN WISSELLAADTANKS, WAARVAN DE HOUDERS VERVAARDIGD ZIJN UIT METAAL, EVENALS VOOR BATTERIJVOERTUIGEN EN GASCONTAINERS MET MEERDERE ELEMENTEN (MEGC S) Minimale wanddikte van de houder Minimale wanddikte van de houder Diameter van het reservoir Austenitische roestvrije staalsoorten Austenitisch ferritische roestvrije staalsoorten 1,80 m > 1,80 m 2,5 mm 3 mm 3 mm 3.5 mm Andere staalsoorten 3 mm 4 mm Aluminium-legeringen 4 mm 5 mm 99,80% zuiver aluminium 6 mm 8 mm Uitrustingen De onderdrukventielen en de be- en ontluchtingsinrichtingen (zie ) die gebruikt worden op de tanks die bestemd zijn voor het vervoer van stoffen die voor wat hun vlampunt betreft beantwoorden aan de criteria van klasse 3, moeten de onmiddellijke doorgang van een vlam in de tank verhinderen door middel van een geschikte beveiliging, of anders moet de houder van de tank in staat zijn om zonder lekkage te weerstaan aan een explosie ten gevolge van de doorgang van een vlam. Indien de beveiliging bestaat uit een geschikte flame trap of flame arrester, moet deze zo dicht mogelijk bij de tank of het tankcompartiment geplaatst worden. Bij tanks met meerdere compartimenten moet ieder compartiment afzonderlijk beschermd worden Goedkeuring van het prototype De bevoegde overheid of een door deze overheid aangeduide instelling zal op aanvraag van de aanvrager een afzonderlijke typekeuring van kleppen en andere dienstuitrustingen waarvoor een norm aangegeven is in tabel uitvoeren, in overeenstemming met deze norm. Deze afzonderlijke goedkeuring van het type zal in rekening gebracht worden bij de aflevering van het certificaat voor de tank, indien de resultaten aangeboden worden en de kleppen en de andere dienstuitrustingen geschikt bevonden zijn voor het bedoelde gebruik In het geval van een aanpassing van een tank met een geldig, vervallen of ingetrokken typegoedkeuring, zijn de beproeving, de inspectie en de goedkeuring beperkt tot de delen van de tank die zijn aangepast. De aanpassing zal voldoen aan de voorschriften van het ADR die van toepassing zijn op het moment van de aanpassing. Voor alle delen van de tank die niet beïnvloed worden door de aanpassing, blijft de documentatie van de initiële typegoedkeuring geldig. Een aanpassing kan van toepassing zijn op één of meerdere tanks die vallen onder een typegoedkeuring. Een goedkeuringscertificaat voor de aanpassing moet worden uitgereikt door de bevoegde overheid van om het even welke Verdragspartij van het ADR of een door haar aangestelde instelling en moet bijgehouden worden als deel van het tankdossier. Elke aanvraag voor een goedkeuringscertificaat voor een aanpassing moet bij één enkele bevoegde overheid of een door haar aangestelde instelling ingediend worden. 70

71 Kenmerking De volgende gegevens moeten op het tankvoertuig (op de tank zelf of op een bord) worden aangebracht 13 : - de naam van de eigenaar of van de exploitant ; - de massa in lege toestand van het tankvoertuig; - de maximaal toegelaten massa van het tankvoertuig; De volgende gegevens moeten op een afneembare tank (op de tank zelf of op een bord) worden aangebracht 13 : - de naam van de eigenaar of van de exploitant ; - afneembare tank ; - de tarra van de tank ; - de maximaal toegelaten bruto massa van de tank ; - voor de stoffen die in beoogd worden, de officiële vervoersnaam van de stof(fen) aangenomen voor vervoer ; - de tankcode overeenkomstig ; en - voor de andere stoffen dan deze die in beoogd worden, de alfanumerische codes van alle bijzondere bepalingen met TC en TE die in kolom (13) van tabel A in hoofdstuk 3.2 voorkomen voor de in de tank te vervoeren stoffen. De volgende gegevens moeten op de tankcontainer ( op de tank zelf of op een bord) worden aangebracht 13 : - de namen van de eigenaar en van de exploitant ; - capaciteit van de houder ; - de tarra ; - de maximaal toegelaten bruto massa; - voor de in beoogde stoffen, de officiële vervoersnaam van de tot het vervoer toegelaten stof of stoffen ; - de tankcode volgens voor de andere stoffen dan deze die in beoogd worden, de alfanumerische codes van alle bijzondere bepalingen met TC en TE die in kolom (13) van tabel A in hoofdstuk 3.2 voorkomen voor de in de tank te vervoeren stoffen Bijzondere voorschriften die van toepassing zijn op klasse Controles en beproevingen In afwijking van de voorschriften van moeten de periodieke keuringen plaatsvinden : ten laatste na zes jaar ten laatste na acht jaar gebruik en vervolgens om de twaalf jaar voor tanks die bestemd zijn voor het vervoer van sterk gekoelde vloeibaar gemaakte gassen. De in voorziene intermediaire keuringen moeten ten laatste zes jaar na elke periodieke keuring verricht worden Kenmerking Tussen twee opeenvolgende periodieke keuringen kan op vraag van de bevoegde overheid een dichtheidsbeproeving of een intermediaire keuring conform uitgevoerd worden Buiten de in voorgeschreven opschriften moeten nog de volgende vermeldingen voorkomen op het tankvoertuig (op de tank zelf of op een bord) 13 : Buiten de in voorgeschreven opschriften moeten nog de volgende vermeldingen voorkomen op de tankcontainer (op de tank zelf of op een bord) 13 : 71

72 DEEL 7: Bepalingen met betrekking tot de vervoersvoorwaarden, het laden, het lossen en de behandeling HOOFDSTUK 7.3: BEPALINGEN MET BETREKKING TOT HET LOSGESTORT VERVOER Goederen van de klasse 4.3 Deze goederen moeten vervoerd worden in waterdichte containers voor losgestort vervoer (code BK2) Bijzondere bepalingen voor het losgestort vervoer wanneer de bepalingen van b) van toepassing zijn De volgende bijzondere bepalingen zijn van toepassing wanneer ze voor de rubriek in kwestie aangegeven zijn in kolom (17) van tabel A in hoofdstuk 3.2 : VV15 Losgestort vervoer in gesloten voertuigen, voertuigen met dekzeil, gesloten containers of grote containers met dekzeil en volle wanden is toegestaan voor de vaste stoffen (stoffen of mengsels, zoals preparaten of afvalstoffen) die niet meer dan 1000 mg/kg van de bij dit UNnummer ingedeelde stof bevatten. Op geen enkele plaats in de lading mag de concentratie van deze stof(fen) hoger zijn dan mg/kg. HOOFDSTUK 7.4: BEPALINGEN MET BETREKKING TOT HET VERVOER IN TANKS Een gevaarlijk goed mag slechts in tanks vervoerd worden wanneer in kolom (10) of in kolom (12) van tabel A in hoofdstuk 3.2 een code aangegeven is, of wanneer een bevoegde overheid onder de in gepreciseerde voorwaarden een toelating afgeleverd heeft. Het vervoer moet beantwoorden aan de bepalingen van de hoofdstukken 4.2, 4.3, 4.4 of 4.5, al naar gelang het geval. De voertuigen ongeacht of het dragende voertuigen, trekkende voertuigen, aanhangwagens of opleggers betreft moeten voldoen aan de pertinente voorschriften betreffende het te gebruiken voertuig van hoofdstuk 9.1, 9.2 en 9.7.2, zoals aangegeven in kolom (14) van tabel A in hoofdstuk 3.2. HOOFDSTUK 7.5: BEPALINGEN MET BETREKKING TOT HET LADEN, HET LOSSEN EN DE BEHANDELING Algemene bepalingen met betrekking tot het laden, het lossen en de behandeling Behoudens anders voorgeschreven in het ADR, mag er niet geladen worden indien : - uit een controle van de documenten, of - uit een visueel nazicht van het voertuig, of in voorkomend geval van de grote container(s), container(s) voor losgestort vervoer, tankcontainer(s) of mobiele tank(s), en van hun uitrusting die bij het laden en het lossen gebruikt wordt, blijkt dat het voertuig, de bestuurder, een grote container, een container voor losgestort vervoer, een tankcontainer, een mobiele tank of hun uitrusting die bij het laden en het lossen gebruikt wordt, niet voldoen aan de reglementaire bepalingen. De binnenkant en de buitenkant van een voertuig of container moeten vóór het laden geïnspecteerd worden, teneinde er zich van te vergewissen dat geen schade voorkomt die zijn eigen integriteit in het gedrang kan brengen, of deze van de colli die er in geladen moeten worden Behoudens anders voorgeschreven in het ADR, mag er niet gelost worden indien de bovenvermelde controles tekortkomingen aantonen die de veiligheid of de beveiliging van de losoperatie in het gedrang kunnen brengen Wanneer oriëntatiepijlen vereist zijn, moeten de colli en de oververpakkingen in overeenstemming met deze merktekens georiënteerd zijn. 72

73 7.5.7 Behandeling en stuwage Wanneer bevestigingsinrichtingen zoals spanbanden of riemen gebruikt worden, mogen deze niet in die mate aangespannen worden dat ze de colli beschadigen of vervormen. 12 Er wordt geacht voldaan te zijn aan de voorschriften van onderhavige paragraaf indien de lading conform de norm EN :2010 gestouwd is De bepalingen van zijn eveneens van toepassing op het op het laden en stouwen van containers, tankcontainers, mobiele tanks en MEGC s op voertuigen, en op het afladen ervan. DEEL 8: Voorschriften met betrekking tot de bemanningen, de uitrusting en de exploitatie van de voertuigen en tot de documenten HOOFDSTUK 8.5: BIJKOMENDE VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING TOT SPECIFIEKE KLASSEN OF GOEDEREN S1 Voorschriften met betrekking tot het vervoer van ontplofbare stoffen en voorwerpen (klasse 1) (1) Speciale opleiding van de bestuurders Indien een bestuurder, in toepassing van andere in een Verdragspartij van kracht zijnde reglementeringen, onder een verschillend regime of voor een verschillend doel reeds een gelijkwaardige opleiding gevolgd heeft die in gedefinieerd is, kan hij geheel of gedeeltelijk vrijgesteld worden van de specialisatiecursus. S3 Bijzondere bepalingen met betrekking tot het vervoer van infectueuze (besmettelijke) stoffen De voorschriften in de kolommen (2), (3) en (5) van de tabel in en de voorschriften van zijn niet van toepassing. S11 Indien een bestuurder, in toepassing van andere in een Verdragspartij van kracht zijnde reglementeringen, onder een verschillend regime of voor een verschillend doel reeds een gelijkwaardige opleiding gevolgd heeft met betrekking tot de in gedefinieerde onderwerpen, kan hij geheel of gedeeltelijk vrijgesteld worden van de specialisatiecursus. HOOFDSTUK 8.6:BEPERKINGEN VAN DE DOORGANG VAN VOERTUIGEN DIE GEVAARLIJKE GOEDEREN VERVOEREN DOOR WEGTUNNELS Tunnelbeperkingscodes De gevaarlijke goederen die conform vervoerd worden zijn niet onderworpen aan de tunnelbeperkingen en er moet geen rekening mee worden gehouden bij de bepaling van de tunnelbeperkingscode die aan de hele lading van een transporteenheid dient te worden toegekend. behalve indien de transporteenheid moet voorzien zijn van de markering voorgeschreven in onder voorbehoud van Beperkingen van de doorgang van transporteenheden die gevaarlijke goederen vervoeren door tunnels De tunnelbeperkingen moeten toegepast worden op: - transporteenheden waarvoor een markering volgens , onder voorbehoud van 12 Vingerwijzingen betreffende de stouwing van gevaarlijke goederen zijn te vinden in het door de Europese Commissie gepubliceerd document Code de bonnes pratiques européen concernant l arrimage des charges sur les véhicules routiers. Er zijn ook andere vingerwijzingen beschikbaar bij bevoegde overheden en instellingen van de industrie. 13 of van de markering voorgeschreven in , onder voorbehoud van van het tot 31 december 2010 van kracht zijnde ADR in het geval dat de overgangsbepalingen van worden toegepast. 73

74 , is voorgeschreven voor de doortocht door tunnels van categorie E; en transporteenheden waarvoor een oranje signalisatie in voorgeschreven is conform de bepalingen van de onderstaande tabel eenmaal de tunnelbeperkingscode voor de volledige lading van de transporteenheid werd bepaald. OPMERKING 2:De in beperkte hoeveelheden verpakte gevaarlijke goederen die in containers of transporteenheden vervoerd worden die voorzien zijn van een markering die voldoet aan de IMDG-code, zijn niet onderworpen aan de tunnelbeperkingen voor tunnels van de categorie E als de totale bruto massa van de colli die gevaarlijke goederen in beperkte hoeveelheden bevatten 8 ton per transporteenheid niet overschrijdt. 74

75 10 ADR-keuring van tankvoertuigen, tractors en dragende voertuigen: technische voorschriften 10.1 Betekenis van de symbolen van de tankcodes Tanks bestemd voor chemicaliën (vast en vloeibaar): Deel Omschrijving Tankcode 1 Type van de tank L = tank voor stoffen in vloeibare toestand (vloeistoffen of vaste stoffen die in gesmolten toestand voor het vervoer worden aangeboden); S = tank voor stoffen in vaste toestand (poedervormig of korrelvormig). 2 Berekeningsdruk G = minimale berekeningsdruk volgens de algemene voorschriften; 1,5 ; 2,65 ; 4 ; 10 ; 15 of 21 = minimale berekeningsdruk in bar 3 Openingen A = tank met vul- en losopeningen onderaan met 2 sluitingen; B = tank met vul- en losopeningen onderaan met 3 sluitingen; C = tank met vul- en losopeningen bovenaan, die onder het vloeistofniveau enkel reinigingsopeningen bezit; D = tank met vul- en losopeningen bovenaan, zonder openingen onder het vloeistofniveau 4 Veiligheidskleppen / veiligheidsinrichtingen V = tank met be- en ontluchtingsinrichting overeenkomstig , zonder beveiliging tegen het doorzetten van een vlam ; of tank die niet bestand is tegen de druk veroorzaakt door een inwendige explosie ; F = tank met be- en ontluchtingsinrichting overeenkomstig , voorzien van een beveiliging tegen het doorzetten van een vlam ; of tank bestand tegen de druk veroorzaakt door een inwendige explosie N = tank zonder be- en ontluchtingsinrichting overeenkomstig en niet hermetisch gesloten ; H = hermetisch gesloten tank (zie 1.2.1). 75

76 Tanks bestemd voor gassen: Deel Omschrijving Tankcode 1 Type van de tank, het batterijvoertuig of de MEGC C = tank, batterijvoertuig of MEGC voor samengeperste gassen ; P = tank, batterijvoertuig of MEGC voor vloeibaar gemaakte of onder druk opgeloste gassen; R = tank voor sterk gekoelde, vloeibare gassen; 2 Berekeningsdruk X = waarde van de pertinente minimale beproevingsdruk; of 22 minimale berekeningsdruk in bar 3 Openingen B = tank met vul- of losopeningen onderaan met 3 sluitingen, of batterijvoertuig of MEGC met openingen onder het vloeistofniveau of voor samengeperste gassen; C = tank met vul- en losopeningen bovenaan met 3 sluitingen, die onder het vloeistofniveau enkel reinigingsopeningen bezit; D = tank met vul- en losopeningen bovenaan, met 3 sluitingen, of batterijvoertuig of MEGC, zonder openingen onder het vloeistofniveau. 4 Veiligheidskleppen / veiligheidsinrichtingen N = tank, batterijvoertuig of MEGC met veiligheidsklep en niet hermetisch gesloten; H = hermetisch gesloten tank, batterijvoertuig of MEGC 76

77 10.2 Richtlijnen voor het bepalen van het type van de keuring Het type van de keuring wordt als volgt bepaald: Voertuigen voor de 1ste maal ingeschreven vóór 1 juli De trekkers (T), dragende aanhangwagen / oplegger(r*), dragend voertuig (C*): het type van keuring (FL AT of OX) wordt bepaald door de aanvrager of op basis van het reeds vroeger afgeleverd ADR keuringsdocument. De tankwagens (C), tankaanhangwagen / tankoplegger (R): het type van de keuring (FL AT of OX) wordt bepaald door de klant of op basis van het reeds vroeger uitgereikte ADR keuringsdocument. Vergelijk in voorkomend geval voor de controle van de supplementaire vakken de bijzondere bepalingen van het beproevingsattest met de aanduidingen op de verso van het ADR werkbriefje. Voertuigen voor de 1ste maal in het verkeer gesteld na 30 juni De trekkers (T), dragende aanhangwagens/opleggers (R*), dragende voertuigen (C*): Het type van uit te voeren keuring (FL, AT of OX) wordt altijd bepaald door het type van homologatie op de homologatieplaat of het homologatieattest van de constructeur van het voertuig of van zijn mandataris. De tank voertuigen (C), tankaanhangwagens of tankopleggers (R): Het type van uit te voeren keuring (FL, AT of OX) wordt altijd bepaald door het type van ADR- homologatie op de ADR- homologatieplaat of het ADR- homologatieattest van de constructeur of zijn mandataris. Vergelijk in voorkomend geval voor de controle van de supplementaire vakken de bijzondere bepalingen van het beproevingsattest met de aanduidingen op de verso van het ADR werkbriefje. Opmerking: In het type homologatiekenmerk wordt FL vermeld: de witte en zwarte vakken + in voorkomend geval de gearceerde) In het type homologatiekenmerk wordt AT vermeld de zwarte vakken + in voorkomend geval de gearceerde. In het type homologatiemerk wordt OX vermeld: de zwarte vakken + het vak 953 van het ADR werkbriefje. De eigenaar van een voertuig met een FL-homologatie kan op zijn uitdrukkelijk verzoek steeds een AT keuring vragen. In dit laatste geval wordt uiteraard in punt 7 van het keuringsdocument alleen AT vermeld. 77

78 Attesten remvertrager en ABS: ATTEST REMVERTRAGER a. Tractors (T) voor de éérste maal in het verkeer gesteld vanaf 01 juli 1993, toegelaten om aanhangwagens te slepen met een maximale massa van meer dan 10 ton. Het ATTEST remvertrager is vereist. b. Tankwagens ( C ) en dragende voertuigen (C*) voor de éérste maal in het verkeer gesteld vanaf 01 juli 1993, met een maximale massa van meer dan 16 ton of toegelaten om aanhangwagens te slepen met een maximale massa van meer dan 10 ton Het ATTEST remvertrager is vereist. c. Vanaf 01/01/2010. ATTEST ABS De voertuigen onder de punten E1 en E2 hierboven opgenomen en in het verkeer gesteld vóór 1 juli Het ATTEST remvertrager is vereist. TOEPASSINGSSFEER: - Tractors (T), dragende voertuigen (C*) en tankwagens (C) met een MTM > 16 ton, voor de éérste maal in het verkeer gesteld voor 01 juli Tankaanhangwagens en tankopleggers ( R) en dragende aanhangwagens en opleggers ( R*) met een MTM > 10 ton, voor de éérste maal in het verkeer gesteld voor 01 juli Bij elke ADR keuring van de voornoemde voertuigen moet de aanwezigheid van dit document bij het voertuig worden nagezien, tijdens de ADR keuring. Te controleren vakken (verso van het werkbriefje). 1 Keuringen FL: alle witte en zwarte vakken en, als vereist ook de gearceerde. AT: alle zwarte vakken en indien vereist ook de gearceerde. OX: alle zwarte vakken en het vak 953 (bescherming tegen brand) Hierbij dient soms rekening te worden gehouden met het type van voertuig (zie 2). 78

79 2 Type van voertuig: T = Trekker, R* = Dragende aanhangwagen /oplegger, C* = Dragend voertuig, R = Tankaanhangwagen / oplegger, C = Tankwagen 3 Bijkomende controles (gearceerde vakken 924, 932, 934, 942, 951, 953, 978, en 979) Om te bepalen of de gearceerde vakken op de versozijde van het ADR werkbriefje gecontroleerd worden, moet de tankcode en, in voorkomend geval, de bijzondere TC en TE bepalingen (9.6) op het beproevingsattest geraadpleegd worden. Toelichting bij de gearceerde vakken: De gearceerde vakken (vakken 924, 932, 934, 942, 951, 953, 978 en 979) moeten gecontroleerd worden overeenkomstig de voorwaarden hieronder hernomen: 1. VLOEIBARE en VASTE STOFFEN: tankcode beginnend met L of S Het vak 951 moet gecontroleerd worden als: - de tankcode (9.5) begint met de letter: L of S - de bijzondere bepalingen (9.6) herneemt, ten minste, de vermelding: TE19 - het voertuig werd voor de éérste maal in het verkeer gesteld vanaf 01/01/1988 Het vak 953 moet gecontroleerd worden als: - de tankcode (9.5) begint met de letter: L en eindigt op het teken:) (+) - de bijzondere bepalingen (9.6) hernemen, tenminste, de volgende vermeldingen: TC2 en TE9 2. GAZ: tankcode beginnend met C, P of R Het vak 924 moet gecontroleerd worden als: - de tankcode (9.5) begint met de letter: P - het type van basisvoertuig: FL is - de inhoud van de tank 25 m3 Het vak 932 moet gecontroleerd worden als: - de tankcode (9.5) begint met de letter: P of R - het type van basisvoertuig: FL of AT is De vakken 934 en 942 moeten gecontroleerd worden als: - de tankcode (9.5) begint met de letter: P of R - het type van basisvoertuig: FL is Het vak 978 moet gecontroleerd worden als: - de tankcode (9.5) begint met de letter: C,P of R - het type van basisvoertuig: FL of AT is Het vak 979 moet gecontroleerd worden als: - de tankcode (9.5) begint met de letter: P of R - het type van basisvoertuig: FL of AT is. 79

