8 Drugsbeleid. Aan de orde is de voortzetting van het debat over de hoofdlijnen van het drugsbeleid. (Zie vergadering van 1 maart 2012.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "8 Drugsbeleid. Aan de orde is de voortzetting van het debat over de hoofdlijnen van het drugsbeleid. (Zie vergadering van 1 maart 2012."

Transcriptie

1 8 Drugsbeleid Aan de orde is de voortzetting van het debat over de hoofdlijnen van het drugsbeleid. (Zie vergadering van 1 maart 2012.) Ik vraag de minister van Veiligheid en Justitie om aan te geven hoe zijn antwoord is geordend. Wij kunnen ons daarop richten bij het plaatsen van interrupties. De beraadslaging wordt hervat. Voorzitter. Eerst ga ik in op een paar hoofdlijnen. Daarna beantwoord ik de vragen. Vervolgens ga ik in op het coffeeshopbeleid en de brief die ik daarover gestuurd heb inclusief de besloten clubs, de voorwaarden die erbij horen et cetera. Ik ga eerst in op de veiligheidsaspecten van het drugsen coffeeshopbeleid. Mijn collega van VWS zal spreken over de volksgezondheidsaspecten van het drugsbeleid en met name het coffeeshopbeleid. In eerste termijn hebben de geachte afgevaardigden veel vragen gesteld over met name de aanscherping van het coffeeshopbeleid. Ik zal zo veel mogelijk thematisch op de vragen ingaan. Ik schets het kabinetsbeleid op hoofdlijnen. Het kabinet staat voor een daadkrachtige aanpak van drugsgerelateerde overlast en criminaliteit. Om te bewerkstelligen dat ons drugsbeleid ook in de toekomst houdbaar is, is het zaak om nu orde op zaken te stellen. Het coffeeshopbeleid is naar onze mening uit de hand gelopen. Het Nederlands drugsbeleid moet worden herijkt. Het coffeeshopbeleid had weliswaar onder meer tot doel om de criminaliteit de wind uit de zeilen te nemen, maar nu, jaren later, kan worden geconstateerd dat het tot averechtse effecten heeft geleid. Softdrugs zijn gaandeweg steeds meer gepaard gegaan met harde criminaliteit en overlast. Hennepteelt heeft zich ontwikkeld tot een omvangrijke, professioneel georganiseerde industrie. Coffeeshops zijn in veel gevallen grote ondernemingen geworden waar dagelijks duizenden drugstoeristen op afkomen. Bijvoorbeeld 70% tot 80% van de coffeeshopbezoekers in Venlo en Maastricht komt uit de buurlanden en veroorzaakt overlast. Niet alleen op drugstoeristen is de aantrekkingskracht die van Nederland uitgaat groot, maar door de miljoenen die er kunnen worden verdiend is deze ook groot op criminele samenwerkingsverbanden. Onder- en bovenwereld raken steeds meer verweven. We hebben het daar vele malen over gehad. In onze visie is er daarnaast sprake van een ondermijnend effect op de Nederlandse samenleving. Bovendien is de sterkte van cannabis in de laatste decennia zodanig toegenomen dat cannabis in veel gevallen niet langer als softdrug kan worden gekwalificeerd. De problematiek vraagt om een duidelijke omslag in het beleid en daarmee een breed offensief. Zoals het nu gaat, kan het niet langer. We zetten met een breed pakket aan maatregelen in op een intensieve aanpak langs twee lijnen. De ene lijn is het terugdringen van de drugsgerelateerde overlast door middel van aanscherping van het coffeeshopbeleid. De andere lijn is de versterkte aanpak van drugscriminaliteit. Ik begin met de hoofdlijnen van de aanscherping van het coffeeshopbeleid. Overlast en criminaliteit rondom de coffeeshops moeten stoppen. Coffeeshops zullen terug moeten naar waar zij oorspronkelijk voor bedoeld waren. Zij waren bedoeld als verkooppunten voor lokale gebruikers en niet als grootschalige voorzieningen voor consumenten uit andere landen. De situatie moet weer kleinschalig en beheersbaar worden. Drugstoeristen zullen daarom moeten worden geweerd. Ik zal de concrete maatregelen in dit kader op hoofdlijnen langslopen. Ten eerste: coffeeshops worden besloten clubs, alleen toegankelijk voor meerderjarige ingezetenen van Nederland, vanuit het oogpunt van kleinschaligheid en vooral beheersbaarheid. Ten tweede: er komt een afstand van ten minste 350 meter tussen scholen en coffeeshops. De minister begon zijn inleiding met de conclusie dat de hennepteelt in handen is van de georganiseerde misdaad. Onder andere door dagblad DePers is vandaag een aantal vraagtekens geplaatst bij de algemene conclusies die het kabinet verbindt aan het drugsbeleid. Een daarvan was de claim dat de georganiseerde misdaad de hennepteelt helemaal in handen heeft. Uit onderzoek in opdracht van de Taskforce aanpak georganiseerde hennepteelt blijkt dat de gemiddelde thuiskweker een man is van 40 jaar met een koopwoning, die af en toe een wietplantje kweekt om zijn hoge uitgaven een beetje te compenseren. Kan de minister aangeven wat zijn onderbouwing is voor de stelling dat de hennepteelt massaal in handen van de georganiseerde misdaad is? Ja, dat kan ik. Daarnaar is veel onderzoek gedaan. Ik kan bijvoorbeeld verwijzen naar de grote offensieven die nu plaatsvinden door de zogenaamde B5-taskforce in Brabant. Helaas was er gisteravond in de Kamer geen tijd om het wetsvoorstel voor de voorbereiding van de bestrijding van de illegale hennepteelt te kunnen behandelen, maar dat komt later. Dat wetsvoorstel is een onmisbaar instrument om een en ander te kunnen onderbouwen en effectueren. Ik denk dat de heer Dibi naar de bekende weg vraagt, want in dat wetsvoorstel staan de aantallen die worden aangepakt. Het zijn er vele honderden per jaar en dat zijn er nog veel te weinig. Doorrechercheren naar de echte georganiseerde criminaliteit is nodig. Ik heb dat artikel in DePers ook gelezen. Ik was verrast en verbaasd over het artikel en de conclusies die erin stonden. Die deel ik totaal niet, op geen enkel punt. Ik kan nu een analyse van dat artikel geven, maar misschien is dit niet het moment om de kranten na te lopen. Ik stel deze vraag omdat het kabinet bewust een rapport achterhoudt, namelijk het oorspronkelijke Asser-rapport waarin geschreven wordt over regulering van de achterdeur, omdat de conclusies uit het rapport het kabinet onwelgevallig zijn. Er is ook een ander rapport waarin wordt gesteld dat Nederland de wietproductie gebruikt voor export. 80% van de wiet zou gebruikt worden voor de export. Daar klopt helemaal niets van, zo blijkt nu. Daarom vraag ik de minister naar de onderbouwing van zijn stelling over de georganiseerde misdaad. Kan hij het rapport geven waaruit deze blijkt? Ik noem zelf namelijk wel een TK

2 Opstelten rapport. Dat rapport is in handen van de Taskforce aanpak georganiseerde hennepteelt. Daaruit blijkt dat het reuze meevalt. Natuurlijk gaat illegale hennepteelt gepaard met grote problemen, maar de conclusie die de minister over de groep telers trekt, is niet onderbouwd. Op welke rapporten baseert de minister zich? Volgens de heer Dibi zouden wij een rapport achterhouden. Ik heb de Kamer daarover geschreven. Ik heb de rapporten en beleidsbrieven uit een grijs verleden voor mij; ik heb ze inmiddels gelezen. Ik zal even het logistieke proces aangeven. Bij brief van 27 oktober 2005 heeft de toenmalige minister van Justitie, mede namens de toenmalige ministers van VWS, BZK en Bestuurlijke Vernieuwing, laten weten dat het kabinet een onafhankelijk juridisch instituut de opdracht zal verstrekken "om na te gaan of en zo ja welke ruimte er internationaal rechtelijk bestaat voor het toestaan van een experiment met het gedogen van de teelt van cannabis ten behoeve van de bevoorrading van coffeeshops". Het onderzoek is conform de opdracht uitgevoerd door het T.M.C. Asser Instituut en heeft geresulteerd in een rapport. Bij brief van 14 december 2005 is het rapport door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, mede namens de minister van Justitie en de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aan de Kamer aangeboden. Bij brief van 8 februari 2006 hebben de ministers van Justitie, BZK en VWS de Kamer de beleidsreactie op het rapport aangeboden. Dat is het. Ik kan er niets anders van maken. Ik heb hier alle papieren waar het om gaat. Ik heb een en ander minutieus logistiek laten bekijken, want ik wilde het natuurlijk zelf ook weten. De minister heeft gewoon iets voorgelezen uit een eigen brief. Ik stelde mijn vraag niet naar aanleiding van het rapport van het Asser Instituut. Dat gaat over de regulering van de achterdeur en daar komen we later op. Het gaat nu over de conclusie van de minister dat de hennepteelt in handen is van de georganiseerde misdaad. Ik heb toevallig net een podcast geluisterd van een spreekbeurt van de minister bij de VVD in Leiden. Het was wel opvallend. De minister maakte grapjes en zei: zal ik vanavond de coffeeshops sluiten? Hij zei dat de hele wereld zich rot lacht om het Nederlandse beleid. Mijn indruk is dat deze minister ideologisch gedreven is. Hij is gewoon tegen coffeeshops en of dit wordt onderbouwd door rapporten of niet, kan hem niet zo veel schelen. Kan de minister één rapport noemen waaruit blijkt dat de hennepteelt in handen is van de georganiseerde misdaad? Ik heb zelf al één rapport genoemd, opgesteld in opdracht van de overheid, waaruit het tegenovergestelde blijkt. Mijnheer Dibi, als de vragen korter zijn, is het ook gemakkelijker om ze duidelijk te beantwoorden. Ik vond het naar aanleiding van de kwalificatie van de heer Dibi over het rapport van het Asser Instituut noodzakelijk om minutieus te vertellen wat er wel en niet aan de hand is. De Task Force Aanpak Georganiseerde Hennepteelt adviseert het kabinet mede in het beleid en steunt dat beleid ten volle. Het barst van de rapporten. Het gaat om de feiten in de criminaliteit. Het OM, de politie en de burgemeesters voeren allen het beleid uit en willen dat ook. Over het coffeeshopbeleid is hier en daar wel een verschil van mening. Hier en daar is het een discussiepunt, maar niet meer dan dat. De aanpak van de georganiseerde criminaliteit in relatie tot de aanpak van illegale hennepteelt is naar de mening van velen slechts een begin. De heer Çörüz (CDA): De minister is heel stevig begonnen. Hij heeft het over "uit de hand gelopen", "criminaliteit toegenomen", "averechtse uitkomst", "coffeeshops grote ondernemingen", "verwevenheid onder- en bovenwereld" en "de sterkte van cannabis". De minister zegt dat de regels zullen worden aangescherpt. In onze naïviteit dachten we dat we met de coffeeshops dit soort zaken konden voorkomen. Dan is er toch maar één logische conclusie? Stoppen met die handel! We gaan nu de regels weer aanscherpen, maar als de minister dit allemaal zegt, is er volgens mij maar één conclusie mogelijk: stoppen met die handel. Tot die conclusie komen wij niet. Dat is ook met de Kamer gewisseld. Vanuit onze verantwoordelijkheden zijn we gezamenlijk tot die conclusie gekomen. We willen de coffeeshop weer terugbrengen tot datgene waar hij oorspronkelijk voor bedoeld was, als plek voor degenen die het niet kunnen laten, maar dan wel beperkt. Belangrijk is natuurlijk het tegenhouden van de drugstoeristen uit het buitenland. De internationale rechter en de Raad van State staan achter ons. Daarom starten we hier nu mee. De heer Çörüz (CDA): Dat dachten wij ook toen wij ermee begonnen, maar het is heel anders uitgepakt. Welke zekerheid heeft de minister dat wij over tien jaar niet tot precies dezelfde conclusie komen? Dat vind ik een kernpunt: krachtig bestuur. Laten wij er eerlijk over zijn, het bestuur, de politie en het OM, landelijk en lokaal, hebben dit niet krachtig weten aan te pakken. Nu moeten wij met elkaar tot de conclusie komen dat wij terug moeten naar waar wij oorspronkelijk zaten. Dat is de kern van onze motivatie. De minister heeft een aantal grote negatieve gevolgen van de coffeeshops opgenoemd, zoals de criminaliteit rondom de teelt en de oncontroleerbaarheid van het THCgehalte. Wij delen die bezwaren van de minister volledig, maar hij komt niet met een oplossing. Je moet de wiet uit de criminaliteit halen! Dat maakt dat de coffeeshop transparant is. Dan kunnen wij kwaliteitseisen aan de wiet stellen en korte metten maken met de thuisteelt. Kortom, wij moeten eerst de kraan dichtdraaien voordat wij gaan dweilen. De coffeeshop moet een normaal bedrijf worden. Dan kun je het drugsgebruik net als alcoholgebruik behandelen en het echt aanpakken. Is de minister van Veiligheid voor het echte aanpakken of maakt hij van dit debat het grote "dweilen met de kraan open"-debat? Als u mij kende, zou u die vraag niet stellen. Wij pakken het als kabinet echt aan, heel stevig. Het is totaal niet TK

3 Opstelten dweilen met de kraan open, zoals u zegt. Wij brengen het langzamerhand terug. Daar is even tijd voor nodig. Wij hebben die tijd ook genomen en wij zijn hier redelijk succesvol in doordat wij goede en heldere afspraken hebben gemaakt met de burgemeesters in het zuiden van het land. Wij zijn klaar om te starten. Daardoor zullen de buitenlandse drugstoeristen daar niet meer komen. Er zal geen sprake zijn van verplaatsing van de handel van binnen naar buiten; daarvoor hebben wij operationele maatregelen genomen. Ik kan mevrouw Bouwmeester dus bedienen. Het debat is nog maar net begonnen en de minister van Veiligheid gebruikt al heel veel woorden om te verdoezelen dat hij geen antwoord geeft. Ik ga het nog een keer proberen. De teelt is gedwongen en vindt in het geheim plaats, dus in de criminaliteit. Daarvoor heeft de overheid zelf gezorgd door dit niet te regelen. De overheid veroorzaakt daarmee criminaliteit. Die kraan kunnen wij meteen dichtdraaien door de teelt onder voorwaarden toe te staan. Daarmee haal je gebruik uit de criminaliteit. Is dit kabinet daartoe bereid? Het antwoord is nee. Ik kom daar natuurlijk op terug in mijn betoog. Ik bespeur een neiging waar ik zelf ook weleens last van heb, namelijk de neiging om als wij net zijn begonnen, meteen de vraag naar voren te halen die al een aantal weken wordt gesteld. Is het wellicht ook mogelijk om naar mijn verhaal te luisteren en op dat moment even naar de interruptiemicrofoon te lopen? Zou dat kunnen? Anders ga ik namelijk vaker zeggen dat een antwoord later in mijn betoog terugkomt, want dat is hier ook het geval. Dat kunt u zeggen, maar ik denk toch dat de heer Van der Ham u nu ook een vraag wil stellen. Voorzitter. Mijn excuses dat ik iets later binnenkwam; ik had een klein logistiek probleem. Ik heb begrepen dat wij zijn begonnen over het rapport van het Asser Instituut. Daarover schijnt de minister al iets gezegd te hebben. Als ik het goed heb begrepen, heeft de minister gezegd: de Kamer heeft het rapport ontvangen, de eindversie is naar de Kamer gestuurd en dat is het. Ik heb daar een paar vragen over. Zijn er meerdere versies geweest van dit rapport? Zijn er in het hele stelsel meerdere soorten vragen gesteld? Ik neem aan dat er meerdere versies zijn, zoals dat altijd gaat. Ik ben uitsluitend geïnteresseerd in de logistiek: wat was de opdracht, wie heeft het stuk naar de Kamer gestuurd en is er een beleidsreactie gekomen? Ik heb die drie zaken in die volgorde aangegeven en dat is het. Verder is het Asser Instituut natuurlijk altijd voor zichzelf verantwoordelijk. Het is een onafhankelijk instituut dat een opdracht uitvoert. Dat heb ik aangegeven in die volgorde. Het zijn er drie en dat is het geweest. Verder is het Asser Instituut natuurlijk altijd verantwoordelijk voor zichzelf. Het is immers een onafhankelijk instituut dat een opdracht uitvoert. Dat is een interessante opmerking van de minister. Als D66 hebben we het Asser Instituut namelijk opgebeld en gevraagd of we eerdere versies konden krijgen. De minister heeft het gehad over dé opdracht maar wellicht zijn er eerdere opdrachten verstrekt. Ik heb deze vraag aan de minister gesteld maar hij heeft nog niet geantwoord of er verschillende opdrachten zijn verstrekt en verschillende rapporten zijn uitgekomen. Zegt de minister nu dat het Asser Instituut vrij is om te antwoorden als wij opnieuw zouden vragen wat eerdere versies op eerdere verzoeken zijn geweest en of er bijstellingen zijn geweest? Het is immers een onafhankelijk instituut, dat heeft de minister min of meer gezegd. Nee, het gaat mij erom dat er in mijn voorstellingsvermogen altijd maar één rapport is. Dat is hét rapport. Ik heb al aangegeven wie dat rapport destijds hebben verstuurd aan de Kamer. Bij brief van 14 december 2005 is het rapport door de toenmalige minister van Binnenlandse Zaken en de toenmalige minister voor Bestuurlijke vernieuwing en Koninkrijksrelaties, mede namens de toenmalige ministers van Justitie en van VWS aan de Kamer aangeboden. Dat is het. Het Asser Instituut is natuurlijk verantwoordelijk voor het rapport. Als er nu gevraagd zou worden of het het hele dossier over de totstandkoming van het rapport zou willen toesturen, kan ik me voorstellen dat het dat niet doet en dat het zou zeggen dat men daarvoor bij de opdrachtgever moet zijn. Dat hebben ze daar inderdaad precies zo gezegd. Daarom sta ik nu bij de opdrachtgever de regering is eeuwig en ik vraag aan de minister om het instituut toestemming te geven om de correspondentie publiek te maken en, zo nee, waarom niet. Daarnaast heeft de minister gezegd dat er een opdracht is verstrekt aan het Asser Instituut en dat daar antwoord op is gekomen. Dat klopt. Maar wat ons uit meerdere bronnen ter ore is gekomen, is dat er meerdere opdrachten zijn gegeven waarop verschillende antwoorden zijn gekomen en dat we alleen het laatste antwoord op de laatste opdracht hebben gekregen. Mijn vragen zijn derhalve de volgende. Zijn er meerdere opdrachten gegeven aan het Asser Instituut? Zijn er verschillende rapporten uitgekomen? Geeft u toestemming, als opdrachtgever, om die verschillende opdrachten met verschillende antwoorden publiek te laten maken door het Asser Instituut? Nee. Ik heb mijn brief geschreven nadat we het heel precies conform de waarheid hebben gecheckt. De opdracht heb ik geformuleerd Het gaat om meerdere rapporten. Eén opdracht, één rapport en één beleidsreactie. Het scala van bewindslieden dat daar verantwoordelijkheid voor droeg, heb ik genoemd. Dat is het. Ik kan er niets anders van maken en ik wil er ook niets anders van maken. Met alle respect, maar ik heb heel heldere vragen gesteld. Vindt de opdrachtgever, de minister, dat de correspon- TK

