Eigenschappen. Artikel 19, 2, van het Btw-Wetboek ; werk in onroerende staat

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eigenschappen. Artikel 19, 2, van het Btw-Wetboek ; werk in onroerende staat"

Transcriptie

1 Eigenschappen Titel : Circulaire 2019/C/19 betreffende de gelijkstelling van een werk in onroerende staat met een dienst onder bezwarende titel (artikel 19, 2, van het Btw-Wetboek) Samenvatting : Toelichting bij de gelijkstelling met een dienst onder bezwarende titel van de uitvoering door een belastingplichtige van een werk in onroerende staat voor de doeleinden van zijn economische activiteit of, om niet, voor zijn privédoeleinden of deze van zijn personeel of, meer in het algemeen, voor andere doeleinden dan deze van zijn economische activiteit. Trefwoorden : dienstprestatie, gelijkstelling dienstprestatie onder bezwarende titel, werk in onroerende staat, doeleinden van de economische activiteit, privédoeleinden Datum van het document : 01/03/2019 Publicatiedatum : 01/03/2019 Datum van inwerkingtreding : 16/12/2017 Datum Fisconet plus : 01/03/2019 Circulaire 2019/C/19 betreffende de gelijkstelling van een werk in onroerende staat met een dienst onder bezwarende titel (artikel 19, 2, van het Btw-Wetboek) Toelichting bij de gelijkstelling met een dienst onder bezwarende titel van de uitvoering door een belastingplichtige van een werk in onroerende staat voor de doeleinden van zijn economische activiteit of, om niet, voor zijn privédoeleinden of deze van zijn personeel of, meer in het algemeen, voor andere doeleinden dan deze van zijn economische activiteit. Artikel 19, 2, van het Btw-Wetboek ; werk in onroerende staat FOD Financiën, Algemene Administratie van de Fiscaliteit Belasting over de toegevoegde waarde Inhoudstafel 1. Inleiding 2. Wettelijke bepaling 3. Het begrip ꞌwerk in onroerende staatꞌ 4. De uitvoering door een belastingplichtige, voor eigen rekening, van een werk in onroerende staat voor de doeleinden van de economische activiteit (artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek) 4.1. Toepassingsvoorwaarden 4.2. Overzicht in functie van de uitvoerder Belastingplichtige met volledig recht op aftrek Belastingplichtige die uitsluitend handelingen verricht die vrijgesteld zijn door artikel 44 van het Btw-Wetboek en hem geen recht op aftrek verlenen Gemengde belastingplichtige Btw-eenheid Niet-belastingplichtige rechtspersoon Gedeeltelijke belastingplichtige Belastingplichtige die de bijzondere regeling geniet van artikel 56bis van het Btw-Wetboek

2 Belastingplichtige die een bijzondere regeling geniet waardoor hij geen recht op aftrek heeft Belastingplichtigen die de bijzondere regeling voor landbouwondernemingen van artikel 57 van het Btw- Wetboek genieten 4.3. Handelingen die altijd worden uitgesloten (artikel 19, 2, tweede lid, van het Btw-Wetboek) De oprichting van een gebouw door een beroepsoprichter Herstellings-, onderhouds-, en reinigingswerk Begrip herstellings-, onderhouds-, en reinigingswerk Situatie vóór Situatie vanaf Maatstaf van heffing 4.5. Belastbaar feit en opeisbaarheid 4.6. Recht op aftrek 5. De uitvoering door een belastingplichtige, voor eigen rekening, van een werk in onroerende staat voor andere doeleinden dan deze van de economische activiteit (artikel 19, 2, eerste lid, 2, van het Btw-Wetboek) 5.1. Toepassingsvoorwaarden 5.2. Overzicht in functie van de uitvoerder Belastingplichtige natuurlijke persoon Belastingplichtige rechtspersoon Btw-eenheid Niet-belastingplichtige rechtspersoon Gedeeltelijke belastingplichtige rechtspersoon 5.3. Maatstaf van heffing 5.4. Belastbaar feit en opeisbaarheid 5.5. Recht op aftrek 6. De goederen die worden gebruikt voor het verrichten door een belastingplichtige, voor eigen rekening, van een werk in onroerende staat 6.1. Het werk in onroerende staat wordt door artikel 19, 2, van het Btw-Wetboek gelijkgesteld met een dienst onder bezwarende titel Goederen die hij aankoopt voor het verrichten van eigen werk in onroerende staat Goederen die hij aan zijn bedrijf onttrekt voor het verrichten van eigen werk in onroerende staat 6.2. Het werk in onroerende staat wordt niet door artikel 19, 2, van het Btw-Wetboek gelijkgesteld met een dienst onder bezwarende titel Goederen die hij aankoopt voor het verrichten van eigen werk in onroerende staat Goederen die hij aan zijn bedrijf onttrekt voor het verrichten van eigen werk in onroerende staat 7. Verplichtingen 7.1. Stuk dat de handeling vaststelt 7.2. Voldoening van de belasting Belastingplichtigen die periodieke aangiften moet indienen Belastingplichtigen die geen periodieke aangiften moet indienen 8. Inwerkingtreding en opheffing 1. Inleiding 1. Overeenkomstig artikel 2 van het Btw-Wetboek is een dienst slechts belastbaar met btw voor zover deze: - wordt verricht door een als zodanig handelende belastingplichtige - onder bezwarende titel wordt verricht (er moet dus sprake zijn van een tegenprestatie) - in België plaatsvindt. 2. In principe is er niet voldaan aan de voorwaarden van artikel 2 van het Btw-Wetboek, wanneer een belastingplichtige zelf (bijvoorbeeld persoonlijk, met behulp van personeel, via de zaakvoerder ) een werk in onroerende staat: - verricht voor de doeleinden van zijn economische activiteit (hij verricht de prestatie als het ware voor zichzelf) - gratis verricht voor zijn privédoeleinden of deze van zijn personeel of, meer in het algemeen, voor andere doeleinden dan deze van zijn economische activiteit (hij verricht de prestatie als het ware voor zichzelf of voor iemand anders, zonder dat hij daarvoor een tegenprestatie krijgt).

3 3. Evenwel worden dergelijke werken in onroerende staat in bepaalde gevallen aan de btw onderworpen zodat met name: - er een correctie kan plaatsvinden van de btw die de belastingplichtige oorspronkelijk heeft afgetrokken - de verstoring van de mededinging wordt voorkomen. 4. Daarom bepaalt artikel 19, 2, van het Btw-Wetboek onder welke voorwaarden en in welke situaties dergelijke werken in onroerende staat, worden gelijkgesteld met een dienst onder bezwarende titel, zodat zij toch aan de btw worden onderworpen overeenkomstig artikel 2 van het Btw-Wetboek als ze in België plaatsvinden: - artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek betreft de uitvoering door een belastingplichtige van een werk in onroerende staat voor de doeleinden van zijn economische activiteit - artikel 19, 2, eerste lid, 2, van het Btw-Wetboek betreft de gratis uitvoering door een belastingplichtige van een werk in onroerende staat voor zijn privédoeleinden of die van zijn personeel of, meer algemeen, voor andere doeleinden dan die van zijn economische activiteit. 5. De vervanging van artikel 19, 2, eerste lid, van het Btw-Wetboek door een nieuw eerste en tweede lid, heeft de draagwijdte van artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek aanzienlijk ingeperkt: - artikel 19, 2 eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek is enkel nog van toepassing voor zover de belastingplichtige geen volledig recht op aftrek van de btw zou hebben ingeval een andere belastingplichtige dergelijke werken voor hem zou hebben uitgevoerd - herstellings-, onderhouds-, en reinigingswerken worden altijd uitgesloten van de toepassing van artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek. 6. Artikel 19, 2, eerste lid, 2, van het Btw-Wetboek is eveneens aangepast met het oog op een nauwgezette omzetting van artikel 26, lid 1, b), van richtlijn 2006/112/EG. Deze aanpassing betreft een louter tekstuele aanpassing, die geen belangrijke inhoudelijke wijziging tot gevolg heeft. 7. Deze circulaire licht artikel 19, 2, van het Btw-Wetboek toe, zoals het van toepassing is met ingang van Wettelijke bepaling 8. Met ingang van luidt artikel 19, 2, van het Btw-Wetboek als volgt (1): ꞌ 2. Met een dienst verricht onder bezwarende titel wordt eveneens gelijkgesteld de uitvoering door een belastingplichtige van een werk in onroerende staat: 1 voor de doeleinden van zijn economische activiteit, wanneer, ingeval dergelijk werk wordt verricht door een andere belastingplichtige, hij geen volledig recht op aftrek van de belasting zou hebben; 2 om niet, voor zijn privédoeleinden of deze van zijn personeel of, meer in het algemeen, voor andere doeleinden dan deze van zijn economische activiteit. In afwijking van het eerste lid, 1, worden het werk dat bestaat in de oprichting van een gebouw door een in artikel 12, 2, bedoelde belastingplichtige, alsook het herstellings-, onderhouds- en reinigingswerk niet gelijkgesteld met een dienst verricht onder bezwarende titel. Voor de toepassing van dit Wetboek wordt verstaan onder werk in onroerende staat het bouwen, het verbouwen, het afwerken, het inrichten, het herstellen, het onderhouden, het reinigen en het afbreken, geheel of ten dele, van een uit zijn aard onroerend goed, en de handeling die erin bestaat een roerend goed te leveren en het meteen op zodanige wijze aan te brengen aan een onroerend goed dat het onroerend uit zijn aard wordt.ꞌ (1) Zie artikel 5 van de wet van tot wijziging van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, met betrekking tot de opeisbaarheid van de belasting, de met diensten gelijkgestelde handelingen, de regeling van actieve veredeling bij invoer en de vrijstelling van de belasting voor de levering van schepen voor de vaart op volle zee (BS ). 9. Deze bepaling vormt de omzetting van artikelen 26, lid 1, b), en 27 van richtlijn 2006/112/EG.

