Document: rekenen in de vaklessen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Document: rekenen in de vaklessen"

Transcriptie

1 Document: rekenen in de vaklessen Rekenen in de vaklessen Pagina 1

2 Voorwoord Voor u ligt het basisdocument dat gaat over het rekenen in de vak lessen. Nog te vaak worden verschillende domeinen binnen het gebied van rekenen op verschillende manieren aangeboden. Met dit document gaan we de verwarring bij leerlingen wegnemen door allemaal op dezelfde manier te werk te gaan. Inhoudsopgave Voorwoord... 2 Inhoudsopgave... 2 Referentieniveaus rekenen... 3 Domeinen... 3 Rekentoets... 4 Afspraken bijeenkomst juli Rekenproblemen... 5 Afronden... 6 Breuken... 7 Evenwijdig of parallel... 8 Kleiner dan; Groter dan?... 9 Lineair verband Loodrecht Metriek stelsel Oppervlakte en omtrek berekeningen van eenvoudige meetkundige vormen Procenten Rekenregels Verhoudingstabel Vermenigvuldigen en tafels Wetenschappelijke notatie Bronnen Rekenen in de vaklessen Pagina 2

3 Referentieniveaus rekenen Op 1 augustus 2010 trad de wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen in werking. Het belangrijkste doel van de wet is om het niveau van taal en rekenen te verhogen. De referentieniveaus beschrijven wat de leerlingen aan het einde van een schooltype moeten kennen en kunnen op het gebied van rekenen en taal. Hierdoor wordt ook de aansluiting tussen de verschillende sectoren bevorderd. Met het formuleren van de referentieniveaus voor het domein rekenen is helder in kaart gebracht wat leerlingen in het po, vo en mbo moeten kennen en kunnen op het gebied van rekenen. Er zijn van elkaar te onderscheiden kwaliteiten beschreven. De fundamentele kwaliteiten richten zich op basale kennis en inzichten en zijn gericht op een meer toepassingsgerichte benadering van rekenen. De streefkwaliteiten bereiden al voor op de meer abstracte wiskunde. Er zijn voor rekenen voor zowel de fundamentele als streefkwaliteit drie niveaus beschreven (1F t/m 3F en 1S t/m 3S). Bij rekenen is er, in tegenstelling tot taal, geen invulling gegeven aan het vierde niveau omdat het dan om wiskunde gaat. Toewijzing van de referentieniveaus rekenen aan de onderwijssectoren: 1F en 1S: primair en speciaal onderwijs 2F: mbo 1, 2, 3 en alle leerwegen van het vmbo 3F: mbo 4, havo, vwo Niveau 2F beschouwen we als het niveau dat alle Nederlanders zouden moeten beheersen om op het gebied van rekenen maatschappelijk goed te kunnen functioneren. Domeinen Binnen het gebied van rekenen zijn er vier domeinen, die samen de relevante inhouden dekken: 1. Getallen 2. Verhoudingen 3. Meten en Meetkunde 4. Verbanden Elk domein is bij rekenen opgebouwd uit de onderdelen: notatie, taal en betekenis, waarbij het gaat om de uitspraak, schrijfwijze en betekenis van getallen, symbolen en relaties en om het gebruik van wiskundetaal; met elkaar in verband brengen, waarbij het gaat om het verband tussen begrippen, notaties, getallen en dagelijks spraakgebruik; gebruiken, waarbij het gaat om rekenvaardigheden in te zetten bij het oplossen van problemen. Rekenen in de vaklessen Pagina 3

4 Elk van deze onderdelen is opgebouwd uit drie typen kennis en vaardigheden. Die zijn als volgt te karakteriseren: paraat hebben: kennis van feiten en begrippen, reproduceren, routines, technieken; functioneel gebruiken: kennis van een goede probleemaanpak, het toepassen, het gebruiken binnen en buiten het schoolvak; weten waarom: begrijpen en verklaren van concepten en methoden, formaliseren, abstraheren en generaliseren, blijk geven van overzicht. Rekentoets Voor alle leerlingen in het voortgezet onderwijs komt er vanaf schooljaar een rekentoets als onderdeel van het eindexamen. De rekentoets geldt voor alle leerlingen ongeacht het feit of ze wiskunde in hun pakket hebben of niet. Daarmee bestaat het eindexamen vanaf schooljaar uit een centraal examen en/of schoolexamen per vak en een rekentoets. De bedoeling van deze rekentoets is: Het borgen van een basisniveau rekenvaardigheden voor alle leerlingen. Het informeren van vervolgopleidingen over de mate waarin een leerling de rekendoelen uit het referentiekader beheerst. Het bieden van een uniform instrument voor meting van beheersing van rekenvaardigheden, zodat onder meer verhoging van het algemene rekenniveau over de jaren gemonitord kan worden. Voor het vmbo is referentieniveau 2F het uitgangspunt voor de rekentoets, voor havo/vwo is dat 3F. Hoe de rekentoets er uit gaat zien, is nu nog niet bekend. Zo moet nog een beslissing worden genomen over het gebruik van de rekenmachine en over de verhouding tussen opgaven die met en die zonder rekenmachine gemaakt mogen worden. Definitieve beslissingen over de examinering van rekenen worden pas genomen op het moment dat dit op een verantwoorde manier kan. Zo is bijvoorbeeld nog niet besloten hoe de rekentoets mee gaat tellen in de uitslagregeling. Op basis van onderzoeken en proeftoetsen wordt in de loop van schooljaar bepaald welke regels gaan gelden voor afname, herkansingen en uitslagregeling. Afspraken bijeenkomst juli 2011 Onderzoek toont aan dat VMBO leerlingen gebaat zijn bij een eenduidige terminologie waar het de uitleg van basisvaardigheden taal en rekenen betreft. Ook zijn zij, vooral waar het rekenen betreft, gebaat bij een eenduidige, schoolbreed gedragen aanpak van rekenproblemen. Rekenproblemen komen voor bij een tal van vakken, waaronder wiskunde, mens & maatschappij, biologie, mens & natuur (NASK in de bovenbouw), groene economie en bij alle praktijkvakken als groene techniek, voeding & gezondheid, groen & recreatie, etc. De eerste stap om tot eenduidigheid te komen is het opstellen van een gezamenlijk document, waarmee de docenten van de verschillende vakken afspreken welke oplossingstactiek men in eerste instantie in de klas hanteert. Wanneer een leerling die zwak Rekenen in de vaklessen Pagina 4

5 is in rekenen er met deze tactiek niet uitkomt, kan worden ingezoomd op een strategie die beter past bij deze individuele leerling. In dit hoofdstuk treft u de door de voortrekkers basisvaardigheden taal en rekenen en de zorg coördinator/onderbouw coördinator van AOC Friesland VMBO Groen Leeuwarden en de projectleider taal en rekenen van AOC Friesland gemaakte afspraken aan die betrekking hebben tot dit document. Daarbij aanwezig waren Michiel Veenstra, Peter Wijnja, Anja Biemans en Heleentje Swart. Gemaakte afspraken voor dit document: Peter maakt voor oktober 2011 een basisdocument om op eenduidige manier tot aanbod van procenten, metrieke stelsel, inhoudsmaten, breuken, etc. te komen op de locatie. Tot de kerst wordt dit document gebruikt door de wiskundedocenten, de economiedocent en een docent bio of NASK OB en een docent bio of NASK BB Voor de kerstvakantie wordt dit document geëvalueerd en eventueel bijgesteld. Na de kerst werken alle economie, NASK, M&M, biologie en wiskundedocenten met dit document Half april komt er een 2 e evaluatie en wordt het document eventueel verder verfijnd. Voorwaarde voor het slagen van onze ambitie om rekenproblemen eenduidig en schoolbreed op te pakken is dat alle betrokken docenten zich committeren aan dit document. Ook docenten die in de stamgroep werken moeten op zijn minst op de hoogte zijn van dit document. Leerlingen moeten gaan herkennen dat docenten rekenproblemen eenduidig uitleggen en schoolbreed dezelfde woorden gebruiken voor hetzelfde probleem. Rekenproblemen Omdat er binnen de domeinen (Getallen, Verhoudingen, Meten en Meetkunde en Verbanden) sprake is van overlapping worden de domeinen niet apart belicht, de komende paragrafen kunnen op elk domein van toepassing zijn. De paragrafen worden in alfabetische volgorde aangeboden zodat deze eenvoudig op te halen zijn. Elke paragraaf is dusdanig opgezet en aangeboden vanuit de gedachte van de voortrekker. Rekenen in de vaklessen Pagina 5

6 Afronden Betekenis: het afronden van een getal is het verminderen van het aantal significante cijfers. Afronden wordt meestal direct na de breuken en kommagetallen besproken. Van de leerlingen wordt verwacht dat zij moeten: - Kunnen afronden op een heel getal; - Kunnen afronden op één of meer cijfers achter de komma. Er zijn verschillende vormen van afronden afhankelijk van de situatie: Afronden naar het gevraagde aantal decimalen of cijfers achter de komma (veel gebruikt bij opgaven in het boek en in toetsen) Afronden in logische situaties Afronden naar het gevraagde aantal decimalen. In dit geval moet de leerling weten: aantal decimalen = aantal cijfers achter de komma. Als voorbeeld gebruik ik het getal π (soms geschreven als pi). Het getal π is niet te schrijven als breuk van twee hele getallen en heeft een oneindig aantal cijfers achter de komma. π = 3, Wanneer een leerling moet afronden op x decimalen, moet de leerling kijken naar decimaal x+1. Er zijn twee mogelijkheden: Het cijfer x wordt één groter: Is dit cijfer x+1 5 (5, 6, 7, 8, 9), dan wordt het cijfer x 1 groter; Het cijfer x blijft gelijk: is het cijfer x+1 < 5 (0, 1, 2, 3, 4), het cijfer blijft gelijk. Toepassen π (3, ) afronden op: - 2 cijfers achter de komma: 3,14 (want op de 4 volgt een 1, 1<5 dus 4 blijft gelijk) - 3 cijfers achter de komma: 3,142 (want op de 1 volgt een 5, 5 5 dus de 1 verhogen tot 2) - 4 cijfers achter de komma: 3,1416 (want op de 5 volgt een 9, 9 5 dus de 5 verhogen tot 6) - 5 cijfers achter de komma:3,14159 (want op de 9 volgt een 2, 2<5 dus 2 blijft gelijk) Afronden in logische situaties Afhankelijk van de situatie kan ook worden afgerond. Wanneer 170 personen vervoerd moeten worden met bussen van 50 personen en de vraag is: hoeveel bussen moeten worden besteld? Antwoord: bussen. 3,4 bussen kun je niet bestellen, afronden naar boven is hier gewenst. Bij het bepalen van de maximale dosis geneesmiddel is afronden naar onder gewenst. Rekenen in de vaklessen Pagina 6

