ONTWERPMAP per

Transcriptie

1 ONTWERPMAP per Technische gegevens Planning Montage Verarbeitung

2

3 Inhoudsopgave 1. Technische Omschrijving Het WEM - Klimaat element Technische gegevens WEM - Klimaat element Droogbouw WEM - Klimaat element Verwerkingsrichtlijnen WEM - Klimaat element Montage handleiding WEM - Klimaat element Het WEM - Klimaat register Technische gegevens WEM - Klimaat register Verwerkingsrichtlijnen WEM - Klimaat register Montage handleiding WEM - Klimaat register Het WEM - Klimaatbuissysteem Technische Gegevens WEM - Klimaatbuissystem Verwerkingsrichtlijnen WEM - Klimaatbuissysteem Montagehandleiding WEM - Klimaatbuissystem Verbindingstechniek Ontwerp Ontwerpprincipes Toepassingsgebieden Isolatie Geluids- en Brandwerendheid Systeem ontwerpen Planning en Ontwerp Aanvoer temperatuur Capaciteitsberekening Plaatsing Regeltechniek Grafiek verwarmingscapaciteit Grafiek koelcapaciteit Inschatting montage tijd Montage tijden WEM - Klimaat elementen Montage tijden WEM - Klimaat registers Ingebruikname Algemeen Spoelen en ontluchten Afpersen Hydraulische uitlijning Elektrische aansluiting Bijlagen Drukverlies Drukverlies WEM - Metaal composietbuis Zeta-waarden WEM - Pers verbingdingen Drukverlies WEM - verwarmingsgroepverdelers Drukverlies Multibox K en K RTL Afmetingen WEM Klimaat element WEM Klimaat element MVD -watervast WEM Klimaat register WEM Verdeler WEM Verdelerkast WEM Thermische aandrijving WEM Klikprofiel WEM Multibox Normen en wetten Offerte Opleveringsrapport Drukproef protocol... 56

4

5 1. Technische Omschrijving 1.1 Het WEM - Klimaat element Het WEM - Klimaat element is een 25 mm dikke Leembouwplaat met geïntegreerde Klimaatbuis. Ideaal voor wand- en plafond verwarming / koeling in droogbouw projecten.

6 WEM - Klimaat element Technische Gegevens Materiaal verwarmingsbuis: WEM - meerlagen-composietbuis, 16 x 2 mm (PE-RT/ aluminium/ PE-RT), DIN DVGW getest Materiaal vulstof: Leem, stro, natuurlijke toeslagstoffen Materiaal wapening glasvezel Brandklasse Α 2 niet brandbaar (volgens DIN EN ) Vermogen: Vermogensafgifte (bij 20 C en T = 5 C ): 85 W/m² bij 35 C aanvoertemperatuur 170 W/m² bij 45 C aanvoertemperatuur Max. Temp./druk: 95 C/10 bar Soortelijke massa: 1400 kg/m³ Lambda: 0,59 W/mK Dampdiffusieweerstand: 5-10 Aanvoertemperatuur: bij warmtepompen: bij andere verwarmingssystemen: maximaal: Regeling: Kamerthermostaat en thermische aandrijving op verdeler of thermosstaatventielen (WEM multibox) Verbindingstechniek: WEM - Perskoppeling Ondergrond: Houten of stalen profielen, bouwplaten, muurwerk Bevestiging: Schroeven, 4,5-6 mm Bouwtechnische voorwaarden Beschermen tegen vocht verwerkingstemperatuur 5 C 35 C 45 C 90 C Klimaat element MV 200 Klimaat element MV 160 Klimaat element MV 80 Afmetingen 200 cm x 62,5 cm x 2,5 cm 160 cm x 62,5 cm x 2,5 cm 80 cm x 62,5 cm x 2,5 cm Werkzaam verwarmingsoppervlak 1,25 m² 1 m² 0,5 m² Gewicht ca. 43 kg ca. 35 kg ca. 18 kg Water inhoud ca. 1,3 kg ca. 1,0 kg ca. 0,5 kg Buislengte 12 m 10 m 5m 359 Pa 250 Pa 82 Pa Drukverlies (zonder perskoppeling voor 1 element bij TVL 45 C, T 5K)

7 1.1.2 Droogbouw WEM - Klimaat element Wandmontage De Klimaat elementen worden met minimaal vier van de aanwezige bevestigings-gaten vastgeschroefd. Maak gebruik van de aanwezige WEM borgringen. Aan hellende vlakken of plafonds worden de klimaat elementen en Leembouwplaten met extra schroeven vastgezet (zie hoofdstuk 1.1.4). De te gebruiken schroeven zijn afhankelijk van de ondergrond te kiezen met als voorwaarde 4,5-6 mm en een plat kop. Bij een horizontale draagconstructie latten van minimaal 30 mm gebruiken en bij een verticale latten van minimaal 80 mm (zie afbeelding). Mogelijke indeling van wandbekleding met elementen en leembouwplaten: Volledige ondergrond LP = Leembouwplaat KE = Klimaat element

8 Wand-Montage: draagconstructie uit constructiehout of metaalprofielen: Draagconstructie horizontaal Draagconstructie verticaal Montage aan plafond of balken: Latten parallel aan Klimaat elementen LP = Leembouwplaat KE = Klimaat element Latten haaks op Klimaat elementen

9 1.1.3 Verwerkingsrichtlijnen WEM - Klimaat element Algemene richtlijnen Alleen originele WEM - verbindingsleidingen en persfittingen gebruiken, anders wordt geen systeemgarantie gegeven. Overgangen op andere Systemen zijn met schroef-pers-overgangen te maken. Opslag en transport van de platen Voor vocht beschermen! Doorbuigen vermijden (op z n kant transporteren!) WEM- Klimaat elementen niet op de aansluitleidingen laten steunen! Bij dikke stuclagen (vanaf 10mm leemstuc) droogstoken! Bij hoge luchtvochtigheid, b.v. door het leggen van een dekvloer, moeten de WEM Klimaat elemente in gebruik zijn (aanvoertemperatuur min. 35 C) en moet er voldoende geventileerd worden. Bouwtechnische voorwaarden De te bekleden wandoppervlakten moeten voldoende stevig zijn en aan de statische eisen voor het verwerken van de WEM - Klimaat elementen voldoen. De wanden moeten voldoende glad zijn, zodat de WEM - Klimaat elementen bij het bevestigen niet onder spanning komen te staan. Oneffen wanden kunnen met een egaliseer stuc of met behulp van een hout-lattenkonstruktie geëgaliseerd worden. De warmte weerstand (U-waarde W/m² K) van de buitenmuren moet overeenkomen met de actuele richtlijnen uit het Bouwbesluit. Op buitenwanden met een U-waarde > 0,5 W/m² K is de montage van wandverwarming zonder extra isolatie maatregelen, uit energie technische redenen, niet aan te bevelen. Leembouwplaten en Klimaat elementen zijn niet geschikt om te gebruiken in zones met opspattend water en ook niet onder tegels. Wel geschikt hiervoor zijn Klimaat registers of het Klimaatbuis-systeem in combinatie met een hydraulische Mortel. WEM- Klimaat elementen en WEM- Leembouwplaten mogen niet bij Temperaturen onder de 5 C verwerkt werden. Bij hoge luchtvochtigheid, b.v. door het leggen van een dekvloer, moeten de WEM Klimaat elementen in gebruik zijn (aanvoertemperatuur min. 35 C) en moet er voldoende geventileerd worden. Zware lasten dienen in de onderliggende constructie bevestigt te worden. Bij nieuwbouwprojecten kunnen de klimaat elementen het beste gemonteerd worden voordat de vloerconstructie aangebracht is zodat de aansluitleidingen onder de vloer weggewerkt kunnen worden. Bij projecten waar de vloer reeds aanwezig is, kunnen de leidingen met een plint afgedekt worden of kunnen zij bepleisterd worden.in principe kunnen Klimaat elementen in iedere bouwfase gemonteerd worden. Komen de aansluitleidingen hierbij op de wand of de vloer te liggen dan wordt er tot om de leidingen heen met leembouwplaten opgevuld. Overblijvende gaten worden met WEM basisleem opgevuld.

