Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden"

Transcriptie

1 Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang Besluit van 27 mei 2003, houdende regels voor de huisvesting en verzorging van legkippen (Legkippenbesluit 2003) Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 26 maart 2003, nr. TRCJZ/2003/2049, Directie Juridische Zaken; Gelet op richtlijn 1999/74/EG van de Raad van de Europese Unie van 19 juli 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen (PbEG L 203) alsmede op de artikelen 35, 38, 40, tweede lid, onderdeel c, 45, 108 en 111 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren; De Raad van State gehoord (advies van 9 mei 2003; nr. W /V); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 26 mei 2003, nr. TRCJZ/2003/4668, Directie Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan: 1. Algemeen Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: a. wet: Gezondheids- en welzijnswet voor dieren; b. legkip: legrijpe kip van de soort Gallus gallus die wordt gehouden voor de productie van andere eieren dan broedeieren; c. huisvestingssysteem: voorziening waarin legkippen op dezelfde wijze worden gehouden; d. kooi: afgesloten ruimte bestemd voor het houden van één of meer legkippen waarin de legkippen zich niet vrijelijk over de vloer van de stal of op en naar verschillende niveaus binnen de stal kunnen bewegen; e. bruikbare oppervlakte: een ten minste 30 cm breed oppervlak met een helling van ten hoogste 8 graden met boven het gehele oppervlak een vrije ruimte van ten minste 45 cm hoogte. De oppervlakte van het nest wordt niet tot de bruikbare oppervlakte gerekend; f. nest: afgescheiden ruimte voor een individuele legkip of een groep legkippen die geschikt is voor het leggen van eieren en waarin een legkip niet in contact kan komen met bodembestanddelen die bestaan uit draadgaas; g. strooisel: houtkrullen, stro, gehakseld stro, turf, zand of ander Staatsblad

2 materiaal met een losse structuur dat legkippen in staat stelt aan hun ethologische behoeften te voldoen; h. zitstok: horizontaal aangebrachte stok of lat van hout, metaal of kunststof zonder scherpe randen waar de legkip op kan zitten of rusten, in ieder geval niet bestaande uit draadgaas. Artikel 2 1. Dit besluit is niet van toepassing op houders van legkippen die minder dan 350 legkippen houden. 2. Legkippen worden ten minste gehuisvest en verzorgd overeenkomstig de artikelen 4, 7, 8, eerste en tweede lid, 9 en In afwijking van het tweede lid worden in een kooi gehuisveste legkippen ten minste gehuisvest en verzorgd: a. overeenkomstig de artikelen 5, 7 tot en met 10, of b. vanaf de inwerkingtreding van dit besluit tot en met 31 december 2011, overeenkomstig de artikelen 6, 7, 8, eerste, tweede en vijfde lid, 9 en 10, indien het een huisvestingssysteem betreft waarvan de gebruiker kan aantonen dat het voor 1 januari 2003 is gebouwd en in gebruik is genomen. Artikel 3 1. Onze Minister registreert houders van legkippen. Hij verstrekt daartoe aan houders van legkippen een nummer dat geschikt is om de voor de menselijke consumptie in de handel gebrachte eieren te kunnen traceren. 2. Onze Minister kan nadere regels stellen ter uitvoering van het eerste lid. 3. Het is verboden legkippen te houden zonder te beschikken over een nummer als bedoeld in het eerste lid. 4. In de nadere regels, bedoeld in het tweede lid kan Onze Minister de medewerking vorderen van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren voor het stellen van regelen omtrent het aanvragen en verstrekken van de in het eerste lid bedoelde afzonderlijke nummers. In de nadere regels, bedoeld in het tweede lid kan Onze Minister tevens de medewerking vorderen van bedoeld bestuur ter zake van het bijhouden van het register en het verstrekken van de nummers. 2. Houden en huisvesten van legkippen in alternatieve huisvestingssystemen Artikel 4 1. Legkippen beschikken ten minste over: a cm2 bruikbare oppervlakte per legkip; b. één nest per 7 legkippen dan wel een gemeenschappelijk nest van 1 m 2 per 120 legkippen; c. een met strooisel bedekte oppervlakte van 250 cm 2 per legkip waarbij in ieder geval een derde deel van het grondoppervlak met strooisel is bedekt; d. een zitstok met een lengte van 15 cm per legkip die niet is aangebracht boven het strooisel. De horizontale afstand tussen de zitstokken bedraagt ten minste 30 cm en tussen de zitstokken en de wand ten minste 20 cm; e. een passende voorziening die het doorgroeien van nagels tegengaat; f. een voerbak waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 10 cm per legkip bedraagt of, indien het een ronde voerbak betreft, ten minste 4 cm per legkip, en g. een bereikbare watervoorziening bestaande uit: Staatsblad

3 1. een continu werkende drinkgoot waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 2,5 cm per legkip bedraagt; 2. een ronde drinkbak waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 1 cm per legkip bedraagt, of 3. één drinknippel of één waterbakje per 10 legkippen. Bij watervoorziening via nippels of drinkwaterbakjes zijn per legkip ten minste twee nippels of drinkwaterbakjes bereikbaar. 2. In een huisvestingssysteem waarin de legkippen zich vrij op en tussen de verschillende niveaus kunnen verplaatsen: a. is het aantal niveaus op enig punt boven de vloer beperkt tot vier; b. bedraagt de vrije hoogte tussen de niveaus ten minste 45 cm; c. zijn de voeder- en watervoorzieningen zo over de ruimte verdeeld dat alle legkippen er gelijke toegang toe hebben, en d. komen de uitwerpselen van de legkippen die zich op de hogere niveaus bevinden niet op de voor de legkippen toegankelijke lagere niveaus terecht. 3. In een huisvestingssysteem waarin de legkippen toegang hebben tot een ruimte buiten: a. geven over de hele lengte van het gebouw verdeelde uitgangen rechtstreeks toegang tot de ruimte buiten; b. zijn de uitgangen ten minste 35 cm hoog en 40 cm breed; c. hebben de beschikbare uitgangen een gezamenlijke breedte van ten minste 2 m per 1000 legkippen; d. heeft de ruimte buiten om verontreiniging te voorkomen een grondoppervlakte die is afgestemd op de bezettingsgraad en het bodemtype, en e. is de ruimte buiten voorzien van beschutting tegen slecht weer en roofdieren, en indien nodig van passende drinkvoorzieningen. 4. Een overdekte ruimte mag tot de in het eerste lid, onderdeel c, bedoelde oppervlakte worden gerekend indien de ruimte in ieder geval vanaf 6 uur na het begin van de lichtperiode in de stal onbeperkt toegankelijk is voor de legkippen, gedurende ten minste 10 uren, en de toegangen tot de ruimte ten minste 35 cm hoog en 40 cm breed zijn en een gezamenlijke breedte hebben van ten minste 2 m per 1000 legkippen; 5. De oppervlakken die tot de bruikbare oppervlakte wordt gerekend bieden steun aan alle naar voren gerichte tenen van beide poten van de legkip. 3. Houden en huisvesten van legkippen in kooihuisvestingssystemen 3.1 Houden en huisvesten van legkippen in aangepaste kooien Artikel 5 1. Legkippen die worden gehuisvest in een kooi hebben ten minste de beschikking over: a. 750 cm 2 oppervlakte waarvan 600 cm 2 bruikbare oppervlakte per legkip, met dien verstande dat de kooi boven andere plaatsen dan de bruikbare oppervlakte op elk punt ten minste 20 cm hoog moet zijn en dat de totale oppervlakte van een kooi niet kleiner mag zijn dan 2000 cm 2 ; b. een nest; c. een met strooisel bedekte ruimte die ten minste 20 cm hoog is, waar de legkippen kunnen scharrelen en bodempikken; d. een zitstok met een lengte van 15 cm per legkip en een vrije ruimte boven de zitstok van 20 cm; e. een voerbak waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 12 cm per legkip bedraagt; f. een passende voorziening die het doorgroeien van nagels tegengaat, en g. een continu werkende drinkgoot waarvan de lengte van de voor de Staatsblad

4 legkippen toegankelijke kant ten minste 10 cm per legkip bedraagt dan wel drinknippels of drinkwaterbakjes, waarvan er ten minste twee voor een legkip bereikbaar zijn. 2. De bodem van de kooi biedt steun aan alle naar voren gerichte tenen van beide poten van de legkip. 3.2 Houden en huisvesten van legkippen in niet-aangepaste kooien Artikel 6 1. Legkippen die worden gehuisvest in een kooi, waarvan de gebruiker kan aantonen dat de kooi deel uitmaakt van een huisvestingssysteem dat voor 1 januari 2003 is gebouwd en in gebruik genomen, hebben ten minste de beschikking over: a. een grondoppervlakte van 550 cm 2, horizontaal gemeten, die vrij beschikbaar is en waarvan de helling niet meer bedraagt dan 8 graden, met een vrije ruimte van 40 cm boven 65% van de grondoppervlakte en een vrije ruimte van 35 cm boven de overige grondoppervlakte. De ruimte onder de morsranden die de beschikbare grondoppervlakte kunnen beperken, wordt niet tot de grondoppervlakte gerekend; b. een voerbak waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 10 cm per legkip bedraagt; c. een continu werkende drinkgoot waarvan de lengte van de voor de legkippen toegankelijke kant ten minste 10 cm per legkip bedraagt dan wel drinknippels of drinkwaterbakjes, waarvan er ten minste twee voor een legkip bereikbaar zijn, en d. een passende voorziening die het doorgroeien van nagels tegengaat. 2. De bodem van de kooi biedt steun aan alle naar voren gerichte tenen van beide poten van de legkip. 4. Algemene eisen aan het huisvesten en verzorgen Artikel 7 1. Het geluidsniveau wordt zo laag mogelijk gehouden. Aanhoudend of plotseling lawaai wordt vermeden. Constructie, opstelling, onderhoud en werking van ventilatietoestellen, voedermachines of andere apparaten veroorzaken zo weinig mogelijk lawaai. 2. Het huisvestingssysteem is zodanig opgezet dat een legkip niet kan ontsnappen. Artikel 8 1. De legkippen worden ten minste eenmaal per dag door de houder geïnspecteerd. 2. De inrichting van het huisvestingssysteem is zodanig dat alle lagen en kooien rechtstreeks en moeiteloos kunnen worden geïnspecteerd en de legkippen gemakkelijk kunnen worden verwijderd. 3. Rijen kooien zijn van elkaar gescheiden door gangen van ten minste 90 cm breed. 4. De bodem van de onderste kooi is ten minste 35 cm boven de vloer van het gebouw geplaatst. 5. De vorm en de grootte van de kooiopening zijn zodanig dat een volwassen legkip uit de kooi kan worden gehaald zonder dat dit lijden of verwondingen veroorzaakt. Artikel 9 1. Er is voldoende goed werkende verlichtingsapparatuur aanwezig voor een grondige inspectie van iedere legkip op elk willekeurig tijdstip. Staatsblad

