Tweede Kamer der Staten-Generaal
|
|
- Nathalie de Meyer
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Evaluatienota Klimaatbeleid Nr. 43 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 13 april 2006 Eind oktober 2005 heb ik u de Evaluatienota Klimaatbeleid toegezonden. Hierin werd aangekondigd dat het kabinet in het voorjaar van 2006 een nadere integrale afweging zou maken ten aanzien van het Nederlandse klimaatbeleid gericht op het halen van de doelstelling onder het Kyoto Protocol. De reden hiervoor was dat er ten tijde van de Evaluatienota nog onvoldoende duidelijkheid was over de haalbaarheid van de buitenlandse doelstelling voor aankoop van emissierechten via JI en CDM. Daardoor konden opties tot nadere zekerstelling van het halen van Kyoto nog niet integraal worden afgewogen. Inmiddels is er meer duidelijkheid en heeft het kabinet een integrale afweging gemaakt. De afweging is nu gemaakt, omdat vóór 1 juli 2006 het Nederlandse allocatieplan voor de Europese emissiehandel moet worden ingediend bij de Europese Commissie. Het emissieplafond hierin voor de deelnemende bedrijven wordt afgeleid van de streefwaarde voor de industrie- en energiesector. Dit is een uitkomst van de integrale afweging. Ik stel u bij deze op de hoogte van de uitkomst van de integrale afweging. Samengevat: Het kabinet heeft er vertrouwen in dat de buitenlandse doelstelling voor JI en CDM kan worden gehaald. Er worden diverse maatregelen genomen om de contractering van projecten, ook nu de prijzen stijgen, succesvol af te ronden. De financiële gevolgen hiervan zijn afgedekt danwel zullen worden afgedekt in de begroting voor De binnenlandse emissiedoelstelling kan met voldoende zekerheid worden gehaald. In verband met een hogere emissie in de sector verkeer, zal wel het aandeel biobrandstoffen in motorbrandstoffen worden verhoogd naar 5,75% in De streefwaarde voor de industrie- en energiesector wordt gehandhaafd op 109,2 Mton in Het emissieplafond in het allocatieplan zal hier van worden afgeleid. Op grond van de integrale afweging heeft het kabinet er vertrouwen in dat Nederland zijn gehele Kyotodoelstelling kan halen. 1 Kamerstukken II , , nr. 37. KST tkkst ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2006 Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 43 1
2 De buitenlandse doelstelling: Joint Implementation en het Clean Development Mechanism Stand van zaken vastlegging in projectcontracten De buitenlandse doelstelling is aankoop van 20 Mton/jaar CO 2 -equivalent emissiereducties in de Kyoto periode 2008 t/m 2012, ofwel 100 Mton in totaal. Dit is verdeeld in 34 Mton voor Joint Implementation (JI) en 67 Mton voor het Clean Development Mechanism (CDM). Ten tijde van de Evaluatienota Klimaatbeleid was deze doelstelling bijna helemaal afgedekt met raamcontracten met intermediaire organisaties (zoals banken), of door directe contractering op projectbasis (zoals door het programma ERUPT voor JI). De raamcontracten betreffen echter inspanningsverplichtingen. Pas wanneer een project is gecontracteerd is er sprake van een verplichting om emissiereducties te leveren. Sinds de inwerkingtreding van het Kyoto Protocol en de start van Europese emissiehandel begin 2005 is de concurrentie op de JI- en CDM-markt flink toegenomen. Dit heeft geleid tot vertragingen in de contractonderhandelingen. Andere kopers schromen niet om hogere prijzen te bieden op reeds ver ontwikkelde projecten, als het betrokken contract nog niet is getekend. Het is onder deze omstandigheden ongewenst gedetailleerde informatie over de voortgang van de contractering op projectbasis openbaar te maken. Uiteraard kan uw Kamer deze informatie desgewenst vertrouwelijk ontvangen. Wel kan het volgende worden gemeld: Voor JI is ruim de helft van de doelstelling in projectcontracten vastgelegd. Voor CDM was in de Evaluatienota de verwachting dat tegen het eind van 2005 circa 2/3 van de doelstelling zou zijn gecontracteerd. Deze prognose geldt nog steeds, zij het dat met 3 tot 6 maanden uitloop rekening moet worden gehouden. Inmiddels is wel al meer dan de helft van de doelstelling vastgelegd in projectcontracten. Risico s In de Evaluatienota Klimaatbeleid zijn drie soorten risico s met betrekking tot het halen van de buitenlandse doelstelling in kaart gebracht: institutionele onzekerheden, risico s ten aanzien van beschikbaarheid en prijzen en projectgebonden risico s. Institutionele onzekerheden De institutionele onzekerheden met betrekking tot de uitvoering van JI en CDM door internationale organisaties en de betrokken gastlanden zijn verminderd als gevolg van: De oprichting van de JI Supervisory Committee (JISC). Hierdoor komt vaststelling van de regels voor JI dichterbij. De EU heeft hierin een Nederlander op persoonlijke titel benoemd. Voor JI moeten gastlanden tijdig aan de voorwaarden voor het Kyoto Protocol voldoen. Net als ten tijde van de Evaluatienota wordt dit risico voor gastlanden die deel uit (zullen) maken van de EU laag ingeschat, omdat de EU als geheel aan deze voorwaarden moet voldoen. Voor Rusland en Oekraïne is het nog steeds onzeker of dit zal lukken. Het instellen van een heffing voor de administratiekosten voor CDM. Dit geeft de CDM Executive Board (CDM EB) voldoende middelen om haar werk tijdig te doen. Ook in de CDM EB heeft de EU een viertal leden, twee leden en twee plaatsvervangende leden, op persoonlijke titel benoemd, waaronder een Nederlander. Mede via de Nederlandse leden van de JISC en de CDM EB zet Nederland zijn vooraanstaande positie verder in om de uitvoering van JI en CDM optimaal te laten verlopen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 43 2
