Drugs en medicijnen in het verkeer

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Drugs en medicijnen in het verkeer"

Transcriptie

1 Drugs en medicijnen in het verkeer Literatuurstudie RA Karin Van Vlierden, Pascal Lammar Onderzoekslijn Gedrag DIEPENBEEK, STEUNPUNT VERKEERSVEILIGHEID.

2 Documentbeschrijving Rapportnummer: Titel: RA Drugs en medicijnen in het verkeer Ondertitel: Literatuurstudie Auteur(s): Promotor: Onderzoekslijn: Karin Van Vlierden, Pascal Lammar Rob Cuyvers, Luc Hens Gedrag Partners: Provinciale Hogeschool Limburg, Vrije Universiteit Brussel Aantal pagina s: 132 Projectnummer Steunpunt: Projectinhoud: Aan de hand van nationale en internationale literatuur wordt een beeld geschetst van de effecten van drugs en medicijnen op de rijvaardigheid, het voorkomen van deze middelen in het verkeer, risicogroepen en achterliggende factoren, opsporingstechnieken en maatregelen voor preventie en handhaving. Uitgave: Steunpunt Verkeersveiligheid, december 2006 Steunpunt Verkeersveiligheid Agoralaan Gebouw D B 3590 Diepenbeek T F E info@steunpuntverkeersveiligheid.be I

3 Samenvatting Drugs en medicijnen in het verkeer Bij bestuurders zijn cannabis en opiaten het meest voorkomend van de illegale drugs, terwijl benzodiazepines de meest voorkomende geneesmiddelen zijn. Bestuurders combineren geregeld drugs en geneesmiddelen onderling en met alcohol. Cannabis, benzodiazepines en alcohol komen het meest voor in combinatie. Op basis van de huidige kennis kan gesteld worden dat cannabisgebruik een risico betekent voor de verkeersveiligheid, op zijn minst tijdens de eerste uren na gebruik. Cocaïne, heroïne en hallucinogenen hebben een duidelijke invloed op de rijvaardigheid. Niet alle studies blijken significant verhoogde risico s te vinden bij gebruik van amfetamines en ecstasy. Dit zou deels kunnen samenhangen met het gebruik van lagere dosissen in experimentele studies. De voorgeschreven medicijnen die het meest geassocieerd worden met beïnvloeding van de rijvaardigheid en verkeersongevallen blijken benzodiazepines (vooral deze met lange werkingsduur), cyclische antidepressiva en opioide analgetica te zijn. Het gebruik van slaap- en kalmeermiddelen blijkt een duidelijk risico in te houden voor de rijvaardigheid en ongevalbetrokkenheid. De meeste beta-blokkers en centrale stimulantia houden geen of weinig risico s in voor de rijvaardigheid. Er is een belangrijk gebrek aan informatie betreffende de effecten van neuroleptica op het rijgedrag. Toch kan aangenomen worden dat ze op basis van hun effecten de rijvaardigheid beïnvloeden. Vooral de eerste en tweede generatie antihistaminica kunnen de rijvaardigheid significant beïnvloeden. De verschillende onderzoeken naar de effecten van analgetica en antitussiva op de rijvaardigheid en ongevalbetrokkenheid zijn niet eenduidig. Bepaalde effecten zijn te verwachten, maar toediening van stabiele dosissen zou weinig effecten op de rijvaardigheid veroorzaken. Problemen bij het rijden zijn voornamelijk te verwachten bij het starten van een behandeling, bij het wijzigen van de dosis en bij combinatie met andere substanties. Antidepressiva kunnen de rijvaardigheid negatief beïnvloeden, zeker bij het starten van de behandeling, en vormen een risico om in een ongeval betrokken te raken. Dit potentieel is het grootst bij de sedatieve antidepressiva. Enkel onder stricte voorwaarden zouden epilepsie- en diabetes-patiënten een voertuig mogen besturen, gezien de belangrijke risico s voor de rijvaardigheid. Combinatie van drugs/medicijnen en alcohol is absoluut te vermijden, evenals combinaties van drugs en medicijnen onderling, aangezien deze steeds aanleiding geven tot verhoogde risico s op letsel in verkeersongevallen en tot verhoogde schuld aan het ongeval. De risico s blijken toe te nemen naarmate meer substanties gecombineerd ingenomen worden. Wegens het hoge risico en de hoge prevalentie verdienen benzodiazepines en cannabis in combinatie met alcohol beleidsmatig bijzondere aandacht. Risicogroepen en motieven Rijden onder invloed van drugs wordt het meest vastgesteld bij jonge mannen, zware druggebruikers, bezoekers van dansgelegenheden en fuiven, cannabisgebruikers in vergelijking met gebruikers van andere drugs, vrachtwagen- en busbestuurders. Rijden na het gebruik van medicijnen concentreert zich bij oudere mannen en vrouwen. Ook laag opgeleiden combineren vaak middelengebruik en rijden. Bestuurders die geloven dat drugs of medicijnen hun rijvaardigheid niet negatief beïnvloeden of die het naleven van de wetgeving terzake niet belangrijk vinden, zijn meer geneigd te rijden na gebruik van deze middelen. De gepercipieerde pakkans voor het rijden onder invloed van drugs en medicijnen speelt een heel belangrijke rol in het stellen van dit gedrag. Voor sommige bestuurders zijn drug- of medicijngebruik een inherent deel van hun leven, waardoor de combinatie met het besturen van een voertuig onvermijdelijk wordt. Ook voor degenen die drugs in de wagen gebruiken, is het Steunpunt Verkeersveiligheid 3 RA

4 daaropvolgend rijden een logisch gevolg. Sociale factoren kunnen bijdragen aan het rijden onder invloed, in de vorm van goedkeuring van zowel druggebruik als rijden onder invloed ervan door de sociale groep waartoe een bestuurder behoort. Rijden onder invloed van drugs of medicijnen kan ook een uiting zijn van de persoonlijkheid van een bestuurder. Indien hij hoog scoort op de persoonlijkheidstrek sensatie zoeken, gaat hij op zoek naar allerhande uitdagingen. Rijden onder invloed kan er daar één van zijn. Preventie van rijden onder invloed van drugs en medicijnen Bovenstaande risicogroepen en motieven geven aanduidingen van mogelijke preventieve maatregelen en strategieën. Zowel educatie, handhaving als technische hulpmiddelen zijn hierbij aan de orde. In de literatuur blijkt bijzonder veel nadruk te liggen op de verhoging van de pakkans voor rijden onder invloed van drugs en medicijnen door middel van aselecte controles langs de weg. Om zulke controles te kunnen uitvoeren, zijn specifieke wettelijke bepalingen noodzakelijk. Internationaal wordt de wetgeving met betrekking tot rijden onder invloed van drugs en medicijnen vanuit verschillende invalshoeken benaderd. De ene vertrekt vanuit het beoordelen van het gedrag van een bestuurder, de andere baseert zich op het opsporen van verboden middelen in lichaamsvloeistoffen. We kaderen de wetgeving in België in die benaderingen en bespreken bovendien de middelen die politiediensten ter beschikking hebben om naleving van de wettelijke bepalingen te controleren. Opdat wetgeving met betrekking tot drugs en medicijnen in het verkeer een gedragsverandering teweeg brengt bij bestuurders, moet er draagvlak voor bestaan bij een groot deel van hen. Ook voor controles in het kader van die wetgeving is het draagvlak zowel bij de bestuurders die eraan onderworpen worden als bij de politie die ze moet uitvoeren best zo groot mogelijk. Het draagvlak voor wetgeving en handhaving kan vergroot worden door educatie en door het ter beschikking stellen van eenvoudige, goed geaccepteerde en accurate controlemiddelen. Steunpunt Verkeersveiligheid 4 RA

5 English summary Drugs and medicines in traffic Among drivers, cannabis and opiates are the most common illicit drugs, while benzodiazepines are the most common medicinal drugs. Drivers regularly combine illicit and medicinal drugs, and drugs with alcohol. Cannabis, benzodiazepines and alcohol are found in combination most often. Based on current knowledge, cannabis use is considered to be dangerous for traffic safety, at least during the first hours after use. Cocaine, heroin and hallucinogens are incompatible with safe driving. Not all studies find increased risks among drivers using amphetamines and ecstasy. This could be partly explained by the use of lower doses in experimental studies. The prescription medicines most associated with their influence on driving performance and traffic accidents are benzodiazepines (especially those with long halflife), cyclic antidepressants and opioid analgesics. Hypnotics, sedatives and anxiolytics (including benzodiazepines) impair driving performance and are associated with increased accident risk. Most beta-blockers and central stimulants have no or only a limited detrimental effect on driving performance. There is a serious lack of information concerning the effects of neuroleptics on driving performance, but based on the general effects of neuroleptics, it can be assumed that there is an effect on driving performance. Especially the first and second generation antihistamines have a significant detrimental effect on driving performance. Concerning the effects of analgesics and antitussives on driving performance and accident risk, the results of the different studies are inconsistent. Effects may be expected, but administration of stable doses would cause few effects on driving performance. Problems during driving are mainly to be expected at onset of the treatment, when changing the dose and when other substances are co-ingested. Antidepressants have the ability to influence driving performance negatively, especially at onset of the treatment, and are associated with higher accident risk. This potential is highest among sedative antidepressants. Epilepsy and diabetes patients should be allowed to drive only under strict conditions, taking into account the important detrimental effects on driving performance. Combination of drugs with alcohol should be avoided, as well as combinations of illicit and medicinal drugs, as they are associated with increased traffic accident risks and with increased responsibility in responsibility analysis studies. Moreover, the risks seem to increase with polydrug use. Benzodiazepines and cannabis in combination with alcohol deserve special attention at policy level, due to their high risk and prevalence. High-risk groups and motives Drivers under the influence of illegal drugs are mostly young men, heavy drug users, dance hall and night club visitors, cannabis users in comparison with users of other drugs, truck and coach drivers. Drivers after use of medicines are mostly older men and women. People with a low educational level frequently drive under the influence of drugs. Drivers who belief that illegal drugs and medicines do not impair driving or who are not concerned with observing the law, are more inclined to drive under the influence. The perceived chance of being caught driving under the influence plays an important role in this behaviour. For some drivers, drugs and medicines are an inherent part of their life, which makes the combination of using and driving inevitable. Driving is also logical for people who use drugs in the car. Social factors like peer approval of drug use and driving under the influence, contribute to this behaviour. Driving under the influence of drugs or medicines can also be an expression of the personality of the driver. Scoring high on the personality trait sensation seeking involves looking for all sorts of challenges. Driving under the influence of drugs can be such a challenge. Steunpunt Verkeersveiligheid 5 RA

