TITEL I INLEIDENDE BEPALINGEN HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "TITEL I INLEIDENDE BEPALINGEN HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALING"

Transcriptie

1 TITEL I INLEIDENDE BEPALINGEN HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALING Art. 1 Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. HOOFDSTUK II DEFINITIES EN TOEPASSINGSGEBIED Art. 2 Voor de toepassing van deze wet moet worden verstaan onder: 1 patiënt: de natuurlijke persoon aan wie gezondheidszorg wordt verstrekt, al dan niet op eigen verzoek; 2 verzorgingsinstelling: elke instelling die gezondheidszorg verstrekt en is gereglementeerd door de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008, evenals het ziekenhuis dat beheerd wordt door het Ministerie van Landsverdediging en dat gelegen is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 3 levenseindebeslissing of levenseindehandeling: een beslissing of handeling zoals gedefinieerd in 4 tot 10 van dit artikel; 4 levensbeëindiging zonder verzoek: het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een andere dan de betrokkene, zonder diens verzoek; 5 euthanasie: het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een andere dan de betrokkene, op diens verzoek; 6 hulp bij zelfdoding: het opzettelijk verlenen van hulp bij de zelfdoding van een ander; 7 pijnbestrijding met mogelijk levensverkortend effect: een opzettelijk pijnbestrijdende handeling van een derde met levensverkorting als potentieel neveneffect; 8 continue diepe sedatie: het volledig, ononderbroken en tot aan het overlijden wegnemen van het bewustzijn van de patiënt ter verzachting van zijn lijden; 9 palliatieve zorg: het geheel van zorgverlening aan patiënten met een levensbedreigende ziekte die ongeneeslijk is of waarvoor een curatieve behandeling werd geweigerd; 10 therapiebeperking: het opzettelijk staken of niet starten van een levensreddende of levensverlengende behandeling; 11 levensreddende behandeling: een behandeling die de gezondheidstoestand van de patiënt kan verbeteren of minstens stabiliseren met een redelijke levenskwaliteit; 12 levensverlengende behandeling: een behandeling die de gezondheidstoestand van de patiënt niet verbetert, maar wel het leven van de patiënt in stand houdt. Art. 3 Deze wet is van toepassing op de levenseindebeslissingen, ongeacht de setting waarin ze worden gesteld en ongeacht de rechtsverhouding die er bestaat tussen de patiënt en de derde die de levenseindehandeling stelt. TITEL II GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN

2 HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Art. 4 Onverminderd artikel 8 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt, heeft elke patiënt recht op informatie over de verschillende mogelijkheden aan het levenseinde. In elke zorgsetting wordt een zo groot mogelijke inspanning geleverd om het zelfbepalingsrecht van de patiënt te maximaliseren door middel van het stimuleren en organiseren van voorafgaande zorgplanning. Art. 5 Onverminderd artikel 11 van het koninklijk besluit van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, kunnen verzorgingsinstellingen artsen niet verbieden een levenseindebeslissing conform deze wet uit te voeren, noch hem daarbij beperkingen opleggen. Bepalingen in een reglement of in een overeenkomst met de arts die in strijd zijn met het eerste lid van dit artikel worden beschouwd als niet geschreven. Wanneer een arts een levenseindehandeling heeft uitgevoerd conform de bepalingen van deze wet, mag de verzorgingsinstelling geen handeling verrichten die ertoe strekt eenzijdig een einde te maken aan de rechtsverhouding met de arts, behalve om een dringende reden of een voldoende reden. Dit verbod gaat in de dag van de uitvoering van de levenseindehandeling en eindigt na een termijn van drie maanden na de dag van de uitvoering. De verzorgingsinstelling die, ondanks de bepalingen van het derde lid, de rechtsverhouding met de arts beëindigt zonder een dringende reden of een voldoende reden, is gehouden om aan de arts een vergoeding te betalen, die gelijk is aan zes maal de maandelijkse vergoeding van de arts. De maandelijkse vergoeding wordt berekend op het gemiddelde van de maandelijkse vergoedingen van de betrokken arts die werden uitbetaald zes maanden voor de maand waarin de levenseindehandeling werd gesteld, onverminderd de vergoedingen die bij een beëindiging van een rechtsverhouding aan de arts moeten worden betaald. HOOFDSTUK II RECHT OP PALLIATIEVE ZORG Art. 6 Elke patiënt heeft recht op palliatieve zorg, ongeacht de levenseindebeslissing die wordt genomen. Een voldoende ruim aanbod van palliatieve zorg en de criteria voor de terugbetaling van die zorg door de sociale zekerheid moeten er borg voor staan dat dit soort zorg voor alle ongeneeslijk zieke patiënten even toegankelijk is, binnen het geheel van het zorgaanbod. Voor de begeleiding van deze patiënt is een multidisciplinaire totaalzorg van essentieel belang, zowel op het fysieke, psychische, sociale als morele vlak. Het belangrijkste doel van de palliatieve zorg is deze zieke en zijn naasten een zo groot mogelijke levenskwaliteit en maximale autonomie te bieden. Palliatieve zorg is erop gericht de kwaliteit van het resterende leven van deze patiënt en de nabestaanden te waarborgen en te optimaliseren. De noden inzake palliatieve zorg en de kwaliteit van de gevonden oplossingen worden geregeld geëvalueerd door een evaluatiecel die de Koning opricht binnen het Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid Louis Pasteur. Dit evaluatieverslag wordt om de twee jaar aan de wetgevende Kamers voorgelegd. De Koning ziet er op toe dat de beroepsorganisaties van de palliatieve zorgverleners bij deze evaluatie worden betrokken.

3 De Koning neemt de nodige maatregelen om de uitwerking te coördineren van een aan de noden aangepaste palliatieve zorg. De Koning neemt de nodige maatregelen die nodig zijn om de gezondheidswerkers die in de uitoefening van hun functie geconfronteerd worden met de problematiek van het levenseinde, de steun van een team voor palliatieve zorg te bieden, alsook begeleidingsmogelijkheden en in de verzorgingsstructuur georganiseerde spreektijd en ruimte. De ministers die bevoegd zijn voor Sociale Zaken en voor Volksgezondheid leggen jaarlijks een vooruitgangsrapport voor aan de wetgevende Kamers, als wezenlijk onderdeel van hun beleidsnota. TITEL III LEVENSBEËINDIGING EN HULP BIJ ZELFDODING Art. 7 Deze titel regelt de bijzondere bepalingen voor euthanasie, hulp bij zelfdoding en levensbeëindiging zonder verzoek. Art. 8 Levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding mag enkel worden verleend door een arts, die de voorwaarden en procedures zoals in deze titel vermeld moet naleven. De voorbereidende handelingen voor de toediening van het euthanaticum alsook de concrete toediening of overhandiging van het euthanaticum, kunnen worden overgelaten aan een verpleegkundige, maar enkel op uitdrukkelijk en schriftelijk medisch voorschrift van de arts. De arts dient aanwezig te zijn bij de toediening of overhandiging van de dodelijke middelen door de verpleegkundige. Art. 9 De apotheker die een euthanaticum aflevert, pleegt geen misdrijf wanneer hij handelt op basis van een voorschrift waarop de arts uitdrukkelijk vermeldt dat hij handelt in overeenstemming met deze wet. De apotheker levert persoonlijk het voorgeschreven euthanaticum aan de arts af. De Koning bepaalt de zorgvuldigheidsregels en voorwaarden waaraan het voorschrift en de aflevering van geneesmiddelen die als euthanaticum worden gebruikt, moeten voldoen. De Koning neemt de nodige maatregelen om de beschikbaarheid van euthanatica te verzekeren, ook in officina-apotheken die toegankelijk zijn voor het publiek. HOOFDSTUK I VOORWAARDEN EN PROCEDURE Afdeling 1. Actueel verzoek om euthanasie of hulp bij zelfdoding Art De arts die euthanasie toepast of hulp bij zelfdoding verleent op actueel verzoek van de patiënt, pleegt geen misdrijf wanneer hij zich ervan verzekerd heeft dat: 1 de patiënt wilsbekwaam en bewust is op het ogenblik van zijn verzoek en de uitvoering. Enkel indien de patiënt vóór de geplande uitvoering van euthanasie of hulp bij zelfdoding onverwacht in een toestand van buiten of verlaagd bewustzijn terechtkomt, die onomkeerbaar is of die enkel ongedaan kan worden gemaakt door de noodzakelijke pijn- en symptoombestrijding te verminderen, kan van de voorwaarde van bewust zijn op het ogenblik van de uitvoering worden afgeweken; 2 het verzoek vrijwillig, overwogen en herhaald is, en niet tot stand gekomen is als gevolg van enige externe druk.

4 Het verzoek van de patiënt moet op schrift zijn gesteld. Het document wordt opgesteld, gedateerd en getekend door de patiënt zelf. Indien de patiënt daartoe niet in staat is, gebeurt het op schrift stellen door een meerderjarige persoon die gekozen is door de patiënt en geen materieel belang heeft bij de dood van de patiënt. Deze persoon maakt melding van het feit dat de patiënt niet in staat is om zijn verzoek op schrift te formuleren en geeft de redenen waarom. In dat geval gebeurt de opschriftstelling in bijzijn van de arts en noteert die persoon de naam van die arts op het document. Dit document dient bij het patiëntendossier te worden gevoegd. De patiënt kan te allen tijde het verzoek herroepen, waarna het document uit het patiëntendossier wordt gehaald en aan de patiënt wordt teruggegeven; 3 de patiënt zich bevindt in een toestand van aanhoudend en ondraaglijk fysiek of psychisch lijden dat niet gelenigd kan worden en dat het gevolg is van een ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening of van een polypathologie van meerdere ongeneeslijke aandoeningen; 4 de patiënt niet in verwachting is van een levensvatbaar kind. In voorkomend geval kan toch tot euthanasie of hulp bij zelfdoding worden overgegaan, indien het levensvatbare kind lijdt aan een ernstige en ongeneeslijke kwaal of indien de zwangerschap een ernstig gevaar inhoudt voor de gezondheidstoestand van de moeder; en hij de in deze wet voorgeschreven voorwaarden en procedures heeft nageleefd. 2. Onverminderd bijkomende voorwaarden die de arts aan zijn ingrijpen wenst te verbinden, moet hij vooraf en in alle gevallen: 1 de patiënt inlichten over zijn gezondheidstoestand en zijn levensverwachting, met de patiënt overleg plegen over zijn verzoek tot euthanasie of hulp bij zelfdoding en met hem de eventueel nog resterende therapeutische mogelijkheden, evenals die van palliatieve zorg, en hun gevolgen bespreken. Hij moet met de patiënt tot de overtuiging komen dat er voor de situatie waarin deze zich bevindt geen redelijke andere oplossing is en dat het verzoek van de patiënt berust op volledige vrijwilligheid; 2 zich verzekeren van het aanhoudend fysiek of psychisch lijden van de patiënt en van het duurzaam karakter van zijn verzoek. Daartoe voert hij met de patiënt meerdere gesprekken die, rekening houdend met de ontwikkeling van de gezondheidstoestand van de patiënt, over een redelijke periode worden gespreid; 3 een andere arts raadplegen over de ernstige en ongeneeslijke aard van de aandoening(en) en hem op de hoogte brengen van de redenen voor deze raadpleging. De geraadpleegde arts neemt inzage van het patiëntendossier, onderzoekt de patiënt en moet zich vergewissen van het aanhoudend en ondraaglijk fysiek of psychisch lijden dat niet gelenigd kan worden. Hij stelt een verslag op van zijn bevindingen. De geraadpleegde arts moet onafhankelijk zijn ten opzichte van zowel de patiënt als de uitvoerende arts en bevoegd om over de aandoening in kwestie te oordelen. Indien het verzoek uitgaat van een minderjarige patiënt, moet de geraadpleegde arts gespecialiseerd zijn in de kindergeneeskunde. De uitvoerende arts brengt de patiënt op de hoogte van de resultaten van deze raadpleging; 4 het verzoek bespreken met de huisarts van de patiënt, indien hij in regelmatig contact staat met de patiënt; 5 indien er een verplegend team is, dat in regelmatig contact staat met de patiënt, het verzoek van de patiënt bespreken met het team of leden van dat team;