7 Breuken Een breuk is een getal dat kleiner is dan 1. Een breuk bestaat uit twee getallen met een breukstreep ertussen, zoals 4 1. Het getal boven de breukstreep heet teller en het getal onder de breukstreep heet noemer. De teller (1) geeft aan hoeveel delen er zijn. De noemer (4) is de naam van de breuk. De noemer vertelt je in hoeveel delen je het geheel kunt verdelen. Hoe groter de noemer, hoe kleiner de breuk. Hoe kleiner de noemer, hoe groter de breuk. 1 1 is kleiner dan 12 4 Gelijkwaardige breuken Al deze breuken zijn eigenlijk even groot. Je kunt hier het zelfde doen als in een verhoudingstabel: Als je de onderkant 2 x zo groot maakt, moet je dat ook met de bovenkant doen. Of als je de bovenkant 3 x zo groot maakt, moet je dat ook met de onderkant doen. Een breuk vereenvoudigen Soms kun je een grote breuk verkleinen, met een kleinere noemer schrijven. 4 2 deel kun je vereenvoudigen tot deel Vereenvoudigen wil zeggen: de teller en de noemer door hetzelfde getal delen. Ook hier kun je hetzelfde doen als in de verhoudingstabel: als je de bovenkant 2x zo klein maakt, moet je dat ook met de onderkant doen, alleen wanneer je hele getallen als uitkomst krijgt! Gemengde breuken Ook kun je een combinatie tegenkomen van een geheel getal en een breuk. 4 9 Bijvoorbeeld: 3 of 2. Dit noemen we gemengde breuken Van een gemengde breuk kun je een hele breuk maken. Breuken gelijknamig maken Bij optellen en aftrekken van breuken moeten de noemers (onderste getallen) gelijk zijn. Dit noemen we gelijknamig. Je telt op (of trekt af) alleen de tellers, de noemers niet!!!!!!!!!!! Als noemers niet gelijknamig zijn, geef je ze eerst een zelfde naam. Je maakt ze gelijknamig. Dat doe je door de teller en noemer van de eerste breuk te vermenigvuldigen met de noemer van de tweede breuk. De teller en de noemer van de tweede breuk moet je dan vermenigvuldigen met de noemer van de eerste breuk. De waarden veranderen niet (gelijkwaardige breuk), maar wel worden de noemers gelijknamig, zodat je kunt optellen en aftrekken. Rekenen in de vaklessen Pagina 7

8 Evenwijdig of parallel Evenwijdig of parallel is een begrip uit de meetkunde waarmee wordt aangegeven dat twee of meer lijnen overal dezelfde afstand tot elkaar hebben. Zo zijn bijvoorbeeld de zijden van een vierkant, rechthoek en parallellogram twee aan twee evenwijdig. De volgende twee lijnen zijn ook aan elkaar evenwijdig: Evenwijdig en parallel wordt ook veel gebruikt bij lineaire verbanden. Wanneer een formule is gegeven en daarbij een grafiek wordt gemaakt, eventueel met tussenkomst van een tabel, verschijnt een rechte lijn. Wanneer alleen de startwaarde wordt verandert, zal er een evenwijdige lijn onstaan. Rekenen in de vaklessen Pagina 8

9 Kleiner dan; Groter dan? Net als +, -, x en : is ook < en > een wiskundig teken. De tekens < en > worden gebruikt om getallen, als breuken en getallen in de wetenschappelijke notatie, met elkaar te vergelijken. Voorbeeld, vul in < of >: Het teken < staat voor: kleiner dan en het teken > staat voor: groter dan. Het nummer één veelgebruikt ezelsbruggetje hierbij is: < = K van Kleiner dan. > is dus groter dan. Ook wel wordt het volgende, minder bekende, ezelsbruggetje gebruikt: Het antwoord bij het voorbeeld is: (deze zou je kunnen uitschrijven) Rekenen in de vaklessen Pagina 9

10 Verticaal Lineair verband Een lineair verband bestaat uit punten en daar doorheen een rechte lijn. Een formule bij een lineair verband kun je halen uit een tabel en uit een grafiek. Wat heb je nodig bij een grafiek: 1) Woord verticaal = 2) Startwaarde +/- 3) Een hellingsgetal 4) Maal het woord horizontaal Gegeven de volgende grafiek, maak de formule: Horizontal Mijn formule gaat er als volgt uit zien: Woord verticaal = startwaarde +/- hellingsgetal x woord horizontaal De woorden verticaal en horizontaal zijn altijd gegeven, soms zijn het letters! Startwaarde is niet zo moeilijk: waar begint de grafiek. Moeilijker is het hellingsgetal:.om het eenvoudiger te maken heb ik rode cirkels om twee goed af te lezen punten geplaatst, de coördinaten (0,4) en (6,6). Nu ga ik het hellingsgetal bepalen: Invullen geeft de formule: verticaal = 3 + 0,5 x horizontaal De volgende stap is: vervang verticaal door uitkomst en horizontaal door getal. Na geoefend te hebben met woorden ga je over op letters, vervang verticaal door y en horizontaal door x. Rekenen in de vaklessen Pagina 10

11 Wat heb je nodig bij een tabel: 1) Woord onderin de tabel = 2) Startwaarde 3) Een hellingsgetal 4) Maal het woord bovenin de tabel In feite verandert er niet heel veel. We hebben de volgende tabel: Horizontaal Verticaal Mijn formule gaat er als volgt uit zien: Woord onderin = startwaarde +/- hellingsgetal x woord bovenin De woorden onderin en bovenin zijn altijd gegeven, soms zijn het letters! Startwaarde is niet zo moeilijk: waar begint de grafiek, bij de tabel is dat niet anders. Moeilijker is het hellingsgetal: Nu ga ik het hg bepalen: Invullen geeft de formule: verticaal = x hozrizontaal Vooral onthouden voor de leerling: Loodrecht Twee lijnen staan loodrecht op elkaar wanneer ze elkaar snijden onder een hoek van Met loodrecht werd oorspronkelijk de richting van het schietlood aangeduid, nog steeds is dit een goede manier om het begrip loodrecht uit te leggen. In een later stadium moet wel worden uitgelegd dat het alleen gaat om de hoek van 90 0, het meest rechter plaatje maakt dat goed duidelijk. Rekenen in de vaklessen Pagina 11

12 Metriek stelsel Het metrieke stelsel of metrische systeem gebruikt de meter als rekeneenheid voor: a) lengte, b) oppervlakte en c) inhoud. De ervaring is dat de leerlingen in het vmbo dit onderdeel als lastig beschouwen terwijl dit onderwerp voor de (meeste) leerlingen al op de basisschool aan bod is geweest. In het vo is het belangrijk dat de leerlingen de stappen weten van groot naar klein en dat ze weten wat de maten inhouden: km hm dam m dm cm mm Van groot naar klein: Wat houdt het in: een cm is dat stukje van 0-1 op je geodriehoek 10 mm is dat stukje van 0-1 op je geodriehoek, dus een mm is 1/10 van een cm Een dm is dat stuk op je geodriehoek van 7-3 of op je liniaal van 0-10, dus een cm is 1/10 van een dm Een m is ongeveer de lengte van je tafel, dus.. Een dam is dan 10 tafels naast elkaar Een hm is het paaltje langs de weg om de 100 m, een voetbalveld is 100 m lang Een km is 1000 m Nu we weten dat 1 cm gelijk is aan 10 mm, zie voorbeeld geodriehoek, kunnen we de eenheden van stapjes voorzien, immers als 1 cm = 10 mm dan kunnen we een stapje van x 10 maken, dan krijg je: km hm dam m dm cm mm Maar omdat elk stapje gelijk is, kunnen we overal deze stapje plaatsen: km hm dam m dm cm mm Omdat 1 mm gelijk is aan 1/10 van een cm, kunnen we aan de onderkant ook stapjes maken: km hm dam m dm cm mm Rekenen in de vaklessen Pagina 12

13 Maar omdat elk stapje gelijk is, kunnen we ook deze stapjes overal toepassen: km hm dam m dm cm mm Nu is het schema compleet, wat betreft de eenheden! Volgend probleem is het vermenigvuldigen en het delen door 10. Wanneer een heel getal met 10 moet worden vermenigvuldigd weten de leerlingen dat een 0 achter komt, zo is 4 x 10 = 40. Wanneer een kommagetal vermenigvuldigd moet worden met 10 zijn leerlingen geneigd om hier ook een 0 achter te plaatsen, wat er gebeurt is dat de komma een plaats opschuift. Delen door is overigens niet anders! Een handig hulpmiddel hierbij is het volgende: x 10 is een nul erbij of de komma een plaats naar rechts : 10 is een nul eraf of de komma een plaats naar links Einde lengtematen. Wanneer de leerlingen bekend zijn met de eenheden is de brug naar oppervlaktematen minder moeilijk gemaakt. Ook nu gebruik je de stappen van groot naar klein, maar omdat het een oppervlaktemaat betreft zijn de stappen niet x10 en :10 maar x100 en :100. En wat de leerlingen moeten onthouden is het volgende: 1 hm 2 is een ander woord voor hectare, afgekort: ha 1 dam 2 is een ander woord voor centiare, afgekort: ca Km 2 hm 2 dam 2 m 2 dm 2 cm 2 mm 2 En wat de leerlingen moeten onthouden is het volgende: 1 hm 2 is een ander woord voor hectare, afgekort: ha 1 dam 2 is een ander woord voor centiare, afgekort: ca Het handige hulpmiddel kan worden aangepast: x 100 is een nul erbij of de komma twee plaatsen naar rechts : 100 is een nul eraf of de komma twee plaatsen naar links Einde oppervlaktematen. Wanneer de leerlingen bekend zijn met de eenheden en de oppervlaktematen is de brug naar inhouden minder moeilijk gemaakt. Ook nu gebruik je de stappen van groot naar klein, nu zijn de stappen x1000 en :1000. Rekenen in de vaklessen Pagina 13