80 Recto van het werkbriefje ADR 80

81 Werkbriefje ADR verso 81

82 10.3 Te controleren vakken LEGENDE : xxx : Nr. Van het vak en omschrijving van de rubriek Reglementaire voorschriften Reden van afkeuring code INTERPRETATIE VAN DE CODES : 1 - Voertuig NIET CONFORM met de A.D.R.-reglementering 2 - Geldigheidsduur beperkt tot 15 dagen 4 - Te herstellen binnen de 15 dagen, zoniet is het voertuig niet toegelaten voor het A.D.R.-vervoer - Beslissing: code 1 = ADR VERBODEN - Beslissing: code 2 = GELDIGHEIDSDUUR BEPERKT TOT 15 DAGEN - Beslissing: code 4 = herstellen binnen de 15 dagen, zonder herkeuring, zoniet is het voertuig niet toegelaten voor het A.D.R. vervoer 82

83 TYPE HOMOLOGATIE OF ATTEST VAN OVEREENKOMST MET HET ADR NR. 909 OVERZICHT 909 Type homologatie of attest van overeenkomst met het ADR De voertuigen in dienst gesteld na 30 juni 1999 moeten een ADR typehomologatie ondergaan. A Het voertuig heeft een homologatiemerk In de omgeving van de plaat met de kenmerken van het voertuig, geplaatst door de fabrikant, of op deze plaat zelf, is goed leesbaar en onverbrekelijk een homologatiemerk aangebracht. - het homologatiemerk is niet goed leesbaar of niet onverbrekelijk 1 B Het voertuig heeft geen homologatiemerk Er moet een attest van overeenstemming met het ADR opgemaakt door de fabrikant of zijn mandataris worden voorgelegd. Dit attest moet worden opgemaakt op briefpapier van de fabrikant of mandataris, gedateerd en ondertekend zijn en ten minste volgende gegevens bevatten: - merk en type van het voertuig, - chassisnummer van het voertuig, - de verklaring dat het voertuig beantwoord aan de technische vereisten van het ADR (eventueel met zijn meest recente wijzigingen en met de typeaanduiding (FL-AT-OX) waarvoor het werd goedgekeurd). - het attest ontbreekt of is onvolledig 1 83

84 ELEKTRISCHE UITRUSTING BATTERIJEN Nr OVERZICHT 910 Uitwendige elektrische geleiders 911 Aansluiting van de elektrische geleiders aan de lichten 912 Verdeeldozen elektrische leidingen 913 Eindaansluitingen elektrische leidingen naar toebehoren 914 Elektrische aansluiting trekkend voertuig / aanhangwagen: isolatie - bevestiging 915 Uitrusting voor aarding 916 Contact van de aarding 917 Plaats van de aarding (conventioneel teken) 918 Batterijschakelaar 919 Bediening batterijschakelaar in de stuurcabine 920 Bijkomende bedieningsinrichtingen van de batterijschakelaar 921 Plaatsaanduiding hoofdschakelaar interrupteur 922 Ventilatie batterijbak 923 Isolatie van de polen van de batterij 924 Meting van de aardingsweerstand 910 Uitwendige elektrische geleiders Het gedeelte van de elektrische installatie dat zich achter de stuurcabine bevindt, moet beschermd zijn tegen schokken, slijtage en wrijving. Daarom moeten: - de elektrische bedrading, waar zichtbaar, door een naadloos omhulsel beschermd worden; - de elektrische bedrading moet op een voldoende stevige manier aan het koetswerk zijn bevestigd en beschermd tegen mechanische en thermische invloeden. Slechte isolatie, bescherming of bevestiging. 2 84

85 911 Aansluiting van de elektrische geleiders aan de lichten De staat nazien van de aansluitingen (rubberen dopjes, wartels e.d...) die de waterdichtheid waarborgen. Aansluitingsstukken: - ontbreken - beschadigd - slecht bevestigd Verdeeldozen elektrische leidingen Verbindingen tussen elektrische leidingen enkel toegelaten door middel van waterdichte verdeeldozen. Waterdichte verdeeldozen: - ontbreken, de verbindingen zijn gemaakt met lusterklemmen; - zijn beschadigd (doorgeroest, niet meer hermetisch); - slecht bevestigd Eindaansluitingen elektrische leidingen naar toebehoren De eindverbindingen van de elektrische leidingen naar de toebehoren (zoals geluidshoorn, brandstofmeter, reductie gangwissel, remvertrager, ABS, e.d...) moeten waterdicht zijn. Eindaansluitingen zijn: - niet wachterdicht - beschadigd - slecht bevestigd Elektrische aansluiting trekkend voertuig/aanhangwagen: isolatie - bevestiging De elektrische connectoren tussen motorvoertuigen en aanhangwagens moeten zodanig ontworpen zijn dat een ongewilde verbreking verhinderd wordt. De staat nazien van de elektrische aansluiting tractor/aanhangwagen en in het bijzonder de borgingen. - Slechte isolatie van de bedrading. - De kabel mag niet op trek belast kunnen worden. - Borging tegen het ongewild losraken van de stopcontacten Uitrusting van de aarding Tankvoertuigen onderworpen aan een FLkeuring (vlampunt vervoerde vloeistoffen 60 C) moeten met aangepaste voorzieningen zijn uitgerust, zodat er voor en tijdens het laden en lossen maatregelen kunnen genomen worden ter voorkoming van een gevaarlijk potentiaal verschil tussen de tanks en de vaste installatie (d.w.z. er dient een AARDING te bestaan). Uitrusting voor de aarding ontbreekt. 1 85

86 916 Contact van de aarding Het contact van de aarding moet doeltreffend zijn. Twijfelachtig contact (verf of roest) Plaats van de aarding (conventioneel teken) De plaats van de aarding moet door een conventioneel teken aangeduid zijn. (" ") Conventioneel teken bij de aarding ontbreekt Batterijschakelaar Een schakelaar die dient om de stroomkringen te onderbreken, moet zo dicht als in de praktijk mogelijk is, bij de batterij worden geplaatst. - Schakelaar ontbreekt of is niet reglementair geplaatst. - Schakelaar is ondoelmatig Bediening batterijschakelaar in de stuurcabine Een bedieningsinrichting voor het openen en het sluiten van de schakelaar moet in de stuurcabine geplaatst worden. Deze moet gemakkelijk bereikbaar zijn voor de bestuurder. - Bediening ontbreekt. - Bevindt zich niet in het bereik van de bestuurder. 1 De nieuwe voertuigen in dienst gesteld na 30 juni 1999 : De bedieningsinrichting moet voorzien zijn van een beschermingsdeksel, van een commandosysteem via een complexe beweging of van een andere inrichting die het ongewild in werking treden verhindert. Niet beveiligd tegen ongewild in werkingtreden Bijkomende bedieningsinrichtingen van de batterijschakelaar Er mogen bijkomende bedieningsinrichtingen van de hoofdschakelaar worden geplaatst. Deze bedieningsinrichtingen moeten beschermd zijn tegen ongewilde handelingen. - De eventueel bijkomende bedieningsinrichting(en) werk(t)en niet - De bediening is niet beschermd tegen ongewilde handelingen Plaatsaanduiding hoofdschakelaar interrupteur De plaats van alle bedieningen van de hoofdschakelaar moet aangegeven zijn met een duidelijk merkteken. B.v.b.:Opschrift: HOOFSCHAKELAAR INTERRUPTEUR of een duidelijk pictogram Opschrift of pictogram ontbreekt of is onvolledig. 4 86

87 922 Ventilatie batterijbak Batterijen die niet onder de motorkap zijn aangebracht, moeten in een bak met ventilatieopeningen zijn vastgezet. Onvoldoende of geen ventilatie Isolatie van de polen van de batterij De polen van de batterijen moeten elektrisch geïsoleerd zijn of door het isolerend deksel van de batterijkoffer afgedekt worden. Onvoldoende isolatie van de batterijen of het deksel van de batterijkoffer niet geïsoleerd Meting van de aardingsweerstand Meting van de aardingsweerstand indien: Tankcode: P... omschrijving van het voertuig: FL inhoud l of 25 m 3 Kleinere tankwagens ( l of 25 m 3 ) bestemd voor de distributie (bevoorrading van propaantanks voor verwarming) moeten voorzien zijn van een aardingskabel op een rol of in een losleiding. De weerstand van deze aardingskabel moet 100 Ohm zijn. OPMERKING : Wanneer een aardingskabel op een rol aanwezig is, moet deze voldoen aan bovenstaande voorschriften, zelfs wanneer in de losleiding ook een aarding aanwezig is die aan deze vereiste voldoet. - de aardingskabel ontbreekt - de weerstand is > 100 Ohm. 2 87

88 BRANDSTOFTANK TANK Nr OVERZICHT 931 Lek tank (behalve klasse 2) 932 Werking van de bodemafsluiters 934 Gasdichtheid van de tankuitrusting 935 Bevestiging van de tank op het onderstel 931 Lek tank (behalve klasse 2) Lek aan tank bestemd voor het vervoer van vloeistoffen (voor gassen van klasse 2 zie rubriek 934). Lek Werking van de bodemafsluiters Na te zien indien: Tankcode: P... of R... Omschrijving van het voertuig: FL - AT 1. De vul en losopeningen van de houders van tankvoertuigen bestemd voor het vervoer van vloeibaar gemaakte brandbare en/of giftige gassen moeten voorzien zijn van een veiligheidsinrichting met ogenblikkelijke afsluiting die ingeval van ongewilde verplaatsing van het voertuig, automatisch sluit. Nazicht: a) Vragen om de handrem op te trekken. b) Vragen om de inrichting voor het openen van de losopening te bedienen. c) Vragen om de handrem af te zetten - de bodemafsluiters werken niet naar behoren - het voertuig kan zich verplaatsen met de bodemafsluiters open De tankvoertuigen bestemd voor vloeibaar gemaakte brandbare en/of giftige gassen moeten tenminste met twee inrichtingen zijn uitgerust welke de bodemafsluiter kunnen sluiten a) Deze afstandsbedieningen moeten: - Permanent aanwezig zijn en in goede staat van bediening worden gehouden. Nazicht: Vragen om de afstandsbedieningen te doen werken - de bedieningen werken niet 1 88

89 b) Deze afstandsbedieningen moeten: - Gemakkelijk toegankelijk zijn Nazicht: Zien of de bedieningen gemakkelijk toegankelijk zijn c) Deze afstandsbedieningen moeten: - zich bevinden op de oordeelkundig gekozen plaatsen waarbij de ene voldoende ver verwijderd is van de andere Nazicht: zien of de bedieningen beantwoorden aan de voorschriften en gesloten kunnen worden - de bedieningen zijn niet gemakkelijk toegankelijk - Zij kunnen slechts gesloten worden vanaf een van deze plaatsen Gasdichtheid van de tankuitrusting Keuring van de gasdichtheid van de uitrusting van tanks, bestemd voor het vervoer van brandbare gassen. Er wordt een lek vastgesteld > 300 ppm. 1 Na te zien indien: Tankcode: P... of R... omschrijving van het voertuig: FL De tanks moeten zodanig gesloten zijn dat de inhoud zich niet op ongecontroleerde wijze naar buiten kan verspreiden. De gasdichtheid van de tankuitrusting (bodemafsluiters, aansluitingen van de leidingen, kranen, losdarmen, veiligheidskleppen, enz...) worden met de gasdetector (TIF) gemeten. WERKWIJZE : Om gaslekken op te sporen, dient de inspecteur er zich van te vergewissen dat er zich gas in de los- en vulleidingen bevindt. Dit kan hij nagaan op de manometers die zich op de tank en leidingen bevinden (de druk moet hoger zijn dan 1 bar). Tijdens het zoeken naar gaslekken beweegt hij de sonde langzaam rond het te controleren onderdeel of aansluiting. Wanneer het toestel reageert, vergewist hij er zich van of het hier een echt lek betreft. Stagnerend gas, bepaalde smeeroliën, oplosmiddelen en verven, kunnen de meetresultaten beïnvloeden. In voorkomend geval voert hij een tweede meting uit nadat hij de plaats waar de gasdetector heeft gereageerd volledig heeft verlucht, of doet hij op de plaats van het vermoedelijke lek een 89

90 bijkomende controle met een zeepoplossing. BELANGRIJKE OPMERKINGEN: 1. Wanneer tijdens de keuring een belangrijke lek vastgesteld wordt, moet de keuring op grond van artikel 23, 6 van het technisch reglement onmiddellijk worden stopgezet en moet het voertuig uit het station verwijderd worden. 2. Wanneer uit het beproevingsattest van de tank, afgeleverd door een erkende instelling (AIB-Vinçotte, Apragaz, Bureau-Veritas,), blijkt dat de tank een periodieke beproeving onderging, ten laatste 10 dagen voordat hij bij de autokeuring aangeboden werd, dient de dichtheidsproef met de gasdetector (TIF) niet uitgevoerd te worden. 935 Bevestiging van de tank op het onderstel Het bevestigingssysteem van de tank op het onderstel wordt goedgekeurd door de erkende instellingen. De erkende instellingen keuren de staat van deze tankbevestigingen. Ter gelegenheid van de jaarlijkse ADR keuringen moet de staat van de bevestiging van de tank op het onderstel eveneens gekeurd worden. Deze keuring behelst voornamelijk volgende punten : 1. Zelfdragende voertuigen: visueel nazicht van de dubbelingsplaten op barsten en scheuren (vasthechting op hun steunen). De bevestiging van de tank op het onderstel vertoont gebreken Voertuigen met een chassis: visuele controle van de bevestigingen, bouten of lassen. Losse bouten en/of scheuren aan de koppelingsplaten Batterijvoertuigen: - controle van de bevestigingen (scheuren, losse bouten); - de isolatie tussen de flessen nazien (hout en/of rubber). Voor alle opleggers : visueel nazicht van de koppelingsplaten (scheuren,losse bouten). 90

91 UITLAAT Nr OVERZICHT 940 Afscherming van de motor of uitlaat t.o.v. de lading 941 Uitlaat onder motorbrandstofreservoir(s) 942 Afscherming van de uitlaat of motor t.o.v. de gaslospomp 940 Afscherming van de motor of uitlaat t.o.v. de lading De uitlaat en de motor dienen zodanig geplaatst te worden of beschermd te zijn dat elk gevaar voor de lading tengevolge van verhitting of ontbranding uitgesloten is (de bescherming zal in het bijzonder, ingeval van een lek aan de tank, elke mogelijkheid van een directe uitvloeiing van de vervoerde vloeistof op de uitlaat voorkomen). Ontbreekt Ondoeltreffend Bevestiging en staat van de bescherming Plaatsing 1 Voertuigen voor de 1 ste maal in het verkeer gesteld na 30 juni 1999 (met homologatie): De bescherming (isolatie) werd geplaatst door de constructeur van het voertuig, de inspecteur ziet na of ze nog in goede staat is of niet werd gewijzigd. Voertuigen voor de 1 ste maal in het verkeer gesteld voor 1 juli 1999 (zonder homologatie): De bescherming zal minimum worden verzekerd door een metalen plaat die op ten minste 3 cm boven de uitlaat is bevestigd. 941 Uitlaat onder motorbrandstofreservoir(s) De uitlaat mag niet onder het brandstofreservoir doorgaan, behalve indien hij afgeschermd is. De eventuele afscherming moet tenminste 3 cm boven de uitlaat worden geplaatst: Afwezigheid van afscherming tussen brandstofreservoir en uitlaat. Bevestiging en staat van de afscherming. Minder dan 3 cm tussen afscherming en uitlaat. 2 91

92 942 Afscherming van de uitlaat of motor t.o.v. de gaslospomp Na te zien indien: Tankcode: P... of R... omschrijving van het voertuig: FL Indien bij tankvoertuigen bestemd voor het vervoer van brandbare gassen de uitlaatinrichting of motor en de gaslospomp zich op gelijke hoogte en evenwijdig van elkaar bevinden, moeten ze zodanig van elkaar afgeschermd zijn dat er bij een eventueel lek aan de dichting van de pomp geen gasstroom op de uitlaat kan terechtkomen. Deze bescherming kan,bijvoorbeeld, bestaan uit een metalen plaat. De afscherming tussen pomp en uitlaat of de motor is onvoldoende

93 BUMPER - ZIJDELINGSE BESCHERMING Nr OVERZICHT 950 Bumper achteraan 951 Zijdelingse bescherming 952 Bescherming en stand van de kranen 953 Bescherming tegen brand voor klasse 5.1-(UN 2015) 954 Bescherming van de bovenaan geplaatste uitrustingen 950 Bumper achteraan - De achterkant van de voertuigen moet over de ganse breedte van de tank uitgerust zijn met een schokbreker (bumper) voldoende sterk om weerstand te kunnen bieden tegen aanrijdingen (impacts) achteraan. Dit cf. de geldende reglementering ( technisch reglement en instructies). Tussen de achterwand van de tank en het achterste punt van de bumper moet er een afstand zijn van ten minste 100 mm (deze afstand wordt gemeten t.o.v. de achterwand van de tank of t.o.v. van de toebehoren die in contact zijn met de vervoerde stof). - Voor voertuigen in dienst gesteld vóór 1 januari 1978 mag aanvaard worden dat deze afstand van ten minste 100 mm verkregen wordt door ter hoogte van de langsligger stevige rubberen blokken op de bumper te bevestigen. Opmerking : Bij tankvoertuigen bestemd voor het vervoer van chemische afval met een opklapbare achterbodem (de zogenaamde ruimwagens) bevinden er zich soms los- en vulleidingen op de opklapbare bodem die voorbij de bumper uitsteken. Deze toebehoren mogen in dit geval beschermd zijn door een metalen beugel die op de opklapbare bodem is gemonteerd, met een weerstandsmoment tegen buiging van ten minste 20 cm 3. - Bumper ontbreekt - Niet reglementaire afstand (100 mm) - Staat / bevestiging van de bumper Staat / bevestiging van de beschermbeugel 1 93

94 951 Zijdelingse bescherming Alle tankvoertuigen. 1. De uitrustingen moeten zodanig worden geplaatst dat zij beschermd zijn tegen de risico s van afrukking of beschadiging gedurende het transport en de behandeling. 2. Nazien indien: Tankcode: L... of S... bijzondere bepalingen: TE19 voertuig in dienst gesteld vanaf 01/01/1988 De vul- en losleidingen moeten: - Hetzij ten minste 200 mm inspringen t.o.v. de buitenomtrek van de tank (300 mm bij geïsoleerde tanks); - Hetzij beschermd zijn door een profiel met een weerstandsmoment tegen buiging van ten minste 20 cm 3, dwars op de rijrichting gemonteerd. - Bescherming niet reglementair of onvoldoende - Onvoldoende afstand Bescherming en stand van de kranen - De tankopeningen moeten kunnen afgesloten worden door middel van stoppen voorzien van schroefdraad, volle flenzen of een andere doelmatige inrichting. Opmerking : Een afscherming uit kunststof is onvoldoende. - De centrale afsluiters op de losleidingen en de eindafsluiters moeten kunnen beveiligd worden tegen elk onbevoegd gebruik (automatische of manuele vergrendeling b.v. hangsloten). De stand en/of de sluitrichting van de kleppen (zowel van de bodemafsluiters als van de eindafsluiters) moet op ondubbelzinnige wijze aangegeven zijn. De afsluiting ontbreekt. - Bescherming onvoldoende. - De stand en/of sluitrichting van de kleppen is niet aangegeven. 2 94

95 953 Bescherming tegen brand voor klasse 5.1-(UN 2015) Nazien indien: Tankcode: L...(+) bijzondere bepalingen: TC2, TE9 Transporteenheden voor het vervoer van in water opgelost waterstofperoxide met een gehalte van meer dan 60% peroxide (klasse 5.1-UN2015) moeten aan de volgende eisen voldoen : - Achter de bestuurderscabine moet zich een schild uit metaal of uit een ander geschikt materiaal bevinden dat even breed moet zijn als de tank, tenzij de cabine uit moeilijk brandbare materialen is vervaardigd. - Alle vensters aan de achterzijde van de cabine of van het schild moeten hermetisch gesloten zijn; ze moeten uit vuurbestendig veiligheidsglas bestaan en in vuurvaste ramen zitten. Tussen de tank en de cabine of het schild moet een vrije ruimte van ten minste 150 mm gelaten worden. - Afwezigheid van een metalen afscherming indien: 1 de cabine niet van metaal is; 2 of indien er zich vensters aan de achterzijde van de cabine bevinden waarvoor geen attest van vuurbestendigheid kan worden getoond. - Vrije ruimte < 150 mm Bescherming van de bovenaan geplaatste uitrustingen De uitrusting en de toebehoren die op het bovenste gedeelte van de tank zijn geplaatst, moeten beschermd worden tegen beschadiging bij een eventuele kanteling - Deze bescherming kan bestaan uit versterkingsringen of beschermkappen of uit elementen hetzij in dwarsrichting of in langsrichting aangebracht en bestaand uit een profiel dat een doelmatige bescherming verzekert. NOTA : Deze bescherming wordt goedgekeurd door de erkende instelling bij de prototypekeuringen. De inspecteur ziet daarom alleen na of er zich barsten of scheuren in deze bescherming bevinden en ook of er geen toebehoren (koppelstukken, veiligheidskleppen, enz...) boven de bescherming uitsteken. - De bescherming is in slechte staat. - Toebehoren komen boven de bescherming uit