5 6 indien de patiënt dat wenst, het verzoek van de patiënt bespreken met zijn naasten die hij aanwijst. Indien het verzoek uitgaat van een minderjarige patiënt, wordt het in elk geval besproken met de ouder(s) of desgevallend de voogd van de minderjarige; 7 zich ervan verzekeren dat de patiënt de gelegenheid heeft gehad om over zijn verzoek te spreken met de personen die hij wenste te ontmoeten. 3. Indien de arts van oordeel is dat de patiënt kennelijk niet binnen afzienbare tijd zal overlijden, moet hij bovendien: 1 een tweede arts raadplegen, die specialist is in de aandoening in kwestie, en hem op de hoogte brengen van de redenen voor deze raadpleging. De geraadpleegde arts neemt inzage van het patiëntendossier, onderzoekt de patiënt en moet zich vergewissen van de ernstige en ongeneeslijke aard van de aandoening, van het aanhoudend en ondraaglijk fysiek of psychisch lijden dat niet gelenigd kan worden, en van het vrijwillig, overwogen en herhaald karakter van het verzoek. Hij stelt een verslag op van zijn bevindingen. De geraadpleegde arts moet onafhankelijk zijn ten opzichte van zowel de patiënt als de uitvoerende arts en de eerste geraadpleegde arts. De uitvoerende arts brengt de patiënt op de hoogte van de resultaten van deze raadpleging; 2 minstens één maand laten verlopen tussen het schriftelijke verzoek van de patiënt en het toepassen van de euthanasie of hulp bij zelfdoding. 4. Alle verzoeken geformuleerd door de patiënt, alsook de handelingen van de uitvoerende arts en hun resultaat, met inbegrip van het (de) verslag(en) van de geraadpleegde arts(en), worden regelmatig opgetekend in het dossier van de patiënt. Art. 11 De arts die euthanasie of hulp bij zelfdoding op grond van een actueel verzoek heeft uitgevoerd, bezorgt binnen vier werkdagen het volledig ingevulde registratiedocument bedoeld in artikel 20 van deze wet aan de in artikel 19 bedoelde Commissie Levenseindezorg Op Verzoek. Afdeling 2. Euthanasieverklaring Art. 12 Levensbeëindigende hulp op basis van een voorafgaand verzoek in een wilsverklaring mag enkel worden verleend door middel van de toediening van een euthanaticum. Hulp bij zelfdoding aan een wilsonbekwame patiënt is niet geoorloofd. Art Elke wilsbekwame persoon kan, voor het geval hij zijn wil niet meer kan uiten, schriftelijk in een wilsverklaring zijn wil te kennen geven dat een arts euthanasie toepast indien: 1 hij lijdt aan een ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening; 2 die zijn hersenfuncties zodanig aantast of heeft aangetast - dat hij niet meer bij bewustzijn is of het bewustzijn zeer ernstig is aangetast; - of dat hij geen besef meer heeft van zijn eigen persoonlijkheid; 3 en deze toestand volgens de huidige stand van de wetenschap onomkeerbaar is. 2. In de euthanasieverklaring kunnen één of meer meerderjarige vertrouwenspersonen in volgorde van voorkeur worden aangewezen, die de behandelende arts op de hoogte brengen van de wil van de patiënt. Elke vertrouwenspersoon vervangt zijn of haar in de wilsverklaring vermelde voorganger

6 in geval van weigering, verhindering, onbekwaamheid of overlijden. De behandelende arts van de patiënt, de geraadpleegde arts en de leden van het verplegend team kunnen niet als vertrouwenspersoon optreden. De euthanasieverklaring kan op elk moment worden opgesteld. Zij moet schriftelijk worden opgemaakt ten overstaan van twee meerderjarige getuigen, van wie er minstens een geen materieel belang heeft bij het overlijden van de patiënt en moet gedateerd en ondertekend worden door degene die de verklaring aflegt, door de getuigen en, in voorkomend geval, door de vertrouwensperso(o)n(en). De opstelling van de euthanasieverklaring moet worden voorafgegaan door een medische raadpleging of gebeuren in aanwezigheid van een arts, die de wilsbekwaamheid en geïnformeerdheid van de opsteller documenteert. Indien de persoon die een wilsverklaring wenst op te stellen daartoe fysiek blijvend niet in staat is, kan hij een meerderjarig persoon, die geen enkel materieel belang heeft bij het overlijden van de betrokkene, aanwijzen die zijn verzoek schriftelijk opstelt, ten overstaan van twee meerderjarige getuigen, van wie er minstens een geen materieel belang heeft bij het overlijden van de patiënt. De wilsverklaring vermeldt dat de betrokkene niet in staat is te tekenen en waarom. De wilsverklaring moet gedateerd en ondertekend worden door degene die het verzoek schriftelijk opstelt, door de getuigen en, in voorkomend geval, door de vertrouwensperso(o)n(en). Bij de wilsverklaring wordt een medisch getuigschrift gevoegd als bewijs dat de betrokkene fysiek blijvend niet in staat is de wilsverklaring op te stellen en te tekenen. De wilsverklaring kan op elk moment aangepast of ingetrokken worden. De Koning bepaalt hoe de wilsverklaring wordt opgesteld, geregistreerd en herbevestigd of ingetrokken en via de diensten van het Rijksregister aan de betrokken artsen wordt meegedeeld. Art De arts die euthanasie toepast op basis van een euthanasieverklaring opgesteld zoals voorzien in artikel 13, pleegt geen misdrijf indien hij er zich van verzekerd heeft dat: 1 de patiënt lijdt aan een ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening; 2 die zijn hersenfuncties zodanig aantast of heeft aangetast - dat hij niet meer bij bewustzijn is of het bewustzijn zeer ernstig is aangetast; - of dat hij geen besef meer heeft van zijn eigen persoonlijkheid; 3 deze toestand volgens de huidige stand van de wetenschap onomkeerbaar is; 4 indien het gaat om een vrouw die in verwachting is van een levensvatbaar kind en in de wilverklaring uitdrukkelijk euthanasie vraagt zelfs in geval van een zwangerschap, het kind lijdt aan een ernstige en ongeneeslijke kwaal of indien de zwangerschap een ernstig gevaar inhoudt voor de gezondheidstoestand van de moeder; en hij de in deze wet voorgeschreven voorwaarden en procedures heeft nageleefd. 2. Onverminderd bijkomende voorwaarden die de arts aan zijn ingrijpen wenst te verbinden, moet hij vooraf: 1 een andere arts raadplegen over de onomkeerbaarheid van de medische toestand van de patiënt, en hem op de hoogte brengen van de redenen voor deze raadpleging. De geraadpleegde arts neemt inzage van het patiëntendossier en onderzoekt de patiënt. Hij moet zich vergewissen van de aantasting van de hersenfuncties van de patiënt zoals omschreven in 1, 2 van dit artikel. Hij stelt een verslag op van zijn bevindingen. Indien in de euthanasieverklaring een

7 vertrouwenspersoon wordt aangewezen, brengt de uitvoerende arts deze vertrouwenspersoon op de hoogte van de resultaten van deze raadpleging. De geraadpleegde arts moet onafhankelijk zijn ten opzichte van zowel de patiënt als de uitvoerende arts en gespecialiseerd zijn in de aandoening; 2 indien er een verplegend team is dat in regelmatig contact staat met de patiënt, de inhoud van de wilsverklaring bespreken met het team of leden van dat team; 3 indien in de wilsverklaring een vertrouwenspersoon wordt aangewezen, het verzoek van de patiënt met hem bespreken; 4 indien in de wilsverklaring een vertrouwenspersoon wordt aangewezen, de inhoud van de wilsverklaring bespreken met de naasten van de patiënt die door de vertrouwenspersoon zijn aangewezen. 3. Indien de arts van oordeel is dat de patiënt kennelijk niet binnen afzienbare termijn zal overlijden moet hij bovendien een tweede arts raadplegen, specialist in de aandoening in kwestie, en hem op de hoogte brengen van de redenen voor deze raadpleging. De geraadpleegde arts neemt inzage van het patiëntendossier, onderzoekt de patiënt en moet zich vergewissen van de ernst, ongeneeslijkheid en onomkeerbaarheid van de aantasting van de hersenfuncties zoals omschreven in 1, 2. Hij stelt een verslag op van zijn bevindingen. De geraadpleegde arts moet onafhankelijk zijn ten opzichte van zowel de patiënt als de uitvoerende arts en specialist zijn in de aandoening waaraan de patiënt lijdt. De uitvoerende arts brengt de vertrouwenspersoon op de hoogte van de resultaten van deze raadpleging. 4. De wilsverklaring, alsook alle handelingen van de uitvoerende arts en hun resultaat, met inbegrip van het (de) verslag(en) van de geraadpleegde arts(en), worden regelmatig opgetekend in het dossier van de patiënt. Art. 15 De arts die euthanasie op grond van een euthanasieverklaring heeft uitgevoerd, bezorgt binnen vier werkdagen het volledig ingevulde registratiedocument bedoeld in artikel 20 van deze wet aan de in artikel 19 bedoelde Commissie Levenseindezorg Op Verzoek. Afdeling 3. Levensbeëindiging zonder verzoek Art. 16 Levensbeëindiging zonder verzoek is enkel geoorloofd wanneer het euthanaticum door de arts, of desgevallend de verpleegkundige in aanwezigheid van de arts en op diens uitdrukkelijk en schriftelijk medisch voorschrift, aan de patiënt wordt toegediend. Art De arts die levensbeëindigend handelt bij een patiënt die daarom zelf niet (meer) kan verzoeken, pleegt geen misdrijf wanneer hij zich ervan verzekerd heeft dat: 1 de patiënt wilsonbekwaam is; 2 hij zich voorafgaandelijk nooit heeft verzet tegen levensbeëindiging noch een duidelijke voorkeur voor het leven heeft geuit; 3 hij een ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening heeft - die ernstig en onbehandelbaar lijden bij de patiënt veroorzaakt; of - die de overleving van de patiënt afhankelijk maakt van een levensverlengende behandeling en tot een zodanig sombere prognose leidt, dat anders in ieder geval tot het staken van die behandeling zal worden besloten;

8 4 de vertegenwoordiger van de wilsonbekwame patiënt er vrijwillig, uitdrukkelijk en schriftelijk om heeft verzocht of in toegestemd, tenzij de arts overeenkomstig artikel 14, 2, derde lid van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt vertegenwoordiger is van de patiënt. 2. Onverminderd bijkomende voorwaarden die de arts aan zijn ingrijpen wenst te verbinden, moet hij vooraf en in alle gevallen: 1 de vertegenwoordiger van de patiënt inlichten over de gezondheidstoestand en de levensverwachting van de patiënt en met hem overleg plegen over de verschillende resterende mogelijkheden; 2 zich verzekeren van de ernst en ongeneeslijkheid van de aandoening en van ofwel de ernst en onbehandelbaarheid van het lijden ofwel dat anders in ieder geval de levensverlengende behandeling zal worden stopgezet; 3 een andere arts raadplegen en hem op de hoogte brengen van de redenen voor deze raadpleging. De geraadpleegde arts neemt inzage van het dossier, onderzoekt de patiënt en vergewist zich van de ernstige en ongeneeslijke aard van de aandoening en van de ernst en de onbehandelbaarheid van het lijden van de patiënt dan wel van de geoorloofdheid van de beslissing dat anders in ieder geval tot het staken van de behandeling zal worden overgegaan. De geraadpleegde arts moet onafhankelijk zijn ten opzichte van zowel de patiënt als de uitvoerende arts en gespecialiseerd zijn in de aandoening waaraan de patiënt lijdt. De uitvoerende arts brengt de vertegenwoordiger van de patiënt op de hoogte van de resultaten van deze raadpleging; 4 indien er een verplegend team is dat in regelmatig contact staat met de patiënt, de beslissing om tot levensbeëindiging over te gaan bespreken met het team of leden van dat team. 3. Indien de arts van oordeel is dat de patiënt bij wie levensbeëindiging wordt overwogen wegens onbehandelbare pijn, kennelijk niet binnen afzienbare tijd zal overlijden, moet hij bovendien een tweede arts raadplegen die eveneens specialist is in de aandoening en hem op de hoogte brengen van de redenen voor deze raadpleging. De geraadpleegde arts neemt inzage van het patiëntendossier, onderzoekt de patiënt en vergewist zich van de ernstige en ongeneeslijke aard van de aandoening en van de ernst en onbehandelbaarheid van het lijden van de patiënt. Hij stelt een verslag op van zijn bevindingen. De geraadpleegde arts moet onafhankelijk zijn ten opzichte van zowel de patiënt als de uitvoerende arts en de eerste geraadpleegde arts. De uitvoerende arts brengt de vertegenwoordiger van de patiënt op de hoogte van de resultaten van deze raadpleging. 4. Het verzoek of de toestemming van de vertegenwoordiger, alsook alle handelingen van de behandelende arts en hun resultaat, met inbegrip van het (de) verslag(en) van de geraadpleegde arts(en), worden regelmatig opgetekend in het dossier van de patiënt. Art. 18 De arts die levensbeëindiging zonder verzoek heeft toegepast, bezorgt binnen vier werkdagen het volledig ingevulde registratiedocument bedoeld in artikel 20 van deze wet aan de in artikel 19 bedoelde Commissie Levenseindezorg Zonder Verzoek. HOOFDSTUK II FEDERALE CONTROLE- EN EVALUATIECOMMISSIE Art Er worden twee commissies ingesteld onder de koepel van de federale controle- en evaluatiecommisie: de Commissie Levenseindezorg Op

