METHODEN VOOR DE BEPALING VAN EMISSIES NAAR LUCHT EN WATER
|
|
- Rosalia Moens
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 METHODEN VOOR DE BEPALING VAN EMISSIES NAAR LUCHT EN WATER Publicatiereeks Emissieregistratie Nr. 44, juli 1998 Samenstelling en redactie: Drs. P.F.J. van der Most Ing. M.M.J. van Loon Ir. J.A.W. Aulbers Ing. H.J.A.M. van Daelen Deze publicatie is te bestellen bij: Hoofdinspectie Milieuhygiëne, ipc 680 Afdeling Monitoring en Informatiemanagement Postbus GX Den Haag Telefoon:
2
3 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING Algemeen Procesbeschrijving voor het vaststellen van emissies Vaststellingsproces per broncategorie Grote puntbronnen Kleine en middelgrote bedrijven Landbouw en veeteelt Verkeer en Vervoer Consumenten en Handel/Diensten/Overheid Overige bronnen Presentatie van emissiegegevens Definities Emissie naar water en belasting van het oppervlaktewater Emissie naar bodem n Landelijke totalen en ruimtelijke verdeling Indeling van het rapport KOPPELING MET DE DOELGROEPEN Overzicht doelgroepen en emissieoorzaken BEDRIJVEN Grote bedrijven Bijschatting verbrandingsemissies Bijschatting procesemissies Procesemissies: CBS gedeelte Procesemissies: RIVM gedeelte Voedings- en genotmiddelenindustrie Grafische industrie / Rubber- en Kunststof verwerkende industrie Metalelectro industrie Schattingen voor Niet-energetisch gebruik van fossiele brandstoffen Stortplaatsen Overige procesemissies Delfstoffenwinning Bakken van brood Scheepswerven Statistisch verschil NEH VERBRANDINGSEMISSIES NIET-INDUSTRIËLE BRONNEN Bijschattingen vuurhaarden Woningverwarming, open haarden en kachels Verbrandingsemissies uit de landbouw LANDBOUWACTIVITEITEN Bestrijdingsmiddelen Dierlijke mest, kunstmest en gestort zuiveringsslib Dierlijke mest, emissies naar lucht Kunstmest, emissies naar lucht 46 Methoden voor de bepaling van emissies 3
4 5.2.3 Mineralenemissies naar bodem als gevolg van agrarische activiteiten Fermentatie door herkauwers Gebruik van zuiveringsslib in de landbouw Vluchtige Organische uit landbouwgewassen VERKEER EN VERVOER Wegverkeer Uitlaatgassen Verdamping Bandenslijtage Wegdekslijtage Olielekkage Scheepvaart Uitlaatgassen beroepsvaart Uitlaatgassen stilliggende en manoeuvrerende zeeschepen Uitlaatgassen recreatievaart Binnenscheepvaart - bilgewater Binnenscheepvaart - coating Binnenscheepvaart - corrosie zinkanodes Binnenscheepvaart - schroefasvet Morsingen op binnenwateren Zeeschepen in havens - uitloging aangroeiwerende verf Recreatievaart - toepassing antifouling Luchtvaart Uitlaatgassen Verdamping Spoorwegen Uitlaatgassen Slijtage bovenleidingen en stroomafnemers Mobiele werktuigen Uitlaatgassen CONSUMENTEN, PRODUCTGEBRUIK, KLEINE BEDRIJVEN Kleine bedrijven Autospuiterijen, gebruik van verf en lak Benzinedistributiedepots Garagebedrijven, reinigen van nieuwe auto s ML-stations, antiroestbehandelingsbedrijven Tankstations, tanken van auto s Reinigen van tankauto s Chemisch reinigen van kleding Lozingen vanuit tandartspraktijken Crematoria Overige producten Gebruik brandwerende middelen Gebruik schuimen Gebruik spuitbussen Reinigingsprocessen in Handel, Diensten, en Overheid Ontsmetten opslag en transporten Ontsmetten medische componenten Koelen en vriezen Inwoners, afdanken van koelkasten Wegenverf Autoproducten 84 Methoden voor de bepaling van emissies 4
5 Kantoorartikelen Leer en meubelonderhoud Gebruik lijmen consumenten en bouw Cosmetica en artikelen voor persoonlijke verzorging Schoonmaakmiddelen Verfgebruik consumenten Verfgebruik bouw Afsteken van vuurwerk Ammoniakemissies via mensen, dieren en schoonmaakmiddelen Roken van sigaretten Vleesbereiden - bakken, braden, barbecuen Uitloging oude opstand gecreosoteerd hout in de waterbouw Uitloging nieuwe inzet gecreosoteerd hout in de waterbouw Toepassing gecreosoteerd hout op land (opstand vorige jaren) Toepassing gecreosoteerd hout op land (inzet) Toepassing gecarbolineerd hout Toepassing carbolineum Toepassing PCP-verduurzaamd hout gevelbetimmering Schietsport Corrosie Corrosie zinken daken en dakgoten bij woningen Corrosie zinken daken en dakgoten utiliteitsbouw Corrosie verzinkt staal tuinbouwkassen Corrosie verzinkt stalen vangrails wegenbouw Corrosie verzinkt stalen lantaarnpalen wegenbouw Corrosie zinkanodes sluisdeuren Corrosie loodslabben en stroken woningen Corrosie loodslabben en stroken utiliteitsbouw Corrosie roestvast staal industrie Corrosie waterleiding tijdens doorstroom woningen Corrosie waterleiding tijdens stilstand en opwarming woningen Corrosie waterleiding kantoorgebouwen Jacht en hengelsport Lood- en zinkemissies door jacht Gebruik vislood sportvisserij zoete wateren Huishoudelijk afvalwater OVERIGE EMISSIES NAAR WATER Inleiding Effluenten en zuiveringsslib RWZI s Verdeling type rioolstelsel Niet op een RWZI aangesloten rioolstelsels Overstorten Regenwaterriolen Depositie op oppervlaktewater Uit- en Afspoeling Buitenlandse rivieren NATUUR Vegetatie, bodem en water 127 Methoden voor de bepaling van emissies 5
6
7 1. INLEIDING 1.1 Algemeen Voor een effectief milieubeleid dient men te beschikken over goed gedefinieerde gegevens over emissies uit alle bronnen. Het systeem van de emissieregistratie zoals dit sinds 1974 ontwikkeld is, vormt hierbij een belangrijk hulpmiddel. In 1992 is in de Nota Emissieregistratie in het jaar 2000 de rol van de centrale database van de Emissieregistratie verder uitgewerkt. Deze nota die door de betrokken instanties op Directoraat Generaal niveau onderschreven is, vormt de basis van de activiteiten zoals die in het kader van de Emissiejaarrapportage plaatsvinden. De afgelopen jaren zijn door de diverse overheden voor de in het NMP genoemde doelgroepen taakstellingen geformuleerd, gericht op vermindering van de milieudruk. Het toetsen van de voortgang die met de realisatie van deze doelstellingen gemaakt wordt, wordt doelgroepmonitoring genoemd. Voor een effectieve monitoring is het nodig te beschikken over gegevens over aard, herkomst, grootte en plaats van de emissies. Het hierop gebaseerde beleid dient een breed draagvlak te bezitten. Hiervoor is het nodig dat over de toegepaste methoden voor het vaststellen van de emissies bij alle betrokkenen consensus bestaat. Ook is het van belang dat zowel de resultaten als de weg waarlangs deze tot stand gekomen zijn, op brede schaal toegankelijk en transparant gemaakt worden. Om dit te realiseren is in de afgelopen jaren een structuur opgebouwd die in de inleiding van dit rapport wordt beschreven. Na een algemeen overzicht van de vaststellingsprocedures worden de methoden per onderwerp beschreven. Ook wordt ingegaan op de manier waarop de gegevens toegankelijk gemaakt worden. De toegepaste methoden worden volgens een gestandaardiseerd format in zogenaamde protocollen beschreven. Inhoudelijk bestaat er een nauwe relatie tussen de protocollen en de beschrijving zoals die in het voorliggende rapport wordt gepresenteerd. De uitvoering van de doelgroepmonitoring verloopt in de volgende vijf stappen: Vergaren van gegevens De informatiestroom vanaf de bronhouders tot de bevoegde gezagen of andere instanties wordt beschreven. In deze stap wordt de aard van de gegevens gedetailleerd beschreven. Validatie van gegevens De kwaliteit van de gegevens wordt hier geverifieerd. Hieronder vallen zowel de kwaliteitsborging door de bronhouders als de kwaliteitscontrole door de bevoegde gezagen of de andere verzamelende instanties. Gegevensopslag De Hoofdinspectie Milieuhygiëne maakt afspraken met de verzamelende instanties over aard en vorm van de te leveren informatie. De gegevens worden ingevoerd in de centrale database van de Emissieregistratie. Gegevensbeheer De Hoofdinspectie Milieuhygiëne draagt zorg voor de bewerking van de gegevens voor presentatie op de relevante aggregatieniveau's, rekening houdend met de informatiebehoeften van de verschillende gebruikers. Methoden voor de bepaling van emissies 7