3 Beschikbaarheid en prijzen van nog te contracteren projecten Voor zowel JI als CDM geldt dat door de inwerkingtreding van het Kyoto Protocol en Europese emissiehandel de vraag naar emissiereducties is toegenomen en de prijzen stijgen. Voor JI geldt dat het aanbod uit een deel van de (Oost-Europese) gastlanden kan afnemen omdat deze landen door toetreding tot de EU gaan deelnemen aan emissiehandel. Dit concurreert met JI. Uitwijken naar Rusland en Oekraïne, die een groot potentieel hebben, is gezien de institutionele onzekerheden risicovol. De verwachting voor JI is dat de doelstelling van 34 Mton eind 2006 voor ongeveer 29 Mton in projectcontracten zal zijn vastgelegd. De intermediaire organisaties hebben hiervoor een voldoende grote portefeuille van projecten. Door de druk op de prijzen voor JI is het echter onvermijdelijk dat voor deze vastlegging een hogere prijs moet worden geboden. Daarom is verhoging van het budget voor JI noodzakelijk. Hierover zullen in de voorbereiding voor de begroting voor 2007 afspraken worden gemaakt. Hierbij dient te worden opgemerkt dat bij de start van JI en CDM van een hogere prijs werd uitgegaan dan nu. In 2004 is het budget in het kader van bezuinigingen door het kabinet naar beneden bijgesteld vanwege de toendertijd lagere prijzen. Met de nu doorgevoerde budgetaanpassing wordt dit deels teruggedraaid. Voor CDM is na de Evaluatienota de verdeling van de doelstelling over intermediaire organisaties enigszins aangepast om in te spelen op de mate waarin deze organisaties succesvol kunnen contracteren. De intermediaire organisaties hebben een ruime portefeuille van projecten waarop Nederland voorkeursrecht heeft. Daarom is de verwachting voor CDM dat het mogelijk zal zijn de doelstelling van 67 Mton volledig vast te leggen in projectcontracten met de huidige beschikbare middelen. Voorwaarde is wel dat de prijzen niet teveel of te snel stijgen. De middelen zijn eind 2005 overigens al met ruim 10% verhoogd om opgetreden prijsstijgingen te kunnen opvangen. Niettemin blijft er een risico dat de raamcontracten niet volledig worden vastgelegd in projectcontracten. Daarom is het kabinet gestart met een onderzoek naar de mogelijkheden voor het verwerven van groene Assigned Amount Units (groene AAUs; aankoop van emissieruimte van landen onder voorwaarde dat de opbrengst groen wordt aangewend). Ook de Wereldbank (één van de intermediaire organisaties) verkent hiervoor de mogelijkheden met het oog op haar verplichting voor JI. Groene AAUs is een nieuw instrument dat nog in ontwikkeling is. Het is nog te vroeg om hier een besluit over te nemen. Ze hebben echter als voordeel dat de emissiereducties nog tot en met 2012 kunnen worden gekocht en dat de vergroening ook ná 2012 nog plaats kan vinden. Er is daarom nog tijd om hier een beslissing over te nemen. Naar verwachting zal eind 2006 het overleg met een aantal verkopende landen zo ver zijn dat een besluit over dit alternatief kan worden genomen. Afdekken van projectgebonden risico s Dit is het risico dat een project, ook al is het gecontracteerd, minder emissiereducties oplevert dan verwacht, bijvoorbeeld door projectuitval. Hoewel deze projectgebonden risico s in de projectcontracten zo veel mogelijk worden afgedekt, werden ze in de Evaluatienota ingeschat op 10 20%. Deze risico s zijn nu nog niet afgedekt, maar de volgende alternatieven zijn hiervoor onderzocht: Overcommittering. Dit houdt in dat meer projecten worden gecontracteerd dan de doelstelling. Hiervoor moeten extra verplichtingen worden aangegaan. Nederland betaalt voor de emissiereducties echter Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 43 3
4 pas bij aflevering. Er van uitgaande dat projecten daadwerkelijk 10 20% minder opleveren dan verwacht, is het risico dat er teveel emissiereducties worden gekocht dus beperkt. Wel moet er rekening mee worden gehouden dat vroeg gecontracteerde en dus relatief goedkope projecten uitvallen en vervangen moeten worden door meer recente en dus duurdere projecten. Dit kan tot meer uitgaven leiden. Een besluit over overcommittering moet op korte termijn worden genomen. Alleen dan is er nog voldoende tijd om projecten te contracteren die reducties opleveren in de Kyoto periode, en kan er nog gebruik worden gemaakt van het Nederlandse voorkeursrecht voor de portefeuille bij intermediaire organisaties. Opties op emissiereducties. Dit houdt in dat nu een premie wordt betaald waarmee een recht wordt verkregen om in de toekomst emissiereducties te kopen tegen een vantevoren afgesproken uitoefenprijs. De premie is lager dan de uiteindelijke prijs, maar moet in elk geval worden betaald. Dit instrument is nog in ontwikkeling. Ook Groene AAUs kunnen worden ingezet om projectgebonden risico s af te dekken. Aan de keuze voor bovengenoemde alternatieven zijn financiële consequenties verbonden. Deze zijn daarom vanuit EZ (voor JI) en VROM (voor CDM) ingebracht ten behoeve van de voorbereiding van de begroting voor Besluitvorming zal in dat verband plaatsvinden. Het kabinet heeft er op dit moment voldoende vertrouwen in dat de bijdrage van JI en CDM aan het halen van de Nederlandse Kyotodoelstelling kan worden gerealiseerd. De buitenlandse doelstelling van 20 Mton/jaar van 2008 t/m 2012, ofwel 100 Mton in totaal blijft gehandhaafd. De binnenlandse doelstelling: sectorale