5 2. Een stal waarin legkippen zijn ondergebracht is gedurende de lichtperiode zodanig verlicht dat de legkippen elkaar duidelijk kunnen zien, dat zij hun omgeving visueel kunnen verkennen en dat zij hun gebruikelijke activiteiten kunnen ontplooien. In geval van verlichting met daglicht zijn de lichtopeningen zodanig gepositioneerd dat het licht gelijkmatig over de stal en de kooien wordt verdeeld. 3. Per 24 uur is er een ononderbroken duisternisperiode van 8 uur waarin de legkippen kunnen rusten. Bij de vermindering van kunstlicht wordt een periode van halfduister in acht genomen om de legkippen de gelegenheid te geven zonder verwondingen op stok te gaan. Artikel De uitwerpselen van legkippen worden regelmatig verwijderd. Dode legkippen worden dagelijks verwijderd. 2. Lokalen, uitrusting en gereedschappen waarmee de legkippen in aanraking komen, worden regelmatig grondig gereinigd en ontsmet, in elk geval telkens wanneer de kooien om sanitaire redenen worden leeggemaakt, en ook voordat een nieuwe partij legkippen wordt binnengebracht. Zolang de stal of de kooien bezet zijn, worden alle oppervlakken en alle installaties goed schoon gehouden. 5. Slotbepalingen Artikel 11 Artikel 2 van het Besluit welzijn productiedieren 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid wordt «Het houden van varkens, kalveren en legkippen geschiedt overeenkomstig artikel 3, derde lid» vervangen door: Het houden van varkens en kalveren geschiedt overeenkomstig artikel 3, derde lid. Het houden van legkippen geschiedt overeenkomstig artikel 3, tweede lid. 2. In het tweede lid wordt «Het verzorgen van legkippen geschiedt overeenkomstig artikel 4, eerste lid, onderdeel c» vervangen door: Het verzorgen van legkippen geschiedt overeenkomstig artikel 4, eerste en derde tot en met zesde lid. 3. In het derde lid wordt «Het huisvesten van legkippen geschiedt overeenkomstig artikel 5, tweede, vierde en zevende lid, laatste volzin, alsmede overeenkomstig het negende lid van dat artikel» vervangen door: Het huisvesten van legkippen geschiedt overeenkomstig artikel 5, met uitzondering van het eerste en zesde lid. Artikel 12 A Het Ingrepenbesluit 2 wordt als volgt gewijzigd: 1. Artikel 2, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd: a. Onderdeel d komt te luiden: d. het leewieken van vogels die worden gehouden of aantoonbaar bestemd zijn om te worden gehouden in een niet gesloten ruimte;. b. Onderdeel e komt te luiden: e. het verwijderen van een deel van de achterste teen bij mannelijke kippen bestemd voor de fokkerij, waarvan de nakomelingen gewoonlijk worden gehouden voor de menselijke consumptie;. Staatsblad

6 c. Onderdeel f komt te luiden: f. het verwijderen van de sporen bij mannelijke kippen bestemd voor de fokkerij, waarvan de nakomelingen gewoonlijk worden gehouden voor de menselijke consumptie;. d. Onderdeel g komt te luiden: g. het verkorten van de boven- of ondersnavel bij kippen en kalkoenen jonger dan 10 dagen;. e. De onderdelen m, n en u vervallen. 2. Artikel 2, tweede lid, onderdeel k, vervalt. B Artikel 4, eerste en tweede lid, komen te luiden: 1. De ingrepen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen e, f, g, voor zover het betreft het verkorten van de boven- en ondersnavel bij kippen of kalkoenen die worden gehouden of bestemd zijn om te worden gehouden, in een huisvestingssysteem waarin de dieren zich vrijelijk over de vloer van de stal of op en naar verschillende niveaus binnen de stal kunnen bewegen, dan wel dat voldoet aan artikel 4 van het Legkippenbesluit 2003, en onderdeel h, voor zover het betreft het verwijderen van kammen bij mannelijke kippen bestemd voor de fokkerij, waarvan de nakomelingen gewoonlijk worden gehouden voor het leggen van eieren bestemd voor de menselijke consumptie, worden aangewezen tot 1 september In afwijking van het eerste lid, worden de ingrepen, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel g tot en met i en s, aangewezen tot 1 september 2011, voor zover zij worden verricht bij dieren die worden gehouden of aantoonbaar bestemd zijn om te worden gehouden in een huisvestingssysteem waarvan de gebruiker kan aantonen dat het op 1 september 2001 reeds bestond en nadien niet is herbouwd of verbouwd. Artikel Het Besluit legbatterijen 3 wordt ingetrokken. 2. Het Besluit huisvesting legkippen 4 wordt ingetrokken. 3. Het Legkippenbesluit 5 wordt ingetrokken. Artikel 14 Artikel 4 is tot en met 1 januari 2007 niet van toepassing op een huisvestingssysteem als bedoeld in dat artikel indien de houder kan aantonen dat het huisvestingssysteem voor 1 januari 2002 is gebouwd en in gebruik genomen en sedertdien niet is ver- of herbouwd. Artikel 15 De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld. Laatstbedoeld besluit wordt niet genomen voordat 30 dagen zijn verstreken nadat het onderhavige besluit is overgelegd aan beide kamers der Staten-Generaal, en evenmin indien binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijke aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat de inwerkingtreding van dit besluit bij wet wordt geregeld. Artikel 16 Dit besluit wordt aangehaald als: Legkippenbesluit Staatsblad

7 1 Stb. 1999, 568, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 28 april 2003, Stb Stb. 1996, 139, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 2 november 2001, Stb Stb. 1988, Stb. 1992, Stb. 2001, 545. Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 9 maart 2004, nr. 47. Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. s-gravenhage, 27 mei 2003 De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, B. J. Odink Beatrix Uitgegeven de tiende februari 2004 De Minister van Justitie, J. P. H. Donner STB8355 ISSN Sdu Uitgevers s-gravenhage 2004 Staatsblad

8 NOTA VAN TOELICHTING Algemeen deel 1. Inleiding Het Legkippenbesluit 2003 geeft uitvoering aan richtlijn nr. 1999/74/EG van de Raad van de Europese Unie van 19 juli 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen (PbEG L 203) (hierna: de richtlijn). Het besluit bevat in navolging van de richtlijn de minimumeisen voor de huisvesting van legkippen in kooien en in huisvestingssystemen die geen gebruik maken van kooien. Deze laatste worden aangeduid met de term alternatieve huisvestingssystemen. Met ingang van de inwerkingtreding van het onderhavige besluit is het in gebruik nemen van nieuwe niet-aangepaste kooien, de zogenaamde legbatterijen, niet meer toegestaan. Het huisvesten van legkippen in legbatterijen die voor 1 januari 2003 zijn gebouwd en in gebruik zijn genomen, is met ingang van 1 januari 2012 verboden. Huisvesting van legkippen in kooien blijft ook na afschaffing van de legbatterij mogelijk in de zogenaamde aangepaste of verrijkte kooi. In de aangepaste kooi dienen de kippen de beschikking te krijgen over strooisel, zitstokken en een nest. Voorgeschiedenis Op 20 november 2001 is het besluit van 2 november 2001, houdende regels voor de huisvesting en verzorging van legkippen (Legkippenbesluit, Stb. 2001, 545) overeenkomstig artikel 110, eerste lid, Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (hierna: de wet) voorgehangen bij de Tweede Kamer (TK , , nrs. 141 en 1). De voorschriften van het Legkippenbesluit bevatten een hoger welzijnsniveau dan de richtlijn voorschrijft. In tegenstelling tot de richtlijn voorziet het Legkippenbesluit niet in het huisvestingssysteem van de aangepaste of verrijkte kooi als tussenvorm tussen de legbatterij en het alternatieve huisvestingssysteem. Dit kooihuisvestingssysteem is achterwege gelaten nadat in het algemeen overleg op 5 juli 2001 over onder meer het rapport van de Stuurgroep heroriëntatie pluimveehouderij (Kamerstukken II 2000/01, en , nr. 46) bleek dat een meerderheid van de leden van de vaste commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en de vaste commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Sport het standpunt van de toenmalige minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij ondersteunde. Dit standpunt luidde dat huisvesting van kippen in kooien noch vanuit het oogpunt van dierenwelzijn noch vanuit het economisch perspectief toekomst heeft. Het Legkippenbesluit is op 20 november 2001 conform het bovenvermelde gedeelde standpunt voorgehangen bij de Tweede Kamer. Bij brief van 4 december 2001 (TK , , nr. 2) hebben 30 leden van de Tweede Kamer de wens te kennen gegeven dat de inwerkingtreding van het Legkippenbesluit bij wet wordt geregeld. Op 31 januari 2002 is het wetsvoorstel houdende regeling van de inwerkingtreding van het Legkippenbesluit aangeboden aan de Tweede Kamer (TK , , nrs. 4 5), waarna de schriftelijke behandeling aanving. Na de ontslagaanvrage van het kabinet-kok II is het wetsvoorstel op 31 mei 2002 controversieel verklaard. Na het aantreden van het nieuwe kabinet heeft de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij brief van 9 oktober 2002 (TK , nr. lnv ) het voornemen tot aanpassing van het Legkippenbesluit aangekondigd. Conform het Strategisch Akkoord en het daarin geformuleerde uitgangspunt dat het Europees voorgeschreven minimumniveau voor nationale welzijnsvoorschriften wordt gehanteerd, is in bovengenoemde brief aan de Staatsblad

