7-8. Nederlands tijdschrift voor. juli Logopedie bij oudere kinderen. Logopedisch Instrument Neuromusculaire Aandoeningen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "7-8. Nederlands tijdschrift voor. juli 2015. Logopedie bij oudere kinderen. Logopedisch Instrument Neuromusculaire Aandoeningen"

Transcriptie

1 Nederlands tijdschrift voor Logopedie bij oudere kinderen Logopedisch Instrument Neuromusculaire Aandoeningen Meertalige kinderen met TOS juli

2 Sinds wanneer werk je als logopedist? Ik studeerde af in Ik ging meteen aan de slag in de praktijk in Woerden waar ik al stage had gelopen en in de praktijk van een eerdere stagebegeleidster in Vianen. Uiteindelijk heb ik altijd in de vrije vestiging gewerkt. Waarom ben je logopedist geworden? Eerlijk? In die tijd was mijn vader docent aan de opleiding in Utrecht. Hij vertelde altijd zo enthousiast over de opleiding en over het vak van logopedist, dat ik eigenlijk niet anders kon. Nooit spijt van gehad overigens! Wat vind je fijn aan je huidige werkplek? Ik vind mijn vak nog steeds fantastisch. Het hele gedoe rond de contractering met zorgverzekeraars vind ik echter verschrikkelijk ondanks de steun van de zorgmakelaar. Ik ben dan ook blij met mijn besluit sinds 2015 volledig contractloos te gaan! Dat bevalt me prima. YOLANDE KYLSTRA FUNCTIE PRAKTIJKHOUDER WERKSETTING VRIJE VESTIGING REGIO ZEIST Waar heb je je recent in verdiept? Waar ik op dit moment het meest trots op ben is het opzetten van de Logopedisten Facebookgroep. Ik ben daarmee begonnen om met zoveel mogelijk mensen te kunnen sparren. Dat nauwelijks 2 jaar later we ruim 3000 leden zouden hebben, had ik nooit kunnen voorzien. Ook de workshops voor logopedisten, door logopedisten die we de afgelopen tijd hebben georganiseerd waren zeer de moeite waard! Vakinhoudelijk ben ik nu vooral bezig op het terrein van adem, stem en ontspanning en ICT-ontwikkelingen op dit vlak. Wat verwacht je voor de toekomst? Ik hoop dat de logopedisten net als de huisartsen actief durven opstaan tegen het zorgverzekeringsbolwerk. Ik verwacht dat de komende jaren alleen maar meer geëist gaat worden. Heb je een boodschap voor de lezers? Ik hoop heel erg dat we elkaar kunnen blijven zien als collega s en niet als concurrenten. Wees (in je werk) de beste versie van jezelf, en dan moet het goed komen! v/d redactie JANNEKE DE WAAL-BOGERS HOOFDREDACTEUR Focus Op een zonnige dag in juni rond ik de laatste punten voor deze uitgave af op mijn flexplek: de tuintafel onder de parasol. Zalig. De zomer komt er duidelijk aan. En ik ben niet de enige die buiten aan het werk is. De achterbuurman, schilder, neemt zijn eigen kozijnen eens goed onder handen. Het geluid van zijn schuurmachine is enigszins afleidend. Ik heb nog geen 100 woorden op papier gezet maar al wel gezien dat de druivenstruik dringend gesnoeid moet worden en er toch wel een hoop onkruid tussen mijn gras groeit. En het terras mag ook wel eens geveegd worden. Over kozijnen gesproken, ik moet ook nog een schilder regelen. Hé kijk, een roodborstje! Niet echt sprake van goede focus op mijn werk. Het zalige weer geeft een zomers gevoel dat ik nu nog moeilijk kan rijmen met werken. Als het nu eens een langere periode zonnig bleef, dan komt die match met de werkethiek vanzelf. En anders lost dit probleempje zich ook vanzelf op: de redactie gaat er een maandje tussenuit. We zijn er in september weer. Mogelijk kunt u tot die tijd buiten in de tuin van het lekkere weer genieten terwijl u dit afwisselende julinummer leest. En misschien heeft u het dubbeldikke themanummer Afasie van vorige maand nog niet helemaal uit. Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om de redactieleden te bedanken voor hun inzet de afgelopen maanden en ik wens hen, en u, een stralende zomerperiode toe. In september zijn we er weer, met frisse focus! 02 LOGOPEDIE JAARGANG 87

3 Inhoud juli 2015 Berichten Logopedie bij oudere kinderen Meertalige kinderen met TOS hebben recht op een meertalige aanpak Opinie Logopedisch Instrument Neuromusculaire Aandoeningen voor kinderen Boeken & Materialen Proefschrift Joke Geytenbeek Column van Hanneke Bax Xtra Cursus & Congresinformatie Colofon NUMMER 7-8, juli

4 EERSTE LOGOPEDIST INGESCHREVEN IN HET KWALITEITSREGISTER-OMFT Liset Maas-Houtekamer (Arnemuiden; Zeeland) heeft als eerste logopedist voldaan aan de kwaliteitscriteria om ingeschreven te worden in het Kwaliteitsregister-OMFT. Dit register is een initiatief van Peter Helderop en Berry Verlinden. Sedert 1992 worden door Peter Helderop en Berry Verlinden Basiscursussen, Opfriscursussen en Verdiepingscursussen gegeven. In totaal hebben bijna 2000 logopedisten één of meerdere cursussen bij hen gevolgd. Het Kwaliteitsregister-OMFT is een openbaar register, waarin logopedisten die aangetoond hebben aan bepaalde kwaliteitscriteria te hebben voldaan, zich kunnen laten registreren. Transparantie en inzichtelijkheid in de gezondheidszorg worden steeds belangrijker. Patiënten en cliënten hebben mogelijkheden om hun eigen behandelaars te kiezen. De keuzemogelijkheid leidt tot behoefte aan inzicht in de kwaliteit van behandelaars. Bij wie kan een patiënt het beste terecht voor een OMFT-behandeling? Bij het beantwoorden van deze vraag biedt het Kwaliteitsregister-OMFT uitkomst door het individueel keurmerk. De gedachte achter het Kwaliteitsregister- OMFT is om onderscheid te maken tussen logopedisten die af en toe OMFT bedrijven en logopedisten, die hebben kunnen aantonen over beduidend méér kennis en behandelervaring te beschikken en daardoor beter zijn geëquipeerd om op kwalitatief hoog niveau te behandelen. Liset Maas-Houtekamer is praktijkhoudster van OMFT-Zeeland met twee locaties in Zeeland. In december 2010 volgde Liset de OMFT-basiscursus Logopedie en tandheelkunde ; in maart 2014 de Verdiepingscursus OMFT. Daarnaast heeft zij vele verdiepingsdagen, cursussen en opfriscursussen gevolgd, waarin onderzoek en behandeling op het gebied van OMFT centraal stond. De OMFTpraktijk in Middelburg is geopend in september 2014 binnen de muren van het Orthocenter. Hier wordt op grote schaal samengewerkt met tandartsen en orthodontisten. Meer informatie vindt u op UVA-ONDERZOEKERS: GELDENDE DYSLEXIEDIAGNOSTIEK IS VEROUDERD Onderzoekers van de UvA hebben aangetoond dat het huidige dyslexiediagnostiek model gedateerd is. De bekende cognitieve vaardighedentesten blijken onvoldoende. In een grootschalig onderzoek van de Universiteit van Amsterdam en Oxford hebben 1200 NEMO-bezoekers meegedaan. Ouders en hun kroost werden getest op verschillende cognitieve vaardigheden zoals fonologisch bewustzijn en snelbenoemen. De scores van deze testen voorspellen voor een groot deel hoe goed kinderen lezen. Voor het eerst werd ook de leessnelheid van hun ouders meegenomen. Dit is altijd al een goede indicator geweest voor het genetisch risico dat kinderen lopen. Door de twee uitslagen te combineren ontdekten de onderzoekers dat er meer speelt dan alleen deze twee indicatoren. Kinderen met een zeer ernstig leesprobleem zouden daarom de dyslexiebehandeling vergoed moeten krijgen. We hebben een mooi systeem waarbij we kinderen met dyslexie ondersteunen maar in de huidige vorm is dat niet toereikend. Er zijn factoren die tot dyslexie leiden en die nog niet bij ons bekend zijn. Daarom moet de diagnosticering aangepast worden. 404 LOGOPEDIE Bron: Meer over het onderzoek kunt u lezen op JAARGANG 87

5 Asjemenou! Vandaag mijn laatste patiënt, een puberknul, 13 jaar, afwijkende slik. Hij mocht halfvast voedsel meenemen, de eerste echte slikoefeningen; komt hij binnen met een K3-fruitbakje met daarin yoghurt. Ik wijs hem plagerig op het feit dat het toch een drama is dat de meiden van K3 uit elkaar zijn. Ja, zucht hij met een doodserieus gezicht, en het bakje valt ook al uit elkaar... (Ook met puberjongens kun je de slappe lach hebben, weet ik nu uit ervaring!) Esther van Rems-Dijkstra, logopedist Heeft u ook een asjemenou? Schrijf deze dan in maximaal 100 woorden op en stuur hem naar redactie@nvlf.nl Denkt u wel aan het anonimiseren van patiëntgegevens. NIEUWE INFORMATIE IN DOSSIER TAALONTWIKKELINGS- STOORNIS Begin juni is een animatie en een voorlichtingsfilmpje toegevoegd aan het dossier Taalontwikkelingsstoornis, dat staat op De animatie is gebaseerd op de poster Jos heeft n TOS, en legt uit op welke signalen je als ouder kunt letten als je kind achterblijft in de taalontwikkeling. In de video komt logopedist Karin van de Kamp aan het woord. Zij vertelt onder andere waarom het belangrijk is alert te zijn als je kind zich qua taal minder goed ontwikkelt dan leeftijdsgenootjes. Het dossier Taalontwikkelingsstoornis is een samenwerking van Auris, Kentalis, NSDSK en de NVLF. Bron: Braziliaans indianenvolk leert taal voorouders met hulp van Nederlander De Nederlandse taalkundige Leo Wetzels helpt de Tapeda-indianen in Brazilië de taal van hun voorouders te spreken. Het volk spreekt nu alleen nog Braziliaans- Portugees, maar wil graag de oorspronkelijke moedertaal weer beheersen om de eigen identiteit te versterken (en daarmee wellicht aanspraak te kunnen maken op bepaalde landrechten). Wetzels werd door de indianen benaderd gezien zijn achtergrond; hij deed onder andere taalkundig onderzoek bij de indianen in Brazilië en schreef een standaardwerk over de inheemse talen. Bron: Lees meer over onderzoek op nmc/red/frameset/2015/vk indianen/index.html Rectificaties Helaas is in de april uitgave bij het blog van Mirjam Blumenthal de verkeerde titel geplaatst. De titel moest zijn: Meten en weten. Auteur van het blog heeft deze titel bewust gehanteerd gezien de inhoud van het stuk. Zij beschrijft in haar blog haar beredenering dat meten namelijk juist NIET hetzelfde is als weten. Het blog kunt u ook lezen op Academie/Professionals-vertellen/Meten-en-weten/ In de april uitgave staat ook een verslag over Taalstaal. In de tekst over de presentatie Kenmerken van kinderen met een taalontwikkelingsstoornis van Bernadette Vermeij staat geschreven Ook werd een significant verschil gevonden tussen de scores op de niet-verbale intelligentietests en de Schlichting Zinsontwikkeling, waarbij kinderen met een receptieve en expressieve stoornis lager scoren dan kinderen met alleen een expressieve stoornis. Uit het onderzoek dat Bernadette Vermeij tijdens haar presentatie toelichtte kwam inderdaad wel een significant verschil naar voren tussen de scores van de twee groepen kinderen op de nietverbale intelligentie, maar werd geen significant verschil gevonden op de zinsontwikkeling. Meer informatie over het onderzoek kunt u vinden op: NUMMER 7-8, juli