4 3. Het begrip ꞌwerk in onroerende staatꞌ 10. Overeenkomstig artikel 19, 2, derde lid, van het Btw-Wetboek moet worden verstaan onder werk in onroerende staat: - het bouwen, het verbouwen, het afwerken en het inrichten, geheel of ten dele, van een uit zijn aard onroerend goed - het herstellen, het onderhouden en het reinigen, geheel of ten dele, van een uit zijn aard onroerend goed (er wordt verwezen naar de omschrijving onder punt hieronder) - het geheel of ten dele afbreken van een uit zijn aard onroerend goed - prestaties die erin bestaan een roerend goed te leveren en het meteen op zodanige wijze aan te brengen aan een onroerend goed dat het onroerend uit zijn aard wordt. 11. Ingeval van levering daarentegen van een roerend goed dat niet wordt ingelijfd in een gebouw, maar dat op eenvoudige wijze wordt vastgemaakt (aangehecht) aan een gebouw (bijvoorbeeld bevestigd met schroeven of bouten aan de muur/plafond/vloer, toestellen die louter worden aangesloten op het elektriciteitsnetwerk ), blijft dat goed in beginsel roerend of wordt ten hoogste onroerend door bestemming. 12. Evenmin wordt de uitvoering van intellectueel werk met betrekking tot een onroerend goed uit zijn aard als een werk in onroerende staat beschouwd. Het betreft bijvoorbeeld studiewerk en toezicht (opmaken van plans, toezicht op de werken ) met betrekking tot de oprichting van een gebouw in een onderneming, verricht door technici van die onderneming, die door een arbeidscontract met deze laatste zijn verbonden. 4. De uitvoering door een belastingplichtige, voor eigen rekening, van een werk in onroerende staat voor de doeleinden van de economische activiteit (artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek) 4.1. Toepassingsvoorwaarden 13. De gelijkstelling van artikel 19, 2, eerste lid, 1, van Btw-Wetboek is van toepassing onder volgende voorwaarden: - De handeling wordt verricht door een belastingplichtige in de zin van artikel 4 of artikel 6, tweede en derde lid, van het Btw-Wetboek. De belastingplichtige handelt als natuurlijke persoon of bijvoorbeeld via: * de zaakvoerder, de bestuurders * het personeel dat door een arbeidscontract verbonden is met de belastingplichtige of dat aan de belastingplichtige wordt ter beschikking gesteld (2) * personen die kunnen worden verondersteld in een band van ondergeschiktheid te staan tegenover de belastingplichtige zoals de echtgeno(o)t(e) en zijn familieleden * derden die al dan niet tegen vergoeding handelen, anders dan in de uitoefening van de economische activiteit van belastingplichtige, maar onder zijn leiding, toezicht of verantwoordelijkheid. (2) Hiermee wordt een terbeschikkingstelling bedoeld in de zin van artikel 18, 1, 2, van het Btw- Wetboek en dus niet de situatie waarbij de partijen het contract interpreteren als een aannemingscontract bedoeld in artikel 18, 1, tweede lid, 1, van het Btw-Wetboek. Voor zover de andere voorwaarden zijn vervuld, is artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek van toepassing ongeacht of de belastingplichtige een natuurlijke persoon of een rechtspersoon is. - De handeling betreft een werk in onroerende staat (zie titel 3 hierboven). - De belastingplichtige verricht de handeling voor de doeleinden van zijn economische activiteit. Hij verricht als het ware een dienst voor zichzelf.

5 - De belastingplichtige zou geen volledig recht op aftrek hebben indien dergelijk werk voor hem zou zijn verricht door een andere belastingplichtige. 14. Er moet geen onderscheid worden gemaakt naargelang de belastingplichtige de eigendom of het genot heeft van het onroerend goed uit zijn aard waarop het werk betrekking heeft. Wanneer de belastingplichtige een natuurlijke persoon is en het werk betrekking heeft op een onroerend goed van de huwelijksgemeenschap, is artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek van toepassing voor het geheel en niet voor de helft, aangezien het huwelijksstelsel dat de belastingplichtige heeft aangenomen in geen geval een invloed kan hebben op de toepassing van voornoemd artikel. 15. Er werd reeds opgemerkt dat twee types van handelingen altijd zijn uitgesloten van de toepassing van artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek, met name: - de oprichting van een gebouw door een beroepsoprichter in de zin van artikel 12, 2, van het Btw-Wetboek - herstellings-, onderhouds- en reinigingswerken. Deze uitsluitingen worden besproken onder punt Uit voorgaande kan worden afgeleid dat de draagwijdte van artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek, in de praktijk beperkt wordt. 17. Tenslotte wordt nog opgemerkt dat een werk in onroerende staat bedoeld in artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw- Wetboek, slechts aan de btw kan onderworpen worden als het betrekking heeft op een onroerend goed uit zijn aard dat in België is gelegen Overzicht in functie van de uitvoerder 18. In de hieronder besproken situaties wordt verondersteld dat er geen sprake is van: - de oprichting van een gebouw door een beroepsoprichter in de zin van artikel 12, 2, van het Btw-Wetboek - herstellings-, onderhouds- en reinigingswerken Belastingplichtige met volledig recht op aftrek 19. Een belastingplichtige die uitsluitend handelingen verricht die hem volledig recht op aftrek van de voorbelasting verschaffen en die zelf een werk in onroerende staat uitvoert voor de doeleinden van zijn economische activiteit, zou volledig recht op aftrek hebben van de btw indien hij dergelijk werk zou afnemen van een andere belastingplichtige. 20. In die situatie zal artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek bijgevolg nooit van toepassing zijn. 21. Voorbeeld Vennootschap A, een groothandel in gereedschappen, is een btw-belastingplichtige met volledig recht op aftrek van de voorbelasting. Zij richt zelf een opslagplaats op ten behoeve van de activiteit als groothandel (belaste activiteit). Mocht A voor de oprichting van het magazijn beroep gedaan hebben op een andere belastingplichtige (bijvoorbeeld een aannemer), dan zou zij de btw over de oprichting volledig in aftrek hebben kunnen brengen overeenkomstig artikel 45, 1, van het Btw-Wetboek. Artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek is bijgevolg niet van toepassing. De administratie zal, ten aanzien van de belastingplichtige met volledig recht op aftrek, de toepassing van artikel 19, 2, eerste lid, 1, OUD, van het Btw-Wetboek niet meer eisen voor de periode voorafgaand aan de inwerkingtreding ( ) van de nieuwe bepaling (zie circulaire 2018/C/20 van , randnummer 15).

6 De opname uit de voorraad van het nodige materiaal valt onder de toepassing van artikel 12, 1, eerste lid, 3, van het Btw-Wetboek (zie titel 6 hierna) Belastingplichtige die uitsluitend handelingen verricht die vrijgesteld zijn door artikel 44 van het Btw-Wetboek en hem geen recht op aftrek verlenen 22. Belastingplichtigen die uitsluitend handelingen verrichten die door artikel 44, van het Btw-Wetboek zijn vrijgesteld en geen recht op aftrek verlenen, die zelf een werk in onroerende staat uitvoeren voor de doeleinden van hun economische activiteit, zouden geen recht op aftrek hebben van de btw indien zij beroep zouden hebben gedaan op een andere belastingplichtige. 23. In die situatie is artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek altijd van toepassing. 24. Voorbeelden - Een technische school uit het vrije onderwijsnet die als belastingplichtige uitsluitend handelingen verricht die vrijgesteld zijn door artikel 44 van het Btw-Wetboek, bouwt met eigen personeel een nieuw schoolgebouw op haar campus. Dit werk wordt gelijkgesteld met een dienst onder bezwarende titel in de zin van artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek. Wat betreft de voldoening van de btw wordt verwezen naar punt hieronder. - De economische activiteit van belastingplichtige B bestaat in het opkopen van oude huizen, om ze zelf te verbouwen en ze vervolgens te verkopen met toepassing van de vrijstelling van artikel 44, 3, 1, a), van het Btw-Wetboek (verkoop onder registratierechten). De verbouwingswerken worden verricht voor de doeleinden van de economische activiteit van B. Mocht B voor deze werken beroep gedaan hebben op een andere belastingplichtige, dan zou hij de btw over die prestatie niet kunnen aftrekken aangezien de verkoop van die huizen vrijgesteld is. De afwijkingen van artikel 19, 2, tweede lid, van het Btw-Wetboek zijn niet van toepassing (zie punt 4.3 hieronder). De verbouwingswerken worden bijgevolg gelijkgesteld met een dienst onder bezwarende titel overeenkomstig artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek. Indien de voorwaarden zijn vervuld, kan het verlaagd tarief van 6 % worden toegepast bedoeld in rubrieken XXXI of XXXVIII van de bijlage bij koninklijk besluit nr. 20 van (zie ook randnummer 76 van aanschrijving nr. 6/1986 van ). De btw over het met een dienst onder bezwarende titel gelijkgestelde werk in onroerende staat is niet aftrekbaar in hoofde van B. 25. Er wordt opgemerkt dat een natuurlijk persoon die één of meerdere gebouwen verhuurt in bepaalde omstandigheden wordt aangemerkt als btw-belastingplichtige. Wanneer dergelijke verhuur een van btw vrijgestelde activiteit vormt, zijn de werkzaamheden bestaande in de oprichting of renovatie met betrekking tot de verhuurde gebouwen die door deze persoon worden verricht aldus aan de btw onderworpen overeenkomstig artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek. Om de rechtszekerheid te waarborgen, worden de personen voor wie deze problematiek van belang zou kunnen zijn en die overwegen om dergelijke werkzaamheden te verrichten, uitgenodigd om daaraan voorafgaand contact op te nemen met de bevoegde dienst inzake btw (3) in functie van hun woonplaats of met de Dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken (zie beslissing nr. E.T van ). (3) In principe het KMO-centrum dat bevoegd is voor zijn/haar woonplaats Gemengde belastingplichtige 26. Een gemengde belastingplichtige (4) die zelf een werk in onroerende staat uitvoert voor de doeleinden van zijn economische activiteit, zal artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek moeten toepassen wanneer hij geen volledig recht op aftrek van de belasting zou hebben, mocht hij dergelijk werk afnemen bij een andere belastingplichtige.

7 (4) Een belastingplichtige die zowel handelingen verricht die hem recht op aftrek verschaffen als handelingen die vrijgesteld zijn door artikel 44 van het Btw-Wetboek en hem geen recht op aftrek verschaffen. 27. Bijgevolg zal de gemengde belastingplichtige die zijn recht op aftrek uitoefent via de methode van het algemeen verhoudingsgetal (zie artikel 46, 1, van het Btw-Wetboek) altijd artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek moeten toepassen wanneer hij een werk in onroerende staat uitvoert voor de doeleinden van zijn economische activiteit. 28. De gemengde belastingplichtige die zijn recht op aftrek uitoefent via de methode van het werkelijk gebruik (zie artikel 46, 2, van het Btw-Wetboek) zal artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek moeten toepassen wanneer hij zelf een werk in onroerende staat uitvoert voor de doeleinden van zijn economische activiteit, behalve wanneer die handeling volledig en uitsluitend toewijsbaar is aan de activiteit die hem recht op aftrek verleent. 29. Voorbeelden - Personeelsleden van gemengde belastingplichtige C voeren een verbouwing uit aan een gebouw dat hij exclusief gebruikt voor de activiteit waarvoor hij volledig recht op aftrek heeft. Situatie 1: C oefent zijn recht op aftrek uit op basis van de methode van het algemeen verhoudingsgetal (artikel 46, 1, van het Btw-Wetboek). Mocht hij dit werk laten uitvoeren door een andere belastingplichtige (bijvoorbeeld een aannemer) dan zou hij slechts een gedeeltelijk recht op aftrek hebben (ten belope van het algemeen verhoudingsgetal). Artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek is van toepassing op de verbouwing. Situatie 2: C oefent zijn recht op aftrek uit op basis van de methode van het werkelijk gebruik (artikel 46, 2, van het Btw-Wetboek). Mocht hij dit werk laten uitvoeren door een andere belastingplichtige (bijvoorbeeld een aannemer), dan zou hij volledig recht op aftrek hebben, aangezien het werk, op basis van het werkelijk gebruik, uitsluitend kan worden toegewezen aan de activiteit waarvoor hij volledig recht op aftrek heeft. Artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw- Wetboek is niet van toepassing op de verbouwing. - De economische activiteit van belastingplichtige D bestaat enerzijds in aannemingswerken en anderzijds in het opkopen van oude huizen, om ze zelf te verbouwen en vervolgens te verkopen met toepassing van de vrijstelling van artikel 44, 3, 1, a), van het Btw-Wetboek (verkoop onder registratierechten). D is derhalve een gemengde belastingplichtige. Hij verricht zijn recht op aftrek van de voorbelasting volgens de methode van het werkelijk gebruik (artikel 46, 2, van het Btw-Wetboek). De verbouwingswerken die D verricht in de huizen die hij heeft gekocht met het oog op verbouwing en verkoop onder registratierechten, betreffen handelingen die worden verricht voor de doeleinden van zijn economische activiteit. Mocht D voor deze werken beroep gedaan hebben op een andere belastingplichtige, dan zou hij de btw over die prestaties niet kunnen aftrekken aangezien de verkoop van die huizen vrijgesteld is. De afwijkingen van artikel 19, 2, tweede lid, van het Btw-Wetboek zijn niet van toepassing (zie punt 4.3 hieronder). De verbouwingswerken worden bijgevolg gelijkgesteld met een dienst onder bezwarende titel overeenkomstig artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek. Indien de voorwaarden zijn vervuld, kan het verlaagd tarief van 6 % worden toegepast bedoeld in rubrieken XXXI of XXXVIII van de bijlage bij koninklijk besluit nr. 20 van (zie ook randnummer 76 van aanschrijving nr. 6/1986 van ). De btw over het met een dienst onder bezwarende titel gelijkgestelde werk in onroerende staat is niet aftrekbaar in hoofde van D Btw-eenheid 30. Een btw-eenheid kan naargelang het geval vallen onder de categorieën bedoeld in de punten , of Afhankelijk van de categorie waaronder de btw-eenheid valt, zijn de onder dat punt uiteengezette principes van toepassing in hoofde van de btw-eenheid. 31. Er wordt in herinnering gebracht dat de diensten die verricht worden tussen leden van dezelfde btw-eenheid buiten de werkingssfeer vallen. Die diensten kunnen enigszins vergeleken worden met handelingen die worden verricht tussen de verschillende afdelingen van éénzelfde rechtspersoon. Niettemin zal artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek in hoofde van de btw-eenheid van toepassing zijn wanneer een lid van de btw-eenheid een werk in onroerende staat verricht (tegen een vergoeding (zie randnummer 61) of om niet) voor de doeleinden van de economische activiteit van een ander lid, voor zover de btw-eenheid geen volledig

