Opleiding Gynaecologie Verloskunde

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Opleiding Gynaecologie Verloskunde"

Transcriptie

1 Opleiding Gynaecologie Verloskunde Opleider:Prof. dr. F. Scheele Algemeen In samenwerking met VUmc en met AMC worden gynaecologen opgeleid. Naast een drukke algemene praktijk met veel 2 e lijn verloskunde is er en een flinke gynaecologische praktijk. Zowel op verloskundig terrein als op gynaecologisch terrein staat de afdeling in de frontlinie van ontwikkelingen. We leiden op volgens BOEG (Bezinning Op Eindtermen Gynaecologen). Aios AIOS beoordelen de afdeling hoog. Dit blijkt uit de D-RECT, de SETQ en exitinterviews. Lokaal Opleidingsplan Er is een lokaal opleidingsplan waaruit twee zaken blijken: ten eerste dat het opleiden hier volgens de laatste inzichten wordt vormgegeven en ten tweede dat opleiden een hoge prioriteit heeft. Bekijk onderstaand Lokaal Opleidingsplan Duur van de opleiding De opleiding tot gynaecoloog duurt zes jaar. De AIOS in het SLAZ zitten over het algemeen in de eerste twee jaar of in de laatste twee jaar van hun opleiding. Opleidingsetalages Benigne gynaecologie (minimaal invasieve chirurgie) 24 maanden Benigne gynaecologie (minimaal invasieve chirurgie) 12 maanden Contact opnemen: Prof. dr. Fedde Scheele of Dr. Janet Kwee (plaatsvervangend opleider) f.scheele@slaz.nl of J.Kwee@slaz.nl

2 Opleiding Obstetrie en Gynaecologie in het Sint Lucas Andreas ziekenhuis Amsterdam Lokaal Opleidingsplan Auteurs: Fedde Scheele, opleider Obstetrie en Gynaecologie Marion Heres, plaatsvervangend opleider Obstetrie en Gynaecologie Janet Kwee, beoogd plaatsvervangend opleider Obstetrie en Gynaecologie Eva van Horen AIOS Obstetrie en Gynaecologie Nadine van der Lee, Onderwijscoördinator Medische Vervolgopleidingen Amsterdam, 17 juli

3 Voorwoord Voor u ligt het lokale opleidingsplan voor de opleiding Obstetrie en Gynaecologie van het Sint Lucas Andreas ziekenhuis te Amsterdam. Het is een bijzonder plan. Het is namelijk een plan wat in het verleden kijkt (deel 1 uit 2005) en in de toekomst kijkt (deel 2 vanaf pagina 30). Waarom een hybride aanpak? De opleiding tot gynaecoloog heeft na de landelijke modernisering van de opleidingen die nu goed geïmplementeerd is, nieuwe veranderingen op stapel. In tempo enigszins gestuurd door maatschappelijke actoren is er een project Bezinning Op Eindtermen Gynaecologen (BOEG) geweest. In maart 2012 heeft de NVOG besloten met een aanpassing van de themastructuur en een aanpassing van de eindtermen beter in te spelen op de huidige eisen aan een nieuwe gynaecoloog. De haast is zo groot dat men landelijk al deze nieuwe vorm van opleiden heeft ingezet. Natuurlijk gaat het om een nuancering en past deze volledig bij het kaderbesluit. BOEG is echter wel een nuancering ten opzichte van het anno 2012 nog vigerende specifieke besluit. Regelgeving veranderen kost meer tijd dan de snelheid van de maatschappij nu vereist. We leven nu dus in een overgangsfase. Hoe kan men in een situatie als deze een zinvol lokaal opleidingsplan maken? Uiteindelijk besloten we het plan van 2005 in te voegen als deel 1. Dat past volledig bij het specifieke besluit O&G. Het plan van deel 2 is passend bij de nieuwe ideeën van de NVOG die spoedig naar de regelgeving moeten worden vertaald. Deel 2 is ook een zo goed mogelijk gemaakt state of the art lokaal opleidingsplan. Het zal voor opleiders en aios het meest bruikbaar zijn, maar om aan de thans vigerende regelgeving te voldoen is deze hybride versie nog nodig. Beste aios, dit lokaal opleidingsplan vertolkt de overgangsfase waarin we nu opleiden. Het geeft de visie op opleiden in het SLAZ goed weer. Het geeft duidelijkheid over allerlei onderwerpen. Doe er uw voordeel mee. Fedde Scheele, opleider 2

4 Inhoudsopgave Het Verleden...5 Regionaal opleidingsprogramma HOOG voor VUmc cluster...5 Stappenplan... 5 Bekwaamheidniveaus... 6 Groei en toetsing van de algemene competenties... 7 Stages, thema s en toetsing... 8 De Toekomst...31 Ter Inleiding...31 Deel I Structuur van de Opleiding...32 Opleiding Landelijk en Regionaal...32 Opleidingsschema AIOS Toetsing Inhoudelijke afstemming opleiding Opleiding lokaal...38 Setting ziekenhuis Leden opleidingsgroep en taken opleiden Visie op opleiden Opleiding in het SLAZ Aanbod differentiatiestages in SLAZ Introductieprogramma Faciliteiten AIOS Rollen in het opleiderteam Onderwijsactiviteiten Settings Besprekingen (rooster in bijlage 2) Simulatietrainingen Toetsing Toetsmatrix St. Lucas Andreas Ziekenhuis Omschrijving Kwaliteitszorg Deel III Stagebeschrijvingen...51 Stage Verloskunde 12 maanden Polikliniek verloskunde Stage Gynaecologie 12 maanden De differentiatiefase (jaar 5-6) Thema s, ijkpunten en bekwaamheidsniveaus zoals landelijk afgesproken (bij ons dus iets ambitieuzer) Deel III Bijlagen...82 Bijlage Bijlage 1a: Bijlage 1b: Protocol bekwaam en supervisie Bijlage 1c: SBAR Bijlage 1d: Protocol Overdracht Bijlage 1e: Protocol Visite Bijlage 1g: Checklist time out of verloskamer Bijlage 1h: Leermomenten voor artsen (niet) in opleiding tot specialist V&G SLAZ Bijlage 2 Rooster besprekingen...fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bijlage 3 De overdracht Bijlage 4 Toetsdocumenten in E-pass

5 Het verleden Regionaal opleidingsplan VUmc cluster 2005 Auteurs Fedde Scheele (opleider SLAZ) Hans Brolmann (opleider VUmc) Scheltus van Luijk (onderwijskundige) Een variant van dit stuk is te vinden op de website van de KNMG onder opleiding/modernisering/opleidingsplannen/voorbeeld lokale of regionale opleidingsplannen 4

6 Het Verleden Regionaal opleidingsprogramma HOOG voor VUmc cluster Dit document is het regionale opleidingsplan voor VUmc. In dit plan is een vertaling gemaakt van het landelijke opleidingsplan HOOG in een regionaal opleidingsplan en biedt daarmee de lokale opleider/supervisor en AIOS houvast voor de invulling van de individuele opleiding van de AIOS. Kanttekening hierbij is dat de perifere stages niet altijd zo strak lopen als hierin vermeld, maar dat conflicteert niet met de basisgedachte van dit systeem. Het regionale plan voldoet aan de eisen zoals gesteld in het landelijk opleidingsplan en aan de eisen uit regelgeving. Bij visitatie is dit document samen met het individuele opleidingsplan per aios (eventueel allemaal het zelfde, maar meestal met persoonlijke aanpassingen), en een blik in het portfolio informatief om te zien hoe de opleiding tot leven is gebracht. Het plan biedt inzicht in de opbouw van de opleiding in stages (structuur), daaraan verbonden de thema s (inhoud), de toetsing en de ijkpunten (besproken in voortgang- en beoordelingsgesprekken). Dit regionale opleidingsplan kan daarmee als voorbeeld dienen voor andere specialismen die eveneens regionaal een vertaling moeten maken van het landelijke opleidingsplan. Hieronder volgt eerst een beschrijving van het stappenplan zoals deze ook door anderen gehanteerd kan worden. Daarna volgt de uitwerking van HOOG in het regionale opleidingsplan VUmc. Stappenplan I Doel De meeste plannen bezitten een competentieprofiel eventueel vertaald in opleidingsdoelen) die zijn opgenomen in thema s. Dit is de basis voor de inhoud van de opleiding. Toetsen zijn veelal hierin ogenomen. Alle specialismen hebben een curriculum wat het hieronder liggende systeem ondersteunt. II Middel De thema s worden op de werkplek ontwikkeld. Stages zijn hiervoor het meest geschikt. Er wordt een geschikte stage-indeling gekozen en deze wordt (ook in tijd) vastgelegd. III Toets Thema s worden gekoppeld aan de stage-indeling. Sommige thema s zullen in meerdere stages aan bod komen. Het niveau waarop het thema c.q. de competenties uit het thema worden afgesloten verschilt. Vervolgens wordt gekozen welke toetsing er in welke stages plaats vindt. Dat levert een voor de individu een kloppende invulling van een toetstabel op. De toetsgegevens uit de tabel worden opgenomen in het portfolio, samen met: - resultaten van de landelijke voortgangstoets, - de in logboek verzamelde ervaringen (ziektebeelden, ingrepen, complicaties met reflectie) - bijzondere projecten of opdrachten die algemene competenties extra aanspreken - gevolgd (cursorisch) onderwijs - wetenschappelijke activiteiten - andere relevante zaken De toetsing vindt zoveel mogelijk plaats op de werkplek, direct na het geobserveerde gedrag en gekoppeld aan een opleidingsmoment. Per stage/jaar kunnen vaste opleidingsmomenten benoemd worden. IV IJking Bij het periodieke voortgangsgesprek wordt gesproken over twee dimensies: De groei in zelfstandigheid, uitgedrukt in bekwaamheidsniveaus van verrichtingen en/of thema s. De ontwikkeling c.q. groei in de algemene competenties. 5

7 Bekwaamheidniveaus Ieder half jaar wordt op basis van de in het portfolio verzamelde gegevens en op grond van de mening van de opleidergroep gesproken over bekwaamheidniveaus. Deze worden in het onderstaande overzicht 3 tot 6-maandelijks bijgehouden. Na 2, 4 en 6 jaar zijn minimale eisen voor de bereikte zelfstandigheid afgesproken. Voor de toetsing van de A en IOS is in consensusbesprekingen binnen de NVOG gekozen voor een combinatie van thema s, ijkpunten en bekwaamheidsniveaus. Per thema is bepaald welk minimaal bekwaamheidsniveau gehaald moet zijn op een bepaald ijkpunt. Bekwaamheidsniveau (1 t/m 5) 1 Heeft kennis van 2 Handelt onder strenge supervisie 3 Handelt met beperkte supervisie 4 Handelt zonder supervisie 5 Superviseert en onderwijst bij de handeling Dit schema regelt in grote lijnen de relatie tussen de opleidingsfase en de minimale ontwikkeling van de AIOS in de verschillende thema s. Bekwaamheidsniveaus weergegeven per ijkpunt, gegroepeerd per thema: Wat kan de AIOS op zijn minst op het ijkpunt? Thema s versus 3 IJkpunten (I, II en III) IJkpunt I IJkpunt II IJkpunt III Op Bekwaamheidsniveaus (1 tm 5) Zwangerschapsbegeleiding ongecompliceerd 5 Zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd Gewone bevalling 5 Gecompliceerde bevalling Gecompliceerde bevalling hoog ingeschat risico Kraamperiode & kind ongecompliceerd Kraamperiode & kind gecompliceerd Algemene poli gynaecologie veel voorkomend Algemene poli gynaecologie weinig voorkomend Urogynaecologie & Bekkenbodem Oncologie Seksuologie Endocrinologie & Fertiliteit basaal Endocrinologie & Fertiliteit specieel OK laag ingeschat risico OK hoog ingeschat risico Peri - operatieve zorg

8 Groei en toetsing van de algemene competenties Op basis van in het portfolio verzamelde informatie (o.a. KPB s, 360 graden feedback, verslagen, CAT, etc.) en op basis van indrukken uit de opleidergroep wordt met de AIOS een gesprek gevoerd over de ontwikkeling in de algemene competenties. Het gaat hier over een big picture per competentie. De AIOS bereidt een document van 1 à 2 A4 voor met een zelfreflectie over die competenties. De opleider vult een Gans-meter in: Algemene competentie Gans-meter Onder verwacht niveau Boven verwacht niveau Medisch handelen Wetenschap Maatschappelijk handelen Communicatie Samenwerking Organisatie Professioneel gedrag Met bovenstaande stappen komt een lokaal opleidingsplan tot stand In dit plan is inzichtelijk wat en wanneer een AIOS leert, met behulp van welke (opleidings-) middelen, wanneer en met welke toetsinstrument getoetst wordt en hoe de groei beoordeeld wordt. Regionaal opleidingsplan Verloskunde & Gynaecologie OOR VUmc (schema voor aios) Het basisschema voor iedere AIOS ziet er als volgt uit (kleine verschillen in duur en plek zijn mogelijk): 1 ½ jaar perifeer 3 jaar academisch 1 ½ jaar perifeer - Verloskunde stage 9 maanden - Verloskunde 1 jaar OK-stage 6 maanden - Gynaecologie stage 9 maanden - Gynaecologie / bekkenbodem / Seksuologie 1 jaar Polikliniekstage 6 maanden - Oncologie 6 maanden Supervisiestage 6 maanden - Fertiliteit 6 maanden 7