96 ALLERLEI Nr OVERZICHT 961 Beschermingsuitrusting chauffeur 962 Reglementaire stopblok 963 Waarschuwingstekens 964 ADR -brandblusapparaat 961 Beschermingsuitrusting chauffeur De veiligheidsuitrusting van de chauffeur bestaat uit : - een aansluitende veiligheidsbril om een volledige oogbescherming te verzeker-en - handschoenen - oogspoelvloeistof niet nazien indien: Tankcode: C... of P... of R... - ten minste één fluorescerende jak - ten minste één zaklamp -Beschermingsuitrusting ontbreekt of is onvolledig. - Zaklamp werkt niet Reglementaire stopblok Elk voertuig (auto of aanhangwagen) moet minstens uitgerust zijn met één stopblok, met afmetingen geschikt zowel voor het gewicht van het voertuig als de diameter van de wielen. - Stopblok ontbreekt Waarschuwingstekens Elk motorvoertuig dat gevaarlijke goederen vervoert, moet voorzien zijn van twee waarschuwingstekens die uit zichzelf rechtop kunnen staan, zoals bijvoorbeeld: - kegels of - reflecterende driehoeken of - oranje knipperlichten die onafhankelijk zijn van de elektrische installatie van het voertuig. - - De waarschuwingstekens ontbreken. - De oranje knipperlichten werken niet. 4 96

97 964 ADR -brandblusapparaat Elke transporteenheid moet in functie van zijn maximum toegelaten massa (MTM) voorzien zijn van de voorgeschreven blusapparaten met minimale inhouden volgens onderstaande tabel (*): MTM - transporteenh eid MTM > 7,5 T 3,5 T < MTM 7,5 T Brandblusser cabine 2 kg brandblusser( s) buiten cabine min. 6 kg + vervollediging tot 12 kg in het totaal 2 kg 6 kg MTM 3,5 T 2 kg 2 kg De brandblussers moeten bovendien aan volgende eisen voldoen: geschikt zijn voor de brandbaarheidsklassen A, B en C, gelood zijn, voorzien zijn van een geldigheidsetiket een Belgische of Europese goedkeuring hebben (etiket BENOR V of etiket EN + goedkeuring van een Europees land). - de brandblusser in de cabine ontbreekt of inhoud is onvoldoende - de brandblusser(s) buiten cabine ontbreken of inhoud(en) is (zijn) onvoldoende - klassen onvoldoende - loodje ontbreekt - geldigheidsetiket ontbreekt of is vervallen - goedkeuring ontbreekt of onduidelijk - de brandblusser in de cabine is niet in handbereik van de chauffeur - de brandblusser buiten cabine is niet duidelijk zichtbaar en/of slecht bereikbaar (meer dan 10 sec.nodig om hem van de steun te verwijderen) - brandblusser is niet beschermd tegen weersomstandigheden 1 De brandblusser in de bestuurderscabine moet zich in het handbereik van de chauffeur bevinden; de brandblusser(s) buiten de bestuurderscabine moeten duidelijk zichtbaar zijn opgesteld en gemakkelijk toegankelijk zijn. Hun installatie moet zodanig zijn dat ze beschermd zijn tegen de invloed van weersomstandigheden zodat hun operationele capaciteit niet beïnvloed wordt. (*) - de brandblussers voor buiten de cabine mogen zich op het trekkend voertuig of op de aanhangwagen bevinden - wanneer een trekkend voertuig zich alleen aanbiedt, moet alleen de brandblusser van de cabine aanwezig zijn. 97

98 AANDUIDINGEN ATTESTEN Nr OVERZICHT 971 Reglementaire oranje schilden of bevestigingsinrichting 972 Reglementaire aanduidingen (firmanaam + tel., tarra leeg voertuig + MTM) 973 Beproevingsattest tank 974 Kenplaat voor de voertuigen met tankcode L of S 975 Goedkeuringsbewijs inrichting afvoer elektrostatische ladingen op kunststoftanks 978 Kenplaat voor de voertuigen met tankcode C, P of R 979 Opschriften op de tanks met tankcode P of R 980 Attest remvertrager 981 Attest antiblokkeersysteem (ABS) 971 Reglementaire oranje schilden of bevestigingsinrichting Transporteenheden, die gevaarlijke goederen vervoeren, moeten voorzien zijn van twee rechthoekige reflecterende oranje schilden. Een van de schilden moet aan de voorzijde, het andere aan de achterzijde van de transporteenheid worden aangebracht, in een verticaal vlak, loodrecht op de lengteas van het voertuig. Nazicht: de aanwezigheid van hetzij het oranje schild of van zijn bevestigingsinrichting. - Het oranje schild of zijn bevestigingsinrichting ontbreekt - Gebrekkige bevestiging 4 Opmerking: Volgende zaken moeten nagezien worden: - trekker (T) : schild of bevestigingsinrichting vooraan voldoet; - aanhangwagen (R en R* ): schild of bevestigingsinrichting achteraan voldoet; - tankvoertuig of dragend motorvoertuig (C en C : schild of bevestigingsinrichting vooraan en achteraan. 98

99 972 Reglementaire aanduidingen (firmanaam + tel., tarra + MTM) Volgende aanduidingen moeten vermeld worden op de tank zelf of op een bord: - - tarra; - - de maximale toegelaten massa. Op de achterkant van de tankwagen, tankoplegger of tankaanhangwagen moeten volgende gegevens worden aangebracht: De naam of de kenletters van de ondernemer, alsmede het telefoonnummer van de ondernemer of van het kantoor van de firma dat bij een ongeval moet verwittigd worden. De minimale afmetingen van deze tekens zijn: - hoogte : 70 mm - dikte : 10 mm - Gegevens ontbreken of zijn onvolledig Beproevingsattest tank Elke tank moet vergezeld zijn van een attest afgeleverd op basis van een controle van de inwendige staat van de tank, van een dichtheidsbeproeving of van een hydraulische drukproef. Dit attest moet afgeleverd zijn door een vereniging erkend door het Ministerie van Verkeer en Infrastructuur. (A.I.B.- VINCOTTE, APRAGAZ, BUREAU VERITAS). Indien: tankcode: P of C of R : Het attest kan ook uitgereikt zijn door een van de erkende organismen: zie bijlage 11. Het attest moet ten minste volgende gegevens bevatten : - de coördinaten van de erkende instelling; - de identificatie gegevens van het voertuig; - de identificatiegegevens van de tank; - vermelding van het tankmateriaal (metaal /kunststof) - gegevens die op de kenplaat van de tank voorkomen; - de tankcode; - specificatie van uitgevoerde proef (hydr..beproev., dichtheidsbepr.,...); - bijzondere TC en TE bepalingen - de geldigheidsdatum (datum volgende periodieke proef); - datum van uitgifte en handtekening van de verantwoordelijke. - Attest ontbreekt. - De geldigheidsdatum is verstreken - De gegevens ontbreken 1 Voor de attesten uitgereikt door een van de 99

100 erkende organismen vermeld in bijlage 11: Het π teken (Griekse letter pi) gevolgd door het overeenkomstige nummer van het erkende organisme cfr. bijlage 11. Voorb.: indien TÜV: Markering: «π 0045» - Het π teken met het overeenkomstige nummer van het erkende organisme ontbreekt 974 Kenplaat voor de voertuigen met tankcode L of S Alle tanks moeten voorzien zijn van een corrosievrije kenplaat, dat derwijze dient geplaatst te worden dat ze gemakkelijk leesbaar is voor een waarnemer vanaf de grond. 1 Op de kenplaat moeten volgende gegevens zijn ingeslagen : - De kenplaat ontbreekt of is slecht leesbaar. - het nummer van het prototype (alleen voor tanks gebouwd na 01/10/1978); - naam of merk van de tankbouwer; - serienummer van de fabricage v.d tank (tanknummer); - bouwjaar (alleen voor tanks gebouwd na 01/10/1978); - beproevingsdruk op het geheel van de tank en beproevingsdruk per compartiment indien lager dan voor de ganse tank; - de inhoud in liters van de tank, voor de tanks met meerdere compartimenten: de inhoud per compartiment; - datum (maand, jaar ) van de laatste periodieke proefpersing en de stempel van de erkende instelling. Tijdens elke ADR-keuring zal de inspecteur nagaan of de gegevens op de kenplaat overeenstemmen met deze die op het attest van de erkende instelling voorkomen. - De datum van de laatste periodieke proefpersing ontbreekt. - De stempel van de erkende instelling ontbreekt. - De gegevens stemmen niet overeen met het attest van de erkende instelling. Het attest van de erkende instelling wordt aan de klant terug gegeven. 100

101 975 Goedkeuringsbewijs inrichting afvoer elektrostatische ladingen op kunststoftanks Tanks uit gewapende kunststof moeten uitgerust zijn met een systeem dat de elektrostatische lading afvoert. De gebruiker dient een attest van een erkende vereniging voor te leggen (APRAGAZ, AIB- VINCOTTE, BUREAU VERITAS) waaruit blijkt dat het hoger vermelde systeem werd goedgekeurd. Dit bewijs is 3 jaar geldig voor nationaal en internationaal vervoer. Goedkeuringsattest ontbreekt of is vervallen Kenplaat voor de voertuigen met tankcode C, P of R. Hierbij dient het onderscheid te worden gemaakt tussen tankvoertuigen bestemd voor het vervoer van vloeibaar gemaakte gassen en batterijvoertuigen voor het vervoer van samengeperste gassen. 1) Tankvoertuigen voor vloeibaar gemaakte gassen. Tankcode: P... of R... : Alle tankvoertuigen moeten voorzien zijn van een corrosievrije kenplaat, die zodanig dient geplaatst te worden dat ze gemakkelijk leesbaar is voor een waarnemer vanaf de grond. - De kenplaat ontbreekt 1 Op deze kenplaat moeten volgende gegevens zijn ingeslagen: - nummer van het prototype (voor tanks gebouwd na 1/10/1978); - naam of merk van de tankbouwer; - serienummer v.d fabricage van de tank (tanknummer); - bouwjaar (enkel voor tanks gebouwd na 1/10/1978); - beproevingsdruk; de inhoud van de tank in m 3 (of in L.) - de niet-afgekorte naam van de gassen waarvoor de tank is goedgekeurd met daarnaast de vermelding van hun hoogst toegelaten vulmassa in kg. Deze gegevens mogen op een afzonderlijke plaat zijn aangebracht. - datum (maand, jaar) van de laatste proefpersingen met de stempel van de erkende instelling. Voor de attesten uitgereikt door een van de erkende organismen vermeld in bijlage 11: - De datum van de laatste periodieke proefpersing ontbreekt - De stempel van de erkende instelling ontbreekt 101

102 - Het π teken (Griekse letter pi) geeztyzavolgd door het overeenkomstige nummer van het erkende organisme cfr. bijlage 11. Voorb.: indien TÜV: Markering: «π 0045» Tijdens elke ADR-keuring zal de inspecteur nagaan of de gegevens van de kenplaat overeenstemmen met deze die op het attest van de erkende instelling voorkomen. - Het π teken met het overeenkomstige nummer van het erkende organisme ontbreekt - De gegevens op de kenplaat stemmen niet overeen met het beproevingsattest van de erkende instelling. Het attest van de erkende instelling wordt aan de klant teruggegeven. 2) Batterijvoertuigen voor samengeperste gassen. tankcode: C... : Op elk batterijvoertuig moet blijvend en op een gemakkelijk toegankelijke plaats een metalen corrosievrije plaat zijn bevestigd, op deze plaat moeten ten minste volgende gegevens zijn ingeslagen : - het nummer van het prototype (enkel voor de elementen gebouwd na 1/10/1978); - de naam of merk van de constructeur van de elementen; - fabricagenummer; - bouwjaar (voor elementen gebouwd na 1/10/1978); - beproevingsdruk; - de inhoud in m 3 ; - de niet-afgekorte naam van de gassen waarvoor de tank is goedgekeurd met daarnaast de vermelding van hun hoogst toegelaten vulmassa in kg; Deze gegevens mogen op een afzonderlijke plaat zijn aangebracht. - datum (maand, jaar) van de laatste periodieke proefpersingen met de stempel van de erkende instelling. Voor de attesten uitgereikt door een van de erkende organismen vermeld in bijlage 11: - Het π teken (Griekse letter pi) gevolgd door het overeenkomstige nummer van het erkende organisme cfr. bijlage 11. Voorb.: indien TÜV: Markering: «π 0045» - De datum van de laatste periodieke proefpersing ontbreekt - De stempel van de erkende instelling ontbreekt - De kenplaat ontbreekt - Het π teken met het overeenkomstige nummer van het erkende organisme ontbreekt 1 102

103 Deze gegevens mogen zich ook op elk - element afzonderlijk bevinden. - De gegevens op de kenplaat of op de flessen stemmen niet overeen met het Tijdens elke ADR-keuring zal de inspecteur nagaan of de gegevens van de kenplaat overeenstemmen met deze die op het attest van de erkende instelling voorkomen. beproevingsattest van de erkende instelling. 1 Op het raam van het batterijvoertuig moet in de omgeving van de vul/losopening een plaat met volgende aanduidingen bevinden : - de beproevingsdruk van de elementen; - de maximum toegelaten vuldruk bij 15 C; - het aantal elementen; - de niet-afgekorte naam van het gas. 979 Opschriften op de tanks met tankcode P of R Nazien indien: Tankcode: P... of R... Controle van de vullingsgraad van de tank bij - - De namen van de vervoerde vloeibaar gemaakte en diepgekoelde gassen. gassen met de maximale Voor de veiligheid van een gastank is het vulmassa's ontbreken in de respecteren van de maximaal toegelaten onmiddellijke omgeving van de vulmassa zeer belangrijk. vulopeningen De namen van de vervoerde gassen en hun maximaal toegelaten vulmassa's moeten in de onmiddellijke omgeving van de vulopeningen duidelijk zichtbaar worden vermeld. 2 De juistheid van de vermelde vulmassa's kunt - - De in de omgeving van de u nagaan door ze te vergelijken met de vulopeningen vermelde gegevens die zich op de ADR kenplaat of op vulmassa's zijn hoger dan deze het beproevingsattest van de erkende van de ADR kenplaat of het instelling bevinden. beproevingsattest 2 BELANGRIJKE OPMERKING: Indien de vulmassa's op de kenplaat of op het attest van de erkende instelling hoger zijn dan deze van de M.T.M. van de technische fiche, moeten de vulmassa's bij de vulopeningen beperkt worden tot de M.T.M. De vermelde massa s zijn hoger dan het laadvermogen. (de som van elk van de vermelde massa s en van de tarra is hoger dan de M.T.M). 103

104 980 Attest remvertrager Dit vak dient alleen nagezien te worden voor: 1. Tractors (T) voor de éérste maal in het verkeer gesteld vanaf 01 juli 1993, toegelaten om aanhangwagens te slepen met een maximale massa van meer dan 10 ton. Het attest ontbreekt of is onvolledig 2 2. Tankwagens ( C ) en dragende voertuigen (C*) voor de éérste maal in het verkeer gesteld vanaf 01 juli 1993, met een maximale massa van meer dan 16 ton of toegelaten om aanhangwagens te slepen met een maximale massa van meer dan 10 ton 3. Vanaf 01/01/2010, de voertuigen in het verkeer gesteld vóór 1 juli 1993 zoals opgenomen onder de punten 1 en 2 hierboven. Als bewijs hiervoor moet zich bij de boordpapieren van het voertuig een attest van de remvertrager bevinden, afkomstig van de constructeur of mandataris. Bij de ADR keuring van de voornoemde voertuigen moet de aanwezigheid van dit document bij het voertuig op de technische keuring worden nagezien. De inspecteur vermeldt de gewaarborgde massa (MTMS van de transporteenheid) voor de remvertrager, die op het attest van de remvertrager voorkomt, op het electronisch werkbriefje.. 104

105 981 Attest antiblokkeersysteem (ABS) Dit vak dient voor de onderstaande voertuigen vanaf 01/01/2010 te worden nagezien: 1. Tractors (T) en dragende voertuigen (C*) met een maximale toegelaten massa van meer dan 16 ton, voor de éérste maal in het verkeer gesteld vóór 01 juli Tankwagens (C) met een maximale toegelaten massa van meer dan 16 ton voor de eerste maal in het verkeer gesteld vóór 1 juli De aanhangwagens (R en R*) met een maximale toegelaten massa van meer dan 10 ton.voor de eerste maal in het verkeer gesteld vóór 01 juli Als bewijs hiervoor moet zich bij de boordpapieren van het voertuig een attest van het antiblokkeersysteem (ABS) bevinden, afkomstig van de constructeur of mandataris. Hierin moet zijn bevestigd dat het voertuig aan de technische voorschriften van ECE- Reglement nr.13 serie van amendementen 06 beantwoordt. Bij elke ADR keuring van de voornoemde voertuigen moet, tijdens de ADR keuring, de aanwezigheid van dit document bij het voertuig worden nagezien. Het plaatsen van ABS op voertuigen voor de eerste maal in het verkeer gesteld vanaf 1 juli 1993 werd op basis van dienstnota TDT/43.12/91-04-HERZ.3 gecontroleerd. - Het attest ontbreekt of is onvolledig 2 105

106 11 Gids voor de ADR-controleur 11.1 Punten te controleren Kolom 3 geeft de risicocategorie weer in overeenstemming met het KB van , gewijzigd door KB In kolom 4 vindt u de bedragen van de boetes overeenkomstig het KB van , gewijzigd door KB Nr boetecatalogus TE CONTROLEREN PUNTEN / INBREUKEN ARTIKELS ADR 2013 Risc cat BOORDDOCUMENTEN (0.1) 0/ SCHOUWINGSBEWIJS (niet ADR) (alleen voor de in België ingeschreven voertuigen) Geldigheid van meer dan 6 maand K.B. van art. 23 gewijzigd door K.B O.I. ( ) - art. 23 ter 2 II P.V. OPMERKINGEN de schouwingskaart is beperkt tot 6 maand indien de voertuigen bestemd zijn voor het vervoer in tanks. Opmerking: - een ADR -keuring is alleen noodzakelijk voor het vervoer van stoffen in bepaalde voertuigen (zie en ) 1/ VERVOERDOCUMENT EN IDENTITEITSBEWIJS Geen enkele aanduiding over het gevaarlijke karakter van de vervoerde goederen Onmogelijke identificatie van de goederen door gebrek aan gegevens of door tegenstrijdige gegevens bij het gebruik van tabel A of of (SP 640) I I Punt 1.1: Er is geen inbreuk indien de aanduidingen betreffende het gevaarlijk karakter van de goederen vermeld worden in een aan de vrachtbrief gehecht document 1.3 Niet mogelijk in gedrukte vorm voor te leggen II De hoeveelheden ontbreken of zijn onvolledig II De vermeding milieugevaarlijk ontbreekt of is onleesbaar III Andere ontbrekende gegevens Persoon die tot bemanning behoort heeft geen identiteitsbewijs met foto K.B. 28/06/2009, art III III Punt 1.6: oa. niet opgesteld in de vereiste taal; gegevens niet in overeenstemming met zoals vermelding UN bij het UNnummer, naam en adres van de bestemmeling, gegevens niet in overeenstemming met Vrijstellingen: zie punt 13 - Kopie multilateraal akkoord niet meer vereist; wel de verwijzing in het vervoerdocument (zie i)) - Let op: : vervoer volgens Vermeldingen in het vervoerdocument, zie de numerieke tabel 106

107 Nr boetecatalogus TE CONTROLEREN PUNTEN / INBREUKEN ARTIKELS ADR 2013 Risc Cat O.I. ( ) OPMERKINGEN 2/ ADR-KEURINGSDOCUMENT voertuigen FL, OX en AT (zie en ) Onbestaande Vervallen of niet geldig voor de vervoerde goederen a a I II Punt 2.1:ook keuringsdocument zonder aanduiding tankcode of zonder rubriek 8: vermelding van de remvertrager (remvertrager op motorvoertuigen verplicht vanaf 1/1/2010: zie 9.2.1) 2.3 Niet aanwezig maar geldig a III 50 - Punt 2.2: risicocat. I indien het voertuig een direct gevaar oplevert - geldigheid keuringsdocument max. 1 jaar = Punt 2.3: bevestiging door het keuringsstation of document ter plaatse brengen a verwijst naar één keuringsdocument is vereist per voertuig / OPLEIDINGSCERTIFICAAT VAN DE CHAUFFEUR Onbestaande Vervallen of niet geldig b b I I getuigschrift vereist voor alle vervoer boven de gedeeltelijke vrijstellingen ( ); ook verplicht voor voertuigen met een HTM 3,5 T./ mag beperkt zijn tot UN 1202, 1203, 1223, 3082 en geldigheid van 5 jaar = Niet aanwezig maar geldig b III 50 - Gedigheid bevestigd door FOD of document tet plaatse brengen - Opmerking: certificaat mag beperkt worden tot vloeibare brandstoffen 4/ SCHRIFTELIJKE RICHTLIJNEN 4.1 Niet aanwezig, onleesbaar of onvolledig II Niet opgesteld in de voorgeschreven taal II Niet op de voorgeschreven plaats III Andere inbreuken III / CONTAINERVERPAKKINGSCERTIFICAAT Niet aanwezig (het certificaat of de verklaring op het vervoerdocument ontbreekt), onleesbaar of onvolledig Niet mogelijk in gedrukte vorm voor te leggen I II Scope : large containers (cap > 3m³) - transport in large container die voorafgaat aan een maritiem transport 107