streefwaarden en emissieontwikkeling Na het verschijnen van de Evaluatienota Klimaatbeleid zijn er nieuwe inzichten gekomen over emissies van broeikasgassen in Nederland. Zo is recent gebleken dat de CO 2 -emissiefactor voor het gebruik van aardgas iets hoger is dan tot nu toe werd aangenomen. Zowel de emissies in het verleden als toekomstige emissies zijn hierdoor iets hoger. Daarnaast heeft het Milieu- en Natuur Planbureau (MNP), in de aanloop naar de MilieuBalans 2006 die in mei zal verschijnen, aangegeven nieuwe inzichten te hebben wat betreft de emissies in 2010 van de sector verkeer en vervoer en van de industrie- en energiesector. Deze nieuwe inzichten hebben consequenties voor de haalbaarheid van de binnenlandse doelstelling. Dit licht ik hieronder nader toe. De Toegewezen Hoeveelheid Onder het Kyoto Protocol moet Nederland in de periode 2008 t/m 2012 zijn emissies van broeikasgassen met 6% reduceren ten opzichte van De doelstelling wordt uitgedrukt in de «Toegewezen Hoeveelheid». Dit is de hoeveelheid emissies die Nederland maximaal per jaar mag veroorzaken in de genoemde periode. In de Evaluatienota Klimaatbeleid werd uitgegaan van een Toegewezen Hoeveelheid van gemiddeld 200 Mton CO 2 -equivalent/jaar. Onder andere als gevolg van de verhoogde emissiefactor voor aardgas verandert de Toegewezen Hoeveelheid in 201,7 Mton/ jaar. Nederland heeft zijn Toegewezen Hoeveelheid dit voorjaar gerapporteerd aan de Europese Commissie. Omdat de Europese Unie ook als geheel partij is bij het Kyoto Protocol, vindt hierover in 2006 nog afstemming plaats binnen de Europese Unie. Eind 2006 moet Nederland een definitief voorstel indienen bij het VN-Klimaatverdrag. Als gevolg van de afstemming in de EU en de review onder het Klimaatverdrag kan de Toegewezen Hoeveelheid nog enigszins wijzigen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 43 4
5 Sectorale streefwaarden Omdat de buitenlandse bijdrage via aankoop van emissiereducties uit JI en CDM wordt gehandhaafd op 20 Mton/jaar, mogen de binnenlandse emissies in de periode , bij een Toegewezen Hoeveelheid van 201,7 Mton/jaar, niet meer bedragen dan 221,7 Mton/jaar. De sectorale streefwaarden zijn aangepast naar aanleiding van de aanpassing van de emissiefactor voor aardgas. In onderstaande tabel zijn de nieuwe streefwaarden aangegeven. Tabel: Aanpassing streefwaarden voor 2010 naar aanleiding van aangepaste emissiefactor aardgas Streefwaarde sector Streefwaarden t.t.v. Evaluatienota Aanpassing aardgasfactor Nieuwe streefwaarden Departement CO 2 landbouw 7,5/8,1 0,1 7,6/8,2** LNV CO 2 verkeer 38,7 38,7 V&W en VROM CO 2 gebouwde omgeving 28 0,3 28,3 VROM CO 2 industrie/energie 108,6 0,6 109,2 EZ Overige broeikasgassen 35,4 35,4 VROM Emissies bossen* 0,1 0,1 Totaal 218,9 1,1 220,0 Binnenlands Kyoto doel ,7 * Voor emissies bossen is er geen streefwaarde, maar omdat deze emissies wel meetellen voor Kyoto is er ruimte voor gereserveerd. ** Bij toename van het areaal glastuinbouw tot hectare of meer, wordt de streefwaarde voor de landbouw verhoogd tot maximaal 8,2 Mton. Hieronder wordt de stand van zaken ten aanzien van toekomstige emissies per streefwaardesector aangegeven. Verkeer en vervoer De in de Evaluatienota Klimaatbeleid voor de sector verkeer bepaalde streefwaarde van 38,7 Mton in 2010 blijft gehandhaafd. Voor deze sector heeft de verhoogde emissiefactor voor aardgas geen gevolgen. Het MNP heeft aangegeven voor deze sector nieuwe inzichten te hebben wat betreft de emissies in Aanleiding zijn nieuwe ramingen in het kader van de studie Welvaart en Leefomgeving (WLO) van MNP, CPB en RPB. De emissies van verkeer in 2010 zijn hierin 1,8 Mton hoger ingeschat dan in de Evaluatienota. De oorzaak is dat er steeds zwaardere auto s worden aangeschaft die per gereden kilometer relatief meer emitteren. Industrie- en energiesector In de Evaluatienota werd voor deze sector uitgegaan van een streefwaarde van 108,6 Mton in Vanwege de aangepaste emissiefactor voor aardgas wordt deze streefwaarde 109,2 Mton. Het MNP heeft aangegeven ook voor deze sector nieuwe inzichten te hebben ten opzichte van de Evaluatienota wat betreft de emissies in Het MNP verwacht bijvoorbeeld dat er, door de temporisering van de MEP-regeling (Milieukwaliteit Elektriciteits Productie) waartoe het kabinet eerder besloot, in 2010 minder wind op zee zal worden gerealiseerd. In plaats daarvan zal er meer elektriciteit worden opgewekt op het vasteland. De emissies zullen hierdoor in ,5 Mton hoger zijn dan de prognose in de Evaluatienota. Anderzijds verwacht het MNP dat er, uitgaande van de huidige hoge olieprijzen en een olieprijs van 38 $/vat in 2010, minder elektriciteit zal worden opgewekt in Nederland en meer zal worden geïmporteerd. Hierdoor zullen de emissies in 2010 in totaal in de industrie- en energiesector 3 Mton lager zijn dan waar vanuit is gegaan in de Evaluatienota. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 43 5