9 Stages, thema s en toetsing In de volgende hoofdstukken wordt per periode een nadere invulling gegeven aan de thema s die aan de periode verbonden zijn en wordt een overzicht gegeven van de verschillende opleidingsactiviteiten (leermiddelen) per stage voor het ontwikkelen van o.a. de algemene competenties. In een overzicht per thema worden de diverse toetsinstrumenten genoemd. Daarin staat tevens beschreven wat in het portfolio m.b.t. het thema opgenomen dient te zijn. Periferie I : 1 ½ jaar Stages: - Verloskunde stage 9 maanden - Gynaecologie stage 9 maanden De volgende thema s komen in deze periode aan bod: thema s minimaal bekwaamheidniveau Zwangerschapsbegeleiding ongecompliceerd 5 Zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd 3 Gewone bevalling 5 Gecompliceerde bevalling 2 Gecompliceerde bevalling hoog risico 2 Kraamperiode en kind ongecompliceerd 5 Kraamperiode en kind gecompliceerd 3 Algemene poli gynaecologie veel voorkomend 3 Voortplantingsendocrinologie & fertiliteit basis 3 OK laag ingeschat risico 2 OK hoog ingeschat risico 2 Peri-operatieve zorg 2 Uit de bereikte bekwaamheidniveaus is af te lezen dat slechts enkele thema s in deze periode volledig worden afgerond. 8

10 Toetsing Toetsing algemene competenties Halfjaarlijks wordt een sterkte / zwakte analyse gemaakt over de ontwikkeling van de algemene competenties. Voor deze sterkte / zwakte analyse zijn de bij de thema s genoemde kritische beroepssituaties exemplarisch. De moeilijkheidsgraad van de kritische beroepssituaties die aandacht dienen te krijgen neemt toe met het vorderen van de opleiding. Hieronder volgt een opsomming van de kritische beroepssituaties per stage die geschikt zijn voor het toetsen van de algemene competenties. Verloskunde stage Counseling verloskundig onderwerp Dienstoverdracht Communicatie met het verloskamerteam Communicatie met de barende Slecht nieuwsgesprek Gebruik literatuurbronnen Samenwerking 1 e lijn Behandelplan met verpleegkundige doorspreken Beheer en timemanagement meerdere verloskamers Triage Teamwork in stressituaties Omgaan met het verloskundige zorgsysteem Inspelen op de lokale infrastructuur Overplaatsing naar ander ziekenhuis regelen Extra begeleiding geven waar nodig Begeleiding barende Reflectie op eigen functioneren op verloskamers Gynaecologie stage Correspondentie en ad hoc contact met 1 e lijn Ok-verslaglegging Aandacht voor psychosomatiek Goed gebruik van supervisie Omgang met personeel en assistentie Omgaan met complicaties, zich onder meer uitend in een schriftelijke audit 9

11 Toetsing per thema met focus op vakbekwaamheid tot op detail Verloskunde stage Thema Zwangerschapsbegeleiding ongecompliceerd Korte klinische beoordeling (KKB) Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio - 2 KKB s observatie deel van een spreekuur, met minstens 1 counselinggesprek. - 1 observatie van adequaat uitgevoerd echoscopisch onderzoek - NVOG richtlijnen: Basis Prenatale zorg / Gastro oesofageale refluxziekten / Indicaties prenatale diagnostiek / Urineweginfecties. - NVOG standpunten:extra foliumzuur voor fertiele vrouwen / 05 Bekkeninstabiliteit / 06 Serum screening neuraalbuisdefect en Down syndroom / 10 Nuchal translucency/ 13 Prenatale screening. - NVOG kwaliteitsnorm: echoscopie laag risico spreekuren. - 5 counselinggesprekken - Verslag van enkele dagen ervaring in de 1 e lijns verloskundige zorg. - 1 Critical Appraised Topic over zwangerschapsbegeleiding - Cursus klinische genetica - Cursus echoscopie Thema Zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd Korte klinische beoordeling - 1 KKB s op polikliniek of afdeling zwangeren (KKB) 360 graden beoordeling - Kennistoets (voortgangstoets) - NVOG richtlijnen: Zwangerschapshypertensie / Chronische hypertensie / Serotiniteit / Preventie groep B Hemolytische. Streptococ / Negatieve discongruentie / Dreigende vroeggeboorte / Diepe ven. trombose / Diabetes / Schildklier / Verwijzing perinatologisch centrum / Bloedverlies 2 e helft / Antifosfolipiden syndroom / Transfusiebeleid / Erytrocyten immunisatie / SLE / Habituele abortus / Tubaire EUG. - NVOG kwaliteitsnorm: Invasieve prenatale / Geavanceerd ultrageluid -onderzoek/ Preventie moedersterfte Portfolio - 5 polikliniek sessies met hoog risico zwangeren. - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien. Thema Gewone bevalling Korte klinische beoordeling (KKB) 360 graden beoordeling - Eenmaal beoordeling Simulatietoets Kennistoets (voortgangstoets) - Praktijkbeoordeling: minimaal 5 x KKB van een (gedeelte van een) partus, 1 x techniekbeoordeling episiotomie - Fantoom gewone partus / schouderdystocie / fluxus / stuit - Episiotomie - CTG toetsing op locatie - Resuscitatie pasgeborene - NVOG richtlijnen: HPP / Schouderdystocie / Inleiden van de 10

12 Portfolio baring / Foetale bewaking. - NVOG standpunt: archivering CTG s - 50 bevallingen geteld e graadsrupturen; 5 episiotomieën - 10 MBO s - 1 critical appraised topic op het terrein van de gewone bevalling - Schriftelijke reflectie op de behandeling van een eigen patiënt met sociaal probleemgedrag. - Cursus foetale bewaking Thema Gecompliceerde bevalling Korte klinische beoordeling (KKB) 360 graden beoordeling Simulatietoets Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio - Minimaal 3 KKB s FE en/of VE en 3 SC in de eerste 4 jaar - Jaarlijkse fantoomtoets VE/FE/schouderdystocie - Zie gewone bevalling. NVOG richtlijn: Het breken van de vliezen voor de baring - 25 sectio s - 10 vacuümextracties - 3 forcipale extracties, eventueel te vervangen door fantoom - 4 manuele placentaverwijderingen - 3 totaalrupturen - Verslag slecht nieuwsgesprek (max. 1 A4) - 1 Critical Appraised Topic betreffende de gecompliceerde bevalling - Cursorisch onderwijs: volgen MOET of vergelijkbaar onderwijs Thema Gecompliceerde bevalling hoog risico Korte klinische beoordeling (KKB) 360 graden beoordeling Simulatietoets Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio - 2 KKB s (meerlingen of vaginale stuitbevallingen) tijdens de opleiding - Jaarlijkse fantoomtoets op complexe stuitbevallingen. - Zie ook gewone bevalling. - NVOG richtlijnen: Meerlingen / Stuit - 8 meerlingbaringen - 2vaginale stuitgeboorten - 1 Critical Appraised Topic betreffende vaginale stuitgeboorte of meerlingbevalling - Cursorisch onderwijs: stuitcursus Thema Kraamperiode en kind ongecompliceerd Korte klinische beoordeling (KKB) 360 graden beoordeling Simulatietoets Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio - 1 KKB op de kraamafdeling - NVOG richtlijn Anticonceptie: lactatie -amenorroe methode - 1 Critical Appraised Topic 11

13 Thema Kraamperiode en kind gecompliceerd Korte klinische beoordeling (KKB) 360 graden beoordeling Simulatietoets Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio - 1 KKB slecht nieuwsgesprek - NVOG richtlijn: Wet vroege perinatale sterfte - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke kraambedziektebeelden zijn op de afdeling en polikliniek door de AIOS gezien. 12

14 Gynaecologie stage Thema Algemene poli gynaecologie veel voorkomend Korte klinische beoordeling (KKB) Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio - Minimaal 4 KKB s: waarvan minimaal 1 over een nieuwe patiënt / controle patiënt / inbrengen IUD / gynaecologische echoscopie - NVOG richtlijnen: Abnormaal vaginaal bloedverlies / Menopauze / Premenstrueel syndroom /Sterilisatie bij de vrouw / Vulvodynie / Diagnostiek en behandeling endometriose / Simpele ovariumcyste / Orale anticonceptie intra-uteriene anticonceptie - progestageen contraceptie postcoïtale anticonceptie - natuurlijke geboorteregeling / Diagnostiek en behandeling van menorragie / Gynaecologische echoscopie; - NVOG standpunt: Risico van trombose bij de 3 e generatie OAC - LTA: Vaginaal bloedverlies in de post menopauze - Minstens 30 polidagdelen - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien. - Afgetekend kort verslag van voorzitten polikliniek bespreking - 2 Critical Appraised Topics over veel voorkomende gynaecologische vraagstukken die binnen dit thema werden ontmoet. Thema Algemene poli Gynaecologie weinig voorkomend Portfolio - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien. Thema Voortplantingsendocrinologie & fertiliteit basis Korte klinische beoordeling (KKB) Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio - 2 KKB s over: echoscopie ovulatie-inductie OFO-anamnese en 1 e counseling Fertiliteitbespreking leiden waaruit het etiologisch en prognostisch redeneren blijkt. - NVOG Richtlijnen: OFO /Anovulatie/ IUI / gynaecologische echo onderzoek / Mannelijke infertiliteit. - LTA: subfertiliteit - Prognostische modellen - 5 polidagdelen VEF basis - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien. Thema OK laag ingeschat risico KPB / OSAT - Per jaar 3 OSATS verdeeld over laparotomie, laparoscopie en hysteroscopie. - Per jaar 5 praktijk beoordelingen op de OK van communicatie, samenwerking en professioneel gedrag. 13

15 - Per jaar 2 praktijkbeoordelingen leiding geven aan de organisatie en behandeling van een spoedingreep. Simulatietoets - Basis instrumentenleer (op locatie) / basis hecht en knooptechniek / endotrainer oefeningen oog -hand motoriek Kennistoets (voortgangstoets) - Basis chirurgische technieken kennis en anatomische kennis. Cobraklapper chirurgische technieken. Portfolio Verrichting Laparoscopische chirurgie - Diagnostische laparoscopie /Sterilisatie - Eenvoudige adhesiolysis - Salpingectomie /salpingotomie inclusief EUG Hysteroscopische chirurgie - Diagnostische hysteroscopie - Resectie gesteelde intracavitaire afwijkingen Resectie myomen (type O-I) Conventionele gynaecologische chirurgie - marsupialisatie van de klier van Bartholin - kleine ingrepen aan de vulva (verwijdings- en vernauwingsplastieken, labium resectie) - kleine ingrepen aan de cervix (diathermische lisexcisie) - (vacuüm) curettage eventueel gefractioneerd - extirpatie per laparotomie - sterilisatie per laparotomie (bijv. bij sectio) Streefgetal (totaal) Thema OK hoog ingeschat risico KPB / OSAT Kennistoets (voortgangstoets) Per jaar 3 OSATS verdeeld over laparotomie, laparoscopie en hysteroscopie. Cobraklapper chirurgische technieken. Portfolio Verrichting Laparoscopische chirurgie - Cystectomie - 5 Hysteroscopische chirurgie - Resectie myomen (type II) - 5 Conventionele gynaecologische chirurgie - Operatieve correctie ongecompliceerde prolapsen en perineoplastiek - myoomenucleatie per laparotomie - hysterectomie abdominaal - hysterectomie vaginaal Streefgetal (totaal)

16 Thema Perioperatieve zorg Korte klinische beoordeling (KKB) Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio - 2 KKB: afdelingsvisite preoperatief gesprek postoperatief gesprek patiënte of familie - Cobra cursus en Cobra klapper - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de afdeling zijn gezien. - 1 Critical Appraised Topic over perioperatieve zorgvraagstukken Algemene Vaardigheden - ALS cursus - Kennis van WGBO en BIG - 5 modelbrieven Huisarts 15

17 Academische stages: 3 jaar Stages in de 3 jaren academisch - Verloskunde 1 jaar - Gynaecologie / bekkenbodem / Seksuologie 1 jaar - Oncologie 6 maanden - Fertiliteit 6 maanden De volgende thema s komen in deze periode aan bod: Thema s Bekwaamheidsniveau Zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd 4 Gecompliceerde bevalling 3 Gecompliceerde bevalling hoog risico 3 Algemene poli gynaecologie veel voorkomend 4 Algemene poli gynaecologie weinig voorkomend 3 Urogynaecologie & Bekkenbodem 3 Oncologie 3 Seksuologie 4 Endocrinologie & Fertiliteit basaal 4 Endocrinologie & Fertiliteit specieel 4 OK laag ingeschat risico 3 OK hoog ingeschat risico 3 Perioperatieve zorg 3 Toetsing Toetsing algemene competenties Halfjaarlijks wordt een sterkte / zwakte analyse gemaakt over de ontwikkeling van de algemene competenties. Voor deze sterkte / zwakte analyse zijn de bij de thema s genoemde kritische beroepssituaties exemplarisch. De moeilijkheidsgraad van de kritische beroepssituaties die aandacht dienen te krijgen neemt toe met het vorderen van de opleiding. Hieronder volgt een opsomming van de kritische beroepssituaties per stage die geschikt zijn voor het toetsen van de algemene competenties. Verloskunde Counseling van kansen Begeleiding rouw Omgaan met emotioneel belastende situaties Multidisciplinaire behandeling IC-zorg pasgeborenen Teamwork bij stress Verdieping in casuïstiek rond WGBO Verdieping in wetgeving perinatale sterfte en (late) zwangerschapsafbreking Procedures aangifte en begraven hanteren Onderwijs Gebruik EBM Overzicht tonen Verantwoordelijkheid tonen voor continuïteit van zorg 16

