Garnalen zonder luchtje

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Garnalen zonder luchtje"

Transcriptie

1 PROFIELWERKSTUK Garnalen zonder luchtje Een onderzoek naar de verduurzaming van de garnalenvisserij Ruben Hoekstra Willem Lodewijk Gymnasium

2 Inhoudsopgave Woord vooraf... 3 Achtergrond & inleiding Wat houdt het begrip duurzame visserij in? Wat verstaat men onder duurzaamheid? Brundtlanddefinitie Triple P Theorie Componententheorie Trapsgewijs venndiagram Hoe zit dat dan in de visserij? Brundtlanddefinitie Triple P theorie De venndiagrammen Welke partijen zijn bij dit probleem betrokken? Rol en visie van de actoren Hoeveelheid invloed van de actoren Actorenanalyse Wat zijn de meest gebruikte vismethodes en hoe groot is de ecologische impact? Actief vistuig Boomkorren Sleepnetten Mobiel (semi-passief) vistuig Zegens Passief vistuig Kieuwnetten Hoe duurzaam zijn duurzame methodes in de praktijk? Inleiding Achtergrond en theorie Het zeefnet (zeeflap) De brievenbus Hypothese De Mann-Whitneytoets Het sorteerproces Methode Pagina 1 van 65

3 De meetprocedure Verwerking van de gegevens Waarnemingen en resultaten Algemene vangstinformatie Samenstelling totale vangst Hoeveelheid commerciële garnalen Samenstelling bijvangst Aantallen bijvangst Conclusie & Discussie Conclusie Nawoord Bibliografie Bijlagen Appendix A: de bouw van een brievenbus Appendix B: het sorteerproces aan boord van de ZK 18 (foto s) Appendix C: aantallensamenstelling van de bijvangst van alle trekken Appendix C (vervolg) Appendix D: volumesamenstelling van de bijvangst van alle trekken Appendix D (vervolg) Appendix E: samenstelling bijvangst (ZK 18) van alle trekken (kg/hr.) Appendix F: berekening van de Mann-Whitneytoets bij de gegevens van IMARES Pagina 2 van 65

4 Woord vooraf Voor u ligt een profielwerkstuk over duurzame garnalenvisserij. Waarom een duurzame garnalenvisserij? zult u zich waarschijnlijk afvragen. Om antwoord te kunnen geven op die vraag moet ik het een en ander uitleggen: Ten eerste was natuurlijk mijn interesse een belangrijke factor in het kiezen van een onderwerp. De keuze om biologie als vak voor dit werkstuk te kiezen was al snel gemaakt. Ik wil zelf namelijk ook een studie doen in de biologische richting. De ecologische richting om precies te zijn. Een profielwerkstuk waar ecologische elementen in voorkomen leek me dus wel wat. De tweede reden voor mijn keuze is misschien op het eerste gezicht iets minder vanzelfsprekend: mijn woonplaats. Ik woon al mijn hele leven in Zoutkamp. Zoutkamp is een dorp met een rijke vissershistorie en anno 2013 is de invloed van de (garnalen)visserij in het dorp nog steeds erg groot. Om een voorbeeld te noemen: Heiploeg, de grootste garnalenverwerker van Europa, is gevestigd in Zoutkamp. Zelf ben ik ook erg geïnteresseerd in de visserij. Bovendien is het een uitermate geschikt en actueel thema voor een profielwerkstuk. Toch heb ik niet zelf de link gelegd tussen iets met een ecologisch thema en visserij. Dat deed Jan Willem Buist. Hij bracht mij op het idee om een profielwerkstuk te schrijven over duurzame visserij. Jan Willem was degene die het balletje aan het rollen bracht. Hier wil ik hem voor bedanken. Natuurlijk zijn er nog meer mensen die meegewerkt hebben aan dit werkstuk en die ik daarvoor wil bedanken. De namen van deze personen zijn te vinden in het dankwoord, op het einde van het werkstuk. Ik hoop dat dit profielwerkstuk u het een en ander leert over de huidige situatie binnen de (garnalen)visserij en de verduurzaming ervan en dat het u eventueel een andere kijk op het geheel geeft. Ruben Hoekstra Pagina 3 van 65

5 Achtergrond & inleiding De Nederlandse visserij staat onder druk. Enerzijds wordt het vissen steeds duurder en worden de opbrengsten steeds lager. De vissers krijgen steeds minder geld voor hun vangsten. Daarnaast blijven de brandstofkosten maar stijgen, waardoor het voor sommige vissers beter is om thuis te blijven in plaats van te gaan vissen. De kosten worden langzamerhand groter dan de winst. Anderzijds komt er steeds meer kritiek uit de maatschappij over de manier van vissen, vooral de traditionele boomkorvisserij, waarvan de precieze vistechniek in deelvraag 3 aan de orde komt. Deze manier van vissen beschadigt de mariene leefomgeving: de zeebodem en alles wat daarop leeft zou volgens onderzoek beschadigd worden. Bovendien wordt er naast de beoogde vissoorten ook een groot aantal aan ongewilde vis gevangen, die weer overboord gegooid wordt: de bijvangst of discards. Een groot deel van de discards gaat dood na het overboord gooien. De vissers worden dus niet alleen door eigenbelang gedwongen om te veranderen, ook de maatschappij pusht de vissers naar een meer verantwoorde manier van vissen. Redenen om te hervormen zijn er dus genoeg. Kortom: de Nederlandse visserij moet duurzamer te werk gaan. Dit profielwerkstuk zal ik wijden aan een duurzame visserij. Ik zal antwoord geven op de volgende vraag: Wat is een duurzame visserij en hoe kan de Nederlandse visserij verduurzamen? Duurzaam en duurzaamheid zijn abstracte begrippen, die vaak te pas en te onpas gebruikt worden. Daarom zal ik in de eerste deelvraag een duidelijker beeld creëren van dit begrip. Globaal komt het er in ieder geval op neer dat er zo gevist moet worden, dat de visserij en het leven in zee bestaanszekerheid hebben. Maar hoe doe je dat dan? Verder zal ik me gaan richten op partijen die betrokken zijn bij het probleem. Natuurlijk zijn dit de vissers, maar het zal blijken dat er nog veel meer bij komt kijken. Dit werkstuk zal zich richten op de kern van het probleem: de vismethodes. De huidige vistechnieken (in het bijzonder de boomkorvisserij) zijn de grote boosdoener als het gaat om vernieling van de zeebodem en vangst van eventuele discards. Als er een methode gevonden kan worden, waarbij én de opbrengst (de vangst) goed is, én de impact op het ecosysteem zo laag mogelijk is, zal de visserij kunnen blijven bestaan en zal de kritische houding uit de maatschappij verdwijnen. Er zijn op het moment verschillende ontwikkelingen gaande, waarbij de huidige methodes verbeterd worden. Voorbeelden hiervan zijn de SumWing en de pulskor, twee manieren die gericht zijn op een lagere bodemberoering. Er zijn ook alternatieve vismethodes die gericht zijn op het verlagen van het aantal discards. De brievenbus is een van die methodes. Het derde deel van dit werkstuk zal gaan over de huidige methodes en hun invloed op het mariene leven. Daarnaast zal ik een aantal duurzamere methodes uitgebreid bespreken. De kern van mijn profielwerkstuk zal een onderzoek zijn. Ik zal onderzoeken of een theoretisch duurzame methode in de praktijk ook duurzamer is dan de traditionele vissersmethodes. Pagina 4 van 65

6 In het kort zal ik dus antwoord geven op de volgende deelvragen: Wat houdt het begrip duurzame visserij in? Welke partijen zijn bij dit probleem betrokken? Wat zijn de meest gebruikte vismethodes en hoe groot is de ecologische impact? Hoe duurzaam zijn duurzame methodes in de praktijk? Als ik deze vier vragen heb beantwoorden, zal ik antwoord geven op de hoofdvraag van dit werkstuk. Pagina 5 van 65

7 1. Wat houdt het begrip duurzame visserij in? 1.1. Wat verstaat men onder duurzaamheid? Inmiddels is duidelijk geworden wat het doel is van dit profielwerkstuk: alternatieve, duurzamere vismethodes bespreken en onderzoeken of deze in de praktijk echt duurzamer zijn. Om dit proces goed te kunnen doorlopen, is het belangrijk te weten wat het exacte doel van die nieuwe methodes is. Een duurzame visserij klinkt als een duidelijk doel, maar wat houdt het precies in? Om hier antwoord op te kunnen geven, begin ik bij het begin: wat is duurzaamheid? Brundtlanddefinitie De huidige en meest gebruikte definitie die voor duurzaamheid, of een duurzame ontwikkeling, wordt gebruikt is de ontwikkeling die aansluit op de behoeften van het heden zonder het vermogen van de toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen (United Nations World Commission on environment and Development ( Brundtlandcommisson ), 1987). Hieruit kunnen we concluderen dat wij, de huidige generatie mensen op aarde, nu onze behoeftes hebben die verzadigd moeten worden. Daarvoor hebben we hulpbronnen nodig en moeten we die benutten, maar we mogen niet op een dergelijke manier de hulpbronnen uitputten, dat toekomstige generaties er niet meer voldoende gebruik van kunnen maken (World Commission on Environment and Development, 2010). Kortom: we moeten verantwoordelijk omgaan met onze hulpbronnen. Zoals eerder gezegd, moeten wij onze behoeftes bevredigen door gebruik te maken van hulpbronnen en -middelen. De behoefte aan eten, om een voorbeeld te noemen, kan verzadigd worden door gewassen te verbouwen op een akker. Deze gewassen kunnen gegeten worden, waardoor de behoefte aan eten (tijdelijk) verdwijnt. Globaal zijn de hulpbronnen onder te verdelen in drie vormen van kapitaal : natuurlijk, sociaal en economisch (Dyllick & Hockerts, 2002). Hier moet wel bij gezegd worden dat het begrip hulpbron niet van toepassing is bij sociaal en economisch kapitaal, maar juist het meest aansluit bij natuurlijk kapitaal. Hulpmiddelen is het begrip dat past bij sociaal en economisch kapitaal. Een korte toelichting, zoals beschreven door Dyllick en Hockerts: Natuurlijk kapitaal: alle hulpbronnen die de aarde ons te bieden heeft, zowel eindig als onuitputtelijk. Sociaal kapitaal: de hulpmiddelen die in een gemeenschap aanwezig zijn om de gezins- en sociale organisatie vorm te geven. Economisch kapitaal: het totaal van kapitaalgoederen of de waarde van alle kapitaalgoederen in een maatschappij. Voorziening van grondstof om papier van te maken Tropisch Regenwoud CO2 uit de atmosfeer opnemen Biodiversiteit onderhouden Figuur 1.1: een aantal (niet-vervangbare) functies van het tropisch regenwoud Pagina 6 van 65

8 Bovenstaande vormen van kapitaal hebben alle drie als kenmerk dat ze onvervangbaar zijn. Dit is goed te zien bij een natuurlijke hulpbron die meerdere functies heeft, zoals te zien in figuur 1.1. Als wij het tropisch regenwoud uitbuiten, zal het geen van zijn huidige functies meer kunnen vervullen en is het dus geen hulpbron meer. Als men deze uitgeputte hulpbron wil vervangen, zal de bron dus vervangen moeten worden door een hulpbron met dezelfde functies. Dergelijke hulpbronnen met exact dezelfde functies bestaan niet (Daly, Towards a Steady State Economy, 1973) Daarnaast is natuurlijk kapitaal ook (deels) onomkeerbaar. Dat wil zeggen dat eindige hulpbronnen niet meer terugkeren als mensen er (overmatig) gebruik van maken. Het verlies van biodiversiteit is een proces dat niet meer recht te zetten is. Als er eenmaal dier- of plantensoorten zijn uitgestorven, kan de schade niet meer hersteld worden (Daly, Towards a Steady State Economy, 1973) Triple P Theorie Uit bovenstaand verhaal blijkt dus dat de mens goed en verantwoordelijk om moet gaan met de hulpbronnen en middelen en (dus de verschillende soorten kapitaal) die hij tot zijn beschikking heeft. Naast de Brundtlanddefinitie is er daarom nóg een theorie wat betreft duurzaamheid, waar het belang van de drie types kapitaal erg goed in naar voren komt: de Triple Bottom Line theorie (Elkington, 1997). Deze theorie wijst ons erop dat duurzaamheid in wezen uit drie elementen bestaat: het sociale element, het economische element en het ecologisch element (United Nations General Assembly, 2005). Deze elementen worden ook wel people (het sociale aspect), profit (economisch aspect) en planet (ecologisch aspect) genoemd (Elkington, 1997). Daarom wordt deze theorie ook wel de Triple P theorie genoemd. Pas als er aan de voorwaarden van deze drie elementen voldaan is, is er sprake van een daadwerkelijke duurzame ontwikkeling. Een korte toelichting bij deze drie elementen (Productschap Vis, 2012): People heeft betrekking op de mensen. Mensen mogen immers geen schade ondervinden aan een bepaalde ontwikkeling. Ter illustratie: een proces waarbij producten gemaakt worden door middel van kinderarbeid is geen voorbeeld van een duurzame ontwikkeling, omdat er mensen zijn die er schade van ondervinden, namelijk de kinderen in de fabrieken. Er moet dus sprake zijn van een eerlijke en humane behandeling van de people in kwestie. Planet heeft te maken met onze planeet en alles wat daar op groeit, bloeit en, in algemenere zin, aanwezig is. Hierbij doel ik onder andere op de hulpbronnen die onze planeet te bieden heeft. Een duurzame ontwikkeling moet op een dergelijke manier verlopen, dat hij geen natuurlijke hulpbronnen uitput. Als Maatschappij (People) dit het geval is, kunnen de hulpbronnen zich na gebruik weer herstellen en blijven ze dus intact. In dit geval is er dus sprake van duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Profit staat voor de winst, of, in bredere zin, de economische opbrengst. Economie (Profit) Milieu (Planet) Figuur 1.2: duurzaamheid schematisch weergegeven (Adams, 2006): alleen als aan de sociale, economische en ecologische belangen wordt voldaan, is er sprake van een duurzame ontwikkeling ( sustainable development ) Pagina 7 van 65

9 Voorwaarde voor een duurzame ontwikkeling is dus dat er een evenwicht geldt tussen het sociale, economische en ecologische aspect. In figuur 1.2 is dat schematisch op een duidelijke manier aangegeven. Het raakvlak van het sociale, economische en ecologische element is de visualisering van een sustainable development. Dat evenwicht geldt als er met alle kenmerken rekening wordt gehouden. Maar hoe is dat in de praktijk te realiseren? Om hier antwoord op te geven, verwijs ik terug naar het verhaal over de hulpbronnen waar wij als mens gebruik van mogen maken. Als men de hulpbronnen uit het sociaal, ecologisch en economisch kapitaal (vergelijk met people, planet en profit) niet onherstelbaar uitput en er verantwoord mee omgaat, kunnen deze zich weer herstellen en hebben toekomstige generaties ook nog baat bij deze hulpmiddelen. En dan is er sprake van duurzaamheid. Met andere woorden: elke ontwikkeling die bijdraagt aan een gezonde aarde met daarop gezonde, welvarende mensen, kan duurzaam genoemd worden Componententheorie Hoewel figuur 1 doet vermoeden dat elk aspect van duurzaamheid een even grote waarde heeft, hoeft dat nog niet altijd het geval te zijn. Er is dan ook meer dan eens kritiek geuit op deze visuele weergave van een sustainable development. Een veelgehoord argument tegen dit diagram is dat duurzaamheid niet wordt bereikt door rekening te houden met drie puzzelstukjes en dat die vanzelf dan in elkaar vallen. Onder deze critici bevindt zich Herman Daly. Hoe hij het wel wil zien, kan het beste geïllustreerd worden met zijn vraag What use is a sawmill without a forest? (Daly & Cobb, For the Common Good. Redirecting the Economy toward Community, the Environment, and a Sustainable Future, 1989), oftewel: zonder moeder Natuur zijn we nergens. Daly prefereert daarom een visualisering zoals in figuur 1.3, een componentendiagram met als fundament het milieu, oftewel het ecologisch kapitaal. Figuur 1.3 geeft dezelfde onderdelen aan als die gebruikt zijn in figuur 1.2, maar hier is meer sprake van interactie en onderlinge verhoudingen. Milieu (Planet) Maatschappij (People) Economie (Profit) Figuur 1.3: schematische weergave van zowel de componententheorie als het trapsgewijs venndiagram We beginnen met de aarde. Wij, mensen, hebben onze maatschappij gebouwd op de aarde en haar verder opgebouwd met behulp van haar hulpbronnen. Dat verklaart waarom een deel van de groene cirkel, het milieu of de aarde, in gebruik is genomen door de blauwe cirkel, de maatschappij. Toch wordt niet de hele aarde gebruikt om onze maatschappij te voeden. Dat verklaart dan ook waarom niet de hele groene cirkel wordt bezet door de maatschappijcirkel. Idem voor de economie: de economie is een belangrijk onderdeel van onze maatschappij. Maar het is dus niet zo dat de maatschappij gelijk staat aan alleen maar economie. Er is ook nog een aanzienlijk deel van de maatschappij dat niet voor economische doeleinden gebruikt wordt (Porritt, 2006). Kortom: de economie is een component van de maatschappij, die op haar beurt weer een component van de aarde (het milieu) is. Deze redenering draagt een belangrijke consequentie met zich mee: opbrengst in de ene component betekent automatisch verlies in (één van) de omringende sec- Pagina 8 van 65