6 Logopedie bij oudere kinderen Inhoud en vorm van de behandeling van kinderen met een specifieke taalontwikkelingsstoornis in de leeftijd van 8 tot 12 jaar auteurs gerda bruinsma HOGESCHOOLDOCENT EN JUNIOR ONDERZOEKER esther van niel DOCENT EN PROMOVENDA felicia allard LOGOPEDIST sanne donker LOGOPEDIST lieke kant LOGOPEDIST yasmijn moonen LOGOPEDIST ellen gerrits LECTOR LOGOPEDIE 6 LOGOPEDIE Een specifieke taalontwikkelingsstoornis (S-TOS) is een neurologische ontwikkelingsstoornis van genetische oorsprong die gekenmerkt wordt door een taalontwikkeling die beduidend achterblijft bij die van leeftijdsgenoten. Een S-TOS is op zichzelf staand; er is geen duidelijk aanwijsbare oorzaak (Gerrits & Van Niel, 2012). Hoewel de taalproblemen met het opgroeien minder opvallend worden, blijven ze vaak aanwezig tot in de volwassenheid. Een S-TOS heeft grote negatieve consequenties voor het totale functioneren van kinderen en volwassenen. Zij hebben vaak moeite met het volgen van onderwijs en stromen uit op lagere niveaus dan op grond van hun intelligentie verwacht mag worden. Zowel kinderen als volwassenen met S-TOS hebben minder maatschappelijk succes: zij hebben minder vrienden, zijn als volwassene vaker gescheiden en langduriger werkeloos (Clegg, Hollis, Mawhood & Rutter, 2005). Omdat de taalproblemen vaak blijvend zijn is adequate begeleiding niet alleen noodzakelijk voor jonge kinderen, maar ook voor kinderen in de hoogste klassen van het basisonderwijs en in het voortgezet onderwijs. Wetenschappelijk onderzoek naar de behandeling van taalontwikkelingsstoornissen heeft zich tot nu toe vooral gericht op jonge kinderen. Er is weinig onderzoek gedaan naar de inhoud en vorm van logopedische behandeling bij oudere kinderen met S-TOS. Slofstra-Bremer constateert in 1987 al dat literatuur over diagnostiek en behandeling bij S-TOS het meest gericht is op kinderen tussen 2 en 5 jaar. Daarin is de afgelopen jaren weinig veranderd. Van Groningen (2010) schrijft dat er een tekort aan kennis is over Nederlandstalige kinderen van 8 jaar en ouder met S-TOS. Voor het Engelse taalgebied is meer literatuur beschikbaar, hoewel er nauwelijks effectstudies zijn waaraan kinderen deelnemen die ouder zijn dan 6 jaar (Cirrin & Gillam, 2008). Logopedisten die oudere kinderen met S-TOS behandelen moeten hun begeleiding dus vormgeven met beperkte aanwijzingen en onderbouwing vanuit literatuur. Het is onduidelijk hoe zij dat in de praktijk doen. In de huidige studie zijn de vorm en inhoud geïnventariseerd van de behandeling bij kinderen van 8 tot en met 12 jaar met S-TOS. De onderzoeksvraag was: Hoe ziet de logopedische behandeling van kinderen van 8 tot en met 12 jaar met S-TOS eruit volgens de literatuur en in de praktijk?. De deelvragen richtten zich op de behandeldoelen, de vorm en organisatie van de behandeling en behandelmethoden. Om de onderzoeksvraag te beantwoorden werd een literatuurstudie uitgevoerd en een enquête afgenomen. De resultaten van beide deelonderzoeken zijn met elkaar in verband gebracht. JAARGANG 87

7 Methode Voor een beschrijvende review over de behandeling van oudere kinderen met S-TOS is in Nederlandse en in internationale literatuur gezocht naar informatie over doelen, methoden en vorm van de logopedische behandeling van kinderen van 8 tot en met 12 jaar. Gebruikte informatiebronnen zijn wetenschappelijke en niet-wetenschappelijke tijdschriften en handboeken. In tabel 1 staan de zoektermen. Naast de literatuurstudie is een digitale enquête afgenomen bij logopedisten. De enquête bestond uit 46 vragen over de logopedische problematiek van kinderen van 8 tot en met 12 jaar over de behandeling, de behandeldoelen en de behandelmethoden (zie kader voor voorbeelden). Bij de meeste vragen konden logopedisten kiezen uit verschillende antwoordmogelijkheden. Daarnaast konden zij bij veel vragen een eigen antwoord toevoegen. IN HET KORT Dit artikel geeft een overzicht van de inhoud van de logopedische behandeling van kinderen van 8 tot en met 12 jaar met een specifieke taalontwikkelingsstoornis (S-TOS). Doelen, therapievorm en methoden worden beschreven op basis van een literatuurstudie en een enquête bij 201 logopedisten in de vrije vestiging en het cluster 2-onderwijs. De bevindingen uit de literatuur en uit de praktijk worden met elkaar vergeleken. In het literatuuronderzoek zijn aanwijzingen gevonden dat logopedische behandeling effectief zou kunnen zijn bij oudere kinderen met S-TOS. De taalproblemen die het kind het meest belemmeren in de communicatie zouden de meeste aandacht moeten krijgen. Het is niet duidelijk of dit in de praktijk gebeurt. Logopedisten stellen vooral doelen voor verhaalopbouw, syntaxis en actieve woordenschat. In de literatuur wordt aangeraden directe en indirecte therapie te combineren. De enquête laat echter zien dat logopedisten voornamelijk gebruik maken van directe therapie bij oudere kinderen met S-TOS. Voor de behandeling van S-TOS maken veel logopedisten gebruik van Transparant Plus en Denkstimulerende Gespreksmethodiek (DGM). Logo-art wordt veel gebruikt bij de behandeling van spraakstoornissen. Logopedisten constateren dat er een gebrek is aan behandelmethoden voor oudere leerlingen. Er wordt regelmatig gebruik gemaakt van methoden die voor jongere kinderen ontwikkeld zijn. Omdat kinderen met een ernstige S-TOS meestal een indicatie hebben voor onderwijsondersteuning vanuit cluster 2 is de enquête verspreid onder logopedisten die kinderen met een cluster 2-indicatie behandelen. Deze indicatie wordt afgegeven op basis van landelijke criteria. Hierdoor kon een goed beeld worden gegeven van de behandeling van een grote en duidelijk afgebakende groep kinderen met S-TOS. Omdat de kinderen logopedie kunnen krijgen op school of in de vrije vestiging is de enquête verspreid onder logopedisten in vrijgevestigde praktijken en logopedisten in het cluster 2-onderwijs. In de vrije vestiging werden alle praktijken benaderd waarvan het adres te vinden was op internet. Logopedisten die werkzaam zijn in het cluster 2-onderwijs werden benaderd na contact met de school of de onderzoeksafdeling van hun organisatie. Er werd duidelijk aangegeven dat de enquête moest worden ingevuld voor kinderen met een cluster 2-indicatie. Logopedisten die niet met deze doelgroep werkten hoefden de enquête niet in te vullen. Voor de enquête zijn ongeveer 600 logopediepraktijken benaderd en alle cluster 2-scholen in Nederland (ongeveer 30 scholen). De enquête is ingevuld door 135 logopedisten in de vrije vestiging en door 61 logopedisten van cluster 2-scholen (zie tabel 2). Er hebben dus relatief veel logopedisten uit het cluster 2-onderwijs gereageerd. Het is niet mogelijk om te berekenen of het om een representatieve steekproef gaat, omdat niet bekend is hoeveel logopedisten kinderen met een cluster 2-indicatie behandelen. Resultaten Hieronder wordt per deelvraag van het on- Nederlandse zoektermen Engelse zoektermen Specifieke taalontwikkelingsstoornissen, directe therapie, indirecte therapie, behandeldoelen, ernstige spraak-taalmoeilijkheden, cluster 2 indicatie. Specific language impairment, language impairment, school-age, therapy, methods, speech therapist, speech language and communication needs, intervention, treatment. TABEL 1. Zoektermen die zijn gebruikt bij het literatuuronderzoek. Totaal aantal enquêtes Werkzaam in vrije vestiging Werkzaam in cluster 2-onderwijs Werkzaam in beide werksettings 201 (100%) 135 (67%) 61 (30%) 5 (3%) TABEL 2. Werksetting van de respondenten. NUMMER 7-8, juli

8 8 LOGOPEDIE De volgende vragen hebben betrekking op de behandeldoelen bij oudere kinderen met S-TOS (leeftijd 8 tot 12 jaar). Werkt u bij oudere kinderen met S-TOS vooral aan: Alleen het veranderen van de stoornis Alleen aan activiteiten en participatie (compensatiestrategieen) Een combinatie van stoornis, activiteiten en participatie Op welk(e) gebied(en) richt u de behandeling bij kinderen van 8 tot en met 12 jaar met S-TOS? (meerdere antwoorden mogelijk) Fonologie Syntaxis Morfologie Passieve woordenschat Actieve woordenscht derzoek de informatie uit het literatuuronderzoek en de enquête weergegeven. Er wordt gekeken of de keuze van logopedisten overeenkomt met de aanbevelingen. Eerst zal kort worden beschreven wat bekend is over de effectiviteit van logopedie bij oudere kinderen. Effectiviteit Over de effectiviteit van logopedie bij kinderen van 8 jaar en ouder zijn de meningen verdeeld. Goorhuis en Schaerlaekens (2000) geven aan dat het effect van taalbehandeling gebonden is aan leeftijdsgrenzen. In de periode van 0 tot 7 jaar hebben kinderen een groot vermogen om het taalsysteem te ontwikkelen. Na het zevende jaar is er nog ruimte voor verdieping en uitbreiding van de verworven taal, maar aanleg van nieuwe taalstructuren wordt Woordvinding Communicatieve functies Conversatievaardigheden Verhaalopbouw Maakt u bij het behandelen van oudere kinderen met S-TOS gebruik van: Voornamelijk directe therapie Voornamelijk indirecte therapie Beide therapieën ongeveer evenveel Op welke manier begeleidt u de leerkracht bij de indirecte therapie aan het kind? (meerdere antwoorden mogelijk) Adviseren Voorbeelden geven Feedback geven Voordoen Samen lesgeven Niet van toepassing Anders: KADER 1. Voorbeelden van enquêtevragen. In de oorspronkelijke enquête werd de term ESM gebruikt. In overeenstemming met de tegenwoordig gebruikte terminologie is die term hier vervangen door S-TOS. steeds moeilijker. Daarom zal behandeling het meeste effect hebben in de periode tot ongeveer 7 jaar. Van den Dungen en Verboog (1991) vinden het niet reëel om te verwachten dat de communicatieve vaardigheden van een kind met S-TOS vanzelf verbeteren, zonder behandeling. Daarom is behandeling voor zowel jonge als oudere kinderen noodzakelijk. Er zijn twee effectstudies gevonden die gedeeltelijk van toepassing zijn op de leef- tijdsgroep 8 tot 12 jaar. Broomfield en Dodd (2011) onderzochten het effect van logopedische behandeling op spraak- en taalvaardigheden bij 730 kinderen met S-TOS in de leeftijd van 2 tot 16 jaar. Zij concludeerden dat logopedische behandeling gedurende een half jaar tot significant betere taalvaardigheid leidde dan geen behandeling. Oudere kinderen waren beperkt vertegenwoordigd: slechts 9,7% van de kinderen in de studie was 7 jaar of ouder. Boyle, Mc- Cartney, O Hare en Forbes (2009) onderzochten het effect van verschillende interventiemodellen op taalscores bij kinderen met S-TOS in de leeftijd van 6 tot 11 jaar. Therapie werd individueel gegeven of in kleine groepjes, direct door logopedisten of indirect door logopedie-assistenten. De therapie was gericht op taalbegrip, woordenschat, morfosyntaxis en vertelvaardigheden en werd gegeven volgens een protocol dat is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, meningen van experts en handleidingen van therapieprogramma s (Mc- Cartney et al., 2004). In vergelijking met een controlegroep die reguliere logopedie kreeg, liet de experimentele groep meer verbetering zien in de expressieve taal in alle interventiemodellen. Dit gold niet voor de receptieve taal. Aangetekend moet worden dat de therapie in alle interventiemodellen intensief was: drie keer per week minuten gedurende 15 weken. Er zijn dus aanwijzingen dat logopedie effectief zou kunnen zijn bij kinderen van 8 tot 12 jaar met S-TOS, maar er is te weinig onderzoek gedaan om conclusies te kunnen trekken. Behandeldoelen Paul en Norbury (2012) geven aan dat de doelen van de logopedische behandeling van S-TOS ingedeeld kunnen worden in het veranderen van de stoornis (stoornisgericht werken) en het aanleren van communicatie- en compensatiestrategieën (werken aan activiteiten en participatie). Er zijn aanwijzingen dat logopedie effectief zou kunnen zijn bij kinderen van 8 tot 12 jaar met S-TOS, maar er is te weinig onderzoek gedaan om conclusies te kunnen trekken JAARGANG 87