18 Gynaecologie/sexuologie/bekkenbodem Goede sexuologische anamnese doen EBM gebruiken Samenwerken met sexuoloog Multidisciplinair overleg gebruiken en organiseren Multidisciplinair complicaties bespreken Complicatieregistratie verzorgen OK-programma s helpen plannen Leiden van indicatiebesprekingen Leiding geven aan assistentie bij stress Plannen logisitiek op de polikliniek Omgaan met vrouwen met seksuele geweldservaring Bekendheid met procedures voor medisch onderzoek na seksueel geweld Oncologie Omgaan met angst, verdriet, onzekerheid en boosheid van patiënten en familie Optimaal gebruik van foldermateriaal en patiëntvoorlichting EBM Functioneren in een oncologisch netwerk Omgaan met en euthanasieverzoek Omgaan met eigen gevoelens betreffende sterven van patiënten Stervensbegeleiding Fertiliteit Prognose counseling Omgaan met eisende patiënten Positief beïnvloeden van het team Gebruik van patiëntverenigingen Functioneren in een zorgnetwerk met transmurale afspraken Eigen positie kiezen bij ethische dilemma s 17

19 Toetsing per thema Verloskundestage Thema Zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd Korte klinische beoordeling - 2 KKB s op polikliniek of afdeling zwangeren (KKB) 360 graden beoordeling - 1 X Kennistoets (voortgangstoets) - NVOG richtlijnen: Zwangerschapshypertensie / Chronische hypertensie / Serotiniteit / Preventie groep B Hemolytische. Streptococ / Negatieve discongruentie / Dreigende vroeggeboorte / Diepe ven. trombose / Diabetes / Schildklier / Verwijzing perinatologisch centrum / Bloedverlies 2 e helft / Antifosfolipiden syndroom / Transfusiebeleid / Erytrocyten immunisatie / SLE / Habituele abortus / Tubaire EUG. - NVOG kwaliteitsnorm: Invasieve prenatale / Geavanceerd ultrageluid -onderzoek/ Preventie moedersterfte Portfolio - 15 polikliniek sessies met hoog risico zwangeren. - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien. - 2 Critical Appraised Topics Thema Gecompliceerde bevalling Korte klinische beoordeling (KKB) 360 graden beoordeling Simulatietoets Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio - Minimaal 2 KKB s FE en/of VE en 2 SC - Jaarlijkse fantoomtoets VE/FE/schouderdystocie - Zie gewone bevalling. NVOG richtlijn: Het breken van de vliezen voor de baring - 25 sectio s - 10 vacuümextracties - 3 forcipale extracties, eventueel te vervangen door fantoom - 5 manuele placentaverwijderingen - 3 totaalrupturen - Verslag slecht nieuwsgesprek (max. 1 A4) - 1 Critical Appraised Topic betreffende de gecompliceerde bevalling - Cursorisch onderwijs: volgen MOET of vergelijkbaar onderwijs 18

20 Thema Gecompliceerde bevalling hoog ingeschat risico Korte klinische beoordeling (KKB) Simulatietoets Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio - 2 KKB s (meerlingen of vaginale stuitbevallingen) tijdens de opleiding - Jaarlijkse fantoomtoets op complexe stuitbevallingen. - Zie ook gewone bevalling. - NVOG richtlijnen: Meerlingen / Stuit - 10 meerlingbaringen - 2 vaginale stuitgeboorten - 1 Critical Appraised Topic betreffende vaginale stuitgeboorte of meerlingbevalling - Cursorisch onderwijs: stuitcursus Thema Kraamperiode & kind gecompliceerd Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio - NVOG richtlijn: Wet vroege perinatale sterfte - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke kraambedziektebeelden zijn op de afdeling en polikliniek door de AIOS gezien. - 1 Critical Appraised Topic 19

21 Gynaecologie / bekkenbodem / Seksuologie stage Thema Algemene poli gynaecologie veel voorkomend Korte klinische beoordeling (KKB) Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio - Minimaal 4 KKB s: - NVOG richtlijnen: Abnormaal vaginaal bloedverlies / Menopauze / Premenstrueel syndroom /Sterilisatie bij de vrouw / Vulvodynie / Diagnostiek en behandeling endometriose / Simpele ovariumcyste / Orale anticonceptie intra-uteriene anticonceptie - progestageen contraceptie postcoïtale anticonceptie - natuurlijke geboorteregeling / Diagnostiek en behandeling van menorragie / Gynaecologische echoscopie; - NVOG standpunt: Risico van trombose bij de 3 e generatie OAC - LTA: Vaginaal bloedverlies in de post menopauze - Minstens 20 polidagdelen - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien. - Afgetekend kort verslag van voorzitten polikliniek bespreking Thema Algemene poli gynaecologie weinig voorkomend Portfolio - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien. - 1 Critical Appraised Topic over weinig voorkomende gynaecologische vraagstukken die binnen dit thema werden ontmoet. Thema Urogynaecologie & Bekkenbodem Korte klinische beoordeling (KKB) Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio - 1 KKB - NVOG richtlijn: Urine-incontinentie - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien. - Aantal verrichte UDO s - Aantal verrichte prolapsoperaties - Aantal midurethrale suspensies - 1 Critical Appraised Topic aangaande bekkenbodemvraagstukken - Cursus urogynaecologie (sterk aanbevolen) Thema Seksuologie Korte klinische beoordeling - 2 KKB s seksuele anamnese (KKB) Kennistoets (voortgangstoets) - NVOG richtlijn: Seksuele anamnese / Vulvodynie. - NVOG-standpunt: Vrouwenbesnijdenis / Hymenreconstructie Portfolio - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien. - 1 Critical Appraised Topic 20

22 Thema OK laag ingeschat risico KPB / OSAT Simulatietoets Kennistoets (voortgangstoets) - Per jaar 3 OSATS verdeeld over laparotomie, laparoscopie en hysteroscopie. - Per jaar 5 praktijk beoordelingen op de OK van communicatie, samenwerking en professioneel gedrag. - Per jaar 2 praktijkbeoordelingen leiding geven aan de organisatie en behandeling van een spoedingreep. - endotrainer oefeningen oog -hand motoriek - Basis chirurgische technieken kennis en anatomische kennis. Cobraklapper chirurgische technieken. Portfolio Verrichting Laparoscopische chirurgie - Diagnostische laparoscopie /Sterilisatie - Eenvoudige adhesiolysis - Salpingectomie /salpingotomie inclusief EUG Hysteroscopische chirurgie - Diagnostische hysteroscopie - Resectie gesteelde intracavitaire afwijkingen - Resectie myomen (type O-I) Conventionele gynaecologische chirurgie - marsupialisatie van de klier van Bartholin - kleine ingrepen aan de vulva (verwijdings- en vernauwingsplastieken, labium resectie) - kleine ingrepen aan de cervix (diathermische lisexcisie) - (vacuüm) curettage eventueel gefractioneerd - extirpatie per laparotomie - sterilisatie per laparotomie (bijv. bij sectio) Streefgetal (totaal)

23 Thema OK hoog ingeschat risico KPB / OSAT - Per jaar 3 OSATS verdeeld over laparotomie, laparoscopie en hysteroscopie. Kennistoets (voortgangstoets) - Cobraklapper chirurgische technieken. Portfolio Streefgetal Verrichting (totaal) Laparoscopische chirurgie - Cystectomie - 5 Hysteroscopische chirurgie - Resectie myomen (type II) - 5 Conventionele gynaecologische chirurgie - Operatieve correctie ongecompliceerde prolapsen en perineoplastiek - myoomenucleatie per laparotomie - hysterectomie abdominaal - hysterectomie vaginaal Thema Peri-operatieve zorg Korte klinische beoordeling - 1 KKB: (KKB) 360 graden beoordeling - 1 X Kennistoets (voortgangstoets) - Cobra cursus en Cobra klapper Portfolio - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de afdeling zijn gezien. 22

24 Oncologiestage Thema Oncologie Korte klinische beoordeling (KKB) - Ten minste 5, waaronder tenminste van elk 1: KKB afdelingsvisite KKB eerste anamnese en onderzoek KKB slecht nieuws gesprek Kennistoets (voortgangstoets) - Richtlijnen gynaecologische oncologie oncoline ( ->gynaecologische tumoren: cervixca, endometriumca, ovariumca, borderline ovariumca, mola, persisterende trofoblast, vaginaca, vulvaca) / Richtlijnen palliatieve zorg oncoline) - Richtlijn NVOG Mola. - NVOG standpunten:) HPV en cervixpathologie / Erfelijke gynaecologische kanker - Basale kennis radiotherapie en chemotherapie Portfolio - 10 polikliniekdagdelen gynaecologische oncologiepoli - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien. - Aantallen assistentie bij grotere gynaecologische ingrepen - 1 Critical Appraised Topic op oncologisch terrein - Participeren oncologieoverleg of bijeenkomsten WOG - Cursorisch onderwijs over oncologie gevolgd (sterk aanbevolen) 23

25 Fertiliteit stage Thema Voortplantingsendocrinologie en fertiliteit basis Korte klinische beoordeling (KKB) Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio - 1 KKB s over: - Fertiliteitbespreking leiden waaruit het etiologisch en prognostisch redeneren blijkt. - NVOG Richtlijnen: OFO /Anovulatie/ IUI / gynaecologische echo onderzoek / Mannelijke infertiliteit. - LTA: subfertiliteit - Prognostische modellen - 15 polidagdelen VEF basis - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien. - Kort essay over Baysiaans denken in het kader van fertiliteitdiagnostiek - 1 Critical Appraised Topic over basaal fertiliteitswerk - Cursorisch onderwijs VEF (sterk aanbevolen) Thema Voortplantingsendocrinologie en fertiliteit specieel Korte klinische beoordeling (KKB) 360 graden beoordeling Simulatietoets Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio - 2 KKB s: slecht nieuwsgesprek bijv. POF, azoöspermie, uitbehandelde subfertiliteit - Overige NVOG fertiliteitrichtlijnen: Tubapathologie/ IVF/ OHSS / POF, Endometriose / Hoog technologisch draagmoederschap. - NVOG kwaliteitsnorm: IVF / Standpunt ICSI en genetisch onderzoek / Screening infectieziekten bij kunstmatige voortplanting - 5 polidagdelen VEF specieel - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien. - 1 Critical Appraised Topic over specieel fertiliteitswerk Algemene vaardigheden - Wetenschappelijke publicaties - Begeleiding CATs jongere jaars en co s - Bijdragen aan maatschappelijke discussies, op de hoogte van vakbladen als medisch contact - Bijscholingen gevolgd voor acute zorg 24

26 Periferie II: 1 ½ jaar Stages perifeer - OK-stage 6 maanden - Polikliniekstage 6 maanden - Supervisiestage 6 maanden De volgende thema s komen in deze periode aan bod: Thema s Minimaal bekwaamheidniveau Zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd 4 Gecompliceerde bevalling 4 Gecompliceerde bevalling hoog risico 3 Algemene poli gynaecologie veel voorkomend 4 Urogynaecologie & Bekkenbodem 4 Oncologie 4 Seksuologie 4 Endocrinologie & Fertiliteit specieel 4 OK laag ingeschat risico 5 OK hoog ingeschat risico 4 Peri-operatieve zorg 4 Toetsing Toetsing algemene competenties Halfjaarlijks wordt een sterkte / zwakte analyse gemaakt over de ontwikkeling van de algemene competenties. Voor deze sterkte / zwakte analyse zijn de bij de thema s genoemde kritische beroepssituaties exemplarisch. De moeilijkheidsgraad van de kritische beroepssituaties die aandacht dienen te krijgen neemt toe met het vorderen van de opleiding. Hieronder volgt een opsomming van de kritische beroepssituaties per stage die geschikt zijn voor het toetsen van de algemene competenties. - Achtergebleven algemene competenties - Overzicht over de vakuitoefening - Bijdragen aan continuïteit van zorg - Riskmanagement - Onderwijs aan jonge collegae - Leiderschapsrollen - Supervisie Hiertoe worden kleine managementopdrachten gegeven zoals: de onderwijsbesprekingen regelen, de (her)inrichting van een functiekamer voorbereiden, de complicatieregistratie verbeteren 25