10 WEM - Klimaat element Montage handleiding Monteren van de WEM - Klimaat elementen Buis uiteinden voor het monteren op lengte maken, kalibreren en ontbramen! (zie hoofdstuk 1.4) Voor de montage van de WEM - Klimaat elementen zijn twee personen nodig. Voor de montage op plafonds of hellende vlakken is een extra personen of een hijs/lift systeem nodig. Als hulpmiddel gebruikt men een balk, die de gewenste montage hoogte aangeeft (min. 5 cm). De elementen worden op de balk geplaatst en in de aanwezige borgringen vastgeschroefd. Als extra bevestigingspunten nodig zijn maak dan ook gebruik van borgringen en let goed op dat de warmte buis niet beschadigt wordt. Het verloop van de warmte buis tekent zich aan het oppervlakte af. Verbinden van de WEM - Klimaat elementen Bij handmontage moet een minimale buigradius van 80 mm en bij montage met buigveer moet een minimale buigradius van 65 mm in acht genomen worden! De WEM - Klimaat elementen worden met de WEM Klimaatbuis verbonden. Op een passend op lengte gemaakt buiselement worden twee perskoppeling bochtstukken aangebracht. Dit buiselement wordt vervolgens op de koppeling op de buiseinden van de WEM - Klimaat elementen gestoken en vast geperst.

11 Van de aanvoer van het eerste en de retour van het laatste element worden de aansluitleidingen naar de verdeler gelegd en aangesloten. De aan en afvoer leidingen moeten geïsoleerd worden (zie hoofdstuk 2.1.2) Nu kan de wandverwaming doorgespoeld en afgeperst worden (zie hoofdst. 3). Er mogen max. 5 WEM - Klimaat elementen achter elkaar geschakeld worden! De algemene regels van de droogbouw moeten in acht genomen worden! Opvullen wandoppervlak De niet met WEM - Klimaat elementen bedekte wand wordt opgevuld met WEM Leembouwplaten. De WEM - Leembouwplaten worden op verticale wanden op minimaal 4 punten vast geschroefd. Op hellende vlakken en plafonds worden zij op minimaal 5 punten vastgeschroefd. Het op maat maken van de WEM - Leembouwplaten kan met behulp van een cirkelzaag, decoupeerzaag of door het doorsnijden van het wapeningsweefsel aan beide zijden, vervolgens eenvoudig breken.

12 Opvullen en versterken Over de gehele wand wordt een laag WEM bruinleem fijn van ca. 3-5 mm dik aangebracht. In de nog plastische laag worden de glasvezel verstevigingsnetten gedrukt. De netten moeten minimaal 10 cm overlappen. Over het glasvezel net wordt direct een tweede laag WEM leem van 3-5 mm dik aangebracht. Een enkele stuklaag mag niet dikker dan 10 mm zijn. Afwerking van de wandoppervlakten De gehele wand wordt met de gewenste finish afgewerkt. Om de positieve eigenschappen van de leem te behouden, raden we dampopen Leem Finish of verf aan. Als de aansluitleidingen niet in de vloeropbouw kunnen worden geïntegreerd, worden ze met een plint afgedekt of in de wand weg gestuukt.

13 Montage aan hellende (dak) vlakken en plafonds In schuine (dak) vlakken en plafonds worden de extra aanwezige bevestigingspunten gebruikt bij de montage van de WEM - Klimaat elementen.(zie afbeelding). De WEM Leembouwplaten worden met minstens 5 bevestigingspunten bevestigt. Ook hierbij dient gebruik gemaakt te worden van de WEM borgringen. = Extra bevestigingspunten Waterbestendige Klimaat elementen MVD In situaties waar hoge vochtbelasting op de elementen te verwachten is, bijvoorbeeld door condensatie vorming bij hoge koelcapaciteiten, zijn de Klimaat elementen MVD sterk aan te bevelen! Deze Klimaat elementen zijn door middel van een dispersie waterbestendig, terwijl het damp regulerende vermogen vrijwel gelijk is.

14 1.2 Het WEM - Klimaat register WEM - Klimaat register Technische Gegevens Materiaal Klimaatbuis: WEM - meerlagen-composietbuis 16 x 2 mm (PE-RT / Aluminium / PE-RT), DIN DVGW getest. Vermogen: Vermogens afgifte (bei T = 5 K): 1 00 W/m² bij 35 C 200 W/m² bij 45 C Max. Temp./Druk: 95 C/10 bar Aanvoertemperatuur: Bij warmtepompen: Bij andere warmtebronnen: Maximaal: Regeling: Kamerthermostaat en thermische aandrijving op verdeler of WEM multibox Verbindingstechniek: WEM - perskoppeling Bevestiging: schroeven, pluggen Klimaatregister MV 200 Klimaaatregister MV C 45 C 90 C Klimaaatregister MV 80 Afmeting 200 cm x 60 cm 160 cm x 60 cm 80 cm x 60 cm Werkzaam verwarmingsoppervlak 1,25 m² 1 m² 0,5 m² Gewicht ca. 1,6 kg ca. 1,3 kg ca. 0,7 kg Waterinhoud ca. 1,3 kg ca. 1,1 kg ca. 0,6 kg Buislengte 13 m 10,5 m 5,5 m 389 Pa 263 Pa 90 Pa Drukverlies (zonder pers-verbinder voor 1 register bij TVL 45 C, T 5K)

15 1.2.2 Verwerkingsrichtlijnen WEM - Klimaat register Algemene richtlijnen Alleen originele WEM - verbindingsbuisleiding en perskoppelingen gebruiken, anders wordt geen systeemgarantie gegeven. Overgangen op andere Systemen zijn met schroef-pers-systemen te maken. Bouwtechnische voorwaarden De ondergrond moet voldoende stevig zijn voor het WEM - Klimaat register met stucwerk. De wandoppervlakken moeten voldoen aan de voorwaarden voor het aanbrengen van een toereikende stuclaag. De warmte weerstand (U-waarde W/m² K) van de buitenmuren moet overeenkomen met de actuele richtlijnen uit het Bouwbesluit. Op buitenwanden met een U-waarde > 0,5 W/m² K is de montage van wandverwarming zonder extra isolatie maatregelen, uit energie technische redenen, niet aan te bevelen. De minimale verwerkingstemperatuur bedraagt 5 C. Opslag en transport van de registers Doorbuigen vermeiden Voor mechanische beschadigingen behoeden