4 Opstelten dentie openbaar mag worden gemaakt? Op deze vraag heb ik geen antwoord gekregen. En de tweede vraag is: zijn er meerdere opdrachten gegeven in het proces? Of doet de minister daar geen mededelingen over, maar zijn ze er wel geweest? Dat lijkt mij toch niet zo moeilijk te beantwoorden? De rapporten zijn openbaar en heb ik hier beschikbaar. De Kamer kan het officiële rapport nog een keer krijgen. Dat is geen enkel punt. Ik kan me voorstellen dat er nog andere concepten zijn want die zijn er bij elk rapport. Als er al andere concepten zouden zijn ik kan me voorstellen dat die er zijn want die zijn er bij elk rapport geven we die niet. Dat heb ik ook aan de Kamer laten weten. Mevrouw Kooiman (SP): Dit stond vandaag in de krant. Ik zal het even voorlezen: "ik luister lekker toch niet" Dat zegt de minister in deze krant en dat gevoel heb ik ook. Alleen al bij de inleiding hebben we erover gesproken dat de georganiseerde misdaad enorm is. Over de drugsteelt zeggen we dat dit allemaal illegaal is en dat we het moeten aanpakken. De heer Dibi heeft het ook al gevraagd maar hij kreeg geen antwoord. Ik probeer het daarom vandaag nog een keer. Kan de minister één rapport geven waarin wordt aangegeven dat we inderdaad te maken hebben met heel grote georganiseerde misdaad als het gaat om hennepteelt? Ik heb net al gezegd dat het forse aantal onderzoeken naar georganiseerde hennepteelt en de zeer ernstige geweldsincidenten in Brabant eind 2010 die betrokkenheid bevestigen. Ook de commissie-van der Donk, die natuurlijk heeft gerapporteerd en die de Kamer kent, en de commissie-garretsen hebben dit al eerder geconcludeerd. Dat zijn nog een paar extra rapporten die ik in dit verband kan noemen en die overigens aangeven wat iedereen in Nederland die hiermee te maken heeft eigenlijk weet. Het is geen verrassend nieuws. Het is alleen een bevestiging, waarin nog eens op een rijtje wordt gezet wat iedereen weet. We zijn er ook allemaal heel hard mee aan het werk, met bijna Kamerbrede steun. Mevrouw Kooiman (SP): Dat klopt niet: die cijfers zijn mij niet bekend en die hebben wij ook niet. Er is echter een laatste rapport dat Geldbomen op zolder heet. Daarin wordt aangetoond dat het helemaal niet gaat om grote georganiseerde misdaad, maar dat er voornamelijk sprake is van thuistelers die inderdaad een paar bomen op zolder hebben en dat het probleem niet zo groot is als de minister vandaag doet voorkomen. Dat laatste onderzoek is van september Kan de minister daar eens op reageren? Ik kan nu niet specifiek op dat rapport als zodanig ingaan, maar kan wel zeggen dat natuurlijk ook die situatie voorkomt. De kern van de hele aanpak is toch een drugsgerelateerde criminaliteit die zich op grootschalige illegale hennepteelt concentreert. Het ontmantelen van de illegale hennepteelt is daarbij de eerste stap. De tweede is het doorrechercheren en uitkomen bij de echte drugscriminaliteit. Die is heel groot en georganiseerd. Mevrouw Kooiman (SP): Ik noem nu nota bene een onderzoek waarin staat dat er in Nederland geen grootschalige hennepteelt is. Het zijn grotendeels kleine telers op zolders. Ik kan dus alleen maar concluderen dat we het vandaag slechts hebben over emotie en niet over cijfers. Ik vind dat buitengewoon zonde voor een goed gesprek hier in het Nederlandse parlement. Dat is niet de werkelijkheid. Wat daar gebeurt, komt voor. Wat mevrouw Kooiman aangeeft, is trouwens ook illegaal. Het neemt bovendien niet weg dat er sprake is van een grote georganiseerde criminaliteit. Daarvan kennen we allemaal de feiten. Ik wil nog een keer zeggen dat de conclusie dat hennepteelt niet in handen is van criminele bendes op basis van dit onderzoek niet getrokken kan worden. Mevrouw Kooiman noemt één feit, maar daaruit kan zij niet concluderen dat het alternatief niet aanwezig is. Het betreffende onderzoek heeft zich gericht op het profiel van de thuiskweker en op de vraag of er sprake is van dwang en intimidatie van thuiskwekers bij het opzetten van een kwekerij. In het onderzoek is dus niet onderzocht in hoeverre de georganiseerde misdaad betrokken is bij de hennepteelt. Dat is totaal niet aan de orde geweest. Uit andere rapporten, zoals De wereld achter de wietteelt, blijkt dat de georganiseerde misdaad betrokken is bij de hennepteelt. Ook de zelfstandige maar professioneel opererende thuiskwekers zetten hun oogst af in de georganiseerde illegale hennepmarkt. Ik geef de heer Dibi bij hoge uitzondering voor de tweede keer het woord. Over het Asser-rapport bleek in de documentaire De achterdeur dat ex-minister Donner oorspronkelijk aan het Asser Instituut had gevraagd of je de achterdeur van coffeeshops kunt reguleren binnen internationale verdragen. De conclusie van het oorspronkelijke rapport was dat dit kon. Dat wilde het kabinet niet horen, dus heeft het een nieuwe vraag gesteld. Klopt dat? Nogmaals: het antwoord is nee. Dit is natuurlijk een herhaling van zetten. Dat kan, maar ik blijf telkens bij hetzelfde antwoord. Deze vraag heeft de heer Van der Ham ook gesteld. Dit onderwerp zal ik in het vervolg van mijn betoog natuurlijk ook aan de orde stellen. Ik heb dit zo allemaal aangehoord, maar ik schrik toch wel een beetje van het beeld dat door de collega's wordt neergezet bij de vraag of de georganiseerde misdaad is betrokken bij de hennepteelt. Wij hebben de afgelopen jaren tal van rapporten ontvangen. Ook is er het grote programma Aanpak georganiseerde hennepteelt. Is de minister het mij eens dat degenen die hennep telen, afgezien van die enkele burger die om welke reden dan ook een paar plantjes thuis heeft staan en met een paar bedoel ik echt niet meer dan vijf niet al te grote plantjes gewoon criminelen zijn die volop met deze handel bezig zijn? TK

5 Opstelten Wat de heer Elissen nu zegt, is kort samengevat de inleiding van mijn betoog. Nou, dan zou ik dat, als ik u was Nou goed. Ik vind het fijn om dat te horen. Bondiger kan het niet. Ik had even het idee dat twijfel ontstond, maar naar de mening van de PVV zijn het gewoon criminelen die keihard moeten worden aangepakt. Prima, maar zo bondig is natuurlijk wel heerlijk. Minister, vervolgt u uw betoog. Ik begrijp uw vreugde, voorzitter, maar zij is van korte duur, want ik ga verder. Wij waren gebleven bij de hoofdlijnen van het aanscherpen van het coffeeshopbeleid. Coffeeshops zijn besloten clubs die alleen toegankelijk zijn voor meerjarige ingezetenen van Nederland. De afstand tot scholen moet ten minste 350 meter zijn. Door het College van procureurs-generaal is voor de gedoogcriteria de Aanwijzing Opiumwet gegeven. Drie zuidelijke provincies gaan daarmee in de coffeeshopgemeenten beginnen. Met het OM en de politie heb ik afgesproken dat in die gemeenten per 1 mei 2012 van start wordt gegaan. Dat is gedaan omdat de problematiek daar het acuutst is. Vanaf 1 januari 2013 wordt dit beleid in heel Nederland gehandhaafd. Een volgend aspect zijn de hoofdlijnen van de versterkte aanpak van de drugscriminaliteit. Ook die aanpak is essentieel. Onder meer in het kader van de taskforce van de B5 in Brabant zitten wij henneptelers en andere drugscriminelen op allerlei manieren dicht op de huid. Een versterkte aanpak van criminele samenwerkingsverbanden is hierbij vooral relevant, aangezien het merendeel van die samenwerkingsverbanden zich met drugscriminaliteit bezighoudt. Het is bekend dat door mij een resultaatsverplichting is aangegaan. In het begin van de periode werd 20% per jaar aangepakt. Nu zetten wij in op een verdubbeling daarvan, dus op 40%. Daar is natuurlijk het nodige voor te doen. De aanpak van financieel afpakken wordt geïntensiveerd. Ook noem ik het wetsvoorstel inzake de voorbereidingshandelingen bij illegale hennepteelt, dat voor gisteravond was geagendeerd. In het verlengde van het advies van de commissie-garretsen zal cannabis met een thc-gehalte van 15% of meer als harddrugs worden gekwalificeerd. Twee ingezette beleidslijnen komen hier samen en wel in die zin dat de voordeur van de coffeeshop wordt "ingeperkt" door het kleiner en meer beheersbaar worden van de coffeeshops. Daardoor worden de problemen bij de achterdeur eveneens verder beperkt. Zowel de vraag als de productie wordt dus aangepakt. Ik ga in op de regulering van de achterdeur. Naar onze mening dient er geen regulering te zijn van de achterdeur. Ik zie dat mevrouw Bouwmeester wil interrumperen. Wellicht kunnen wij de minister een blok laten afmaken. Dan kan mevrouw Bouwmeester daarna haar vragen stellen. Anders wordt het wel een heel verbrokkeld antwoord, vrees ik. Ik ben zo klaar hiermee. Dan laten wij de minister dit punt even afronden. Mevrouw Bouwmeester kan daarna haar vraag stellen. Onze conclusie is: geen regulering van de achterdeur. Daarmee wordt door ons nadrukkelijk afstand genomen van de discussie over de regulering van de achterdeur. Het kabinet is tegen regulering van de achterdeur. Laat ik dat luid en duidelijk zeggen. De argumenten dat het VN-verdrag daarvoor ruimte biedt en dat dit eenvoudigweg zou kunnen door een uitbreiding van het gedoogbeleid zijn onjuist. Het VN-verdrag staat alleen teelt toe voor wetenschappelijke doeleinden. Teelt voor een coffeeshop is geen wetenschappelijk doel. Dit geldt ook voor het EU-recht en de Opiumwet. Wie daaroverheen wil stappen, komt nog meer hindernissen tegen omdat het verdrag en de Opiumwet drie punten eisen. Ten eerste moet er een vergunning van de overheid zijn voor deze teelt. Ten tweede moet alle geteelde hennep worden verkocht aan de overheid. Ten derde distribueert de overheid het voor wetenschappelijke doeleinden. Er is dus veel actieve bemoeienis van de overheid nodig om gereguleerde teelt goed te laten verlopen. De overheid handelt dan rechtstreeks in strijd met het VN-verdrag, het EU-recht en de Opiumwet. De overheid wordt dan dealer van koffieshops. Die weg gaan wij niet op. Voorzitter. Daarmee denk ik te hebben aangegeven wat de kernpunten langs de twee kaders van ons beleid zijn. Het is mijn bedoeling om nu in te gaan op de afzonderlijke vragen. Ik hoorde de minister zonet iets zeggen wat volgens mij feitelijk onjuist is. De minister zegt dat hij criminelen op de huid zit. Volgens mij is dat helemaal niet waar. De Taskforce georganiseerde hennepteelt, die spreekt over enorme hoeveelheden bendes, zegt namelijk dat maar 25% van die bendes kunnen worden aangepakt omdat ze voor de rest helemaal geen agenten hebben. Zo belangrijk vindt het kabinet het dus helemaal niet; anders had men al die bendes wel opgepakt. Het is onjuist wat mevrouw Bouwmeester zegt. De politie, het Openbaar Ministerie en de burgemeesters hebben dat niet gezegd, want wij hebben daar met elkaar afspraken over gemaakt. Zij zijn trouwens niet alleen. Zoals ik per brief aan de Kamer heb gemeld, heeft Brabant toegezegd gekregen te krijgen wat nodig is om de zaken daar aan te pakken. Dat betekent Nationale Recherche, dat betekent KMar, dat betekent ook andere instanties. Zij zijn heel goed op dreef. Verder heb ik gezegd dat ik mij kwetsbaar wil opstellen. Toen wij aantraden, werden wij ermee geconfronteerd dat 20% van de bendes werd aangepakt. Wij hebben gezegd dat wij in onze periode op naar de 40% TK

6 Opstelten gaan. Als mevrouw Bouwmeester zegt dat het nu om 25% gaat, zijn wij in ieder geval op de weg waar wij naartoe willen. Het is echter absoluut onvoldoende. Het zijn wederom heel veel woorden om aan te geven dat wij helemaal niet zo bovenop de criminele netwerken zitten. De minister geeft dat aan het einde van die enorme woordenstroom toch toe; dank daarvoor. Hij heeft ook gezegd dat hij de regio de agenten geeft die nodig zijn. Nu heb ik uit Maastricht en Eindhoven begrepen dat er helemaal geen concrete toezegging ligt. Ik weet dat men daar meekijkt. Hoe veel extra agenten krijgen zij? Wij hebben met iedereen overeenstemming over alles, in het gehele zuiden, wat betreft de politiesterkte, ook in het kader van het koffieshopbeleid. Ik vind het niet nodig om hier nu allerlei operationele plannen aan te geven. De een vindt dat er niets nodig is; de ander vindt dat er iets meer nodig is. Mij gaat het helemaal niet om de aantallen... Voorzitter. De minister probeert weg te komen. Hij doet dat steeds. Ik stel een concrete vraag en ik wil een kort antwoord hebben. Als hij dat niet kan geven, zegt dat genoeg. Het antwoord is dat wij toezeggingen hebben gedaan op alle punten met alle burgemeesters, dat wij de plannen hebben beoordeeld en dat ze het krijgen. Op datgene wat mevrouw Bouwmeester later in haar betoog heeft gevraagd, kom ik later terug. Wat wil zij horen? Dat er in Eindhoven 15, 20, Mijnheer de minister, zo gaan wij het niet doen. Mevrouw Bouwmeester, de minister komt erop terug in zijn betoog. Is dat niet afdoende, dan komt er een volgende ronde. Wij gaan naar de heer Van der Ham. De minister heeft gezegd dat het reguleren van de achterdeur niet kan vanwege internationale verdragen. Dat is natuurlijk grote onzin. Op dit moment hebben wij in Nederland namelijk helemaal geen gelegaliseerde voordeur. Wij hebben een prioriteitstelling bij de politie waarbij zij niet ingrijpt bij verkoop van cannabis als wordt voldaan aan een aantal criteria, de zogenaamde AHOJ-G-criteria. Voor de rest valt het allemaal nog steeds onder het verdrag. Nu komt mijn vraag aan de minister. Als een politieagent bij een wietteler binnenkomt die geen overlast veroorzaakt in de buurt, die niet bezig is met brandgevaarlijke zaken en die voor de volle 100% levert aan een gereguleerde coffeeshop, dan zal de minister het toch met mij eens zijn dat de vervolging van die teler minder prioriteit verdient dan de vervolging van een teler die vooral bezig is met verkoop aan het buitenland en aan illegale dealers op straat, zeker als die teler ook nog eens geïnvolveerd is met allerlei andere criminele organisaties? Een politieagent, een goede rechercheur, zal toch in eerste instantie prioriteit geven aan grote boeven en niet aan boeven die volgens de wet wel boef zijn ze mogen immers geen wiet telen maar die bij wijze van spreken alleen maar aan coffeeshops leveren? Dat soort onderscheid mag een politieagent toch nu ook al maken? Het gaat erom wat het gezag doet en dat zijn het OM en de burgemeesters. Die bepalen wat de politie doet. De aanpak van illegale hennepteelt is gewoon een prioriteit. Of het klein of groot is, kan van belang zijn. De ernstigste zaken hebben altijd meer prioriteit dan minder ernstige zaken, maar als je er tegenaan loopt, wordt het aangepakt. Voorzitter. De minister geeft dus toe dat er natuurlijk prioriteit wordt gesteld in de opsporing en vervolging door het OM, door burgemeesters en door politiemensen. Wat gaan we als eerste vervolgen? Als je goed doorrechercheert, dan zie je echt de grote boeven. Die pak je natuurlijk als eerste. Soms moet je verder doorrechercheren, maar je kunt een agent maar één keer inzetten. Daar wordt al in geprioriteerd. En dat mag. Dat mag ook van internationale verdragen. Eigenlijk is het precies hetzelfde alleen hebben wij het wat verder doorgevoerd als het huidige gereguleerde coffeeshopbeleid. Dat is in principe hetzelfde, alleen hebben we daar criteria voor geformuleerd en het enige wat je zou kunnen veranderen in de regulering van de achterdeur, is dat je een aantal criteria aan het OM meegeeft voor wanneer je bijvoorbeeld de teelt van wiet wel vervolgt. Dan kun je in die criteria aangeven dat je minder prioriteit geeft aan het vervolgen van een cannabisteler die 100% levert aan coffeeshops en zich aan een aantal andere criteria houdt. Dat doen we met heel veel wetgeving al. Zelfs de wetgeving op het gebied van de euthanasie zit in principe zo in elkaar. We doen het op heel veel punten al. Het mag van VN-wetgeving. De redenering dat dit niet zou kunnen, klopt dus niet. Kunt u mijn woorden weerleggen, minister? U moet allemaal proberen om via de voorzitter te spreken. Kan de minister mijn woorden weerleggen? Het kan niet. Ik heb net aangegeven waarom niet. We hebben aan de voordeur te maken met een gedoogbeleid. Dat is juist. Als je het aan de achterdeur gaat gedogen, dan loop je aan tegen de punten die ik aangaf. De Opiumwet, kijkt u die erop na, VN-traktaat en wetgeving van de EU. Dat doen wij niet. We willen het ook niet, laat ik dat eveneens nadrukkelijk zeggen. Dat zijn twee punten. We doen het niet, we mogen het niet doen en we willen het ook niet. Daarom kom ik tot mijn slottekst: we gaan niet de weg op dat de overheid een dealer wordt van coffeeshops. Ik discussieer niet zo vaak met deze minister, maar ik ben werkelijk teleurgesteld in de oppervlakkige beantwoording. Er zijn bakken vol juristen die hierover hebben geschreven, overigens op sommige punten zeer genuanceerd, en daar gaat u niet op in. U wilt het niet. Dat is een reden, maar dat is dan ook de enige reden. Op alle andere overwegingen die ik u daarnet heb meegegeven, gaat TK

