EINDRESULTATEN DEELPROJECT II: DIABETESPROJECT AALST IMPLEMENTATIE VAN ZORGVERNIEUWING

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EINDRESULTATEN DEELPROJECT II: DIABETESPROJECT AALST IMPLEMENTATIE VAN ZORGVERNIEUWING"

Transcriptie

1 EINDRESULTATEN DEELPROJECT II: DIABETESPROJECT AALST IMPLEMENTATIE VAN ZORGVERNIEUWING JULI 2007 Wetenschappelijke Equipe UA Hilde Bastiaens, Johan Wens, Etienne Vermeire, Paul Van Royen Wetenschappelijke Equipe - UGent Patricia Sunaert, Luc Feyen, Boris Snauwaert, Jan De Maeseneer Wetenschappelijke Equipe Vertegenwoordiger lokale stuurgroep Frank Nobels Veldequipe DPA Lut Jenkins, Riet Hostens, Désirée Lambrecht ONDERZOEK IN OPDRACHT VAN HET RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING

2 INHOUDSTAFEL WOORD VOORAF... 3 INLEIDING... 5 UITGANGSPUNTEN... 6 DEEL I. EVALUATIE VAN HET ZORGPROGRAMMA DOELSTELLING EN DESIGN PARTICIPATIE VAN DE REGIO ONDERZOEKSVRAAG A: Leidt het invoeren van een regionaal zorgprogramma voor DM2 tot een verbetering van de kwaliteit van de zorg in vergelijking met de reguliere zorgverlening? ONDERZOEKSVRAAG B: Leidt het invoeren van een regionaal zorgprogramma voor DM2 tot een tot een hogere kosteneffectiviteit dan in de controleregio waar de reguliere zorg doorloopt? ONDERZOEKSVRAAG C: Bevorderende en belemmerende factoren bij het invoeren van een regionaal zorgprogramma...38 DEEL II. EVALUATIE VAN DE DEELASPECTEN VAN HET ZORGPROGRAMMA ONTWIKKELING VAN EEN REGIONALE COORDINATIESTRUCTUUR ONTWIKKELING EN IMPLEMENTATIE VAN TAAKAFSPRAKEN EN AFSPRAKEN I.V.M. INFORMATIEUITWISSELING EVALUATIE VAN DE OPDRACHTEN VAN DE REGIONALE COÖRDINATIE-STRUCTUUR EN DE ROL VAN DE ZORGCOÖRDINATOR EVALUATIE VAN EEN REGIONAAL ONDERSTEUNINGSAANBOD VOOR TYPE 2 PATIËNTEN IN DE EERSTE LIJN...94 A. Algemeen...94 B. Ontwikkeling, implementatie en evaluatie van een zelfmanagement educatieprogramma voor mensen met diabetes type 2 in de eerste lijn...95 C. Evaluatie van het zelfmanagement educatieprogramma: evaluatie door huisartsen D. Evaluatie van het zelfmanagement educatieprogramma: evaluatie door patiënten E. Evaluatie van het ondersteuningsaanbod bij opstart van insuline: een cohortonderzoek F. Evaluatie van het ondersteuningsaanbod bij opstart insuline: evaluatie door huisartsen G. Evaluatie van het ondersteuningsaanbod bij opstart van insuline: evaluatie door patiënten EVALUATIE VAN HET PROFIEL EN DE OPDRACHTEN VAN DE DIABETESEDUCATOR REDENEN VOOR (NON)PARTICIPATIE HUISARTSEN OPBOUW REGIONALE DATABANK REGIONALE SENSIBILISATIE EVALUATIE VAN HET INVOEREN VAN EEN REGIONAAL ZORGPROGRAMMA VOOR DIABETES TYPE 2 PATIËNTEN AAN DE HAND VAN EEN DOCUMENTANALYSE BIJLAGE - INHOUD CD-ROM

3 Hierbij willen we een woord van dank richten aan de talloze zorgverleners in de regio die zich inzetten voor het project. In het bijzonder willen we de leden van de lokale coördinatiecel bedanken voor hun enthousiasme en blijvende engagement: Marc Amant, Rudy Saeys, Magda Wijns, Emmanuel Sammyn, Caroline Haeck, Anne-Marie Vandenberk, Paul Van Crombrugge en Frank Nobels. Dank ook aan Karine Cocxk, Linda Symons, Marie Vandekerckhove, Karolien Van Puyenbroeck, Sonja Vertriest en Davy Vansteenkiste voor hun ondersteuning bij het onderzoek. 4

4 WOORD VOORAF Het voorliggende document vormt de basis voor de presentatie van de resultaten van het DiabetesProject Aalst op 2 juli Op basis van de gegevens verzameld in de interventie- en in de controleregio wordt zowel een effect- als een procesevaluatie van het DPA gepresenteerd. Hierbij worden zowel kwalitatieve als kwantitatieve onderzoeksmethoden gehanteerd. Hierbij dient benadrukt te worden dat op het moment van deze rapportering enkel de kwantitatieve veldgegevens verzameld in beide regio s beschikbaar waren. De hypotheses gegenereerd op basis van deze kwantitatieve gegevens (met name de registraties door de huisartsen) dienen getoetst te worden a.h.v. een gekoppelde databank (IMA-gegevens, labo-gegevens) op regionaal niveau. De oplevering van deze databank is voorzien voor het najaar van

5 INLEIDING INLEIDING We staan de dag van vandaag voor de grote uitdaging om de gezondheidszorg aan te passen aan de wijzigende behoeften van de bevolking. De behandeling en de opvolging van een stijgend aantal chronische zieken zullen, gezien de vergrijzing, alsmaar meer tijd en geld kosten. De gezondheidszorg moet zich daarop voorbereiden door de zorg voor chronische ziekten op een andere, kosteneffectieve manier te organiseren. Implementatie van zorgvernieuwing vormt de kern van het Diabetes Project in Aalst. Het onderzoek naar implementatie van zorgvernieuwing voor diabetes type 2 dient begrepen te worden als een voorbeeld voor de generische ontwikkeling van zorgorganisatie voor chronische aandoeningen in de eerste lijn. De zorg voor diabetes type 2 patiënten is bij uitstek een relevant terrein voor dit onderzoek. Immers, (1) de aandoening is frequent en de prevalentie stijgt; (2) de aandoening heeft een impliciet progressief verloop en ongecontroleerde diabetes leidt tot ernstige complicaties op lange termijn; (3) strikte controle van diverse parameters is effectief ter preventie van de ernstige complicaties; (4) er zijn duidelijke richtlijnen voorhanden met goed gedocumenteerde en gevalideerde targets; (5) de aandoening heeft impact op de totale mens en (6) de zorg is longitudinaal en complex. Kwaliteitsvolle zorg aan mensen met diabetes type 2 impliceert dan ook een gecoördineerde inbreng van verschillende disciplines. Dit rapport is opgebouwd uit twee grote delen voorafgegaan door een bondige herneming van de uitgangspunten voor het ontwikkelen van de interventie in de regio. In een eerste deel wordt de doelstelling, het design en de resultaten in termen van effect- en procesevaluatie van het zorgprogramma op een bondige wijze besproken. In een tweede deel wordt meer in detail ingegaan op verschillende facetten van de complexe interventie. Dit tweede deel reikt dan ook het meer uitgebreide materiaal aan ter onderbouwing van het kernachtige eerste deel. 5

6 UITGANGSPUNTEN UITGANGSPUNTEN De interventie, zoals ontwikkeld in de regio Aalst, is gebaseerd op de bestaande inzichten in de (internationale) literatuur rond zorgverlening voor chronische aandoeningen en op de bevindingen uit eerder onderzoek rond de organisatie van zorg voor diabetes type 2 patiënten in Vlaanderen. Deze bevindingen werden tevens bevestigd door een recente stakeholders analyse uitgevoerd bij de verschillende belanghebbenden uit het veld 1. Uitgangspunten voor de ontwikkeling van de interventie in de regio Aalst Het zorgaanbod is gebaseerd op de bestaande wetenschappelijke evidentie Microniveau De patiënt staat centraal in het zorgproces: patient-empowerment is een essentieel onderdeel van de behandeling. Interdisciplinaire samenwerking vormt de basis van het ambulante zorgprogramma De huisarts is de coördinator van de zorg op praktijkniveau Mesoniveau Coördinatie van het zorgaanbod gebeurt regionaal en is ingebed in bestaande structuren De kwaliteit van de geleverde zorg wordt periodiek geëvalueerd Macroniveau Op beleidsniveau is er een aangepaste structuur en financiering van de zorg De visie op de zorg die de onderzoekers als uitgangspunt namen in hun onderzoek wordt in een aantal kernboodschappen besproken. HET ZORGAANBOD IS GEBASEERD OP DE BESTAANDE WETENSCHAPPELIJKE EVIDENTIE Bij de ontwikkeling van zorgprogramma s dient gebruik gemaakt van de bestaande (nationale) aanbevelingen. MICRONIVEAU = TEAM ROND DE PATIËNT De patiënt staat centraal in het zorgproces In (chronische) zorgverlening staat niet de ziekte maar de patiënt centraal. De patiënt maakt integraal deel uit van het zorgteam, waarbij zijn 2 inbreng medebepalend is voor het uiteindelijke zorgbeleid. Zo draagt de patiënt ook mee de verantwoordelijkheid voor het resultaat van de zorg. In het zorgteam is de patiënt gelijkwaardig maar niet gelijksoortig aan de zorgverleners. Gelijkwaardig betekent dat zijn kennis en vaardigheden van die aard zijn dat hij op een verantwoorde wijze beslissingen kan 1 Bastiaens H, Sunaert P, Borgermans L, Wens J, Van Royen P, Feyen L, De Maeseneer J, Goderis G, Heyrman J Visie op de zorg voor diabetes type 2-patiënten in België: analyse van een bevraging bij achttien belangengroepen. Huisarts nu 2005;34(9): Voor de eenvoud wordt steeds de mannelijke vorm gebruikt. Uiteraard worden steeds mannen en vrouwen bedoeld. 6

7 UITGANGSPUNTEN nemen met betrekking tot het integreren van zijn aandoening in zijn leven en het bepalen van functionele doelstellingen. Niet gelijksoortig betekent dat de zorgverleners verantwoordelijk zijn vanuit hun deskundigheid voor het opstellen van een behandelingsplan. Empowerment programma s richten zich op het versterken van de vaardigheden van patiënten tot zelfzorg, dit wil zeggen dat patiënten dusdanig met hun ziekte leren omgaan dat de invloed ervan op hun leven zo klein mogelijk is. Interdisciplinaire samenwerking vormt de basis van het ambulant zorgprogramma Diabetes type 2 is een complexe aandoening die de inbreng vereist van verschillende zorgverleners zowel uit de eerste als de tweede lijn. De vertaling van de aanbeveling in concrete werkafspraken voor de verschillende disciplines gebeurt best regionaal. Optimaal wordt rond de patiënt een goed gestructureerd multidisciplinair team gevormd gebaseerd op de principes van complementariteit en subsidiariteit. Hierbij dient er een duidelijke rol voor de diabetesspecialisten (endocrinoloog-diabeteloog) gedefinieerd te worden aangezien zij de zorgverleners zijn met de meeste ervaring in de diabeteszorg. Hun rol situeert zich bij voorkeur op het vlak van coaching en navorming van alle leden van het interdisciplinaire team rond de patiënt met diabetes type 2. Deze nieuwe rol voor de specialist impliceert tevens een andere wijze van vergoeding. Er moeten duidelijke regionale richtlijnen worden afgesproken voor verwijzing van de individuele patiënt naar de specialist. Met name complexe patiënten en patiënten die de therapeutische doelen niet halen, dienen zowel door de huisarts als door de specialist opgevolgd te worden. Huisarts, coördinator van de zorg op praktijkniveau De zorg rond een bepaalde patiënt wordt bij voorkeur gecoördineerd door de huisarts enerzijds omwille van zijn brede medische bagage en anderzijds omwille van zijn persoonlijke kennis van de patiënt, zijn levensgeschiedenis en levenscontext. De huisarts behandelt de diabetes maar heeft ook aandacht voor het aspect leven met diabetes. Om deze beide zorgaspecten binnen de huisartspraktijk te realiseren dienen een aantal voorwaarden op praktijkniveau vervuld. Met name: een diabetesbestand moet het mogelijk maken om praktijkpopulatiegericht te werken; een goed geïnformatiseerd dossiersysteem moet het mogelijk maken om gerichte acties te ondernemen (bvb. oproepen voor specifieke acties, recall, ), de zorg te evalueren en gegevens uit te wisselen tussen verschillende disciplines; voldoende personeelsomkadering in de praktijk moet de toenemende administratieve belasting van de huisarts verlichten en taakdelegatie vergemakkelijken. MESONIVEAU Coördinatie van het zorgaanbod gebeurt regionaal en is ingebed in bestaande structuren Het concept van regionale organisatie van het zorgaanbod is in volle ontwikkeling. De Samenwerkingsinitiatieven thuiszorg (SEL s in wording) of Geïntegreerde Diensten voor Thuisverzorging (GDT s) zijn de eenheden waarbinnen de gezondheidszorg multidisciplinair kan worden gecoördineerd. Vanuit dit niveau dient ook het overleg met de tweede lijn georganiseerd. Om deze eenheden van overleg de kans te geven om uit te groeien tot volwaardige regionale overlegplatformen dienen er voldoende middelen te worden geïnvesteerd en dienen de beslissingsbevoegdheden van deze structuren te worden uitgebreid. Voor de ontwikkeling en de implementatie van zorgafspraken op regionaal niveau wordt gestreefd naar een evenwicht tussen een topdown en de bottomup benadering. Op wetenschap gebaseerde richtlijnen omschrijven het kader. Nationale regelgeving en budgetondersteuning scheppen de voorwaarden. Maar de vertaling van 7