8 recht op aftrek zou gehad hebben, mocht zij de prestatie afnemen van een andere belastingplichtige (onderneming buiten de btw-eenheid). 32. Voorbeeld NV D en BVBA E zijn beiden lid van een btw-eenheid die zowel handelingen verricht die haar recht op aftrek verlenen als handelingen die vrijgesteld zijn door artikel 44 van het Btw-Wetboek welke haar geen recht op aftrek verlenen (gemengde belastingplichtige). De btw-eenheid oefent haar recht op aftrek uit volgens de methode van het werkelijk gebruik (artikel 46, 2, van het Btw-Wetboek). D richt een kantoorgebouw op voor E, dat door laatstgenoemde zal worden verhuurd (aan belastingplichtigen buiten de btw-eenheid) met toepassing van de vrijstelling van artikel 44, 3, 2, van het Btw-Wetboek (zonder toepassing van de optie voor btw-heffing op de onroerende verhuur van artikel 44, 3, 2, d), van het Btw-Wetboek). De oprichting is een werk in onroerende staat dat wordt verricht tussen leden van dezelfde btw-eenheid. Het betreft een interne handeling die in principe buiten de werkingssfeer valt. Niettemin is artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek van toepassing, aangezien: - de btw-eenheid zelf een werk in onroerende staat uitvoert voor de doeleinden van zijn economische activiteit - zij geen recht op aftrek zou hebben als dergelijk werk zou worden uitgevoerd door een andere belastingplichtige - de afwijkingen van artikel 19, 2, tweede lid, van het Btw-Wetboek niet van toepassing zijn: * de btw-eenheid wordt voor de verhuuractiviteit niet beoogd door artikel 12, 2 van het Wetboek (zie punt ) * het betreft geen herstellings-, onderhouds- of reinigingswerk Niet-belastingplichtige rechtspersoon 33. Artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek beoogt slechts de belastingplichtigen en is bijgevolg niet van toepassing ten aanzien van werk in onroerende staat verricht door een niet-belastingplichtige rechtspersoon met behulp van eigen personeelsleden. 34. Worden onder meer aangemerkt als een niet-belastingplichtige rechtspersoon: - de staat, de gemeenschappen en de gewesten van de Belgische Staat, de provincies, de agglomeraties, de gemeenten en de openbare instellingen die niet als belastingplichtige worden aangemerkt overeenkomstig artikel 6 van het Btw- Wetboek - passieve holdings. 35. Voorbeeld Een openbaar lichaam F (beoogd door artikel 6, eerste lid, van het Btw-Wetboek) verricht geen activiteiten die hem de hoedanigheid van belastingplichtige geven. F beschikt als niet-belastingplichtige rechtspersoon wel over een btwidentificatienummer omdat het gedurende huidig of vorig kalenderjaar de drempel van euro inzake intracommunautaire verwervingen van goederen heeft overschreden (zie artikelen 25ter, 1, tweede lid, 2, en 50, 1, eerste lid, 2, van het Btw-Wetboek). Personeelsleden van F metselen een aantal extra tussenmuren in een gebouw dat door hem gebruikt wordt voor zijn activiteit buiten de werkingssfeer. Dit werk in onroerende staat wordt niet gelijkgesteld met een dienst onder bezwarende titel in de zin van artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek. In dit kader is het trouwens van geen enkel belang dat F: - over een btw-identificatienummer beschikt omwille van zijn intracommunautaire verwervingen van goederen - omwille van dat btw-identificatienummer, overeenkomstig artikel 21, 1, van het Btw-Wetboek als ꞌbelastingplichtigeꞌ wordt aangemerkt voor de toepassing van artikel 21 en 21bis van het Btw-Wetboek Gedeeltelijke belastingplichtige 36. Het is mogelijk dat niet-belastingplichtige rechtspersonen, naast handelingen buiten de werkingssfeer van de btw, eveneens activiteiten verrichten die hen de hoedanigheid van belastingplichtige verlenen. De handelingen die in het kader van die activiteit worden verricht, kunnen vrijgesteld of belast zijn.

9 37. Om te bepalen of artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek van toepassing is, moet men als volgt te werk gaan: STAP 1: het werk in onroerende staat dat wordt verricht voor de doeleinden van de belastbare activiteit (5) moet worden afgezonderd van het werk dat betrekking heeft op de activiteit buiten de werkingssfeer van de btw. (5) Het betreft de leveringen van goederen of diensten die belastbaar zijn overeenkomstig artikel 2 van het Btw-Wetboek, waarvoor de persoon de hoedanigheid van btw-belastingplichtige heeft. Deze leveringen of diensten kunnen belast (er is effectief btw over verschuldigd) of vrijgesteld zijn. Op het deel van de werken dat betrekking heeft op de activiteit buiten de werkingssfeer is artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek niet van toepassing. De wijze waarop dat deel wordt bepaald hangt af van de feitelijke omstandigheden. - Hiervoor moet in de eerste plaats worden gekeken naar het werkelijk gebruik. Eerste voorbeeld Arbeiders van gemeente G verrichten een grondige verbouwing in een onroerend goed dat uitsluitend wordt gebruikt voor een activiteit waarvoor de gemeente belastingplichtige is met recht op aftrek. Dit werk in onroerende staat kan zeer gemakkelijk op basis van het werkelijk gebruik worden toegewezen aan de activiteit waarvoor de gemeente belastingplichtige is. - Wanneer het werk in onroerende staat niet kan worden toegewezen op basis van het werkelijk gebruik, kan de toewijzing gebeuren op basis criteria zoals oppervlakte, volume Het spreekt voor zich dat het bepalen van een dergelijk verhoudingsgetal een feitenkwestie vormt die geval per geval moet worden beoordeeld. Tweede voorbeeld Arbeiders van gemeente H, bouwen een loods die zowel zal gebruikt worden voor activiteiten die buiten de werkingssfeer van de btw vallen als voor een activiteit die de gemeente de hoedanigheid van belastingplichtige geeft, maar die vrijgesteld is door artikel 44 van het Btw-Wetboek. Na analyse blijkt dat een toewijzing op basis van de gebruikte oppervlakte het meest geschikt is. Als bijvoorbeeld 45 % van het gebouw wordt gebruikt voor de belastbare (vrijgestelde) activiteit, dan moet 45 % van het werk aan die activiteit worden toegewezen. STAP 2: Wanneer de toewijzing is gebeurd van het werk (of een gedeelte daarvan) dat betrekking heeft op de belastbare activiteit, moet voor dat (gedeelte van het) werk worden nagegaan of artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek van toepassing is. In feite is dezelfde redenering als onder punten tot van toepassing op dat (gedeelte van het) werk. - Als de belastbare activiteit volledig recht op aftrek van de voorbelasting verschaft, zal artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek niet van toepassing zijn. Er kan dus worden gesteld dat artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek nooit van toepassing zal zijn ten aanzien van een gedeeltelijke belastingplichtige die naast een activiteit buiten de werkingssfeer een activiteit verricht waarvoor hij volledig recht op aftrek heeft. Eerste voorbeeld (vervolg) We hernemen het eerste voorbeeld onder STAP 1. De verbouwing die gemeente G met eigen personeel verricht, wordt niet gelijkgesteld met een dienst onder bezwarende titel in de zin van artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek. Laten we een situatie nemen waarbij de toewijzing op basis van het werkelijk gebruik niet mogelijk is. Stel bijvoorbeeld dat die verbouwing betrekking heeft op het gehele onroerend goed dat ten belope van 20 % wordt gebruikt voor activiteiten buiten de werkingssfeer en voor 80 % op activiteit waarvoor G belastingplichtige is met recht op aftrek. In dat geval moet de 20 % die betrekking heeft op een activiteit buiten de werkingssfeer worden genegeerd en moet ten aanzien van die 80 % worden nagegaan of artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek van toepassing is. De conclusie blijft dezelfde. Artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek is niet van toepassing. Mocht G het werk laten uitvoeren door een aannemer, dan zou ze de btw over de gehele bouw slechts gedeeltelijk kunnen aftrekken (in dit geval logischerwijs ten belope van 80 %). Dit is echter geen grond om toch artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek toe te passen, wanneer de gemeente de werken verricht met eigen personeel.