8 Verspreiding van gegevens De gegevens uit de database zijn openbaar en worden door de Hoofdinspectie Milieuhygiëne in jaarlijkse Emissiejaarrapporten gepresenteerd. 1.2 Procesbeschrijving voor het vaststellen van emissies De emissies worden vastgesteld door de Hoofdinspectie Milieuhygiëne in nauw overleg met een aantal partners. Dit zijn het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), het Ministerie van Verkeer en Waterstaat, het Ministerie van Landbouw, Visserij en Natuurbeheer, het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO). De logo's van deze instanties, die op de voorzijde van het Emissiejaarrapport worden opgenomen illustreren dit. De emissies worden jaarlijks vastgesteld in een zestal taakgroepen. Deze taakgroepen zijn samengesteld uit deskundigen op de diverse werkterreinen, grotendeels vanuit de onderzoeksafdelingen van de partners. De samenstelling van de taakgroepen is gebaseerd op de bij de verschillende partners aanwezige deskundigheid. Deze valt grotendeels samen met de indeling in doelgroepen. De werkzaamheden van de taakgroepen worden gecoördineerd door een projectteam dat de voortgang bewaakt. De resultaten worden gevalideerd door de Coördinatiecommissie Emissie-inventarisaties (CEI), die verantwoordelijk is voor de uiteindelijke rapportage Vaststellingsproces per broncategorie Grote puntbronnen De situatie ten aanzien van het vaststellen van de emissies uit grote puntbronnen is op dit moment in beweging waarbij de inzameling van gegevens door TNO geleidelijk vervangen wordt door de rapportage via de Bedrijfsmilieuplannen. De cijfers over 1995 en 1996 zijn nog volgens de hieronder beschreven methode verzameld. De emissiegegevens voor ongeveer 500 grote bedrijven zijn door TNO rechtstreeks bij de bedrijven verzameld. Voor de luchtemissies van deze bedrijven alsmede voor de bedrijven die onder het Besluit Emissie-eisen Stookinstallaties (BEES) vallen zijn de gegevens op installatieniveau verzameld. Voor de emissies naar water zijn de resultaten uit de enquete van de Commissie Integraal Waterbeheer (CIW) gebruikt. Deze gegevens, gebaseerd op metingen door de waterkwaliteitsbeheerders, zijn op locatieniveau beschikbaar. De gegevens zijn in incidentele gevallen door TNO aangevuld met gegevens over niet gemeten stoffen. De CIW enquete bevat echter meer bedrijven dan de selectie uit de Emissieregistratie. De wateremissies van deze bedrijven zijn direct overgenomen in de database van de Emissieregistratie. Voor deze bedrijven geldt dat de wateremissies gemeten zijn, terwijl de luchtemissies geschat zijn. Methoden voor de bepaling van emissies 8
9 Kleine en middelgrote bedrijven De emissies van de ongeveer kleine en middelgrote bedrijven worden door de taakgroepen bijgeschat. Voor het compartiment lucht gebeurt dit in de taakgroep Energie, Industrie en Afvalstoffen (ENINA). Voor bedrijfstakken waarvoor een redelijk aantal voor de totale sector representatief geachte bedrijven in de individueel geregistreerde bedrijven voorkomen, worden de emissies van de grote bedrijven geëxtrapoleerd op basis van de bijdrage aan de totale productie in de sector. Deze bijdrage wordt door het CBS op basis van interne productiegegevens vastgesteld. Voor bedrijfstakken waar het aantal individueel geregistreerde bedrijven te gering of te weinig representatief is, worden productie gegevens gecombineerd met aan de literatuur ontleende emissiefactoren. Voor het compartiment water vindt de bijschatting plaats in de taakgroep Methodiekontwikkeling Water (MEWAT). De reden voor deze tweedeling is het feit dat voor de wateremissie het grotere aantal bedrijven uit de CIW enquête de basis vormt, terwijl ook de problematiek rond directe en indirecte lozingen (via riolering) hier een afwijkende benadering nodig maakt. De toegepaste schattingsmethode is overigens identiek met de voor de luchtemissies gebruikte aanpak. De bijgeschatte emissies worden gelocaliseerd door een verdeling op basis van het aantal werknemers in de sector te koppelen met de in de database van de Emissieregistratie aanwezige locatiegegevens over de kleine en middelgrote bedrijven Landbouw en veeteelt De emissies uit de landbouwsector worden vastgesteld in de taakgroep Landbouw waarbij het Landbouweconomisch Instituut (LEI), het Staring Centrum (SC), het IKC-Landbouw, het CBS, en het RIVM de belangrijkste bijdrage leveren. Daarnaast worden bijdragen geleverd uit de taakgroep ENINA (emissiefactoren voor energiegebruik in de kassentuinbouw) en Verkeer en Vervoer (emissiefactoren landbouwmachines). De personele relatie met de breder samengestelde protocolwerkgroep is voornamelijk op instituutsniveau. De gegevens worden gelocaliseerd door ze te relateren aan de in de database van de Emissieregistratie aanwezige locatiegegevens over grondgebruik in diverse sectoren. Ook het aantal dieren in de veehouderijsector is hieraan gerelateerd Verkeer en Vervoer De emissies voor verkeer en vervoer worden vastgesteld in de taakgroep Verkeer en Vervoer. Voor het vaststellen van de emissies door wegverkeer is het CBS de centrale instantie, waar gegevens uit diverse primaire bronnen gebundeld en afgestemd worden. Voor de emissies uit scheepvaart, spoorwegen en luchtvaart zijn TNO en RIVM de belangrijkste bronnen. De hier gebruikte methoden zijn in het algemeen in de loop der jaren door TNO in emissieregistratiekader ontwikkeld. Een aantal met verkeer samenhangende emissies naar water worden door de taakgroep MEWAT vastgesteld en aan de taakgroep Verkeer en Vervoer geleverd. De emissies door scheepvaart, spoorwegen, luchtvaart en de emissies door wegverkeer op grote wegen worden in de database van de Emissieregistratie gelocaliseerd op basis van de individuele activiteiten. De overige verkeersemissies worden gekoppeld aan de in de database aanwezige locatiegegevens voor inwoners. Methoden voor de bepaling van emissies 9
10 Consumenten en Handel/Diensten/Overheid De emissies uit deze sectoren worden vastgesteld in de taakgroep WESP (Werkgroep Emissie Servicebedrijven en Productgebruik) en de taakgroep Methodiekontwikkeling Wateremissies (MEWAT). Beide groepen werken nauw samen. Voor de emissies naar lucht vormen de jaarlijkse enquêtes van Koolwaterstoffen 2000 een belangrijke bron. De emissies van totaal koolwaterstoffen uit deze enquêtes worden door de in de taakgroep WESP aanwezige deskundigen opgesplitst naar de voor de rapportage gewenste individuele stoffen. Voor de emissies naar water vormt veel bij het RIZA uitgevoerd onderzoek naar diffuse bronnen de basis Overige bronnen De emissies uit de overige doelgroepen worden in de eerder genoemde taakgroepen vastgesteld. Voor de doelgroep Bouw worden de emissies door verfgebruik in de WESP taakgroep, en de emissies door corrosieprocessen in de taakgroep MEWAT vastgesteld. Voor de doelgroep Riolering en Waterzuivering worden de emissies door overstorten en regenwaterriolen in de taakgroep MEWAT via het model PROMISE berekend. De emissies door effluenten van waterzuiveringsinrichtingen worden door het CBS verzameld via de enquête Zuivering van Afvalwater en aan de taakgroep MEWAT geleverd. De gegevens worden uiteindelijk opgenomen in de centrale database van de Emissieregistratie Presentatie van emissiegegevens De voornaamste nationale rapportages vormen het Emissiejaarrapport en de daarop voor wat de emissiecijfers betreft gebaseerde Milieubalans. Daarnaast vinden ook specifieke rapportages plaats zoals bijvoorbeeld over vuurhaarden. Op het gebied van emissies naar water worden onder meer bijdragen geleverd aan de nationale watersysteemverkenningen. Wanneer na discussie consensus bereikt wordt over een nieuwe methode wordt ook dit in rapportvorm gepresenteerd. Voorbereidingen voor rapportages via CD-ROM en INTERNET verkeren in een pilotfase. Hierdoor zullen een groot vragen die nu aan het informatieloket gesteld worden voortaan rechtstreeks behandeld kunnen worden. Het aantal vragen dat vanuit internationale kaders aan Nederland gesteld wordt neemt steeds toe. De internationale gegevenslevering wordt gecoördineerd door het National Focal Point (NFP) bij het RIVM en vindt plaats via het National Reference Center (NRC) bij de Hoofdinspectie Milieuhygiëne. 1.3 Definities Bij het opstellen van het emissiejaarrapport zijn een aantal begrippen gebruikt voor de beschrijving van de stofstromen naar het milieu. De volgende definities zijn gehanteerd: Emissie is de uitstoot van een stof naar een milieucompartiment die rechtstreeks tot een bron is te herleiden. Bij de emissies naar water wordt onderscheid gemaakt tussen directe emissies en indirecte emissies. Directe emissies zijn lozingen op oppervlaktewater. Indirecte emissies zijn lozingen op het riool, die al dan niet na bewerking in een rioolwaterzuiveringsinrichting (RWZI) op het oppervlaktewater terecht komen. Methoden voor de bepaling van emissies 10