6 Prevention of driving under the influence of drugs and medicines The above-mentioned high-risk groups and motives bring along possible preventative measures and strategies. Education, enforcement and engineering are parts of this. In the literature, increasing the chance of being caught driving under the influence of drugs through random roadside testing is highlighted. In order to perform such testing, specific legal provisions are necessary. Internationally, legislation with regard to driving under the influence of drugs is approached differently. In some countries, legal action is based on the behavioural assessment of drivers. Other countries focus on the detection of drugs in bodily fluids. We fit Belgian legislation in with these approaches and deal with the means police forces have at their disposal to enforce legal provisions. For legislation about drugs in traffic to be able to cause behavioural change, it must be supported by the majority of drivers. This is also the case for the roadside checks, which need just as well support from the police who s performing them. Support for legislation and enforcement can be enlarged through education and through the use of easy, well accepted and accurate testing devices. Steunpunt Verkeersveiligheid 6 RA

7 Inhoudsopgave 1. INLEIDING DOELSTELLINGEN EN TAAKVERDELING Algemene doelstellingen Concrete vragen en taakverdeling DRUGS EN MEDICIJNEN DIE DE RIJVAARDIGHEID EN/OF HET RIJGEDRAG KUNNEN BEÏNVLOEDEN Drugs Cannabis Cocaïne Heroïne Amfetamines en designer drugs (ecstasy) Andere synthetische drugs/hallucinogenen Medicijnen Slaap- en kalmeermiddelen (hypnotica, sedativa en anxiolytica) Middelen ter behandeling van hoge bloeddruk (beta-blokkers) Middelen ter behandeling van psychische problemen (neuroleptica) Middelen ter behandeling van allergie/reisziekte (antihistaminica) (H1-receptor antagonisten) Narcotische/opioïde analgetica (pijnstillers) en hoestmiddelen (antitussiva) Antidepressiva Middelen ter behandeling van vermoeidheid (centrale stimulantia) Anti-epileptica Antidiabetische medicijnen PREVALENTIE Drug- en medicijngebruik bij de bevolking Prevalentie van het rijden onder invloed van drugs of medicijnen België Internationaal Prevalentie van de combinatie drugs/medicijnen en alcohol EFFECTEN VAN DRUGS EN MEDICIJNEN OP DE RIJVAARDIGHEID EN HET RISICO OP ONGEVALLEN Inleiding Drugs Cannabis Steunpunt Verkeersveiligheid 7 RA

8 5.2.2 Cocaïne Heroïne Amfetamines en designer drugs (ecstasy) Andere synthetische drugs/hallucinogenen Medicijnen Slaap- en kalmeermiddelen (hypnotica, sedativa en anxiolytica) Middelen ter behandeling van hoge bloeddruk (beta-blokkers) Middelen ter behandeling van psychische problemen (neuroleptica) Middelen ter behandeling van allergie/reisziekte (antihistaminica) Narcotische/opioïde analgetica (pijnstillers) en hoestmiddelen (antitussiva) Antidepressiva Middelen ter behandeling van vermoeidheid (centrale stimulantia) Anti-epileptica Antidiabetische medicijnen Gecombineerd gebruik medicijnen/drugs en alcohol Drugs/medicijnen alcohol Medicijnen alcohol Drugs medicijnen Specifieke combinaties BESLUITEN OP BASIS VAN PREVALENTIE VAN DRUGS EN MEDICIJNEN EN HUN INVLOED OP DE RIJVAARDIGHEID Samenvatting van de voorgaande hoofdstukken Drugs en medicijnen die beleidsmatig verhoogde aandacht verdienen FACTOREN DIE TEN GRONDSLAG LIGGEN AAN HET RIJDEN ONDER INVLOED VAN DRUGS EN MEDICIJNEN EN RISICOGROEPEN VOOR DIT GEDRAG Inleiding Kenmerken van bestuurders die rijden onder invloed van drugs en medicijnen Leeftijd Geslacht Middelengebruik Opleidingsniveau en beroep Conclusie Motieven voor het rijden onder invloed van drugs en medicijnen Persoonlijkheidskenmerken Steunpunt Verkeersveiligheid 8 RA

9 7.3.2 Perceptie van en attitude tegenover verminderde rijvaardigheid en ongevallenrisico Attitude tegenover het overtreden van de wet Gepercipieerde pakkans Situationele variabelen Gebrek aan informatie over gevaren van rijden onder invloed van drugs en medicijnen Sociale factoren Druggebruik in de wagen Conclusie Implicaties voor preventie Inleiding Educatie Handhaving Techniek Opmerking OPSPOREN VAN DRUG- EN MEDICIJNGEBRUIK BIJ WEGCONTROLES Inleiding Wettelijke bepalingen betreffende strafbaarheid van drug- en medicijngebruik in het verkeer Inleiding Gedragsbenadering van rijden onder invloed van drugs en medicijnen Nultolerantie voor drugs en medicijnen in het verkeer Wettelijke limieten voor drugs en medicijnen in het verkeer Testen voor detectie van bestuurders onder invloed Inleiding Evaluatie van testmethoden Performantietesten in de gedragsmatige benadering Opsporen van drugs in lichaamsvloeistoffen Controleprocedure in België Draagvlak voor drug- en medicijncontroles in het verkeer Inleiding Draagvlak bij bestuurders Draagvlak bij de politie AANBEVELINGEN Aanbevelingen met betrekking tot onderzoek Aanbevelingen met betrekking tot beleid en wetgeving Aanbevelingen met betrekking tot educatie AFKORTINGEN Steunpunt Verkeersveiligheid 9 RA

10 11. LITERATUURLIJST BIJLAGE Steunpunt Verkeersveiligheid 10 RA

11 Tabellen Tabel 2: Gebruik in de bevolking van een aantal groepen medicijnen in België en Vlaanderen in de afgelopen 24u (gegevens Gezondheidsenquête 2004) Tabel 3: Druggebruik bij verkeersslachtoffers gedurende de 3 maanden voor het ongeval (BTTS Research Group, 1997). (*) inclusief alle van amfetamine afgeleide designerdrugs zoals MDA, MDEA,... (**) met exclusie van methadongebruik in het kader van een substitutietherapie Tabel 4: toxicologische resultaten bij BTTS geïncludeerde patiënten (BTTS Research Group, 1997) Tabel 5: Toestand van chauffeurs betrokken in een verkeersongeval, NIS Tabel 6: Prevalentie van drugs, medicijnen en alcohol bij verschillende groepen bestuurders (mediaan uit 69 epidemiologische studies)(maes et al., 1999).28 Tabel 7: Prevalentie van drugs alleen of in combinatie in drie studies (Assum et al., 2005) Tabel 8: Prevalentie drugs/medicijnen bij bestuurders, gewond of gedood, in een verkeersongeval (Maes et al., 1999; BTTS Research Group, 1997) Tabel 9: Prevalentie van drugs/medicijnen in een aantal buitenlandse studies bij in een verkeersongeval gewonde of omgekomen bestuurders. *: omgekomen bestuurders; **: gewonde bestuurders; ***: stimulantia(o.m. amfetamines en cocaïne) Tabel 10: Prevalentie drugs/medicijnen bij bestuurders, die verdacht worden van het rijden onder invloed (Maes et al., 1999; Braun & Christ, 2002) Tabel 11: Prevalentie van de verschillende drugs/medicijnen, alleen en gecombineerd, bij de populatie algemene bestuurders in Nederland (Assum et al., 2005) Tabel 12: Overzicht van risico s op letsel in verkeersongevallen en schuld aan ongeval (odds ratio s en relatieve risico s) in verschillende studies Tabel 13: Overzicht van studies met farmaco-epidemiologische data (vet= significant)(maes et al., 1999) Tabel 14: Overzicht van belangrijkste effecten op de rijvaardigheid voor drugs/medicijnen (Braun & Christ, 2002) Tabel 15: combinatie-effecten van verschillende types drugs/medicijnen; = additieve sedatieve werking, = over-additieve sedatieve werking, = additief opwekkend, = verschillende combinatie-effecten, lege vakken= moeilijk te voorspellen effecten; OPI= opiaten, COC= cocaïne, CAN= cannabis, AMF= amfetamines, BZD= benzodiazepines, BARB= barbituraten (Braun & Christ, 2002) Tabel 16: risicoclassificatie van drugs/medicijnen op basis van internationale data over prevalentie en beïnvloeding van de rijvaardigheid; positief, negatief Steunpunt Verkeersveiligheid 11 RA