9 Verzoek die oordeelt over gemelde gevallen van euthanasie en hulp bij zelfdoding, en de Commissie Levenseindezorg Zonder Verzoek die oordeelt over gemelde gevallen van levensbeëindiging zonder verzoek. 2. Elke commissie bestaat uit zestien leden. Zij worden aangewezen op basis van hun kennis en ervaring inzake de materies die tot de bevoegdheid van de commissie behoren. Acht leden zijn doctor in de geneeskunde, van wie er minstens vier hoogleraar zijn aan een Belgische universiteit. Voor de samenstelling van de Commissie Levenseindezorg Zonder Verzoek dienen daarvan minstens twee artsen gespecialiseerd te zijn in de kindergeneeskunde, twee artsen in de neurologie en twee artsen in pijn- en symptoombestrijding. Vier leden zijn hoogleraar in de rechten aan een Belgische universiteit, of advocaat. Vier leden komen uit kringen die belast zijn met de problematiek van ongeneeslijk zieke patiënten. Het lidmaatschap van de commissie is overenigbaar met het mandaat van lid van een van de wetgevende vergaderingen en met het mandaat van lid van de federale regering of van een gemeenschaps- of gewestregering. De leden van de commissie worden, met inachtneming van de taalpariteit waarbij elke taalgroep minstens drie kandidaten van elk geslacht telt en op grond van pluralistische vertegenwoordiging, bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, benoemd uit een dubbele lijst, voorgedragen door de Senaat, voor een termijn van vier jaar, die kan worden verlengd. Het mandaat wordt van rechtswege beëindigd indien het lid de hoedanigheid waarin hij zetelt verliest. De kandidaten die niet als effectief lid zijn aangewezen, worden tot plaatsvervanger benoemd, in de orde van opvolging die volgens een lijst bepaald wordt. De commissie wordt voorgezeten door een Nederlandstalige en een Franstalige voorzitter. Deze voorzitters worden verkozen door de commissieleden van de desbetreffende taalgroep. De commissie kan slechts geldig beslissen als twee derden van de leden aanwezig zijn. 3. De commissies stellen hun huishoudelijk reglement op. Art De commissies stellen een registratiedocument op dat door de arts, telkens wanneer hij levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding toepast, ingevuld moet worden. Dit document bestaat uit twee delen. 2. Het eerste deel moet door de arts worden verzegeld. Het bevat de volgende gegevens: 1 de naam, de voornamen en de woonplaats van de patiënt; 2 in geval van levensbeëindiging zonder verzoek: de naam, de voornamen en de woonplaats van de vertegenwoordiger(s); 3 de naam, de voornamen, het registratienummer bij het RIZIV en de woonplaats van de uitvoerende arts en desgevallend van de verpleegkundige die de levensbeëindigende hulp heeft uitgevoerd; 4 de naam, de voornamen, het registratienummer bij het RIZIV en de woonplaats van alle arts(en) die over het verzoek tot euthanasie of hulp bij zelfdoding of over de uitgevoerde levensbeëindiging zonder verzoek is (zijn) geraadpleegd; 5 de naam, de voornamen, de woonplaats en de hoedanigheid van alle personen die de uitvoerende arts heeft geraadpleegd, en de data van deze raadplegingen; 6 indien er een euthanasieverklaring is waarin een of meer vertrouwenspersonen worden aangewezen, de naam en de voornamen van de betrokken vertrouwensperso(o)n(en);

10 7 indien het verzoek of de euthanasieverklaring werd opgesteld door een derde omdat de betrokkene daartoe fysiek blijvend niet in staat was, de naam, de voornamen en de woonplaats van die derde. Dit eerste deel is vertrouwelijk en wordt door de arts aan de commissie overgezonden. Er kan alleen inzage van worden genomen na beslissing van de commissie. In geen geval kan de commissie zich hierop baseren voor haar evaluatietaak. 3. Het tweede deel is eveneens vertrouwelijk en bevat de volgende gegevens: 1 het geslacht, de geboortedatum en de geboorteplaats van de patiënt; 2 de datum, de plaats en het uur van overlijden; 3 de aard van de ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening waaraan de patiënt leed; 4 in geval van euthanasie of hulp bij zelfdoding: - de aard van het aanhoudende en ondraaglijke lijden; - de redenen waarom dit lijden niet gelenigd kon worden; - op basis van welke elementen men zich ervan heeft vergewist dat het verzoek vrijwillig, overwogen en herhaald is en niet tot stand is gekomen als gevolg van enige externe druk; 5 in geval van levensbeëindiging zonder verzoek: - ofwel de aard van het ernstige en onbehandelbare lijden en de redenen waarom dit lijden niet kon worden behandeld; - ofwel de reden waarom anders in ieder geval de levensverlengende behandeling bij de patiënt zou worden stopgezet; 6 of aangenomen kon worden dat de patiënt binnen afzienbare termijn zou overlijden; 7 of er een euthanasieverklaring is opgemaakt; 8 de procedure die de arts heeft gevolgd; 9 of de arts bijkomende voorwaarden aan zijn handelen heeft verbonden; 10 de hoedanigheid van alle geraadpleegde arts(en), het advies en de data van die raadpleging(en); 11 de hoedanigheid van de personen die door de arts geraadpleegd zijn en de data van die raadplegingen; 12 de wijze waarop de levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding is toegepast, de gebruikte middelen en de hoedanigheid van de persoon die de levensbeëindiging of de hulp bij zelfdoding heeft uitgevoerd. Art. 21 De bevoegde commissie onderzoekt het volledig ingevulde registratiedocument dat haar door de behandelende arts is overgezonden. Zij gaat op basis van het tweede deel van het registratiedocument na of de levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding is uitgevoerd onder de voorwaarden en volgens de procedure bepaald in deze wet. In geval van twijfel kan de commissie bij gewone meerderheid besluiten om de anonimiteit op te heffen. Zij neemt dan kennis van het eerste deel van het registratiedocument. De commissie kan aan de behandelende arts elk element uit het patiëntendossier dat betrekking heeft op de uitgevoerde levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding opvragen. De commissie spreekt zich binnen twee maanden uit. Op vraag van de uitvoerende arts deelt de commissie de beslissing mee. Is de commissie van oordeel bij beslissing genomen door een tweederde meerderheid dat de in deze wet bepaalde voorwaarden niet zijn nageleefd, dan zendt zij het dossier over aan de procureur des Konings van de plaats van het overlijden van de patiënt indien het een inbreuk op een strafrechtelijk gesanctioneerde voorwaarde betreft, dan wel naar de Provinciale Raad van de Orde

11 van Geneesheren bij een inbreuk op de niet-strafrechtelijk gesanctioneerde voorwaarden van artikel 10, 2, artikel 14, 2 en artikel 17, 2. De commissie brengt de uitvoerende arts van deze beslissing tot doorzending op de hoogte. Als bij het opheffen van de anonimiteit blijkt dat er feiten of omstandigheden bestaan waardoor de onafhankelijkheid of de onpartijdigheid van het oordeel van een lid van de commissie in het gedrang komt, zal dit lid zich verschonen of kunnen gewraakt worden bij de behandeling van deze zaak in de commissie. Art. 22 Ten behoeve van de Wetgevende Kamers stellen de commissies de eerste keer binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze wet en nadien tweejaarlijks: a) een statistisch verslag op waarin de informatie is verwerkt uit het tweede deel van het volledig ingevulde registratiedocument dat de artsen haar overeenkomstig artikel 21 hebben overgezonden; b) een verslag op waarin de toepassing van de derde titel van deze wet wordt aangegeven en geëvalueerd; c) in voorkomend geval, aanbevelingen op die kunnen leiden tot een wetgevend initiatief en/of andere maatregelen inzake de uitvoering van de bepalingen met betrekking tot levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding. Teneinde deze opdrachten te vervullen, kunnen de commissies alle bijkomende inlichtingen inwinnen bij de diverse overheidsdiensten en instellingen. De inlichtingen die de commissies inwinnen zijn vertrouwelijk. Geen van deze documenten mag de identiteit vermelden van personen die genoemd worden in de dossiers die aan de commissie zijn overgezonden in het kader van haar controletaak zoals bepaald in artikel 21. De commissies kunnen besluiten om aan universitaire onderzoeksteams die een gemotiveerd verzoek daartoe doen, statistische en zuiver technische gegevens mee te delen, met uitsluiting van alle persoonsgegevens. Zij kunnen deskundigen horen. Art. 23 De Koning stelt een administratief kader ter beschikking van de commissies voor het uitvoeren van hun wettelijke opdrachten. De formatie en het taalkader van het administratief personeel worden bij koninklijk besluit vastgelegd na overleg in de Ministerraad, op voordracht van de minister bevoegd voor de Volksgezondheid en de minister bevoegd voor de Justitie. Art. 24 De werkingskosten en de personeelskosten van de commissies, alsook de vergoeding van hun leden, komen voor de ene helft ten laste van de begroting van de minister voor de Volksgezondheid en voor de andere helft ten laste van de begroting van de minister bevoegd voor de Justitie. Art. 25 Eenieder die, in welke hoedanigheid ook, zijn medewerking verleent aan de toepassing van deze wet, is verplicht tot geheimhouding van de gegevens die hem in de uitoefening van zijn opdracht worden toevertrouwd en die hiermee verband houden. Artikel 458 van het Strafwetboek is op hem van toepassing. Art. 26 Binnen zes maanden na het indienen van het eerste verslag van de commissies en, in voorkomend geval, van de aanbevelingen van de commissies, bedoeld in artikel 22, vindt hierover een debat plaats in de Wetgevende Kamers. Die termijn van zes maanden wordt geschorst gedurende de periode dat de Wetgevende Kamers ontbonden zijn en/of dat er geen regering is die het vertrouwen heeft van de Wetgevende Kamers.

12 HOOFDSTUK III BIJZONDERE BEPALINGEN Art. 27 Het verzoek van de patiënt of desgevallend zijn vertegenwoordiger en de euthanasieverklaring bedoeld in hoofdstuk I van deze titel hebben geen dwingende waarde. Geen arts kan worden gedwongen levensbeëindiging toe te passen of hulp bij zelfdoding te verlenen. Geen andere persoon kan worden gedwongen mee te werken aan het toepassen van levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding. Weigert de geraadpleegde arts levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding te verlenen, dan moet hij dit tijdig aan de patiënt of desgevallend de vertegenwoordiger of de vertrouwenspersoon laten weten waarbij hij de redenen van zijn weigering toelicht. Berust de weigering op een gewetensbezwaar, dan geeft de arts de patiënt een algemene informatiebrochure over de verschillende levenseindebeslissingen mee of verwijst hij naar een bron waar de patiënt de nodige informatie kan verkrijgen. De arts die weigert levensbeëindiging of hulp bij zelfdoding te verstrekken moet, op verzoek van de patiënt, de vertegenwoordiger of de vertrouwenspersoon, het dossier van de patiënt meedelen aan de arts die is aangewezen door de patiënt, de vertegenwoordiger of de vertrouwenspersoon. Berust de weigering op het niet vervuld zijn van de voorwaarden van deze wet dan wordt dit in het dossier van de patiënt opgetekend en verwijst de arts de patiënt door naar een andere arts. Art. 28 Een persoon die overlijdt ten gevolge van levensbeëindigende hulp verleend met toepassing van de voorwaarden gesteld door deze wet, wordt geacht een natuurlijke dood te zijn gestorven wat betreft de uitvoering van de overeenkomsten waarbij hij partij was, en met name de verzekeringsovereenkomsten. De bepalingen van artikel 909 van het Burgerlijk Wetboek zijn mede van toepassing op de leden van het verplegend team. HOOFDSTUK IV STRAFBEPALINGEN Art Levensbeëindigende hulp op verzoek van de patiënt zonder inachtneming van de voorwaarden vermeld in artikel 10, 1, in artikel 10, 3, 2 of artikel 14, 1 van deze wet, wordt gestraft overeenkomstig artikel 397bis dan wel 397ter Sw. 2. Levensbeëindiging zonder verzoek door een arts zonder inachtneming van de voorwaarden vermeld in artikel 17, 1 van deze wet, wordt gestraft overeenkomstig artikel 397 Sw. 3. Wordt gestraft met een gevangenisstraf van acht dagen tot één maand of een geldboete van 50 tot 5000 euro: 1 levensbeëindigende hulp zonder het raadplegen van een arts zoals bepaald in artikel 10, 2, 3 en 3, 1, artikel 14, 2, 1 en 3 of artikel 17, 2, 3 en 3; 2 het niet melden van de uitgevoerde levensbeëindigende hulp zoals vereist in artikel 11, artikel 15 of artikel 18, na daartoe te zijn aangemaand. De bepalingen van boek I van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de misdrijven bepaald in deze paragraaf.