14 Km 3 hm 3 dam 3 m 3 dm 3 cm 3 mm 3 En wat de leerlingen moeten onthouden is het volgende: 1 liter is een ander woord voor 1 dm 3. Site om mee te oefenen: Oppervlakte en omtrek berekeningen van eenvoudige meetkundige vormen Van de leerlingen wordt verwacht dat ze de oppervlakten kunnen berekenen van de volgende eenvoudige meetkundige vormen: - Vierkant - Rechthoek - Parallellogram - Driehoek - Trapezium - Ruit - Vlieger - Cirkel De omtrek wordt wel telkens genoemd. Vaak wordt het poppetje er bij gehaald die ergens om loopt. Om van omtrek. Een leuke illustratie: De diagonalen zijn buiten beschouwing gelaten. Vierkant Wat is een vierkant? Een vierkant is een figuur met vier gelijke zijden en vier gelijke hoeken. Oppervlakte vierkant = zijde x zijde = 3 x 3 = 9 cm 2 3 cm Omtrek vierkant = 4 x zijde = 4 x 3 = 12 cm 3 cm Extra: Een vierkant is een bijzondere rechthoek: het is een rechthoek waarbij alle zijden even lang zijn. Een vierkant is ook een bijzondere ruit: het is een ruit waarbij alle hoeken gelijk zijn. Rekenen in de vaklessen Pagina 14

15 Een vierkant is tevens een bijzonder parallellogram: het is een parallellogram waarbij de zijden loodrecht op elkaar staan en van gelijke lengte zijn. Rechthoek Wat is een rechthoek? Een rechthoek is een figuur met vier zijden en rechte hoeken tussen elk van de zijden. Twee overliggende zijden zijn altijd even lang. Oppervlakte rechthoek = lengte x breedte = 3 x 4 = 12 cm 2 Of: Oppervlakte rechthoek = basis x hoogte = = 3 x 4 = 12 cm 2 3 cm Omtrek rechthoek = 2 x lengte + 2 x breedte = 2 x x 3 = 14 cm Of korter: Omtrek rechthoek = 2 x (lengte + breedte) = 2 x (4 + 3) = 14 cm 4 cm Extra: Een vierkant is een speciale vorm van een rechthoek waarbij alle zijden even lang zijn. Parallellogram Wat is een parallellogram? Een parallellogram is een vierhoek met twee paren van evenwijdige zijden en twee paren gelijk overstaande hoeken. 3 cm Oppervlakte parallellogram = basis x hoogte = 4 x 3 = 12 cm 2 4 cm De oppervlakte van een rechthoek is op dezelfde manier uit te rekenen en geniet de voorkeur. Dat de oppervlakte op de zelfde manier uit is te rekenen is niet zo vreemd, zie het als een stapel boeken die je boven iets verschuift, de oppervlakte verandert niet! Omtrek parallellogram = 2 x basis + 2 x schuine zijde = 2 x x 3,2 = 14,4 cm Of korter: Omtrek parallellogram = 2 x (basis + schuine zijde) = 2 x (4 + 3,2) = 14,4 cm Extra: Een rechthoek is een parallellogram met rechte hoeken. Een vierkant is een parallellogram met rechte hoeken en alle vier zijden van dezelfde lengte. Een ruit is een parallellogram met alle vier zijden van dezelfde lengte. Rekenen in de vaklessen Pagina 15

16 Driehoek Wat is een driehoek? Een driehoek is een figuur die ontstaat door 3 punten, die niet op een rechte lijn liggen, met elkaar te verbinden. Er zijn verschillende soorten driehoeken: Indeling op basis van hoeken: Stompe rechthoek: alle hoeken zijn kleiner dan 90 0 Rechthoekige driehoek: één van de hoeken is 90 0 Stompe rechthoek: één van de hoeken is groter dan 90 0 Indeling op basis van zijden: Gelijkzijdige driehoek: alle zijden zijn even lang en elke hoek is 60 0 Gelijkbenige driehoek: twee gelijke zijden en twee gelijke hoeken Ongelijkzijdige driehoek: geen gelijke zijden en gelijke hoeken Oppervlakte driehoek een driehoek is net zo groot als een halve rechthoek 3 cm 4 cm Oppervlakte driehoek = basis x hoogte : 2 = 4 x 3 : 2 = 6 cm 2 (denk erom dat de hoogte loodrecht op de basis staat om fouten te voorkomen) Omtrek driehoek = tel de 3 zijden bij elkaar op Rekenen in de vaklessen Pagina 16

17 Trapezium Wat is een trapezium? Een trapezium is een vierhoek waarbij precies één paar overliggende zijden parallel loopt. Voorbeelden van trapezia: 3 cm 3 cm 4 cm 6 cm 5 cm De kortste evenwijdige zijde noemen we kleine basis (a), de langste evenwijdige basis noemen we grote basis (b) en de hoogte (h) is de afstand tussen de kleine en de grote basis. Omtrek trapezium = tel de vier zijden bij elkaar op. Rekenen in de vaklessen Pagina 17

18 Ruit Wat is een ruit? Een ruit is een vierhoek waarvan de vier zijden gelijk zijn, de tegenoverliggende hoeken zijn ook gelijk. Bij een gewone ruit zijn twee overstaande hoeken scherp, de andere twee zijn stomp. 3 cm 7 cm Vlieger Wat is een vlieger? Een vlieger is een vierhoek waarbij de aanliggende zijden twee aan twee gelijk zijn en waarbij precies twee overstaande hoeken gelijk zijn. 7 cm 4,5 cm Rekenen in de vaklessen Pagina 18

19 Cirkel Wat is een cirkel? Een cirkel is een figuur die wordt gevormd door alle punten die dezelfde afstand tot het middelpunt (m) hebben. Voor het uitrekenen van de oppervlakte en omtrek van een cirkel krijg je te maken met de volgende termen: Diameter van een cirkel (d) Straal van een cirkel (r) En het getal π Oppervlakte cirkel = π x straal 2 Omtrek cirkel = π x diameter Op het examen krijgen de leerlingen de formules op het formuleblad, belangrijk is dus dat de leerlingen oefenen en dus leren omgaan met de formules. Een leuke site over vierhoeken: Procenten Het onderwerp Procenten wordt veelal direct na het onderwerp Breuken besproken. Een procent is eigenlijk een speciale breuk. Het komt uit het Latijn. Pro cent betekent letterlijk: van de 100 (één honderdste) Het teken voor procent is % 1 procent betekent dus: 1 van de 100 = 1%, wiskundig: 2 procent betekent dus: 2 van de 100 = 2%, wiskundig: 10 procent betekent dus: 10 van de 100 = 10%, wiskundig: 100 procent betekent dus: 100 van de 100 = 100%, wiskundig: (alles) 50 procent betekent dus: 50 van de 100 = 50% wiskundig: (de helft) 25 procent betekent dus: 25 van de 100 = 25% wiskundig: (een kwart) Rekenen in de vaklessen Pagina 19

20 Wanneer de procenten als hierboven worden aangeboden kunnen ze eenvoudig worden toegepast bij geld en aantallen. Ook kan de leerling zo een breuk omzetten in een percentage en omgekeerd. Vraag: Wat is 1% van 2500? 1% betekent:, dus Vraag: Je koopt een broek van 140,- en bij de kassa staat een bordje met: 25% korting op het hele assortiment! Hoeveel korting (in geld) krijg je? 25% betekent:, dus je korting is: Wanneer de vraag is: wat moet je dan betalen? Haal de korting (in geld) van de oorspronkelijke prijs af (beginner). Bereken hoeveel procent je moet betalen, 75% dus (gevorderde). Een andere context Wanneer de vraag is: je koopt een trui van 80, - en bij de kassa betaal je 70,-, hoeveel procent moet je betalen? Ook dan kun je de regels als hierboven toepassen: Je betaalt: 70 van de 80, wiskundig:, dus Wanneer de vraag is: hoeveel procent korting heb je gekregen? 80,- is het hele bedrag dus 100%, 70,- is 87,5%. Dan is de korting: 100%-87,5% = 12,5% (beginner) 10,- is de korting, dus (gevorderd) Vraag: Het ledenaantal van een vereniging stijgt van 80 naar 116. Met hoeveel procent stijgt het ledenaantal? Het ledenaantal stijgt met = van de 80, wiskundig: Applet procentenstrook: Rekenen in de vaklessen Pagina 20

21 Procenten terugrekenen De meeste leerlingen, vooral in de bovenbouw, begrijpen tot nu toe het toepassen van de regels. Het wordt moeilijk wanneer bijvoorbeeld een prijs of aantal inclusief een percentage wordt gegeven en dit percentage er af wordt gehaald. Ik licht dit toe met een paar voorbeelden. Vb1: een mobiel kost incl. 19% BTW 145,- Vraag: wat kost het mobieltje zonder 19% BTW? Vb2: personenauto`s hebben in 2011 gem. 15,5 duizend km afgelegd. Dat is 2,8% meer dan in Vraag: hoeveel km werd er in 2010 afgelegd? In deze gevallen geniet, wanneer het percentage is meegenomen, de verhoudingstabel de voorkeur omdat je dmv een verhaal de gegevens in de tabel kunt zetten. Vb1: de mobiel kost 145,-, dit is 119%; wat is dan 100%? in de verhoudingstabel: Prijs mobiel 145 1,22 121,85 percentage Vb2: dus tov 2010 is er 2,8% meer gereden, dus in 2011 is er 102,8% gereden. In de verhoudingstabel: afstand percentage 102, Rekenen in de vaklessen Pagina 21