108 Nr boetecatalogus TE CONTROLEREN PUNTEN / INBREUKEN ARTIKELS ADR 2013 Risc Cat 6/ SIGNALISATIE VOERTUIG / TANK O.I. ( ) OPMERKINGEN ORANJE SIGNALISATIE Geen enkele signalisatie van het voertuig UN-nummer op oranje borden stemt niet overeen met de gegevens op het vervoerdocument Verkeerde gevaarscode op oranje borden I I I voertuigen ( ) vervoer in tank ( ) losgestort vervoer ( ) 2 vrijstellingen: 1) (UN 1202, 1203, 1223, 1268 en 1863) 2) (c) (vervoer in een transportketen die een traject over zee omvat) 6.4 Onvolledige signalisatie = één of meerdere oranje borden ontbreken I Punt 6.4: ook als UN-nummer en/of gevarencode ontbreken op bord 6.7 Voertuig met niet of onvoldoende afgedekte oranje borden indien geen ADR vervoer II zie ook bijlage 4: overzicht plaatsing oranje borden 6.9 Andere non-conformiteit van de oranje borden III 50 Zie numerieke tabel kolom 1 en GROTE ETIKETTEN onvolledige signalisatie = één of meerdere grote etiketten ontbreken één of meerdere grote etiketten voldoen niet aan die vermeld in kolom 5 van tabel A Voertuig met niet of onvoldoende afgedekte grote etiketten indien geen ADR vervoer of (leeg niet-gereinigd) of (leeg niet-gereinigd) II II II Grote etiketten worden geplaatst op: voertuigen (tankvervoer), containers, tankcontainers, MEGC, portable tanks, swap bodies, tank swap bodies - de etiketten moeten zich bevinden: - op de zijkanten en achteraan bij vaste of afneembare tanks en losgestort vervoer ( ) - op de zijkanten en op de uiteinden van containers, tankcontainers, MEGC, portable tanks, swap bodies en tankswapbodies ( ) - vervoer van verpakkingen : zie Andere non-conformiteit van de grote etiketten (onder meer de afmetingen) III 50 - Punt 6.8: Bvb. Verkleuring, lichte afwijkingen zoals hoekje af, lichtjes losgekomen, Zie numerieke tabel kolom 5 108

109 Nr boetecatalogus TE CONTROLEREN PUNTEN / INBREUKEN ARTIKELS ADR 2013 Risc Cat 7/ COLLI-VERVOER O.I ( ) OPMERKINGEN 7.1 COLLI MARKERING EN MERKTEKEN Identificatienummer (UN-nummer) stemt niet overeen met de gegevens op het vervoerdocument I Geen UN-markering (kenmerk) (verpakking niet getest) I Op gasflessen bevindt zich geen UN -merk maar worden de gegevens rechtstreeks ingeslagen op de borstplaat Gebruik van een niet toegelaten verpakking (zie verpakkingsinstructies) Naam van het gas is verkeerd of ontbreekt (gasrecipiënt) Identificatienummer (UN-nummer) ontbreekt of (leeg niet-gereinigd) I I II Punt 7.1.3: Verpakking niet toegelaten voor verpakkingsgroep (X, Yof Z in kenmerk): verwijst naar : T ontbreekt in kenmerk van bergingsverpakking ( ); zie (alle verpakkingen moeten conform zijn aan deel 6) De datum van de periodieke controle van gasrecipiënten is vervallen II De datum van de periodieke controle van de IBC is vervallen II Punt 7.1.7: metalen, kunststof of composiet IBC s: de IBC s met de volgende codes moeten om de 2 ½ jaar periodieke controles ondergaan: 21A, 21B, 21N, 31A, 31B,31N, 21H1, 21H2, 31H1, 31H2, 21HA1, 21HA2, 31HA1, 31HA2, 31HH1en 31HH2. (zie ook ) De gebruiksduur van bepaalde verpakkingen of IBC s is overschreden II Punt 7.1.8:kunststof verpakkingen en kunststof of composiet IBC: De volgende verpakkingen en IBC s hebben een gebruiksduur van 5 jaar: 1H1, 1H2,3H1, 3H2, 11H1, 21H1, 31H1, 11H2, 21H2, 31H2, 11HA1, 21HA1, 31HA1, 11HA2, 21HA2 en 31HA Oververpakking ontbreekt of niet in de voorgeschreven taal en/of de UN-nummers, gevaarsetiketten ontbreken II Het merkteken milieugevaarljike stoffen ontbreekt of is onleesbaar of II Het merkteken voor milieugevaarlijke stoffen is geen etiket! Andere non-conformiteit van de markering of van het merkteken , 6.1.3, 6.3.4, of III 50 - Punt : Bergingsverpakking: Oriëntatiepijlen: Grootte van UN+ nummers :

110 Nr boetecatalogus TE CONTROLEREN PUNTEN / INBREUKEN ARTIKELS ADR 2013 Risc Cat O.I. ( ) OPMERKINGEN 7.2 COLLI - ETIKETTERING Eén of meerdere etiketten ontbreken of (leeg niet-gereinigd) II Eén of meerdere etiketten stemmen niet overeen met die vermeld in kolom 5 van tabel A II Andere non-conformiteit van de etikettering (onder meer de afmetingen en de etiketten op twee tegenoverliggende zijden van IBC s) III 50 - Punt 7.2.3: Bvb. verkleuring, lichte afwijkingen zoals hoekje af, lichtjes losgekomen, 7.3 COLLI ANDERE De verpakking is niet gesloten (gevaarlijke stof niet tegengehouden) I Lekkende verpakking I Punt 7.3.2: productresten op colli: zie punt Hoeveelheden niet gerespecteerd (vullingsgraad) of vervorming van de verpakking die de stabiliteit of de veiligheid in het gedrang brengt I Samenverpakkingsverbod niet gerespecteerd I Samenladingsverbod niet gerespecteerd I Samenladingsverbod niet gerespecteerd (giftige stoffen met eetwaren of dierenvoedsel) I Punt 7.3.6: zie ( zie SP CV 28 in numerieke tabel kolom 18) Lading niet gestuwd of niet vastgezet op het voertuig I Kranen van gasrecipiënten niet conform Lading is onvoldoende gestuwd I I Punt 7.3.8: zie voor toegelaten beschermingsmiddelen Onvoldoende stuwage van de container op het voertuig I Beschadigde verpakkingen II Andere niet conformiteit - 4.1, 6.1, 6.2, 6.3, 6.5, 6.6 of III

111 Nr boetecatalogus TE CONTROLEREN PUNTEN / INBREUKEN ARTIKELS ADR 2013 Risc Cat O.I.( ) OPMERKINGEN 8/ TANKVERVOER 8.1 TANKS MARKERING Markering ontbreekt of onvoldoende - Mobiele tanks (6.7) - Metalen tanks (6.8) of of (gekoelde vloeib.gassen) (UN gascont.) of (klasse 2) II Vermelding van de tankcodes op de tanks: zie (enkel bij afneembare tanks en tankcontainers) of (klasse 2) of (MEGC) Kunststof tanks (6.9) Datum van de periodieke controle vd tank is vervallen II NB: vermelding van T-code op UN-tankcontainers is verplicht voor tanks gebouwd vóór 1/1/2014 die reeds een 2,5- jaarlijkse keuring ondergaan hebben 8.2 TANKS ANDERE Tankcode: zie numerieke tabel kolom 10 en Stof niet toegelaten in tanks (zie kolom 10/12 tabel A) I Tank niet gesloten of lek aan de tank of zijn uitrusting Hoeveelheden niet nageleefd (vullingsgraad) - Mobiele tanks of of of of of I I Punt 8.2.2: productresten aan de buitenkant van de tank: zie 14.4 en Vaste tanks, tankcontainers, of of Kunststof tanks - Druk/vacuümtanks voor afvalstoffen Regel deelbelading 20%-80% niet nageleefd of I Tankcontainer voldoet niet aan de vereisten van de tankcode of de bijzondere bepalingen voor de vervoerde stof of of of of of I Onvoldoende stuwage van de container op chassis I Buitengewone keuring niet uitgevoerd na herstelling, wijziging of ongeval I Afsluitinrichting van de tank niet gesloten of II Andere niet conformiteit met de tank tot 4.5, 4.7, 6.7 tot 6.10 of 6.12 III

112 Nr boetecatalogus TE CONTROLEREN PUNTEN / INBREUKEN ARTIKELS ADR 2013 Risc Cat 9/ LOSGESTORT VERVOER O.I. ( ) OPMERKINGEN 9.1 Losgestort vervoer niet toegelaten I 1500 Zie numerieke tabel kolom Lek Gevaarlijke stof niet toegelaten in dat type voertuig/container I I Punt 9.2: productresten aan de buitenkant van het voertuig/container zie 14.4 en Losgestorte stof niet gelijkmatig verdeeld op de laadvloer I Container di qua constructie niet geschikt is I Stouwen van de container op voertuig is onvoldoende I Non-conformiteit met de bijzondere bepalingen II Punt 9.7: Bvb: dekzeil 10/ VERVOERSVERBOD 10.1 Vervoer van de stof niet toegelaten I / UITRUSTING BRANDBLUSSERS 11.1 Brandblusser: - met onvoldoende capaciteit; - buiten dienst (manometer op nul, slang afgebroken, ); - niet conform ( gelijkvormingheidsmerktem ontbreekt); - geldigheidsdatum of controle datum ontbreekt of is overschreden; - niet geschikt voor alle brandbaarheidsklassen; afwezig , , of van bijlage bij het KB van 28 juni 2009 II 250 HTM 3,5 T cabine: min 2 kg buiten: min 2 kg 3,5T<HTM 7,5 T cabine: min 2 kg buiten: min 6 kg HTM > 7,5 T cabine: min 2 kg buiten: min 6 kg +aanvulling tot 12 kg in totaal 11.4 Non conformiteit met betrekking tot de brandblusser III 50 - Punt 11.4: Bvb. loodje ontbreekt ANDERE UITRUSTING Ontsnappingsmasker voor noodgevallen ontbreekt II Per ander ontbrekend element dan dat vermeld onder III

113 Nr boetecatalogus TE CONTROLEREN PUNTEN / INBREUKEN ARTIKELS ADR 2013 Risc Cat 12/ BIJZONDERE MARKERING O.I. ( ) OPMERKINGEN 12.1 Geen merkteken of onleesbaar merkteken voor: - de stoffen op hoge temperatuur; - milieugevaarlijke stoffen of II Punt 12.1: 5.3.3: zie SP 580 in numerieke tabel kolom Geen verwittigingssignaal of verwittigingssignaal onleesbaar voor voertuigen of containers onder fumigatie II Opschriften op de achterkant van de tank ontbreken van bijlage bij het K.B. van III Andere niet conformiteit , of III 50 13/ VRIJSTELLINGEN 13.1 LIMITED QUANTITIES: de voorschriften onder hoofdstuk 3.4 of 3.5 worden niet nageleefd of 3.5 II Punt 13.1: 13.2 TOTALE VRIJSTELLINGEN: Er wordt niet voldaan aan de voorwaarden om gebruik te maken van de totale vrijstelling II 250 LQ : nog van toepassing tot 30/06/2015: UN1599 UN 1597 LQ of UN1597 Van toepassing sinds 01/01/2011: of 113

114 Nr boetecatalogus TE CONTROLEREN PUNTEN / INBREUKEN ARTIKELS ADR 2013 Risc Cat 14/ ANDERE VOORSCHRIFTEN O.I. ( ) OPMERKINGEN 14.1 ORGANISCHE PEROXIDEN EN ZELFONTLEDENDE STOFFEN: Niet nageleefde beperking van de vervoerde hoeveelheden I ROOKVERBOD, LAMP (S2): Het rookverbod wordt niet in acht genomen of er wordt een niet-conform verlichtingsapparaat gebruikt (S2) (lamp) (rookverbod) I Elektrische uitrusting of reminrichting is niet conform of de connectoren zijn niet aangesloten tussen het motorvoertuig en de aanhangwagen , of I Resten van stoffen van VG I op de buitenkant van: de tank de verpakking het voertuig, de container (bulk) I Punt 14.4: ook in geval van leeg niet-gereinigd Resten van stoffen van VG II of III op de buitenkant van: de tank de verpakking het voertuig, de container (bulk) Reiniging van het voertuig of container niet uitgevoerd (bij losgestort vervoer of wanneer gevaarlijk product uit colli is vrijgekomen) Non-conformiteit mbt het brandstofreservoir Non-conformiteit mbt de definitie van transporteenheid De bewaking van het voertuig ontbreekt Non-conformiteit met de definitie bemanning van het voertuig Niet conformiteit m.b.t. de bijzondere bepalingen tijdens het transport Niet nageleefde bijzondere bepalingen die van toepassing zijn op welbepaalde stof of voorwerp (product uit colli) (losgestort) (CV1, CV14, CV20 t.e.m. CV28 en CV34 t.e.m. CV36), 8.4 ou 8.5 (S2 t.e.m. S4, S8 t.e.m. S10 en S13 t.e.m. S24) II II II II II III II III Punt 14.5: ook in geval van leeg niet-gereinigd - Punt 14.7: max. capaciteit reservoir = 1500 liter max. capaciteit van draagbare reservoirs = 60 liter - Punt 14.10: bvb. een verklaring van de verzender of van de vervoerder mag vereist worden Andere niet conformiteit met betrekking tot het voertuig - Deel 9 III

115 Nr boetecatalogus TE CONTROLEREN PUNTEN / INBREUKEN ARTIKELS ADR 2013 Risc Cat 15/ VERKEERSBORDEN / ROUTE 15.1 Verkeersbord C24a, b en c - het niet-respecteren van verkeersbord C24 a - het niet-respecteren van verkeersbord C24 b - het niet-respecteren van verkeersbord C24 c - art. 48 bis 2 van het K.B. van houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, gewijzigd door het K.B. van M.B (lijst van de producten in bijlage ) O.I. ( ) 150 OPMERKINGEN Verplichting tot het volgen v/d autosnelwegen - verplichting niet gerespecteerd - art 48 bis 1 van het K.B. van houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, gewijzigd door het K.B. van OPMERKING: KB 11 juni 2011: Als eenzelfde vervoer meer dan één voorschrift overtreedt, mag de totale gevorderde som niet meer dan 2500 EUR bedragen. Deze som wordt teruggebracht tot 1250 EUR wanneer de voorschriften van onderafdeling Vrijstellingen in samenhang met per transporteenheid uit bijlage A bij het ADR vervoerde hoeveelheden kunnen wordentoegepast. Wanneer wordt vastgesteld dat het vervoer in gevaar wordt gebracht door zeer ernstige of herhaalde inbreuken, moet U de bevoegde overheid hiervan op de hoogte brengen = zie

116 11.2 Resultaten van de controles op de weg Evolutie van het aantal inbreuken per gecontroleerd voertuig door de dienst ADR sinds 1994 en de politie sinds 1997: 2 1,8 1,87 Aantal inbreuken per gecontroleerde voertuig 1,6 1,56 1,53 1,44 Dienst ADR Politie 1,4 1,2 1 0,8 0,6 0,4 0,2 1,32 1,33 1,25 1,18 1,11 1,13 1,02 0,97 0,95 0,95 0,87 0,84 0,86 0,84 0,82 0,74 0,69 0,58 0,59 0,51 0,42 0,29 0,2 0,34 0,34 0,3 0,41 0,2 0, Evolutie van het aantal gecontroleerde voertuigen door de politie en de controleurs van de dienst ADR 6000 Aantal gecontroleerde voertuigen T:5178 T: T: Dienst ADR Politie T:3417 T:3835 T:3977 T: T: T: T: T:

117 12 Vrijstellingen en afwijkingen 12.1 Gedeeltelijke vrijstellingen (voertuigen die niet aan het ADR onderworpen zijn): Gevaarlijke goederen mogen in colli vervoerd worden aan boord van een transportéénheid zonder dat welbepaalde ADR-voorschriften van kracht zijn, op voorwaarde dat de maximale getransporteerde hoeveelheid welbepaalde limietwaarden niet overschrijdt. Deze limietwaarde hangt af van de vervoerscategorie. De vervoerscategorie is terug te vinden in de lijst van de gevaarlijke stoffen (in 4 talen). Aan de hand van het UN-nummer en de verpakkingsgroep van de te vervoeren stof, kan men de vervoerscategorie (0,1,2,3 of 4) terugvinden in kolom 14 van de viertalige lijst van gevaarlijke stoffen. ( Het verband tussen de vervoerscategorie, de limietwaarde en de vermenigvuldigingsfactor is de volgende: Vervoerscategorie Maximale totale hoeveelheid per transporteenheid Vermenigvuldigingsfactor ongelimiteerd 0 Deze limietwaarde komt overeen met: - Voor voorwerpen, de bruto massa in kg (voor voorwerpen van klasse 1, de netto massa van de ontplofbare stof in kg; voor de in tabel A van het ADR gespecificeerde gevaarlijke goederen in machines of in apparatuur, de totale hoeveelheid erin vervatte gevaarlijke goederen in kilogram of in liter al naargelang het geval)voor voorwerpen; - de netto massa in kg voor vaste stoffen, vloeibaar gemaakte gassen, sterk gekoelde vloeibaar gemaakte gassen en onder druk opgeloste gassen; - de nominale inhoud in liter van het recipiënt voor vloeistoffen en samengeperste gassen (waterinhoud van de fles) De volgende voorschriften blijven echter wel van kracht : - deze die betrekking hebben op de verpakking (9.1.1) - deze die betrekking hebben op de etikettering (9.1.2) - deze die betrekking hebben op de aanduidingen op de verpakking (9.1.3) - deze die betrekking hebben op het vervoerdocument (9.2.1) - deze die betrekking hebben op het schouwingsbewijs van de technische keuring (9.2.4) - deze die betrekking hebben op het stuwen van de lading (9.3.3) - deze die betrekking hebben op de zijdelingse en achterste wanden (9.3.4) - deze die betrekking hebben op de ventilatie (9.3.6) 117

118 Indien u van deze vrijstelling gebruikt maakt, rekening houdende met bovenstaande voorwaarden, moet in het vervoerdocument de totale hoeveelheid per vervoerscategorie vermeld worden. Voorbeelden: 1) Transport van één gevaarlijke stof Hoe kan u nagaan of u kan gebruik maken van een gedeeltelijke vrijstelling voor het transport van 200 liter benzine, UN nr.1203, verpakkingsgroep II? a) De vervoerscategorie opzoeken in kolom 14 van de 4-talige stoffenlijst ( ) voor het product met UN 1203 en verpakkingsgroep II. UN-nummer Benaming & Beschrijving Verpakkingsgroep Vervoerscategorie (1) (2) (8) (13) 1203 BENZINE II 2 b) In bovenstaande tabel (tab13_1) vindt u voor de vervoerscategorie 2, 333 als maximaal toegelaten hoeveelheid. Daar het hier gaat om een vloeistof, stelt dit getal de maximaal toegelaten hoeveelheid in liter (vol13_1) voor die u mag vervoeren om gebruik te maken van een gedeeltelijke vrijstelling, op voorwaarde dat de hierboven vermelde voorschriften worden gerespecteerd. (voorshr13_1) 2) Transport van meerdere stoffen die tot verschillende vervoerscategorieën behoren: Hoe kan u nagaan of u kan gebruik maken van een gedeeltelijke vrijstelling voor het transport van: liter zwavelzuur, UN nr.1830, verpakkingsgroep II en liter ethanol, UN nr.1170, verpakkingsgroep III a) De vervoerscategorie opzoeken in kolom 14 van de 4-talige stoffenlijst ( ) voor het product met UN 1830 en verpakkingsgroep II. UN-nummer Benaming & Beschrijving Verpakkingsgroep Vervoerscategorie (1) (2) (8) (13) 1830 ZWAVELZUUR II 2 b) In de tabel hierboven (tab13_1) vindt u voor de vervoerscategorie 2, de waarde 3 als vermenigvuldigingsfactor. c) Vermenigvuldig de te vervoeren hoeveelheid met 3; dit geeft 150 x 3 = 450 (A). 118

119 d) Zoek voor de stof UN 1170, verpakkingsgroep III, de vervoerscategorie op in kolom 14 van de 4-talige stoffenlijst ( ). UN-nummer Benaming & Beschrijving Verpakkingsgroep Vervoerscategorie (1) (2) (8) (13) 1170 ETHANOL III 3 e) In de tabel hierboven (tab13_1) vindt u voor de vervoerscategorie 3, de waarde 1 als vermenigvuldigingsfactor. f) Vermenigvuldig de te vervoeren hoeveelheid met 1; dit geeft: 400 x 1 = 400 (B) g) (A) en (B) optellen ; dit geeft : = 850 Daar de som van (A) en (B) 1000 niet overschrijdt, kan u gebruik maken van de gedeeltelijke vrijstelling, op voorwaarde de hierboven vermelde voorschriften worden gerespecteerd (voorshr13_1). 3) Transport van lege niet-gereinigde verpakkingen die gevaarlijke stoffen hebben bevat: Hoe kan u nagaan of u kan gebruik maken van een gedeeltelijke vrijstelling voor het transport van: gasflessen die propaan hebben bevat, UN nr niet-gereinigde vaten die aceton hebben bevat; UN nr.1090 Daar de meerderheid van de lege niet-gereinigde verpakkingen tot de vervoerscategorie 4 behoren, is de vermenigvuldigingsfactor 0 (tab13_1). Bijgevolg kan u gebruik maken van de gedeeltelijke vrijstelling, ongeacht de te vervoeren hoeveelheid, op voorwaarde dat de hierboven vermelde voorschriften worden gerespecteerd. (voorshr13_1) Opmerking: In overeenstemming met de afwijking 6.97 (d6_1997), mag op het vervoerdocument, in het geval van transport van lege niet-gereinigde recipiënten die producten van de klassen 2, 3, 4.1, 4.3, 5.1, 5.2, 6.1, 8.1 en 9 hebben bevat, de volgende vermelding staan: lege niet-gereinigde recipiënten die producten van verschillende klassen hebben bevat. 119