10 toren en vice versa. Een voorbeeld: om de export van hout te stimuleren, moeten er bomen gekapt worden, waardoor er een stukje aarde (milieu) verloren gaat. In dit geval betekent winst in de economische sector verlies in de milieusector. Als het hout daarnaast op een niet-humane manier verkregen wordt, is er ook verlies in de maatschappijsector. Als we deze situatie nu eens vergelijken met figuur 1.2, zien we dat er in dat geval alleen maar de profit in orde is. Volgens beide diagrammen is er dus geen sprake van een sustainable development Trapsgewijs venndiagram Figuur 1.3 zou ook op een andere manier geïnterpreteerd kunnen worden. Er is dan geen sprake meer van een diagram met componenten, maar van een diagram met trapsgewijze relaties. De basis voor een duurzame situatie is het milieu, oftewel het ecologisch kapitaal. Wij bouwen onze gehele maatschappij op de aarde en we maken gebruik van haar hulpbronnen. Daarom is de blauwe cirkel, die de maatschappij voorstelt, getekend op de groene milieucirkel. Hetzelfde geldt voor de economie: de economie is gebouwd op en uit onze maatschappij. Dit betekent echter wel dat we er zuinig mee om moeten gaan: als de maatschappij in negatieve zin aangetast wordt, kan dat ook gevolgen hebben voor onze economie, simpelweg omdat deze op de maatschappij gebouwd is. Een ander, misschien nog wel drastischer voorbeeld: als we onze aarde niet goed behandelen, bijvoorbeeld door te veel en te intensief gebruik te maken van de aan ons aangeboden hulpbronnen, zalvolgens het diagram-de maatschappij, en indirect dus ook de economie, hieronder te lijden hebben. Nu zijn we dan ook aangekomen bij de reden voor het standpunt van Daly, dat de natuur de basis, het grote, alle dragende, fundament is. Voor een duurzame economie is het volgens figuur 1.3 dus noodzaak dat er eerst een gezonde leefomgeving en een gezonde maatschappij aanwezig moeten zijn. Alleen dan kan er een gezonde, duurzame economie ontstaan. Pagina 9 van 65

11 1.2. Hoe zit dat dan in de visserij? In bovenstaand verhaal heb ik geprobeerd om de verschillende visuele weergaven wat betreft duurzaamheid toe te lichten. Nu probeer ik om op deze basis, dit fundament, verder te bouwen. In deze paragraaf vergelijk ik de huidige situatie in de visserij met één van eerdergenoemde diagrammen en geef ik aan met welk diagram de situatie het best overeenkomt. De visserij vertoont kenmerken van bovenstaand verhaal. Om te beginnen vertoont de visserij kenmerken van de Brundtlanddefinitie: Brundtlanddefinitie Deze definitie wijst ons erop dat we, terwijl we nu aan onze behoeften moeten voldoen, we tegelijkertijd rekening moeten houden met toekomstige generaties. In het geval van de visserij is dit in wezen erg gemakkelijk. Het basisprincipe van visserij is het onttrekken van vis en andere zeeorganismen om verschillende redenen, voornamelijk om aan de vraag naar voedsel te voldoen. Om aan deze voedselvraag te voldoen, moet er dus vis (en andere zeeorganismen) uit de zee worden onttrokken. We maken dus gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Als we, volgens de Brundtlandcommisie, duurzaam willen handelen, moeten we dus vis overlaten voor toekomstige generaties, zodat ook zij aan hun voedselvraag kunnen voldoen. In theorie is dit goed realiseerbaar, omdat de vispopulatie zich na een tijdje weer hersteld, mits we er goed mee om gaan. Dat wil zeggen: de zee niet in een dergelijke mate leegvissen, dat de vispopulaties zich niet meer kunnen herstellen Triple P theorie Naast de Brundtlanddefinitie kan de Triple P theorie ook erg goed gebruikt worden om de huidige situatie in de visserij weer te geven. In het verhaal over de visserij is namelijk zowel een planet- als een people- en profit-kenmerk te vinden (Productschap Vis, 2012): Planet: de zee en haar natuurlijke hulpbronnen, dus een aanzienlijk deel van alle zeeorganismen. Maar het gaat hier niet alleen om de zee zelf, maar vooral om de impact van de visserij op de zee. Profit: Het uiteindelijke doel van de vissers is winst maken. De Nederlandse vissector kent een jaaromzet van 3,6 miljard euro (Productschap Vis, 2012). De visserij is dan van economisch belang voor Nederland. People: de mensen die het meest betrokken zijn bij de visserij zijn natuurlijk de vissers zelf. Om een duurzame situatie te bereiken, moeten zij onder gezonde en humane omstandigheden hun werk kunnen verrichten. Vissers en andere betrokken mensen (People) Winst (Profit) De zee (Planet) Dit geldt natuurlijk voor de gezonde en veilige kant van de werkomstandigheden, maar er moet ook rekening worden gehouden met Figuur 1.4: de Triple P theorie toegepast op de situatie binnen de visserij de visserijcultuur en tradities. Bepaalde ingrepen, die het werk gemakkelijk zouden maken kunnen misschien geen werkelijkheid worden, omdat ze een te grote verandering in de tradities met zich meebrengen. Pagina 10 van 65

12 Als we in dit werkstuk uitgaan van de Triple P theorie als het op duurzaamheid aankomt, betekent dat dus dat we een duurzame situatie bereikt hebben als zowel de zee met haar organismen als de betrokken mensen, onder wie dus de vissers, er géén hinder van ondervinden. Daar komt nog bij dat er ook nog winst moet worden gemaakt De venndiagrammen Dan hebben we nog de weergave als in figuur 1.3, het zogenaamde trapsgewijze venndiagram, welke op 2 manieren uitgelegd kan worden. Beide manieren zijn al eerder in deze paragraaf uitgelegd. Samenvattend: De zee 1) De componentinterpretatie waar elke schijf een deel is van de omringende schijf. Verlies in de ene schijf heeft winst in de andere schijf als gevolg en vice versa. 2) De trapinterpretatie, waar elke schijf gebouwd is op de onderliggende schijf. Een negatieve invloed op een bepaalde schijf kan dan ook negatieve gevolgen hebben voor een bovenliggende schijf. De betekenis van de componenten of schijven verschilt niet zozeer in vergelijking met figuur 1.4: Het milieu is in dit geval weer de zee en alles wat zich aan organismen daarin bevindt. (Planet) (Planet) Vissers etc. (People) Winst (Profit) Figuur 1.5: het venndiagram toegepast op de situatie binnen de visserij De maatschappij is hier de hele maatschappij die zich rond de visserij gevormd heeft. (People) Bij de economie moet er gedacht worden aan de winstgevende sector van de visserijwereld. (Profit) Er is dus geen duidelijk verschil met figuur 1.4 te vinden. Het grote verschil verschuilt zich in de interactie tussen deze schijven. Uitgaande van interpretatie 1 is de hele vissersmaatschappij en economie een onderdeel van de visgronden en dat winst in bijvoorbeeld de economische sector van de visserij verlies in de (kwaliteit van de) visgronden als gevolg heeft. De tweede interpretatie zegt juist dat de zee het grote fundament is waar de hele visserswereld (de maatschappij én de economie) op is gebouwd. Als de zee, en dan met name haar organismen/natuurlijke hulpbronnen, beschadigd raakt door toedoen van (in dit geval) de vissers zelf, zal de hele maatschappij die daarop gebouwd is, er ook hinder van ondervinden. De drie zojuist genoemde weergaven van het begrip duurzaamheid zijn dus allemaal (enigszins) van toepassing zijn op de situatie zoals die zich in de visserswereld voordoet. In mijn ogen is figuur 1.5 de meest juiste manier om de duurzame ontwikkeling in de visserijsector weer te geven. De reden hiervoor is dat er in figuur 1.5 de nadruk wordt gelegd op het feit dat de zee (het milieu, de aarde) het fundament is voor de visserij en alle economische winst. Dit is natuurlijk erg aannemelijk, want zonder vis is er natuurlijk ook geen visserij mogelijk. Er wordt vaak zo veel mogelijk winst uit de economische schijf van dit model gehaald, wat, zoals eerder Pagina 11 van 65

13 vermeld, vaak tot verlies van het ecosysteem en van de visstand leidt of kan leiden. In mijn ogen moet er dus eerst goed geïnvesteerd worden in de ecologische component van een duurzame situatie, om daarna een gezonde, winstgevend en duurzame vissersmaatschappij te verkrijgen. Pas dan is de ideale situatie in figuur 1.2 en figuur 1.4 bereikt: een duurzame situatie. Pagina 12 van 65

14 2. Welke partijen zijn bij dit probleem betrokken? Nu we weten wat we verstaan onder duurzaamheid en een duurzame visserij, moet er verder gekeken worden. Belangrijke vragen zijn: welke partijen zijn er bij betrokken? Hoe staan de partijen tegenover een eventuele duurzame visserij? En hoeveel invloed hebben deze partijen? Bij een dergelijk probleem als er hier sprake van is, zijn erg veel partijen betrokken. Allemaal hebben ze een eigen visie op het probleem en eventuele oplossingen, iets wat het proces niet vergemakkelijkt. Globaal komt het op de volgende partijen neer (De Vos & Hoefnagel, 2006): Tabel 2.1: partijen die betrokken zijn bij een transitie naar een duurzame visserij, gesorteerd per categorie Categorie Politiek Natuur- en milieuorganisaties Sectorvertegenwoordigers Advies-/onderzoeksgroepen Ketenpartijen Actor Ministerie van Infrastructuur & Milieu o.l.v. minister Schultz van Haegen-Maas Geesteranus Kamerleden Lokale en regionale bestuurders Europese Commissie o.l.v. EU commissaris Overige Europese instanties als de Visserijraad en OSPAR WWF Greenpeace Stichting de Noordzee Wakker Dier Waddenvereniging FAO IUCN Nederlandse Vissersbond Federatie van visserijverenigingen/grote visbedrijven Productschap vis/ Producentenorganisaties Jonge vissers Europeche NIOZ IMARES LEI ICES NIOO Waddenacademie Handel/verwerking Consument/burger Unilever Supermarkten (Ahold) Afslagen MSC Pagina 13 van 65

15 Overig Media Banken Sportvissers Viskwekers Scheepsbouw Uit tabel 2.1 blijkt dat er heel veel actoren bij dit proces betrokken zijn. Hierdoor gaat het overzicht verloren. Omdat ik me alleen ga richten op het ecologische deel van de duurzame visserij, dat wil zeggen de invloed van de visserij op het milieu en de leefomgeving, beperk ik me ook alleen op de partijen die hierbij betrokken zijn. Hieronder vallen de natuur- en milieuorganisaties, de onderzoeksen adviesgroepen en de (visserij)sectorvertegenwoordigers Rol en visie van de actoren Vervolgens is het zaak om de eigen visie op het proces en de rol van de actoren in het proces te vermelden. Hiervan staan de resultaten in tabel 2.2. Tabel 2.2: rol en visie van de actoren betrokken bij het transitieproces naar een duurzame visserij. Informatie is, tenzij anders aangegeven, afkomstig van interviews gehouden door De Vos en Hoefnagel (De Vos & Hoefnagel, 2006) Actor Categorie Rol in het proces Visie op de vissector (En evt. toekomstbeeld zoals actor in kwestie het graag ziet) Greenpeace Natuur- en milieuorganisatie Consument beïnvloeden o.a. d.m.v. ranglijst supermarkten en andere acties, fysiek actievoeren tegen milieuonvriendelijke visserijvormen en van zich laten horen op conferenties. Kritisch: huidige situatie is niet bevredigend, visserij moet nog sterk veranderd worden. Einddoel is een duurzame vissector. D.w.z. met duurzame vismethodes en zeereservaten. (Greenpeace, 2012), (Greenpeace, 2012) Stichting de Noordzee Natuur- en milieuorganisatie Advocaat en waakhond. Dialoog met visserij, alternatieven aandragen (niet per se technisch) Ze zijn niet tegen visserij, maar voor duurzame visserij. Consumenten moeten bewust worden en duurzame vis kopen Wakker Dier Natuur- en milieuorganisatie Een beter dierenwelzijn voor vissen bereiken via lobby en onderzoek. Kritisch vanwege dieronvriendelijkheid van vangst- en dodingmethode. Waddenvereniging Natuur- en milieuorganisatie Een lobbyorganisatie: de Waddenvereniging probeert beleid te beïnvloeden. Voorheen was dat vooral via de juridische weg, tegenwoordig door het maken van afspraken vóór vergunningverlening. De Waddenvisserij van de toekomst kenmerkt zich door kleinschaligheid en kwaliteit en is afgestemd op de ecologische draagkracht van de Waddenzee. Te bereiken door samenwerking tussen visser en natuurbeschermer. Pagina 14 van 65

16 FAO IUCN Natuur- en milieuorganisatie Natuur- en milieuorganisatie Het versterken van het wereldwijde bestuur en de technische capaciteiten van de lidstaten en het begeleiden van de consensusvorming over verbeterde bescherming en gebruik van mariene hulpbronnen. Op basis van wetenschappelijke adviezen de overheid stimuleren tot een verduurzaming van visserij. Dialoog met visserijsector met als doel motivatie tot een duurzamer gebruik. van hulpbronnen. De visie van het FAO is een wereld waarin verantwoordelijk en duurzaam gebruik van visserij en aquacultuur een bijdrage leveren aan welzijn, voedselzekerheid en bestrijding van armoede. Een visserij waarin sociale, economische en ecologische aspecten in balans komen. Daarnaast ziet IUCN graag dat er meer transparantie in de keten komt. (FAO, 2013) (IUCN, 2013) WWF Natuur- en milieuorganisatie Streven naar verdubbeling beschermde zeegebieden, bedrijven en consument bewegen, debat losweken, onderzoek ondersteunen Ze zijn niet tegen visserij, maar voor duurzame visserij. Consumenten moeten bewust worden en duurzame vis kopen. Jonge vissers Individuele vissers Nederlandse Vissersbond Sectorvertegenwoordigers Federatie van visserijverenigingen/grote visbedrijven Sectorvertegenwoordigers Productschap vis/ Producentenorganisaties Sectorvertegenwoordigers Sectorvertegenwoordigers komstvisie. De individuele vissers hebben de taak zich open te stellen voor verbeteringen en rond de tafel te gaan Sectorvertegenwoordigers Mediator, om maatschappelijke normen te vertalen naar vissers en andere partijen om zo het beleid en de doelstelling te halen welke je met elkaar hebt afgesproken. Spelregels die in het plan geformuleerd zijn goed tussen de oren van de producenten/vissers/schippers te krijgen. Wanneer de mentaliteit van de vissers verandert is er draagvlak. Faciliterend en ondersteunend voor sector en keten. Via Task Force, onderzoek, RAC Bijdragen aan toekomst visie. Jonge vissers organiseren in platform, één organisatie met een toe- Mild. Complexe situatie, verdeeld probleem, niet één oorzaak. Gebrek aan Communicatie. Kritisch: mentaliteit van (sommige) vissers moet veranderen. Mild. Er is veel onzekerheid (beleid, financieel). Wel iets veranderen aan attitude vissers. Mild/kritisch Op gasolie gebied zijn we niet duurzaam bezig. Vissers staan aan de zijlijn, hebben niet veel te vertellen. Op het gebied van betere vangstmethodes wordt afwisselend gereageerd. Als er aangepast wordt, zodat er goedkoper (Rispens, 2012) Pagina 15 van 65