27 Toetsing per thema met focus op vakbekwaamheid tot in detail OK stage Thema OK laag ingeschat risico KPB / OSAT Per jaar 3 OSATS verdeeld over laparotomie, laparoscopie en hysteroscopie. Per jaar 5 praktijk beoordelingen op de OK van communicatie, samenwerking en professioneel gedrag. Per jaar 2 praktijkbeoordelingen leiding geven aan de organisatie en behandeling van een spoedingreep. Simulatietoets endotrainer oefeningen oog -hand motoriek Kennistoets (voortgangstoets) Basis chirurgische technieken kennis en anatomische kennis. Cobraklapper chirurgische technieken. Portfolio Verrichting Laparoscopische chirurgie - Diagnostische laparoscopie /Sterilisatie - Eenvoudige adhesiolysis - Salpingectomie /salpingotomie inclusief EUG Hysteroscopische chirurgie - Diagnostische hysteroscopie - Resectie gesteelde intracavitaire afwijkingen - Resectie myomen (type O-I) Conventionele gynaecologische chirurgie - marsupialisatie van de klier van Bartholin - kleine ingrepen aan de vulva (verwijdings- en vernauwingsplastieken, labium resectie) - kleine ingrepen aan de cervix (diathermische lisexcisie) - (vacuüm) curettage eventueel gefractioneerd - extirpatie per laparotomie - sterilisatie per laparotomie (bijv. bij sectio) Streefgetal (totaal) Thema OK hoog ingeschat risico KPB / OSAT Kennistoets (voortgangstoets) Per jaar 3 OSATS verdeeld over laparotomie, laparoscopie en hysteroscopie. Cobraklapper chirurgische technieken. Portfolio Verrichting Laparoscopische chirurgie - Cystectomie - 5 Hysteroscopische chirurgie - Resectie myomen (type II) - 8 Streefgetal (totaal) 26

28 Conventionele gynaecologische chirurgie - Operatieve correctie ongecompliceerde prolapsen en perineoplastiek - myoomenucleatie per laparotomie - hysterectomie abdominaal - hysterectomie vaginaal Thema Peri-operatieve zorg Korte klinische beoordeling - 1 KKB: (KKB) 360 graden beoordeling - 1 X Kennistoets (voortgangstoets) - Cobra cursus en Cobra klapper Portfolio - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de afdeling zijn gezien. 27

29 Polikliniekstage Thema Algemene poli gynaecologie weinig voorkomend Portfolio - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien. - 1 Critical Appraised Topic over weinig voorkomende gynaecologische vraagstukken die binnen dit thema werden ontmoet. Thema Urogynaecologie & Bekkenbodem Korte klinische beoordeling - 1 KKB (KKB) 360 graden beoordeling Simulatietoets Kennistoets (voortgangstoets) - NVOG richtlijn: Urine-incontinentie Portfolio - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien. - Aantal verrichte UDO s - Aantal verrichte prolapsoperaties - Aantal midurethrale suspensies - 1 Critical Appraised Topic aangaande bekkenbodemvraagstukken - Cursus urogynaecologie (sterk aanbevolen) Thema Oncologie Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio - Richtlijnen gynaecologische oncologie oncoline ( ->gynaecologische tumoren: cervixca, endometriumca, ovariumca, borderline ovariumca, mola, persisterende trofoblast, vaginaca, vulvaca) / Richtlijnen palliatieve zorg oncoline) - Richtlijn NVOG Mola. - NVOG standpunten:) HPV en cervixpathologie / Erfelijke gynaecologische kanker - Basale kennis radiotherapie en chemotherapie - 5 polikliniekdagdelen gynaecologische oncologiepoli - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien. - Aantallen assistentie bij grotere gynaecologische ingrepen - 1 Critical Appraised Topic op oncologisch terrein - Participeren oncologieoverleg of bijeenkomsten WOG - Cursorisch onderwijs over oncologie gevolgd (sterk aanbevolen) 28

30 Thema Endocrinologie & Fertiliteit specieel Portfolio - 5 polidagdelen VEF specieel - Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien. Supervisie stage - Inhoudelijke focus op basis van voortgangsgesprek. Algemene vaardigheden - Wetenschappelijke publicaties - Begeleiding CATs jongere jaars en co s - Bijdragen aan maatschappelijke discussies, op de hoogte van vakbladen als medisch contact - Bijscholingen gevolgd voor acute zorg Voor de samenstelling van dit regionale opleidingsplan is gebruik gemaakt van: - producten uit het VUmc - voorbeelden uit Groningen die bewerkt zijn door F. Scheele voor SLAZ - opleidingsplan HOOG 29

31 De toekomst Dit tweede deel van het lokaal opleidingsplan loopt vooruit op de regelgeving zoals in het specifiek besluit anno 2012 vigeert. Het kaderbesluit is er zo goed mogelijk in vertolkt. Het specifiek besluit O&G zal zo spoedig mogelijk worden aangepast zodat dit lokaal opleidingsplan het plan uit het eerste deel definitief kan vervangen. De toekomst is dichtbij. Het nieuwe regionaal opleidingsplan van VUmc en AMC neemt al een voorschot op de toekomst. Maatschappelijke actoren als de inspectie en VWS nopen tot een spoedige aanpassing van het vak. De NVOG is daar klaar voor, maar de regelgeving loopt iets achter. 30

32 De Toekomst Ter Inleiding Beste aios en opleidingsteamlid. Dit document beschrijft het lokale opleidingsplan van de Obstetrie en Gynaecologie in het SLAZ. Het is gebaseerd op het kaderbesluit CGS, het specifiek besluit Obstetrie en Gynaecologie, het oude landelijk opleidingsplan HOOG (2005) en de in maart 2012 door de NVOG aangenomen eindtermen van het nieuwe opleidingsplan BOEG en de nieuwe versie het regionale opleidingsplan van de OORen VUMC (ook de oude is nog gebruikt) en AMC. Dit opleidingsplan vormt de basis waarop de individuele AIOS in het SLAZ samen met het opleiderteam zijn of haar individueel opleidingsplan kan samenstellen. Het plan bestaat uit 3 delen. Deel I beschrijft de structuur van de opleiding op landelijk, regionaal en lokaal niveau. Deel II betreft een beschrijving van de leermogelijkheden die in het SLAZ worden aangeboden. In Deel III vindt u de formulieren die in het SLAZ gebruikt worden voor de toetsing alsmede diverse bijlagen. Dit plan is in samenspraak met de lokale opleidingsgroep SLAZ tot stand gekomen. Landelijk opleidingsplan (van HOOG naar BOEG) Regionaal opleidingsplan VU en AMC OOR lokaal opleidingsplan SLAZ persoonlijk opleidingsplan AIOS 31

33 Deel I Structuur van de Opleiding Opleiding Landelijk en Regionaal Onlangs is het landelijke opleidingsplan voor het specialisme Obstetrie en Gynaecologie aangepast. Het gaat hierbij om relatieve aanpassingen die waar dat belangrijk is, nog steeds binnen het specifiek besluit vallen. In dit plan worden de 6 jaar opleiding verdeeld in een basis van 4 jaar en een differentiatie (genaamd aandachtsgebied) in de laatste 2 jaar van de opleiding. In het regionale opleidingsplan (ROP) van de OOR- Amsterdam VUmc en AMC wordt als uitgangspunt genomen dat er per in de eerste vier jaar aan 2 jaar basis en 2 jaar specieel wordt gewerkt waarbij evenveel tijd aan niet-universitaire (NU) en aan universitaire (U) stages wordt besteed. Aansluitend wordt tijdens het vijfde en zesde jaar de gelegenheid geboden tot verdieping in de vorm van differentiatiestages, mits aan het einde van jaar 4 voldoende bekwaamheidsniveaus bereikt zijn. In dit lokale opleidingsplan is een vertaling gemaakt van het (aangepaste) landelijke opleidingsplan en het Regionale opleidingsplan van de OOR Amsterdam VUMC. Het huidige ROP Amsterdam VUMC-AMC is aangepast naar aanleiding van de Herziening Opleiding Obstetrie Gynaecologie (HOOG 2005), de recente Bezinning Op Eindtermen Gynaecologie (BOEG 2012), het oude regionale opleidingsplan VUmc cluster, richtlijn bekwaamverklaring in de specialistenopleiding (TMO 2010) en de richtlijn interpretatie en gebruik van toetsresultaten in het portfolio (TMO 2010). Het lokale plan biedt inzicht in de opbouw van de opleiding in al of niet virtuele stages (structuur), daaraan verbonden de thema s (inhoud), de toetsing en de ijkpunten (vast te leggen in een toetsmatrix besproken in voortgang- en beoordelingsgesprekken) alsmede een detailomschrijving van hoe de opleiding lokaal is vormgegeven. Dit lokale opleidingsplan biedt de lokale opleider/supervisor en AIOS houvast voor de invulling van het persoonlijk opleidingsplan (POP) van de AIOS. Opleidingsschema AIOS In het herziene landelijke BOEG opleidingsplan worden een 15 tal thema s beschreven aan de hand waarvan de AIOS tijdens de opleiding tot gynaecoloog de benodigde vaardigheden en competenties in de verschillende deelgebieden van de Verloskunde en Gynaecologie opdoet. Deze thema s zijn: 1. Zwangerschapsbegeleiding ongecompliceerd 2. Basis Zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd 3. Gewone bevalling 4. Gecompliceerde bevalling 5. Basis Gecompliceerde bevalling hoog ingeschat risico 6. Kraamperiode & kind ongecompliceerd 7. Kraamperiode& kind gecompliceerd 8. Endocrinologie & Fertiliteit basaal 9. Benigne gynaecologie poli 10. Basis OK 11. Basis Urogynaecologie& Bekkenbodem 12. Seksuologie 13. Basis Oncologie 14. Peri - operatieve zorg 15. Kwetsbare oudere 32

34 Voor ieder van de bovenstaande thema s is in het landelijke opleidingsplan BOEG een voor het thema specifieke uitwerking van de algemene competenties (Medisch Handelen, Communicatie, Organisatie, Samenwerken, Maatschappelijk handelen, Kennis en Wetenschap, Professional) gegeven zoals die binnen dat thema aan bod komen. Jaar 1 tot 4 van de opleiding In de eerste 4 jaar van de opleiding wordt gestreefd naar het verwerven van de vereiste bekwaamheden voor de 15 thema s uit het landelijke opleidingsplan (zie verder onder toetsing). Ten einde dit te bereiken zijn deze eerste 4 jaar onderverdeeld in een basisdeel van 2 jaar dat plaatsvindt in een Niet-Universitaire kliniek (NU) en een specieel deel van 2 jaar dat plaatsvindt in een Universitaire kliniek (U). Zowel in het basisdeel als in het speciële deel dient een aantal stages te worden gelopen welke hieronder in tabel 1 zijn weergegeven. De operationalisering van deze stages gebeurt via een indeling op basis van het introductiegesprek en de 3-maandelijkse voortgangsgesprekken. Er wordt niet dwingend met blokken gewerkt, maar met een focus op de competenties die het meeste aandacht nodig hebben. 2 jaar basisdeel (NU) 2 jaar specieel deel (U) 2 jaar Differentiatie Stages nader te bepalen Verloskunde stage (12 maanden) Verloskunde (9 maanden) Gynaecologie stage (benigne, urogynaecologie, oncologie) (12 maanden) Benigne gynaecologie en Urogynaecologie (9 maanden) Oncologie (3 maanden) Voortplantingsgeneeskunde (3 maanden) Tabel 1. Overzicht van de stages en hun duur die in de eerste 4 jaar van de opleiding worden gelopen in de U en NU kliniek. Jaar 5 en 6 van de opleiding Bij behalen van het vereiste bekwaamheidsniveau na 4 jaar kan de AIOS in aanmerking komen voor verdieping in één van de zes aandachtsgebieden: 1. Perinatologie en verloskunde 2. Benigne gynaecologie, 3. Urogynaecologie 4. Gynaecologische oncologie 5. Voortplantingsgeneeskunde 6. Combinatieprofiel 33