120 12.2 Volledige vrijstellingen: (met een algemeen karakter) Voor het transport van colli, zijn de voorschriften van het ADR niet van toepassing in de volgende gevallen: 1) Vrijstellingen die samenhangen met de aard van het vervoersproces: de bepalingen van het ADR zijn niet van toepassing op: a) het vervoer van gevaarlijke goederen door particulieren, indien die goederen verpakt zijn voor de verkoop in de detailhandel en bestemd zijn voor hun persoonlijk of huishoudelijk gebruik of voor hun vrijetijds- of sportactiviteiten ; dit op voorwaarde dat maatregelen genomen werden om lekkage van de inhoud onder normale vervoersvoorwaarden te vermijden. Wanneer deze goederen brandbare vloeistoffen zijn, vervoerd in hervulbare recipiënten die door, of voor een particulier gevuld worden, mag de totale hoeveelheid niet groter zijn dan 60 liter per recipiënt en 240 liter per transporteenheid. Er wordt van uitgegaan dat de gevaarlijke goederen in IBC s, grote verpakkingen of tanks niet verpakt zijn voor de verkoop in de detailhandel. b) het vervoer van machines of materiaal, die niet in onderhavige bijlage vermeld zijn en die bijkomend gevaarlijke goederen bevatten in hun structuur of in hun werkingscircuits; dit op voorwaarde dat maatregelen genomen werden om lekkage van de inhoud onder normale vervoersvoorwaarden te vermijden; c) het vervoer verricht door ondernemingen, dat ondergeschikt is aan hun hoofdactiviteit zoals leveringen aan bouwwerven of verband houdt met opmetingen, reparaties of onderhoud; dit in hoeveelheden van ten hoogste 450 liter per verpakking en met inachtname van de in 13.1 (e13_1) gespecificeerde maximale hoeveelheden. Er dienen maatregelen genomen te worden om lekkage van de inhoud onder normale vervoersvoorwaarden te vermijden. Deze vrijstellingen zijn niet van toepassing op klasse 7. Het vervoer dat door dergelijke ondernemingen verricht wordt voor hun bevoorrading of externe dan wel interne distributie valt evenwel niet onder het toepassingsgebied van deze vrijstelling; d) het vervoer dat uitgevoerd wordt door - of onder toezicht staat van de interventiediensten, voor zover het noodzakelijk is in verband met de interventie bij een noodgeval, meer in het bijzonder vervoer uitgevoerd: - door takelwagens die voertuigen verplaatsen dewelke bij een ongeval betrokken waren of defect zijn en die gevaarlijke goederen bevatten; of; - om de bij een incident of ongeval betrokken gevaarlijke goederen te omsluiten, te recupereren en ze naar een veilige plaats over te brengen; e) het vervoer bij noodsituaties, bedoeld om mensenlevens te redden of het milieu te beschermen; dit op voorwaarde dat alle maatregelen genomen worden die nodig zijn om te garanderen dat dergelijk transport volledig uitgevoerd wordt. f) het vervoer van lege, niet gereinigde vaste opslagreservoirs die gassen van de groepen A, O of F van klasse 2, stoffen van de verpakkingsgroepen II of III van klasse 3 of 9, of pesticiden van de verpakkingsgroepen II of III van klasse 6.1 hebben bevat, indien aan volgende voorwaarden is voldaan: - alle openingen, behalve de decompressieinrichtingen (indien die geïnstalleerd zijn), zijn hermetisch afgesloten ; - maatregelen werden getroffen om lekkage van de inhoud onder normale vervoersvoorwaarden te verhinderen ; en 120

121 - de lading is zodanig vastgezet op onderstellen, in kratten of andere manipulatieinrichtingen of op het voertuig of in de container dat ze onder normale vervoersvoorwaarden niet kan loskomen of zich verplaatsen. Deze vrijstelling geldt niet voor vaste opslagreservoirs die ontplofbare stoffen in niet-explosieve toestand hebben bevat, of stoffen waarvan het vervoer door het ADR verboden is. 2) Vrijstellingen die samenhangen met het vervoer van gassen bepalingen van het ADR zijn niet van toepassing op het vervoer van: a) gassen vervat in de reservoirs van een voertuig dat een transportoperatie uitvoert, en die dienen voor de voortstuwing daarvan of voor de werking van zijn bijzondere uitrusting (bijvoorbeeld koelinrichtingen); b) gassen die zich in de brandstofreservoirs van vervoerde motorvoertuigen bevinden; de brandstofkraan tussen het brandstofreservoir en de motor moet gesloten en het elektrische contact moet onderbroken zijn; c) gassen van de groepen A en O (overeenkomstig ), waarvan de druk in het recipiënt of in de tank, bij een temperatuur van 20 C, niet hoger is dan 200kPa (2bar) en indien het gas geen vloeibaar gemaakt gas of sterk gekoeld, vloeibaar gemaakt gas is; dit geldt voor alle types van recipiënten of tanks, bijvoorbeeld ook voor de verschillende onderdelen van de machines of van de apparaten; d) gassen vervat in de uitrusting die voor de werking van het voertuig gebruikt wordt (bijvoorbeeld brandblusapparaten) met inbegrip van de wisselstukken (bijvoorbeeld opgepompte banden) ; deze vrijstelling geldt ook voor opgepompte banden die als lading vervoerd worden e) gassen die zich in bijzondere inrichtingen van de voertuigen bevinden en voor de werking van deze inrichtingen tijdens het vervoer nodig zijn (koelsystemen, viskaren, verwarmingsapparaten,enz.), evenals de reserverecipiënten voor dergelijke inrichtingen en de lege, niet gereinigde omruilrecipiënten die met dezelfde transporteenheid vervoerd worden; f) gassen die zich in voedingswaren of dranken bevinden. 2) Vrijstellingen in samenhang met het vervoer van vloeibare brandstoffen de bepalingen van het ADR zijn niet van toepassing op het vervoer van: a) de brandstof, vervat in de reservoirs van een voertuig dat een transportoperatie uitvoert, en die dient voor zijn voortstuwing of voor de werking van een van zijn uitrustingen. De brandstof mag vervoerd worden in vaste brandstofreservoirs, rechtstreeks verbonden met de motor of met de hulpuitrusting van het voertuig en conform aan de desbetreffende reglementaire bepalingen, of in draagbare brandstofrecipiënten (zoals jerrycans). De totale inhoud van de vaste reservoirs mag niet groter zijn dan 1500 liter per transporteenheid, en deze van een reservoir dat op een aanhangwagen gemonteerd is mag niet groter zijn dan 500 liter. Ten hoogste 60 liter per transporteenheid mag vervoerd worden in draagbare brandstofreservoirs. Deze beperkingen zijn niet van toepassing op voertuigen die door de hulpdiensten gebruikt worden. 121

122 b) de brandstof, vervat in de reservoirs van voertuigen of andere transportmiddelen (zoals schepen) die als lading vervoerd worden, wanneer deze bestemd is voor hun voortstuwing of voor de werking van één van hun uitrustingen. De kranen tussen de motor of de uitrusting en het reservoir moeten tijdens het vervoer gesloten zijn, behalve wanneer het noodzakelijk is dat deze uitrusting blijft werken. In voorkomend geval moeten de voertuigen of andere transportmiddelen rechtop geladen worden en beveiligd worden tegen elke val Volledige vrijstellingen: (Bijzondere gevallen) TRANSPORT VAN ELEKTRISCHE ACCUMULATOREN (UN 2794,UN 2795,UN 2800 EN UN 3028) Rekening houdende met de hieronder vermelde voorschriften, zijn de onderstaande voorwerpen niet onderworpen aan het ADR. a) Nieuwe accumulatoren op voorwaarde dat: - ze zodanig vastgezet zijn dat ze niet kunnen glijden, vallen of beschadigd worden; - ze voorzien zijn van inrichtingen voor het vastgrijpen, behalve wanneer ze gestapeld zijn bvb.op paletten; - er langs de buitenkant geen gevaarlijke sporen zijn (zuren of basen); - ze beschermd zijn tegen kortsluitingen. b) Gebruikte accumulatoren op voorwaarde dat: - ze geen beschadigingen vertonen aan hun huizen; - ze voorzien zijn van inrichtingen voor het vastgrijpen, behalve wanneer ze gestapeld zijn bvb.op paletten; - er langs de buitenkant geen gevaarlijke sporen zijn (zuren of basen); - ze beschermd zijn tegen kortsluitingen. Met gebruikte accumulatoren wordt bedoeld: accumulatoren die op het einde van hun normaal gebruik vervoerd worden om gerecycleerd te worden TRANSPORT VAN BRANDBLUSSERS (UN 1044) De brandblussers (UN 1044) zijn niet onderworpen aan het ADR, op voorwaarde dat: - ze voorzien zijn van een bescherming tegen het ongewild functioneren; - ze gefabriceerd en gevuld zijn overeenkomstig de reglementeringen van het land van vervaardiging; - ze zich in een stevige buitenverpakking bevinden. 122

123 TRANSPORT VAN GIETASFALT In overeenstemming met de bijzondere bepaling 643 van hoofdstuk 3.3 van het ADR voor het transport van UN 3257 (verwarmde vloeistof, n.e.g.) en UN 3258 (verwarmde vaste stof, n.e.g.), is gietasfalt niet onderworpen aan de voorschriften die van toepassing zijn op de klasse TRANSPORT VAN ASBEST Bijzonder bepaling 168 van paragraaf Asbest, dat zodanig in een natuurlijk of kunstmatig bindmiddel (zoals cement, kunststof, asfalt, harsen of mineralen) gedompeld of gefixeerd is dat tijdens het vervoer geen gevaarlijke hoeveelheden inadembare asbestvezels kunnen vrijkomen, is niet onderworpen aan de voorschriften van het ADR. Afgewerkte voorwerpen die asbest bevatten en niet voldoen aan deze bepaling, zijn toch niet onderworpen aan de voorschriften van het ADR indien ze zodanig verpakt zijn dat tijdens het vervoer geen gevaarlijke hoeveelheden inadembare asbestvezels kunnen vrijkomen TRANSPORT VAN VERF UN 1263 Paragraaf van het ADR De homogene niet-giftige, niet-bijtende en niet-milieugevaarlijke oplossingen en mengsels met een vlampunt van 23 C of hoger (viskeuze stoffen, zoals verven en vernissen, met uitsluiting van de stoffen die meer dan 20 % nitrocellulose bevatten) en verpakt in recipiënten met een capaciteit van minder dan 450 liter, zijn niet onderworpen aan de voorschriften van het ADR indien bij de afscheidingsproef van het oplosmiddel (zie Handboek van testen en criteria, deel III, onderafdeling ) de hoogte van de afgescheiden laag oplosmiddel kleiner is dan 3 % van de totale hoogte, en indien de stoffen bij 23 C - bij de bepaling van de viscositeit door middel van een aftapbeker volgens ISO met een uitloopstuk van 6 mm diameter - een uitlooptijd hebben van : a) ten minste 60 seconden, of b) ten minste 40 seconden als ze niet meer dan 60 % stoffen van klasse 3 bevatten. NOTA: In overeenstemming met de bijzondere bepaling 650: Het losgestort vervoer van afval dat bestaat uit resten van verpakkingen, vast geworden verfresten en vloeibare verfresten is toegelaten in voertuigen met dekzeil, gesloten containers of grote containers met dekzeil, alle met volle wanden. De bak van de voertuigen of containers moet dicht zijn of dicht gemaakt worden, bijvoorbeeld met behulp van een geschikte inwendige bekleding van voldoende stevigheid TRANSPORT VAN INSTRUMENTEN EN VOORWERPEN DIE KWIK BEVATTEN (UN 2809) In overeenstemming met de bijzondere bepaling 599 van hoofdstuk 3.3 van het ADR voor het transport van UN 2809.: instrumenten en voorwerpen die niet meer dan 1 kg kwik bevatten, zoals thermometers en barometers, zijn niet onderworpen aan de voorschriften van het ADR. 123

124 12.4 Multilaterale akkoorden en nationale afwijkingen Multilaterale akkoorden De teksten kunnen geraadpleegd worden op de volgende website: Nationale afwijkingen De nationale afwijkingen gebaseerd op artikel 6.9 van de richtlijn 94/55/CE zijn : De Directeur-generaal, Afwijking Gelet op het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg met uitzondering van de radioactieve en de explosieve stoffen; Gelet op het advies van de dienst Vervoer van Gevaarlijke Goederen van de F.O.D. Mobiliteit en Vervoer; Overwegend dat het niet mogelijk is om bij het vervoer van lege, niet gereinigde colli die producten hebben bevat die tot verschillende klassen behoren, de aanduiding "lege, niet gereinigde houders, vervolledigd met de klassen ", in het vervoersdocument te vermelden; Overwegend dat volgende afwijking dient te worden verleend BESLUIT Artikel l : In afwijking van paragraaf van het ADR mag het vervoersdocument in het geval van het transport van lege, niet gereinigde houders, die producten van de klassen 2, 3, 4.1, 4.3, 5.1, 5.2, 6.1, 8.1 en 9 volgende aanduiding vermelden: "lege, niet gereinigde houders die producten van verschillende klassen hebben bevat". Artikel 2 : De andere ADR-voorschriften in het bijzonder deze met betrekking tot de verpakking en haar etikettering blijven van toepassing. Artikel 3: Er moet zich een exemplaar van deze afwijking aan boord van het voertuig bevinden. Artikel 4 : Deze afwijking is enkel geldig in nationaal vervoer. De Directeur generaal, H. COURTOIS 124

125 Afwijking Gelet op het koninklijk besluit van 9 maart 2003 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen; Gelet op de aanvraag van de Federatie van Bedrijven voor Milieubeheer (FEBEM) VZW, Leuvensesteenweg, 613, 1930 Zaventem, waarbij om een afwijking wordt verzocht van bepaalde ADR voorschriften voor het vervoer van klein gevaarlijk afval afkomstig van huishoudelijke oorsprong of van kleine en middelgrote onderneming (KMO s) om opgewerkt, gestort of door middel van verbranding of een andere verwerkingsmethode vernietigd te worden; Gelet op artikel 6, lid 9 van de Richtlijn 94/55/EG van de Raad van 21 november 1994 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der Lidstaten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, zoals gewijzigd door de Richtlijn 2000/61/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 10 oktober 2000; Gelet op het feit dat de praktijk aantoont dat de strikte toepassing van het ADR meermaals een belemmering vormt bij de gescheiden inzameling van klein gevaarlijk afval zoals dit momenteel wordt toegepast; Gelet op de bestaande afwijking 3-95 die moet geactualiseerd worden en aangepast aan de bepalingen van de geherstructureerde ADR; Gelet op het advies van de Directie ADR van het Directoraat-generaal Vervoer te Land; Overwegend dat de hiernavolgende afwijking moet worden verleend. Besluit: Art.1.- Deze afwijking heeft betrekking op het vervoer van kleine hoeveelheden gevaarlijk afval naar een vernietigings- of behandelingcentrum. Deze afval.is van huishoudelijke oorsprong of afkomstig van kleine en middelgrote ondernemingen (K.M.O s) en bevat stoffen van volgende klassen: Afval van huishoudelijke oorsprong 2: enkel UN 2037 gaspatronen van de groepen A, O en F, UN 1044 brandblusapparaten en UN 1950 spuitbussen, 3, 4.1, 6.1, 6.2, enkel gebruikte injectienaalden, afgeknipte capillairen, bloedbuizen en soortgelijke voorwerpen die normaal bij de verzorging van patiënten aan huis worden gebruikt, 8 en 9 Afval van kleine en middelgrote ondernemingen (hoeveelheden per onderneming minder dan aangeduid in van het ADR met uitzondering van UN 2794 gebruikte accumulatoren gevuld met vloeibare elektrolyt indien deze in een zuurbestendige lekbak van voldoende capaciteit worden vervoerd). 2: enkel UN 2037 gaspatronen van de groepen A, O en F, UN 1044 brandblusapparaten en UN 1950 spuitbussen, 3, 4.1, 4.2: enkel filtermatten afkomstig van garagebedrijven, 6.1, 6.2, 8 en 9. Art. 2.- De verpakkingen die de afval bedoeld in artikel 1 bevatten worden opgehaald door hiervoor erkende firma s en geplaatst in buitenrecipiënten conform artikels 5 en 6. Het afval afkomstig van kleine en middelgrote ondernemingen, zoals gedefinieerd onder artikel 1, wordt opgehaald door hiervoor gespecialiseerde ophalers op het terrein van de onderneming zelf of op door de onderneming voorziene ophaalplaatsen; Art. 3 - Tijdens het vervoer moeten volgende ADR -voorschriften worden nageleefd: paragraaf betreffende het vervoerdocument, met dien verstande dat naast de identificatiegegevens van de vervoerder alleen deze van de bestemmeling en de 125

126 aanduiding klein gevaarlijk afval van de klassen 2, 3, 4.1, (4.2), 6.1, 6.2, 8 en 9 moet worden vermeld, paragraaf betreffende de brandblusmiddelen, paragrafen en betreffende de opleiding van de chauffeurs, hoofdstuk 8.3 betreffende de diverse voorschriften die door de bemanning van het voertuig nageleefd dienen te worden, met uitzondering van paragraaf (openen van de verpakking), paragraaf betreffende de signalisatie, paragraaf betreffende de overige uitrustingen en de in artikel 4 van dit besluit vermelde uitrustingen, paragraaf betreffende de schriftelijke richtlijnen met dien verstande dat deze instructies mogen beperkt worden tot één gevarenkaart per buitenrecipiënt, de buitenrecipiënten moeten voldoen aan de artikels 5 en 6, het voertuig moet voldoen aan artikel 7, de verpakkingen die de afval bedoeld in artikel 1 bevatten moeten gesloten zijn behalve indien de mogelijke risico s worden geneutraliseerd. Art.4 In het voertuig dient ten minste volgende veiligheidsuitrusting aanwezig te zijn: een goed aansluitende veiligheidsbril, een zuurbestendige overall, zuurbestendige veiligheidshandschoenen, zuurbestendige laarzen, een oogspoelfles gevuld met zuiver water, Art. 5 - De buitenrecipiënten waarin de verpakkingen met gevaarlijk afval, zoals gedefinieerd onder artikel 1, worden ondergebracht moeten stabiel, degelijk en resistent tegen de vervoerde producten zijn. Zij moeten behoorlijk op het voertuig worden gestuwd, zodat zij tegen alle verplaatsingen in dwars of lengterichting of tegen stoten beschermd zijn. Elk buitenrecipiënt moet tijdens het vervoer gesloten zijn, behalve tijdens de inzamelhandelingen aan huis van klein gevaarlijk afval van huishoudelijke oorsprong. Deze laatste eis geldt niet voor accu s die in speciaal hiertoe vervaardigde accu-bakken zijn geplaatst; Art. 6 Voor het verpakken van de in artikel 1 toegelaten stoffen moeten volgende voorschriften worden gerespecteerd: Voor de toegelaten stoffen en voorwerpen van de klassen 2, 3, 4.1 en 6.2 is voor elke klasse een afzonderlijke buitenrecipiënt aanwezig, Stoffen en voorwerpen van de klassen 6.1 en 9 mogen in dezelfde buitenrecipiënt worden ondergebracht, Voor de stoffen en voorwerpen van klasse 8 zijn afzonderlijke recipiënten aanwezig voor respectievelijk zuren, basen en accu s; de accu s mogen ook worden ondergebracht in speciaal hiervoor vervaardigde accu bakken. De buitenrecipiënten moeten een passend opschrift dragen zoals b.v. solventen, verven, zuren, alkalische stoffen, enz - met de overeenstemmende gevaarsetiketten, De buitenrecipiënten voor afvalstoffen die tot de verpakkingsgroep I behoren moeten voorzien zijn van een UN markering voor verpakkingen van verpakkingsgroep I ( X ). Voor afvalstoffen die tot verpakkingsgroep II of III behoren is geen UN markering nodig. Art. 7 Voor de voertuigen zijn de volgende voorschriften van toepassing: het voertuig is ingericht voor het vervoer van goederen, het voertuig beschikt over een laadruimte die van de bestuurderscabine gescheiden is door een vaste dichte wand of de laadruimte is volledig gescheiden van de bestuurderscabine, aan weerzijde en aan de achterzijde van het voertuig is een bord aangebracht waarop een rookverbod is aangegeven, de laadruimte van het voertuig is voldoende geventileerd; Art. 8. De schriftelijke instructie kunnen in boekvorm verzameld worden, 126

127 Art. 9- Een kopie van deze afwijking moet zich aan boord van de transporteenheid bevinden. Art. 10- Afwijking 3-95 wordt opgeheven. Art. 11- Deze afwijking is alleen geldig voor nationaal vervoer. De bevoegde Belgische overheid voor het ADR H.COURTOIS DIRECTEUR-GENERAAL 127

128 AFWIJKING versie 2010 Gelet op het Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg; Gelet op artikel 6, lid 2 b) i) van Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen over land; Gelet op het koninklijk besluit van 28 juni 2009 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen, artikel 10; Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 2003 betreffende de opleiding van bestuurders van transporteenheden die andere gevaarlijke goederen dan radioactieve stoffen over de weg vervoeren; Gelet op het advies van de Dienst Veiligheid van Gevaarlijke Goederen en Beveiliging van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer; BESLUIT: Artikel 1: In afwijking van paragraaf 8.2 van het ADR en van artikel 3 van het Koninklijk besluit van 29 juni 2003 betreffende de opleiding van bestuurders van transporteenheden die andere gevaarlijke goederen dan radioactieve stoffen over de weg vervoeren, moet het garagepersoneel dat in het bezit is van een EG-rijbewijs, niet in het bezit zijn van een opleidingsgetuigschrift voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg wanneer het belast is met het besturen van voertuigen tussen de garage en het dichtstbijzijnde controlestation voor automobielinspectie, met het oog op het aanbieden van deze voertuigen voor de in punt van het ADR bedoelde jaarlijkse controle. Artikel 2: De overige bepalingen van het ADR blijven van toepassing. Artikel 3: Een kopie van deze afwijking moet zich aan boord van het voertuig bevinden. Artikel 4: Deze afwijking is geldig tot 30 juni De bevoegde Belgische overheid voor het ADR, Pierre FORTON Directeur-generaal a.i. 128