17 NIOZ IMARES LEI NIOO ICES Waddenacademie Advies- /onderzoeksgroe pen Advies- /onderzoeksgroe pen Advies- /onderzoeksgroe pen Advies- /onderzoeksgroe pen Advies- /onderzoeksgroe pen Advies- /onderzoeksgroe pen met andere partijen die bij het proces betrokken zijn. Het verkrijgen en uitdragen van wetenschappelijke kennis over zeeën en oceanen voor een goed begrip en een duurzame toekomst van onze planeet. Wetenschappelijk onderzoek doen om visserij op een duurzame en rendabele manier mogelijk te maken. Daarnaast werkt IMA- RES veel samen met een groot deel van de in deze tabel beschreven actoren. Sociaal en economisch onderzoek verrichten voor organisaties, overheden en bedrijven. Het doen van fundamenteel en strategisch ecologisch onderzoek naar organismen, populaties, levensgemeenschappen en ecosystemen. Op basis van wetenschappelijk onderzoek overheidsorganen en internationale instanties advies geven op het gebied van mariene ecologie en de menselijke invloed op mariene ecosystemen. De Waddenacademie versterkt de samenhang tussen het onderzoek op regionaal, nationaal en internationaal niveau en bevordert de kennisuitwisseling in en tussen de onderzoeksgroepen, de overheid, het bedrijfsleven en de maatschappelijke organisaties. gevist kan worden, is er een goede toekomst voor de visserij mogelijk. Geen duidelijke visie op de (toekomst van de) vissector. Een duurzame en rendabele manier van vissen met zomin mogelijke impact op het milieu, zoals bijvangsten (discards) en met zomin mogelijk beschadigingen aan habitats. Geen duidelijke visie op de (toekomst van de) vissector. Geen duidelijke visie op de (toekomst van de) vissector. Een visserij die op basis van wetenschappelijke adviezen vist met besef dat de mariene leefomgeving bewaard moet blijven. Niet een erg duidelijke visie op de vissector, maar meer een visie op de toekomst van de Waddenzee: de Academie wil het waddengebied (laten) ontwikkelen tot een kraamkamer voor kennis over duurzame ontwikkeling van een kustgebied, waar natuurwaarden centraal staan en een dragend onderdeel vormen van de lokale en regionale economie. (NIOZ, 2013) (Wageningen UR, 2013) (Wageningen UR, 2013) (NIOO, 2013) (ICES, 2013) (Waddenacade mie, 2013) Pagina 16 van 65

18 2.2. Hoeveelheid invloed van de actoren Het behoeft verder geen uitleg dat niet elke partij evenveel invloed heeft in het probleem. En daarom heeft ook niet elke partij een even grote inbreng op het gebied van oplossingen. Daarom hebben De Vos en Hoefnagel de partijen betrokken bij het duurzame-visserijprobleem gesorteerd op mate van invloed. Aangezien ik me alleen richt op de partijen die in tabel 2.2 staan, heb ik de gegevens van De Vos en Hoefnagel gefilterd, waardoor nu alleen de ecologische partijen weergegeven zijn. Onderstaand figuur geeft de mate van invloed aan van de partijen uit tabel 2.2. Elke cirkel staat voor een actor. Hoe dichter de cirkel van de desbetreffende actor bij het centrum van het blauwe cirkeldiagram staat, hoe meer invloed die partij in kwestie heeft. Daarnaast geeft de kleur van de cirkels aan tot welke categorie in tabel 2.2 de partij behoort: groen staat voor de natuur- en milieuorganisaties, rood staat voor de visserijsectorvertegenwoordigers en de oranje cirkels geven aan dat de partij onder de categorie advies- en onderzoeksgroepen valt. De grootte van de cirkels van de verschillende actoren heeft overigens geen betekenis. Voedingscentrum NIOO IUCN FAO IMARES Vissersbond Stichting De Noordzee Productschap Vis LEI Jonge Vissers Greenpeace ICES WNF Individuele vissers NIOZ Waddenvereniging Federatie van visserijverenigingen Waddenacademie Wakker Dier Figuur 2.1: de hoeveelheid invloed van de partijen (ingedeeld per categorie) die betrokken zijn bij de transitie naar een duurzame visserij (Naar: De Vos & Hoefnagel, 2006) Pagina 17 van 65

19 2.3. Actorenanalyse Nu we weten hoeveel invloed de betrokken actoren hebben, is het zaak om de wisselwerking tussen de partijen in kaart te brengen. Hiervoor maak ik gebruik van een actorenanalyse (Beleidsimpuls, 2012). Een actorenanalyse is een schema waarin de relaties en invloeden tussen de verschillende partijen duidelijk weergegeven worden. Daarnaast geeft het ook informatie over de grootte van de invloed van de verschillende partijen. Omdat er veel verschillende actoren (namelijk alle actoren genoemd in tabel 2.2) betrokken zijn bij dit proces, verdeel ik de partijen in 5 groepen, omdat anders het overzicht verloren zou gaan. Alle actoren binnen dezelfde groep hebben nagenoeg dezelfde belangen. Daarom heb ik er dan ook voor gekozen om elke groep in het analysediagram van figuur 2.2 te betitelen met het belang dat zij nastreven. Hieronder staat aangegeven welke actor uit tabel 2.2 onder welke belangengroep hoort: Voedselvoorziening : de FAO Dierenrechten : stichting Wakker Dier Behoud van de mariene leefomgeving : alle actoren binnen de categorie natuur- en milieuorganisaties in tabel 2.2, met uitzondering van de hierboven genoemde groepen. Visserij als bron van inkomsten : alle sectorvertegenwoordigers uit tabel 2.2 Onderzoek & advies : de actoren die in tabel 2.2 onder de categorie onderzoeks- en adviesgroepen vallen. Een analyse als die in figuur 2.2 dient als volgt geïnterpreteerd te worden: De groene, oranje en rode cirkels geven de vijf genoemde groepen actoren aan. In die cirkels staan de belangen die zij bij dit probleem hebben. De kleuren oranje, rood en groen staan, net zoals in figuur 2.1, voor de categorieën in tabel 2.2: groen geeft natuur- en milieuorganisaties aan, oranje de advies- en onderzoeksgroepen en rood staat voor de vertegenwoordigers van de visserijsector. De grootte van de cirkels geeft aan hoeveel macht de partijen hebben om het proces te beïnvloeden: hoe groter de cirkel, hoe meer invloed. De pijlen geven aan op welke manier de groepen actoren elkaar beïnvloeden: op een positieve manier (een plusje, er is samenwerking mogelijk) of op een negatieve manier (een minnetje, er is sprake van tegengestelde belangen). De dikte van de pijl geeft de grootte van de invloeden aan: hoe dikker de pijl, hoe groter de overeenkomsten (bij een plusje) of de verschillen (bij een minnetje) zijn. Pagina 18 van 65

20 De actorenanalyse ziet er dan als volgt uit: + Behoud van mariene leefomgeving + + Voedselvoorziening Dierenrechten Visserij als bron van inkomsten + Duurzame visserij + + Onderzoek & advies Figuur 2.2: actorenanalyse van de partijen die betrokken zijn bij de transitie naar een (ecologisch) duurzame visserij Nu we weten welke partijen betrokken zijn bij het proces, hoeveel invloed deze partijen hebben en welke overeenkomstige of tegengestelde belangen ze hebben, kunnen er conclusies getrokken worden: Ten eerste kan er antwoord gegeven worden op de vraag welke partijen veel invloed hebben op het proces: de natuur-milieuorganisaties en de sectorvertegenwoordigers. Dit blijkt namelijk uit figuur 2.1, waar die partijen vooral in het centrum van het diagram staan. Maar als we kijken naar 2.2, waarin we onderscheid hebben gemaakt tussen een aantal natuurorganisaties, zien we dat dat begrip nog te breed is. Uit figuur 2.2 blijkt dat het vooral de natuurorganisaties zijn die zich richten op een gezond milieu met een grote biodiversiteit, die veel te zeggen hebben. Dit is ook wel gemakkelijk te verklaren: De grootste kritiek op de huidige visserij is de beschadiging van de mariene leefomgeving en drastische vermindering van de biodiversiteit. De organisaties die zich richten op dierenrechten en de voedselvoorziening zijn veel minder betrokken bij het probleem, simpelweg omdat deze onderwer- Pagina 19 van 65

21 pen geen hot topic zijn bij de kritiek op de huidige situatie van de visserij. De partijen die voor een gezonde leefomgeving voor het mariene leven strijden, te weten de Waddenvereniging, Stichting de Noordzee, Greenpeace en het WNF, laten nu dus ook het meest van zich horen. De andere categorie actoren is de sectorvertegenwoordiging, waarvan een deel ook veel invloed heeft op het transitieproces naar een duurzame visserij. Deze actoren zijn organisaties met een overkoepelende functie. In dergelijke organisaties, waarvan Productschap Vis een goed voorbeeld is, zijn meerdere, vaak kleinere, organisaties vertegenwoordigd. Hierdoor kunnen ze een groter statement maken, terwijl de kleinere belangenorganisaties, zoals de Vissersbond, vaak minder in te brengen hebben. De onderzoeksinstituten staan eigenlijk los van de natuur- en sectororganisaties en hebben dan ook minder invloed. Toch zullen ook zij moeten blijven meedenken om tot een goede oplossing te komen. Over het algemeen hebben de belangengroepen wel een positieve invloed op elkaar en ook op een eventuele duurzame visserij. In het geval van de groep behoud van de mariene leefomgeving is dat natuurlijk logisch, maar ook de vissector heeft een zij het een kleinere- invloed op het proces naar een duurzame visserij. De reden hiervoor is de hoge brandstofprijs van tegenwoordig. Hierdoor lopen de kosten alleen maar op voor de vissers. En aangezien het begrip duurzamer ook slaat op economisch duurzamer, zullen de (brandstof)kosten voor de vissers veel lager zijn, als ze over zouden stappen op duurzamere methodes. Daarom oefenen de vissers een positieve (stimulerende) invloed uit op een duurzame visserij. Kanttekening daarbij is echter wel dat die invloed kleiner is dan die van de natuur- en milieuorganisaties, zoals ook blijkt uit figuur 2.2. Het conflict tussen de natuurbeschermers en de vissector is tegenwoordig het meest in het nieuws te zien. Niet alleen is dit het enige conflict waar een minnetje bij staat, ook is dit het grootste conflict. Met andere woorden: de belangen zijn hier het meest tegengesteld. Zoals ik al eerder zei, staan de natuurbeschermers kritisch tegenover de huidige vorm van vissen en streven ze naar een duurzamere manier van vissen. De vissers willen daarentegen qua opbrengst natuurlijk niets inleveren en zeker nu niet, omdat ze te maken hebben met extreem hoge (brandstof)kosten. Eén van de manieren om een duurzamere vissector te bereiken, is het verduurzamen van de vistechnieken. Om beide partijen tevreden te stemmen, moet er dus een methode ontwikkeld worden, waarbij het mariene ecosysteem minder beschadigd wordt en de vissers genoeg blijven vangen om zeker te zijn van hun bestaan. Pagina 20 van 65

22 3. Wat zijn de meest gebruikte vismethodes en hoe groot is de ecologische impact? In de Nederlandse kustwateren wordt met veel verschillende methodes gevist. Elke methode heeft vanzelfsprekend ook een andere impact op het milieu: de ene techniek gaat gepaard met veel bodemberoering, terwijl de andere de bodem überhaupt niet aanraakt. De ene techniek heeft met veel discards te maken, terwijl de andere techniek erg selectief is. Een algemene duurzame visserij is dus niet eenvoudig te bereiken: per vismethode moeten bepaalde maatregelen getroffen worden, die voor een andere methode misschien wel helemaal niet van toepassing zijn. Daarom zal ik in deze deelvraag de werking van de meest voorkomende en relevante vismethodes die in de Nederlandse kustzone voorkomen, toelichten. Daarnaast besteed ik aandacht aan de ecologische impact van deze methodes. Aangezien er veel manieren zijn om te vissen, heeft de Europese Commissie besloten om orde te creëren: de vismethodes, die het meest gebruikt worden in de lidstaten van de EU, zijn ingedeeld in drie categorieën: actief, mobiel en passief vistuig (Stichting De Noordzee, 2011). Zie figuur 3.1. Deze verdeling is gebaseerd op de manier waarop het vistuig door het water beweegt: actief vistuig wordt door het water gesleept, terwijl bij mobiel en passief vissen het tuig stilstaat in het water. Het verschil tussen mobiel (ook wel semi-passief genoemd) en passief vissen is dat de vissersboot zich bij mobiel vissen wel verplaatst en bij passief vissen niet (zie figuur 3.1). De methodes die door Nederlandse vissers het meest gehanteerd worden, zijn met een rood kader aangegeven en zullen hier besproken worden. Pagina 21 van 65 Figuur 3.1: verschillende vismethodes, door de EC ingedeeld in actief, mobiel en passief vissen

23 3.1 Actief vistuig Actief vistuig kenmerkt zich door een net dat door een schip voortgesleept wordt. Dit kan zowel over de zeebodem als door de waterkolom gebeuren (Stichting De Noordzee, 2011). In de meeste gevallen wordt gebruik gemaakt van een trechtervormig net. Er kan nog een verdere onderverdeling gemaakt worden, namelijk in de manier waarop het net open wordt gehouden. Bij de boomkorren gebeurt dat door middel van een lange metalen stang, de boom. Bij sleepnetten wordt gebruik gemaakt van scheerborden Boomkorren De meest gehanteerde visserijvorm in Nederland is de boomkorvisserij (Ecomare, 2013). Met deze methode wordt vooral op platvis gevist, maar het wordt ook veel gebruikt voor de vis op garnalen. Het tuig is hierbij wel iets anders dan bij de visserij op platvis. Boomkorvisserij op platvis Bouw en werking van de methode: Het tuig bestaat uit een trechtervormig net dat opengehouden door een lange, metalen stang. Deze stang wordt een boom genoemd. Aan de uiteinden van de boom zijn zogenaamde sloffen bevestigd. Deze sloffen voorkomen dat de hele boom over de bodem sleept (figuur 3.2). Slof Naast de boom zitten er ook twee lange Figuur 3.2: boomkortuig met sloffen ( Karien Blankenburgh) touwen tussen de sloffen. Deze worden pezen genoemd. Aan de boven- en onderpees zijn respectievelijk de boven- en onderkant van het net bevestigd. Tenslotte zitten er zware kettingen aan de sloffen bevestigd. Het geheel is aan een giek bevestigd door middel van kettingen (Den Heijer & Keus, 2001). Zowel aan bakboord als aan stuurbord zit een giek met daaraan een boomkortuig. Als het schip begint met een trek, worden de gieken, al varende, neergelaten, totdat de sloffen op de bodem staan. Vervolgens sleept het schip de beide tuigen voort. De wekkerkettingen slepen dan voor de onderpees over de bodem. Het nut ervan is dat de platvis, die op, vlak boven, of zelfs in de bodem leven, opgeschrikt worden door het ratelen van de kettingen, waardoor ze omhoog zwemmen. Vervolgens komen ze in het net terecht, dat achter de wekkers aangesleept wordt (Den Heijer & Keus, 2001). Figuur 3.3: visprincipe van de boomkormethode ( Ecomare, Oscar Bos) Pagina 22 van 65