22 Rekenregels Er zijn vier belangrijke rekenregels: 1. Haakjes 2. Kwadrateren en Worteltrekken 3. Vermenigvuldigen en Delen 4. Optellen en Aftrekken Bewerkingen die in de lijst op gelijke hoogte staan, zoals optellen en aftrekken, zijn gelijkwaardig. Gelijkwaardige bewerkingen worden van links naar rechts uitgevoerd. Een veelgebruikt ezelsbruggetje hierbij is: Hoe Komen Wij Van De Onvoldoendes Af? Wanneer de leerlingen iets verder zijn kan Komen vervangen worden door Moeten want de officiële versie is: Hoe Moeten Wij Van De Onvoldoendes Afkomen?, voor de onderbouw kan dit te moeilijk zijn omdat zij nog niet in aanraking zijn geweest met machtsverheffen in het algemeen. De rekenregels zijn dan: 1. Haakjes 2. Machtsverheffen en Worteltrekken 3. Vermenigvuldigen en Delen 4. Optellen en Aftrekken Een applet waarmee kan worden geoefend: enregels-1.nl Verhoudingstabel De verhoudingstabel is een hulpmiddel bij het rekenen met verhoudingen. De verhoudingstabel helpt bij het denken in verhoudingen en bij het structureren van een probleem. De verhoudingstabel geeft ook steun en overzicht bij de berekeningen. Leerlingen hebben in de basisschool al met verhoudingstabellen gewerkt. In de brugklas wordt het werken met deze tabellen herhaald. Doelen De leerlingen moeten berekeningen kunnen maken met een verhoudingstabel waarbij ze de volgende bewerkingen toepassen: van boven naar beneden met een vast getal vermenigvuldigen; kolommen met eenzelfde getal vermenigvuldigen; kolommen door eenzelfde getal delen; terug rekenen naar 1. Rekenen in de vaklessen Pagina 22

23 De leerlingen moeten verhoudingstabellen kunnen toepassen in contexten. Hierbij zijn twee soorten opgaven te onderscheiden: Opgaven van het type a : b = c :? of a :? = c : d. Bijvoorbeeld: 5 repen kosten 2,00. Wat kosten 2 repen? Opgaven van het type a : b? c : d. Bijvoorbeeld: Van merk A kosten 5 repen 3,00. Van merk B kosten 6 repen 3,50. Welk merk is voordeliger? De leerlingen moeten verhoudingstabellen kunnen gebruiken bij andere onderwerpen: bij het werken met schaaltekeningen; bij berekeningen met procenten (niet in de reguliere brugklas-stof). Beginsituatie Voordat we starten met de verhoudingstabel is het handig om de leerlingen problemen voor te schotelen die zonder de verhoudingstabel opgelost kan worden: a) Omrekenen van een recept naar een recept voor meer personen. b) Schatten van een bedrag voor een aantal gegeven boodschappen. Er zitten boodschappen bij waarvan de prijs per kilo bekend is maar waarvan een ander gewicht is gekocht. (Bijvoorbeeld 1,5 kilo kaas van 7,50 per kilo). c) Laat berekenen wat een zakje drop kost. 1 kilo drop kost... Je schept zelf een zakje vol. In het zakje kan... gram. Hoeveel moet je betalen? Vervolg Als de leerling eenmaal in de gaten heeft dat we te maken hebben met een verhouding van getallen kan de verhoudingstabel worden geïntroduceerd. De voorkeur van gebruik gaat eerst uit naar recepten omdat dit zeer concreet is voor de leerling. Recept Aantal personen Macaroni (gr) 500 Tomatenpuree (ml) 60 Kruiden (gr) 7 Wanneer je weet hoeveel van de ingrediënten je nodig voor één persoon is het niet moeilijk te berekenen wat je nodig hebt voor bijvoorbeeld 7 personen. Rekenen in de vaklessen Pagina 23

24 Vervolgens kan de stap worden gemaakt naar andere contexten, belangrijk is wel dat de leerling eerst alle gegevens verwerkt in de tabel, dus beginsituatie kolom overslaan eindsituatie, als volgt geïllustreerd: Voor het reinigen van een terras gebruik je 40ml algendoder voor 15m 2. Hoeveel ml algendoder heb je nodig voor 22,5m 2? Verwerken van de gegevens: Algendoder (ml) 40 Terras (m 2 ) 15 22,5 Nu zijn alle gegevens in de tekst verwerkt, duidelijk is nu in te zien dat de leerling eerst het terras moet terugbrengen naar 1m 2 en dan naar 22,5m 2, want als je weet hoeveel algendoder je nodig hebt voor 1m 2, dan kun je eenvoudig berekenen hoeveel algendoder nodig hebt voor alle m 2`s. Algendoder (ml) 40 Terras (m 2 ) ,5 :15 x 22,5 Leerlingenfouten Het is de leerling niet duidelijk welke bewerkingen in een verhoudingstabel zijn toegestaan. Oplossingen: o Benadruk de context. Let erop dat deze ook steeds bij de tabel vermeld staat. Dus 'Als ik twee keer zoveel kaas koop, moet ik ook twee keer zoveel betalen' is beter dan 'Je moet boven én onder met 2 vermenigvuldigen'. o Overdrijf: 'Als 1 cd 20,- kost, dan kosten 2 cd's niet 21,-'. o Geef voorbeelden en laat de leerling ook zelf voorbeelden geven van tabellen die wel/niet een verhoudingstabel zijn. De leerling kan niet overweg met breuken of kommagetallen. Oplossingen: o Besteed apart aandacht aan deze onderwerpen. o Laat de leerling voorlopig eerst werken met verhoudingstabellen met gehele getallen. Applet met de verhoudingstabel: Rekenen in de vaklessen Pagina 24

25 Vermenigvuldigen en tafels Voor het gebruik van de tafels kunnen we kort zijn: deze moeten zijn geautomatiseerd tijdens de basisschool. Zeer belangrijk is dat een leerling weet dat 5 x 3 inhoudt: Maar ook: 12 x 5 = 10 x x 5 Tijdens de begeleidingsuren en gedurende de schooltijd op het AOC worden er door diverse leraren gebruik gemaakt van rekenbingo. Dit is een tool om op een leuke en uitdagende manier de tafels te oefenen. Het gaat als volgt: 1. Je laat de leerlingen een paar tafels opschrijven, bijvoorbeeld de tafel van 5, 7, 9 en 11 (dan ben je al snel 20 min verder). 2. Je laat ze 25 hokjes maken, 5 x 5 dus, gebruik wiskundepapier, 3. Vervolgens laat je ze uit de uitkomsten van de tafels, 25 getallen halen die ze in de 25 hokjes zetten, willekeurig en niet dubbele getallen, 4. En dan start je met een tafelvraag, bijv. 7x7, vervolgens 8x11 etc. De leerlingen kruisen dan een hokje aan. Bingo is wanneer ze een rijtje horizontaal, verticaal of diagonaal hebben of wanneer de kaart vol is. Hebben ze onterecht bingo kun je ze een liedje laten zingen. Uiteraard is deze spelvorm ook anders te gebruiken door er rekenbingo van te maken, je laat de leerlingen bijvoorbeeld in een 5x5 veld getallen opschrijven tussen de 50 en 100. Getallen boven de 100. Met de tafels tot en met 10 zijn we getallen tegengekomen tot en met 100. Boven de 100 worden de getallen langer, het rekenen wordt niet heel veel moeilijker wanneer je de tafels goed beheerst. Zoals we de getallen 1-99 zijn tegengekomen, zo zijn er ook getallen van Na 199 komt 200, het getal 200 maakt duidelijk dat het gaat om tweemaal honderd (2 x 100). Wanneer je gaat vermenigvuldigen met grotere getallen (boven de 10) dan is het belangrijk dat de leerlingen ook goed kunnen optellen. Meestal zijn er verschillende manieren om een goede optelling te maken: = = = 110. Dus eerst de eenheden optellen, dan de tientallen. Je kunt ook zeggen: 98 is bijna 100, namelijk 2 minder; = 110. Wil je 9 vermenigvuldigen met 12, dan maak je twee vermenigvuldigingen, namelijk: 9 x 10 en 9 x 2. Bij zulke kleine vermenigvuldigingen kun je nog wel zien hoe zo`n vermenigvuldiging in elkaar zit. Denk wel om de optelling! Gaan de leerlingen vermenigvuldigen met grotere getallen dan is het verstandig om de getallen onder elkaar te zetten, natuurlijk de kleinste onder! Rekenen in de vaklessen Pagina 25

26 Wetenschappelijke notatie De wetenschappelijke notatie is een manier om zeer grote of zeer kleine getallen weer te geven als een aantal malen een gehele macht van 10. De wetenschappelijke notatie heeft diverse voordelen boven de "gewone" notatie: zeer grote of zeer kleine getallen kunnen (bij benadering) worden weergegeven met gebruikmaking van veel minder cijfers zeer grote of zeer kleine getallen zijn als gevolg daarvan veel makkelijker vergelijkbaar, door simpelweg naar de grootte van de exponent te kijken bewerkingen als optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen zijn in het geval van zeer grote of zeer kleine getallen veel gemakkelijker uit het hoofd uit te voeren (waarbij de uitkomst dan meestal "ongeveer" wordt uitgerekend) als deze getallen in de wetenschappelijke notatie staan. Door bovenstaande voordelen op te noemen begrijpt de leerling enigszins de zin van het gebruik. Hieruit bestaat de wetenschappelijke notatie: t Een getal x 10 (tussen 1-10) (tot de macht.) Uit 3 delen dus. Getallen >1 300 kun je schrijven als: 3 x kun je schrijven als: 2 x kun je schrijven als: 3,2 x 10 7 (elke keer: (getal tussen 1-10) - (x 10) (tot de macht.)) Getallen <1 0,002 kun je schrijven als: 2 x , kun je schrijven als: 7,5 x 10-9 Een mooi trucje is het tellen van de komma`s. Op de rekenmachine: Toets in: 0, =ENG Rekenen in de vaklessen Pagina 26