35 De uitwerking van deze aandachtsgebieden en bekwaamheidsniveaus zijn in het landelijke BOEG opleidingsplan in concept voorhanden (w.w.w.nvog.nl, koepel en pijlers, koepel opleiding en wetenschap, commissie BOEG, aandachtsgebied 1-5). Het combinatieprofiel staat daar niet beschreven en moet op geleide van POP en bekwaamheidsniveaus gemaakt worden. In overleg met hun opleider(s) stelt de AIOS het programma vast. Leidraad voor de praktijkuitvoering is het portfolio: aantoonbare bekwaamheid = bevoegdheid. Differentiatiestages De verdieping voor de aandachtsgebieden zal plaatsvinden in de vorm van differentiatiestages. De AIOS van het herziene opleidingsschema, die voldoet aan de bekwaamheidsniveaus bij 3,5 jaar en na overleg met de opleider(s) besluit tot bepaald aandachtsgebied, kan solliciteren naar differentiatiestage zoals gepresenteerd op de website Het is mogelijk om gedurende twee jaren één of meerdere stages volgen. Wanneer de AIOS de bekwaamheden niet tijdig haalt, kan hier gedurende een jaar aan gewerkt worden en alsnog een aandachtstage plaatsvinden. Er moet voor degene die een combinatieprofiel kiezen een schema zijn waarin het vak meer in zijn volle breedte wordt uitgeoefend. In de differentiatiestages en het combinatieprofiel wordt gestreefd naar 50-50% verdeling tussen U en NUklinieken, waarbij geïndividualiseerd wordt op basis van bekwaamheidsniveaus en POP. Tijdige aanmelding differentiatiestage zodra voldaan is aan bekwaamheden (0.5-1 jaar tevoren) is noodzakelijk om tijdig inzicht te krijgen in differentiatieplaatsen. Tijdens de differentiatiestages is het uitdrukkelijk de bedoeling dat de AIOS tevens werkzaam blijft in de avond en nachtdiensten en in de algemene praktijkvoering zodat de in de eerste 4 jaar opleiding opgedane kennis en vaardigheden geconsolideerd worden en routine in het uitvoeren van deze werkzaamheden gewaarborgd blijft gedurende de gehele opleiding. Als indicatie is 40-60% algemene praktijkvoering gegeven tijdens de differentiatie. Cursorisch onderwijs Tijdens de opleiding volgt de AIOS cursorisch onderwijs. Dit bestaat uit de verplichte cursussen via de Nederlandse Vereniging Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) en het regionaal en lokaal aangeboden onderwijs zoals lokale besprekingen, cursussen, discipline overstijgend onderwijs (DOO) Verplichte cursussen van NVOG - Cobra alpha cursus (chirurgische vaardigheden) (2 dagen, 1 e jaars) - Echoscopie (online cursus met terugkomdag, 1 e en 2 e jaars) - Foetale bewaking (2 dagen, 1 e en 2 e jaars) - Cursus Toegepaste Gynaecologische Anatomie (1 dag, 3 e /4ejaars) - MOET Provider Course (2 dagen, vanaf 3 e jaar) - Gynaecongres (2x 2 dagen, alle jaren) - Landelijke opleidingsdagen (1 dag, alle jaren) - Voortgangstoets (1 middag, alle jaren) Jaarlijks vullen 4 Cursorisch Clusteronderwijsdagen georganiseerd door de OORen AMC en VUmc deze verplichte cursussen inhoudelijk aan. Alle aios gaan daar heen. De NVOG biedt verder een flink aantal aanbevolen cursussen die in overleg met de opleider kunnen worden gevolgd. 34

36 DOO Voor het disciplineoverstijgend onderwijs maken we in het SLAZ gebruik van het cursusaanbod uit het VUmc. Daarnaast worden in het SLAZ multidisciplinaire besprekingen gehouden zoals de klinisch pathologische conferenties, de IC topic besprekingen en de oncologiebespreking. Samen met het OLVG worden met betrokkenheid van de aiosverenigingen 4 disciplineovertijgende middagen georganiseerd. Onderwerpen zijn geweest: onderhandelen, businesscase maken, verandermanagement en leiderschap. Toetsing In deze paragraaf wordt beschreven hoe toetsing plaats dient te vinden. De toetsing vindt voornamelijk plaats op de werkplek, direct na het geobserveerde gedrag en gekoppeld aan het opleidingsmoment. Daarnaast bespreekt de maatschap wekelijks de aios wat een meer algemeen oordeel van de groep (de lerarenvergadering) oplevert. Het portfolio is de spil in het vastleggen van de ontwikkeling van de aios, met behulp van het portfolio kan het leerproces gevolgd worden, zo nodig bijgestuurd en beoordeeld. Het portfolio is opgebouwd uit een verzameling van verschillende informatiebronnen. Wij gebruiken het elektronische portfolio E-PASS. De informatie in het portfolio bestaat in het SLAZ minimaal uit: - Actielijsten op basis van voortgangsbesprekingen - Behaalde bekwaamverklaringen - Aangevraagde bekwaamverklaringen met verwijzing naar opgedane ervaring en toetsing - korte praktijk beoordelingen (KPB s) - Objective Structured Assessment of Technical Skills (OSATS) graden beoordelingen - Aantallen verrichtingen - Resultaten VGT - Verslaglegging van Critically Appraised Topics (CAT s) - Verslaglegging van onderwijs buiten de kliniek (congresbezoek, symposia, cursorisch onderwijs, etc.) - Wetenschappelijke productie - Curriculum vitae Voor achtergronden en psychometrische eigenschappen van korte praktijk beoordelingen (KPB s), 360 graden beoordelingen en Objective Structured Assessment of Technical Skills (OSATS), wordt verwezen naar de richtlijnen in TMO. Voor aandachtspunten bij interpretatie en gebruik van toetsresultaten in de opleiding tot medisch specialist wordt gebruik gemaakt van de richtlijn van Govaerts et al TMO TMO is overgegaan in perspectives in medical education en is open access : Infrastructuur De KPB s worden maandelijks ingepland op de polikliniek, maar kunnen ook bij visite lopen, de overdracht of andere momenten geleverd worden. OSAT verkrijg je eenvoudig op de OK door de supervisor vooraf te vragen en een focus aan te geven wat de aandacht moet hebben. Het is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid. Een voortgangsgesprek zonder een beeld vanuit de georganiseerde en zelf te vergaren toetsmomenten maakt een minder geïnteresseerde indruk en heeft vaak onvoldoende basis om effectief te zijn om een gesprek over fine tuning van het leerproces aan te gaan. 35

37 Voortgangsgesprekken en Geschiktheidsbeoordelingen Per opleidingsjaar/-periode zijn, onder ander op basis van het College Geneeskundige Specialismens richtlijnen, een minimaal aantal verplichte voortgangsgesprekken en geschiktheidsbeoordelingen (Tabel 2). Een geschiktheidsbeoordeling is een summatief oordeel aan het eind van elk opleidingsjaar waarin wordt besloten of de aios zijn/haar opleiding mag voortzetten. Dit gesprek kan plaatsvinden aan het einde van een voortgangsgesprek. De voortgangsgesprekken worden in het SLAZ aan alle aios, ongeacht het opleidingsjaar, iedere 3 maanden aangeboden. Voortgangsgesprekken zijn instrumenteel bij portfolioleren en kunnen op verzoek vaker gehouden worden. Bij de voortgangsgesprekken is het POP van groot belang. De agenda voor het voortgangsgesprek wordt door de aios voorbereid. Een voorbeeld van een agenda voor een voortgangsgesprek: 1 Akkoord met inhoud agenda? 2 Actielijst op basis vorige gesprek 3 Bekwaamverklaringen update. Daarbij spelen toetsresultaten een rol. 4 Wensen activiteiten in de kliniek 5 Wensen scholing 6 Feedback op wederzijdse inspanningvoor de opleiding Tabel 2 Frequentie van voortgangs- en geschiktheidsbeoordelingsgesprekken kaderbesluit Opleidingsjaar Introductiegesprek Voortgangsgesprek Geschiktheidsbeoordeling (formatief) (summatief) & 6 1 per stage 1 per stage 1 In het SLAZ iedere 3 maanden voortgangsgesprek, ongeacht jaar van opleiding. Bekwaamverklaringen In het kader van de ontwikkeling van de AIOS en patiëntveiligheid worden bekwaamverklaringen niet alleen op gehele thema s afgegeven, maar ook op taken met een hoog risico. De beginnende aios in de dienst Een belangrijke taak is de dienst. Derhalve zal per NU en U kliniek in het lokale opleidingsplan aandacht worden besteed aan de voorwaarden voorafgaand aan start dienstparticipatie. De nauwe samenwerking tussen opleider en aios tijdens de diensten maakt het mogelijk om de ontwikkeling van de bekwaamheden van de beginnende AIOS te toetsen. In dit kader wordt gestimuleerd om KPBs ter toetsing van triage en overdracht te verrichten aan het einde van een nachtdienstperiode. De AIOS worden geïnstrueerd om systematisch over te dragen volgens de SBAR indeling: Situation, Background, Assessment, Recommandation (8). In het SLAZ wordt voor onervaren aios een speciaal (nog papieren) portfolio gehanteerd. Op basis van dit portfolio, waarin diverse vaardigheden worden vastgelegd, kan toestemming gekregen worden om in de avond en nachtdiensten te participeren. Het inwerken duurt bij een onervaren aios minimaal 6 weken. Vaker zal het enkele maanden kosten voordat het sein voor dienst doen op groen gaat. Bekwaamverklaring spil van transparant opleiden De opleiders moeten samen met de AIOS bij beoordeling duidelijk aangeven of in die situatie een bepaald bekwaamheidsniveau kan worden geadviseerd zodat dit kan worden meegenomen in het voortgangsgesprek. De opleiding moet steeds zo ingericht zijn dat er zo snel mogelijk gegroeid wordt in bekwaamheid. Dat moet tot uiting komen door goed voorbereide aanvragen van bekwaamheid bij het voortgangsgesprek en door een gepast aanbod van patiëntenzorg om van te leren (in het voortgangsgesprek bespreken!). 36

38 Bekwaamheidsniveau In het aangepaste opleidingsprogramma zijn straffe eindtermen gedefinieerd voor de ijkpunten na 2 en 4 jaren. In tabel 3 is per thema en per ijkpunt het vereiste bekwaamheidsniveau aangegeven. Tabel 3 Thema s, ijkpunten en bekwaamheidsniveaus (4) Per thema is bepaald welk minimaal bekwaamheidsniveau gehaald moet zijn op een bepaald ijkpunt Bekwaamheidsniveau (1 tm 5) 1 Heeft kennis van 2 Handelt onder strenge supervisie 3 Handelt met beperkte supervisie Bekwaamheidsniveau s weergegeven per ijkpunt, gegroepeerd per thema: Wat kan de AIOS op zijn minst op het ijkpunt? Thema s versus 2 IJkpunten (I en II) (derde ijkpunt 6 jaar nog niet IJkpunt I 2 voltooid) Op Bekwaamheidsniveaus (1 tm 5) jaar Zwangerschapsbegeleiding ongecompliceerd 5 4 Handelt zonder supervisie Basis Zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd 3 4 Gewone bevalling 5 Gecompliceerde bevalling 3 4 Basis Gecompliceerde bevalling hoog ingeschat risico 3 3 Kraamperiode & kind ongecompliceerd 5 raamperiode& kind gecompliceerd 3 4 Endocrinologie & Fertiliteit basaal 2 4 Benigne gynaecologie poli 3 4 Basis OK 3 4 Basis Urogynaecologie& Bekkenbodem 2 4 Seksuologie 3 4 Basis Oncologie 2 4 Peri - operatieve zorg 3 4 Kwetsbare oudere 3 4 IJkpunt II 4 jaar 5 Superviseert en onderwijst bij de handeling Inhoudelijke afstemming opleiding Het regionale opleidingsplan is tot stand gekomen in overeenstemming met de academische en perifere opleiders. Viermaal per jaar is er een OOR-vergadering, zowel in het VUmc als in het AMC waar o.a. het aannamebeleid van nieuwe kandidaten, de inhoudelijke afstemming van academische en perifere opleiding, de voortgang van de AIOS en een plan van aanpak voor eventuele disfunctionerende AIOS worden besproken. Bij overdracht van een AIOS van het ene naar het andere centrum vindt een schriftelijke overdracht plaats via E-PASS. De modernisering van de opleiding en de continue zucht naar verbetering van de opleiding tot gynaecoloog heeft de discussie rond het opleiden in de OOR s een flinke wind in de rug gegeven. De besprekingen in de OORs zijn inhoudelijk en de inbreng van aios is er zeer gewenst (zorg voor vertegenwoordiging!). 37

39 Opleiding lokaal Setting ziekenhuis De opleiding vindt plaats bij de vakgroep Verloskunde en Gynaecologie in het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis (SLAZ). Het SLAZ is een middelgroot STZ ziekenhuis met 550 bedden. Het SLAZ heeft opleidingsbevoegdheid voor vele specialismen, waaronder interne geneeskunde, chirurgie, pathologie en radiologie. Er is een level 2 intensive care met 9 bedden. Het adherentiegebied van het SLAZ is ca , vooral gericht op Amsterdam West, dat zich kenmerkt door een hoog aantal allochtonen. Dit brengt met zich mee dat er vanwege taalproblemen en cultuurverschillen een groter beroep op algemene competenties als communicatie, samenwerking en maatschappelijk handelen worden gedaan. Verloskunde is een speerpunt in het SLAZ en het aantal medische bevallingen overstijgt de 2500, maar ook de gynaecologie heeft grote faam op het terrein van bijvoorbeeld endoscopie en bekkenbodemzorg. Zorgstraten voor menstruatieproblemen, premaligne cervixafwijkingen, menopauzeproblematiek en fertiliteitdiagnostiek en -behandeling (inclusief transport IVF) zijn goed geoutilleerd en goed bezocht. Er is een seksuoloog in dienst en multidisciplinair overleg is op meerdere plekken in de zorg ingebouwd. Kortom, aios, alles is ter beschikking voor een goede opleiding. We maken programma s op maat. Zorg dat je dat optimaal gebruikt. Leden opleidingsgroep en taken opleiden Leden Opleidergroep Prof. dr. F. Scheele Aandachtsgebied Wetenschappelijke interesse Fertiliteit Benigne gynaecologie Onderzoekslijn Mw. dr J. Mw J. Kwee Fertiliteit Urogynaecologie Endoscopie Drs. J. Dawson Urogynaecologie Endoscopie Oncologie Fertiliteit Mw. D.K.E. van Dijken Kindergynaecologie Climacterium en menopauze Endoscopie Psychosomatische obstetrie Gynaecologie Mw. dr M.H.B. Heres Perinatologie Psychiatrie en zwangerschap Taken Opleider - AIOS O&G, huisartsen i.o., tropenartsen i.o. en coassistenten Voorzitter COC SLAZ Bestuurder leerhuis SLAZ Begeleiding promovendi VUmc Lid CGS Diverse rollen NVOG Diverse rollen KNMG en OMS Beoogd Plaatsvervangend opleider AIOS Actief in opleiding co-assistenten Kwaliteitsmanagement Spil in operatieve opleiding SLAZ Sociale zaken Roosterplanning Plaatsvervangend opleider AIOS Veiligheidsbeleid en management Stafvoorzitter SLAZ Verloskundig management Mw. Dr B. Hermsen Obstetrie Oncologie Dr. R. Maas Perinatologie Maatschapsvoorzitter Management Financieel management SLAZ vanuit medische staf Mw. dr C.M. Radder Urogynaecologie Management OK Endoscopie Management Poli Gynaecologie Benigne gynaecologie Drs. C. van Stralen Obstetrie Chef de clinique 38

