ANTIBIOTICA BIJ HOESTKLACHTEN IN DE HUISARTSENPRAKTIJK

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ANTIBIOTICA BIJ HOESTKLACHTEN IN DE HUISARTSENPRAKTIJK"

Transcriptie

1 HUISARts NU RESEARCH ANTIBIOTICA BIJ HOESTKLACHTEN IN DE HUISARTSENPRAKTIJK Een kwalitatief besliskundig onderzoek S. COENEN IS ARTS, ONDERZOEKSASSISTENT EN ASPIRANT VAN HET FONDS VOOR WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK VLAANDEREN AAN HET CENTRUM VOOR HUISARTSGENEESKUNDE ANTWERPEN VAN DE UNI- VERSITEIT ANTWERPEN; P. VAN ROYEN IS HUISARTS EN DIENSTHOOFD EN PROFESSOR AAN HET CENTRUM VOOR HUISARTS- GENEESKUNDE ANTWERPEN VAN DE UNIVERSITEIT ANTWERPEN; E. VERMEIRE IS HUISARTS, ONDERZOEKSASSIS- TENT EN DOCENT AAN HET CENTRUM VOOR HUISARTS- GENEESKUNDE ANTWERPEN VAN DE UNIVERSITEIT ANTWERPEN; I. HERMANN IS PSYCHOLOGE EN ONDERZOEKS- ASSISTENTE AAN HET CENTRUM VOOR HUISARTS- GENEESKUNDE ANTWERPEN VAN DE UNIVERSITEIT ANTWERPEN; J. DENEKENS IS HUISARTS, DIENSTHOOFD EN PROFESSOR AAN HET CENTRUM VOOR HUISARTS- GENEESKUNDE ANTWERPEN VAN DE UNIVERSITEIT ANTWERPEN. Een gouden standaard om de verschillende luchtwegeninfecties van elkaar te onderscheiden bestaat niet. Door die onzekerheid verkiezen huisartsen soms om antibiotica voor te schrijven in gevallen waar dat eigenlijk niet nodig blijkt te zijn. Ook de verwachtingen van de patiënt en het niet willen verliezen van patiënten spelen een rol om toch antibiotica voor te schrijven. Dit kwalitatief onderzoek onder focusgroepen gaat na welke determinanten huisartsen hanteren bij hun diagnostische beslissing en behandeling van hoestklachten bij volwassen patiënten. Dit artikel is een vertaling van het oorspronkelijke artikel dat in Family Practice is verschenen: COENEN S, VAN ROYEN P, V ERMEIRE E, HERMANN I, DENEKENS J. Antibiotics for coughing in general practice: a qualitative decision analysis. Fam Pract 2000;17: Het artikel kreeg op het tweede VHP- Eerstelijnssymposium van 29 september 2001 de Pharmacia-prijs voor het beste internationaal gepubliceerde onderzoeksartikel door een Vlaamse huisarts in de periode Het wetenschappelijk onderzoek naar het medisch besliskundig handelen bij luchtwegeninfecties concentreert zich voornamelijk op de differentiaaldiagnostiek tussen virale en bacteriële luchtwegeninfecties, tussen infecties van de bovenste en onderste luchtwegen en tussen verschillende klinische entiteiten zoals bronchitis en pneumonie 1,2. De gepaste therapie wordt gekoppeld aan de diagnose van deze luchtwegeninfecties 3. Terecht erkennen onderzoekers als MELBYE et al. dat een gouden standaard voor deze diagnosen eigenlijk ontbreekt 4. De vraag stelt zich dus of huisartsen in de praktijk zo te werk kunnen gaan. Ruim 80% van het overmatig gebruik van antibiotica bij luchtwegeninfecties is het gevolg van het voorschrijfgedrag van huisartsen 5,6. Dit resulteert in een medicaliserend effect, een enorme financiële kost en een gevoelige toename van de bacteriële resistentie 7. Voor luchtwegeninfecties vertrekt het medisch besliskundig handelen in de huisartsenpraktijk meestal vanuit hoestklachten. Daarom werd onderzoek verricht naar de diagnostische beslissingen van huisartsen die worden geconfronteerd met hoestklachten van volwassen patiënten. De determinanten van deze beslissingen werden afgeleid uit een verkennend, beschrijvend focusgroepenonderzoek. Methode Om huisartsen vanuit hun persoonlijke ervaring over dit onderwerp te laten discussiëren werd een focusgroepenonderzoek opgezet 8. Deze onderzoeksmethode gebruikt de geleide, interactieve discussie als middel om de rijke details van complexe ervaringen en de redenering achter acties, veronderstellingen, percepties en gedragingen van personen te genereren. Aan de hand van snowball sampling werden 139 huisartsen uit de regio Antwerpen gerekruteerd 9. Deze artsen werden telefonisch gevraagd of ze wilden meewerken aan het onderzoek. Uiteindelijk werd een betekenisvolle steekproef van zestig huisartsen uitgenodigd op de universiteitscampus om determinanten te verzamelen uit een breed spectrum aan huisartsen qua geslacht, ervaring als huisarts, alsook wat universiteit van promotie betreft, en niet enkel de determinanten van een representatieve steekproef. Het aantal focusgroepen werd bepaald door inhoudelijke verzadiging, dit wil zeggen het moment dat er geen nieuwe elementen meer aan bod komen als antwoord op de gestelde vragen. 390 november 2001; 30 (9) Huisarts Nu

2 Genodigden Deelnemers Afwezigen Groepen Totaal Totaal Totaal Aantal Gemiddelde leeftijd (uitersten) (26-63) (39-63) (26-32) (26-29) (37-44) (26-63) (26-50) Man/vrouw 24/24 7/0 0/6 4/0 0/7 11/13 13/11 Universiteit Antwerpen/andere 29/19 3/4 4/2 1/3 6/1 14/10 15/9 Aantal soloartsen 3/7 a 1/6 a 0/4 4/7 8/24 a Aantal duopraktijken 3/7 a 3/6 a,b 4/4 b 3/7 13/24 a,b a Drie huisartsen uit een groepspraktijk namen deel. b Vijf huisartsen in beroepsopleiding (hibo s) namen deel: duopraktijk is dan gelijk aan solo met hibo. Tabel 1: Samenstelling van de focusgroepen naar aantal, leeftijd, geslacht, universiteit van promotie en het aantal solo-artsen en duopraktijken, vergeleken met de afwezigen voor leeftijd, geslacht en universiteit. Omwille van de flexibiliteit werden zes focusgroepen voorzien, hoewel uiteindelijk vier voldoende bleken. Voor elke focusgroep werden maximaal twaalf huisartsen schriftelijk uitgenodigd, opdat er steeds vier tot acht artsen aanwezig zouden zijn. Om de vrije gedachtewisseling tijdens de discussie niet te hinderen werden de groepen homogeen samengesteld wat het geslacht van de deelnemers en hun ervaring als huisarts betreft (tabel 1). Elke groep had ook een moderator en een observator. De semi-gestructureerde discussie onder begeleiding van de moderator duurde 90 min en verliep aan de hand van de volgende sleutelvragen: - Voor u staat een volwassen patiënt uit uw praktijk met als contactreden/klacht hoesten. Wat kan dat allemaal zijn in uw praktijk? - Hoe maakt u het onderscheid bij uw patiënt? - U vermoedt dat uw patiënt een luchtwegeninfectie heeft. Maakt u daarin een onderscheid? Welk onderscheid? - Hoe maakt u het onderscheid bij uw patiënt? Kwalitatieve inhoudsanalyse Niet-verbale gegevens in verband met de discussie werden genoteerd op een voorgedrukt observatieblad 10,11. Na afloop van de discussie was er overleg tussen de observator en de moderator. De moderator, een psychologe, was vertrouwd met de principes van het medisch besliskundig handelen van huisartsen 12. De bandopnames van de focusgroepen werden uitgeschreven en volgens de methode van qualitative content analysis 13 geanalyseerd door twee onderzoekers die blind en onafhankelijk van elkaar werkten. Alle codes met hun formulering en definitie werden samen met de transcripties ingevoerd in QSR NUD*IST software voor computeranalyse 14. De interpretatie van de gecodeerde tekstfragmenten liet toe de codes te categoriseren en verbanden te leggen tussen verschillende codes of categorieën. Op basis hiervan werden hypothesen gegenereerd over de beslissingen van huisartsen bij hoestklachten en de determinanten die deze beslissingen bepalen. Resultaten In de loop van de maand maart 1998 kwamen vier focusgroepen samen, waaraan in totaal 24 van de 48 uitgenodigde huisartsen deelnamen. De enige reden voor verontschuldiging was tijdsgebrek. De deelnemers verschilden niet van de verontschuldigden wat leeftijd, geslacht Huisarts Nu november 2001; 30 (9) 391