27 Bronnen Doorlopende leerlijnen taal en rekenen, URL bezocht op Freudenthal Instituut Universiteit Utrecht (fi.uu), URL bezocht op Kennisbank wiskunde, URL bezocht op Beek, Carina ter, (2006) rekenen wiskunde. Harcourt (ISBN ) Craats, J van der & Bosch, R (2007) basisboek rekenen. Pearson (ISBN ) Rekenen in de vaklessen Pagina 27

Domeinbeschrijving rekenen

Domeinbeschrijving rekenen Domeinbeschrijving rekenen Discussiestuk ten dienste van de Expertgroep Doorlopende Leerlijnen Rekenen en Taal auteur: Jan van de Craats 11 december 2007 Inleiding Dit document bevat een beschrijving van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen

Nadere informatie

0,6 = 6 / 10 0,36 = 36 / 100 0,05 = 5 /100 2,02 = 2 gehelen en 2 / 100

0,6 = 6 / 10 0,36 = 36 / 100 0,05 = 5 /100 2,02 = 2 gehelen en 2 / 100 Breuken 8 teller breukstreep 9 noemer Breukvorm - kommagetal 0,6 6 / 10 0,36 36 / 100 0,05 5 /100 2,02 2 gehelen en 2 / 100 Breuken en gehelen 1) Hoeveel keer gaat de noemer in de teller? 2) Hoeveel is

Nadere informatie

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen Referentieniveaus uitgelegd De beschrijvingen zijn gebaseerd op het Referentiekader taal en rekenen'. In 'Referentieniveaus uitgelegd' zijn de niveaus voor de verschillende sectoren goed zichtbaar. Door

Nadere informatie

SAMENVATTING BASIS & KADER

SAMENVATTING BASIS & KADER SAMENVATTING BASIS & KADER Afronden Hoe je moet afronden hangt af van de situatie. Geldbedragen rond je meestal af op twee decimalen, 15,375 wordt 15,38. Grote getallen rondje meestal af op duizendtallen,

Nadere informatie

Domein A: Inzicht en handelen

Domein A: Inzicht en handelen Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Preambule Domein A is een overkoepeld domein dat altijd in combinatie met de andere domeinen wordt toegepast (of getoetst). In domein A wordt benoemd: Vaktaal: het

Nadere informatie

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Domein A: Inzicht en handelen Subdomein A1: Vaktaal wiskunde 1. vmbo passende vaktaal voor wiskunde herkennen en gebruiken voor het ordenen van het eigen denken

Nadere informatie

Onthoudboekje rekenen

Onthoudboekje rekenen Onthoudboekje rekenen Inhoud 1. Hoofdrekenen: natuurlijke getallen tot 100 000 Optellen (p. 4) Aftrekken (p. 4) Vermenigvuldigen (p. 5) Delen (p. 5) Deling met rest (p. 6) 2. Hoofdrekenen: kommagetallen

Nadere informatie

Niveauproef wiskunde voor AAV

Niveauproef wiskunde voor AAV Niveauproef wiskunde voor AAV Waarom? Voor wiskunde zijn er in AAV 3 modules: je legt een niveauproef af, zodat je op het juiste niveau kan starten. Er is de basismodule voor wie de rekenvaardigheden moet

Nadere informatie

2A LEERLIJN. leerjaar 1. tellen. optellen en aftrekken GROEPEREN VERMENIGVULDIGEN EN DELEN. plaats en waarde. handig rekenen 1 ORDENEN EN UITSPREKEN

2A LEERLIJN. leerjaar 1. tellen. optellen en aftrekken GROEPEREN VERMENIGVULDIGEN EN DELEN. plaats en waarde. handig rekenen 1 ORDENEN EN UITSPREKEN 2A LEERLIJN leerjaar 1. 1. tellen 1.1 Tellen in groepjes 1.2 Vooruittellen en terugtellen 7. optellen en aftrekken 7.1 Optellen 7.2 Aftrekken 2. GROEPEREN 2.1 Groeperen en inwisselen 2.2 Springen met grotere

Nadere informatie

1.Tijdsduur. maanden:

1.Tijdsduur. maanden: 1.Tijdsduur 1 etmaal = 24 uur 1 uur = 60 minuten 1 minuut = 60 seconden 1 uur = 3600 seconden 1 jaar = 12 maanden 1 jaar = 52 weken 1 jaar = 365 (of 366 in schrikkeljaar) dagen 1 jaar = 4 kwartalen 1 kwartaal

Nadere informatie

Hoe is SmartRekenen opgebouwd?

Hoe is SmartRekenen opgebouwd? Hoe is SmartRekenen opgebouwd? Onderstaand figuur toont de opbouw van SmartRekenen: SmartRekenen 1F Instaptoets IT 2A 2F Referentieniveau Deel 1 Deel 3F Deel 2 Hoofdstuk 1 Paragraaf Eindtoets 2 Theorie

Nadere informatie

Verhoudingen. de deel geheel relatie: 4 als 3 van de 4 delen van een geheel ( 4 taart);

Verhoudingen. de deel geheel relatie: 4 als 3 van de 4 delen van een geheel ( 4 taart); De operationalisering voor Verhoudingen Uit: Over de drempels met rekenen, Consolideren, onderhouden, gebruiken en verdiepen (zie voor het hele hoofdstuk en rapport: www.taalenrekenen.nl) Verhoudingen

Nadere informatie

Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE

Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE 1. Inleiding Vanaf 1 oktober 2015 gelden nieuwe afspraken omtrent het rekenexamen 3F. De exameneisen

Nadere informatie

PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE. a) Begrippen uit de getallenleer ...

PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE. a) Begrippen uit de getallenleer ... PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE a) Begrippen uit de getallenleer Bewerking optelling aftrekking vermenigvuldiging Symbool deling : kwadratering... machtsverheffing...

Nadere informatie

Download gratis de PowerPoint rekenen domein getallen:

Download gratis de PowerPoint rekenen domein getallen: Getallen Bron: Examenbladmbo.nl, SYLLABUS REKENEN 2F en 3F vo en mbo, Versie mei 2015 Download gratis de PowerPoint rekenen domein getallen: http://nielspicard.nl/download/powerpoint-rekenen-domein-getallen/

Nadere informatie

Tot het onderwijs in het vo horen naast de eerder genoemde getalsoorten ook nog machten, wortels en bijzondere getallen als π.

Tot het onderwijs in het vo horen naast de eerder genoemde getalsoorten ook nog machten, wortels en bijzondere getallen als π. De operationalisering voor Getallen Uit: Over de drempels met rekenen, Consolideren, onderhouden, gebruiken en verdiepen (zie voor het hele hoofdstuk en rapport: www.taalenrekenen.nl) Getallen 7.. Inleiding

Nadere informatie

MNEMOTECHNISCHE MIDDELTJES WISKUNDE. 2de 3de graad

MNEMOTECHNISCHE MIDDELTJES WISKUNDE. 2de 3de graad MNEMOTECHNISCHE MIDDELTJES WISKUNDE 2de 3de graad n.a.v. Personeelsvergadering 25/11/2014 Hoofdrekenen DELEN VAN NATUURLIJKE GETALLEN. Voorbeeld: 7800 : 6 = 1000 300 7800 : 6 = (6000 : 6) + (1800 : 6)

Nadere informatie

Getal en Ruimte wi 1 havo/vwo deel 1 hoofdstuk 4 Didactische analyse door Lennaert van den Brink (1310429)

Getal en Ruimte wi 1 havo/vwo deel 1 hoofdstuk 4 Didactische analyse door Lennaert van den Brink (1310429) Getal en Ruimte wi 1 havo/vwo deel 1 hoofdstuk 4 Didactische analyse door Lennaert van den Brink (1310429) - een lijst met operationele en concrete doelen van de lessenserie, indien mogelijk gerelateerd

Nadere informatie

2 REKENEN MET BREUKEN 3. 2.3 Optellen van breuken 6. 2.5 Aftrekken van breuken 9. 2.7 Vermenigvuldigen van breuken 11. 2.9 Delen van breuken 13

2 REKENEN MET BREUKEN 3. 2.3 Optellen van breuken 6. 2.5 Aftrekken van breuken 9. 2.7 Vermenigvuldigen van breuken 11. 2.9 Delen van breuken 13 REKENEN MET BREUKEN. De breuk. Opgaven. Optellen van breuken 6. Opgaven 8. Aftrekken van breuken 9.6 Opgaven 9.7 Vermenigvuldigen van breuken.8 Opgaven.9 Delen van breuken.0 Opgaven. Een deel van een deel.

Nadere informatie

1.1 Rekenen met letters [1]

1.1 Rekenen met letters [1] 1.1 Rekenen met letters [1] Voorbeeld 1: Een kaars heeft een lengte van 30 centimeter. Per uur brand er 6 centimeter van de kaars op. Hieruit volgt de volgende woordformule: Lengte in cm = -6 aantal branduren

Nadere informatie

Bijlage Wiskunde vmbo

Bijlage Wiskunde vmbo Bijlage Wiskunde vmbo IJking Referentiekader Rekenen versus Examenprogramma's Victor Schmidt April 2010 Verantwoording 2010 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: Meetkunde

Hoofdstuk 4: Meetkunde Hoofdstuk 4: Meetkunde Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Meetkunde Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen Assenstelsel Lineair

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 6 AFRONDEN Inleiding Cijfers Verstandig afronden 48 BLZ

INHOUDSOPGAVE. HOOFDSTUK 6 AFRONDEN Inleiding Cijfers Verstandig afronden 48 BLZ INHOUDSOPGAVE BLZ HOOFDSTUK 1 DOMEIN A: GETALLEN 15 1.1. Inleiding 15 1.2. Cijfers en getallen 15 1.3. Gebroken getallen 16 1.4. Negatieve getallen 17 1.5. Symbolen en vergelijken van getallen 19 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters

Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters Maerlant College Brielle 5 oktober 2009 c Swier Garst - RGO Middelharnis 2 Inhoudsopgave Rekenen met gehele getallen 7. De gehele getallen.....................................