13 TITEL IV PIJNBESTRIJDING MET MOGELIJK LEVENSVERKORTEND EFFECT EN CONTINUE DIEPE SEDATIE Art. 30 Deze titel regelt de bijzondere bepalingen voor pijnbestrijding met mogelijk levensverkortend effect en continue diepe sedatie. HOOFDSTUK I PIJNBESTRIJDING MET MOGELIJK LEVENSVERKORTEND EFFECT Art Elke patiënt heeft overeenkomstig artikel 11bis van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt recht op adequate pijnbestrijding, zelfs indien een dosis moet worden toegediend die kan leiden tot een vervroegd overlijden van de patiënt, op voorwaarde dat hij zich bevindt in de toestand zoals omschreven in 2, 1 van dit artikel. 2. Pijnbestrijding met mogelijk levensverkortend effect is slechts geoorloofd indien: 1 de patiënt overeenkomstig de pijnladder van de Wereldgezondheidsorganisatie matige tot ernstige pijn lijdt; 2 de toegediende aard en dosis pijnmedicatie proportioneel zijn aan de pijn van de patiënt; 3 de patiënt of desgevallend zijn vertegenwoordiger hierin uitdrukkelijk en geïnformeerd heeft toegestemd, overeenkomstig de bepalingen van artikel 8 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt. 3. De arts die pijnbestrijding met mogelijk levensverkortend effect toepast, pleegt desgevallend en in het belang van de patiënt overleg met een specialist in pijnbestrijding en met het verpleegkundig team dat in regelmatig contact staat met de patiënt. Het gevoerde pijnbestrijdingsbeleid wordt zorgvuldig in het patiëntendossier bijgehouden. HOOFDSTUK II CONTINUE DIEPE SEDATIE Art Elke patiënt heeft recht op verzachting van zijn fysiek of psychisch lijden, ook indien daarvoor het bewustzijn van de patiënt diep en continu tot aan het overlijden moet worden verlaagd, op voorwaarde dat hij zich bevindt in de toestand zoals omschreven in 2, 1 van dit artikel. 2. Continue diepe sedatie is slechts geoorloofd indien: 1 de patiënt ernstig en aanhoudend lijdt door een refractair of onbehandelbaar fysiek of psychisch symptoom als gevolg van een ernstige en ongeneeslijke aandoening; 2 de toegediende aard en dosis sedativa proportioneel zijn aan wat nodig is om de symptomen van de patiënt te controleren; 3 de patiënt of desgevallend zijn vertegenwoordiger hierin uitdrukkelijk en geïnformeerd heeft toegestemd, overeenkomstig de bepalingen van artikel 8 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt. De toestemming van de patiënt of zijn vertegenwoordiger moet op schrift worden gesteld in een document dat moet worden gedateerd en ondertekend door de patiënt zelf of desgevallend zijn vertegenwoordiger. Indien de patiënt daartoe niet in staat is, kan dit gebeuren door een meerderjarige persoon die gekozen is door de patiënt en geen materieel belang heeft bij het definitief volledig buiten bewustzijn van de patiënt. Deze persoon maakt melding van het feit dat de patiënt

14 niet in staat is om zijn verzoek op schrift te formuleren en geeft de redenen waarom. In dat geval gebeurt de opschriftstelling in bijzijn van de arts en noteert die persoon de naam van die arts op het document. Dit document dient bij het patiëntendossier te worden gevoegd. Art. 33 De beslissing over de kunstmatige toediening van voeding en vocht tijdens de continue diepe sedatie wordt genomen door de patiënt zelf vóór de aanvang van de continue diepe sedatie. Is de patiënt daartoe zelf niet meer in staat bij de aanvang van de continue diepe sedatie, dan wordt de beslissing genomen door zijn vertegenwoordiger overeenkomstig de regels zoals vooropgesteld in artikel 14, 3 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt. Art De arts die continue diepe sedatie toepast, moet vooraf en in alle gevallen: 1 de patiënt of desgevallend zijn vertegenwoordiger inlichten over zijn gezondheidstoestand en levensverwachting, met de patiënt overleg plegen over zijn verzoek of toestemming tot continue diepe sedatie en met hem de eventueel nog resterende mogelijkheden en hun gevolgen bespreken. Hij moet met de patiënt of desgevallend de vertegenwoordiger tot de overtuiging komen dat er voor de situatie waarin de patiënt zich bevindt geen redelijke andere oplossing is en dat het verzoek of de toestemming van de patiënt of de vertegenwoordiger berust op volledige vrijwilligheid; 2 zich verzekeren van het ernstig en aanhoudend lijden van de patiënt als gevolg van een refractair of onbehandelbaar fysiek of psychisch symptoom; 3 een andere arts raadplegen en hem op de hoogte brengen van de redenen voor deze raadpleging. De geraadpleegde arts neemt inzage van het patiëntendossier, onderzoekt de patiënt en moet zich vergewissen van de ernst van het lijden van de patiënt en van de onbehandelbaarheid van het symptoom. Hij stelt een verslag op van zijn bevindingen. De geraadpleegde arts moet onafhankelijk zijn ten opzichte van zowel de patiënt als de behandelende arts en bevoegd om over de aandoening in kwestie te oordelen. De behandelende arts brengt de patiënt of desgevallend de vertegenwoordiger op de hoogte van de resultaten van deze raadpleging; 4 indien er een verplegend team is dat in regelmatig contact staat met de patiënt, de beslissing tot continue diepe sedatie bespreken met het team of leden van dat team; 5 indien de patiënt dat wenst, de beslissing tot continue diepe sedatie bespreken met zijn naasten die hij aanwijst; 6 zich ervan verzekeren dat de patiënt de gelegenheid heeft gehad om over zijn beslissing te spreken met de personen die hij wenste te ontmoeten. 2. Indien de arts van oordeel is dat de patiënt kennelijk niet binnen afzienbare tijd zal overlijden, moet hij bovendien: 1 een tweede arts raadplegen, die specialist is in pijnbestrijding of palliatieve zorg, en hem op de hoogte brengen van de redenen voor deze raadpleging. De geraadpleegde arts neemt inzage van het patiëntendossier, onderzoekt de patiënt en moet zich vergewissen van het ernstig en aanhoudend lijden van de patiënt dat anderszins niet kan worden gelenigd. Hij stelt een verslag op van zijn bevindingen. De geraadpleegde arts moet onafhankelijk zijn ten opzichte van zowel de patiënt als de behandelende arts en de eerste geraadpleegde arts. De behandelende arts brengt de patiënt op de hoogte van de resultaten van deze raadpleging;

15 2 minstens twee weken laten verlopen tussen het schriftelijke verzoek van de patiënt of desgevallend de vertegenwoordiger en het toepassen van de continue diepe sedatie. 3. Het verzoek of de toestemming geformuleerd door de patiënt of zijn vertegenwoordiger, alsook de handelingen van de behandelende arts en hun resultaat, met inbegrip van het (de) verslag(en) van de geraadpleegde arts(en), worden regelmatig opgetekend in het dossier van de patiënt. Art De arts die continue diepe sedatie heeft uitgevoerd, bezorgt binnen vier werkdagen na de aanvang van de continue diepe sedatie een volledig ingevuld registratiedocument aan de in artikel 19 bedoelde Commissie Levenseindezorg Op Verzoek of Commissie Levenseindezorg Zonder Verzoek, al naargelang de sedatie gebeurde op (voorafgaandelijk) verzoek van de patiënt dan wel op verzoek van zijn vertegenwoordiger. De procedure zoals voorzien in de artikelen 20 en 21, alsook de evaluatietaak van de commissies voorzien in artikel 22 zijn van overeenkomstige toepassing. 2. Het registratiedocument voor continue diepe sedatie bestaat uit twee delen. Het eerste deel moet door de arts worden verzegeld. Het bevat de volgende gegevens: 1 de naam, de voornamen en de woonplaats van de patiënt; 2 in geval van continue diepe sedatie zonder verzoek van de patiënt zelf: de naam, de voornamen en de woonplaats van de vertegenwoordiger(s); 3 de naam, de voornamen, het registratienummer bij het RIZIV en de woonplaats van de uitvoerende arts en desgevallend van de verpleegkundige die de sedativa toediende; 4 de naam, de voornamen, het registratienummer bij het RIZIV en de woonplaats van alle arts(en) die over de continue diepe sedatie (zijn) geraadpleegd; 5 de naam, de voornamen, de woonplaats en de hoedanigheid van alle personen die de uitvoerende arts heeft geraadpleegd, en de data van deze raadplegingen; 6 indien de schriftelijke toestemming tot de continue diepe sedatie werd opgesteld door een derde omdat de betrokkene daartoe fysiek blijvend niet in staat was, de naam, de voornamen en de woonplaats van die derde. Dit eerste deel is vertrouwelijk en wordt door de arts aan de commissie overgezonden. Er kan alleen inzage van worden genomen na beslissing van de commissie. In geen geval kan de commissie zich hierop baseren voor haar evaluatietaak. 3. Het tweede deel is eveneens vertrouwelijk en bevat de volgende gegevens: 1 het geslacht, de geboortedatum en de geboorteplaats van de patiënt; 2 de datum, de plaats en het uur van de aanvang van de continue diepe sedatie; 3 de aard van de ernstige en ongeneeslijke, door ongeval of ziekte veroorzaakte aandoening waaraan de patiënt leed; 4 de aard van het aanhoudende en ondraaglijke lijden; 5 de reden waarom de symptomen onbehandelbaar waren; 6 of aangenomen kon worden dat de patiënt binnen afzienbare termijn zou overlijden; 7 of er al dan niet kunstmatige toediening van voeding en vocht werd gegeven, de reden waarom wel of niet en wie daartoe heeft beslist; 8 de procedure die de arts gevolgd heeft;

16 9 de hoedanigheid van alle geraadpleegde arts(en), het advies en de data van die raadpleging(en); 10 de hoedanigheid van de personen die door de arts geraadpleegd zijn en de data van die raadplegingen; 11 de wijze waarop de continue diepe sedatie is toegepast, de volledige pijnbestrijdings- en sedatieprocedure, inclusief de gebruikte middelen en dosissen, en de hoedanigheid van de persoon die de sedativa toediende. Art. 36 Inbreuken op de artikelen 34 en 35, 1 van deze wet worden gestraft op dezelfde wijze als bepaald in artikel 29, 3. TITEL V THERAPIEBEPERKING: BEPERKING VAN LEVENSREDDENDE OF LEVENSVERLENGENDE BEHANDELINGEN Art. 37 Deze titel regelt de bijzondere bepalingen voor het staken of het niet starten van een levensverlengende of levensreddende behandeling. HOOFDSTUK I WEIGERING DOOR EEN PATIËNT VAN EEN LEVENSREDDENDE OF LEVENSVERLENGENDE BEHANDELING Art Elke patiënt heeft het recht om een behandeling actueel of voorafgaandelijk in een wilsverklaring te weigeren, ook al is ze levensreddend of levensverlengend. De bepalingen van artikel 8, 4 en 4bis van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt zijn van toepassing. Indien de opsteller wenst dat bij de uitvoering van zijn wilsverklaring geen rekening wordt gehouden met de vooruitgang van de geneeskundige technieken, vermeldt hij dit uitdrukkelijk in zijn wilsverklaring. Een wilsverklaring waarin uitdrukkelijk wordt vermeld dat ze geldt zelfs indien er als wilsonbekwame patiënt andere wensen worden geuit, moet worden gerespecteerd. 2. Aan een actuele weigering van een levensreddende of verlengende behandeling door een zwangere vrouw kan geen gevolg worden gegeven indien zij in verwachting is van een levensvatbaar kind, tenzij het kind lijdt aan een ernstige en ongeneeslijke kwaal of het ondergaan van de behandeling een ernstig gevaar inhoudt voor de gezondheidstoestand van de moeder. Indien een vrouw op het ogenblik van de uitvoering van haar wilsverklaring in verwachting is van een kind en in de wilsverklaring uitdrukkelijk een levensreddende of levensverlengende behandeling in geval van een zwangerschap wordt geweigerd, kan hieraan geen gevolg worden gegeven indien het gaat om levensvatbaar kind, tenzij het kind lijdt aan een ernstige en ongeneeslijke kwaal of het ondergaan van de behandeling een ernstig gevaar inhoudt voor de gezondheidstoestand van de moeder. HOOFDSTUK II WEIGERING DOOR EEN ARTS WEGENS MEDISCHE ZINLOOSHEID Art. 39 Voor de toepassing van deze titel wordt begrepen onder: 1 fysiologisch zinloze behandeling: een behandeling die geen enkel medisch effect (meer) heeft;