11 Overdracht is een stofstroom van het ene naar het andere milieucompartiment. Aanvoer is een stofstroom naar een milieucompartiment. De stroom kan een emissie of een overdracht zijn, maar hoeft niet. Afvoer is een stofstroom uit een milieucompartiment. Dit is altijd een overdracht. Belasting is de som van aanvoerposten (die uit emissies en overdrachten kunnen bestaan). Accumulatie is de belasting minus alle afvoerposten. Stofstroom is de algemene naam voor emissies en overdrachten, aanvoer en afvoerstromen. In voorgaande jaren is nooit een scherp onderscheid gemaakt tussen emissies en overdrachten. De overdrachten vormden een impliciet onderdeel van de gepresenteerde emissiecijfers. De voordelen van het nader aanbrengen van dit onderscheid zijn dat beter dan voorheen belastingen van milieucompartimenten kunnen worden onderscheiden en dat mogelijke dubbeltellingen in stofstromen naar het milieu beter kunnen worden voorkomen. Toekenning van emissies en overdrachten aan doelgroepen In de meeste gevallen is duidelijk welke doelgroep verantwoordelijk is voor een bepaalde emissie. Ook een overdracht kan vaak herleid worden tot een doelgroep. Een voorbeeld: Uit landbouwbodems stroomt distikstofoxide naar lucht. Dit is een overdracht van bodem naar lucht. Deze stroom is vooral het gevolg van landbouwkundige activiteiten, namelijk het bemesten van arealen met stikstof (N). Deze kan daardoor aan de doelgroep landbouw worden toegeschreven. Als men nu zou willen weten hoeveel N de mens in het milieu brengt en daarvoor alle emissiestromen zou optellen, dan zou men - zonder onderscheid aan te brengen in emissies en overdrachten - bij optelling van de stofstroom N naar bodem (als kunstmest) en stofstroom N naar lucht (als N 2 O) een dubbeltelling veroorzaken. Dit kan worden voorkomen door het onderscheid in emissies en overdrachten aan te brengen: emissie van N naar bodem en overdracht van N naar lucht. Voor de beantwoording van de vraag hoeveel N de mens in het milieu brengt telt dan alleen de emissiestroom van N naar bodem mee, in het onderhavige voorbeeld. Voor de bepaling van de belasting van de verschillende milieucompartimenten tellen de overdrachten tussen de compartimenten en de emissies mee. Herleiden van een overdracht tot een doelgroep kan bijvoorbeeld niet bij de aanvoer van fosfaat door kwelwater. Door kwelwater komt fosfaat uit het diepe grondwater in de bodem terecht. De inhoud van dit kwelwater is het resultaat van vele aanvoerposten en wordt niet aan één doelgroep toegerekend. De voor het EJR relevante stofstromen bestaan voor het grootste deel uit emissies. Waar nodig is ook informatie met betrekking tot overdrachten en belasting opgenomen. In figuur 1.1 worden de gehanteerde termen toegelicht aan de hand van een aantal stofstromen van stikstof rondom de doelgroep landbouw. Emissies door de doelgroep (vetgedrukt in figuur 1.1): er vinden emissies plaats naar alle drie de milieucompartimenten, namelijk naar lucht (NH 3 uit mestaanwending en dergelijke), bodem (N-aanvoer met dierlijke mest en dergelijke minus de N-afvoer die plaatsvindt door de oogst en afvoer via gewassen) en water (bijvoorbeeld door spoelen van tanks in sloten). De optelling van alle N-emissies Methoden voor de bepaling van emissies 11
12 door landbouw naar het milieu (de som van de compartimenten) vertegenwoordigt de hoeveelheid N die de mens in het milieu brengt ten gevolge van landbouwactiviteiten. Overdrachten (aan-/afvoer): de stofstroom N 2 O van bodem naar lucht; deze is het gevolg van landbouwactiviteiten en maakt deel uit van de belasting van het compartiment lucht (aanvoer naar lucht, afvoer uit bodem); de N-depositie van lucht naar bodem (afvoer uit lucht en aanvoer naar bodem); de uit- en afspoeling van N uit landbouwbodems naar water (afvoer uit bodem, aanvoer naar water); de kwel van N van water naar bodem (afvoer uit water, aanvoer naar bodem). Belasting: het oppervlaktewater wordt belast door emissies vanuit de doelgroep en door overdrachten vanuit de bodem en de lucht: uit- en afspoeling vanuit landbouwbodems en dat deel van de depositie dat getalsmatig toegerekend kan worden aan landbouwactiviteiten. Figuur 1.1 Illustratie van de gehanteerde termen aan de hand van de stofstromen van N-verbindingen Emissie naar water en belasting van het oppervlaktewater In het EJR wordt een onderscheid gemaakt tussen emissies (lozingen) naar water en de belasting van het oppervlaktewater. De emissie naar water is niet de hoeveelheid die het oppervlaktewater daadwerkelijk bereikt, maar betreft de lozing die de bron of het emissiepunt verlaat. Slechts een deel van deze lozingen komt rechtstreeks in het oppervlaktewater terecht. Het meeste afvalwater wordt geloosd op gemeentelijke rioolstelsels en slechts een deel hiervan wordt indirect naar het oppervlaktewater afgevoerd via effluenten van RWZI s, ongezuiverde rioleringen, overstorten en regenwaterriolen, waarbij een deel van de verontreiniging achterblijft in het zuiveringsslib. Methoden voor de bepaling van emissies 12
13 De emissie naar water - ook wel de emissie bij de bron genoemd - is de som van de directe lozingen op het oppervlaktewater en de bekende indirecte lozingen op rioolstelsels. Een deel van de indirecte emissies op de rioolstelsels bereikt via overstorten of via regenwaterriolen ongezuiverd het oppervlaktewater. Zoals hierboven aangegeven wordt een groot deel van de indirecte emissies gezuiverd. Emissies op riolen die rechtstreeks lozen op het oppervlaktewater worden gerekend tot de directe emissies van de betreffende doelgroepen. De stofstromen naar water ten gevolge van atmosferische depositie en uit- en afspoeling uit bodems worden niet tot emissies gerekend maar wel tot de belasting van het oppervlaktewater. Dit in tegenstelling tot eerdere rapportages, waarin bijvoorbeeld de uit- en afspoeling uit bodems als emissie naar water is beschouwd. Ook de aanvoer via rivieren uit het buitenland is een belangrijke bron van belasting van het oppervlaktewater. De belasting van het oppervlaktewater bestaat dus uit de som van de direct geloosde emissies (inclusief ongezuiverd gerioleerde lozingen), de effluenten uit de rioolwaterzuiveringsinstallaties, de emissies uit regenwaterriolen en overstorten, de atmosferische depositie (zowel direct op het oppervlaktewater als via overstorten en regenwaterriolen) en de uit- en afspoeling uit bodems. In de belasting van het oppervlaktewater zijn niet opgenomen de uitwisseling met de waterbodems, kwel- en dijklek en de vorming van stoffen in het oppervlaktewater zelf. Voor de uit- en afspoeling van nutriënten uit bodems geldt dat kwel wel is opgenomen in het totaal. Bovendien wordt het oppervlaktewater eveneens belast door aanvoer van rivierwater vanuit het buitenland. Deze cijfers zijn niet in de belastingscijfers opgenomen, maar worden in een aparte tabel in het emissiejaarrapport weergegeven. Het overzicht in figuur 1.2 geeft de gehanteerde begrippen rondom lozingen en emissies schematisch weer. De verschillende lozingen bij de bron worden weergegeven evenals de verschillende emissies en overdrachten naar het oppervlaktewater. Het schema is een weergave van de wijze waarop de tabellen in de Emissieregistratie zijn opgebouwd. Methoden voor de bepaling van emissies 13
14 Emissies naar water bij de bron Riolen Zuiveringsslib Belasting oppervlaktewater Directe emissie Landbouw Indirecte emissie RWZI Effluenten Industrie Raffinaderijen Energiesector Verkeer en Vervoer Consumenten Overstorten Bouw Afvalverwijdering Ongezuiverd gerioleerd HDO Regenwaterriolen Depositie Emissies naar lucht Lucht Depositie Directe emissies Emissies naar bodem Bodem Uit- en afspoeling Aanvoer rivieren Figuur 1.2 Schema van gehanteerde begrippen bij emissie naar water Emissie naar bodem De emissies naar bodem zijn in de ER niet volledig. Wel zijn de emissies voor een aantal doelgroepen vrijwel volledig verzameld. Opgemerkt dient te worden dat in het EJR de primaire aanvoer naar de bodem is opgenomen. Een deel van deze stroom naar bodem wordt weer overgedragen naar lucht of water. Een ander deel wordt afgevoerd met de gewasproductie. 1.4 n De industriële emissies naar lucht en naar water worden verkregen door een individuele registratie van de emissie van de grootste puntbronnen (± 500 bedrijven), aangevuld met een bijschatting van de emissies van de overige bedrijven per bedrijfsgroep. Als basis voor de bijschatting wordt informatie uit het ER-I-systeem (Emissieregistratie-Individueel), SPIN-documenten (Samen-werkingsproject Procesbeschrijvingen Industrie Nederland)) en overige bronnen, de gegevens van de Nederlandse Energiehuishouding (NEH) en statistische gegevens van de bedrijfsgroepen over een basisjaar gebruikt. Niet-industriële emissies naar lucht en water zijn vooral aan de hand van activiteitsgegevens en emissiefactoren bepaald en in mindere mate aan de hand van modelberekeningen. De activiteitsgegevens zijn sterk verschillend van aard. Methoden voor de bepaling van emissies 14