6 Gebouwde omgeving Vanwege de aangepaste emissiefactor voor aardgas wordt de streefwaarde voor deze sector aangepast van 28 Mton naar 28,3 Mton in Voor de gebouwde omgeving is verder de inschatting van het effect van aanvullend pijplijnbeleid gewijzigd. Het effect van de Tijdelijke regeling energiebesparing in de gebouwde omgeving is in de Evaluatienota overschat met ongeveer 0,6 Mton. Landbouw Vanwege de aangepaste emissiefactor voor aardgas wordt de streefwaarde voor deze sector aangepast van 7,5 Mton naar 7,6 Mton in In de Evaluatienota Klimaatbeleid werd aangegeven dat met de glastuinbouwsector is afgesproken dat deze streefwaarde met 0,6 Mton zou worden verhoogd als het areaal glastuinbouw zou toenemen tot ha of meer. Overige broeikasgassen De streefwaarde voor deze sector blijft gehandhaafd op 35,4 Mton in In 2005 is er een tussentijdse evaluatie uitgevoerd van het Reductieprogramma Overige Broeikasgassen (ROB). Hieruit volgt dat met het ingezette beleid de streefwaarde voor overige broeikasgassen wordt gehaald. In een separate brief zal ik u binnenkort nader informeren over de uitkomst van de evaluatie en de ambities die ik op dit terrein heb. In de sector overige broeikasgassen is een belangrijke maatregel van het aanvullend pijplijnbeleid voorzien, te weten N 2 O-reductie bij salpeterzuurfabrieken. In de Evaluatienota werd aangegeven dat deze reductie waarschijnlijk via de Europese IPPC-richtlijn zou worden gerealiseerd. De bedrijven die salpeterzuur produceren verzochten echter om aansluiting bij het Europese systeem van emissiehandel via een zogenaamde opt-in. Inmiddels heb ik de bedrijven laten weten dat ik bereid ben mee te werken aan het indienen van een opt-in-verzoek. Ik ben daarvoor samen met de bedrijven een traject gestart. Of een opt-in kan worden gerealiseerd, is afhankelijk van de goedkeuring van andere lidstaten van de Europese Unie en de Europese Commissie. Wanneer onderbrengen bij emissiehandel niet mogelijk blijkt zal de maatregel alsnog via de IPPC-richtlijn worden gerealiseerd. Zekerheid halen binnenlandse doelstelling In de Evaluatienota Klimaatbeleid was de zekerheid waarmee Nederland zijn binnenlandse doelstelling voor Kyoto zou halen, inclusief het effect van aanvullend beleid, ruim 90%. Door de beschreven wijzigingen in streefwaarden, beleid en ramingen, verandert dit beeld. In onderstaande tabel is stap voor stap aangegeven hoe het beeld zich heeft gewijzigd. De hogere emissiefactor voor aardgas is ook verwerkt in de ramingen. Het effect van de hoge olieprijs zoals aangegeven door het MNP is ook meegenomen in de ramingen. Dit is gezien de huidige hoge olieprijzen een realistisch uitgangspunt. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 43 6
7 Tabel: Gewijzigde ramingen emissies en streefwaarden in 2010 (in Mton CO 2 -equivalent). Sector Ramingen 2010 (t.t.v. Evaluatienota) Correctie aardgas factor Nieuwe inzichten MNP Hoge olieprijs (38 $/vat) Aanvullend pijplijnbeleid Ramingen 2010 (50% zekerheid) Ramingen 2010 (90% zekerheid)* Nieuwe streefwaarden CO 2 landbouw 7,7 0,1 0,7 <-0,1 7,1 7,6 8,2 CO 2 verkeer 39,7 1,8 0,7 0,9 39,9 42,9 38,7 CO 2 gebouwde omgeving 28,6 0,3 0,3 0,3 28,3 29,8 28,3 CO 2 industrie/energie (fysiek)** 109,6 0,6 0,5 3 1,4 106,3 110,8 109,2 CO 2 industrie/energie (Kyoto)** 109,6 0,6 110,2 110,7 109,2 Overige broeikasgassen 35,0 3,5 31,5 35,5 35,4 Emissies bossen 0,1 0,1 0,1 0,1 Totaal (fysieke uitstoot) ** 220,8 1,1 2,3 4,7 6,1 213,3 220,3 220,0 Totaal (Kyoto-emissie) ** 220,8 1,0 1,8 1,7 4,7 217,2 222,2 220,0 Totaal Binnenlandse doelstelling 221,7 221,7 * Deze kolom kan niet verticaal worden opgeteld tot het totaal, omdat hier 90%-marges per sector in zijn verwerkt die niet optellen tot de totale marge. ** De fysieke emissie is de emissie die daadwerkelijk optreedt. De Kyoto-emissie is de emissie die meetelt voor het Kyoto-protocol. Doordat een deel van de emissies in de industrie/energiesector valt onder het plafond voor emissiehandel, wijken fysieke en Kyoto-emissie van elkaar af. In de tabel is te zien dat in 2010 met 50% zekerheid de totale nationale Kyoto-emissie 217,2 Mton/jaar is. Dit is lager dan de binnenlandse doelstelling van 221,7 Mton/jaar. Met 90% zekerheid blijft de nationale Kyotoemissie onder 222,2 Mton/jaar. Dit is meer dan de binnenlandse doelstelling. Wanneer er naar wordt gestreefd de binnenlandse doelstelling met 90% zekerheid te halen, is dus aanvullend beleid nodig. Dat de emissies bij een zekerheid van 90% te hoog zijn, terwijl dat in de Evaluatienota niet zo was, komt vooral door de tegenvaller bij de sector verkeer van 1,8 Mton. Deze tegenvaller wordt maar deels gecompenseerd door het reductie-effect van de hoge olieprijs. Uitgangspunt van de streefwaardesystematiek is dat bij een ongunstige emissieontwikkeling het probleem binnen de sector zelf wordt opgevangen. In de Evaluatienota werd als reservemaatregel voor de sector verkeer genoemd het stimuleren van het aandeel biobrandstoffen in motorbrandstoffen boven de 2% (die geldt vanaf 2007). Het kabinet heeft daarom besloten dit percentage te verhogen naar 5,75% in Deze verhoging levert naar verwachting in 2010 een extra reductie op van 1,4 Mton. Hiermee blijft met een zekerheid van 90% de totale Kyoto-emissie onder 220,8 Mton/jaar, lager dan de totale binnenlandse doelstelling van 221,7 Mton/jaar. Hiermee wordt tevens voldaan aan de EU-richtlijn op dit terrein. In een separate brief over biobrandstoffen die ik u 15 maart 2006 heb toegezonden 1 is dit besluit nader toegelicht. Per sector is het beeld divers. Landbouw blijft met een zekerheid van 90% binnen de streefwaarde, Overige Broeikasgassen bijna. De Gebouwde Omgeving kan de streefwaarde met 50% zekerheid worden gehaald. Er mogen echter geen tegenvallers optreden, omdat de streefwaarde dan wordt overschreden. Dit betekent dat beleidsintensiveringen, zoals de verhandelbare energiebesparingscertificaten (witte certificaten) die nu in voorbereiding zijn, wel het beoogde effect moeten hebben. Voor Verkeer is, dankzij het besluit het aandeel biobrandstoffen te verhogen tot 5,75%, de emissie in 2010 bij 50% zekerheid 38,5 Mton/jaar. Hiermee wordt de streefwaarde gehaald. Ook hier mogen echter geen tegenvallers optreden. Aanvullend beleid in voorbereiding, zoals Het Nieuwe Rijden 3 en biobrandstoffen, moeten wel het beoogde effect hebben. Het kabinet zal bezien hoe de zekerheid dat dit effect wordt bereikt kan worden vergroot. 1 Kamerstukken II , , nr. 13. Voor de Industrie- en energiesector zijn twee prognoses weergegeven. In de eerste plaats een prognose waarbij geen rekening is gehouden met een emissieplafond voor bedrijven die meedoen aan Europese emissie- Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 43 7