7 Opstelten u niet in, maar die kunt u ook niet ontkrachten. Dat hebt u niet inhoudelijk gedaan. Ten slotte nog twee vragen. U zegt: wetenschappelijke experimenten kunnen eventueel wel. Nu is er een voorbeeld van een wetenschappelijk experiment dat voorgesteld wordt in de gemeente Utrecht, om te bezien of het voordeel kan opleveren voor de gebruikers en voor alle andere zaken. Dat is een wetenschappelijk experiment. Dat zou dus wel kunnen, als we van deze minister horen dat wetenschappelijke experimenten wel tot de mogelijkheden zouden behoren. Mijn tweede vraag is of het kabinet kan ingaan op de vele suggesties die zijn gedaan, ook tijdens de hoorzitting in de Tweede Kamer, over de mogelijkheden binnen internationale verdragen zoals ik die net heb geschetst in mijn interruptie. Ik laat direct de heer Van der Ham het Reglement van orde brengen, waarin wordt uitgelegd wat een interruptie eigenlijk is: een korte vraag zonder inleiding. Met alle respect, voorzitter, maar dan hoop ik dat u als onze voorgangster met mij checkt of de minister wel in voldoende mate antwoord geeft. Als hij in vaagheden blijft, ga ik om langere antwoorden vragen. Dan ga ik u helpen, maar korte vragen helpen altijd beter dan lange introducties. Natuurlijk hebben wij volledig gevolgd wat er bij de hoorzittingen is gezegd. Ik ken natuurlijk ook uitspraken van deze en gene, maar wij zijn het er niet mee eens en zij kloppen naar onze mening niet. Ik houd dus vast aan het juridisch kader dat ik heb aangegeven. Dat is bij ons gecheckt, zoals het ook in het verleden is gecheckt. Het is niet een ideologisch gegeven maar de werkelijkheid. Het gaat om twee punten: het kan niet en wij willen het niet. Dan kom ik bij de tweede vraag, namelijk waarom een experiment met regulering van teelt, waarmee Utrecht bezig is, niet kan. Wij hebben het hier een- en andermaal over gehad. De heer Çörüz heeft hier vragen over gesteld. Ook op dit punt is de geldende wet- en regelgeving klip en klaar. Een experiment zoals de gemeente Utrecht in dit kader voorstelt, is in strijd met de geldende wetgeving. Dat geldt voor de Opiumwet en voor internationale verplichtingen. Ook de aanwijzing van het OM is daarover duidelijk. Er is geen ruimte voor een experiment met teelt zoals Utrecht voorstelt. Een ander punt is de geformuleerde doelstelling om de doelgroep van cannabis volwassen, recreatieve cannabisgebruikers grotere keuzevrijheid te bieden, oplossingen te bieden voor knelpunten in het huidige cannabisbeleid en het feit dat de cannabis bestemd is voor consumptief gebruik. Daardoor kan dit voorstel conform de uitzonderingsbepalingen uit de Opiumwet en zoals neergelegd in internationale verdragen niet worden opgevat als productie en distributie van cannabis voor wetenschappelijke doeleinden. Dat heb ik trouwens de Kamer een- en andermaal als opvatting laten weten, evenals aan de burgemeester, het gemeentebestuur en het Openbaar Ministerie. Stel dat op basis van internationale verdragen zou blijken dat wij de achterdeur wel mogen reguleren, zou de minister daar dan voor openstaan? Het antwoord is nee. Ik heb ook niet voor niets gezegd dat het niet kan, dus bij die tweede vraag zijn wij niet aangekomen. Het tweede punt is dat wij met het drugsbeleid terug willen. Dat is duidelijk. Daarmee ben ik ook begonnen, want dat is mijn kernpunt. Wij willen niet het putje van de wereld worden waar iedereen naartoe gaat. Maar wij worden dat dat betreft bediend in de regelgeving die het ons ook niet mogelijk maakt. Dat schept duidelijkheid, want dat wijst uit dat deze minister ideologisch gedreven is, dat hij ideologisch af wil van de coffeeshops en niet wil bekijken wat het verstandigste beleid is om de volksgezondheid te verbeteren en de georganiseerde misdaad tegen te gaan. Dan heb ik een vervolgvraag, als dit dan toch een ideologisch debat is, dat totaal niet gebaseerd is op feiten. Wat bedoelde de minister toen hij bij de VVD in Leiden sprak van "dat rare systeem van de achterdeur"? Wat is daar dan raar aan? Wij hebben een gedoogbeleid aan de voordeur en wat aan de achterdeur gebeurt, is illegaal. Dat is iets waarover wij met zijn allen voortdurend discussiëren en debatteren. Dat is ingewikkeld. Het is ook ingewikkeld om dat in het buitenland uit te leggen. Ik ben echter niet ideologisch gedreven om het de nek om te draaien, want dan hadden wij dat meteen wel gedaan. Dat is dus een accentverschil met wat de heer Çörüz aangeeft. Dat zeg ik nadrukkelijk. Een en ander heeft ook aspecten van volksgezondheid, maar daar zal collega Schippers op ingaan. Het gaat ook om beheersing, in die zin dat wij het open houden voor degenen die niet zonder kunnen, maar dan wel strakker, stringenter en kleinschaliger. Er is werkelijk geen enkele onderbouwing voor wat de minister zegt. Het buitenland is Nederland massaal aan het na-apen. Zelfs landen als de VS, traditioneel zeer conservatief als het gaat om drugsgebruik, zien dat de war on drugs mislukt en dat dit leidt tot grote problemen voor de volksgezondheid. Toch grijpt de minister de ervaringen in andere landen aan om te onderbouwen dat wat wij hier doen slecht is. Als de minister het systeem van de achterdeur dan zo'n raar systeem vindt, als hij verblind door ideologie gewoon af wil van alle drugsgebruik, hoewel tabak en alcohol geen probleem zijn, waarom sluit hij dan niet gewoon alle coffeeshops en zet hij daar de politiesterkte op in? Ik heb al gezegd dat ik dit ideologische punt niet deel, want anders waren wij er wel mee gekomen. Wij willen de coffeeshops beperken. Ik heb al in dit huis gezegd dat ik blowen als zodanig slecht vind. Dat speelt een rol. Je moet het beperken, maar er is een opening voor degenen die niet zonder kunnen. Ik ben recent ook in de VS geweest. Ik heb daar gesproken met de instanties die hierover gaan. Zij hebben onze aanpak geprezen. Het is voor het eerst dat dit is gebeurd. Ik heb gevraagd of ik dat hier TK

8 Opstelten mocht vertellen en dat kon. Het is voor het eerst dat de DEA de Nederlandse drugsaanpak van ons kabinet stimuleert, prijst en als zodanig steunt. Het beleid van dit kabinet bestaat nog niet! Voorzitter. Dit kabinet borduurt gelukkig voort op staand beleid. De lijn die een aantal jaren geleden op dit punt is ingezet, is een aanscherping. Daar ben ik zeer content mee. Ik werd getriggerd door mevrouw Bouwmeester. Ik deel haar zorg, maar ik constateer wel dat de politie, dadelijk gelukkig ook een nationale politie, stevig inzet op de aanpak van drugscriminelen. Ook de Europol-cijfers laten zien dat het de goede kant opgaat. We zien in ieder geval een stijging. Daarnaast kun je flexibele teams inzetten, want dat kan met de nationale politie veel eenvoudiger. Mijn vraag is of zich inmiddels al burgemeesters hebben gemeld met de mededeling dat het hen over de schoenen loopt en dat ze het niet meer aan kunnen. Zo ja, wat gaat de minister daaraan doen? Die zijn er niet geweest. Er is er één geweest, maar die heb ik meteen geholpen. Dat was de burgemeester van Eindhoven. Daar is de B5 uit gekomen. De aanpak als zodanig is inderdaad succesvol, maar het ging slechts om een begin. Het was ook nodig om alle krachten te bundelen. Die aanpak gaan wij over het gehele land uitrollen. Wat betreft het coffeeshopbeleid heb ik gezegd dat ik het belangrijk vind dat we operationele politieplannen hebben en dat wordt voorkomen, als het coffeeshopbeleid per 1 mei wordt ingezet, dat de handel zich verplaatst naar de straat. Dat punt wordt vaker genoemd, maar het is volstrekt onjuist. Ook in rapporten is aangetoond dat dit onjuist is, tenminste als je het aanpakt en er bovenop zit. Dat is recent ook gebleken bij de aanpak in Rotterdam. Dat is objectief en onafhankelijk bekeken. Daar was geen sprake van, omdat de politie er gedurende enige tijd bovenop bleef zitten. Het is goed om te horen dat zich na die ene burgemeester geen andere burgemeesters hebben gemeld. Het lijkt mij verder goed ook nog even te kijken naar de ervaringen met de nuloptie in Bergen op Zoom en in Roosendaal. We zijn bij de hoorzitting geweest. Ik deel de opvatting van de minister dat die zorgen niet terecht zijn. Door het antwoord van de minister zijn de zorgen bij mij in ieder geval weggenomen. De heer Van der Steur (VVD): Als woordvoerder drugs vind ik één van de leukste dingen om te doen het debat over de rol van internationale verdragen. Vanaf het moment dat ik deze taak heb, word ik er al mee lastig gevallen. Ik heb dan ook zelf onderzoek gedaan, want ik wil weten hoe het zit. Ik vraag de minister of ik het goed zie. Collega Van der Ham verwijt de minister van alles over wat hij wel en niet moet zeggen. Er moet nu eens duidelijkheid komen over de vraag wie er gelijk heeft. Klopt het dat wij in 1971, bij het Verdrag van New York, op enig moment een voorbehoud hebben moeten maken ten aanzien van ons gedoogbeleid aan de voordeur omdat het anders in strijd was geweest met datzelfde internationale verdrag? Dat is de eerste vraag die relevant is. Immers, als het antwoord "ja" is, betekent dit dat wat de partijen ter linkerzijde van de Kamer willen, namelijk allerlei reguleringsacties, niet past in het huidige verdrag. Kort en bondig: naar mijn mening en op grond van wat ik mij ervan herinner is het antwoord "ja". De heer Van der Steur (VVD): Dan is tweede vraag of dit niet betekent dat het woord "wetenschappelijk" in diezelfde verdragen ook echt wetenschappelijk betekent, en dus niet een verkapte commerciële activiteit om een hele hoop mensen zonder enige wetenschappelijke basis aan hun softdrugs te helpen. Deelt de minister deze interpretatie met mij? Deze wordt overigens ook gedeeld door mensen die voorstanders van het experiment zouden zijn, maar vinden dat het niet kan op grond van diezelfde interpretatie van het woord "wetenschappelijk". Ik heb dat impliciet zo-even ook aangegeven in antwoord op de vraag van de heer Van der Ham. Ik heb toen gezegd waarom wij het afwijzen. In de kern wordt met allerlei trucjes geprobeerd om het te reguleren. Dat willen wij niet en dat kan ook niet. Het is in strijd met de wet. De heer Van der Steur (VVD): Dan zie ik het volgens mij goed dat als partijen zoals D66, GroenLinks, de PvdA en eventueel de SP, eventueel naar een regulering van de achterdeur willen, zij het debat vooral niet hier moeten voeren maar op internationaal niveau, bij de VN en in Europa. Immers, eerst moeten de verdragen worden aangepast voordat wij aan enige vorm van regulering kunnen doen. Dat klopt. Wij zullen het debat daar overigens niet voeren; dat moge duidelijk zijn. Ik heb aangegeven dat wij er niet voor zijn. De heer Çörüz (CDA): Dit is een heel goed punt van collega Van der Steur. Ik wil hierin nog wat scherpte aanbrengen. Laat ik het omdraaien. Als collega's hier beweren dat het op grond van het VN-verdrag, de EU-regelgeving en de Opiumwet wel mogelijk is om die achterdeur te reguleren en om zo'n wietexperiment zoals in Utrecht te doen plaatsvinden, vraag ik de minister of er bij zijn weten elders in de wereld als het kan, kan het en dan moeten er ook voorbeelden zijn voorbeelden zijn van legalisatie van de achterdeur. De minister was heel duidelijk over het experiment in Utrecht. In een bericht van vanmorgen op NU.nl lees ik dat Utrecht gewoon doorgaat met het wietexperiment. Wat gaan wij nu doen? Wij vinden elkaar, maar Utrecht trekt zich daar niets van aan. Is er een voorbeeld van een land dat het doet, in afwijking van alle verdragen? Dat is mij niet bekend. Wat Utrecht betreft: dit is de ene kant van het verhaal. Ik heb een- en andermaal laten weten dat wij dit afwijzen en dat wij zullen optreden als men daadwerkelijk iets gaat doen. Als men wil vergaderen of rapporten wil opstellen, is men daarin vrij. Gelukkig leven wij in een vrij land. Men weet TK

9 Opstelten echter dat als men een concrete stap zet, wij ervoor gaan staan. In de driehoek is dat bekend, want de hoofdofficier weet het, net als de burgemeester. Hij zal dat zeker ook tegen de wethouder zeggen. De heer Çörüz (CDA): Voor de helderheid: zodra er wordt begonnen, grijpt de officier van justitie in. Begrijp ik de minister zo goed? Het antwoord is ja. Dit heb ik al eerder laten weten en dat is ook de praktijk. Dat zouden wij elders ook doen. Als het niet kan, wordt er ingegrepen. Er wordt niets toegestaan met betrekking tot dit aspect van het Utrechtse experiment. Mevrouw Kooiman (SP): De minister zei: als wij een wietpas invoeren, zal het zich niet verplaatsen naar het illegale circuit, mits wij er voldoende politiecapaciteit op zetten en wij het goed volgen. Door deze opmerking werd ik getriggerd. Ik kan dit redelijk volgen, maar dan hebben wij wel voldoende politieagenten nodig. Mijn simpele vraag aan de minister is hoeveel agenten hij hiervoor zal vrijstellen. Komen deze boven de huidige capaciteit? Ik weet niet uit mijn hoofd mevrouw Kooiman zal het me niet kwalijk nemen hoeveel er nu bijvoorbeeld in Zuid-Limburg bij komen, rond de vijftien of twintig. Ook bijvoorbeeld in Eindhoven komen er mensen bij. Er zijn ook regio's waar wordt gezegd: blijf weg, want wij kunnen het helemaal zelf. Ik zeg toe dat ik de cijfers in de loop van het debat zal geven. Er is volstrekte overeenstemming met de politie, het Openbaar Ministerie en de burgemeesters over de sterkte van de politie, de vraag wat men nodig heeft en wie wat krijgt. Dit stel ik ook zelf als randvoorwaarde ik ben niet gek! omdat dit beleid moet lukken. De Kamer krijgt deze informatie dus van mij. Ik heb die nu niet bij de hand, maar de aantallen zijn bekend. Mevrouw Kooiman (SP): Gisteren zei men in Breda nog dat men daar graag tien extra politieagenten wil. Ik wil inderdaad graag van de minister weten welke steden in aanmerking komen voor extra politiecapaciteit, en of dit niet ten koste gaat van de huidige inzet. Laten wij wel wezen, als een agent bezig is met het opdoeken van illegale hennepkwekerijen, kan hij bijvoorbeeld niet achter zedendelinquenten aan. Nee, iemand kan niet twee dingen tegelijk doen, dat is duidelijk. Er moeten keuzes worden gemaakt. Men krijgt ook van de KLPD en de KMar wat nodig is. Dat is belangrijk, en dan lukt het. Het effect is in gemeenten als Roosendaal, Bergen op Zoom en Rotterdam ook gebleken. Als men dit een aantal maanden vasthoudt, is het ook helemaal weg. Daarom hebben wij deze operationele technieken ingezet en krijgt men de capaciteit die nodig is. Mevrouw Kooiman (SP): Naar ik begrepen heb, moet er wel heel wat politiecapaciteit bij, terwijl er met de nationale politie juist geen agenten bij komen. Ik zie dus graag het overzicht tegemoet waarin de minister aangeeft hoeveel agenten erbij komen in welke steden. Dat kan staande dit debat worden geleverd, want het is beschikbaar. Er komt dus staande dit debat een overzicht. Zou dit dan voor de tweede termijn bij ons kunnen zijn? Zeker, het komt eraan. Ik heb in antwoord op vragen van de verschillende woordvoerders al gesproken over de concrete lokale aanpak. De heer Dibi stelde een vraag over de privacy; ook de heer Elissen sprak daarover. De vaste commissie heeft het verzoek gedaan om advies te vragen aan het College bescherming persoonsgegevens. Dat is gebeurd en ik wacht dit advies af. Als het binnen is, krijgt de Kamer het per omgaande toegezonden. De verantwoordelijkheid voor de omvorming tot een besloten club, inclusief een correcte ledenadministratie, ligt geheel bij de coffeeshophouder. Hieruit volgt dat coffeeshophouders een beperkt aantal persoonsgegevens dienen vast te leggen, dat in verband met de doelbinding beperkt is tot de naam, de geboortedatum en de postcode of de woonplaats van een lid gedurende het lidmaatschap. Volgens het College bescherming persoonsgegevens dient de verwerking van de persoonsgegevens te worden gemeld door de coffeeshophouder. Dat is de kern van het privacyaspect. Ons lijkt dat dit geen enkel punt is, want een coffeeshop is gewoon een club. Vervolgens wordt de invoering van de clubpas en van de ledenadministratie gecontroleerd, door de coffeeshophouder en door de politie of andere toezichthouders die binnenkomen in een coffeeshop. Bent u klaar met de beantwoording op dit punt? De heer Van der Ham en de heer Van der Steur hebben vragen gesteld over de registratie en het ledenaantal van coffeeshops. Op dit moment zijn er geen concrete aanknopingspunten voor het vermoeden dat Nederlandse ingezetenen zich niet zouden willen registreren als lid van de coffeeshop. Coffeeshops moeten klein en besloten worden. Ze zullen zich bij hun verkoop moeten gaan richten op de lokale markt. Daarom is een maximumaantal leden van 2000 ingesteld. Het uitgangspunt is dat, mede vanwege het weren van de drugstoerist, met dit maximumaantal leden de lokale markt bediend kan blijven worden. Ik heb zojuist al gesproken over de handhavingsplannen per gemeente. De minister heeft net de privacy besproken, maar gaat nu verder met een ander onderwerp. Laten we een rondje vragen over de privacy doen. Ik dank de minister dat hij het verzoek van de Kamercommissie honoreert om het College bescherming persoonsgegevens advies te laten uitbrengen over de privacy. Maar wordt de invoering van de wereldvreemde wietpas daarmee uitgesteld totdat het advies er is? TK