15 Voor de geografische verdeling van de collectief bepaalde emissies wordt gebruik gemaakt van allerlei gegevens over verkeerswegen, spoorwegen, scheepvaartroutes, de ligging van vliegvelden en het rioleringsstelsel, bodemtype en het grondgebruik. Deze gegevens zijn in de centrale database van het ER-C-systeem (Emissieregistratie-Collectief), aanwezig, en worden volgens een autonome procedure geactualiseerd. 1.5 Landelijke totalen en ruimtelijke verdeling Een groot deel van de emissies wordt top-down vastgesteld, dat wil zeggen op basis van landelijke statistieken worden totaalschattingen voor geheel Nederland gemaakt. Voor een belangrijk deel van de emissies naar lucht en voor vrijwel alle emissies naar water en bodem geldt echter dat de verschillende bronnen verre van homogeen over Nederland verdeeld zijn. Voor een realistische beschrijving van de belasting van het milieu zijn geografische gegevens dan ook onmisbaar. Ook voor het regionale beleid is deze informatie uiteraard essentieel. In de ER- C-database is daarom voor een groot aantal onderwerpen een gedetailleerde locatie aanwezig. Deze activiteiten worden gelokaliseerd op een schaal van 500x500 meter vakken van het Rijksdriehoeksmetingnet, gekoppeld aan een gedigitaliseerde indeling van afwateringsgebieden en waar relevant aan een registratiesysteem van rioleringsgebieden, transportleidingen en waterzuiveringsinrichtingen. Op dit moment is deze lokalisering aanwezig voor ongeveer industriële bedrijven, woningen, grondgebruik, vliegvelden, havens, stortplaatsen en dergelijke. Lijnbronnen zoals verkeerswegen, scheepvaartroutes en spoorwegen zijn daarnaast gedigitaliseerd in het systeem aanwezig. De ruimtelijke verdeling zoals gerapporteerd in het Emissiejaarrapport komt meestal tot stand door de landelijke totalen zo goed mogelijk te koppelen met de in de database aanwezige geografische informatie. De geografische gegevens worden volgens een autonome procedure geactualiseerd. 1.6 Indeling van het rapport Bij de beschrijving van de emissiebepalingsmethoden in dit rapport zijn de emissie-oorzaken gegroepeerd naar soorten bronnen, grotendeels overeenkomend met de onderwerpen van de taakgroepen. De indeling komt slechts gedeeltelijk overeen met de doelgroepenindeling. Sommige brongroepen lopen dwars door de doelgroepen heen, zoals bijvoorbeeld verbrandingsemissies van niet-industriële stationaire bronnen. Voor deze indeling is gekozen om de beschrijving van overeenkomende bepalingsmethoden zoveel mogelijk bij elkaar te houden. In hoofdstuk 2 is de koppeling van de (beschreven) emissie-oorzaken met de doelgroepen aangegeven. De hoofdstukken 3 tot en met 10 bevatten de methodenbeschrijvingen voor de verschillende brongroepen, met als hoofdindeling: Bedrijven Verbrandingsemissies niet-industriële bronnen Landbouwactiviteiten Verkeer en vervoer Consumenten, productgebruik, kleine bedrijven Overige emissies naar water Natuur Methoden voor de bepaling van emissies 15
16 Elk hoofdstuk is verder opgedeeld naar brongroepen en uiteindelijk naar emissieoorzaken. Voor elke emissie-oorzaak worden achtereenvolgens de volgende onderwerpen behandeld: : een korte omschrijving van de emissieveroorzakende activiteit(en) of bron(nen). : de doelgroep(en) waaraan de emissie-oorzaak is toegekend. : (korte) beschrijving om welke stoffen het gaat bij de betreffende emissies. : bij sommige emissie-oorzaken gaat het om emissies naar meerdere milieucompartimenten. Hiervoor wordt de procentuele verdeling over de betreffende compartimenten gegeven. : de methode volgens welke de emissies worden bepaald. Indien het om schattingen en berekeningen gaat is zoveel mogelijk een algemene formule gegeven, waarna wordt ingegaan op de bepalingswijze voor de verschillende parameters. : indien van toepassing, worden deze hier behandeld. Vaak wordt echter naar literatuur verwezen. : het jaar waarop de gegevens betrekking hebben. Het gaat daarbij om gegevens over emissies, achterliggende gegevens (emissieverklarende variabelen) en emissiefactoren. : de instantie van welke de gegevens afkomstig zijn. : de wijze waarop de geografische verdeling van de emissies wordt bepaald. Sommige emissies zijn al bij de bepaling gelokaliseerd (zoals in de individuele emissieregistratie). De meeste emissies zijn op nationaal niveau bepaald en worden achteraf geografisch verdeeld met behulp van locatiegegevens over bijvoorbeeld bevolkingsdichtheid, de plaats van bedrijven, verkeerswegen, grondgebruik enzovoorts. een inschatting van de kwaliteit van de gegevens op basis van de wijze waarop de gegevens tot stand zijn gekomen. Daarbij is aangesloten bij de werkwijze van CORINAIR (CORe emission INventories AIR). In het kader van het CORINAIR-Guidebook is een opzet gemaakt voor een werkbare nauwkeurigheidsclassificatie. Als uitgangspunt functioneerde hierbij de volgende indeling: A: Een getal gebaseerd op een groot aantal metingen aan representatieve installaties. B: Een getal gebaseerd op een aantal metingen aan een deel van de voor de sector representatieve installaties. C: Een getal gebaseerd op een beperkt aantal metingen, aangevuld met schattingen op basis van technische kennis over het proces. D: Een getal gebaseerd op een gering aantal metingen, aangevuld met schattingen op basis van aannames E: Een getal gebaseerd op een technische berekening op basis van een aantal aannames. : de referenties. Methoden voor de bepaling van emissies 16
17 2. KOPPELING MET DE DOELGROEPEN 2.1 Overzicht doelgroepen en emissieoorzaken In Tabel 2.1 wordt per doelgroep een overzicht gegeven van de emissieoorzaken die tot een bepaalde doelgroep gerekend worden. Tevens is aangegeven welke taakgroep verantwoordelijk is voor de totstandkoming van de emissiegegevens en in welke paragraaf de bepalingsmethode van de emissie beschreven wordt. Tabel 2.1 Overzicht doelgroepen en emissieoorzaken. Emissieoorzaak Compartiment Paragraaf Taakgroep DOELGROEP LANDBOUW Bijschattingen vuurhaarden L 4.1 ENINA Verbrandingsemissies uit de landbouw L 4.3 ENINA Gebruik bestrijdingsmiddelen L,B,W 5.1 LB Dierlijke mest - methaan, ammoniak, distikstofoxide L LB Kunstmest - ammoniak, distikstofoxide L LB Mineralenemissies agrarische activiteiten B LB Fermentatie door herkauwers, - methaan L LB Gebruik zuiveringsslib landbouwbodems B LB Landbouwgewassen L LB Koelen en vriezen L WESP Uitloging oude opstand gecreosoteerd hout in de waterbouw B,W WESP Uitloging inzet gecreosoteerd hout in de waterbouw B,W WESP Toepassing gecreosoteerd hout op land (opstand vorige jaren) L,B WESP Toepassing gecreosoteerd hout op land (inzet) L,B WESP Toepassing gecarbolineerd hout L,B WESP Toepassing carbolineum L,B WESP Corrosie verzinkt staal tuinbouwkassen B,W WESP Lood- en zinkemissies door jacht B,W WESP Gebruik vislood sportvisserij zoete wateren W WESP Uit- en afspoeling W 8.8 MEWAT 2. DOELGROEP INDUSTRIE Individueel geregistreerde bedrijven L,B,W 3.1 ENINA Bijschatting verbrandingsemissies L 3.2 ENINA Bijschatting procesemissies L,W 3.3 ENINA Bijschatting niet-energetisch gebruik van fossiele brandstoffen L ENINA Overige procesemissies: Bakken van brood L ENINA Overige procesemissies: Scheepswerven W MEWAT Corrosie roestvast staal industrie B,W WESP 4. DOELGROEP RAFFINADERIJEN Individueel geregistreerde bedrijven L,B,W 3.1 ENINA Bijschatting verbrandingsemissies L 3.2 ENINA Bijschatting procesemissies L,W 3.3 ENINA 5. DOELGROEP ENERGIESECTOR Individueel geregistreerde bedrijven L,B,W 3.1 ENINA Bijschatting verbrandingsemissies L 3.2 ENINA Bijschatting procesemissies L,W 3.3 ENINA Overige procesemissies: Delfstoffenwinning L ENINA 6. DOELGROEP VERKEER EN VERVOER Wegverkeer: Uitlaatgassen L,B,W V & V Wegverkeer: Verdamping L V & V Wegverkeer: Bandenslijtage L,B,W V & V Wegverkeer: Wegdekslijtage L,B,W V & V Wegverkeer: Olielekkage B,W V & V Uitlaatgassen beroepsvaart L V & V Uitlaatgassen stilliggende en manoeuvrerende zeeschepen L V & V Methoden voor de bepaling van emissies 17
18 Tabel 2.1 Overzicht doelgroepen en emissieoorzaken. Emissieoorzaak Compartiment Paragraaf Taakgroep Uitlaatgassen recreatievaart, benzine en diesel verbranding L,W V & V Binnenscheepvaart : bilgewater W V & V Binnenscheepvaart : coating W V & V Binnenscheepvaart : corrosie zinkanodes W V & V Binnenscheepvaart : schroefasvet W V & V Morsingen op binnenwateren W V & V Zeeschepen in havens: uitloging aangroeiende verf W V & V Recreatievaart: toepassing antifouling W V & V Luchtvaart: uitlaatgassen L V & V Luchtvaart: verdamping L V & V Spoorwegen: uitlaatgassen L V & V Spoorwegen: slijtage bovenleidingen en stroomafnemers L V & V Mobiele werktuigen: uitlaatgassen L V & V Wegenverf L WESP Autoproducten L WESP Uitloging oude opstand gecreosoteerd hout in de waterbouw B,W WESP Uitloging inzet gecreosoteerd hout in de waterbouw B,W WESP Toepassing gecreosoteerd hout op land (opstand vorige jaren) L,B WESP Toepassing gecreosoteerd hout op land (inzet) L,B WESP Corrosie verzinkt stalen vangrails wegenbouw B,W WESP Corrosie verzinkt stalen lantarenpalen wegenbouw B,W WESP Corrosie zinkanodes sluisdeuren W WESP 7. DOELGROEP CONSUMENTEN Bijschatting verbrandingsemissies L 3.2 ENINA Woningverwarming, open haarden en kachels L 4.2 ENINA Gebruik spuitbussen L WESP Afdanken van koelkasten L WESP Autoproducten L WESP Kantoorartikelen L WESP Leer en meubelonderhoud L WESP Gebruik lijmen consumenten en bouw L WESP Cosmetica en artikelen voor persoonlijke verzorging L WESP Schoonmaakmiddelen L WESP Verfgebruik consumenten L WESP Afsteken vuurwerk L,B,W WESP Ammoniakemissie via mensen, dieren en schoonmaakmiddelen L WESP Roken van sigaretten L WESP Vleesbereiden: bakken, braden en barbecuen L WESP Toepassing gecreosoteerd hout op land (opstand vorige jaren) L,B WESP Toepassing gecreosoteerd hout op land (inzet) L,B WESP Toepassing gecarbolineerd hout L,B WESP Toepassing carbolineum L,B WESP Toepassing PCP-verduurzaamd hout gevelbetimmering L WESP Corrosie zinken daken en dakgoten woningen B,W WESP Corrosie loodslabben en stroken woningen B,W WESP Corrosie waterleidingen tijdens doorstroming woningen W WESP Corrosie waterleidingen tijdens stilstand en opwarming woningen W WESP Huishoudelijk afvalwater W 7.6 WESP 8. DOELGROEP BOUW Gebruik schuimen L WESP Gebruik spuitbussen L WESP Gebruik lijmen consumenten en bouw L WESP Verfgebruik bouw L WESP 9. DOELGROEP AFVALVERWIJDERINGSBEDRIJVEN Individueel geregistreerde bedrijven L,B,W 3.1 ENINA Bijschatting verbrandingsemissies L 3.2 ENINA Bijschatting procesemissies L,W 3.3 ENINA Emissies vanuit stortplaatsen L,W ENINA Gebruik schuimen L WESP Methoden voor de bepaling van emissies 18
