Bpv-boek profiel bewegingsagoog Sport- en bewegingscoördinator niveau 4 Leerjaar 2 Schooljaar

Transcriptie

1 Bpv-boek profiel bewegingsagoog Sport- en bewegingscoördinator niveau 4 Leerjaar 2 Schooljaar Naam: Studentnummer: Klas: Naam mentor: Naam bpv-instelling: Naam bpv-docent school: Naam bpv-begeleider stage:

2 Voorwoord voor de praktijkbegeleider In schooljaar (27 augustus 2018 t/m ) komt er een student van de opleiding Summa Sport uit Eindhoven bij uw organisatie stage lopen. Het doel van deze stage is dat deze student zich gaat ontwikkelen tot beginnend beroepsbeoefenaar. De student moet minimaal 570 uur stage lopen. Vanuit Summa Sport is er een bpv-docent gekoppeld aan de student. Die bpv-docent komt minimaal twee keer op stagebezoek. Het eerste stagebezoek vindt plaats in periode 1 of 2 en is gericht op kennismaking en toelichting van de examens die de student dit jaar op stage uit moet voeren. Uiteraard wordt de voortgang van de stage ook besproken. Het tweede en eventueel ook het derde stagebezoek vindt, over het algemeen, plaats in periode 3 of 4. Tijdens dat stagebezoek worden de examens kerntaak 1, 2 en 3 afgenomen. Als het nodig is om tussen de stagebezoeken door contact te hebben, dan is dat altijd mogelijk. U kunt in dat geval contact opnemen met de bpv-docent van Summa Sport of de mentor van de student. De bpv-docent is in principe uw eerste aanspreekpunt. U vindt de contactgegevens hieronder. Bpv-docenten Ronald van den Noort: ra.vandennoort@summacollege.nl Chantal Oomen: cjm.oomen@summacollege.nl Mentoren Pieter Kamsma, mentor 2CC ptjh.kamsma@summacollege.nl Chantal Oomen, mentor 2CD cjm.oomen@summacollege.nl Renée Wittens, mentor 2CE rjm.wittens@summacollege.nl Als opleiding bedanken we u alvast voor de geboden mogelijkheid en alle tijd en energie die u in onze student gaat steken. Wij hopen op een prettige samenwerking en wensen u veel succes in de begeleiding van onze student! Met sportieve groet, team Summa Sport 2

3 Voorwoord voor de student Om zo veel mogelijk te leren tijdens je stage, ga je werken aan een aantal verplichte opdrachten. Deze opdrachten noemen we topprestaties. De topprestaties moeten worden beoordeeld en ondertekend door je praktijkbegeleider. Om ervoor te zorgen dat de praktijkbegeleider weet waarop je beoordeeld moet worden, hebben we dit bpv-boek ontwikkeld. Hierin staan de beschrijvingen van de topprestaties met de bijbehorende beoordelingscriteria en de voorbereidende opdrachten voor kerntaak 1 en 3. De verantwoordelijkheid voor het op tijd uitvoeren, evalueren en ondertekenen van alle opdrachten en het werken met dit boek ligt bij jou. Dit is wel altijd in samenspraak met de praktijkbegeleider. Er is een aantal regels waar je aan moet voldoen: - Je houdt je aan gemaakte afspraken. - Je bent aanwezig en communiceert bij afwezigheid met zowel je praktijkbegeleider als je mentor. - Je toont een professionele houding. - Je houdt je aan geldende regels van het stagebedrijf. Naast deze topprestaties en de bpv-opdrachten moet je dit schooljaar 3 examens behalen: - Kerntaak 1: Aanbieden van SB-activiteiten (Proeve van Bekwaamheid) - Kerntaak 2: Organiseren van wedstrijd, toernooien of evenementen (Proeve van Bekwaamheid) - Kerntaak 3: Werk in uitvoering binnen de SB-organisatie (Proeve van Bekwaamheid) Deze drie examens vinden hoogstwaarschijnlijk plaats op je stage. Je praktijkbegeleider is zowel als begeleider als beoordelaar betrokken bij alle examens die plaatsvinden op je stage. Als het, om wat voor reden dan ook, niet mogelijk is om (een van) de examens op je stage uit te voeren, vragen wij je om dit zo spoedig mogelijk kenbaar te maken bij je bpv-docent en bij je mentor. Naast de examens en topprestaties ga je aan de slag met het keuzedeel Gezonde leefstijl. Dat wordt in leerjaar 3 geëxamineerd. In de jaarplanning op pagina 9 zie je vier keer een blokstageweek staan. Als je nog uren in moet halen, kun je dat in deze weken doen. Dit doe je uiteraard altijd in overleg met je praktijkbegeleider. Het kan voorkomen dat je in een blokstageweek schoolexamens hebt. Je bent er zelf verantwoordelijk voor om dit met je praktijkbegeleider af te stemmen. Indien je praktijkbegeleider vragen heeft, kan hij contact opnemen met één van de bpv-docenten vanuit Summa Sport. 3

4 Inhoudsopgave Inhoud Voorwoord voor de praktijkbegeleider... 2 Voorwoord voor de student... 3 Inhoudsopgave... 4 Urenregistratie van aanwezigheid op de bpv periode 1 (136 uur)... 5 Urenregistratie van aanwezigheid op de bpv periode 2 (144 uur)... 6 Urenregistratie van aanwezigheid op de bpv periode 3 (160 uur)... 7 Urenregistratie van aanwezigheid op de bpv periode 4 (144 uur)... 8 Jaarplanning schooljaar Leerjaar 2 periode Leerjaar 2 periode Leerjaar 2 periode Leerjaar 2 periode Overzicht bpv-opdrachten Wie beoordeelt wat? Beoordelingsinstructie voor de topprestaties Topprestatie 1: Ontdek je stageplek Topprestatie 2: Op onderzoek uit, Voorbereidende opdracht B1-K Topprestatie 3: Oriëntatie speciale doelgroepen, Voorbereidende opdracht B1-K Topprestatie 4: Op onderzoek uit, Topprestatie 5: Oriëntatie speciale doelgroepen, Topprestatie 6: Doelstellingen Voorbereidende opdracht project: Op onderzoek uit!

5 Urenregistratie van aanwezigheid op de bpv periode 1 (136 uur) Dag Week Week 35 8 aug t/m 2 sept Week 36 3 sept t/m 9 sept Week sept t/m 16 sept Week sept t/m 23 sept Week 39 24sept t/m 30 sept Week okt t/m 07 okt Week okt t/m 14 okt Week okt t/m 21 okt Week okt t/m 28 okt Week okt t/m 04 nov Week nov t/m 11 nov Ma Di Woe Do Vrij Za Zo J&Jtoernooi K K K K K V V V V V Totalen Gebruik de volgende codes bij afwezigheid: Vakantie of feestdag = V / Ziek = Z / Studiedag = S / Kamp = K / Bijzonder verlof (mentor) = B / Afwezig andere reden = A Totaal aantal uren periode 1: Paraaf praktijkbegeleider: 5