24 Invloed op de mariene leefomgeving Het is natuurlijk geen verrassing dat de leefomgeving hinder ondervindt van de zware wekkers. Veel natuurbeschermers hebben daarom ook commentaar op de kettingen: ze zouden al het bodemleven vernietigen. Hoe groot deze invloed is, is nog niet met 100 procent zekerheid te zeggen. Het is namelijk erg moeilijk om onder water onderzoek te verrichten. Toch wordt er veel onderzoek gedaan naar de bodemberoering van de wekkerkettingen. Onderzoek van BEON uit 1993 en 1994 wees uit dat de impact op schelpdieren erg groot is bij deze methode: de sterfte van schelpdiersoorten in het spoor van de kotter zou tussen de 12 en 84% liggen (Den Heijer & Keus, 2001). Ook recenter onderzoek heeft aangegeven dat de boomkorvisserij meer bodemberoering veroorzaakt, in vergelijking tot alternatieve vismethodes, zoals een outrigger (Steenbergen & Van der Hammen, 2011). Kanttekening hierbij is wel dat er geen duidelijk kwantitatief onderzoek naar is verricht. Toch wijst het gros van de onderzoeken wel uit dat de bodemimpact bij de boomkorvisserij erg groot is. Een ander veelgehoord punt van kritiek van de natuur- en milieuorganisaties is dat de boomkorvisserij weinig selectief is: er is sprake van een grote hoeveelheid discards. De reden hiervoor is dat er gevist wordt met kleine mazen. Grote mazen zijn geen optie, omdat dan de platvis er gemakkelijk doorheen kan zwemmen. Het grote nadeel is dus dat er wel veel bijvangst in het net terecht komt. Boomkorvisserij op garnalen Kotters met boomkorren worden niet alleen gebruikt voor de platvissector. Voor de visserij op garnalen wordt ook gebruik gemaakt van een boomkortuig, zij het met enige aanpassingen. Dit tuig wordt doorgaans ook wel garnalenkor genoemd. Bouw en werking van de methode Het tuig van de garnalenkor is nagenoeg hetzelfde als bij de traditionele boomkor. Dit is ook niet verwonderlijk, want garnalen leven nagenoeg op dezelfde locatie als platvis: op de bodem, waarbij ze zich soms ingraven. Er zijn echter twee grote verschillen tussen deze twee methodes: De wekkerkettingen zijn vervangen door een zogenaamde rollenpees (figuur 3.4). Dit is een lang touw waaraan ronde, kunststof blokken zijn bevestigd. De garnalen schrikken van een rollenpees al genoeg op en het gebruik van wekkers zou dus alleen maar extra last zijn. Het grote voordeel van een rollenpees is dat het tuig lichter. Daarnaast is de rest van het tuig over het algemeen ook lichter (Productschap Vis, 2010). De maaswijdte van het net is kleiner dan het net van het boomkortuig, omdat garnalen ook veel kleiner zijn dan de Figuur 3.4: boomkortuig met een rollenpees (eigen foto) platvissoorten. Bij boomkorvisserij is de maaswijdte nog 8 centimeter, bij de garnalenkor is de minimumwijdte 2 cm. Veel wijder dan dat zijn de mazen meestal niet (Productschap Vis, 2010). Pagina 23 van 65

25 Invloed op de mariene leefomgeving De visserij met de garnalenkor heeft te maken met dezelfde kritiek als de boomkor. Toch is er wel een verschil: bij de boomkor ging de kritiek vooral over de invloed op de zeebodem, vanwege het grote gewicht van het tuig. De veel lichtere garnalenkor beschadigt de zeebodem in veel mindere mate, waardoor men ook minder kritiek uit op dit gebied (Rispens, 2012). Toch zijn er wetenschappers die beweren dat de (endo)benthische diersoorten beschadigd worden door de rollenpees. De hoeveelheid discards is veel meer een punt van discussie bij de garnalenkor. Door de kleinere mazen kan er veel minder vis ontsnappen. Dit leidt automatisch tot veel discards. Alternatieven voor de boom- en garnalenkor De bovengenoemde vismethodes zijn verreweg de meest bekritiseerde manieren van vissen. Zoals al eerder genoemd in de inleiding, is één van de manieren om te verduurzamen, het aanpassen van de vismethodes. De ontwikkeling van alternatieven voor de boomkor, maar ook voor de garnalenkor zijn in volle gang. Een kort overzicht van de alternatieven met de meeste potentie: SumWing: bij het SumWingtuig is de boom vervangen door een vleugel, waardoor er met minder weerstand gevist wordt. Dit bespaart brandstof en beschadigt de bodem in mindere mate (Ecomare, 2013). Pulskor: methode waarbij de wekkerkettingen (of rollenpezen) vervangen worden door sleepdraden waar stroomdraadjes doorheen lopen. Hierdoor worden de vissen (of garnalen) opgeschrikt zonder dat de bodem al te zwaar beschadigd raakt (Ecomare, 2013). Bovendien scheelt het gebruik van stroomdraden aardig in brandstof. Hydrorig: een complex tuig, waarbij onder andere de wekkerkettingen vervangen zijn door metalen koppen. Als deze koppen door het water voortbewegen, ontstaan er waterwervelingen die de platvis op doet schrikken. Ook deze methode is vooral gericht op minder bodemberoering en dus minder brandstofverbruik (Visserijnieuws, 2009). Zeefnet en brievenbus. Deze tuigen worden in hoofdstuk 4 besproken Sleepnetten Trawlvisserij (bordenvisserij) Bouw en werking van de methode: Bij deze methode wordt gebruikt van een sleepnet, ook wel trawl genoemd. Deze trawl komt in vorm erg overeen met het net van het boomkortuig. De trawl is via vislijnen aan de achterkant van het schip bevestigd en wordt voortgesleept. In tegenstelling tot de boomkorren wordt het net niet met een boom opengehouden. Om toch het net tijdens het vissen open te houden, wordt gebruik gemaakt van zogenaamde scheerborden. Als het schip het net voortsleept, scheren de borden allebei naar buiten en opent het net zich (Ecomare, 2013). Het schip moet dus met een minimale snelheid varen om het net open te houden. Vaak bevat het tuig ook een onderpees, die zich aan de onderkant Figuur 3.5: visprincipe van de bordenvisserij ( Ecomare, Oscar Bos) Pagina 24 van 65

26 van de opening van het bevindt. Deze onderpees rolt over de bodem, omdat de beoogde vissoorten vaak vlak boven de bodem zwemmen (Vissersbond, 2013). Naast de enkelvoudige trawlvisserij, waarbij met een trawl gevist wordt, is er ook een methode, waarbij met twee trawls gevist wordt. Dit wordt twinriggen genoemd. Deze netten zijn aan de binnenkant aan elkaar bevestigd met zware gewichten die over de bodem rollen. Deze gewichten worden sloffen genoemd. Het principe is verder hetzelfde: ook bij het twinriggen wordt het net opengehouden door scheerborden, alleen is er aan elk net maar een scheerbord gekoppeld (Vissersbond, 2013). Zie figuur 3.6. Op dezelfde manier kunnen er ook meer dan twee trawls aan elkaar gekoppeld worden. Dit wordt multi-rigging genoemd (Ecomare, 2013). Invloed op de mariene leefomgeving Figuur 3.6: visprincipe van het twinriggen ( Ecomare, Oscar Bos) Oorspronkelijk was de (enkelvoudige) bordenvisserij gericht op zowel platvis als rondvis (zoals kabeljauw) en haring. De visserij op platvis werd vanaf de jaren 60 vooral uitgevoerd door de boomkorvisserij, omdat hier meer mee gevangen kon worden (Ecomare, 2013). Toch is vanuit ecologisch oogpunt de bordenvisserij een betere variant voor de bodemvisserij: bij beide methodes sleept het tuig over de zeebodem, maar de mate waarin dit gebeurt verschilt nogal: bij de boomkorvisserij sleept de hele boom (met een lengte van soms wel 10 meter) over de bodem, terwijl bij de trawlnetten alleen de scheerborden (met een totale breedte van minder dan 1 meter) over de bodem slepen. Naast de scheerborden bevat het bordentuig ook nog een onderpees. In vergelijking met de boom is de bodemberoering veroorzaakt door de onderpees echter veel kleiner. Twinriggen en multi-riggen is in verhouding nog de meest gunstige manier van het vissen met een trawlnet en borden. Ten eerste is het ecologisch verantwoorder, doordat de bodembeschadiging (net als bij de enkelvoudige bordenvisserij) in dit geval veel lager is dan bij de boomkor. Daarnaast is het economisch voordeliger voor de vissers: het schip ondervindt bij twin- en multirigging minder weerstand, waardoor er minder brandstof verbruikt wordt. Dit scheelt aanzienlijk in de kosten. Tegelijkertijd wordt er wel een groot oppervlak bevist, omdat meerdere trawls een grote breedte in beslag nemen (Den Heijer & Keus, 2001). Het ligt voor de hand om te zeggen dat alle boomkorvissers het beste over kunnen gaan op twin- en multirigmethodes. Er is echter een probleem dat deze overgang bemoeilijkt: het hele achterdek van de platviskotters moet gereorganiseerd worden en dit kost erg veel geld. Zeker in deze tijden is het dus niet voor de hand liggend dat vissers ervoor kiezen om hun hele schip om te bouwen (Ecomare, 2013). Voor de vissers die wel graag over willen stappen op een twinrigmethode, is er een oplossing: het outriggen. Bij deze methode wordt ook gevist met (één of meerdere) trawls. De bevestiging van de netten aan het schip verschilt echter wel: in plaats van op het achterdek, worden de vislijnen waar de netten aan zitten, nu bevestigd aan de gieken van de boomkorkotter. Zo kunnen de vissers wel vol- Pagina 25 van 65

27 gens de trawlmethode vissen, maar hoeven ze daarvoor geen enorme investering te doen (Ecomare, 2013) Mobiel (semi-passief) vistuig Snurrevaad Zegens Bouw en werking van de methode: Het vistuig bestaat uit een sleepnet, dat verbonden is met twee kabels (zegentouwen). De ene kabel zit vast aan een anker en de andere kabel zit vast aan het schip zelf. Zie de afbeelding hiernaast. Het anker gemarkeerd met een boeiwordt overboord gezet. Vervolgens vaart het schip bij het anker vandaan, waardoor de kabel die aan het anker bevestigd is, verder afrolt. Als het einde van die kabel bereikt is, wordt het net overboord gegooid. Tenslotte vaart het schip met een boog terug naar de boei, waardoor het hele tuig overboord ligt. Nu kunnen beide kabels (en daarmee het net) tegelijkertijd binnengehaald worden. Snurrevaad is vooral gericht op platvis. Aangezien platvis op en vlak boven de zeebodem leeft, moet de vis op de een of andere manier in het net gejaagd worden. Hier zorgen de zware kabels voor. Als het het net wrdt binnengehaald, rollen de kabels over de zeebodem, waardoor de platvis opschrikt. De vis wordt door de kabels verdreven, waardoor ze in het net terechtkomen (Den Heijer & Keus, 2001). Invloed op de mariene leefomgeving Figuur 3.7: visprincipe van de snurrevaadmethode ( Ecomare, Oscar Bos) Het grote verschil tussen de boomkorvisserij en de snurrevaadvisserij is de manier waarop de vissen het net in worden gedreven. Zoals al eerder verteld, wordt de vis bij de boomkorvisserij het net in gedreven doordat de bodem omgewoeld wordt. De vis schrikt doordat hij voelt dat zijn omgeving omgewoeld wordt. Bij de snurrevaad wordt de vis het net ingedreven omdat hij opgejaagd wordt door de kabels. De boomkorvisserij is dus vooral gericht op de bodem en de snurrevaadvisserij op de vis zelf. In verhouding tot de rolpezen en wekkerkettingen van de boomkorvisserij zijn de kabels die gebruikt worden bij de snurrevaadmethode logischerwijs dus ook lichter. De bodemberoering bij de snurrevaad is dus ook aanzienlijk kleiner, terwijl toch hetzelfde resultaat verkregen wordt: de vissen die op de bodem leven, worden opgeschrikt, zodat ze in het net terecht komen (Den Heijer & Keus, 2001). Doordat de kabels lichter zijn, ondervindt het schip ook veel minder weerstand van de kabels die over de bodem slepen. Dit zorgt ervoor dat het schip minder brandstof hoeft te verbruiken bij een even groot bevist oppervlak (Ecomare, 2013). Pagina 26 van 65

28 Vissen volgens de snurrevaadtechniek heeft ook nog een ander voordeel: er hoeft lang niet zo snel gevaren te worden als een schip met boomkorren. Dit zorgt vanzelfsprekend ook voor minder brandstofverbuik. Purse seining Bouw en werking van de methode: Een andere methode waarbij ook met de zogenaamde zegentouwen wordt gevist, is de ringzegenvisserij, tegenwoordig vaak met de term purse seining aangeduid. Bij deze methode wordt met een rechthoekig net gevist van soms wel twee kilometer lang en 150 meter breed. Wanneer er een grote school vissen nadert, worden de vissen door het net omcirkeld. Vervolgens wordt het onderkant van het net door middel van het aantrekken van de onderpees gesloten. De vis kan niet meer uit het net komen en zit gevangen (Goede Vis, 2012). Invloed op de mariene leefomgeving Over het algemeen is purse seining een duurzame vismethode. Ten eerste is het een erg selectieve methode, doordat er gericht op scholen van bepaalde vissoorten gevist wordt. De bijvangst zal dus niet erg groot zijn. Sommige vissen, zoals de tonijn zwemmen in scholen waar ook andere vissoorten in zwemmen. In dat geval is er wel sprake van veel bijvangst. De mate van bijvangst hangt dus sterk af van de vissoort waarop gevist wordt (Goede Vis, 2012). Daarnaast is er weinig sprake van bodemberoering, omdat het tuig geen zware bomen of iets dergelijks bevat Passief vistuig Staandwant Kieuwnetten Onder staandwantvisserij worden alle vistechnieken verstaan, waarbij het vistuig stilstaat in het water. De bekendste staandwantmethode maakt gebruik van kieuw- en warnetten. Met behulp van deze methode wordt voornamelijk platvis en kabeljauw gevangen (Den Heijer & Keus, 2001). Aangezien het vissen met kieuw- en warnetten de meest voorkomende vorm van staandwantvisserij, is dit ook de enige staandwantmethode die ik zal beschrijven. Figuur 3.8: visprincipe van de purse-seiningmethode ( Ecomare, Oscar Bos) Bouw en werking van de methode: Het tuig van een kieuwnet bestaat uit een lang, rechthoekig net met drijvers aan de bovenkant en een verzwaarde lijn aan Figuur 3.9: visprincipe van de kieuwnetmethode ( Ecomare, Oscar Bos & Gerbrand Gaaff) Pagina 27 van 65