3 en universiteit van promotie betreft (tabel 1). De interpretatie van de gecodeerde tekstfragmenten maakte het mogelijk om de codes te categoriseren. De categorieën waartoe de meest relevante codes voor determinanten behoorden, waren: epidemiologie, voorkennis, anamnese, klinisch onderzoek en artsen patiëntgebonden factoren. Het genereren van hypothesen gebeurde op basis van de verbanden tussen deze categorieën en de beslissingen van huisartsen. Tabel 2 illustreert dit proces met representatieve antwoorden op de vier sleutelvragen. Mogelijke diagnosen bij een volwassen patiënt met hoestklachten Onafhankelijk van voorkennis over de patiënt was het eerste antwoord/diagnose in alle focusgroepen een luchtwegeninfectie (tabel 2, fragment 1). Andere mogelijke hypothesen die in alle focusgroepen aan bod kwamen, waren obstructieve longziekten (COPD en astma), allergie, (gastro-oesofageale) reflux, hartdecompensatie, longoedeem, roken en andere irritaties, bijwerking van angiotensine converting enzyme inhibitoren en tumoren. In drie van de vier focusgroepen kwamen psychogene hoest, longembool en vreemd voorwerp als hypothesen naar voor. Deze werden geformuleerd op basis van voorkennis over de patiënt (tabel 2:2). Beslissen bij hoestklachten Als er redenen waren om aan andere hypotheses te denken dan aan infectieuze hoest, dan waren deze huisartsen in staat om deze hypothesen te toetsen, maar de gestelde vragen waren zeker geen routinevragen. Infectieuze hoest had voor huisartsen de grootste waarschijnlijkheid (tabel 2:1) en bijgevolg stelden ze routinevragen om deze hypothese te bevestigen (tabel 2:3). Huisartsen zegden hypothesen eerder te kunnen aantonen dan ze expliciet uit te sluiten (tabel 2:4). Mogelijke diagnosen en beslissingen bij hoestklachten én vermoeden van luchtwegeninfectie In alle focusgroepen maakten huisartsen een onderscheid tussen infecties van de bovenste en onderste luchtwegen, virale en bacteriële luchtwegeninfecties, tussen chronische en acute luchtwegeninfecties en tussen verschillende klinische entiteiten (bijvoorbeeld bronchitis en pneumonie). Tijdens de analyse van de verschillende tekstfragmenten, gecodeerd als determinanten, werd een onderscheid gemaakt tussen determinanten die de kans op ziekte bepalen, bijvoorbeeld klinische tekens en symptomen, en determinanten die enkel de actiedrempels bepalen, Pauker s Testing and Test-treatment drempels 15. De kans op ziekte bepalen Bij hoestklachten en vermoedens van een luchtwegeninfectie probeerden huisartsen het onderscheid te maken tussen verschillende types van luchtwegeninfecties met argumenten uit de anamnese en het klinisch onderzoek, bijvoorbeeld aan de hand van de kleur van de slijmen (tabel 2:5). Er werd verder gezegd dat op die manier het onderscheid tussen een virale en bacteriële luchtwegeninfectie zich alleen laat vermoeden en dat het onderscheid tussen bronchitis en pneumonie moeilijk te maken is (tabel 2:6). De waarde of de haalbaarheid van technische onderzoeken zoals bloedonderzoek, sputumonderzoek (tabel 2:5) of medische beeldvorming, werd in vraag gesteld. De actiedrempel bepalen Ook andere determinanten spelen een rol zoals de verwachtingen van patiënten, tijdsdruk tijdens de consultatie of angst om patiënten te verliezen (tabel 2:7). Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen patiëntgebonden (bijvoorbeeld de bereidheid van de patiënt om medicatie in te nemen) en artsgebonden factoren (bijvoorbeeld recente ervaringen) (tabel 2:8 en 9). Deze factoren zijn determinanten van de beslissing om al dan niet antibiotica voor te schrijven (tabel 2:7 en 8). Huisartsen voerden hierover aan dat ze uiteindelijk deze (therapeutische) beslissing namen bij hoestklachten en het vermoeden van een luchtwegeninfectie (tabel 2:10). Uiteindelijk bleek de manier van besluitvorming samen te hangen met de diagnostische (on)zekerheid van huisartsen. Pijn ter hoogte van de luchtpijp stond bijvoorbeeld voor een zekere diagnose van tracheïtis en deze determinant gaf zekerheid over het al dan niet voorschrijven van antibiotica (tabel 2:11). Bij bronchitis daarentegen waren de huisartsen minder zeker van de diagnose (tabel 2:6) en dit veroorzaakte onzekerheid bij het voorschrijven van antibiotica zodat er meer dan eens onnodig werd voorgeschreven (tabel 2:12). Een dergelijke beslissing ten voordele van antibiotica kan worden verklaard door qualitative decision analysis : onnodig voorschrijven van antibiotica vonden huisartsen minder ongepast (tabel 2:13) - gaf hen minder chagrijn - dan het ten onrechte niet voorschrijven van antibiotica (tabel 2:14) 16. Samenvatting Uit het voorgaande kan worden geconcludeerd dat de beslissing al dan niet antibiotica voor te schrijven beter wordt verklaard door beide soorten determinanten dan door de conventionele diagnostische groepen luchtwegeninfecties. Nochtans verklaren huisartsen hun beslissing om al dan niet voor 392 november 2001; 30 (9) Huisarts Nu

4 te schrijven aan de patiënt door te verwijzen naar de diagnose (tabel 2:15). In het licht van deze interpretatie van de tekstfragmenten werden ten slotte hypothesen gegenereerd, die bij onderzoek als dit de eigenlijke resultaten vormen (tabel 3). Bespreking De kwalitatieve onderzoeksmethode Kwalitatief onderzoek in het algemeen en focusgroepenonderzoek in het bijzonder zijn weinig gangbare methoden voor medisch wetenschappelijk onderzoek, waar de absolute voorkeur nog steeds uitgaat naar de zogenaamde randomised controlled trial (RCT). Klinische wetenschappers hebben moeilijkheden met het feit dat in kwalitatieve methoden het testen van hypothesen wordt vervangen door het genereren ervan, dat metingen worden vervangen door verklaringen en dat veralgemeenbaarheid wordt vervangen door begrijpbaarheid. De creatie van een evidence based medische cultuur zal echter afhankelijk zijn van bijdragen uit zowel kwantitatieve als kwalitatieve tradities. Kwalitatieve methoden laten toe onderwerpen te onderzoeken die ontoegankelijk zijn voor kwantitatieve methoden. Ze zijn geschikter om complexe onderwerpen te begrijpen dan om het belang ervan aan te tonen. Bijgevolg zijn deze methoden zeer nuttig voor het onderzoek van het medisch besliskundig handelen door de exploratie van zowel verklaarde als impliciet of verzwegen routines en regels die artsen hanteren 17. Focusgroepenonderzoek levert sneller gegevens op dan participerende observatie. Vergeleken met diepte-interviews laat de interactie tijdens de discussie bovendien beter toe om te onderzoeken hoe kennis en ideeën zich ontwikkelen en werkzaam zijn. Vertekening en veralgemening zijn de zwakke kanten van kwalitatieve methoden. Vergeleken met kwantitatief onderzoek zijn ze meer valide, maar minder betrouwbaar 18. Om de betrouwbaarheid van de resultaten te garanderen werden de gegevens geanalyseerd door twee onderzoekers, die blind en onafhankelijk van elkaar werkten. Zo werd er een consensus bereikt over het codeboek en over de toekenning van de codes aan tekstfragmenten. Bovendien worden de gegenereerde hypothesen ondersteund door de data. De feedback bij mondelinge presentaties van de resultaten voor een publiek van Vlaamse en Europese huisartsen en onderzoekers bevestigde de interpretatie van de tekstfragmenten 19,20. Voor deze schriftelijke presentatie werden enkel de meest representatieve tekstfragmenten geselecteerd. Samenstelling van de focusgroepen In de maand maart van 1998 was er een toename van het aantal consultaties voor acute luchtwegeninfecties 21. Voor sommige huisartsen was de hiermee gepaard gaande werkdruk wellicht de reden voor hun afwezigheid. Voor de deelnemers daarentegen creëerde de epidemieperiode juist de gepaste omstandigheden voor het onderzoek, dat mede hierdoor zeer valide informatie opleverde over de complexe besliskundige processen bij de deelnemende huisartsen. Onze steekproeftrekking, samenstelling van de groepen en het werk tot inhoudelijke verzadiging heeft voor een breed spectrum aan gegevens gezorgd 8. De niet-verbale informatie toonde aan dat alle groepsleden actief betrokken waren en duidelijk hun mening en meningsverschillen lieten horen. Dit laatste betrof het belang van de determinanten voor de beslissing om al dan niet voor te schrijven. De qualitative content analysis leverde bewijs voor de twee onderscheiden soorten determinanten in alle focusgroepen. Vergelijking met andere onderzoeksmethoden Dit onderzoek was explorerend en descriptief. De resultaten stellen dus niet de norm voor, maar aan de hand van literatuurgegevens kan een evidence-based beslissingsmodel worden opgesteld dat nauw aansluit bij het denken van de huisarts. Wegens de selectiebias en de niet-statistische aard van de steekproef kunnen de resultaten niet zonder meer worden gegeneraliseerd. Daarvoor dienen de resultaten nog formeel te worden gekwantificeerd. Om de validiteit van de hypothesen te toetsen werden ze vergeleken met de resultaten van andere onderzoeksmethoden: dit wordt triangulatie genoemd 22. Onzekerheid van de diagnose Het blijkt dat huisartsen expliciet alleen verder werken met diagnosen die op een of anderen manier aannemelijk zijn, terwijl ze voor minder aannemelijke diagnosen minder argumenten verzamelen (tabel 3: hypothesen 1-2). Schijnbaar kunnen ze dus vooral diagnosen aantonen. Van poortwachters wordt echter verwacht dat ze vooral goed uitsluiten. En het oordeel van de arts is bij patiënten met luchtwegeninfecties inderdaad een relatief krachtige uitsluiter 1. Deze ogenschijnlijke contradictie kan mogelijk worden verklaard doordat de determinanten voor het uitsluiten van hypothesen - zoals het oordeel van de arts - met de gebruikte methode niet voldoende konden worden geëxpliciteerd (tabel 2:5). Volgens de deelnemers was de differentiatie tussen luchtwegeninfecties op weinig zekerheid gebaseerd (tabel 3:3). Huisarts Nu november 2001; 30 (9) 393