16 1.2.3 Montage handleiding WEM - Klimaat register Aanbrengen van de registers Het eerste WEM - Klimaat register word gekalibreerd en ontbraamd (zie hoofdstuk 1.4) en met de klikprofielen op de wand bevestigt. Elk volgend WEM - Klimaat register word op lengte gebracht, gekalibreerd ontbraamd en middels een perskoppeling met het eerste register verbonden en geperst. Om vervolgens op de wand bevestigd te worden. Zo wordt ieder volgende WEM - Klimaat register geperst en op de wand bevestigt. Vanaf de aanvoer van de eerste tot de retour van het laatste WEM - Klimaat registers worden de aansluitleidingen naar de verdeler gelegd en aangesloten. Nu kan de wandverwarming doorgespoeld en op druk getest worden (zie hoofdstuk 3.2). Bij handmontage moet een minimale buigradius van 80 mm en bij montage met buigveer moet een minimale buigradius van 64 mm in acht genomen worden! Er mogen maximaal 6 WEM - Klimaat registers op rij geschakeld worden!

17 Het stuken van de WEM - Klimaat registers Voor het stuken zowel de handleiding van de mortelleverancier als ook de algemeen geldende regels der techniek in acht nemen. Om de aangegeven warmte capaciteit te behalen moet de te gebruiken mortel een soortelijke massa hebben van minstens 1500 kg/m³. Wij adviseren WEM bruinleem. Neem contact op met de leverancier als u een lichter materiaal wilt gebruiken. De ondergrond moet voldoende draagkracht hebben! Onder tegels en in spatwater bereik wordt een hydraulische kalkmortel (geen leem) gebruikt. De WEM bruinleem grof wordt in een circa 25mm dikke laag aangebracht en aan de slang van de registers gelijk gezet. Het is hierbij belangrijk dat het materiaal volledig tussen en achter alle buizen zit. De buizen moeten overal in contact zijn met het materiaal. Het oppervlak moet ruw staan zodat droging aan de lucht mogelijk is. Na volledige droging wordt over de gehele wand een dunne laag (3-5 mm) WEM bruinleem fijn aangebracht. In de nog vochtige leem wordt een WEM wapeningsnet gelegd en goed in de leem gewreven. Vervolgens komt hier een nieuwe dunnen laag (3-5 mm) WEM leem overheen. Deze laag wordt vlak gezet en dient als ondergrond voor de afwerklaag. De onderlinge wapeningsnetten moeten minimaal 10 cm overlappen. Bij overgangen op onverwarmde vlakken moet het net minimaal 25 cm over deze vlakken overlappen. Het droogstoken van de mortel is alleen bij leem mogelijk! Na volledig uitharden kan de gewenste afwerkingslaag worden aangebracht.

18 1.3 Het WEM - Klimaatbuissysteem WEM - Klimaatbuissystem Technische Gegevens Materiaal Klimaatbuis: WEM - meerlagen-composietbuis, 16 x 2 mm (PE-RT/ Aluminium/ PE-RT), DIN DVGW getest Max. Temp./Druk: 95 C/10 bar Verbindingstechniek: WEM - Persverbinding (Perskoppeling U16) Aanvoertemperatuur: Bij warmtepomp: bij overige warmtebronnen: maximaal: Vermogen: Vermogen: (bij T = 5 C en Truimte = 20 C) 35 C AanvoerTemp: 10 W/m bzw. 100 W/m² bij 10 cm buisafstand 45 C AanvoerTemp: 20 W/m bzw. 200 W/m² bij 10 cm buisafstand Regeling: Ruimtethermostaat en thermische aandrijving op warmtegroep verdeler of Thermostaatventiel (WEM Multibox) Bevestiging: Schroeven, pluggen Verpakkingseenheid: 200 m Rol en 50 m Rol Drukverlies 25 Pa / m 35 C 45 C 90 C (zonder perskoppelingen bij TVL =45 C, T= 5 C) Verwerkingsrichtlijnen WEM - Klimaatbuissysteem Algemene richtlijnen Alleen originele WEM - verbindingsleidingen en persfittingen gebruiken, anders wordt geen Systeemgarantie gegeven. Overgangen op andere Systemen zijn met schroef-pers-systemen te maken. Bouwtechnische voorwaarden De ondergrond moet voldoende stijf en draagkrachtig zijn voor het WEM - Klimaat register en het stucwerk. Het wandoppervlak moet geschikt zijn voor stukwerk. De warmte weerstand (U-waarde W/m² K) van de buitenmuren moet overeenkomen met de actuele richtlijnen uit het Bouwbesluit. Op buitenwanden met een U-waarde > 0,5 W/m² K is de montage van wandverwarming zonder extra isolatie maatregelen, uit energie technische redenen, niet aan te bevelen.

19 1.3.3 Montagehandleiding WEM - Klimaatbuissystem Plaatsingspatronen WEM - Klimaatbuissysteem De klimaatschieten komen op een minimale onderlinge afstand van 10 cm in de klikprofielen te liggen. Vertakkingen binnen een warmtegroep zijn niet toegestaan. Hier onder ziet u schetsen van de twee meest voorkomende patronen. meandervormig spiraalvormig

20 Montage van het WEM - Klimaatbuissysteem Klikprofielen dwars op de buisrichting op de te bekleden wand bevestigen. De maximale afstand tussen de klikprofielen bedraagt 100 cm. Per warmte groep de WEM - Klimaatbuis beginnend bij de verdeler de ruimte inleiden en de berekende lengte over het wandoppervlak verdelen en in de klikprofielen bevestigen. Een afrol haspel (zie afbeelding) voorkomt dat de Klimaatbuis tijdens het afwikkelen verdraaid. Een onderlinge buis afstand van 10 tot 15 cm (elk 2e of 3e buisopname van het klikprofiel) is aan te raden vanwege de snelle en simpele montage. Grotere buisafstanden zijn mogelijk maar verminderen de warmteopbrengst per m² De minimale onderlinge afstand tussen de buizen bedraagt bij voorkeur 10 cm. (elke 2e buisopname van het klikprofiel) Bij handmontage moet een minimale buigradius van 80 mm en bij montage met buigveer moet een minimale buigradius van 64 mm in acht genomen worden! Er mag maximaal 90 m Klimaatbuis in een warmte groep gelegd worden. Na het aanbrengen van de, voor de warmte groep, berekende lengte de Klimaatbuis terugleiden naar de verdeler. De Klimaatbuis zoals beschreven in hoofdstuk 1.4 op de verdeler aansluiten. Het spoelen en afpersen van de wandverwarming staat beschreven in hoofdstuk 3 Stuken van het WEM - Klimaatbuissysteem