10 Zoals gezegd moet het gedeelte van de handeling dat betrekking heeft op de activiteit buiten de werkingssfeer (de 20 %) worden genegeerd. Ten aanzien van de 80 % die wordt aangewend voor de belastbare activiteit (binnen de werkingssfeer) zou G een volledig recht op aftrek hebben, mocht de handeling door een aannemer worden verricht. Bijgevolg is artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek niet van toepassing. - Als de belastbare activiteit bestaat uit handelingen die vrijgesteld zijn door artikel 44 van het btw-wetboek, zal artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek steeds van toepassing zijn. Tweede voorbeeld (vervolg) We hernemen het tweede voorbeeld onder STAP 1. De oprichting van de loods die gemeente H met eigen personeel verricht, heeft ten belope van 45 % betrekking op de belastbare activiteit die vrijgesteld is door artikel 44 van het Btw- Wetboek. Met betrekking tot die 45 % zou H geen recht op aftrek hebben. Op dat gedeelte van het werk moet artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek worden toegepast. - Als de belastbare activiteit bestaat uit handelingen die vrijgesteld zijn door artikel 44 van het Btw-Wetboek en handelingen die recht op aftrek verschaffen (gemengde activiteit), zal artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw- Wetboek van toepassing zijn, voor zover er geen volledig recht op aftrek zou ontstaan, mocht het werk dat betrekking heeft op de belastbare activiteit worden verricht door een andere belastingplichtige. Tweede voorbeeld (vervolg) We gaan verder op het tweede voorbeeld onder STAP 1. Stel nu dat gemeente H, naast haar activiteiten buiten de werkingssfeer, een activiteit verricht waarvoor zij belastingplichtige is met recht op aftrek en een door artikel 44 van het Btw-Wetboek vrijgestelde activiteit waarvoor ze belastingplichtige is zonder recht op aftrek. Arbeiders van de gemeente H bouwen een loods die zal gebruikt worden voor de drie activiteiten. Aangezien een rechtstreekse toewijzing aan de activiteit binnen en de activiteit buiten de werkingssfeer niet mogelijk is op basis van het werkelijk gebruik, wordt een ander criterium gebruikt (bijvoorbeeld op basis van oppervlakte, volume ). Op basis van dergelijk criterium is de loods bestemd ten belope van: - 25 % voor de activiteit waarvoor de gemeente belastingplichtige is met recht op aftrek - 30 % voor de activiteit waarvoor ze belastingplichtige is zonder recht op aftrek - 45 % voor de activiteit die buiten de werkingssfeer van de btw valt. De 45 % die aangewend wordt voor de activiteit die buiten de werkingssfeer van de btw valt, wordt buiten beschouwing gelaten. Wat betreft de overige 55 % die wordt aangewend voor haar activiteiten als belastingplichtige, zal artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek wel degelijk van toepassing zijn. Mocht de loods niet door eigen personeel worden gebouwd, maar door een aannemer (een andere belastingplichtige), dan zou de gemeente met betrekking tot die 55 % slechts een gedeeltelijk recht op aftrek hebben. Dit zou het geval zijn zowel bij toepassing van de methode van het algemeen verhoudingsgetal (artikel 46, 1, van het Btw-Wetboek) als bij de methode van het werkelijk gebruik (artikel 46, 2, van het Btw-Wetboek). Bij laatstgenoemde methode zou immers een bijzonder verhoudingsgetal moeten worden bepaald Belastingplichtige die de bijzondere regeling geniet van artikel 56bis van het Btw-Wetboek 38. Het incidentele werk in onroerende staat dat een belastingplichtige onderworpen aan de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen (artikel 56bis van het Btw-Wetboek) verricht voor de doeleinden van zijn economische activiteit, en dat in principe gelijkgesteld wordt met een dienst onder bezwarende titel door artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw- Wetboek, is niet uitdrukkelijk uitgesloten van die bijzondere regeling (zie artikel 56bis, 3 van het Btw-Wetboek). 39. Bijgevolg wordt aangenomen dat artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek niet van toepassing is ten aanzien van deze categorie belastingplichtigen.

11 Belastingplichtige die een bijzondere regeling geniet waardoor hij geen recht op aftrek heeft 40. Deze categorie betreft belastingplichtigen die geen recht op aftrek hebben omdat zij een bijzondere regeling genieten waardoor zij geen periodieke btw-aangiften bedoeld in artikel 53, 1, eerste lid, 2, van het Btw-Wetboek moeten indienen zoals bijvoorbeeld: - de bijzondere regeling voor recuperatiestoffen en -producten van aanschrijving nr. 88 van de bijzondere regeling voor wasserij, ververij, stomerij of stoppageondernemingen van aanschrijving nr. 28 van de bijzondere regeling voor schippers die niet meer dan 5 boten exploiteren van aanschrijving nr. 109 van Als deze belastingplichtigen zelf een werk in onroerende staat uitvoeren voor de doeleinden van hun economische activiteit, zouden zij geen recht op aftrek hebben van de btw indien zij dergelijk werk zouden afnemen van een andere belastingplichtige. 42. In die situatie is artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek altijd van toepassing Belastingplichtigen die de bijzondere regeling voor landbouwondernemingen van artikel 57 van het Btw-Wetboek genieten 43. Er wordt nog opgemerkt dat de belastingplichtigen die onderworpen zijn aan de bijzondere regeling voor landbouwondernemingen van artikel 57 van het Btw-Wetboek, een indirect recht op aftrek van de voorbelasting genieten door middel van een forfaitaire compensatie. Met betrekking tot het eigen werk in onroerende staat dat zij verrichten ten behoeve van hun in artikel 57 van het Btw- Wetboek bedoelde economische activiteit, dient artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek niet te worden toegepast, omdat zij middels de forfaitaire compensatie (zij het indirect) recht op aftrek van de voorbelasting zouden hebben, mochten zij voor dat werk op een andere belastingplichtige beroep hebben gedaan. 44. Als de belastingplichtige naast een werkzaamheid die onderworpen is aan de bijzondere regeling van artikel 57 van het Btw-Wetboek, ook een activiteit uitoefent in een tweede sector die onderworpen is aan de bijzondere regeling voor kleine ondernemingen van 56bis van het Btw-Wetboek, zal hij evenmin artikel 19, 2, eerste lid, 1, Btw-Wetboek moeten toepassen als het door hem verrichte eigen werk in onroerende staat geheel of gedeeltelijk is bestemd voor de doeleinden van die tweede sector (zie punt hierboven) Handelingen die altijd worden uitgesloten (artikel 19, 2, tweede lid, van het Btw-Wetboek) De oprichting van een gebouw door een beroepsoprichter 45. Net zoals voorheen wordt de oprichting van een gebouw door een beroepsoprichter, voor de doeleinden van zijn economische activiteit, niet gelijkgesteld met een dienst onder bezwarende titel. 46. Met een beroepsoprichter wordt de belastingplichtige bedoeld in de zin van artikel 12, 2, van het Btw-Wetboek. Dit is de belastingplichtige wiens geregelde economische activiteit erin bestaat de goederen beoogd door artikel 1, 9, 1, van het Btw-Wetboek (6) die hij heeft opgericht of laten oprichten of met voldoening van de btw heeft verkregen uiterlijk op van het tweede jaar volgend op het jaar van de eerste ingebruikneming of de eerste inbezitneming, onder bezwarende titel te vervreemden of ze met een zakelijk recht bedoeld in artikel 9, tweede lid, 2, van het Btw-Wetboek (7)

12 te bezwaren of het met voldoening van de btw te zijnen bate gevestigde of aan hem overgedragen bedoelde zakelijk recht binnen dezelfde termijn, onder bezwarende titel over te dragen of weder over te dragen. (6) Een gebouw of een gedeelte van een gebouw, met andere woorden ieder bouwwerk dat vast met de grond is verbonden. (7) De andere zakelijke rechten dan het eigendomsrecht die aan de rechthebbende de bevoegdheid verschaffen om een onroerend goed te gebruiken met uitsluiting van het recht van erfpacht dat door een onderneming die gespecialiseerd is in onroerende financieringshuur wordt gevestigd of overgedragen in het kader van onroerende financieringshuur in de zin van artikel 44, 3, 2, b), van het Btw-Wetboek. 47. Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat artikel 12 van het Btw-Wetboek een aantal situaties bepaalt waarbij het door de beroepsoprichter opgerichte gebouw geacht wordt het voorwerp uit te maken van een levering onder bezwarende titel die aan de btw is onderworpen. Dit is bijvoorbeeld het geval voor het door een beroepsoprichter opgericht gebouw of gedeelte van een gebouw: - dat aanvankelijk voor de verkoop was bestemd en dat hij als bedrijfsmiddel in gebruik neemt (toepassing van artikel 12, 1, eerste lid, 3, van het Btw-Wetboek) - dat aanvankelijk voor de verkoop was bestemd en dat hij aan zijn bedrijf onttrekt om het gratis te verstrekken (toepassing van artikel 12, 1, eerste lid, 2, van het Btw-Wetboek) - dat uiterlijk van het tweede jaar volgend op het jaar van de eerste ingebruikneming of de eerste inbezitneming nog niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een ingebruikneming als bedrijfsmiddel of van een vervreemding onder bezwarende titel (toepassing van artikel 12, 2, van het Btw-Wetboek). 48. Voorbeelden - Een beroepsoprichter heeft een nieuw gebouw met 10 afzonderlijke wooneenheden opgericht die bestemd zijn om te worden verkocht. De initiële oprichting betreft een werk in onroerende staat dat niet wordt gelijkgesteld met een dienst onder bezwarende titel in de zin van artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek omdat het de oprichting betreft van een gebouw door een beroepsoprichter. Een jaar na de voltooiing van oprichting staat er nog één wooneenheid te koop. De beroepsoprichter beslist om zijn administratieve zetel te vestigen in de overblijvende eenheid. De ingebruikneming van deze eenheid als bedrijfsmiddel door de beroepsoprichter, wordt overeenkomstig artikel 12, 1, eerste lid, 3, van het Btw-Wetboek gelijkgesteld met een levering onder bezwarende titel die onderworpen is aan de btw. - Een beroepsoprichter richt zelf een appartementsgebouw op met het oog op de verhuur van de appartementen bestemd voor bewoning. Dit betreft een activiteit die wordt vrijgesteld door artikel 44, 3, 2, van het Btw-Wetboek en de belastingplichtige geen enkel recht op aftrek verschaft. Er wordt in dit verband op gewezen dat een belastingplichtige die een met toepassing van de btw opgericht gebouw van in het begin als bedrijfsmiddel bestemt (8), in die mate niet beoogd wordt door artikel 12, 2, van het wetboek en dus in die mate niet handelt als beroepsoprichter. (8) Dit is inzonderheid het geval voor een gebouw dat hij bestemt voor de verhuur of om te worden gebruikt als kantoor. Artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek is van toepassing, aangezien: * de belastingplichtige zelf een werk in onroerende staat uitvoert voor de doeleinden van zijn economische activiteit * hij geen recht op aftrek zou hebben als dergelijk werk zou worden uitgevoerd door een andere belastingplichtige * de afwijkingen van artikel 19, 2, tweede lid, van het Btw-Wetboek niet van toepassing zijn: de belastingplichtige wordt voor de verhuuractiviteit niet beoogd door artikel 12, 2 van het Wetboek het betreft geen herstellings-, onderhouds- of reinigingswerk. 49. Wanneer een beroepsoprichter zelf (bijvoorbeeld door middel van personeel), zonder tegenprestatie, een werk in onroerende staat uitvoert voor zijn privédoeleinden of voor de privédoeleinden van zijn personeel of, meer in het algemeen, voor andere doeleinden dan die van zijn economische activiteit, dan wordt die handeling gelijkgesteld met een dienst onder bezwarende titel op grond van artikel 19, 2, eerste lid, 2, van het Btw-Wetboek (zie titel 5 hieronder).