5 1 A: Het eerste waaraan je natuurlijk denkt, is een gewone, simpele banale bovenste of onderste luchtwegeninfectie. 2 MO: Is dat het enige waaraan jullie denken als iemand komt met 'hoest'? Zijn er nog andere? K: Ik denk niet dat er verschillende verklaringen tegelijkertijd in je hoofd spelen; veel hangt af van de persoon die zich aanbiedt. 3 P: Je overweegt of er een atopische constitutie is, familiaal, of dat de patiënten vroeger hooikoorts, astma, eczeem hebben gehad. [verschillende deelnemers beamen] MO: Zijn dat vragen die u altijd stelt? P: Neen, dat is gericht hé. Als je intuïtief al een aanvoelen hebt, dan ga je dat eens even navragen; het is zeker geen routinevraag. MO: Wat zijn de routinevragen als er een (volwassen) patiënt met hoest komt? P: Hoelang duurt de hoest al? Komt er iets op, is het een droge hoest of is het een hoest die productief is? Gaat de hoest gepaard met nog andere klachten? Koorts? 4 MO: Hoe weet je dat het geen astma is? R: Als het bijvoorbeeld een infectieus beeld is, dan kan het ook nog altijd astmatisch zijn maar dat is niet je eerste diagnose natuurlijk. Ja, ik kan vooral zeggen wanneer het wel is. 5 W: Als je erover leest erover of hoort, kun je niet op voorhand zeggen dat groen bacterieel is en wit viraal is, alhoewel dat je eigenlijk de indruk hebt in de praktijk dat je dat wel kan zeggen. P: Dat is een grove indeling die je maakt, omdat je als huisarts niet de mogelijkheid hebt om te zeggen:" spuw eens in een potje, maar ik heb helaas niet direct de cultuur, dus je moet roeien met de riemen die je hebt." Je bent hierin wat beperkt. G: Maar als er gekleurde slijmen zijn, ga je het echt serieus nemen? P: Dat is bijvoorbeeld een sterker argument dan koorts, voor mij toch. [wordt beaamd] 6 MO: Maar kun je onderscheiden of het bacterieel is of dat het een virus is? [verschillende deelnemers knikken neen] MO: Nee, dat gaat niet? K: Alleen vermoeden, hé. MO: Is dat altijd duidelijk, het verschil tussen die bronchitis en die pneumonie? [verschillende deelnemers knikken neen] A: Neen, dat is een beetje een gok. 7 S: Dikwijls ook wat dat patiënten zeggen: "Oh, bij mij zakt het heel snel." [K beaamt] S: Of: "Ik pak altijd antibiotica". Of: "Ik heb van mijn andere huisarts antibiotica gekregen en dat helpt goed". Dan weet je al dat als ik die geen antibiotica ga geven, dan gaat die hier binnen twee dagen terug staan. N: Of nooit niet meer. 8 E: Je hebt tegenwoordig evengoed volwassenen die echt vragen van: "Geef me een antibioticum want ik moet gaan werken." K: Je gaat me toch geen antibiotica geven, hé. 9 E: Het hangt wellicht ook wel af van wat je in de periode ervoor mee hebt gemaakt. Ik heb zo een keer een longontsteking gemist en dan besef je dat je niet meer die drie weken gaat afwachten, maar dat je veel rapper antibiotica voorschrijft [wordt beaamd] en dan zwakt dat weer eventjes af. 10 P: Je moet dan toch eens zeggen van: "Ja, ik start hier iets [antibiotica] of ik start niets." Je kunt niet zeggen: "Ik ga hier eens afwachten totdat hier een cultuur uitkomt, dan ben je drie dagen verder." Dus, je moet je ergens op baseren om eventueel iets te starten. Nu, dat is niet alleen op de kleur van de slijmen, dat zijn een aantal elementen tezamen, die je uiteindelijk over een bepaalde drempel trekken om wel of niet antibiotica te geven. 11 G: En bij tracheïtis is de pijn echt onderaan in de hals, hier zo, boven de luchtpijp. MO: Ja. P: Dat zijn dankbare diagnoses? G: Als ze je dat vertellen, dan ben je content. P: Ja, omdat je dan bij zo n klacht met zekerheid kan zeggen: hier moet ik geen antibiotica geven en dat komt goed. 12 P: Terwijl je dat bij een bronchitis dus niet weet hé. En dat je dan gemakkelijker zult zeggen van: "Ik moet hier iets geven." Dat is wat ik bedoelde daarstraks: bij bronchitis worden nogal eens regelmatig antibiotica gegeven die eigenlijk niet nodig zijn. 13 W: Als het bacterieel is, moet je antibiotica geven. Is het viraal, kan het geen kwaad wat je geeft of niet. K: Uiteindelijk geef je te veel. 14 M: Ja, dat nemen ze je kwalijk. Geen antibiotica geven als het nodig was, word je altijd kwalijk genomen. Ik heb al wel eens een collega horen zeggen: "Ik heb van sommige dingen spijt, dat is dat ik geen antibiotica heb gegeven." Dat was naar aanleiding van één of andere voordracht; iemand van de dienst intensieve zorgen zei dat wij veel te veel antibiotica voorschreven. Nu, je moet maar eens een keer geen antibiotica geschreven hebben en uiteindelijk blijkt achteraf dat er iets was. 15 K: We proberen het onderscheid te maken. We zijn al blij als we de poging wagen om het verschil te maken tussen bacterieel en viraal. [verschillende deelnemers beamen] M: We verklaren waarom we geen antibiotica geven. K beaamt: Verklaren waarom we geen geven. Maar het onderscheid tussen al die verschillende virussen te maken: persoonlijk kan ik dat niet. Tabel 2: Representatieve tekstfragmenten. 394 november 2001; 30 (9) Huisarts Nu