6 Urenregistratie van aanwezigheid op de bpv periode 2 (144 uur) Dag Week Week nov t/m 18 nov (interweek 1) Week nov t/m 25 nov Week nov t/m 02 dec Week dec t/m 09 dec Week dec t/m 16 dec Week dec t/m 23 dec Week dec t/m 30dec Week dec t/m 06 jan Week jan t/m 13 jan Week jan t/m 20 jan Week jan t/m 27 jan Ma Di Woe Do Vrij Za Zo Kerstviering V V V V V V V V V V Totalen Gebruik de volgende codes bij afwezigheid: Vakantie of feestdag = V / Ziek = Z / Studiedag = S / Kamp = K / Bijzonder verlof (mentor) = B / Afwezig andere reden = A Totaal aantal uren periode 2: Paraaf praktijkbegeleider: 6

7 Urenregistratie van aanwezigheid op de bpv periode 3 (160 uur) Dag Week Week jan t/m 03 feb (interweek 2) Week feb t/m 10 feb Week feb t/m 17 feb Week feb t/m 24 feb Week feb t/m 03 mrt Week mrt t/m 10 mrt Week mrt t/m 17 mrt Week mrt t/m 24 mrt Week mrt t/m 31 mrt Week14 01 apr t/m 07 apr Week apr t/m 14 apr Ma Di Woe Do Vrij Za Zo V V V V V Totalen Gebruik de volgende codes bij afwezigheid: Vakantie of feestdag = V / Ziek = Z / Studiedag = S / Kamp = K / Bijzonder verlof (mentor) = B / Afwezig andere reden = A Totaal aantal uren periode 3: Paraaf praktijkbegeleider: 7

8 Urenregistratie van aanwezigheid op de bpv periode 4 (144 uur) Dag Week Week apr t/m 21 apr (interweek 3) Week apr t/m 28 apr Week apr t/m 05 mei Week mei t/m 12 mei Week mei t/m 19 mei Week mei t/m 26 mei Week mei t/m 02 jun Week jun t/m 9 jun Week jun t/m 16 jun Week jun t/m 23 jun Week jun t/m 30 juni (interweek 4) Ma Di Woe Do Vrij Za Zo V V V V V V V V V V Totalen Gebruik de volgende codes bij afwezigheid: Vakantie of feestdag = V / Ziek = Z / Studiedag = S / Kamp = K / Bijzonder verlof (mentor) = B / Afwezig andere reden = A Totaal aantal uren periode 4: Paraaf praktijkbegeleider: 8

9 Jaarplanning schooljaar Examens Bijzonderheden Kerntaak 1 Kerntaak 2 Kerntaak 3 Week 1 e kans 2 e kans 1 e kans 2 e kans 1 e kans 2 e kans Introductieweek Kampweek Start voorwaardelijke opdracht BTK Start examen Herfstvakantie Laten invullen en ondertekenen: urenkaart, portfolio periode 1, topprestatie 1 en 2 en voorwaardelijke opdracht BKT Inleveren bpv-opdrachten, bpv-boekje en urenkaart Interweek Start Start voorwaardelijke opdracht BTK3 examen Vrijdag jaarafsluiting (opleiding) Kerstvakantie Kerstvakantie Inleveren Evt. start Start examen 2 e kans examen Laten invullen en ondertekenen: urenkaart, portfolio periode 2, inleveren topprestatie 3 en voorbereidende opdracht BTK Inleveren bpv-opdrachten, bpv-boekje en urenkaart Interweek Inlevere Evt. start n 2 e kans examen Mogelijk e start 2 e kans Carnavalsvakantie Laten invullen en ondertekenen: urenkaart, portfolio periode 3 Topprestaties 4 en Inleveren bpv-opdrachten, bpv-boekje en urenkaart Interweek 3 vrijdag 19-4 Goede Vrijdag Uiterlijk 22 april 2 e paasdag Inlevere n examen Meivakantie Uiterlijk inleveren examen en 31 mei Hemelvaart Uiterlijk Laten invullen en ondertekenen urenkaart, portfolio periode 4 Uiterlijk inlevere inleveren n 10 juni 2 examen examen pinksterdag Inleveren bpv-opdrachten digitaal, bpv-boekje en urenkaart Inleveren beoordeling Topprestaties 6 en Interweek Zomervakantie 9

10 Leerjaar 2 periode 1 De student moet met zijn bpv-boek aantonen wat zijn taken, werkzaamheden en leermomenten op de bpv zijn. Daarnaast moet de student aantonen bekwaam te zijn op de volgende gebieden: - De student maakt, in samenspraak met de praktijkbegeleider, een sterkte-zwakteanalyse. - Reflecteren op het eigen handelen en/of gedrag in een specifieke situatie. Dit doet de student door drie STARR-reflecties te maken. In de laatste schoolweek van periode 1 levert de student dit bpv-boek ingevuld en ondertekend in bij de mentor. De praktijkbegeleider heeft de opdrachten gezien en beoordeeld. Beroepshouding Naast het uitvoeren van bepaalde opdrachten en taken heeft de student van de opleiding Summa Sport een andere verantwoordelijkheid. Hij is namelijk, als ambassadeur van de opleiding, verantwoordelijk om zichzelf en Summa Sport zo goed mogelijk te vertegenwoordigen. Op het moment dat hij arriveert op zijn stage, verandert zijn rol van student naar beginnend sport- en bewegingscoördinator. Hij komt op tijd, houdt zich aan afspraken en zorgt dat hij er verzorgd uitziet. Kortom, mensen die naar hem kijken, zien een professionele sportcoördinator! De beoordelingen van deze opdrachten en beroepshouding worden gegeven op basis van onderstaande vijfpuntsschaal: Niveau van beheersing Niet beoordeelbaar Behoeft grote verbeteringen, aanvullingen Behoeft kleine verbeteringen Voldoet volledig Voldoet ver boven het niveau dat mag worden verwacht Slecht Onvoldoende Voldoende Goed Excellent 10

11 STARR-reflectie 1 periode 1 Situatie Beschrijf kort (in 1 of 2 zinnen) een situatie die je hebt meegemaakt en die je raakte omdat deze moeilijk/opvallend/leuk/leerzaam was. Taak Wat was jouw taak op dat moment? Actie Welke actie heb je ondernomen? Resultaat Wat was het resultaat van je actie? Reflectie Hoe kijk je erop terug, wat deed het met je, hoe ga je hier een volgende keer mee om, zou je in een andere situatie weer zo reageren? 11

12 STARR-reflectie 2 periode 1 Situatie Beschrijf kort (in 1 of 2 zinnen) een situatie die je hebt meegemaakt en die je raakte omdat deze moeilijk/opvallend/leuk/leerzaam was. Taak Wat was jouw taak op dat moment? Actie Welke actie heb je ondernomen? Resultaat Wat was het resultaat van je actie? Reflectie Hoe kijk je erop terug, wat deed het met je, hoe ga je hier een volgende keer mee om, zou je in een andere situatie weer zo reageren? 12

13 STARR-reflectie 3 periode 1 Situatie Beschrijf kort (in 1 of 2 zinnen) een situatie die je hebt meegemaakt en die je raakte omdat deze moeilijk/opvallend/leuk/leerzaam was. Taak Wat was jouw taak op dat moment? Actie Welke actie heb je ondernomen? Resultaat Wat was het resultaat van je actie? Reflectie Hoe kijk je erop terug, wat deed het met je, hoe ga je hier een volgende keer mee om, zou je in een andere situatie weer zo reageren? 13