29 de onderkant van het net. Het net wordt met de verzwaarde onderkant op de bodem uitgezet. Hierdoor komt het net zelf op de zeebodem te staan. De vissen zwemmen dan tegen het net aan en komen met hun kop vast te zitten in de mazen van het net. Ze kunnen niet verder, maar ook niet meer terug. Ze blijven namelijk met hun kieuwdeksels haken aan het net. De vis is gevangen. Na verloop van tijd wordt het net weer binnengehaald (Ecomare, 2013). Bij het vissen op bovengenoemde manier wordt er door de vissers gewacht tot de vis het net inzwemt. In Nederland maakt men vaak gebruik van het tij, om dat proces te vergemakkelijken. Het verankerd net ligt dan het grootste deel van de tijd plat op de bodem. Wanneer het tij keert, wordt het net omhoog getrokken en de vis, die met het tij meezwemt, komt in het net terecht. Bij deze manier is de kans groter dat er daadwerkelijk veel vis in de netten terecht komt (Den Heijer & Keus, 2001). Een ander net dat gebruikt wordt voor de staandwantmethode is het warnet. Het vangstprincipe is in wezen hetzelfde als bij het kieuwnet. Het enige verschil is het soort net dat gebruikt wordt: een warnet bestaat uit meerdere lagen, terwijl het kieuwnet maar uit één laag bestaat. Een warnet is opgebouwd uit een aantal fijnmazige netten die voor een grootmazig net hangen. Als het vis door dit net probeert te zwemmen, raakt het verstrikt in een wirwar van netten en kan het er niet meer uit (Ecomare, 2013). Invloed op de mariene leefomgeving Staandwantvissen is een duurzame vismethode, waarbij weinig aantasting van de leefomgeving optreedt: ten eerste zorgt deze techniek voor weinig bijvangst, omdat de techniek erg selectief is: te kleine vissen kunnen door de netten heen zwemmen. Te grote vissen kunnen bovendien niet door de mazen heen en zullen dus niet vast komen te zitten. Hierdoor kunnen de grote, volwassen vissen voor nakomelingen blijven zorgen en gaat de visstand niet verloren (Ecomare, 2013). Bovendien is er amper sprake van bodemberoering, omdat het net stilstaat op de bodem. Dit in tegenstelling tot methodes als de boomkorvisserij en trawlvisserij, waarbij het net over de bodem rolt of sleept. De staandwantvisserij is een passieve vorm van vissen. Dit houdt in dat het net stilstaat in het water. Het schip hoeft dus ook veel minder te varen bij deze methode. Daarnaast kan deze methode prima uitgevoerd worden met een kleiner visserschip. Dit scheelt natuurlijk aanzienlijk in brandstofkosten en dus in CO 2 -emissie. Samenvattend is de staandwantvisserij een selectieve en milieuvriendelijke vismethode. Deze vorm van vissen is daarom ook beloond met een MSC-certificaat voor duurzaamheid (Ecomare, 2013). Pagina 28 van 65

30 4. Hoe duurzaam zijn duurzame methodes in de praktijk? 4.1. Inleiding Bovenstaand verhaal doet misschien vermoeden dat er genoeg duurzame methodes zijn als alternatief voor de huidige, niet-duurzame, methodes en dat ze allemaal even effectief zijn. Dit kan natuurlijk niet waar zijn. Hoewel de theorie van dergelijke methodes vaak zeer positief is over de geringe mariene invloed, zal in de praktijk altijd moeten blijken of ze ook echt werken. In deze deelvraag zal ik antwoord geven op de vraag: Hoe duurzaam zijn duurzame methodes in de praktijk? Aangezien deze vraag nogal breed is, heb ik een concreet voorbeeld genomen: in het onderzoek zal ik twee vistuigen die gebruikt worden voor de visserij op garnalen (de brievenbus en het zeefnet). Het grootste deel van dit onderzoek zal dus gaan over de vergelijking tussen de brievenbus- en de zeefnetmethode. Daarnaast zal ik ook nog een vergelijking maken binnen een bepaalde methode: ik ga kijken hoe de samenstelling van de totale vangst bij de zeefnetmethode verschilt tussen de Noordzeevangst en de Waddenzeevangst. Dit staat echter los van mijn hoofdvraag. De deelvragen die bij dit onderzoek horen, luiden dan als volgt: Welke van deze twee methodes (de brievenbus of de zeeflap) is qua opbrengst efficiënter? Wat is de bijvangstsamenstelling en hoeveelheid van de brievenbusmethode ten opzichte van het zeefnet? De derde vraag die ik dus zal behandelen is de volgende: Is er bij de zeefnetmethode een verschil in (bij)vangstsamenstelling tussen de Noordzee- en Waddenzeevangst? NB: een soortgelijk onderzoek is al eerder uitgevoerd door IMARES. De gegevens omtrent de bijvangst van de brievenbus zullen dan ook afkomstig zijn van het rapport dat naar aanleiding van dat onderzoek is gemaakt. Daarnaast zal ik niet alleen antwoord geven op mijn eigen onderzoeksvraag. Ik zal mijn resultaten ook vergelijken met de uitkomst van het IMARES-onderzoek naar de brievenbus. Op die manier krijgt het onderzoek meer diepgang. Immers, hoe meer onderzoek er gedaan wordt naar een bepaald aspect, hoe betrouwbaarder de resultaten Achtergrond en theorie Voordat we echt antwoord kunnen geven op deze vragen, moeten we eerst het een en ander weten over de vistuigen die we met elkaar vergelijken en op basis van die informatie kunnen we een hypothese opstellen Het zeefnet (zeeflap) Het tuig van het zeefnet komt voor het grootste gedeelte overeen met het reguliere, trechtervormige net dat voor de garnalenkor gebruikt word. Het enige grote verschil is dat het net zo is aangepast dat de bijvangst snel kan ontsnappen. Aangezien de mazen van het net erg klein zijn, houdt dat in dat vrijwel alle bijvangst die even groot als of groter is dan de garnaal ook in het net blijft zitten. Pagina 29 van 65

31 De oplossing voor dit probleem is een kleiner net binnen het gewone net, met iets grotere mazen. De opening van dit net, vaak zeefnet of zeeflap genoemd, is middenin het gewone net bevestigd. De zeeflap is ook trechtervormig, maar het einde is opengelaten. Dit open einde is aan de bovenkant van het gewone net bevestigd. Het effect hiervan is dat de garnalen gewoon door de grotere mazen kunnen en in het echte net terecht komen, waardoor ze gevangen zijn. Tegelijkertijd kunnen de grotere vissen en benthos niet door de mazen van de zeeflap heen. Ze zwemmen dus door de zeeflap heen totdat ze het einde van het net bereikt hebben. Vervolgens komen ze door het open neteinde heen en aangezien dat einde zich aan de bovenkant van het gewone sleepnet bevindt, kunnen de vissen op die manier uit het net ontsnappen (Rispens, 2012). Tegenwoordig zijn de vissers door de overheid verplicht om in bepaalde gedeeltes van het jaar te vissen met een zeefnet. Niet elke visser is echter blij met dit net. De reden hiervoor is de volgende: met name in het voorjaar bevat de zeebodem veel vegetatie. Deze wieren en algen komen dan in het net terecht, waardoor de zeeflappen dichtslibben. Het gevolg is dat de vissers dan met een veel kleiner net vissen, omdat de garnalen niet meer door de mazen van het zeefnet heen kunnen en dus niet meer in het daadwerkelijke sleepnet terecht komen (Visserijnieuws, 2011) De brievenbus Vooral door kritiek van de vissers, wordt er nu gezocht naar alternatieven voor de zeeflap. Een tuig met veel potentie is de brievenbus. De brievenbus is vooral gericht op het verminderen van de bijvangst van platvis. In het kort is dit een gewoon sleepnet met een dwarse snede in de onderkant van het net, die brievenbus genoemd wordt. Achter die snede zit een vierkant net, dat schotje wordt genoemd. De werking van de brievenbus is vergelijkbaar met die van de zeeflap: zowel de garnalen als de nietgarnalen komen het net binnen. De garnalen kunnen over het schotje heen zwemmen, omdat zij als schrikreactie op de rollenpees al omhoog zijn gesprongen. De platvissen, die bij potentieel gevaar naar beneden duiken, kunnen niet door het schot heen en worden dan door de snede uit het net geleid (Visserijnieuws, 2011). In appendix A staat een schematische weergave van het brievenbustuig Hypothese Bij wijze van hypothese zal ik eerst antwoord geven op de deelvragen, alvorens ik antwoord ga geven op de hoofdvraag: De eerste twee deelvragen horen bij de vergelijking tussen de brievenbus en het zeefnet. Ik verwacht dat de brievenbus minder qua opbrengst minder efficiënt zal zijn, omdat er hoe dan ook altijd garnalen lager zwemmen en dus (via het schot) door de snede ontsnappen. De zeeflap heeft dat probleem niet. Qua samenstelling van de bijvangst verwacht ik dat het aandeel van de platvis in de bijvangst van de brievenbus kleiner is. Aangezien de brievenbus zo specifiek gericht is op de vermindering van bijvangst van platvis, zal de brievenbus in dat opzicht beter zijn. Op het gebied van bijvangsthoeveelheid zal de brievenbus volgens mij niet per se beter presteren dan het zeefnet: ik verwacht dat de totale hoeveelheid bijvangst van de brievenbus zeker niet veel minder zal zijn dan bij de zeeflap. Dit denk ik vooral omdat de brievenbus nog een methode in ontwikkeling is. Daarom zullen er altijd nog kleine problemen in dit tuig zitten. Pagina 30 van 65

32 Het tweede deel van mijn onderzoek gaat over de samenstelling van de totale vangst. Ik ga onderzoeken of er een verschil in samenstelling bestaat tussen de vangst op de Noordzee en de Waddenzee. Ik denk wel dat er verschil is. Mijn verwachting is dat het leeuwendeel garnalen in de Waddenzee ondermaats is. De Waddenzee wordt namelijk vaak de kraamkamer van de zeeorganismen genoemd. Dit houdt in dat de Waddenzee een plaats is waar veel jonge dieren opgroeien. Dit geldt voor veel mariene organismen. Niet alleen vissen schieten vooral kuit op de Waddenzee, ook garnalen leggen er vaak hun eieren. De jonge dieren kunnen goed opgroeien in de Waddenzee, omdat de Waddenzee een aantal kenmerken heeft die andere zeeën in mindere mate of zelfs niet hebben: de Waddenzee is een ondiepe zee, waardoor het zonlicht bijna overal in de zee kan doordringen. Dit zorgt ervoor dat de Waddenzee relatief warm is. Tevens heeft de Waddenzee te maken met een uitzonderlijk sterke getijdenwerking. Als het vloed wordt, wordt er een grote hoeveelheid nutriënten vanuit de Noordzee de Waddenzee in getransporteerd. Als de jonge garnaaltjes eenmaal groot zijn geworden zullen ze (volgens mij) weer terug gaan naar de Noordzee. Schematisch verwacht ik de volgende resultaten qua samenstelling van de totale vangst: Discards Ondermaatse garnalen Maatse garnalen Waddenzee Noordzee Figuur 4.1: verwachte (schematische) bijvangstsamenstelling (ZK 18) Op het gebied van de bijvangstsamenstelling voorspel ik geen duidelijk verschil De Mann-Whitneytoets Om te bewijzen of de (totale) bijvangsten van het zeefnet en de brievenbus wel of niet van elkaar verschillen, maak ik gebruik van een statistische toets, de Mann-Whitneytoets om specifiek te zijn. Net zoals elke andere statistische toets wordt de Mann-Whitneytoets gebruikt om aan te tonen of een nulhypothese wel of niet verworpen kan worden. In het geval van deze toets wordt de nulhypothese verworpen op het α-punt van significantie als de Mann-Whitneytoetsingsgrootheid U groter is dan of even groot als de kritieke waarde van de Mann- Whitney-distributie U α(2)n1n2. U kan als volgt berekend worden: Om deze formule volledig uit te kunnen leggen, moet er nog het een en ander over deze methode uitgelegd worden: Pagina 31 van 65

33 Bij een rangsomtoets als deze wordt er altijd gekeken naar twee steekproeven, dus twee reeksen met gegevens. Deze worden met elkaar vergeleken en de nulhypothese H0 geeft aan dat de resultaten van de steekproeven niet verschoven zijn ten opzichte van elkaar. Het is erg belangrijk om te weten dat er met twee steekproeven en dus ook met twee reeksen van gegevens gewerkt wordt. Aan deze reeksen met waarden worden rangnummers toegekend. Deze rangnummers kunnen zowel in oplopende volgorde gegeven worden van lage naar hoge gegevens, maar ook van hoge naar lage gegevens. Bij het rangschikken van de data, moet er rekening mee gehouden worden dat alle gegevens gerangschikt worden, ongeacht of ze tot de eerste of tweede reeks gegevens (steekproeven) behoren. De reeksen van gegevens zelf moeten wel gescheiden blijven. Terugkomend op de formule : n1 is het aantal gegevens (waarden) in reeks (steekproef 1) n2 is het aantal gegevens (waarden) in reeks (steekproef 2) R1 is de som van de rangnummers in reeks 1 De waarden van U α(2)n1n2 staan in diverse tabellen. Ik zal de tabel van Jerrold H. Zar hanteren. Als n1 en/of n2 groter is dan 20 (de reeksen bevatten meer dan 20 gegevens), is het vergelijken van U met U α(2)n1n2 niet meer betrouwbaar genoeg. In dat geval moet je Z vergelijken met de kritische waarde Z α. Deze waarde is gelijk aan t α,. In mijn geval toets ik de hypothese tweewaardig. Dat wil zeggen dat de waarden van de alternatieve hypothese groter of kleiner dan de nulhypothese kunnen zijn, als blijkt dat H0 verworpen moet worden. Bij tweewaardige toetsing gebruik je de kritische waarde Z α(2), die gelijk is aan t α(2),. Evenals U α(2)n1n2, zijn de waarden van t α(2), bij de verschillende waarden voor α in tabellen te vinden, ook in het boek Biostatistical Analysis (Zar, J.). Om Z te berekenen, wordt de volgende formule gehanteerd: Hierbij zijn μ U en σ U respectievelijk de gemiddelde waarde en de standaardfout van U, die als volgt berekend kunnen worden: en n1 en n2 zijn hier ook weer het aantal waarden in de reeks. N is hier de som van n1 en n2. Als Z berekend is, wordt de waarde hiervan vergeleken met t α(2),. Het verdere verloop van de toets is hetzelfde als de toets met n1 en n2 kleiner dan 20. Dat houdt in dat H0 verworpen dient te worden op het α niveau van vergelijken als Z groter is dan of even groot als t α(2), (Zar, 1996). Pagina 32 van 65

34 Het sorteerproces Figuur 4.2 is een schematische weergave van de verwerking van de vangst aan boord: Discards Totale vangst Zeef 1 Maatse garnalen Kookpot Zeef 2 Maatse garnalen Ondermaatse garnalen Ondermaatse garnalen Figuur 4.2: de vangstverwerking aan boord van de ZK 18, WR 54 en WR 57 Eerst wordt de totale vangst gezeefd door zeef 1. De vangst wordt hierbij verdeeld in ondermaatse garnalen, discards en consumptiegeschikte garnalen. Deze garnalen bevatten nog steeds te kleine, niet-consumptiegeschikte garnalen. Nadat ze gekookt zijn in de kookpot worden ze dus nog een keer gezeefd, waarna ze in zakken gedaan worden en in de koeling worden gezet. Appendix B geeft het sorteerproces door middel van foto s aan Methode De meetprocedure Ik heb mijn metingen verricht aan boord van de ZK 18 Liberty van Johan Rispens. Dit schip vist (zowel aan bakboord- als aan stuurboordzijde) met het zeefnet. Verdere technische specificaties staan in tabel 4.1. Om de samenstelling van de vangst en de hoeveelheden discards van de ZK 18 te bepalen, heb ik de volgende procedure gevolgd: Materiaal Emmer (12 liter) met schaalverdeling Plastic zakken (groot en klein) Duimstok Koelboxen Sorteertafel Zeef Treklijsten Turflijsten Handschoenen Visdeterminatiegids Pagina 33 van 65