9 Tweede Kamer meegedeeld dat het Legkippenbesluit zal worden aangepast aan het niveau de richtlijn. Deze aanpassing aan het niveau van de richtlijn houdt in dat in het Legkippenbesluit een voorziening wordt opgenomen die het houden van kippen in aangepaste kooien toestaat. Nu de discussie over het wetsvoorstel houdende regeling van inwerkingtreding van het Legkippenbesluit als gevolg van de val van het kabinet- Balkenende zal worden voortgezet door de Tweede Kamer in nieuwe samenstelling, verdient het de voorkeur te bevorderen dat het onderhavige Legkippenbesluit 2003 wordt ingediend en het wetsvoorstel houdende regeling van de inwerkingtreding van het Legkippenbesluit, alsmede het Legkippenbesluit in te trekken. 2. Inhoud besluit Het onderhavige besluit is gebaseerd op de artikelen 38 en 45 van de wet op grond waarvan regels kunnen worden gesteld aan de wijze waarop dieren worden verzorgd en gehuisvest. Artikel 3 van het besluit is gebaseerd op de artikelen 108 en 111 van de wet; artikel 11, dat een wijziging van het Besluit welzijn productiedieren bevat, op artikel 35. Het onderhavige besluit komt inhoudelijk overeen met het Legkippenbesluit met dien verstande dat een kooihuisvestingssysteem voor het houden van legkippen in verrijkte kooien is opgenomen. Daartoe is een nieuw artikel 5 ingevoegd, hetgeen een aanpassing van artikel 2 alsmede een herschikking en hernummering ten opzichte van de artikelen van het Legkippenbesluit tot gevolg heeft gehad. Doordat het Legkippenbesluit niet binnen de gestelde implementatietermijn in werking is getreden, is voorts een aantal voorschriften aangepast. De richtlijn verbiedt met ingang van 1 januari 2003 het in gebruik nemen van nieuwe legbatterijen. Nu deze datum reeds is verstreken, kan het verbod op het in gebruik nemen van een nieuwe legbatterij eerst op het moment van de inwerkingtreding van het onderhavige besluit van kracht worden. Wel geldt op grond van artikel 2, derde lid, onderdeel b, van het onderhavige besluit een overgangstermijn tot 1 januari 2012 voor het gebruik van legbatterijen waarvan de gebruiker kan aantonen dat de legbatterij voor 1 januari 2003 is gebouwd en in gebruik is genomen. Gelet op het feit dat de ingangsdatum van het verbod op het in gebruik nemen van een legbatterij en het daaraan gekoppelde overgangsrecht met de publicatie van het Legkippenbesluit in november 2001 openbaar is geworden, wordt deze overgangstermijn die rekent vanaf 1 januari 2003 niet onredelijk geacht. Immers ondernemers kunnen na de kennisgeving van de nota van toelichting op het eerdere Legkippenbesluit (Stb. 2001, 545) weten dat een eventuele investering in een legbatterij in ieder geval na 1 januari 2003 niet meer rendabel is. Overtreding van de voorschriften die bij algemene maatregel van bestuur op grond van de artikelen 38, 45 en 111 zijn gesteld, zijn gekwalificeerd als economische delicten en vallen op grond van artikel 125 van de wet onder de Wet op de economische delicten. De ambtenaren van de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij zijn ingevolge artikel 1, onderdeel a, van de Regeling aanwijzing ambtenaren Gezondheids- en welzijnswet voor dieren belast met het toezicht op de naleving van dit besluit. Aan deze nota van toelichting is een transponeringstabel toegevoegd waarin wordt aangegeven door middel van welke artikelen van het besluit de bepalingen van richtlijn 1999/74/EG zijn geïmplementeerd. Tevens is toegevoegd de transponeringstabel behorende bij de nota van toelichting van het Besluit welzijn productiedieren. Uit deze tabel kan worden opgemaakt hoe de bepalingen van Richtlijn nr 98/58/EG van de Raad van Staatsblad

10 20 juli 1998 inzake bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren (PbEG L 221) in het Nederlandse recht zijn omgezet. In deze tabel is het onderhavige besluit thans verwerkt. Na vaststelling wordt dit besluit overeenkomstig artikel 110, eerste lid, van de wet aan beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. Vervolgens kan binnen 30 dagen door één der beide kamers of door ten minste éénvijfde van het grondwettelijk aantal leden de wens te kennen worden gegeven dat de inwerkingtreding van het besluit bij wet dient te geschieden. 3. Analyse welzijnssituatie legkippen De in deze paragraaf weergegeven analyse van de situatie rond het dierenwelzijn in de legkippenhouderij is ontleend aan de mededeling van de Europese Commissie van 13 maart 1998, nr. 98/0092 inzake de bescherming van legkippen in diverse houderijsystemen. De mededeling is gebaseerd op een advies van het Wetenschappelijk Veterinair Comité dat is opgesteld door wetenschappers uit de gehele Europese Unie. Van de thans in gebruik zijnde huisvestingssystemen veroorzaakt de legbatterij de meeste welzijnsproblemen. De in de mededeling beschreven problemen worden veroorzaakt door de zeer beperkte ruimte in de kooi alsmede door het ontbreken van voorzieningen. Beide omstandigheden hebben tot gevolg dat legkippen voor hun welzijn essentiële gedragingen niet kunnen uitvoeren. Door de onmogelijkheid om een normaal bewegingspatroon te volgen, komt veel botzwakte voor waardoor de dieren een groot risico lopen op botbreuken bij manipulatie en transport. Problemen met botzwakte doen zich overigens ook in andere huisvestingssystemen voor, zij het niet in de mate waarin zij bij in legbatterijen gehouden legkippen voorkomen. Een kip heeft, aldus de mededeling van de Europese Commissie, afhankelijk van zijn gewicht reeds 428 tot 592 cm 2 nodig om normaal te kunnen staan. De Commissie geeft aan dat het niet voldoende is slechts de beschikbare oppervlakte per kip te vergroten. Meer ruimte in een kale kooi leidt tot grotere agressiviteit. Het is derhalve noodzakelijk de kooi te verrijken zodat de kip een aantal essentiële behoeften kan bevredigen. De kooi moet de kip, aldus de mededeling van Europese Commissie, de gelegenheid bieden tot op stok gaan, eieren leggen in een nest, bodempikken, scharrelen en stofbaden. In huisvestingssystemen waarin de kippen niet in kooien worden gehouden doen zich eveneens welzijnsproblemen voor. Met name treden verschillende vormen van pikkerij op. Om de gevolgen hiervan te beperken mogen de snavels van de dieren worden verkort. Dat dit een ingreep is die het welzijn van de dieren aantast, mag duidelijk zijn. Indien niet zou worden ingegrepen, zou dat echter eveneens een ernstige aantasting van het welzijn tot gevolg hebben. 4. Gevolgen bedrijfsleven In het totaal bestaat de pluimveesector uit ongeveer 1100 professionele pluimveebedrijven, waaronder ongeveer 700 legkippenbedrijven. Naar verwachting zal het totale aantal pluimveebedrijven als gevolg van deelname aan een opkoopregeling, de Regeling beëindiging veehouderijtakken (Stcrt. 2002, 139) ongeveer 10 tot 20 procent afnemen. De gevolgen van het onderhavige besluit zullen voor de verschillende legkippenbedrijven naar verwachting eerst intreden bij het verstrijken van de overgangstermijnen voor de verschillende huisvestingssystemen. De financiële lasten die het onderhavige besluit met zich brengt, zijn ten opzichte van het Legkippenbesluit van 2 november 2001 aanzienlijk Staatsblad