129 AFWIJKING versie 2010 Gelet op het Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg; Gelet op artikel 6, lid 2 b) i) van Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen over land; Gelet op het koninklijk besluit van 28 juni 2009 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen, artikel 10; Overwegende dat deze afwijking geldig is voor tractoren en aanhangwagens die uitsluitend rijden tussen de laad- en loskaaien, de opslagplaatsen, de hangars en de magazijnen gelegen binnen de zee- en rivierhavens overeenkomstig een door de gemeenteraden uitgevaardigde reglementering. Gelet op het advies van de Dienst Veiligheid van Gevaarlijke Goederen en Beveiliging van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer; BESLUIT: Artikel 1: In afwijking van a) van het ADR is het vervoerdocument niet vereist. Artikel 2: In afwijking van a) van het ADR is het in bedoelde keuringsdocument niet vereist. Artikel 3: In afwijking van van het ADR hoeven de tractoren en aanhangwagens niet voorzien te zijn met de in 5.3 bedoelde signalisatie. Artikel 4: De chauffeur moet niet beschikken over de in genoemde veiligheidsuitrusting. Artikel 5: De overige bepalingen van het ADR blijven van toepassing. Artikel 6: Deze afwijking is geldig tot 30 juni De bevoegde Belgische overheid voor het ADR, Pierre FORTON Directeur-generaal a.i. 129

130 AFWIJKING versie 2010 Gelet op het Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg; Gelet op artikel 6, lid 2 a) van Richtlijn 2008/68/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 24 september 2008 betreffende het vervoer van gevaarlijke stoffen over land; Gelet op het koninklijk besluit van 28 juni 2009 betreffende het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg met uitzondering van ontplofbare en radioactieve stoffen, artikel 10; Overwegende dat de distributie van pesticiden tot de eindgebruiker plaats vindt in verpakkingen die verschillen van de oorspronkelijke door de fabrikant gebruikte verpakkingen; Gelet op het advies van de Dienst Veiligheid van Gevaarlijke Goederen en Beveiliging van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer; BESLUIT: Artikel 1: Deze afwijking is enkel van toepassing voor de distributie van pesticiden naar de eindgebruiker. Artikel 2: In afwijking van paragraaf betreffende het gebruik van gezamenlijke verpakkingen, wordt toegestaan om UN-geteste IBC s te gebruiken als buitenverpakking. Artikel 3: In afwijking van en mag de chauffeur of zijn assistent de buitenverpakking openen. Artikel 4: Deze buitenverpakking moet resistent zijn en mag niet gebruikt worden voor breekbare binnenverpakkingen (zoals bv. glas). Artikel 5: De UN-nummers en de gevaarsetiketten van de pesticiden die in deze buitenverpakking mogen vervoerd worden, mogen als globale lijst op de buitenzijde op een goed zichtbare plaats aangebracht zijn. Artikel 6: De verschillende pesticiden mogen binnenin eenzelfde verpakking geen onderlinge gevaarlijke reacties uitlokken. Artikel 7: De overige bepalingen van het ADR blijven van toepassing. Artikel 8: Een kopie van deze afwijking moet zich aan boord van de transporteenheid bevinden. Artikel 9: Deze afwijking is geldig tot 30 juni De bevoegde Belgische overheid voor het ADR, Pierre FORTON Directeur-generaal a.i. 130

131 12.5 Afwijkingsaanvragen Er kunnen twee soorten van afwijkingen afgeleverd worden. Ten eerste een afwijking voor een transport over een korte afstand (lokaal vervoer). Ten tweede een éénmailge afwijking voor een transport dat niet meer volledig aan het ADR voldoet (ad hoc afwijking). De aanvraagformulieren zijn terug te vinden op onze website in de rubriek formulieren. 131

132 13 Controle van de ondernemingen via de veiligheidsadviseur Doel en werkwijze Het transport van gevaarlijke goederen brengt zowel voor de weggebruikers als voor het milieu risico s met zich mee. Sinds ongeveer 10 jaar voert de dienst ADR in samenwerking met de politie wegcontroles uit. Er werden wezenlijke resultaten geboekt en het veiligheidsniveau werd aanzienlijk verhoogd. Er werd evenwel beslist om een complementaire actie te starten, die erin bestaat bedrijven (expediteurs, laders, transporteurs, ) te bezoeken in het kader van de toepassing van de richtlijn 96/35/CE betreffende de aanwijzing en de beroepsbekwaamheid van veiligheidsadviseur voor het transport per weg, spoor en binnenwateren van gevaarlijke goederen. In dit opzicht wensen wij te herhalen dat bedrijven de verplichting hebben de volgende gegevens mee te delen aan de bevoegde overheid: de gegevens van de veiligheidsadviseur, de plaats waar hij zijn activiteiten uitvoert, de aard van de juridische band met het bedrijf (intern of extern), en een kopie van het certificaat (art. 5 4 van het KB van 5 juli 2006, Belgisch Staatsblad van ). In eerste instantie wordt er contact opgenomen met de veiligheidsadviseur ten einde zijn verschillende taken, zijn rol binnen het bedrijf en eventuele problemen te bespreken. De Directie ADR heeft geenszins de intentie om te sanctioneren, maar wel om de veiligheidsadviseur bij te staan. Het gesprek is gebaseerd op het document «controle in de ondernemingen (ADR 1.8.1)»cont_181 en meer bepaald op de vorming van het personeel ( 1.3 van het ADR), de opvolging van de reglementering, de relaties veiligheidsadviseur-directie, de schriftelijke procedures, de redactie van checklists en hun toepassing, alsook het jaarrapport. Na het bezoek, wordt dit document, degelijk ingevuld en aangevuld met de nodige commentaar en adviezen, snel teruggestuurd naar de veiligheidsadviseur. Deze nieuwe aanpak laat ons toe van de firma s en hun veiligheidsadviseur beter te leren kennen, en eventueel een meerwaarde te geven aan de activiteit van de veiligheidsadviseur. Dit zal in de toekomst de veiligheid eveneens ten goede komen. 132

133 13.2 Formulier «Audit in ondernemingen» (ADR 1.8.1) Gegevens van de onderneming: Naam van de onderneming : Adres van de onderneming : Activiteit : Aantal werknemers : Tel.. Fax.. Eventuele certificaties (bvb Iso) Seveso II: Ja O indien ja, hoge of lage drempel?... Neen O Aanwezigen (naam + functie): Informatie met betrekking tot de gevaarlijke goederen. Behandelt de onderneming gevaarlijke goederen? O Ja O Neen Indien ja, in welke domeinen is de onderneming dan actief? O Weg O Verpakken (colli) O Laden O Spoor O Vullen(tanks) O Lossen O Binnenvaart O Opslag O Vervoer (*) O Verzending O Andere:... (*)aantal eigen voertuigen :. / uitbesteed aan transporteurs:.. % Aantal voertuigen geladen met ADR goederen per maand: Afgewerkte producten: Colli (vaten, zakken, jerrycans,ibc s, gasflessen, ): Tankwagens: Tankcontainers: Losgestort: Afval: Colli (vaten, IBC s,, ): Tankwagens: Tankcontainers: Losgestort: Behandelde gevaarlijke goederen : O Klasse 1 O Klasse 4.1 O Klasse 5.1 O Klasse 6.2 O Klasse 8 O Klasse 2 O Klasse 4.2 O Klasse 5.2 O Klasse 7 O Klasse 9 O Klasse 3 O Klasse 4.3 O Klasse 6.1 Aantal voertuigen geladen met niet-adr goederen per maand:.. 133

134 De opleiding van het personeel: Heeft het betrokken personeel een opleiding in toepassing van ADR 1.3 genoten en staat dat in hun dossier vermeld? O Ja O Neen Is de opleiding : O Intern O Extern Wie heeft de externe opleidingen verstrekt?.... Informatie met betrekking tot de wijzigingen van het ADR: Hoe blijft de onderneming op de hoogte van de wijzigingen van het ADR, RID en/of ADNR? Hoe worden die wijzigingen binnen de onderneming aan alle belanghebbenden doorgespeeld? Gegevens van de veiligheidsadviseur: Is de onderneming vrijgesteld van de verplichting een veiligheidsadviseur te hebben? Indien niet, wie is dan de veiligheidsadviseur? O Ja O Neen Naam en voornaam: Geboortedatum :. -adres:.. Relatie tot het bedrijf : Nummer van het certificaat : O Arbeidsovereenkomst O Contract voor huur van diensten O Bedrijfsleider O Andere:. Plaats(en) waar de veiligheidsadviseur zijn functie uitoefent :. 134

135 Informatie betreffende de procedures: Gevaarlijke goederen: procedure betreffende de classificatie van de gevaarlijke goederen O Ja O Neen O Niet van toepassing Bestuurder en voertuig: controle van het ADR-opleidingsgetuigschrift van de bestuurder O Ja O Neen controle van het ADR-keuringsdocument van het voertuig O Ja O Neen O Niet van toepassing procedure en controle van de staat van de voertuigen vóór belading (& 7.5.1) O Ja O Neen controle van de veiligheidsuitrusting van het voertuig en van de bestuurder O Ja O Neen controle van de voorschriften betreffende de signalisatie van het voertuig en van de tank O Ja O Neen Houder en stuwage: procedure en controle betreffende de kwaliteit van de houder en de vullingsgraad O Ja O Neen O Niet van toepassing procedure en controle betreffende het reglement met betrekking tot de markering en de etikettering van de houders O Ja O Neen procedure en controle betreffende het naleven van de voorschriften in verband met de stabiliteit van de lading (colli en container) O Ja O Neen Vervoer in bulk: procedure en controle betreffende het vervoer in bulk O Ja O Neen O Niet van toepassing Het vullen en het lossen van de tanks: procedures en controle betreffende het vullen van de tanks (open circuit langs boven/langs onder, gesloten circuit, niet toegelaten product, vullingsgraad, aarding, beproevingsdatum, sluiting van de afsluiters en van het mangatdeksel, staat van de dichtingen, slangen,.) O Ja O Neen O Niet van toepassing procedure en controle betreffende het lossen van de tanks (aarding, slangen, sluiting van de afsluiters en van het mangatdeksel,..) O Ja O Neen O Niet van toepassing Documenten: procedure betreffende het nazien van het vervoerdocument, de schriftelijke instructies en eventueel het containerverpakkingscertificaat O Ja O Neen 135

136 Beschikken alle personeelsleden over de procedures die hen aanbelangen? O Ja O Neen Procedures bij ongevallen of incidenten: Voor welke activiteiten zijn schriftelijke noodprocedures voorhanden die dienen gevolgd te worden bij ongevallen of incidenten : O Het vervoer van gevaarlijke goederen O Het laden van gevaarlijke goederen O Het lossen van gevaarlijke goederen O Andere manipulaties van gevaarlijke goederen :. Adviezen of opmerkingen overgemaakt aan de directie: Zijn er schriftelijke adviezen of opmerkingen aan de bedrijfsleiding voorhanden? O Ja O Neen Zo ja, van wanneer dateren ze? Jaarlijkse rapporten: Welke jaarlijkse rapporten zijn beschikbaar? (jaren vermelden): Welke van de volgende gegevens worden in het meest recente van deze rapporten vermeld? O Identificatie van de gevaarlijke goederen (UN-nummers, klassen, ) O Conditionering (verpakkingen, IBC s, tanks, losgestort) O Hoeveelheden O Activiteit van de onderneming (verpakken, laden, vullen van tanks, vervoer, lossen, transfert spoor-weg-waterweg) O Vervoerswijze (weg, spoor, waterweg) O Beschrijving van het beschikbaar materieel voor het vervoer, laden en lossen der gevaarlijke goederen O Materieel dat in de loop van dat jaar in en uit gebruik is genomen O Aantal opgeleide personen O Inhoud van hun opleiding O Aard van de opleiding (extern of intern) O Identiteit en activiteit van eventuele onderaannemers O Beschikbaar materieel en personeel voor interventie bij ongeval of incident 136

137 Rapporten van ongevallen: Bestaan er rapporten van ongevallen met gevaarlijke goederen? O Ja O Neen Indien ja, welke van de volgende gegevens worden er dan in vermeld? O Plaats, datum en tijdstip van het ongeval O Betrokken onderneming(en) O Beschrijving van het ongeval, met identificatie van de gevaarlijke goederen O Analyse van de waarschijnlijke oorzaken O Maatregelen om herhaling te voorkomen Informatie met betrekking tot de controles uitgevoerd door de externe veiligheidsadviseur: Wanneer heeft de veiligheidsadviseur gedurende de laatste drie jaar in het bedrijf controles uitgevoerd? Vermeld de data:... Informatie met betrekking tot het beveiligingsplan ( ): Moet de onderneming een veiligheidsplan naleven? O Ja O Neen Indien ja, wat is de inhoud van het veiligheidsplan in overeenstemming met ?

138 Punten te verbeteren: Termijn:.. Datum : Naam en handtekening van de auditeur :.. 138

139 13.3 Resultaten van de inspecties In 2004 werd er gestart met het uitvoeren van ADR-audits in bedrijven op het Belgisch grondgebied. Er werd vastgesteld dat elke activiteitensector zijn eigen specificiteit heeft. Bijgevolg moeten de audits hierop ingesteld zijn. De Balans is, na verscheidene jaren ervaring, bijzonder positief in de volgende domeinen: 1. de audits vinden plaats in een constructieve sfeer, wat een voorwaarde is om de vastgelegde objectieven op het einde van de audit te bereiken 2. de deadlines die opgelegd worden in de auditrapporten worden in het algemeen goed gerespecteerd. 3. Het netwerk van de bezochte veiligheidsadviseurs ontvangt regelmatig per alle informatie met betrekking tot de nieuwigheden op het vlak van ADR. 4. het persoonlijk contact tussen de veiligheidsadviseurs en de bevoegde overheid is bevorderlijk voor beide partijen, daar de uitwisseling van informatie zich verderzet na de audit. 5. de adminstratie geniet van een betere praktijkkennis, wat kan leiden tot voorstellen van amendementen op de internationale regelgeving. 6. de checklists die zich op de website beviden kennen een enorm succes. Deze checlists zijn terug te vinden onder punt 14.4, 14.5 en 14.6 en moeten als aanbevelingen beschouwd worden voor de bedrijven die vervoeren, verpakken, tanks vullen, laden en/of lossen. Afhankelijk van de activiteit, kunnen sommige items verder uitgewerkt worden, en andere gereduceerd of geschrapt worden. De Systematische controle van de ADR-opleidingscetificaten van de bestuurders en, in voorkomend geval, de keuringscertificiaten van de voertuigen wordt in alle bezochte bedrijven uitgevoerd en vervolledigd met steekproefsgewijze controles van de andere punten van de checklists. Hieronder vindt u een grafiek met het aantal zware inbreuken die in 2010 door 75 ondernemingen vastgesteld werden. In het totaal werden er voertuigen gecontroleerd. 139

140 Inbreuken vastgesteld door 75 ondernemingen in Uitrustingen (8.1.5) Signalisatie (etiket en oranje schilden) Brandblussers Staat van het voertuig Staat van de tank CMR, schriftelijke richtlijnen en certitificaat reininigen van de tank Getuigschrift bestuurder Stabiliteit van de lading Keuringsdocument voertuig en technische controle Manipulatie Staat container en tankcontainer Vullingsgraad van de tanks

141 13.4 Checklist voor controle van tankvervoer Vervoerder : Plaatnummer : CONTROLE VÓÓR HET LADEN 1) TOESTAND VAN HET VOERTUIG ( 7.5.1)/ TANK Datum : OK NOK 1. Banden in goede staat? (zichtbare slijtage, kale banden, banden die zwellingen of andere vervormingen vertonen die een risico vormen voor het transport) 2. Stadslichten, dimlichten, grote lichten, richtingaanwijzers, mistlichten: werken de lichten? proper? 3. Is de tank in goede staat? (geen schade, niet vuil?) 4. Tank gereinigd? (reinigingsattest) 5. Staat van de dichtingen (bvb. mangat) 6. Stof toegelaten in de tank (tankcode special provisions 6.8.4) 7. periodieke keuring van de tankcontainer / geldigheidsdatum : ) 8. opschrift op de tank voor vloeibaar gemaakte en diepgekoelde gassen : ( ) officiële vervoersnaam van de gassen en maximale vulmassa 9. Toestand van de slangen 10. Markering op de slangen? (KB van 13/06/1999 PED-richtlijn) 2) VOERTUIGUITRUSTING OK NOK 11. Brandblussers (capaciteit, vervaldatum, gelood) ( 8.1.4) 12. Stopblok ( 8.1.5) Waarschuwingstekens (knipperlichten of gevaarsdriehoeken of kegels) ( 8.1.5) 14. Oranje schilden ( 8.1.3) 15. Grote etiketten( 8.1.3) Het merkteken milieugevaarlijke stof ( 5.3.6) 3) UITRUSTING CHAUFFEUR) OK NOK 16. Fluorescerende vest (per bemanningslid) 17. Paar veiligheidshandschoenen (per bemanningslid) 18. Oogbescherming (bijvoorbeeld een veiligheidsbril). (per bemanningslid) 19. Draagbaar verlichtingsapparaat zonder metalen oppervlak dat vonken kan veroorzaken. (per bemanningslid) oogspoelvloeistof : niet vereist voor gevaarsetiketnummers 1, 1.4, 1.5, 1.6, 2.1, 2.2 en 2.3: Ontsnappingsmasker voor noodgevallen: voor gevaarsetiketnummers 2.3 of 6.1: Schop 23. Rioolafdichting enkel vereist voor de vaste en vloeistoffen met gevaarsetiketnummers: 3, 4.1, 4.3, 8 en 9: Opvangreservoir 141

142 4) DOCUMENTEN ( 8.1.2) OK NOK 25. Vervoerdocument 26. Schriftelijke richtlijnen: talen ( 5.4.3) 27. ADR getuigschrift voor de chauffeur (colli + tankvervoer) - vervaldatum 28. Schouwingsbewijs (K.B ) 29. ADR-keuringsdocument (en) overeenstemt met de stof 30. ADR-keuringsdocument(en): geldigheidsdatum OK NOK CONTROLE BIJ HET LADEN llingsgraad ( en ) In geval van niet conformiteit met punten 1 tem 10, 14, 15 en 27 tem 30 mag het voertuig niet geladen worden. In geval van niet conformiteit met punten 11 tem 13 en 16 tem 24 wordt het transportbedrijf verwittigd. Het transport wordt toegestaan Het transport wordt niet toegestaan Bericht naar de transporteur Firma: Naam + handtekening: Naam vervoerder: Naam + handtekening: 142

143 13.5 Checklist voor controle van voertuigen (colli) Vervoerder : Plaatnummer : Datum : CONTROLE VÓÓR HET LADEN: 1) TOESTAND VAN HET VOERTUIG ( 7.5.1) OK NOK 1 Banden: in goede staat? (zichtbare slijtage, kale banden, banden die zwellingen of andere vervormingen vertonen die een risico vormen voor het transport) 2 Stadslichten, dimlichten, grote lichten, richtingaanwijzers, mistlichten: werken de lichten? proper? 3. Zeil van gordijnwagens: zijn de bevestigingsklemmen intact? Is het zeil voldoende vastgemaakt aan de hechtingspunten? 4. Laadvloer zuiver en vrij van productresten en van vocht? 5. Laadvloer vrij van scheuren of gaten, van uitstekende nagels of bouten? 6. Zijplanken in goede staat? Voldoende hoogte? Stevig bevestigd in de steunen? 2) VOERTUIGUITRUSTING OK NOK 7 Brandblussers (capaciteit, vervaldatum, gelood) ( 8.1.4) 8. Stopblok ( 8.1.5) 9. 2 Waarschuwingstekens (knipperlichten of gevaarsdriehoeken of kegels) ( 8.1.5) 10. Oranje schilden ( 8.1.3) 11. Stuwagemiddelen aanwezig ( 7.5.7) 3) UITRUSTING CHAUFFEUR) OK NOK 12. Fluorescerende vest (per bemanningslid) 13. Paar veiligheidshandschoenen (per bemanningslid) 14. Oogbescherming (bijvoorbeeld een veiligheidsbril). (per bemanningslid) 15. Draagbaar verlichtingsapparaat zonder metalen oppervlak dat vonken kan veroorzaken. (per bemanningslid) 16. Oogspoelvloeistof : niet vereist voor gevaarsetiketnummers 1, 1.4, 1.5, 1.6, 2.1, 2.2 en 2.3: 17. Ontsnappingsmasker voor noodgevallen: voor gevaarsetiketnummers 2.3 of 6.1: 18. Schop 19. een rioolafdichting enkel vereist voor de vaste en vloeistoffen met gevaarsetiketnummers : 3, 4.1, 4.3, 8 en 9: 20. Opvangreservoir 143

144 4) DOCUMENTEN ( 8.1.2) OK NOK 21. Vervoerdocument 22. Schriftelijke richtlijnen: taal (talen) ( 5.4.3) 23. ADR getuigschrift voor de chauffeur - vervaldatum 24. Schouwingsbewijs (K.B ) fwijking: kopie van het document 5) VERPAKKINGEN OK NOK 26. In goede transport toestand (niet vuil, gedeukt, defecte paletten) ( ) 27. Stof toegelaten in de verpakking (UN codering) ( 4.1) 28. UN nummer ( ) 29. Gevaarsetiketten + Het merkteken milieugevaarlijke stof ( 5.2.2)/ LQ ( 3.4) ur van verpakkingen en IBC s uit kunststof = max. 5jaar ( ) CONTROLE BIJ HET LADEN: 6) VOERTUIG OK NOK 33. Stuwage van de lading ( ) 34. UN codering zichtbaar? ( ) 35. Etiketten en UN nummers zichtbaar? ( ) 36. Samenladingsverbod ( etiketten n 1,1.4,1.5,1.6) ( 7.5.2) 37. Samenladingsverbod ( giftige stoffen + voedsel) ( 7.5.4) In geval van niet conformiteit met punten 1 tot 6, 10, 11, 23 en 24 mag het voertuig niet geladen worden. In geval van niet conformiteit met punten 7 tot 9 en 12 tot 20 wordt het transportbedrijf verwittigd. Het transport wordt toegestaan Het transport wordt niet toegestaan Bericht naar de transporteur Firma: Naam + handtekening: Naam vervoerder: Naam + handtekening: 144