35 Procedure aan boord (per trek) 1. Noteer algemene gegevens van de trek: a. Treknummer b. Datum c. Brandstofverbruik d. Positie e. Duur van de trek f. Diepte g. Windkracht en /richting 2. Schep (met behulp van de emmer) 12 liter vangst uit de bak waar de netten in worden geleegd. 3. Lees het volume van het monster af op 0,5 liter nauwkeurig. 4. Schat de totale vangst door middel van het meten van de lengte, breedte en hoogte van de bak waar de netten in worden geleegd. 5. Bereken de subfactor. 6. Leeg de inhoud van de emmer op de sorteertafel. 7. Scheidt de bijvangst van de garnalen. 8. Doe de bijvangst in plastic zakjes en merk die met het treknummer. 9. Zeef de garnalen met behulp van zeef 1: de garnalen zijn nu gescheiden in grote (consumptiegeschikte) en kleine (ondermaatse) garnalen. 10. Bepaal het volume van de grote en van de kleine garnalen door middel van de emmer met schaalverdeling. 11. Doe de consumptiegeschikte en ondermaatse garnalen afzonderlijk in plastic zakken 1. Procedure thuis (per trek) 1. Bepaal het aantal van elke vis- en benthossoort en noteer dit op de turflijst 2. Bepaal (met behulp van een maatbeker) het totale volume van elke vis- en benthossoort: a. Vul de maatbeker aan met water tot de 500 ml-lijn b. Doe alle individuen van de te bepalen vis- of benthossoort in de maatbeker (als niet alle individuen in de maatbeker passen, deel je de totale hoeveelheid op in kleinere delen. Vervolgens bepaal je van elk deel afzonderlijk het volume volgens stap c. en d. en tel je die volumes bij elkaar op) c. Lees het nieuwe volume af tot op 10 ml nauwkeurig. d. Het verschil tussen het nieuwe volumeniveau en het oude volumeniveau (500 ml) is het volume van de vis- of benthossoort. 3. Weeg de consumptiegeschikte en ondermaatse garnalen 1 4. Bereken met behulp van het aan boord bepaalde volume en de zojuist bij 3. bepaalde massa de dichtheid van garnalen: 1 a. Zet de massa (van de maatse en ondermaatse garnalen) tegen het volume (van de maatse en ondermaatse garnalen) tegen elkaar uit in een diagram. b. Teken een trendlijn en bepaal de steilheid van die lijn c. De steilheid is de waarde voor de dichtheid van garnalen in kg/l. Pagina 34 van 65

36 1 = alleen bij trek 1 NB: deze waarde voor de dichtheid geldt alleen als er sprake is van een bak of zak met garnalen, waarbij zich er nog lucht tussen de garnalen bevindt. De dichtheid van een losse garnaal zal veel hoger zijn Verwerking van de gegevens Nadat ik alle gegevens heb verzameld, heb ik ze verwerkt. Om de samenstelling van de totale vangst weer te geven, heb ik gebruik gemaakt van volumepercentages. Deze percentages heb ik vervolgens weergegeven in staafdiagrammen. Voor de samenstelling van de bijvangst heb ik de gegevens (aantallen en volumes) van elke soort per trek uitgezet. Alle gevangen organismen heb ik ingedeeld in de categorieën rondvis, platvis, epibenthos en overig. Alle dieren die op de zeebodem leven, worden binnen de epibenthos ingedeeld. Ik heb vanuit de aantallen en volumes van elke soort de aantallen en volumes van elke categorie per trek bepaald. Deze gegevens heb ik grafisch weergegeven door middel van cirkeldiagrammen. Daarnaast heb ik per gevangen soort (per trek) het aantal van die soort dat per uur gevangen wordt, bepaald. Hiervoor heb ik gebruik gemaakt van de subfactor. Zoals ik al eerder zei, is de subfactor de verhouding tussen de totale vangst en het monster dat ik eruit nam. Ik heb (voor elke trek)de aantallen van elke soort op mijn turflijsten vermenigvuldigd met de subfactor, waardoor ik de totale hoeveelheid van die soort in één trek, uitgedrukt in aantallen, bepaald heb. Dit aantal heb ik gedeeld door de tijd dat de trek duurde. Op die manier heb ik de aantallen van een gevangen soort per uur vast weten te stellen. De verkregen gegevens heb ik in een tabel gezet. Vervolgens heb ik de gegevens in de tabel (van het zeefnet van de ZK 18) vergeleken met hetzelfde soort gegevens, maar dan van een brievenbus. Deze gegevens zijn afkomstig van het IMARES-rapport Reducing discards in Shrimp fisheries with the Letterbox (Steenbergen, Machiels, & Leijzer, 2011). Ook in dit rapport werd er een vergelijking gemaakt tussen de zeeflap en de brievenbus. Het doel van dat onderzoek was antwoord te geven op de vraag Is de brievenbus minstens even effectief in het verminderen van discards van (jonge) platvis in de garnalenvisserij als de zeeflap? Bovendien werd er ook gekeken naar de totale bijvangst. Daarom hebben ze ook getracht antwoord te geven op de vraag Hoe presteert de brievenbus ten opzichte van de zeeflap als het gaat om ongewilde bijvangst van vis en benthos? Om antwoord te geven op die vraag zijn er metingen verricht aan boord van de WR 54 en WR 57. Om tot betrouwbare gegevens te komen, hebben ze (bij beide schepen) aan de bakboordzijde gevist met de zeeflap en aan de stuurboordzijde met de brievenbus (Steenbergen, Machiels, & Leijzer, 2011). Mijn eigen verkregen gegevens heb ik dus vergeleken met de gegevens uit bovengenoemd onderzoek. Om te kijken of er daadwerkelijk een verschil was in bijvangst tussen deze methodes, heb ik gebruik gemaakt de Mann-Whitneytoets. De achterliggende theorie van deze statistische toets en hoe deze toets gebruikt dient te worden, is al besproken in paragraaf Tenslotte heb ik de volumes van de consumptiegeschikte garnalen per trek bepaald door het volume van de grote garnalen in het monster te vermenigvuldigen met de subfactor van de trek in kwestie. Daarna heb ik de volumes door middel van de al eerder berekende dichtheid omgerekend naar mas- Pagina 35 van 65

37 sa s. Uiteindelijk heb ik die massa s uitgedrukt in kilogram per uur vissen, zodat ik ze kon vergelijken met de efficiëntie van de brievenbus Waarnemingen en resultaten Algemene vangstinformatie Alle metingen (mijn eigen metingen en de metingen van IMARES) zijn uitgevoerd op drie schepen, namelijk de ZK 18, de WR 54 en de WR 57. Om een goede vergelijking te maken, is het zaak de technische specificaties van de schepen te weten. Verschillen in resultaten kunnen (onder andere) door verschil in bijvoorbeeld vermogen of breedte van de boom verklaard worden. De relevante specificaties staan in tabel 4.1. Tabel 4.1: algemene gegevens van de ZK 18, WR 54 en WR 57 Datum Schip Vermogen Breedte bovenpees Vistuig Aantal trekken bemonsterd ZK pk Zeefnet ZK pk Zeefnet WR pk 8,35 m 1 Brievenbus/Zeefnet WR pk 8,35 m Brievenbus/Zeefnet WR pk 8,35 m Brievenbus/Zeefnet 5 1 Omdat er met de WR 54 en WR 57 met twee tuigen tegelijk is gevist, heb ik ze allebei in de tabel gezet. Daarnaast ben ik ervan uitgegaan dat de breedte van de bovenpees bij beide tuigen gelijk is. In tabel 4.2 zijn verdere algemene gegevens van de trekken van de ZK 18 weergegeven. Tabel 4.2: algemene gegevens van de door de ZK 18 uitgevoerde trekken Trek Datum Locatie (zee) Exacte positie (begin trek eind trek) Brandstofverbruik Waddenzee N, E 20 L/hr N, E Waddenzee N, E 20 L/hr N, E Waddenzee N, E 20 L/hr N, E Noordzee N, E 20 L/hr N, E Noordzee N, E 20 L/hr N, E Noordzee N, E 20 L/hr N, E Noordzee N, E N, E 20 L/hr. Tabel 4.2: algemene gegevens van de door de ZK 18 uitgevoerde trekken (vervolg) Trek Duur v/d trek Gem. diepte Wind (-richting + -kracht) Gem. vaarsnelheid 1 1 hr. 35 min. 4-5 m Zuid 4 2,7 knots 2 1 hr. 14 min. 2-3 m Zuid 4 2,6 knots 3 2 hr. 6 min. 4 m Zuid 3-4 Onbekend 4 1 hr. 40 min. 20,5 m Zuid 3 2,5-3 knots 5 2 hr. 45 min. 19,9 m Zuid 3 2,5 knots Pagina 36 van 65

38 6 1 hr. 35 min. 18,5 m Zuidwest 3-4 1,6 knots 7 1 hr. 52 min. 11,4 m Zuidwest 4 3,3 knots Tevens is de plaats waar gevist wordt van invloed. Figuur 4.3 en 4.4 geven aan waar respectievelijk de ZK 18 en de WR 54/WR 57 gevist hebben. Figuur 4.3: locatie van de door de ZK 18 uitgevoerde trekken Figuur 4.4: locatie van de door de WR 54 en WR 57 uitgevoerde trekken Pagina 37 van 65

Opdracht 1b. Welk soort afval is het meest schadelijk voor de natuur?

Opdracht 1b. Welk soort afval is het meest schadelijk voor de natuur? Opdracht 1a. In de tabel hieronder staan een aantal materialen. Bedenk per type materiaal 3 soorten afval die je tegenkomt onderweg naar school of op het schoolplein. Zoek per categorie van 1 soort afval

Nadere informatie

vis en duurzaamheid verantwoord vis eten = een beter geweten

vis en duurzaamheid verantwoord vis eten = een beter geweten vis en duurzaamheid verantwoord vis eten = een beter geweten is er nog wel voldoende vis in onze zeeën? waaraan kan ik zien dat vis verantwoord gevangen is? duurzame vis? wat betekent dit? hoe zit het

Nadere informatie

Intensiteit van de visserij op de Noordzee,

Intensiteit van de visserij op de Noordzee, Indicator 20 mei 2010 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. De gebieden met hoge ecologische

Nadere informatie

Introductie. Figuur 1 De actie van Coca Cola

Introductie. Figuur 1 De actie van Coca Cola Inhoud Introductie... 2 Maatschappelijk verantwoord ondernemen... 3 Duurzaamheid... 4 Maatschappelijk betrokken ondernemen... 5 Het verschil tussen MVO en MBO... 6 Bronnelijst... 7 MBO... 7 MVO... 7 Introductie

Nadere informatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Extern MVO-management. MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. Extern MVO-management. MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie MVO-Control Panel Instrumenten voor integraal MVO-management Extern MVO-management MVO-management, duurzaamheid en duurzame communicatie Inhoudsopgave Inleiding... 3 1 Duurzame ontwikkeling... 4 1.1 Duurzame

Nadere informatie

TIENPUNTENPLAN DE NEDERLANDSE NOORDZEEVISSERIJ

TIENPUNTENPLAN DE NEDERLANDSE NOORDZEEVISSERIJ TIENPUNTENPLAN DE NEDERLANDSE NOORDZEEVISSERIJ Tweede Kamerfractie ChristenUnie Arie Slob 22 januari 2011 TIENPUNTENPLAN VOOR DE NEDERLANDSE NOORDEEVISSERIJ Het gaat gelukkig beter met de visbestanden

Nadere informatie

De voetafdruk verkleinen. Verschuiving naar low impact visserij

De voetafdruk verkleinen. Verschuiving naar low impact visserij De voetafdruk verkleinen Verschuiving naar low impact visserij e voetafdruk verkleinen Verschuiving naar low impact visserij Veelgebruikt vistuig in Europa De mariene biodiversiteit neemt snel af. Vanwege

Nadere informatie

Factsheet: Schol. versie maart 2013 VISSERIJ

Factsheet: Schol. versie maart 2013 VISSERIJ Factsheet: Schol versie maart 2013 Schol is een belangrijke vissoort voor de Nederlandse vissector, zelfs één van de belangrijkste wat betreft aanvoer op de Nederlandse afslagen; bijna 50% van alle vis

Nadere informatie

Project: Duurzaamheid

Project: Duurzaamheid : Project Wat is duurzaamheid? Vanuit dit project gaan we kijken naar wat duurzaamheid is. Het klinkt eigenlijk best wel sjiek! Het klinkt als iets dat heel lang mee gaat. Maar wat is duurzaamheid nu eigenlijk?

Nadere informatie

De visserij. Frank Beens Groep 7

De visserij. Frank Beens Groep 7 De visserij Frank Beens Groep 7 Inhoud Inleiding Hoofdstukken 1. Geschiedenis 2. Waar wordt op gevist? 3. De Genemuider vissers 4. De visafslag 5. Vis is gezond 6. Vragen Eigen mening Bronvermelding Inleiding

Nadere informatie

Wij vangen deze. Uitgave natuurlijk verantwoord

Wij vangen deze. Uitgave natuurlijk verantwoord Wij vangen deze vis wijzer Uitgave 2009 natuurlijk verantwoord Wij vangen deze VIS wijzer Overbevissing en illegale visserijpraktijken zijn onderwerpen die met regelmaat tot maatschappelijke discussie

Nadere informatie

Kenniskring Slim Ondernemen in de Platvisserij. Hoezo dure gasolie?

Kenniskring Slim Ondernemen in de Platvisserij. Hoezo dure gasolie? www.kenniskringvisserij.nl Kenniskring Slim Ondernemen in de Platvisserij Hoezo dure gasolie? Tips voor boomkorvissers om brandstof te besparen en hun rendement te verhogen In deze brochure beschrijven

Nadere informatie

Gebruik van double sweep line in het pulskortuig CVO, Harmen Klein Woolthuis (HFK), Maarten Drijver (PO Texel) en Inger Wilms (CVO)

Gebruik van double sweep line in het pulskortuig CVO, Harmen Klein Woolthuis (HFK), Maarten Drijver (PO Texel) en Inger Wilms (CVO) Gebruik van double sweep line in het pulskortuig CVO, 21-05-2015 Harmen Klein Woolthuis (HFK), Maarten Drijver (PO Texel) en Inger Wilms (CVO) Achtergrond van dit document: Een aantal pulsvissers maakt

Nadere informatie

Standpunt over duurzame vis en kwaliteit - Ondersteund door alle leden van het campagneteam Duurzame vis op de kaart

Standpunt over duurzame vis en kwaliteit - Ondersteund door alle leden van het campagneteam Duurzame vis op de kaart Standpunt over duurzame vis en kwaliteit - Ondersteund door alle leden van het campagneteam Duurzame vis op de kaart De volgende organisatie maken deel uit van het campagneteam: Wereld Natuur Fonds (WNF),

Nadere informatie

Trends in Zeevisserij 2013

Trends in Zeevisserij 2013 Trends in Zeevisserij 2013 Innovatie loont! 22 maart 2013, Kees Taal Trends Innovatie Ondernemerschap Verduurzaming Markt Trends Investeringen Prestaties: Kottervloot - Platvis - Garnalen - Flyshoot -

Nadere informatie

Duurzame Visserij Convenantpartners aan het woord. 5 juni 2009: 1 jaar Maatschappelijk convenant Noordzeevisserij!

Duurzame Visserij Convenantpartners aan het woord. 5 juni 2009: 1 jaar Maatschappelijk convenant Noordzeevisserij! Certificering Communicatie Onderwijs en scholing Beschermde gebieden in de Noordzee Bestandsbeheer Duurzame Visserij Convenantpartners aan het woord 5 juni 2009: 1 jaar Maatschappelijk convenant Noordzeevisserij!

Nadere informatie

Je doel behalen met NLP.