8 UITGANGSPUNTEN het beleid in lokale werkafspraken tussen de verschillende zorgverleners gebeurt op dit niveau. De kwaliteit van de zorg wordt periodiek geëvalueerd Kwaliteitsvolle zorg houdt in dat de zorg op regelmatige basis wordt geëvalueerd, zowel wat de kwaliteit van de zorg (proces- en outcomeparameters) als wat de financiële input betreft. Gegevens op regionaal niveau laten toe regionale acties bij te sturen.via feedbackrapporten naar huisartsen werden reeds voorbeelden gegeven van kwaliteitsevaluatie in de eerste lijn. Benchmarking biedt de mogelijkheid om proces en outcome van de zorg op praktijkniveau te evalueren en te vergelijken met andere praktijken in de regio. Analyse van de waargenomen verschillen laat toe, in functie van de bevindingen, het beleid op regio- en/of praktijkniveau aan te passen. Feedback over individuele patiënten maakt het mogelijk voor iedere patiënt apart de specifieke prioritaire knelpunten in het licht te stellen. Om vlotte registratie van gegevens toe te laten, dienen een aantal randvoorwaarden op praktijkniveau vervuld te worden, met name het beschikken over een EMD en een programma dat vlotte data-extractie toelaat. Daarnaast dienen zorgverleners ook overtuigd te worden van het belang van dergelijke databank voor praktijkondersteuning en dient de privacy van de patiënt bewaakt. Gezien de specifieke expertise die nodig is voor gegevensverzameling en verwerking dient nagedacht op welk niveau men in de toekomst de gegevens wil verzamelen en verwerken. Gegevens kunnen eventueel vanuit een expertisecentrum ter beschikking gesteld worden aan de regio s en/of de individuele zorgverleners. MACRONIVEAU Op beleidsniveau is er een aangepaste structuur en financiering van de zorg De structuur en financiering van de zorg dient aan te sluiten bij bovenstaande principes.bij de zorgorganisatie geldt in algemene zin het subsidiariteitsbeginsel en het principe van complementariteit. De zorg dient daar geleverd waar de noodzakelijke kwaliteit op de meest kosteneffectieve wijze kan worden gerealiseerd. De huisarts(praktijk) dient erkend en gepositioneerd te worden als eerste instroom in de zorgverlening waarbij de relatie tussen de patiënt en de huisarts(praktijk) verder wordt geformaliseerd. Bij de ontwikkeling van zorgprogramma s dienen ambulante en intramurale trajecten op elkaar afgestemd. 8

9 DEEL I EVALUATIE VAN HET ZORGPROGRAMMA 9

10 HOOFDSTUK I.1 DEEL I. EVALUATIE VAN HET ZORGPROGRAMMA 1. DOELSTELLING EN DESIGN Doelstelling Het DPA wil de kwaliteit van zorg voor mensen met diabetes type 2 in een welomschreven regio verbeteren door een regionaal zorgprogramma in te voeren. Onderzoeksvragen A. Leidt het invoeren van een regionaal zorgprogramma voor DM2 tot een verbetering van de kwaliteit van de zorg in vergelijking met de reguliere zorgverlening? B. Leidt het invoeren van een regionaal zorgprogramma voor DM2 tot een hogere kosteneffectiviteit dan in de controleregio waar de reguliere zorg doorloopt. C. Wat waren de faciliterende en inhiberende factoren bij het invoeren van het regionale zorgprogramma? Design Het DPA is opgebouwd als een gecontroleerde interventiestudie waarbij in de interventieregio een complexe interventie loopt van juli 2004 tot juni in de vergelijkende regio de reguliere zorg gewoon doorloopt. De complexe interventie behelst verschillende deelaspecten die onderling nauw verbonden zijn, namelijk: de bottom-up ontwikkeling en implementatie van regionale interdisciplinaire taaken werkafspraken, en afspraken rond informatiedoorstroming (a.h.v. een interdisciplinair zorgprotocol), verbetering van de deskundigheid van de verschillende zorgverleners door navorming en door stimulatie om te werken volgens richtlijnen, de opbouw van een regionale databank en het geven van regionale feedback, regionale sensibilisatie, aanbod van zelfzorg educatie zowel individueel als in groep, ondersteuning bij insuline-opstart. Een dergelijk proces van zorginnovatie is enkel mogelijk door extra ondersteuning van zowel patiënten als zorgverleners. Hiervoor zijn op het niveau van het Lokaal Samenwerkingsinitiatief Thuiszorg (SIT) een zorgcoördinator en 2 diabetes-educatoren toegevoegd. Ze werken vanuit een diabeteshuis gelokaliseerd in de regio. In Deel II van dit onderzoeksrapport wordt een uitgebreide beschrijving en analyse gepresenteerd van de verschillende deelfacetten van het de complexe interventie. Doelgroep Alle diabetes type 2 patiënten en de daarbij betrokken zorgverleners in de regio (d.w.z. huisartsen, specialisten, verpleegkundigen, verzorgenden, apothekers, diëtisten en podologen). 10

11 HOOFDSTUK I.1 Evaluatie Onderzoeksvraag A & B Om het effect van de interventie kwantitatief te kunnen evalueren zijn in de interventieregio voor- en nametingen uitgevoerd m.b.t. proces en outcome-parameters. Cruciale intermediaire outcome parameters hierbij zijn: HbA1c, bloeddruk en cholesterol. Op het niveau van procesparameters wordt in de eerste plaats gekeken naar statinegebruik, jaarlijks voetonderzoek met gebruik van monofilament, jaarlijkse controle oogarts. Deze parameters maken deel uit van een uitgebreidere set die door de huisartsen, zowel in de controle- als in de interventieregio, geregistreerd worden. Deze gegevens die door de huisartsen geregistreerd werden, zullen gekoppeld worden aan een databank op regioniveau met gegevens van het IMA en de labo s. Deze overkoepelende databank zal naar alle waarschijnlijkheid in het najaar van 2007 geleverd worden. In afwachting van de overkoepelende databank voor beide regio s zullen een aantal beschrijvende statistieken weergegeven worden op basis van de gegevens geregistreerd door de huisartsen. Hierbij dient rekening gehouden te worden met een risico op bias o.w.v. het feit dat er een grote variabiliteit is in het aantal registraties dat werd ingevuld per huisarts. Op basis van deze gegevens zullen dan ook hypothesen worden geformuleerd die getoetst dienen te worden a.h.v.. de overkoepelende databank op regio-niveau 3. Onderzoeksvraag C Om een antwoord te geven op onderzoeksvraag C wordt gebruik gemaakt worden van complementaire kwalitatieve onderzoeksmethodes (interviews, focusgroepen, documentanalyse). 3 Ten einde selectiebias te voorkomen werd ter aanvulling van de aanvankelijk opgebouwde steekproef (zie Intermediair Rapport 2007) tevens een gerandomiseerde steekproef opgebouwd in de interventie- en de controleregio. Hiertoe werden uit de groep van participerende artsen 3 ad random 10 artsen geselecteerd die ad random 10 patiënten dienden te registreren. Ook bij de niet-participerende artsen werden 10 artsen geselecteerd die ad random 10 patiënten dienden te registreren. In de controle-regio werden via dezelfde procedure10 artsen geselecteerd die ad random 10 patiënten dienden te registreren. Op het moment van de redactie van dit rapport waren echter nog niet alle data van deze gerandomiseerde steekproeven verzameld. De resultaten zullen dan ook later gerapporteerd worden. 11

12 HOOFDSTUK I.2 2. PARTICIPATIE VAN DE REGIO De doelgroep van de interventie bestond uit alle diabetes type 2 patiënten en de daarbij betrokken zorgverleners in de regio (d.w.z. huisartsen, specialisten, verpleegkundigen, verzorgenden, apothekers, diëtisten en podologen). Een belangrijke vraag bij de implementatie van zorgvernieuwing op regionaal niveau is in welke mate je een regio in een dergelijk project kan betrekken. Participatie van zorgverleners Aantal zorgverleners in de regio bij aanvang van het DPA. Discipline Aantal in de regio anno 2004 Huisartsen 83 Tweede lijn 5 Apothekers 46 Diëtisten (met RIZIV-nummer) 1 in Aalst (+ 2(Lede) 3(Erpe) 1(Opwijk) ) Podologen (met RIZIV-nummer) 5 in Aalst (+ 1(Lede) 2(Erpe) 1(Denderbelle)) Verzorgenden 225 Verpleegkundigen 92 Referentieverpleegkundigen 5 Oogartsen 13 * Bij aanvang van het DPA waren er 83 actieve huisartsen in de regio. In de loop van het project heeft één huisarts de praktijk stopgezet en zijn twee huisartsen met pensioen gegaan. De participatiegraad zal berekend worden o.b.v. deze noemer van 80 huisartsen. Hieronder geven we per discipline weer op welke wijze en met welke intensiteit elke discipline participeerde aan de verschillende aspecten van het DiabetesProject Aalst. Apothekers De apothekers hebben deelgenomen aan de initiële bevraging rond taakopvattingen, knelpunten en noden (responsrate van 54%). In de loop van het project werden zij nog tweemaal bevraagd in het kader van het implementatieproces (responsrate 100%). Vijf apothekers engageerden zich in de intra-disciplinaire werkgroep (1 bijeenkomst)die het intradisciplinaire werkdocument voor de apothekers ontwikkelde (zie CD-ROM). Twee apothekers engageerden zich in de interdisciplinaire werkgroep (5 bijeenkomsten). De Vereniging van Apothekers was zeer actief betrokken in het DPA. Zo werden de zorgcoördinator en de diabeteseducatoren driemaal uitgenodigd om toelichting te geven over verschillende aspecten van het project. Alle apothekers werkten mee aan de verspreiding van de DPA-folders en waren bereid affiches van het project uit te hangen. 56% van de apothekers stimuleerden de patiënten om de posologiekaart mee te brengen naar de apotheek, wat als prioritair actiepunt voor de apothekers naar voor was geschoven o.b.v. het interdisciplinair zorgprotocol (zie Hoofdstuk II.2). De apothekersvereniging organiseerde in het kader van het DPA ook twee infoavonden voor haar leden rond OAD en insuline-opstart. Respectievelijk 52% en 72% van de apothekers uit de regio waren hierop aanwezig. Sinds 2006 vertegenwoordigt één apotheker de interdisciplinaire werkgroep in de lokale coördinatiecel. 12