17 2 medisch zinloze behandeling: een behandeling met een levensreddend of levensverlengend effect maar met een zeer lage succesratio of een (door de arts) te laag bevonden levenskwaliteit. Art. 40 Een arts kan niet worden gedwongen en is ook niet gerechtigd om een fysiologisch zinloze behandeling in te stellen of verder te zetten. Art Een arts kan enkel geoorloofd tot het staken of niet instellen van een naar zijn oordeel medisch zinloze behandeling overgaan indien de patiënt of desgevallend zijn vertegenwoordiger daarin toestemt. 2. Elke patiënt kan op het moment dat hij in staat is zijn patiëntenrechten uit te oefenen, voor het geval dat hij zijn wil niet meer kan uiten, schriftelijk in een wilsverklaring te kennen geven dat hij een levensreddende of levensverlengende behandeling wenst. Dit verzoek dient in beginsel te worden geëerbiedigd, voorzover de gewenste levensreddende of levensverlengende behandeling duidelijk is omschreven en de opstelling van de wilsverklaring is gebeurd in aanwezigheid van een arts of is voorafgegaan door een medische raadpleging waarbij de patiënt wordt geïnformeerd over de aard en de gevolgen van het verzoek, waarbij de arts de wilsbekwaamheid en geïnformeerdheid van de patiënt vaststelt en documenteert. De wilsverklaring moet door de patiënt worden gedateerd en ondertekend. Artikel 8, 4bis, derde lid van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt is van toepassing. Veroorzaakt de voorafgaande weigering ernstige en onbehandelbare pijn of lijden en heeft de patiënt hieromtrent geen clausule ingevoegd, dan kan aan het voorafgaande verzoek worden voorbijgegaan. De patiënt die in staat is om zijn rechten zelf uit te oefenen, kan te allen tijde zijn wilsverklaring herroepen. De Koning bepaalt hoe de wilsverklaring wordt opgesteld, geregistreerd en herbevestigd of ingetrokken en via de diensten van het Rijksregister aan de betrokken artsen wordt meegedeeld. 3. Van de beslissing van de vertegenwoordiger tot het instellen of verder zetten van een medische zinloze behandeling bij de patiënt kan enkel worden afgeweken volgens de bepalingen van artikel 15, 2 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt. Een beslissing tot het niet instellen of niet verder zetten van een levensverlengende behandeling in de standaard van het belang van de patiënt zoals bepaald in artikel 14, 3 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt, is enkel geoorloofd indien de patiënt lijdt aan een ernstige en ongeneeslijke aandoening met een sombere prognose. In dat geval raadpleegt de arts vooraf en in alle gevallen een andere arts over de ernstige en ongeneeslijke aard van de aandoening en de somberheid van de prognose. De geraadpleegde arts, die specialist is in de aandoening waaraan de wilsonbekwame patiënt lijdt, neemt daartoe inzage van het patiëntendossier en onderzoekt de patiënt. Hij stelt een verslag op van zijn bevindingen. TITEL VI WIJZIGENDE EN SLOTBEPALINGEN Art. 42 Opgeheven worden: 1 de wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie, gewijzigd bij wet van 10 november 2005;

18 2 de wet van 14 juni 2002 betreffende de palliatieve zorg. Art. 43 In het Strafwetboek worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1. In hoofdstuk I van titel VIII van het Strafwetboek wordt een artikel 397bis ingevoegd, luidend als volgt: Opzettelijke levensbeëindiging uit mededogen en op uitdrukkelijk en ernstig verzoek van het slachtoffer wordt gestraft met opsluiting van tien jaar tot vijftien jaar. Er is evenwel geen misdrijf indien werd gehandeld overeenkomstig de voorwaarden van afdelingen 1 en 2 van hoofdstuk I van Titel III van [de wet betreffende zorgverlening aan het levenseinde]. 2. In hoofdstuk I van titel VIII van het Strafwetboek wordt een artikel 397ter ingevoegd, luidend als volgt: Hij die opzettelijk bij een ander het voornemen tot zelfdoding doet ontstaan, wordt gestraft met opsluiting van vijftien jaar tot twintig jaar, indien dit feit wordt gevolgd door de zelfdoding of een poging tot zelfdoding van de ander. Hij die opzettelijk hulp bij zelfdoding verleent aan een ander, wordt gestraft met een gevangenisstraf van drie maanden tot vijf jaar en een geldboete van 26 tot 500 euro, indien hierop de zelfdoding of een poging tot zelfdoding van de ander volgt. Het feit is niet strafbaar, indien de hulp is verleend overeenkomstig de voorwaarden van afdeling 1 van hoofdstuk I van Titel III van [de wet betreffende zorgverlening aan het levenseinde]. 3. Aan artikel 397 Sw. wordt een tweede lid toegevoegd dat stipuleert: Er is evenwel geen misdrijf indien werd gehandeld overeenkomstig de voorwaarden van afdeling 3 van hoofdstuk I van Titel III van [de wet betreffende zorgverlening aan het levenseinde]. Art Het vierde lid van artikel 8, 4 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt wordt als volgt gewijzigd: 4bis. Elke patiënt kan op het moment dat hij in staat is de rechten zoals vastgelegd in deze wet uit te oefenen, voor het geval dat hij zijn wil niet meer kan uiten, schriftelijk in een wilsverklaring te kennen geven zijn toestemming tot een of meerdere tussenkomsten van de beroepsbeoefenaar te weigeren. Deze weigering dient te worden geëerbiedigd voorzover ze duidelijk is omschreven en ze is opgesteld in aanwezigheid van een arts dan wel is voorafgegaan door een medische raadpleging waarin de patiënt wordt geïnformeerd over de aard en de gevolgen van de behandelingsweigering, waarbij de arts de wilsbekwaamheid en geïnformeerdheid van de patiënt vaststelt en documenteert. De wilsverklaring moet door de patiënt worden gedateerd en ondertekend. Indien de persoon die een wilsverklaring wenst op te stellen fysiek blijvend niet in staat is om een wilsverklaring op te stellen en te tekenen, kan hij een meerderjarig persoon, die geen enkel belang heeft bij de behandelingsweigering, aanwijzen, die zijn verzoek schriftelijk opstelt. De wilsverklaring vermeldt dat de betrokkene niet in staat is te tekenen en waarom. De wilsverklaring moet worden gedateerd en ondertekend door degene die het verzoek schriftelijk opstelt. Bij de wilsverklaring wordt een medisch getuigschrift gevoegd als bewijs dat de betrokkene fysiek blijvend niet in staat is de wilsverklaring op de stellen en te tekenen. De patiënt kan de wilsverklaring, indien hij in staat is om zijn rechten zelf uit te oefenen, te allen tijde herroepen.

19 De Koning bepaalt hoe de wilsverklaring wordt opgesteld, geregistreerd en herbevestigd of ingetrokken en via de diensten van het Rijksregister aan de betrokken artsen wordt meegedeeld. 2. Artikel 14, 3 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt wordt als volgt gewijzigd: De vertegenwoordiger oefent de rechten van de patiënt uit in overeenstemming met de uitdrukkelijke wensen van de vroegere wilsbekwame patiënt. Zijn die niet gekend, dan handelt de vertegenwoordiger naar de vermoedelijke wensen van de patiënt. Kan niet worden bepaald wat de patiënt zelf heeft beslist of zou hebben beslist, dan moet een beslissing in het belang van de patiënt worden genomen. De wilsonbekwame patiënt wordt zoveel als mogelijk en in verhouding tot zijn begripsvermogen betrokken bij de uitoefening van zijn rechten. 3. Artikel 15, 2 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende de rechten van de patiënt wordt als volgt gewijzigd: Indien de beroepsbeoefenaar het niet eens is met de beslissing genomen door de in artikel 12, 13 en 14, 1 2 bedoelde vertegenwoordiger, dient hij zich te wenden tot een rechter, tenzij de beslissing van de vertegenwoordiger kennelijk ingaat tegen de beginselen van artikel 14, 3 van deze wet. In geval van een spoedgeval waarin de beslissing van de vertegenwoordiger het leven of de gezondheid van de patiënt ernstig in het gevaar brengt of dreigt te brengen, wijkt de beroepsbeoefenaar af van de beslissing van de vertegenwoordiger in het belang van de patiënt indien hij gegronde twijfels heeft over de geldigheid ervan. Art. 45 Het koninklijk besluit van 22 januari 2010 houdende toekenning van een uitkering ten voordele van de zelfstandige die tijdelijk zijn activiteit stopzet om palliatieve zorgen te geven aan een kind of aan zijn partner, wordt gewijzigd als volgt: 1 De titel van het koninklijk besluit wordt gewijzigd naar Koninklijk besluit houdende toekenning van een uitkering ten voordele van de zelfstandige die tijdelijk zijn activiteit stopzet om palliatieve zorgen te geven aan een palliatieve patiënt of medische bijstand aan een zwaar ziek gezins- of familielid ; 2 Artikel 1, 2 en 3 worden geschrapt; Artikel 1, 4 wordt artikel 1, 2 en er wordt een nieuw artikel 1, 3 ingevoegd dat stipuleert: 3 een zware ziekte: elke ziekte of medische ingreep die door de behandelende arts als dusdanig wordt beschouwd en waarvoor de arts meent dat elke vorm van sociale, familiale of emotionele bijstand of verzorging noodzakelijk is voor herstel ; 3 Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt: De zelfstandige die zijn beroepsactiviteit tijdens minstens vier opeenvolgende weken tijdelijk stopzet om palliatieve zorgen te geven aan een palliatieve patiënt kan aanspraak maken op een forfaitaire uitkering zoals gedefinieerd in artikel 6 van onderhavig besluit voor het kwartaal waarin de stopzetting van zijn beroepsactiviteit aanvangt. Hetzelfde geldt voor de zelfstandige die zijn beroepsactiviteit tijdens minstens vier opeenvolgende weken tijdelijk stopzet om medische bijstand te verlenen aan een gezins- of familielid tot de tweede graad met een zware ziekte ; 4 Artikel 3, 1 wordt gewijzigd als volgt: Indien de palliatieve zorgen of de medische bijstand word(t)(en) verleend aan een kind en de ouders van het kind niet samenwonen en gezamenlijk het ouderlijk gezag uitoefenen in de zin van artikel 374 van het Burgerlijk Wetboek, kan de

20 zelfstandige bij wie het kind daadwerkelijk woont gedurende zijn aandoening, ook aanspraak maken op de uitkering. Art. 46 Artikel 50 van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit van 27 juli 1967, houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, wordt gewijzigd als volgt: 1 Artikel 50, 2, eerste lid wordt gewijzigd als volgt: 2. De zelfstandige die in bloed- of aanverwantschap tot de tweede graad staat tot een persoon die getroffen is door een ernstige aandoening is eveneens geen enkele bijdrage verschuldigd voor het kwartaal dat volgt op het begin van de stopzetting van de beroepsactiviteit, op voorwaarde dat de volgende cumulatieve voorwaarden vervuld zijn: 1 de bijdrage die wordt beoogd is de bijdrage die de zelfstandige verschuldigd is krachtens de artikelen 12, 1, 12 1ter of 13bis, 2, 1 of 2 van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen; 2 de zelfstandige die wordt beoogd moet aan het sociaal verzekeringsfonds waarbij hij aangesloten is voor het einde van het kwartaal waarvoor de bijdrage is verschuldigd, via een ter post aangetekende brief of door neerlegging van een verzoek ter plaatse tegen ontvangstbewijs, een medisch attest dat de ernst van de aandoening bevestigt, overmaken. Wordt beschouwd als ernstige ziekte, elke medische aandoening of ingreep die door de arts van het gezins- of familielid als ernstig beschouwd wordt en waarvoor de arts meent dat elke vorm van bijstand van het gezin van de zelfstandige nodig is voor het herstel van die persoon. Het feit dat de zelfstandige zijn beroepsactiviteit onderbreekt voor een periode die korter is dan een volledig kwartaal, verhindert de mogelijke toepassing van de vrijstelling voor het betreffende kwartaal niet; 3 de ernstige aandoening moet de stopzetting van de beroepsactiviteit van de zelfstandige gedurende minimum vier opeenvolgende weken tot gevolg hebben. De zelfstandige dient bij het medisch attest een verklaring op eer te voegen, dat hij zijn activiteit gedurende minimum 4 weken heeft stopgezet of zal stopzetten; 4 de persoon die getroffen is door de ernstige aandoening is een gezins- of familielid tot de tweede graad van de zelfstandige. In geval van een kind, gaat het om het kind van de zelfstandige of van zijn partner. Het kind is rechtgevend op kinderbijslag en maakt deel uit van het gezin van de zelfstandige. De partner van de zelfstandige is de echtgenoot of echtgenote van de zelfstandige of de wettelijk samenwonende in de zin van de wet van 23 november 1998 tot invoering van de wettelijke samenwoning en maakt werkelijk deel uit van zijn gezin; 5 de zelfstandige kan slechts éénmaal genieten van deze maatregel voor dezelfde persoon. 2 Artikel 50, 3 wordt gewijzigd als volgt: 3. De zelfstandigen zijn eveneens geen enkele bijdrage verschuldigd wanneer zij hun beroepsactiviteit onderbreken onder de voorwaarden van het koninklijk besluit van 22 januari 2010 houdende toekenning van een uitkering ten voordele van de zelfstandige die tijdelijk zijn activiteit stopzet om palliatieve zorgen te geven aan een palliatieve persoon en dit voor het kwartaal volgend op het begin van de onderbreking van de beroepsactiviteit. Om te kunnen genieten van de hiervoor vermelde maatregel, moeten de palliatieve zorgen de stopzetting van de beroepsactiviteit van de zelfstandige

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. 28 MEI 2002. - Wet betreffende de euthanasie. Bron : JUSTITIE Publicatie : 22-06-2002 Inwerkingtreding : 20-09-2002 (ART. 16) Dossiernummer : 2002-05-28/37 Art. 1 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Art.