12 1. I N L E I D I N G Dit rapport maakt deel uit van Onderzoekslijn 4: Gedrag van het Steunpunt Verkeersveiligheid. Het toenemende gebruik van drugs en medicijnen tijdens het rijden wereldwijd verklaart het belang om aan dit onderwerp aandacht te besteden (ETSC, 1999; Walsh et al., 2000; Assum et al., 2005). Dit blijkt ook uit de Europese initiatieven en projecten terzake, waaronder SAVE (System for effective Assessment of the driver state and Vehicle control in Emergency situations), CERTIFIED (Conception and Evaluation of Roadside Testing Instruments to Formalise Impairment Evidence in Drivers), ROSITA (Roadside Testing Assessment), IMMORTAL (Impaired Motorists, Methods of Roadside Testing and Assessment for Licensing). Een grootschalig Europees project dat recent van start is gegaan, is het project DRUID (Driving under the Influence of Drugs, Alcohol and Medicines). Het aantal weekendongevallen waarbij jongeren zwaar gewond raken of overlijden, blijft ook hoog. We kunnen hierbij vermoeden dat overmatig alcoholgebruik en ook druggebruik een niet onbelangrijke rol spelen. Er bestaat geen twijfel over het feit dat medicijnen en drugs de rijvaardigheid negatief kunnen beïnvloeden. Zowel in beleidsmiddens als in medische en verkeersveiligheidsmiddens heeft men de indruk dat alcohol, medicijnen en illegale drugs een rol spelen bij verkeersongevallen en een weerslag hebben op de aard en de ernst van de verwondingen die eruit voortvloeien (BTTS Research Group, 1997; Chaudoir, 1997). De moeilijkheid om de juiste invloed van drugs en medicijnen op de rijvaardigheid vast te stellen wordt duidelijk door volgende vaststellingen (ETSC, 1999): - de meeste drugs/medicijnen zijn niet zoals alcohol en vertonen geen eenvoudige relatie tussen de concentratie in het bloed en de invloed op de rijvaardigheid; - medicijnen binnen eenzelfde categorie (bijvoorbeeld antidepressiva) kunnen sterk variëren in hun invloed op het rijgedrag (bijvoorbeeld remafstand); - bestuurders met een medische aandoening rijden mogelijkerwijze veiliger met medicijnen dan zonder; - er bestaan grote individuele verschillen in relatie tot bepaalde drugs/medicijnen; - kortetermijneffecten kunnen verschillen van langetermijneffecten; - er zijn vele drugs/medicijnen die gebruikt worden en bovendien worden deze regelmatig in combinatie gebruikt. Deze combinatie kan resulteren in synergetische of antagonistische effecten. Het aantal mogelijke interacties is zeer groot; - de concentraties in het bloed van sommige psychoactieve drugs (zoals cannabis) dalen sterk na opname, maar de gedragseffecten kunnen nog voorkomen wanneer de concentratie in het bloed is gedaald tot een zeer laag niveau. Ondanks deze moeilijkheden bij het uitvoeren van onderzoek naar drugs/medicijnen zal in de volgende hoofdstukken hun invloed via de nationale en internationale literatuur doorgelicht worden. Op basis van de effecten en prevalentie van de verschillende categorieën drugs/medicijnen zal vervolgens een selectie gemaakt worden van die middelen die beleidsmatig verhoogde aandacht vereisen. Steunpunt Verkeersveiligheid 12 RA

13 Aan het rijden onder invloed van drugs en medicijnen kunnen verschillende motieven ten grondslag liggen. Ook deze worden in de internationale literatuur opgezocht. De risicogroepen voor dit gedrag hangen met deze motieven samen. De belangrijkste conclusie die we uit de literatuur betreffende risicogroepen en motieven kunnen trekken, is die over mogelijke preventieve maatregelen die eruit voortvloeien. Internationaal zijn er uiteenlopende benaderingen van wetgeving betreffende rijden onder invloed van drugs en medicijnen. Deze worden samen met de Belgische benadering beschreven. Handhaving van de wetgeving gebeurt vooral door controles van bestuurders op het gebruik van verboden middelen. Hiervoor hebben politiediensten verschillende testen en technieken ter beschikking. Bovendien zijn enkele veelbelovende testen in ontwikkeling. Tot slot wordt stilgestaan bij het draagvlak voor strenge controles op drug- of medicijngebruik in het verkeer. We sluiten het rapport af met een aantal aanbevelingen. Steunpunt Verkeersveiligheid 13 RA

14 2. D O E L S T E L L I N G E N E N T A A K V E R D E L I N G 2.1 Algemene doelstellingen De algemene doelstellingen van dit project kunnen als volgt samengevat worden: - in kaart brengen van de gevolgen van drug- en medicijngebruik voor de rijvaardigheid, mate waarin deze middelen voorkomen in het verkeer en de grootte van het risico op ongevallen; - beoordelen van de meetbaarheid van drug- en medicijngebruik (detectie van bestuurders onder invloed) en het draagvlak hiervoor; - zoeken naar risicogroepen en naar factoren die ten grondslag kunnen liggen aan het rijden na gebruik van drugs en medicijnen; - aanbevelingen op nationaal of Vlaams niveau om het thema te benaderen en aan preventie en handhaving te doen. 2.2 Concrete vragen en taakverdeling Op volgende vragen zal in het kader van de studie een antwoord gezocht worden: Medische en gezondheidskundige invalshoek: hoofdstuk 3-6 (Pascal Lammar, Vrije Universiteit Brussel): - Welke drugs en medicijnen vormen een probleem voor de rijvaardigheid? - Welke problemen/effecten veroorzaken deze drugs en medicijnen (invloed op ongevalbetrokkenheid, letselernst, concentratievermogen enzovoort)? Hoe beïnvloeden ze de rijvaardigheid en eventueel het rijgedrag? - Wat is de prevalentie van drug- en medicijngebruik tijdens het rijden? - Welke drugs en medicijnen verdienen beleidsmatig verhoogde aandacht op basis van prevalentie en/of effecten op de rijvaardigheid, rijgedrag en/of ongevalbetrokkenheid? Gedragsmatige invalshoek: hoofdstuk 7 en 8 Hogeschool Limburg): (Karin Van Vlierden, Provinciale - Welke zijn de risicogroepen voor rijden onder de invloed van drugs en/of medicijnen? - Welke factoren liggen ten grondslag aan het rijden onder invloed van drugs en/of medicijnen? - Welke technieken worden gebruikt om drug- en medicijngebruik op te sporen? Welke zijn het betrouwbaarst en best bruikbaar op het terrein? - Is er een draagvlak voor strenge controles op drug-/medicijngebruik? Conclusies: hoofdstuk 9 (beide onderzoekers): - Welke beleidsaanbevelingen kunnen in dit kader geformuleerd worden? - Welke mogelijkheden tot preventie dienen zich aan? Steunpunt Verkeersveiligheid 14 RA

15 3. D R U G S E N M E D I C I J N E N D I E D E R I J V A A R D I G H E I D EN/ O F H E T R I J G E D R A G K U N N E N B E Ï N V L O E D E N 3.1 Drugs Volgende drugs komen achtereenvolgens aan bod: cannabis, cocaïne, heroïne, amfetamines, ecstasy, hallucinogenen Cannabis Cannabis sativa is een plant die toelaat om drie types drugs te produceren: - marihuana - hasj - hasjolie (Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, 1995; Maes, Charlier, Grenez & Verstraete, 1999). De belangrijkste actieve component is tetrahydrocannabinol (THC). Hasj bevat 2 tot 10% THC, marijuana is minder geconcentreerd (0,5 tot 7% THC, gemiddeld=4%), de olie bevat tot 90% THC. Cannabisproducten worden meestal gerookt in combinatie met tabak ( joint, 5-30 mg THC). Wanneer een persoon een joint rookt, zal de concentratie aan THC in het bloed nog een piek bereiken vooraleer de joint opgerookt is, terwijl de effecten een paar minuten na het roken starten. THC wordt in de eerste plaats afgebroken tot 11-OH-THC (ook een actieve stof), en deze stof komt na 10 à 20 minuten na de start van het roken voor in het bloed. Zowel THC als 11-OH-THC zullen binnen de drie uur na het roken dalen tot <5 ng/ml. De andere metaboliet van THC, THC-COOH, is inactief, en kan veel langer in het plasma voorkomen. De metaboliet die in de urine gedetecteerd wordt, namelijk het inactieve THC-COOH, kan na 1 tot 3 dagen bij gewoon gebruik en zelfs langer bij chronisch gebruik voorkomen in de urine. Het kan dus zijn dat de urine positief is voor THC-COOH, maar het bloed negatief voor THC. Hierbij kan men dan twee gevallen onderscheiden: - ofwel was de persoon niet langer onder invloed van THC, en waren er dus geen effecten meer op het gedrag, - ofwel ondervond de persoon wel nog gedragseffecten van THC. (Maes et al., 1999; Scheers, Verstraete, Adriaensen, Raes & Tant, 2006) Cannabis is een middel met kalmerende werking. De effecten verschillen naargelang de kwaliteit, de gebruikte hoeveelheid, de aard en de ervaring in het gebruik. Effecten op korte termijn zijn o.a. een lacherige, euforische toestand ( high zijn), met versterkte intensiteit van de waarneming en een verminderd realiteitsbesef. Soms kunnen plotse angstgevoelens en misselijkheid optreden. De bij de gebruikers, op het ogenblik van de inname aanwezige gevoelens (bepaald door omgevings- en persoonlijkheidsfactoren) worden meestal versterkt (Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, 1995). Samengevat kunnen volgende effecten optreden (Maes et al., 1999): - euforie, ontspanning, aangenaam gevoel, slaperigheid - toegenomen sociale interactie, vriendelijkheid, lachen - veranderingen in de visuele en auditieve waarneming Steunpunt Verkeersveiligheid 15 RA