9 Inbreng van het kind % logopedisten Het kind wordt enkel bewust gemaakt van de doelen 52,7 Het kind beslist niet mee over de doelen 19,9 Het kind bepaalt de volgorde van de doelen 17,4 Het kind bepaalt de doelen 13,9 Anders 24,4 TABEL 3. Inbreng van het kind bij het bepalen van de behandeldoelen. Communicatiestrategieën zijn er niet op gericht de taal op niveau te brengen, maar zijn hulpmiddelen die de logopedist aanreikt om kinderen te leren omgaan met hun beperking. Deze strategieën zijn bij oudere kinderen belangrijk, omdat de stoornis niet zal verdwijnen. Uit de enquête blijkt dat 91,5% van de logopedisten bij oudere kinderen een combinatie van stoornis, activiteiten en participatie centraal stelt in de behandeling. 6,5% stelt alleen activiteiten en participatie centraal. Slechts 2% van de logopedisten stelt alleen het veranderen van de stoornis centraal. Volgens Van den Dungen en Verboog (1991) is een belangrijk uitgangspunt bij het stellen van prioriteiten voor de behandeldoelen dat datgene wat het kind het meest belemmert in zijn communicatie het eerste behandeld wordt. Logopedisten stellen doelen voor verhaalopbouw (93%), syntaxis (88%) en actieve woordenschat (87%). Het is niet duidelijk of dit de aspecten zijn die de kinderen het meest belemmeren. Uit de enquête blijkt tevens dat 35% van de logopedisten voor de oudere kinderen doelen stelt voor de fonologie. Dat is opmerkelijk, omdat verwacht mag worden dat een fonologische stoornis bij kinderen van 8 jaar en ouder verdwenen is (Lewis, Freebairn & Taylor, 2000). Het taalgebruik zou prioriteit moeten krijgen bij de behandeling wanneer er naast een stoornis in de taalinhoud en taalvorm ook sprake is van een stoornis in het taalgebruik (Van den Dungen & Verboog, 1991). In de enquête is gevraagd welk aspect van de behandeling de meeste nadruk krijgt. De meeste logopedisten (26,9%) stellen verhaalopbouw als primair behandeldoel. Daarna volgen communicatieve functies (19,4%) en conversatievaardigheden (18,9%). Dit zijn doelen die zich richten op het verbeteren van het taalgebruik. De doelen hebben ook veel raakvlakken met het participeren in dagelijkse communicatieve situaties en sluiten aan bij de antwoorden die gegeven zijn over het centraal stellen van zowel stoornis als activiteiten en participatie. De motivatie van het kind voor de behandeling is erg belangrijk. Paul en Norbury (2012) stellen dat het kind gemotiveerder kan raken om mee te werken als het betrokken wordt bij het stellen van prioriteiten binnen de behandeldoelen. Door het kind ook bewust te maken van de achterliggende gedachte begrijpt het waarom er gewerkt wordt aan deze doelen. In de enquête is gevraagd hoe het kind meebeslist over de behandeldoelen. De gegevens zijn weergegeven in tabel 3. Ongeveer de helft van de logopedisten geeft aan de kinderen bewust te maken van de doelen in de behandeling. Een kleiner deel laat de kinde- EN DAN ren meebeslissen over de doelen. Bij de optie anders wordt het meest genoemd dat de behandeldoelen in overleg met het kind worden opgesteld en dat er wordt gekeken naar onderwerpen die op school worden behandeld. Slofstra-Bremer (1987) stelt dat het bij oudere kinderen mogelijk is om gerichte taaloefeningen te doen. Daarbij worden taalaspecten afzonderlijk geoefend. Omdat geoefende vaardigheden in taalvorm, taalinhoud en taalgebruik niet vanzelf worden toegepast in dagelijks taalgebruik zal er expliciet aandacht voor transfer moeten zijn in de therapie. Dat wordt ook wel een geïntegreerde benadering genoemd. Uit de enquête komt naar voren dat het merendeel van de logopedisten (88,6%) door middel van een geïntegreerde benadering werkt aan de gestelde behandeldoelen. Slechts 11,4% werkt apart aan elk doel zonder dit te integreren in alledaagse situaties. Directe en indirecte therapie In de literatuur zijn aanwijzingen dat indirecte therapie effectief zou kunnen zijn (Allen & Marshall, 2011; Boyle, McCartney, O Hare en Forbes, 2009, Van den Dungen & Verboog, 1991). Oudere kinderen zou- Belangrijke aanbevelingen voor de behandeling van kinderen van 8 tot 12 jaar zijn: Bepaal nauwkeurig wat het kind zou moeten leren en ga daarbij uit van de beperking en de participatieproblemen. Stel de vraag wat het kind het meest belemmert in de communicatie en het schoolse leren. Dat moet het primaire doel worden. Kijk goed welke onderliggende problemen op stoornisniveau daarvoor verminderd moeten worden. Betrek het kind bij het stellen van prioriteiten voor de behandeldoelen. Door het kind bewust te maken van de achterliggende gedachte bij de behandeldoelen begrijpt het waarom er gewerkt wordt aan deze doelen. Op deze manier wordt het kind verantwoordelijk gemaakt voor zijn eigen leren. De kans op medewerking tijdens de behandeling wordt daardoor groter. Leer doelstructuren bewust aan en maak gebruik van metalinguïstische vaardigheden. Integreer de taalaspecten vervolgens in een communicatieve context. Integreer het generalisatieproces in elke behandelsessie, omdat spontane generalisatie vaak niet optreedt na de behandeling. Het is effectief gebleken om schoolmethoden te gebruiken om het generalisatieproces te bewerkstelligen. Denk aan de mogelijkheden van het werken met kleine groepjes kinderen met S-TOS. Besteed evenveel aandacht aan directe en indirecte therapie. Dit geeft kinderen de meeste kans om nieuw taalgedrag aan te leren. NUMMER 7-8, juli

10 Percentage logopedisten GRAFIEK 1. Frequentie van het contact over indirecte therapie tussen logopedist en leerkracht in de vrije vestiging en in het cluster 2-onderwijs. Percentage logopedisten 100% 80% 60% 40% 20% 0% 100% 80% 60% 40% 20% 0% minstens 1x per week 1x per 2 weken 1x per maand Frequentie contact leerkracht 1x per week 1x per 2 weken 1x per maand 1x per 6 weken 1x per 6 weken Frequentie contact ouder(s)/verzorger(s) vrije vestiging 1x per 3 maanden vrije vestiging 1x per 3 maanden cluster 2 onderwijs 1x per half jaar anders cluster 2 onderwijs 1x per half jaar anders GRAFIEK 2. Frequentie van het contact tussen logopedist en ouder(s)/verzorger(s) in de vrije vestiging en in het cluster 2-onderwijs. wordt uitgelokt om geleerde taalvaardigheden toe te passen. Daarvoor werkt ze samen met volwassenen uit de omgeving van het kind. Een efficiënte vorm van samenwerking met leerkrachten is het informeren en instrueren van de leerkracht, waarbij de focus niet ligt op de problemen van de leerling, maar op de mogelijkheden van de leerkracht om de leerling te begeleiden (Boerman & Bruins, 2000). De resultaten uit de enquête laten zien dat logopedisten met zowel leerkrachten als ouders op bovengenoemde manier samenwerken. Een groot gedeelte van de ondervraagde logopedisten geeft aan gebruik te maken van adviseren (84,1%), voorbeelden geven (76,6%), en feedback geven (45,8%) bij de indirecte therapie via ouders en leerkrachten. Individuele en groepsbehandeling Een studie van Boyle et al. (2009) toont aan dat er geen significant verschil in taalscores is tussen kinderen met S-TOS in de leeftijd van 6 tot 11 jaar die individuele logopedie krijgen, of logopedische behandeling in kleine groepjes. Van den Dungen en Verboog (1991) geven aan dat de mogelijkheden en beperkingen van een kind bepalend zijn voor de keuze. Bij een kind met een ernstige taalontwikkelingsstoornis geven zij de voorkeur aan starten met een individuele behandeling, zodat er goed kan worden ingegaan op de specifieke problemen van het kind. Later zou met groepsbehandeling kunnen worden ingezet op de transfer van geleerde vaardigheden op het gebied van communicatieve functies en conversatievaardigheden. 10 LOGOPEDIE den in zoveel mogelijk verschillende situaties gestimuleerd moeten worden in hun taalgebruik. Een combinatie van directe en indirecte therapie wordt dan ook aanbevolen en geeft oudere kinderen de meeste kans om nieuw taalgedrag aan te leren (Van den Dungen & Verboog, 1991; Goorhuis & Schaerlaekens, 2000). De resultaten van de enquête laten zien dat logopedisten in Nederland bij oudere kinderen met S-TOS vaker gebruik maken van directe therapie dan van indirecte therapie. De meeste logopedisten (65,2 %) geven aan voornamelijk gebruik te maken van directe therapie. 2% van de logopedisten maakt voornamelijk gebruik van indirecte therapie en 32,8 % gebruikt evenveel directe als indirecte therapie. Logopedisten geven aan vooral de ouders en leerkrachten te betrekken bij de behandeling van oudere kinderen. In grafiek 1 en grafiek 2 is te zien dat de ondervraagde logopedisten in de vrije vestiging vaker contact over indirecte therapie hebben met de ouders en de logopedisten in het cluster 2-onderwijs vaker met de leerkracht. Tijdens de indirecte therapie wil de logopedist een situatie creëren waardoor het kind De meerderheid van de logopedisten uit de enquête (66%) geeft de behandelingen individueel, tegenover 6% die de kinderen in groepsverband behandelt. 27% van de logopedisten behandelt de kinderen door middel van een combinatie van individuele en groepsbehandeling. De keuze om individueel te behandelen komt overeen met de voorkeur van Van den Dungen en Verboog (1991) bij het behandelen van kinderen met een ernstige stoornis maar wordt niet ondersteund door effectstudies (Boyle et al, 2009, Broomfield & Dodd, 2011). Metalinguïstisch vermogen Bij oudere kinderen met S-TOS kan er tij- LOGOPEDIE JAARGANG 87