8 handel (de prognose met de fysieke emissies). Deze prognose kent een behoorlijke onzekerheidsmarge, waarbij de emissie ook kan meevallen ten gevolge van met name een grotere import van elektriciteit. In de tweede prognose (de Kyoto-emissie genoemd) is gerekend met emissiehandel, waarbij het plafond voor de handelende bedrijven op hetzelfde niveau ligt als in de 1e allocatieperiode ( ). In deze prognose doen een toenemende import van elektriciteit en andere omstandigheden er niet toe en wordt de onzekerheidsmarge uitsluitend bepaald door de niethandelende bedrijven. Beide prognoses laten zien dat het niet zeker is dat de streefwaarde voor de sector wordt gehaald. Het kabinet kiest er daarom voor bij de vaststelling van het emissieplafond voor de periode 2008 t/m 2012 voor de bedrijven die meedoen aan emissiehandel uit te gaan van een streefwaarde van 109,2 Mton/jaar, waarin de gewijzigde emissiefactor voor aardgas is verdisconteerd. Deze keuze is in lijn met uitspraken in de Evaluatienota Klimaatbeleid en komt tegemoet aan de opstelling van de industrie in het overleg dat het afgelopen najaar heeft plaatsgevonden. Overigens telt het beeld per sector niet op tot het nationale beeld omdat de streefwaarden samen niet optellen tot de totale binnenlandse doelstelling maar ruimte laten voor een algemene reserve. Ook zullen eventuele tegenvallers niet tegelijk in dezelfde richting optreden. Conclusie Op grond van de hierboven beschreven nadere integrale afweging heeft het kabinet er vertrouwen in dat Nederland zijn Kyoto doel kan halen. Voor JI en CDM zullen aanvullende maatregelen worden getroffen om de contractering succesvol af te ronden en om projectgebonden risico s af te dekken. De binnenlandse doelstelling kan, dankzij 5,75% biobrandstoffen in het verkeer in 2010, met een zekerheid van 90% worden gehaald. De streefwaarde voor de industrie- en energiesector wordt gehandhaafd op 109,2 Mton in Het emissieplafond in het allocatieplan zal hier van worden afgeleid. In 2007 zal opnieuw een jaarlijkse tussentijdse afweging voor het klimaatbeleid plaatsvinden en zal opnieuw worden beoordeeld of de beleidsvoortgang voldoende is om de Kyoto-doelstelling te halen. De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P. L. B. A. van Geel Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 43 8
Evaluatienota Klimaatbeleid 2005. Onderweg naar Kyoto
Evaluatienota Klimaatbeleid 2005 Onderweg naar Kyoto Een evaluatie van het Nederlandse klimaatbeleid gericht op realisering van de verplichtingen in het Protocol van Kyoto Inhoudsopgave Evaluatienota Klimaatbeleid
Nadere informatieKlimaatverandering: beleid Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (
Indicator 14 november 2006 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In het Kyoto-protocol en het
Nadere informatieOnderweg naar Kyoto. Evaluatienota Klimaatbeleid 2005
Evaluatienota Klimaatbeleid 2005 Onderweg naar Kyoto Een evaluatie van het Nederlandse klimaatbeleid gericht op realisering van de verplichtingen in het Protocol van Kyoto Inhoudsopgave Evaluatienota Klimaatbeleid
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 883 Wijziging van de Wet milieubeheer (verbetering kostenvereveningssysteem in titel 15.13) Nr. 4 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020 Nr. 133 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR
Nadere informatieBroeikasgasemissies in Nederland per sector,
Indicator 8 september 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissie van koolstofdioxide
Nadere informatieBijlage 1: klimaatdoelstellingen & ambities
Bijlage 1: klimaatdoelstellingen & ambities Mondiale ambities In 1992 is in Rio de Janeiro in het VN-Klimaatverdrag de doelstelling vastgelegd om de concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer te
Nadere informatieBroeikasgasemissies in Nederland,
Indicator 4 juni 2008 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen
Nadere informatieBroeikasgasemissies in Nederland,
Indicator 19 mei 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen
Nadere informatieSamenvatting. Belangrijkste bevindingen
Samenvatting In dit rapport beoordeelt het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) of de milieudoelen gesteld voor 2010 en voor de periode daarna bereikt worden. De informatie in deze rapportage is mede
Nadere informatieBroeikasgasemissies in Nederland per sector,
Indicator 19 mei 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De emissie van koolstofdioxide (CO2)
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1996 1997 25 026 Reductie CO 2 -emissies Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal s-gravenhage,
Nadere informatieOVERLEGCOMITE FEDERALE REGERING GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN. Vergadering van 8 maart Het Comité keurt de hierbij gevoegde tekst goed.