19 Tabel 2.1 Overzicht doelgroepen en emissieoorzaken. Emissieoorzaak Compartiment Paragraaf Taakgroep Afdanken van koelkasten L WESP 10. DOELGROEP DRINKWATERBEDRIJVEN Bijschatting verbrandingsemissies L 3.2 ENINA Bijschatting procesemissies L,W 3.3 ENINA 11. DOELGROEP RIOLERINGEN EN WATERZUIVERING Individueel geregistreerde bedrijven L,B,W 3.1 ENINA Bijschatting verbrandingsemissies L 3.2 ENINA Bijschatting procesemissies L,W 3.3 ENINA Effluenten en zuiveringsslib RWZI s B, W 8.2 MEWAT Niet aangesloten rioolstelsels W 8.4 MEWAT Overstorten W 8.5 MEWAT Regenwaterriolen W 8.6 MEWAT 12. HANDEL, DIENSTEN EN OVERHEDEN EN OVERIGE DOELGROEPEN Individueel geregistreerde bedrijven L,B,W 3.1 ENINA Bijschatting verbrandingsemissies L 3.2 ENINA Bijschatting procesemissies L,W 3.3 ENINA Autospuiterijen - gebruik van verf en lak L WESP Benzinedistributiedepots L WESP Garagebedrijven: reinigen van nieuwe auto s L,W WESP ML-stations, antiroestbehandelingsbedrijven L WESP Tankstations verdrijvingsverliezen auto- en opslagtanks L WESP Reinigen van tankauto s L WESP Chemisch reinigen kleding/textiel L,W,A WESP Lozingen vanuit tandartspraktijken W WESP Crematoria W WESP Gebruik brandwerende middelen L WESP Gebruik spuitbussen L WESP Reinigingsprocessen in Handel, Diensten en Overheid L WESP Ontsmetten opslag en transporten L WESP Ontsmetten medische componenten L WESP Koelen en vriezen L WESP Autoproducten L WESP Kantoorartikelen L WESP Cosmetica en artikelen voor persoonlijke verzorging L WESP Schoonmaakmiddelen L WESP Ammoniakemissie via mensen, dieren en schoonmaakmiddelen L WESP Toepassing gecreosoteerd hout op land (opstand vorige jaren) L,B WESP Toepassing gecreosoteerd hout op land (inzet) L,B WESP Schietsport B WESP Corrosie zinken daken en dakgoten utiliteitsbouw B,W WESP Corrosie loodslabben en stroken utiliteitsbouw B,W WESP Corrosie waterleiding kantoorgebouwen W WESP 13. NATUUR Vegetatie, bodem en water L 9.1 LB 14. OVERIGE PROCESSEN Depositie op oppervlaktewater W 8.7 MEWAT Aanvoer buitenlandse rivieren W 8.9 MEWAT Betekenis van de namen Taakgroepen CEI: ENINA : Energie, Industrie en Afval LB : Landbouw MEWAT : Methodeontwikkeling Wateremissies V&V : Verkeer en Vervoer WESP : Werkgroep Emissies Servicebedrijven en Productgebruik Methoden voor de bepaling van emissies 19
20 Methoden voor de bepaling van emissies 20
21 3. BEDRIJVEN 3.1 Grote bedrijven Emissies van bedrijven waarvan de emissies individueel zijn geregistreerd. De emissiecijfers zijn gefiatteerd door het bedrijf en in veel gevallen ook door het bevoegde gezag. De emissies hebben betrekking op de grootste puntbronnen (±500 bedrijven). Industrie, Raffinaderijen, Energiesector, Afvalverwijderingsbedrijven, en andere relevante doelgroepen. De geselecteerde stoffen voor de ER-I-rapportage zijn opgenomen in het Programma van Eisen Doelgroepenmonitoring [1]. Deze stoffen zijn voor zover relevant gerapporteerd in het Emissiejaarrapport [2]. Geregistreerd worden de emissies naar lucht, water, en waar relevant bodem. De emissies naar lucht of water worden op verschillende wijzen bepaald. In het algemeen kan gesteld worden dat de volgende methoden gebruikt worden: emissiemetingen, berekeningen uit verbruik/productiecijfers (massabalans), schattingen aan de hand van emissiefactoren, combinatie van bovenstaande methoden. Ongeveer 500 bedrijven zijn in opdracht van de Hoofdinspectie Milieuhygiëne benaderd om de gegevens over de emissies naar lucht en water en afval voor het basisjaar 1995 te leveren. Deze gegevens zijn afgestemd met andere rapportages zoals de rapportages aan het bevoegde gezag in het kader van de vergunningen inzake emissies naar lucht en water en rapportages in het kader van het Besluit Emissie-Eisen Stookinstallaties (BEES), Daarnaast is, waar zinvol, gebruik gemaakt van gegevens uit het bedrijfsmilieuplan (BMP-tabel) of het milieujaarverslag (MJV). Tussen RIZA en de ER zijn afspraken gemaakt over de emissiegegevens naar water van individuele bedrijven. De afspraken houden in dat in principe de door RIZA aangeleverde gegevens op individuele basis worden overgenomen. Deze gegevens zijn verzameld via de enquête van de Commissie Integraal Waterbeheer (CIW). die niet in de CIW- enquête worden meegenomen, worden aangevuld met ER-I gegevens. De emissiefactoren zijn in het kader van de emissieregistratie vastgesteld. De individueel geregistreerde emissies hebben betrekking op het jaar Voor zover emissiefactoren gebruikt zijn kunnen deze in een eerder jaar vastgesteld zijn. Methoden voor de bepaling van emissies 21
22 De gegevens zijn door TNO, en voor wat betreft de watergegevens ten dele ook door RIZA verzameld. De emissies zijn op het bedrijfsterrein gelokaliseerd, afhankelijk van aard als puntbron of als oppervlaktebron (diffuse emissies) met de coördinaten van het verschoven Rijksdriehoeksmetingnet. Bij de emissies naar water is de primaire bestemming aangegeven (rioolstelsel, oppervlaktewater en/of afwaterings-eenheid). A [1] Ministerie VROM, Programma van Eisen Doelgroepenmonitoring, Directoraat-Generaal Milieubeheer, [2] Draaijers, G.P.J. et al., Emissies in Nederland; Trends, thema s en doelgroepen 1995 en ramingen 1996, Publicatiereeks Emissieregistratie nr. 38, augustus Bijschatting verbrandingsemissies Emissies door het verbranden van fossiele brandstoffen (en hout) t.b.v. energieopwekking (inclusief de warmtekrachtcentrales) in vuurhaarden, die niet individueel zijn geregistreerd. Industrie, Raffinaderijen, Energiesector, en andere relevante doelgroepen. De geselecteerde stoffen voor de ER-I-rapportage zijn opgenomen in het Programma van Eisen Doelgroepenmonitoring [1]. Deze stoffen zijn voor zover relevant gerapporteerd in het Emissiejaarrapport [2]. De emissies hebben betrekking op het compartiment lucht. De emissies worden per bedrijfsgroep bijgeschat. De emissies worden berekend door vermenigvuldiging van het brandstofgebruik met de voor de bedrijfsgroep/ categorie geldende emissiefactoren. De emissiefactoren voor de individueel geregistreerde bedrijven zijn berekend door de gemeten emissies te delen door het verbruik. Bij de bijschatting door het CBS zijn voor de bedrijfstakken en brandstoffen die ook in ER-I voorkomen de ER-I-factoren gebruikt [1]. Voor de overige bedrijfstakken en brandstoffen zijn gemiddelde emissiefactoren vastgesteld. Voor de emissies van distikstofoxide zijn op basis van literatuurgegevens onderstaande factoren toegepast: gas 0,1 g/gj olie 0,6 g/gj kolen 1,4 g/gj Methoden voor de bepaling van emissies 22
23 Het basisjaar van de gegevens uit ER-I en de verbruiken uit de Nederlandse Energiehuishouding is Voor zover emissiefactoren gebruikt zijn kunnen deze in een eerder jaar vastgesteld zijn [3]. De verbruiksgegevens zijn geleverd door het Centraal Bureau voor de Statistiek [4]. De emissies van de ER-I-bedrijven zijn gelokaliseerd met de coördinaten van de bron. Voor de lokalisatie van de bijgeschatte emissies is gebruik gemaakt van de in de ER-C-database gelokaliseerde bedrijven per bedrijfstak. Toekenning heeft plaatsgevonden op basis van het aantal werknemers per bedrijfstak. B [1] Ministerie VROM, Programma van Eisen Doelgroepenmonitoring, Directoraat-Generaal Milieubeheer, [2] Draaijers, G.P.J. et al., Emissies in Nederland; Trends, thema s en doelgroepen 1995 en ramingen 1996, Publicatiereeks Emissieregistratie nr. 38, augustus [3] Bakkum, A. et al., Emissieregistratie vuurhaarden, MT-TNO rapport R86/ 2076, bijgewerkte versie [4] CBS, De Nederlandse Energie Huishouding 1995, Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen, verschijnt jaarlijks. 3.3 Bijschatting procesemissies In deze paragraaf wordt de methode besproken waarop de bijschatting van de procesemissies naar lucht van bedrijven die niet individueel zijn geregistreerd tot stand komt. CBS en RIVM nemen ieder een gedeelte van de bijschattingen voor hun rekening. Evenals voor de overige doelgroepen worden de CFK s en aanverwante stoffen voor de doelgroepen Industrie en Afvalverwijderingsbedrijven centraal door RIVM/LAE berekend volgens de methodiek uit het rapport Gebruik en emissies van CFK s en aanverwante stoffen in Nederland in 1993 en 1994 van A.J.C.M. Matthijsen. De bijschattingen worden vervolgens bepaald door de totale emissie te verminderen met de ER-I-emissie van de betreffende stof Procesemissies: CBS gedeelte Procesemissies naar lucht van bedrijven die niet individueel zijn geregistreerd. Industrie, Energiesector, Raffinaderijen, Afvalverwijderingsbedrijven en andere relevante doelgroepen. De geselecteerde stoffen voor de ER-I-rapportage zijn opgenomen in het Programma van Eisen Doelgroepenmonitoring [1]. Deze stoffen zijn voor zover relevant gerapporteerd in het Emissiejaarrapport [2]. Methoden voor de bepaling van emissies 23