10 Opstelten De minister zegt dat de registratie een zaak is tussen ondernemer en leden. Dat klopt niet. Het is namelijk een verplichte registratie, die opgelegd is door de overheid. Wat mag er geregistreerd worden en wat niet? Lopen gebruikers kans op strafrechtelijke vervolging als zij geregistreerd zijn? De invoering wordt niet uitgesteld totdat het advies binnen is. Wij vonden het advies zelf niet nodig, maar hebben dit op verzoek van de Kamercommissie gevraagd, per ommegaande. Er bestaat echter geen aanleiding om met de invoering te wachten. De heer Dibi vraagt ook wat er gemeld moet worden. De clubpas als zodanig is niet zo essentieel, maar de ledenadministratie wel. Hierdoor kun je controleren of er geen buitenlanders et cetera lid zijn. De drie gegevens die worden geregistreerd zijn de naam, de geboortedatum en de postcode of de woonplaats. Wij vinden het heel acceptabel dat deze gegevens gecontroleerd kunnen worden. Het gaat er daarbij niet om wie de gecontroleerde is, maar om de vraag of deze voldoet aan de voorwaarden, namelijk dat hij meerderjarig is en geen buitenlander. Ik wil straks terugkomen op de wietpas. Mijn vraag gaat over de privacy. Stel dat het College bescherming persoonsgegevens ernstige privacybezwaren maakt tegen de registratie, omdat deze een enorme inbreuk betekent op de persoonlijke levenssfeer, met grote maatschappelijke en misschien ook wel strafrechtelijke gevolgen voor mensen die geregistreerd zijn. Staat het kabinet open voor argumenten, ook van het College bescherming persoonsgegevens? Of moet de wietpas er hoe dan ook komen op 1 mei? Dat laatste is wel mijn inzet. Daar moet ik eerlijk over zijn. Wij zien geen argumenten waarom het niet zou kunnen. Wij vonden echter dat wij zonder enige aarzeling moesten voldoen aan uw verzoek om advies. Dat advies hebben wij meteen gevraagd. Ik denk dat een als-danredenering niet past. Laten we met elkaar het advies afwachten. Dat helpt namelijk. Het is heel teleurstellend dat de kop uit De Pers vanmorgen waarin het kabinet "Ik luister lekker toch niet" zegt, wordt bevestigd door de minister. De minister zegt namelijk dat het hem helemaal niet uitmaakt met wat voor rapport het College bescherming persoonsgegevens komt, omdat hij toch lekker doorgaat. Dat is dus een signaal aan de Kamer dat zij het maar lekker moet uitzoeken, omdat de minister er niet naar luistert. Dat vind ik heel erg. Op het moment dat de minister tegelijkertijd zegt en ik kom nu tot mijn vraag dat allerlei toezichthouders toegang hebben tot die informatie, zegt de minister dan tegen de mensen in het land: zoek het maar uit, ik ga vrolijk door en ik luister lekker toch niet? Wij weten immers dat er heel veel consumenten zijn die helemaal niet geregistreerd willen worden. Was dat een vraag? Ja. Ik luister de hele middag, natuurlijk. Ik luister wel. Dit beleid is natuurlijk tot stand gekomen door veel te luisteren, door veel te praten met werkelijk iedereen en door uiteindelijk de koers te zetten waarop we het gaan doen. Ik heb de Kamer daarover vele malen geïnformeerd per brief. Wij hebben het beleid van tijd tot tijd bijgesteld in fasering, aantallen en effectuering. We zeggen nu dat het doorgaat en dat het op de wagen staat. We hebben in de eerste termijn gevoeld dat er een meerderheid voor is en dat er steun voor is in de Kamer. Er is ook kritiek en dat scherpt ons aan. Natuurlijk luisteren wij dus naar iedereen. Dat is duidelijk, maar ik vind niet dat de vraag wat ik ga doen als dat advies komt, gepast is. Ik ben eerlijk en ik zeg dat wij het advies niet nodig vonden, maar het wel hebben gevraagd. We zetten dit dus door. Ook kan ik nu de politiecapaciteit precies aangeven. Laten we eerst deze vraag even afmaken. Ik concludeer dat het kabinet zegt dat het gewoon doorgaat, wat er ook maar in dat advies staat. Vroeger stond de privacy van mensen nog hoog in het vaandel, maar bij dit kabinet blijkbaar niet. Daarnaast blijft het in dit debat dweilen met de kraan open, omdat we niets doen aan het werkelijke probleem. We reguleren de teelt namelijk niet, er zijn te weinig agenten en verder gaat het kabinet zijn gang. Daarom vraag ik mij als Kamerlid af waarom wij hier eigenlijk nog een debat voeren, als het kabinet alleen zijn eigen beleid gaat uitvoeren. Het viel mij inderdaad op in de bijdrage van mevrouw Bouwmeester dat zij voortdurend zei dat het dweilen met de kraan open is. Ik vraag haar om ook naar mij te luisteren, want dat is het niet. We zijn natuurlijk niet gek. Je kunt het niet eens zijn met het niet reguleren van de achterdeur, maar het is niet dweilen met de kraan open. Dat is het in feite totaal niet. Wij zorgen namelijk voor extra politiecapaciteit. Er is overeenstemming met de burgemeesters. We gaan het inperken in plaats van uitbreiden. Dan zou het namelijk dweilen met de kraan open zijn. Dit is een goed moment om aan te geven wat de tijdelijke capaciteit is die is gevraagd en die beschikbaar is gesteld. Nee hoor, er zijn nog wat privacyvragen. Mijnheer Van der Ham, u hebt het woord nog niet. Stel dat we het gaan invoeren zoals de minister dat gaat doen, dan hebben we nog steeds de coffeeshop, die zich in een criminogene sfeer begeeft. De achterdeur is namelijk nog niet gereguleerd, want dat wil de minister zo houden. Er is straks informatie beschikbaar van mensen die blijkbaar cannabis gebruiken. Er zijn bepaalde vakken en banen waarbij je dan een probleem hebt met je werkgever, terwijl je helemaal niet een grootgebruiker hoeft te TK

11 Opstelten zijn. Dat kan een chantagemiddel zijn voor mensen die daarvan misschien niet aan de voordeur maar aan de achterdeur gebruik willen maken. Ziet u dat dilemma? Ziet de minister dat dilemma? In dit kader zie ik dat dilemma totaal niet. Nee, een gebruiker heeft een vrije keus. Daar zijn wij voor, want anders zouden wij dat nog verder inperken of verbieden. De gebruiker weet wat hij doet. Hem zal niets aangedaan worden. Hij moet alleen voldoen aan de spelregels voor het lidmaatschap van de club en dan krijgt hij een prachtig clubpasje. Met alle respect, maar ik vind het echt bijna pijnlijk worden dat de minister niet ingaat op geschetste problemen die zich kunnen voordoen. Ik ga even mee met de minister in zijn geschetste beeld. Je staat geregistreerd als lid van een cannabisclub. Met andere woorden, je staat geregistreerd als gebruiker. Dat kan een problematisch gebruiker zijn, maar ook een recreatieve gebruiker die een keer in de zoveel tijd cannabis gebruikt. In beide gevallen moet je je registreren. Mensen die kwaad in de zin hebben en die in de omgeving van de coffeeshop verkeren, kunnen redelijk eenvoudig achter gegevens komen, want de achterdeur is niet gereguleerd. Hoe is de bescherming van gegevens geregeld in het systeem? Hoe gemakkelijk wordt het om in een computer in te breken? Dat is ingewikkeld. Het zijn zaken waar je mensen wellicht mee kan chanteren. Dat kan een probleem worden. Ik heb het nog helemaal niet over de vraag van de wenselijkheid, die al door anderen is aangestipt. Als we het gaan doen, hoe borgt de minister dan dat mensen niet op grond van hun registratie in de problemen komen doordat ze gechanteerd worden? Het is allereerst de eigen verantwoordelijkheid van de mensen en van niemand anders of ze lid worden van een besloten club. Dat is elders ook zo. We hebben het hier, vanwege het specifieke karakter van een gedoogsituatie, gereguleerd, op een heel beperkte manier. Daar wordt toezicht op gehouden. Twee partijen nemen daar kennis van: de eigenaar van de coffeeshop dat is fair en de toezichthouder, die zijn verplichtingen en professionele kwaliteiten daarin heeft. Ik zie het dilemma niet. Dat was de vraag. Anders hadden we er iets aan moeten doen. Mijnheer Van der Ham, tot slot. Garandeert de minister dat je vanwege het enkele feit dat je lid bent van een coffeeshop niet juridisch in de problemen komt? Staat hij ervoor garant dat dit op zichzelf niet een feit is dat tegen je gebruikt kan worden in een strafproces of waar dan ook? Anders hebben we namelijk een probleem. Het punt, as such, dat je lid bent van een coffeeshop, kan niet tegen je gebruikt worden in een strafproces. Ik kan niet garanderen wat er met iemand gebeurt. Dat is zijn eigen verantwoordelijkheid. Dat zal de heer Van der Ham met mij eens zijn. Door het feit dat je lid bent van een club, kun je niet strafrechtelijk in de problemen komen. Totaal niet. Dat standpunt delen wij. De heer Van der Steur (VVD): Ik heb behoefte aan wat scherpte en duidelijkheid na de inbreng van een aantal leden van deze Kamer. Dat betreft het privacypunt. Ik zie het toch goed dat elke coffeeshophouder bij zijn eigen registratie van leden moet voldoen aan de in Nederland bestaande privacywetgeving, die ervoor zorgt dat aan alle voorwaarden is voldaan die horen bij een registratie van persoonsgegevens? Zie ik dat goed? Het antwoord is ja. De heer Van der Steur (VVD): Zie ik dan ook goed dat er nu al sprake van is dat mensen zich moeten legitimeren met hun eigen legitimatiebewijs en dat dit gecontroleerd wordt door de coffeeshophouder? Ik heb zelf gezien en ben er blij om dat er coffeeshophouders zijn die een registratie bijhouden van de hoeveelheid drugs die iemand koopt in zijn bedrijf. Waarom? Omdat dit de volksgezondheid ten goede komt. Dat is een zelfgekozen uitvoering van de AHOJ-G-criteria. Wat hier wordt voorgesteld, is toch helemaal niets nieuws? Er komt alleen bij dat het een verplichting is. Dat zie ik toch goed? Dat laatste is inderdaad de aanvulling. Het is een verplichting. Nogmaals, bij het College bescherming persoonsgegevens dient de wijze van verwerking van de persoonsgegevens te worden gemeld door de coffeeshophouder. Dat geeft een waarborg van kwaliteit. De heer Van der Steur (VVD): De minister noemde zojuist een aantal van 2000 leden. Daarover heb ik in eerste termijn een vraag gesteld. Er zijn namelijk nogal wat gemeenteraadsfracties die daar specifiek vragen over stellen. Theoretisch zou het maximale aantal leden van de bestaande coffeeshops kleiner kunnen zijn dan het aantal gegadigden. Het kan toch niet zo zijn dat een uitvloeisel van dit beleid is dat er meer coffeeshops komen in zo'n stad als we het criterium van de 2000 leden invoeren? Zie ik het goed dat dit in ieder geval niet de intentie is van dit beleid? Dat is nadrukkelijk niet de intentie van dit beleid. Ik heb nog een vraag over de privacy. Veiligheid is voor ons belangrijk, maar privacy ook. Begrijp ik de minister goed als ik zeg dat zowel de Wet bescherming persoonsgegevens als het College bescherming persoonsgegevens alert zal zijn als door de coffeeshophouder bij de clubpas niet wordt gekeken naar doelbinding en naar voldoende waarborgen voor de privacy van mensen en dat er, als sprake zou zijn van het ongebreideld ter beschikking stellen aan derden van die gegevens, desnoods sprake kan zijn van een last onder dwangsom? Heb ik dat goed begrepen? TK

12 Opstelten Bij dat laatste kan ik niet zo veel bedenken. In ieder geval zijn er wel randvoorwaarden waaraan de administratie en de ledenadministratie moeten voldoen. Daarop zal gecontroleerd worden door de politie. Ik begrijp in ieder geval dat degene die toezicht houdt, of dat nu de gemeente is of de politie, uitsluitend bekijkt of iemand ingezetene is en achttien jaar is. De gegevens worden dus niet zomaar aan anderen ter beschikking gesteld. Als dat zo is, is voor ons de privacy voldoende gewaarborgd. Uiteraard is dat absoluut een randvoorwaarde. Als een coffeeshophouder daar niet aan voldoet, dan overtreedt hij de spelregels en gaat zijn zaak dicht. Ik vervolg mijn betoog. We hebben uitvoerig gesproken over de politiecapaciteit. Ik kan daar heel kort over zijn. De politieregio's Zeeland en Brabant-noord hebben aangegeven de inzet vanuit de eigen capaciteit op te kunnen en willen vangen. Tijdelijke capaciteit is gevraagd door, en wordt door mij beschikbaar gesteld aan Limburg-noord en Limburg-zuid, te weten 24 fte, Midden- en West-Brabant, te weten 15,8 fte, en Brabant-zuidoost, te weten 8 fte. Dit zijn geen aantallen per gemeente, want de korpsen hebben regionale handhavingsplannen opgesteld. De heer Van der Ham, de heer Dibi en mevrouw Kooiman hebben gesproken over het waterbedeffect en over illegale handel. Is er een internationaal communicatieplan? Recente ervaringen in Bergen op Zoom en Roosendaal laten zien dat het overgrote deel, namelijk ruim 90%, van de buitenlandse drugstoeristen daar wegblijft. Ook is nauwelijks sprake geweest van een waterbedeffect. Dat laatste is ook bewerkstelligd door strikt te handhaven en drugstoeristen te weren. Ik ben dan ook niet bang dat omvangrijk wordt gevlucht in het illegale circuit. De grootste prioriteit in de handhaving ligt bij het voorkomen van illegale handel en het tegengaan van drugstoerisme. In dit verband ligt er een degelijk communicatieplan met een internationaal aspect, gebaseerd op de positieve ervaringen elders. Mocht er illegale straathandel ontstaan, dan zullen de effecten direct worden aangepakt. Politie, OM en bestuur zullen adequaat optreden. Ik heb hierover met alle betrokken partijen heldere afspraken gemaakt. Ik heb een vraag ter verduidelijking. Zijn de zojuist door de minister genoemde cijfers de cijfers van de huidige, nog bestaande regio's of van de komende decentrale tien eenheden? Het zijn de cijfers van de huidige, bestaande regio's. Die regio's gaan daarover. Wel heb ik Noord- en Zuid-Limburg bij elkaar gevoegd, omdat dit over Venlo en een aantal steden in Zuid-Limburg gaat. Die hebben dit met elkaar zo afgesproken. Het wordt verder nog aangevuld vanuit onder andere de KLPD en de KMar. Het is gewoon zo: deze organisaties krijgen wat ze nodig hebben. Als blijkt dat dit niet voldoende is, dan wordt er meer geleverd. Men krijgt wat voldoende is. We zullen ervoor zorgen dat de illegale handel van de straat blijft. We weten allemaal dat die bendes nationaal en internationaal opereren. Ik neem aan, als ik de minister goed begrijp, dat zodra er elders in Nederland een nieuw zwaartepunt ontstaat, er flexibel bij elkaar geleend wordt en er flexibel extra inzet wordt geleverd. Dat is inderdaad de bedoeling. Zo zit het in elkaar en zo zal het worden gevolgd. De minister zegt dat hij gaat leveren wat nodig is voor de strijd tegen de illegale straathandel, die veroorzaakt gaat worden door het beleid van deze minister. Hij noemt 24 fte voor Noord- en Zuid-Limburg, 15,8 fte voor Middenen Zuid-Brabant en 8 fte voor Brabant-zuidoost. Ten koste waarvan gaat dat? Wat gaan die fte's minder doen? En waar blijven al die andere regio's? Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Rotterdam hebben ons een brief geschreven waarin zij hun grote zorgen uiten over de illegale straathandel en over het feit dat de jongeren in de handen van de dealers worden gedreven. Dit gaat niet ten koste van wat dan ook. We hebben een politiesterkte van in totaal fte, een de heer Dibi bekend aantal, waarover hij vaak en graag spreekt. We hebben gezegd dat dit er gerust en goed bij kan. Het kan ergens vanaf en dat gaat dan naar die regio's toe. Eigenlijk gebeurt dit elke dag. Dat is het verlenen van bijstand. Dat kan dus. Verder lever ik nog extra vanuit de KLPD en de KMar. Het kan nodig zijn om meer te doen. Dat doen we in Brabant trouwens al een hele tijd, met de B5. Ten aanzien daarvan heeft de heer Dibi genoegen genomen met de door mij ook al eerder aangehaalde zinsnede "men krijgt wat nodig is". Dat werkt gewoon. Hoe meer ik hoor, hoe wereldvreemder deze minister op mij overkomt. Ik weet niet of de minister het doorheeft, maar agenten zijn massaal aan het protesteren, omdat er volgens hen niet nog even iets bij kan, zoals de minister dat zojuist zo gratuit zei. Ik stel mijn vraag nogmaals. Er zijn agenten in Nederland, van wie er 500 animal cops zijn. Dan komen we dus op agenten. Die hebben heel veel prioriteiten, van kinderporno tot illegalenjacht. Waar worden die fte's weggehaald? Ten koste waarvan wordt dit werk gedaan? Wat wordt er minder gedaan? Verder zou ik willen weten of de G4 er capaciteit bij krijgt. Met de gemeenten zijn afspraken gemaakt. Het gaat niet ten koste van andere activiteiten en prioriteiten, zoals ik al aan de Kamer heb laten weten. Dit is bovendien tijdelijk. Meer dan iets tijdelijks is ook niet nodig. Dit gebeurt wel vaker in het land. De aantallen zijn te overzien. Wat ik overigens veel belangrijker vind dan de aantallen, is de kwalitatieve beoordeling van de operationele plannen. De aantallen als zodanig vormen niet zo'n groot probleem; dat blijkt hier ook. De kwaliteit en de toetsing zijn veel belangrijker. Gelukkig hebben we daar met elkaar heel goede operationele plannen voor gemaakt. Ik heb daar, net als de lokale driehoek, veel vertrouwen in. TK

13 Opstelten De minister zegt dat er genoeg politie is en dat er dus best wat geschoven kan worden. Ik ben afgelopen vrijdagavond mee geweest met de politie in Rucphen en daar werd me duidelijk dat ze nu al te weinig mensen hebben. Ze zitten hier ook met een afvaardiging op de publieke tribune. Hun probleem wordt nog eens vergroot door het kabinetsbeleid. Eigenlijk zegt de minister tegen deze agenten daar in het midden op de tribune, dat zij meer moeten doen met minder mensen. Die rekensom maakt de minister. Wat wil hij dat deze agenten gaan doen? Moeten zij pasjes controleren in plaats van boeven pakken? Ik concentreer mij even op dat laatste, want anders hebben wij het over heel andere zaken. Het controleren van de pasjes en de ledenadministratie is het normale domein van de politie ter plaatse, ook nu. Dat zal de politie wat minder moeten doen, omdat er minder coffeeshops zullen zijn of omdat ze in ieder geval kleiner worden. De politie wordt wat dat betreft dus ontlast. De politie heeft hierin echter een belangrijke taak. Het handhaven van de openbare orde is immers een hoofdtaak. Straks krijgt men op dat vlak veel minder te doen, omdat de buitenlandse drugstoeristen bijvoorbeeld niet meer naar Maastricht, Venlo of andere gemeenten zullen komen. Dit zal een enorme ontlasting zijn. Wij moeten echter ervoor zorgen dat er in een korte periode wat extra mankracht is de politie doet dit graag, ook als prioriteit om te voorkomen dat dit in de eerste maanden wel een extra belasting zal zijn. Het gaat hierbij om overzichtelijke aantallen. Ik herhaal bovendien dat het in dit verband niet zozeer over de aantallen gaat, maar vooral over de kwaliteit. Het gezag heeft dit gevraagd en ik geef dat. Ik was net vergeten om de minister een compliment te maken voor het snelle verstrekken van de cijfers. Vervolgens concludeer ik wel dat er dus geen extra agenten komen en dat de agenten uit Rucphen en omgeving onder anderen gewoon pech hebben. Zij krijgen namelijk geen extra capaciteit, maar wel meer problemen. Ik heb de minister bovendien niet gehoord over de G4. Die gaan waarschijnlijk erop achteruit. In Amsterdam zullen er namelijk heel veel agenten moeten worden ingezet om de straatdealers aan te pakken, omdat de coffeeshops worden gesloten voor grote hoeveelheden toeristen die op dat gebied nu helemaal geen overlast veroorzaken. Sterker nog, het kabinet veroorzaakt daar een probleem. Zoals mevrouw Bouwmeester weet, beginnen wij eerst bezuiden de rivieren. Daar concentreren wij ons op. Daarna gaan wij boven de rivieren aan de slag. Er is heel goed overleg met de steden boven de rivieren, maar wij gaan eerst eens even oefenen bezuiden de rivieren. Daar is dit hele verhaal namelijk begonnen. Daar speelt het drugstoerisme een rol. Dat speelt natuurlijk ook in Amsterdam, dat weet ik. Ik heb daarover dan ook goed overleg met de burgemeester van Amsterdam. Wij zullen daar later op terugkomen. Mevrouw Kooiman (SP): Als ik het cijferlijstje van minister Opstelten zie, kan ik alleen maar concluderen dat wij eigenlijk niet zo heel veel politieagenten erbij krijgen. De gemeente Breda gaf gisteren aan dat zij eigenlijk graag tien politieagenten erbij wil. De minister honoreert dat verzoek echter niet. Ik ken de regio Midden- en West-Brabant toevallig, omdat ik gedurende een korte periode in Tilburg een functie heb bekleed. Breda ligt ook in die regio. Midden- en West-Brabant, Tilburg en Breda dus, krijgen 15,8 fte. Ik kan er niet veel meer van maken. Dit is wat nodig is. Laten wij het daar nu bij houden. Mevrouw Kooiman (SP): Dit is niet hetzelfde als wat de gemeente Breda zegt. Zij zegt dat er voor Breda alleen al tien extra agenten nodig zijn om überhaupt het reguliere werk van de agenten zelf te kunnen doen. Laten wij wel wezen: naast pasjes controleren, wat de agenten nu niet hoeven te doen, maar straks wel, moeten zij ook alle straatdealers bij de scholen weghouden. Het lijkt mij dus nogal logisch dat daar extra capaciteit naartoe moet, bovenop de bestaande capaciteit die wij met de nationale politie hebben afgesproken. Ik herhaal het. Ik concludeer dat at the end of the day, dus aan het eind van de dag, de politie erop vooruitgaat met het nieuwe coffeeshopbeleid, omdat men minder hoeft te doen. Dat is het argument op basis waarvan velen, onder anderen burgemeesters, dit beleid steunen. Dat is de kern. Dit beleid ontlast de politie. Vervolgens wil ik zeker weten dat wij in de overgangspositie dat vind ik zelf ook heel belangrijk niet het probleem in huis halen waarvoor mevrouw Kooiman bang is, dat mevrouw Bouwmeester vaak benoemt en waar ook de heer Dibi bang voor is. Ik neem dat heel serieus. Daarom heb ik gezegd: maak plannen, geef aan hoeveel capaciteit je nodig hebt. Dat is op tafel gekomen. Wij hebben niet geprobeerd er iets van af te krijgen. Men krijgt het tijdelijk en wij doen het samen. Mevrouw Kooiman (SP): Ik kan alleen maar concluderen dat agenten straks naast hun reguliere werk pasjes moeten controleren, illegale straatdealers moeten opsporen en internetverkoop moeten aanpakken. Die taken komen erbij, omdat het allemaal verdwijnt in het illegale circuit. Ik vind het dan behoorlijk mager dat er 50 politieagenten worden vrijgemaakt, omdat dit bovenop het werk komt dat zij al moeten doen. Dat vind ik zeer zonde. Ik wil toch nog een poging doen om mevrouw Kooiman te overtuigen, want het is echt niet waar dat door dit beleid veel meer capaciteit van de politie nodig is. Het wordt minder, maar ik concludeer nog niet dat het minder is. Er gaat niets van de sterkte af. Men krijgt gedurende een korte periode, een redelijke periode, extra. Is dat niet voldoende, dan krijgt men nog meer. Het gaat om het resultaat: geen illegale handel op straat, geen verplaatsing vanuit de coffeeshop naar de straat. Van het begin af aan moet je daar scherp en duidelijk in zijn. Het waterbedeffect is een belangrijk punt in het drugsdebat. Is het probleem in steden, bijvoorbeeld de verkoop aan minderjarigen, nu voornamelijk een probleem door de verkoop door coffeeshops? Of is het vooral een TK