16 - gewijzigde waarneming van tijd en ruimte - korte termijn geheugenverlies - verminderde psychomotorische vermogens - angst en paniek - dysforie, hallucinaties, flashbacks Een frequent gebruik leidt tot een fysische afhankelijkheid gelijkend op deze van tabak. Tijdens de uitwerking zijn de reflexen trager en is het concentratievermogen gedaald (Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, 1995). Volgende fysiologische effecten kunnen optreden: cardiovasculaire symptomen met versnelde hartslag en bloeddrukveranderingen, bloeddoorlopen ogen met verwijde pupillen (Maes et al., 1999) Cocaïne Cocaïne is een produkt dat uit de bladeren van de cocaplant (Erythroxylum coca) wordt bereid (Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, 1995). Crack, een gezuiverde vorm van cocaïne, kan bekomen worden door aan de cocaïne een aantal produkten toe te voegen. Benzoylecgonine is een metaboliet van cocaïne (Bernhoft et al., 2005). Cocaïnegebruik wordt gekenmerkt door een zeer kortdurend stimulerend effect (een half tot één uur maximum) op geestelijk en lichamelijk vlak. De effecten van cocaïnegebruik zijn: euforie, verhoogde alertheid, activiteit, mentale energie en zelfvertrouwen, sexuele opwinding, verlies van remmingen, onderdrukking van honger en vermoeidheid, zintuiglijke hallucinaties. De euforie wordt gevolgd door een periode van angst, paranoia en waanideeën. Daarna volgt een depressieve fase met uitputting, agressiviteit en nervositeit. Fysiologische effecten zijn verwijde pupillen, versnelde hartslag en verhoogde bloeddruk. Na langdurig gebruik kan een toestand van opgewondenheid, slapeloosheid en vermagering optreden (Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, 1995; Maes et al., 1999) Heroïne Heroïne is een opiumderivaat, vervaardigd in een labo. Opium is het melkachtig sap dat men bekomt door het insnijden van de zaaddoos van de Papaver somniferum (Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, 1995). Heroïne (diacetylmorfine) is lipofieler dan morfine en bereikt de hersenen sneller zodat de euforische effecten intenser zijn dan deze van morfine (Maes et al., 1999). Opiaten hebben een sterk verdovende werking op het centrale zenuwstelsel. Na het gebruik van opium valt de ervaring van pijn, angst en andere onrustgevoelens weg. Bij injectie van heroïne treedt de zgn. flash op. Na deze flash treedt een roestoestand op gekenmerkt door een gevoel van rust en welzijn. Gemeenschappelijk aan deze middelen is dat zich op korte termijn de volgende effecten kunnen voordoen: gevoel van geborgenheid, warmte en welbevinden, vernauwde pupillen, een droge mond en een vertraging van de ademhaling (Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, 1995). Na 6-12 uren treden de minder plezierige gewaarwordingen van ontwenning op ( cold turkey = zweten, loopneus, geeuwen, koude rilllingen, buikkrampen, spierpijn, misselijkheid, diarree,...). Het gebruik van opiaten leidt tot het ontwikkelen van tolerantie met fysische en psychische afhankelijkheid (Maes et al., 1999). Fysiologische effecten Steunpunt Verkeersveiligheid 16 RA

17 van opiaten zijn vernauwde pupillen (miosis), verstopping en lage bloeddruk (Maes et al., 1999) Amfetamines en designer drugs (ecstasy) Amfetamines en designer drugs zijn synthetische drugs. Amfetamines Amfetamines zijn centrale stimulantia die ongewijzigd worden uitgescheiden in de urine (Maes et al., 1999). Ze onderdrukken vermoeidheids- en hongergevoelens, en verhogen de geestelijke alertheid en fysische energie. Daarnaast stimuleren ze ook het humeur en verhogen ze het zelfvertrouwen. Er kan ook sprake zijn van een toegenomen concentratievermogen en een verminderde zelfkritiek. Voorts stelt men het versnellen van de spraak en de bewegingen vast. Men krijgt het gevoel dat men beter presteert, wat echter niet altijd met de werkelijkheid overeenstemt. Door het verlies van de eetlust leeft het lichaam op zijn reserves en treedt vermagering op. Andere, eerder sociale gevolgen zijn dat de gebruiker rusteloos, prikkelbaar, wantrouwig, agressief en gewelddadig wordt. De originele therapeutische toepassingen van amfetamine waren behandeling van narcolepsie, obesitas en hyperactief gedrag bij kinderen. Bij gebruik van amfetamines ontwikkelt zich na een tijdje tolerantie. Hoge dosissen leiden tot hallucinaties, psychose en dysphorie (Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, 1995; Maes et al., 1999). Fysiologische effecten van amfetamines zijn verwijde pupillen, verhoogde bloeddruk, versnelde hartslag, transpiratie en droge mond (Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, 1995; Maes et al., 1999). Designer drugs De bekendste designer drugs zijn ecstasy (MDMA), Eva (MDEA) en MBDB (Maes et al., 1999). MDMA = 3,4-methyleendioxymetamfetamine = XTC, ecstasy, love drug, Adam MDEA = 3,4-methyleendioxyetamfetamine = Eva MBDB = N-methyl-1-(1,3-benzodioxazol-5-yl)-2-butanamine Ecstasy en Eva worden gedeeltelijk gemetaboliseerd tot MDA (3,4- methyleendioxyamfetamine), dat ook in de urine gedetecteerd wordt (Maes et al., 1999). Ecstasy en analoge middelen hebben een dubbel effect: ze veroorzaken enerzijds stimulering en zorgen anderzijds voor emotionele openheid en verhoging van de sociale communicatieve vaardigheden. De gebruiker kent een milde euforie, gevoelens van sereniteit en kalmte, woede en vijandigheid verdwijnen, er is een verhoogde sensualiteit. Wanneer deze effecten beginnen af te nemen, doen zich negatieve gevoelens voor, zoals vermoeidheid, angst, leegheid en depressie. Daarna volgen hoofdpijn, spierpijn, uitputting, apathie, zweten, misselijkheid, hallucinaties,... Fysiologische effecten zijn verwijde pupillen, verhoogde bloeddruk, versnelde hartslag en droge mond (Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, 1995; Maes et al., 1999). Steunpunt Verkeersveiligheid 17 RA

18 Het gebruik van ecstasy leidt op lange termijn tot leverbeschadiging en een ontreddering en wezenlijke verandering in de psyche (Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, 1995) Andere synthetische drugs/hallucinogenen Het zijn algemeen bewustzijns- en/of waarnemingsveranderende middelen, deels synthetisch zoals LSD of deels synthetisch en deels uit planten getrokken zoals Mescaline uit de Peyote-cactus (Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, 1995). LSD LSD is de synthetische versie van ergotamine, geproduceerd door moederkoorn, een parasiet van graangewassen. Het werd bestudeerd voor de behandeling van mentale aandoeningen. Het werd echter snel misbruikt voor zijn hallucinogene effecten. Typisch voor LSD is de waarnemingsstoornis. Kleuren worden helderder, geluid kan men voelen, muziek kan men zien (visuele hallucinaties). De effecten verschijnen 15 minuten tot één uur na gebruik en kunnen 6 tot 12 uren duren. Tijdens de trip is de persoon in zichzelf gekeerd. Tolerantie ontwikkelt zich reeds na enkele dagen. Fysiologische effecten zijn een verhoogde bloeddruk, pupilverwijding, zweten en een verhoogd hartritme. Spatio-temporele vervorming en depersonalisatie worden frequent waargenomen. De reactietijd verhoogt significant. LSD induceert een stevige psychische afhankelijkheid (Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, 1995; Maes et al., 1999). Gammahydroxybutyraat (GHB) Het is van nature aanwezig bij zoogdieren. Het wordt gebruikt als verdovingsmiddel, maar kan ook gebruikt worden voor de behandeling van slapeloosheid, alcohol- en opiaatontwenning en vele cerebrovasculaire aandoeningen. Na orale inname wordt de GHB-piek in serum bereikt na 20 tot 45 minuten. GHB wordt ook misbruikt voor zijn euforische, sedatieve en anabolische effecten. Een gevoel, zoals na inname van amfetamines, wordt bereikt bij 20 tot 30 mg/kg en vanaf 10 mg/kg kan geheugenverlies en spierrelaxatie optreden. Fysische afhankelijkheid wordt waargenomen. Neveneffecten zijn misselijkheid, overgeven, duizeligheid, slapeloosheid, bradycardie (abnormaal langzame hartslag) en ademhalingsdepressie. Coma en aanvallen werden eveneens waargenomen. Combinatie met alcohol of andere psychoactieve drugs is zeer gevaarlijk (versterking van de neveneffecten)(maes et al., 1999). Magic mushrooms (paddo s) Magic mushrooms behoren hoofdzakelijk tot 3 groepen: psilocybe, panaeolus en conocybe. De psychoactieve hallucinogene substanties zijn psilocybine en psilocine, chemisch gelijkend op LSD. Effecten worden verkregen met 10 tot 60 mg en kunnen 5 tot 6 uren duren. Eerst zal misselijkheid optreden, daarna sensaties met invloed op ogen, gehoor en bewustzijn (Maes et al., 1999). Mescaline Mescaline is een actieve stof afkomstig uit de peyote, een cactus uit Centraal- Amerika. De chemische structuur is 3,4,5-trimethoxy-phenethylamine. De effecten zijn sterk gelijkend op die van LSD, met versterking van de Steunpunt Verkeersveiligheid 18 RA