13 Herstellings-, onderhouds-, en reinigingswerk Begrip herstellings-, onderhouds-, en reinigingswerk 50. Met herstellings-, onderhouds- en reinigingswerk worden werkzaamheden bedoeld die er enkel toe strekken de economische waarde van een bestaand bedrijfsmiddel te behouden. Het gaat over werk dat noodzakelijk is om een dergelijk bedrijfsmiddel te kunnen blijven gebruiken, zonder dat dit werk de waarde van het bedrijfsmiddel verhoogt, wat rendement of capaciteit betreft (vooral door gebruik van beter geschikte of duurzamere materialen), of zonder dat het door zijn omvang in feite de vernieuwing of zelfs maar de gedeeltelijke verbouwing van een bedrijfsmiddel tot gevolg heeft. 51. Het maken van een onderscheid tussen de handelingen die strekken of bijdragen tot de totstandkoming, het omvormen of het verbeteren van bedrijfsmiddelen en de handelingen die strekken of bijdragen tot de herstelling of het onderhoud van bedrijfsmiddelen kan, in grensgevallen, een moeilijk te beoordelen feitenkwestie vormen. 52. De Minister van Financiën heeft ter zake een aantal voorbeelden gegeven (zie Kamer, Integraal verslag, Plenumvergadering namiddag, CRIV 51 PLEN 252, p. 36): ꞌzijn met name herstellings-, onderhouds-, en reinigingswerkzaamheden: 1. de reiniging van een huisgevel met inbegrip van de levering van diverse producten en het gebruik van een stelling 2. het schilderen van een huisgevel met inbegrip van de levering van de noodzakelijke materialen (verf, stopverf...) 3. het vegen van de schoorsteen 4. het ontstoppen van aflopen, het ruimen en onderhoud van toezichtputten 5. het onderhouden en aanleggen van een tuin, met inbegrip van de levering van bomen, struiken, bloemen, zaaigoed, grint 6. het onderhoud van een lift, met inbegrip van de benodigde onderhoudsproducten of onderdelen ter vervanging van gebroken of defecte onderdelen 7. de vervanging van een ruit, met inbegrip van de levering van het glas en andere bijkomstige materialen (stopverf, nagels, houten latten ) 8. het uitstrooien van grint, zout en calciumchloride op de wegen 9. het reinigen en onderhouden van kantoorruimten (muren, ramen, plafonds, en vloeren van een kantoorgebouw) 10. het begieten en besproeien van in de grond ingewortelde planten 11. het snoeien van bomen op stam.ꞌ Situatie vóór Vóór de inwerkingtreding van artikel 4 van de voornoemde wet van , werd de uitvoering van een herstellings-, onderhouds- of reinigingswerk aan een uit zijn aard onroerend goed door een belastingplichtige zelf (of door zijn personeel) voor de doeleinden van zijn economische activiteit, gelijkgesteld met een dienst onder bezwarende titel, voor zover dergelijk werk verricht door een andere belastingplichtige geen of geen volledig recht op aftrek van de belasting zou doen ontstaan. 54. Bij verschillende administratieve toleranties werd de toepassing van artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw- Wetboek ten aanzien van zulke herstellings-, onderhouds- of reinigingswerken verder ingeperkt, tot de minister had beslist de toepassing in geen enkel geval meer te eisen (zie beslissing nr. E.T van en circulaire 2018/C/20 van , randnummer 22). 55. De administratie zal de toepassing van artikel 19, 2, eerste lid, 1, OUD, van het Btw-Wetboek niet meer eisen ten aanzien van het werk dat bestaat in het herstellen, het onderhouden of het reinigen van een uit zijn aard onroerend goed, dat een belastingplichtige zelf of met eigen personeel verricht voor de doeleinden van zijn economische activiteit, wat de periode betreft voorafgaand aan de inwerkingtreding van de nieuwe bepaling ( ).

14 Situatie vanaf Met ingang van bepaalt artikel 19, 2, tweede lid, van het Btw-Wetboek uitdrukkelijk dat de uitvoering van herstellings-, onderhouds-, of reinigingswerk aan een uit zijn aard onroerend goed uitgevoerd door een belastingplichtige zelf (bijvoorbeeld door zijn personeel) voor de doeleinden van zijn economische activiteit niet wordt gelijkgesteld met een dienst onder bezwarende titel. 57. Voorbeeld De economische activiteit van vennootschap NV I bestaat uit de verhuur van woningen, bedrijfsgebouwen en opslagplaatsen. In één van de woningen die NV I verhuurt, vervangt haar personeelslid een gebarsten ruit (de verhuur van de woning is vrijgesteld door artikel 44, 3, 2, van het Btw-Wetboek). Aangezien het een herstellings-, onderhouds- of reinigingswerk betreft, zal artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw- Wetboek niet van toepassing zijn. 58. Als de belastingplichtige zelf of door middel van personeel, zonder tegenprestatie, herstellings-, onderhouds-, of reinigingswerk aan een uit zijn aard onroerend goed verricht voor zijn privédoeleinden of voor de privédoeleinden van zijn personeel of, meer in het algemeen, voor andere doeleinden dan die van zijn economische activiteit, dan wordt die handeling (zoals vroeger ook al het geval was) wel gelijkgesteld met een dienst onder bezwarende titel, maar dan op grond van artikel 19, 2, eerste lid, 2, van het Btw-Wetboek (zie titel 5 hieronder) Maatstaf van heffing 59. Voor de werken in onroerende staat bedoeld door artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek, is de maatstaf van heffing de overeenkomstig artikel 32, van het Btw-Wetboek vastgestelde normale waarde van de dienst (artikel 33, 1, 3, van het Btw-Wetboek). 60. Als normale waarde wordt beschouwd het volledige bedrag dat een afnemer in de handelsfase waarin de dienst wordt verricht, bij eerlijke concurrentie zou moeten betalen aan een onafhankelijke dienstverrichter om de diensten op dat tijdstip te verkrijgen. 61. Wanneer artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek van toepassing is op een werk in onroerende staat dat een lid van een btw-eenheid verricht voor een ander lid van die btw-eenheid, kan de prijs die het lid vraagt voor het werk dat hij uitvoert, geacht worden overeen te stemmen met de normale waarde van het werk, voor zover uiteraard die prijs overeenstemt met de prijs die gewoonlijk wordt gehanteerd door het lid voor dit type van werken (anders dient toch de normale waarde te worden genomen) Belastbaar feit en opeisbaarheid 62. Het belastbare feit is het feit waardoor de wettelijke voorwaarden worden vervuld die vereist zijn voor het opeisbaar worden van de belasting (artikel 1, 12, 1, van het Btw-Wetboek). 63. De opeisbaarheid van de belasting is het recht dat de Schatkist heeft om krachtens de wet de belasting vanaf een bepaald tijdstip te vorderen van de persoon die de belasting moet voldoen, ook al kan de betaling daarvan worden uitgesteld (artikel 1, 12, 2, van het Btw-Wetboek). 64. Wanneer een werk in onroerende staat overeenkomstig artikel 19, 2, eerste lid, 1, van het Btw-Wetboek wordt gelijkgesteld met een dienst onder bezwarende titel, vindt het belastbare feit met betrekking tot die handeling plaats en wordt de belasting opeisbaar op het tijdstip waarop het werk in onroerende staat is verricht (namelijk wanneer het werk in onroerende staat is voltooid) (zie artikel 22, 1, van het Btw-Wetboek).

Circulaire 2019/C/22 betreffende werken uitgevoerd door een Btw-belastingplichtige in een gebouw dat hij huurt

Circulaire 2019/C/22 betreffende werken uitgevoerd door een Btw-belastingplichtige in een gebouw dat hij huurt Page 1 of 5 Properties Title : Circulaire 2019/C/22 betreffende werken uitgevoerd door een Btw-belastingplichtige in een gebouw dat hij huurt Summary : Deze circulaire bespreekt de gevolgen op het vlak

Nadere informatie

Inhoud. 1 De intracommunautaire levering van goederen Begrip Onderscheid tussen levering van goederen en diensten 18

Inhoud. 1 De intracommunautaire levering van goederen Begrip Onderscheid tussen levering van goederen en diensten 18 Inhoud Woord vooraf Hoe een btw- vraagstuk oplossen? 9 Inleiding 15 1 De intracommunautaire levering van goederen 17 1.1 Begrip 17 1.2 Onderscheid tussen levering van goederen en diensten 18 2 Vrijstelling

Nadere informatie

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( )

Voorstel van decreet. van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij. 367 ( ) Nr. 1 9 februari 2010 ( ) stuk ingediend op 367 (2009-2010) Nr. 1 9 februari 2010 (2009-2010) Voorstel van decreet van de heren Sven Gatz, Dirk Van Mechelen, Marino Keulen en Sas van Rouveroij houdende wijziging van artikel 159

Nadere informatie

Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten

Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten Circulaire 2019/C/18 betreffende de belastingplicht van erkende ondernemingsloketten Erkende ondernemingslokketten verrichten zowel taken van openbare dienst of van algemeen belang als een aantal adviserende

Nadere informatie

Beslissing ET 123563 van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen

Beslissing ET 123563 van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen Beslissing ET 123563 van 19 december 2012 Nieuwe regels inzake opeisbaarheid van btw Overgangsbepalingen De uitreiking van de factuur, vooraleer het belastbaar feit zich heeft voorgedaan, is geen oorzaak

Nadere informatie

Inhoudstafel. Woord vooraf 13. Hoofdstuk 1 Recht op aftrek, herziening van de aftrek en gemengde btw-belastingplicht 15

Inhoudstafel. Woord vooraf 13. Hoofdstuk 1 Recht op aftrek, herziening van de aftrek en gemengde btw-belastingplicht 15 Inhoudstafel Woord vooraf 13 Hoofdstuk 1 Recht op aftrek, herziening van de aftrek en gemengde btw-belastingplicht 15 1. Het recht op aftrek 15 1.1. Algemene draagwijdte van het recht op aftrek (artikel

Nadere informatie

Eindelijk meer duidelijkheid over het verlaagd btw-tarief voor scholenbouw

Eindelijk meer duidelijkheid over het verlaagd btw-tarief voor scholenbouw Eindelijk meer duidelijkheid over het verlaagd btw-tarief voor scholenbouw Achtergrond Met ingang van 1 januari 2016 is er een verlaagd btw-tarief van 6% voor scholenbouw van toepassing. Het verlaagd tarief

Nadere informatie

De BTW-regeling van toepassing inzake de deeleconomie

De BTW-regeling van toepassing inzake de deeleconomie De BTW-regeling van toepassing inzake de deeleconomie BTW BASISREGELS (Artikelen 4, 50, 1, 53, 1 en 56bis van het Btw-Wetboek) PRINCIPE De natuurlijke persoon die geregeld diensten verricht in het kader

Nadere informatie

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar.

Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari Eerste commentaar. Beslissing BTW nr. E.T.119.318 dd. 28.10.2010 Gewijzigde artikelen 1, 9, en 44, 3, 1, van het Btw-Wetboek vanaf 1 januari 2011. Eerste commentaar. 1. Inleiding Ingevolge de wijzigingen van het Btw-Wetboek

Nadere informatie

Het optrekken van een gebouw door een aannemer voor privé-gebruik, bestemd voor verkoop en/of verhuur bespreking in PB en BTW.

Het optrekken van een gebouw door een aannemer voor privé-gebruik, bestemd voor verkoop en/of verhuur bespreking in PB en BTW. Het optrekken van een gebouw door een aannemer voor privé-gebruik, bestemd voor verkoop en/of verhuur bespreking in PB en BTW. 1. BTW De BEROEPSOPRICHTER is de persoon die geregeld onder bezwarende titel

Nadere informatie

Home > Recente wijzigingen > Circulaire 2018/C/20 betreffende de aanpassingen aan het Btw-Wetboek door de wet van

Home > Recente wijzigingen > Circulaire 2018/C/20 betreffende de aanpassingen aan het Btw-Wetboek door de wet van Home > Recente wijzigingen > Circulaire 2018/C/20 betreffende de aanpassingen aan het Btw-Wetboek door de wet van 29.11.2017 Circulaire 2018/C/20 betreffende de aanpassingen aan het Btw-Wetboek door de

Nadere informatie

Voor het deel dat niet werd opgenomen in het bedrijfsvermogen heeft hij, op definitieve wijze, geen enkel recht op aftrek.