40 Dr. S.A. Scherjon Perinatologie Management Verloskundige groei Strategisch overleg samenwerkingsverbanden extern A.L. Thurkow Endoscopie Benigne gynaecologie A.J. van Veelen Benigne gynaecologie Financiën maatschap Ethische commissie SLAZ Spil in operatieve opleiding SLAZ Gezicht naar buiten via organisatie cursussen en congressen De gehele opleidingsgroep is en voelt zich verantwoordelijk voor implementatie van het lokale opleidingsplan en de kwaliteit van de opleiding. Iedereen participeert van harte of het nu tijdens de supervisie is, tijdens de verloskundige dril, tijdens onderwijs in de vorm van praatjes of tijdens het wekelijks overleg waarbij aios worden besproken. Het is een hechte groep die voor de omgeving zorgt en dat zorgzame als waarde probeert over te dragen. Visie op opleiden In het SLAZ bestaat een duidelijke visie op opleiden. Deze is in de volgende stellingen samengevat: Werkplekleren is de meest krachtige vorm van onderwijs. Wij kiezen voor portfolioleren en de onderwijskundige systematiek die daarbij hoort. De aios ontmoet in het SLAZ meerdere rolmodellen en maakt nog een deel van de meestergezel relatie mee. De aios moet deel van het team zijn met passende verantwoordelijkheid. De algemene competenties moeten meer aandacht krijgen in de opleidingen tot specialist. Wij werken en leren multidisciplinair. Simulatieonderwijs is deel van de dagelijkse praktijk. Voor vernieuwingen in de zorg is meer nodig dan werkplekleren. Daar hoort ook een bijdrage van andere professionals bij die hun inbreng geven over diverse aspecten van de zorg. Reflectieve besprekingen zetten de toon voor een reflectieve toekomst. Het gesprek over de visie op zorg is onderdeel van de leercyclus. Opleiding in het SLAZ Het SLAZ is verantwoordelijk voor het opleiden van AIOS uit de OOR- VUmc en AMC en biedt als NU kliniek de stages Obstetrie en Gynaecologie aan behorende bij het basisdeel (jaar 1 en 2) van de eerste 4 jaar opleiding. In tabel 4 zijn voor deze stages de thema s opgesomd die tijdens de stages aan bod dienen te komen. In deel 2 van dit opleidingsplan worden de stages in uitgebreidere vorm omschreven. Jaar Thema s 1 : Stage verloskunde; 12 maanden; perifeer Zwangerschapsbegeleiding ongecompliceerd - Basis Zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd - Gewone bevalling - Gecompliceerde bevalling - Basis Gecompliceerde bevalling hoog ingeschat risico - Kraamperiode en kind ongecompliceerd - Kraamperiode en kind gecompliceerd 1 Specifieke competenties in uitwerking thema 39

41 Jaar Thema s: Stage gynaecologie; 12 maanden; perifeer Benigne gynaecologie poli - Basis OK - Basis Urogynaecologie& Bekkenbodem - Seksuologie - Peri - operatieve zorg - Kwetsbare oudere Facultatief zijn de thema s endocrinologie en fertiliteit basaal en oncologie. Die komen vooral in de academische stage aan bod. Tabel 4. Thema s die in de stages Verloskunde en Gynaecologie in jaar 1 en 2 van de opleiding aan bod dienen te komen. Aanbod differentiatiestages in SLAZ Tevens biedt het SLAZ de differentiatiestages voor het 5 e en 6 e jaar van de opleiding aan. Momenteel zijn de volgende differentiatiestages in het SLAZ gerealiseerd en aangeboden via de Opleidingsetalage van de KNMG. (Een verdere uitwerking van deze stages is te vinden onder het kopje stagebeschrijvingen ) Stage Aantal maanden I.s.m. Benigne gyn 12/24 OLVG/VUmc Urogynaecologie 12/24 OLVG POP 6/12 VUmc of AMC Supervisiestage 6 in te passen in diverse schema s Introductieprogramma Introductie SLAZ breed Voordat de AIOS aanvangt met de opleiding is er een introductie. De introductie omvat zowel een kennismaking met het SLAZ als een kennismaking met de opleidersgroep en afdeling. De kennismaking met SLAZ bestaat uit een introductieprogramma van 3 dagen. Dit programma bestaat uit: Een algemeen introductieprogramma waarin de AIOS kennis maken met de kernwaarden van het SLAZ: Beter, Veiliger, Vriendelijker en een rondleiding door het ziekenhuis. Werking en gebruik van het Elektronisch Patiëntendossier Epic in het Ziekenhuis Medicatie voorschrijf systeem, Pharma Thema s en onderwerpen op het terrein van Kwaliteit en Veiligheid: Veilig Incident Melden, Early Warning System, pijnbestrijding, ziekenhuishygiëne Medische ondersteunende afdelingen (Microbiologisch laboratorium, Klinisch laboratorium) Reanimatietraining Onderwijs aan co-assistenten Gebruik van de digitale medische zoekmachines (Medische Bibliotheek) Deelname aan het gehele driedaagse introductieprogramma is verplicht. 40

42 Introductie binnen vakgroep en afdeling De kennismaking met de opleidersgroep en de afdeling bestaat uit een kennismakingsgesprek met de opleider en plaatsvervangend opleider, rondleiding, kennis nemen van de opleidingscultuur, gebruikte beoordelingsformulieren, portfolio en gebruikte protocollen. Er heeft een inhoudelijk introductiegesprek plaats waarin de eerder verworven competenties ter sprake komen en de belangrijkste behoeftes voor de komende klinische stages. Voor onervaren aios is er een papieren portfolio wat leidend is om tot de toestemming te komen om diensten te doen. Deze bekwaamverklaring duurt 6 weken tot enkele maanden. Zie bijlage 1. Faciliteiten AIOS De aios hebben samen met de anios een speciaal voor hun ingerichte ruimte op de afdeling. Er is ook een retraitekamer voor de aios, waar in de praktijk geen gebruik van werd gemaakt, waardoor er anderen binnen dringen. Ze doen op eigen naam spreekuren. De aiosssen hebben ruime toegang tot het computernetwerk. Het netwerk heeft contact met internet, up to date en een flink scala elektronisch beschikbare tijdschriften. Er is de mogelijkheid tot thuiswerken. Ook in de begeleiding zijn er de nodige faciliteiten Mentorschap: ieder aios krijgt de mogelijkheid om een mentor te kiezen. Alleen de opleider valt buiten de keuzemogelijkheden om een rolverwarring te voorkomen. De mentor heeft een rol als vertrouwenspersoon, klankbord, persoonlijke aandachtgever en steunpilaar. Intervisie: Onder leiding van een huisarts-intervisiebegeleider hebben alle aios en anios de mogelijkheid intervisie te doen. Inwerksysteem: Er is een zeer uitgebreid inwerksysteem (bijlage 1). Supervisiesysteem: er is veel aandacht besteed aan een veilig, toegankelijk en op opleiding toegesneden systeem van supervisie. De gehele opleidingsgroep participeert in dit systeem. Rollen in het opleiderteam De formele opleider De opleider is de bewaker van de kwaliteit van de opleiding van de aios De opleider zorgt voor - Een duidelijk programma op maat - Beschermde tijd voor opleiding en reflectie - Een passend aantal aios op de werkvloer - Structuur in de opleidingsmomenten over de dag - Rolmodelfunctie op de werkvloer - Een hechte groep van opleiders - Structuur in de toetsing - Afstemming in de maatschap over beoordeling van aios - Voortgangsgesprekken - Waar nodig is planning van remediatie - Afstemming met VUmc en AMC-OORen - Afstemming met landelijke regelgeving en projecten - Bescherming van het opleiden in algemene competenties en de beoordeling daarvan - Veiligheid voor patiënten en voor aios - Een kwaliteitcyclus rond de opleiding o D-RECT o SET-Q o Exitgesprekken o Opleidingsvergaderingen o Verbetertrajecten in samenspraak met de onderwijsunie van het SLAZ. 41

43 De plaatsvervangend opleider - Is in staat de opleider te vervangen in diens rollen - Is klankbord voor de opleider - Is monitor van het functioneren van de opleider en bewaakt mede het opleidingsklimaat Het lid van het opleiderteam - Bewaakt dat de aios continu in een sfeer van opleiden en reflectie blijft - Geeft steeds feedback en spiegeling - Verzorgt instructie op de operatiekamer - Maakt gebruik van de aan de aios verstrekte bekwaamverklaringen - Bewaakt de veiligheid van patiënten en aios Het gebruik van mentorschappen Obstetrie en Gynaecologie vraagt veel van de zorgverleners. We werken onder grote druk en kleine fouten kunnen grote gevolgen hebben. Iedereen maakt emotioneel belastende situaties mee. Daarbij kan de balans van de aandacht voor het werk en voor het privé-leven verstoord raken. Onder jonge artsen worden frequent verschijnselen waargenomen die op burn-out lijken. Dat moeten we voorkomen. Het arbeidstijdenbesluit wordt door ons zo volledig mogelijk uitgevoerd. Daarnaast krijgt iedere arts een mentor uit de gynaecologengroep. De aios (en ook de anios) mag zelf een mentor kiezen. Alleen de opleider heeft geen formele mentorrol omdat de mentorrol niet goed samengaat met de rol van beoordelaar. De mentor staat in vertrouwelijkheid open voor uw zorgen, emoties en verhalen. De roosteraars Maken programma s op maat op basis van de opdrachten die bij de voortgangsgesprekken worden gegeven. Leren staat daarbij voorop. Het intact houden van de werkvloer waarop geleerd wordt is daarbij een randvoorwaarde. Gynaecoloog van Dijken leidt van oudsher dit roosterproces samen met een van de oudere aios. Afhankelijk van de opleidingsfase worden de werkzaamheden van de aios zo ingedeeld dat de aios optimaal groeit in de professionele rol. De onderstaande setting en bijbehorende activiteiten lenen zich voor inroostering. De AIOS dient bij de roostermaker aan te kaarten welke speciale wensen hij/zij heeft. Een passieve opstelling levert vlakke leercurven. Een actieve opstelling maakt dat de AIOS daar bezig is waar deze het meeste leert. Het is hierbij zoeken naar de juiste balans tussen deel uitmaken van het team dat de gezamenlijke klus klaart en het optimaal gebruik maken van leermomenten die de AIOS nodig heeft. Onderwijsactiviteiten De werkvloer van de afdeling Verloskunde en Gynaecologie van het SLAZ is doorspekt van onderwijsmomenten. Een dag niets geleerd is een dag niet geleefd. De beschrijving van onderwijsactiviteiten doet per definitie tekort aan de werkelijkheid. Hieronder krijgt u een beschrijving van diverse aspecten van de onderwijsactiviteiten. Een rooster van besprekingen geeft enige structuur in het leren in reflectieve momenten. Het meest wordt bij ons geleerd waar de actie is. Waar wilt u nu zijn voor uw eigen leerplan? 42