13 HOOFDSTUK I.2 Diëtisten De diëtisten hebben deelgenomen aan de initiële bevraging rond taakopvattingen, knelpunten en noden (responsrate van 63%). Drie diëtisten registreerden gedurende twee periodes van 4 weken de patiënten die bij hen op consultatie kwamen. Deze 3 diëtisten vormden tevens de intradisciplinaire werkgroep diëtisten (4 bijeenkomsten) die het intradisciplinaire werkdocument ontwikkelde (zie CD-ROM). Zij werkten actief mee aan de ontwikkeling van een aantal documenten (bv. rond gezonde voeding) voor op de DPA-website. Twee diëtisten participeerden tevens aan de interdisciplinaire werkgroep (5 bijeenkomsten). Eén diëtist werkte actief mee aan de groepseducatie, navorming voor artsen, voordracht RVT samen met een DPA-diabeteseducator, patiëntendag (lid van panel), infoavond voor VDV, en een voordracht voor vzw Odice (voor mantelzorgers) samen met een DPA-diabeteseducator. Deze opdrachten zijn in overleg met de andere diëtisten opgenomen door de persoon die al ervaring had met het spreken voor groepen. Eén diëtiste hield gedurende het DPA raadpleging in het diabeteshuis. Een andere diëtiste is bereid dit te doen maar heeft tot nog toe de patiënten die verwezen werden via het DPA thuis ontvangen. Podologen De podologen hebben deelgenomen aan de initiële bevraging rond taakopvattingen, knelpunten en noden (responsrate van 50%). Vijf podologen registreerden gedurende twee periodes van 4 weken de patiënten die bij hen op consultatie kwamen. Zes podologen namen actief deel aan de intradisciplinaire werkgroep podologen (4 bijeenkomsten) die het intradisciplinaire werkdocument ontwikkelde (zie CD-ROM). Zij werkten tevens actief mee aan de ontwikkeling van een aantal documenten (bv. checklist jaarlijks voetonderzoek, adviezen voetverzorging bij mensen met diabetes type 2,.) voor op de DPA-website. Twee podologen participeerden tevens aan de interdisciplinaire werkgroep (5 bijeenkomsten). Eén podoloog werkte ook actief mee aan de navormingen voor huisartsen, de patiëntendag, en de infoavond met de VDV: deze opdracht is in overleg met de andere podologen opgenomen door de persoon die al ervaring had met het spreken voor groepen. Sinds 2006 vertegenwoordigt één podoloog de interdisciplinaire werkgroep in de lokale coördinatiecel. Thuisverpleegkundigen en verzorgenden Zowel de thuisverpleegkundigen (responsrate van 74%) als de verzorgenden (responsrate 64%) hebben deelgenomen aan de initiële bevraging rond taakopvattingen, knelpunten en noden. Vijftien verpleegkundigen en verzorgenden namen actief deel aan de intradisciplinaire werkgroep (8 bijeenkomsten) verpleegkundigen en verzorgenden die het intradisciplinaire werkdocument voor de verpleegkundigen en verzorgenden ontwikkelde (zie CD-ROM). Twee verpleegkundigen en twee verzorgenden participeerden tevens aan de interdisciplinaire werkgroep (5 bijeenkomsten). Alle organisaties waren bereid de geformuleerde aandachtspunten op te nemen in hun werking. Hiertoe bespraken zij met de zorgcoördinator implementatiestrategieën op maat van hun organisatie. Op basis van dit overleg werden in een aantal organisaties verscheidene sessies georganiseerd waarop de zorgcoördinator het interdisciplinaire zorgprotocol kwam toelichten. Er werd tevens een werkgroep referentieverpleegkundigen (5 bijeenkomsten) gevormd waaraan alle referentieverpleegkundigen uit de regio deelnamen. 13

14 HOOFDSTUK I.2 De tweede lijn De endocrinologen (n=3; 2 mannen, 1 vrouw) en de geriaters (n=2; 2 vrouwen) actief in de onderzoeksregio vulden de vragenlijst in. Twee endocrinologen maakten deel uit van de lokale stuurgroep. Zij waren dus mede verantwoordelijk voor alle initiatieven die door het DPA ondernomen werden. De derde endocrinoloog was actief betrokken bij de organisatie en presentatie van de navorming voor huisartsen. De drie endocrinologen en de twee geriaters uit de regio vormden de intradisciplinaire werkgroep (3 bijeenkomsten) die verantwoordelijk was voor het werkdocument voor de tweede lijn (zie CD-ROM). Daarnaast namen zij ook actief deel aan de werkgroep huisartsen-specialisten (11 bijeenkomsten). Twee endocrinologen participeerden tevens aan de interdisciplinaire werkgroep (5 bijeenkomsten). Tijdens het hele project hebben de endocrinologen in de regio het ondersteuningsaanbod voor patiënten en artsen (zowel individuele educatie en groepseducatie als ondersteuning bij insuline-opstart) actief ondersteund. Huisartsen De huisartsen hebben deelgenomen aan de initiële bevraging rond taakopvattingen, knelpunten en noden (responsrate van 54%). 28 huisartsen namen deel aan beide registratieperiodes 4 (d.i. 35%). 48 huisartsen (d.i. 60%) namen deel aan de navorming (sessie 1, maart-april 2005, en/of sessie 2, september-oktober 2005) georganiseerd door het DPA. 55 huisartsen (d.i.69%) verwezen minstens één patiënt voor educatie, 34 huisartsen (d.i. 43%) verwezen twee of meer patiënten voor educatie. Zeventien artsen (d.i. 21%) namen op geen enkele van bovenstaande manieren (registratie, navorming, verwijzing) deel aan het DPA. Zeven huisartsen namen actief deel aan de intradisciplinaire werkgroep huisartsen (4 bijeenkomsten) die het intradisciplinaire werkdocument voor de huisartsen ontwikkelde (zie CD-ROM). Deze artsen namen daarenboven ook deel aan de werkgroep huisartsenspecialisten (11 bijeenkomsten), waarin o.a. de navormingen voor de huisartsen werden voorbereid. Twee huisartsen participeerden tevens aan de interdisciplinaire werkgroep. Twee huisartsen (SIT-voorzitter en Kring-voorzitter) maakten deel uit van de lokale stuurgroep van het DPA. Eerste verwijzing voor educatie door huisarts in functie van periode 5 : periode Aantal huisartsen dat voor de eerste keer verwijst naar het DPA (%) 01/10/ /12/2004 MAAND (16%) 01/01/ /03/2005 MAAND (11%) 01/04/ /06/2005 MAAND (9%) 01/07/ /09/2005 MAAND (2%) 01/10/ /12/2006 MAAND (6%) 01/01/ /03/2006 MAAND (13%) 01/04/ /03/2007 MAAND (11%) 55 4 Hier worden enkel de artsen die een praktijk in de regio hebben in rekening gebracht. De registraties van de basismeting (zie I.3) bevatten ook registraties die uitgevoerd werden door artsen die patiënten in de onderzoeksregio hebben maar wiens praktijk zich feitelijk net buiten de onderzoeksregio bevindt. 5 Deze cijfers zijn gebaseerd op patiënten die effectief gebruik gemaakt hebben van het ondersteuningsaanbod. Dit is een onderschatting van het aantal verwijzingen door de arts. Niet alle patiënten die verwezen worden volgen dit advies op. 14

15 HOOFDSTUK I.2 Grol en Wensing ( ) citeren in hun boek over implementatie naar de indeling van Rogers 7 m.b.t. subgroepen binnen een doelgroep in termen van het veranderingsproces: - Innovators: een groep die sterk gericht is op nieuwe ideeën. - Early adopters: een actieve groep, die vaak veel status heeft binnen de doelgroep en als referentiepunt voor de meeste innovators fungeert. - Early majority: een groep die niet bestaat uit leiders, maar die nauw contact heeft met en zich laat leiden door early adopters. - Late majority: een groep die sceptisch is ten aanzien van verandering, weinig gevoelig is voor informatiebronnen en meer vertrouwt op de publieke opinie of druk van collega s. - Laggards: een traditionele groep, die veel weerstand tegen verandering heeft. De volgende figuur toont een prototypische frequentieverdeling van deze subgroepen: Toegepast op onze doelgroep van 80 artsen zou dit de volgende verdeling opleveren: 6 Grol, R., Wensing, M., red., Implementatie: Effectieve verandering van patiëntenzorg. Elsevier Gezondheidszorg, Utrecht Rogers, E, Diffusion of innovations. New York: Free Press

16 HOOFDSTUK I.2 Bovenstaande distributie komt vrij mooi overeen met de verdeling van de subgroepen van artsen in termen van het moment waarop ze voor de eerste keer een patiënt verwijzen voor educatie. - Innovators: Hierbij kunnen we verwijzen naar de twee huisartsen die het project in de regio geïntroduceerd en getrokken hebben: de SIT-voorzitter en de voorzitter van de Huisartsenkring. - Early adopters: Hierbij kunnen we verwijzen naar de huisartsen die in de eerste 3 maanden van het project onmiddellijk een patiënt verwezen hebben. Het gaat hier om 11 artsen (+ de 2 innovators). - Early majority: Hierbij kunnen we verwijzen naar de huisartsen die binnen het daaropvolgende jaar (01/01/ /12/2005) waarin ook twee navormingen werden gegeven patiënten verwijzen. Het gaat hier om 23 huisartsen. - Late majority: We kunnen hier verwijzen naar de 19 artsen die vanaf 1 januari 2006 (d.w.z. 15 maanden na de start van het project) voor de eerste keer patiënten verwijzen. Ook de 8 artsen die nog geen patiënten hebben verwezen maar die wel naar een navorming zijn geweest en/of geregistreerd hebben zouden in deze groep geplaatst kunnen worden. Deze laatste groep heeft op die manier al een minimale interesse getoond in het project, maar is nog niet overgegaan tot effectieve doorverwijzing van patiënten naar het project. - Laggards: Hierbij kunnen we verwijzen naar de 17 huisartsen die op geen enkele wijze aan het project geparticipeerd hebben. 16

17 HOOFDSTUK I innovator early adoptor early majority late majority laggard Deze patronen geven aan dat de subgroepen uit het model van Rogers vrij nauwkeurig te identificeren zijn op basis van het moment van actieve participatie in het project. Interessant hierbij is dat we merken dat momenteel slechts 2/3 van de late majority (verder late majority A genoemd) reeds effectief de stap heeft gezet om patiënten te verwijzen naar het DPA. Eén derde van deze subgroep (verder late majority B genoemd) heeft al een minimale interesse getoond in het project, maar is nog niet overgegaan tot effectieve doorverwijzing van patiënten naar het project. Hier is dus duidelijk nog ruimte voor een verhoogde participatie in de regio door een continuering van het implementatieproces (zie Hoofdstuk II.2). Naast timing van instappen in het project kunnen we ook een classificatie maken van artsen in termen van intensiteit van participatie. In het kader van de kwalitatieve evaluatie van redenen voor (non)participatie (zie II.4) wordt een onderscheid gemaakt tussen vier groepen: artsen waarvan méér dan vijf patiënten gebruik hebben gemaakt van het aanbod, artsen waarvan twee tot vijf patiënten gebruik gemaakt hebben van het aanbod, artsen waarvan één patiënt gebruik heeft gemaakt van het aanbod en artsen waarvan geen enkele patiënt gebruik gemaakt heeft van het aanbod. Participatiegraad van de artsen in termen van aantal verwijzingen voor educatie (1) Aantal patiënten Groep n verwezen voor educatie > 5 patiënten 1 16 (20%) 2 tot 5 patiënten 2 18 (23%) Eén patiënt 3 21 (26%) Geen patiënt 4 25 (31%) 80 (1) De participatiegraad van de artsen aan het ondersteuningsaanbod is berekend op basis van het aantal patiënten dat gebruik gemaakt heeft van de ondersteuning (educatie en/of screening voor opstart insuline). Dit is een onderschatting van het aantal verwijzingen van de arts. Niet alle patiënten die verwezen worden volgen dit advies op. Als we deze classificatie afzetten tegenover de eerder opgemaakte classificatie van Rogers, dan merken we dat de timing van het instappen in het project (gedefinieerd door de eerste verwijzing) mooi correleert met de intensiteit van participatie. We zien dan ook dat mensen die vroeg instappen in het project (innovators, early adaptors en early majority) ook blijven verwijzen naar de diabeteseducator. 17

18 HOOFDSTUK I.2 Groepen in termen van aantal verwijzingen > 5 patiënten 2 tot 5 patiënten minstens één patiënt geen patiënten innovator early adoptor early majority late majority A late majority B laggard In Deel II (Hoofdstuk II.4 en Hoofdstuk II.6) wordt dieper ingegaan op de redenen voor participatie en non-participatie. 18