21 Voor het stuken zowel de handleiding van de mortelleverancier als ook de algemeen geldende regels der techniek acht nemen Om de aangegeven warmte capaciteit te behalen moet de te gebruiken mortel een soortelijke massa hebben van minstens 1500 kg/m³. Wij adviseren WEM basisleem. Neem contact op met de leverancier als u een lichter materiaal wilt gebruiken. De ondergrond moet voldoende draagkracht hebben! Onder tegels en in spatwater bereik wordt een hydraulische kalkmortel (geen leem) gebruikt. De WEM basisleem wordt in een circa 25mm dikke laag aangebracht en met de buisleiding gelijk gezet. Het is hierbij belangrijk dat het materiaal volledig tussen en achter alle buizen zit. De buizen moeten overal in contact zijn met het materiaal. Het oppervlak moet ruw staan zodat droging aan de lucht mogelijk is. Na volledige droging wordt over de gehele wand een dunne laag (3-5 mm) WEM leem aangebracht. In de nog vochtige leem wordt een WEM wapeningsnet gelegd en goed in de leem gewreven. Vervolgens komt hier een nieuwe dunnen laag (3-5 mm) WEM leem overheen. Deze laag wordt vlak gezet. De onderlinge wapeningsnetten moeten minimaal 10 cm overlappen. Bij overgangen op onverwarmde vlakken moet het net minimaal 25 cm over deze vlakken overlappen. Het droogstoken van de mortel is alleen bij leem mogelijk! Na volledig uitharden kan de gewenste afwerkingslaag worden aangebracht. Om de positieve eigenschappen van de leem te behouden, raden we Leem Finish of dampopen verf aan.

22 1.4 Verbindingstechniek Alleen originele WEM - Verbindingsleidingen, perskoppelingen en de WEM - pers tang gebruiken! Zodat de systeemgarantie kan blijven gelden. Overgangen op andere systemen zijn met schroef-pers-overgangen te maken. Verwerkingstemperatuur > 5 C 3 Perskoppeling 2 1. De WEM - Klimaatbuis wordt met behulp van de KS-Schaar op de gewenste lengte geknipt. De snede moet haaks op de buis staan. 2. Het te verbinden stuk buisleiding wordt met het gecombineerde kalibreer en ontbraamgereedschap opgerekt en afgeschuind. 3. De WEM -Perskoppeling wordt op het schone, zojuist gekalibreerde en ontbraamde buiseinde geschoven, tot aan de aanslag. Controleer of de Perskoppeling juist is gemonteerd met behulp van het controle venstertjes op de koppeling (door de venstertjes is de rode Klimaatbuis zichtbaar) 4. De perstang haaks op de perskoppeling zetten. Het persen is klaar als de machine automatisch uitschakelt of bij handpersen na het tot aan de aanslag doordrukken.

23 5. De koppeling is juist geperst wanneer in de persgroef een doorsnede van 16,0 16,3 mm gemeten kan worden. Schroefverbinding Eurokonus De Klimaatbuis wordt op lengte gebracht, ontbraamd en gekalibreerd zoals hierboven bij stap 1 en 2 omschreven is. Vervolgens: 1. Eerst de moer, dan de Klemring over het uiteinde van de Klimaatbuis schuiven 2. De koppeling tot aan de aanslag in de buis steken. 3. De koppeling in de uitgang van de verdeler steken en de moer met een draaimoment van 40 Nm vastzetten. Let hierbij op dat de Klimaatbuis niet uit de klemring wordt geschoven. Niet aangesloten verdeler uitgangen worden met moerdoppen afgedicht.

24 2. Ontwerp 2.1 Ontwerpprincipes Toepassingsgebieden De WEM -Wandverwarmingssystemen worden zowel in nieuwbouw als in bestaande bouw, als ook in hout- en massiefbouw toegepast. Zij voldoen als hoofdverwarmingssysteem maar kunnen ook in combinatie met andere vloer- of wandverwarmingsystemen of radiatoren geïnstalleerd worden. Daarnaast is het WEM systeem ook geschikt voor koeling. Klimaat elementen kunnen aan wanden, hellende vlakken en plafonds gemonteerd worden Isolatie De warmte weerstand (U-waarde W/m² K) van de buitenmuren moet overeenkomen met de actuele richtlijnen uit het Bouwbesluit. In geval van een niet toereikende warmteweerstand is (na) isolatie nodig. Dit kan zowel aan de buitenzijde als aan de binnenzijde gebeuren. Bij (na) isolatie aan de binnenzijde adviseren wij damp open en vocht regulerende materialen. Deze moeten wel bouwfysisch getest zijn. Een geïnteresseerde ontwerper adviseren wij graag in detail. Aan de warmte weerstand van de binnenmuren worden, met betrekking tot de toepasbaarheid van WEM - Wandverwarmingssystemen, geen speciale eisen gesteld. Wel moeten ongecontroleerde warmteverliezen naar onverwarmde ruimten vermeden worden. Volgens het bouwbesluit word de begrenzing van de warmte afgifte bij warmteverdeelleidingen gevraagd en daar is principieel rekening mee te houden Voor de WEM - Wandverwarmingssystemen geldt het volgende uittreksel uit het Duitse EnEV reglement als voorbeeld. Deel Aard van de leidingen Minimale dikte v.d.isolatie bij λ=0,04 W/mK Minimale isolatiewaarde 1 Leidingen door onverwarmde ruimten 26 mm 100 % 5 Leidingen in wand- en plafond doorbrekingen, bij kruising van leidingen en leidingsvebindingsplaatsen, bij centrale leidingverdelers 13 mm 50 % 6 Leidingen die in bouwdelen tussen verwarmde ruimten van verschillende gebruikers gelegd worden 13 mm 50 % 7 Leidingen in vloeropbouw 4 mm Advies : Bij andere isolatiewaarden als λ=0,04 W/mK zijn de waarden overeenkomstig om te rekenen Geluids- en Brandwerendheid De geluids- en brandwerendheid is afhankelijk van de gehele wandopbouw. Als er speciale eisen omtrent de geluids- en brandwerendheid zijn moet hier door de vakmensen en architecten gedurende de gehele planning rekening mee worden gehouden. De Klimaat elementen en Leembouwplaten, met WEM basisleem gestuukt, zijn volgens EN13501 onderverdeeld in branklasse A2 (niet brandbaar)

25 2.1.4 Systeem ontwerpen WEM - Wandverwarming en koelsystemen kunnen op verschillende manieren in systeem ontwerpen geïntegreerd worden. Zo is het naast de inzet als hoofdverwarming mogelijk het systeem met andere verwarmings-c,q, koelingssystemen te combineren/integreren. De volgende systeem ontwerpen behoren tot de mogelijkheden: WEM -Wandverwarming of WEM -Wandkoeling - Optimaal verwarmingssysteem voor alle bestaande en nieuwbouw - Voor energetische sanering van oude gebouwen - Ideaal voor warmtepompen WEM -Wandverwarming in combinatie met conventionele radiatoren - zinvol op het gebied van renovaties en de optimalisatie van bestaande verwarmingssystemen.