14 Opstelten probleem door de verkoop door illegale wietdealers op straat? Uit onderzoek blijkt dat het vooral het laatste is. Coffeeshops verkopen niet aan minderjarigen; dat komt nauwelijks voor. Was het ook maar zo in de normale horeca. Bevestigt de minister dit? Ziet de minister het volgende gevaar? Als een coffeeshop maar 2000 klanten mag hebben, wil hij natuurlijk de klanten hebben die het meeste afnemen en daar elke week of misschien wel dagelijks iets kopen. Dan heeft hij omzet. Mensen die bijvoorbeeld een keer in de zoveel tijd iets willen gebruiken, zal hij liever niet onder zijn clientèle hebben: liever iemand die veel uitgeeft dan minder. Dan is er toch een incentive voor gebruikers om meer illegaal te kopen? Ziet de minister dat dilemma? Ik ben het eens met de heer Van der Ham dat in grote lijnen coffeeshops die deugen en die zich aan de voorwaarden houden, scherp letten op minderjarigen. Dat is ook mijn ervaring uit het verleden. In een aantal steden krijgt men direct de rode kaart, als er een overtreding wordt geconstateerd. Daar geldt een zerotolerancebeleid. Ik ben het ermee eens dat de handel op straat daar een probleem is. Die moet je dan ook aanpakken. Dat vind ik de winst van dit beleid. Dat is niet ideologisch ingegeven, maar het is echt de bedoeling om twee dingen voor elkaar te krijgen, namelijk dat het rustiger wordt op straat doordat je het toerisme buiten de poort houdt en dat je de straathandel tegengaat. Daarom heeft de politie die operationele plannen opgesteld met nieuwe technieken is een grens. Wij stellen die grens later definitief vast, want men moet afbouwen. Het is in sommige steden zo uit de hand gelopen dat men veel te grote coffeeshops heeft, dus dat moment moet er komen. Uit mijn hoofd zeg ik dat het ingaat per 1 januari Dan moet het definitief zijn. Wij moeten ervoor zorgen dat het heel goed loopt, dat het goed gereguleerd is en dat het netjes gebeurt. Er is nog wel een weg te gaan. Natuurlijk, het is afbouw van groot naar kleiner. Over het eerste zijn wij het eens: straathandel moet je aanpakken, alleen al om de markten gescheiden te houden. Je kunt boven de 18 wel cannabis kopen, maar geen andere drugs, zelfs geen alcohol. Dat is een goed beleidspunt en dat moeten we zo houden. Op straat heb je die garantie niet, integendeel. Daarover zijn we het dus eens. Ik ben ook blij dat de minister erkent dat het gedoogbeleid ik kijk even naar de heer Çörüz succesvol is, zeker op dat punt. Dat hebben we goed gedaan in Nederland. Dat zegt trouwens ook de commissie die ons daarover heeft geadviseerd. De minister gaat echter een beetje om het tweede punt heen, terwijl dat een heel wezenlijk punt is. Als je nog maar clientèle van 2000 mensen hebt, wil je nog wel je omzet halen. Als iemand een keer in de zoveel tijd en dus heel spaarzaam een joint rookt dat vinden wij natuurlijk prachtig, want als je het doet, doe het dan in ieder geval niet zo vaak is dat voor de coffeeshophouder niet zo aantrekkelijk. Er kan een soort selectie komen, bijvoorbeeld dat grootgebruikers een pasje krijgen en de anderen te horen krijgen dat het vol zit. Hoe wil de minister voorkomen dat de incidentele gebruiker naar de straat wordt verbannen, omdat hij het daar een keer in de zoveel tijd wel kan krijgen? Daarom is het heel goed dat burgemeesters zich hierachter scharen. Ook al zijn ze het niet allemaal eens met het beleid, zij steunen het om die reden. Ik vind het fair om dat zo te regelen en ik vind het heel belangrijk dat zij waarborgen dat dit niet gebeurt. Het is natuurlijk ook een kwestie van toezicht. Zo groot zijn die steden ook niet en daar zijn de signalen zo helder en zo duidelijk aan te geven dat kan worden ingegrepen als dit soort misstanden plaatsvindt. Er zit niet alleen een misstand in dat zij uiteindelijk op straat zijn. Wij zijn ook tegen straathandel en wij willen niet dat iemand daarheen gaat en wat koopt. Daar zijn we het over eens. Ik heb het echter over degene die een keer in de zoveel tijd, bijvoorbeeld een keer in het jaar, een joint wil kopen maar geweigerd wordt omdat de club vol zit. Wij willen niet dat er een pervers effect in het systeem zit en hij alleen maar naar de straat kan gaan of het op een andere manier moet betrekken. Ik ben geen voorstander van de grens van 2000, maar als die wordt ingevoerd, moet ervoor worden gezorgd dat de individuele gebruiker die ook qua volksgezondheid de minste problemen geeft, wel gefaciliteerd blijft worden via een coffeeshop en geen full-swing lidmaatschap hoeft aan te gaan. Dat wil ik toezeggen, want daar ben ik ook voor. Je moet op dat moment waarborgen hebben. We houden het open voor de mensen die uiteindelijk toch niet zonder kunnen, maar er is een grens van Ik wil niet dat door heel harde commerciële belangen de poort wordt gesloten voor degenen die iets minder vaak komen. Ik zal dat punt van de heer Van der Ham in het verhaal en het systeem van de 2000 inbrengen. Ik wil het toch enigszins nuanceren, want het beeld wordt geschetst alsof wij dankzij de coffeeshop een scheiding der markten hebben gerealiseerd. De realiteit is natuurlijk dat wij al tientallen jaren polydrugsgebruik hebben. Men gebruikt alles door elkaar heen en alles is ook overal beschikbaar. Natuurlijk tolereren we welwillende coffeeshops, maar al jarenlang komt men naast die coffeeshop op allerlei manieren aan alle soorten drugs. Ik ben dus niet zo bang voor toename van de straathandel. Is de minister het met mij eens dat we niet dankzij die coffeeshops een scheiding der markten gerealiseerd hebben? Dan hadden we volgens mij geen polydrugsgebruik gehad. Dat is natuurlijk niet het geval. Wel moeten we nu precies opereren ten aanzien van de coffeeshops. Dat is lastig, want dat is een aantal jaren niet gebeurd. Daarom zitten we op dit punt dat we het terug drukken. Vervolgens moet je de handel op straat aanpakken. Daar zijn we het allemaal mee eens. Dat is de winst van deze situatie. Het is niet anders. Er is duidelijk aangegeven wat wel en niet kan in de coffeeshops. Over het afstandscriterium heb ik al het nodige gezegd. De eerste stap is de invoering van het afstandscriterium per 1 januari Per die datum zal de minimale afstand tussen coffeeshop en een school voor voortgezet of middelbaar beroepsonderwijs voor scholieren jonger dan TK

15 Opstelten achttien jaar ten minste 350 meter moeten zijn. Ik vind het van groot belang dat eerst de meest vatbare groep wordt beschermd tegen het gebruik van en de blootstelling aan softdrugs. In deze kabinetsperiode zal ik daarna maatregelen treffen om het afstandscriterium uit te breiden tot de basisscholen; dat gebeurt dus na 1 januari Daarnet heeft de minister gezegd dat de coffeeshops zich uitstekend houden aan die leeftijdsgrenzen. Daar zit het punt dus niet. Het is niet zo dat in steden minderjarigen massaal in coffeeshops zitten, al zou de school ernaast staan. De minister heeft dat net bevestigd. Zo'n afstandscriterium is daar in die zin niet voor nodig. Er zijn ook gemeenten die de coffeeshops uit het zicht willen halen. Dat zou nog een ander argument kunnen zijn. Je wilt het per slot van rekening ook niet boven de achttien aanmoedigen. Dan gaan de coffeeshops bijvoorbeeld pas om vier uur open. Dat doet men bijvoorbeeld in Leiden. Er is dus lokaal maatwerk. In Amsterdam is er op het Leidseplein de grote coffeeshop The Bulldog. Daarmee hebben de lokale scholen de afspraak gemaakt dat er geen enkele leerling, ook niet van boven de achttien, binnen mag. Dat soort lokaal maatwerk is fantastisch. Heel veel scholen en gemeentebesturen zeggen: laat ons dat lokaal uitzoeken. Wij moeten handhaven op die achttien. Wat mij betreft gebeurt dat keihard. Wat dat betreft staan wij schouder aan schouder met de minister. Maar lokaal moet men bekijken hoe men het het beste in het vat kan gieten. Die 350 meternorm is helemaal niet constructief. Is de minister bereid om met de G-4, maar ook met de andere gemeentes, te kijken naar lokale oplossingen om tot hetzelfde resultaat te komen? Ik ken de situatie van de G-4 als geen ander, net als ik de situatie in het zuiden en aan de oostgrens ken. Dat zijn de kernpunten. Ik ben altijd een erg groot voorstander geweest van die afstand, te beginnen bij het voortgezet onderwijs. Vervolgens moet het verder worden teruggedrongen. Het gaat gefaseerd, ik kan niet alles tegelijk, want dan gaat het kapot. Ik ben niet tegen de coffeeshops als zodanig binnen de grenzen die wij nu aangeven. Gemeenten moeten daarin duidelijkheid krijgen. Dat werkt goed uit. Nu wij met een duidelijk en goed gestuurd beleid komen, zeggen de gemeenten: oké, wij gaan het doen. De gemeenten begrijpen het. Zij voelen de steun van het kabinet en van enkele ministers, omdat zij geholpen worden om dit voor elkaar te krijgen. Om het lokaal autonoom volstrekt vrij te laten, iets wat mij in principe zeer zou moeten aanspreken, vind ik geen goed idee. Ik denk dat gemeenten guidance nodig hebben om de grenzen aan te geven. Daarom staat dat ook in onze brieven. Dat is inderdaad een herhaling van wat in de brieven staat, maar ik heb gezegd dat er lokaal effectief beleid wordt gevoerd. Dat sorteert het effect dat de minister graag wil, namelijk minderjarigen uit de coffeeshop, geen dingen eromheen, geen vriendjes die het doorverkopen. Dat soort dingen willen wij geen van allen. Er zijn voorbeelden van grote steden die dit organiseren en die dit effect behalen. Daar hebben die gemeenten de 350 metergrens niet voor nodig. Ik vraag de minister om in te gaan op de G-4, die vraagt om lokaal maatwerk. Het afstandscriterium is in Rotterdam toegepast, de stad waar de minister vroeger burgemeester was. Uit de evaluatie bleek dat dat geen effect heeft gesorteerd. Andere zaken hebben daar wel effect gesorteerd. Oké, het is belangrijk om daarnaar te kijken. Natuurlijk is het niet zo dat wij niet luisteren en kijken naar de effecten van het beleid in steden of daarbuiten. Dat gaan we natuurlijk langs de lijnen die we aangeven met die steden bekijken en bespreken. Ik heb in het zuiden niets anders gedaan. We rukken op naar boven de rivieren om het met de andere betrokkenen te bespreken. Maar er moet wel worden aangegeven wat de koers is. De gemeenten willen daarin guidance hebben. Tot 2014 weet men dat we gaan kijken, en we gaan natuurlijk ook luisteren naar wat voor projecten men heeft uitgevoerd, wat de effecten zijn en hoe je daarop in kunt spelen. Natuurlijk doen we dat, maar ik ga niet van mijn lijn afwijken. Zeker de G-4 zou dat erg van mij tegenvallen. De richting van de minister is: minderjarigen van wiet afhouden. Die richting delen wij. Ik probeer maar positief te duiden dat de minister vindt dat, als gemeenten kunnen aangeven dat hun beleid dat doel heeft, daar oor voor is bij de regering, zodat een gesprek mogelijk is. Als ik dat goed zie, dan is dat goed, want dan hebben we hetzelfde effect, maar dan wel lokaal maatwerk. Oren zijn er altijd, maar binnen de guidance, de richting die ik aangeef. Ik zeg het niet voor niets. Oren en ook bananen, hoor ik! Hè? Bananen die in oren zitten! Het is toch gek om niet te luisteren naar goede argumenten van een gemeente? Dan is uw toezegging toch helemaal niets waard? Mijnheer Van der Ham, u had het woord nog niet. Tot nu toe werkt dat buitengewoon goed, want we komen er in het maatwerk uit met alle gemeenten, en wij faciliteren de gemeenten bij het uitvoeren van ons beleid. Dat zal hier niet anders gaan dan bezuiden de rivieren. Kort, mijnheer Dibi, en dan mevrouw Bouwmeester. Het afstandscriterium leidt ertoe dat we in Amsterdam van 221 coffeeshops naar 36 gaan, in Rotterdam van 43 naar 7, in Utrecht van 14 naar 6 en in Den Haag van 38 naar 20. Vervolgens moet je ook nog een wietpas aanvragen. Maximaal 2000 leden. Wat denkt de minister dat al die recreatieve gebruikers gaan doen? Waar gaan ze heen? TK

16 Opstelten Natuurlijk ken ik die cijfers. Eerst gefaseerd het voortgezet onderwijs, want dat vinden wij het meest belangrijk. Daarna neem ik maatregelen om naar het basisonderwijs te gaan. Wat die maatregelen precies zijn, moet ik natuurlijk bekijken. Dan gaat het om het effect van het beleid en waartoe dat leidt. Daar kom ik met posities aan die ik met de Kamer zal delen. Maar de Kamer en de gemeenten hebben recht op een duidelijke lijn. Ik heb absoluut geen antwoord gekregen op mijn vraag. Als het afstandscriterium wordt doorgevoerd, zal sprake zijn van een drastische afname van het aantal coffeeshops. Heel veel ondernemers zullen werkloos worden, of ander werk moeten gaan zoeken. Waar gaan al die mensen die nu recreatief gebruiken volgens de minister heen? Dat hoeft helemaal niet. We hebben natuurlijk tijd. Het kan ook zijn er ondernemers zijn die zeggen: dank voor de duidelijkheid, het werd tijd dat die er kwam, wij gaan ons ergens anders vestigen. Ik ken voorbeelden daarvan. Het zijn vaak heel goede ondernemers, die worden geconfronteerd met iets waardoor hun ondernemerschap even wordt gehinderd. Dat is een kwestie van tijd; over drie jaar zijn ze in de gelegenheid om elders hun positie in te nemen, binnen de spelregels die wij als overheid hebben gesteld. Ik maak me daarover minder zorgen dan de heer Dibi. Ik stel nog één keer dezelfde vraag. De G-4-gemeenten hebben ons vandaag een brief gestuurd met een berekening van wat overblijft aan coffeeshops. Volgens de minister zijn dat goede ondernemers. In die coffeeshops wordt zelden een minderjarige aangetroffen. Toch een afstandscriterium bij scholen. Wat gaan al die recreatieve drugsgebruikers doen als ze niet meer bij de coffeeshops terechtkunnen? Alsjeblieft gewoon een antwoord van de minister. Tot nu toe is dat gelukt. Ook in het zuiden hebben wij daarop heldere antwoorden gegeven. Nogmaals, het is een fasering. In de G4 geeft dat hier en daar een probleem, en dan met name in Amsterdam. We moeten goed overleggen over de oplossingen. Vandaar dat ik heb gezegd: na 2014 zullen we maatregelen nemen om dat te gaan doen. Welke dat zijn, moeten we nog bekijken. U hebt er recht op om te weten wat onze lijn is. Het lijstje "ik luister lekker toch niet" begint vrij lang te worden in dit debat. Ik noem: er is onvoldoende politiecapaciteit; dat wordt genegeerd. De gemeenten hebben massaal de wietpas afgewezen; dat wordt genegeerd. Wat er ook uit het onderzoek van het CBP komt, het kabinet gaat gewoon door. Gemeenten vinden dat het afstandscriterium hun niet aangedaan moet worden, want er wordt een probleem veroorzaakt; het kabinet gaat gewoon door. De vraag is al door mijn twee collega's gesteld, en ik ga haar nu voor de derde keer stellen: als je al die coffeeshops sluit, gaan de gebruikers naar het illegale circuit. Wat gaat de minister daaraan doen? Op welke wetenschappelijke basis is het afstandscriterium gebaseerd? Ik vind het niet fair van mevrouw Bouwmeester dat zij telkens met dezelfde punten komt en zegt dat er niet geluisterd wordt. Op alle drie de punten is er geluisterd. Over het laatste punt zijn wij vandaag in debat. Ik herinner mij uit de bijdrage in eerste termijn van mevrouw Bouwmeester dat er onvoldoende politiecapaciteit is en dat het dweilen met de kraan open wordt. Ik heb gezegd dat er voldoende politiecapaciteit is en dat de zaak wordt aangepakt. Ik vind het jammer dat mevrouw Bouwmeester dan niet luistert. Het laatste punt is dat het natuurlijk mijn inzet is om de handel op straat drastisch terug te dringen. Dat heb ik een- en andermaal gezegd. Daarover gaat het. Dat is de inzet en daarom doen wij dit. Wij doen het niet om de handel op straat uit te breiden, maar juist om die terug te dringen, los van het aspect dat blowen slecht is. Dat wil ik nog eens zeggen. De eerste grens, die van 250 meter, is al door vorige kabinetten ingezet. De gemeenten zijn daar al enigszins aan gewend en hebben die grens ook geëffectueerd. Wij hebben nu van die grens 350 meter gemaakt. Nu gaan wij het daadwerkelijk verder uitbouwen. Voor de gemeenten is dat niet iets heel nieuws. Mevrouw Bouwmeester zegt ook dat de gemeenten het niet willen. Ik heb gewoon overeenstemming bereikt met de burgemeesters. Ik ben daarin heel fair. Dat zijn de organen die erover gaan. Ik waardeer dat zeer in de burgemeesters. Het gaat immers niet altijd van harte, zo moet ik zeggen. Tot slot, mevrouw Bouwmeester. Wij gaan een beetje voortmaken. Wij zijn nu al twee uur bezig en wij moeten het debat vandaag echt afronden. De minister heeft gelijk. De gemeenteraden zijn massaal buiten spel gezet en de burgemeesters zijn gedwongen om mee te werken. Dat klopt. Mijn vraag is de volgende. Op het moment dat er zo veel coffeeshops in Amsterdam gesloten worden, zullen hun klanten voortaan bediend worden door de straathandelaren. Je creëert zo dus straathandel, die niet aangepakt kan worden. De minister zegt immers zelf dat hij in 2014 gaat nadenken over extra capaciteit in Amsterdam. Er wordt dus straathandel veroorzaakt, terwijl er geen extra agenten bij komen. Ik vraag mij af: denkt de minister dat iedereen spontaan stopt met blowen als er een afstandscriterium wordt ingesteld? Gaan wij ook alle terrassen sluiten waar mensen bier drinken? Zien drinken doet ook drinken, toch? Dat is een zaak van het gemeentebestuur. Ik zou het zeker niet willen aanraden aan de G-4. Ik herhaal dat het mijn inzet is om de straathandel maximaal terug te dringen en de burgemeesters daarin te steunen. Ik geef alleen de lange lijn aan waarlangs wij werken. Tot 2014 het voortgezet onderwijs en daarna ook maatregelen voor het basisonderwijs. Een vraag voor alle duidelijkheid. De minister sprak van luisteren en oren. Dat werkt ook de andere kant op en veronderstelt dat ook de burgemeesters de oren goed openzetten. Nederland is twee uur in de breedte en drie uur in de lengte. Ik verkeer in de indruk dat de minister overeenstemming heeft bereikt met de VNG en dus met alle ge- TK