19 kleurverschijningen. Werkelijke hallucinaties zijn frequenter dan met LSD. Versnelde hartslag, hoge bloeddruk, hyperthermie, verhoogde speekselafscheiding en trillen zijn de meest frequente neveneffecten. Mescaline induceert tolerantie, psychische afhankelijkheid en soms fysische afhankelijkheid (Maes et al., 1999). 3.2 Medicijnen Psychotrope medicijnen werken in op de psychische functie, gedrag en ervaring. Ze veranderen de mentale toestand door beïnvloeding van de neurofysiologische en biochemische activiteit van de functionele eenheden ( units ) van het centrale zenuwstelsel (vb. angstremmende sedativa, antidepressiva, neuroleptica, psychostimulantia)(maes et al., 1999). Volgende categorieën medicijnen worden vervolgens besproken: slaap- en kalmeermiddelen (hypnotica, sedativa en anxiolytica), middelen ter behandeling van hoge bloeddruk (beta-blokkers), middelen ter behandeling van psychische problemen (neuroleptica), middelen ter behandeling van allergie/reisziekte (antihistaminica), narcotische/opioïde analgetica (pijnstillers) en hoestmiddelen (antitussiva), antidepressiva, middelen ter behandeling van vermoeidheid (centrale stimulantia), antiepileptica en antidiabetische medicijnen Slaap- en kalmeermiddelen (hypnotica, sedativa en anxiolytica) De oudste groep van kalmeermiddelen bevat meprobamaat en werkt zeer verslavend (Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, 1995). Barbituraten worden sinds 1903 vanuit medisch oogpunt gebruikt. De ontwikkeling van meer veilige medicijnen zoals de benzodiazepines zorgde voor een afname in het gebruik ervan. Deze medicijnen hebben een algemeen kalmerend effect en worden gebruikt ter behandeling van slapeloosheid (tegenwoordig minder en minder) en epilepsie. Barbituraten hebben een algemeen remmende werking op vele hersenfuncties. Ze verminderen het aandachts- en het observatievermogen. Bij voldoende hoge dosis wordt het belevings- en reactievermogen afgesloten en valt men in slaap. Langdurig gebruik van barbituraten kan een waaier van ernstige gevolgen hebben. Vreemd genoeg is één daarvan slapeloosheid. Andere effecten kunnen zijn: algemene lichamelijke en geestelijke traagheid, verminderde belangstelling, prikkelbaarheid,... Er ontstaat tevens een verhoogd risico op epilepsie (Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, 1995). Een nieuwere groep, de benzodiazepines (waaronder de meest gekende: valium en librium), heeft in ruime mate het gebruik van de klassieke kalmeermiddelen verdrongen en wordt in onze samenleving zeer intens gebruikt. Ze hebben een kalmerend effect (Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, 1995). Benzodiazepines worden veelvuldig gebruikt voor de kortetermijnbehandeling van slapeloosheid, het verminderen van angstgevoelens, en als middelen tegen stuipen. Benzodiazepines veroorzaken sedatie (lage dosis) en hypnose (hogere dosissen). Ze werken spierrelaxerend (Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, 1995; Maes et al., 1999). Benzodiazepines kunnen het geheugen en het concentratievermogen aantasten (Bernhoft, 2005a). Ze kunnen de werking versterken van andere sedativa. Chronisch misbruik kan tolerantie induceren. Langdurig gebruik van grote dosissen kan hoofdpijn, evenwicht- en loopstoornissen veroorzaken. Soms is er sprake van angst of van een depressieve toestand. Ontwenningsverschijnselen treden op na het stoppen van het benzodiazepinegebruik (hypergevoeligheid aan licht en geluid, beven, zweten, Steunpunt Verkeersveiligheid 19 RA

20 slapeloosheid, abdominaal ongemak en versnelde hartslag). Benzodiazepines zijn kwalitatief vergelijkbaar, maar verschillen in hun farmacokinetische parameters en duur van de effecten. Sommige benzodiazepines werken snel en hebben een korte halveringstijd; ze worden bij voorkeur gebruikt als hypnotica. Andere benzodiazepines hebben een middellange of lange halveringstijd en worden gebruikt als anxiolytica en sedativa. De duur van de effecten hangt af van de halveringstijd, de vorming van actieve metabolieten en de distributie van de medicijnen. Benzodiazepinemisbruik (niet-therapeutisch gebruik, dikwijls in hoge dosissen) als een drug om euforie te induceren is frequent (Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid, 1995; Maes et al., 1999) Middelen ter behandeling van hoge bloeddruk (beta-blokkers) Mogelijke effecten van beta-blokkers zijn: duizeligheid, toegenomen vermoeidheid, verhoging van de reactietijd, verminderde concentratie, gelatenheid, slaapstoornissen, stemmingswisselingen. Pindolol en propranolol verhogen de reactietijd en verminderen het concentratievermogen. Bijzondere aandacht moet geschonken worden aan oogdruppels waarbij gezichtsstoornissen kunnen optreden na het indruppelen in het oog (Charlier et al., 1999) Middelen ter behandeling van psychische problemen (neuroleptica) Neuroleptica zijn middelen gebruikt voor de behandeling van psychose en omvatten de fenotiazines (vb. chlorpromazine), de butyrofenonen (vb. haloperidol), de thioxanthenen (vb. flupenthixol) en de gesubstitueerde benzamides (vb. sulpiride). Deze stoffen hebben variabele antagonistische acties op verschillende neurotransmittersystemen. De inhibitie van de centrale dopaminerge receptoren is een belangrijk gemeenschappelijk kenmerk. Neuroleptica zijn allen sedatief; de graad van sedatie hangt af van de molecule(groep). Ze veroorzaken ook, in verschillende mate, extrapiramidale effecten, zoals akathesia (mentale en motorische rusteloosheid), Parkinson-achtig syndroom, dystonische reacties (vb. grimassen trekken, torticollis (scheve hals door nek/halskramp)) en dyskinesie (vb. uitsteken van tong; onvrijwillige bewegingen van romp en ledematen)(maes et al., 1999) Middelen ter behandeling van allergie/reisziekte (antihistaminica) (H1- receptor antagonisten) Antihistaminica worden gebruikt voor de behandeling van allergieën zoals hooikoorts en netelroos, en reisziekte. Ze werken via competitieve inhibitie en blokkeren de effecten van histamine (Maes et al., 1999). Sedatie wordt meestal opgemerkt bij de eerste generatie verbindingen (H1- antihistaminica) (vb. difenhydramine, triprolidine) en is een gevolg van hun onderdrukkende werking op het centrale zenuwstelsel. Dit is mogelijk doordat ze de bloed-hersenbarrière kunnen overschrijden. De sedatie varieert naargelang de molecule en van persoon tot persoon. Nieuwe middelen (vb. astemizol, terfenadine) veroorzaken geen significante sedatie omwille van het zwakke doordringingsvermogen in het centrale zenuwstelsel. Andere neveneffecten omvatten gastro-intestinale stoornissen, hoofdpijn, troebel zicht, opgetogenheid of depressie, prikkelbaarheid (Maes et al., 1999). Steunpunt Verkeersveiligheid 20 RA

Drugs en medicijnen in het verkeer

Drugs en medicijnen in het verkeer Steunpunt Verkeersveiligheid Drugs en medicijnen in het verkeer Literatuurstudie Karin Van Vlierden, Pascal Lammar PROMOTOR ONDERZOEKSLIJN ONDERZOEKSGROEP RAPPORTNUMMER Rob Cuyvers, Luc Hens Gedrag PHL,

Nadere informatie

BIJLAGE III AMENDEMENTEN VAN RELEVANTE RUBRIEKEN VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN BIJSLUITERS

BIJLAGE III AMENDEMENTEN VAN RELEVANTE RUBRIEKEN VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN BIJSLUITERS BIJLAGE III AMENDEMENTEN VAN RELEVANTE RUBRIEKEN VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN BIJSLUITERS NB: De amendementen van de samenvatting van de productkenmerken en bijsluiters moeten hierna

Nadere informatie

Middeleninfo. Alcohol. Tripmiddelen

Middeleninfo. Alcohol. Tripmiddelen Middeleninfo Alcohol Tabak Cocaïne Hasj Heroïne Paddo's Smartdrugs Speed Tripmiddelen XTC Alcohol Afhankelijkheid Gewenning Alcohol & Bij 'sociaal gebruik' kan er al sprake zijn van matige geestelijke

Nadere informatie

Vlot in het verkeer! Vlot door de mazen van het net?

Vlot in het verkeer! Vlot door de mazen van het net? Vlot in het verkeer! Vlot door de mazen van het net? Prof. Alain Verstraete Ghent, Belgium Hoe drugs rijden beïnvloeden Video http://www.youtube.com/watch?v=ixipexkggpy Overzicht Effecten van drugs op

Nadere informatie

Kennisquiz cannabis. 7. Wat is CBD? A. hetzelfde als THC B. Cannabis Bepalings Dosis C. Cannabidiol

Kennisquiz cannabis. 7. Wat is CBD? A. hetzelfde als THC B. Cannabis Bepalings Dosis C. Cannabidiol Kennisquiz Cannabis Weet u welke klachten het gevolg kunnen zijn van cannabisgebruik? Test uw eigen kennis door de antwoorden te omcirkelen. Aan het einde van de quiz geven we de juiste antwoorden en de

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER R CALM DIMENHYDRINATE 50 MG TABLETTEN

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER R CALM DIMENHYDRINATE 50 MG TABLETTEN BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER R CALM DIMENHYDRINATE 50 MG TABLETTEN Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke informatie in voor u. Gebruik

Nadere informatie

Middelengebruik en alcohol in relatie tot NAH. Twan van Duijnhoven Verpleegkundig Specialist GGZ

Middelengebruik en alcohol in relatie tot NAH. Twan van Duijnhoven Verpleegkundig Specialist GGZ Middelengebruik en alcohol in relatie tot NAH Twan van Duijnhoven Verpleegkundig Specialist GGZ Programma Stellingen Geschiedenis van verslaving Wat zijn drugs? Fasen van gebruik Soorten middelen Effecten

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. RHINI-SAN 2 mg/20 mg tabletten. Difenylpyralinehydrochloride Fenylefrinehydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. RHINI-SAN 2 mg/20 mg tabletten. Difenylpyralinehydrochloride Fenylefrinehydrochloride BIJSLUITER 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS RHINI-SAN 2 mg/20 mg tabletten Difenylpyralinehydrochloride Fenylefrinehydrochloride Lees goed de hele bijsluiter, want deze bevat belangrijke informatie

Nadere informatie

Infospot. De antidepressiva. April - Mei - Juni 2014

Infospot. De antidepressiva. April - Mei - Juni 2014 Infospot De antidepressiva April - Mei - Juni 2014 Infospot - De antidepressiva - April - Mei - Juni 1 Inhoud Inleiding 3 I. Gebruik van de antidepressiva 4 II. Resultaten Farmanet 4 1. Aantal patiënten