26 WEM -Wandverwarming-koeling gekombineerd met WEM -plafondverwarming-koeling Voor optimale koeling en om voldoende koel oppervlak te garanderen Plafondverwarming als een alternatief bij grote glazen puien of bijzondere gebruik van de ruimten (bibliotheek, keuken) WEM -Wandverwarming in combinatie met vloerverwarming Voor toepassingen met: 1) speciale warmte behoeften (badkamer, keuken, spa), 2) groot vloeroppervlak ten opzichte van de beschikbare wanden (kantoor, productie), 3) grote glazen puien Natuurlijk kan de vloerverwarming gewoon met het WEM-systeem worden aangelegd. Daarmee valt de vloerverwarming ook onder de WEM-systeem garantie. Let wel op dat bij vloerverwarming, afhankelijk van de vloerafwerking, een aanvoertemperatuur van 35 gewenst is.

27 2.2 Planning en Ontwerp Het ontwerp van de WEM - wandverwarming systemen wordt gedaan in overeenstemming met DIN EN Met de bepalingen van deze berekening, is het ontwerp in overeenstemming met de eisen voor een toekomstig gebruik. De prestaties van de WEM - wandverwarming zijn te vinden in de bijlage en zijn gebaseerd op een systeem afgewerkt met een 10 mm dikke stucklaag en het gebruik van een mortel met een dichtheid van 1500 kg / m³ Aanvoer temperatuur Wij adviseren met een maximale aanvoer temperatuur van 45 C te werken. Volgens de energetische verhouding van de warmtebron (bv: warmtepomp) kan een aanvoertemperatuur van bijvoorbeeld 35 C zinvoller zijn. Bij plafondverwarming en een plafondhoogte minder dan 2.7 m moet met een aanvoertemperatuur van maximaal 35 C gewerkt worden Capaciteitsberekening De berekening van de vereiste capaciteit van de te installeren wandverwarming kan snel worden berekend met het WEM - Calculatieprogramma NL 0.2 beta, welke door installatiebureaus en vakmensen op te vragen is via Geïnteresseerde klanten kunnen voor een berekening en offerte terecht bij een van onze locale dealers welke te vinden zijn op

28 2.2.3 Positionering De berekende hoeveelheid WEM - Wandverwarming wordt bij voorkeur aan de binnenzijde van de buitenwanden geplaatst. Daarmee wordt een warmte afstraling van het menselijke lichaam naar deze potentiële koude vlakken vermeden. Hierdoor ontstaat een zeer hoog warmte comfort! De plaatsing van de WEM - Wandverwarming op binnenwanden is voornamelijk voor het creëren van comfortzones. Dat wil zeggen dat die zones met de WEM - Wandverwarming voorzien worden, waar bijvoorbeeld een zithoek, eethoek, bureau of stiltezone ingericht wordt Regeltechniek Regeling van de Kamertemperatuur De WEM - Wandverwarmingssytemen worden over het algemeen met kamerthermostaten geregeld. De kamerthermostaat stuurt één of meerdere thermische aandrijvingen op de verdeler aan. afhankelijk van de kamertemperatuur opent of sluit deze de betreffende warmte groep(en). Neem bij de plaatsing van de kamerthermostaten het volgende in acht: De ruimtethermostaat mag niet door andere warmtebronnen worden beïnvloed. Daarom moeten deze op een minimale afstand van 20 cm van warmtebronnen (wandverwarmingsoppervlakken, radiatoren etc.) geïnstalleerd worden! Direct invallend zonlicht dient vermeden te worden!

29 Verdeler De WEM - verdelers dienen voor de centrale verdeling van het verwarmings- en koelwater over de verschillende warmte groepen per verdieping. Zij zijn compleet gemonteerd en van alle benodigde onderdelen voorzien. Dit bespaart tijdrovende montage. Op de centraal geplaatste WEM - verdeler worden de warmte groepen aangesloten en met behulp van een doorstroom begrenzer (top-meter) op de retour ingeregeld. In de volgende afbeelding worden de onderdelen van de verdeler benoemd Aanvoer kogelkraan Handbediening (wordt na inregeling vervangen door een thermische aandrijving Automatische ontluchting Aanvoer Bijvulkraan Topmeter = doorstroombegrenzer Retour Eurokonus ¾ Verdeler Combinatie Wandverwarming met Radiatoren (convector) Wanneer WEM - Wandverwarming met Radiatoren gecombineerd wordt, is verlaging van de aanvoertemperatuur voor de wandverwarming noodzakelijk. Wanneer de wandverwarming slechts uit 1 of 2 warmte groepen bestaat gebeurt dit met behulp van de (Multibox, K-RTL), welke op de retourleiding in het warmtewandoppervlak geïnstalleerd wordt.

30 Multibox K-RTL Met de Multibox K- RTL wordt de retour temperatuur van de wandverwarmingsoppervlakken tussen de 10 C-50 C (werkinstelling 40 C) begrensd. Het RTL-Ventil is een zelfstandig stroomloos werkende temperatuurregelaar. Bij overschrijding van de ingestelde retour temperatuur sluit het ventiel. Dit systeem maakt gebruik van de watertemperatuur cyclus die elke moderne cv installatie kent. De Multibox K- RTL is voorzien van een thermostaat kraan om de kamertemperatuur te kunnen instellen. Multibox K-RTL Radiator van/ naar Warmtebron Wanneer meer dan 2 warmte groepen gecombineerd worden met radiatoren is in plaats van de Multibox K-RTL een Regelstation noodzakelijk. Dit regelstation wordt tussen de verdeler en de aanvoerleidingen geïnstalleerd en heeft naast een mengventiel een extra circulatiepomp. Een goed functioneren wordt hierdoor gegarandeerd. Er kan gekozen worden uit een regelstation met een prijs gunstige pomp of uit een regelstation met een hoog efficiënte pomp. Regelbereik: C Nominaal vermogen ca: 14 kw Max. Bedrijfsdruk: 6 bar Pomp: Grundfos UPS oder Hoog efficiënte pomp Grundfos Alpha Regelstation De technische data zoals Drukverlies en Zeta-waarde van de onderdelen zijn in de bijlage opgenomen

31 2.3 Grafiek verwarmingscapaciteit De warmtecapaciteit is afhankelijk van de aanvoer- en retour temperatuur van de verwarmingsinstallaties en de te bereiken ruimte temperatuur. De benodigde warmtecapaciteit kan uit de tabel afgelezen worden. Uit de tabellen is direct de capaciteit bij standaard temperaturen af te lezen. De capaciteit is gebaseerd op een systeem afgewerkt met een 10 mm dikke stuclaag en het gebruik van een mortel met een dichtheid van 1500 kg / m³. Grafiek verwarmingscapaciteit: Gemiddelde temperatuur = TVL + TRL TVL... Aanvoer temperatuur TRL... Retour temperatuur TR... Kamertemperatuur (hier 20 C) Grafiek overgenomen uit het testrapport: bepaling van de warmte capaciteit van een warmtewandoppervlak; EN 442; Proefopstelling: HLK Stuttgart, 02/ TR

32 Warmtecapaciteit WEM Klimaat element (20 C Kamertemperatuur): TAanvoer [ C] TRetour [ C] Q [Watt/m²] Warmtecapaciteit WEM Klimaat register/ Klimaatbuis bij 10 cm buisafstand (20 C Kamertemperatuur): TAanvoer [ C] TRetour [ C] Q [Watt/m²]