Nadere informatie

Wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie. (B.S ) Gecoördineerde tekst: laatste tekstbijwerking:

Wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie. (B.S ) Gecoördineerde tekst: laatste tekstbijwerking: Wet van 28 mei 2002 betreffende de euthanasie. (B.S. 22.06.2002) Gecoördineerde tekst: laatste tekstbijwerking: 12.03.2014 Art. 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet

Nadere informatie

28 MEI Wet betreffende de euthanasie (1)

28 MEI Wet betreffende de euthanasie (1) 28 MEI 2002. - Wet betreffende de euthanasie (1) BS 22-06-2002 Gewijzigd door: Wet/KB BS in voege art. blz. 10/11/2005 13/12/2005 23/12/2005 3bis 4 gdp 1 Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als

Nadere informatie

Richtlijnen Palliatieve en Supportieve zorg

Richtlijnen Palliatieve en Supportieve zorg Laarbeeklaan 101 1090 Brussel Oncologisch Handboek Euthanasie V1.2008 EUTHANASIE: TOELICHTING EN PRAKTISCHE RICHTLIJNEN 1 Inleiding In 2002 werden drie wetten met betrekking tot de zorg voor patiënten

Nadere informatie

REGISTRATIEDOCUMENT EUTHANASIE

REGISTRATIEDOCUMENT EUTHANASIE REGISTRATIEDOCUMENT EUTHANASIE Formulier bij aangetekend schrijven met ontvangstbewijs te zenden naar de Federale Controle- en Evaluatiecommissie voor de toepassing van de wet betreffende de euthanasie,

Nadere informatie

REGISTRATIEDOCUMENT EUTHANASIE

REGISTRATIEDOCUMENT EUTHANASIE REGISTRATIEDOCUMENT EUTHANASIE Formulier bij aangetekend schrijven met ontvangstbewijs te zenden naar de Federale Controle- en Evaluatiecommissie voor de toepassing van de wet betreffende de euthanasie,

Nadere informatie

REGISTRATIEDOCUMENT EUTHANASIE

REGISTRATIEDOCUMENT EUTHANASIE REGISTRATIEDOCUMENT EUTHANASIE Registratiedocument bij aangetekend schrijven met ontvangstbewijs te zenden, binnen de vier werkdagen na de euthanasie, op volgend adres: Federale Controle en Evaluatiecommissie

Nadere informatie

REGISTRATIEDOCUMENT EUTHANASIE

REGISTRATIEDOCUMENT EUTHANASIE REGISTRATIEDOCUMENT EUTHANASIE Formulier per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs te zenden naar de federale controleen evaluatiecommissie betreffende de euthanasie, binnen de vier werkdagen na de

Nadere informatie

REGISTRATIEDOCUMENT EUTHANASIE

REGISTRATIEDOCUMENT EUTHANASIE REGISTRATIEDOCUMENT EUTHANASIE Formulier per aangetekend schrijven met ontvangstbewijs te zenden naar de federale controleen evaluatiecommissie betreffende de euthanasie, binnen de vier werkdagen na de

Nadere informatie

VERDUIDELIJKING WETGEVING ROND HET LEVENSEINDE

VERDUIDELIJKING WETGEVING ROND HET LEVENSEINDE VERDUIDELIJKING WETGEVING ROND HET LEVENSEINDE Alle wetteksten en/of documenten, beschreven in dit document zijn te downloaden op www.palliatieve.org > professionele gebruiker > wetgeving en documenten

Nadere informatie

FEDERALE CONTROLE- EN EVALUATIE- COMMISSIE EUTHANASIE INFORMATIEBROCHURE VOOR DE ARTSEN

FEDERALE CONTROLE- EN EVALUATIE- COMMISSIE EUTHANASIE INFORMATIEBROCHURE VOOR DE ARTSEN FEDERALE CONTROLE- EN EVALUATIE- COMMISSIE EUTHANASIE INFORMATIEBROCHURE VOOR DE ARTSEN 2 INHOUDSTAFEL 1. Euthanasie op verzoek van de patiënt vs. euthanasie op basis van een voorafgaande wilsverklaring

Nadere informatie

VERSLAG AAN DE KONING

VERSLAG AAN DE KONING 2 APRIL 2003. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de wijze waarop de wilsverklaring inzake euthanasie wordt opgesteld, herbevestigd, herzien of ingetrokken Sire, 1. Context VERSLAG AAN DE KONING

Nadere informatie

PALLIATIEVE ZORG. IFPC Turnhout 23 oktober Hilde Michiels coördinator palliatief support team

PALLIATIEVE ZORG. IFPC Turnhout 23 oktober Hilde Michiels coördinator palliatief support team PALLIATIEVE ZORG IFPC Turnhout 23 oktober 2017 Hilde Michiels coördinator palliatief support team Palliatieve zorg - definitie Palliatieve zorg is de actieve totaalzorg voor mensen die ongeneeslijk ziek

Nadere informatie

bevindingen van de evaluatiecommissie Wim Distelmans MD PhD MPH titularis leerstoel Waardig Levenseinde van demens.nu aan de VUB

bevindingen van de evaluatiecommissie Wim Distelmans MD PhD MPH titularis leerstoel Waardig Levenseinde van demens.nu aan de VUB bevindingen van de evaluatiecommissie Wim Distelmans MD PhD MPH titularis leerstoel Waardig Levenseinde van demens.nu aan de VUB noodzaak euthanasiewet euthanasie gebeurde vroeger ook / noodtoestand conflict

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/08/133 BERAADSLAGING NR. 08/039 VAN 1 JULI 2008 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS UIT

Nadere informatie

COMMUNICEREN OVER HET LEVENSEINDE : WAAROM???

COMMUNICEREN OVER HET LEVENSEINDE : WAAROM??? Ik wil niet leven zoals een plant Als ik mijn familie niet meer ken, wil ik liever dood Ik wil niet afzien! Mijn broer denkt zus, en ik zo, wat moeten we nu doen? Hebben wij nu wel de juiste keuzes gemaakt?

Nadere informatie

6. Palliatieve zorg, vroegtijdige zorgplanning en euthanasie

6. Palliatieve zorg, vroegtijdige zorgplanning en euthanasie 6. Palliatieve zorg, vroegtijdige zorgplanning en euthanasie 6.1 Palliatieve zorg Palliatieve zorg is de totaalzorg voor mensen met een levensbedreigende aandoening bij wie geen genezende behandeling meer

Nadere informatie

Christophe Lemmens Advocaat Dewallens & partners Gastprofessor UAntwerpen AHLEC Effectief lid Federale Controle- en Evaluatiecommissie Euthanasie

Christophe Lemmens Advocaat Dewallens & partners Gastprofessor UAntwerpen AHLEC Effectief lid Federale Controle- en Evaluatiecommissie Euthanasie Christophe Lemmens Advocaat Dewallens & partners Gastprofessor UAntwerpen AHLEC Effectief lid Federale Controle- en Evaluatiecommissie Euthanasie DE WILSVERKLARING EUTHANASIE JURIDISCH DOORGELICHT Overzicht

Nadere informatie

Hoe omgaan met een verzoek om euthanasie? Een leidraad

Hoe omgaan met een verzoek om euthanasie? Een leidraad Hoe omgaan met een verzoek om euthanasie? Een leidraad Groep Philippus Neri - VZW Sint-Lucia Deze leidraad geldt voor een verzoek om euthanasie door een patiënt bij ondraaglijk psychisch en fysisch lijden.

Nadere informatie

Beslissingen bij ernstige ziekte of levenseinde. i n f o r m a t i e v o o r p a t i ë n t e n

Beslissingen bij ernstige ziekte of levenseinde. i n f o r m a t i e v o o r p a t i ë n t e n Beslissingen bij ernstige ziekte of levenseinde i n f o r m a t i e v o o r p a t i ë n t e n Beslissingen bij ernstige ziekte of levenseinde 2 Beslissingen bij ernstige ziekte of levenseinde 3 Inleiding

Nadere informatie

Procedure euthanasie ouderenzorg

Procedure euthanasie ouderenzorg Procedure euthanasie ouderenzorg 1. Euthanasie: Volgens de Belgische wetgeving wordt euthanasie omschreven als het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een andere dan de betrokkene op diens verzoek

Nadere informatie

Euthanasie en wilsverklaring Inhoudsopgave

Euthanasie en wilsverklaring Inhoudsopgave Euthanasie en wilsverklaring Inhoudsopgave 1. Doelstelling, omschrijving... 2 2. Doelgroep, toepassingsgebied... 2 3. Omschrijving... 2 3.1 Inleiding... 2 3.2 De euthanasiewet en het AZ St.-Lucas... 3

Nadere informatie

kikkerdirk - Fotolia.fr Federale Controle- en Evaluatie Commissie Euthanasie Informatiebrochure voor de artsen

kikkerdirk - Fotolia.fr Federale Controle- en Evaluatie Commissie Euthanasie Informatiebrochure voor de artsen kikkerdirk - Fotolia.fr Federale Controle- en Evaluatie Commissie Euthanasie (FCEE) Informatiebrochure voor de artsen Inhoudstafel 1. Aangifteverplichting. Minderjarige en meerderjarige patiënt...3 2.

Nadere informatie

Vaak gestelde vragen

Vaak gestelde vragen Vaak gestelde vragen 1. Wat is een voorafgaande wilsverklaring inzake euthanasie? Het is een schriftelijke wilsverklaring van een persoon die, ingeval hij wilsonbekwaam zou zijn, wenst dat een arts euthanasie

Nadere informatie

Wilsverklaring invullen. Juridische informatie. Manu Keirse Hoogleraar Faculteit der Geneeskunde, KULeuven

Wilsverklaring invullen. Juridische informatie. Manu Keirse Hoogleraar Faculteit der Geneeskunde, KULeuven Wilsverklaring invullen Juridische informatie Manu Keirse Hoogleraar Faculteit der Geneeskunde, KULeuven Meer dan levenseinde Mijn gezondheidszorg Levenseinde Regelingen nadien zoals: afstaan organen,

Nadere informatie

ZORG VOOR EEN MENSWAARDIG LEVENSEINDE

ZORG VOOR EEN MENSWAARDIG LEVENSEINDE ZORG VOOR EEN MENSWAARDIG LEVENSEINDE 1. INLEIDING De beslissing nemen om te verhuizen naar een WZC is niet vanzelfsprekend. Vele zaken worden afgewogen vooraleer de beslissing valt. Dit ook voor wat het

Nadere informatie

Wilsverklaring. Belangrijke documenten

Wilsverklaring. Belangrijke documenten Wilsverklaring Belangrijke documenten Bijlage 1: Voorbeeld wilsverklaring Behandelverbod Lees voordat u deze verklaring invult de toelichting bij het behandelverbod. Naam : Geboortedatum : Geboorteplaats:

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE Wettelijke basis: KB 2/04/2003. Formulier van wilsverklaring inzake euthanasie

KONINKRIJK BELGIE Wettelijke basis: KB 2/04/2003. Formulier van wilsverklaring inzake euthanasie 1 KONINKRIJK BELGIE Wettelijke basis: KB 2/04/2003 Formulier van wilsverklaring inzake euthanasie Rubriek I. Verplichte gegevens A. Voorwerp van de wilsverklaring De Heer/Mevrouw (*) (naam en voornaam):

Nadere informatie

BASISOPLEIDING PALLIATIEVE ZORG

BASISOPLEIDING PALLIATIEVE ZORG BASISOPLEIDING PALLIATIEVE ZORG ZATERDAG 24 JUNI 2017 1 2 De wet betreffende de rechten van de patiënt De wet inzake onbekwaamheid De wet betreffende palliatieve zorg De wet betreffende euthanasie 3 1

Nadere informatie

Beslissingen bij ernstige ziekte of levenseinde

Beslissingen bij ernstige ziekte of levenseinde Beslissingen bij ernstige ziekte of levenseinde informatie voor patiënten INLEIDING 3 PALLIATIEVE THERAPIE 4 PALLIATIEVE ZORG 4 HET STOPZETTEN OF NIET STARTEN VAN EEN LEVENSVERLENGENDE BEHANDELING 5 PALLIATIEVE

Nadere informatie

RAAD VAN STATE. Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis)

RAAD VAN STATE. Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis) RAAD VAN STATE Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis) TITEL II. BEVOEGDHEID VAN DE AFDELING WETGEVING Art. 2 1. De afdeling wetgeving

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van beoefenaars van paramedische beroepen DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd

Nadere informatie

Nu denken aan dan Wegwijs in het web van wilsverklaringen rondom het levenseinde

Nu denken aan dan Wegwijs in het web van wilsverklaringen rondom het levenseinde Nu denken aan dan Wegwijs in het web van wilsverklaringen rondom het levenseinde Bekkevoort, 24 april 2015 Paul Schotsmans (i.s.m. Herman Nys, medisch recht KU Leuven) Wilsverklaring? Een wilsverklaring

Nadere informatie

Praat voor je gaat. Tijdige zorg voor het levenseinde

Praat voor je gaat. Tijdige zorg voor het levenseinde Praat voor je gaat. Tijdige zorg voor het levenseinde KWB Baal 15 februari 2016 1 Praten over je levenseinde Dat is voor later, ik wil daar nu nog niet aan denken Ik ben nog gezond en in de bloei van mijn

Nadere informatie

De laatste levensfase. Hoe IJsselheem omgaat met een euthanasieverzoek

De laatste levensfase. Hoe IJsselheem omgaat met een euthanasieverzoek De laatste levensfase Hoe IJsselheem omgaat met een euthanasieverzoek In gesprek In de laatste levensfase krijgen mensen te maken met allerlei vragen. Misschien ziet u op tegen de pijn en benauwdheid die

Nadere informatie

22 AUGUSTUS Wet betreffende de rechten van de patiënt. (B.S. 26/09/2002)

22 AUGUSTUS Wet betreffende de rechten van de patiënt. (B.S. 26/09/2002) 22 AUGUSTUS 2002. - Wet betreffende de rechten van de patiënt. (B.S. 26/09/2002) HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling. Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.