KANSELARIJ VAN DE EERSTE MINISTER 1000 Brussel, 8 maart 2004. RP SECRETARIE VAN HET OVERLEGCOMITE OVERLEGCOMITE FEDERALE REGERING GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN Vergadering van 8 maart 2004 Federale
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres
Nadere informatieDe voortgang van het Nederlandse energie- en klimaatbeleid
De voortgang van het Nederlandse energie- en klimaatbeleid Wouter Wetzels Presentatie voor het HVC Innovatieplatform, 15 juli 2010, Petten www.ecn.nl Werkprogramma Schoon en Zuinig Doelen van het kabinet
Nadere informatieBedrijven en consumenten laten (Vermeden) emissies onbenut!!!
Bedrijven en consumenten laten (Vermeden) emissies onbenut!!! Door Harry Kloosterman en Joop Boesjes (Stichting E.I.C.) Deel 3 (Vervolg informatie) Voor het niet-ets zijn er geen emissies en emissierechten
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 21 501-08 Milieuraad Nr. 173 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER Aan de Voorzitter van de
Nadere informatieWijziging Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw
Wijziging Meerjarenafspraak Energietransitie Glastuinbouw 2014-2020 Partijen: en 1. De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Carola Schouten, handelend als bestuursorgaan, hierna te noemen:
Nadere informatieAllocatieplan CO2-emissierechten 2005 t/m 2007
Allocatieplan CO2-emissierechten 2005 t/m 2007 Concept plan van de Minister van Economische Zaken en de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer inzake de toewijzing
Nadere informatieHét groene energieplan voor Nederland
Hét groene energieplan voor Nederland Doelen Green4sure Ontwikkeling pakket instrumenten en strategie voor reductie van 50% broeikasgassen in 2030. Verbeteren energievoorzieningzekerheid Tonen baten en
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres: Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 78
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 0 0 495 Toekomstig internationaal klimaatbeleid Nr. 4 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der
Nadere informatieDatum 23 december 2016 Betreft Voortgangsrapportage Energieakkoord 2016 en uitvoering Urgendavonnis
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 240 Evaluatienota Klimaatbeleid Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 538 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 066 Belastingdienst Nr. 28 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 5
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 240 Evaluatienota Klimaatbeleid Nr. 2 NOTA De voortgang van het Nederlandse klimaatbeleid: een evaluatie bij het ijkmoment 2002 Inhoudsopgave
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 189 Wet van 22 maart 2006, houdende wijziging van de Wet milieubeheer ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2004/101/EG van het
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 294 Interpellatie van het lid Kant inzake de eigen bijdrage AWBZ Nr. 8 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1984-1985 Rijksbegroting van het jaar 1985 18600 Hoofdstuk XI Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Nr. 72 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS
Nadere informatieNationale Energieverkenning 2014
Nationale Energieverkenning 2014 Remko Ybema en Pieter Boot Den Haag 7 oktober 2014 www.ecn.nl Inhoud Opzet van de Nationale Energieverkenning (NEV) Omgevingsfactoren Resultaten Energieverbruik Hernieuwbare
Nadere informatieHet huidige beleidstekort: er moeten nog heel wat tandjes bij. Ton van Dril 10 september 2009
Het huidige beleidstekort: er moeten nog heel wat tandjes bij Ton van Dril 1 september 29 Coalitieakkoord februari 27: 3% Broeikasgasreductie ten opzichte van 199 2% Aandeel duurzame energie in 22 2% Energie-efficiencyverbetering
Nadere informatieBroeikasgasemissies in Nederland,
Indicator 8 september 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De totale uitstoot van broeikasgassen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 242 Evaluatie Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet OKE) 27 020 Aanpak onderwijsachterstanden Nr. 12 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS
Nadere informatieVR MED.0081/1
VR 2017 1702 MED.0081/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN VLAAMSE REGERING Betreft: Voortgangsrapport van Vlaams mitigatieplan 2013-2020 met Broeikasgasinventaris
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 384 (R1850) Goedkeuring van het op 13 december 2007 te Lissabon totstandgekomen Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende
Nadere informatieToename bevolking v.a. 2008
Collegevoorstel Inleiding De provincie prognosticeert de ontwikkeling van de woningbouw en bevolking voor elke gemeente. Het is aan elke gemeente om deze prognose om te zetten in een planning en deze te
Nadere informatieMilieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van. Gas. Versie 26 januari 2016
Milieucriteria voor het maatschappelijk verantwoord inkopen van Gas 1. Scope/afbakening De productgroep Gas omvat alle gas die van het openbare gasnet en via transport over de weg betrokken wordt door
Nadere informatieBijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency
Bijlage E: samenvatting convenanten energie efficiency 1. Het Convenant Benchmarking energie efficiency Op 6 juli 1999 sloot de Nederlandse overheid met de industrie het Convenant Benchmarking energieefficiency.