14 Sterkte-zwakteanalyse periode 1 Opdracht: sterkte-zwakteanalyse Sterke punten Leerpunten Periode 1 *De bedoeling een sterkte-zwakteanalyse is dat je vanuit je sterke punten en je leerpunten je POP en PAP vormgeeft. Overleg met je stagebegeleider als je dit moeilijk vindt. *Elke periode stel je je sterkte-zwakteanalyse bij op basis van wat er op stage goed gaat en waar je nog aan moet werken. Het gaat daarbij altijd om persoonlijke eigenschappen en vaardigheden. 14

15 Stagebeoordeling periode 1 (graag overal 1 cijfer omcirkelen) Voorbereiden, uitvoeren en evalueren van bewegingsactiviteiten (student bepaalt samen met praktijkbegeleider hoe de activiteiten worden voorbereid door de student: lvf/ trainingsschema/anders) Toelichting Sterkte- en zwakteanalyse Toelichting Reflecteren (STARR-reflecties en reflectie algemeen) Toelichting Beroepshouding Toelichting Eindbeoordeling periode Datum: Handtekening bpv-begeleider: 15

16 Leerjaar 2 periode 2 De student moet met een bpv-boek aantonen wat zijn taken, werkzaamheden en leermomenten op de bpv zijn. Daarnaast moet de student aantonen bekwaam te zijn op de volgende gebieden: - De student past, in overleg met zijn praktijkbegeleider, zijn sterkte- en zwakteanalyse aan naar aanleiding van zijn leerervaringen in periode 1. - De student maakt in samenspraak met zijn praktijkbegeleider minimaal één leerdoel op korte termijn (PAP) en minimaal één leerdoel op lange termijn (POP). - Reflecteren op het eigen handelen en/of gedrag in een specifieke situatie. Dit doet de student door drie STARR-reflecties te maken. - De student moet een compleet PAP inleveren (dus inclusief verkregen feedback en inclusief evaluatie) en moet feedback verzamelen over het POP. In de laatste schoolweek van periode 2 levert de student dit bpv-boek ingevuld en ondertekend in bij de mentor. De praktijkbegeleider heeft de opdrachten gezien en beoordeeld. Beroepshouding Naast het uitvoeren van bepaalde opdrachten en taken heeft de student van de opleiding Summa Sport een andere verantwoordelijkheid. Hij is namelijk, als ambassadeur van de opleiding, verantwoordelijk om zichzelf en Summa Sport zo goed mogelijk te vertegenwoordigen. Op het moment dat hij arriveert op zijn stage,, verandert zijn rol van student naar beginnend sport- en bewegingscoördinator. Hij komt op tijd, houdt zich aan afspraken en zorgt dat hij er verzorgd uitziet. Kortom, mensen die naar hem kijken, zien een professionele sportcoördinator! De beoordelingen van de opdrachten en beroepshouding worden gegeven op basis van onderstaande vijfpuntsschaal: Niveau van beheersing Niet beoordeelbaar Behoeft grote verbeteringen, aanvullingen Behoeft kleine verbeteringen Voldoet volledig Voldoet ver boven het niveau dat mag worden verwacht Slecht Onvoldoende Voldoende Goed Excellent 16

17 STARR-reflectie 1 periode 2 Situatie Beschrijf kort (in 1 of 2 zinnen) een situatie die je hebt meegemaakt en die je raakte omdat deze moeilijk/opvallend/leuk/leerzaam was. Taak Wat was jouw taak op dat moment? Actie Welke actie heb je ondernomen? Resultaat Wat was het resultaat van je actie? Reflectie Hoe kijk je erop terug, wat deed het met je, hoe ga je hier een volgende keer mee om, zou je in een andere situatie weer zo reageren? 17

18 STARR-reflectie 2 periode 2 Situatie Beschrijf kort (in 1 of 2 zinnen) een situatie die je hebt meegemaakt en die je raakte omdat deze moeilijk/opvallend/leuk/leerzaam was. Taak Wat was jouw taak op dat moment? Actie Welke actie heb je ondernomen? Resultaat Wat was het resultaat van je actie? Reflectie Hoe kijk je erop terug, wat deed het met je, hoe ga je hier een volgende keer mee om, zou je in een andere situatie weer zo reageren? 18

19 STARR-reflectie 3 periode 2 Situatie Beschrijf kort (in 1 of 2 zinnen) een situatie die je hebt meegemaakt en die je raakte omdat deze moeilijk/opvallend/leuk/leerzaam was. Taak Wat was jouw taak op dat moment? Actie Welke actie heb je ondernomen? Resultaat Wat was het resultaat van je actie? Reflectie Hoe kijk je erop terug, wat deed het met je, hoe ga je hier een volgende keer mee om, zou je in een andere situatie weer zo reageren? 19

20 Sterkte-zwakteanalyse periode 2 Opdracht: sterkte-zwakteanalyse Sterke punten Leerpunten Periode 2 *De bedoeling een sterkte-zwakteanalyse is dat je vanuit je sterke punten en je leerpunten je POP en PAP vormgeeft. Overleg met je stagebegeleider als je dit moeilijk vindt. *Elke periode stel je je sterkte-zwakteanalyse bij op basis van wat er op stage goed gaat en waar je nog aan moet werken. Het gaat daarbij altijd om persoonlijke eigenschappen en vaardigheden. 20

21 Leerdoel korte termijn (PAP) periode 2 Wat is je leerdoel? (smart) Is dit een leerdoel op het gebied van kennis, houding of vaardigheden? Waarom wil je aan dit doel gaan werken? Evaluatie (incl. data) Hoe ga je dat aanpakken, welke tussenstappen neem je? Wie heb je daarbij nodig? Wanneer doe je dat? Indien mogelijk: noteer data! Welk resultaat wil je bereiken? 21

22 Productevaluatie Welk resultaat is bereikt? Procesevaluatie Welke (tussentijdse) feedback heb je gekregen gericht op je leerdoel? Ben je tevreden over het resultaat? Wat is er goed gegaan? Wat kun je verbeteren en hoe ga je dat de volgende keer doen? 22

23 Leerdoel lange termijn (POP) Wat is je leerdoel? (smart) Is dit een leerdoel op het gebied van kennis, houding of vaardigheden? Waarom wil je aan dit doel gaan werken? Evaluatie (incl. data) Hoe ga je dat aanpakken, welke tussenstappen neem je? Wie heb je daarbij nodig? Wanneer doe je dat? Indien mogelijk: noteer data! Welk resultaat wil je bereiken? 23

24 Tussenevaluatie leerdoel lange termijn (POP) periode 2 Productevaluatie Welk resultaat is tot nu toe bereikt? Procesevaluatie Welke (tussentijdse) feedback heb je gekregen gericht op je leerdoel? Ben je tevreden over het resultaat dat je tot nu toe bereikt hebt? Is het nodig om je leerdoel voor de lange termijn of het stappenplan dat je daarvoor uitgewerkt hebt tussentijds bij te stellen? Zo ja, wat stel je bij en hoe stel je dat bij? 24

25 Stagebeoordeling periode 2 (graag overal 1 cijfer omcirkelen) Voorbereiden, uitvoeren en evalueren van bewegingsactiviteiten (student bepaalt samen met praktijkbegeleider hoe de activiteiten worden voorbereid door de student: lvf/ trainingsschema/anders) Toelichting Sterkte- en zwakteanalyse & leerdoelen Toelichting Reflecteren (STARR-reflecties en reflectie algemeen) Toelichting Beroepshouding Toelichting Eindbeoordeling periode Datum: Handtekening bpv-begeleider: 25