24 De emissies vinden plaats naar op de compartimenten lucht en water. De bijschattingen van procesemissies door bedrijven worden per bedrijfsgroep uitgevoerd. De schattingen zijn gebaseerd op emissiefactoren die afgeleid zijn van de gegevens van individueel geregistreerde bedrijven. Per bedrijfsgroep is een emissieverklarende variabele gekozen voor de extrapolatie, waaruit de zogenaamde ophoogfactor is afgeleid. De ophoogfactor wordt op de volgende wijze bepaald: Van de door TNO geregistreerde bedrijven worden de CBS-enquêteformulieren opgevraagd en de benodigde gegevens gesommeerd (productie ER-I-bedrijven). Tevens worden de totale productiegegevens op SBI-5 digits (Standaard Bedrijven Indeling) opgevraagd (productie totaal) bij de afdeling industriële productie van het CBS [3]. De totale productie gedeeld door productie van de ER-I-bedrijven levert de ophoogfactor op. Bij de berekening van de koolwaterstof emissies werd rekening gehouden met de monitoringsactiviteiten van KWS2000 [4]. In principe worden de gegevens van KWS2000 overgenomen. Indien de emissie die TNO waarneemt in een bedrijfsgroep hoger is dan wat KWS2000 aangeeft wordt het getal van TNO aangehouden. Voor de bijschattingen naar water werd uitgegaan van de gegevens uit de CIW-enquête, voor zover hiervan productiecijfers achterhaald konden worden [5]. Hierdoor zijn de bedrijven waarop de bijschatting voor water is gebaseerd niet geheel identiek met de bedrijven waarop de bijschatting voor lucht is gebaseerd. De berekening van de CFK-emissies zijn opgenomen in een rapport over CFK s [6]. Voor de ophoogfactor verklarende variabele wordt door het CBS het meest geschikte productiegegeven gebruikt uit de Productiestatistieken. Bij voorkeur is dit de productie uitgedrukt in tonnen. Is dit niet mogelijk dan wordt de productie gerelateerd aan het aantal werkzame personen of aan geld. De verschillende voor de ophoging gebruikte variabelen zijn in onderstaande tabellen opgenomen. Tabel 3.1 Ophoogverklarende variabelen voor het compartiment lucht. SBI OPHOOGVERKLARENDE VARIABELEN EENHEID hoeveelheid verschillende weefsels ton werkzame personen aantal hoeveelheid verbruikte vezels ton opbrengst gulden hoeveelheid vloerbedekking uit textiel ton hoeveelheid gebonden textielvlies ton opbrengst gulden hoeveelheid huiden m hoeveelheid geproduceerde schoenen ton hoeveelheid verduurzaamd hout + SPIN document ton fineer en ander plaatmateriaal ton deuren (inclusief kozijnen daarvoor en drempels) verschillende soorten papier en karton ton verschillende soorten papier en karton ton productie verpakkingsmiddelen ton artikelen voor hygiënisch gebruik ton andere papier en kartonwaren ton integraal integraal energie joule Methoden voor de bepaling van emissies 24
Lozingen vanuit tandartspraktijken
Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie Lozingen vanuit tandartspraktijken Versie mei 2016 De gepresenteerde methode voor emissieberekening van de genoemde emissieoorzaken in deze factsheet
Nadere informatieBelasting van het oppervlaktewater door huishoudens,
Belasting van het oppervlaktewater door huishoudens, 1990-2016 Indicator 27 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
Nadere informatieCorrosie roestvast staal industrie
Emissieschattingen Diffuse bronnen Emissieregistratie Corrosie roestvast staal industrie Versie april 2011 RIJKSWATERSTAAT WATERDIENST In samenwerking met DELTARES en TNO Corrosie roestvast staal industrie
Nadere informatieBelasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering,
Belasting van het oppervlaktewater vanuit riolering en rioolwaterzuivering, 1990-2016 Indicator 1 oktober 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met
Nadere informatieCorrosie waterleidingen kantoorgebouwen
Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie Corrosie waterleidingen kantoorgebouwen Versie mei 2015 In opdracht van RIJKSWATERSTAAT - WVL Uitgevoerd door DELTARES in samenwerking met TNO Corrosie
Nadere informatieBelasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,
Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, 1990-2016 Indicator 27 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere
Nadere informatieEmissies naar lucht door huishoudens,
Indicator 1 mei 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van kooldioxide, stikstofoxiden
Nadere informatieEmissies naar lucht door de industrie,
Indicator 25 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De industrie levert voor alle
Nadere informatieEmissies naar lucht door huishoudens,
Indicator 25 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van kooldioxide (CO
Nadere informatieBelasting van het oppervlaktewater door verkeer en vervoer,
Belasting van het oppervlaktewater door verkeer en vervoer, 1990-2013 Indicator 7 oktober 2015 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
Nadere informatieEmissies naar lucht door de energievoorziening,
Indicator 1 mei 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van vrijwel alle belangrijke
Nadere informatieBelasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,
Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, 1990-2015 Indicator 2 oktober 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
Nadere informatieImpact rioolwaterzuivering op de belasting van het oppervlaktewater, 2016
Impact rioolwaterzuivering op de belasting van het oppervlaktewater, 2016 Indicator 1 oktober 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere
Nadere informatieEmissies naar lucht door de energievoorziening,
Indicator 29 april 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissies van een aantal belangrijke
Nadere informatieBelasting van het oppervlaktewater door verkeer en vervoer,
Belasting van het oppervlaktewater door verkeer en vervoer, 1990-2016 Indicator 27 september 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere
Nadere informatieEffluenten RWZI s (gemeten stoffen)
Industriële en communale bronnen Emissieregistratie Effluenten RWZI s (gemeten stoffen) Versie mei 2015 RIJKSWATERSTAAT Water, Verkeer en Leefomgeving (WVL) in samenwerking met CENTRAAL BUREAU VOOR DE
Nadere informatieImpact rioolwaterzuivering op de belasting van het oppervlaktewater, 2015
Impact rioolwaterzuivering op de belasting van het oppervlaktewater, 2015 Indicator 2 oktober 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere
Nadere informatieBelasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen,
Belasting van het oppervlaktewater met vermestende stoffen, 1990-2008 Indicator 29 september 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere
Nadere informatieZuivering van stedelijk afvalwater: zware metalen,
Indicator 22 juni 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De afgelopen dertig jaar is voor
Nadere informatieVerzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC),
Verzurende stoffen: emissies per beleidssector (NEC), 1990-2009 Indicator 26 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt
Nadere informatieBerekening van emissies stationaire bronnen door brandstofverbruik11
0 Berekening van emissies stationaire bronnen door brandstofverbruik11 Bas Guis Publicatiedatum CBS-website: 4 juli 2011 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer
Nadere informatieEmissies van broeikasgassen door de land- en tuinbouw,
Emissies van broeikasgassen door de land- en tuinbouw, 1990-2009 Indicator 19 oktober 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens
Nadere informatieFiguur 1 Zuiveringsinstallatie
Richtlijn 91/271/EEG: Situatierapport ex artikel 16 Nederland, situatie op 31 december 1998 Inzameling, transport en behandeling van afvalwater in Nederland Bij allerlei activiteiten in huis en bedrijf
Nadere informatieEmissies door de zeescheepvaart,
Indicator 26 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het betreft hier de feitelijke
Nadere informatieDatabases Nederlands milieubeleid
Databases Nederlands milieubeleid Rob Aalbers * Onderzoek Centrum voor Financieel Economisch Beleid (OCFEB) en Herman R.J. Vollebergh ** Vakgroep Algemene Economie Onderzoek Centrum voor Financieel Economisch
Nadere informatieCO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe
CO2-uitstoot Regio Noord-Veluwe 1 CO2-uitstoot hoofdsectoren 1.1 Inleiding In deze rapportage wordt de CO2-uitstoot van uw gemeente weergegeven, voorzover de daarvoor benodigde gegevens beschikbaar zijn.