11 Logo-Art Metaphon Dyspraxieprogramma PROMPT Hodson & Paden GRAFIEK 3. Meest gebruikte methode bij de behandeling van spraakproblemen. GRAFIEK 4. Meest gebruikte methode bij de behandeling van taalproblemen. dens de behandeling gebruik worden gemaakt van het metalinguïstisch vermogen (Slofstra-Bremer 1987; Paul & Norbury, 2012). Het metalinguïstisch vermogen stelt een kind in staat om na te denken over en te reflecteren op taal (Schaerlaekens, 2008). De behandeling wordt hierdoor meer educatief en trainend dan speels, maar dat betekent niet dat het spelelement helemaal wegvalt (Slofstra-Bremer, 1987). Van den Dungen en Verboog (1991) geven ook aan dat taalstructuren bewust kunnen worden getraind met het kind. Zwitserlood NUMMER 7-8, juli 2015 Anders 2,0% 4,5% 9,5% Denkstimulerende gespreksmethodiek (DGM) 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% Transparant Plus Transparant Communicatieve taaltherapie Van den Dungen Schoolmethoden Taaltraining Mondjesmaat Taalachterstand en Taalverwerving (TenT) LinC Curriculum Schoolrijpheid Zeg het maar helemaal Logopedie-klapper Zo snap ik het Functionele Imitatie van Taalstructuren (FIT) Anders 15,9% 18,9% 1,0% 0,5% 0,5% 0,5% 0,0% 0,0% 0,0% 3,0% 8,5% 12,4% 11,4% 49,3% 20,4% 19,4% 22,4% 0,0% 5,0% 10,0% 15,0% 20,0% 25,0% (2014) toonde onlangs aan dat het metalinguïstisch trainen van de zinsbouw met het programma Metataal bij oudere kinderen met S-TOS effectief is. 60% van de ondervraagde logopedisten behandelt door middel van training. Het doel wordt hierbij specifiek aangeleerd en de training is meestal metalinguïstisch van aard. Daarentegen maakt 40% van de logopedisten geen gebruik van het metalinguïstisch vermogen maar van spelactiviteiten om het behandeldoel te oefenen. De keuze van een groot deel van de logopedisten om metalinguïstische vaardigheden te integreren in de behandeling komt overeen met de aanbevelingen uit het literatuuronderzoek. Behandelmethoden en materialen In deze laatste paragraaf wordt per taalaspect de informatie over behandelmethoden en materialen uit de literatuur en de enquête beschreven. Eerst wordt stilgestaan bij spraakproblemen. In de literatuur worden geen behandelmaterialen of methoden genoemd voor het behandelen van problemen in de fonologie bij oudere kinderen met S-TOS. Ook over andere spraakproblemen zijn er weinig aanbevelingen die specifiek gericht zijn op oudere kinderen. Zoals in grafiek 3 te zien is, wordt Logo-art door 49% van de logopedisten genoemd als meest gebruikt behandelmateriaal bij de behandeling van spraakproblemen. Ook Metaphon, het Dyspraxieprogramma, Hodson & Paden en PROMPT worden ingezet. Er wordt dus vooral gebruikt gemaakt van methoden die ontwikkeld zijn voor de behandeling van jongere kinderen, waarschijnlijk omdat er geen ander materiaal voor handen is. In grafiek 4 zijn de meest gebruikte methoden en materialen voor de behandeling van taalproblemen te zien. De categorie anders is vaak gebruikt. Veel logopedisten geven daarbij aan dat het niet mogelijk is een keuze te maken voor de meest gebruikte methode, omdat meerdere methoden worden gecombineerd om optimaal aan te sluiten bij de problematiek en interesse van het kind. Er worden in de Nederlandse literatuur twee behandelmaterialen/-methoden genoemd voor het behandelen van proble- Een combinatie van directe en indirecte therapie wordt aanbevolen en geeft oudere kinderen de meeste kans om nieuw taalgedrag aan te leren 11

12 12 LOGOPEDIE men in de syntaxis en morfologie bij oudere kinderen met S-TOS, namelijk Transparant Plus en Taaltraining Mondjesmaat uit Curriculum Schoolrijpheid (Goorhuis & Schaerlaekens, 2000). De effectiviteit is niet onderzocht. In grafiek 4 is te zien dat logopedisten gebruik maken van deze twee methoden. Er wordt echter ook gebruik gemaakt van methoden die ontwikkeld zijn voor jongere kinderen. Ten aanzien van woordenschat komt uit het literatuuronderzoek naar voren dat er bij oudere kinderen met S-TOS kan worden gewerkt door middel van thema s (Goorhuis & Schaerlaekens, 2000; Elbers & Van Loon- Vervoorn, 1990 in: Van den Dungen & Verboog, 1991). Uit de enquête blijkt dat veel logopedisten dat doen (genoemd bij anders ). Het thema sluit in veel gevallen aan op de schoolthema s. Paul en Norbury (2012) stellen dat het effectiever is om schoolmethoden te gebruiken in de logopedische behandeling van oudere kinderen met S-TOS dan eigen methoden. Dit bevordert het generalisatieproces. Van de ondervraagde logopedisten gaf 40% aan ook schoolmethoden te gebruiken en 8,5% geeft aan schoolmethoden het meest te gebruiken. De didactische werkwijze Met woorden in de weer wordt vaak genoemd bij anders (van den Nulft & Verhallen, 2009). Voor het behandelen van problemen in de pragmatiek komen de Denkstimulerende Gespreksmethodiek (DGM) (Golstein, Heeg & Kuiper, 2006) en debatteren (Stam, 2007) als aanbevelingen uit het literatuuronderzoek naar voren. Uit de enquête blijkt dat logopedisten deze methoden inderdaad gebruiken. Debatteren wordt genoemd bij de categorie anders. Discussie en conclusie Uit onze studie blijkt dat er weinig informatie is over de behandeling van oudere kinderen met S-TOS. Er is nauwelijks effectonderzoek gedaan. Tevens zijn er weinig beschrijvingen van hoe in de praktijk gehandeld wordt. Desondanks is het mogelijk gebleken een aantal uitspraken te doen over behandeldoelen en de vorm en organisatie van de logopedie. Daarbij is het wel de vraag of de informatie uit internationale literatuur zonder meer gegeneraliseerd kan worden naar de Nederlandse situatie. De organisatiestructuur en inclusiecriteria voor logopedie kunnen verschillen in andere landen en worden niet altijd duidelijk beschreven in de artikelen. Over behandelmethoden konden nauwelijks uitspraken gedaan worden op basis van literatuur. Voor het beantwoorden van de vraag of logopedisten in overeenstemming werken met wat beschreven wordt zijn de gegevens uit de literatuur vergeleken met de antwoorden van 201 respondenten. Het is niet duidelijk of dit aantal voldoende is om de bevindingen te generaliseren naar alle logopedisten in Nederland. Tevens zijn logopedisten in het cluster 2-onderwijs in verhouding meer vertegenwoordigd dan logopedisten in de vrije vestiging. Het is mogelijk dat deze twee groepen logopedisten anders handelen en dat de cluster 2 logopedisten nu een relatief grote invloed hebben gehad op de resultaten. Bij oudere kinderen met S-TOS kan tijdens de behandeling gebruik worden gemaakt van het metalinguïstisch vermogen Als het gaat om het stellen van behandeldoelen werken de ondervraagde logopedisten in grote lijnen in overeenstemming met wat er beschreven wordt in de literatuur. Logopedisten besteden veel aandacht aan taalgebruik, ze stellen een combinatie van stoornis, activiteiten en participatie centraal en ze besteden aandacht aan de transfer naar dagelijkse situaties. In vorm en organisatie van de logopedie werken logopedisten niet altijd in overeenstemming met beschikbare evidentie. Behandeling in groepjes kan even effectief zijn als individuele behandeling en een combinatie van directe en indirecte therapie wordt aanbevolen. De ondervraagde logopedisten passen deze organisatievormen niet altijd toe. Apeldoorn, Vinke en Vonhof (2011) vonden in hun onderzoek naar logopedie bij S-TOS in Nederland dat de combinatie van directe en indirecte logopedie veel vaker gebruikt wordt dan in het huidige onderzoek. Mogelijk komt dit omdat de enquête van Apeldoorn et al. zich op een iets jongere groep richtte (7 t/m 12 jaar) en de vraag globaler was gesteld. Op het gebied van behandelmethoden is het lastig om aan te geven of er wel of niet in overeenstemming met de literatuur wordt gewerkt. Er zijn weinig behandelmethoden bekend voor de behandeling van oudere kinderen met S-TOS, waardoor er in de praktijk gebruik wordt gemaakt van methoden die ontwikkeld zijn voor jongere kinderen. De ondervraagde logopedisten geven dan ook aan dat zij behoefte hebben aan meer behandelmateriaal en meer behandelmethoden voor de behandeling van oudere kinderen met S-TOS. Concluderend kan gezegd worden dat logopedisten een weg vinden in de behandeling van oudere kinderen, ondanks dat er weinig onderbouwing is vanuit wetenschappelijk onderzoek. De keuzes en overwegingen komen vaak, maar niet altijd, overeen met aanbevelingen uit de literatuur. Contact Dit artikel is gebaseerd op een onderzoek dat is uitgevoerd in 2012 in het kader van een afstudeerproject aan het lectoraat en de opleiding logopedie van Hogeschool Utrecht. De contactpersoon is Gerda Bruinsma, gerda.bruinsma@hu.nl Auteurs Felicia Allard is logopedist en werkt bij Logopedie Groene Hart, praktijk voor logopedie in Gouda. Gerda Bruinsma, MSc is logopedist en hogeschooldocent. Zij heeft geruime tijd als logopedist gewerkt op verschillende scholen voor speciaal onderwijs en op een medisch kleuterdagverblijf. In 2007 werd zij docent aan de opleiding logopedie van Hogeschool Utrecht. Haar vakgebieden zijn taalontwikkelingsstoornissen en kwaliteit en ethiek. In 2009 rondde zij haar mas- JAARGANG 87