26 Leerjaar 2 periode 3 De student moet met een bpv-boek aantonen wat zijn taken, werkzaamheden en leermomenten op de bpv zijn. Daarnaast moet de student aantonen bekwaam te zijn op de volgende gebieden: - De student past, in overleg met zijn praktijkbegeleider, zijn sterkte- en zwakteanalyse aan naar aanleiding van zijn leerervaringen in periode 2. - De student maakt in samenspraak met zijn praktijkbegeleider minimaal één nieuw leerdoel op korte termijn (PAP). - Reflecteren op het eigen handelen en/of gedrag in een specifieke situatie. Dit doet de student door drie STARR-reflecties te maken. - De student moet een compleet PAP inleveren (dus inclusief verkregen feedback en inclusief evaluatie) en moet feedback verzamelen over het POP. In de laatste schoolweek van periode 3 levert de student dit bpv-boek ingevuld en ondertekend in bij de mentor. De praktijkbegeleider heeft de opdrachten gezien en beoordeeld. Beroepshouding Naast het uitvoeren van bepaalde opdrachten en taken heeft de student van de opleiding Summa Sport een andere verantwoordelijkheid. Hij is namelijk, als ambassadeur van de opleiding, verantwoordelijk om zichzelf en Summa Sport zo goed mogelijk te vertegenwoordigen. Op het moment dat hij arriveert op zijn stage,, verandert zijn rol van student naar beginnend sport- en bewegingscoördinator. Hij komt op tijd, houdt zich aan afspraken en zorgt dat hij er verzorgd uitziet. Kortom, mensen die naar hem kijken, zien een professionele sportcoördinator! De beoordelingen van de opdrachten en beroepshouding worden gegeven op basis van onderstaande vijfpuntsschaal: Niveau van beheersing Niet beoordeelbaar Behoeft grote verbeteringen, aanvullingen Behoeft kleine verbeteringen Voldoet volledig Voldoet ver boven het niveau dat mag worden verwacht Slecht Onvoldoende Voldoende Goed Excellent 26

27 STARR-reflectie 1 periode 3 Situatie Beschrijf kort (in 1 of 2 zinnen) een situatie die je hebt meegemaakt en die je raakte omdat deze moeilijk/opvallend/leuk/leerzaam was. Taak Wat was jouw taak op dat moment? Actie Welke actie heb je ondernomen? Resultaat Wat was het resultaat van je actie? Reflectie Hoe kijk je erop terug, wat deed het met je, hoe ga je hier een volgende keer mee om, zou je in een andere situatie weer zo reageren? 27

28 STARR-reflectie 2 periode 3 Situatie Beschrijf kort (in 1 of 2 zinnen) een situatie die je hebt meegemaakt en die je raakte omdat deze moeilijk/opvallend/leuk/leerzaam was. Taak Wat was jouw taak op dat moment? Actie Welke actie heb je ondernomen? Resultaat Wat was het resultaat van je actie? Reflectie Hoe kijk je erop terug, wat deed het met je, hoe ga je hier een volgende keer mee om, zou je in een andere situatie weer zo reageren? 28

29 STARR-reflectie 3 periode 3 Situatie Beschrijf kort (in 1 of 2 zinnen) een situatie die je hebt meegemaakt en die je raakte omdat deze moeilijk/opvallend/leuk/leerzaam was. Taak Wat was jouw taak op dat moment? Actie Welke actie heb je ondernomen? Resultaat Wat was het resultaat van je actie? Reflectie Hoe kijk je erop terug, wat deed het met je, hoe ga je hier een volgende keer mee om, zou je in een andere situatie weer zo reageren? 29

30 Sterkte-zwakteanalyse periode 3 Opdracht: sterkte-zwakteanalyse Sterke punten Leerpunten Periode 3 *De bedoeling een sterkte-zwakteanalyse is dat je vanuit je sterke punten en je leerpunten je POP en PAP vormgeeft. Overleg met je stagebegeleider als je dit moeilijk vindt. *Elke periode stel je je sterkte-zwakteanalyse bij op basis van wat er op stage goed gaat en waar je nog aan moet werken. Het gaat daarbij altijd om persoonlijke eigenschappen en vaardigheden. 30

31 Leerdoel korte termijn (PAP) periode 3 Wat is je leerdoel? (smart) Is dit een leerdoel op het gebied van kennis, houding of vaardigheden? Waarom wil je aan dit doel gaan werken? Evaluatie (incl. data) Hoe ga je dat aanpakken, welke tussenstappen neem je? Wie heb je daarbij nodig? Wanneer doe je dat? Indien mogelijk: noteer data! Welk resultaat wil je bereiken? 31

32 Productevaluatie Welk resultaat is bereikt? Procesevaluatie Welke (tussentijdse) feedback heb je gekregen gericht op je leerdoel? Ben je tevreden over het resultaat? Wat is er goed gegaan? Wat kun je verbeteren en hoe ga je dat de volgende keer doen? Tussenevaluatie leerdoel lange termijn (POP) periode 3 Productevaluatie Welk resultaat is tot nu toe bereikt? Procesevaluatie Welke (tussentijdse) feedback heb je gekregen gericht op je leerdoel? Ben je tevreden over het resultaat dat je tot nu toe bereikt hebt? Is het nodig om je leerdoel voor de lange termijn of het stappenplan dat je daarvoor uitgewerkt hebt tussentijds bij te stellen? Zo ja, wat stel je bij en hoe stel je dat bij? 32

33 Stagebeoordeling periode 3 (graag overal 1 cijfer omcirkelen) Voorbereiden, uitvoeren en evalueren van bewegingsactiviteiten (student bepaalt samen met praktijkbegeleider hoe de activiteiten worden voorbereid door de student: lvf/ trainingsschema/anders) Toelichting Sterkte- en zwakteanalyse & leerdoelen Toelichting Reflecteren (STARR-reflecties en reflectie algemeen) Toelichting Beroepshouding Toelichting Eindbeoordeling periode Datum: Handtekening bpv-begeleider: 33

34 Leerjaar 2 periode 4 De student moet met een bpv-boek aantonen wat zijn taken, werkzaamheden en leermomenten op de bpv zijn. Daarnaast moet de student aantonen bekwaam te zijn op de volgende gebieden: - De student past, in overleg met zijn praktijkbegeleider, zijn sterkte- en zwakteanalyse aan naar aanleiding van zijn leerervaringen in periode 3. - De student maakt in samenspraak met zijn praktijkbegeleider minimaal één nieuw leerdoel op korte termijn (PAP). - Reflecteren op het eigen handelen en/of gedrag in een specifieke situatie. Dit doet de student door drie STARR-reflecties te maken. - De student moet een compleet PAP en een compleet POP inleveren (dus inclusief verkregen feedback en inclusief evaluatie). In de laatste schoolweek van periode 4 levert de student dit bpv-boek ingevuld en ondertekend in bij de mentor. De praktijkbegeleider heeft de opdrachten gezien en beoordeeld. Beroepshouding Naast het uitvoeren van bepaalde opdrachten en taken heeft de student van de opleiding Summa Sport een andere verantwoordelijkheid. Hij is namelijk, als ambassadeur van de opleiding, verantwoordelijk om zichzelf en Summa Sport zo goed mogelijk te vertegenwoordigen. Op het moment dat hij arriveert op zijn stage,, verandert zijn rol van student naar beginnend sport- en bewegingscoördinator. Hij komt op tijd, houdt zich aan afspraken en zorgt dat hij er verzorgd uitziet. Kortom, mensen die naar hem kijken, zien een professionele sportcoördinator! De beoordelingen van de opdrachten en beroepshouding worden gegeven op basis van onderstaande vijfpuntsschaal: Niveau van beheersing Niet beoordeelbaar Behoeft grote verbeteringen, aanvullingen Behoeft kleine verbeteringen Voldoet volledig Voldoet ver boven het niveau dat mag worden verwacht Slecht Onvoldoende Voldoende Goed Excellent 34