33 2.4 Grafiek Koelcapaciteit De koelcapaciteit is afhankelijk van de aanvoer en retour temperatuur van het koelmiddel en de te bereiken ruimte temperatuur. De desbetreffende koelcapaciteit kan van de grafiek afgelezen worden. Voor vaak gebruikte temperatuur situaties kan de capaciteit direct uit de Tabellen afgelezen worden. De capaciteit is gebaseerd op een systeem afgewerkt met een 10 mm dikke stuclaag en het gebruik van een mortel met een dichtheid van 1500 kg / m³. Grafiek overgenomen uit het testrapport: bepaling van de koel capaciteit van een ruimtekoeloppervlak; volgens DIN ; Proefopstelling: HLK Stuttgart, 02/2004 TRL - TVL log. Onder temperatuur = TR - TVL ln TR - TRL TVL... Aanvoer temperatuur TRL... Retour temperatuur TR... Kamertemperatuur

34 Koelcapaciteit WEM Klimaat element: TRaum [ C] TVorlauf [ C] TRücklauf [ C] Q [Watt/m²]

35 2.5 Montage tijden De aangegeven tijden zijn arbeiders minuten Montage tijden (richtlijn) Montagestappen min/eenheid WEM - Klimaat element materiaal gereedschap Latten afhankelijk van de isolatie dikte, schroeven/pluggen Boormachine Schroevendraaier zaag - Klimaat elementen (KE) in de bouw transporteren en verdelen - gereedschappen, materialen, hulpmiddelen klaarzetten 10 min/m² KE EVENTUALITEITEN: - onder constructie aanbrengen 15 min/m² wandoppervlak EVENTUALITEITEN: - isolatie materiaal aanbrengen 20 min/m² isolatie - aansluitingen aan KE op lengte,, kalibreren, ontbramen - KE monteren en onderling verbinden 15 min/m² KE WEM verbindingsbuis persfittingen Pers gereedschap EVENTUALITEITEN:: - Uitvlak platen monteren 10 min/m² Schroeven (min. 45 mm) of slagpluggen, borgringen Cirkelzaag - met bruinleem-fijnstuc afstuken en plaat naden wapenen 16 min/m² Stuc wapeningsgaas Stuc gereedschap - tweede laag leem-fijn stuc aanbrengen 18 min/m² Leem-fijn stuc, event.in kleur Stuc gereedschap EVENTUALITEITEN:: - kleur aanbrengen 12 min/m² Diffusie openverf, bijv. Verfroller, kwast,, Kalk- kaseïne verfkwast - verdeler monteren 20 min/ verdeler Schroeven, pluggen evt. verdelerkast - aansluitleiding aanleggen en verwarmingscircuit aansluiten - verwarmingscircuit inregelen - doorspoelen, afpersen - protocol opstellen Afhankelijk isolatie materiaal Boormachine schroevendraaiers 30 min/ WEM verwarmingscircuit verbindingsbuis perskoppeling Pers gereedschap steeksleutel 160 min tot max. 3 afname protocol verdelers Handpomp Deze richttijden gelden voor eensgezinswoningen, begane grond, verdieping met ca. 30 m² wandverwarmingsoppervlakte Montage op de zolder is niet meegenomen.. met stut werkzaamheden is geen rekening gehouden persgereedschap: kalibreergereedschap, ontbramer, KS-Schaar, perstang, persapparaat

36 WEM - Klimaat register Montage tijden Montage Klimaat register montagevoorschrift - Klimaatregister (KR) in de bouw transporteren en verdelen min/eenheid materiaal gereedschap 5 min/m² KR - gereedschap, materialien, hulpmiddelen klaarzetten - Klimaat register op de wand 10 min/m² KR bevestigen en met elkaar verbinden Perskoppelingen schroeven, pluggen Pers gereedschap schroevendraaiers boormachine - verdeler monteren 40 min/ verdeler Schroeven, pluggen, eventueel kast verdeler Boormachine schroevendraaiers - aansluitleidingen aanleggen en verwarmingscircuit aansluiten - verwarmingscircuit inregelen 50 min/ warmtegroep WEM verbindingsbuis perskoppelingen Pers gereedschap steeksleutel - doorspoelen, afpersen - Protokol opstellen 45 min / verdeler opleverprotokol Hand pomp Stuken Klimaat register Montagevoorschrift min/eenheid materiaal gereedschap - onderstuc in twee lagen aanbrengen - wapeningsgaas aanbrengen 30 min/m² wandoppervlak Grove stuc wapeningsgaas Stuc gereedschap - bovenstuc, fijnstuc 20 min/m² wandoppervlak Fijne stuc eventueel gekleurde fijn stuc Stuc gereedschap Eventualiteiten 12 min/ m² wandoppervlak Damp open Verf, bijv. Kalk- caseine Verfrol,kwast, verfkwast - kleur aanbrengen - opleveren van het werk 60 min Deze richttijden gelden voor eensgezinshuizen, begane grond, verdieping met ca. 30 m² wandverwarmingsoppervlakte Montage in is niet iniet meegenoemen.. met stutwerkzaamheden is geen rekenig gehouden persgereedschap: kalibreerdoorn, ontbramer, KS-Schaar, perstang, persklauwen

37 3. Ingebruikname 3.1 Algemeen Na het afronden van de montage wordt het systeem doorgespoeld, op dichtheid getest en handmatig ingeregeld. Het spoelen van elke afzonderlijke warmtegroep moet met grote zorgvuldigheid uitgevoerd worden om verontreiniging van de montage uit de buizen te leiden. Alle nieuw geïnstalleerde warmtegroepen moeten apart gespoeld worden. 3.2 Spoelen en ontluchten Als alle groepen op de verdeler zijn aangesloten, wordt iedere groep apart gespoeld. Daarvoor worden alle behalve de te spoelen leidingen bij de aanvoer gesloten door de instelaandrijving (NC) stroomvrij te maken of het remwiel van de handbediening dien overeenkomstig in te regelen. De kogelkranen van aan- en retour zijn daarbij gesloten. Door de KFE ( Vul en leeg loopkraan) van de aanvoer wordt het te spoelen groep met water gevuld. Het water wordt door de KFE kraan van de terugloop naar buiten geleid. Daarbij wordt de groep net zolang gespoeld tot aan de uitloop geen vervuiling en geen lucht c.q. luchtbellen meer te zien zijn. Zodra dit bereikt is, sluit men de retour KFE-kraan. Dit wordt herhaald tot alle groepen gespoeld zijn. Boven de KFE kraan zijn automatische ontluchtingsventielen aangebracht. Bij de eerste maal afvullen kan hier een beetje water uit lekken, na een aantal seconden gaan de ontluchtventielen automatisch dicht en stopt het lekken! Het nippeltje van de automatische ontluchting nooit met een tang vastdraaien!! Alle kranen op de verdeler met beleid open en dichtdraaien. 3.3 Afpersen Het afpersen moet voor het stuken gebeuren.. Het afpersen is dien overeenkomstig het afpers protocol (zie hoofdstuk 4.6) door te voeren en te protocolleren. In geval van mogelijke bevriezing van de leidingen zijn voorzorgsmaatregelen te treffen om dit te voorkomen. Als na 24 uur op geen enkele plaats van de wandverwamingsoppervlakken, de aanvoerleidingen en aan de verdeleraansluiting waterlekkage plaats heeft gevonden en de drukproef niet meer dan 0,1 bar gedaald is, kan afpersen als geslaagd worden beschouwd en beëindigd worden. Let op: sterke temperatuur schommelingen tijdens het afpersen kunnen de procedure storen. Verloop van de drukproef: Kogelkraan op verdeler sluiten groep apart spoelen, vullen en ontluchten Proefdruk van 5 6 bar aanbrengen Druk na 2 uur opnieuw uitvoeren (drukverlies door oprekken van de buis mogelijk) Proeftijd 24 uur