19 HOOFDSTUK I.2 Participatie van patiënten Sinds het aanbod beschikbaar werd in oktober 2004 maakten 340 patiënten met diabetes type 2 er gebruik van. Naast minstens één individuele educatiesessie kregen 44 mensen groepseducatie en werden 55 verder begeleid voor screening voor en eventuele opstart van insuline in de eerste lijn. Tweehonderdéénendertig personen volgden enkel individuele educatie, 39 kregen individuele en groepseducatie, 51 volgende respectievelijk individuele educatie en begeleiding bij insuline opstart en 5 maakten van alle educatievormen gebruik. Op basis van het inwonersaantal van en een prevalentie van 3% wordt het aantal diabetes type 2 patiënten in de regio geschat op Het aantal dat daarvan niet in de conventie is opgenomen bedraagt ongeveer Dit wil zeggen dat er op dit moment een participatiegraad is van 20% van de geschatte doelgroep. Onderstaande figuur toont de evolutie van het aantal mensen dat gebruik maakt van educatieaanbod in functie van de tijd Aantal patiënten okt/04 dec/04 feb/05 apr/05 jun/05 aug/05 okt/05 dec/05 feb/06 apr/06 jun/06 aug/06 okt/06 dec/06 feb/07 apr/07 Duur project in maanden 8 Van de gediagnosticeerde diabetespatiënten in 2004 genieten er personen van de overeenkomst zelfregulatie van de diabetes mellitus patiënt. Dit is 26%. Wanneer we dit transponeren naar de regio Aalst betekent dit dat ongeveer 600 personen in de conventie zijn opgenomen. Bron: De diabetes conventie. Rapport van het Intermutualistisch Agentschap in opdracht van het RIZIV. Brussel, Intermutualistisch Agentschap, Juli

20 HOOFDSTUK I.2 Er was een geleidelijke toename van het aantal personen dat verwezen werd voor educatie. Zoals tabel 1 en grafiek 2 laten zien, was het aantal patiënten dat per maand instapte in het project variabel. Participatie aan het educatie aanbod is dus een dynamisch gegeven. De twee dieptepunten in de grafiek 2 komen overeen met de 2 momenten waarop het onzeker was of het veldproject zou gecontinueerd worden. Tabel: Aantal en percentages van patiënten die in het ondersteuningsaanbod stappen per periode: 01/10/ /03/ (19%) 01/04/ /09/ (20%) 01/10/ /03/ (26%) 01/04/ /09/ (14%) 01/10/2006-3/04/ (21%) Grafiek: Aantal aanmeldingen per maand Aantal patiënten okt/04 nov/04 dec/04 jan/05 feb/05 mrt/05 apr/05 mei/05 jun/05 jul/05 aug/05 sep/05 okt/05 BESCHRIJVING VAN PATIËNTEN DIE VAN HET AANBOD GEBRUIK MAAKTEN 9 nov/05 Duur project in maanden dec/05 jan/06 feb/06 mrt/06 apr/06 mei/06 jun/06 jul/06 aug/06 sep/06 okt/06 nov/06 dec/06 jan/07 feb/07 mrt/07 apr/07 Tijdens het eerste contact met de diabeteseducator, werden van de aangemelde patiënten basisgegevens verzameld. Eind april 2007 waren dit er 326. De educatiegroep wordt op basis van deze intakegegevens beschreven. Evenveel mannen als vrouwen maakten gebruik van het aanbod. Hun gemiddelde leeftijd was 65 jaar en een kwart van de mensen was alleenstaand. Bij de mensen op groepseducatie was dit minder namelijk èèn vijfde, in de groep die gescreend werd voor insuline opstart waren meer alleenstaanden (28%). 9 Een uitgebreide beschrijving van de deelnemende patiënten is opgenomen in hoofdstuk II.4.B. 20

21 HOOFDSTUK I.2 In de totale groep was de diagnose gemiddeld 6 jaar gesteld wanneer de patiënt zich aanmeldde. Hier zien we een duidelijk verschil tussen de groep die extra ondersteuning krijgt in het kader van mogelijke insuline opstart. Deze groep heeft gemiddeld 10 jaar diabetes op het moment dat ze zich aanmelden. Afhankelijk van het educatieonderdeel volgden 5 tot 20% van de mensen onderwijs tot maximum 15 jaar. Vier tot acht percent studeerde aan de universiteit of aan een hogeschool. Opvallend is dat de mensen uit de groepseducatie hoger opgeleid zijn in vergelijking met de anderen. De meerderheid van de patiënten werd behandeld met orale medicatie eventueel gecombineerd met een dieet. De personen waarvoor insuline therapie overwogen werd, werden allemaal medicamenteus behandeld. Ongeveer één derde van de patiënten die zich aanmeldden hadden op dat moment een diabetespas (de educator kan geen pas aanvragen, aanvraag moet ondertekend worden door arts). Voor een ruim derde werd de pas recent aangevraagd. In de groep die in screening zat voor insuline opstart was het aantal mensen dat beschikte over een diabetespas groter (de helft). Tien tot elf percent rookte, in de screeningsgroep voor insuline was dit 16%. De bloeddruk was vergelijkbaar en bedroeg ongeveer 140 over 80 mm Hg. Gemiddelde HbA1c schommelde tussen 7,64 en 9,06%. De groep die eventueel op insuline overgaat had, zoals men kan verwachten, de hoogste waarde.de gemiddelde BMI situeerde zich rond de 30. De vijf personen die aan de drie soorten ondersteuning deelnamen, hadden blijkbaar een lagere BMI bij instap in het educatieaanbod. Belangrijk om vast te stellen is dat van de 326 mensen die gebruik maken van het aanbod, 22% recent (dit wil zeggen maximaal 12 maanden geleden) de diagnose kreeg. In de groep die enkel individuele educatie kreeg is die 29%, dus bijna 1/3 van de totale groep. Elf percent van de mensen die enkel individuele educatie volgden, kwamen op educatie binnen de 2 maanden na de diagnose. Dit wijst erop dat het aanbieden van educatie vroeg na de diagnose, zoals het ook in internationale aanbevelingen wordt aangegeven, ingaat op een reële nood van artsen en patiënten. 21

22 HOOFDSTUK I.2 Totaal Enkel indiv. Indiv. en Indiv. en Indiv., groep insuline groep en insuline N=326 N = 231 N = 39 N = 51 N = 5 Geslacht (% vrouwen) 52% 53% 55% 54% 2 vrouwen Leeftijd (J)(gem/SD) 65 (±10) 64 (±11) 64 (±8) 66 (±12) 70 (67-78) Leefsituatie 1 25% 26% 20% 28% (% alleenstaand) Opleidingsniveau - Tot max 15j 18% 21% 5% 10% 2 - HS en verdergezet max 3 jaar 33% 32% 36% 31% 3 - Univ. of HO >3j 4% 4% 8% 4% 0 - Onbekend 45% 43% 51% 55% 0 Roken (% rokers) 11% 11% 10% 16% / Diabetesduur (jaar) (gem/sd) 6 (±6) 5 (±6) 5 (±5) 10,6 (±6,5) 7 (5-11) Diagnose 2m 8% 11% 3% 0% 0 Diagnose 1 jaar Tussen 1 en 10jaar 10 jaar Onbekend Diabetspas - Ja - Aangevraagd - Neen - Onbekend Behandeling - Dieet - OAD (±dieet) - Insuline - OAD en insuline - Onbekend Systolische BD (mmhg) (gem/sd) Diastolische BD (mmhg) 22% 51% 24% 3% 32% 36% 21% 11% 10% 82% 1% 4% 3% 29% 52% 17% 3% 30% 38% 19% 13% 12% 78% <1% 4% 5% 18% 59% 18% 5% 21% 46% 21% 12% 10% 85% 0% 5% 0% 0% 39% 59% 2% 49% 20% 31% 0% 0% 94% 2% 4% 0% 137 (±17) 136 (±17) 138 (±20) 136 (±18) 79 (±9) 80 (±9) 78 (±6) 79 (±9) (±23) 70 (±12) (gem/sd) BMI (kg/m²) (gem/sd) 29.5 (±5) 29.6 (±5) 29.7 (±6) 29.3 (±6) 26.8 (±7) HbA1c (%) (gem/sd) 7.96 (±1,7) 7,64 (±1,7) 7,7 (±1,8) 9.06 (±1,3) 8,6 (±1,2) Er werden 73 recent gediagnosticeerde patiënten ( 12 maanden) doorverwezen gedurende 31 maanden door 43 huisartsen 10. De jaarlijkse incidentie van nieuwe diabetes type 2 patiënten in de praktijk is Op 31 maanden schatten we een potentieel aan 274 nieuwe diabetespatiënten in die praktijken. Dit wil zeggen dat 27% van de nieuw gediagnosticeerde patiënten van die huisartsen actief verwezen werden voor individuele educatie. 10 Enkel artsen die minstens 2 patiënten verwezen werden weerhouden. Artsen waarbij maar één patiënt verwezen werden wonen of aan de rand van de regio en konden enkel hun patiënten die IN de regio woonden sturen; artsen van wie maar één patiënt op educatie kwam verstuurden de patiënt vaak ook niet zelf. De patiënt kwam vaak op eigen initiatief. 11 Wens J, Van Casteren V, Vermeire E, Van Royen P, Pas L, Denekens J. Diagnosis and treatment of type 2 diabetes in three Belgian regions. Registration via a network of Sentinel general practices.eur J Epidemiol 2001;17(8):

23 HOOFDSTUK I.2 GEBRUIK VAN HET AANBOD Op basis van een niet beperkt aanbod (= aantal sessies dat patiënten mogen volgen), volgden patiënten gemiddeld 4.1 educatiesessies per jaar. In de groep die enkel individuele educatie volgde was dit lager (3.4 sessies) en in de insulinegroep was dit hoger (7.6 sessies). Hoe langer mensen diabetes hebben, hoe meer sessies ze volgen. Vooral in de groep die meer dan 10 jaar diabetes heeft, is het aantal sessies per jaar opvallend hoger (5.2 sessies). Hoe hoger de startwaarde van HbA1c, hoe meer sessies iemand volgt. Een eerste sessie duurde gemiddeld 75 minuten en een tweede 45 minuten. De derde en vierde sessie tussen 33 en 42 minuten. De mediane duur van de eerste sessie is beduidend langer bij mensen die recent gediagnosticeerd zijn. De derde en vierde sessie zijn iets langer bij de insulinegroep. De startwaarde van HbA1c heeft geen invloed op de duur van de sessies. Gemiddeld volgden mensen 4 sessies met een mediane totale educatietijd van 3 uren. VERGELIJKING MET PATIËNTEN DIE NIET VERWEZEN WERDEN Van de 326 geëduceerde patiënten werden er 200 verwezen door huisartsen (n=17) die registreerden én minstens 5 patiënten verwezen. Deze artsen registreerden samen 143 patiënten die niet verwezen werden. Een vergelijking van deze 2 groepen laat ons toe een eerste voorzichtig idee te formuleren over welke patiënten door huisartsen verwezen worden. Deze eerste indruk dient getoetst te worden aan de hand van gegevens van de gekoppelde databank op regioniveau (IMA/labo). Personen die niet verwezen werden door hun huisarts hadden langer diabetes (8.5±7 jaren versus 6±6 jaren) en hun gemiddeld HbA1c was lager t.o.v. de mensen die wel verwezen werden (7,2 ±1,5% versus 7,7 ±1,6%). 23