Je doel behalen met NLP. Je doel behalen met NLP. NLP werkt het beste als al je neurologische niveaus congruent zijn. Met andere woorden: congruent zijn betekent wanneer je acties en woorden op 1 lijn zijn met je doelen, overtuigingen,

Nadere informatie

Pulsvisserij: wat weten we wel en niet?

Pulsvisserij: wat weten we wel en niet? Pulsvisserij: wat weten we wel en niet? Nathalie Steins & Adriaan Rijnsdorp, IMARES Wageningen UR 20 juni 2016 Background NL vloot heeft 80% Noordzee tong quota Zorgen over traditionele vangstmethode (boomkor)

Nadere informatie

Kenniskring garnaal Zuid West

Kenniskring garnaal Zuid West Kenniskring garnaal Zuid West De weg naar bestandsbeheer Noordzeegarnaal Yerseke 30 Oktober 2015 Kenniskring garnaal zuid west AGENDA 14:00 Voorstelrondje en verwachtingen (Marieke / allen) 14:20 Intro

Nadere informatie

Docentenhandleiding Rollenspel Politiek

Docentenhandleiding Rollenspel Politiek Docentenhandleiding Rollenspel Politiek Voorbereiding 1. Bepaal hoeveel tijd er is: kies voor 45, 60 of 90 uten versie 2. Deel tijdschema uit en bespreek dit met de leerlingen 3. Verdeel de rollen, zie

Nadere informatie

Ecologische duurzaamheid van de bodemvisserij op de Noordzee,

Ecologische duurzaamheid van de bodemvisserij op de Noordzee, Ecologische duurzaamheid van de bodemvisserij op de Noordzee, 2007-2011 Indicator 20 september 2012 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere

Nadere informatie

Pulskor, Sumwing en PulsWing als alternatief voor de boomkorvisserij

Pulskor, Sumwing en PulsWing als alternatief voor de boomkorvisserij Pulskor, Sumwing en PulsWing als alternatief voor de boomkorvisserij Urk 4 september 2010 Kees Taal, LEI Pulskor, Sumwing en PulsWing Wat is Pulskor, Sumwing en PulsWing? Historie Wat is nodig om met de

Nadere informatie

Ik ben Corrie nagel. Schipper eigenaar van het vissersschip HA31. Ik ben bestuurslid van visserijvereniging Ons Belang uit Harlingen.

Ik ben Corrie nagel. Schipper eigenaar van het vissersschip HA31. Ik ben bestuurslid van visserijvereniging Ons Belang uit Harlingen. BELEVING ALS GARNALENVISSER 1 Ik ben Corrie nagel. Schipper eigenaar van het vissersschip HA31 Ik ben bestuurslid van visserijvereniging Ons Belang uit Harlingen. Ik werk ook mee in het Europese onderzoek

Nadere informatie

SCHMIDT ZeeVIS ROTTeRDaM De allerbeste VIS VaN De allerbeste VISSeRS SCHMIDT ZeeVIS en MVO

SCHMIDT ZeeVIS ROTTeRDaM De allerbeste VIS VaN De allerbeste VISSeRS SCHMIDT ZeeVIS en MVO SCHMIDT ZEEVIS ROTTERDAM De allerbeste VIS VAN DE ALLERBESTE VISSERS SCHMIDT ZEEVIS EN MVO Verantwoordelijkheid Alleen het beste is goed genoeg De maatschappij schreeuwt om verduurzaming. De vissers en

Nadere informatie

Kenniskring garnaal NO

Kenniskring garnaal NO Kenniskring garnaal NO Introductie KK & bijvangsten Lauwersoog 9 oktober 2015 Europees Visserijfonds: Investering in duurzame visserij AGENDA 13:00 Kennismaking en verwachtingen 13:15 Aanlandplicht, wat

Nadere informatie

VISSERIJ VERDUURZAAMT

VISSERIJ VERDUURZAAMT VISSERIJ VERDUURZAAMT.;.' Maatschappelijk Convenant in uitvoering van de doelstellingen van Vistraject 12015-2020 1 ~\".\ Vlaams~ ILVO!nstituul voor Landbouwen Vis5,erijonderzoek 'l~ \ overheid Rederscentrale

Nadere informatie

De kritische consument

De kritische consument De kritische consument Inleiding Om producten te kunnen maken heb je grondstoffen nodig. Mensen werken met deze grondstoffen en maken er producten van die we consumeren. Een ondernemer is tevreden als

Nadere informatie

Beet! 1. Aanzetten. 1a. Beet! Jij gaat aan de slag met het dossier Beet!. Welke onderdelen van het dossier ga jij maken? Overleg met je docent.

Beet! 1. Aanzetten. 1a. Beet! Jij gaat aan de slag met het dossier Beet!. Welke onderdelen van het dossier ga jij maken? Overleg met je docent. 1. Aanzetten Beet! 1a. Beet! Jij gaat aan de slag met het dossier Beet!. Welke onderdelen van het dossier ga jij maken? Overleg met je docent. GA IK DOEN 2 UITNODIGING 15 minuten 3 UITZOEKEN 30 minuten

Nadere informatie

Advies. Aan: Waddenfonds Van: Waddenacademie Datum: April 2015 Betreft: Garnalenvisserij. Inleiding

Advies. Aan: Waddenfonds Van: Waddenacademie Datum: April 2015 Betreft: Garnalenvisserij. Inleiding Advies Aan: Waddenfonds Van: Waddenacademie Datum: April 2015 Betreft: Garnalenvisserij Inleiding Het Waddenfonds heeft de Waddenacademie gevraagd advies uit te brengen ten aanzien van het thema garnalenvisserij.

Nadere informatie

ID PASSEPORT POISSON

ID PASSEPORT POISSON ID VISPASPOORT ID PASSEPORT POISSON Kies bewust! Motivatie Compass duurzaamheidfiches Om u te helpen bewuste keuzes te maken aangaande uw voeding, heeft Compass, in samenwerking met zijn partners, een

Nadere informatie

Braziliaanse regenwoud. Jesse Klever. Groep 7

Braziliaanse regenwoud. Jesse Klever. Groep 7 Braziliaanse regenwoud Jesse Klever Groep 7 Voorwoord Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik dit een heel interessant onderwerp vind. We hebben er al op school over gesproken en het leek mij wel een leuk

Nadere informatie

KK Garnalen Noord - De zeeflap & zeefmat

KK Garnalen Noord - De zeeflap & zeefmat KK Garnalen Noord - De zeeflap & zeefmat De eerste resultaten 9 December 2016 Alicia Hamer Pieke Molenaar Josien Steenbergen Europese Unie, Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij Presentatie ter

Nadere informatie

Vissen in de 12-mijlszone

Vissen in de 12-mijlszone Vissen in de 12-mijlszone Inzetverandering visserij na introductie puls Mike Turenhout, Katell Hamon Dit onderzoek is uitgevoerd door LEI Wageningen UR in opdracht van en gefinancierd door het ministerie

Nadere informatie

Hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB)

Hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) Hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) Bouwen aan een betere toekomst voor vis en vissers Het EC-voorstel kort samengevat Maatregelen tegen overbevissing en ten gunste van duurzaam beheer

Nadere informatie

Zeevisserij in beweging. Gepresenteerd door Jochen Depestele

Zeevisserij in beweging. Gepresenteerd door Jochen Depestele Zeevisserij in beweging Naar een duurzame visserij Jochen Depestele,, Hans Polet, Els Vanderperren, Hendrik Stouten en Kris Van Craeynest,, ILVO-Visserij, Visserij, Oostende, België Gepresenteerd door

Nadere informatie

Samenvatting. Indicatoren voor ecologische effecten hangen sterk met elkaar samen

Samenvatting. Indicatoren voor ecologische effecten hangen sterk met elkaar samen Samenvatting Er bestaan al jaren de zogeheten Richtlijnen voor goede voeding, die beschrijven wat een gezonde voeding inhoudt. Maar in hoeverre is een gezonde voeding ook duurzaam? Daarover gaat dit advies.

Nadere informatie

Certificering Communicatie Onderwijs en scholing Beschermde gebieden in de Noordzee Bestandsbeheer

Certificering Communicatie Onderwijs en scholing Beschermde gebieden in de Noordzee Bestandsbeheer Wereld Oceaan Dag werd op 8 juni 1992 in het leven geroepen om mensen bewust te maken van de zeeën en oceanen en wat deze voor ons betekenen. Sindsdien wordt deze dag jaarlijks wereldwijd gevierd. Een

Nadere informatie

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp! Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp! Haring! Verse haring! Wie maakt me los! Ik heb verse haring! Ha... ja, nou heb ik jullie aandacht, hè? Sorry, ik ben uitverkocht. Vandaag geen haring

Nadere informatie

LEVENDE OCEANEN DOCENTENHANDLEIDING

LEVENDE OCEANEN DOCENTENHANDLEIDING LEVENDE OCEANEN DOCENTENHANDLEIDING Leuk dat je aan de slag gaat met het lesmateriaal van Greenpeace! Leerlingen verwerven inzicht in de oceaanproblematiek en ontdekken wat ze hier zelf aan kunnen doen.

Nadere informatie

Vis Verantwoord. Meerjarenplan Verantwoorde Vis van de Nederlandse vissector. De vissector ligt op koers naar de toekomst

Vis Verantwoord. Meerjarenplan Verantwoorde Vis van de Nederlandse vissector. De vissector ligt op koers naar de toekomst Vis Verantwoord Meerjarenplan Verantwoorde Vis van de Nederlandse vissector De vissector ligt op koers naar de toekomst Zo belangrijk is de Nederlandse vissector Belangrijk Onze economie vaart wel bij

Nadere informatie

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari 2015. GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015

NOORDZEE EN ZEELEVEN. 2-meting Noordzee-campagne. Februari 2015. GfK 2015 Noordzee en zeeleven Stichting Greenpeace Februari 2015 NOORDZEE EN ZEELEVEN 2-meting Noordzee-campagne Februari 2015 1 Inhoudsopgave 1. Samenvatting 2. Onderzoeksverantwoording 3. Onderzoeksresultaten 4. Contact 2 1. Samenvatting 3 Samenvatting Houding t.a.v.

Nadere informatie

5.3 SAMENVATTEND SCHEMA SOORTEN VERBANDEN

5.3 SAMENVATTEND SCHEMA SOORTEN VERBANDEN 10.2.9 Andere verbanden Soms worden ook nog de volgende verbanden onderscheiden: 1 toelichtend verband (komt sterk overeen met het uitleggend verband) 2 argumenterend verband 3 verklarend verband Deze

Nadere informatie

OptimaleGezondheid.com Training: Mini stress cursus 101, deel 1! Mini Cursus Anti-stress 101: Deel 1. Door Jack Boekhorst

OptimaleGezondheid.com Training: Mini stress cursus 101, deel 1! Mini Cursus Anti-stress 101: Deel 1. Door Jack Boekhorst Mini Cursus Anti-stress 101: Deel 1 Door Jack Boekhorst klantenservice@optimalegezondheid.com Pagina 1 Inleiding Zoals ik reeds in het artikel heb verteld, komen we er niet onderuit. Een stukje theorie

Nadere informatie

De Drievoudige Bottom Line, een noodzakelijke economische innovatie

De Drievoudige Bottom Line, een noodzakelijke economische innovatie De Drievoudige Bottom Line, een noodzakelijke economische innovatie Feike Sijbesma, CEO Royal DSM In de loop der tijd is het effect van bedrijven op de maatschappij enorm veranderd. Vijftig tot honderd

Nadere informatie

Pulsvisserij Overzicht Onderzoek

Pulsvisserij Overzicht Onderzoek Pulsvisserij Overzicht Onderzoek Platvis Bob van Marlen Inhoud Historisch overzicht onderzoek RIVO-IMARES garnaal en vooral platvis EU-verbod ICES vragen in 2006 en onderzoek hierop gericht Vangstvergelijking

Nadere informatie

Het materiaal is opgedeeld in 3 Thema s. De thema s zijn ook los in te zetten.

Het materiaal is opgedeeld in 3 Thema s. De thema s zijn ook los in te zetten. Leuk dat je aan de slag gaat met het lesmateriaal van Greenpeace! Leerlingen verwerven inzicht in de oceaanproblematiek en ontdekken wat ze hier zelf aan kunnen doen. Het materiaal bestaat uit drie thema

Nadere informatie

Deel 4: de bedreigingen voor het koraal

Deel 4: de bedreigingen voor het koraal Lesstof Deel 1: het koraalrif Deel 2: het koraal Deel 3: het belang van koraal Deel 4: de bedreigingen voor het koraal Deel 5: het beschermen van het koraal Deel 4: De bedreigingen voor het koraal Deze

Nadere informatie

Best Practice in de visserij door: Romeo Bowen

Best Practice in de visserij door: Romeo Bowen Best Practice in de visserij door: Romeo Bowen Behoud van vis voor het voortbestaan van de gemeenschap Ik ben Romeo Bowen uit het dorp Apoteri in de Rupununi regio in Guyana. Ik ben trots dat ik mijn kennis

Nadere informatie

Kenniskring Slim Ondernemen. 28 maart 2009 MKB Adviseurs Jaap Luchies Tel.nr. 038 426 25 90 Email: jluchies@mkbadviseurs.nl

Kenniskring Slim Ondernemen. 28 maart 2009 MKB Adviseurs Jaap Luchies Tel.nr. 038 426 25 90 Email: jluchies@mkbadviseurs.nl Kenniskring Slim Ondernemen 28 maart 2009 MKB Adviseurs Jaap Luchies Tel.nr. 038 426 25 90 Email: jluchies@mkbadviseurs.nl Programma 28 maart 2009 09.00 uur Opening 09.10 uur Efficiënt vistransport 10.00

Nadere informatie

Naar een economische waarde van groen

Naar een economische waarde van groen Lokale overheden zien in financieel moeilijke tijden investeringen in groen als een kostenpost waar ze zo snel mogelijk vanaf moeten. Bart Dijkman Koninklijke Ginkel Groep foto s: Koninklijke Ginkel Groep

Nadere informatie

Het maken van een duurzaamheidsbeleid

Het maken van een duurzaamheidsbeleid Het maken van een duurzaamheidsbeleid Workshop Lekker Betrokken! Phyllis den Brok Projectleider Lekker Betrokken! phyllis@phliss.nl 06-22956623 hhp://www.phliss.nl/lb.html Duurzaamheid Definitie duurzaamheid:

Nadere informatie

Van huidige situatie ------------ naar --------------------------------- gewenste situatie

Van huidige situatie ------------ naar --------------------------------- gewenste situatie Doelen stellen NLP is een doelgerichte, praktische en mensvriendelijke techniek. NLP = ervaren, ervaren in denken, voelen en doen. Middels een praktisch toepasbaar model leren we om de eigen hulpmiddelen,

Nadere informatie

NATUUR EN BIODIVERSITEIT

NATUUR EN BIODIVERSITEIT NATUUR EN BIODIVERSITEIT Wat hebt u eraan? Biodiversiteit is de verscheidenheid van leven op onze planeet. Het is het fundament van ons welzijn en de economie. We zijn van de natuur afhankelijk voor ons

Nadere informatie

SUMWING BESPAREND VISSEN

SUMWING BESPAREND VISSEN SUMWING BESPAREND VISSEN Maart 2009 Uit visserijnieuws: Van der Vis:,,Maandag in het Diepe Gat lag de grond na de storm van afgelopen weekend open. De TX 38 kreeg daar rukken tot 20 ton, maar wij hadden

Nadere informatie

4 Zijn heerlijke producten ook eerlijke producten?

4 Zijn heerlijke producten ook eerlijke producten? 4 Zijn heerlijke producten ook eerlijke producten? Deze zomer was ik op familiebezoek in Honduras. Geheel onverwacht liep ik er twee oude bekenden tegen het lijf. Ze stonden pardoes voor mijn neus. Ik