Nadere informatie

Euthanasie. T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6. B 3600 Genk

Euthanasie. T +32(0) F +32(0) Campus Sint-Jan Schiepse bos 6. B 3600 Genk Euthanasie T +32(0)89 32 50 50 F +32(0)89 32 79 00 info@zol.be Campus Sint-Jan Schiepse bos 6 B 3600 Genk Campus Sint-Barbara Bessemerstraat 478 B 3620 Lanaken Medisch Centrum André Dumont Stalenstraat

Nadere informatie

Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S Ed. 3)

Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S Ed. 3) Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S. 13.7.1999 Ed. 3) Hoofdstuk I. Algemene bepaling Artikel 1.- Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet. Hoofdstuk

Nadere informatie

Euthanasie: de wet en de praktijk

Euthanasie: de wet en de praktijk Euthanasie: de wet en de praktijk Informatiefolder voor patiënten en familieleden 90.007N-140401 Jan Yperman Ziekenhuis Briekestraat 12 8900 Ieper www.yperman.net Inleiding U leest deze infobrochure niet

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 7

Samenvatting. Samenvatting 7 Samenvatting Levensbeëindiging het veroorzaken of bespoedigen van de dood door het toedienen van een middel met het doel het leven te bekorten is strafbaar als doodslag of moord. Onder omstandigheden kan

Nadere informatie

Dossier Voorafgaande zorgplanning

Dossier Voorafgaande zorgplanning Dossier Voorafgaande zorgplanning Elk jaar komen heel wat mensen in een situatie terecht waarin ze, omwille van een onomkeerbare coma, dementie of een andere aandoening, niet meer in staat zijn om zelf

Nadere informatie

Wilsverklaring-wilsbeschikkinglevenstestament. Juridische aspecten Herman NYS

Wilsverklaring-wilsbeschikkinglevenstestament. Juridische aspecten Herman NYS Wilsverklaring-wilsbeschikkinglevenstestament Juridische aspecten Herman NYS Plan uiteenzetting Het begrippenkader De juridische duiding Het Belgisch recht (Tussentijdse) Besluiten Het begrippenkader Complexe

Nadere informatie

Juridische kanttekeningen rond maaltijdzorg. Jan Vande Moortel Advamo Arteveldehogeschool Gent

Juridische kanttekeningen rond maaltijdzorg. Jan Vande Moortel Advamo Arteveldehogeschool Gent Juridische kanttekeningen rond maaltijdzorg Jan Vande Moortel Advamo Arteveldehogeschool Gent WIE HEEFT BESLISSINGSRECHT? De patiënt Is hij nog bekwaam? Wie bepaalt de bekwaamheid? Zijn vertegenwoordiger

Nadere informatie

Topics in levenseindezorg

Topics in levenseindezorg Topics in levenseindezorg Wetgeving i.v.m. levenseindezorg 1.Patiëntenrechtenwet (aug. 2002): centraal staat de autonomie en het zelfbeschikkingsrecht d.w.z. dat zorgverleners respect moeten hebben voor

Nadere informatie

Verzoek om inzage/afschrift patiëntendossier

Verzoek om inzage/afschrift patiëntendossier Verzoek om inzage/afschrift patiëntendossier (art. 9, Wet betreffende de Rechten van de patiënt, 22/08/2002) Verzoek tot Inzage (voor gegevens overleden patiënt, enkel mogelijk via beroepsbeoefenaar) Afschrift

Nadere informatie

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc

Coordinatie--Rechten--patient--Samenstelling-werking--KB doc 1 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot regeling van de samenstelling en de werking van de Federale Commissie Rechten van de Patiënt ingesteld bij artikel 16 van de wet van 22 augustus 2002 betreffende

Nadere informatie

Beslissingen bij ernstige ziekte of levenseinde. Imeldaziekenhuis

Beslissingen bij ernstige ziekte of levenseinde. Imeldaziekenhuis Beslissingen bij ernstige ziekte of levenseinde Imeldaziekenhuis imelda omringt u met zorg Inhoud Inleiding 3 Palliatieve therapie 4 Palliatieve zorg 5 Het stopzetten of niet starten van een levensverlengende

Nadere informatie

TOELICHTING BIJ VOORAFGAANDE WILSVERKLARING INZAKE EUTHANASIE Enkel van toepassing in een situatie van onomkeerbare coma

TOELICHTING BIJ VOORAFGAANDE WILSVERKLARING INZAKE EUTHANASIE Enkel van toepassing in een situatie van onomkeerbare coma TOELICHTING BIJ VOORAFGAANDE WILSVERKLARING INZAKE EUTHANASIE Enkel van toepassing in een situatie van onomkeerbare coma Wat? Via dit document kan je euthanasie aanvragen voor het geval dat je ooit (later)

Nadere informatie

Medische Beslissingen rond het levenseinde

Medische Beslissingen rond het levenseinde Medische Beslissingen rond het levenseinde Jo Lisaerde Eric Triau Maartje Wils Bewonersadviesraad 7 december 2011 Definitie Palliatieve Zorg Palliatieve zorg is een totaalzorg voor mensen die aan een ziekte

Nadere informatie

13 JUNI 1986. - Wet betreffende het wegnemen en transplanteren van organen.

13 JUNI 1986. - Wet betreffende het wegnemen en transplanteren van organen. 13 JUNI 1986. - Wet betreffende het wegnemen en transplanteren van organen. BS 14/02/1987 in voege 24/02/1987 Gewijzigd door: WET 17/02/1987 BS 14/04/1987 WET 07/12/2001 BS 31/12/2002 WET 22/12/2003 BS

Nadere informatie

Coordinatie--Euthanasie--wilsverklaring-registratie--EN--mededeling-aan-de-artsen--KB doc

Coordinatie--Euthanasie--wilsverklaring-registratie--EN--mededeling-aan-de-artsen--KB doc 27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot regeling van de wijze waarop de wilsverklaring inzake euthanasie wordt geregistreerd en via de diensten van het Rijksregister aan de betrokken artsen wordt meegedeeld

Nadere informatie

Wilsverklaring en levenseinde. Informatiebrochure Patiënten

Wilsverklaring en levenseinde. Informatiebrochure Patiënten Wilsverklaring en levenseinde Informatiebrochure Patiënten 1. Vroegtijdige zorgplanning...4 1.1 Nu denken aan later...4 1.2 Euthanasieverklaring...5 1.3 Wilsverklaring...5 2. Euthanasie...6 2.1 Wat is

Nadere informatie

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU 29 APRIL 1999. - Wet betreffende de niet-conventionele praktijken inzake de geneeskunde, de artsenijbereidkunde, de kinesitherapie, de verpleegkunde

Nadere informatie

Euthanasie. Informatiebrochure voor patiënten en hun naasten

Euthanasie. Informatiebrochure voor patiënten en hun naasten Euthanasie Informatiebrochure voor patiënten en hun naasten Inhoud Inleiding 3 1 Beslissingen rond het levenseinde 4 1.1 Het verschil tussen een wilsverklaring betreffende euthanasie en een euthanasieverzoek

Nadere informatie

WAT PLAN JE ZOAL IN JE LEVEN?

WAT PLAN JE ZOAL IN JE LEVEN? CONCRETE ZORGPLANNING WAT PLAN JE ZOAL IN JE LEVEN? 1 ZORGZAME ZORG OP MEERDERE DOMEINEN OMTRENT MEDISCHE ZORGEN 3 OMTRENT HET BLIJVEN WONEN ALS JE EEN DAGJE OUDER WORDT DE KINDEREN NIET KORTBIJ WONEN

Nadere informatie

Wilsverklaringen inzake mijn gezondheidszorg en mijn levenseinde

Wilsverklaringen inzake mijn gezondheidszorg en mijn levenseinde Wilsverklaringen inzake mijn gezondheidszorg en mijn levenseinde Mijn persoonlijke waarden en opvattingen Naast de uitdrukkelijke wilsverklaringen die volgen, wil ik dat altijd rekening wordt gehouden

Nadere informatie

Niet-reanimeren verklaring

Niet-reanimeren verklaring Niet-reanimeren verklaring 1 van 4 Niet-reanimeren verklaring Algemene informatie over een wilsverklaring Een wilsverklaring is een document waarin u uw wensen rondom het levenseinde vastlegt. Schriftelijke

Nadere informatie

FEDERALE CONTROLE- EN EVALUATIECOMMISSIE EUTHANASIE

FEDERALE CONTROLE- EN EVALUATIECOMMISSIE EUTHANASIE FEDERALE CONTROLE- EN EVALUATIECOMMISSIE EUTHANASIE VIJFDE VERSLAG AAN DE WETGEVENDE KAMERS (2010-2011) INLEIDING Dit verslag heeft betrekking op de door de commissie onderzochte registratiedocumenten

Nadere informatie

Richtlijnen Palliatieve en Supportieve zorg

Richtlijnen Palliatieve en Supportieve zorg Laarbeeklaan 101 1090 Brussel Oncologisch Handboek Palliatieve zorg V1.2008 PALLIATIEVE ZORG: TOELICHTING EN PRAKTISCHE RICHTLIJNEN 1 Inleiding In 2002 werden drie wetten met betrekking tot de zorg voor

Nadere informatie

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Voorstel van wet van het lid Pia Dijkstra houdende toetsing van levenseindebegeleiding van ouderen op verzoek en tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 29-05-2015) Wet van 12 april 2001, houdende toetsing van levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding en wijziging van het Wetboek van Strafrecht en van de Wet op de lijkbezorging

Nadere informatie

Agenda. Levenseinde: keuzes, wil, wet en praktijk t.b.v. Parkinsoncafé Rosmalen. Wetten. Keuzes aan het einde van het leven

Agenda. Levenseinde: keuzes, wil, wet en praktijk t.b.v. Parkinsoncafé Rosmalen. Wetten. Keuzes aan het einde van het leven Levenseinde: keuzes, wil, wet en praktijk t.b.v. Parkinsoncafé Rosmalen Jannie Willemsen Medewerker Presentatiedienst Agenda Wetten en patiëntenrechten Keuzes aan het einde van het leven NVVE en Wilsverklaringen

Nadere informatie

Zorg. voor het levenseinde

Zorg. voor het levenseinde Zorg voor het levenseinde Inleiding Onze campussen en woonzorgcentra streven een christelijk-ethische levensvisie na en dit veronderstelt een zorgzame en zinvolle omgang met het eindigende leven en het

Nadere informatie

Aanvraagdocument: verzoek om afschrift gegevens uit patiëntendossier

Aanvraagdocument: verzoek om afschrift gegevens uit patiëntendossier Aanvraagdocument: verzoek om afschrift gegevens uit patiëntendossier Identiteit van de patiënt Naam en voornaam:...... Geboortedatum:... Telefoon/GSM:... Ik wens: verzending via de post de gegevens persoonlijk

Nadere informatie

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening.

5 JULI Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening. 5 JULI 1994. - Koninklijk besluit tot oprichting van een nationale raad voor dringende geneeskundige hulpverlening. BS : 16-09-1994 in voege 16/09/1994 (art. 11) Gewijzigd door: KB BS in voege blz 04/07/2004

Nadere informatie

Euthanasie: de wet en de praktijk Informatiefolder voor patiënten en familieleden

Euthanasie: de wet en de praktijk Informatiefolder voor patiënten en familieleden voorzitter ethisch comité Jan Yperman Ziekenhuis Briekestraat 12 8900 Ieper www.yperman.net Euthanasie: de wet en de praktijk Informatiefolder voor patiënten en familieleden Inleiding U leest deze infobrochure

Nadere informatie

WILSVERKLARING TOT EUTHANASIE. V.O.C. Mechelen

WILSVERKLARING TOT EUTHANASIE. V.O.C. Mechelen WILSVERKLARING TOT EUTHANASIE V.O.C. Mechelen INLEIDING... 3 1. EUTHANASIE 1.1. Wat is euthanasie?...4 1.2. Is het stopzetten van een behandeling euthanasie?...4 1.3. Is het toedienen van hoge dosissen

Nadere informatie

Stelling 1. Het toepassingsgebied van de Euthanasiewet moet worden uitgebreid.