17 Opstelten meenten. Zijn er signalen van burgemeester die niet gehoorzamen? Wat gaat de minister daar dan aan doen? Ik heb geen enkel signaal daarover gekregen, van welke burgemeester dan ook. Burgemeesters hebben misschien wel een mening, maar zijn uiteindelijk bereid om mee te werken. Dat is mijn conclusie tot nu toe. De heer Çörüz (CDA): De lijn van de minister is heel verstandig. Als wij hier elke keer de mond vol hebben van preventie en wij die willen uitbreiden naar lagere scholen of naar basisscholen, gaat een aantal collega's steigeren. Die maken zich kennelijk drukker over coffeeshops dan over de toekomst van de jeugd. Ik wil de minister het volgende voorleggen... Voorzitter. Ik heb een punt van orde, een persoonlijk feit. Dat u een punt van orde hebt, betekent niet dat u, bam, meteen mag beginnen, mijnheer Van der Ham. Daar hebt u gelijk in, voorzitter. Het is een persoonlijk feit. Ik heb het idee dat de heer Van der Ham een punt van orde heeft. Ja, exact. Ik heb grote moeite met de woorden van de heer Çörüz. Hij pakt een moral highground die hem helemaal niet past. Alle fracties in de Kamer zijn groot voorstander van harde handhaving van de grens van achttien jaar. Het blijkt dat ook coffeeshops die leeftijdsgrens goed handhaven. Als de heer Çörüz andere fracties die vraagtekens zetten bij de effectiviteit van voorgestelde maatregelen, neerzet als niet geïnteresseerd in de toekomst van de jeugd, vind ik dat schandelijk. Ik neem daar grote afstand van. Ik hoop dat hij dat erkent. De heer Van der Ham heeft zijn punt gemaakt. Misschien wil de heer Çörüz daarop reageren. De heer Çörüz (CDA): Voorzitter, ik neem daar niets van terug. De heer Van der Ham en ik verschillen hierover van mening. Als hij wil opkomen voor de coffeeshophouder, mag dat. Ik kom op voor de scholen. Ik wil die coffeeshops niet in de buurt van scholen hebben. Dat is mijn punt en dat wil ik kenbaar maken. Mijn vraag aan de minister is of ik hem goed heb begrepen. Hij begint met het voortgezet onderwijs en in deze kabinetsperiode komen de basisscholen erbij. Hij zei daar gelijk achteraan, in één adem, in het Zuiden en in het Noorden. Was dat gerelateerd aan die clubpas of ook hieraan? Ik zou dat laatste niet willen koppelen. Als wij uitbreiden naar basisscholen, moet dat in het hele land gebeuren. Ik bedoelde het laatste. In die fase van de uitvoering van het beleid is er geen sprake meer van een onderscheid tussen het Zuiden en de rest van Nederland, want dan zijn wij overal begonnen. Mevrouw Kooiman is de laatste die ik het woord geef in het betoog van de minister. Mevrouw Kooiman (SP): Verschillende collega's hebben al gezegd dat coffeeshops goed handhaven. De consequentie van dit beleid is dat ongeveer de helft van het aantal coffeeshops moet sluiten. Waar moeten die coffeeshops dan heen, is mijn vraag aan de minister. Het kan zijn dat zij moeten sluiten. Het kan ook zijn dat zij een plaats vinden in een andere gemeente in de regio. Daar moeten wij goed naar kijken. Een consequentie van het beleid kan immers zijn dat coffeeshops zich verplaatsen. Gemeenten hebben het daarover en vragen mij wat ik ervan vind. Ik zeg dan dat het in de eerste plaats hun eigen zaak is, dat het lokaal beleid is. Zij moeten opereren binnen de spelregels die wij opstellen. Mevrouw Kooiman (SP): Ik probeer het nog een keer, want ik vroeg waar zij dan heen moeten. Mijn grote zorg is dat zij worden verplaatst naar plekken waar totaal geen toezicht is vanuit de samenleving. Laten wij kijken naar het werkelijke probleem. Maar 1% van alle basisschoolleerlingen heeft misschien ooit een keer een trek van een blow genomen. Dat is dus niet zozeer een probleem. Mijn punt is dat het toezicht moet blijven bestaan op degenen die coffeeshops bezoeken, dat er sprake moet zijn van sociale controle. Is de minister dat met mij eens? Daar ben ik het mee eens. Het kan dus niet overal. Er zijn gemeenten waar het niet past en zijn gemeenten waar het wel degelijk kan. Ook voorgangers van mij hebben al die grens van 250 meter gesteld, die nu gefaseerd wordt uitgebreid naar 350 meter. Het denken daarover is dus al eerder gestart. Dit beleid moet hier en daar geëffectueerd worden. Het is niet makkelijk. Het is niet iets wat je zomaar doet. Daarom nemen wij daar de tijd voor, faseren wij de invoering. Mevrouw Kooiman (SP): Ik ben bang dat ik nog geen antwoord heb gekregen op mijn vraag waar zij naartoe moeten. Ik heb mijn zorgen geuit. Ik zou graag van de minister de toezegging krijgen dat hij in elk geval in gesprek gaat met de VNG, om te voorkomen dat dit soort coffeeshops naar de randen van de gemeenten wordt verplaatst waar totaal geen toezicht is. Ik voer hier natuurlijk overleg over met de burgemeesters van de coffeeshopgemeenten en met de VNG. Het moet natuurlijk werkbaar zijn. Ik heb die gemeenten gewoon nodig. Er is echter ook guidance nodig. Dat stelt men hier en daar op prijs. Vervolgens kom ik op drugs op internet, waarover mevrouw Wiegman, de heer Van der Staaij en de heer Çörüz hebben gesproken. Hiertegen kan op meerdere manieren worden opgetreden. Ik wijs op artikel 3b van de Opium- TK

18 Opstelten wet en artikel 125o van het Wetboek van Strafvordering. Onder meer kan het ontoegankelijk maken van een website worden bevolen. Ik neem deze signalen buitengewoon serieus. Er is ook gesproken over de export van hennep. Aan het begin hebben wij het hierover al gehad, zij het niet zo specifiek. Er is hierover een uitzending van Reporter geweest evenals een artikel in De Groene. Als ik het me goed herinner, hebben de heer Van der Ham, de heer Dibi en mevrouw Bouwmeester hierover gesproken. Zij vroegen mij wat ik hiervan vind. Uit verschillende beredeneerde aannames komt naar voren dat de hoeveelheid hennep die in Nederland wordt geproduceerd, het gebruik ruim overstijgt. Daardoor is het aannemelijk dat een aanzienlijk deel van de Nederlandse productie bedoeld is voor de export. Eind 2012 verschijnt wederom het vierjaarlijkse Nationaal dreigingsbeeld georganiseerde criminaliteit, waarin een precieze, actuele schatting van het exportpercentage zal worden gegeven. De Kamer zal hierover te zijner tijd uiteraard worden geïnformeerd. Over de ambities en de taakstellingen bij de aanpak van de drugscriminaliteit hebben wij voldoende gesproken. Mevrouw Kooiman heeft vragen gesteld over het testen van het THC-gehalte door coffeeshops; ook de heer Van der Steur heeft daarover gesproken. Coffeeshops bieden nu al een breed assortiment van cannabissoorten. Zij hanteren vaak een menukaart. Per type cannabis worden verschillende prijzen gehanteerd, die mede worden bepaald door het THC-gehalte. Coffeeshophouders hebben dus nu al kennis van de sterkte van de cannabis die zij aankopen. Er is apparatuur op de markt waarmee dit wordt gemeten. Coffeeshops zijn de laatste decennia, mede doordat ze zeer lucratief blijken, uitgegroeid tot professionele ondernemingen, die in staat zijn om zich aan te passen aan de eisen die aan hen gesteld zijn. Wij verwachten dan ook dat de coffeeshophouders zeer wel in staat zullen zijn om cannabis te verkopen die een THC-gehalte heeft dat onder de grenswaarde van 15% valt. Dit is dus heel goed te handhaven. Gevraagd werd naar het meten van het THC-gehalte als voorbereidingshandeling. Dit is een aspect dat meer hoorde bij de behandeling van het wetsvoorstel dat voor gisteravond op de agenda stond. Wij moeten echt niet toe naar een situatie waarin het bezit van controleapparatuur de coffeeshophouder strafrechtelijk wordt tegengeworpen. Dat kan niet. Dit had ik gisteravond willen zeggen. Ik kom op het weren van hasjiesj uit coffeeshops. Hoe ver bent u ongeveer in uw betoog, minister? Ik ben bijna klaar. Ik zit op het staartje. Dat is hoopgevend. Voorzitter. Wij gaan niet interrumperen, mijnheer Van der Ham. De minister vervolgt zijn betoog. De heer Van der Steur heeft voorgesteld om de verkoop van geïmporteerde hasjiesj niet meer te gedogen in coffeeshops. Zijn oproep zie ik als ondersteuning van het door het kabinet ingezette verscherping van het beleid en de versterkte aanpak van drugscriminaliteit. Handel in hasjiesj is illegaal. In de voorkomende gevallen wordt daartegen opgetreden door de politie, de KMar en het Openbaar Ministerie. Verder kan ik melden dat de doelstelling van de heer Van der Steur de facto wordt bereikt door de 15%-THC-maatregel, die nog moet worden geëffectueerd. Uit de bestaande cijfers over de periode blijkt dat het THC-gehalte van geïmporteerde hasjiesj gemiddeld 16,4% was. Uit de bestaande cijfers over de periode 2001 tot 2011 blijkt dat het THC-gehalte van geïmporteerde hasjiesj gemiddeld 16,4% was. Door plaatsing van hennep en hasjiesj met een het THC-gehalte van 15% of meer op lijst I van de Opiumwet zal alleen lichte cannabis nog in de coffeeshops mogen worden verkocht. Daarmee zal in coffeeshops het aanbod verdwijnen van hasjiesj met een THC-gehalte van 15% of meer. Deze maatregel treedt in werking nadat de bij de Opiumwet behorende lijsten zijn gewijzigd. Gemonitord zal worden in hoeverre na inwerkingtreding van de 15%-THC-maatregel het aanbod van geïmporteerde hasjiesj daadwerkelijk uit de coffeeshops zal verdwijnen. Voor zinvolle uitspraken over het bereiken van deze doelstelling is het noodzakelijk om het aanbod in coffeeshops van geïmporteerde hasjiesj na inwerkingtreding van de 15%-THC-maatregel te monitoren. Mocht blijken dat het gewenste resultaat niet wordt bereikt, dan zal bezien worden welke aanvullende maatregelen aangewezen zijn. Mevrouw Wiegman heeft gevraagd of een blowverbod in een openbare ruimte kan gelden. Per 1 januari 2012 is de Aanwijzing Opiumwet op zodanige wijze gewijzigd dat strafrechtelijke vervolging mogelijk is indien meer dan 5 gram aan hennepproducten aanwezig is. Voorheen was er altijd sprake van een politiesepot. Die optie is met de recente wijziging komen te vervallen. De lokale driehoek kan mede in het verlengde hiervan afspraken maken over de wijze en mate van handhaving en op deze wijze kan vorm worden gegeven aan een blowverbod in de openbare ruimte. De heer Van der Staaij heeft gevraagd of criminele geldstromen ook aangepakt worden, bijvoorbeeld via investeringen in vastgoed. Dit gebeurt. De aanpak van het misbruik van vastgoedtransacties is een van de prioriteiten van mij en van de minister van Financiën. Daarbij spelen accountants en andere dienstverleners een rol. De Kamer heeft in maart een uitgebreide voortgangsrapportage ontvangen over de aanpak van misbruik in de vastgoedsector. De aanpak van jonge drugsdealers en drugsrunners is een actueel punt. De burgemeester van Maastricht is hiermee recent in het nieuws geweest. Deze aanpak geschiedt bovenregionaal. Het OM heeft dit initiatief recentelijk genomen, in de zuidelijke parketten. Hierbij is samengewerkt met de parketten Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Op deze wijze is er één bovenregionale en integrale aanpak van drugsrunners gekomen. De heer Van der Steur heeft vragen gesteld over nepdrugs. Het aanbieden van nepdope die stoffen bevat die gevaarlijk zijn voor de gezondheid valt onder de definitie van het ernstige misdrijf opzettelijke verkoop van schadelijke waren, zoals beschreven in artikel 174 van het Wet- TK

19 Opstelten boek van Strafrecht. Verder valt de verkoop van nepdope onder de definitie van het delict bedrog bij verkoop. De heer Van der Staaij en de heer Elissen hebben vragen gesteld over drugs in het verkeer. Een wetsvoorstel dat strekt tot het tegengaan van drugsgebruik in het verkeer ligt al bij de Kamer. De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft in de procedurevergadering van 29 februari besloten om dit wetsvoorstel aan te melden voor plenaire behandeling. Bij dit voorstel is er sprake van grenswaarden en niet van een nullimiet. Dit zal tijdens het plenaire debat dus aan de orde komen. De heer Elissen heeft een vraag gesteld over drugs in gevangenissen. Drugs in justitiële inrichtingen en in het bijzonder in jeugdinrichtingen moeten worden tegengegaan. Dat is ook het beleid van de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. De heer Van der Steur (VVD): Ik ben erg blij met de opmerkingen en de reactie van de minister inzake het hasjverbod. De VVD-fractie heeft dat niet voor niets voorgesteld. Het leek er aanvankelijk op dat de minister het voorstel niet helemaal omarmde, maar ik voel nu dat wij schouder aan schouder staan bij de bestrijding van de internationale criminaliteit. Ik wacht dan ook graag de effecten van de aangekondigde maatregelen af. Is de minister bereid, ons tussentijds te informeren over de monitoring? Zo kunnen we volgen of het THCbeleid leidt tot het verdwijnen van hasj uit de Nederlandse coffeeshops. Het antwoord daarop is ja. Bezit van de apparatuur die het percentage THC in wiet moet meten, is niet verboden, maar die apparatuur moet wel ergens gekocht worden. We moeten het wetsvoorstel dat dit mogelijk of onmogelijk maakt, nog behandelen. Blijft het kopen van de apparatuur nog steeds mogelijk? Dat is mijn eerste vraag. Mijn tweede vraag is de volgende. De keuze voor 15% THC is beargumenteerd met het feit dat meer dan 15% gevaarlijk is, zo gevaarlijk dat je het om die reden als harddrug moet categoriseren. Andere bestanddelen in cannabis, zoals CBD, zijn daarvoor echter net zo relevant. Welke maatregelen wil de minister nemen om het gezondheidsaspect te verbeteren? U wijst nu naar de minister van VWS, maar u gaat over de percentages waarop wordt gehandhaafd. Ik ga nergens over, maar de minister van Veiligheid en Justitie wel. Ik denk dat de lijst-garretsen het primaat is van de minister van VWS. De conclusie wat we ermee doen, wat waar wordt verkocht, en de handhaving zijn voor mijn rekening. De kern van de vraag was dan ook hoe ik ga handhaven. We moeten de wet niet zo interpreteren dat men geen instrumentarium kan krijgen en toepassen. Het is instrumentarium is er. Tot slot, mijnheer Van der Ham. Stel je voor dat er iets wordt verkocht waarin men net boven die 15% zit, bijvoorbeeld 15,5%, omdat de apparatuur bijvoorbeeld niet helemaal scherp is. Hoe wordt in de rechtszaal omgegaan met dit soort onvolkomenheden? Hoe sterk staat de minister dan? Dat is een goed punt, maar dan gaan we in de diepte over de handhaving. Er is natuurlijk over nagedacht. Tijdens controles van coffeeshops zal de politie steekproefsgewijs monsters nemen van de cannabisvoorraad om daarvan het THC-gehalte te laten controleren door het NFI. Dat gaat het beoordelen. Daarna komt het terug. Dat is de basis waarop beslissingen worden genomen. Dat is de uitvoering van dit beleid. We hebben normaal een grens van 15% en daaroverheen mag je niet. Het is geen snelheidsmeting op de grote weg. Het is goed om dat nog even goed te bekijken. Ik vind dat een beleidspunt voor het Openbaar Ministerie, maar dat zal van mij natuurlijk enige guidance willen hebben. Maar 15% is 15%. Ik zal monitoren hoe het gaat en de Kamer daarover informeren. In 2008 werd een schokkend cijfer geïntroduceerd door de Taskforce georganiseerde hennepteelt, namelijk dat 80% van de hennepteelt bedoeld was voor de export. Er werd gezegd dat de hennepteelt in omvang de oppervlakte van Utrecht beslaat, dat Nederland zo'n beetje het grootste exportland is en dat hennep na bloemen ons belangrijkste exportproduct is. Dat beeld heeft het drugsdebat in Nederland erg gevoed. Het blijkt nu niet te kloppen. Tenzij de minister kan aangeven dat het wel klopt. Dat is dan ook mijn vraag. Ik heb dit even gereleveerd, omdat ik me goed herinnerde dat de heer Dibi dat zei. Het betrof een uitzending van KRO Reporter. Harde geregistreerde gegevens over de export van hennep zijn moeilijk te geven, aangezien het een illegale markt betreft, die zich immers kenmerkt door de afwezigheid van registraties en cijfers. Desalniettemin zijn er in de afgelopen jaren verschillende rapporten gepubliceerd waarin toch een poging wordt gedaan om de omvang van de exportmarkt de kwantificeren. Het zal gezien het voorgaande niet verbazen dat deze verschillende rapporten geen eenduidig beeld schetsen. Wel komt uit de verschillende beredeneerde aannames naar voren dat de hoeveelheid hennep die in Nederland wordt geproduceerd, het gebruik ruim overstijgt. Het is dus aannemelijk dat een aanzienlijk deel van de Nederlandse productie bedoeld is voor de export. Eind dit jaar verschijnt het Nationaal dreigingsbeeld 2012, waarin die gegevens zullen staan. Ik zal erop toezien dat we hierover specifieke gegevens zullen krijgen. Graag, want in 170 tot 180 landen wordt voorzien in de eigen teelt. Er is dus eigenlijk helemaal geen exportmarkt. In het Nationaal dreigingsbeeld 2008 werd gesteld dat de export varieert van 15% tot 74%. Dat is een enorme range. Ik ga ervan uit dat er in het nieuwe dreigingsbeeld een duidelijker percentage zal staan, want nu is het nattevingerwerk. Het beeld van de 80% weerklinkt constant in het debat, maar er is niets van waar; dat erkent ook de minister. Het is aannemelijk. Toch? TK