Nadere informatie

6.5. Boekverslag door J woorden 12 juni keer beoordeeld

6.5. Boekverslag door J woorden 12 juni keer beoordeeld Boekverslag door J. 2224 woorden 12 juni 2006 6.5 59 keer beoordeeld Vak Economie Visserij Hoofdstukindeling 1. Geschiedenis 2. Kotters 3. Trawlers 4. Het leven aan boord van een kotter 5. Hoe ziet een

Nadere informatie

SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij ADVIES

SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij ADVIES SALV Strategische Adviesraad voor Landbouw en Visserij ADVIES advies naar aanleiding van de studie betreffende het opstellen van een lijst van potentiële Habitatrichtlijngebieden in het 26 maart 2010 2

Nadere informatie

DE ZEE IS OOK. TOOLKIT: TIPS & IDEEëN VOOR VRIJWILLIGERS. GP/Amendolia

DE ZEE IS OOK. TOOLKIT: TIPS & IDEEëN VOOR VRIJWILLIGERS. GP/Amendolia DE ZEE IS OOK TOOLKIT: TIPS & IDEEëN VOOR VRIJWILLIGERS GP/Amendolia Wilkins/GP Deze toolkit is voor alle Greenpeace-vrijwilligers. Hij bevat tips en ideeën om met het onderwerp levende oceanen aan de

Nadere informatie

Ik en de EU Workshop 1. Marieke Verweij (ProSea) Bruinisse 1 maart 2014

Ik en de EU Workshop 1. Marieke Verweij (ProSea) Bruinisse 1 maart 2014 Ik en de EU Workshop 1 Marieke Verweij (ProSea) Bruinisse 1 maart 2014 Welkom! Richard Martens 2 Wie ik ben 3 Even voorstellen Wie ben je Type bedrijf Wat verwacht je van deze workshop(s)? (Wat hoop je

Nadere informatie

Overbevissing. Aquacultuur

Overbevissing. Aquacultuur Overbevissing Overbevissing houdt in dat er te veel vis wordt gevangen om een vissoort in stand te houden. Wereldwijd wordt 87 procent van de mariene visbestanden volledig of overbevist. Dat blijkt uit

Nadere informatie

Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011

Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011 Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011 Inger Wilms, Pvis. Dit artikel beschrijft de uitkomsten van de Noordzee enquête die afgelopen zomer gehouden is onder Noordzee vissers uit België,

Nadere informatie

Milieuwetenschappen in Leiden

Milieuwetenschappen in Leiden Milieuwetenschappen in Leiden Combineer je opleiding met milieu en duurzaamheid leiden.edu.nl Universiteit Leiden. Universiteit om te ontdekken. Waarom milieu en duurzaamheid? Thema s als gezondheid, armoedebeschrijving,

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456

Nadere informatie

Er zijn 3 soorten hefbomen. Alles hangt af van de positie van het steunpunt, de last en de inspanning ten opzichte van elkaar.

Er zijn 3 soorten hefbomen. Alles hangt af van de positie van het steunpunt, de last en de inspanning ten opzichte van elkaar. Lesbrief 1 Hefbomen Theorie even denken Intro Overal om ons heen zijn hefbomen. Meer dan je beseft. Met een hefboom kan je eenvoudig krachten vermenigvuldigen. Hefbomen worden gebruikt om iets in beweging

Nadere informatie

Tekst lezen en vragen stellen

Tekst lezen en vragen stellen 1. Lees de uitleg. Tekst lezen en vragen stellen Als je een tekst leest, kunnen er allerlei vragen bij je opkomen. Bijvoorbeeld: Welke leerwegen zijn er binnen het vmbo? Waarom moet je kritisch zijn bij

Nadere informatie

Strategie duurzaam inkopen

Strategie duurzaam inkopen Strategie duurzaam inkopen Gemeente Franekeradeel, afdeling Bouwen en Milieu Minke Lotens - Eichhorn Augustus 2010 status: Definitief Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 Aanleiding 3 Kaders 3 Het begrip duurzaam

Nadere informatie

Bewoners. Noordzee. Introductie. Als de Noordzee een paspoort zou hebben dan zou het er zo uitzien:

Bewoners. Noordzee. Introductie. Als de Noordzee een paspoort zou hebben dan zou het er zo uitzien: Gemiddelde: diepte 94 meter Oppervlak: 572.000 km2 Bodem: hoofdzakelijk zand Bewoners van de Noordzee Introductie Als de Noordzee een paspoort zou hebben dan zou het er zo uitzien: De Noordzee is natuurlijk

Nadere informatie

Wat is realiteit? (interactie: vraagstelling wie er niet gelooft en wie wel)

Wat is realiteit? (interactie: vraagstelling wie er niet gelooft en wie wel) Wat is realiteit? De realiteit is de wereld waarin we verblijven met alles wat er is. Deze realiteit is perfect. Iedere mogelijkheid die we als mens hebben wordt door de realiteit bepaald. Is het er, dan

Nadere informatie

Onderhandelingen met Europees Parlement en Europese Raad 1 januari 2013 Nieuw GVB van kracht

Onderhandelingen met Europees Parlement en Europese Raad 1 januari 2013 Nieuw GVB van kracht Op weg naar de Herziening Stichting de Noordzee streeft naar een rijke Noordzee, welke een bron is van verse vis en schelpdieren, die op een verantwoorde manier worden gevangen. Het Gemeenschappelijke

Nadere informatie

INTRO LOES THIERRY MARK

INTRO LOES THIERRY MARK INZICHTEN INTRO In dit document staan acht inzichten die de resultaten zijn van het onderzoek dat drie studenten van de Hogeschool Utrecht hebben gedaan naar de leden van WattsNext. De inzichten zijn

Nadere informatie

Een duurzame ontwikkeling sluit aan op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties in gevaar te brengen 1.

Een duurzame ontwikkeling sluit aan op de behoeften van het heden zonder het vermogen van toekomstige generaties in gevaar te brengen 1. Duurzaamheidsbeleid De bijzondere locatie van Buitenkans Kinderopvang bij het stadslandbouwproject biedt een uitstekende basis voor duurzame kinderopvang. Natuur, ons voedselketen en respect voor mens

Nadere informatie

Wat kunt u doen aan risico s die spelen in uw toeleveringsketen?

Wat kunt u doen aan risico s die spelen in uw toeleveringsketen? Wat kunt u doen aan risico s die spelen in uw toeleveringsketen? Welke invloed heeft u op uw toeleveringsketen? En hoe kunt u invloed uitoefenen om uw (in)directe toeleveranciers maatschappelijk verantwoord

Nadere informatie

Docentenhandleiding Rollenspel Politiek

Docentenhandleiding Rollenspel Politiek Docentenhandleiding Rollenspel Politiek Voorbereiding 1. Bepaal hoeveel tijd er is: kies voor 45, 60 of 90 uten versie 2. Deel tijdschema uit en bespreek dit met de leerlingen 3. Verdeel de rollen, zie

Nadere informatie

Duurzaam vissen. Maatschappelijk convenant Noordzeevisserij

Duurzaam vissen. Maatschappelijk convenant Noordzeevisserij Duurzaam vissen Maatschappelijk convenant Noordzeevisserij Aanleiding Doel De wens om te komen tot een maatschappelijk convenant vloeit voort uit het Advies van de Task Force Duurzame Noordzeevisserij

Nadere informatie

Hoog tijd voor een écht duurzame landbouw

Hoog tijd voor een écht duurzame landbouw nnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnn... Hoog tijd voor een écht duurzame landbouw een visie over de hervormingen in de landbouw Oktober 2013 nnnnnnnnnnnnnnnnnnnnnn... Inleiding Landbouwbeleid heeft grote invloed op

Nadere informatie

Programma Rijke Waddenzee & Hogeschool VHL

Programma Rijke Waddenzee & Hogeschool VHL Vergunningaanvraag en Visserijsector Vergunning- Visserijsector verlening en Vergunningaanvraag Provincies en en EL&I Vergunning- Passende Duurzame Beoordeling Visserijsector verlening Visserij en Inspraak

Nadere informatie

DONOR IN HART EN NIEREN

DONOR IN HART EN NIEREN DONOR IN HART EN NIEREN havo/vwo MODULE: blz Inleiding Dit boekje gaat over orgaandonatie Het maakt deel uit van de lessenserie Donor in hart en nieren De lessenserie is uitgegeven door NIGZ-Donorvoorlichting

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 24, 1, 2, 3 en 6 ;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 28 juni 2013 betreffende het landbouw- en visserijbeleid, artikel 24, 1, 2, 3 en 6 ; Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van aanvullende nationale maatregelen voor de instandhouding en het beheer van de visbestanden en voor controle op de visserijactiviteiten DE VLAAMSE REGERING,

Nadere informatie

Profish & Duurzaamheid

Profish & Duurzaamheid Profish & Duurzaamheid Genieten van vis ook in de toekomst! Profish Food B.V. Januari 2012 wij werken samen, adviseren en ondersteunen de volgende organisaties: Inleiding Tegenwoordig zijn de meeste consumenten

Nadere informatie

Logboek persoonlijk ontwikkelingsplan persoonlijk actieplan. Naam student: Maes Pieter

Logboek persoonlijk ontwikkelingsplan persoonlijk actieplan. Naam student: Maes Pieter BACHELOR NA BACHELOR ADVANCED BUSINESS MANAGEMENT Logboek persoonlijk ontwikkelingsplan persoonlijk actieplan Naam student: Maes Pieter 2011-2012 POP EERSTE GEKOZEN ALGEMENE COMPETENTIE: OPBOUWEN VAN EEN

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad

BIJLAGEN. bij. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 12.6.2018 COM(2018) 390 final ANNEXES 1 to 5 BIJLAGEN bij Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad inzake het Europees Fonds voor maritieme zaken

Nadere informatie

FLIPPEN. Naam: Ruben van Dijk Datum van inlevering: 28/11/06 Klas: M1C Tutorgroep: 2

FLIPPEN. Naam: Ruben van Dijk Datum van inlevering: 28/11/06 Klas: M1C Tutorgroep: 2 FLIPPEN Naam: Ruben van Dijk Datum van inlevering: 28/11/06 Klas: M1C Tutorgroep: 2 Verantwoording: Opleiding: Media Vormgeven School: Media college Amsterdam Jaar: 1 Projectomschrijving: Het maken van

Nadere informatie

GEDRAGSMANAGEMENT. Inleiding. Het model. Poppe Persoonlijk Bas Poppe: 06 250 30 221 www.baspoppe.nl info@baspoppe.nl

GEDRAGSMANAGEMENT. Inleiding. Het model. Poppe Persoonlijk Bas Poppe: 06 250 30 221 www.baspoppe.nl info@baspoppe.nl GEDRAGSMANAGEMENT Dit kennisitem gaat over gedrag en wat er komt kijken bij gedragsverandering. Bronnen: Gedragsmanagement, Prof.dr. Theo B. C. Poiesz, 1999; Samenvatting boek en college, A.H.S. Poppe,

Nadere informatie

Een kink in de kabeljauw. ILVO-Visserij. Visserij. ILVO - Dier (Visserij)

Een kink in de kabeljauw. ILVO-Visserij. Visserij. ILVO - Dier (Visserij) Een kink in de kabeljauw ILVO-Visserij Visserij Mei 2008 Inhoud Inleiding De Belgische situatie Alternatieven voor de boomkor De alternatieve boomkor De garnalenpulskor Alternatieve methodes voor boomkorvaartuigen

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter, Directie Visserij De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 's-gravenhage uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum 4 september 2008 2070828790 Viss. 2008/5042 25 september

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Duurzaamheid hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Duurzaamheid hv12. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Auteur VO-content Laatst gewijzigd 15 July 2016 Licentie CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/52459 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijsleermiddelenplein.

Nadere informatie

Terug naar de basiswaarden M A G A Z I N E. In financiële advisering past geen dubbele moraal. FFP-Verkiezingsdebat

Terug naar de basiswaarden M A G A Z I N E. In financiële advisering past geen dubbele moraal. FFP-Verkiezingsdebat J A A R G A N G 6 N U M M E R 2 J U N I 2 0 1 0 M A G A Z I N E In financiële advisering past geen dubbele moraal FFP-Verkiezingsdebat Integraal advies nader verankeren in gedragscode Terug naar de basiswaarden

Nadere informatie

WILD CAUGHT METHODOLOGY

WILD CAUGHT METHODOLOGY WILD CAUGHT METHODOLOGY ILVO Visserij en Aquatische Productie gebruikt voor het beoordelen van wild gevangen vis op vlak van duurzaamheid de Wild Caught Methodology. Deze internationale methode werd in

Nadere informatie

Help plastic afval de zeeën uit

Help plastic afval de zeeën uit Help plastic afval de zeeën uit 8 Plastic afval in zee is een toenemend probleem dat honderden diersoorten aantast. Ook zijn er grote onzekerheden over de indirecte effecten. Voldoende reden voor onmiddellijke

Nadere informatie

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT?

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? Wim Biemans Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Economie & Bedrijfswetenschappen 4 juni, 2014 2 Het doen van wetenschappelijk onderzoek Verschillende

Nadere informatie

LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS VAN DE VISSERIJ: PLADIJS IN EEN RUIMER PLAATJE

LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS VAN DE VISSERIJ: PLADIJS IN EEN RUIMER PLAATJE Bron: VLIZ Fotogalerij - Collectie Daniel Moeyaert, 2008 LOKALE ECOLOGISCHE KENNIS VAN DE VISSERIJ: PLADIJS IN EEN RUIMER PLAATJE An Vanhulle An Vanhulle Universiteit Gent Vakgroep Internationaal Publiekrecht,

Nadere informatie

Masterplan Transitie Visserijvloot

Masterplan Transitie Visserijvloot Masterplan Transitie Visserijvloot Memorandum haalbaarheidsonderzoek GIBO Groep LEI WUR Januari 2010 1 Memorandum Transitie Visserijvloot 2010 2015 1. Inleiding De Nederlandse platvisvloot vist vooral

Nadere informatie

Battle: Vissersschip van de Toekomst

Battle: Vissersschip van de Toekomst Heden ten dage wordt vis gevangen en getransporteerd met hetzelfde middel: het vissersschip. Dit heeft een aantal voordelen, m.n. m.b.t. efficiëntie. Maar de drang naar diezelfde efficientie heeft als

Nadere informatie

Visserij in Cijfers. Trends in zeevisserij. Kees Taal en Mike Turenhout. Scheveningen. 28 februari 2014

Visserij in Cijfers. Trends in zeevisserij. Kees Taal en Mike Turenhout. Scheveningen. 28 februari 2014 Visserij in Cijfers Trends in zeevisserij Kees Taal en Mike Turenhout Scheveningen 28 februari 2014 Visserij in Cijfers Jaarlijkse publicatie Vanaf nu via LEI-internet te downloaden www.visserijincijfers.nl

Nadere informatie

VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg. een populair recept

VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg. een populair recept VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg een populair recept een maatschappelijk probleem add some learning opgelost! deze bijdrage een perspectief

Nadere informatie

Nut en noodzaak van (sturen op) duurzame zorg

Nut en noodzaak van (sturen op) duurzame zorg Nut en noodzaak van (sturen op) duurzame zorg Prof.dr. Robbert Huijsman MBA, Hoogleraar Management & Organisatie Ouderenzorg Senior manager Kwaliteit & Innovatie, Achmea .... Wat bedoelen we met duurzaamheid?

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Samen Ondernemen met de Natuur

Samen Ondernemen met de Natuur Samen Ondernemen met de Natuur Henk Gerbers Kleinschalig maakt gelukzalig, of is bulk beter? Naar een Voedselbeleid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) Verhaal over Ondernemen

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B 1 havo 2009 - I

Eindexamen wiskunde B 1 havo 2009 - I Vetpercentage Al heel lang onderzoekt men het verband tussen enerzijds het gewicht en de lengte van volwassen mensen en anderzijds hun gezondheid. Hierbij gebruikt men vaak de Body Mass Index (BMI). De

Nadere informatie