Stelling 1. Het toepassingsgebied van de Euthanasiewet moet worden uitgebreid. Stelling 1 Het toepassingsgebied van de Euthanasiewet moet worden uitgebreid. Ook minderjarigen moeten euthanasie kunnen vragen. Voorts moet de euthanasieverklaring worden opengesteld voor patiënten van

Nadere informatie

Euthanasie en hulp bij zelfdoding vallen beiden onder de euthanasiewet.

Euthanasie en hulp bij zelfdoding vallen beiden onder de euthanasiewet. 00 Euthanasie 1 Inleiding Euthanasie of actieve levensbeëindiging is in dit ziekenhuis bespreekbaar en wordt serieus benaderd. Euthanasie is een onderwerp waar mensen heel verschillend over kunnen denken.

Nadere informatie

Informatie over euthanasie

Informatie over euthanasie Informatie over euthanasie Inleiding Euthanasie is een onderwerp waar mensen heel verschillend over kunnen denken. Wat u van euthanasie vindt, hangt onder meer af van uw (religieuze) achtergrond, opvoeding,

Nadere informatie

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK II - DE HOGE RAAD VOOR DE OPLEIDING VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN

HOOFDSTUK I - ALGEMENE BEPALINGEN HOOFDSTUK II - DE HOGE RAAD VOOR DE OPLEIDING VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN KONINKLIJK BESLUIT VAN 4 APRIL 2003 TOT INSTELLING VAN EEN HOGE RAAD VOOR DE OPLEIDING VOOR DE OPENBARE BRAND-WEERDIENSTEN EN TWEE SUPRA-PROVINCIALE OPLEIDINGSRADEN VOOR DE OPENBARE BRANDWEERDIENSTEN.

Nadere informatie

Euthanasie en hulp bij zelfdoding

Euthanasie en hulp bij zelfdoding Euthanasie en hulp bij zelfdoding Richtlijn bespreking voor verpleegkundigen. Irene Bas, verpleegkundige Astrid Hofstra, verpleegkundige Marian Zuure, specialist ouderengeneeskunde en SCEN arts. www.netwerkpalliatievezorg.nl/rotterdam

Nadere informatie

Voorafgaande zorgplanning en omgaan met het levenseinde informatie voor patiënten

Voorafgaande zorgplanning en omgaan met het levenseinde informatie voor patiënten Voorafgaande zorgplanning en omgaan met het levenseinde informatie voor patiënten 2 Wilsverklaring en levenseinde Stilstaan bij je levenseinde is nooit gemakkelijk. Toch kan het zinvol zijn erover na te

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de beroepstitel van vroedvrouw DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel

Nadere informatie

Macht- en krachtrelaties in de palliatieve zorg

Macht- en krachtrelaties in de palliatieve zorg Macht- en krachtrelaties in de palliatieve zorg Naomi Van De Moortele, psychologe hematologie en palliatieve zorgen UZ Gent An Lievrouw, psychologe digestieve oncologie UZ Gent Workshop: 1. Palliatieve

Nadere informatie

Algemeen. Euthanasie.

Algemeen. Euthanasie. Algemeen Euthanasie www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl ALG051 / Euthanasie / 09-11-2018 2 Euthanasie Artsen kunnen in bijzondere omstandigheden

Nadere informatie

22 AUGUSTUS Wet betreffende de rechten van de patiënt (1)

22 AUGUSTUS Wet betreffende de rechten van de patiënt (1) 22 AUGUSTUS 2002. - Wet betreffende de rechten van de patiënt (1) BS : 26-09-2002 in voege vanaf 06-10-2002 Gewijzigd door: Wet 24/11/2004 BS 17/10/2005 Wet (I) 13/12/2006 BS 22/12/2006 Wet 23/05/2013

Nadere informatie

Wilsverklaringen inzake mijn gezondheidszorg en mijn levenseinde

Wilsverklaringen inzake mijn gezondheidszorg en mijn levenseinde Wilsverklaringen inzake mijn gezondheidszorg en mijn levenseinde Mijn persoonlijke waarden en opvattingen Naast de uitdrukkelijke wilsverklaringen die volgen, wil ik dat altijd rekening wordt gehouden

Nadere informatie

Het toetsingsproces toegelicht

Het toetsingsproces toegelicht Het toetsingsproces toegelicht Drs. Ronald T.C.M. van Nordennen Specialist Ouderengeneeskunde/ Hospice arts SCEN-arts / RTE-arts. 1 Wat is allemaal geen euthanasie? 1. Staken of niet starten van kunstmatige

Nadere informatie

Dankwoord 13. Achtergrond en opzet van de studie Inleiding Onderzoeksmethodes 21

Dankwoord 13. Achtergrond en opzet van de studie Inleiding Onderzoeksmethodes 21 Inhoud Dankwoord 13 DEEL 1 Achtergrond en opzet van de studie 15 1. Inleiding 17 2. Onderzoeksmethodes 21 1. SENTI-MELC studie (Hoofdstukken 6, 7, 8, 9, 15) 21 2. Studie naar de frequentie en kenmerken

Nadere informatie

PALLIATIEVE SEDATIE

PALLIATIEVE SEDATIE Ik heb er geen bezwaar tegen dat de mensen tijdens de voordracht naar hun horloge kijken, maar ik aanvaard niet dat ze met hun horloge beginnen te schudden om er zeker van te zijn dat het ding nog werkt.

Nadere informatie

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod

Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod Voorontwerpbesluit van de Vlaamse Regering betreffende de planning van het medisch aanbod DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 5,

Nadere informatie

Wet betreffende de rechten van de patiënt

Wet betreffende de rechten van de patiënt Wet betreffende de rechten van de patiënt ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK

Nadere informatie

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat. van Kinderrechtencommissaris. Artikel 1

VLAAMS PARLEMENT DECREET. houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat. van Kinderrechtencommissaris. Artikel 1 VLAAMS PARLEMENT DECREET houdende oprichting van een Kinderrechtencommissariaat en instelling van het ambt van Kinderrechtencommissaris Artikel 1 Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewestaangelegenheid.

Nadere informatie

JURIDISCHE OMKADERING VAN MAATSCHAPPELIJKE EVOLUTIE NAAR MEER ZELFBESCHIKKING, VROEGTIJDIGE ZORGPLANNING EN ONDERSTEUNING BIJ WILSONBEKWAAMHEID

JURIDISCHE OMKADERING VAN MAATSCHAPPELIJKE EVOLUTIE NAAR MEER ZELFBESCHIKKING, VROEGTIJDIGE ZORGPLANNING EN ONDERSTEUNING BIJ WILSONBEKWAAMHEID JURIDISCHE OMKADERING VAN MAATSCHAPPELIJKE EVOLUTIE NAAR MEER ZELFBESCHIKKING, VROEGTIJDIGE ZORGPLANNING EN ONDERSTEUNING BIJ WILSONBEKWAAMHEID Luc Goutry Ere-Volksvertegenwoordiger HET MAATSCHAPPELIJK

Nadere informatie

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek

Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Beroepsgeheim Ontwerp tot wijziging van artikel 458bis van het Strafwetboek Doc: a135005 Tijdschrift: 135 Datum: 17/09/2011 Origine: NR Thema's: Beroepsgeheim Kwetsbare personen Mishandeling van een kind,

Nadere informatie

12 DECEMBER Wet tot vaststelling van de arbeidsduur. van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen,

12 DECEMBER Wet tot vaststelling van de arbeidsduur. van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen, 12 DECEMBER 2010. - Wet tot vaststelling van de arbeidsduur van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen, kandidaat-geneesheren in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding en studenten-stagiairs

Nadere informatie

De vertrouwenspersoon in de gezondheidszorg: visie Vlaams Patiëntenplatform vzw

De vertrouwenspersoon in de gezondheidszorg: visie Vlaams Patiëntenplatform vzw De vertrouwenspersoon in de gezondheidszorg: visie Vlaams Patiëntenplatform vzw Els Meerbergen Projectverantwoordelijke patiëntenrechten en eerstelijnsgezondheidzorg VPP Studiedag Decreet rechtspositie

Nadere informatie

Ethische en juridische aspecten bij sterilisatie

Ethische en juridische aspecten bij sterilisatie Ethische en juridische aspecten bij sterilisatie Mechelen 4 oktober 2012 Jan Vande Moortel Advocaat en lector www.advamo.com Ethische aspecten Verhouding recht en ethiek Is recht een belemmering bij zorgethiek?

Nadere informatie

pagina 1 van 7 13/06/1986 Wet betreffende het wegnemen en transplanteren van organen (B.S., 14 februari 1987, err., B.S., 26 februari 1987) Orgaantransplantatie Rechtspraak Rechtsleer Hoofdstuk I. Algemene

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op de wet betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, gecoördineerd op 10 mei 2015, artikel 56, 61 en 88; Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de erkenning van de bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden voor de beoefenaars van de verpleegkunde en de registratie als zorgkundige DE

Nadere informatie

Omzendbrief ter informatie van de gemeentebesturen - burgemeesters - diensten bevolking - lokale beheerders. Mevrouw, Mijnheer,

Omzendbrief ter informatie van de gemeentebesturen - burgemeesters - diensten bevolking - lokale beheerders. Mevrouw, Mijnheer, Directoraat-generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Cel "Organen, Embryo's en Bio-ethiek" UW BRIEF VAN UW REF. ONZE REF. EGO/036 DATUM 07/06/2010 BIJLAGE(N) 2 Omzendbrief ter informatie van de

Nadere informatie

Algemene benadering van de thematiek van het levenseinde: Visie van de verpleegkundigen - Hoorzitting Senaat 7 mei 2013

Algemene benadering van de thematiek van het levenseinde: Visie van de verpleegkundigen - Hoorzitting Senaat 7 mei 2013 Algemene benadering van de thematiek van het levenseinde: Visie van de verpleegkundigen - Hoorzitting Senaat 7 mei 2013 Inleiding Geachte dames en heren, ik heb de eer en het genoegen u tijdens deze hoorzitting

Nadere informatie

Voorafgaande zorgplanning en wilsverklaringen. Christophe Lemmens Advocaat Dewallens & partners Gastprofessor UAntwerpen

Voorafgaande zorgplanning en wilsverklaringen. Christophe Lemmens Advocaat Dewallens & partners Gastprofessor UAntwerpen Voorafgaande zorgplanning en wilsverklaringen Christophe Lemmens Advocaat Dewallens & partners Gastprofessor UAntwerpen 1 Overzicht Begrippenkader Positieve wilsverklaring Euthanasieverklaring Negatieve

Nadere informatie

Zorgvuldig handelen rond het levenseinde

Zorgvuldig handelen rond het levenseinde Zorgvuldig handelen rond het levenseinde Zo uniek als mensen Moeilijke beslissingen rond de laatste levensfase Met deze folder willen wij u informeren over het levenseindebeleid van Vivantes Zorggroep.

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Inleidende bepalingen p.2. Hoofdstuk 2 - Opdrachten van de ombudspersoon p.3

Hoofdstuk 1 - Inleidende bepalingen p.2. Hoofdstuk 2 - Opdrachten van de ombudspersoon p.3 HUISHOUDELIJK REGLEMENT OMBUDSFUNCTIE INHOUDSTAFEL Inleiding p.2 Hoofdstuk 1 - Inleidende bepalingen p.2 Artikel 1 Begripsomschrijving p.2 Artikel 2 Toepassingsgebied p.3 Hoofdstuk 2 - Opdrachten van de

Nadere informatie

Casus Hoe wensen mensen te sterven? Samen werken rond. vroegtijdige zorgplanning. Samen werken rond. Vroegtijdige Zorgplanning

Casus Hoe wensen mensen te sterven? Samen werken rond. vroegtijdige zorgplanning. Samen werken rond. Vroegtijdige Zorgplanning DEELSEL Gent : (SEL : samenwerking Eerste Lijn) Samen werken rond vroegtijdige zorgplanning Samen werken rond Vroegtijdige Zorgplanning Palliatieve Zorg Gent-Eeklo Uitgangspunt van dit project : Toename

Nadere informatie

Wij willen u informatie geven over euthanasie en vertellen wat het standpunt van VU medisch centrum (VUmc) op dit gebied is.

Wij willen u informatie geven over euthanasie en vertellen wat het standpunt van VU medisch centrum (VUmc) op dit gebied is. Euthanasie Wij willen u informatie geven over euthanasie en vertellen wat het standpunt van VU medisch centrum (VUmc) op dit gebied is. Wij gaan in op de volgende onderwerpen: Wat is euthanasie? Aan welke

Nadere informatie

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST

Volksgezondheidswetgeving GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST GENEESKUNDIGE BEHANDELINGSOVEREENKOMST 13 Geneeskundige behandelingsovereenkomst (P.B. 2000, no. 118) Landsverordening van de 23ste oktober 2000 houdende vaststelling van de tekst van Boek 7 van het Burgerlijk

Nadere informatie