Nadere informatie

Inspiratiedag studenten

Inspiratiedag studenten Inspiratiedag studenten Drugsgebruik- en gebruikers Eva Ehrlich Inhoud Cijfers Quiz Werking Alcohol Drugs Breindoping Wat zijn drugs? Soms wordt uitgegaan van de werking van het middel, soms wordt gekeken

Nadere informatie

Trends in middelengebruik bij jongeren

Trends in middelengebruik bij jongeren Trends in middelengebruik bij jongeren Mondriaan 2018 H.Damoiseaux Trends in middelengebruik bij Jongeren - Wetenschappelijk Onderzoek : Trimbos instituut - Eigen onderzoek: o.a. uitgaansmonitor, peergroups

Nadere informatie

BIJSLUITER. pl-market-nl-rhini-san-mar16-apprmar16.docx 1/5

BIJSLUITER. pl-market-nl-rhini-san-mar16-apprmar16.docx 1/5 BIJSLUITER pl-market-nl-rhini-san-mar16-apprmar16.docx 1/5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Rhini-San 2 mg/20 mg tabletten Difenylpyralinehydrochloride Fenylefrinehydrochloride Lees goed de hele

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

Voorstelling van de informatiecampagne over de nieuwe speekseltesten 20/09 17/10/2010

Voorstelling van de informatiecampagne over de nieuwe speekseltesten 20/09 17/10/2010 Kabinet van de Staatssecretaris PERSCONFERENTIE VAN 21 SEPTEMBER 2010 Voorstelling van de informatiecampagne over de nieuwe speekseltesten 20/09 17/10/2010 Etienne SCHOUPPE Staatssecretaris voor Mobiliteit

Nadere informatie

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten. The Effect of Difference in Peer and Parent Social Influences on Adolescent Alcohol Use. Nadine

Nadere informatie

Lijst van de bijlagen

Lijst van de bijlagen Lijst van de bijlagen BIJLAGE 1 Uittreksel uit: Council Directive of 29 July 1991 on driving licences (91/439/EEC) BIJLAGE 2 Uittreksel uit: Richtlijn van de Raad van 29 juli 1991 betreffende het rijbewijs

Nadere informatie

Temazepam Teva 10 mg, capsules Temazepam Teva 20 mg, capsules

Temazepam Teva 10 mg, capsules Temazepam Teva 20 mg, capsules 1.3.3 : Bijsluiter Bladzijde : 1 Lees deze bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter, het kan nodig zijn om deze nogmaals door te lezen. Heeft

Nadere informatie

Epidemiologische gegevens

Epidemiologische gegevens Epidemiologische gegevens ESPAD (Vlaanderen) European School Survey Project on Alcohol and other Drugs Deelname van 35 landen 15- en 16-jarigen Sinds 2003 ook deelname van België (n= 2.320) Hieronder de

Nadere informatie

J.H. van Epen De drugs van de wereld de wereld drugs. 2e herziene druk

J.H. van Epen De drugs van de wereld de wereld drugs. 2e herziene druk J.H. van Epen De drugs van de wereld de wereld van de drugs 2e herziene druk Samsom Stafleu Alphen aan den Rijn/Brussel 1988 Woord vooraf 1 Algemene gezichtspunten 1.1 Definitie van het begrip drug 1.2

Nadere informatie

BIJSLUITER. MORFINE HCL 2 mg en 5 mg zetpil

BIJSLUITER. MORFINE HCL 2 mg en 5 mg zetpil BIJSLUITER MORFINE HCL 2 mg en 5 mg zetpil Dit geneesmiddel is specifiek voor kinderen jonger dan 12 jaar ontwikkeld en daar is de tekst van de bijsluiter op aangepast. Lees de hele bijsluiter goed voordat

Nadere informatie

Tramadol HCl ratiopharm 50 mg, capsules

Tramadol HCl ratiopharm 50 mg, capsules 1.3.1 : Bijsluiter Bladzijde : 1 Tramadol HCl ratiopharm 50 mg, PATIENTENBIJSLUITER Lees deze bijsluiter steeds vóór het gebruik van dit geneesmiddel. Ook indien u reeds eerder Tramadol HCl ratiopharm

Nadere informatie

ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIK BIJ WERKNEMERS IN BELGIE

ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIK BIJ WERKNEMERS IN BELGIE ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIK BIJ WERKNEMERS IN BELGIE PREVALENTIE EN GEVOLGEN OP HET WERK Marie-Claire Lambrechts 1,2 Dr. Lieve Vandersmissen 3 Prof. Dr. Lode Godderis 1,3 Brussel, FOD WASO 21/12/2017 1 KU

Nadere informatie

Basisvorming drugs & & drugge g bruik i

Basisvorming drugs & & drugge g bruik i Basisvorming drugs & druggebruik 1. Drugpunt en PZ Deinze -Zulte 2. Productinformatie: soorten drugs 3. Wetgeving 4. Welke drugs worden door onze leerlingen gebruikt? Inhoud 5. Hoe moeten we dat druggebruik

Nadere informatie

1. WAT IS NITRAZEPAM TEVA EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT?

1. WAT IS NITRAZEPAM TEVA EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT? BIJSLUITER Lees deze bijsluiter zorgvuldig door alvorens dit geneesmiddel in te nemen. Bewaar deze bijsluiter, misschien heeft u hem nog een keer nodig. Raadpleeg dan uw arts of apotheker, als u aanvullende

Nadere informatie

Middelenmisbruik en crisis

Middelenmisbruik en crisis Middelenmisbruik en crisis Een lastige combinatie Mike Veereschild Tom Buysse Middelengebonden spoedeisende situaties Intoxicatie van een verslavend middel Onthouding van een verslavend middel Kernsymptomen

Nadere informatie

MIDDELENGERELATEERDE en VERSLAVINGSSTOORNISSEN. Dr. Marie-Catherine Monté en Dr. Marieke Waignein

MIDDELENGERELATEERDE en VERSLAVINGSSTOORNISSEN. Dr. Marie-Catherine Monté en Dr. Marieke Waignein MIDDELENGERELATEERDE en VERSLAVINGSSTOORNISSEN Dr. Marie-Catherine Monté en Dr. Marieke Waignein 28 november 2014 Middelengerelateerde problematiek 1. Algemeen A. Middelengebruik in België B. Gevolgen:

Nadere informatie

22/04/2012. voorbijgestreefde indeling, maar nog vaak gehoord

22/04/2012. voorbijgestreefde indeling, maar nog vaak gehoord Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module

Nadere informatie

BIJSLUITER. MORFINE HCL10 mg en 20 mg zetpil

BIJSLUITER. MORFINE HCL10 mg en 20 mg zetpil BIJSLUITER MORFINE HCL10 mg en 20 mg zetpil Lees de hele bijsluiter goed vóórdat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft

Nadere informatie

Presentatie DDu Ketencasus

Presentatie DDu Ketencasus Presentatie DDu Ketencasus Drank en Drugsincidenten in het uitgaanscircuit Reg. Ketencasusbespreking n Jan Krul MSc adviseur en onderzoeker gezondheidswetenschapper (spoed)verpleegkundige n n Mass Gathering

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Spreekbeurt Nederlands Drugs

Spreekbeurt Nederlands Drugs Spreekbeurt Nederlands Drugs Spreekbeurt door een scholier 1497 woorden 7 februari 2007 7,8 21 keer beoordeeld Vak Nederlands Wat zijn softdrugs? Softdrugs zijn drugs die je een ontspannen, prettig gevoel

Nadere informatie

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling

Studie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Lendormin, 0,250 mg, tabletten. brotizolam

Bijsluiter: informatie voor de patiënt. Lendormin, 0,250 mg, tabletten. brotizolam Bijsluiter: informatie voor de patiënt Lendormin, 0,250 mg, tabletten brotizolam Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. -

Nadere informatie

Naam: Sara Panahi Klas: 2B Vak: verzorging

Naam: Sara Panahi Klas: 2B Vak: verzorging Naam: Sara Panahi Klas: 2B Vak: verzorging Inhoudsopgave Wat zijn paddo s?... 3 Waar komen paddo s vandaan?... 3 Wat zit er in paddo s?... 4 Hoe gebruik je paddo s?... 4 Wat kun je voelen als je paddo

Nadere informatie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. 0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve

Nadere informatie

DE VERLEIDING VAN DE ROES

DE VERLEIDING VAN DE ROES DE VERLEIDING VAN DE ROES Dr. Apr. Nele Samyn Afdeling Drugs en Toxicologie 21 september 2011 Schatting van het druggebruik in het afgelopen jaar (miljoen) EUROPA WERELD Cannabis 23 129-190 Cocaïne 4 15-19

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. TINALOX, Druppels voor oraal gebruik, oplossing. Tilidine hydrochloride / Naloxone hydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. TINALOX, Druppels voor oraal gebruik, oplossing. Tilidine hydrochloride / Naloxone hydrochloride BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER TINALOX, Druppels voor oraal gebruik, oplossing Tilidine hydrochloride / Naloxone hydrochloride Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met

Nadere informatie

MAPROTILINE HCl 25-50 - 75 PCH tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 29 februari 2008 1.3.3 : Bijsluiter Bladzijde : 1

MAPROTILINE HCl 25-50 - 75 PCH tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 29 februari 2008 1.3.3 : Bijsluiter Bladzijde : 1 1.3.3 : Bijsluiter Bladzijde : 1 Pharmachemie B.V. Swensweg 5 Postbus 552 2003 RN Haarlem INFORMATIE VOOR DE PATIËNT SAMENSTELLING Per tablet: respectievelijk 25 mg, 50 mg en 75 mg maprotilinehydrochloride.