Nadere informatie14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN
1.Inleiding 14. OVERZICHT VAN DE BELANGRIJKSTE BRONNEN VAN WATERVERONTREINIGING IN HET BRUSSELS GEWEST Het Brussels Gewest ligt voor het grootste deel in het subbekken van de Zenne. Deze waterloop en zijn
Nadere informatieKenmerk 1204148-003-ZWS-0014. Doorkiesnummer +31 (0)6 10 39 95 34. Oplegnotitie 2: herberekening PAK effluenten EmissieRegistratie
Memo Aan Rob Berbee Datum Van Nanette van Duijnhoven Kenmerk Doorkiesnummer +31 (0)6 10 39 95 34 Aantal pagina's 10 E-mail nanette.vanduijnhoven @deltares.nl Onderwerp PAK effluenten EmissieRegistratie
Nadere informatieLood en zinkemissies door jacht
Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie Lood en zinkemissies door jacht Versie mei 2016 De gepresenteerde methode voor emissieberekening van de genoemde emissieoorzaken in deze factsheet
Nadere informatieUitloging van verduurzaamd hout in de waterbouw
Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie Uitloging van verduurzaamd hout in de waterbouw Versie mei 2016 In opdracht van RIJKSWATERSTAAT - WVL Uitgevoerd door DELTARES en TNO Uitloging van
Nadere informatieZinkanodes binnenscheepvaart
Emissieschattingen Diffuse bronnen Emissieregistratie Zinkanodes binnenscheepvaart Versie mei 2016 De gepresenteerde methode voor emissieberekening van de genoemde emissieoorzaken in deze factsheet is
Nadere informatieStroomgebiedsafstemming Rijnwest. ER in combinatie met meetgegevens
Stroomgebiedsafstemming Rijnwest ER in combinatie met meetgegevens Stroomgebiedsafstemming Rijn-West 2 Opdrachtgever: Rijn West Begeleidingsgroep / beoordelingsgroep: Provincies, RAO, KRW-Kernteam Rijn
Nadere informatieInleiding. Oefeningen. Oefeningen workshop 1. Weergave grafieken. Emissie Symposium Water 11 april 2019
Oefeningen workshop www.emissieregistratie.nl Emissie Symposium Water 11 april 2019 Inleiding In deze korte cursus wordt vooral ingezoomd op het maken van grafieken, kaarten en het exporteren van gegevens.
Nadere informatieEmissies naar lucht door verkeer en vervoer,
Indicator 12 april 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Met uitzondering van kooldioxide,
Nadere informatieabcdefgh Rijkswaterstaat X Verkeer en vervoer zeescheepvaart
abcdefgh Rijkswaterstaat X Verkeer en vervoer zeescheepvaart Contactpersoon: Joan Meijerink December 2003 Inhoudsopgave........................................................................................
Nadere informatieScheepswerven. Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie. Versie mei 2016
Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie Versie mei 2016 De gepresenteerde methode voor emissieberekening van de genoemde emissieoorzaken in deze factsheet is actueel, maar vanaf 2017 worden
Nadere informatie2018D Lijst van vragen
2018D01559 Lijst van vragen De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de PAS Monitoringsrapportage
Nadere informatieEmissies naar lucht door verkeer en vervoer,
Indicator 24 oktober 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Met uitzondering van kooldioxide,
Nadere informatieEmissies naar lucht door verkeer en vervoer,
Indicator 5 april 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Met uitzondering van kooldioxide,
Nadere informatieBroeikasgasemissies in Nederland,
Indicator 8 september 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen
Nadere informatieBiobrandstoffen, Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (
Indicator 24 mei 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aandeel biobrandstoffen in de
Nadere informatieAfsteken vuurwerk. Emissieschattingen Diffuse bronnen Emissieregistratie. Versie mei 2016
Emissieschattingen Diffuse bronnen Emissieregistratie Versie mei 2016 In opdracht van RIJKSWATERSTAAT WVL Uitgevoerd door DELTARES en TNO 1 Omschrijving emissiebron Jaarlijks worden tijdens de jaarwisseling
Nadere informatie1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT
1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen
Nadere informatieMilieukosten per sector,
Indicator 15 april 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De milieudienstverlenende bedrijven
Nadere informatieEnergieverbruik door de industrie,
Indicator 29 september 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2013 (nader voorlopige
Nadere informatieUpdate emissiekarakteristieken individueel 2013
TNO-rapport TNO 2014 R10875 Update emissiekarakteristieken individueel 2013 Earth, Life & Social Sciences Princetonlaan 6 3584 CB Utrecht Postbus 80015 3508 TA Utrecht www.tno.nl T +31 88 866 42 56 Datum
Nadere informatie1. CO2-uitstoot Nederland
1. CO-uitstoot Nederland 1. CO-uitstoot globaal 1.1 Inleiding In het Handboek Monitoring broeikasgasemissies en hernieuwbare energie lokale overheden wordt beschreven hoe de broeikasgasemissies van gemeenten
Nadere informatieMorsingen binnenwateren
Emissieschattingen Diffuse bronnen Emissieregistratie Morsingen binnenwateren Versie mei 2016 In opdracht van RIJKSWATERSTAAT WVL Uitgevoerd door DELTARES en TNO Morsingen binnenwateren 1 Omschrijving
Nadere informatieLood en zinkemissies door jacht
Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie Lood en zinkemissies door jacht Versie mei 2014 In opdracht van RIJKSWATERSTAAT WVL Uitgevoerd door DELTARES en TNO Lood en zinkemissies door jacht
Nadere informatieBroeikasgasemissies in Nederland,
Indicator 19 mei 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen
Nadere informatieRioolwaterzuivering in de ER: Trends, balansen en knelpunten. Kees Baas
Rioolwaterzuivering in de ER: Trends, balansen en knelpunten Kees Baas Inhoud: Korte uitleg enquête Trends nutriënten en afvalwaterdebiet Trends zware metalen Gat in de emissiebalans Knelpunt komende jaren
Nadere informatieEmissie van lood door de sportvisserij in zoete en zoute wateren
Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie Emissie van lood door de sportvisserij in zoete en zoute wateren Versie mei 2015 In opdracht van RIJKSWATERSTAAT-WVL Uitgevoerd door DELTARES Emissie
Nadere informatieEmissies broeikasgassen, 1990-2014
Emissies broeikasgassen, 1990-2014 Indicator 4 april 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken.
Nadere informatieAanbod en verbruik van elektriciteit,
Indicator 14 november 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2016 bedroeg het totale
Nadere informatiesectorplan 27 Industrieel afvalwater
sectorplan Industrieel afvalwater 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Industriële afvalwaterstromen (niet reinigbaar in biologische afvalwaterzuiveringsinstallaties) 2. Belangrijkste bronnen
Nadere informatieVerbruik van duurzame energie,
Indicator 28 april 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aandeel duurzaam in het binnenlandse
Nadere informatieCuraçao Carbon Footprint 2015
Willemstad, March 2017 Inhoudsopgave Inleiding 2 Methode 2 Dataverzameling 3 Uitstoot CO2 in 2010 3 Uitstoot CO2 in 2015 4 Vergelijking met andere landen 5 Central Bureau of Statistics Curaçao 1 Inleiding
Nadere informatieBestrijdingsmiddelen gebruik bij nietlandbouwkundige. toepassingen. Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie.
Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie Bestrijdingsmiddelen gebruik bij nietlandbouwkundige toepassingen Versie mei 2016 In opdracht van RIJKSWATERSTAAT WVL Uitgevoerd door DELTARES niet-landbouwkundige
Nadere informatieOntwikkeling van enkele emissies naar lucht 1990 2009
11 0 Ontwikkeling van enkele emissies naar lucht 1990 2009 C.S.M. Olsthoorn Publicatiedatum CBS-website: 4 juli 2011 Den Haag/Heerlen Verklaring van tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer **
Nadere informatieVerslagen van de vier workshops tijdens het Emissiesymposium 2 februari 2010
Verslagen van de vier workshops tijdens het Emissiesymposium 2 februari 2010 Pagina 1 Stoffen en bronnen; welke stoffen zijn relevant om in de EmissieRegistratie opgenomen te worden. Pagina 2 Omgaan met
Nadere informatieFolder Molybdeen in afvalwater en slib
Folder Molybdeen in afvalwater en slib w Kathleen Geertjes Kees Baas Stephan Verschuren Remco Kaashoek Cor Graveland CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31
Nadere informatieCarbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010)
Carbon Footprint 2e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Opgesteld door: Akkoord: I. Bangma O. Van der Ende 1. INLEIDING Binnen de Van der Ende Steel Protectors Group BV staat zowel interne als externe duurzaamheid
Nadere informatieBert Bellert, Waterdienst. 5 september 2011
Ammonium in de Emissieregistratie?! Natuurlijke processen, antropogene bronnen en emissies in de ER Bert Bellert, Waterdienst Ammonium als stof ook in ER??: In kader welke prioritaire stoffen, probleemstoffen,
Nadere informatieUpdate factsheet Effluenten RWZI s, regenwaterriolen, niet aangesloten riolen, overstorten en IBA s
Update factsheet Effluenten RWZI s, regenwaterriolen, niet aangesloten riolen, overstorten en IBA s Dr.ir. Jeroen Langeveld/ir. Erik Liefting Aanleiding Steeds meer metingen beschikbaar van vooral regenwateruitlaten
Nadere informatieFijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP. onderzoeksprogramma
Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma Fijn stof in Nederland: stand van zaken en beleidsimplicaties na het tweede BOP onderzoeksprogramma
Nadere informatieEnergieverbruik per sector,
Indicator 29 september 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2013 is het energieverbruik
Nadere informatieEnergieverbruik door verkeer en vervoer,
Indicator 25 maart 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het toegenomen wegverkeer is de
Nadere informatieCO2-emissies verklaard,
Indicator 14 mei 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In de publicaties van onder meer
Nadere informatieCorrosie roestvast staal industrie
Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie Corrosie roestvast staal industrie Versie mei 2016 In opdracht van RIJKSWATERSTAAT WVL Uitgevoerd door DELTARES in samenwerking met TNO Corrosie roestvast
Nadere informatie1. INLEIDING Rapportage
1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen
Nadere informatieLozing nutriënten vanuit glastuinbouw
Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie Lozing nutriënten vanuit glastuinbouw Versie mei 2015 In opdracht van RIJKSWATERSTAAT WVL Uitgevoerd door DELTARES Lozing nutriënten vanuit glastuinbouw
Nadere informatieKostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten
Kostenterugwinning van Waterdiensten Kostenterugwinning van Waterdiensten Aanvullende analyse Milieukosten Sterk Consulting en Bureau Buiten Leiden, november 2013 1 2 Inhoudsopgave 1 Achtergrond en doel
Nadere informatieVerbruik van duurzame energie,
Indicator 15 december 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aandeel duurzaam in het
Nadere informatieSlijtage stroomafnemers en bovenleidingen spoorwegen
Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie Slijtage stroomafnemers en bovenleidingen spoorwegen Versie mei 2016 In opdracht van RIJKSWATERSTAAT WVL Uitgevoerd door DELTARES in samenwerking met
Nadere informatieEMS ontwerp-protocol Emissies door Zeescheepvaart van koudemiddelen
EMS ontwerp-protocol Emissies door Zeescheepvaart van koudemiddelen Versie 2, 24.11.2003 24 november 2003 Auteur: Ernst Bolt Adviesdienst Verkeer en Vervoer afdeling Scheepvaart ......... Colofon Uitgegeven
Nadere informatieZinkanodes sluisdeuren
Emissieschattingen Diffuse bronnen Emissieregistratie Zinkanodes sluisdeuren Versie mei 2016 De gepresenteerde methode voor emissieberekening van de genoemde emissieoorzaken in deze factsheet is actueel,
Nadere informatieBroeikasgasemissies in Nederland per sector,
Indicator 8 september 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissie van koolstofdioxide
Nadere informatie1. INLEIDING 2. CARBON FOOTPRINT
1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen
Nadere informatieEuropean Pollutant Release and Transfer Register (E-PRTR) Gevolgen van deze nieuwe EU wetgeving. Nanette van Duijnhoven en Sacha de Rijk
European Pollutant Release and Transfer Register (E-PRTR) Gevolgen van deze nieuwe EU wetgeving Nanette van Duijnhoven en Sacha de Rijk E-PRTR Verordening Per 1 januari 2007 in werking 65 bedrijfsactiviteiten
Nadere informatieLood en zinkemissies door jacht
Emissieschattingen Diffuse bronnen EmissieRegistratie Lood en zinkemissies door jacht Versie mei 2016 In opdracht van RIJKSWATERSTAAT WVL Uitgevoerd door DELTARES en TNO Lood en zinkemissies door jacht
Nadere informatieEnergieverbruik per bedrijfstak,
Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2015 (voorlopig cijfer)
Nadere informatie38,6. CO 2 (ton/jr) 2014
Carbon footprint Op basis van de diverse soorten CO 2 -emissies is de totale CO 2 -emissie van Den Ouden Groep berekend. 9,8 38,6 51,6 Diesel personenwagens Diesel combo's en busjes Hybride personen wagens
Nadere informatieAntwoorden AIM sessie Atkqkqrorav
en AIM sessie Atkqkqrorav In de AIM heeft u tijdens sessie Atkqkqrorav op 08 07 2016 de volgende antwoorden op de gestelde vragen gegeven. Introductie Wat is de reden van uw bezoek aan de AIM? Checken
Nadere informatieRBOI-Rotterdam B.V. Stikstofdepositieonderzoek. bedrijventerrein Oosteind
RBOI-Rotterdam B.V. Stikstofdepositieonderzoek bedrijventerrein Oosteind INHOUDSOPGAVE blz. 1. ACHTERGROND 1 2. UITGANGSPUNTEN 3 2.1. Beoordelingsmethode 3 2.2. Beoordelingslocaties 5 3. RESULTATEN
Nadere informatieSamenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T
A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05
Nadere informatieSchroefasvet binnenscheepvaart
Emissieschattingen Diffuse bronnen Emissieregistratie Schroefasvet binnenscheepvaart Versie oktober 2009 RIJKSWATERSTAAT-WATERDIENST in samenwerking met DELTARES en TNO 1 Omschrijving emissiebron Ten gevolge
Nadere informatieCO 2 -Prestatieladder
Adviesbureau B.V Sint Bavostraat 60C 4891 CK RIJSBERGEN Telefoon (076) 597 47 16 CO 2 -Prestatieladder 3.A.1 Emissie-inventaris met CO2-Footprint www.apconbv.com ..........................................................................................
Nadere informatieVerbruik van hernieuwbare energie voor vervoer,
Indicator 14 oktober 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het verbruik van hernieuwbare
Nadere informatieCarbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010)
Carbon Footprint 1e helft 2015 (referentiejaar = 2010) Opgesteld door: Akkoord: I. Bangma O. Van der Ende 1. INLEIDING Binnen Van der Ende Steel Protectors Group staat zowel interne als externe duurzaamheid
Nadere informatieEnergieverbruik door verkeer en vervoer,
Indicator 29 maart 2018 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het toegenomen wegverkeer is de
Nadere informatieGedetailleerde doelen Duurzame Zuivelketen
Gedetailleerde doelen Duurzame Zuivelketen Inleiding Via de Duurzame Zuivelketen streven zuivelondernemingen (NZO) en melkveehouders (LTO) gezamenlijk naar een toekomstbestendige en verantwoorde zuivelsector.
Nadere informatieEnergieverbruik door verkeer en vervoer,
Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het toegenomen wegverkeer is
Nadere informatieCarbon Footprint Welling Bouw Vastgoed
Carbon Footprint Welling Bouw Vastgoed Dit document bevat de uitgewerkte actuele emissie inventaris van Welling Bouw Vastgoed Rapportage januari december 2009 (referentiejaar) Opgesteld door: Wouter van
Nadere informatieabcdefgh Rijkswaterstaat XV De waterkwaliteit voor stoffen afkomstig van diffuse bronnen
abcdefgh Rijkswaterstaat XV De waterkwaliteit voor stoffen afkomstig van diffuse bronnen Contactpersoon: Peter Vermij December 2003 Inhoudsopgave........................................................................................
Nadere informatieFolder Antimoon in afvalwater en slib
Folder Antimoon in afvalwater en slib w Kathleen Geertjes Kees Baas Stephan Verschuren Remco Kaashoek Cor Graveland CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31
Nadere informatieAanbod en verbruik van elektriciteit,
Indicator 27 augustus 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het totale elektriciteitsverbruik
Nadere informatieCO 2 -uitstootrapportage 2011
Programmabureau Klimaat en Energie CO 2 -uitstootrapportage 2011 Auteurs: Frank Diependaal en Theun Koelemij Databewerking: CE Delft, Cor Leguijt en Lonneke Wielders Inhoud 1 Samenvatting 3 2 Inleiding
Nadere informatieMonitor energie en emissies Drenthe
Monitor energie en emissies Drenthe 2012-2015 - november 2017 www.ecn.nl Monitor energie en emissies Drenthe 2012-2015 Deze monitor sluit aan op de notitie Energie en emissies Drenthe 2020, 2023 en 2030
Nadere informatie1. INLEIDING. 1.1. Rapportage
1. INLEIDING Binnen Van der Ende Beheermaatschappij B.V. staat zowel interne als externe duurzaamheid hoog op de agenda. Interne duurzaamheid richt zich met name op het eigen huisvestingsbeleid, de bedrijfsprocessen
Nadere informatie