13 ter Logopediewetenschap af. Zij is verbonden aan het lectoraat logopedie en is onlangs gestart met promotieonderzoek naar de effectiviteit van logopedie bij kleuters met een taalontwikkelingsstoornis. Zij was opdrachtgever voor het afstudeerproject waar dit artikel op is gebaseerd. Sanne Donker werkt als logopedist bij logopediepraktijk Saskia Kraan, gevestigd op de Van Voorthuijsenschool, cluster 3-school voor zeer moeilijk lerende kinderen in Haarlem en Hoofddorp. Daarnaast is zij werkzaam bij Buitenschool De Schans in Utrecht. Dit is een cluster 3-school voor langdurig zieke kinderen. Prof. Dr. Ellen Gerrits is lector logopedie aan Hogeschool Utrecht, faculteit Gezondheidszorg en hoogleraar logopediewetenschap aan de Universiteit Utrecht. Haar onderzoek richt zich op evidence-based logopedie, effect van logopedische therapie, kinderen met taalontwikkelingsstoornissen, kinderen met een gehoorverlies en cochleaire implantatie. Het afstudeerproject waar dit artikel op is gebaseerd is uitgevoerd binnen het lectoraat logopedie. Lieke Kant is logopedist en werkt bij Logopedie Vechtstreek in Maarssen en Loosdrecht. Yasmijn Moonen is logopedist en werkt bij Logopediepraktijk Het Zand in Utrecht. Esther van Niel, MA is logopedist en docent. Zij werkte een aantal jaar als logopedist in de vrije vestiging en volgde daarnaast een master Algemene Taalwetenschap. Sinds 2012 is zij werkzaam bij de Hogeschool Utrecht. Ze geeft les in het vakgebied taal-en spraakontwikkelingsstoornissen en voert binnen het lectoraat Logopedie onderzoek uit op het gebied van effectiviteit van logopedie bij kinderen met taalontwikkelingsstoornissen. Zij was begeleider bij het afstudeerproject waar dit artikel op is gebaseerd. NUMMER 7-8, juli 2015 De keuze van de logopedist om individueel te behandelen komt overeen met de voorkeur van Van den Dungen en Verboog bij het behandelen van kinderen met een ernstige stoornis, maar wordt niet ondersteund door effectstudies LITERATUURLIJST > Allen, J. & Marshall, C.R. (2011). Parent-child interaction therapy (PCIT) in school-aged children with specific language impairment. International Journal of Language & Communication Disorders (46)4, doi: / > Apeldoorn, F., Vinke, l. & Vonhof, J. (2011). Behandeling van spraak- en taalstoornissen bij kinderen met een cluster 2 indicatie. Beschrijving van frequentie, duur en inhoud. Afstudeerproject logopedie, Hogeschool Utrecht, Utrecht > Boerman, R. & Bruins, M. (2000). Leerkracht en logopedist: samen in school. Logopedie en Foniatrie, 10, > Boyle, J., McCartney, E., O Hare, A. & Forbes J. (2009). Direct versus indirect and individual versus group modes of language therapy for children with primary language impairment: principal outcomes from a randomized controlled trial and economic evaluation. International Journal of Language & Communication Disorders, 44, doi: / > Broomfield, J. & Dodd, B. (2011). Is speech and language therapy effective for children with primary speech and language impairment? Report of a randomized control trial. International Journal of Language & Communication Disorders, 46, doi: /j x > Cirrin, F.M., & Gillam, R.B. (2008). Language intervention practices for school-age children with spoken language disorders: A systematic review. Language, Speech, and Hearing Services in Schools, 39(1), S110-S137. > Clegg, J., Hollis, C., Mawhood, L. & Rutter, M. (2005). Developmental language disorders, a follow-up in later adult life. Cognitive, language and psychosocial outcomes. Journal of Child Psychology and Psychiatry, 46, > Dungen van den, L. & Verboog, M. (1991). Kinderen met taalontwikkelingsstoornissen. Bussum: Uitgeverij Coutinho. > Gerrits, E. & Van Niel, E, (2012). Taalachterstand of taalontwikkelingsstoornis? Dysfasie, ESM, SLI of taalstoornis? Logopedie, 11, 6-11 > Golstein, C., Heeg, J. & Kuiper, C. (2006). Coachen in het ZMLK-onderwijs: Een nieuwe uitdaging? Logopedie en Foniatrie, 6, > Goorhuis, S.M. & Schaerlaekens, A. (2000). Handboek taalontwikkeling, taalpathologie en taaltherapie- bij Nederlandssprekende kinderen. Utrecht: De Tijdstroom Uitgeverij. > Groningen van, R. (2010). Complexity and correctness in older children with SLI: related or not? Master Thesis General Linguistics, Universiteit van Amsterdam, Amsterdam. > Lewis, B.A., Freebairn, L.A., Taylor, H.G. (2000). Follow-Up of Children with Early Expressive Phonology Disorders. Journal of Learning Disabilities, 33, doi: / > McCartney, E., Boyle, J., Bannatyne, S., Jessiman, E., Campbell, C., Kelsey, C., &... O Hare, A. (2004). Becoming a manual occupation? The construction of a therapy manual for use with language impaired children in mainstream primary schools. International Journal Of Language & Communication Disorders, 39(1), > Nulft, D. van den & Verhallen, M. (2009). Met woorden in de weer. Bussum: Coutinho > Paul, R. & Norbury, C.F. (2012). Language Disorders from Infancy through Adolescence: Listening, Speaking, Reading, Writing, and Communicating. St. Louis, Missouri (USA): Elsevier. > Schaerlaekens, A.M. (2008). De taalontwikkeling van het kind. Groningen: Noordhof Uitgevers > Slofstra-Bremer, C.F. (1987). Taaltherapie bij oudere kinderen. Logopedie en Foniatrie, 59, > Stam, C. (2007). Taalgestoorde kinderen in debat. Logopedie en Foniatrie, (4), > Zwitserlood, R. (2014) Language growth in Dutch school-age children with specific language impairment. Doctoraal dissertatie Universiteit Utrecht. Utrecht: LOT. 13

14 Meertalige kinderen met TOS hebben recht op een meertalige aanpak Symposium Multi-SLI auteur karin wiefferink Zaterdag 30 mei organiseerde Kentalis het symposium Multi-SLI. Het symposium was de afsluiting van een Europees project waartoe Kentalis het initiatief nam. Zeven Europese landen hebben bijna twee jaar lang praktijkervaringen ( best-practices ) uitgewisseld in zorg en onderwijs aan kinderen met een taalstoornis, die opgroeien in een meertalige omgeving. Op het symposium deelden de projectmedewerkers hun ervaringen met logopedisten en andere professionals die deze kinderen behandelen en begeleiden. Is een meertalige omgeving goed voor een kind met TOS? Hoe stimuleren ouders de taalontwikkeling van hun kind in verschillende culturen? Hoe beïnvloeden normen en waarden de interactie met kinderen? Welke woorden leren kinderen het eerst in verschillende culturen? Deze en andere vragen kwamen tijdens het symposium aan de orde. 14 LOGOPEDIE Ondanks het vroege uur kwamen ongeveer 80 mensen uit het hele land naar Sint-Michielsgestel. Mirjam Blumenthal, initiatiefnemer van het project, opende het symposium in het Engels met, in het kader van meertaligheid, een kort intermezzo in het Nederlands. Eerst inventariseerde zij hoe het zit met de meertaligheid van de deelnemers. Er waren nauwelijks deelnemers die zelf meertalig zijn opgevoed en enkele deelnemers voeden hun kinderen meertalig op. Maar veel van de aanwezigen hadden in hun werk wel met meertalige kinderen te maken. Mirjam benadrukte dat de moedertaal voor alle JAARGANG 87

15 De moedertaal is voor alle kinderen belangrijk, dus ook voor kinderen met TOS. Dat is helaas niet bij alle behandelaars bekend kinderen belangrijk is, dus ook voor kinderen met TOS. Dat is helaas niet bij alle behandelaars bekend. Het Europese Multi-SLI project De volgende spreker was Wiebke Scharff Rethfeldt. Zij is logopedist en hoogleraar in Bremen. Zij introduceerde het Europese Multi-SLI project, waarin België, Duitsland, Engeland, Luxemburg, Malta, Zweden en Nederland participeerden. Bij de uitwisseling van best-practices waren logopedisten, psychologen en docenten betrokken. Ook Nederlandse ouders van meertalige kinderen met TOS waren vertegenwoordigd, omdat zij ervaring hebben met de combinatie TOS en meertaligheid. De projectleden constateerden een aantal uitdagingen. Ten eerste zijn behandelaars vaak niet bekend met de taal en cultuur van het kind, wat het risico in zich draagt dat er een verkeerde diagnose gesteld wordt en dat de behandeling niet afgestemd is op de behoeften van de ouders en het kind. Ten tweede zijn er nauwelijks goede testen beschikbaar voor meertalige kinderen en worden kinderen vaak gediagnosticeerd met testen die voor eentalige kinderen zijn genormeerd. Ten slotte is er weinig bekend over de taalontwikkeling van meertalige kinderen met TOS. De belangrijkste boodschap die Wiebke Scharff Rethfeldt mee wilde geven is dat eentaligheid niet de norm is en dat in diagnostiek en behandeling plaats is voor de moedertaal en de cultuur van het kind. AThEME Maaike Verrips is eigenaar van de Taalstudio, een bureau dat taalwetenschappelijke kennis beschikbaar maakt voor praktische doeleinden. Zij vertelde over AThEME (Advancing the European Multilingual Experience), een Europees onderzoek naar verschillende aspecten van meertaligheid. Acht Europese landen doen mee aan dit onderzoek, dat in 2019 wordt afgerond. Zij vertelde dat uit eerder onderzoek bleek dat kinderen heel goed in staat zijn om twee talen te scheiden. Voor een tweetalige opvoeding is het nodig dat het taalaanbod in beide talen minimaal 30% is. Bovendien is meertaligheid goed voor non-verbale cognitieve vaardigheden, leren meertaligen makkelijker een nieuwe taal en zijn meertalige kinderen zich eerder bewust van het perspectief van anderen. In AThEME wordt de komende jaren onderzoek gedaan naar regionale talen, b.v. Fries, en meertaligheid. Ook wordt er onderzoek gedaan naar meertaligheid waarbij de thuistaal niet de dominante taal in de omgeving van het kind is. Daarnaast gaat AThEME onderzoek doen naar het brein van meertaligen, met name naar hoe het brein werkt bij de cognitieve voordelen die hierboven genoemd zijn. Tot slot worden er ook diagnostische testen ontwikkeld voor TOS en dyslexie. Meer informatie over dit Europese project is te vinden op NUMMER 7-8, juli 2015 De rol van ouders De volgende spreker was Eva Kristina Salameh, logopedist en onderzoeker uit Zweden. Zij vertelde over de rol van ouders bij de taalontwikkeling van kinderen. Zij onderscheidde twee visies over hoe kinderen een taal leren en de rol van ouders daarin. De eerste visie is dat kinderen talig worden opgevoed, de dominante visie in Europa en Noord-Amerika. In deze visie is de taalontwikkeling de verantwoordelijkheid van de ouders. De ouders doen dat door het perspectief van het kind te nemen om het kind te begrijpen. Bovendien passen ouders hun taalgebruik aan aan het niveau van het kind, de zogenaamde babytaal. Ouders benoemen wat ze zien en wat het kind doet en conversaties bestaan vaak uit vragen van de ouders aan het kind. Dit zijn zogenaamde controle vragen met als doel om na te gaan of het kind begrijpt wat er is gezegd. De an- 15

Logopedie bij oudere kinderen

Logopedie bij oudere kinderen Logopedie bij oudere kinderen Inhoud en vorm van de behandeling van kinderen met een specifieke taalontwikkelingsstoornis in de leeftijd van 8 tot 12 jaar auteurs gerda bruinsma HOGESCHOOLDOCENT EN JUNIOR

Nadere informatie

Behandeling van spraak- en taalstoornissen bij kinderen met een cluster 2 indicatie

Behandeling van spraak- en taalstoornissen bij kinderen met een cluster 2 indicatie Behandeling van spraak- en taalstoornissen bij kinderen met een cluster 2 indicatie Beschrijving van frequentie, duur en inhoud Afstudeerproject van: Frederieke Apeldoorn Laura Vinke José Vonhof Opdrachtgevers

Nadere informatie

Wat is een specifieke taalontwikkelingsstoornis? dr Ellen Gerrits, logopedist Congres TaalStaal 9 november 2012 Koninklijke Auris Groep

Wat is een specifieke taalontwikkelingsstoornis? dr Ellen Gerrits, logopedist Congres TaalStaal 9 november 2012 Koninklijke Auris Groep Wat is een specifieke taalontwikkelingsstoornis? dr, logopedist Congres 9 november 2012 Koninklijke Auris Groep Over welke kinderen praten we vandaag? Engels: Specific Language Impairment: Is SLI wel zo

Nadere informatie

Logopedie in het cluster 2 onderwijs

Logopedie in het cluster 2 onderwijs Logopedie in het cluster 2 onderwijs mw. E. Cox MA (NVLF) mw. E. Kunst-Verberne (NVLF) mw. M. Schulte (NVLF) dhr. R. Nannes (NVLF) 2 Aanleiding position statement Dit position statement gaat over de logopedische

Nadere informatie

Logopedie in het cluster 4 onderwijs

Logopedie in het cluster 4 onderwijs Logopedie in het cluster 4 onderwijs mw. E. Cox MA (NVLF) mw. E. Kunst-Verberne (NVLF) mw. M. Schulte (NVLF) dhr. R. Nannes (NVLF) 2 Aanleiding position statement Dit position statement richt zich op de

Nadere informatie

Van Logopedische praktijk naar Logopediewetenschap! Prof dr Ellen Gerrits Symposium promotie dr Joost Hurkmans 12 februari 2016

Van Logopedische praktijk naar Logopediewetenschap! Prof dr Ellen Gerrits Symposium promotie dr Joost Hurkmans 12 februari 2016 Van Logopedische praktijk naar Logopediewetenschap! Prof dr Ellen Gerrits Symposium promotie dr Joost Hurkmans 12 februari 2016 1 Spraak-, Taal-, Stem-, Gehooren Slikstoornissen Klinische expertise Beste

Nadere informatie

Logopedie in het cluster 3 onderwijs

Logopedie in het cluster 3 onderwijs Logopedie in het cluster 3 onderwijs mw. M. Boersma (NVLF) mw. E. Cox MA (NVLF) mw. E. Kunst-Verberne (NVLF) dhr. R. Nannes (NVLF) mw. M. Schulte (NVLF) 2 Aanleiding position statement Dit position statement