11 verminderd, aangezien het onderhavige besluit de huisvesting van legkippen in kooien toestaat. Een volledige omschakeling naar kooiloze huisvestingssystemen op korte termijn zou de concurrentiepositie van de Nederlandse legkippenhouders ernstig benadelen. Om een gelijke concurrentiepositie van de Nederlandse legkippenhouders met de legkippenhouders van andere lidstaten te bewerkstelligen is in navolging van de richtlijn het huisvesten van legkippen in aangepaste kooien toegestaan. De aangepaste kooi is een alternatief voor de legbatterij. Het huisvesten van legkippen in bestaande legbatterijen is nog tot 2012 toegestaan. Na de inwerkingtreding van het onderhavige besluit mogen geen nieuwe legbatterijen meer worden geplaatst of in gebruik worden genomen. De aangepaste kooi is een tussenvorm tussen de legbatterij en de alternatieve huisvestingssystemen. Legkippen die in een dergelijke kooi worden gehouden, dienen te beschikken over een legnest, zitstok en strooisel. Om tot uitdrukking te brengen dat de in de kooi aangebrachte voorzieningen daadwerkelijk een functie moeten kunnen vervullen voor de legkippen, is in het onderhavige besluit voorgeschreven dat het toegepaste strooisel de dieren de gelegenheid moet geven tot de uitoefening van de ethologische behoeften. Uit de in de vorige paragraaf aangehaalde mededeling van de Europese Commissie blijkt dat scharrelen, bodempikken en stofbaden ethologische behoeften van legkippen zijn. 5. Gevolgen voor andere regelgeving 5.1 Wet houdende vaststelling van minimumeisen voor het houden van legkippen Deze wet uit 1984 (Stb. 1984, 272) heeft betrekking op het houden van legkippen. In de wet is onder meer voorzien in een basis voor het afschaffen van de legbatterij. In het Besluit huisvesting legkippen (Stb. 1992/492), dat in 1989 is vastgesteld, werd het houden van legkippen in legbatterijen verboden. Het besluit is echter niet in werking getreden. Op basis van de wet is in het Besluit legbatterijen (Stb. 1988, 418), en de Beschikking legbatterijen (Stcrt. 1997, 245) uitvoering gegeven aan richtlijn nr. 88/166/EEG waarin de minimumeisen ter bescherming van legkippen in batterijen zijn opgenomen. De genoemde algemene maatregelen van bestuur en de ministeriële regeling worden ingevolge artikel 13 van het onderhavige besluit ingetrokken. De Beschikking legbatterijen vervalt met de intrekking van het Besluit legbatterijen waarop deze is gebaseerd. In intrekking van de Wet houdende vaststelling van minimumeisen voor het houden van legkippen, is reeds voorzien in artikel 129, onderdeel i, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. Inwerkingtreding van dit artikelonderdeel zal worden bevorderd. 5.2 Landbouwkwaliteitswet In regelgeving op grond van de Landbouwkwaliteitswet (Stb. 1992, 409) zijn de voorschriften opgenomen met betrekking tot de kwaliteitseisen die aan eieren worden gesteld en de handel in eieren. Deze regelgeving strekt grotendeels ter uitvoering van Europese verordeningen. Voorschriften met betrekking tot de aanduiding van het huisvestingssysteem waarin de eieren zijn geproduceerd alsmede met betrekking tot de eisen die aan die systemen worden gesteld, maken hiervan deel uit. Het Landbouwkwaliteitsbesluit eieren (Stb. 2002, 530) geeft uitvoering aan Verordening (EG) nr. 5/2001 van de Raad van de Europese Unie van 19 december 2000, houdende wijziging van Verordening (EEG) nr. 1907/90 (PbEG L 2) en Verordening (EG) nr. 1651/2001 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 14 augustus 2001 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1274/91 houdende bepalingen ter toepassing van Staatsblad

12 Verordening (EEG) nr. 1907/90 van de Raad betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (PbEG L 220). Bijlage II bij verordening nr. 1651/2001 bevat een koppeling met de voorschriften van richtlijn nr. 1999/74/EG. Indien aan de eieren een bepaalde kwalificatie wordt gegeven, dient te worden voldaan aan de voorschriften die de richtlijn aan het bij die kwalificatie behorende huisvestingssysteem stelt. 5.3 Ingrepenbesluit Artikel 40 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren verbiedt het verrichten van ingrepen bij dieren, tenzij de ingreep bij of krachtens de wet is toegestaan. In het Ingrepenbesluit (Stb. 1996, 139) is een opsomming gegeven van ingrepen die zijn toegestaan. Vanaf 1 september 2001 is, ingevolge het Ingrepenbesluit, het verrichten van een aantal ingrepen bij pluimvee niet meer toegestaan. Het verkorten van de snavel is een voorbeeld van zo n ingreep. Uitgangspunt van de regelgeving met betrekking tot de ingrepen bij pluimvee is dat de noodzaak voor het verkorten van de snavel dient te worden weggenomen. Naar de manieren waarop dit doel in de intensieve houderij kan worden bereikt, wordt nog volop onderzoek gedaan. Uit voorlopige onderzoeksresultaten blijkt dat vooral door het bieden van voldoende afleiding de incidentie van kannibalisme en pikkerij omlaag kan worden gebracht. Op dit moment is er echter nog geen methode beschikbaar die vooral in de alternatieve huisvestingssystemen het beschadigen van de dieren van elkaar tot aanvaardbare proporties terugbrengt. De richtlijn verbiedt in principe iedere vorm van verminking, tenzij de regelgeving van een lidstaat de verminking toestaat. Om pikkerij tegen te gaan, is het inkorten van de snavel als gevolg van de richtlijn toegestaan bij kuikens jonger dan 10 dagen. Artikel 12 wijzigt het Ingrepenbesluit dienovereenkomstig. Voor kippen die in kooien zullen worden gehouden, is het verkorten van de snavel, overeenkomstig de bestaande overgangstermijnen van het Ingrepenbesluit, nog slechts toegestaan tot de eerste verbouwing van het huisvestingssysteem na 1 september Het onderscheid tussen kippen die in kooien worden gehouden en kippen die niet in kooien worden gehouden is in overeenstemming met de aanbevelingen van de Stuurgroep heroriëntatie pluimveehouderij. Om het houden van legkippen in alternatieve huisvestingssystemen te stimuleren, mogen de snavels van legkippen die zullen worden gehouden in na 1 september 2001 ge- of verbouwde scharrel- of volièresystemen, nog wel worden verkort. De Vrijstellingsregeling ingrepen (Stcrt. 2001, 167) voorziet hier reeds in. Artikel 12 van het onderhavige besluit past de artikelen 2 en 4 van het Ingrepenbesluit aan in overeenstemming met hetgeen reeds in de Vrijstellingsregeling ingrepen was geregeld. Voorts voorziet artikel 12 in een opschoning van de in artikel 2 van het Ingrepenbesluit opgenomen lijsten van toegestane ingrepen in verband met het verlopen van de in artikel 4, eerste lid, van dat besluit opgenomen overgangstermijn voor die ingrepen. 5.4 Besluit welzijn productiedieren Het Besluit welzijn productiedieren (Stb. 1999, 568) strekt ter implementatie van richtlijn nr. 98/58/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 juli 1998 inzake de bescherming van voor landbouwdoeleinden gehouden dieren (PbEG L 221). In het besluit zijn eisen opgenomen die in het algemeen gesteld kunnen worden met betrekking tot het houden, verzorgen en huisvesten van productiedieren, waartoe ook de legkippen behoren. Het besluit bevat bijvoorbeeld de verplichting te voorzien in een alarmsysteem voor het geval de ventilatie uitvalt en in een noodvoor- Staatsblad

13 ziening voor de ventilatie. Ook de verplichting de dieren te (doen) verzorgen door personen die beschikken over de benodigde kennis en vakbekwaamheid is in dat besluit opgenomen. Voor houders van legkippen golden deze voorschriften voorheen reeds op grond van de Beschikking legbatterijen. Deze beschikking komt met de intrekking van het Besluit legbatterijen te vervallen. Met artikel 11 van het onderhavige besluit wordt bewerkstelligd dat de voorschriften die ingevolge richtlijn nr. 98/58/EG gelden voor het houden, huisvesten en verzorgen van legkippen op grond van artikel 2 van het Besluit welzijn productiedieren van toepassing blijven. Het gaat hierbij concreet om verplichting die reeds ingevolge artikel 1, de onderdelen a, b, d, e, g, j, k, l, van de Beschikking legbatterijen van toepassing waren op legbatterijen. De overige verplichtingen die uit de Beschikking legbatterijen volgden, blijven op grond van de artikelen 7 tot en met 10 van het onderhavige besluit gelden. Met de wijziging van artikel 2 van het Besluit welzijn productiedieren in artikel 11 van het onderhavige besluit wordt voldaan aan de verplichting die voortvloeit uit artikel 3 van richtlijn nr. 1999/74/EG, dat lidstaten ertoe verplicht erop toe te zien dat houders van legkippen zich tevens houden aan de toepasselijke bepalingen van richtlijn 98/58/EG. Het Besluit welzijn productiedieren bevat algemene voorschriften met betrekking tot het houden, huisvesten en verzorgen van legkippen en het onderhavige besluit voorziet in meer specifieke voorschriften hieromtrent. Waar het onderhavige besluit een precisering bevat van de eisen uit het Besluit welzijnproductiedieren, zou dubbele normstelling kunnen ontstaan. Een dergelijke dubbele normstelling zou onder meer ontstaan bij het voorschrift om een dier bescherming en beschutting te bieden indien het niet in een gebouw wordt gehouden. Dit voorschrift is zowel in artikel 3, derde lid van het Besluit welzijn productiedieren als in artikel 4, derde lid, onderdeel e, van het onderhavige besluit opgenomen. Aangezien het onderhavige besluit een specifiek voorschrift bevat met betrekking tot het houden van legkippen buiten een gebouw, is het genoemde artikellid van het Besluit welzijn productiedieren niet van toepassing. Dit geldt eveneens voor het voorschriften met betrekking tot de verzorging van de legkippen en de verlichting in de gebouwen die zowel in het Besluit welzijn productiedieren (artikel 4, tweede lid en artikel 5, eerste en zesde lid) als in het onderhavige besluit (artikel 8, eerste lid en 9) is opgenomen. De wijziging van artikel 2 van het Besluit welzijn productiedieren, die met artikel 11 van het onderhavige besluit wordt bewerkstelligd, voorziet in het voorkomen van een dubbele normstelling. Artikelsgewijs deel Artikel 1 De verschillende vormen van huisvesting voor kippen worden met de algemene term huisvestingssysteem aangeduid. In onderdeel c is deze term gedefinieerd als een voorziening waarin legkippen op dezelfde wijze worden gehouden. Met deze definitie is aangesloten bij de reeds bestaande definitie van huisvestingssysteem in de Wet ammoniak en veehouderij (Stb. 2002, 93). In het kader van het onderhavige besluit zijn twee soorten huisvestingssystemen te onderscheiden. Enerzijds de kooihuisvestingssystemen (artikelen 5 en 6) en anderzijds de alternatieve huisvestingssystemen (artikel 4). De kooihuisvestingssystemen zijn te verdelen in aangepaste kooihuisvestingssystemen (artikel 5) en de niet-aangepaste kooihuisvestingssystemen, ook wel legbatterijen genoemd (artikel 6). Legkippen kunnen slechts gedurende de overgangsperiode in een niet-aangepast kooihuisvestingssysteem worden gehuisvest. Deze overgangsperiode geldt tot en met 31 december 2011 Staatsblad