35 STARR-reflectie 1 periode 4 Situatie Beschrijf kort (in 1 of 2 zinnen) een situatie die je hebt meegemaakt en die je raakte omdat deze moeilijk/opvallend/leuk/leerzaam was. Taak Wat was jouw taak op dat moment? Actie Welke actie heb je ondernomen? Resultaat Wat was het resultaat van je actie? Reflectie Hoe kijk je erop terug, wat deed het met je, hoe ga je hier een volgende keer mee om, zou je in een andere situatie weer zo reageren? 35

36 STARR-reflectie 2 periode 4 Situatie Beschrijf kort (in 1 of 2 zinnen) een situatie die je hebt meegemaakt en die je raakte omdat deze moeilijk/opvallend/leuk/leerzaam was. Taak Wat was jouw taak op dat moment? Actie Welke actie heb je ondernomen? Resultaat Wat was het resultaat van je actie? Reflectie Hoe kijk je erop terug, wat deed het met je, hoe ga je hier een volgende keer mee om, zou je in een andere situatie weer zo reageren? 36

37 STARR-reflectie 3 periode 4 Situatie Beschrijf kort (in 1 of 2 zinnen) een situatie die je hebt meegemaakt en die je raakte omdat deze moeilijk/opvallend/leuk/leerzaam was. Taak Wat was jouw taak op dat moment? Actie Welke actie heb je ondernomen? Resultaat Wat was het resultaat van je actie? Reflectie Hoe kijk je erop terug, wat deed het met je, hoe ga je hier een volgende keer mee om, zou je in een andere situatie weer zo reageren? 37

38 Sterkte-zwakteanalyse periode 4 Opdracht: sterkte-zwakteanalyse Sterke punten Leerpunten Periode 4 *De bedoeling een sterkte-zwakteanalyse is dat je vanuit je sterke punten en je leerpunten je POP en PAP vormgeeft. Overleg met je stagebegeleider als je dit moeilijk vindt. *Elke periode stel je je sterkte-zwakteanalyse bij op basis van wat er op stage goed gaat en waar je nog aan moet werken. Het gaat daarbij altijd om persoonlijke eigenschappen en vaardigheden. 38

39 Leerdoel korte termijn (PAP) periode 4 Wat is je leerdoel? (smart) Is dit een leerdoel op het gebied van kennis, houding of vaardigheden? Waarom wil je aan dit doel gaan werken? Evaluatie (incl. data) Hoe ga je dat aanpakken, welke tussenstappen neem je? Wie heb je daarbij nodig? Wanneer doe je dat? Indien mogelijk: noteer data! Welk resultaat wil je bereiken? 39

40 Productevaluatie Welk resultaat is bereikt? Procesevaluatie Welke (tussentijdse) feedback heb je gekregen gericht op je leerdoel? Ben je tevreden over het resultaat? Wat is er goed gegaan? Wat kun je verbeteren en hoe ga je dat de volgende keer doen? 40

41 Eindevaluatie leerdoel lange termijn (POP) Productevaluatie Welk resultaat is bereikt? Procesevaluatie Welke (tussentijdse) feedback heb je gekregen gericht op je leerdoel? Ben je tevreden over het resultaat? Wat is er goed gegaan? Wat kun je verbeteren en hoe ga je dat de volgende keer doen? 41

42 Stagebeoordeling periode 4 (graag overal 1 cijfer omcirkelen) Voorbereiden, uitvoeren en evalueren van bewegingsactiviteiten (student bepaalt samen met praktijkbegeleider hoe de activiteiten worden voorbereid door de student: lvf/ trainingsschema/anders) Toelichting Sterkte- en zwakteanalyse & leerdoelen Toelichting Reflecteren (STARR-reflecties en reflectie algemeen) Toelichting Beroepshouding Toelichting Eindbeoordeling periode Datum: Handtekening bpv-begeleider: 42

43 Overzicht bpv-opdrachten Periode 1 Kerntaak 1 en 5 Kerntaak 3 Kerntaak 4 - Topprestatie 2: Op onderzoek uit, 1 - Bpv-opdrachten - Voorbereidende opdracht BTK1 - Topprestatie 1: Ontdek je stageplek Periode 2 Kerntaak 5 Kerntaak 3 Kerntaak 4 - Topprestatie 3: Oriëntatie speciale doelgroepen, 1 - Bpv-opdrachten - Voorbereidende opdracht BTK3 Periode 3 Kerntaak 5 Kerntaak 3 Kerntaak 4 - Topprestatie 4: Op onderzoek uit, 2 - Bpv-opdrachten - Topprestatie 5: Oriëntatie speciale doelgroepen, 2 Periode 4 Kerntaak 5 Kerntaak 3 Kerntaak 4 - Topprestatie 6: Doelstellingen - Bpv-opdrachten - Opdracht project: Op onderzoek uit 43

44 Wie beoordeelt wat? Opdracht Periode 1 Beoordeling periode 1 STARR-reflecties Sterkte-zwakteanalyse Beoordeling door opleiding Beoordeling door stagebegeleider in het bpv-boek Topprestatie 1: Ontdek je stageplek Topprestatie 2: Op onderzoek uit, 1 Voorbereidende opdracht BTK1 Periode 2 Beoordeling periode 2 STARR-reflecties Sterkte-zwakteanalyse en leerdoelen Topprestatie 3: Oriëntatie speciale doelgroepen, 1 Voorbereidende opdracht BTK3 Periode 3 Beoordeling periode 3 STARR-reflecties Sterkte-zwakteanalyse en leerdoelen Topprestatie 4: Op onderzoek uit, 2 Topprestatie 5: Oriëntatie speciale doelgroepen, 2 Periode 4 Beoordeling periode 4 STARR-reflecties Sterkte-zwakteanalyse en leerdoelen Topprestatie 6: Doelstellingen Opdracht Project: Op onderzoek uit 44