Nadere informatie

Deel 1 Gebruik van het computerprogramma Behandeldoelen tos. 2 Stappen bij het opstellen van een behandelplan 29

Deel 1 Gebruik van het computerprogramma Behandeldoelen tos. 2 Stappen bij het opstellen van een behandelplan 29 Inhoud Inleiding 15 Deel 1 Gebruik van het computerprogramma Behandeldoelen tos 1 Het computerprogramma 23 1.1 Inleiding 23 1.2 Doel van het computerprogramma Behandeldoelen tos 23 1.3 Doelgroep en gebruikers

Nadere informatie

Stoornis of breder? De stoornis beschrijven De 5 aspecten in een handzaam schema! Casuïstiek Conclusie

Stoornis of breder? De stoornis beschrijven De 5 aspecten in een handzaam schema! Casuïstiek Conclusie Overzicht diagnostisch instrumentarium spraak-taalonderzoek Edith Hofsteede-Botden Rianneke Crielaard Kentalis Sint-Michielsgestel Team Spraak-Taal Overzicht diagnostisch instrumentarium spraak-taalonderzoek

Nadere informatie

Aantekeningen naar aanleiding van de workshop van Ellen Gerrits tijdens het congres TOS in Utrecht op 18 mei 2017

Aantekeningen naar aanleiding van de workshop van Ellen Gerrits tijdens het congres TOS in Utrecht op 18 mei 2017 Aantekeningen naar aanleiding van de workshop van Ellen Gerrits tijdens het congres TOS in Utrecht op 18 mei 2017 Kinderen met TOS zijn slimme kinderen die moeite hebben met praten en vertellen, en met

Nadere informatie

Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties

Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties Van Waelvelde, De Roubaix A, Steppe L, et al. (2017) Effectiveness of a self-regulated remedial program for handwriting difficulties.

Nadere informatie

gebaren bij jonge kinderen met TOS

gebaren bij jonge kinderen met TOS Het gebruik van gebaren bij jonge kinderen met TOS Karin Wiefferink, Maaike Diender, Marthe Wijs, Bernadette Vermeij Vaak wordt in interactie met jonge kinderen met TOS de gesproken taal ondersteund met

Nadere informatie

Ouders maken het verschil

Ouders maken het verschil Ouders maken het verschil 1 + 2 = meer dan 3 Indirecte therapie bij kinderen met TOS Jeanne Verheugt, communicatief begeleider Martina de Groot, logopedist spraaktaalpatholoog USZ Kentalis RZON Alle Taal

Nadere informatie

Studie-opzet Effectiviteit Logopedie TS Ank Verschoor, team Stichting Dysphatische Ontwikkleling. November 2014. Evidence based.

Studie-opzet Effectiviteit Logopedie TS Ank Verschoor, team Stichting Dysphatische Ontwikkleling. November 2014. Evidence based. Evidence based Effectiviteit van logopedie bij specifieke spraak taalontwikkelingsstoornissen (DO, S TOS) De opzet van een klinische studie Ank Verschoor, team Stichting Dysphatische Ontwikkeling met dank

Nadere informatie

RICHTLIJN DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN AFASIE

RICHTLIJN DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN AFASIE RICHTLIJN DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING VAN AFASIE Samenvatting versie voor mensen met afasie en naasten Afasie is een taalstoornis, geen intelligentiestoornis Juli 2017 1 van 23 Inhoud Inleiding... 3 H1:

Nadere informatie

Kan een kind meer talen

Kan een kind meer talen Kan een kind meer talen...ook als het een auditieve of co Meertaligheid is geen oorzaak van taalstoornissen de één is er beter in dan de ander dat geldt ook voor kinderen met een zintuiglijke, communicatieve,

Nadere informatie

Observationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review

Observationeel onderzoek Patiënt-controleonderzoek Cohortonderzoek Cross-sectioneel Systematisch review Zoekstrategie JGZ-richtlijn Taalontwikkeling Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken zijn deze eerst omgevormd tot PICO uitgangsvragen. Hierbij wordt achtereenvolgens het volgende

Nadere informatie

Hoe denkt de vrijgevestigde Friese psycholoog en orthopedagoog hierover?

Hoe denkt de vrijgevestigde Friese psycholoog en orthopedagoog hierover? E-health Hoe denkt de vrijgevestigde Friese psycholoog en orthopedagoog hierover? Een genuanceerde benadering ROS Friesland heeft geïnventariseerd hoe psychologen en orthopedagogen denken over het gebruik

Nadere informatie

Comparison: Kinderen zonder deze risicofactor.

Comparison: Kinderen zonder deze risicofactor. Zoekstrategieën JGZ-richtlijn Taalontwikkeling oekstrategie Om de uitgangsvragen op een gestructureerde manier uit te werken tot beantwoordbare vragen zijn deze eerst omgewerkt tot PICO uitgangsvragen.

Nadere informatie

PEUTERS MET VERSTAANBAARHEIDSPROBLEMEN: WELKE BEHANDELING WERKT?

PEUTERS MET VERSTAANBAARHEIDSPROBLEMEN: WELKE BEHANDELING WERKT? PEUTERS MET VERSTAANBAARHEIDSPROBLEMEN: WELKE BEHANDELING WERKT? Simea, april 2019 Presentatie bevat voorlopige resultaten 1 EVEN VOORSTELLEN Marieke van Schuppen Teamleider/gedragswetenschapper Bernadette

Nadere informatie

ZINnig. Innovatie van taaltherapie voor kinderen met complexe taalproblemen

ZINnig. Innovatie van taaltherapie voor kinderen met complexe taalproblemen ZINnig Innovatie van taaltherapie voor kinderen met complexe taalproblemen Nieuwsbrief 2 ZINnig april 2019 Via deze Nieuwsbrief van het onderzoeksproject ZINnig brengen we u op de hoogte van de activiteiten

Nadere informatie

1. Inleiding tot The Assessment of Basic Language and Learning Skills: The ABLLS-R. James W. Partington

1. Inleiding tot The Assessment of Basic Language and Learning Skills: The ABLLS-R. James W. Partington 1. Inleiding tot The Assessment of Basic Language and Learning Skills: The ABLLS-R. James W. Partington 2. Autisme: Kwalitatieve verschillen op 3 gebieden: taalvaardigheden, sociale vaardigheden en beperkte/

Nadere informatie

TAALSTOORNIS KINDEREN: PROBLEMEN MET DE PRODUCTIE VAN SPRAAKKLANKEN

TAALSTOORNIS KINDEREN: PROBLEMEN MET DE PRODUCTIE VAN SPRAAKKLANKEN INFORMATIE VOOR OUDERS/VERZORGERS TAALSTOORNIS KINDEREN: PROBLEMEN MET DE PRODUCTIE VAN SPRAAKKLANKEN Meertaligheid en fonologische stoornis TAALSTOORNIS KINDEREN: PROBLEMEN MET DE PRODUCTIE VAN SPRAAKKLANKEN

Nadere informatie

Vroegsignalering taalontwikkelingsstoornissen Symposium Het jonge kind

Vroegsignalering taalontwikkelingsstoornissen Symposium Het jonge kind Vroegsignalering taalontwikkelingsstoornissen Symposium Het jonge kind 15 december 2016 Drs. F. Sobieraj klinisch linguïst / logopedist Kentalis Een landelijke organisatie gespecialiseerd in diagnostiek,

Nadere informatie

ZINnig Innovatie van taaltherapie voor kinderen met complexe taalproblemen. ZINnige informatie over het project

ZINnig Innovatie van taaltherapie voor kinderen met complexe taalproblemen. ZINnige informatie over het project ZINnig Innovatie van taaltherapie voor kinderen met complexe taalproblemen HU Logopediesymposium 2019 Evidence Beest, wat een feest! Inge Klatte MSc (inge.klatte@hu.nl) Vera van Heugten MA dr. Rob Zwitserlood

Nadere informatie

DOSSIERVORMING gaat niet om vakjes goed invullen. De RICHTLIJN CAROLINE NOUWELS. VERSLAG Netwerkdag 'Taal in samenhang'

DOSSIERVORMING gaat niet om vakjes goed invullen. De RICHTLIJN CAROLINE NOUWELS. VERSLAG Netwerkdag 'Taal in samenhang' Jaargang 89 # 1 februari 2017 CAROLINE NOUWELS De RICHTLIJN DOSSIERVORMING gaat niet om vakjes goed invullen KENNIS Autonoom communiceren of niet? INTERVIEW Maak kennis met het NVLF-bestuur VERSLAG Netwerkdag

Nadere informatie

Conclusies uit de enquêtes voor logopedisten op SBO s

Conclusies uit de enquêtes voor logopedisten op SBO s Conclusies uit de enquêtes voor logopedisten op SBO s Ten behoeve van het project Van oefendefect naar oefeneffect! Logopedie in het SBO. is een enquête verspreid over 29 SBO s. Achtereenvolgens worden

Nadere informatie

Evidence-based - Wat een feest! Ellen Gerrits Alle Taal Centraal 2014

Evidence-based - Wat een feest! Ellen Gerrits Alle Taal Centraal 2014 Evidence-based - Wat een feest! Alle Taal Centraal 2014 Evidence-based logopedie (EBL) Evidence-based logopedie (EBL) Een klinische beslissing nemen op basis van het best beschikbare bewijs 5 stappen in

Nadere informatie

Diagnostiek en behandeling

Diagnostiek en behandeling Diagnostiek en behandeling Hans Kaffener Diagnostiek en behandeling Kennismaking met de Doelgroep TOS in theorie en in beleving Wat biedt Kentalis diagnostiek en behandeling Hoe kom je bij Kentalis? verwijsmogelijkheden

Nadere informatie

Meertalige ontwikkeling Adviezen voor ouders van kinderen met een auditieve / communicatieve beperking die in een meertalige omgeving wonen

Meertalige ontwikkeling Adviezen voor ouders van kinderen met een auditieve / communicatieve beperking die in een meertalige omgeving wonen Meertalige ontwikkeling Adviezen voor ouders van kinderen met een auditieve / communicatieve beperking die in een meertalige omgeving wonen Door: Mirjam Blumenthal Projectleider CLD M.Blumenthal@effathaguyot.nl

Nadere informatie

Dyslexiewijzer. Waarom deze dyslexiewijzer? De rol van de logopedist bij dyslexie

Dyslexiewijzer. Waarom deze dyslexiewijzer? De rol van de logopedist bij dyslexie Dyslexiewijzer Dyslexiewijzer Waarom deze dyslexiewijzer? Voordat kinderen met het leesonderwijs in aanraking komen, kunnen ze al verwezen worden naar een logopedist. Zij hebben dan een logopedische stoornis

Nadere informatie

Taal. Informatie over logopedie

Taal. Informatie over logopedie Taal Taal is... Het geheel van de door de spraakorganen, op basis van het taalvermogen voortgebrachte tekens waarvan de mens gebruik maakt om zijn gedachten te articuleren, zijn wereld te ordenen en te

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

De Klinisch Linguïst. Specialist in. Taalontwikkelingsstoornissen Verworven taalstoornissen

De Klinisch Linguïst. Specialist in. Taalontwikkelingsstoornissen Verworven taalstoornissen De Klinisch Linguïst Specialist in Taalontwikkelingsstoornissen Verworven taalstoornissen Copyright Vereniging voor Klinische Linguïstiek (VKL) April 2000 Secretariaat: Vereniging voor Klinische Linguïstiek

Nadere informatie

Audiologisch centrum, spraaktaalteam

Audiologisch centrum, spraaktaalteam TOS en Meertaligheid Onderwijsdag 25 mei 2016 Maaike Diender, klinisch linguïst Els de Jong, teamleider spraaktaalteam/logo-akoepedist Audiologisch centrum, spraaktaalteam Gehooronderzoek Logopedisch onderzoek