6 1 Huisartsen denken in eerste instantie en onafhankelijk van de patiënt aan een luchtwegeninfectie. Andere hypothesen komen slechts aan bod als die aannemelijk zijn vanuit de voorkennis over de patiënt. 2 Huisartsen stellen routinevragen om enkel de meest waarschijnlijke diagnosen aan te tonen. Het expliciet uitsluiten van diagnosen wordt minder vaak gehanteerd in het besliskundig proces. 3 Bij vermoedens van een luchtwegeninfectie willen huisartsen een onderscheid maken tussen klinische entiteiten zoals bronchitis en pneumonie, virale en bacteriële luchtwegeninfecties en infecties van de bovenste en onderste luchtwegen. Met argumenten uit de anamnese en het klinisch onderzoek kan dat niet met zekerheid. Huisartsen dienen om te gaan met diagnostische onzekerheid en hun beslissing spitst zich dan ook toe op het al dan niet voorschrijven van antibiotica. 4 Bij deze (therapeutische) beslissing spelen arts- en patiëntgebonden factoren ook een rol. Deze factoren bepalen een verschuiving van de actiedrempels ten voordele van antibiotica. De Chagrin factor verklaart dit fenomeen. De beslissing om antibiotica voor te schrijven wordt beter verklaard door beide soorten determinanten dan door de conventionele diagnostische groepen luchtwegeninfecties. Tabel 3: De hypothesen in verband met de beslissingen die huisartsen nemen bij patiënten die hoesten. Bij hoest en vermoedens van een luchtwegeninfectie kunnen huisartsen met anamnese en klinisch onderzoek alleen maar zwakke argumenten verzamelen om de diagnose van een luchtwegeninfectie, zoals een pneumonie, te stellen 1. Ze stellen de waarde en/of de haalbaarheid van technisch onderzoek zoals bloed-, sputum- en röntgenonderzoek in vraag 2. Volgens KASSIRER is het nastreven van diagnostische zekerheid een oorzaak van het overmatig gebruik van testen en is zekerheid niet noodzakelijk om goede therapeutische beslissingen te nemen. Omgang met diagnostische onzekerheid hangt samen met de beschikbare therapie 23. Indien huisartsen antibiotica beschouwen als uiterst effectief en weinig risicovol (tabel 2:13), dan is het logisch dat ze beslissen om hiermee te behandelen ondanks een gehalte diagnostische onzekerheid. Verwachtingen van de patiënt Bij het voorschrijven van antibiotica spelen ook andere factoren, zoals de verwachtingen van patiënten, een rol (tabel 3:4). Bij diagnostische onzekerheid is dit haast onvermijdelijk 24. Verder wijst onderzoek van BUTLER uit dat het niet willen belasten van de arts-patiëntrelatie een verklaring kan zijn voor het irrationeel antibioticagebruik bij keelpijn 25. De organisatie van de gezondheidszorg in België, waar er geen officiële band is tussen arts en patiënt en waar artsen per prestatie worden vergoed, verklaart wellicht ook het overmatig voorschrijven 26. Al deze factoren vallen binnen het concept van FEINSTEIN s Chagrin factor 16. Huisartsen vonden het namelijk minder gepast geen antibiotica te hebben voorgeschreven als dat nodig is (tabel 2:14) dan toch antibiotica te hebben voorgeschreven als dat niet hoeft (tabel 2:13). Het laatste gaf minder chagrijn. Als dat nodig was betekent hier duidelijk niet alleen nodig om patiënten te genezen, maar ook om als huisarts in de beschikbare tijd zo goed mogelijk te presteren zonder patiënten te verliezen wegens niet-ingeloste verwachtingen of gemiste ernstige ziekten. Ten slotte zijn onze resultaten congruent met Howie s hypothese: al worden therapeutische beslissingen van huisartsen gewoonlijk beschreven vanuit een diagnose, in de realiteit is het vaak beter ze rechtstreeks vanuit de symptomen en tekens te beschouwen en beïnvloed door factoren (tabel 3:4) 27. Een diagnose wordt dan geformuleerd als verklaring voor de therapeutische beslissing (tabel 2:15). Researchagenda Bij patiënten met hoestklachten hebben huisartsen nood aan hanteerbare argumenten om die patiënten te selecteren die (geen) baat hebben bij antibiotica. Meer onderzoek dient naar deze argumenten te zoeken en naar antwoorden op de volgende onderzoeksvragen, afgeleid uit de hypothesen: Voegt het kunnen uitsluiten van minder aannemelijke diagnosen iets toe aan het louter trachten aan te tonen van een (bepaalde) luchtwegeninfectie? Huisarts Nu november 2001; 30 (9) 395

7 Schrijven huisartsen minder en doelmatiger antibiotica voor als zij op basis van krachtiger klinische argumenten kunnen beslissen? Zijn de diagnostische syndromen opgesteld aan de hand van deze argumenten beter hanteerbaar in de huisartsenpraktijk dan klassieke syndromen? Tot op heden zijn degelijke argumenten echter nog onbekend, noch voor patiënten die hoesten, noch voor bronchitis. Meta-analyses tonen ook aan dat antibiotica voor beide in de meeste gevallen geen voordelen bieden die opwegen tegen de mogelijke neveneffecten 3,28. Daarom dient nu inzake overgebruik van antibiotica bijzondere aandacht te worden besteed aan de arts- en patiëntgebonden factoren in de relatie en communicatie tussen de huisarts en de patiënt. Vertrekkend van onze bevindingen ontwikkelen we een educationele interventie, gericht op het doelmatiger voorschrijven van antibiotica en met behoud van de genezing van de patiënt. BESLUIT Deze inductieve onderzoeksmethode leverde betekenisvolle hypothesen op over de complexe beslissingsprocessen gevolg door huisartsen (tabel 3). Rekening houdend met onze bevindingen ontwikkelen we een educationele interventie, gericht op het doelmatiger voorschrijven van antibiotica en met behoud van de genezing van de patiënt. DANKWOORD Wij danken in het bijzonder alle deelnemende huisartsen, alsook alle medewerkers van het Centrum voor Huisartsgeneeskunde voor het in gang zetten van de snowball sampling, de Universiteit Antwerpen en het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek - Vlaanderen. LITERATUUR Antibiotics for coughing in general practice: a qualitative decision analysis S. Coenen, P. Van Royen, E. Vermeire, I. Hermann and J. Denekens In family practice, medical decisions are prompted most often by complaints about coughing. There is no single yardstick for the differential diagnosis of respiratory tract infections (RTIs). In 80% of cases, the excessive use of antibiotics in the treatment of RTIs is caused by the prescription behaviour of GPs. Our aim was to explicate GPs' diagnostic (and therapeutic) decision regarding adult patients who consult them with complaints about coughing, and to investigate what determines decision making. Exploratory, descriptive focus groups were held with GPs. Hypotheses were generated on the basis of 'qualitative content analysis'. Twenty-four GPs participated in four semi-structured group decisions. In order to differentiate RTIs from other possible diagnosis, less likely diagnoses were not ruled out explicitly. In the case of suspected RTI, there was a low degree of certainty in the differentiation between RTIs (e.g. between bronchitis and pneumonia). Clinical signs and symptoms, which determine the probability of disease, often left GPs with reasonable diagnostic doubt. In the end, the decision whether or not to prescribe antibiotics was taken. GPs' prescription behaviour was also determined by doctor- and patient-related factors (e.g. having missed pneumonia once, patient expectations). The 'chagrin factor' explains why these factors lead to a shift in the action threshold, in favour of antibiotics. This inductive research method enabled the generation of meaningful hypotheses regarding the complex decision processes pursued by GPs. The authors are developing an educational intervention that builds on these findings, focusing on the prescribing decision. MeSH Antibiotics, family practice, focus groups, medical decision making, respiratory tract infections. 396 november 2001; 30 (9) Huisarts Nu

8 LITERATUUR 1 METLAY J, KAPOORW, FINE M. Does this patient have community-acquired pneumonia? Diagnosing pneumonia by history and physical examination. JAMA 1997;278: JONSSON J, SIGURDSSON J, KRISTINSSON K, GUDNADÓTTIR M, MAGNUSSON S. Acute bronchitis in adults. How close do we come to its aetiology in general practice? Scand J Prim Health Care 1997;15: BECKER L, GLAZIER R, MCISAAC W, SMUCNY J. Antibiotics for acute bronchitis (Cochrane Review). In: Software U (editor). The Cochrane Library, Issue 3. Oxford, MELBYE H, STRAUME B, AASEBO U, DALE K. Diagnosis of pneumonia in adults in general practice. Relative importance of typical symptoms and abnormal chest signs evaluated against a radiographic reference standard. Scand J Prim Health Care 1992;10: Koninklijke AvGvB. Advies inzake het overgebruik van antibiotica. Tijdschr Geneesk 1999;55: WISE R, HART T, CARS O, STREULENS M, HELMUTH R, HUOVINEN P, et al. Antimicrobial resistance. Is a major threat to public health [editorial]. BMJ 1998;317: BUTLER C, ROLLNICK S, KINNERSLEY P, J ONES A, STOTT N. Reducing antibiotics for respiratory tract symptoms in primary care: consolidating 'why' and considering 'how'. Br J Gen Pract 1998;48: MORGAN D, KRUEGER R. The Focus group Kit, Volumes 1-6. London: Sage Publications, MARSHALL M. Sampling for qualitative research. Fam Pract 1996;13: DOUGLAS T. Groepswerk in de praktijk. 's Gravenhage: VUGA, ALBLAS G. Groepsprocessen: het functioneren in taakgerichte groepen: Van Loghum- Slaterus, VAN DEN ENDE J, DERESE A, DEBAENE L, DE BÉTHUNE X, LEMIENGRE M, VAN PUYMBROEK H, et al. Medische besliskunde: een nieuw accent in de Vlaamse huisartsgeneeskunde. Huisarts Nu 1996;9: MORGAN D. Qualitative content analysis: a guide to paths not taken. Qual Health Res 1993;3: Q.R.S.NUD.IST 4 user guide [program]. Revision 4 for Apple Macintosh or Microsoft Windows computer systems version. London: Sage Publications Software, PAUKER S, KASSIRER J. The threshold approach to clinical decision making. NEJM 1980; 302(20): FEINSTEIN A. The 'Chagrin Factor' and Qualitative Decision Analysis. Arch Intern Med 1985;145: BRITTEN N, JONES R, MURPHY E, STACY R. Qualitative research methods in general practice and primary care. Fam Pract 1995; 12(1): BRITTEN N, FISCHER B. Qualitative research and general practice. Br J Gen Pract 1993;43: COENEN S, VAN ROYEN P, V ERMEIRE E, HERMANN I, DENEKENS J. Met welke argumenten voert de huisarts zijn diagnostisch beleid bij de contactreden 'hoesten'? VHI Referatendag. Gent, COENEN S, VAN ROYEN P, V ERMEIRE E, HERMANN I, DENEKENS J. What determines medical decision-making in patients with coughing as the reason for encounter? Focus group research wiht general practitioners. First European Networks Open Conference WON- CA '99. Palma de Mallorca, DUCOFFRE G. Surveillance van infectieuze aandoeningen door een Netwerk van Laboratoria voor Microbiologie Epidemiologische Trends Brussel: Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid-Louis Pasteur, ERZBERGER C, PREIN G. Triangulation: Validity and empirically-based hypothesis construction. Quality & Quantity 1997;31: KASSIRER J. Our stubborn quest for diagnostic certainty. A cause of excessive testing. NEJM 1989;320: FAHEY T. Antibiotics for respiratory tract symptoms in general practice. Br J Gen Pract 1998;48: BUTLER CC, ROLLNICK S, PILL R, MAGGS-RAPPORT F, STOTT N. Understanding the culture of prescribing: qualitative study of general practitioners' and patients' perceptions of antibiotics for sore throats. BMJ 1998;317: GROL R, DE MAESENEER J, WHITFIELD M, MOKKINK H. Disease-centred versus patientcentred attitutes: comparison of general practitioners in Belgium, Britain and The Netherlands. Fam Pract 1990;7: HOWIE J. Diagnosis, the Achilles heel? J R Coll Gen Pract 1972;22: FAHEY T, STOCKS N, THOMAS T. Quantitative systematic review of randomised controlled trials comparing antibiotic with placebo for acute cough in adults. BMJ 1998;316: Huisarts Nu november 2001; 30 (9) 397