45 Beoordelingsinstructie voor de topprestaties In de tabel op deze pagina vind je de uitleg over de beoordelingsmogelijkheden van de topprestaties. Tijdens de beoordeling geeft je praktijkbegeleider een algemene indicatie van hoe hij vindt dat jij op dat moment de topprestatie beheerst. Deze indicatie wordt uitgedrukt in: Niveau van beheersing Niet beoordeelbaar Behoeft grote verbeteringen, aanvullingen Behoeft kleine verbeteringen Voldoet volledig Voldoet ver boven het niveau dat mag worden verwacht Niveau typering Handelt / beschrijft / communiceert ONDER DE MAAT Handelt / beschrijft / communiceert ZWAK Handelt / beschrijft / communiceert meestal VOLDOENDE Handelt / beschrijft / communiceert ADEQUAAT Handelt / beschrijft / communiceert UITZONDERLIJK GOED Handelt / beschrijft / communiceert niet adequaat op dit onderdeel Handelt / beschrijft / communiceert niet binnen het toelaatbare van de kwaliteitseisen Handelt / beschrijft / communiceert zoals van een beginnend beroepskracht verwacht is Handelt / beschrijft / communiceert in de situatie beter dan van een beginnend beroepskracht vereist is Handelt / beschrijft / communiceert in de situatie uitstekend, ver boven het niveau dat van een beginnend beroepskracht vereist is Is niet zeker van zichzelf Twijfelt erg Is zeker van zichzelf Is vastberaden en daadkrachtig Is zeer overtuigend en zelfverzekerd Schiet tekort op onderdelen Zijn optreden is nauwelijks adequaat Zijn optreden is meestal adequaat Zijn optreden is naar verwachting en sterk Zijn optreden is ver boven het niveau dat mag worden verwacht, excellent Er is niet / nauwelijks resultaat Het resultaat is onbevredigend Het resultaat voldoet aan de minimale eisen Het resultaat stijgt boven de minimale eis uit Het resultaat stijgt ver boven de minimale eis uit en is uitstekend Slecht Onvoldoende Voldoende Goed Excellent 45

46 Portretbenadering Het gaat om een beoordeling van verschillende competenties binnen een topprestatie (zie rode tekst in het voorbeeld). Om de beoordeling concreet te maken, zijn aan de competenties één of meerdere prestatieindicatoren gekoppeld (zie groene tekst in het voorbeeld). Het is niet de bedoeling dat deze prestatieindicatoren afzonderlijk beoordeeld worden. Alle prestatie-indicatoren gezamenlijk geven een beeld, vormen een portret, van waar het bij betreffende competenties om gaat. De hele competentie dient dan ook als één geheel beoordeeld te worden. Voorbeeld: Beoordelingscriteria Naam student: Datum: Naam beoordelaar: 1 Onderzoeken De student: Opmerkingen - Verzamelt overzichtelijk en volledig de benodigde informatie voor de topprestatie. - Toont aan verschillende bronnen te hebben gebruikt om aan de benodigde informatie te komen. 2 Formuleren en rapporteren De student: Opmerkingen - Formuleert correct, volledig en nauwkeurig. - Formuleert en rapporteert de resultaten op een logische en gestructureerde wijze. 3 Samenwerken en overleggen De student: Opmerkingen - Toont aan overleg te hebben gehad met relevante personen, praktijkbegeleider en/of multidisciplinair team. De topprestaties worden door zowel Summa Sport als door stage geëvalueerd en beoordeeld. De docent vanuit Summa Sport beoordeelt andere criteria dan je praktijkbegeleider. Dit komt omdat je docent op school vooral beoordeelt wat je op papier hebt gezet, terwijl de beoordeling op stage een beoordeling is vanuit de praktijk én van wat je op papier hebt gezet. Het uiteindelijke cijfer is een gemiddelde van beide beoordelingen. 46

47 Topprestatie 1: Ontdek je stageplek Wat is de opdracht? Bpv leert jou kennen en jij je bpv. Wat leer je door de opdracht? Waar voer je de opdracht uit? Hoe voer je de opdracht uit (stappen)? Wie beoordeelt de topprestatie? Waar word je op beoordeeld? Waar kan ik informatie vinden? Wie kan je helpen bij de opdracht? Wanneer dien je de opdracht in te leveren? Hoe word je beoordeeld? Presenteer jezelf aan de organisatie Inzicht verwerven in de organisatie, doelgroep en werkwijze van je bpv. Op school en/of tijdens de bpv Beantwoord de volgende vragen met betrekking tot je bpv: 1. Stel jezelf voor aan de organisatie (zie bijlage stel jezelf voor ). 2. Wie is je bpv-begeleider en wat is zijn functie (beroep), wat zijn de taken(werkzaamheden) en vooropleiding? 3. Hoe ziet je bpv-rooster eruit? Noem tijden en activiteiten! 4. Welke materialen voor beweegactiviteiten zijn aanwezig op je bpv? 5. Geef aan welke taken er zijn op het gebied van beheer- en onderhoudstaken en welke taken jij hebt op dit gebied. 6. Omschrijf de hoofdzaken uit het calamiteitenprotocol (BHV) en benoem welke rol/taken je als stagiaire hebt binnen het calamiteitenprotocol. 7. Noem de beroepen binnen je bpv waar de bewegingsagoog vooral mee samenwerkt/contact mee heeft en geef aan waarom jullie samenwerken. 8. Beschrijf de doelgroep(en) binnen je bpv. Beantwoord de volgende vragen: 1. Met welke doelgroep werk je? 2. Welke beperkingen komen het meest voor? 9. Beschrijf vanuit de theorie de algemene kenmerken van de doelgroep(en) op de volgende gebieden: motorisch, cognitief en sociaal-affectief. 10. Bekijk je werkomgeving, taken en/of afspraken, etc. kritisch. Zijn er zaken die verbeterd kunnen worden? Leg uit waarom jij dat vindt en ga daarover in gesprek met je stagebegeleider. Draag ook een eventuele oplossing aan. 11. Welke bewegingsagogische strategie(ën) herken je op je bpv? Leg uit aan de hand van de theorie van hoofdstuk 3 uit het boek Bewegingsagoog. Laat deze opdracht beoordelen en aftekenen door je stagebegeleider in het bpv-boekje. Onderzoeken Formuleren en rapporteren Samenwerken en overleggen Thema 2, 3, 4 en 11 tot 25 uit het boek Bewegingsagoog Je docent en/of je bpv-begeleider Einde periode 1, zie jaarplanning in het bpv-boekje Het gemiddelde punt van beide beoordelingen, stage en school, wordt het uiteindelijke cijfer. 47

48 Niveau van beheersing Niet beoordeelbaar Behoeft grote verbeteringen, aanvullingen Behoeft kleine verbeteringen Voldoet volledig Voldoet ver boven het niveau dat mag worden verwacht Slecht Onvoldoende Voldoende Goed Excellent Datum: Naam student: Klas: Naam beoordelaar: 1 Onderzoeken De student: Opmerkingen - Verzamelt overzichtelijk en volledig de benodigde informatie uit de literatuur. - Verzamelt overzichtelijke en volledig de gebruikte methoden op de bpv. 2 Formuleren en rapporteren De student: Opmerkingen - Formuleert correct, volledig en nauwkeurig. - Formuleert en rapporteert de resultaten op een logische en gestructureerde wijze. 3 Samenwerken en overleggen De student: Opmerkingen - Toont aan overleg te hebben gehad met bpvbegeleider en/of multidisciplinair team. - Voor minimaal drie van de vier competenties moet een score 3 of 4 behaald worden. - Er mag voor geen enkele competentie een score 1 behaald worden. Aantal punten Cijfer Aantal punten Cijfer ,3 4 1, ,5 12 7,8 6 3,3 13 8, ,3 8 4, ,5 Behaald aantal punten Cijfer eindbeoordeling Datum: Handtekening praktijkbegeleider: 48