44 Settings Verloskamers Op de verloskamers werkt de AIOS samen met gynaecologen, klinisch verloskundigen, kraamverpleegkundigen en begeleidt o.a. co-assistenten en verloskundigen in opleiding. Afhankelijk van de opleidingsfase en bekwaamheidsniveau van de aios werkt deze al of niet zelfstandig bij het begeleiden van bevallingen. Hierbij is het ter waarborging van de kwaliteit van de patiëntenzorg van essentieel belang dat de aios de eigen grenzen in het medisch handelen goed kent en aangeeft. Operatiekamers Tijdens zijn werkzaamheden op de operatiekamers werkt de aios met een supervisor en verder samen met andere teamleden van de operatiekamers, zoals de anesthesist, de operatieverpleegkundigen en ander personeel. Ook hier zal afhankelijk van het bekwaamheidsniveau de aios in meer of mindere mate zelfstandig werken. Behandelkamers Op de behandelkamers voert de aios in samenwerking met het op de behandelkamers aanwezige personeel een aantal gynaecologische behandelingen uit. Onze behandelkamers zijn goed geoutilleerd voor echoscopie met gelinfusie, vulva- en colposcopie met biopten of lisbehandelingen en hysteroscopie met mogelijkheid tot operatief verwijderen van kleine poliepen of myomen. Daarnaast worden er poliklinische sterilisaties uitgevoerd, Urodynamisch onderzoek, IVF-puncties, vacuumcurettages en binnenkort ook hydrolaparoscopie. Echokamers De echokamers bieden de AIOS de mogelijkheid om onder supervisie van een ervaren echoscopist en/of gynaecoloog ervaring op te doen in het uitvoeren van abdominaal en vaginaal gynaecologische en obstetrische echografische onderzoek. Klinische afdelingen verloskunde, kraam, gynaecologie Op de klinische afdelingen worden patiënten vaak kortdurend opgenomen. Voor de aios is het van belang perioperatieve zorg en peripartumzorg te leren geven. Verder is het voor de aios van belang te leren organiseren in een complex bedrijf van zorgprofessionals. Daarbij zijn de contacten met zorgverleners uit de 1 e lijn een vitaal punt. Spoedpolikliniek Acute verloskundige consulten leert de aios doen op de spoedpolikliniek. Ook hier is de continuïteit met de eerste lijn zorg van groot belang. Stuitenpoli Het SLAZ heeft zich in de regio Amsterdam geprofileerd als stuitencentrum'. Dit houdt in dat het ziekenhuis de AIOS de unieke mogelijkheid biedt zich te bekwamen in het counselen van vrouwen met een kind in stuitligging wat betreft de mogelijkheden rondom zwangerschap en bevallingen. Tevens doet de AIOS ervaring op in het uitwendig draaien van een kind in stuitligging in utero en het begeleiden van een bevalling van een kind in stuitligging en het uitvoeren van de daarvoor specifieke handgrepen. Polikliniek Op de polikliniek wordt onderscheid gemaakt in een aantal settings. - Polikliniek verloskunde - POP-poli voor psychiatrische problematiek in de zwangerschap - Polikliniek gynaecologie (met o.a. oncologie,, bekkenbodem, menstruatieproblematiek, seksuologie en menopauze) 43

45 - Polikliniek fertiliteit Dienst buiten kantoortijd Het werken als eerste aanspreekpunt voor acute problemen. Het leren kennen van je grenzen. Het leren omgaan met triage en piekbelasting. Het werken met supervisie en intercollegiaal overleg. Besprekingen (rooster in bijlage 2) De aios in de regierol Bij de besprekingen is altijd een aios betrokken. De aios zijn de spil van het systeem van besprekingen. In eerste instantie bij de assistentenvergaderingen en in tweede instantie bij de opleidingsvergadering moet afgesproken worden welke aios of anios verantwoordelijk is voor welk type besprekingen. Deze aios of anios mag deze verantwoordelijk delegeren in overleg met de eindverantwoordelijke aios besprekingen. Dit gebeurt met een mededeling naar de opleider en plaatsvervangend opleider op de mail. Bij problemen bespreken we die als aios en (plaatsvervangend)opleider gezamenlijk. De ochtend- en middagoverdrachten De overdracht dient 2 doelen. Patiëntenzorg en opleiding. De overdracht wordt bijgewoond door gynaecologen en verloskundigen en hun leerlingen. Verder wordt gestreefd naar een verpleegkundige vertegenwoordiging. Tijdens de ochtend- en middagoverdracht wordt een selectie van de patiënten overgedragen aan de komende ploeg hulpverleners zodat zij op de hoogte zijn van het beleid dat tot dan toe gevoerd is. Daarnaast wordt stilgestaan bij leerzame patiënten. Bij deze overdracht is één AIOS verantwoordelijk voor de structuur en het time management van deze bespreking. Een andere AIOS is verantwoordelijk voor inhoudelijke overdracht van de gegevens. Deze AIOS wordt tijdens de bespreking bijgestaan door de supervisor, liefst diegene die samen met deze AIOS verantwoordelijk is geweest voor het gevoerde beleid. Overige besprekingen zoals polivoorbespreking, grote visite, operatieindicatiebespreking, urogynaecologie, seksuologie, UDO, perinatologie, CTG s en fantoom, pathologie, complicaties en veilig incidenten melden, PICO s, oncologie, bekkenbodembespreking, fertiliteitbespreking dienen allemaal 2 doelen: patiëntenzorg verbeteren en onderwijs door reflectie en delen van wetenschappelijke informatie. Simulatietrainingen Verloskundige drills Wekelijks op de woensdagochtend worden er verloskundige drills ingepland met een acteur op de verloskamers. Bij de drill wordt naast een verloskundig scenario uitgebreid stil gestaan bij het functioneren als team Laparoscopische endotrainer Alle aios krijgen jaarlijks hun examen op de endotrainer. De endotrainer op het onderwijscentrum is voldoende beschikbaar om te trainen. Verloskundig fantoom Het verloskundig fantoom is bij het inwerken van aios van groot belang. Ook later wordt geoefend naar aanleiding van casuïstiek en bij het doorgeven van vaardigheden aan jongere artsen. Reanimatiecursus Het is ziekenhuisbeleid dat alle artsen hun reanimatiecursus (Basis en Advanced Life Support) doen. 44

46 Toetsing De toetsing van de aios wordt in het SLAZ volgens de landelijke en regionale richtlijnen uitgevoerd. Bij start van de opleiding in het SLAZ wordt de aios verzocht het E-pass portfolio aan te schaffen en vindt er een gesprek plaats met de opleider. Bij een onervaren aios vindt er al vier weken na start een evaluatie plaats van de vorderingen in het inwerkprogramma (zie bijlage 1) van de aios. Portfoliogesprek Iedere 3 maanden vindt er een portfoliogesprek plaats met de opleider. Ter voorbereiding op dit gesprek wordt de aios verzocht het portfolio te updaten met documentatie van de ervaring en toetsing en de opleider een agenda voor de bespreking en een update van het persoonlijk ontwikkelplan toe te sturen. In het porfolio gesprek worden de bekwaamverklaringen, het persoonlijk ontwikkelplan en de leerdoelen voor de komende drie maanden besproken. Op basis van het gesprek kunnen er wijzigingen worden aangebracht in het weekrooster van de aios. KPB Naast dit portfoliogesprek wordt iedere aios maandelijks ingepland voor een KPB (korte praktijk beoordeling) op het spreekuur van een superviserend gynaecoloog. Dit om structuur te geven aan de toetsing van de aios. Uiteraard staat het de aios vrij om ook buiten deze ingeroosterde toetsingsmomenten om feedback te vragen, al dan niet in de vorm van een KPB. Voorbeelden van KPB s zoals die gebruikt worden in E-pass zijn te vinden in bijlage 4. OSATS Tijdens de werkzaamheden op de behandelkamers en operatiekamers wordt na de ingrepen met de supervisor de tijd genomen ter nabespreking van het handelen van de aios, al dan niet in de vorm van het invullen van een OSATS. Voorbeelden van OSATS zoals die gebruikt worden in E-pass zijn te vinden in bijlage graden beoordeling Iedere 9-18 maanden krijgt de aios het verzoek om via E-pass een 360 graden beoordeling uit te zetten onder de collega s van de aios waarbij uitdrukkelijk ook ondersteunend personeel wordt benaderd voor het invullen van de beoordeling. Simulatietoetsing 1 fantoom Tijdens de inwerkfase is een toetsing van verloskundige acute handelingen ingebouwd. 2 endoscopietrainer Voordat op hoger niveau endoscopisch geopereerd mag worden is een toetsing in het vaardigheidslaboratorium vereist. Spreek daar z.s.m. de endoscopisch georiënteerde gynaecologen op aan! CAT Tweemaal per jaar dient de aios (eventueel in een begeleidende rol voor een co-assistent of een verloskundige) een presentatie voor te bereiden waarin de aios een critical Appraisal van een Topic presenteerd. De aios wordt de mogelijkheid geboden deze CAT voor te bereiden met ondersteuning van de informatiespecialist van het leerhuis welke tevens een handleiding en flowdiagram heeft ontwikkeld ter ondersteuning van de aios. 45

47 Toetsmatrix St. Lucas Andreas Ziekenhuis Toetsingsinstrument POP Voortgangsgesprek Iedere 3 maanden Iedere 3 maanden Geschiktheidsbeoordeling Ieder jaar Eindbeoordeling Simulatietoets 360graden beoordeling Bekwaamverklaringen KPB /OSAT CAT Regionaal cursorisch onderwijs Landelijk cursorisch onderwijs Kennis (landelijke VGT) Verrichtingen (zie thema basis-ok) in het zesde jaar Fantoom in de eerste 3 maanden Endoscopievaardigheid in het eerste jaar Iedere 1 ½ jaar Iedere 3 maanden ter sprake Minimaal 10 per jaar. Streven per jaar. 2 per jaar 4x per jaar onderwijs clusters VU/AMC 4x per jaar regionale refereeravond Deelname verplichte cursussen 1 e jaar: Foetale bewaking en SAFER 1-2 e jaar COBRA (basischirurgie) en Echocursus 5 e -6 e jaar MOET, Anatomie Jaarlijks: gynaecongres (2x), cursusdag Vught Jaarlijks Iedere 3 maanden update op basis van portfolio Omschrijving Kwaliteitszorg Binnen de opleidingsgroep De opleidingsgroep streeft ernaar de kwaliteit van de opleiding te bewaken en continu te verbeteren. Dat vraagt een op kwaliteitsverbetering ingestelde cultuur. Daaraan wordt steeds aandacht besteed. We zijn niet tevreden met voldoende. We willen tot de top behoren en zetten daar zoveel mogelijk op in. Er worden diverse kwaliteitssystemen gebruikt. Externe visitatie Uiteraard is een vitaal onderdeel van de kwaliteitsmeting de deelname aan de externe opleidings- en kwaliteitsvisitatie. Daarnaast neemt de opleidingsgroep deel aan het interne kwaliteitssysteem van het SLAZ waarbij benchmarking binnen en buiten het SLAZ wordt gebruikt. Intern kwaliteitsysteem. Hiervoor gebruiken we onder andere een kwaliteitsmeting op basis van gevalideerde indicatoren noodzakelijk zoals voorgesteld in de Eindrapportage van de projectgroep kwaliteitsindicatoren van het College voor de beroepen van opleidingen in de Gezondheidszorg (CBOG) onder leiding van prof. A.J.J.A. Scherpbier van Dit interne kwaliteitssysteem sluit aan bij de externe kwaliteitsvisitatie en streeft naar een continue kwaliteitsbewaking en kwaliteitsverbetering van de opleiding. Voor de opleidingsvisitatie wordt, onder leiding van de onderwijsunie van het SLAZ een proefvisitatie gehouden die als interne audit fungeert (zie onder intern kwaliteitssysteem voor een uitgebreidere beschrijving). 46

48 Afdelingsfeedback en verbeterplan De D-RECT wordt jaarlijks gebruikt voor de meting van 11 aspecten van het opleidingsklimaat. Samen met andere gegevens zoals een quickscan van de implementatie van de modernisering van de opleiding en de gegevens uit exitgesprekken met aios wordt een rapport opgesteld door het leerhuis en besproken met de opleider en aios in een opleidingsvergadering. Het rapport komt ook terug bij de COC en (in variantvorm) de benchmarkbijeenkomsten van het AMC cluster. Daar kunnen tips en adviezen worden gezocht. Door de opleider wordt jaarlijks een verbeterplan gemaakt die als actielijst op de opleidingsvergadering terug komt. Individuele feedback voor het opleiderteam Periodiek wordt door de AIOS een SetQ-vragenlijst (Systematic Evaluation of Teaching Qualities) ter beoordeling van de didactische kwaliteiten van de individuele leden van het opleidingsteam ingevuld. Opleiding is ook een onderwerp bij de IFMS waar iedere specialist eens per 1 a 2 jaren een Appraisal krijgt. De faciliteiten van de opleidingsinrichting worden in groter verband door de assistenten in opleiding in het SLAZ beoordeeld. Centrale Opleidings Commissie (COC) Binnen het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis is een actieve COC. Naast alle opleiders zijn de volgende personen lid van de COC: Voorzitter Raad van Bestuur Leerhuismanager Staffunctionaris COC Onderwijscoördinator Wetenschapscoördinator De COC heeft een dagelijks bestuur bestaande uit de voorzitter en 2 opleiders, de leerhuismanager en de staffunctionaris COC. De COC vergadert 6 maal per jaar en het dagelijks bestuur maandelijks. De belangrijkste doelstelling van de COC is het bevorderen, handhaven en bewaken van een optimaal opleidingsklimaat in het ziekenhuis. De kwaliteitsbewaking staat hoog op de agenda en is de afgelopen jaren volledig geformaliseerd. Naast de activiteiten op het terrein van kwaliteitsbewaking en coaching van opleiders in het moderniseringsproces, verzorgt de COC het lokale Discipline Overstijgend Onderwijs, draagt zij verantwoordelijkheid voor het centrale inwerkprogramma en bespreekt zij algemene belangen van AIOS en punten van kritiek van zowel opleiders als AIOS. Intern kwaliteitssysteem medische vervolgopleidingen SLAZ Binnen de Centrale Opleidings Commissie (COC) zijn in 2010 afspraken gemaakt over het kwaliteitsbeleid binnen de medische vervolgopleidingen. Het vastgestelde kwaliteitspakket is gebaseerd op het Rapport Scherpbier. Binnen dit kwaliteitspakket is gekozen om structureel met behulp een vijftal meetinstrumenten te werken. Een 6 e meetinstrument is per juni 1012 toegevoegd aan het kwaliteitspakket, nl de Team-Q, welke optioneel aan opleiders wordt aangeboden. De COC wordt bij de vormgeving en uitvoering van het kwaliteitsbeleid ondersteund door een speciaal aangestelde staffunctionaris. De interne kwaliteitszorg kent een continue cyclus van zorg voor de kwaliteit in de vorm van plan-docheck-act (PDCA) cycli, die met name gericht zijn op feedback en het ontwikkelen en verbeteren van de kwaliteit van de opleiding. Op basis van informatie uit verschillende bronnen, verzameld met verschillende methoden en instrumenten op basis van meerdere indicatoren, wordt een beeld van de kwaliteit van de opleiding verkregen. 47