Nadere informatieCO 2 reductiedoelstellingen Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 3.0
CO 2 reductiedoelstellingen 2016-2018 Conform niveau 5 op de CO2-prestatieladder 3.0 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1. Doelstellingen 3 2 Subdoelstellingen 4 2.1. Subdoelstelling kantoren 4 2.2. Subdoelstelling
Nadere informatieDe analyse van het regeerakkoord in het licht van Europese afspraken leidt tot de volgende bevindingen:
Vestiging Den Haag Aan de Secretaris-generaal van het Ministerie van VROM, ir. J. van der Vlist Postbus 20951 2500 EZ DEN HAAG Postbus 30314 2500 GH Den Haag Oranjebuitensingel 6 2511 VE Den Haag Tel (070)
Nadere informatieKlimaatakkoord. Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus EK 'S-GRAVENHAGE
Klimaatakkoord Ministerie van Economische Zaken en Klimaat T.a.v. de heer ir. E.D. Wiebes Postbus 20401 2500 EK 'S-GRAVENHAGE BETREFT Procesbrief Klimaatakkoord DEN HAAG ONS KENMERK 5 oktober 2018 18.34838
Nadere informatie20% of naar 30% BKG reductie
EU-klimaatdoelstellingen 20% of naar 30% BKG reductie Marc Van den Bosch Sr. Adviseur Voka-VEV 30 06 2010 EU klimaatpakket 2008 Doelstellingen 2020 20% BKG reductie tav 1990 20% hernieuwbare energie 20%
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 362 Voorstel van wet van het lid Duyvendak tot wijziging van de Wet belastingen op milieugrondslag in verband met het beperken van de emissies
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 193 Parlementair onderzoek Kosten en effecten klimaat- en energiebeleid Nr. 7 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU EN
Nadere informatieCO2-reductieplan 2015
CO2-reductieplan 2015 Samen zorgen voor minder CO2 Rapportage 2015 1 Inleiding Dit CO₂-reductieplan heeft, net zoals het volledige energiemanagementsysteem, zowel betrekking op de totale bedrijfsvoering
Nadere informatieArtikel Chemie Magazine VNCI BASF reductie lachgas emissies Cursief rode tekst maakt geen deel uit van het artikel Max 1200 woorden
Artikel Chemie Magazine VNCI BASF reductie lachgas emissies Cursief rode tekst maakt geen deel uit van het artikel Max 1200 woorden Titel: Subtitel: Een win-win situatie Vlaamse Kyoto-doelstelling komt
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mevrouw Carola Schouten;
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 66263 26 november 2018 Wijziging Convenant CO 2 emissieruimte binnen het CO 2 -sectorsysteem glastuinbouw voor de periode
Nadere informatieDe voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieJaarverslag Criteria. Conform niveau 3 op de CO2- prestatieladder 3.0 en ISO norm. Opgesteld door Paraaf. Datum Versie 2
Jaarverslag 2017 Criteria Opgesteld door Paraaf Conform niveau 3 op de CO2- prestatieladder 3.0 en ISO 14064-1 norm RB Datum 12-7-2018 Versie 2 Status Definitief Inhoudsopgave 1 INLEIDING EN VERANTWOORDING...
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 529 Wijziging van de Wet op de jeugdzorg en Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, de Algemene Kinderbijslagwet en de Wet Landelijk Bureau Inning
Nadere informatieDirectie Toezicht Energie (DTe)
Directie Toezicht Energie (DTe) Aan Ministerie van Economische Zaken T.a.v. de heer mr. L.J. Brinkhorst Postbus 20101 2500 EC Den Haag Datum Uw kenmerk Ons kenmerk Bijlage(n) 102238/1.B999 Rapport Frontier
Nadere informatie10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD)
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 8 juli 2003 (14.07) (OR. en) 10819/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0245 (COD) CODEC 891 JUR 273 ENV 362 MI 157 IND 96 ENER 204 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 330 Wijziging van de Wet op de loonbelasting 1964 en van enige andere wetten (Wet aanvullend overgangsrecht fiscale behandeling pensioen) Nr.
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 36114 29 december 2014 Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 8 december 2014, nr. WJZ/14011574, tot
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie 33 858 EU-voorstellen: Kader klimaat en energie 2030 COM (2014) 15, 20 en 21 Nr. 470 BRIEF
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 28 665 Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ten behoeve van de stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie Nr. 41 BRIEF
Nadere informatieEmissiekentallen elektriciteit. Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies
Emissiekentallen elektriciteit Kentallen voor grijze en niet-geoormerkte stroom inclusief upstream-emissies Notitie: Delft, januari 2015 Opgesteld door: M.B.J. (Matthijs) Otten M.R. (Maarten) Afman 2 Januari
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 907 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de invoering van een nieuwe regeling voor de plaats van dienst voor de heffing
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20018. 2500 EA Den Haag. Datum 14 oktober 2015 Jaarverslag Wet op de huurtoeslag
> Retouradres Postbus 200 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag DirectoraatGeneraal Wonen en Bouwen Directie Woningmarkt Turfmarkt 147
Nadere informatieSchoner en zuiniger CO 2 ambitie verkeer & vervoer
Schoner en zuiniger CO 2 ambitie verkeer & vervoer Martine Uyterlinde, ECN Beleidsstudies, 14 mei 2007 www.ecn.nl Coalitieakkoord Onze ambitie is dat Nederland de komende kabinetsperiode grote stappen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 248 Invoering Diagnose Behandeling Combinaties (DBCs) Nr. 235 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 juli 2012 In de vaste commissie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 410 Regels met betrekking tot het heffen van een structurele bijdrage van verhuurders van woningen ten behoeve van de uitgaven van het Rijk
Nadere informatieEffecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland
Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland Indicatie van het potentieel van Mobility Mixx wanneer toegepast op het gehele Nederlandse bedrijfsleven Notitie Delft, november 2010 Opgesteld door: A.