Voor het deel dat niet werd opgenomen in het bedrijfsvermogen heeft hij, op definitieve wijze, geen enkel recht op aftrek. BIJLAGE 1 VOORBEELDEN Voorbeeld 1 (bij punt 2.1. van deze circulaire) Een belastingplichtige heeft een gebouw laten oprichten (prijs 300.000, excl. btw) en beslist om dat gebouw op te nemen in zijn bedrijfsvermogen

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/20 betreffende de aanpassingen aan het Btw- Wetboek door de wet van

Circulaire 2018/C/20 betreffende de aanpassingen aan het Btw- Wetboek door de wet van Circulaire 2018/C/20 betreffende de aanpassingen aan het Btw- Wetboek door de wet van 29.11.2017 Eerste commentaar betreffende de wet van 29.11.2017 tot wijziging van het Wetboek van de Belasting over

Nadere informatie

Hoe een btw- vraagstuk oplossen?

Hoe een btw- vraagstuk oplossen? Woord vooraf Hoe een btw- vraagstuk oplossen? Bij het correct oplossen van een btw- vraagstuk in het kader van het zaken doen met het buitenland volgt men best volgend stappenplan dat stap voor stap tot

Nadere informatie

De bijzondere btw-aangifte : omschrijving van de roosters

De bijzondere btw-aangifte : omschrijving van de roosters De bijzondere btw-aangifte : omschrijving van de roosters De verplichting tot indiening van een bijzondere btw-aangifte (formulier nr. 629) is opgenomen in artikel 53ter van het Btw-Wetboek. Deze aangifte

Nadere informatie

Bespreking onroerende leasing in combinatie met een patrimoniumvennootschap

Bespreking onroerende leasing in combinatie met een patrimoniumvennootschap Bespreking onroerende leasing in combinatie met een patrimoniumvennootschap 1. Onroerende leasing in combinatie met een patrimoniumvennootschap Bij een onroerende leasing krijgt de patrimoniumvennootschap

Nadere informatie

Inhoud Hoofdstuk 1 BTW-belastingplicht Hoofdstuk 2 Maatstaf van heffing, belastbaar feit en tijdstip van opeisbaarheid

Inhoud Hoofdstuk 1 BTW-belastingplicht Hoofdstuk 2 Maatstaf van heffing, belastbaar feit en tijdstip van opeisbaarheid Inhoud Inhoud Hoofdstuk 1 BTW-belastingplicht... 11 1. Definitie van de belastingplichtige... 12 2. Gevolgen van de belastingplicht... 12 3. Recht van de belastingplichtige... 13 4. Verplichtingen van

Nadere informatie

Bijlage 1: Schematisch overzicht toepassing van artikel 6 van het Wetboek. Onder bezwarende titel? Neen. Nee. Buiten de werkingssfeer

Bijlage 1: Schematisch overzicht toepassing van artikel 6 van het Wetboek. Onder bezwarende titel? Neen. Nee. Buiten de werkingssfeer Bijlage 1: Schematisch overzicht toepassing van artikel 6 van het Wetboek "X" handelt in de uitoefening van een geregelde werkzaamheid en verricht een levering van een goed of een dienst? Onder bezwarende

Nadere informatie

Deel II. Grondlijnen van het Belgisch belastingstelsel met betrekking tot de onroerende goederen... 7

Deel II. Grondlijnen van het Belgisch belastingstelsel met betrekking tot de onroerende goederen... 7 Deel I. Inleiding.... 1 Deel II. Grondlijnen van het Belgisch belastingstelsel met betrekking tot de onroerende goederen..... 7 Hoofdstuk 1. Inleiding.... 9 Hoofdstuk 2. Categoriee n dubbele belasting.........

Nadere informatie

Btw-optimalisering en onroerende verhuur. Bart Buelens

Btw-optimalisering en onroerende verhuur. Bart Buelens Btw-optimalisering en onroerende verhuur Bart Buelens De wettelijke basis Vrijstelling artikel 135, lid 1, l) Vrijstelling onroerende verhuur artikel 44, 3, 2 Omzetting Verplichte uitzonderingen Artikel

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. VOORWOORD... v

INHOUDSOPGAVE. VOORWOORD... v INHOUDSOPGAVE VOORWOORD... v HOOFDSTUK 1. BTW-PLICHT...1 1. BTW-plicht in het algemeen...1 1.1. De rol van de belastingplichtige...1 1.2. Definitie van de belastingplichtige...1 1.3. Gevolgen van de belastingplicht...4

Nadere informatie

a) Mijn inkomsten overschrijden het grensbedrag niet en zijn niet verbonden met mijn beroepsactiviteit als zelfstandige of bedrijfsleider

a) Mijn inkomsten overschrijden het grensbedrag niet en zijn niet verbonden met mijn beroepsactiviteit als zelfstandige of bedrijfsleider Home > Recente wijzigingen > FAQ Btw Deeleconomie FAQ Btw Deeleconomie Betreft de mogelijkheid tot het ruilen en het delen van ruimtes, goederen of werktuigen tussen particulieren via een elektronisch

Nadere informatie

BTW. Academiejaar 2009-2010 samenvatting - Jeroen De Mets 1

BTW. Academiejaar 2009-2010 samenvatting - Jeroen De Mets 1 BTW 1. INLEIDING...2 A. DEFINITIE...2 B. OUD EN NIEUW STELSELSTELSEL...2 2. DE BTW-PLICHTIGE VAN RECHTSWEGE...2 3. DE TOEVALLIGE BTW-PLICHTIGE...3 4. DE BELASTBARE FEITEN...3 A. ALGEMEEN...3 B. OVERZICHT...4

Nadere informatie

Praktische gids btw-plicht notaris

Praktische gids btw-plicht notaris Praktische gids btw-plicht notaris Patrick WILLE Managing Partner THE VAT HOUSE cvba (Het BTW Huis), VAT House Services nv, VAT Applications nv President VAT Forum cv Docent VUB, Professor Fiscale Hogeschool,

Nadere informatie

Wijziging van de declaratieve btw-verplichtingen met ingang van 1 januari 2010

Wijziging van de declaratieve btw-verplichtingen met ingang van 1 januari 2010 PERSMEDEDELING Wijziging van de declaratieve btw-verplichtingen met ingang van 1 januari 2010 De Heer Didier Reynders, Vice-premier en Minister van Financiën, deelt mee dat de richtlijn 2008/8/EG van de

Nadere informatie

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen

Art. 3. Elke belastingplichtige, gehouden tot het indienen K.B. nr. 10 KONINKLIJK BESLUIT NR. 10 VAN 29 DECEMBER 1992, MET BETREKKING TOT DE UITOEFENINGSMODALITEITEN VAN DE KEUZEN, BEDOELD IN DE ARTIKELEN 15, 5, DERDE LID EN 25TER, 1, TWEEDE LID, 2, TWEEDE LID,

Nadere informatie

De exploitatievennootschap A wenst uit te breiden. Momenteel huurt zijn een pand om haar fabriekswerkzaamheden in uit te voeren.

De exploitatievennootschap A wenst uit te breiden. Momenteel huurt zijn een pand om haar fabriekswerkzaamheden in uit te voeren. Situatieschets De exploitatievennootschap A wenst uit te breiden. Momenteel huurt zijn een pand om haar fabriekswerkzaamheden in uit te voeren. De bedoeling is dat deze vennootschap een terrein aankoopt

Nadere informatie

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1. Belasting over de toegevoegde waarde Wijzigingen betreffende de plaats van diensten en samenhangende verplichtingen vanaf 1 januari 2010 Niet-belastingplichtige rechtspersonen met een btw-identificatienummer

Nadere informatie

de uit hun aard onroerende goederen, de andere bedrijfsmiddelen en de diensten die op grond van artikel 48, 2, aan de herziening zijn onderworpen

de uit hun aard onroerende goederen, de andere bedrijfsmiddelen en de diensten die op grond van artikel 48, 2, aan de herziening zijn onderworpen Home > Beslissing BTW nr. ET 119.650 dd. 20.10.2011 Beslissing BTW nr. ET 119.650 dd. 20.10.2011 Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten BTW Directie I/7 Wetswijziging op 1 januari

Nadere informatie

Imprimer le(s) document(s)[nl]

Imprimer le(s) document(s)[nl] Page 1 of 17 Home > Recente wijzigingen > Beslissing BTW nr. ET 119.650 dd. 20.10.2011 Beslissing BTW nr. ET 119.650 dd. 20.10.2011 Algemene administratie van de FISCALITEIT Centrale diensten BTW - Directie

Nadere informatie

VOORAFGAANDE OPMERKING

VOORAFGAANDE OPMERKING FOD Financiën Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW/Taxatieprocedure en Verplichtingen Belasting over de toegevoegde waarde Beslissing Btw nr. E.T.126.003

Nadere informatie

Uittreksel uit Belgisch staatsblad dd Verlaging BTW nieuwbouw voor facturen van tot

Uittreksel uit Belgisch staatsblad dd Verlaging BTW nieuwbouw voor facturen van tot 10 FEBRUARI 2009. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Datum van inontvangstneming : 22/06/2017 Vertaling C-264/17-1 Zaak C-264/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 17 mei 2017 Verwijzende rechter: Finanzgericht Münster (Duitsland)

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL III VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN HOOFDSTUK 1. HISTORIEK 1 HOOFDSTUK 2. INLEIDENDE BEPALINGEN 5

INHOUDSTAFEL III VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN HOOFDSTUK 1. HISTORIEK 1 HOOFDSTUK 2. INLEIDENDE BEPALINGEN 5 INHOUDSTAFEL VOORWOORD LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN EN BEGRIPPEN III V HOOFDSTUK 1. HISTORIEK 1 HOOFDSTUK 2. INLEIDENDE BEPALINGEN 5 1. De vijf-vragen-methode 7 1.1. Overzicht 7 1.2. Wordt de handeling

Nadere informatie

Ligging van de woning

Ligging van de woning Afbraak en heropbouw van gebouwen: wanneer is het verlaagd BTW-tarief van 6 % van toepassing? Inhoudsopgave Ligging van de woning... Afbraak bij de heropbouw van een privéwoning... Komen dus niet in aanmerking

Nadere informatie

1 van 8 21/11/ :21

1 van 8 21/11/ :21 Federale Overheidsdienst Financiën Versie 3.1.7 Fisconetplus 21/11/2011, 12:20 Beslissing BTW nr. ET 119.650 dd. 20.10.2011 Home > Recente wijzigingen > Beslissing BTW nr. ET 119.650 dd. 20.10.2011 Document

Nadere informatie

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1. Belasting over de toegevoegde waarde Wijzigingen betreffende de plaats van diensten en samenhangende verplichtingen vanaf 1 januari 2010 Belastingplichtige die enkel vrijgestelde handelingen verricht waarvoor

Nadere informatie

2 Levering van goederen

2 Levering van goederen 2 Levering van goederen Oefening 1: leveringen 1 plaats van levering: de plaats van aanvang van het vervoer, Gent; tijdstip van levering: 4 november, tijdstip van aankomst. 2 plaats van levering: waar

Nadere informatie

pagina 1 van 5 Beslissing Btw nr. E.T.129.030/3 dd. 02.02.2016 FOD Financiën, 04/02/2016, www.fisconetplus.be Context Belasting over de toegevoegde waarde > 17 - B.T.W. tarieven Algemene Administratie

Nadere informatie

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1.