24 HOOFDSTUK I.3 3. ONDERZOEKSVRAAG A: Leidt het invoeren van een regionaal zorgprogramma voor DM2 tot een verbetering van de kwaliteit van de zorg in vergelijking met de reguliere zorgverlening? Zoals eerder vermeld was het de bedoeling om in samenwerking met de Kruispuntbank Sociale Zekerheid een databank op regioniveau op te bouwen waarin NIS-gegevens, IMAgegevens en labo-gegevens gekoppeld zouden worden. Deze exhaustieve databank voor alle diabetes type 2 patiënten voor de interventieregio s en de controleregio is cruciaal voor het beantwoorden van onderzoeksvraag A en B. Aangezien deze databank nog niet ter onze beschikking staat, zullen we een aantal onderzoekshypothesen genereren op basis van trends die we in de lokaal opgebouwde databank vaststellen. Deze hypothesen dienen getoetst te worden o.b.v. de gekoppelde databank op regioniveau. Het is belangrijk om hierbij te benadrukken dat het doel van deze databank was om de zorgcoördinator een instrument te geven om een stand van zaken op te maken m.b.t. de kwaliteit van zorg bij de start, tijdens en bij afloop van het project. Gezien de wettelijke opdracht om alle artsen en patiënten in de regio de mogelijkheid te bieden om deel te nemen aan het zorgaanbod, werd dan ook getracht om zoveel mogelijk artsen een maximaal aantal diabetespatiënten te laten registreren. In het kader van transfereerbaarheid naar andere regio s stond hierbij de vraag van de haalbaarheid (procesbeschrijving) en de validiteit (o.b.v. toetsing a.h.v. KSZ databank) van de ontwikkeling van een dergelijke regionale databank dan ook centraal. Voor een bespreking hiervan verwijzen we naar Hoofdstuk II.7. A. Beschrijving van de steekproeven Bij aanvang van het project d.i. oktober 2004 en twee jaar later werd aan huisartsen in de interventie- en controleregio gevraagd om zoveel mogelijk van hun diabetes type 2 patiënten te registreren m.b.v. een daartoe ontwikkeld registratieformulier. De registraties gebeurden enkel voor de patiënten die hiertoe schriftelijk toestemming hebben gegeven (informed consent). INTERVENTIE-REGIO Op basis van een inwonersaantal van in de interventieregio en een prevalentie van 3% wordt het aantal diabetes type 2 patiënten geschat op ca In totaal werden bij aanvang van het project (d.i. T0, oktober 2004) 455 patiënten geregistreerd door 45 huisartsen. Dit wil zeggen dat van 20% van de totaal geschatte groep diabetes type 2 patiënten gegevens over de diabeteszorg geregistreerd werd voor de periode 01/10/2003 tot en met 30/09/2004. Op basis van deze steekproef werd in het tussentijdse rapport van februari 2006 een beeld geschetst van de kwaliteit van de diabeteszorg in de interventieregio bij aanvang van het project. Voor de nameting T1 werden 324 patiënten (d.i. 71%) opnieuw geregistreerd, d.w.z. dat 131 patiënten geen tweede keer werden geregistreerd. Vijftien artsen werden betrokken bij de opbouw van de complementaire gerandomiseerde steekproef. Aan hen werd gevraagd voorrang te verlenen aan de registraties van de gerandomiseerde steekproef. In deze groep werden 52 patiënten opgenomen in de oorspronkelijke registratie niet opnieuw geregistreerd. 5 registraties werden niet in de eindmeting opgenomen omdat de formulieren onvolledig waren ingevuld. Van 50 patiënten zijn de redenen voor nietregistratie bekend. 24

25 HOOFDSTUK I.3 Aantal registraties Reden voor niet hernomen registratie 7 Arts geeft aan dat hij niet meer wil registreren.* 1 Arts geeft aan dat hij niet meer wil registreren. * 8 Arts in zwangerschapsverlof 11 Arts op pensioen 2 Arts gestopt met huisartsgeneeskunde 12 Patiënt overleden 9 Patiënt wordt niet meer opgevolgd door dezelfde huisarts als op T0 50 * Arts werd bevraagd in het kader van de individuele interviews (zie Deel II). Voor 24 registraties (=7% van de oorspronkelijke steekproef) is de reden voor nietregistratie op T1 niet gekend. CONTROLE-REGIO De controleregio heeft een populatie van inwoners. Het aantal diabetes type 2 patiënten in deze regio wordt geschat op Ook in de controleregio werden huisartsen gevraagd hun diabetes type 2 patiënten te registreren. Dertig artsen waren bereid deel te nemen aan de registratie (45% van de artsen in de regio). Ze registreerden gegevens betreffen de periode tot en met over 375 patiënten (18% van de geschatte diabetespopulatie). Voor de nameting werden 287 patiënten opnieuw geregistreerd (d.i. 77%). Dit wil zeggen dat voor 88 patiënten voor wie een eerste registratie was opgenomen geen tweede registratie werd uitgevoerd. Aantal registraties Reden voor niet hernomen registratie 31 3 Artsen geven aan niet meer te willen registreren. 18 Arts overleden 20 Patiënten overleden 11 Patiënt wordt niet meer opgevolgd door huisarts T0 70 Voor 18 registraties (=5% van de oorspronkelijke steekproef) is de reden voor nietregistratie op T1 niet gekend. Kenmerken van de steekproeven in de interventie en controleregio op T0 Aan de hand van de vergelijking van een aantal steekproefkenmerken op T0 wordt de vergelijkbaarheid van beide steekproeven nagegaan. 25

26 HOOFDSTUK I.3 Kenmerken van de huisartsen die registreerden 28 van 80 huisartsen in de interventieregio (=35%) registreerden voor beide periodes 12. In de controleregio werd er door 26 van 64 huisartsen in de interventieregio (=41%) geregistreerd voor beide periodes. In de onderstaande tabel worden enkele gegevens opgelijst voor de registrerende en niet-registrerende artsen in de interventie- en in de controleregio. Voor de artsen die niet registreerden in de controleregio beschikken we slechts voor 17 van de 40 artsen gegevens (d.i. 45%). INTERVENTIEREGIO N= 80 CONTROLEREGIO N = 64 Artsen die registreerden voor beide periodes Artsen die niet registreerden Artsen die registreerden voor beide periodes Artsen die niet registreerden aantal n=28 (35%) n=52 n=26 (39%) n = 38 Gemiddeld aantal registraties per huisarts (min, max) 11,4 Min = 3, Max = 31-10,6 Min = 1, Max = 40 Geslacht 25%V 14% V 17%V 19%V* - Leeftijd 47,07 (SD 10,7) 48,3 (SD 9,6) 53 46* Praktijkvorm Type dossier 54% solo 29% duo 18% groep 11% papier 86% EMD 4% gemengd (n=1) 83% solo 15% duo 2% groep 30% papier** 52% EMD** 19% gemengd** 72% solo 24% duo 4% groep 12% papier 84% EMD * Cijfers enkel beschikbaar voor 17 van de 38 artsen (d.i. 45%). ** Cijfers enkel beschikbaar voor 27 van de 52 artsen = 48% 88% solo* 0% duo* 12% groep* 33% papier* 67% EMD* Opmerking m.b.t. statistische toetsen o.b.v. deze steekproeven Het is duidelijk dat er een enorme variatie is in het aantal patiënten dat per arts geregistreerd werd: van 3 tot 31 in de interventieregio, en van 1 tot 41 in de controleregio. Dit wil zeggen dat de statistische analyses rekening dienen te houden met clustering van registraties rond huisartsen 13, waarbij er een enorme variatie bestaat in de grootte van de clusters. Aangepaste statistische analyses, meer bepaald multi-level 12 Daarnaast waren er ook 4 huisartsen van buiten de afgebakende interventieregio die in totaal 7 patiënten registreerden die in de interventieregio wonen. 13 Wears, RL. Advanced Statistics: Statistical Methods for Analyzing Cluster and Cluster- Randomized Data.Academic Emergency Medicine 2002; 9:

Op empowerment gebaseerde zelfzorgeducatie voor mensen met diabetes type 2 in de eerste lijn.

Op empowerment gebaseerde zelfzorgeducatie voor mensen met diabetes type 2 in de eerste lijn. Op empowerment gebaseerde zelfzorgeducatie voor mensen met diabetes type 2 in de eerste lijn. Hilde Bastiaens Prof. dr. Etienne Vermeire Prof. dr. Paul Van Royen Centrum voor Huisartsgeneeskunde 2 Inhoud

Nadere informatie

ACHIL: evaluatie van de zorgtrajecten diabetes mellitus type 2 en chronische nierinsufficiëntie

ACHIL: evaluatie van de zorgtrajecten diabetes mellitus type 2 en chronische nierinsufficiëntie ACHIL: evaluatie van de zorgtrajecten diabetes mellitus type 2 en chronische nierinsufficiëntie Achil Phase 1 (2009-2013). Ambulatory Care Health Information Laboratory Feedback rapport Lokale Multidisciplinaire

Nadere informatie

Hoe gaat het zorgtraject diabetes type 2 er in de toekomst uitzien? Stand van zaken na de evaluatie

Hoe gaat het zorgtraject diabetes type 2 er in de toekomst uitzien? Stand van zaken na de evaluatie Hoe gaat het zorgtraject diabetes type 2 er in de toekomst uitzien? Stand van zaken na de evaluatie NVKVV Oostende 27 april 2015 1 Inleiding 2 1 Wat is een zorgtraject? Nieuwe aanpak van een chronische

Nadere informatie

Diabetes. jouw thuisverpleging. onze expertise.

Diabetes. jouw thuisverpleging. onze expertise. Diabetes jouw thuisverpleging. onze expertise. Diabetes... en nu? Diabetes is een chronische aandoening die hoe langer hoe meer Belgen treft. Een gezonde levensstijl is de beste preventie tegen uitbreiding

Nadere informatie

Analyse van de percepties van diabeteseducatoren t.a.v. het zorgtraject Diabetes. (regio Destelbergen-Gent-Melle-Merelbeke)

Analyse van de percepties van diabeteseducatoren t.a.v. het zorgtraject Diabetes. (regio Destelbergen-Gent-Melle-Merelbeke) Analyse van de percepties van diabeteseducatoren t.a.v. het zorgtraject Diabetes. (regio Destelbergen-Gent-Melle-Merelbeke) November 202 Stuurgroep LMN Samen in Zorg (L. Alleman, E. Beddeleem, dr. C. Besard,

Nadere informatie

Nieuwe richtlijnen diabetes

Nieuwe richtlijnen diabetes Nieuwe richtlijnen diabetes Nieuwe richtlijnen diabetes In de loop van 2016 zijn er verschillende nieuwe richtlijnen gecommuniceerd en sinds 1 mei 2018 gelden er opnieuw nieuwe regelgevingen niet eenvoudig

Nadere informatie

Feedback rapport per huisarts

Feedback rapport per huisarts ACHIL: evaluatie van de zorgtrajecten diabetes mellitus type 2 en chronische nierinsufficiëntie Achil Phase 1 (2009-2013). Ambulatory Care Health Information Laboratory Feedback rapport per huisarts Dataverzameling

Nadere informatie

LMN Maas en Kempen LOK

LMN Maas en Kempen LOK LMN Maas en Kempen LOK 18.11.2013 CHRONISCHE NIERINSUFFICIËNTIE Zorgtraject DIABETES verschillende programma s VARIA Zorgtraject chronische nierinsufficiëntie wie? GFR < 45 ml/min/1,73m 2 (MDRD-formule)

Nadere informatie

Ontwikkeling en implementatie van een regionaal zorgprogramma voor diabetes type 2 in de eerste lijn (deel 1)

Ontwikkeling en implementatie van een regionaal zorgprogramma voor diabetes type 2 in de eerste lijn (deel 1) H U I S A R T S & O N D E R Z O E K H E T D I A B E T E S P R O J E C T A A L S T Ontwikkeling en implementatie van een regionaal zorgprogramma voor diabetes type 2 in de eerste lijn (deel 1) P. SUNAERT,

Nadere informatie

LMN Maas en Kempen LOK

LMN Maas en Kempen LOK LMN Maas en Kempen LOK 13.03.2014 Zorgtraject chronische nierinsufficiëntie wie? GFR < 45 ml/min/1,73m 2 (MDRD-formule) EN/OF proteïnurie > 1g/dag (2x bevestigd, tussentijd min. 3 maanden) + > 18 j + niet

Nadere informatie

18/06/2014 GROEPSVOORLICHTING DIABETES INHOUD WAAROM INFO OVER DIABETES? Info diabetes Prevalentie Types

18/06/2014 GROEPSVOORLICHTING DIABETES INHOUD WAAROM INFO OVER DIABETES? Info diabetes Prevalentie Types INHOUD GROEPSVOORLICHTING DIABETES W E R K G R O E P D I AB E T E S L M N Z U I D E R K E M P E N Info diabetes Prevalentie Types Wat is LMN Werkgroep diabetes Conversation Maps Wat? Samenwerking lokaal

Nadere informatie

Vitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011

Vitale Vaten. Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Vitale Vaten Ineke Sterk projectleider Vitale Vaten 4 oktober 2011 Dé Gezonde regio: waar? Dé Gezonde regio: wie? Verleiden Opbouw presentatie Inleiding hart- en vaatziekten Project Vitale Vaten Gorinchem