38 3.4 Hydraulische uitlijning Het op elkaar afstellen van de warmte groepen gebeurt volgens VOB/C DIN en is noodzakelijk om een gelijkmatige en energie efficiënte afgifte te garanderen. Het afstellen van de groepen geschied door de in regeling van de volume stromen met de top meter op de retour van elke groep op de verdeler. Om de geplande temperatuur spreiding in te stellen en een efficiënte werking van de installatie te waarborgen, de instelwaarden door een ingenieur, installatiebureau of installatie bedrijf laten berekenen. Voor de instelwaarden voor een gelijkmatige doorstroming in de verdeler kunt u zich richten tot WEM wandverwarming of een van onze regionale partners. 3.5 Elektrische aansluiting en aansturing Voor de aansluiting van Thermische aandrijvingen en kamerthermostaten is Kabel NYM 3 x 0,75 mm² of sterker nodig. De aansluiting kan zeer eenvoudig met de aansluitmodule Master worden uitgevoerd. Met de Aansluitmodule Master kunnen 6 Kamerthermostaten met ieder tot 4 thermische aandrijvingen ( in totaal max. 24 aandrijvingen) aangesloten worden. Met elke uitbreidingsmodule kunnen telkens 4 extra kamerthermostaten met ieder 4 thermische aandrijvingen (in totaal 18 extra aandrijvingen) aangesloten worden. Met de aansluitmodule Master kan ook de CV of een pomp zoals bijvoorbeeld het regelstation aangestuurd worden. Als verder toebehoren bestaat er de radiografisch (draadloos) aangestuurde ontvanger en een programeerbare timer. Het aansluiten van deze onderdelen moet door een Elektricien gebeuren, volgens de gem. VDErichtlijnen. Volg de gebruiksaanwijzing en de bijgevoegde installatie voorschriften.

39 4. Bijlagen 4.1 Drukverlies Drukverlies WEM - Klimaatbuis Zeta-waarden WEM - Pers verbindingen Zeta- Waarde ζ equivalente buislengte WEM - Pers koppeling 16 mm 1,70 0,8 m WEM - Pers koppeling mm 4,4 2,0 m WEM - Pers overgangskoppeling R ½ AG, 16 mm 1,70 0,8 m WEM - Pers overgangskoppeling R ½ IG, 16 mm 1,70 0,8 m WEM - Schroef-Persverbinding (Eurokonus), moer R ¾ IG, 16 mm 1,70 0,8 m Pers verbindingen Debiet: 2 m/s

40 4.1.3 Drukverlies WEM - verdeler

41 4.1.4 Drukverlies Multibox K en K RTL

42 4.2 Afmetingen WEM Klimaat element Meeteenheid [cm] WEM Klimaat element MV 200 WEM Klimaat element MV 160 Op de bevestigingspunten zijn borgringen opgenomen WEM Klimaat element MV 80

43 4.2.2 WEM Klimaat element MVD -watervastmeeteenheid [cm] WEM Klimaat element MVD 200 WEM Klimaat element MVD 160 WEM Klimaat element MVD 80

44 4.2.3 WEM Klimaat register Meeteenheid [cm] WEM Klimaat register MV 200 WEM Klimaat register MV 160 WEM Klimaat register MV WEM Verdeler Aantal groepen Lengte [mm]

45 4.2.5 WEM Verdelerkasten Het actuele data blad van onze verdeler kasten vind u op onder Downloaden WEM Thermische aandrijving WEM Klikprofiel Afmetingen: WEM Klikprofiel, Lengte 2 m

46 4.2.8 WEM Multibox Afmetingen: Multibox

47 4.3 Normen en Wetten DIN EN Vloerverwarming systemen en componenten DIN EN Verwarmingssystemen in gebouwen werkwijze voor het berekenen van het stook verbruik DIN EN Verwarmingssystemen in gebouwen Het plannen van warmwater verwarmingssytemen DIN EN VOB deel C: Verwarmingsinstallaties en centrale verwarmingssytemen DIN EN Isolatiematerialen voor gebouwen DIN EN VOB deel C: Algemene richtlijnen voor allerhande bouwwerkzaamheden DIN EN Stuc DIN EN Stucmortel DIN EN VOB deel C: Stukadoorswerkzaamheden DIN 4102 Brandwerendheid DIN Niet dragende wanden; onderconstructies in de houtbouw Richtlijnen DVL (Dachverband Lehm e.v.) Leembouw regels Richtlijnen BVF (Bundesverband Flächenheizungen e.v.) Richtlijnen voor het samenstellen van verwarmde wandconstructies in woningen, kantoren en de industriebouw Richtlijnen voor de installatie van vlakken verwarming bij het moderniseren en renoveren van bestaande gebouwen

48 4.4 Offerte Pos. Text en hoeveelheid X.1 WEM - Klimaat register bestaand uit: Buis-leidingsysteem uit 16 mm Kunststof-metaal-composietbuis, als voorgebogen registers op klemprofielen bevestigd. Max. temperatuur belasting 90 C, max. drukbelasting 10 bar. De minimale buigradius word bij een 180 verandering van richting via Lyrabogen zeker gesteld. EP [ ] GP[ ] De WEM - Klimaat registers worden via het installatie plan samengesteld en op de wand gemonteerd. x WEM - Klimaat register MV 200: Afmetingen 200 cm x 60 cm 1,25 m² warmteoppervlak x WEM - Klimaat register MV 160: Afmetingen 160 cm x 60 cm 1,0 m² warmteoppervlak x WEM - Klimaat register MV 80: Afmetingen 80 cm x 60 cm 0,8 m² warmteoppervlak. Het verbinden van de individuele elementen gebeurd met de WEM Perskoppeling 16 mm. Fabrikant: WEM Wandheizung GmbH, Koblenz Leveren en monteren m² Monteren per m²: X.2 Leveren per m²: WEM - Klimaat element bestaand uit: Buis-leidingsysteem uit 16 mm Kunststof-metaal-composietbuis, geïntegreerd in een leemplaat van 25 mm dik. Max. temperatuur belasting 90 C, max. drukbelasting 10 bar. Brandklasse A2 volgens DIN EN Die WEM - Klimaat elementen worden via het installatie plan samengesteld en op de wand gemonteerd. x WEM - Klimaat element MV 200: Afmetingen 200 cm x 62,5 cm 1,25 m² warmteoppervlak x WEM - Klimaat element MV 160: Afmetingen 160 cm x 62,5 cm 1,0 m² warmteoppervlak x WEM - Klimaat element MV 80: Afmetingen 80 cm x 62,5 cm 0,8 m² warmteoppervlak Het verbinden van de individuele elementen gebeurd met de WEM Perskoppeling 16 mm. Fabrikant: WEM Wandheizung GmbH, Koblenz Leveren en monteren m²