Nadere informatie

BIJSLUITER. OXAZEPAM 5 mg en 25 mg tablet

BIJSLUITER. OXAZEPAM 5 mg en 25 mg tablet BIJSLUITER OXAZEPAM 5 mg en 25 mg tablet Lees de hele bijsluiter goed vóórdat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft

Nadere informatie

Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie. Welkom. iri Kruit Voorlichting en training

Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie. Welkom. iri Kruit Voorlichting en training Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie Welkom Docent: Siri Kruit s.r.kruit@hr.nl 1 Huiswerkopdracht : Programma les 2 Theorie basis informatie Cannabis -presentatie Voorlichtingsmateriaal -nabespreken

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

DE VERLEIDING VAN DE ROES

DE VERLEIDING VAN DE ROES DE VERLEIDING VAN DE ROES Dr. Apr. Nele Samyn Afdeling Drugs en Toxicologie 21 september 2011 Schatting van het druggebruik in het afgelopen jaar (miljoen) EUROPA WERELD Cannabis 23 129-190 Cocaïne 4 15-19

Nadere informatie

Bijlage III. Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter

Bijlage III. Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter Bijlage III Wijzigingen die moeten worden aangebracht in de desbetreffende rubrieken van de Samenvatting van de Productkenmerken en de Bijsluiter NB: Deze Samenvatting van de productkenmerken, Etikettering

Nadere informatie

Pijncentrum. Butrans pleister. Buprenorfine

Pijncentrum. Butrans pleister. Buprenorfine Pijncentrum Butrans pleister Buprenorfine U heef het geneesmiddel Butrans (buprenorfine) voorgeschreven gekregen en heeft ook uitgelegd gekregen waarom u dit middel gaat gebruiken. Deze brochure is samengesteld

Nadere informatie

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon Zelfwaardering en Angst bij Kinderen: Zijn Globale en Contingente Zelfwaardering Aanvullende Voorspellers van Angst bovenop Extraversie, Neuroticisme en Gedragsinhibitie? Self-Esteem and Fear or Anxiety

Nadere informatie

Presentatie Drugs op het werk Spreker Saskia Schluter Datum 04-2015

Presentatie Drugs op het werk Spreker Saskia Schluter Datum 04-2015 Presentatie Drugs op het werk Spreker Saskia Schluter Datum 04-2015 Controle Onlangs is door een grote opdrachtgever van STAR OGP een drugscontrole gehouden onder alle aanwezigen (dus medewerkers van diverse

Nadere informatie

Combigebruik. De meest gestelde vragen

Combigebruik. De meest gestelde vragen Combigebruik. De meest gestelde vragen V.U.: Frieda Matthys, Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen vzw, VAD, Vanderlindenstraat 15, 1030 Brussel - juni 2011 (herziene herdruk) - D/2011/6030/10

Nadere informatie

Inleiding. Bron: Nationale Drugsmonitor Jaarbericht 2007. Uitgave van Trimbosinstituut

Inleiding. Bron: Nationale Drugsmonitor Jaarbericht 2007. Uitgave van Trimbosinstituut : Alcohol, roken en drugs Inleiding In onze maatschappij zijn het gebruik van alcohol en andere drugs heel gewoon geworden roken en het drinken van alcoholische dranken gebeurt op recepties, feestjes,

Nadere informatie

Temazepam Teva 10 mg, capsules Temazepam Teva 20 mg, capsules temazepam

Temazepam Teva 10 mg, capsules Temazepam Teva 20 mg, capsules temazepam 1.3.3 : Bijsluiter Bladzijde : 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Temazepam Teva 10 mg, Temazepam Teva 20 mg, temazepam Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want

Nadere informatie

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer

Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Met opmaak: Links: 3 cm, Rechts: 2 cm, Boven: 3 cm, Onder: 3 cm, Breedte: 21 cm, Hoogte: 29,7 cm Stigmatisering van Mensen met Keelkanker: de Rol van Mindfulness van de Waarnemer Stigmatisation of Persons

Nadere informatie

CODEINOFORM QUALIPHAR, 10 mg / 15 ml, siroop Codeïne

CODEINOFORM QUALIPHAR, 10 mg / 15 ml, siroop Codeïne CODEINOFORM QUALIPHAR, 10 mg / 15 ml, siroop Codeïne Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig. - Heeft u nog

Nadere informatie

Middelengebruik: Cannabisgebruik

Middelengebruik: Cannabisgebruik Middelengebruik: Cannabisgebruik Inleiding Cannabisgebruik geeft zowel gezondheidsrisico s, psychosociale gevolgen als wettelijke consequenties 1,2. Frequent gebruik van cannabis wordt geassocieerd met

Nadere informatie

Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie. Welkom. iri Kruit Voorlichting en training

Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie. Welkom. iri Kruit Voorlichting en training Keuzevak Effectieve Verslavingspreventie Welkom Docent: Siri Kruit s.r.kruit@hr.nl 1 Huiswerkopdracht : Programma les 2 Theorie basis informatie Cannabis -presentatie Voorlichtingsmateriaal -nabespreken

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Dextromethorphan Teva 1,5 mg/ml drank dextromethorphan hydrobromide

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Dextromethorphan Teva 1,5 mg/ml drank dextromethorphan hydrobromide BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Dextromethorphan Teva 1,5 mg/ml drank dextromethorphan hydrobromide Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke

Nadere informatie

Workshop jongeren, middelengebruik en delictgedrag

Workshop jongeren, middelengebruik en delictgedrag Workshop jongeren, middelengebruik en delictgedrag Programma Delictgedrag en middelengebruik jongeren Typen delictgedrag in relatie tot middelen(gebruik) Effecten middelengebruik samenleving Werking van

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Temazepam Aurobindo 10 en 20 mg, capsules. Temazepam Aurobindo 20 mg, capsules temazepam

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Temazepam Aurobindo 10 en 20 mg, capsules. Temazepam Aurobindo 20 mg, capsules temazepam 1.3.1 Bijsluiter Rev.nr. 1502 Pag. 1 van 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Temazepam Aurobindo 10 mg, capsules Temazepam Aurobindo 20 mg, capsules temazepam Lees goed de hele bijsluiter voordat

Nadere informatie

drugs abc antidepressiva

drugs abc antidepressiva drugs abc antidepressiva Antidepressiva zijn psychoactieve geneesmiddelen, die een stimulerende werking hebben ter hoogte van het centrale zenuwstelsel. Ze worden voor zeer verschillende aandoeningen voorgeschreven

Nadere informatie

Gene Zever. Dr. Apr. Sarah Wille NICC

Gene Zever. Dr. Apr. Sarah Wille NICC Gene Zever Dr. Apr. Sarah Wille NICC Overzicht presentatie Waarom drugs opsporen in speeksel? Welk nut heeft een bijkomende analyse in het laboratorium? Zijn de huidige speekseltesten zever of gene zever?

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Liska Vulperhorst Preventiewerker

Liska Vulperhorst Preventiewerker Liska Vulperhorst Preventiewerker Tactus Verslavingszorg Vijf circuits Behandeling & Begeleiding Sociale Verslavingszorg Forensische Verslavingszorg Verslavingsreclassering Preventie & Consultancy Programma

Nadere informatie

LENDORMIN BIJSLUITER LENDORMIN 0,250 MG TABLETTEN

LENDORMIN BIJSLUITER LENDORMIN 0,250 MG TABLETTEN LENDORMIN BIJSLUITER LENDORMIN 0,250 MG TABLETTEN Lees de hele bijsluiter aandachtig door alvorens dit geneesmiddel in te nemen. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem nog een keer nodig. - Raadpleeg

Nadere informatie

BIJSLUITER. SERTRALINE 25 mg tablet

BIJSLUITER. SERTRALINE 25 mg tablet BIJSLUITER SERTRALINE 25 mg tablet Lees de hele bijsluiter goed vóórdat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem

Nadere informatie

BIJSLUITER. CLONAZEPAM 0,25 mg tabletten

BIJSLUITER. CLONAZEPAM 0,25 mg tabletten BIJSLUITER CLONAZEPAM 0,25 mg tabletten Lees de hele bijsluiter goed vóórdat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker CODETHYLINE ERFA, 5 MG TABLETTEN. ethylmorfinehydrochloride

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker CODETHYLINE ERFA, 5 MG TABLETTEN. ethylmorfinehydrochloride Bijsluiter: informatie voor de gebruiker CODETHYLINE ERFA, 5 MG TABLETTEN ethylmorfinehydrochloride Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

als u duidelijke tekens van de ziekte van Parkinson of andere bewegingsstoornissen vertoont.

als u duidelijke tekens van de ziekte van Parkinson of andere bewegingsstoornissen vertoont. BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER SIBELIUM 10 mg tabletten flunarizine Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. - Bewaar deze bijsluiter.

Nadere informatie

Informatie voor de patiënt

Informatie voor de patiënt Informatie voor de patiënt Het is belangrijk dat u eerst deze gebruiksaanwijzing leest, ook als u Impromen decanoas al eerder toegediend heeft gekregen. Er kan nieuwe belangrijke informatie in staan. Vraag

Nadere informatie

Nitrazepam 5 mg, tablets RVG 50283

Nitrazepam 5 mg, tablets RVG 50283 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT Nitrazepam Apotex 5 mg, tabletten Nitrazepam Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u.

Nadere informatie

BIJSLUITER (27.10.2010)

BIJSLUITER (27.10.2010) BIJSLUITER (27.10.2010) 1 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS BISOLTUSSIN 2 mg/ml siroop volwassenen (Dextromethorfan hydrobromide) Lees goed de hele bijsluiter, want deze bevat belangrijke informatie

Nadere informatie

Eldepryl Part IB2: Patiëntenbijsluiter

Eldepryl Part IB2: Patiëntenbijsluiter tabletten page 1 of 6 Uw arts heeft u Eldepryl tabletten voorgeschreven. Dit is een middel dat gebruikt wordt bij de ziekte van Parkinson. In deze bijsluitertekst vindt u informatie over het gebruik van

Nadere informatie

TDI Formulier Belgische register van de indicator van de behandelingsaanvragen betreffende drugs en alcohol (Ziekenhuis versie 3.0.