Nadere informatie

AANMELDEN ZORGSYSTEMEN HALT2DIABETES ZORGSYSTEMEN HALT2DIABETES

AANMELDEN ZORGSYSTEMEN HALT2DIABETES ZORGSYSTEMEN HALT2DIABETES BIJLAGE HOOFDSTUK 1 AANMELDEN VOORTRAJECT ( OPVOLGING VAN EEN PATIËNT MET DIABETES TYPE 2 ) Het voortraject of Opvolging van een patiënt met diabetes type 2 is er voor alle patiënten met diabetes type

Nadere informatie

Samenvatting voor niet-ingewijden

Samenvatting voor niet-ingewijden voor niet-ingewijden Type 2 diabetes Diabetes is een ernstige chronische ziekte, die wordt gekenmerkt door te hoge glucosespiegels (de suikers ) in het bloed. Er zijn verschillende typen diabetes, waarvan

Nadere informatie

Het zorgtraject diabetes: van regels naar praktijk

Het zorgtraject diabetes: van regels naar praktijk Het zorgtraject diabetes: van regels naar praktijk Dr. Frank NOBELS endocrinologie O.L.V. Aalst zorgvernieuwing nodig! Enorme toename van chronische aandoeningen De organisatie van onze gezondheidszorg

Nadere informatie

LMN Maas en Kempen LOK Bree-Meeuwen Gruitrode 5.09.2013

LMN Maas en Kempen LOK Bree-Meeuwen Gruitrode 5.09.2013 LMN Maas en Kempen LOK Bree-Meeuwen Gruitrode 5.09.2013 Diabetes Praktische tips Chronische nierinsufficiëntie Zorgtraject chronische nierinsufficiëntie wie? GFR < 45 ml/min/1,73m 2 (MDRD-formule) EN/OF

Nadere informatie

HALT2Diabetes Preventie van type 2 diabetes in Vlaanderen. Stappenplan voor huisartsen

HALT2Diabetes Preventie van type 2 diabetes in Vlaanderen. Stappenplan voor huisartsen HALT2Diabetes Preventie van type 2 diabetes in Vlaanderen Stappenplan voor huisartsen HALT2Diabetes Hoe deelnemen Projectinformatie Rol van de huisarts 2 HALT2Diabetes Hoe deelnemen STAPPENPLAN 1. Registreer

Nadere informatie

Samenvatting R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9

Samenvatting R1 R2 R3 R4 R5 R6 R7 R8 R9 SAMENVATTING 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 134 Type 2 diabetes is een veel voorkomende ziekte die een grote impact heeft op zowel degene waarbij

Nadere informatie

CEL 2010 0049. Indicatorenset DM

CEL 2010 0049. Indicatorenset DM CEL 2010 0049 Indicatorenset DM Deze indicatorenset Diabetes Melitus is vervaardigd in opdracht van ZN en wordt ingebracht bij Zichtbare Zorg als de door zorgverzekeraars gewenste indicatorenset. Zorgverzekeraars

Nadere informatie

Zorgtraject Diabetes: een magere versie van Diabetes Project Aalst? ZTD = DPA gestript? ZTD = DPA gestript?

Zorgtraject Diabetes: een magere versie van Diabetes Project Aalst? ZTD = DPA gestript? ZTD = DPA gestript? Zorgtraject Diabetes: een magere versie van Diabetes Project Aalst? Dr. Frank NOBELS endocrinologie O.L.V. Aalst 1 2 ZTD = gestript? waarom zorgvernieuwing nodig? inspiratie? ZTD, LMN 3 toekomst 4 ZTD

Nadere informatie

Gezondheidszorg. Zorgtraject diabetes. Informatie voor artsen en andere zorgverleners. vzw

Gezondheidszorg. Zorgtraject diabetes. Informatie voor artsen en andere zorgverleners. vzw Gezondheidszorg Zorgtraject diabetes Informatie voor artsen en andere zorgverleners 1 vzw De diabetesverpleegkundigen van Solidariteit voor het Gezin staan voor u klaar! Zorgtraject diabetes Het zorgtraject

Nadere informatie

1. Wat is het Vlaams Patiëntenplatform vzw? 2. Wat is de eerste lijn? 3. Wat is een Samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg (SEL)? 4.

1. Wat is het Vlaams Patiëntenplatform vzw? 2. Wat is de eerste lijn? 3. Wat is een Samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg (SEL)? 4. Klankbordgroep eerste lijn Gent 18 januari 2011 i.s.m. PLAZZO 1 Programma 1. Wat is het Vlaams Patiëntenplatform vzw? 2. Wat is de eerste lijn? 3. Wat is een Samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg

Nadere informatie

Schatting aantal diabetespatiënten in de projectregio Gent/Merelbeke

Schatting aantal diabetespatiënten in de projectregio Gent/Merelbeke Schatting aantal diabetespatiënten in de projectregio Gent/Merelbeke Een eerste speerpuntproject van het LMN Gent/Merelbeke September 2012 Opgesteld door: Stuurgroep LMN Samen in Zorg (L. Alleman, E. Beddeleem,

Nadere informatie

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt

Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt Belg tevreden over arts Transparantie en kostprijs blijven pijnpunt Bijlage Naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van de ziekte- en invaliditeitsverzekering heeft CM de tevredenheid van de Belgen

Nadere informatie

Een kwaliteitsverbeteringsproject voor diabeteszorg in het Wit-Gele Kruis

Een kwaliteitsverbeteringsproject voor diabeteszorg in het Wit-Gele Kruis Een kwaliteitsverbeteringsproject voor diabeteszorg in het Wit-Gele Kruis Resultaten van de implementatie van verpleegaanbevelingen voor diabetes in het Wit-Gele Kruis. Wouters R., Debaillie R., Roucloux

Nadere informatie

Hoe kan het LMN u als arts ondersteunen?

Hoe kan het LMN u als arts ondersteunen? Hoe kan het LMN u als arts ondersteunen? 1. Inleiding Het LMN (Lokaal Multidisciplinair Netwerk) Regio Gent werd in 2010 opgericht ter ondersteuning van de zorgtrajecten en meer algemeen ter ondersteuning

Nadere informatie

Gasten, vrijwilligers en werking

Gasten, vrijwilligers en werking Gasten, vrijwilligers en werking Inloophuis voor mensen met kanker en hun naasten Jaarverslag 2010 1. Achtergrond 2. Structuur 3. Werking 4. De gasten 5. De vrijwilligers 6. Financieel 7. Wie verwijzen?

Nadere informatie

Zorgpad Zwangerschapsdiabetes

Zorgpad Zwangerschapsdiabetes Zorgpad Zwangerschapsdiabetes Projectdossier kwaliteitsprijs Rode Kruis 2012 Verloskunde, endocrinologie, diëtiek, pediatrie O.L.Vrouwziekenhuis Aalst-Asse-Ninove natascha.deprez@olvz-aalst.be paul.van.crombrugge@olvz-aalst.be

Nadere informatie

GEDEELD DIGITAAL ZORG- EN ONDERSTEUNINGSPLAN BINNEN DE EERSTE LIJN En hoe we daar tezamen via een digitale revolutie naartoe gaan.

GEDEELD DIGITAAL ZORG- EN ONDERSTEUNINGSPLAN BINNEN DE EERSTE LIJN En hoe we daar tezamen via een digitale revolutie naartoe gaan. GEDEELD DIGITAAL ZORG- EN ONDERSTEUNINGSPLAN BINNEN DE EERSTE LIJN En hoe we daar tezamen via een digitale revolutie naartoe gaan. /// FINALE DOELSTELLING En de weg daar naartoe /// DIGITALE SAMENWERKING

Nadere informatie

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma

Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Evaluatie National Contact Point-werking van het Vlaams Contactpunt Kaderprogramma Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Afdeling Strategie en Coördinatie Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030 Brussel

Nadere informatie

Diabetes Project Aalst: Chronic Disease Management

Diabetes Project Aalst: Chronic Disease Management Diabetes Project Aalst: Chronic Disease Management PROJECT DIABETESZORG F. Nobels et al. Dr. Frank Nobels 1,4, *, dr. Marc Amant 1,5, dr. Emmanuel Samyn 1,5, dr. Magda Wijns 1,5, apr. Caroline Haeck 1,

Nadere informatie

Ontwikkeling en implementatie van een regionaal zorgprogramma voor diabetes type 2 in de eerste lijn (deel 2)

Ontwikkeling en implementatie van een regionaal zorgprogramma voor diabetes type 2 in de eerste lijn (deel 2) H U I S A R T S & O N D E R Z O E K H E T D I A B E T E S P R O J E C T A A L S T Ontwikkeling en implementatie van een regionaal zorgprogramma voor diabetes type 2 in de eerste lijn (deel 2) P. SUNAERT,

Nadere informatie

UZ Leuven: zie bijlage 2 UZ Antwerpen: zie bijlage 3 UZ Brussel: zie bijlage 4

UZ Leuven: zie bijlage 2 UZ Antwerpen: zie bijlage 3 UZ Brussel: zie bijlage 4 Aanmelding voor de functie zeldzame ziekten versie d.d. 02/06/2016 validatie projectgroep d.d. 02/06/2016 goedkeuring begeleidingscomité d.d. 06/06/2016 Situering Deze procedure is gebaseerd op bestaande

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Zorgprogramma DM - Eerste lijn (2013)

Klanttevredenheidsonderzoek Zorgprogramma DM - Eerste lijn (2013) Klanttevredenheidsonderzoek Zorgprogramma DM - Eerste lijn (2013) Inhoudsopgave Verslag Samenvatting resultaten Bijlage - Vragenlijst Cohesie Cure and Care Hagerhofweg 2 5912 PN VENLO +31 (77) 3203736

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek DBC Diabetes Mellitus Eerste lijn

Klanttevredenheidsonderzoek DBC Diabetes Mellitus Eerste lijn Inleiding: Sinds 1 januari 2008 wordt in Noord-Limburg de diabeteszorg in de eerste lijn door Cohesie Cure and Care georganiseerd. De diabeteszorg wordt als DBC Diabetes Mellitus Eerste Lijn op gestructureerde

Nadere informatie

Brandend actueel: Multidisciplinaire pijncentra en algologische teams. Susan Broekmans VS pijn UZ Leuven

Brandend actueel: Multidisciplinaire pijncentra en algologische teams. Susan Broekmans VS pijn UZ Leuven Brandend actueel: Multidisciplinaire pijncentra en algologische teams Susan Broekmans VS pijn UZ Leuven Overzicht Historiek Pilootprojecten Algologische functies Multidisciplinaire pijnteams Waar staan

Nadere informatie

Het zorgtraject diabetes type 2: evaluatie van de patiënttevredenheid en perceptie van de ervaringen

Het zorgtraject diabetes type 2: evaluatie van de patiënttevredenheid en perceptie van de ervaringen Het zorgtraject diabetes type 2: evaluatie van de patiënttevredenheid en perceptie van de ervaringen Analyse en eerste conclusies op het rapport van BSM door de Vlaamse Diabetes Vereniging vzw (VDV) en

Nadere informatie

Huisartsen aan het woord

Huisartsen aan het woord Huisartsen aan het woord Xavier Brenez Directeur-generaal Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen Bedankt! Mutualités Libres Onafhankelijke Ziekenfondsen Huisartsen aan het woord Xavier Brenez Directeur-generaal

Nadere informatie

Zorgregio s uw toekomst?

Zorgregio s uw toekomst? Zorgregio s uw toekomst? Inhoud Vanwaar het nieuwe begrip Zorgregio? Wat behelst een proefproject? Wat is nu eigenlijk het doel van de zorgregio s? Is er behoefte aan een zorgregio? Waarom alle pijlen

Nadere informatie

1 jaar Zoet Zwanger: Vlaanderen in actie tegen diabetes

1 jaar Zoet Zwanger: Vlaanderen in actie tegen diabetes Kabinet Jo Vandeurzen Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin 11 oktober 2010 1 jaar Zoet Zwanger: Vlaanderen in actie tegen diabetes Het project Zoet Zwanger moet vrouwen die zwangerschapsdiabetes

Nadere informatie

Gezondheidszorg. Zorgtraject diabetes. Informatie voor diabetici en mantelzorgers. vzw

Gezondheidszorg. Zorgtraject diabetes. Informatie voor diabetici en mantelzorgers. vzw Gezondheidszorg Zorgtraject diabetes Informatie voor diabetici en mantelzorgers 1 vzw Op 1 september 2009 startte het zorgtraject diabetes type 2. Met dit zorgtraject wordt getracht om de samenwerking

Nadere informatie

Datacollectie: de ACHIL-leshiel van de zorgtrajecten?