Nadere informatie

Ouders over kindcentra

Ouders over kindcentra Ouders over kindcentra Oberon, september 2015 Wat vinden ouders eigenlijk van kindcentra? Kennen zij de gedachte achter Kindcentra2020? We besloten om het maar eens aan ze te vragen. Onderzoeksbureau Oberon

Nadere informatie

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving

Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving Hoofdstuk 8 Kenmerken van de thuisomgeving De relatie tussen leesvaardigheid en de ervaringen die een kind thuis opdoet is in eerder wetenschappelijk onderzoek aangetoond: ouders hebben een grote invloed

Nadere informatie

Project DigiTaal. Taal leren met tabletgames. Siméacongres Johanna Schulting Marjan ter Harmsel

Project DigiTaal. Taal leren met tabletgames. Siméacongres Johanna Schulting Marjan ter Harmsel Project DigiTaal Taal leren met tabletgames Siméacongres 2018 Johanna Schulting Johanna.schulting@hu.nl Marjan ter Harmsel Marjan.terharmsel@hu.nl 19-04-2018 Achtergrond Nieuwe media horen bij dagelijkse

Nadere informatie

Onderzoek Zuid-Afrika

Onderzoek Zuid-Afrika Onderzoek Zuid-Afrika Tweede taalverwerving en tweede taalonderwijs Engels als tweede taal in het basisonderwijs Naam: Kimberly Vermeulen Studentnummer: S1077859 Klas: PLV3B Minor: Internationalisering

Nadere informatie

Het leren van Engels bij kinderen met TOS

Het leren van Engels bij kinderen met TOS Het leren van Engels bij kinderen met TOS Siméa congres 15-04-2016 Master Thesis Logopediewetenschap Inge Zoutenbier, MSc Onder begeleiding van: Dr. Rob Zwitserlood In een notendop http://auris.instantmagazine.com/auriscomdigit

Nadere informatie

Doordat bewegen en uitvoeren van activiteiten moeilijker gaat, voelt een kind met DCD zich soms onzeker. Ook kan het activiteiten spannend vinden.

Doordat bewegen en uitvoeren van activiteiten moeilijker gaat, voelt een kind met DCD zich soms onzeker. Ook kan het activiteiten spannend vinden. Onlangs is uw kind gezien in het observatieteam en is de diagnose DCD gesteld. In deze folder leest u wat DCD is, wat de behandeling bij Libra Revalidatie & Audiologie locatie Blixembosch inhoudt en hoe

Nadere informatie

Dyslexie valt als voldaan wordt aan de criteria onder de zorgverzekeringswet, waardoor kinderen gebruik kunnen maken van de vergoedingsregeling voor

Dyslexie valt als voldaan wordt aan de criteria onder de zorgverzekeringswet, waardoor kinderen gebruik kunnen maken van de vergoedingsregeling voor Inhoudsopgave 1 Introductie 4 2 Het belang van psycho-educatie 6 3 Het herkennen van dyslexie 8 4 Diagnose dyslexie 10 5 Vergoedingsregeling 12 6 De dyslexieverklaring 13 7 Dyslexie: herkomst en hersenwerking

Nadere informatie

Uitgangsvragen en aanbevelingen

Uitgangsvragen en aanbevelingen Uitgangsvragen en aanbevelingen behorende bij de richtlijn Diagnostiek en Behandeling van afasie bij volwassenen. De aanbevelingen dienen te worden gelezen in relatie tot de tekst in de desbetreffende

Nadere informatie

17-5-2014 GEFELICITEERD! Evidence-based logopedie. Evidence-based logopedie: 10 jaar! Taakverdeling. Wat ben jij? @hannekekalf

17-5-2014 GEFELICITEERD! Evidence-based logopedie. Evidence-based logopedie: 10 jaar! Taakverdeling. Wat ben jij? @hannekekalf Evidence-based logopedie - wat is er in 10 jaar veranderd? GEFELICITEERD! Dr. Hanneke Kalf hanneke.kalf@radboudumc.nl www.hannekekalf.nl @hannekekalf 15 mei 2014 @hannekekalf Evidence-based logopedie:

Nadere informatie

Effectieve woordenschattherapie bij peuters met S-TOS Siméacongres 11 april Dr. N. Uilenburg Dr. E. Gerrits

Effectieve woordenschattherapie bij peuters met S-TOS Siméacongres 11 april Dr. N. Uilenburg Dr. E. Gerrits Effectieve woordenschattherapie bij peuters met S-TOS Siméacongres 11 april 2013 F. Cohen Tervaert Dr. N. Uilenburg Dr. E. Gerrits Inhoud Woordenschatverwerving Woordenschatinterventie Doel pilot Methode

Nadere informatie

Thema avond Lezen. Basisschool Oostenwind te Raalte Donderdag 16 januari 2014 Hanneke Berenpas, Logopedist

Thema avond Lezen. Basisschool Oostenwind te Raalte Donderdag 16 januari 2014 Hanneke Berenpas, Logopedist Thema avond Lezen Basisschool Oostenwind te Raalte Donderdag 16 januari 2014 Hanneke Berenpas, Logopedist Programma Verloop taalontwikkeling in vogelvlucht Stimuleren taalontwikkeling Spraak/taalproblemen

Nadere informatie

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A

Individueel verslag Timo de Reus klas 4A Individueel verslag de Reus klas 4A Overzicht en tijdsbesteding van taken en activiteiten 3.2 Wanneer Planning: hoe zorg je ervoor dat het project binnen de beschikbare tijd wordt afgerond? Wat Wie Van

Nadere informatie

TEVREDENHEIDSONDERZOEK

TEVREDENHEIDSONDERZOEK verslag van het TEVREDENHEIDSONDERZOEK afgenomen in NOVEMBER 2014 Inleiding Eén keer in de twee jaar wordt er een tevredenheidsonderzoek gehouden. Ouders, leerlingen van groep 5, 6, 7 en 8 en personeelsleden

Nadere informatie

Therapiekeuze bij verstaanbaarheidsproblemen. Waarom dit onderwerp? Goed nieuws! Therapiekeuze bij verstaanbaarheidsproblemen

Therapiekeuze bij verstaanbaarheidsproblemen. Waarom dit onderwerp? Goed nieuws! Therapiekeuze bij verstaanbaarheidsproblemen Therapiekeuze bij verstaanbaarheidsproblemen Regiodag logopedie 27 mei 2014 Waarom dit onderwerp? Maaike Diender Klinisch linguïst Audiologisch centrum Alkmaar: ACHN Kinderen 2-5 jaar, 2010-2013 Geen spraakproductieprobleem

Nadere informatie

WAT DOET DE LOGOPEDIST?

WAT DOET DE LOGOPEDIST? TAAL Afasie Afasie is een taalstoornis die ontstaat door een hersenletsel in de linker hersenhelft. Dit wordt meestal veroorzaakt door een beroerte (CVA), maar kan ook ontstaan door een hersentumor, een

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Effectiviteit van een gestructureerde, fonologisch gebaseerde dyslexiebehandeling

Effectiviteit van een gestructureerde, fonologisch gebaseerde dyslexiebehandeling Effectiviteit van een gestructureerde, fonologisch gebaseerde dyslexiebehandeling In elke klas zitten wel een aantal kinderen die veel moeite hebben met het leren lezen en spellen. Voor een groot deel

Nadere informatie

To game or Not to game: games in taaltherapie bij kinderen

To game or Not to game: games in taaltherapie bij kinderen To game or Not to game: games in taaltherapie bij kinderen Project DigiTaal: Taalgames in taaltherapie Selectie games Toepassing games Effect games en zoekwebsite Ellen Gerrits, Marjan ter Harmsel, Johanna

Nadere informatie

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date:

Cover Page. Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning in childhood Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/47848 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Netten, Anouk Title: The link between hearing loss, language, and social functioning

Nadere informatie

SCHEMA AFASIE. Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling

SCHEMA AFASIE. Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling SCHEMA AFASIE Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling Verwijzing en aanmelding 3 Welke invloed hebben duur en intensiteit van afasietherapie op het herstel van de afasie? 4 Wat is voor

Nadere informatie

Taalstimulering voor kinderen en volwassenen. Taal en taalbeleid 3 februari 2014

Taalstimulering voor kinderen en volwassenen. Taal en taalbeleid 3 februari 2014 Taalstimulering voor kinderen en volwassenen Taal en taalbeleid 3 februari 2014 Enkele stellingen Taalontwikkeling 1. Voortalige fase: van 0 tot 1 jaar 2. Vroegtalige fase: van 1 tot 2,5 jaar Eentalige

Nadere informatie

Kenmerken van peuters met een taalontwikkelingsstoornis

Kenmerken van peuters met een taalontwikkelingsstoornis Kenmerken van peuters met een taalontwikkelingsstoornis Maartje Kouwenberg (Auris) & Bernadette Vermeij (NSDSK) Anne Spliet (Pento) en Karin Wiefferink (NSDSK) Inhoud Doel van het onderzoek Achtergrond

Nadere informatie

Ik heb vragen rond 'expressieve taalstoornis' of 'taalstoornis' alleen en begon nu wat te twijfelen of dat synoniemen zijn voor dysfasie of niet.

Ik heb vragen rond 'expressieve taalstoornis' of 'taalstoornis' alleen en begon nu wat te twijfelen of dat synoniemen zijn voor dysfasie of niet. Vraag In de aanloop naar volgend schooljaar krijgen we heel wat vragen rond de type 7 taal-spraak groep. Onder andere over welke 'termen' ok of niet ok zijn ifv opmaak gemotiveerd verslag / verslag. Ik

Nadere informatie

Developmental Coordination Disorder (DCD) Informatie en behandeling

Developmental Coordination Disorder (DCD) Informatie en behandeling Developmental Coordination Disorder (DCD) Informatie en behandeling Developmental Coordination Disorder Schrijven, met bestek eten, een bal vangen, een logisch verhaal vertellen of huiswerkopdrachten uitvoeren.

Nadere informatie

STANDPUNT LOGOPEDIE OP SCHOOL

STANDPUNT LOGOPEDIE OP SCHOOL STANDPUNT LOGOPEDIE OP SCHOOL Er is een ontwikkeling gaande dat steeds meer logopedisten door scholen worden gevraagd om de logopedische behandeling niet meer vanuit de praktijk, maar binnen de schoolmuren

Nadere informatie

Participatieproblemen bij kinderen met TOS/AVP

Participatieproblemen bij kinderen met TOS/AVP Audiologie & Communicatie Participatieproblemen bij kinderen met TOS/AVP Nicolle Tissen, orthopedagoog en Marijke Zoons, spraak-taalpatholoog 11 april 2019 Audiologie & Communicatie Als audiologisch centrum

Nadere informatie

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod U bent niet de enige Een op de tien Nederlanders heeft te maken met een persoonlijkheidsstoornis of heeft trekken hiervan. De Riagg Maastricht is gespecialiseerd

Nadere informatie

Handreiking Toeleiding naar onderwijsarrangementen 27-5-2013

Handreiking Toeleiding naar onderwijsarrangementen 27-5-2013 Handreiking Toeleiding naar onderwijsarrangementen 27-5-2013 Uitgangspunten: De toewijzing van het arrangement gebeurt op basis van de onderwijsbehoefte van de leerling. De onderwijsbehoefte van een cluster

Nadere informatie

TOS en Dyslexie. De grenzen van mijn taal....zijn de grenzen van mijn wereld

TOS en Dyslexie. De grenzen van mijn taal....zijn de grenzen van mijn wereld TOS en Dyslexie De grenzen van mijn taal....zijn de grenzen van mijn wereld Inhoud: Wie zijn wij? Wat is een TOS? TOS en dyslexie, cormobiditeit TOS en dyslexie, dé aanpak Wie zijn wij? Auris: helpt mensen

Nadere informatie

Schema Afasie. 1 De logopedist neemt bij het vermoeden van een afasie de ScreeLing af, bij voorkeur binnen een week na de beroerte.