Bij gebrek aan bewijs

Bij gebrek aan bewijs Bij gebrek aan bewijs kennis is macht! internet in de spreekkamer P.A. Flach Bedrijfsarts Arbo- en milieudienst RuG 09-10-2006 1 3 onderdelen 1. Wat is EBM 2. Zoeken in PubMed 3. Beoordelen van de resultaten

Nadere informatie

LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY GENERAL PRACTICE

LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY GENERAL PRACTICE LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY IN GENERAL PRACTICE A.W. Graffelman LOWER RESPIRATORY TRACT INFECTIONS IN ADULTS: A CLINICAL DIAGNOSTIC STUDY IN GENERAL PRACTICE

Nadere informatie

Sneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie

Sneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie Sneltesten voor respiratoire virussen: geschikt voor point-of-care? 13 juni 2017 Werkgroep Algemene Medische Microbiologie Andrea Bruning, MD PhD AIOS Medische Microbiologie Overzicht Introductie - Point-of-care

Nadere informatie

Resultaten van een enquête in België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. 22. Bovendien blijken patiënten de effectiviteit van

Resultaten van een enquête in België, Nederland en het Verenigd Koninkrijk. 22. Bovendien blijken patiënten de effectiviteit van H U I S A R T S & O N D E R Z O E K O P V A T T I N G E N V A N P A T I Ë N T E N O V E R R E S P I R A T O I R E S Y M P T O M E N E N A N T I B I O T I C A Resultaten van een enquête in België, Nederland

Nadere informatie

ACUTE HOEST Gevalideerd onder het nummer 2002/04

ACUTE HOEST Gevalideerd onder het nummer 2002/04 V O O R G O E D E M E D I S C H E P R A K T I J K V O E R I N G ACUTE HOEST Gevalideerd onder het nummer 2002/04 AUTEURS: SAMUEL COENEN, PAUL VAN ROYEN, KAREL VAN POECK, JAN MICHELS, PETER DIELEMAN, SABINE

Nadere informatie

Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen

Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen Amsterdam School of Health Professionals / HvA Amsterdam Kwaliteit en Proces Innovatie / AMC Amsterdam Goede zorg Effectief Doelmatig Veilig Tijdig Toegankelijk

Nadere informatie

Kwaliteitsbeoordeling van antibioticagebruik in de huisartsenpraktijk en in een huisartsenwachtpost

Kwaliteitsbeoordeling van antibioticagebruik in de huisartsenpraktijk en in een huisartsenwachtpost Kwaliteitsbeoordeling van antibioticagebruik in de huisartsenpraktijk en in een huisartsenwachtpost Niels Adriaenssens, 1,3 Stefaan Bartholomeeusen, 2 Philippe Ryckebosch, 1 Samuel Coenen 1,3 1 Centrum

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/20965

Nadere informatie

EVIDENCE-BASED ALLIED HEALTH CARE. Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp

EVIDENCE-BASED ALLIED HEALTH CARE. Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp EVIDENCE-BASED ALLIED HEALTH CARE Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Nederlands Paramedisch Instituut UMC St Radboud Hogeschool van Arnhem en Nijmegen NVLF 1 ORIËNTATIE op LOGOPEDIE NVLF Visie 2000-2005 NVLF

Nadere informatie

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97 Wanneer gebruiken we kwalitatieve interviews? Kwalitatief interview = mogelijke methode om gegevens te verzamelen voor een reeks soorten van kwalitatief onderzoek Kwalitatief interview versus natuurlijk

Nadere informatie

De opleider als rolmodel

De opleider als rolmodel De opleider als rolmodel De opleider als rolmodel programma 14.00 welkom 14.15 voorstelronde/verwachtingen 14.35 excellent teacher en excellent rolemodel 14.55 groepswerk 15.10 plenaire rapportage 15.35

Nadere informatie

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek

Take-home toets: Kwalitatief onderzoek vrijdag 18 januari 2013 Take-home toets: Kwalitatief onderzoek Naam: Lisa de Wit Studentnummer: 500645721 Klas: LV12-2G1 Vak: Kwalitatief onderzoek Docent: Marjoke Hoekstra 1 Inleiding Voor het vak: Kwalitatief

Nadere informatie

Verschillendedesigns beantwoorden verschillende vragen

Verschillendedesigns beantwoorden verschillende vragen Verschillendedesigns beantwoorden verschillende vragen Zelf echo s uitvoeren bij IVF Hoe betrouwbaar zijn de beelden? Hoe vaak worden vrouwen zwanger? Hoe voelende koppelszicherbij? Watkosthet? 1 Hoe betrouwbaar

Nadere informatie

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS

De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering

Nadere informatie

Hoofdstuk 1: Algemene introductie Hoofdstuk 2: Opvattingen over luchtwegklachten van patiënten en dokters

Hoofdstuk 1: Algemene introductie Hoofdstuk 2: Opvattingen over luchtwegklachten van patiënten en dokters Hoofdstuk 1: Algemene introductie Luchtwegklachten als hoesten, keelpijn en oorpijn komen veelvuldig voor. De overgrote meerderheid van deze klachten wordt veroorzaakt door acute infecties van virale aard

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Zowel beleidsmakers en zorgverleners als het algemene publiek zijn zich meer en meer bewust van de essentiële rol van kwaliteitsmeting en - verbetering in het verlenen van

Nadere informatie

ALLEEN SUCCES MET EEN GOEDE ONDERZOEKSVRAAG!

ALLEEN SUCCES MET EEN GOEDE ONDERZOEKSVRAAG! ALLEEN SUCCES MET EEN GOEDE ONDERZOEKSVRAAG! Faculteit Gezondheid dr. Anne Eskes 9 maart 2016 1 2 ALLEEN SUCCES MET EEN GOEDE ONDERZOEKSVRAAG! Disclosure belangen spreker: Anne Eskes (potentiële) belangenverstrengeling

Nadere informatie

Themamiddag ter gelegenheid van de instelling van het lectoraat van dr. Frits Oosterveld 21 maart 2002 Saxion Hogeschool Enschede

Themamiddag ter gelegenheid van de instelling van het lectoraat van dr. Frits Oosterveld 21 maart 2002 Saxion Hogeschool Enschede Themamiddag ter gelegenheid van de instelling van het lectoraat van dr. Frits Oosterveld 21 maart 2002 Saxion Hogeschool Enschede 20-3-2013 Lectoraat Frits Oosterveld 1 Frits, van harte proficiat! 20-3-2013

Nadere informatie

Kennis toepassen, en beslissingen nemen. Hoe denkt de arts? 2. Wat doet de arts? Hoe wordt kennis toegepast? Wat is differentiaal diagnose?

Kennis toepassen, en beslissingen nemen. Hoe denkt de arts? 2. Wat doet de arts? Hoe wordt kennis toegepast? Wat is differentiaal diagnose? Hoe denkt de arts? 2 Kennis toepassen, en beslissingen nemen Dr. Peter Moorman Medische Informatica ErasmusMC 1 Hoe weet je of een ziektebeeld waarschijnlijk is? de differentiaal diagnose Hoe wordt een

Nadere informatie

Ruggespraak. Ruggespraak. Presentatie Ariette Sanders - Netwerkbijeenkomst Platform Gedeelde Besluitvorming - Maart 2013 RUGPIJN? agenda.