14 voor kooihuisvestingssystemen waarvan de gebruiker kan aantonen dat ze voor 1 januari 2003 zijn gebouwd en in gebruik zijn genomen. Om het verschil met het alternatieve huisvestingssysteem nog meer tot uitdrukking te brengen, wordt in onderdeel d omschreven wat onder een kooi wordt verstaan. Zoals ook uit de redactie van artikel 2 van het onderhavige besluit blijkt, is het uitgangspunt van het onderhavige besluit dat legkippen in alternatieve huisvestingssystemen worden gehuisvest. Het strooisel dat wordt verstrekt, moet van een geschikt type zijn en mag niet klitten. Tevens moet het strooisel de mogelijkheid bieden tot scharrelen, bodempikken en stofbaden, aldus de mededeling van de Europese Commissie. Bij strooisel dat aan de beschrijving in onderdeel g voldoet, kan worden gedacht aan bijvoorbeeld houtkrullen, stro, zand of turf. Ook ander materiaal met een losse structuur kan volstaan als strooisel. De definitie van strooisel in het onderhavige besluit is meer geconcretiseerd ten opzichte van de definitie uit de richtlijn. Bij de definitie in het onderhavige besluit is aangesloten bij de reeds bestaande definitie van strooisel in het Besluit stikstofcorrectie Meststoffenwet (Stb. 1997, 658). Het betreft hier geen aanscherping maar een concretisering van artikel 2, onderdeel c, van de richtlijn, die eveneens uit de mededeling van de Europese Commissie kan worden afgeleid. Artikelen 2, 5 en 6 Uit artikel 2 volgt dat het onderhavige besluit niet van toepassing is op houderijen waar een beperkt aantal legkippen wordt gehouden. In artikel 1, tweede lid, van de richtlijn worden kippenhouderijen voor het fokken van legkippen nog als aparte categorie genoemd, waarop de voorschriften niet van toepassing zijn. Uit de definitie van legkip in artikel 1, onderdeel b, volgt reeds dat het besluit niet van toepassing is op kippenhouderijen waar broedeieren worden geproduceerd. In artikel 2 is tevens het uitgangspunt neergelegd, dat legkippen niet in kooien worden gehuisvest. Het tweede lid van artikel 2 bepaalt daarom dat legkippen worden gehuisvest overeenkomstig artikel 4, waarin de eisen aan alternatieve huisvestingssystemen zijn opgenomen. Als uitzondering daarop is het toegestaan legkippen in kooien te huisvesten overeenkomstig de artikelen 5 en 6. In artikel 5 is de huisvesting van legkippen in aangepaste kooien geregeld. Tot 1 januari 2012 is het echter nog toegestaan om legkippen in niet-aangepaste kooien of legbatterijen te houden. Artikel 6 bevat de eisen die gedurende de periode tot 1 januari 2012 aan legbatterijen worden gesteld, die voor 1 januari 2003 zijn gebouwd en in gebruik zijn genomen. Artikel 3 Ingevolge artikel 7 van de richtlijn dient iedere pluimveehouder geregistreerd te zijn. In richtlijn nr. 2002/4/EG van de Commissie van 30 januari 2002 met betrekking tot de registratie van onder richtlijn nr. 1999/74/EG van de Raad vallende inrichtingen waar legkippen worden gehouden, zijn specifieke voorschriften met betrekking tot deze registratie opgenomen. Aangezien het specifieke en gedetailleerde uitvoeringsvoorschriften betreft, heeft het de voorkeur deze in een ministeriële regeling vast te leggen. In artikel 3 is derhalve geregeld dat de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij nadere regels kan stellen met betrekking tot de registratie van pluimveehouders. Tevens laat artikel 3 de mogelijkheid open het register in medebewind op te dragen aan het bestuur van het Productschap voor Pluimvee en Eieren. Staatsblad

15 Artikel 4 In onderdeel a is artikel 4, eerste lid, onderdeel 4, van de richtlijn dat voorschrijft dat de bezetting in een alternatief huisvestingssysteem niet meer dan negen legkippen per vierkante meter bruikbare oppervlakte mag bedragen, vertaald in de concrete en eenduidige norm van 1111 vierkante centimeter bruikbaar oppervlak per legkip. Deze concretisering dient in het bijzonder de toegankelijkheid en handhaafbaarheid van deze norm. Met betrekking tot huisvestingssystemen waar de legkippen toegang hebben tot een ruimte buiten, geldt op grond van het derde lid, onderdeel e de verplichting om de ruimte buiten indien nodig te voorzien van passende drinkvoorzieningen. In bijlage III van de Verordening (EG) Nr. 1651/2001 van de Commissie van 14 augustus 2001 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 1274/91 houdende bepalingen ter toepassing van Verordening (EEG) nr. 1907/90 van de Raad betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren wordt beschreven wanneer een dergelijke drinkvoorziening nodig is. Deze verordening heeft betrekking op de benaming van de eieren. Een bepaalde benaming mag slechts worden gevoerd indien de relevante voorschriften van de richtlijn met betrekking tot het bij deze benaming behorende huisvestingssysteem worden nageleefd. Ingevolge onderdeel a van Bijlage III moeten eieren van hennen met vrije uitloop in ieder geval afkomstig zijn van bedrijven die ten minste aan de voorwaarden van artikel 4 van richtlijn 1999/74/EG voldoen. Sommige pluimveehouderijen beschikken over een ruimte die weliswaar overdekt is, maar die geen geïntegreerd onderdeel van de stal uitmaakt. De ruimte is vaak gedurende de nacht en een gedeelte van de dag afgesloten voor de dieren. In het vierde lid van artikel 4 is daarom aangegeven in welke gevallen deze ruimte mag worden meegeteld bij de berekening van het strooiseloppervlak. Artikelen 7 tot en met 10 De artikelen 7 tot en met 10 bevatten de regels met betrekking tot de verzorging van legkippen. Artikel 7 regelt het geluidsniveau in de huisvestingssystemen. De voorbeelden van mogelijke oorzaken van een te hoog geluidsniveau die in het eerste lid zijn opgesomd, zijn niet limitatief. Naast deze mogelijke oorzaken, geldt de norm ten algemene met betrekking tot iedere bron die een te hoog geluidsniveau veroorzaakt. Artikel 9 heeft betrekking op de kwaliteit van de verlichtingsapparatuur en het constante niveau daarvan. In het eerste lid is een concretisering van het voorschrift uit onderdeel 3 van de bijlage bij de richtlijn aangebracht. Uit het eerste lid volgt dat er een zodanig goedwerkende verlichtingsapparatuur aanwezig te dient zijn, dat de inspectie die ingevolge artikel 8 ten minste eenmaal per dag dient plaats te vinden, op ieder willekeurig tijdstip van de dag kan plaatsvinden. Artikel 12 Onderdeel A van dit artikel voorziet in een aanpassing van artikel 2 van het Ingrepenbesluit. Het toepassen van de ingrepen, die als het gevolg van deze aanpassing komen te vervallen, was op grond van het «oude» artikel 4, eerste lid, van het Ingrepenbesluit reeds met ingang van 1 september 2001 verboden. Het gaat hierbij om de volgende ingrepen: het leewieken van vogels die in een gesloten ruimte worden gehouden; het verwijderen van een deel van de achterste teen bij mannelijke Staatsblad