20 Opstelten Ik heb gezegd dat het heel moeilijk is om bij criminele, illegale handel precieze cijfers te geven over de export en de import, van wat voor eigen gebruik is en wat naar het buitenland gaat. Niemand geeft dat op. Het is dus een inschatting. Het zijn altijd aannames; dat kan niet anders. De cijfers zijn van 2008, maar in 2012 verschijnt er een nieuw Nationaal dreigingsbeeld. Het is wel duidelijk dat de export nadrukkelijk overheerst. We gaan nu echt verder, mijnheer Dibi. Het politiekorps in Brabant krijgt het heel druk. Het heeft al agenten moeten afstaan aan de animal cops, het moet al wietpasjes controleren en nu moet het ook nog het THC-gehalte gaan controleren. Ik begrijp van agenten dat het heel ingewikkeld is om wiet in beslag te nemen voor onderzoek. Dat levert heel veel bureaucratie op en daar krijgen ze het nog drukker mee. Dat kan toch nooit de bedoeling zijn? Nee, dat laatste is absoluut niet de bedoeling. Ik heb al een paar keer gezegd dat het juist de bedoeling is dat men door dit beleid minder te doen krijgt. Ik zal er natuurlijk op toezien dat er geen bureaucratisch circus ontstaat. Bij de invoering van de nationale politie is dat een van de kernpunten: de bureaucratie eruit. Dat geldt hiervoor dus ook. Mevrouw Bouwmeester geeft mij een helder signaal en ik zal er zeker rekening mee houden. Tot slot, mevrouw Bouwmeester. Dat is een fantastische toezegging, want het in beslag nemen van een illegaal wapen, iets waarvan we denken dat de politie dat wel eventjes doet, is al heel ingewikkeld. Het is dus een heel mooie toezegging van de minister dat de controle van de wiet zonder bureaucratie gaat plaatsvinden. Ik ben echter nog niet helemaal tevreden, want ik zie het gewoon niet voor me. De huidige wet- en regelgeving maakt namelijk dat het bijna niet mogelijk is. Kan de minister dus concretiseren hoe hij die bureaucratie precies gaat voorkomen, behalve door te zeggen dat hij het met mij eens is? We doen dat zoals we eigenlijk op alle punten bezig zijn, dus door alle protocollen simpeler te maken waar het kan, daarbij natuurlijk rekening houdend met de eisen die het OM moet stellen. Tot voor kort telde een proces-verbaal voor een aantal feiten zeven pagina's. Nu is dat anderhalve pagina. Ik doel op dat soort dingen, die wij doen om het werk van de diender op straat aangenamer te maken en de volle ruimte te laten aan de professionaliteit. Dat doen wij hierbij ook. De genomen steekproef gaat naar het NFI en komt terug. We moeten uitkijken dat er geen nieuwe, strakke protocollen ontstaan, waarmee een agent twee uur bezig is. Dat ben ik totaal eens met mevrouw Bouwmeester. Morgen gaan we nog over de regeldruk bij de politie praten, in een ander debat. Mevrouw Kooiman (SP): Een van mijn vragen is blijven liggen. Deze vraag ging over het kabinetsbeleid en hoeveel extra kosten dat mogelijk met zich brengt. De coffeeshops zouden de Staat nu ongeveer 400 mln. aan belastingen opleveren. We hebben ook te maken met extra politiecapaciteit. Kan de minister aangeven hoeveel dit nieuwe kabinetsbeleid ons gaat kosten? Dit nieuwe kabinetsbeleid brengt totaal geen extra kosten met zich. Alleen als ik een voorlichtingsplan opstel, komt er wat bij. Dat doen we op het departement binnen de begroting. Verder zijn er geen extra kosten. Meer kan ik er echt niet van maken. Het coffeeshopbeleid gaat straks zelfs minder kosten dan nu, omdat er minder coffeeshops komen. Mevrouw Kooiman (SP): De minister heeft toegegeven dat mogelijk de helft van het aantal coffeeshops gaat sluiten. Dat zou betekenen dat we minstens 200 mln. aan belastingen mislopen. Ik hoor de CDA-fractie hier "o, o, o, wat erg" roepen. Dat lijkt me inderdaad wel erg als er momenteel op het Catshuis wordt onderhandeld over bezuinigingen. Het lijkt me erg goed om, als het om dergelijke grote bedragen gaat, dat allemaal eerst door te rekenen voordat we nieuw beleid inzetten. Ik vind het een beetje raar om dit coffeeshopbeleid te fiscaliseren en het dan te gaan wegen. Dat is een nieuw element. Zo kan ik er nog wel een paar verzinnen waarbij je dat kunt doen, bijvoorbeeld de aanpak van overlast. Dat vind ik geen goede benadering. Dit neemt niet weg dat het de zaak van mevrouw Kooiman is om dit aan de orde te stellen. We gaan echter niet fiscaal nog eens analyseren en bekijken wat we daardoor aan inkomsten zullen mislopen. Voor de PVV-fractie is dit meer een principiële dan een financiële zaak. Wat wel een principiële kwestie is, is hoe we met elkaar wetten kunnen maken die efficiënter en makkelijker voor de mensen op de werkvloer zijn. Daarom vond ik het antwoord van de minister op mijn vraag over de placebo's de minister noemde die "nepdrugs" onvoldoende. De minister refereerde alleen aan artikel 174 WvS. Op grond van artikel 174 is vereist dat je moet weten dat er schadelijke stoffen in zitten en dat je die schadelijkheid verzwijgt. Ik heb de minister gevraagd om een analogie te maken met de Geneesmiddelenwet. In die wet gelden namelijk twee criteria. Het eerste criterium is de uiterlijke verschijningsvorm. Het middel moet dus lijken op een medicijn. Het tweede criterium is dat het middel moet claimen dat het een werking heeft. Het hoeft dus niet eens een echte werking te hebben. In de eerste termijn vroeg ik de minister om daarnaar te kijken en zijn reactie daarop te geven. Ik ben daar erg benieuwd naar. TK

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 21 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 21 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter, > Retouradres: Postbus 20350, 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl 157617-111785-VGP

Nadere informatie

Conceptversie: 8. Manifest Joint Regulation

Conceptversie: 8. Manifest Joint Regulation Conceptversie: 8 Manifest Joint Regulation Het water staat ons aan de lippen Het huidige beleid waarin de verkoop van cannabis vanuit coffeeshops is toegestaan en de teelt van deze drugs illegaal is, mag

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 24 077 Drugbeleid Nr. 293 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

2.1 Coffeeshops in Nederland

2.1 Coffeeshops in Nederland 2.1 Coffeeshops in Nederland Eind 14 telt Nederland 591 coffeeshops verspreid over 3 coffeeshopgemeenten (figuur 2.1). Daarmee ligt het aantal coffeeshops voor het eerst sinds 1999, toen de eerste meting

Nadere informatie

Betoog Nederlands Legaliseren van wietteelt

Betoog Nederlands Legaliseren van wietteelt Betoog Nederlands Legaliseren van wietteelt Betoog door een scholier 1818 woorden 19 november 2006 5,6 92 keer beoordeeld Vak Nederlands Legaliseren van wietteelt waarom niet?!? De cijfers alle mensen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 24 077 Drugbeleid Nr. 179 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE, VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen havo 2016-I

maatschappijwetenschappen havo 2016-I Opgave 4 Toestaan van wietteelt? Bij deze opgave horen de teksten 6 tot en met 8 en afbeelding 1 uit het bronnenboekje. Inleiding In Nederland is het telen van hennepplanten (cannabis), waaruit wiet of

Nadere informatie

Manifest. Joint Regulation

Manifest. Joint Regulation Manifest Joint Regulation Utrecht, 31 januari 2014 Het huidige beleid waarin de verkoop van cannabis vanuit coffeeshops is toegestaan en de teelt van deze drugs illegaal is, mag misschien wel werken in

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-II

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-II Aanwijzing voor de kandidaat Als in een vraag staat dat je een hoofd- of kernconcept moet gebruiken, dan gebruik je in het antwoord die elementen uit de omschrijving van het hoofd- of kernconcept die nodig

Nadere informatie

Datum 27 oktober 2014 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het toenemende aantal drugslabs in seniorenflats

Datum 27 oktober 2014 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het toenemende aantal drugslabs in seniorenflats 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

NUL-BELEID COFFEESHOPS. Gemeente Bellingwedde

NUL-BELEID COFFEESHOPS. Gemeente Bellingwedde NUL-BELEID COFFEESHOPS Gemeente Bellingwedde 2014 Aanleiding In archiefstukken wordt aangegeven dat de gemeente Bellingwedde een nul-beleid hanteert voor coffeeshops. Echter is er in het archief geen raadsbesluit

Nadere informatie

Raadsplein Velsen KORT VERSLAG VAN SESSIE 2 VAN 29 NOVEMBER 2012. Discussienota aanscherping lokaal coffeeshopbeleid Datum / nummer 29 november 2012 2

Raadsplein Velsen KORT VERSLAG VAN SESSIE 2 VAN 29 NOVEMBER 2012. Discussienota aanscherping lokaal coffeeshopbeleid Datum / nummer 29 november 2012 2 Raadsplein Velsen KORT VERSLAG VAN SESSIE 2 VAN 29 NOVEMBER 2012 Onderwerp Discussienota aanscherping lokaal coffeeshopbeleid Datum / nummer 29 november 2012 2 Voorzitter E.H. Zorgdrager Griffie M. Josemans

Nadere informatie

Dit manifest wordt mede onderschreven door:

Dit manifest wordt mede onderschreven door: Dit manifest wordt mede onderschreven door: Gemeente: Naam: c^&st^kjss: Handtekening: Manifest Joint Regulation \ 31 Januari 2014 Utrecht, 31 januari 2014 Het huidige beleid waarin de verkoop van cannabis

Nadere informatie

25 oktober 2016 GEMEENTE. Aan de fractie van D66 T.a.v. de heer Molenkamp en mevrouw Renders. E.Wagemakers/ P.Verhoeven/M.

25 oktober 2016 GEMEENTE. Aan de fractie van D66 T.a.v. de heer Molenkamp en mevrouw Renders. E.Wagemakers/ P.Verhoeven/M. GEMEENTE Aan de fractie van D66 T.a.v. de heer Molenkamp en mevrouw Renders Bestuurszaken Raadhuislaan 2, Oss Telefoon 14 0412 Fax [0412] 64 26 05 E-mail gemeente@)oss.nl www.oss.nl Postbus 5 5340 BA Oss

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 27 juni 2013 Onderwerp Coffeeshopbeleid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG. Datum 27 juni 2013 Onderwerp Coffeeshopbeleid 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2014 2015 32 842 Wijziging van de Opiumwet in verband met de strafbaarstelling van handelingen ter voorbereiding of vergemakkelijking van illegale hennepteelt

Nadere informatie

Gemeente Delft. Landelijke aanscherping coffeeshopbeleid

Gemeente Delft. Landelijke aanscherping coffeeshopbeleid Veiligheid IcM Gemeente Delft Programmering Phoenixstraat 16 261 1 AL Delfl Telefoon l401 5 Fax 015-2141724 Retouradres : Veiligheid, Postbus 78, 2600 ME Delfi Internet www.delff.nl Behandeld door: Beny

Nadere informatie

Wat weten we van de Nederlandse drugseconomie? Nicole Maalsté

Wat weten we van de Nederlandse drugseconomie? Nicole Maalsté Wat weten we van de Nederlandse drugseconomie? Nicole Maalsté Boeken en reportages www.accesinterdit.nl DRUGSCONSUMPTIE LIFE TIME drugsgebruik 15-64 jaar (Nationale Drugmonitor, 2012) 30 25 22,6 25,7 20

Nadere informatie

Met deze brief doe ik deze toezeggingen, mede namens de staatssecretaris van VWS, gestand.

Met deze brief doe ik deze toezeggingen, mede namens de staatssecretaris van VWS, gestand. 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Gemeente Medemblik, Coffeeshopbeleid 2012

Gemeente Medemblik, Coffeeshopbeleid 2012 Gemeente Medemblik, Coffeeshopbeleid 2012 Vaststelling: 15 augustus 2012 Publicatie: 23 augustus 2012 Inwerkingtreding: 24 augustus 2012 Inhoud Samenvatting Inleiding 1. Nederlands drugsbeleid 2. Vormen

Nadere informatie

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 20 december 2007 over het wapenexportbeleid.

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 20 december 2007 over het wapenexportbeleid. Wapenexportbeleid Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 20 december 2007 over het wapenexportbeleid. Voorzitter. Voor het kerstreces hebben wij met de staatssecretaris van

Nadere informatie

Datum 20 januari 2009 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over coffeeshopbeleid in de grensteden

Datum 20 januari 2009 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over coffeeshopbeleid in de grensteden > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

www.schuldinfo.nl Pagina 1

www.schuldinfo.nl Pagina 1 Wijziging beslagvrije voet volgens wetsvoorstel wwb Behandeling wetsvoorstel 6 oktober 2011, Tweede kamer ( ) Het hoofdprincipe, die onafhankelijkheid van ouders, vind ik cruciaal. Je ziet dat wat nu gebeurt,

Nadere informatie

31 maart 2015. Onderzoek: Drugsbeleid

31 maart 2015. Onderzoek: Drugsbeleid 31 maart 2015 Onderzoek: Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek. De uitslag van de peilingen

Nadere informatie

Gemeenteraad Vlissingen Postbus GV VLISSINGEN. Geachte raadsleden,

Gemeenteraad Vlissingen Postbus GV VLISSINGEN. Geachte raadsleden, Gemeenteraad Vlissingen Postbus 3000 4380 GV VLISSINGEN UW BRIEF VAN UW KENMERK ONS KENMERK DATUM 1098235 / 1103966 29 mei 2019 BEHANDELD DOOR BEZOEKADRES TELEFOON BIJLAGEN M. Schouw Paul Krugerstraat

Nadere informatie

Wat weten we van de Nederlandse drugseconomie? Nicole Maalsté

Wat weten we van de Nederlandse drugseconomie? Nicole Maalsté Wat weten we van de Nederlandse drugseconomie? Nicole Maalsté Boeken en reportages www.accesinterdit.nl DRUGSCONSUMPTIE LIFE TIME drugsgebruik 15-64 jaar (Nationale Drugmonitor, 2012) 30 25 22,6 25,7 20

Nadere informatie

Blauwe Nota discussienota coffeeshopbeleid

Blauwe Nota discussienota coffeeshopbeleid Blauwe Nota discussienota coffeeshopbeleid Inhoud 1. inleiding a. huidig coffeeshopbeleid b. regionale afspraken c. aanleiding blauwe nota d. doel van de blauwe nota 2. opdracht raad a. opdrachtomschrijving

Nadere informatie

Doorbreek je belemmerende overtuigingen!

Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Herken je het dat je soms dingen toch op dezelfde manier blijft doen, terwijl je het eigenlijk anders wilde? Dat het je niet lukt om de verandering te maken? Als

Nadere informatie

Gemeente Haarlem. Mr. B.B. Schneiders. burgemeester

Gemeente Haarlem. Mr. B.B. Schneiders. burgemeester *1* Gemeente Haarlem Mr. B.B. Schneiders burgemeester Haarlem Aan De leden van de Commissie Bestuur Datum Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer E-mail Bijlage Onderwerp 13 juli 2016 DVV/VH/2016/3 3

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Figuur 1 Aantal coffeeshops, gemeente en coffeeshopgementen (Bron: Intraval, 2017) coffeeshops gemeenten coffeeshopgemeenten

Figuur 1 Aantal coffeeshops, gemeente en coffeeshopgementen (Bron: Intraval, 2017) coffeeshops gemeenten coffeeshopgemeenten Feiten en cijfers Aantal coffeeshops: In een kwart van de Nederlandse gemeenten zijn coffeeshops gevestigd. Het aantal coffeeshops is de afgelopen jaren sterk verminderd. In 21 waren er nog 56 coffeeshops.

Nadere informatie

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding

Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Inleiding De checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die moeten leren schrijven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht

Nadere informatie

"De overheid is een goede werkgever voor criminele organisaties"

De overheid is een goede werkgever voor criminele organisaties NRC Next 27 september 2011 Hoeveel zin heeft het coffeeshop-beleid? "De overheid is een goede werkgever voor criminele organisaties" De Maastrichtse gemeenteraad besluit vandaag waarschijnlijk tot verplaatsing

Nadere informatie

14 Coffeeshopbeleid. daarvoor al door het Asser Instituut. Neemt D66 nu afscheid van verdragsrecht als basis voor het recht of zie ik dat verkeerd?

14 Coffeeshopbeleid. daarvoor al door het Asser Instituut. Neemt D66 nu afscheid van verdragsrecht als basis voor het recht of zie ik dat verkeerd? 14 Aan de orde is het VAO (AO d.d. 16/10). Een hartelijk woord van welkom aan de minister van Veiligheid en Justitie. Fijn dat u weer bij ons bent. Voor dit onderwerp hebben zich zes sprekers gemeld. De

Nadere informatie

Rapport. Datum: 3 juni 1998 Rapportnummer: 1998/207

Rapport. Datum: 3 juni 1998 Rapportnummer: 1998/207 Rapport Datum: 3 juni 1998 Rapportnummer: 1998/207 2 Klacht Op 26 maart 1996 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw M. te Oldenzaal met een klacht over een gedraging van het regionale

Nadere informatie

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11).

Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Persoonsgebondenbudget Aan de orde is het VAO Persoonsgebondenbudget (AO d.d. 21/11). Mevrouw Bergkamp (D66): Voorzitter. Eigen regie en keuzevrijheid voor de zorg en ondersteuning die je nodig hebt, zijn

Nadere informatie

MOTIE manifest legaliseren cannabisteelt

MOTIE manifest legaliseren cannabisteelt MOTIE manifest legaliseren cannabisteelt De gemeenteraad van Delft, in vergadering bijeen op.., constaterende dat; Er in Nederland een gedoogbeleid is voor cannabis en er in Nederland circa 450.000 gebruikers

Nadere informatie

30 Wijziging Opiumwet

30 Wijziging Opiumwet 30 Wijziging Opiumwet Aan de orde is de behandeling van: - het wetsvoorstel Wijziging van de Opiumwet in verband met de strafbaarstelling van handelingen ter voorbereiding of vergemakkelijking van illegale

Nadere informatie

Lesbrief 14. Naar personeelszaken.

Lesbrief 14. Naar personeelszaken. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 14. Naar personeelszaken. Wat leert u in deze les? Wanneer u zeggen en wanneer jij zeggen. Je mening geven en naar een mening vragen. De voltooide tijd gebruiken.

Nadere informatie

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092

Rapport. Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 Rapport Datum: 26 maart 1998 Rapportnummer: 1998/092 2 Klacht Op 26 juni 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van mevrouw B. te Drachten, met een klacht over een gedraging van Gak Nederland

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 Vragen gesteld door de leden der Kamer 2016Z00189 Vragen van de leden Omtzigt (CDA), Sjoerdsma (D66), De Roon (PVV), Van Nispen (SP), Grashoff

Nadere informatie

overigens niet ongewoon; uit recent onderzoek van Nyenrode blijkt dat 69 % van de bedrijven in Nederland een familiebedrijf is.

overigens niet ongewoon; uit recent onderzoek van Nyenrode blijkt dat 69 % van de bedrijven in Nederland een familiebedrijf is. Beste heer De Haan, Bij deze ga ik graag alsnog in op uw verzoek om nadere informatie. Ik kan en wil niet alles delen omdat een deel nog voorligt bij de rechtbank. Toch hecht ik er aan om met u mijn kant

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270

Rapport. Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270 Rapport Datum: 9 juli 1998 Rapportnummer: 1998/270 2 Klacht Op 4 november 1997 ontving de Nationale ombudsman een verzoekschrift van de heer B. te Voorburg, met een klacht over een gedraging van het Korps

Nadere informatie

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN Gratis PDF Beschikbaar gesteld door vlewa.nl Geschreven door Bram van Leeuwen Versie 1.0 INTRODUCTIE Welkom bij deze gratis PDF! In dit PDF

Nadere informatie

Een experiment met een gesloten cannabisketen. Dike van de Mheen, oktober 2018

Een experiment met een gesloten cannabisketen. Dike van de Mheen, oktober 2018 Een experiment met een gesloten cannabisketen Dike van de Mheen, oktober 2018 Het probleem In Nederland: 573 coffeeshops in 103 gemeenten De cannabisketen: -> Een gedoogde voordeur en een illegale achterdeur

Nadere informatie

KAPPEN MET DRUGS. Failliet beleid. Enkele feiten

KAPPEN MET DRUGS. Failliet beleid. Enkele feiten KAPPEN MET DRUGS KAPPEN MET DRUGS Failliet beleid Het drugsbeleid van Nederland is failliet. De gevolgen van het gedoogbeleid op de volksgezondheid, de veiligheid en het sociale leven zijn ontwrichtend.

Nadere informatie

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving ϕ1 Ministerie van Justitie Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Juridische en Operationele Aangelegenheden Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen

Hoofdstuk 2. Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen Hoofdstuk 2 Contact maken, inlichtingen verstrekken en onderhandelen 48 Gangbare uitdrukkingen bij contact maken en onderhandelen De meeste zinnen die in dit overzicht staan, zijn formeel. U kunt deze

Nadere informatie

17 Gereguleerde wietteelt in steden

17 Gereguleerde wietteelt in steden 17 Aan de orde is het dertigledendebat over gereguleerde wietteelt in steden. Ik heet de minister van Veiligheid en Justitie van harte welkom. De spreektijd bedraagt drie minuten. Voorzitter. Vorige maand

Nadere informatie

Speech Gerbrandy-debat

Speech Gerbrandy-debat Speech Gerbrandy-debat Goedemiddag allemaal, Woorden doen ertoe. Vandaag en toen. De woorden van premier Gerbrandy hebben een belangrijke rol gespeeld in de Nederlandse geschiedenis. Via de radio sprak

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders 27 oktober Steller Documentnummer Afdeling. J.A.R. de Haas z Samenleving

Burgemeester en Wethouders 27 oktober Steller Documentnummer Afdeling. J.A.R. de Haas z Samenleving Burgemeester en Wethouders Steller Documentnummer Afdeling z16006959 Samenleving Doorkiesnummer Communicatie Portefeuillehouder 036 5229536 Nee G.J. Gorter Kabinet Brief bijgevoegd Te volgen procedure

Nadere informatie

Wij zijn het eens met deze analyse en zijn dan ook van plan de lijstensystematiek van de Opiumwet in de huidige opzet te handhaven.

Wij zijn het eens met deze analyse en zijn dan ook van plan de lijstensystematiek van de Opiumwet in de huidige opzet te handhaven. > Retouradres Postbus 20350 2500 EH Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl VGP/

Nadere informatie

Datum 8 april 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het gedogen van het aanbieden van online kansspelen gericht op de Nederlandse markt

Datum 8 april 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het gedogen van het aanbieden van online kansspelen gericht op de Nederlandse markt 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/venj

Nadere informatie

21 Niveaus van interveniëren in groepen 22

21 Niveaus van interveniëren in groepen 22 21 Niveaus van interveniëren in groepen 22 ASPECTEN VAN COMMUNICATIE IN GROEPEN In iedere relatie en in elk relatienetwerk waar mensen net elkaar communiceren zijn er vier aspecten te onderscheiden. De

Nadere informatie

DPENI3AAR MINISTERIE. College van procureurs-generaal. Voorzitter. Postbus 20305, 2500 EH Den Haag Prins Clauslaan 16.

DPENI3AAR MINISTERIE. College van procureurs-generaal. Voorzitter. Postbus 20305, 2500 EH Den Haag Prins Clauslaan 16. College van procureurs-generaal Ministerie van Justitie en Veiligheid T+31 886991100 Veiligheid, het College van procureurs-generaal gevraagd te adviseren over een Directie Wetgeving wwwomnl en wat de

Nadere informatie

Amsterdam lapt regels preventief fouilleren aan haar laars. 26 maart 2013, Peter van de Wijngaart

Amsterdam lapt regels preventief fouilleren aan haar laars. 26 maart 2013, Peter van de Wijngaart Amsterdam lapt regels preventief fouilleren aan haar laars 26 maart 2013, Peter van de Wijngaart Voorwoord In december 2012 constateerde ik in het besluit van de burgemeester over preventief fouilleren

Nadere informatie

Bergen op Zoom, 12 september Geacht leden van het College van B&W,

Bergen op Zoom, 12 september Geacht leden van het College van B&W, Bergen op Zoom, 12 september 2016 Geacht leden van het College van B&W, Onze fractie heeft met belangstelling kennis genomen van de uitspraak van de Tilburgse burgemeester Peter Noordanus, om binnen deze

Nadere informatie

Evaluatie Wet controle op rechtspersonen. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld

Evaluatie Wet controle op rechtspersonen. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld 33750-VI Nr. Evaluatie Wet controle op rechtspersonen Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft een aantal vragen ter beantwoording voorgelegd

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.rijksoverheid.nl Uw Referentie 2015Z18749 Datum 4 november

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-II

maatschappijwetenschappen pilot vwo 2015-II Opgave 1 Regulering van wietteelt 1 maximumscore 3 het beschrijven van de formele machtsverhouding tussen de rijksoverheid en de gemeenten (per aspect 1 scorepunt) 2 een juiste interpretatie van de teksten

Nadere informatie

Kortom, informatie en advies die vindbaar, begrijpelijk en herkenbaar is. Ik zal u aangeven waarom ik dit zo belangrijk vind.

Kortom, informatie en advies die vindbaar, begrijpelijk en herkenbaar is. Ik zal u aangeven waarom ik dit zo belangrijk vind. Tekst: opening Helpdesk Welkom dames en heren, Het doet mij goed om te zien dat er zo veel mensen op deze feestelijke opening van de Helpdesk zijn afgekomen. Dat betekent dat er veel interesse voor is.

Nadere informatie

Handboek Politiek. Derde Kamer der Staten-Generaal

Handboek Politiek. Derde Kamer der Staten-Generaal Handboek Politiek Derde Kamer der Staten-Generaal Hallo Kamerlid van de Derde Kamer der Staten-Generaal, Gefeliciteerd! Deze week ben jij een politicus. Je gaat samen met je klasgenoten discussiëren over

Nadere informatie

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid De Lange (VVD) over Nederlandse patiëntgegevens in Belgische gevangenis (2016Z01580).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid De Lange (VVD) over Nederlandse patiëntgegevens in Belgische gevangenis (2016Z01580). > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Aangiftebereidheid. www.peil.nl / Maurice de Hond

Aangiftebereidheid. www.peil.nl / Maurice de Hond Aangiftebereidheid De bereidheid om misdaden aan te geven lijkt af te nemen. Hierover zijn vandaag een aantal vragen gesteld. Heeft u in de afgelopen vijf jaar wel eens aangifte gedaan bij de politie?

Nadere informatie

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door

Ik ben Sim-kaart. Mobiel bellen groep 5-6. De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag. Aangeboden door De Simkaart is een meisje, tikkeltje ondeugend en een echte kletsgraag Hoi! Blijf even aan de lijn. Ik zit namelijk op de andere. Wacht even. Hoi, ik kom zo even terug, want ik moet even iets zeggen over

Nadere informatie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou! DEEL 1 1 WERKBOEK 5 Eigen keuze Inhoud 2 1. Hoe zit het met je keuzes? 3 2. Hoe stap je uit je automatische piloot? 7 3. Juiste keuzes maken doe je met 3 vragen 9 4. Vervolg & afronding 11 1. Hoe zit het

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag > Retouradres Postbus 0011 500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 0018 500 EA Den Haag DKR KV Schedeldoekshaven 00 511 EZ Den Haag Postbus 0011 500 EA Den Haag

Nadere informatie

ONTVANGEN 2 0 DEC 2013

ONTVANGEN 2 0 DEC 2013 Ministerie van Veiligheid en Justitie > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de burgemeester ONTVANGEN 2 0 DEC 2013 'B201321399 Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rljksoverheld.nl/venj

Nadere informatie

Roosen. daal Raadsmededeling. Datum: 18 juti Bijlage: Beleidsregel "Beleid Toepassing Artikel 13b Opiumwet"

Roosen. daal Raadsmededeling. Datum: 18 juti Bijlage: Beleidsregel Beleid Toepassing Artikel 13b Opiumwet .D- (D (D Gemeente Roosen daal Raadsmededeling Datum: 18 juti 2016 Van Aan: Kopie aan: Burgemeester de raad van de gemeente Onderwerpr Actualisering Can nabisbeleid Bijlage: Beleidsregel "Beleid Toepassing

Nadere informatie

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, drs. M.J. van Rijn

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, drs. M.J. van Rijn Besluit houdende wijziging van lijst I, behorende bij de Opiumwet, in verband met plaatsing op deze lijst van hasjiesj en hennep met een gehalte aan tetrahydrocannabinol (THC) van 15 procent of meer. Daartoe

Nadere informatie

Productie 2. GBSolutions De Gildekamp 32-37 6545 KX Nijmegen gbsolutions@12move.nl 024 3732675 22-05-2007

Productie 2. GBSolutions De Gildekamp 32-37 6545 KX Nijmegen gbsolutions@12move.nl 024 3732675 22-05-2007 Productie 1 Productie 2 GBSolutions De Gildekamp 32-37 6545 KX Nijmegen gbsolutions@12move.nl 024 3732675 22-05-2007 AllebedrijveninNijmegen.nl Postbus 188 2800 AD Gouda Geachte heer/mevrouw, Bij deze

Nadere informatie

Datum 18 december 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Criminele Albanezen zijn de opkomende groep in de drugshandel

Datum 18 december 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Criminele Albanezen zijn de opkomende groep in de drugshandel 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag www.rijksoverheid.nl/jenv

Nadere informatie

Hieronder vind u het uitgetypte interview dat ik met mijn telefoon heb opgenomen

Hieronder vind u het uitgetypte interview dat ik met mijn telefoon heb opgenomen Hieronder vind u het uitgetypte interview dat ik met mijn telefoon heb opgenomen Partij 1: Kassa Belbus Partij 2: Matras Advies Nederland 1: Waarom kunt u mevrouw Groeneveld niet gewoon haar geld terugbetalen?

Nadere informatie

Manifest van Maastricht: experiment voor het reguleren van de teelt en handel van softdrugs

Manifest van Maastricht: experiment voor het reguleren van de teelt en handel van softdrugs Manifest van Maastricht: experiment voor het reguleren van de teelt en handel van softdrugs Vooraf Dit manifest dient als eerste aanzet tot de oplossing van de problemen die veroorzaakt worden door de

Nadere informatie

Beoordeling. h2>klacht

Beoordeling. h2>klacht Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt er in vervolg op zijn bij de Nationale ombudsman op 5 februari 2008 ingediende klacht over dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) Rotterdam in het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 27 859 Modernisering Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA) Nr. 117 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14 november

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 20 202 24 077 Drugbeleid Nr. 265 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 26

Nadere informatie

Voorwoord. 15 miljoen mensen Op dat hele kleine stukje aarde Die moeten niet t keurslijf in Die laat je in hun waarde

Voorwoord. 15 miljoen mensen Op dat hele kleine stukje aarde Die moeten niet t keurslijf in Die laat je in hun waarde Voorwoord 15 miljoen mensen Op dat hele kleine stukje aarde Die moeten niet t keurslijf in Die laat je in hun waarde Fluitsma & Van Tijn, 2007 Het zijn er inmiddels 16 miljoen en het zullen er ook nog

Nadere informatie

Scenario A. Gereguleerde cannabisketen

Scenario A. Gereguleerde cannabisketen Scenario A Gereguleerde cannabisketen Dit document bevat een beschrijving van een gereguleerde cannabisketen, waarbij de gehele keten van productie tot de levering aan de consument nieuw wordt vormgegeven.

Nadere informatie

Leren parafraseren & synthetiseren

Leren parafraseren & synthetiseren Leren parafraseren & synthetiseren Inhoud 1. Standpunt / conclusie (vs) argumenten / onderzoek 2. Een samenhangend betoog schrijven 3. Verwijzen naar andere auteurs 4. Taal in wetenschappelijke teksten

Nadere informatie

BB/U201600750 Lbr. 16/033

BB/U201600750 Lbr. 16/033 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Modernisering cannabisbeleid uw kenmerk ons kenmerk BB/U201600750 Lbr. 16/033 bijlage(n) 1 datum 11 mei 2016

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 24 077 Drugbeleid Nr. 310 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag,

Nadere informatie

Een wat strenge stem, hij wil graag officiëler klinken dan hij in wezen is.

Een wat strenge stem, hij wil graag officiëler klinken dan hij in wezen is. Een wat strenge stem, hij wil graag officiëler klinken dan hij in wezen is. Goedendag! Als ik even de aandacht mag, ja! Dank u. Dan geef ik nu het woord aan mezelf. Als ik mij eerst eens even mag introduceren.

Nadere informatie

Datum 27 juni 2016 Betreft Medicamenteuze abortus in de vroege fase van de zwangerschap door de huisarts

Datum 27 juni 2016 Betreft Medicamenteuze abortus in de vroege fase van de zwangerschap door de huisarts > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Bijlage(n)

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Sector Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 2511 DP Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den Haag

Nadere informatie

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST

2: vergaderen VASTE VOORZITTER EN NOTULIST 2: vergaderen Als je lid bent van een studentenraad, vergader je vaak. Je hebt vergaderen met de studentenraad, maar ook vergaderingen met het College van Bestuur en de Ondernemingsraad (OR). Gemiddeld

Nadere informatie

Les 3 - maandag 3 januari 2014 - De Wilgenstam kleutergroep van meester Jasper

Les 3 - maandag 3 januari 2014 - De Wilgenstam kleutergroep van meester Jasper Les 3 - maandag 3 januari 2014 - De Wilgenstam kleutergroep van meester Jasper Het lampje is aan, dat betekent dat we gaan filosoferen. Isa-Noa vertlede in de eerste les dat zij lippenstift en badeendjes

Nadere informatie

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid BESLUITENLIJST Voorronde Open Huis Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid Aanwezig: Voorzitter: dhr. J. Buzepol Locogriffier: mw. A. van Wees (locogriffier) Leden:

Nadere informatie

Bestuursvoorstel: B&W Registratienr: [ 38264] Onderwerp: Brief Ministers inzake drugsbeleid

Bestuursvoorstel: B&W Registratienr: [ 38264] Onderwerp: Brief Ministers inzake drugsbeleid COMMISSIESTUK Onderwerp: Brief Ministers inzake drugsbeleid Besluit college d.d.: 1. Kennis nemen van de brief van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG 1 > Retouradres Postbus 20301 2500 EH Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH Den

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief Nr. :

Raadsinformatiebrief Nr. : Raadsinformatiebrief Nr. : Reg.nr. : 10.1295 B&W verg. : 21 december 2010 Onderwerp: B5 Taskforce 1) Status In het licht van onze actieve informatieplicht informeren wij U over de stand van zaken met betrekking

Nadere informatie

Hoe kwamen de wiebelige feiten uit het wietbeleid tot stand? En wat zeggen de feiten echt?

Hoe kwamen de wiebelige feiten uit het wietbeleid tot stand? En wat zeggen de feiten echt? NRC - 11 april 2015 Wietonderzoek? Ongefundeerd Onderzoek naar wiet Beleidsonderzoek gaat nogal eens een eigen leven leiden. Zeker als het gaat om onderzoek naar wiet. Feiten worden verdraaid en rapporten

Nadere informatie

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een met naam genoemde verzekeringsarts van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen te Heerlen (UWV) bij het vaststellen van de belastbaarheid

Nadere informatie

De wietpas en het sociaal clubmodel

De wietpas en het sociaal clubmodel Dewietpasenhetsociaalclubmodel Dewietpasenhetsociaalclubmodel MeningenenverwachtingenvancoffeeshopbezoekersinUtrecht MarijeWouters&DirkJ.Korf M.m.v.ShimaAsadi,CeciliaLe&SarsaniSchenk DitonderzoekisuitgevoerdinopdrachtvandeGG&GDvandegemeenteUtrecht.

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021

Rapport. Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021 Rapport Rapport over een klacht over de Sociale Verzekeringsbank te Zaanstad. Datum: 5 februari 2015 Rapportnummer: 2015/021 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat de Sociale Verzekeringsbank (SVB) is

Nadere informatie

ONAFHANKELIJKE COMMISSIE EXPERIMENT GESLOTEN COFFEESHOPKETEN

ONAFHANKELIJKE COMMISSIE EXPERIMENT GESLOTEN COFFEESHOPKETEN ONAFHANKELIJKE COMMISSIE EXPERIMENT GESLOTEN COFFEESHOPKETEN INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE p. 2 INLEIDING p. 3 OPDRACHT COMMISSIE EXPERIMENT GESLOTEN COFFEESHOPKETEN p. 5 SELECTIE GEMEENTEN p. 6 DEELNEMENDE

Nadere informatie