49 Monteren per m²: X.3 Leveren per m²: Leveren per m²: WEM - Klimaat element MVD voor plafond montage, Buis-leidingsysteem uit 16 mm Kunststof-metaal-composietbuis, geïntegreerd in een met dispersie samengestelde leemplaat van 25 mm dik. Max. temperatuur belasting 90 C, max. drukbelasting 10 bar. De WEM - Klimaat elementen worden via het installatie plan samengesteld en op de wand gemonteerd. x WEM - Klimaat element MVD 200: Maten 200 cm x 62,5 cm 1,25 m² verwarmings-/koeloppervlak x WEM - Klimaat element MVD 160: Maten 160 cm x 62,5 cm 1,0 m² verwarmings-/koeloppervlak x WEM - Klimaat element MVD 80: Maten 80 cm x 62,5 cm 0,8 m² verwarmings-/koeloppervlak Het verbinden van de individuele elementen gebeurd met de WEM Perskoppeling 16 mm. Fabrikant: WEM Wandheizung GmbH, Koblenz Leveren en monteren m² Monteren per m²: X.4 Leembouwplaat 25 mm voor het gelijktrekken van wandvlakken Afmetingen 100 cm x 62,5 cm oppervlak 0,625 m². Brandklasse A2 volgens DIN EN Fabrikant: WEM Wandheizung GmbH, Koblenz Leveren en monteren m² Monteren per m²: X.5 Leveren per m²: Borgringen met konisch uitsparing voor verzonken schroeven, voor het bevestigen van leembouwplaten en klimaat elementen. Doos à 100 Stuk. Fabrikant: WEM Wandheizung GmbH, Koblenz Leveren en monteren m² Monteren per m²: Leveren per m²:

50 X.6 Bruinleem fijn voor het afpleisteren van leembouwplaten en klimaat elementen en het maken van schilder klare oppervlakken. Soortelijk gewicht ca kg/m³, λ = 0,70 W/ mk. 25 kg zak. Fabrikant: WEM Wandheizung GmbH, Koblenz Leveren en monteren m² Monteren per m²: X.7 Leveren per m²: Bruinleem Grof voor het uitrapen van WEM klimaat registers of het klimaatbuissysteem. Soortelijk gewicht ca kg/m³, λ = 0,70 W/ mk. 25 kg zak. Fabrikant: WEM Wandheizung GmbH, Koblenz Leveren en monteren m² Monteren per m²: X.8 Leveren per m²: Glasvezelweefsel, warmtebestendig wapeningsweefsel voor het wapenen van de bruinleem fijn laag op klimaat elementen en leembouwplaten. Rol 1 m x 50m = 50 m² Fabrikant: WEM Wandheizung GmbH, Koblenz Leveren en monteren m² Monteren per m²: X.9 Leveren per m²: WEM - Perskoppeling 90 bocht 16 mm, voor het onderling verbinden van klimaat elementen of aanvoer en retourleidingen Fabrikant: WEM Wandheizung GmbH, Koblenz Leveren en monteren Stk. Monteren per Stk: X.10 Leveren per Stk. WEM - Perskoppeling 16 mm, voor het verbinden van de WEM Klimaat registers of het verbinden van buisleidingstukken. Fabrikant: WEM Wandheizung GmbH, Koblenz Leveren en monteren Stk. Monteren per Stk: Leveren per Stk.

51 X.11 WEM - Metaal- composietbuis 16 mm, max. temperatuur 90 C, max. druk 10 bar Voor het verbinden van de WEM - Klimaat elementen, de WEM Klimaat registers en het WEM - Klimaat buissysteem onder elkaar en het verbinden van de verdeler (Aanvoer-retourleiding) of de Unibox Fabrikant: WEM Wandheizung GmbH, Koblenz Leveren en monteren Stk. Monteren per Stk: X.13 Leveren per Stk. Klikprofielen 2,0 m für Ø 16 mm MV-buisleiding, buisindeling 50 mm, max. afstand tussen klikprofielen 100 mm, Lengte 2 m Leveren en monteren Stk. Monteren per Stk: X.14 Leveren per Stk. WEM - Schroef- Persverbinding (Eurokonus), Moer R ¾ IG, 16 mm, Voor het aansluiten van de buisleiding aan de verdeler of Multibox. Fabrikant: WEM Wandheizung GmbH, Koblenz Leveren en monteren Stk. Monteren per Stk: X.15 Leveren per Stk. WEM - Edelstaal verdeler, X groeps, met geïntegreerde regelventielen, topmeter met kijglas en schaal voor het inregelen op de retour, met een vul kraan ¾ IG, Spoelventielen ½ AG met KFE-kranen, automatische ontluchtingsventielen, Aansluiting schroefdraad R ¾ AG Eurokonus passend voor de WEM -Schoef-Persverbinding (Eurokonus) Fabrikant: WEM Wandheizung GmbH, Koblenz Leveren en monteren Stk. Monteren per Stk: Leveren per Stk.

52 X.16 WEM - Aansluitmodule Master, Aansluiting voor 6 kamerthermostaten en 24 thermische aandrijvingen, geïntegreerde pomp aansturing Fabrikant: WEM Wandheizung GmbH, Koblenz Leveren en monteren Stk. Monteren per Stk: X.17 Leveren per Stk. WEM - Thermische aandrijving, aandrijving groepen WEM - Verdeler, 230 V, stroomloos gesloten, draad M 30 x 1,5 Fabrikant: WEM Wandheizung GmbH, Koblenz Leveren en monteren Stk. Monteren per Stk: X.18 Leveren per Stk. WEM - Kamerthermostaat voor WEM - Thermische aandrijving, 230 V Fabrikant: WEM Wandheizung GmbH, Koblenz Leveren en monteren Stk. Monteren per Stk: X.19 Leveren per Stk. Spoelen en inregelen van de warmte groepen en Drukproef uitvoer x Uitvoer per groep.: _

53 4.5 Opleveringsrapport Bouwproject Project: Adres: Postcode en plaats: : Adres: Postcode en plaats Arbeidsovereenkomst: De bovengenoemde werken zijn conform de arbeidsovereenkomst uitgevoerd en bedrijfsklaar opgeleverd. Mevrouw / mijnheer... bevestigd dat met de succesvolle inbedrijfstelling het wandverwarmingssysteem correct is opgeleverd. Opmerkingen Datum Opdrachtgever / Aannemer Uitvoerende Firma

54 4.6 Drukproef protocol Bouwproject Opdrachtgever: Aard van het gebouw: Aanbesteder: Installateur: Betreffende ruimte: Betreffende wanden: Drukproef Maximale bedrijfsdruk: bar Ingestelde proefdruk (5-6bar) bar Druk na 120 Minuten: bar Druk na 12 uur: bar Druk na 24 uur: bar Verbindingsleidingen: zijn mee getest zijn niet mee getest Begintijd: Eindtijd: Installateur: Datum: De dichtheid van de wandverwarmingsinstallatie is vastgesteld. Er zijn geen vormveranderingen of lekkages opgetreden. Plaats / Datum Handtekening

55