16 kippen bestemd voor de fokkerij, indien de nakomelingen hiervan niet voor de menselijke consumptie worden gehouden; het verwijderen van de sporen bij mannelijke kippen bestemd voor de fokkerij, indien de hiervan niet voor de menselijke consumptie worden gehouden; het aanbrengen van een gladde roestvrijstalen neusring bij varkens die in de buitenlucht op zachte gronden gehouden worden; het ter voorkoming van melkzuigen aanbrengen van een gladde roestvrijstalen neusring bij runderen; het verwijderen van een deel van de staart bij honden tot de leeftijd van zeven dagen; het brandmerken van paarden. Met de wijziging van artikel 4, eerste lid, van het Ingrepenbesluit in onderdeel B wordt het toepassen van een aantal ingrepen onder voorwaarden tot 1 september 2006 ook toegestaan bij dieren die in een her- of verbouwd huisvestingssysteem worden gehouden. De overgangstermijn tot 1 september 2011 van artikel 4, tweede lid, blijft echter ongewijzigd van toepassing op de ingrepen die worden verricht bij dieren die worden gehouden of aantoonbaar bestemd zijn om te worden gehouden in een huisvestingssysteem dat na 1 september 2001 niet is her- of verbouwd. Het gaat hier om de volgende ingrepen: het verkorten van de boven- en ondersnavel bij kippen of kalkoenen jonger dan 10 dagen; het verwijderen van kammen bij mannelijke kippen; het verwijderen van neuslellen bij kalkoenen; het aanbrengen van een neuskapje bij fazanten. Als gevolg van de wijziging van onderdeel g van artikel 2 van het Ingrepenbesluit is het verkorten van boven- en ondersnavels bij kippen en kalkoenen gedurende de verschillende overgangstermijnen zoals weergegeven in artikel 4 nog slechts toegestaan indien de dieren jonger dan 10 dagen oud zijn. Deze toevoeging volgt voor kippen uit onderdeel 8 van de bijlage bij de richtlijn, maar is tevens van toepassing verklaard op kalkoenen. Hiermee is aangesloten bij de reeds bestaande praktijk. Tevens geeft de toevoeging uitvoering aan de verplichting van artikel 3 van het Ingrepenbesluit om een ingreep op zodanige wijze uit te voeren dat niet onnodig pijn of letsel wordt veroorzaakt en het dier niet meer dan nodig in zijn functioneren wordt belemmerd. Artikel 15 Dit artikel voorziet erin dat bepalingen van het besluit op verschillende tijdstippen in werking kunnen treden. Deze voorziening wordt om de navolgende redenen van belang geacht. Indien van de zijde van één van beide Kamers der Staten-Generaal in het kader van de voorhangprocedure nader politiek beraad noodzakelijk geacht wordt over één of meer bepalingen van het besluit, biedt artikel 15 de mogelijkheid om deze bepalingen op een later tijdstip in werking te laten treden of in een uiterste geval in het geheel niet van kracht te laten worden. Daarentegen kunnen bepalingen, waarover tussen de regering en de beide Kamers overeenstemming bestaat, zo spoedig mogelijk in werking treden. Aldus kan worden voorkomen dat bezwaren tegen een of meer bepalingen de inwerkingtreding van het gehele besluit opschort. Dit wordt gelet op het feit dat de implementatietermijn van de richtlijn nr. 1999/74/EG van de Raad van de Europese Unie van 19 juli 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen (PbEG L 203) reeds op 1 januari 2002 is verstreken, onwenselijk geacht. In dit licht bezien biedt artikel 15 derhalve de mogelijkheid de spoedige Staatsblad

17 implementatie van deze richtlijn door het onderhavige Legkippenbesluit 2003 maximaal te vergroten. De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, B. J. Odink Staatsblad

18 Transponeringstabel 1999/74/EG Richtlijn 99/74/EG Legkippenbesluit, overige regelgeving artikel 1 artikelen 1 en 2, eerste lid Legkippenbesluit artikel 2 artikel 1 Legkippenbesluit artikel 3 Legkippenbesluit, artikelen 3, tweede lid, 4, eerste en derde tot en met zesde lid, 5, m.u.v. het eerste en zesde lid, van het Besluit welzijn productiedieren artikel 4, eerste lid artikel 4, eerste tot en met derde lid en vijfde lid Legkippenbesluit artikel 4, tweede lid artikel 14 Legkippenbesluit artikel 5 artikel 6 Legkippenbesluit artikel 6 artikelen 5 en 8, derde en vierde lid Legkippenbesluit artikel 7 artikel 3 Legkippenbesluit artikel 8, eerste lid Artikel 1, eerste lid, onder 4, 2, vierde lid, 5 tot en met 16, van de Wet op de economische delicten; artikel 1, onderdeel a, van de Regeling aanwijzing ambtenaren Gezondheids- en welzijnswet voor dieren; artikelen 114, eerste lid, en 115, eerste lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren; artikelen 5:13 en 5:15 tot en met 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht. artikel 8, tweede en derde lid bevat opdracht aan EC, behoeft geen implementatie in regelgeving. artikel 9 Artikelen 17 tot en met 27 van de Wet op de economische delicten; artikelen 5:13 en 5:15 tot en met 5:20 van de Algemene wet bestuursrecht. artikel 10 bevat opdracht aan EC, behoeft geen implementatie in regelgeving. artikel 11 bevat besluitvormingsprocedure, behoeft geen implementatie in regelgeving Artikelen 12 tot en met 15 behoeven geen implementatie in regelgeving Bijlage onderdeel 1 onderdeel 2 Bijlage onderdeel 3 onderdeel 4 onderdeel 5 onderdeel 6 onderdeel 7 onderdeel 8 Legkippenbesluit, overige regelgeving artikel 8, eerste lid, Legkippenbesluit artikel 7, eerste lid, Legkippenbesluit Legkippenbesluit, overige regelgeving artikel 9 Legkippenbesluit artikel 10 Legkippenbesluit artikel 7, tweede lid, Legkippenbesluit artikel 8, tweede lid, Legkippenbesluit artikel 8, vijfde lid, Legkippenbesluit Artikel 12 Legkippenbesluit/ artikelen 2 en 4 Ingrepenbesluit Staatsblad

19 Transponeringstabel 98/58/EG Richtlijn 98/58/EG Besluit welzijn productiedieren, overige regelgeving artikel 1 artikel 1 artikel 2 artikel 1 van het besluit en artikel 1, eerste lid, van de wet artikel 3 artikel 36, eerste lid, van de wet artikel 4 artikelen 2 tot en met 6 artikel 5 - artikel 6 Regeling aanwijzing ambtenaren Gezondheids- en welzijnswet voor dieren artikel Bijlage onderdeel 1 onderdeel 2 onderdeel 3 onderdeel 4, eerste zin onderdeel 4, laatste zin onderdeel 5 onderdeel 6 Bijlage onderdeel 7 onderdeel 8 onderdeel 9 onderdeel 10 onderdeel 11 onderdeel 12 onderdeel 13, eerste en tweede zin onderdeel 13, derde en laatste zin onderdeel 14 onderdeel 15 Besluit welzijn productiedieren, overige regelgeving artikel 4, eerste lid (zie ook artikel 11, tweede lid, Legkippenbesluit) artikel 4, tweede lid; artikel 2, derde lid, van het Kalverenbesluit; artikel 8, eerste lid, Legkippenbesluit artikel 5, eerste lid; artikelen 2, tweede lid, en 10, eerste lid van het Varkensbesluit; artikel 2, tweede lid, van het Kalverenbesluit; artikel 9 van het Legkippenbesluit artikel 4, derde lid; artikel 2, derde lid, van het Kalverenbesluit; (zie ook artikel 11, tweede lid, van het Legkippenbesluit) artikel 5, tweede lid; artikelen 2, eerste lid, en 2b, tweede lid, van het Varkensbesluit; artikel 2, tweede lid, van het Kalverenbesluit (zie ook artikel 11, derde lid, van het Legkippenbesluit) artikel 6, eerste lid; artikel 40, tweede lid, Diergeneesmiddelenwet artikel 6, eerste lid; artikel 6, tweede lid, van de Regeling administratie voorschriften ingevolge Diergeneesmiddelenwet Besluit welzijn productiedieren, overige regelgeving artikel 3, eerste en tweede lid; artikelen 2, tweede en derde lid, van het Varkensbesluit; artikel 2, tweede en derde lid, van het Kalverenbesluit; artikel 2 van het Besluit legbatterijen; artikelen 4 tot en met 6 en 8, vijfde lid, van het Legkippenbesluit artikel 5, derde lid; artikel 2, tweede lid, van het Kalverenbesluit; artikel 10, tweede lid, van het Legkippenbesluit artikel 5, vierde lid; (zie ook artikel 11, derde lid, van het Legkippenbesluit) artikel 5, vijfde lid; artikel 2, tweede lid, van het Kalverenbesluit; (zie ook artikel 11, derde lid, van het Legkippenbesluit) artikel 5, zesde lid; artikelen 2, tweede lid, en 10, eerste lid, van het Varkensbesluit; artikel 2, tweede lid, van het Kalverenbesluit; artikel 9, tweede en derde lid, van het Legkippenbesluit artikel 3, derde lid; artikel 4, derde lid, van het Legkippenbesluit artikel 5, tiende lid; artikel 2, derde lid, van het Kalverenbesluit; (zie ook artikel 11, derde lid, van het Legkippenbesluit) artikel 5, zevende lid; artikel 2, tweede en derde lid, van het Kalverenbesluit; (zie ook artikel 11, derde lid, van het Legkippenbesluit) artikel 4, vierde en vijfde lid; artikelen 2, derde lid, en 13 van het Varkensbesluit; artikel 2, derde lid, van het Kalverenbesluit; (zie ook artikel 11, tweede lid, van het Legkippenbesluit) artikel 4, zesde lid; artikel 2, derde lid, van het Kalverenbesluit; (zie ook artikel 11, tweede lid, van het Legkippenbesluit) Staatsblad

20 Richtlijn 98/58/EG onderdeel 16 Bijlage onderdeel 17 onderdeel 18 onderdeel 19 onderdeel 20 onderdeel 21 Besluit welzijn productiedieren, overige regelgeving artikel 5, achtste lid; artikelen 2, derde lid, en 13, tweede lid, van het Varkensbesluit ; artikel 2, tweede lid, van het Kalverenbesluit; artikelen 4, eerste lid, onderdeel g, 5, eerste lid, onderdeel g en 6, eerste lid, onderdeel c, van het Legkippenbesluit Besluit welzijn productiedieren, overige regelgeving artikel 5, negende lid; artikel 2, tweede lid, van het Kalverenbesluit (zie ook artikel 11, derde lid, van het Legkippenbesluit) artikel 6, tweede lid; artikel 2 Diergeneesmiddelenwet Ingrepenbesluit artikel 55 van de wet; Besluit voortplantingstechnieken bij dieren artikelen 2 en 3 van het Besluit aanwijzing voor productie te houden dieren. Staatsblad

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 545 Besluit van 2 november 2001, houdende regels voor de huisvesting en verzorging van legkippen (Legkippenbesluit) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 17 oktober 2005 tot vaststelling van de minimumnormen voor de bescherming van legkippen. HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen.