Datacollectie: de ACHIL-leshiel van de zorgtrajecten? Ambulatory Care Health Information Laboratory ACHIL KULeuven UCL UA Datacollectie: de ACHIL-leshiel van de zorgtrajecten? Van Casteren V*, Goderis G**, De Clercq E***, Wens J****, Moreels S*, Vanthomme

Nadere informatie

ACTIEPLAN 2015. Lokaal Multidisciplinair Netwerk Zuid West-Vlaanderen www.lmn-zwv.be

ACTIEPLAN 2015. Lokaal Multidisciplinair Netwerk Zuid West-Vlaanderen www.lmn-zwv.be 1 ACTIEPLAN 2015 1. Huisartsen sensibiliseren Zolang het pilootproject loopt blijft het promoten van de zorgtrajecten de kerntaak van LMN ZWV. Daarom wil LMN ZWV de werking van het LMN en de ondersteuning

Nadere informatie

Y:\HZW\2017\LMN\Stuurgroep zorgtrajecten 1

Y:\HZW\2017\LMN\Stuurgroep zorgtrajecten 1 Y:\HZW\2017\LMN\Stuurgroep zorgtrajecten 1 ACTIEPLAN 2017 1. Algemeen De stuurgroep van het LMN ZWV komt om de 6 weken samen op een donderdagmiddag De stuurgroep LMN gaat door op de laatste vrijdag van

Nadere informatie

7. Zorgtrajecten. Inleiding. suggestievragen

7. Zorgtrajecten. Inleiding. suggestievragen 7. Zorgtrajecten Inleiding Een zorgtraject beoogt een multidisciplinaire benadering van de chronisch zieke patiënt. De toepassing van een zorgtraject gaat echter gepaard met een aantal administratieve

Nadere informatie

regio uw praktijk 2004 43.8 56.2 % % jaar 6.9 jaar 15.9 66.5 8.2 9.4 % % % 67.8 54.1 17.6 % % % 7.1 4.4 81.8 148.5 29.9 mmhg

regio uw praktijk 2004 43.8 56.2 % % jaar 6.9 jaar 15.9 66.5 8.2 9.4 % % % 67.8 54.1 17.6 % % % 7.1 4.4 81.8 148.5 29.9 mmhg Algemene gegevens -5 In het onderstaande overzicht kunt u de gegevens uit uw praktijk van 5 (laatste kolom) vergelijken met die van 5 huisartspraktijken uit de regio (eerste kolom) en uw eigen praktijk

Nadere informatie

Het elektronisch dossier van de zorgverlener en de patiënt wordt het belangrijkste instrument om nieuwe medische kennis te verwerven

Het elektronisch dossier van de zorgverlener en de patiënt wordt het belangrijkste instrument om nieuwe medische kennis te verwerven Diagnostics Quality of care EMD als registratie- en kennisinstrument Education development Care for the elderly Nicolas Delvaux, 22 oktober 2015 www.achg.be Het elektronisch dossier van de zorgverlener

Nadere informatie

PAZIO BUSINESS CASE EERSTELIJNS GEZONDHEIDSCENTRUM. HIMMS 2012 Las Vegas. Persoonlijke uitnodiging voor workshop Dinsdag 21 februari 10.45 12.

PAZIO BUSINESS CASE EERSTELIJNS GEZONDHEIDSCENTRUM. HIMMS 2012 Las Vegas. Persoonlijke uitnodiging voor workshop Dinsdag 21 februari 10.45 12. PAZIO BUSINESS CASE EERSTELIJNS GEZONDHEIDSCENTRUM HIMMS 2012 Las Vegas Persoonlijke uitnodiging voor workshop Dinsdag 21 februari 10.45 12.00 uur Gezondheidscentrum Middenland Het Gezondheidscentrum Middenland

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper. Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013

Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper. Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013 Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper Editors: D. Paulus, K. Van den Heede, R. Mertens Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013 Position

Nadere informatie

Uitwerking NHG-Standpunt. Zorg voor patiënten met diabetes mellitus type 2

Uitwerking NHG-Standpunt. Zorg voor patiënten met diabetes mellitus type 2 Dit standpunt is vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van 12 mei 2005. Uitwerking NHG-Standpunt Zorg voor patiënten met een veelvoorkomende chronische aandoening in de eerste lijn voor de Zorg voor

Nadere informatie

Inspiratiesessie: Clinical Leadership Project (CLP): leiding geven voor betere patiëntenzorg. Dirk Gils 21/03/2013

Inspiratiesessie: Clinical Leadership Project (CLP): leiding geven voor betere patiëntenzorg. Dirk Gils 21/03/2013 Inspiratiesessie: Clinical Leadership Project (CLP): leiding geven voor betere patiëntenzorg Dirk Gils 21/03/2013 2 sinds 1/09/ 2009 is AZ Turnhout één regionaal ziekenhuis. ruim 1700 medewerkers 160 artsen

Nadere informatie

LMN: Lokaal Multidisciplinair Netwerk. Communicatie & samenwerking centraal

LMN: Lokaal Multidisciplinair Netwerk. Communicatie & samenwerking centraal LMN: Lokaal Multidisciplinair Netwerk Communicatie & samenwerking centraal Inhoud Wie is wie? LMN: Waarom? Wat? Wanneer? Hoe? Waar? Waarom? Waarom richtte men het LMN op? Wat & Wanneer? Hoe? Waar? Wat

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. Educatie in eerste lijn zorgtraject diabetes. Zorgtraject diabetes type 2 & chronische nierinsufficiëntie

VOORSCHRIFTEN. Educatie in eerste lijn zorgtraject diabetes. Zorgtraject diabetes type 2 & chronische nierinsufficiëntie HUISARTSEN KRING ANTWERPEN NOORD VZW Geneesherenkring Merksem - Schoten EDUCATIE EERSTE LIJN ZORGTRAJECT DIABETES Aanbevolen om de educatie zoveel mogelijk in eerste lijn te organiseren!! Wanneer bijkomende

Nadere informatie

Diabetes type 2. Stappenplan voor uw zorgtraject

Diabetes type 2. Stappenplan voor uw zorgtraject Diabetes type 2 Stappenplan voor uw zorgtraject Beste, U hebt beslist om in het zorgtraject diabetes te stappen. Het zorgtraject heeft tot doel uw diabetes zo goed mogelijk te behandelen. Dit is geen uitgebreide

Nadere informatie

Is POP geschikt voor de SOLO praktijk? Kwaliteitsdag POP. Mechelen, 28 april 2012

Is POP geschikt voor de SOLO praktijk? Kwaliteitsdag POP. Mechelen, 28 april 2012 Is POP geschikt voor de SOLO praktijk? Kwaliteitsdag POP Mechelen, 28 april 2012 Voorbereiding : Marleen De Greef Invaller : Olga Van de Vloed Met de medewerking van Jan Gevers en de inbreng van alle deelnemers

Nadere informatie

Inhoud Plan van aanpak werkgroep Chronische Zorg... 2 Perifeer arterieel vaatlijden (PAV)... 2 Probleem... 2 Doel... 2 Doelgroep...

Inhoud Plan van aanpak werkgroep Chronische Zorg... 2 Perifeer arterieel vaatlijden (PAV)... 2 Probleem... 2 Doel... 2 Doelgroep... Inhoud Plan van aanpak werkgroep Chronische Zorg... 2 Perifeer arterieel vaatlijden (PAV)... 2 Probleem... 2 Doel... 2 Doelgroep... 2 Doelstelling/resultaat... 2 Knelpunten... 2 Plan van aanpak... 3 Bewaking

Nadere informatie

Gelet op het verzoek van de Universiteit Antwerpen van 19 januari 2007 en de aanvullende inlichtingen dienaangaande;

Gelet op het verzoek van de Universiteit Antwerpen van 19 januari 2007 en de aanvullende inlichtingen dienaangaande; SCSZ/07/076 1 BERAADSLAGING NR 07/022 VAN 8 MEI 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN GECODEERDE PERSOONSGEGEVENS DOOR DE VERZEKERINGSINSTELLINGEN AAN HET CENTRUM VOOR HUISARTSGENEESKUNDE VAN DE UNIVERSITEIT

Nadere informatie

Bijkomende informatie, gecommuniceerd door het RIZIV op 24 april, is in onderstaande tekst aangevuld en gemarkeerd.

Bijkomende informatie, gecommuniceerd door het RIZIV op 24 april, is in onderstaande tekst aangevuld en gemarkeerd. NIEUWSBRIEF april 2018 Lokaal Multidisciplinair Netwerk Aalst Nieuwe regelgeving zorgtraject en voortraject: bijkomende informatie Bijkomende informatie, gecommuniceerd door het RIZIV op 24 april, is in

Nadere informatie

Een geïntegreerd zorgmodel voor abnormale moeheid: Oost-en West Vlaanderen

Een geïntegreerd zorgmodel voor abnormale moeheid: Oost-en West Vlaanderen Een geïntegreerd zorgmodel voor abnormale moeheid: Oost-en West Vlaanderen Rol van de kinesitherapeut D Hooghe Simon Axxon, Physical Therapy in Belgium CVS: Voorstel van proefproject Inleiding: 2009: KCE

Nadere informatie

Geïntegreerde zorg voor

Geïntegreerde zorg voor Geïntegreerde zorg voor een betere gezondheid Toelichting KB geïntegreerde zorg financiering pilootprojecten Plenaire Sessie Pilootprojecten - 10 februari 2017 Ontwerp KB pilootprojecten geïntegreerde

Nadere informatie

PROJECT ZOET ZWANGER DIABETESSYMPOSIUM 18 NOV 2013

PROJECT ZOET ZWANGER DIABETESSYMPOSIUM 18 NOV 2013 PROJECT ZOET ZWANGER DIABETESSYMPOSIUM 18 NOV 2013 INHOUDSTAFEL Achtergrondinformatie Project Zoet Zwanger: situering Resultaten project Zoet Zwanger Samenwerking 1 ste en 2 de lijn Aantal registraties

Nadere informatie

DIABETESEDUCATIE DOEN WE HET GOED?!

DIABETESEDUCATIE DOEN WE HET GOED?! DIABETESEDUCATIE DOEN WE HET GOED?! DE ONTWIKKELING EN VALIDERING VAN EEN MEETINSTRUMENT TER EVALUATIE VAN DE EFFECTIVITEIT VAN DIABETESEDUCATIE BINNEN DE 2 de LIJN VEERLE DUPREZ MARC DE SPIEGELAERE MARLEEN

Nadere informatie

'K en Brugge in m'n erte *

'K en Brugge in m'n erte * 'K en Brugge in m'n erte * Niek Vervaeck 19/10/2013 * Ik draag Brugge in mijn hart Aantal inwoners: Assebroek 19331 Sint Kruis 16070 Sint Andries 19562 Sint Michiels 12053 Sint Pieters 7537 Binnenstad

Nadere informatie

Uw huisarts uit de regio Berlicum, Rosmalen, Empel en Den Bosch

Uw huisarts uit de regio Berlicum, Rosmalen, Empel en Den Bosch Het aantal patiënten met chronische zorg zoals diabetes, COPD en andere chronische ziektebeelden neemt toe. Dit vraagt om een beter gestructureerde organisatie van de gezondheidszorg. Uw huisarts uit de

Nadere informatie

EPA (European Practice Assessment) De weg naar verbetering van uw huisartsenpraktijk

EPA (European Practice Assessment) De weg naar verbetering van uw huisartsenpraktijk EPA (European Practice Assessment) De weg naar verbetering van uw huisartsenpraktijk Het EPA-instrument Het European Practice Assessment (EPA) 2005 werd tussen 2001 en 2005 ontwikkeld door de TOPAS-Europe

Nadere informatie

Een conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U.

Een conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U. NVFO 2009 Een conceptueel kader voor de implementatie van praktijkgericht onderzoek in de opleiding van studenten farmaceutische wetenschappen aan de K.U.Leuven V. Foulon, S. Simoens, G. Laekeman en P.

Nadere informatie

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten.

Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Overdracht en samenwerking 1 e en 2 e lijns diëtisten bij de dieetbehandeling van ondervoede patiënten. Inleiding Ziekte gerelateerde ondervoeding is nog steeds een groot probleem binnen de Nederlandse

Nadere informatie

RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN

RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN RESULTATEN ENQUÊTE OVER OVERLEG APOTHEKERS-HUISARTSEN Om na te gaan in welke mate de huisartsen en apothekers uit dezelfde wijk contact hebben en met elkaar overleggen, verstuurden de Apothekers van Brussel

Nadere informatie

Praktijkvoorbeeld: Eerstelijns ketenzorg astma in Maastricht-Heuvelland CAHAG conferentie 15 jan 2015. Maud van Hoof en Geertjan Wesseling

Praktijkvoorbeeld: Eerstelijns ketenzorg astma in Maastricht-Heuvelland CAHAG conferentie 15 jan 2015. Maud van Hoof en Geertjan Wesseling Praktijkvoorbeeld: Eerstelijns ketenzorg astma in Maastricht-Heuvelland CAHAG conferentie 15 n 2015 Maud van Hoof en Geertn Wesseling Disclosure belangen spreker (potentiële) belangenverstrengeling Voor

Nadere informatie

DIABETES TYPE 2: VOORTRAJECT EN ZORGTRAJECT WIJZIGINGEN PER 1 MEI 2018

DIABETES TYPE 2: VOORTRAJECT EN ZORGTRAJECT WIJZIGINGEN PER 1 MEI 2018 DIABETES TYPE 2: VOORTRAJECT EN ZORGTRAJECT WIJZIGINGEN PER 1 MEI 2018 In mei 2015 richtte het Riziv een ad hoc werkgroep op genoemd diabetes type 2 en comorbiditeit. Een afgevaardigde van de commissie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 121 Nederlandse samenvatting Patiënten met type 2 diabetes mellitus (T2DM) hebben een verhoogd risico op de ontwikkeling van microvasculaire en macrovasculaire complicaties. Echter,

Nadere informatie

Stappenplan ZORGTRAJECT DIABETES TYPE 2

Stappenplan ZORGTRAJECT DIABETES TYPE 2 Stappenplan ZORGTRAJECT DIABETES TYPE 2 Uw gegevens Naam: Adres:... Telefoon/GSM: Emailadres: Samenvatting belangrijke gegevens in mijn zorgtraject: ZORGTRAJECT loopt van (startdatum) tot TYPE GLUCOSEMETER

Nadere informatie

SAMENVATTING. Samenvatting

SAMENVATTING. Samenvatting SAMENVATTING. 167 Met de komst van verpleegkundigen gespecialiseerd in palliatieve zorg, die naast de huisarts en verpleegkundigen van de thuiszorg, thuiswonende patiënten bezoeken om te zorgen dat patiënten

Nadere informatie

dit is Pieter Informatie en educatie via internet voor mensen met diabetes in Drenthe Vita

dit is Pieter Informatie en educatie via internet voor mensen met diabetes in Drenthe Vita dit is Pieter Informatie en educatie via internet voor mensen met diabetes in Drenthe - Vita dit is Avalange dit is Eliza informatiebrochure De zorg voor mensen met diabetes is in Drenthe op een goed niveau.

Nadere informatie

Reflecties over het aanbod van de eerstelijnsgezondheidszorg in Vlaanderen. Prof. Dr. Paul Van Royen

Reflecties over het aanbod van de eerstelijnsgezondheidszorg in Vlaanderen. Prof. Dr. Paul Van Royen Reflecties over het aanbod van de eerstelijnsgezondheidszorg in Vlaanderen Prof. Dr. Paul Van Royen Deze voordracht Enkele basiscijfers qua aanbod en gebruik van zorg Vijf uitdagingen voor de toekomst

Nadere informatie

21 september 2011. Pagina 1 van 7

21 september 2011. Pagina 1 van 7 Overzicht van de NHG/LHV indicatoren diabeteszorg, de subset van indicatoren vastgesteld door Bureau ZiZo huisartsenzorg en de subset van indicatoren vastgesteld door Bureau ZiZo Chronische Zorg 21 september

Nadere informatie

Chapter 11. Nederlandse samenvatting

Chapter 11. Nederlandse samenvatting Chapter 11 Nederlandse samenvatting Chapter 11 Reumatoïde artritis (RA) is een chronische aandoening die wordt gekenmerkt door ontstekingen van de gewrichten. Symptomen die optreden zijn onder andere pijn,

Nadere informatie

Reflecties over de stand van zaken over case management thuis in België Jean Macq Thérèse Van Durme

Reflecties over de stand van zaken over case management thuis in België Jean Macq Thérèse Van Durme Reflecties over de stand van zaken over case management thuis in België Jean Macq Thérèse Van Durme Context Definitie van case management vanuit een benadering Top-down: bijv. zorgcoördinatie in het Waalse

Nadere informatie

Structuur geven aan onze seniorenadviesraad

Structuur geven aan onze seniorenadviesraad Seniorenadviesraad Kampenhout 1 Structuur geven aan onze seniorenadviesraad Structureren in 4 stappen : -Oprichting adviesraad - Behoefteonderzoek - Opmaak beleidsplan - Opvolging van het beleid Structureren

Nadere informatie

Diabetes zelfmanagement educatie

Diabetes zelfmanagement educatie 1 Diabetes zelfmanagement educatie Leuven, 1 december 2012 Hilde Bastiaens Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Vakgroep Eerstelijns- en Interdisciplinaire zorg Bewegen is belangrijk, dus:

Nadere informatie

DOP DIGITAAL ONCO PLATFORM

DOP DIGITAAL ONCO PLATFORM DOP DIGITAAL ONCO PLATFORM Samenwerking tussen Universitair Ziekenhuis Gent VZW CoZo Vlaanderen Universitair Centrum voor Verpleegkunde en Vroedkunde Aanleiding ehealth in de oncologie Belang van patiëntenparticipatie

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie

Diabetes Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg

Diabetes Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg Diabetes Een chronische ziekte, een gezamenlijke zorg Heldere afspraken over de manier waarop zorgverleners u helpen en ondersteunen bij uw chronische ziekte. Inleiding U hebt suikerziekte en maakt gebruik

Nadere informatie

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie mei 2016

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie mei 2016 Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie 1.7 30 mei 2016 Vervallen: Gewijzigd: Gewijzigd: Nieuw: advies stoppen met roken, BMI < 25, RR > 140 en niet behandeld egfr indicatoren

Nadere informatie

PROJECT Federatie Vrije Beroepen EEN ZORGZAME START. Concept

PROJECT Federatie Vrije Beroepen EEN ZORGZAME START. Concept PROJECT Federatie Vrije Beroepen EEN ZORGZAME START Concept Dit project richt zich tot de medische vrije beroepen of zelfstandige zorgverstrekkers. Op basis van recente RSVZ-cijfers (2011) blijkt dat de

Nadere informatie

Het e-diabetes dossier, kunnen we hier nog omheen? Gert-Jan van Boven Directeur Nictiz

Het e-diabetes dossier, kunnen we hier nog omheen? Gert-Jan van Boven Directeur Nictiz Het e-diabetes dossier, kunnen we hier nog omheen? Gert-Jan van Boven Directeur Nictiz Het e-diabetes dossier, kunnen we hier nog omheen? Wat is Nictiz? Welke eisen stelt geïntegreerde zorg aan ICT? Waar

Nadere informatie

Stappenplan voor het zorgtraject diabetes

Stappenplan voor het zorgtraject diabetes Stappenplan voor het zorgtraject diabetes Informatie voor patiënten Februari 2011 In samenwerking met zorgtrajectpromotoren Uw gegevens Naam: Adres:. Telefoon/GSM: E-mailadres:. Geboortedatum:. Kleefbriefje

Nadere informatie

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie oktober 2016

Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie oktober 2016 Indicatoren kwaliteit huisartsenzorg bij patiënten met DM type 2 Versie 1.8 3 oktober 2016 Vervallen: Gewijzigd: Gewijzigd: Nieuw: albuminurie advies stoppen met roken, I < 25, RR > 140 en niet behandeld

Nadere informatie

Dossier kandidaatstelling pilootprojecten thuishospitalisatie

Dossier kandidaatstelling pilootprojecten thuishospitalisatie Dossier kandidaatstelling pilootprojecten thuishospitalisatie Werkwijze : Dit sjabloon is bedoeld als kandidaatstelling voor een pilootproject thuishospitalisatie (TH). Voor alle thema s dient de nodige

Nadere informatie

Voorwaarden Regelgeving Planning en/of Pop-up Initiële opstarteducatie: 5 x 30 min. Bijkomende opstarteducatie: max. 5 x 30 min.

Voorwaarden Regelgeving Planning en/of Pop-up Initiële opstarteducatie: 5 x 30 min. Bijkomende opstarteducatie: max. 5 x 30 min. OVERZICHT REGELGEVING ZORGTRAJECTEN ZORGTRAJECT DIABETES Registratie zorgtraject Datum start Zorgtraject diabetes: / / Voorwaarden Regelgeving Planning en/of Pop-up Educatie Initiële opstarteducatie: 5

Nadere informatie

Leergang Praktijkondersteuner in de huisartsenpraktijk

Leergang Praktijkondersteuner in de huisartsenpraktijk Leergang Praktijkondersteuner in de huisartsenpraktijk Deze éénjarige leergang bereidt u voor op de functie van praktijkondersteuner/-verpleegkundige in de huisartsenpraktijk (POH). Het lesprogramma sluit

Nadere informatie

Kwaliteitsjaarverslag RZMH 2012 (voorheen RDMH)

Kwaliteitsjaarverslag RZMH 2012 (voorheen RDMH) Kwaliteitsjaarverslag RZMH 2012 (voorheen RDMH) Inhoud: 1. Inleiding 2. Implementatie 3. Resultaten 4. Evaluatie 5. Prioriteiten en aandachtspunten 2013 Bijlagen: A: Landelijke dataset diabetes B. Fundusfotografie

Nadere informatie

Palliatieve zorg in de eerste lijn

Palliatieve zorg in de eerste lijn Palliatieve zorg in de eerste lijn Resultaten van een landelijke behoefte-inventarisatie onder zorgverleners, patiënten en naasten en de rol van PaTz hierbij. Ian Koper Roeline Pasman Bart Schweitzer Bregje

Nadere informatie

Inleiding en vraagstellingen

Inleiding en vraagstellingen Dit rapport is een uitgave van het NIVEL in 2004. De gegevens mogen met bronvermelding (MW van der Linden, GP Westert, DH de Bakker, FG Schellevis. Tweede Nationale Studie naar ziekten en verrichtingen

Nadere informatie

Eerstelijnsgezondheidsconferentie

Eerstelijnsgezondheidsconferentie Beleidstraject (Vlaamse overheid) 2010: Conferentie eerstelijnszorg (11 december 2010) 2013 : Symposium eerstelijnsgezondheidszorg 2016 : 6 voorbereidende werkgroepen 2017 : Conferentie eerstelijnszorg

Nadere informatie

BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN

BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN BEVORDERING VAN DE COMMUNICATIE TUSSEN ZORGVERLENERS BETROKKEN BIJ DE ZORG VOOR OUDERE AFHANKELIJKE PERSONEN EINDRAPPORT - PERIODE : 01 JANUARI 2006 TOT 31 OKTOBER 2006 - COORDINATEN VAN DE GDT : GDT van

Nadere informatie

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu.

Gezondheidsenquête, België Inleiding. Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding Wetenschap ten dienste van Volksgezondheid, Voedselveiligheid en Leefmilieu. Inleiding 1. Context De vergrijzing van de bevolking in onze samenleving is een heuse uitdaging op het gebied van

Nadere informatie

Nieuwe educatieverstrekkingen diabetes type 2 Vanaf 1 mei 2018 treedt een nieuwe regelgeving in werking voor de voortrajecten en zorgtrajecten.

Nieuwe educatieverstrekkingen diabetes type 2 Vanaf 1 mei 2018 treedt een nieuwe regelgeving in werking voor de voortrajecten en zorgtrajecten. Nieuwe educatieverstrekkingen diabetes type 2 Vanaf 1 mei 2018 treedt een nieuwe regelgeving in werking voor de voortrajecten en zorgtrajecten. Zorgtraject De patiënt heeft recht op 5 educatiemomenten.

Nadere informatie

Aardverschuiving in de chronische zorg, diseasemanagement een kans!

Aardverschuiving in de chronische zorg, diseasemanagement een kans! Aardverschuiving in de chronische zorg, diseasemanagement een kans! Eric Koster Clustercoördinator chronische ziekten en screeningen, directie Publieke Gezondheid Lid kernteam Inhoud 1. Aanleiding 2. Aanpak

Nadere informatie