Vanaf 1 januari 2010 worden de basisregels inzake het bepalen van de plaats van een dienst grondig veranderd in het Btw-Wetboek 1. Belasting over de toegevoegde waarde Wijzigingen betreffende de plaats van diensten en samenhangende verplichtingen vanaf 1 januari 2010 Landbouwondernemingen die onder de bijzondere regeling voor landbouwondernemingen

Nadere informatie

Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst

Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst Eigenschappen Titel : Circulaire 2019/C/15 over de invoering van forfaitaire beroepskosten op winst Samenvatting : Commentaar over de forfaitaire beroepskosten op winst ingevoerd door de wet van 26.03.2018

Nadere informatie

Toepassing van de BTW op verrichte handelingen inzake klinische proeven

Toepassing van de BTW op verrichte handelingen inzake klinische proeven Toepassing van de BTW op verrichte handelingen inzake klinische proeven Beslissing BTW nr. E.T. 116.111 dd. 21.02.2011 Verrichten van onderzoekswerk, met inbegrip van klinische proeven, verricht door artsen

Nadere informatie

Voorwoord 9. I. Omschrijving van het begrip investering of bedrijfsmiddel 11

Voorwoord 9. I. Omschrijving van het begrip investering of bedrijfsmiddel 11 INVBTW_DO_13001.book Page 3 Friday, September 6, 2013 1:24 PM INHOUDSTAFEL Voorwoord 9 I. Omschrijving van het begrip investering of bedrijfsmiddel 11 1. Boekhoudkundige omschrijving 11 1.1. Algemeen 11

Nadere informatie

Inhoudsopgave BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE. BTW-Wetboek. Uitvoeringsbesluiten. Inhoudsopgave

Inhoudsopgave BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE. BTW-Wetboek. Uitvoeringsbesluiten. Inhoudsopgave Inhoudsopgave BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE BTW-Wetboek Wet 3 juli 1969 tot invoering van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, zoals gewijzigd bij wet 28 december 1992 (B.S.,

Nadere informatie

BROCHURE 9 VRAGEN OMTRENT DE VRIJSTELLINGSREGELING VAN BELASTING VOOR KLEINE ONDERNEMINGEN

BROCHURE 9 VRAGEN OMTRENT DE VRIJSTELLINGSREGELING VAN BELASTING VOOR KLEINE ONDERNEMINGEN BROCHURE 9 VRAGEN OMTRENT DE VRIJSTELLINGSREGELING VAN BELASTING VOOR KLEINE ONDERNEMINGEN Federale Overheidsdienst FINANCIEN Sector btw April 2019 WOORD VOORAF De op 1 januari 1993 ingestelde vrijstellingsregeling

Nadere informatie

van de heren Dirk Van Mechelen, Jan Peumans, Koen Van den Heuvel, Ludo Sannen, Filip Watteeuw en Lode Vereeck

van de heren Dirk Van Mechelen, Jan Peumans, Koen Van den Heuvel, Ludo Sannen, Filip Watteeuw en Lode Vereeck stuk ingediend op 789 (2010-2011) Nr. 1 9 november 2010 (2010-2011) Voorstel van decreet van de heren Dirk Van Mechelen, Jan Peumans, Koen Van den Heuvel, Ludo Sannen, Filip Watteeuw en Lode Vereeck houdende

Nadere informatie

Overzicht. 1. Wat is BTW?

Overzicht. 1. Wat is BTW? ABC VAN DE BTW Overzicht 1. Wat is BTW? 2. Waar wordt de BTW geregeld? 3. Wie valt onder die regelgeving? 4. Wat wordt belast? 5. Hoeveel bedraagt de belasting? 6. Administratieve verplichtingen 7. Bijzondere

Nadere informatie

BTW OP VERKOOP VAN GROND

BTW OP VERKOOP VAN GROND BTW OP VERKOOP VAN GROND Sinds 1 januari 2011 is de verkoop van grond in bepaalde gevallen onderworpen aan btw in plaats van aan registratierechten. Dit is het geval wanneer een terrein dat bij een nieuw

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/XX Verenigingen en Stichtingen Verwerving door de erfpachthouder van het met een erfpacht bezwaard onroerend goed (verwerving tréfonds) Hereniging

Nadere informatie

1. WETTELIJKE BEPALING

1. WETTELIJKE BEPALING Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde Beslissing BTW nr. E.T.129.073 d.d. 27.01.2016 Verlaagd btw-tarief van

Nadere informatie

Btw-administratie verduidelijkt btw-positie publiekrechtelijke lichamen in nieuwe circulaire

Btw-administratie verduidelijkt btw-positie publiekrechtelijke lichamen in nieuwe circulaire Btw-administratie verduidelijkt btw-positie publiekrechtelijke lichamen in nieuwe circulaire De btw-administratie heeft een nieuwe circulaire gepubliceerd waarin het de btw-positie van publiekrechtelijke

Nadere informatie

DUIDING VAN DE PROBLEMATIEK

DUIDING VAN DE PROBLEMATIEK Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde Beslissing BTW nr. E.T.127.884 d.d. 05.10.2015 Reisbureaus Verzekeringen

Nadere informatie

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.

Nadere informatie

Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde

Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde Circulaire AAFisc Nr. 31/2016 (nr. E.T.127.540) d.d. 12.12.2016 Vrijstelling

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 DECEMBER 2012 F.11.0067.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0067.N E.V.T., eiser, vertegenwoordigd door mr. Bruno Maes, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1000 Brussel, Central

Nadere informatie

AANGIFTE (Artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 14, van 3 juni 1970)

AANGIFTE (Artikel 2 van het koninklijk besluit nr. 14, van 3 juni 1970) Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene Administratie van de FISCALITEIT Sector btw (Stempel van de dienst) Vak bestemd voor de administratie Aangifte ontvangen onder nr.... Dossiernummer:... Dossier

Nadere informatie

FAQ Onroerende inkomsten Nieuwe versie

FAQ Onroerende inkomsten Nieuwe versie Eigenschappen Titel : FAQ Onroerende inkomsten Nieuwe versie Trefwoorden : onroerend inkomen Datum van het document : 30/04/2019 Publicatiedatum : 30/04/2019 Datum Fisconet plus : 30/04/2019 Notes Geef

Nadere informatie

1.8. Onderscheid tussen een levering van een onroerend goed en werk in onroerende staat... 25

1.8. Onderscheid tussen een levering van een onroerend goed en werk in onroerende staat... 25 INHOUD Woord vooraf... 9 Hoofdstuk 1. Soorten goederen inzake btw... 11 1.1. Roerende goederen uit hun aard... 11 1.2. Onroerende goederen door bestemming... 12 1.3. Uit hun aard onroerende goederen...

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 MAART 2015 F.13.0009.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.13.0009.N AGRIMAS nv, met zetel te 8600 Diksmuide, Zwarte Dreef 1, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Paul Wouters, advocaat bij het

Nadere informatie

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning Hieronder wordt ingegaan op de fiscale consequenties van de aankoop en het bezit van een recreatiewoning die zodanig met de (onder)grond is verbonden

Nadere informatie

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ;

1 de uitgaven gedaan voor prestaties betaald met dienstencheques als bedoeld in de artikelen tot ; Algemene administratie van de FISCALITEIT - Centrale diensten Directie I/5C Circulaire nr. Ci.RH.331.611.085 (AAFisc Nr. 41/2011) dd 22.08.2011 Personenbelasting Berekening van de belasting Berekening

Nadere informatie

Aftrek van btw en positieve herzieningen van de btw bij verkoop van vervoermiddelen. Stefan Ruysschaert

Aftrek van btw en positieve herzieningen van de btw bij verkoop van vervoermiddelen. Stefan Ruysschaert Aftrek van btw en positieve herzieningen van de btw bij verkoop van vervoermiddelen Stefan Ruysschaert Basisbegrippen Het begrip economische activiteit (art. 4 W.BTW) De notie misbruik (art. 1, 10 W.BTW)

Nadere informatie

Inleiding: situering van de problematiek en wettelijke bepalingen... 11

Inleiding: situering van de problematiek en wettelijke bepalingen... 11 Inhoud Woord vooraf... 3 Inleiding: situering van de problematiek en wettelijke bepalingen... 11 1. De vereniging... 17 1.1 Autonome groepering die onderscheiden wordt van haar leden. 17 1.2 Vereniging

Nadere informatie

Inhoudstafel. Woord vooraf 3. Opbouw van het boek 5. Begrippenlijst 7. Inleiding De belastbare handelingen 21

Inhoudstafel. Woord vooraf 3. Opbouw van het boek 5. Begrippenlijst 7. Inleiding De belastbare handelingen 21 9 stafel Woord vooraf 3 Opbouw van het boek 5 Begrippenlijst 7 Inleiding 19 1 De belastbare handelingen 21 2 Levering van goederen 22 2.1 Het begrip goederen 22 2.2 Definitie van de levering 23 2.3 De

Nadere informatie

Oud tegenover nieuw: voordelen en nadelen

Oud tegenover nieuw: voordelen en nadelen Een nieuw gebouw wordt op btw-vlak anders behandeld dan een oud gebouw. Daarom is het belangrijk te weten of een gebouw oud of nieuw is. Voor een pas gebouwd pand is dat niet zo moeilijk. Voor bestaande

Nadere informatie

RECHTSBIJSTANDSVERZEKERINGEN

RECHTSBIJSTANDSVERZEKERINGEN Home > Recente wijzigingen > Beslissing Btw nr. E.T.126.564/2 dd. 23.09.2016 Algemene Administratie van de Fiscaliteit Operationele Expertise en Ondersteuning Dienst BTW Belasting over de toegevoegde waarde

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 december 2009 (OR. en) 13812/09 Interinstitutioneel dossier: 2007/0238 (CNS) FISC 120

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 december 2009 (OR. en) 13812/09 Interinstitutioneel dossier: 2007/0238 (CNS) FISC 120 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 december 2009 (OR. en) 13812/09 Interinstitutioneel dossier: 2007/0238 (CNS) FISC 120 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN VAN DE RAAD tot

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/118 over de vrijgestelde voorzieningen voor risico s en kosten in de VenB

Circulaire 2018/C/118 over de vrijgestelde voorzieningen voor risico s en kosten in de VenB Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/118 over de vrijgestelde voorzieningen voor risico s en kosten in de VenB Samenvatting : Deze circulaire gaat over de nieuwe bepaling die betrekking heeft op de

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2017/14 Verenigingen en Stichtingen Verwerving door de erfpachthouder van het met een erfpacht bezwaard onroerend goed (verwerving tréfonds) Hereniging

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid" SCSZG/16/250 BERAADSLAGING NR. 16/114 VAN 20 DECEMBER MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS BETREFFENDE

Nadere informatie

Circulaire 2019/C/46 FAQ inzake de Btw betreffende praktische toepassingsgevallen van samenwerkingsverbanden in de (para)medische sector

Circulaire 2019/C/46 FAQ inzake de Btw betreffende praktische toepassingsgevallen van samenwerkingsverbanden in de (para)medische sector Eigenschappen Titel : Circulaire 2019/C/46 FAQ inzake de Btw betreffende praktische toepassingsgevallen van samenwerkingsverbanden in de (para)medische sector Samenvatting : Deze circulaire bevat 'Frequently

Nadere informatie

het bepalen van de normale waarde in omstandigheden beoogd door artikel 33, 2, van het Wetboek (zie punt B., hierna).

het bepalen van de normale waarde in omstandigheden beoogd door artikel 33, 2, van het Wetboek (zie punt B., hierna). Home > Beslissing BTW nr. E.T. 119.650/3 dd. 11.12.2012 Algemene Administratie van de Fiscaliteit Centrale diensten BTW Beslissing BTW nr. E.T. 119.650/3 dd. 11.12.2012 Wetswijziging op 1 januari 2011