Koninklijk besluit van 17 oktober 2005 tot vaststelling van de minimumnormen voor de bescherming van legkippen. HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Koninklijk besluit van 17 oktober 2005 tot vaststelling van de minimumnormen voor de bescherming van legkippen HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan

Nadere informatie

BIJLAGE IIIb: VOORSCHRIFTEN LEGEINDBEDRIJVEN, KOOIHUISVESTING (BEHORENDE BIJ BIJLAGE 1 VOORSCHRIFTEN IKB EI)

BIJLAGE IIIb: VOORSCHRIFTEN LEGEINDBEDRIJVEN, KOOIHUISVESTING (BEHORENDE BIJ BIJLAGE 1 VOORSCHRIFTEN IKB EI) BIJLAGE IIIb: VOORSCHRIFTEN LEGEINBERIJVEN, KOOIHUISVESTING (BEHORENE BIJ BIJLAGE 1 VOORSCHRIFTEN IKB EI) Geldend voor bedrijven met kooihuisvesting Inhoud Wilt u direct naar een bepaald onderdeel van

Nadere informatie

AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN LEGEINDBEDRIJVEN KOOI EN KOLONIEHUISVESTING (VOORSCHRIFT 5B)

AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN LEGEINDBEDRIJVEN KOOI EN KOLONIEHUISVESTING (VOORSCHRIFT 5B) AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN LEGEINDBEDRIJVEN KOOI EN KOLONIEHUISVESTING (VOORSCHRIFT 5B) INHOUDSOPGAVE TOELICHTING WEGING BIJ AFWIJKINGEN 2 F1. ALGEMEEN 3 F3. INRICHTING / DIERENWELZIJN 3 Aanvullende voorschriften

Nadere informatie

ALGEMEEN... 3 INRICHTING/DIERENWELZIJN...3

ALGEMEEN... 3 INRICHTING/DIERENWELZIJN...3 Wilt u direct naar een bepaald onderdeel van de voorschriften, klik dan in de inhoudsopgave op het deel van de voorschriften waarover u meer wilt lezen. Wilt u vanuit de voorschriften weer terug naar de

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Geachte Voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Geachte Voorzitter, Juridische Zaken De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum TRCJZ/2007/3188 17 oktober 2007 onderwerp doorkiesnummer

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 497 Besluit van 20 augustus 2004, houdende wijziging van het Besluit bescherming tegen Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 568 Besluit van 16 december 1999, houdende regelen ter zake van het houden, verzorgen en huisvesten van productiedieren (Besluit welzijn productiedieren)

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 1999L0074 NL 01.01.2014 002.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B RICHTLIJN 1999/74/EG VAN DE RAAD van 19 juli 1999

Nadere informatie

omschrijving afwijking / overtreding (antinorm) % of hoogte afwijking / interventiegrens Het houden van vleeskuiken waarbij niet

omschrijving afwijking / overtreding (antinorm) % of hoogte afwijking / interventiegrens Het houden van vleeskuiken waarbij niet IB02-SPEC02 (Pluimvee voor productie) Overzicht specifieke interventies NVWA Besluit en Regeling houders van dieren werkblad Versie: 04-07-14 Aanvulling op de boetecategorie: Bij een gering risico of gevolg

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 429 Besluit van 23 september 1999, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen en van het Warenwetbesluit

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 147 Besluit van 3 maart 2005, houdende wijziging van het Besluit biotechnologie bij dieren (Handelingen met betrekking tot dieren waar geen vergunning

Nadere informatie

PRI 2509 Bescherming en welzijn van legkippen - Dierenwelzijn [2509] v3

PRI 2509 Bescherming en welzijn van legkippen - Dierenwelzijn [2509] v3 Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :...... PRI 2509 Bescherming en welzijn van legkippen - Dierenwelzijn [2509] v C : conform NC

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 224 Wet van 11 mei 2007, houdende wijziging van de voorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 659 Besluit van 13 december 2012, houdende de vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een aantal artikelen van de Wet dieren,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 478 Besluit van 22 september 1997, houdende wijziging van het Kalverenbesluit Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 150 Besluit van 17 maart 2000, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Produkten voor bijzondere voeding en van het Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2009 533 Besluit van 30 november 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit algemene chemische produktveiligheid in verband met verordening

Nadere informatie

TOELICHTING HANDELSNORMEN LEGEINDPLUIMVEEHOUDERIJ

TOELICHTING HANDELSNORMEN LEGEINDPLUIMVEEHOUDERIJ 1 TOELICHTING HANDELSNORMEN LEGEINDPLUIMVEEHOUDERIJ Inhoud: 1 Definities 2 Kwaliteit van de te leveren eieren 3 Activiteiten 4 transportverpakking 5 Levering eieren buiten Nederland 6 Merken van eieren

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 264 Besluit van 23 mei 2001, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

..^i-fie EERSTE WAfe < IR. 14 6 7 5 0, TyU ^ 0 9 JUL 2010 DATUM V J U L KOPIE

..^i-fie EERSTE WAfe < IR. 14 6 7 5 0, TyU ^ 0 9 JUL 2010 DATUM V J U L KOPIE Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit > Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag..^i-FIE EERSTE WAfe

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 602 Besluit van 14 november 1997, houdende regelen betreffende de identificatie en registratie van dieren (Besluit identificatie en registratie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 380 Besluit van 18 juli 1995, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit WHW in verband met aanvullende eisen met het oog op de inschrijving

Nadere informatie

AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN IKB EI VOOR LEGEINDBEDRIJVEN SCHARRELHUISVESTING (VOORSCHRIFT 5C)

AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN IKB EI VOOR LEGEINDBEDRIJVEN SCHARRELHUISVESTING (VOORSCHRIFT 5C) AANVULLENDE VOORSCHRIFTEN IKB EI VOOR LEGEINDBEDRIJVEN SCHARRELHUISVESTING (VOORSCHRIFT 5C) INHOUDSOPGAVE TOELICHTING WEGING BIJ AFWIJKINGEN 2 G1. ALGEMEEN 3 G2. VOEDSELVEILIGHEID 3 G3. INRICHTING / DIERENWELZIJN

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 403 Besluit van 16 juli 2001, houdende een algemene maatregel van bestuur tot wijziging van het Destructiebesluit 1996 (sluitend maken van het

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen L 203/53 RICHTLöN 1999/74/EG VAN DE RAAD van 19 juli 1999 tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2010 12 Besluit van 14 december 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Producten voor bijzondere voeding en van het Warenwetbesluit bestuurlijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2016 161 Besluit van 31 maart 2016, houdende regels inzake voor zuigelingen en peuters bedoelde levensmiddelen, voeding voor medisch gebruik en de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 607 Wet van 2 november 1995 tot intrekking van de Vestigingswet detailhandel en wijziging van de Drank- en Horecawet en van de Vestigingswet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 420 Besluit van 30 mei 2005, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit verpakkingen en gebruiksartikelen in verband met Verordening (EG)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 42 Besluit van 30 januari 1997, houdende regels betreffende een aanvullend beschermingscertificaat voor gewasbeschermingsmiddelen (Besluit certificaat

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 599 Besluit van 12 november 2004, houdende intrekking en wijziging van diverse Warenwetbesluiten in verband met de intrekking van beschikkingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 425 Besluit van 22 juli 2002, houdende bepalingen inzake het treffen van een inkomensvoorziening voor oudere gewezen zelfstandigen, MKZ-geruimden

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 352 Besluit van 17 juli 2012 tot vaststelling van de procedure voor verlenging van vergunningen als bedoeld in artikel 20.2 van de Telecommunicatiewet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 437 Besluit van 22 juli 2002, houdende wijziging van het Besluit medische hulpmiddelen in verband met derivaten van menselijk bloed Wij Beatrix,

Nadere informatie

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van..., no. trcjz..., Directie Juridische Zaken;

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van..., no. trcjz..., Directie Juridische Zaken; WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ.ENZ.ENZ. Ontwerp-Besluit houdende wijziging van het Besluit hardheidsgevallen herstructurering varkenshouderij Op

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 330 Besluit van 28 mei 1998, houdende regels over de hoogte van de boete ingevolge de Wet inburgering nieuwkomers (Boetebesluit inburgering nieuwkomers)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 443 Besluit van 19 augustus 2002, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Vlees, gehakt en vleesproducten, van het Warenwetbesluit Visserijproducten,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 439 Besluit van 18 september 1995 tot wijziging van het Mijnreglement 1964 en het Mijnreglement continentaal plat (explosieveilig materieel)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 461 Wet van 20 juni 2002 tot wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (implementatie biociden richtlijn) Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 826 Voorstel van het lid Van Velzen houdende een verbod op de pelsdierhouderij (Wet verbod pelsdierhouderij) Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 619 Besluit van 15 november 2004 tot wijziging van enkele besluiten op het terrein van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 137 Besluit van 7 maart 2011, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit cosmetische producten 2011 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 503 Besluit van 12 november 1999, houdende aanwijzing van andere taken van het College voor de toelating van bestrijdingsmiddelen (Besluit andere

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 236 Wet van 24 april 2002, houdende wijziging van een aantal bepalingen van de Flora- en faunawet in verband met een verbod op de drijfjacht

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 403 Besluit van 24 september 2008, houdende wijziging van het Warenwetbesluit drukverpakkingen en intrekking van het Warenwetbesluit nominale

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 62 Wet van 6 februari 2003 tot wijziging van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 (verbetering van de handhaving en bepalingen inzake uitbreidingstoelatingen)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 106 Besluit van 4 maart 2003, houdende wijziging van het Besluit staatsexamens vwo-havo-mavo 2000 en van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o.