Schema Afasie. 1 De logopedist neemt bij het vermoeden van een afasie de ScreeLing af, bij voorkeur binnen een week na de beroerte. Schema Afasie Stap Methodisch handelen nr. Uitgangsvraag nr. Aanbeveling Verwijzing en aanmelding 3 Welke invloed hebben duur en intensiteit van afasietherapie op het herstel van de afasie? 11 De logopedist

Nadere informatie

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de

doordat er op dat moment geen leeftijdsgenootjes aanwezig zijn. Als ze iets mochten veranderen gaven ze aan dat de meeste kinderen iets aan de SAMENVATTING Er is onderzoek gedaan naar de manier waarop kinderen van 6 8 jaar het best kunnen worden geïnterviewd over hun mening van de buitenschoolse opvang (BSO). Om hier antwoord op te kunnen geven,

Nadere informatie

13-11-2014. Poster. Belemmeringen in drie categorieën te verdelen: In duo s: 1. Persoonlijke belemmeringen

13-11-2014. Poster. Belemmeringen in drie categorieën te verdelen: In duo s: 1. Persoonlijke belemmeringen Poster Jacomijn Hofstra Onderzoeker lectoraat Rehabilitatie en docent Toegepaste Psychologie, Hanzehogeschool Groningen In duo s: Belemmeringen in drie categorieën te verdelen: Wat hindert jongvolwassenen

Nadere informatie

Ouderbetrokkenheid: interviewschema

Ouderbetrokkenheid: interviewschema Ouderbetrokkenheid: interviewschema Contactinformatie: Prof. dr. Johan van Braak, Lien Ghysens en Ruben Vanderlinde Vakgroep Onderwijskunde Universiteit Gent Inleiding Met dit interview willen we meer

Nadere informatie

Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever

Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever Al spelend leren: onderzoek naar de educatieve (meer)waarde van computergames in de klas Project Ben de Bever 2010-2011 Een onderzoek van: Universiteit Gent Katarina Panic Prof. Dr. Verolien Cauberghe

Nadere informatie

Auditieve verwerkingsproblemen

Auditieve verwerkingsproblemen Auditieve verwerkingsproblemen definitie, diagnostiek, (be)handelen Jessica van Herel de Frel Logopedist / spraak taalpatholoog Koninklijke Auris Groep, AC Rotterdam j.v.herel@auris.nl 19 april 2012 Inhoud

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33033 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33033 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33033 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Berg, Heleen van den Title: From BookStart to BookSmart: about the importance

Nadere informatie

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van

Het belangrijkste doel van de studie in hoofdstuk 3 was om onafhankelijke effecten van visuele preview en spellinguitspraak op het leren spellen van Samenvatting Het is niet eenvoudig om te leren spellen. Om een woord te kunnen spellen moet een ingewikkeld proces worden doorlopen. Als een kind een bepaald woord nooit eerder gelezen of gespeld heeft,

Nadere informatie

Workshops en lezingen

Workshops en lezingen Workshops en lezingen Donderdag 16 maart 2017 van 19:00 tot 21:45 uur Workshop Inhoud Doelgroep Voor Voor wie? 1. Ervaringscircuit Een interactieve workshop waarin je beleeft hoe het is om een te hebben.

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Doe mee met Schildpad en Aap

Doe mee met Schildpad en Aap Het verhalen oefenboek Symposium Vertel Vaardig! 28 november 2015 Agenda Ontstaan Verhalen oefenboek Narratieve vaardigheden Statistische onderbouwing Informatie Vragen www.verhalenoefenboek.nl Agenda

Nadere informatie

Capita Selecta AGUtrecht Evidence-based Logopedie: Effect van taaltherapie bij kinderen

Capita Selecta AGUtrecht Evidence-based Logopedie: Effect van taaltherapie bij kinderen Capita Selecta AGUtrecht Evidence-based Logopedie: Effect van taaltherapie bij kinderen Ellen Gerrits & Gerda Bruinsma Lectoraat logopedie Inhoud Kader: mythen en fabels over kindertaalstoornissen Evidence

Nadere informatie

Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg

Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg Wie doet wat hij deed, krijgt wat hij kreeg Voor wie? Waarom? Wat? Hoe? Voor Omdat leiding Ervaringsgerichte Door middel van leidinggevenden, geven, adviseren en coaching en werkvormen waarbij het adviseurs

Nadere informatie

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING In gesprek met elkaar. Uitwerking van de stellingen. De onderstaande stellingen hebben we deze avond besproken onder elke stelling staan een aantal opmerkingen die

Nadere informatie

Engels in het basisonderwijs: wel of niet vroeg beginnen?

Engels in het basisonderwijs: wel of niet vroeg beginnen? Engels in het basisonderwijs: wel of niet vroeg beginnen? Introductie Deze whitepaper verschijnt in een serie whitepapers over Engels in het basisonderwijs. De serie bespreekt verschillende onderwerpen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Docenten in het hoger onderwijs zijn experts in wát zij doceren, maar niet noodzakelijk in hóe zij dit zouden moeten doen. Dit komt omdat zij vaak weinig tot geen training hebben gehad in het lesgeven.

Nadere informatie

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven

ecourse Moeiteloos leren leidinggeven ecourse Moeiteloos leren leidinggeven Leer hoe je met minder moeite en tijd uitmuntende prestaties met je team bereikt 2012 Marjan Haselhoff Ik zou het waarderen als je niets van de inhoud overneemt zonder

Nadere informatie

Evidence based handelen binnen de logopedie. Consequenties voor de logopedische begeleiding gekoppeld aan de onderwijszorgprofielen

Evidence based handelen binnen de logopedie. Consequenties voor de logopedische begeleiding gekoppeld aan de onderwijszorgprofielen Evidence based handelen binnen de logopedie Consequenties voor de logopedische begeleiding gekoppeld aan de onderwijszorgprofielen Inleiding Logopedisch handelen op basis van wetenschappelijke evidentie

Nadere informatie

Met Woorden in de Weer

Met Woorden in de Weer Met Woorden in de Weer woordenschatontwikkeling bij kinderen van 10-13 jaar met een taalontwikkelingsstoornis Astrid van Leerdam, Rob Zwitserlood en Ellen Gerrits Kinderen met taalontwikkelingsstoornissen

Nadere informatie

Libra Revalidatie DCD. Diagnose en behandeling bij kinderen met een coördinatieontwikkelingsstoornis

Libra Revalidatie DCD. Diagnose en behandeling bij kinderen met een coördinatieontwikkelingsstoornis Libra Revalidatie DCD Diagnose en behandeling bij kinderen met een coördinatieontwikkelingsstoornis Uw kind is gezien door de revalidatiearts en tijdens dit bezoek is met u gesproken over DCD. In deze

Nadere informatie

Logopedie na een beroerte

Logopedie na een beroerte Logopedie na een beroerte Albert Schweitzer ziekenhuis februari 2011 pavo 0473 Inleiding Veel mensen hebben na een beroerte problemen met praten of slikken. De neuroloog regelt dat u hiervoor naar de logopedist

Nadere informatie

Voortgang implementatie Masterplan Dyscalculie. Rapportage. Mei, s-hertogenbosch

Voortgang implementatie Masterplan Dyscalculie. Rapportage. Mei, s-hertogenbosch Voortgang implementatie Masterplan Dyscalculie Rapportage Mei, 2016 s-hertogenbosch Inhoud Introductie... 2 Opzet van het onderzoek... 2 Resultaten... 2 Conclusies, interpretaties en aanbevelingen... 2

Nadere informatie

SAMENVATTING SAMENVATTING

SAMENVATTING SAMENVATTING Goed kunnen lezen is een van de belangrijkste vaardigheden in de huidige informatiemaatschappij, waarin communicatie en informatie centraal staan. Lezen is dan ook een onderwerp waar veel onderzoek naar

Nadere informatie

Werkbijeenkomst intern begeleiders

Werkbijeenkomst intern begeleiders Werkbijeenkomst intern begeleiders Van het SWV Duin- en Bollenstreek 28 september 2015 Jolanda Roelfsema, MA Education Taal-/dyslexiespecialist PO www.leerkracht.nu info@leerkracht.nu Programma 19.30 20.15

Nadere informatie

Innovatie van taaltherapie met tabletgames

Innovatie van taaltherapie met tabletgames DigiTaal Innovatie van taaltherapie met tabletgames Marjan ter Harmsel, junior onderzoeker Hogeschool Utrecht Johanna Schulting, junior onderzoeker Hogeschool Utrecht Het project onderwerp Hier staat de

Nadere informatie

SAMENVATTING. Een actueel perspectief op kinderen en jongeren met een chronische aandoening in Nederland

SAMENVATTING. Een actueel perspectief op kinderen en jongeren met een chronische aandoening in Nederland SAMENVATTING Een actueel perspectief op kinderen en jongeren met een chronische aandoening in Nederland TOEKOMST OMVANG, SAMENSTELLING EN PARTICIPATIE ZORG WERK Lineke van Hal Bas Tierolf Maaike van Rooijen

Nadere informatie

Bestaat enkelvoudige dyslexie? Frank Wijnen & Elise de Bree Universiteit Utrecht SDN congres, Dyslexie 2.0

Bestaat enkelvoudige dyslexie? Frank Wijnen & Elise de Bree Universiteit Utrecht SDN congres, Dyslexie 2.0 Bestaat enkelvoudige dyslexie? Frank Wijnen & Elise de Bree Universiteit Utrecht SDN congres, Dyslexie 2.0 Situatieschets PDDB: vergoeding van behandeling enkelvoudige dyslexie Enkelvoudig: bij het kind

Nadere informatie

Helpt het hulpmiddel?

Helpt het hulpmiddel? Helpt het hulpmiddel? Het belang van meten Zuyd, Lectoraat Autonomie en Participatie Faculteit Gezondheidszorg Dr. Ruth Dalemans, Prof. Sandra Beurskens 08-10-13 Doelstellingen van deze presentatie Inzicht

Nadere informatie

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen

Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Samenvatting Zoeken naar en leren begrijpen van speciale woorden Herkenning en de interpretatie van metaforen door schoolkinderen Onderzoek naar het gebruik van metaforen door kinderen werd populair in

Nadere informatie

ONDERZOEK IN DE LERARENOPLEIDING! Wat vinden lerarenopleiders en hun managers daar eigenlijk van?

ONDERZOEK IN DE LERARENOPLEIDING! Wat vinden lerarenopleiders en hun managers daar eigenlijk van? ONDERZOEK IN DE LERARENOPLEIDING! Wat vinden lerarenopleiders en hun managers daar eigenlijk van? Cora Veenman-Verhoeff MSc Dr. Ellen Klatter Docent Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Lector Versterking

Nadere informatie

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW

INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW INFORMATIEVOORZIENING URENAFTREK DOOR ZELFSTANDIGEN VANUIT WW - eindrapport - drs. L.F. Heuts drs. R.C. van Waveren Amsterdam, december 2009

Nadere informatie

WORKSHOP. 03 februari 2018 Landelijke bij- en nascholingsdag KKB-ers

WORKSHOP. 03 februari 2018 Landelijke bij- en nascholingsdag KKB-ers WORKSHOP RICHTLIJN RICHTLIJN TOS TOS 03 februari 2018 Landelijke bij- en nascholingsdag KKB-ers EVEN Specialisaties Preverbale logopedie Klinische linguïstiek Sensorische informatieverwerking VOORSTELLEN

Nadere informatie

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1

Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde van

Nadere informatie

Wat is logopedie? Wat doet een logopedist? Wanneer is logopedie nodig?

Wat is logopedie? Wat doet een logopedist? Wanneer is logopedie nodig? Wat is logopedie? Wat is logopedie? Logopedie is zorg die nodig is als er problemen zijn met stem, spraak, taal, gehoor en slikken. Logopedisten behandelen stoornissen op het gebied van de persoonlijke

Nadere informatie