Ruggespraak. Ruggespraak. Presentatie Ariette Sanders - Netwerkbijeenkomst Platform Gedeelde Besluitvorming - Maart 2013 RUGPIJN? agenda. agenda Ruggespraak Kennismaking Achtergrond van het onderzoek Methode Resultaten Discussie Conclusie A.R.J. Sanders1, W.Verheul2, T.Magneé2, H.M.Pieters, P. Verhaak2, N.J. de Wit1,, J.M. Bensing2 RUGPIJN?

Nadere informatie

CRP point of care testen en het voorschrijven van antibiotica op de huisartsenpost Stichting Samenwerkende Huisartsendiensten Rijnland

CRP point of care testen en het voorschrijven van antibiotica op de huisartsenpost Stichting Samenwerkende Huisartsendiensten Rijnland CRP point of care testen en het voorschrijven van antibiotica op de huisartsenpost Stichting Samenwerkende Huisartsendiensten Rijnland Yvette Weesie Tessa Jansen Robert Verheij Karin Hek Juli 2017 Het

Nadere informatie

Homeopathie voor paarden

Homeopathie voor paarden Artikel: http://horsefulness.be/homeopathie-voor-paarden/ site van Horsefulness van Karine Vanderborre Homeopathie voor paarden Homeopathie, niet iedereen heeft er vertrouwen in Ikzelf sta er volledig

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek Prof dr JJM van Delden Julius Centrum, UMC Utrecht j.j.m.vandelden@umcutrecht.nl Inleiding Medisch-wetenschappelijk

Nadere informatie

Inleiding Klinimetrie Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2

Inleiding Klinimetrie Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2 Inleiding Klinimetrie 2006 1. Documenten 01 Inleiding Klinimetrie Nederlands Paraamedisch Instituut 2006 Pag. 2 Wanneer bij wie welk meetinstrument? Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Inleiding Klinimetrie 2006

Nadere informatie

http://toelatingsexamen.110mb.com

http://toelatingsexamen.110mb.com Arts-patiëntgesprek Dit onderdeel bestaat uit meerkeuzevragen met 4 antwoordmogelijkheden, waarvan je er meestal al meteen 2 kan elimineren omdat ze te extreem zijn. Je moet eigenlijk op je gevoel afgaan

Nadere informatie

ehealth en zelfmanagement Hoe worden we daar beter van?

ehealth en zelfmanagement Hoe worden we daar beter van? ehealth en zelfmanagement Hoe worden we daar beter van? Bart Brandenburg 21 maart 2013 Wat is ehealth? en hoe worden we daar beter van? Er zijn 51 definities van ehealth Supporting Health by technology

Nadere informatie

Pneumonie vaststellen bij onderzoek in verpleeghuizen

Pneumonie vaststellen bij onderzoek in verpleeghuizen Pneumonie vaststellen bij onderzoek in verpleeghuizen dr.ir. Jenny T. van der Steen VU medisch centrum, EMGO+ Instituut Afdeling Verpleeghuisgeneeskunde Definitie pneumonie bij onderzoek Definitie bepaalt

Nadere informatie

Je gezondheid, zó werk je eraan! Correct antibioticagebruik.

Je gezondheid, zó werk je eraan! Correct antibioticagebruik. Je gezondheid, zó werk je eraan! Correct antibioticagebruik www.lm.be Het natuurlijke afweersysteem De meeste virale en bacteriële infecties genezen spontaan na enkele dagen. In normale omstandigheden

Nadere informatie

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE

HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE HET WERKEN met GEZONDHEIDSPROFIELEN in de MANUELE THERAPIE Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Vrije Universiteit Brussel UMC St Radboud, Nijmegen NPi, Amersfoort 1 NVMT 4e LUSTRUM VAN HARTE PROFICIAT 2 WAAROM

Nadere informatie

Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk. Warffum 2012

Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk. Warffum 2012 Ontstekingsparameters in de huisartspraktijk Warffum 2012 Onderwerpen CRP, bezinking of beide CRP bij acuut hoesten CRP sneltest voor andere indicaties? CRP, bezinking of beide? Indicaties - infectie/ontsteking

Nadere informatie

Onderzoek naar e-gezondheidszorg in Europa: artsen moeten meer gebruik maken van ICT

Onderzoek naar e-gezondheidszorg in Europa: artsen moeten meer gebruik maken van ICT IP/08/641 Brussel, 25 april 2008 Onderzoek naar e-gezondheidszorg in Europa: artsen moeten meer gebruik maken van ICT De Europese Commissie heeft vandaag de resultaten bekendgemaakt van een pan-europees

Nadere informatie

Hoeveel gezondheid levert onze gezondheidszorg op?

Hoeveel gezondheid levert onze gezondheidszorg op? Hoeveel gezondheid levert onze gezondheidszorg op? Ann Van den Bruel Senior Clinical Research Fellow Department of Primary Care Health Sciences University of Oxford Declaration Alma Ata 1978 Gezondheid

Nadere informatie

EBM. Domein arts. Overwegingen bij domein arts

EBM. Domein arts. Overwegingen bij domein arts EBM Wetenschappelijke uitkomsten uit klinisch relevant prognostisch, diagnostisch en therapeutisch onderzoek. Kennis, ervaring, persoonlijke waarden en verwachtingen van de dokter zelf. De individuele

Nadere informatie

Een kwestie van gewoonte? Huisartsen hebben een erg uiteenlopend. voorschrijfgedrag wat. antibiotica betreft. Precies deze

Een kwestie van gewoonte? Huisartsen hebben een erg uiteenlopend. voorschrijfgedrag wat. antibiotica betreft. Precies deze H U I S A R T S & O N D E R Z O E K H E T V O O R S C H R I J V E N V A N A N T I B I O T I C A B I J A C U T E I N F E C T I E S V A N N E U S O F S I N U S S E N Een kwestie van gewoonte? A. DE SUTTER,

Nadere informatie

UITKOMSTEN WAT IS EEN UITKOMST? 30/04/2013. A is beter dan B? C is goedkoper dan D? Uitkomst = Het effect van een bepaalde interventie op

UITKOMSTEN WAT IS EEN UITKOMST? 30/04/2013. A is beter dan B? C is goedkoper dan D? Uitkomst = Het effect van een bepaalde interventie op UITKOMSTEN WAT IS EEN UITKOMST? A is beter dan B? C is goedkoper dan D? Mijn innovatie is beter dan de concurrentie Uitkomst = Het effect van een bepaalde interventie op Bijvoorbeeld: Mortaliteit Kwaliteit

Nadere informatie

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma.

Citation for published version (APA): Verbakel, N. J. (2007). Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. University of Groningen Het Chronische Vermoeidheidssyndroom, Fibromyalgie & Reuma. Verbakel, N. J. IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite

Nadere informatie

1. In welk deel van de wereld ligt Nederland? 2. Wat betekent Nederland?

1. In welk deel van de wereld ligt Nederland? 2. Wat betekent Nederland? First part of the Inburgering examination - the KNS-test Of course, the questions in this exam you will hear in Dutch and you have to answer in Dutch. Solutions and English version on last page 1. In welk

Nadere informatie

Samen beslissen (SDM) moet altijd

Samen beslissen (SDM) moet altijd Samen beslissen (SDM) moet altijd Kiezen voor Pillen en/of Praten bij Depressie en Angststoornissen Behandelvoorkeuren en Keuzes van Patiënten en Behandelaren Sumayah Rodenburg Vandenbussche Disclosure

Nadere informatie

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.

Bent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A. Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten

Nadere informatie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. 0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve

Nadere informatie

Antimicrobial stewardship balans

Antimicrobial stewardship balans Franky Buyle, pharmd, phd Apotheek Multidisciplinair Infectie Team Hebben we nood aan een nationale infectiologie-gids? 12 maart 2019 VZA PUO Franky.buyle@uzgent.be Antimicrobial stewardship balans INDIVIDU

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

Bouwen aan vertrouwen: perspectief van de industrie

Bouwen aan vertrouwen: perspectief van de industrie Symposium ter gelegenheid afscheid Ad van Dooren Zelfredzaamheid van patiënten bij gebruik van veilige medicatie. Bouwen aan vertrouwen: perspectief van de industrie Rudolf van Olden, arts Medisch Directeur

Nadere informatie

INTERACT-in-HF. Improving knowldege To Efficaciously RAise level of Contemporary Treatment in Heart Failure. A European Heart Failure Network

INTERACT-in-HF. Improving knowldege To Efficaciously RAise level of Contemporary Treatment in Heart Failure. A European Heart Failure Network INTERACT-in-HF Improving knowldege To Efficaciously RAise level of Contemporary Treatment in Heart Failure A European Heart Failure Network RECAP - Regional Care Portals InterReg IVB, e-ucare, WP2 Inhoudsopgave

Nadere informatie

VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE

VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE Drs. Willemke Stilma Docent verpleegkunde HvA Mede met dank aan dr. Anne Eskes 1 INHOUD 5 stappen EBP Formuleren van een klinische vraagstelling PICO Zoekstrategie

Nadere informatie

Het effect van een gepercipieerde vraag van de patiënt. Methode

Het effect van een gepercipieerde vraag van de patiënt. Methode H U I S A R T S & O N D E R Z O E K A N T I B I O T I C A V O O R S C H R I J V E N B I J A C U T E H O E S T Het effect van een gepercipieerde vraag van de patiënt S. COENEN, B.MICHIELS, D.RENARD, J.DENEKENS,

Nadere informatie

Wetenschappelijke vorming in de huisartsopleiding

Wetenschappelijke vorming in de huisartsopleiding Versiedatum: 0-0-06 Pagina van 5 De wetenschappelijke onderbouwing van het huisartsgeneeskundig handelen vormt een belangrijke leidraad voor de huisarts. Deze moet een wetenschappelijke onderbouwing kunnen

Nadere informatie

Klinische richtlijnen of hoe men PK/PD kan implementeren. Eerste deel: Doel en nut Hoe ontwikkelt men richtlijnen? Beperkingen

Klinische richtlijnen of hoe men PK/PD kan implementeren. Eerste deel: Doel en nut Hoe ontwikkelt men richtlijnen? Beperkingen Klinische richtlijnen of hoe men PK/PD kan implementeren Eerste deel: Doel en nut Hoe ontwikkelt men richtlijnen? Beperkingen 5A-1 Wat is het doel van de richtlijnen? kwaliteit van de zorg verbeteren kosten-effectiviteit

Nadere informatie

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind.

Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Pesten onder Leerlingen met Autisme Spectrum Stoornissen op de Middelbare School: de Participantrollen en het Verband met de Theory of Mind. Bullying among Students with Autism Spectrum Disorders in Secondary

Nadere informatie

Oplossingsgerichte gespreksvoering in medische consulten. Het team: wie zijn wij?

Oplossingsgerichte gespreksvoering in medische consulten. Het team: wie zijn wij? Oplossingsgerichte gespreksvoering in medische consulten { Esther de Wolf & Christiaan van Woerden Workshop congres Samen nog Beter 5 -Vrijdag 13 oktober 2017, Woudschoten Zeist Each patient carries hisowndoctor

Nadere informatie

Evidence-Based Nursing. Bart Geurden, RN, MScN

Evidence-Based Nursing. Bart Geurden, RN, MScN Evidence-Based Nursing Bart Geurden, RN, MScN Trends in Verpleegkunde Jaren 1980: Systematisch werken Focus op proces Jaren 1990: Verpleegkundige diagnostiek Focus op taal Aandacht verschuift van proces

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:

Nadere informatie

Naar een nieuw concept van Gezondheid

Naar een nieuw concept van Gezondheid Kwaliteitsinstituut 7 mei 2013 Naar een nieuw concept van Gezondheid Daniëlle Branje MSc. & Machteld Huber, arts Louis Bolk Instituut, Driebergen www.louisbolk.nl Louis Bolk Instituut Sinds 1976 Onderzoek

Nadere informatie

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: MimpenMG

Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: MimpenMG Analyserapport van de patiëntenvragenlijsten over de huisarts: MimpenMG Datum aanmaak rapport:11-11-2015 1 Laatste ronde patiëntenvragenlijsten huisarts Periode waarin ingevuld van: 1-3-2014 tot 1-3-2014

Nadere informatie

Peer review EBM. Ontwikkeld door WVVK in opdracht van Pro-Q-Kine

Peer review EBM. Ontwikkeld door WVVK in opdracht van Pro-Q-Kine Peer review EBM Inleiding Doelstellingen? Attitude: bereid zijn om evidence based te handelen, om expertise te delen, om evidentie te bespreken Kennis: wat is EBM, wat is evidentie, wat is een richtlijn,

Nadere informatie

Media en creativiteit. Winter jaar vier Werkcollege 7

Media en creativiteit. Winter jaar vier Werkcollege 7 Media en creativiteit Winter jaar vier Werkcollege 7 Kwartaaloverzicht winter Les 1 Les 2 Les 3 Les 4 Les 5 Les 6 Les 7 Les 8 Opbouw scriptie Keuze onderwerp Onderzoeksvraag en deelvragen Bespreken onderzoeksvragen

Nadere informatie

University of Groningen. Stormy clouds in seventh heaven Meijer, Judith Linda

University of Groningen. Stormy clouds in seventh heaven Meijer, Judith Linda University of Groningen Stormy clouds in seventh heaven Meijer, Judith Linda IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version (publisher's PDF) if you wish to cite from it. Please check

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

Feedback aanvraaggedrag huisartsen in het DTO Effect en valkuilen

Feedback aanvraaggedrag huisartsen in het DTO Effect en valkuilen Feedback aanvraaggedrag huisartsen in het DTO Effect en valkuilen J.P. Trietsch, huisarts-onderzoeker Gezondheidscentrum Terwinselen, Kerkrade Universiteit Maastricht, CAPHRI Wat ging vooraf 2004 proefschrift

Nadere informatie

Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas

Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas University of Groningen Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas IMPORTANT NOTE: You are advised to consult the publisher's version

Nadere informatie

EBM II: Korte casus 1. Kaat De Groot Laurens Deprost

EBM II: Korte casus 1. Kaat De Groot Laurens Deprost EBM II: Korte casus 1 Kaat De Groot Laurens Deprost EBM II: Inleiding tot klinisch denken Titularis: Prof. Dr. Nicole Pouliart Tutor: Chelsey Plas 05/12/2014 Inhoud Casus Differentiaaldiagnoses oesofageale

Nadere informatie

Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen

Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen Systematic Reviews Dr. Hester Vermeulen Amsterdam School of Health Professionals / HvA Amsterdam Kwaliteit en Proces Innovatie / AMC Amsterdam Systematisch literatuur onderzoek RCT s worden gemaakt om

Nadere informatie

MODULE Evidence Based Midwifery

MODULE Evidence Based Midwifery VZW Vlaamse Organisatie van Vroedvrouwen vzw MODULE Evidence Based Midwifery Van Schoonbekestraat 143 Sint-Jacobsmarkt 84 2018 Antwerpen 2000 Antwerpen Programma Overzicht Dag 1: maandag 8 november 2010

Nadere informatie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie

De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een. Vergelijking met Rusten in Liggende Positie De Effectiviteit van een Mindfulness-gebaseerde Lichaamsscan: een Vergelijking met Rusten in Liggende Positie The Effectiveness of a Mindfulness-based Body Scan: a Comparison with Quiet Rest in the Supine

Nadere informatie

Big Data. Gaat het iets voor de zorg betekenen? Dr N.S. Hekster 18 maart 2015. Big Data in de Zorg. 2015 IBM Corporation

Big Data. Gaat het iets voor de zorg betekenen? Dr N.S. Hekster 18 maart 2015. Big Data in de Zorg. 2015 IBM Corporation Big Data Gaat het iets voor de zorg betekenen? Dr N.S. Hekster 18 maart 2015 1 Introductie Spreker Nicky Hekster Technical Leader Healthcare & LifeSciences IBM Nederland BV Johan Huizingalaan 765 1066

Nadere informatie

De PatiëntCoach als hulpmiddel bij zelfmanagementondersteuning, een praktische toepassing

De PatiëntCoach als hulpmiddel bij zelfmanagementondersteuning, een praktische toepassing De PatiëntCoach als hulpmiddel bij zelfmanagementondersteuning, een praktische toepassing Jaap K. Sont, associate professor Afdeling Medische Besliskunde Leids Universitair Medisch Centrum j.k.sont@lumc.nl

Nadere informatie

Evidence based nursing: wat is dat?

Evidence based nursing: wat is dat? Evidence based nursing: wat is dat? Sandra Beurskens Lector kenniskring autonomie en participatie van mensen met een chronische ziekte Kenniskring autonomie en participatie EBN in de praktijk: veel vragen

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Dappere of defensieve dokters. Chris de Kruiff Veerle Langenhorst algemeen kinderartsen AMC Amsterdam, Isala Klinieken Zwolle

Dappere of defensieve dokters. Chris de Kruiff Veerle Langenhorst algemeen kinderartsen AMC Amsterdam, Isala Klinieken Zwolle Dappere of defensieve dokters Chris de Kruiff Veerle Langenhorst algemeen kinderartsen AMC Amsterdam, Isala Klinieken Zwolle Disclosure belangen sprekers Geen potentiële belangenverstrengeling Leerdoelen

Nadere informatie

Critical Appraisal of a Topic De 7 stappen van de CAT Bachelor geneeskunde 3de jaar AWV

Critical Appraisal of a Topic De 7 stappen van de CAT Bachelor geneeskunde 3de jaar AWV Critical Appraisal of a Topic De 7 stappen van de CAT Bachelor geneeskunde 3de jaar AWV Arno Roest en Saskia Le Cessie CAT-project@lumc.nl Evidence based medicine (EBM) (Patho)fysiologie: Klachten, ziekte,

Nadere informatie

Paramedisch OnderzoekCentrum

Paramedisch OnderzoekCentrum Manueeltherapeutische classificaties voor lage-rugpijn: uitdaging voor de toekomst. Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp Prof.dr. Janusz Bromboszcz Opbouw Relevantie van classificaties voor MT Profielen KNGF-richtlijn