Nadere informatie

1BK2 1BK6 1BK7 1BK9 2BK1

1BK2 1BK6 1BK7 1BK9 2BK1 Kern Subkern Leerdoel niveau BK begrippen vmbo waar in bettermarks 1.1.1. Je gebruikt positieve en negatieve getallen, breuken en decimale getallen in hun onderlinge samenhang en je ligt deze toe binnen

Nadere informatie

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen Samenvatting door een scholier 2378 woorden 4 juni 2005 5,1 222 keer beoordeeld Vak Wiskunde Gelijkvormigheid Bij vergroten of verkleinen van een figuur worden

Nadere informatie

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Rekenen: een hele opgave, deel 2 Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN 978 90 557 4642 2): Joep van Vugt Anneke Wösten Handig optellen; tribunesom* Bij optellen van bijna ronde getallen zoals 39, 198, 2993,..

Nadere informatie

7 Hoeken. Kern 3 Hoeken. 1 Tekenen in roosters. Kern 2 Hoeken meten Kern 3 Hoeken tekenen Kern 4 Kijkhoeken. Kern 1 Tegelvloeren. Kern 3 Oppervlakte

7 Hoeken. Kern 3 Hoeken. 1 Tekenen in roosters. Kern 2 Hoeken meten Kern 3 Hoeken tekenen Kern 4 Kijkhoeken. Kern 1 Tegelvloeren. Kern 3 Oppervlakte 1 Tekenen in roosters Kern 1 Tegelvloeren Kern 2 Oppervlakte Kern 3 Het assenstelsel Kern 4 Rechthoeken 2 Rekenen Kern 1 De rekenmachine Kern 2 Voorrangsregels Kern 3 Afronden Kern 4 Afronden 3 Grafieken

Nadere informatie

STOF VOOR SCHOOLEXAMEN 1

STOF VOOR SCHOOLEXAMEN 1 STOF VOOR SCHOOLEXAMEN 1 Nederlands Hoofdstuk 1 en 2. Lezen Taal en woordenschat Grammatica en spelling Schrijfopdracht (zakelijke e-mail) Geldt voor alle niveaus. Engels Het eerste schoolexamen Engels

Nadere informatie

Het weetjesschrift. Weetjesschrift Galamaschool

Het weetjesschrift. Weetjesschrift Galamaschool Het weetjesschrift Dit is het weetjesschrift. In dit schrift vind je heel veel weetjes over taal, rekenen en andere onderwerpen. Sommige weetjes zal je misschien al wel kennen en anderen leer je nog! Uiteindelijk

Nadere informatie

Hoe maak je nu van breuken procenten? Voorbeeld: Opgave: hoeveel procent van de onderstaande tekening is zwart gekleurd?

Hoe maak je nu van breuken procenten? Voorbeeld: Opgave: hoeveel procent van de onderstaande tekening is zwart gekleurd? Procenten Zoals op de basisschool is aangeleerd kunnen we een taart verdelen in een aantal stukken. Hierbij krijgen we een breuk. We kunnen ditzelfde stuk taart ook aangegeven als een percentage. Procenten:

Nadere informatie

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN OPTELLEN/AFTREKKEN Zet de getallen onder elkaar in je schrift eerst zelf proberen uit te rekenen bij aftrekken: denk om lenen bij optellen: denk om doorschuiven geen vergissingen? bij lang nadenken: rekenmachine

Nadere informatie

REKENVAARDIGHEID BRUGKLAS

REKENVAARDIGHEID BRUGKLAS REKENVAARDIGHEID BRUGKLAS Schooljaar 008/009 Inhoud Uitleg bij het boekje Weektaak voor e week: optellen en aftrekken Weektaak voor e week: vermenigvuldigen Weektaak voor e week: delen en de staartdeling

Nadere informatie

REKENTOETS VMBO BB/KB/TL-GL

REKENTOETS VMBO BB/KB/TL-GL rekentoets vmbo BB/KB/TL-GL vakinformatie staatsexamen 2020 REKENTOETS VMBO BB/KB/TL-GL VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020 Versie: 22 maart 2019 pagina 1 van 7 rekentoets vmbo BB/KB/TL-GL vakinformatie staatsexamen

Nadere informatie

Rekenportfolio. Naam: cm 2. m 3 + = 1 _ 12

Rekenportfolio. Naam: cm 2. m 3 + = 1 _ 12 Tytsjerksteradiel Rekenportfolio Naam: cm 2 1 5 7 + = 5 10 10 m 3 1 _ 12 X 5 1 + = 5 1 + Inhoudsopgave Voorwoord 3 Domein getallen 4 - Optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen 5 - Breuken 6 - Rekenvolgorde

Nadere informatie

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen Groep 7(eerste helft) Getalbegrip - Telrij tot en met 1 000 000 - Uitspraak en schrijfwijze van de getallen (800 000 en 0,8 miljoen) - De opbouw en positiewaarde

Nadere informatie

Getallen 2. Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 2. Omschrijving Rekenen en Wiskunde Getallen 2

Getallen 2. Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 2. Omschrijving Rekenen en Wiskunde Getallen 2 Getallen 2 Getallen 2 bestrijkt de uitbreiding van de basisvaardigheden van het rekenen, regels en vaardigheden die in het vmbo en de onderbouw van havo/vwo worden aangeleerd, geoefend en toegepast. Doelgroep

Nadere informatie

Cursus voor Rekenondersteuners rekenen de 3 e slag. Bijeenkomst 3 28 februari 2012 Ceciel Borghouts & Monica Wijers Freudenthal Instituut

Cursus voor Rekenondersteuners rekenen de 3 e slag. Bijeenkomst 3 28 februari 2012 Ceciel Borghouts & Monica Wijers Freudenthal Instituut Cursus voor Rekenondersteuners rekenen de 3 e slag Bijeenkomst 3 28 februari 2012 Ceciel Borghouts & Monica Wijers Freudenthal Instituut deel 0 EVEN DE KRANT 1. Huiswerk Programma 16 februari doen

Nadere informatie

2 Meten 2.1 2.1 Kaarten 2.1 2.2 Materialen en technieken 2.3 2.3 Meten en schetsen 2.12 2.4 Praktijkopdrachten 2.16

2 Meten 2.1 2.1 Kaarten 2.1 2.2 Materialen en technieken 2.3 2.3 Meten en schetsen 2.12 2.4 Praktijkopdrachten 2.16 Inhoud Voorwoord v Het metrieke stelsel vii Inhoud ix Trefwoordenlijst x 1 Basis 1.1 1.1 Veel voorkomende berekeningen 1.1 1.2 Van punt tot vlak 1.4 1.3 Oppervlakten berekenen 1.12 1.4 Zelf tekenen 1.16

Nadere informatie

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Reken zeker: leerlijn kommagetallen Reken zeker: leerlijn kommagetallen De gebruikelijke didactische aanpak bij Reken Zeker is dat we eerst uitleg geven, vervolgens de leerlingen flink laten oefenen (automatiseren) en daarna het geleerde

Nadere informatie

Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl )

Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl ) Tussendoelen Rekenen en wiskunde Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl ) vmbo = Basis Inzicht en handelen Vaktaal wiskunde Vaktaal wiskunde gebruiken voor het ordenen van het eigen denken en voor uitleg aan

Nadere informatie

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek. Bij het uitrekenen van een lengte, een oppervlakte of een inhoud moet je altijd het volgende opschrijven: de formule - de tussenstap - het antwoord - de eenheid. 1. rechthoek. Kenmerken: alle hoeken zijn

Nadere informatie

Niveau 2F Lesinhouden Rekenen

Niveau 2F Lesinhouden Rekenen Niveau 2F Lesinhouden Rekenen LES 1 Begintest LES 2 Getallen Handig optellen en aftrekken Handig vermenigvuldigen en delen Schattend rekenen Negatieve getallen optellen en aftrekken Decimale getallen vermenigvuldigen

Nadere informatie

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Getallen 1 Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 1 Getallen 1 is geschikt voor groep 7 en 8 van de basisschool

Nadere informatie

Verhoudingen 1 is onderdeel van de Bundel Rekenen en Wiskunde 1. Deze bundel bevat ook Getallen 1, Meten en Meetkunde 1 en Verbanden 1.

Verhoudingen 1 is onderdeel van de Bundel Rekenen en Wiskunde 1. Deze bundel bevat ook Getallen 1, Meten en Meetkunde 1 en Verbanden 1. Verhoudingen 1 Verhoudingen 1 is onderdeel van de Bundel Rekenen en Wiskunde 1. Deze bundel bevat ook Getallen 1, Meten en Meetkunde 1 en Verbanden 1. Muiswerk Verhoudingen 1 bestrijkt de basisvaardigheden

Nadere informatie

Toetswijzer examen Cool 2.1

Toetswijzer examen Cool 2.1 Toetswijzer examen Cool 2.1 Cool 2.1 1 Getallenkennis: Grote natuurlijke getallen 86 a Ik kan grote getallen vlot lezen en schrijven. 90 b Ik kan getallen afronden. 91 c Ik ken de getalwaarde van een getal.

Nadere informatie

1. Optellen en aftrekken

1. Optellen en aftrekken 1. Optellen en aftrekken Om breuken op te tellen of af te trekken maak je de breuken gelijknamig. Gelijknamig maken wil zeggen dat je zorgt voor 'gelijke noemers': Om de breuken met 'derden' en 'vijfden'

Nadere informatie

Inhoud. 1 Ruimtefiguren 8. 4 Lijnen en hoeken 148. 2 Plaats bepalen 60. 5 Negatieve getallen 198. 3 Rekenen 100

Inhoud. 1 Ruimtefiguren 8. 4 Lijnen en hoeken 148. 2 Plaats bepalen 60. 5 Negatieve getallen 198. 3 Rekenen 100 1 BK deel 1 Voorkennis 1 Aan de slag met wiskunde 6 1 Ruimtefiguren 8 1.1 Wiskundige ruimte guren 10 1.2 Vlakken, ribben en hoekpunten 14 1.3 Kubus en vierkant 17 1.4 Balk en rechthoek 24 1.5 Cilinder

Nadere informatie

Dit betekent. noodzakelijk.