TDI Formulier Belgische register van de indicator van de behandelingsaanvragen betreffende drugs en alcohol (Ziekenhuis versie 3.0. TDI Formulier Belgische register van de indicator van de behandelingsaanvragen betreffende drugs en alcohol (Ziekenhuis versie 3.0.) IDENTIFICATIE VAN DE REGISTRATIE CI2. CI4. Naam van het programma /

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.11.2000 COM(2000) 737 definitief (97/396/JBZ), over ketamine (97/396/JBZ), over GHB (97/396/JBZ), over ketamine (97/396/JBZ), over GHB Verslag van de

Nadere informatie

Infosheet Drugs in het verkeer

Infosheet Drugs in het verkeer Infosheet Drugs in het verkeer In dit infosheet schetsen de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV), het Trimbos-instituut en stichting TeamAlert (verkeersveiligheidsorganisatie

Nadere informatie

BIJSLUITER. MORFINE HCL 10 mg en 20 mg zetpil

BIJSLUITER. MORFINE HCL 10 mg en 20 mg zetpil BIJSLUITER MORFINE HCL 10 mg en 20 mg zetpil Lees de hele bijsluiter goed voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie in voor u. - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. TRANXÈNE 5, capsules 5 mg en TRANXÈNE 10, capsules 10 mg. dikaliumclorazepaat

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. TRANXÈNE 5, capsules 5 mg en TRANXÈNE 10, capsules 10 mg. dikaliumclorazepaat Bijsluiter: informatie voor de gebruiker TRANXÈNE 5, capsules 5 mg en TRANXÈNE 10, capsules 10 mg dikaliumclorazepaat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat

Nadere informatie

TOULARYNX CODEINE, 11,49 mg/15 ml, siroop Codeïne fosfaat hemihydraat

TOULARYNX CODEINE, 11,49 mg/15 ml, siroop Codeïne fosfaat hemihydraat TOULARYNX CODEINE, 11,49 mg/15 ml, siroop Codeïne fosfaat hemihydraat Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken - Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem later weer nodig.

Nadere informatie

Gene Zever. Dr. Apr. Sarah Wille NICC

Gene Zever. Dr. Apr. Sarah Wille NICC Gene Zever Dr. Apr. Sarah Wille NICC Overzicht presentatie Waarom drugs opsporen in speeksel? Welk nut heeft een bijkomende analyse in het laboratorium? Zijn de huidige speekseltesten zever of gene zever?

Nadere informatie

Informatie voor de patiënt

Informatie voor de patiënt J-C 2001 Ned. Informatie voor de patiënt Het is belangrijk dat u eerst deze gebruiksaanwijzing leest, ook als u Dipidolor al eerder toegediend heeft gekregen. Er kan nieuwe belangrijke informatie in staan.

Nadere informatie

INALPIN, 9,48 mg/15 ml; 94,8 mg/15 ml, siroop Codeïnefosfaat hemihydraat - Guaifenesine

INALPIN, 9,48 mg/15 ml; 94,8 mg/15 ml, siroop Codeïnefosfaat hemihydraat - Guaifenesine INALPIN, 9,48 mg/15 ml; 94,8 mg/15 ml, siroop Codeïnefosfaat hemihydraat - Guaifenesine Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen, want er staat belangrijke informatie in voor

Nadere informatie

Wetenschappelijke Feiten. over. Psychoactieve Drugs. Tabak, Alcohol, en Verboden middelen

Wetenschappelijke Feiten. over. Psychoactieve Drugs. Tabak, Alcohol, en Verboden middelen pagina 1/6 Wetenschappelijke Feiten Bron: WGO (2004) over Psychoactieve Drugs Tabak, Alcohol, en Verboden middelen Samenvatting en details: GreenFacts Context - Psychoactieve drugs zoals tabak, alcohol,

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Bisoltussin 2 mg/ml siroop volwassenen Dextromethorfan hydrobromide

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Bisoltussin 2 mg/ml siroop volwassenen Dextromethorfan hydrobromide BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Bisoltussin 2 mg/ml siroop volwassenen Dextromethorfan hydrobromide Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke

Nadere informatie

1. WAARVOOR WORDT RHINATHIOL ANTIRHINITIS GEBRUIKT?

1. WAARVOOR WORDT RHINATHIOL ANTIRHINITIS GEBRUIKT? BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIENT Rhinathiol Antirhinitis 10 mg/4 mg tabletten Rhinathiol Antirhinitis 1à mg + 4 mg/10 ml siroop (Fenylefrine hydrochloride Chloorfenamine) Lees goed de hele bijsluiter

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën The Relation between Personality, Education, Age, Sex and Short- and Long- Term Sexual

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Dipidolor 10 mg/ml oplossing voor injectie. piritramide

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Dipidolor 10 mg/ml oplossing voor injectie. piritramide BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Dipidolor 10 mg/ml oplossing voor injectie piritramide Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra

Nadere informatie

Naltrexon HCl 50 PCH. Veel gestelde vragen en antwoorden. Nederland. Dit boekje wordt u aangeboden door: Teva Nederland, Postbus 552, 2003 RN Haarlem

Naltrexon HCl 50 PCH. Veel gestelde vragen en antwoorden. Nederland. Dit boekje wordt u aangeboden door: Teva Nederland, Postbus 552, 2003 RN Haarlem Nederland Naltrexon HCl 50 PCH Dit boekje wordt u aangeboden door: Teva Nederland, Postbus 552, 2003 RN Haarlem Veel gestelde vragen en antwoorden LEES DEZE INFORMATIE OVER NALTREXON HCl 50 PCH U heeft

Nadere informatie

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD

Running head: OPVOEDSTIJL, EXTERNALISEREND PROLEEMGEDRAG EN ZELFBEELD 1 Opvoedstijl en Externaliserend Probleemgedrag en de Mediërende Rol van het Zelfbeeld bij Dak- en Thuisloze Jongeren in Utrecht Parenting Style and Externalizing Problem Behaviour and the Mediational

Nadere informatie

Drugspreventie-beleid

Drugspreventie-beleid Lommel United stelt zich tot doel om voetballers professioneel op te leiden. In kwaliteitsvolle omstandigheden en in een gezonde competitieve én aangenaam constructieve geest wil Lommel United zoveel mogelijk

Nadere informatie

Disclosure belangen spreker Bas Peeters

Disclosure belangen spreker Bas Peeters Disclosure belangen spreker Bas Peeters (potentiële) belangenverstrengeling: geen Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven: geen Sponsoring of onderzoeksgeld: geen Honorarium of andere

Nadere informatie

Drugpunt 24 februari 2015. Drugpunt Drugs Druggebruik begrijpen Vroeginterventie Opvallende verschijnselen In de praktijk Vragen

Drugpunt 24 februari 2015. Drugpunt Drugs Druggebruik begrijpen Vroeginterventie Opvallende verschijnselen In de praktijk Vragen Drugpunt 24 februari 2015 Drugpunt Drugs Druggebruik begrijpen Vroeginterventie Opvallende verschijnselen In de praktijk Vragen DRUGPUNT TEAM Filip Claeys filip.claeys@drugpunt.be 09/381 86 63 of 0498

Nadere informatie

RVG 23268/ Version 2018_07 Page 1 of 5. Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

RVG 23268/ Version 2018_07 Page 1 of 5. Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Version 2018_07 Page 1 of 5 Bijsluiter: informatie voor de gebruiker ALPRAZOLAM APOTEX 0,25 mg, tabletten ALPRAZOLAM APOTEX 0,5 mg, tabletten alprazolam Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT Toux-San Dextromethorphan Suikervrij 1 mg/ml siroop Toux-San Dextromethorphan met Honing 3 mg/ml siroop Toux-San Dextromethorphan Suikervrij 3 mg/ml siroop Dextromethorfan

Nadere informatie

Patiëntenbijsluiter Zolpidemtartraat Losan bruistabletten 10 mg

Patiëntenbijsluiter Zolpidemtartraat Losan bruistabletten 10 mg Section 1.3.3 Package leaflet Patiëntenbijsluiter Zolpidemtartraat Losan bruistabletten 10 mg Lees deze bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. º Bewaar deze bijsluiter,

Nadere informatie

Tramadol HCl 50 mg dispers en Tramadol HCl 100 mg dispers, dispergeerbare tabletten

Tramadol HCl 50 mg dispers en Tramadol HCl 100 mg dispers, dispergeerbare tabletten Bijsluiter - Tramadol HCl 50 mg dispers en Tramadol HCl 100 mg dispers, dispergeerbare tabletten Naam product Tramadol HCl 50 mg dispers, dispergeerbare tabletten en Tramadol HCl 100 mg dispers, dispergeerbare

Nadere informatie

Package Leaflet / 1 van 7

Package Leaflet / 1 van 7 1.3.1.3 Package Leaflet 1.3.1.3 / 1 van 7 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER oxazepam Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat gebruiken, want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Temazepam Aurobindo 10 en 20 mg, capsules. Temazepam Aurobindo 20 mg, capsules temazepam

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Temazepam Aurobindo 10 en 20 mg, capsules. Temazepam Aurobindo 20 mg, capsules temazepam 1.3.1 Bijsluiter Rev.nr. 1806 Pag. 1 van 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Temazepam Aurobindo 10 mg, capsules Temazepam Aurobindo 20 mg, capsules temazepam Lees goed de hele bijsluiter voordat

Nadere informatie

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Zirorphan 1,5 mg/ml siroop {Dextromethorfaan hydrobromide}

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Zirorphan 1,5 mg/ml siroop {Dextromethorfaan hydrobromide} Bijsluiter: informatie voor de gebruiker Zirorphan 1,5 mg/ml siroop {Dextromethorfaan hydrobromide} Lees goed de hele bijsluiter voordat u dit geneesmiddel gaat innemen want er staat belangrijke informatie

Nadere informatie