145 13.6 Checklist voor controle van voertuigen (container) Vervoerder : Plaatnummer : Datum : CONTROLE VÓÓR HET LADEN: 1) TOESTAND VAN HET VOERTUIG ( 7.5.1) OK NOK 1. Banden : in goede staat? (zichtbare slijtage, kale banden, banden die zwellingen of andere vervormingen vertonen die een risico vormen voor het transport) 2. Stadslichten, dimlichten, grote lichten, richtingaanwijzers, mistlichten: werken de lichten? proper? 3. Sluiten de deuren van container degelijk? Geen defecten aan de sluiting? 4. Zijn de twistlocks van containers vergrendeld? 5. Zijn de stuwingshechtpunten van containers in goede staat, voldoende stevig en niet gecorrodeerd? 2) VOERTUIGUITRUSTING OK NOK 6. Brandblussers (capaciteit, vervaldatum gelood)( 8.1.4) 7. Stopblok ( 8.1.5) 8. 2 Waarschuwingstekens (knipperlichten of gevaarsdriehoeken of kegels) ( 8.1.5) 9. Oranje schilden ( 8.1.3) 10. Stuwagemiddelen ( 7.5.7) 3) UITRUSTING CHAUFFEUR) OK NOK 11. Fluorescerende vest (per bemanningslid) 12. Paar veiligheidshandschoenen (per bemanningslid) 13. Oogbescherming (bvb een veiligheidsbril). (per bemanningslid) 14. Draagbaar verlichtingsapparaat zonder metalen oppervlak dat vonken kan veroorzaken. (per bemanningslid) Oogspoelvloeistof niet vereist voor gevaarsetiketnummers 1, 1.4, 1.5, 1.6, 2.1, 2.2 en 2.3: Ontsnappingsmasker voor noodgevallen voor gevaarsetiketnummers 2.3 of 6.1: Schop) Rioolafdichting Opvangreservoir enkel vereist voor de vaste en vloeistoffen met gevaarsetiketnummers: 3, 4.1, 4.3, 8 en 9: 145

INFORMATIE BETREFFENDE HET VERVOER VAN GEVAARLIJKE GOEDEREN OVER DE WEG

INFORMATIE BETREFFENDE HET VERVOER VAN GEVAARLIJKE GOEDEREN OVER DE WEG versie oktober 2008 A.D.R. Directie Binnenvaart en Intermodaliteit Dienst Veiligheid van Gevaarlijke Goederen en Beveiliging INFORMATIE BETREFFENDE HET VERVOER VAN GEVAARLIJKE GOEDEREN OVER DE WEG Inhoudstabel

Nadere informatie

INFORMATIE BETREFFENDE DE TAKEN EN DE WERKING VAN DE DIENST

INFORMATIE BETREFFENDE DE TAKEN EN DE WERKING VAN DE DIENST Directie Intermodaliteit Dienst Vervoer van Gevaarlijke Goederen versie 16-08-2006 A.D.R. INFORMATIE BETREFFENDE DE TAKEN EN DE WERKING VAN DE DIENST Inhoudstabel 1 Algemene inlichtingen... 4 2 Taken...

Nadere informatie

De voorschriften betreffende de opleiding worden vermeld in hoofdstuk 8.2 van het ADR.

De voorschriften betreffende de opleiding worden vermeld in hoofdstuk 8.2 van het ADR. Koninklijke Federatie van Belgische Transporteurs en Logistieke Dienstverleners Fédération Royale Belge des Transporteurs et des Prestataires de Services Logistiques Königlicher belgischer Verband der

Nadere informatie

nota datum : 01/10/2010

nota datum : 01/10/2010 nota datum : 01/10/2010 Auteur(s) : ML Vertaler : Aantal bladzijden : Aantal bijlagen : Interne referentie : ML.10.06/4 Path name : Titel : Rondschrijven betreffende de opleiding en examen voor veiligheidsadviseur

Nadere informatie

VADEMECUM GEVAARLIJKE GOEDEREN

VADEMECUM GEVAARLIJKE GOEDEREN VADEMECUM GEVAARLIJKE GOEDEREN Redactie: Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Directoraat-generaal Duurzame Mobiliteit en Spoorbeleid Directie Multimodaliteit Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel

Nadere informatie

Dienst voor veiligheid en interoperabiliteit van de spoorwegen INFORMATIE BETREFFENDE HET RID

Dienst voor veiligheid en interoperabiliteit van de spoorwegen INFORMATIE BETREFFENDE HET RID Dienst voor veiligheid en interoperabiliteit van de spoorwegen INFORMATIE BETREFFENDE HET RID Redactie: Dienst voor veiligheid en interoperabiliteit van de spoorwegen Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel

Nadere informatie

Inhoudstabel Algemene inlichtingen... 5 Reglementering... 8 ADR 2015 : wijzigingen... 11 Bevoegde instellingen... 12

Inhoudstabel Algemene inlichtingen... 5 Reglementering... 8 ADR 2015 : wijzigingen... 11 Bevoegde instellingen... 12 Redactie: Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Directoraat-generaal Duurzame Mobiliteit en Spoorbeleid Directie Multimodaliteit Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel Nota van de redactie: De auteurs

Nadere informatie

Bijlage. Lijst met inbreuken en te innen sommen. inbreuk reglementering te innen som 1 Vervoerdocument en identiteitsbewijs

Bijlage. Lijst met inbreuken en te innen sommen. inbreuk reglementering te innen som 1 Vervoerdocument en identiteitsbewijs Bijlage bij het besluit van de Vlaamse Regering van 01 maart 2019 tot wijziging van artikel 3 en 5 en de bijlage van het koninklijk besluit van 24 maart 1997 betreffende de inning en de consignatie van

Nadere informatie

Hoofdstuk Lijsten van de gevaarlijke goederen

Hoofdstuk Lijsten van de gevaarlijke goederen Hoofdstuk 3.2 - Lijsten van de gevaarlijke goederen 3.2.1 Verduidelijkingen betreffende Tabel A : Lijst van de gevaarlijke goederen per UN-nummer Over het algemeen heeft elke rij van tabel A van onderhavig

Nadere informatie

VR DOC.0389/1BIS

VR DOC.0389/1BIS VR 2019 2903 DOC.0389/1BIS VR 2019 2903 DOC.0389/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad dd

Belgisch Staatsblad dd FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [C 2016/11316] 12 JULI 2016. Koninklijk besluit betreffende het vervoer via de weg of per spoor van ontplofbare stoffen FILIP, Koning der

Nadere informatie

Nota van de redactie: De auteurs die meewerkten aan deze publicatie kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele fouten.

Nota van de redactie: De auteurs die meewerkten aan deze publicatie kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele fouten. Redactie: Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Directoraat-generaal Weg Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel Nota van de redactie: De auteurs die meewerkten aan deze publicatie kunnen niet verantwoordelijk

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Hoofdstuk 1.1 Toepassingsgebied en toepasbaarheid Toepasbaarheid van andere reglementen Toepassing van normen

INHOUDSOPGAVE. Hoofdstuk 1.1 Toepassingsgebied en toepasbaarheid Toepasbaarheid van andere reglementen Toepassing van normen INHOUDSOPGAVE DEEL 1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN Hoofdstuk 1.1 Toepassingsgebied en toepasbaarheid 1.1.1 Structuur 1.1.2 Toepassingsgebied 1.1.3 Vrijstellingen 1.1.4 Toepasbaarheid van andere reglementen 1.1.5

Nadere informatie

Europese Overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg

Europese Overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg 1 INHOUDSOPGAVE ADR Europese Overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg Protocol van ondertekening BIJLAGE A ALGEMENE BEPALINGEN EN BEPALINGEN BETREFFENDE

Nadere informatie

Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, editie 2011

Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, editie 2011 Vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, editie 2011 Joseph Van Olmen Training Manager, DGT (Dangerous Goods Training & Consultancy) AB DO 1008 VEIWET VB 1004 CODVGV DO 1004 ISB 978 90 4653 664 3 D/2011/2664/614

Nadere informatie

Directoraat - Generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid Dienst Controle van het Wegvervoer ADR

Directoraat - Generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid Dienst Controle van het Wegvervoer ADR 1 Directoraat - Generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid Dienst Controle van het Wegvervoer ADR 10 oktober 2014 2 I. Missie en doelstellingen Missie : het toezicht en de controle op de naleving van de

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 367/23

Publicatieblad van de Europese Unie L 367/23 14.12.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 367/23 RICHTLIJN 2004/112/EG VAN DE COMMISSIE van 13 december 2004 tot aanpassing aan de vooruitgang van de techniek van Richtlijn 95/50/EG van de Raad

Nadere informatie

Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR)

Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR) INHOUDSTAFEL Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR) Protocol van ondertekening BIJLAGE A Deel 1 ALGEMENE VOORSCHRIFTEN EN VOORSCHRIFTEN MET BETREKKING

Nadere informatie

5.4.1.1.1 I 14 I niveau 1 500 euro. 5.4.1.1.1 of 5.4.1.1.16

5.4.1.1.1 I 14 I niveau 1 500 euro. 5.4.1.1.1 of 5.4.1.1.16 1/ vervoerdocument richtlijn risico nu morgen 1.1 geen enkele aanduiding over het gevaarlijke karakter (of de gevaarseigenschappen) van de vervoerde goederen 5.4.1.1.1 I 14 I niveau 1 500 1500 1.2 onmogelijke

Nadere informatie

SafetyPlan bvba tel. +32-(0) Marjoleinstraat 32 fax.+32-(0)

SafetyPlan bvba tel. +32-(0) Marjoleinstraat 32 fax.+32-(0) SafetyPlan bvba Veiligheidsuitrusting & Advies voor het Vervoer van Gevaarlijke Stoffen Lijst van de inbreuken en de te innen men. Inhoud 1. Vervoerdocument en identiteitsbewijs 2. Keuringsdocument 3.

Nadere informatie

gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren; 3 «<gevaarlijke> goederen» : de <stoffen> en voorwerpen die in het A.D.R.

gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren; 3 «<gevaarlijke> goederen» : de <stoffen> en voorwerpen die in het A.D.R. Koninklijk besluit betreffende de aanwijzing en de beroepsbekwaamheid van veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen over de weg, per spoor of over de binnenwateren (1 juli 1999) ALBERT

Nadere informatie

PROEFEXAMEN BASISCURSUS ALGEMENE GEDEELTE 2019 (open boek) Deel 1

PROEFEXAMEN BASISCURSUS ALGEMENE GEDEELTE 2019 (open boek) Deel 1 1. Tot welke klasse behoort een stof met het getal 539 bovenaan op de oranje schilden? tot klasse 5.2 tot klasse 6.1 tot klasse 8 tot klasse 5.1 2. Uw voertuig is geladen met kisten die de hele laadruimte

Nadere informatie

ADR cursussen voor VRACHTWAGENCHAUFFEURS A l g e m e n e I n l i c h t i n g e n Programma 2012 N S C H R I J V I N G S F O R M U L I E R

ADR cursussen voor VRACHTWAGENCHAUFFEURS A l g e m e n e I n l i c h t i n g e n Programma 2012 N S C H R I J V I N G S F O R M U L I E R ADR cursussen voor VRACHTWAGENCHAUFFEURS A l g e m e n e I n l i c h t i n g e n Programma 2012 N S C H R I J V I N G S F O R M U L I E R ADR VERVOLMAKING (verlenging van het getuigschrift ) De geldigheid

Nadere informatie

Naam Functie Datum van Handtekening handtekening. Deskundige ~2S. 0&. 10 //1. ft MCtIl..ettr-1)'L ~,;r. (max 2 jaar)

Naam Functie Datum van Handtekening handtekening. Deskundige ~2S. 0&. 10 //1. ft MCtIl..ettr-1)'L ~,;r. (max 2 jaar) Type doc: SPECIFICATIE A C Nummer: SP 007-13 Versie: Rev 1 NL I 1 I' I Classificatie : Niet geclassificeerd Titel: Uitgevende Dienstl Dept: Examenreglement voor de opleiding van veiligheidsadviseurs voor

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling van de Vlaamse Regering over het ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

MONITEUR BELGE 11.02.2009 BELGISCH STAATSBLAD

MONITEUR BELGE 11.02.2009 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE 11.02.2009 BELGISCH STAATSBLAD 10523 FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER [C 2008/14377] ADR in voege op 1 januari 2009 Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer

Nadere informatie

Transport gevaarlijke stoffen

Transport gevaarlijke stoffen min. 30 cm Identificatienummer gevaar Identificatienummer stof 40 cm Afmeting mag ongeveer 10% afwijken Herkenningsbord Blanco Lijst van stoffen en identificatienummers Betekenis van gevaarsidentificatienummers

Nadere informatie

10 ADR 2007: Voornaamste wijzigingen voor 1 juli 2007

10 ADR 2007: Voornaamste wijzigingen voor 1 juli 2007 10 ADR 2007: Voornaamste wijzigingen voor 1 juli 2007 35 De wijzigingen voor 2007 kunnen geraadpleegd worden op het INTERNET website : http://www.unece.org./trans/main/dgdb/wp15/wp15rep.html De tekst kiezen

Nadere informatie

Geen / verkeerde vrachtbrief 1.600,-- Vrachtbriefinformatie onjuiste volgorde 375,-- Geen / verkeerde gevarenkaart 1.200,--

Geen / verkeerde vrachtbrief 1.600,-- Vrachtbriefinformatie onjuiste volgorde 375,-- Geen / verkeerde gevarenkaart 1.200,-- Feit Boete Geen / verkeerde vrachtbrief,-- Vrachtbriefinformatie onjuiste volgorde,-- Geen / verkeerde gevarenkaart,-- Geen vakbekwaamheidscertificaat,-- Geen algemene opleiding,-- Samenladen / scheiden

Nadere informatie

OMZENDNOTA Nr 33732 van 28 oktober 2010 BETREFFENDE DE NIEUWE NUMMERPLATEN

OMZENDNOTA Nr 33732 van 28 oktober 2010 BETREFFENDE DE NIEUWE NUMMERPLATEN K O N I N K R I J K B E L G I Ë F e d e r a l e o v e r h e i d s d i e n s t B u i t e n l a n d s s Z a k e n, B u i t e n l a n d s e H a n d e l e n O n t w i k k e l i n g s s a m e n w e r k i n

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van artikel

Nadere informatie

Opgesteld door: CCV. Examenonderdeel Code: n.v.t. Veiligheidsadviseur Modaliteitspecifiek deel Spoorvervoer Toetsvorm: Schriftelijk

Opgesteld door: CCV. Examenonderdeel Code: n.v.t. Veiligheidsadviseur Modaliteitspecifiek deel Spoorvervoer Toetsvorm: Schriftelijk Opgesteld door: CCV Examenonderdeel Code: n.v.t. Naam: Veiligheidsadviseur Modaliteitspecifiek deel Spoorvervoer Toetsvorm: Schriftelijk Eindtermen/toetstermen: 6. Voorschriften voor verpakkingen, met

Nadere informatie

1. U verricht volgend vervoer van Antwerpen naar Herstal :

1. U verricht volgend vervoer van Antwerpen naar Herstal : UINITIELE PLEIDING SPECIALISATIE TANK 1. U verricht volgend vervoer van Antwerpen naar Herstal : - compartiment 1 : 7.000 liter Triethylamine ingedeeld bij UN-nummer 1296 - compartiment 2 : 8.000 liter

Nadere informatie

ADR in voege op 1 januari 2009 Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg INHOUDSTAFEL

ADR in voege op 1 januari 2009 Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg INHOUDSTAFEL FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER [C 2008/14377] ADR in voege op 1 januari 2009 Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg INHOUDSTAFEL Europees

Nadere informatie

ADR. in voege op 1 januari 2015. Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg

ADR. in voege op 1 januari 2015. Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg ADR in voege op 1 januari 2015 Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke goederen over de weg INHOUDSTAFEL Europees Verdrag betreffende het internationaal vervoer van gevaarlijke

Nadere informatie

HOOFDSTUK 20 AANVRAAG OM EEN RIJBEWIJS

HOOFDSTUK 20 AANVRAAG OM EEN RIJBEWIJS HOOFDSTUK 20 AANVRAAG OM EEN RIJBEWIJS INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA I. DE AANVRAAG... 2 1. Voorzijde... 2 1.1. Voorbeeld... 2 1.2. Legende... 3 2. Achterzijde... 4 2.1. Voorbeeld... 4 2.2. Legende... 6 3.

Nadere informatie

Hoe implementeren wij de bevindingen van de ILT in de dagelijkse praktijk? 29 januari Dr. Peter S. Oud

Hoe implementeren wij de bevindingen van de ILT in de dagelijkse praktijk? 29 januari Dr. Peter S. Oud Hoe implementeren wij de bevindingen van de ILT in de dagelijkse praktijk? Dr. Peter S. Oud 1 Controles Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) in 2014. Implementatie bevindingen Beleidsregel Veiligheidsadviseur

Nadere informatie

Vakbekwaamheid van beroepsbestuurders voor personenvervoer

Vakbekwaamheid van beroepsbestuurders voor personenvervoer Vakbekwaamheid van beroepsbestuurders voor personenvervoer Betreft: Koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de

Nadere informatie

Vragen gecombineerd weg-/zeevervoer v.v. van verpakte gevaarlijke stoffen.

Vragen gecombineerd weg-/zeevervoer v.v. van verpakte gevaarlijke stoffen. Vragen gecombineerd weg-/zeevervoer v.v. van verpakte gevaarlijke stoffen. Totaal 15 vragen met antwoorden Vraag 1. De IMDG Code bestaat uit 7 delen Het ADR bestaat uit 9 delen B. Stelling 1 en 2 zijn

Nadere informatie

Hoofdstuk 5.5 - Bijzondere bepalingen

Hoofdstuk 5.5 - Bijzondere bepalingen Miinimale afmeting 250 mm 5.5.1 Afgeschaft Hoofdstuk 5.5 - Bijzondere bepalingen 5.5.2 Bijzondere bepalingen met betrekking tot laadtransporteenheden onder fumigatie (UN-nummer 3359) 5.5.2.1 Algemeenheden

Nadere informatie

subklassen compatibiliteitsgroepen ADR 2013 Klasse 1

subklassen compatibiliteitsgroepen ADR 2013 Klasse 1 Copyright en gebruiksrecht Copyright GDS Europe BV ADR 2013 Klasse 1 Deze presentatie is alleen bestemd ter ondersteuning van klassikale lessen voor de basiskwalificatie en nascholing van beroepschauffeurs

Nadere informatie

ADR Van toepassing op 1 januari Verplicht van 1 juli 2017.