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 30 432 Voorstel van wet van de leden Depla en Blok houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten inzake fiscale
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 30 196 Duurzame ontwikkeling en beleid Nr. 257 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieVERSLAG VAN HET DEBAT OVER DE EVALUATIENOTA KLIMAATBELEID 2005 DEBAT GEHOUDEN OP 30 SEPTEMBER 2005 MET LEDEN VAN DE VROM- RAAD EN DE ENERGIERAAD
VERSLAG VAN HET DEBAT OVER DE EVALUATIENOTA KLIMAATBELEID 2005 DEBAT GEHOUDEN OP 30 SEPTEMBER 2005 MET LEDEN VAN DE VROM- RAAD EN DE ENERGIERAAD INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING 3 2 DEBAT 5 2.1 Algemene reactie
Nadere informatieEmissie broeikasgassen in Europa,
Indicator 11 januari 2011 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2009 nam de Europese uitstoot
Nadere informatieCriteria voor duurzaam inkopen van Transportdiensten
Criteria voor duurzaam inkopen van Transportdiensten Versie: 1.5 Datum: oktober 2011 3.2.1 Kwalificatie van leveranciers Voor deze specifieke productgroep zijn geen criteria geformuleerd voor de kwalificatie
Nadere informatieRegionaal Energie Convenant 2014-2016
Regionaal Energie Convenant 2014-2016 Mede mogelijk gemaakt met steun van: Regio Rivierenland Provincie Gelderland RCT-Rivierenland Pagina 1 Ondertekenaars, hier tezamen genoemd: partijen 1. Hebben het
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1997 1998 25 600 XIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 1998
Nadere informatieHet Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector
Het Europese Emissiehandel systeem ( ETS) Speerpunt van het Europese klimaatbeleid Impact op de Europese Staalsector R. Mortier Opwarming is een natuurlijk verschijnsel Probleem : evenwicht is verstoord
Nadere informatieProvinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL
Provinciaal klimaat- en energiebeleid: doelen, emissies, maatregelen. Robert Koelemeijer - PBL Doelstellingen - Mondiaal Parijs-akkoord: Well below 2 degrees. Mondiaal circa 50% emissiereductie nodig in
Nadere informatieRealisatie Milieudoelen Voortgangsrapport 2007. Milieu- en Natuurplanbureau
Realisatie Milieudoelen Voortgangsrapport 2007 Milieu- en Natuurplanbureau Realisatie Milieudoelen Voortgangsrapport 2007 Milieu- en Natuurplanbureau (MNP), Bilthoven, mei 2007 MNP-publicatienummer 500081002
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401
Nadere informatieVoortgang CO 2 emissie reductie H2-2012
Voortgang CO 2 emissie reductie H2-2012 ICT staat voor groen! 2012 ICT - Alle rechten voorbehouden - WWW.ICT.NL pagina 1 Historie Versie Datum Auteur Omschrijving 0.1 13-8-2012 F. Wuts Initiële versie
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 21 501-03 Begrotingsraad Nr. 101 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 1 december
Nadere informatieCO2-reductieplan. Samen zorgen voor minder CO2. Rapportage M
CO2-reductieplan Samen zorgen voor minder CO2 Rapportage 2016-6M 1 Inleiding Dit CO₂-reductieplan heeft, net zoals het volledige energiemanagementsysteem, zowel betrekking op de totale bedrijfsvoering
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 207 208 32 83 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid Nr. 86 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieOver de passage tussen haken op de bladzijden 2-3 is nog geen overeenstemming bereikt.
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 19 november 2003 (21.11) (OR. en) 15014/03 ECOFIN 353 FIN 519 RELEX 437 NOTA van: aan: Betreft: het secretariaat-generaal van de Raad het Coreper/de RAAD Ontwerp-verslag
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2017 Betreft Tweede openstelling SDE+ 2017
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres
Nadere informatieOntwikkelingen Nederlandse luchtvaart. Een beknopt overzicht
Ontwikkelingen Nederlandse luchtvaart Een beknopt overzicht Ontwikkelingen Nederlandse luchtvaart Een beknopt overzicht Dit rapport is geschreven door: Jasper Faber Eric Tol Wilhelmina van Wijlen Delft,
Nadere informatieBijlage bij brief De maatregel wordt hier nader uitgewerkt.
Bijlage bij brief 17.10.304 De maatregel wordt hier nader uitgewerkt. 1. In het Energieakkoord is afgesproken dat de energie-intensieve industrie in aanvulling op de afspraken in het MEE-convenant maatregelen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-
Nadere informatieCO2-uitstoot Nederlandse deelnemers EU ETS
Indicator 4 september 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De 450 Nederlandse bedrijven
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage AV/A&M/2001/60552
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1A 2513 AA s-gravenhage Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon
Nadere informatieAGENDAPUNT 4a/b. Onderwerp: Bijstelling realisatie 1e fase Energiefabriek Nieuwegein Nummer: 626444. Voorstel. Het college stelt u voor om
VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR AGENDAPUNT 4a/b Onderwerp: Bijstelling realisatie 1e fase Energiefabriek Nieuwegein Nummer: 626444 In D&H: 02-04-2013 Steller: Tonny Oosterhoff In Cie: BMZ 23-04-2013
Nadere informatieProjectplan. Onderzoek Kosten en Effectiviteit Domestic Offsetsystemen
Projectplan Onderzoek Kosten en Effectiviteit Domestic Offsetsystemen 1. Aanleiding In overweging genomen dat dit kansen zou bieden voor de Nederlandse markt, heeft de Tweede Kamer in december 2011 een
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 2.9, vijfde lid, van het Besluit brandstoffen luchtverontreiniging;
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 2001 10 februari 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 25 januari 2012, nr. IenM/BSK-2012/6584
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 302 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2016) Nr. 121 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan
Nadere informatieDatum 23 april 2014 Betreft reactie op analyse nut en noodzaak windenergie van de heer Lukkes
> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Directie Energie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 300 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar
Nadere informatieWindenergie op zee discussiebijeenkomst Kivi. Annemiek Verrips
Windenergie op zee discussiebijeenkomst Kivi Annemiek Verrips 2 Discussie windenergie op Zee Kivi Stelling in MKBA Windenergie op Zee Duurzame energiesubsidies windenergie hebben geen effect op CO2- uitstoot
Nadere informatieINFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget
INFORMATIENOTITIE AAN VAN ONDERWERP De leden van de Gemeenteraad College van Burgemeester en Wethouders Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget DATUM 7 maart 2019 BIJLAGE - REGISTRATIENUMMER
Nadere informatie32627 (Glas)tuinbouw. 27858 Gewasbeschermingsbeleid. Nr. 19 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu
32627 (Glas)tuinbouw 27858 Gewasbeschermingsbeleid Nr. 19 Brief van de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 23 juni 2015 Mede
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid op weg naar 2020 Nr. 54 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 700 XI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (XI) en van de begrotingsstaat
Nadere informatieCO 2 footprint tussenrapportage 2015 1 e half jaar
CO 2 footprint tussenrapportage 2015 1 e half jaar Naam opdrachtgever: Unipro BV Adres: Bouwstraat 18 Plaats: Haaksbergen Uitgevoerd door: Zienergie BV Adres: Dokter Stolteweg 2 Plaats Zwolle Telefoon:
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 258 Wijziging van de wijze van aanpassing van de kinderbijslag, de wet van 22 december 1994 tot nadere wijziging van de Algemene Kinderbijslagwet,
Nadere informatie