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 208 Wet van 26 april 2012, houdende tijdelijke bepalingen over de ambulancezorg (Tijdelijke wet ambulancezorg) 0 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden. RMC-wet 2001. Jaargang 2001 Staatsblad 2001 636 1 RMC-wet 2001 636 Wet van 6 december 2001 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra in verband met de invoering van de verplichting

Nadere informatie

---CONCEPT--- Het Besluit diergeneeskundigen wordt als volgt gewijzigd:

---CONCEPT--- Het Besluit diergeneeskundigen wordt als volgt gewijzigd: 15036922. wijziging van het Besluit diergeneeskundigen en het Besluit houders van dieren in verband met diverse wijzigingen op het gebied van dierenwelzijn Besluit van, houdende wijziging van het Besluit

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 393 Besluit van 31 augustus 1999, houdende wijziging van het Voertuigreglement met betrekking tot autogordels Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

RICHTLIJN VAN DE RAAD

RICHTLIJN VAN DE RAAD RICHTLIJN VAN DE RAAD van 7 maart 1988 ter uitvoering van het arrest van het Hof van Justitie in zaak 131/86 (vernietiging van Richtlijn 86/113/EEG van de Raad van 25 maart 1986 tot vaststelling van minimumnormen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 249 Besluit van 16 juni 2008, houdende wijziging van twee besluiten in verband met het vaststellen van aanvullende voorschriften voor het vervoer

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 46 Besluit van 26 januari 2004 tot wijziging van het Besluit zorgaanspraken AWBZ in verband met de aanspraak op verblijf voor een niet-geïndiceerde

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2013 411 esluit van 9 oktober 2013, houdende wijziging van diverse besluiten betreffende veterinaire aangelegenheden 0 Wij Willem-lexander, bij de

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 215 Wet van 10 april 1997 tot wijziging van de Wet inzake bloedtransfusie Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 145 Wet van 7 maart 2002 tot wijziging van de Wet tot behoud van cultuurbezit in verband met een evaluatie van die wet Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 309 Besluit van 14 mei 1998 tot wijziging van het Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1989 Wij Beatrix, bij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 337 Besluit van 25 juni 2002, houdende voorzieningen met betrekking tot het Faunafonds (Besluit Faunafonds) Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 38 Besluit van 21 december 1995 regelende de deponering van informatie betreffende preparaten (Warenwetbesluit deponering informatie preparaten)

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2007 223 Besluit van 11 juni 2007, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Toevoeging micro-voedingsstoffen aan levensmiddelen en van het Warenwetbesluit

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 667 Besluit van 30 november 2006, houdende wijziging van het Besluit herverkaveling reconstructie concentratiegebieden (nieuwe grondslag Wet

Nadere informatie

09-03-2011 VERSIE INTERNETCONSULTATIE

09-03-2011 VERSIE INTERNETCONSULTATIE 09-03-2011 VERSIE INTERNETCONSULTATIE WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, Concept KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ. Besluit van houdende regels met betrekking tot bedrijfsmatige

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 415 Besluit van 13 juli 2002, houdende de aanpassing van een aantal algemene maatregelen van bestuur aan de Comptabiliteitswet 2001 Wij Beatrix,

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Besluit van... houdende aanpassing van het Besluit rechtsbijstand- en toevoegcriteria en enkele andere besluiten terzake van een aantal onderwerpen van diverse aard (Verzamelbesluit rechtsbijstand 2009)

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2006 2007 A 31 026 Protocol van wijziging van de Europese Overeenkomst inzake de bescherming van landbouwhuisdieren; Straatsburg, 6 februari 1992 (Trb. 2006, 253) Nr. 1

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 361 Besluit van 27 juni 1995 tot wijziging van een aantal algemene maatregelen van bestuur met het oog op de uitvoering van de Overeenkomst betreffende

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 14 Wet van 6 juli 2004 tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met onder meer vereenvoudiging van de bekostigingsbepalingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 185 Besluit van 4 april 2003, houdende wijziging van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair en voortgezet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 137 Besluit van 20 februari 2002, houdende wijziging van het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid voor onderwijspersoneel primair en voortgezet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2019 235 Besluit van 14 juni 2019 tot wijziging van het Besluit bestuurlijke boetes financiële sector, het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2005 650 Besluit van 7 december 2005, houdende wijziging van het Besluit aanbestedingen speciale sectoren en het Besluit aanbestedingsregels voor

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 122 Wet van 25 februari 1999 tot wijziging van de Wet milieubeheer, de Wet rampen en zware ongevallen en de Arbeidsomstandighedenwet ter uitvoering

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 212 26 339 Voorschriften van tijdelijke aard, waaronder wijziging van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, in verband

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 155 Besluit van 15 maart 2011 houdende wijziging van het Besluit aanwijzing dier- en plantensoorten Flora- en faunawet en het Besluit vrijstelling

Nadere informatie

Voorschriften IKB Ei Legeindbedrijven, vrije uitloop, versie 3.2

Voorschriften IKB Ei Legeindbedrijven, vrije uitloop, versie 3.2 BIJLAGE IIId: VOORSCHRIFTEN LEGEINBERIJVEN, VRIJE UITLOOP (BEHORENE BIJ BIJLAGE 1 VOORSCHRIFTEN IKB EI) Het bestuur van de Stichting IKB Ei heeft, gelet op Artikel 12 van de Algemene Voorwaarden IKB Ei

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 353 Besluit van 21 juni 2002, houdende wijziging van het Besluit paraveterinairen in verband met opname van de opleidingen embryo-transplanteur,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2011 2012 32 376 Wijziging van de Wet personenvervoer 2000 in verband met verordening (EG) nr. 1370/2007 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 700 Besluit van 22 december 1995 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 in verband met de totstandkoming van de Tweede

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 370 Besluit van 13 september 2000 tot wijziging van het Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren en het Besluit opleiding rechterlijke ambtenaren

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2006 476 Wet van 6 september 2006 tot wijziging van de Visserijwet 1963 in verband met het vervallen van de Organisatie ter verbetering van de binnenvisserij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 9 Wet van 21 december 2000 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met de openstelling van het huwelijk voor personen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 218 Besluit van 26 april 2001, houdende vaststelling van het Warenwetbesluit Koffie- en cichorei-extracten Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 551 Wet van 27 november 2008 tot wijziging van de ekendmakingswet en enkele andere wetten in verband met de elektronische bekendmaking en beschikbaarstelling

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 140 Besluit van 24 februari 1998, houdende vaststelling van de Instructie voor het militair gezag (Instructie voor het militair gezag) Wij Beatrix,

Nadere informatie

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: Artikel I, onderdeel D, komt te luiden: Artikel 54, tweede lid, komt te luiden:

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: Artikel I, onderdeel D, komt te luiden: Artikel 54, tweede lid, komt te luiden: 29 448 Wijziging van de Flora- en faunawet in verband met de verruiming van de mogelijkheden tot beheer en schadebestrijding van beschermde inheemse diersoorten NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 620 Besluit van 10 december 2001, houdende bepalingen inzake het afleggen van de eed of belofte door en de vergoeding van buitengriffiers en

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1998 1999 Nr. 279 26 287 Wijziging Wet Luchtverkeer (implementatie LVB-evaluatie) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN WET 24 juni 1999 Wij Beatrix, bij de gratie Gods,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 177 Besluit van 19 mei 2008, houdende regels over de berekening van afkoopsommen van ongevalsuitkeringen (Besluit berekening afkoopsommen ongevalsuitkeringen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2008 295 Besluit van 5 juli 2008, houdende wijziging van enkele bijlagen bij het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten en het Besluit

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 199 Wet van 8 mei 2003 tot aanpassing van Boek 3 en Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, de Telecommunicatiewet en de Wet op de economische delicten

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 157 Wet van 8 maart 2012 tot wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra, de Wet op het voortgezet onderwijs,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2012 84 Besluit van 22 februari 2012 tot wijziging van het Kansspelenbesluit en het Speelautomatenbesluit 2000 in verband met de instelling van de

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 27392 31 mei 2016 Advies Raad van State betreffende het ontwerp van een algemene maatregel van bestuur, houdende regels

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 261 Wijziging van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg onder andere in verband met de opneming van de mogelijkheid tot taakherschikking

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1999 459 Wet van 6 oktober 1999, houdende wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 met betrekking tot de afgifte en inname van kentekenplaten Wij Beatrix,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 313 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met wijzigingen

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 667 Besluit van 21 december 1995, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 220 Wet van 15 mei 1997 tot instelling van een vast college van advies van het Rijk op het terrein van het onderwijs (Wet op de Onderwijsraad)

Nadere informatie