49 Bijlage 1 Stel jezelf voor Hoe voer je de opdracht uit (stappen)? Je bent begonnen aan een belangrijk deel van je opleiding Sport en Bewegen: je gaat stage lopen in de richting bewegingsagoog. Je bent waarschijnlijk al op je stageadres geweest om het één en ander te bespreken. Je weet dus al iets van het adres en je hebt kennis gemaakt met degene met wie je gesproken hebt. De (meeste) andere medewerkers van de stageplek kennen jou echter nog niet. Dat geldt ook de doelgroep die daar aanwezig is. Jij gaat daar verandering in brengen. Dat doe je door een kort stukje over jezelf te schrijven waarin je jezelf voorstelt. Hieronder lees je hoe je zo n stukje schrijft. Titel Geef je stukje de titel: Mag ik mezelf even voorstellen? Inhoud Verdeel je tekst in drie delen: inleiding, kern en slot - Inleiding: hierin vertel je wie je bent (naam, leeftijd, woonplaats), welke opleiding je volgt, op welke dagen je stage komt lopen en wie je stagebegeleider is. - Kern: hier vertel je wat meer over je stage. Denk daarbij aan welke groepen je les gaat geven en welke andere activiteiten je eventueel gaat doen. Verder kun je wat dingen over jezelf vertellen die niet direct met het stagelopen te maken hebben, maar waardoor de medewerkers van de de stageplek jou wel wat beter leren kennen. Je kunt dus bijvoorbeeld vertellen aan welke sport je doet, wat je hobby s zijn en wat je na deze opleiding wilt gaan doen. - Slot: sluit kort en positief af. Dat doe je bijvoorbeeld door te schrijven dat je veel zin hebt in je stage en dat je hoopt dat je iedereen zo snel mogelijk leert kennen. Foto Om te zorgen dat je collega s meteen weten dat jij degene bent die zichzelf voorstelt, plaats je een foto bij je stukje. Let op: met een foto van jezelf op het strand, op een festival, met een glas bier in je hand, om iemand zijn nek of wat dan ook maak je geen goede eerste indruk. Met een foto waarop jij de uitstraling hebt van een sportleider maak je natuurlijk wel de juiste indruk! Het uitgewerkte stukje (uiteraard zonder taal- en spelfouten) neem je op de eerste stagedag mee naar je stage en je vraagt aan je praktijkbegeleider of je het op een geschikte plek op mag hangen. Op die manier leert iedereen jou al snel kennen en des te eerder ben jij een vertrouwd gezicht. 49

50 Bijlage 2 Afspraak is afspraak Hoe voer je de opdracht uit (stappen)? Plan een afspraak met jouw stagebegeleider en geef aan dat je graag afspraken wilt maken voor deze stageperiode. Vraag jouw stagebegeleider welke verwachtingen hij heeft van jou en aan welke regels jij je moet te houden. Denk hierbij aan: o Aanwezigheidsafspraken Start- en eindtijden Wat te doen bij ziekte Stagedagen o Geldende voorschriften op de stage Kledingafspraken Rookplek Eten en drinken in het gebouw Telefoongebruik o Afspraken t.a.v. lesvoorbereidingen Format waarin gewerkt moet worden Tijdstip van inleveren van de voorbereiding o Afspraken t.a.v. jouw taak in de les/tijdens de activiteit o Afspraken t.a.v. het evalueren van jouw functioneren Wanneer evalueer jij met jouw stagebegeleider? Wanneer lever jij schriftelijke evaluaties in? Zet de gemaakte afspraken op papier. Geef jouw begeleider een kopie van de uitgewerkte afspraken. 50

51 Topprestatie 2: Op onderzoek uit, 1 Wat is de opdracht? Wat leer je door de opdracht? Waar voer je de opdracht uit? Hoe voer je de opdracht uit (stappen)? Kom achter de hulpvraag van een individu binnen je doelgroep op je bpv Toepassen van gesprekstechnieken in een gesprek. Op de bpv Kies, in overleg met je stagebegeleider, persoon X binnen je doelgroep bij wie je deze topprestatie gaat uitvoeren. Neem contact op met deze persoon en/of betrokkenen en maak afspraken. Bereid een vraaggesprek voor en maak per vraag enkele vragen ter verduidelijking (doorvragen) Voer het gesprek met deelnemer en zorg dat je stagebegeleider er bij is. Werk daarna het gesprek uit. Beschrijf minimaal: 1. Doel van het gesprek 2. Waarom heb je voor deze persoon gekozen 3. Geef aan welke afspraken je gemaakt hebt en hoe deze tot stand zijn gekomen. 4. Welke vragen heb je gesteld? 5. Wat waren de antwoorden? 6. Op welke momenten heb je doorgevraagd/samengevat? 7. Hoe verliep het gesprek? Benoem wat goed ging en wat je de volgende keer anders zou doen. 8. Beschrijf wat volgens jou de hulpvraag is of wat de hulpvragen zijn. Wie beoordeelt de topprestatie? Waar word je op beoordeeld? Wie kan je helpen bij de opdracht? Wanneer dien je de opdracht in te leveren? Hoe word je beoordeeld? Bpv en school Laat deze opdracht beoordelen en aftekenen door je stagebegeleider in het bpv-boekje. Plaats de uitwerking an de opdracht in de desbetreffende Fronter-inlevermap. Onderzoeken Formuleren en rapporteren Samenwerken en overleggen Aandacht en begrip tonen Je docent bewegingsagoog en/of je stagebegeleider Einde periode 1, zie jaarplanning in het bpv-boekje Het gemiddelde punt van beide beoordelingen, stage en school, wordt het uiteindelijke cijfer. 51

52 Niveau van beheersing Niet beoordeelbaar Behoeft grote verbeteringen, aanvullingen Behoeft kleine verbeteringen Voldoet volledig Voldoet ver boven het niveau dat mag worden verwacht Slecht Onvoldoende Voldoende Goed Excellent Datum: Naam student: Klas: Naam beoordelaar: 1 Onderzoeken De student: - Verzamelt relevante gegevens van persoon X. Opmerkingen 2 Formuleren en rapporteren De student: - Formuleert correct, volledig en nauwkeurig. - Formuleert en rapporteert de resultaten op een logische en gestructureerde wijze. Opmerkingen 3 Samenwerken en overleggen De student: - Overlegt en maakt afspraken met persoon X en betrokkenen en komt deze na. Opmerkingen 4 Aandacht en begrip tonen De student: - Verdiept zich in de belevingswereld van mens achter de beperking. - Toont inlevingsvermogen en respect tav persoon X Opmerkingen - Voor minimaal drie van de vier competenties moet een score 3 of 4 behaald worden. - Er mag voor geen enkele competentie een score 1 behaald worden. 52

53 Aantal punten Cijfer Aantal punten Cijfer ,3 5 1,8 14 6,8 6 2,6 15 7,4 7 3,1 16 7,9 8 3,6 17 8,4 9 4,2 18 8,9 10 4,7 19 9,5 11 5, ,8 Behaald aantal punten Cijfer eindbeoordeling Datum: Handtekening praktijkbegeleider: 53