ADR Van toepassing op 1 januari Verplicht van 1 juli 2017. ADR 2017 ADR 2017 Van toepassing op 1 januari 2017. Verplicht van 1 juli 2017. De wijzigingen voor de editie 2017 van het ADR kan u terugvinden op de website van de VN. De geconsolideerde teksten in het

Nadere informatie

8 ADR- voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke goederen in colli

8 ADR- voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke goederen in colli 8 ADR- voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke goederen in colli 8.1 Verpakkings- en etiketteringsvoorschriften 8.1.1 MERKEN a) De colli (vaten, jerrycans, kisten, zakken,...) en de I.B.C.'s (grote

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS ROYAUME DE BELGIQUE SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS Arrêté ministériel déterminant les marchandises dangereuses visées par l article 48 bis 2 de l arrêté royal du 1 er décembre 1975 portant

Nadere informatie

HOOFDSTUK 05 VRACHTWAGENS, AUTOBUSSEN, AUTOCARS GROEP 2 = CATEGORIEËN C1, C, C1E, CE, D1, D, D1E EN DE

HOOFDSTUK 05 VRACHTWAGENS, AUTOBUSSEN, AUTOCARS GROEP 2 = CATEGORIEËN C1, C, C1E, CE, D1, D, D1E EN DE HOOFDSTUK 05 VRACHTWAGENS, AUTOBUSSEN, AUTOCARS GROEP 2 = CATEGORIEËN C1, C, C1E, CE, D1, D, D1E EN DE INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA I. VRACHTWAGENS GROEP C: CATEGORIEËN C1, C1E, C EN CE...3 1. Overzichtstabel

Nadere informatie

ADR/RID 2013 ADR ONLY 1.6.1.1 17/12/2012. Afdeling België Belgian Safety Advisors Association

ADR/RID 2013 ADR ONLY 1.6.1.1 17/12/2012. Afdeling België Belgian Safety Advisors Association 1 ADR/RID 2013 1.6.1.1 ADR ONLY 2 1 Voorwoord Dit is een samenvatting van de belangrijkste wijzigingen. Steeds officiële teksten gebruiken (december 2012) ADR : http://www.unece.org/trans/main/dgdb/wp15/wp15rep.html

Nadere informatie

Circulaire 2016 04 RIJBEWIJS

Circulaire 2016 04 RIJBEWIJS PRINCIPE KB Rijbewijs 23 maart 1998 KB Rijbewijs, vakbekwaamheid en nascholing, 4 mei 2007 De Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer heeft een eigen reglementering (Koninklijk Besluit betreffende

Nadere informatie

Studiedag 8 oktober 2015

Studiedag 8 oktober 2015 Studiedag 8 oktober 2015 Vakbekwaamheid Basiskwalificatie en nascholing Rechtsbronnen Europese richtlijn: 2003/59/EG Nationale regelgeving: KB 23 maart 1998 (rijbewijs) KB 4 mei 2007 (vakbekwaamheid) Doelstelling

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot aanpassing van de regelgeving

Nadere informatie

DOSSIER: IBC s voor het vervoer van gevaarlijke stoffen

DOSSIER: IBC s voor het vervoer van gevaarlijke stoffen SEPTEMBER 2016 DOSSIER: IBC s voor het vervoer van gevaarlijke stoffen IBC s of voluit Intermediate Bulk Containers. Dit is een container die gebruikt wordt voor los gestorte goederen in bulk (bv ertsen,

Nadere informatie

VR DOC.0850/1BIS

VR DOC.0850/1BIS VR 2017 0809 DOC.0850/1BIS DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering

Nadere informatie

Hoofdstuk Veiligheidsplichten van de betrokkenen

Hoofdstuk Veiligheidsplichten van de betrokkenen Hoofdstuk 1.4 - Veiligheidsplichten van de betrokkenen 1.4.1 Algemene zorg voor veiligheid 1.4.1.1 De bij het vervoer van gevaarlijke goederen betrokkenen moeten overeenkomstig de aard en de omvang van

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN 11 OKTOBER 1999. - Ministerieel besluit betreffende de beroepsbekwaamheid van de veiligheidsadviseurs voor het vervoer van gevaarlijke goederen van de klasse 1 De Minister

Nadere informatie

Circulaire RIJBEWIJS

Circulaire RIJBEWIJS PRINCIPE KB Rijbewijs, vakbekwaamheid en nascholing 4 mei 2007 De Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer heeft een eigen reglementering (Koninklijk Besluit betreffende het rijbewijs van 23/03/1998)

Nadere informatie

Basiswetboek Wegverkeer. Voor de politie

Basiswetboek Wegverkeer. Voor de politie Basiswetboek Wegverkeer Voor de politie Basiswetboek Wegverkeer Voor de politie Dit wetboek is bijgewerkt tot en met het Belgisch Staatsblad van 30 juni 2011. Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk

Nadere informatie

16.4.2010 A7-0101/ 001-065. Voorstel voor een richtlijn (COM(2009)0482 C7-0161/2009 2009/0131(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst.

16.4.2010 A7-0101/ 001-065. Voorstel voor een richtlijn (COM(2009)0482 C7-0161/2009 2009/0131(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst. 16.4.2010 A7-0101/ 001-065 AMENDEMENTEN 001-065 ingediend door de Commissie vervoer en toerisme Verslag Brian Simpson Vervoerbare drukapparatuur A7-0101/2010 (COM(2009)0482 C7-0161/2009 2009/0131(COD))

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: Standpuntbepaling over het ontwerp van koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

HOOFDSTUK 21 AANMAAK VAN EEN RIJBEWIJS

HOOFDSTUK 21 AANMAAK VAN EEN RIJBEWIJS HOOFDSTUK 21 AANMAAK VAN EEN RIJBEWIJS INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA I. AAN TE VULLEN RUBRIEKEN - VOORZIJDE... 2 1. Naam, Voornamen, geboortedatum en plaats... 2 2. Plaats van afgifte en nummer van het rijbewijs...

Nadere informatie

1. Mag U in éénzelfde container volgende colli samen vervoeren? - Colli met UN 1848 en colli met UN 3114 O Ja O Neen

1. Mag U in éénzelfde container volgende colli samen vervoeren? - Colli met UN 1848 en colli met UN 3114 O Ja O Neen UBIJSCHLINGSPLEIDING - BASIS 1. Mag U in éénzelfde container volgende colli samen vervoeren? - Colli met UN 1848 en colli met UN 3114 Ja - Colli met UN 3112 en colli met UN 3125 Ja - Colli met UN 2021

Nadere informatie

RICHTLIJN 96/35/EG VAN DE RAAD. van 3 juni 1996

RICHTLIJN 96/35/EG VAN DE RAAD. van 3 juni 1996 Nr. L 145/ 10 [""NLI Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen 19. 6. 96 RICHTLIJN 96/35/EG VAN DE RAAD van 3 juni 1996 betreffende de aanwijzing en de beroepsbekwaamheid van veiligheidsadviseurs voor

Nadere informatie

Fiche 6 (Observatie): Transport van gevaarlijke producten en signalisatie

Fiche 6 (Observatie): Transport van gevaarlijke producten en signalisatie Fiche 6 (Observatie): Transport van gevaarlijke producten en signalisatie Inleiding Volgens het soort transport is de internationale reglementering die van kracht is, verschillend : Transport langs de

Nadere informatie

24 mei 2016 - Evenementenhal Gorinchem. Rollen en verantwoordelijkheden in de transportketen

24 mei 2016 - Evenementenhal Gorinchem. Rollen en verantwoordelijkheden in de transportketen 24 mei 2016 - Evenementenhal Gorinchem Rollen en verantwoordelijkheden in de transportketen Rollen en verantwoordelijkheden in de transportketen De markt: wie heeft welke rol? Wat is bevrachter / operator

Nadere informatie

PROEFEXAMEN BASISCURSUS TANKS (open boek) Deel 1 oplossing

PROEFEXAMEN BASISCURSUS TANKS (open boek) Deel 1 oplossing 1) Uw tankwagen is geschikt voor het vervoer van gevaarlijke stof(fen) volgens bijgaand keuringsdocument. Geef aan welke van de onderstaande UN nummer(s) u mag vervoeren? UN 2054, VG I UN 2205, VG III

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER. Spoorvervoer

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER. Spoorvervoer 101076 MONITEUR BELGE 27.11.2017 BELGISCH STAATSBLAD FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER Spoorvervoer [C 2017/13157] 2 NOVEMBER 2017. Koninklijk besluit betreffende het vervoer van gevaarlijke

Nadere informatie

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : 0800-98 809. Gratis tel. nummer : 0800-98 809 N. 399

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD. Numéro tél. gratuit : 0800-98 809. Gratis tel. nummer : 0800-98 809 N. 399 BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse bepalingen

Nadere informatie

AANVRAAG OM EEN RIJBEWIJS

AANVRAAG OM EEN RIJBEWIJS HOOFDSTUK 20 AANVRAAG OM EEN RIJBEWIJS INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA I. DE AANVRAAG... 2 1. Voorbeeld aanvraag... 2 1.1. Legende voorzijde... 3 1.2. Legende achterzijde... 3 2. Geldigheid aanvraag... 3 3.

Nadere informatie

HOOFDSTUK 16 PRAKTISCH EXAMEN

HOOFDSTUK 16 PRAKTISCH EXAMEN HOOFDSTUK 16 PRAKTISCH EXAMEN OMZENDBRIEF AAN DE GEMEENTEBESTUREN INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA I. VOOR WELKE CATEGORIE?... 2 II. DEELNAME AAN HET EXAMEN... 3 1. Wie kan deelnemen?... 3 2. Voor te leggen

Nadere informatie

HOOFDSTUK 16 PRAKTISCH EXAMEN

HOOFDSTUK 16 PRAKTISCH EXAMEN HOOFDSTUK 16 PRAKTISCH EXAMEN INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA 1. Voor welke categorie?... 2 2. Wie kan deelnemen?... 3 3. Voor te leggen documenten... 3 3.1. Documenten van de begeleider... 4 3.2. Documenten

Nadere informatie

27 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit betreffende <praalwagens>

27 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit betreffende <praalwagens> FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER 27 JANUARI 2008. - Koninklijk besluit betreffende VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit

Nadere informatie

DEEL 3 Lijst van de gevaarlijke goederen, bijzondere bepalingen en vrijstellingen met betrekking tot de beperkte en uitgezonderde hoeveelheden

DEEL 3 Lijst van de gevaarlijke goederen, bijzondere bepalingen en vrijstellingen met betrekking tot de beperkte en uitgezonderde hoeveelheden DEEL 3 Lijst van de gevaarlijke goederen, bijzondere bepalingen en vrijstellingen met betrekking tot de beperkte en uitgezonderde hoeveelheden - 301 - HOOFDSTUK 3.1 ALGEMEENHEDEN 3.1.1 Inleiding Naast

Nadere informatie

ECE/TRANS/WP15/204 d.d /Add.1 en 204/Corr.1

ECE/TRANS/WP15/204 d.d /Add.1 en 204/Corr.1 VERTALING WIJZIGINGEN ADR INGAANDE 1-1-2011 Bron: ECE/TRANS/WP15/204 d.d. 12-3-10 + 204/Add.1 en 204/Corr.1 DEEL 8 Hoofdstuk 8.1 8.1.2.1 a) Vervang containerbeladingscertificaat door grote container- of

Nadere informatie

De vakbekwaamheid van beroepschauffeurs van het goederenvervoer

De vakbekwaamheid van beroepschauffeurs van het goederenvervoer De vakbekwaamheid van beroepschauffeurs van het goederenvervoer Betreft : Koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen

Nadere informatie

1. DE BIJZONDERE BEPALINGEN

1. DE BIJZONDERE BEPALINGEN Koninklijke Federatie van Belgische Transporteurs en Logistieke Dienstverleners Fédération Royale Belge des Transporteurs et des Prestataires de Services Logistiques Königlicher belgischer Verband der

Nadere informatie

HOOFDSTUK 21 AANMAAK VAN EEN RIJBEWIJS (VOOR DE AANMAAK VAN EEN INTERNATIONAAL RIJBEWIJS, ZIE HOOFDSTUK 23)

HOOFDSTUK 21 AANMAAK VAN EEN RIJBEWIJS (VOOR DE AANMAAK VAN EEN INTERNATIONAAL RIJBEWIJS, ZIE HOOFDSTUK 23) HOOFDSTUK 21 AANMAAK VAN EEN RIJBEWIJS (VOOR DE AANMAAK VAN EEN INTERNATIONAAL RIJBEWIJS, ZIE HOOFDSTUK 23) INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA I. AAN TE VULLEN RUBRIEKEN VOORZIJDE... 2 1. Naam, Voornamen, geboortedatum

Nadere informatie

CTC ALGEMENE TANKREINIGINGSVOORWAARDEN

CTC ALGEMENE TANKREINIGINGSVOORWAARDEN CTC ALGEMENE TANKREINIGINGSVOORWAARDEN Artikel 1: Toepasselijkheid bepalingen 1. Tenzij tevoren uitdrukkelijk en schriftelijk anders is overeengekomen zijn de CTC Algemene Tankreinigingsvoorwaarden van

Nadere informatie

RIJBEWIJS VOOR LANDBOUWVOERTUIGEN

RIJBEWIJS VOOR LANDBOUWVOERTUIGEN Rijbewijs categorie G Het rijbewijs categorie G RIJBEWIJS VOOR LANDBOUWVOERTUIGEN Sinds 15 september 2006 is een specifiek rijbewijs noodzakelijk voor het besturen van land- en bosbouwvoertuigen en mobiel

Nadere informatie

ADR audit 2010. Naam onderneming: Adres: Postcode: Plaats: Telefoon: Fax: E-mail: Ingevuld door: Houtigehage

ADR audit 2010. Naam onderneming: Adres: Postcode: Plaats: Telefoon: Fax: E-mail: Ingevuld door: Houtigehage ADR audit 2010 Naam onderneming: Adres: Postcode: Plaats: Telefoon: Fax: E-mail: Ingevuld door: Veiligheidsadviseurs: Jolmers IVVO Houtigehage M. Jolmers nr. 56647735 S.G. Jolmers nr. 80216811 ADR jaarverslag

Nadere informatie

HOOFDSTUK 21 AANMAAK VAN EEN RIJBEWIJS (VOOR DE AANMAAK VAN EEN INTERNATIONAAL RIJBEWIJS, ZIE HOOFDSTUK 23)

HOOFDSTUK 21 AANMAAK VAN EEN RIJBEWIJS (VOOR DE AANMAAK VAN EEN INTERNATIONAAL RIJBEWIJS, ZIE HOOFDSTUK 23) HOOFDSTUK 21 AANMAAK VAN EEN RIJBEWIJS (VOOR DE AANMAAK VAN EEN INTERNATIONAAL RIJBEWIJS, ZIE HOOFDSTUK 23) INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA I. AAN TE VULLEN RUBRIEKEN VOORZIJDE... 2 1. Naam, Voornamen, geboortedatum

Nadere informatie

ADR - DEEL 1 Hoofdstuk 1.6

ADR - DEEL 1 Hoofdstuk 1.6 1.6.1.15 Het is niet nodig om op de IBC s, die gebouwd, gereconstrueerd of gerepareerd werden vóór 1 januari 2011, het kenmerk van de maximaal toegelaten stapellast aan te brengen overeenkomstig 6.5.2.2.2.

Nadere informatie

Europese overeenkomst voor het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR) Bijlagen

Europese overeenkomst voor het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR) Bijlagen Verenigde Naties - Economische Commissie voor Europa Europese overeenkomst voor het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg (ADR) Bijlagen 2015 Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Nadere informatie

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING DE VLAAMSE MINISTER VAN MOBILITEIT, OPENBARE WERKEN, VLAAMSE RAND, TOERISME EN DIERENWELZIJN NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING Betreft: - Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk

Nadere informatie

PERSONEN DIE NIET MEER

PERSONEN DIE NIET MEER HOOFDSTUK 25 PERSONEN DIE NIET MEER IN BELGIË VERBLIJVEN INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA I. PERSONEN DIE IN EEN ANDERE LIDSTAAT VAN DE EUROPESE ECONOMISCHE RUIMTE VERBLIJVEN... 2 1. Wie?... 2 2. Welk document?...

Nadere informatie

Richtlijn druktoestellen 97/23/EG

Richtlijn druktoestellen 97/23/EG Richtlijn druktoestellen 97/23/EG PED in de praktijk Stoomdag Energik 18-05-06 nmouling@vincotte.be 1 INHOUD Presentatie van de PED: - Doel - Toepassingsgebied - Essenciële veiligheidseisen - Klassificatie

Nadere informatie

versie december 2014 HINP Uyttendaele Davy

versie december 2014 HINP Uyttendaele Davy - Verplichte boorddocumenten - Rijbewijs - Toepassingsgebied vakbekwaamheid en vrijstellingen - Nieuwe alcoholwet ( professionele bestuurder ) - Ladingzekerheid HINP Uyttendaele Davy versie december 2014

Nadere informatie

Hoofdstuk 5.3 - Etiketteren (grote etiketten) en kenmerken

Hoofdstuk 5.3 - Etiketteren (grote etiketten) en kenmerken Hoofdstuk 5.3 - Etiketteren (grote etiketten) en kenmerken OPMERKING. Voor de kenmerking en etikettering van containers, MEGC s, tankcontainers en mobiele tanks van een vervoer dat deel uitmaakt van een

Nadere informatie

HOOFDSTUK 07 MEDISCH ONDERZOEK

HOOFDSTUK 07 MEDISCH ONDERZOEK HOOFDSTUK 07 MEDISCH ONDERZOEK INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA I. MEDISCH ONDERZOEK GROEP 1...2 1. Voor wie en op welk moment... 2 1.1 Bij het theoretisch examen... 2 1.2 Bij de aanvraag van het voorlopig rijbewijs

Nadere informatie

HOOFDSTUK 10 SCHOLING EN EXAMENS

HOOFDSTUK 10 SCHOLING EN EXAMENS HOOFDSTUK 10 SCHOLING EN EXAMENS INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA I. ALGEMEEN...2 II. SCHOLING...2 1. Principe... 2 2. Vrijstellingen... 3 III. EXAMENS...3 1. Vrijstellingen... 3 1.1 Theoretisch examen... 3

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op (datum);

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op (datum); Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, wat betreft

Nadere informatie

UINITIELE OPLEIDING - BASIS. 1. Mag U in éénzelfde container volgende colli samen vervoeren? - Colli met UN 1848 en colli met UN 3114 O Ja O Neen

UINITIELE OPLEIDING - BASIS. 1. Mag U in éénzelfde container volgende colli samen vervoeren? - Colli met UN 1848 en colli met UN 3114 O Ja O Neen UINITIELE OPLEIDING - BASIS 1. Mag U in éénzelfde container volgende colli samen vervoeren? - Colli met UN 1848 en colli met UN 3114 O Ja - Colli met UN 3111 en colli met UN 3221 O Ja - Colli met UN 3112

Nadere informatie

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID ------ Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. ------ Advies nr. 42 van 14 december 2001 met betrekking tot een ontwerp van koninklijk besluit betreffende

Nadere informatie

(Belgisch Staatsblad van 28 december 2002) Tot op dit ogenblik bestond alleen het verkeersbord C24 dat de ontplofbare en brandbare stoffen verbiedt.

(Belgisch Staatsblad van 28 december 2002) Tot op dit ogenblik bestond alleen het verkeersbord C24 dat de ontplofbare en brandbare stoffen verbiedt. 23 DECEMBER 2002. - Ministeriele Omzendbrief betreffende de plaatsing van de verkeersborden die betrekking hebben op verkeersbeperkingen voor vervoer van gevaarlijke goederen (A.D.R.) (Belgisch Staatsblad

Nadere informatie

Belgisch Staatsblad van 30 april Versie in voege vanaf 1 mei 2017

Belgisch Staatsblad van 30 april Versie in voege vanaf 1 mei 2017 Koninklijk besluit van 19 april 2014 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer Onmiddellijke inningen Belgisch Staatsblad van 30 april

Nadere informatie

Regelgeving transport van gevaarlijke stoffen over weg en binnenwater lastig?

Regelgeving transport van gevaarlijke stoffen over weg en binnenwater lastig? Regelgeving transport van gevaarlijke stoffen over weg en binnenwater lastig? Maak gebruik van onze digitale oplossingen ADN-app Voor het transport van gevaarlijke goederen over de binnenwateren De regelgeving

Nadere informatie

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering,

De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, 38766 MONITEUR BELGE 16.04.2019 BELGISCH STAATSBLAD BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST [C 2019/11693] 4 APRIL 2019. Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van betreffende gastanks en -flessen voor

Nadere informatie

Uitkeringsaanvraag voor pleegzorgen

Uitkeringsaanvraag voor pleegzorgen Uitkeringsaanvraag voor pleegzorgen Uw wenst afwezig te blijven van het werk om pleegzorgen te verstrekken aan de perso(o)n(en) die door de rechtbank, door een door de bevoegde Gemeenschap erkende plaatsingsdienst,

Nadere informatie

5.5.2 Bijzondere bepalingen van toepassing op gegaste laadeenheden (UN 3359)

5.5.2 Bijzondere bepalingen van toepassing op gegaste laadeenheden (UN 3359) HOOFDSTUK 5.5 BIJZONDERE BEPALINGEN 5.5.1 (Geschrapt) 5.5.2 Bijzondere bepalingen van toepassing op gegaste laadeenheden (UN 3359) 5.5.2.1 Algemeen 5.5.2.1.1 Gegaste laadeenheden (UN 3359) die geen andere

Nadere informatie

1 e. n '- '- Snel en zeker vervoer. VDH Koeriers. Specialiteiten. Onze geschiedenis

1 e. n '- '- Snel en zeker vervoer. VDH Koeriers. Specialiteiten. Onze geschiedenis Specialiteiten VDH Koeriers Snel en zeker vervoer Soms is morgen niet snel genoeg, simpelweg omdat uw zending er voor een bepaalde tijd moet zijn. Geen probleem. VDH Koeriers bewrgt uw internationale e:xpre557.ending

Nadere informatie

VAKBEKWAAMHEID EN DE NASCHOLING VAN BESTUURDERS VAN VOERTUIGEN VAN DE CATEGORIEËN C1, C1+E, C, C+E, D1, D1+E, D, D+E

VAKBEKWAAMHEID EN DE NASCHOLING VAN BESTUURDERS VAN VOERTUIGEN VAN DE CATEGORIEËN C1, C1+E, C, C+E, D1, D1+E, D, D+E HOOFDSTUK 08 BEWIJS VAN VAKBEKWAAMHEID VOOR BEROEPSCHAUFFEURS GROEP 2 = CATEGORIEËN C1, C1+E, C, C+E, D1, D1+E, D EN D+E EUROPESE RICHTLIJN 2003/59/EG KONINKLIJK BESLUIT VAN 04/05/2007 BETREFFENDE HET

Nadere informatie

Inhoud presentatie VERVOER VAN GEVAARLIJKE GOEDEREN VAN DE KLASSE 7 WEGWIJS IN DE NIEUWE REGELGEVING 26/01/2018

Inhoud presentatie VERVOER VAN GEVAARLIJKE GOEDEREN VAN DE KLASSE 7 WEGWIJS IN DE NIEUWE REGELGEVING 26/01/2018 VERVOER VAN GEVAARLIJKE GOEDEREN VAN DE KLASSE 7 WEGWIJS IN DE NIEUWE REGELGEVING nieuwe regelgeving 1 Inhoud presentatie 1. Reglementaire teksten 2. Inhoud nieuwe regelgeving Basisprincipe Erkenningen

Nadere informatie

HOOFDSTUK 09 CATEGORIE G: TREKKERS

HOOFDSTUK 09 CATEGORIE G: TREKKERS HOOFDSTUK 09 CATEGORIE G: TREKKERS DE CATEGORIE G EN ALLE REGELS DIE VOLGEN ZIJN ENKEL OP HET BELGISCH GRONDGEBIED VAN TOEPASSING INHOUDSOPGAVE TITEL PAGINA I. DEFINITIES...3 1. Categorie G... 3 2. Opmerkingen...

Nadere informatie