Nadere informatie

2. EVOLUTIE IN DE JURISPRUDENTIE

2. EVOLUTIE IN DE JURISPRUDENTIE Onroerende verhuur met bijkomende diensten - Terbeschikkingstelling van ruimten die onroerend uit hun aard zijn in het kader van een complexe dienstprestatie door een bedrijvencentrum of dienstencentrum

Nadere informatie

Vraag om gezamenlijk op te lossen op het einde van het seminarie

Vraag om gezamenlijk op te lossen op het einde van het seminarie 1 Vraag om gezamenlijk op te lossen op het einde van het seminarie Een vastgoedmakelaar en verzekeringsmakelaar N.V. PEETERS (kwartaalindiener), bouwt in 2012 een bureelcomplex, welke hij uitsluitend gebruikt

Nadere informatie

BROCHURE 9 VRAGEN OMTRENT DE VRIJSTELLINGSREGELING VAN BELASTING VOOR KLEINE ONDERNEMINGEN

BROCHURE 9 VRAGEN OMTRENT DE VRIJSTELLINGSREGELING VAN BELASTING VOOR KLEINE ONDERNEMINGEN BROCHURE 9 VRAGEN OMTRENT DE VRIJSTELLINGSREGELING VAN BELASTING VOOR KLEINE ONDERNEMINGEN Federale Overheidsdienst FINANCIEN Sector btw April 2016 WOORD VOORAF De op 1 januari 1993 ingestelde vrijstellingsregeling

Nadere informatie

2. Hof van Justitie bevestigt Seeling-mechanisme in hoofde van vennootschappen

2. Hof van Justitie bevestigt Seeling-mechanisme in hoofde van vennootschappen NIEUWSBRIEF BTW 27/04/2012 1. Geen btw-aftrek bij aankoop edele metalen De Belgische minister van financiën heeft in een antwoord op een parlementaire vraag verduidelijkt dat er geen recht op aftrek van

Nadere informatie

Luc Saliën Collegelid dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken (DVB)

Luc Saliën Collegelid dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken (DVB) Luc Saliën Collegelid dienst Voorafgaande beslissingen in fiscale zaken (DVB) Transactie waarbij erfpachtrecht wordt overgedragen aan partij X, direct gevolgd door de verkoop van het bezwaarde eigendomsrecht

Nadere informatie

Aftrek voor risicokapitaal

Aftrek voor risicokapitaal Opgave 275C 1/2 Benaming :............... Ondernemingsnummer :... Federale Overheidsdienst FINANCIEN Algemene administratie van de FISCALITEIT Inkomstenbelastingen Aftrek voor risicokapitaal AANSLAGJAAR

Nadere informatie

Levering van goederen

Levering van goederen Wanneer is een levering van goederen aan BTW onderworpen? Artikel 2 W.BTW 1 levering van goederen en de diensten 2 geleverd onder bezwarende titel 3 door een belastingplichtige 4 in België Wetboek BTW

Nadere informatie

Van mens tot mens, van ondernemer tot ondernemer

Van mens tot mens, van ondernemer tot ondernemer Van mens tot mens, van ondernemer tot ondernemer BTW - Gemengd gebruik personenwagen INLEIDING I. Inleiding Nieuw artikel 45 1 Quinquies 1quinquies. Ten aanzien van de uit hun aard onroerende goederen

Nadere informatie

Betekenis vakken BTW-aangifte KADER II : UITGAANDE HANDELINGEN

Betekenis vakken BTW-aangifte KADER II : UITGAANDE HANDELINGEN Betekenis vakken BTW-aangifte KADER II : UITGAANDE HANDELINGEN Rooster 00 - Verkoop van goederen tegen 0-tarief: dagbladen, tijdschriften, pre-paid telefoonkaarten, recuperatiestoffen, tabaksfabrikaten.

Nadere informatie

Ruling over herstructurering en omzetting van VZW. Ruling over herstructurering en omzetting van VZW

Ruling over herstructurering en omzetting van VZW. Ruling over herstructurering en omzetting van VZW Ruling over herstructurering en omzetting van VZW AddThis Sharing Buttons Share to LinkedInShare to TwitterShare to Facebook Auteur(s): Stefaan Van Crombrugge Editie: 1521 p. 5 Publicatiedatum: 10 mei

Nadere informatie

Het wel en wee van de vzw Deel 4 De vzw en de fiscus

Het wel en wee van de vzw Deel 4 De vzw en de fiscus Het wel en wee van de vzw Deel 4 De vzw en de fiscus William Wils, accountant De vzw en de fiscus Rechtspersonenbelasting Belasting over de toegevoegde waarde Schenkingsrechten Registratierechten Rechtspersonenbelasting

Nadere informatie

http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i...

http://ccff02.minfin.fgov.be/kmweb/document.do?method=printselecteddocuments&i... pagina 1 van 21 Home > Beslissing BTW nr. E.T. 119.650/3 dd. 11.12.2012 Algemene Administratie van de Fiscaliteit - Centrale diensten BTW Beslissing BTW nr. E.T. 119.650/3 dd. 11.12.2012 Wetswijziging

Nadere informatie

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp

Auteur. Federale Overheidsdienst Financiën. minfin.fgov.be. Onderwerp Auteur Federale Overheidsdienst Financiën minfin.fgov.be Onderwerp Circulaire nr. Ci.RH.26/582.830 (AOIF 17/2008). AFTREKBARE BESTEDING. Aftrek voor enige eigen woning. INTEREST VAN EEN HYPOTHECAIRE LENING.

Nadere informatie

CIRCULAIRE AOIF nr. 3/2010 DIENSTEN. Belastbaar feit. Inhoudstafel

CIRCULAIRE AOIF nr. 3/2010 DIENSTEN. Belastbaar feit. Inhoudstafel CIRCULAIRE AOIF nr. 3/2010 Federale Overheidsdienst FINANCIEN ----------------------------------------- Administratie van de Ondernemings- en inkomensfiscaliteit ----------------------------------------

Nadere informatie

Nieuwsbrief 2009-10 Nieuwe BTW-regels vanaf 01/01/2010 : wijziging inzake de plaats van diensten

Nieuwsbrief 2009-10 Nieuwe BTW-regels vanaf 01/01/2010 : wijziging inzake de plaats van diensten Nieuwsbrief 2009-10 Nieuwe BTW-regels vanaf 01/01/2010 : wijziging inzake de plaats van diensten 1. Principe Vanaf 1 januari 2010 wijzigen de regels inzake plaatsbepaling bij grensoverschrijdende diensten

Nadere informatie

BTW in de paardensector: twee uitzonderingen 1

BTW in de paardensector: twee uitzonderingen 1 BTW in de paardensector: twee uitzonderingen 1 BTW IN DE PAARDENSECTOR TWEE UITZONDERINGEN Reeds vele jaren dringt de Belgische Confederatie van het Paard er bij de overheid op aan om voor de paardensector

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 5. 1 Algemeen 13. 2 Inkomstenbelasting 27

Inhoud. Voorwoord 5. 1 Algemeen 13. 2 Inkomstenbelasting 27 Inhoud Voorwoord 5 1 Algemeen 13 Vraag 1 Wat betekent de nieuwe antimisbruikbepaling voor de vastgoedpraktijk? 13 Vraag 2 Bestaat er nog een keuze van de minst belaste weg bij vastgoedtransacties? 17 Vraag

Nadere informatie

Eerst renoveren aan 6 %, nadien (moeten) verkopen aan 21 %?

Eerst renoveren aan 6 %, nadien (moeten) verkopen aan 21 %? 25 juni 2014 Eerst renoveren aan 6 %, nadien (moeten) verkopen aan 21 %? Ivan Massin, Deloitte Belgium, Indirect tax Gepubliceerd in: Fiscoloog, n 1391, p. 9, BIBLO Zoals in een vorige editie gemeld, maakt

Nadere informatie

De inkomsten uit de deeleconomie

De inkomsten uit de deeleconomie De inkomsten uit de deeleconomie Belastingregeling Inkomstenbelasting EIGEN BELASTINGREGELING (Programmawet van 1.7.2016, BS 4.7.2016, Ed. 2) Deze regelgeving voorziet dat: de winst of baten die voortkomen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Maklu 7

Inhoudsopgave. Maklu 7 Inhoudsopgave Voorwoord... 5 Inhoudsopgave...7 Deel 1: De onroerende verhuur: een steeds enger wordend begrip...13 1.1 Definiëring van de onroerende verhuur...13 1.1.1 Algemeen...13 1.1.2 Belgisch administratief

Nadere informatie

VERVREEMDEN VAN EEN NIEUW GEBOUW MET BTW

VERVREEMDEN VAN EEN NIEUW GEBOUW MET BTW VERVREEMDEN VAN EEN NIEUW GEBOUW MET BTW Van vele ondernemingen maken de bedrijfsgebouwen nog steeds een belangrijk actief uit. Voor de ondernemer zal de toepassing van registratierechten of van BTW de

Nadere informatie

Deel 1. Btw-analyse van het zakelijk recht in de drie fazen 11. Hoofdstuk 1. Waarom een analyse van de drie fazen? 13

Deel 1. Btw-analyse van het zakelijk recht in de drie fazen 11. Hoofdstuk 1. Waarom een analyse van de drie fazen? 13 Inhoudstafel Deel 1. Btw-analyse van het zakelijk recht in de drie fazen 11 Stefan Ruysschaert Hoofdstuk 1. Waarom een analyse van de drie fazen? 13 Hoofdstuk 2. Hoe wordt het vruchtgebruik correct gewaardeerd?

Nadere informatie

DEFINITIEVE REGELING VOORSCHOTFACTUREN

DEFINITIEVE REGELING VOORSCHOTFACTUREN Koninklijke Federatie van Belgische Transporteurs en Logistieke Dienstverleners Fédération Royale Belge des Transporteurs et des Prestataires de Services Logistiques Königlicher belgischer Verband der

Nadere informatie

BTW-wijzigingen vanaf 1 januari 2010 VAT-PACKAGE

BTW-wijzigingen vanaf 1 januari 2010 VAT-PACKAGE BTW-wijzigingen vanaf 1 januari 2010 VAT-PACKAGE Boekhoudkantoor Marien BVBA Boekhouding & Fiscaliteit Tel: 03/489.11.46 Fax: 03.489.29.41 info@boekhoudkantoormarien.be www.boekhoudkantoormarien.be Waarover

Nadere informatie

BTW en grond. Guido De Wit IFA 15 februari BTW en grond. Regeling vóór Grond

BTW en grond. Guido De Wit IFA 15 februari BTW en grond. Regeling vóór Grond Guido De Wit IFA 15 februari 2011 Regeling vóór 2011 Grond > BTW was nooit verschuldigd op verkoop van grond (ook als tezamen met gebouw). > Op verkoop van grond waren alleen registratierechten verschuldigd.

Nadere informatie

BTW: voordeel van alle aard voor voertuigen. belasting gekoppeld aan de regels van aftrekbaarheid

BTW: voordeel van alle aard voor voertuigen. belasting gekoppeld aan de regels van aftrekbaarheid BTW: voordeel van alle aard voor voertuigen belasting gekoppeld aan de regels van aftrekbaarheid 1. Probleemstelling De vaststelling van een voordeel van alle aard vloeit meer bepaald voort uit het privé-gebruik

Nadere informatie

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters,

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters, ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 19 juli 2012 (*) Zesde btw-richtlijn Artikelen 6, lid 2, eerste alinea, sub a en b, 11, A, lid 1, sub c, en 17, lid 2 Gedeelte van tot bedrijf behorend investeringsgoed

Nadere informatie