54 Voorbereidende opdracht B1-K1 Maken van een vierlessenreeks Wat is de opdracht? Voorbereiding examen kerntaak 1 Hoe voer je de opdracht uit (stappen)? 1. Kies, in overleg met je praktijkbegeleider, uit voor welke groep je deze opdracht gaat maken. 2. Ga in gesprek met je praktijkbegeleider over de wensen en behoeften van de deelnemers. Maak een verslag van dit gesprek. 3. Bepaal de beginsituatie volgens de volgende stappen: Stap 1: werk uit wat je gaat observeren en leg uit waarom je dit gaat observeren. Stap 2: werk de aandachtspunten uit van de techniek die je gaat observeren. Stap 3: werk een observatieschema uit en bepaal hoe je de observatie gaat uitvoeren/testen. Stap 4: voer de observatie uit en werk de gegevens uit in een schema. Stap 5: analyseer de observatie per individu (sterke en zwakke punten) en analyseer de groep per aandachtspunt. Stap 6: beschrijf de beginsituatie en benoem de consequenties voor de les op basis van de analyse van het individu en de groep. 4. Maak een doelstelling voor les 4 (let op: deze moet anders dan de doelstelling die je voor je examen wilt gebruiken). Hak deze doelstelling in stukken, zodat je 3 tussendoelen krijgt (les 1,2 en 3). 5. Maak een lvf van de eerste les volgens het formulier van school en lever je volledige voorbereiding in op Fronter. 6. Heb je een GO? Bespreek dan de lesvoorbereiding met je praktijkbegeleider en spreek af wanneer je de les gaat geven. Heb je nog geen GO? Dan moet je de opdracht verbeteren totdat die voldoende is en een GO hebt. 7. Voer de les uit op je bpv en laat deze beoordelen door je praktijkbegeleider. Wie beoordeelt de opdracht? 1. Opleiding: de docent van de opleiding beoordeelt de voorbereiding en bepaalt of je een GO krijgt voor de uitvoering. 2. Bpv: je praktijkbegeleider beoordeelt de uitvoering van deze opdracht en tekent deze af in je bpv-boekje. Wie kan je helpen bij de opdracht? De docent en/of de praktijkbegeleider De beoordeling van deze voorbereidende opdracht wordt gegeven op basis van onderstaande vijfpuntsschaal: Niveau van beheersing Niet beoordeelbaar Behoeft grote verbeteringen, aanvullingen Behoeft kleine verbeteringen Voldoet volledig Voldoet ver boven het niveau dat mag worden verwacht Slecht Onvoldoende Voldoende Goed Excellent 54

55 Beoordeling van de uitvoering B1-K1-W2 Uitvoeren van de lessenreeks 1 Presenteren De student: verwelkomt de SB-deelnemers gastvrij straalt deskundigheid en vertrouwen uit geeft heldere instructies aansluitend op het niveau en de behoefte van de doelgroep enthousiasmeert en motiveert deelnemers Opmerkingen: 2 Begeleiden De student: benadert SB-deelnemers met respect staat open voor culturele verschillen en houdt hier rekening mee past agogische werkvormen adequaat toe past zijn gedrag en omgangsvormen flexibel aan de SBdeelnemers aan. Opmerkingen: 3 Organisatie en veiligheid De student: bewaakt de voortgang en voorkomt onveilige situaties reageert bij een incident rustig en grijpt in, indien nodig schakelt hij hulp in. houdt toezicht op verantwoord gebruik van materialen en middelen gebruikt accommodatie, materialen en hulpmiddelen efficiënt, effectief en veilig Opmerkingen: 4 Instructie en bewegingsvormen De student: geeft correct en tijdig uitleg en instructies aan SBdeelnemers demonstreert techniek en tactiek op juiste wijze hanteert SB-activiteiten die voldoende belevingswaarde en intensiteit bezitten observeert SB-deelnemers en past de SB-activiteiten hierop aan. Opmerkingen: 5 Didactische werkvormen en methodiek De student: hanteert didactische werkvormen die passend gekozen zijn en bijdragen aan de doelstellingen kiest voor een juiste opbouw, methodiek past differentiatie effectief toe hanteert (spel)regels afgestemd op de situatie speelt snel en adequaat in op onverwachte situaties Opmerkingen: 55

56 Beoordeling van de uitvoering: B1-K1-W3 Begeleiden van de lessenreeks 1 Begeleiden De student: stemt coaching en begeleiding optimaal af op de ontwikkeling, ambitie, fysiek en sociaal welzijn en de belevingswereld van de SB-deelnemers. enthousiasmeert en motiveer SB-deelnemers. zorgt voor een sociaal veilige, prettige sfeer. vervult een voorbeeldfunctie beloont sportief, gewenst gedrag, begrenst onsportief, ongewenst gedrag anticipeert op ongewenst gedrag en grijpt indien nodig in. Opmerkingen: 2 Aandacht en begrip tonen De student: toont belangstelling, begrip en respect voor de waarden en normen van de SB-deelnemers ondersteunt de SB-deelnemers positief (fysiek, psychosociaal) handelt zodanig dat er sprake is van wederzijds vertrouwen Opmerkingen: 3 Met druk en tegenslag omgaan De student: blijft doelgericht presteren in onvoorziene situaties en bij tegenslag Opmerkingen: 4 Vakdeskundigheid toepassen De student: coacht en begeleidt SB-deelnemers voor, tijdens en na de SB-activiteiten op technisch en/of tactisch en/of motorisch en/of psychosociaal gebied. signaleert en interpreteert (motorisch)gedrag en speelt hier indien nodig op in. stimuleert, coacht tot betere prestaties beantwoordt vragen, geeft feedback en advies en informatie op technisch en/of tactisch en/of motorisch en/of psychosociaal gebied. Opmerkingen: Behaald aantal punten Datum: Handtekening praktijkbegeleider: 56

57 Topprestatie 3: Oriëntatie speciale doelgroepen, 1 Wat is de opdracht? Wat leer je door de opdracht? Waar voer je de opdracht uit? Hoe voer je de opdracht uit (stappen)? Je gaat een dag bij een medestudent op bpv-bezoek waarbij je een andere doelgroep leert kennen. Je maakt kennis met verschillende doelgroepen binnen de bewegingsagogie. Je koppelt de theorie aan de praktijk en maakt kennis met de gewenste beroepshouding voor een specifieke doelgroep. Je komt er achter of deze doelgroep geschikt is voor jou. Je kunt uitleggen waarom het werken met de doelgroep wel of niet bij je past. Op externe locatie, tijdens stagedagen. Neem contact op met een medestudent en maak afspraken. Let op: kies de dag waarop je bij een medestudent meeloopt in overleg met je praktijkbegeleider. Dat geldt uiteraard ook voor de dag waarop er een medestudent bij jou op stage komt kijken. Maak een verslag van de dag waarop je bij een medestudent op stage meegelopen hebt. Beschrijf minimaal: 1. Waarom koos ik voor deze doelgroep? 2. Geef aan welke afspraken je gemaakt hebt en hoe deze tot stand zijn gekomen. 3. Wat gebeurde er concreet deze dag - Wat deed ik? - Wat dacht ik? - Wat voelde ik? 4. Beschrijf de doelgroep op motorisch, cognitief en sociaal affectief gebied 5. Zie je jezelf werken met deze doelgroep? Leg uit waarom wel of niet. Wie beoordeelt de topprestatie? Waar word je op beoordeeld? Wie kan je helpen bij de opdracht? Waar en Wanneer dien je de opdracht in te leveren? Hoe word je beoordeeld? Docent Samenwerken en overleggen - afstemmen - anderen raadplegen en betrekken Aandacht en begrip tonen - inleven in andermans gevoelens - interesse tonen - luisteren - verdraagzaamheid en welwillendheid tonen De docent, medestudent en/of de praktijkbegeleider Einde periode 2, zie jaarplanning in het bpv-boekje Het gemiddelde punt van beide beoordelingen, stage en school, wordt het uiteindelijke cijfer. 57