Dit betekent. noodzakelijk. Doelenlijsten 6 t/m 7: Verhoudingen Legenda De cel in de kolom Leerroute 2 po/s(b)o heeft als kleur In de bijborende kolommen Leerroute vmbo 2F of vmbo- bb 2A staat In de cel staat of. De cel heeft een

Nadere informatie

Getallen 2. Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 2

Getallen 2. Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 2 Getallen 2 Getallen 2 bestrijkt de uitbreiding van de basisvaardigheden van het rekenen, regels en vaardigheden die in het vmbo en de onderbouw van havo/vwo worden aangeleerd, geoefend en toegepast. Doelgroep

Nadere informatie

EXACT- Periode 1. Hoofdstuk Grootheden. 1.2 Eenheden.

EXACT- Periode 1. Hoofdstuk Grootheden. 1.2 Eenheden. EXACT- Periode 1 Hoofdstuk 1 1.1 Grootheden. Een grootheid is in de natuurkunde en in de chemie en in de biologie: iets wat je kunt meten. Voorbeelden van grootheden (met bijbehorende symbolen): 1.2 Eenheden.

Nadere informatie

Wiskunde Leerjaar 2 - Periode 1 Meetkunde

Wiskunde Leerjaar 2 - Periode 1 Meetkunde Wiskunde Leerjaar 2 - Periode 1 Meetkunde Vierhoeken Vierkant Rechthoek Parallellogram Ruit Trapezium Vlieger Vierhoek 1. Vierkant zijde zijde Een vierkant is een vierhoek met vier rechte hoeken én vier

Nadere informatie

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Reken zeker: leerlijn kommagetallen Reken zeker: leerlijn kommagetallen De gebruikelijke didactische aanpak bij Reken Zeker is dat we eerst uitleg geven, vervolgens de leerlingen flink laten oefenen (automatiseren) en daarna het geleerde

Nadere informatie

Rekensprong 5 boek A. Getallenkennis boek A sprong 1, 2 en 3

Rekensprong 5 boek A. Getallenkennis boek A sprong 1, 2 en 3 Rekensprong 5 boek A Getallenkennis boek A sprong 1, 2 en 3 Sprong 1 les 2 natuurlijke getallen tot 100 000 Sprong 1 les 6 kommagetallen Sprong 2 les 14 de breuk als operator Sprong 2 les 19 de breuk als

Nadere informatie

Kennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2.

Kennis van de telrij De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2. Rekenrijk doelen groep 1 en 2 De kinderen kunnen tellen en terugtellen tot 10 met sprongen van 1 en van 2. Aantallen kunnen tellen De kinderen kunnen kleine aantallen tellen. De kinderen kunnen eenvoudige

Nadere informatie

Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen.

Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen. Hoofdstuk 5 gaat over rekenen. Deel 2 is eigenlijk herhaling van alle stof. Trainen voor het examen. Het werkt als volgt, Je maakt een opgave bijv. opgave 1. Hoe gaat het ook al weer denk je dan. Nou,

Nadere informatie

Basisvaardigheden algebra. Willem van Ravenstein. 2012 Den Haag

Basisvaardigheden algebra. Willem van Ravenstein. 2012 Den Haag Basisvaardigheden algebra Willem van Ravenstein 2012 Den Haag 1. Variabelen Rekenenis het werken met getallen. Er zijn vier hoofdbewerkingen: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Verder ken

Nadere informatie

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR Getallenkennis: getalbegrip 1. Noteer het getal: 5D 2H 6HD 7t 9d 2. Noteer het getal: MMXVIII Getallenkennis: werken met gegevens 3. Hoeveel maanden

Nadere informatie

Rekentoetswijzer 2F. Eindversie

Rekentoetswijzer 2F. Eindversie Rekentoetswijzer 2F Eindversie Voorwoord De rekentoetswijzer stelt docenten in staat zich een beeld te vormen van wat er in de rekentoetsen rekenen 2F voor het voortgezet onderwijs wel en niet gevraagd

Nadere informatie

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 14 VERDER REKENEN MET KOMMAGETALLEN

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 14 VERDER REKENEN MET KOMMAGETALLEN Instructie voor Docenten Hoofdstuk 14 VERDER REKENEN MET KOMMAGETALLEN Instructie voor docenten H14: VERDER REKENEN MET KOMMAGETALLEN DOELEN VAN DIT HOOFDSTUK: Leerlingen leren via verschillende manieren

Nadere informatie

Leerstofoverzicht groep 6

Leerstofoverzicht groep 6 Leerstofoverzicht groep 6 Getallen en relaties Basisbewerkingen Leerlijn Groep 6 Uitspraak, schrijfwijze, kenmerken getallen boven 10 000 in cijfers schrijven haakjesnotatie deler en deeltal breuknotatie

Nadere informatie

De teller geeft hoeveel stukken er zijn en de noemer zegt wat de 5. naam is van die stukken: 6 taart geeft dus aan dat de taart in 6

De teller geeft hoeveel stukken er zijn en de noemer zegt wat de 5. naam is van die stukken: 6 taart geeft dus aan dat de taart in 6 Breuken Breuk betekent dat er iets gebroken is. Het is niet meer heel. Als je een meloen doormidden snijdt, is die niet meer heel, maar verdeeld in twee stukken. Eén zo n stuk is dan een halve meloen,

Nadere informatie

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter

Examencursus. wiskunde A. Rekenregels voor vereenvoudigen. Voorbereidende opgaven VWO kan niet korter Voorbereidende opgaven VWO Examencursus wiskunde A Tips: Maak de voorbereidende opgaven voorin in een van de A4-schriften die je gaat gebruiken tijdens de cursus. Als een opdracht niet lukt, werk hem dan

Nadere informatie

Taak na blok 1 startles 8

Taak na blok 1 startles 8 Taak na blok startles 8 TAAK Klas: Datum: Klasnummer: Geef de meest passende naam voor elke figuur. Teken de vierhoek. De diagonalen zijn even lang ( cm) en halveren elkaar of snijden elkaar middendoor.

Nadere informatie

Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Getallen 1 Getallen 1 is een programma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 1 Getallen 1 is geschikt voor groep 7 en 8 van de basisschool

Nadere informatie

Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen 1 2 3 4 REKENEN Boek 8a: Blok 1 - week 1 Oriëntatie - uitspreken en schrijven van getallen rond 1 miljoen - introductie miljard - helen uit een breuk halen 5/4 = -

Nadere informatie

2.1 Kennismaken met breuken. 2.1.1 Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd?

2.1 Kennismaken met breuken. 2.1.1 Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd? Oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen RekenWijzer, oefenopdrachten hoofdstuk Gebroken getallen. Kennismaken met breuken.. eel van geheel Opdracht Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd? deel

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL. inhoudstafel... 2

INHOUDSTAFEL. inhoudstafel... 2 INHOUDSTAFEL inhoudstafel... 2 getallenkennis waarde van cijfers in een getal... 6 grote getallen... 7 rekentaal... 8 rekentaal deel 2... 9 soorten getallen... 9 rekentaal deel 3... 10 de ongelijke verdeling...

Nadere informatie

Leerstofoverzicht groep 3

Leerstofoverzicht groep 3 Leerstofoverzicht groep 3 Getallen en relaties Basisbewerkingen Verhoudingen Leerlijn Groep 3 uitspraak, schrijfwijze, kenmerken begrippen evenveel, minder/meer cijfer 1 t/m 10, groepjes aanvullen tot

Nadere informatie

4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]

4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1] 4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1] Voorbeeld 1: 5 x 3 = 15 (3 + 3 + 3 + 3 + 3 = 15) Voorbeeld 2: 5 x -3 = -15 (-3 +-3 +-3 +-3 +-3 = -3-3 -3-3 -3 = -15) Voorbeeld 3: -5 x 3 = -15 Afspraak: In plaats

Nadere informatie

STOF VOOR SCHOOLEXAMEN 5

STOF VOOR SCHOOLEXAMEN 5 STOF VOOR SCHOOLEXAMEN 5 Nederlands Hoofdstuk 1 en 2. Lezen Taalverzorging en woordenschat Grammatica en spelling Schrijfopdracht (artikel) Groene boekje (lessen 19 t/m 27) Geldt voor alle niveaus. Engels

Nadere informatie

D A G 1 : T W E E D O M E I N E N

D A G 1 : T W E E D O M E I N E N REKENEN 3F DAG 1 :TWEE DOMEINEN DAG 2 : TWEE DOMEINEN DAG 3: EXAMENTRAINING DAG 4:EXAMENTRAINING EN A FRONDING Programma: Voorstellen 13.30 uur 16.15 uur Pauze: 15 minuten Theorie dag 1: Domein Getallen

Nadere informatie

Verdiepingsmodule Getallen Tweede bijeenkomst maandag 8 april 2013 monica wijers en vincent jonker

Verdiepingsmodule Getallen Tweede bijeenkomst maandag 8 april 2013 monica wijers en vincent jonker Verdiepingsmodule Getallen Tweede bijeenkomst maandag 8 april 2013 monica wijers en vincent jonker Programma Breuken PPON Leerlijn Didactiek van bewerkingen Breuken en kommagetallen in het echt Kommagetallen

Nadere informatie

Reken uit en Leg uit 4 e bijeenkomst maandag 15 februari 2013 monica wijers en vincent jonker

Reken uit en Leg uit 4 e bijeenkomst maandag 15 februari 2013 monica wijers en vincent jonker Reken uit en Leg uit 4 e bijeenkomst maandag 15 februari 2013 monica wijers en vincent jonker deel 0 WAT DEDEN WE DE 3 E KEER? samengevat Inleveropgaven Breuken context ondersteunt berekening en betekenis

Nadere informatie

mei 2009 Auteurs: P.C.M.M. Hosli B.D. De Wilde A.M.P. van de Luitgaarden Rekenvaardigheden: Inleiding bladzijde 1

mei 2009 Auteurs: P.C.M.M. Hosli B.D. De Wilde A.M.P. van de Luitgaarden Rekenvaardigheden: Inleiding bladzijde 1 mei 2009 Auteurs: P.C.M.M. Hosli B.D. De Wilde A.M.P. van de Luitgaarden Rekenvaardigheden: Inleiding bladzijde 1 Inhoud Inleiding met docentenhandleiding Handleiding voor leerlingen Werkbladen en antwoordbladen

Nadere informatie

Op weg naar een leerlijn rekenen.