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/66111 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Streit, S.R. Title: Perspectives on treating hypertension in old age : the burden

Nadere informatie

Vergelijking tussen Belgische en Nederlandse huisartsen

Vergelijking tussen Belgische en Nederlandse huisartsen H U I S A R T S & O N D E R Z O E K B E L E I D B I J A C U T E H O E S T Vergelijking tussen Belgische en Nederlandse huisartsen S. COENEN, I.WELSCHEN, P.VAN ROYEN, MM. KUYVENHOVEN, J.DENEKENS, TJM.VERHEIJ

Nadere informatie

23-1-2014. Classificeren en meten. Overzicht van de officiële definities van de meter sinds 1795. Raymond Ostelo, PhD. Klinimetrie

23-1-2014. Classificeren en meten. Overzicht van de officiële definities van de meter sinds 1795. Raymond Ostelo, PhD. Klinimetrie Raymond Ostelo, PhD Professor of Evidence-Based Physiotherapy Dept. Health Sciences EMGO+ Institute for Health and Care Research VU University Amsterdam, the Netherlands r.ostelo@vumc.nl 1 Classificeren

Nadere informatie

Medischwetenschappelijk. onderzoek. Algemene informatie voor de proefpersoon

Medischwetenschappelijk. onderzoek. Algemene informatie voor de proefpersoon Medischwetenschappelijk onderzoek Algemene informatie voor de proefpersoon Inhoud Inleiding 5 Medisch-wetenschappelijk onderzoek 6 Wat is medisch-wetenschappelijk onderzoek? Wat zijn proefpersonen? Wie

Nadere informatie

Astma controle, is er ruimte voor verbetering? Hoe goed behandelen we kinderen en volwassenen met astma in Nederland?

Astma controle, is er ruimte voor verbetering? Hoe goed behandelen we kinderen en volwassenen met astma in Nederland? Astma controle, is er ruimte voor verbetering? Walter Balemans, kinderlongarts Antonius ziekenhuis, Nieuwegein CAHAG conferentie, januari 2017 Gewetensvraag Hoe goed behandelen we kinderen en volwassenen

Nadere informatie

BEÏNVLOEDENDE FACTOREN VAN THERAPIETROUW EN ZELFMANAGEMENT BIJ ORALE TKIs: EEN KWALITATIEF ONDERZOEK. Mathieu Verbrugghe Prof. dr.

BEÏNVLOEDENDE FACTOREN VAN THERAPIETROUW EN ZELFMANAGEMENT BIJ ORALE TKIs: EEN KWALITATIEF ONDERZOEK. Mathieu Verbrugghe Prof. dr. BEÏNVLOEDENDE FACTOREN VAN THERAPIETROUW EN ZELFMANAGEMENT BIJ ORALE TKIs: EEN KWALITATIEF ONDERZOEK Mathieu Verbrugghe Prof. dr. Ann Van Hecke INLEIDING THERAPIEONTROUW Een patiënt wordt therapieontrouw

Nadere informatie

Academisch schrijven Inleiding

Academisch schrijven Inleiding - In this essay/paper/thesis I shall examine/investigate/evaluate/analyze Algemene inleiding van het werkstuk In this essay/paper/thesis I shall examine/investigate/evaluate/analyze To answer this question,

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde

Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Thuiswerktoets Filosofie, Wetenschap en Ethiek Opdracht 1: DenkTank De betekenis van Evidence Based Practice voor de verpleegkunde Universitair Medisch Centrum Utrecht Verplegingswetenschappen cursusjaar

Nadere informatie

Verbeteren van gezondheidsvaardigheden van ouderen in Europa EU-FP7-IROHLA. NCVGZ April 2013 Andrea de Winter. Jaap Koot & Menno Reijneveld

Verbeteren van gezondheidsvaardigheden van ouderen in Europa EU-FP7-IROHLA. NCVGZ April 2013 Andrea de Winter. Jaap Koot & Menno Reijneveld Verbeteren van gezondheidsvaardigheden van ouderen in Europa NCVGZ April 2013 Andrea de Winter EU-FP7-IROHLA Jaap Koot & Menno Reijneveld Omvang en aard van problemen met gezondheidsvaardigheden Doelen

Nadere informatie

PDS B e l a n g e n v e r e n

PDS B e l a n g e n v e r e n r a b l D e PDS B e l a n g e n v e r e n r m S y n d r o a o m i g e i n g k k i r P PDS in relatie tot anderen 2 PDS in relatie tot anderen Bij het Prikkelbare Darm Syndroom (PDS) is één van de symptomen

Nadere informatie

Samenvatting. Etiologie. samenvatting

Samenvatting. Etiologie. samenvatting Samenvatting Hoofdstuk 1 is een algemene inleiding op dit proefschrift. Luchtweginfecties zijn veel voorkomende aandoeningen, die door een groot aantal verschillende virussen en bacteriën veroorzaakt kunnen

Nadere informatie

Hoe kunnen we op een veilige manier minder antibiotica gebruiken? Een e-learning voor huisartsen.

Hoe kunnen we op een veilige manier minder antibiotica gebruiken? Een e-learning voor huisartsen. 1 18 november 2016 Hoe kunnen we op een veilige manier minder antibiotica gebruiken? Een e-learning voor huisartsen. Sibyl Anthierens, An De Sutter, Samuel Coenen Voor de Werkgroepen Ambulante praktijk

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

Systematische review als middel tot synthese van bestaande kennis

Systematische review als middel tot synthese van bestaande kennis Systematische review als middel tot synthese van bestaande kennis Trudy Bekkering, epidemioloog Cebam, 2018 1 Inhoud Achtergrond Wat is een systematische review? Hoe systematische reviews maken? Verschillende

Nadere informatie

Vragenlijsten kwaliteit van leven

Vragenlijsten kwaliteit van leven Click for the English version Vragenlijsten kwaliteit van leven TNO heeft een aantal vragenlijsten ontwikkeld om de gezondheidsrelateerde kwaliteit van leven te meten van kinderen, jongeren en jong-volwassenen.

Nadere informatie

Welke vragenlijst voor mijn onderzoek?

Welke vragenlijst voor mijn onderzoek? Welke vragenlijst voor mijn onderzoek? NHG wetenschapsdag 2010 Caroline Terwee Kenniscentrum Meetinstrumenten VUmc Afdeling Epidemiologie en Biostatistiek VU medisch centrum Inhoud 1. Presentatie 2. Kritisch

Nadere informatie

De ontwikkeling en implementatie van een selfmanagement ehealth interventie in de eerste lijn. Promotor: Prof. Dr. Ilse De Bourdeaudhuij

De ontwikkeling en implementatie van een selfmanagement ehealth interventie in de eerste lijn. Promotor: Prof. Dr. Ilse De Bourdeaudhuij De ontwikkeling en implementatie van een selfmanagement ehealth interventie in de eerste lijn Prof. dr. Ilse De Bourdeaudhuij, Prof. dr. Geert Crombez, drs. Jolien Plaete Studiedag SWVG Integrale zorg

Nadere informatie

Een onverwachte draai in het verhaal Over valkuilen en blinde vlekken

Een onverwachte draai in het verhaal Over valkuilen en blinde vlekken Een onverwachte draai in het verhaal Over valkuilen en blinde vlekken dr. Geert-Jan Geersing huisarts-onderzoeker dr. Alfred Sachs huisarts-onderzoeker dr. Janneke Hendriksen aios Huisartsgeneeskunde Introductie

Nadere informatie

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding

Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Kinderen met astma die daar regelmatig klachten van hebben, krijgen vaak het advies van een arts om dagelijks medicijnen te gebruiken. Die medicijnen zijn meestal corticosteroïden

Nadere informatie

Palliatieve zorg en dementie zorg Stellingen

Palliatieve zorg en dementie zorg Stellingen Palliatieve zorg en dementie zorg Stellingen prof.dr. Cees Hertogh en dr.ir. Jenny van der Steen EMGO Instituut voor onderzoek naar gezondheid en zorg afdeling huisartsgeneeskunde & ouderengeneeskunde

Nadere informatie

Advance Care Planning bij chronisch orgaanfalen: praat voor het te laat is!

Advance Care Planning bij chronisch orgaanfalen: praat voor het te laat is! Advance Care Planning bij chronisch orgaanfalen: praat voor het te laat is! Carmen Houben MSc. Wetenschappelijk onderzoeker Medisch Psycholoog 24 november 2015 Chronische ziekten - 1900: overlijden door

Nadere informatie

Inleiding. Johan Van der Heyden

Inleiding. Johan Van der Heyden Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be

Nadere informatie

Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen?

Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen? Beter Oud Worden in Amsterdam - 31 maart 2015 Wat is Positieve gezondheid en wat kan het voor ouderen betekenen? Dr. Machteld Huber, arts, senior-onderzoeker Louis Bolk Instituut, Driebergen www.louisbolk.nl

Nadere informatie