Op weg naar een leerlijn rekenen. Op weg naar een leerlijn rekenen. Rekentoets in het nieuws. En wij? Hoe gaan wij om met rekenen? Hoe bereiden we voor? Weten we wat we doen en moeten doen? Wat is een leerlijn? Inhoudslijn. wat is de leerstof.

Nadere informatie

handleiding pagina s 687 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 444: tangram 2 Werkboek 3 Posters

handleiding pagina s 687 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 444: tangram 2 Werkboek 3 Posters week 22 les 4 toets en foutenanalyse handleiding pagina s 687 tot 695 nuttige informatie 1 Handleiding 11 Kopieerbladen pagina 444: tangram 12 Huistaken huistaak 14: bladzijde 445 (vierhoeken tekenen)

Nadere informatie

Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl )

Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl ) Tussendoelen Rekenen en Rekenen en ( bb kb gl/tl ) vmbo = Basis Inzicht en handelen Vaktaal Vaktaal herkennen en voor het ordenen van herkennen en voor het ordenen van herkennen en voor het ordenen van

Nadere informatie

1.3 Rekenen met pijlen

1.3 Rekenen met pijlen 14 Getallen 1.3 Rekenen met pijlen 1.3.1 Het optellen van pijlen Jeweetnuwatdegetallenlijnisendat0nochpositiefnochnegatiefis. Wezullen nu een soort rekenen met pijlen gaan invoeren. We spreken af dat bij

Nadere informatie

PTA wiskunde BBL Kijkduin, Statenkwartier, Waldeck cohort

PTA wiskunde BBL Kijkduin, Statenkwartier, Waldeck cohort Schoolexamen leerjaar 3 Schooljaar 2015-2016 Moderne wiskunde 9e editie deel 3 code eenheid vorm duur kansen kader 1 SE 1 worden getoetst: PCS Schriftelijk 90 min ja 2,0 Hoofdstuk 1: Plaats en afstand.

Nadere informatie

Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend

Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend Hoofdstuk 5 5A Grote getallen Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend 230 000 46 duizend 46 000 Andersom 345 600 345,6 duizend 24 500 24,5 duizend Miljoen 6 getallen achter de komma 230 miljoen

Nadere informatie

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden.

Het metriek stelsel. Grootheden en eenheden. Het metriek stelsel. Metriek komt van meten. Bij het metriek stelsel gaat het om maten, zoals lengte, breedte, hoogte, maar ook om gewicht of inhoud. Er zijn verschillende maten die je moet kennen en die

Nadere informatie

Rekenen met cijfers en letters

Rekenen met cijfers en letters Rekenen met cijfers en letters Maerlant College Brielle 5 oktober 009 c Swier Garst - RGO Middelharnis Inhoudsopgave Rekenen met gehele getallen 7. De gehele getallen.....................................

Nadere informatie

Bijlage 11 - Toetsenmateriaal

Bijlage 11 - Toetsenmateriaal Bijlage - Toetsenmateriaal Toets Module In de eerste module worden de getallen behandeld: - Natuurlijke getallen en talstelsels - Gemiddelde - mediaan - Getallenas en assenstelsel - Gehele getallen met

Nadere informatie

Oefentoets Versie A. Vak: Wiskunde Onderwerp: Meetkunde Leerjaar: 1 (2017/2018) Periode: 3

Oefentoets Versie A. Vak: Wiskunde Onderwerp: Meetkunde Leerjaar: 1 (2017/2018) Periode: 3 Oefentoets Versie A Vak: Wiskunde Onderwerp: Meetkunde Leerjaar: 1 (017/018) Periode: 3 Opmerkingen vooraf: Het gebruik van een rekenmachine en een tabellenboekje is toegestaan. Geef je antwoord alljd

Nadere informatie

REKENZWAK VMBO-MBO. Lonneke Boels - Christelijk Lyceum Delft Rekencoördinator, docent rekenen, technator RT-praktijk Alaka rekenen basisschool en pabo

REKENZWAK VMBO-MBO. Lonneke Boels - Christelijk Lyceum Delft Rekencoördinator, docent rekenen, technator RT-praktijk Alaka rekenen basisschool en pabo REKENZWAK VMBO-MBO Lonneke Boels - Christelijk Lyceum Delft Rekencoördinator, docent rekenen, technator RT-praktijk Alaka rekenen basisschool en pabo Oorzaken rekenproblemen En wat kun je eraan doen? Oorzaak

Nadere informatie

(o.a. voor 2F en 3F) Inhoud

(o.a. voor 2F en 3F) Inhoud (o.a. voor 2F en 3F) Inhoud Optellen... 2 Aftrekken... 3 Vermenigvuldigen... 4 Delen... 5 Tot de macht... 6 Combinaties... 7 Wortels... 7 Afronden... 8 Breuken... 10 Procenten... 11 Verhoudingen... 12

Nadere informatie

2016 W. Danhof / P. Bandstra Bandstra Speciaal Rekenadvies

2016 W. Danhof / P. Bandstra  Bandstra Speciaal Rekenadvies Blad 1: Optellen Optellen Antwoord Tijd Overschr. IT1 Fase 1a M3 A. D. M. H. Voorbeeld: 3 + 5 = Check evt. getalbegrip tot 10 8 + 1 O Gebruik makend van omkering 3 + 5 >> 5 + 3 = 8 2 + 5 O Doortellend

Nadere informatie

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud Het Metriek Stelsel Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud lengte in meter afkorting naam hoeveel meter 1 km kilometer 1 000 1 hm hectometer 100 1 dam decameter 10 1 m meter 1 1 dm decimeter 0,1 1 cm

Nadere informatie

Vervolgcursus Rekenen Tweede bijeenkomst 26 februari 2014 vincent jonker & monica wijers

Vervolgcursus Rekenen Tweede bijeenkomst 26 februari 2014 vincent jonker & monica wijers Vervolgcursus Rekenen Tweede bijeenkomst 26 februari 2014 vincent jonker & monica wijers Krant Programma 1. Terugblik en huiswerk 2. Kommagetallen 3. Meten 4. Huiswerk Deel 1 HUISWERK Huiswerk Neem een

Nadere informatie

Meten en Meetkunde 3. Doelgroep Meten en Meetkunde 3. Omschrijving Meten en Meetkunde 3

Meten en Meetkunde 3. Doelgroep Meten en Meetkunde 3. Omschrijving Meten en Meetkunde 3 Meten en Meetkunde 3 Meten en Meetkunde 3 besteedt aandacht aan het onderhouden en uitbreiden van de basisvaardigheden van het rekenen met maten, oppervlaktes en inhouden, coördinaten en assenstelsels,

Nadere informatie

Kernbegrippen Kennisbasis wiskunde Onderdeel breuken

Kernbegrippen Kennisbasis wiskunde Onderdeel breuken Kernbegrippen Kennisbasis wiskunde Onderdeel breuken De omschreven begrippen worden expliciet genoemd in de Kennisbasis. De begrippen zijn in alfabetische volgorde opgenomen. Breuk Een breuk is een getal

Nadere informatie

REKENTOETS VMBO BB/KB/GL/TL

REKENTOETS VMBO BB/KB/GL/TL Wijziging op 19-01-2016 bij punt 4 Dyslexie of dyscalculie: de aangepaste rekentoets ER duurt 120 minuten in plaats van 150 minuten. Wijziging op 04-02-2016 bij punt 3: de rekentoets duurt 90 minuten in

Nadere informatie

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN Verhoudingstabel Wat zijn verhoudingen Rekenen met de verhoudingstabel Kruisprodukten Wat zijn verhoudingen * * * 2 Aantal rollen 1 2 12 Aantal beschuiten 18

Nadere informatie

SERVICEDOCUMENT BIJ SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F VO EN MBO

SERVICEDOCUMENT BIJ SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F VO EN MBO SERVICEDOCUMENT BIJ SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F VO EN MBO pagina 2 van 14 Inhoud 1 Nieuwe Syllabus rekenen, met ingang van 1 oktober 2015 5 2 Nieuw en anders: Verschillen oude rekentoetswijzers vo/ rekensyllabi

Nadere informatie

INSIGHT Rekentoets. Spoorboekje. Tijd voor rekenen!

INSIGHT Rekentoets. Spoorboekje. Tijd voor rekenen! INSIGHT Rekentoets Spoorboekje Tijd voor rekenen! Colofon Titel: Subtitel: Uitgave door: Adres: Insight Rekentoets Spoorboekje AMN b.v. Arnhem Oude Oeverstraat 120 6811 Arnhem Tel. 026-3557333 info@amn.nl

Nadere informatie

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen 1 2 REKENEN Boek 7a: Blok 1 - week 1 in geldcontext 2 x 2,95 = / 4 x 2,95 = Optellen en aftrekken tot 10.000 - ciferend; met 2 of 3 getallen 4232 + 3635 + 745 = 1600

Nadere informatie

oefenbundeltje voor het vijfde leerjaar

oefenbundeltje voor het vijfde leerjaar oefenbundeltje voor het vijfde leerjaar bevat: werkbladen uit de map van Wibbel bij Rekensprong Plus, aansluitend bij de wiskundeopdrachten op de poster; de correctiesleutel bij deze werkbladen. Meer informatie

Nadere informatie