49 IN TERN KWALITEITSSYSTEEM, (toolkit Sc herpbier) H oe verhoud en de meetinstrumenten zich tot elkaar? RvB On derwijsu nie DB COC Opleiders/A(N)IOS Meetinstrumenten D-RECT Set-Q Team -Q Proefvisitatie Exit-gesprekken Vertrouwenspers oon 5 jaar D S D D S D T Proefv isitatie Ve rtrou wensp ersoon Exit gesprekken Opleidingsetalage Het intern kwaliteitsysteem van het SLAZ is opgebouwd uit 6 meetinstrumenten 1. D-RECT, meting gericht op het opleidingsklimaat 2. Set-Q, meting gericht op de kwaliteit van opleiders 3. Team-Q, meting gericht op het functioneren van de opleidingsgroep 4. Exit-gesprek, diepte-interview ter aanvulling op D-RECT en Set-Q 5. Proefvisitatie, het traject voorafgaande aan een externe visitatie 6. Vertrouwenspersoon 1. D-RECT De D-RECT wordt 1 x per jaar in het najaar SLAZ breed uitgezet bij de afdelingen die over meer dan 3 AIOS beschikken. Door de staffunctionaris Medische Vervolgopleidingen wordt het cijfermateriaal geanalyseerd en in de vorm van een beknopte samenvatting aan de opleiders verstrekt. Ook de opleiders die wegens te weinig A(N)IOS of te beperkt respons geen rapportage hadden ontvangen, hebben toch inzage gekregen in de rapportages van hun collegae. Er is een duidelijke keuze gemaakt voor transparantie met als doel het bevorderen van samenwerking en kennisuitwisseling. De uitkomsten van de D-RECT worden in het jaargesprek besproken met de opleider. De opleider kiest er in de meeste gevallen voor om eventuele verbeterpunten te bespreken in een aanvullend gesprek met de A(N)IOS en/of andere opleiders. Cyclisch proces D-RECT De D-rect staat op de agenda van de vergaderingen van zowel het Dagelijks Bestuur (DB) van de COC als de COC. De staffunctionaris koppelt haar bevindingen terug naar het DB. Opvallende afdelingspecifieke en meer algemene onderwerpen die uit de D-rect naar voren komen worden meegenomen in exit-gesprekken, na overleg met DB-COC. Het doel hiervan is: a. meer duidelijkheid te krijgen over achterliggende variabelen die een rol spelen. b. zicht te krijgen op achterliggende kernsuccesfactoren c. meer info te verkrijgen over meer brede relevante actuele kwaliteitsvraagstukken. De uitkomsten van de D-rect leveren input voor de opleidingsetalage. 48

50 2. SET-Q De SET-Q wordt in principe 1 x per twee jaar uitgezet bij de opleidingen die over minimaal 6 AIOS beschikken. De bespreking van de rapportages wordt intern opgepakt door het afdelingshoofd. Het afdelingshoofd informeert de het Hoofd Medische Vervolgopleidingen en de staffunctionaris over relevante bevindingen. Cyclisch proces SET-Q De SET-Q staat op de agenda van zowel het DB-COC als de COC vergaderingen. Het afdelingshoofd doet verslag van zijn bevindingen in de COC-vergadering en in het jaargesprek met de het hoofd Medische Vervolgopleidingen en de staffunctionaris. Opvallende afdelingspecifieke en meer algemene onderwerpen die uit de SET-Q naar voren kunnen worden meegenomen in exit-gesprekken, na overleg met het DB-COC. Het doel hiervan is: a. meer duidelijkheid te krijgen over achterliggende variabelen die een rol spelen. b. zicht te krijgen op achterliggende kernsuccesfactoren c. meer info te verkrijgen over meer brede relevante actuele kwaliteitsvraagstukken. De samenwerking tussen afdelingen kan bevorderd worden door een speciale middag te organiseren waarop opleiders rechtstreeks en meer inhoudelijk met elkaar in gesprek kunnen over de D-rect en SET-Q. 3. Team-Q Per juli 2012 wordt de Team-Q optioneel aangeboden aan opleiders. De TeamQ stelt opleidersgroepen in staat om zelf op een systematische manier te komen tot een evaluatie van het team functioneren. De resultaten van de meting kunnen zij gebruiken voor het stellen van prioriteiten voor verbetering van de onderlinge samenwerking. Per september 2012 zal de Team-Q ook worden afgenomen bij de afdeling Gynaecologie. 4. Proefvisitatie Onderdeel van de voorbereiding op een visitatie is het uitvoeren van een proefvisitatie. De opleidingsgroep draagt zorg voor het uitvoeren van een proefvisitatie. Hiertoe is een draaiboek vastgesteld door de COC. Standaardonderdeel van de proefvisitatie zijn gesprekken met de aios door een vertegenwoordiger van het DB-COC. Deze gesprekken vormen het startmoment van de voorbereiding op de visitatie (zoals beschreven in het draaiboek) en worden 12 maanden voorafgaand aan de expiratiedatum in gang gezet. De opleider wordt schriftelijk geïnformeerd over relevante bevindingen die uit het gesprek met de aios naar voren komen. Als leidraad voor dit gesprek wordt het format van het exitgesprek gebruikt. Cyclisch proces Tezamen met de (historische) gegevens van de D-rect, Set-Q die jaarlijks worden verzameld en de exit-gesprekken, vormt deze gespreksronde een belangrijke informatiebron voor de opleider over verbeterpunten/aandachtspunten. 5. Exit-gesprek Er is een format ontwikkeld voor de exit-gesprekken (Zie Bijlage 6). Gekozen is om, naast standaard onderwerpen die desgewenst behandeld worden, de exit-gesprekken met name te gebruiken ter verdieping, om meer inzicht te krijgen in kwaliteitsvraagstukken (achtergronden, oorzaken, succesfactoren). De agenda van de exit-gesprekken wordt in samenspraak met de AIOS opgesteld. De opleider wordt vooraf per mail gevraagd of hij specifieke vragen heeft die hij behandeld wil hebben in het exit-gesprek. De gesprekken worden gevoerd door Hoofd Medische Vervolgopleidingen en de 49

51 staffunctionaris. De opleider kan desgewenst aansluiten. De gesprekken worden 1 x per jaar teruggekoppeld aan de opleider in de vorm van een samenvatting. Cyclisch proces Opvallende afdelingspecifieke en meer algemene onderwerpen die uit de D-RECT en SET-Q naar voren zijn gekomen worden desgewenst meegenomen in exit-gesprekken. Het doel hiervan is: a. meer duidelijkheid te krijgen over achterliggende variabelen die een rol spelen b. zicht te krijgen op achterliggende kernsuccesfactoren c. meer info te verkrijgen over meer brede relevante actuele kwaliteitsvraagstukken. Soms wordt in dit kader een actueel kwaliteitsvraagstuk meegenomen die in de vorm van een stelling vrijblijvend aan de AIOS wordt voorgelegd. De bevindingen voortvloeiend uit de exit-gesprekken worden gerapporteerd aan het DB-COC en de opleider. De uitkomsten van de D-rect leveren input voor de opleidingsetalage. 6. Vertrouwenspersoon De AIOS hebben de beschikking over een vertrouwenspersoon waarbij zij indien nodig terecht kunnen. De vertrouwenspersonen informeren de voorzitter Raad van Bestuur periodiek. Jaargesprek Eenmaal per jaar vindt een jaargesprek vindt plaats tussen de opleider en de staffunctionaris. Tijdens het jaargesprek worden de resultaten van de D-RECT, Set-Q en exit-gesprekken besproken. De staffunctionaris heeft een analyse gemaakt van de exitgesprekken en heeft onderzocht of er eventueel verband bestaat tussen opvallende uitkomsten van de Set-Q en D-rect en in hoeverre dit leidt tot nieuwe inzichten. De opleider bespreekt de resultaten en mogelijke verbeteracties met de opleidersgroep en/of AIOS en maakt een plan van aanpak. Het plan van aanpak wordt ook aan de staffunctionaris verstrekt. 50

52 Deel III Stagebeschrijvingen Stage Verloskunde 12 maanden Verloskunde wordt geleerd op de polikliniek (verloskunde/stuiten/spoed), de afdeling (zwangeren en kraam) en de verloskamers met uitloop naar de operatiekamers. Jaar Thema s 2 : Stage verloskunde; 12 maanden; perifeer Zwangerschapsbegeleiding ongecompliceerd - Basis Zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd - Gewone bevalling - Gecompliceerde bevalling - Basis Gecompliceerde bevalling hoog ingeschat risico - Kraamperiode en kind ongecompliceerd - Kraamperiode en kind gecompliceerd De indeling van de stage gebeurt op de persoon. U hoeft niet te gaan leren wat u allang kan. Wel willen we dat wat u kan inzichtelijk krijgen via E-pass, het elektronische portfolio waarin u bekwaamheidsverklaringen kunt aanvragen onderbouwd met gedocumenteerde ervaring en toetsing. Reeds in een ander erkend ziekenhuis toegekende bekwaamheid wordt hier overgenomen of wanneer de documentatie te kort schiet, na een testperiode toegekend. Uw klinische activiteiten worden afgesproken bij de driemaandelijkse gesprekken. De roosteraars maken programma s op maat op basis van de opdrachten die bij de voortgangsgesprekken worden gegeven. Leren staat daarbij voorop. Het intact houden van de werkvloer waarop geleerd wordt is daarbij een randvoorwaarde. Gynaecoloog van Dijken leidt van oudsher dit roosterproces samen met een van de oudere aios. Afhankelijk van de opleidingsfase worden de werkzaamheden van de aios zo ingedeeld dat de aios optimaal groeit in de professionele rol. De onderstaande setting en bijbehorende activiteiten lenen zich voor inroostering. De aios dient bij de roostermaker aan te kaarten welke speciale wensen hij/zij heeft. Een passieve opstelling levert vlakke leercurven. Een actieve opstelling maakt dat de aios daar bezig is waar deze het meeste leert. Het is hierbij zoeken naar de juiste balans tussen deel uitmaken van het team dat de gezamenlijke klus klaart en het optimaal gebruik maken van leermomenten die de aios nodig heeft. Bijbehorende toetsmomenten worden door het opleidingsteam gefaciliteerd en zijn een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van aios en opleiderteam. Aios: let daar op! 2 Specifieke competenties in uitwerking thema 51

53 Specifieke handvaardigheden voor de stage Verloskunde passende bij thema s - Gewone bevalling - Gecompliceerde bevalling - Basis Gecompliceerde bevalling hoog ingeschat risico Van onderstaande handvaardigheden verwachten wij van de aios dat deze vaardigheden na 2 jaren in grote lijn op bekwaamheidsniveau 4 bereikt heeft. We hebben dus een ambitieus programma. - Begeleiding bevalling, inclusief het uitvoeren van methodieken van foetale bewaking. Begeleiding van het nageboortetijdperk. Hechten episiotomie en 1 e en 2 e graadsrupturen. - Eerste opvang pasgeborenen inclusief resuscitatie. - Reanimatie volwassene - Begeleiding/uitvoering kunstverlossingen inclusief de Sectio Caesarea. - Stuit en meerlingbevalling (niveau 3) - Oplossen schouderdystocie - Oplossen inversio uteri. (indien voldoende expositie, anders o.b.v. portfolio niv. 3) - Oplossen van fluxus, inclusief manuele placentaverwijdering en plaatsen bakriballon. Hechten cervix rupturen - Herstellen totaalrupturen.(indien voldoende expositie, anders o.b.v. portfolio niv. 3) - Behandeling placentaresten, behandeling hematoom en abces. - Basis verloskundig echoscopisch onderzoek (metingen foetus, pulsatility index navelstreng, globale screening foetus met herkenning meest voorkomende afwijkingen) - Vacuüm curettage - Sectio Caesarea Om op niveau 4 sectio caesarea uit te voeren, en complexe vaginale rupturen te kunnen opereren is voldoende chirurgische ervaring vereist. Aios dienen daarvoor operaties als de uterusextirpatie (verschillende wegen), laparoscopische chirurgie en prolapsoperaties tot op niveau 3 te leren. Streefgetallen Vaardigheid Na 2 jaren Na 6 jaren Bevalling Hechten episiotomie Vacuümextractie Forceps 5 10 Stuitbevalling Tweelingbevalling 7 20 Hechten totaalruptuur Sectio Manuele placenta Vacuümcurettage

54 Overzicht thema s stage Verloskunde In de onderstaande overzichten vindt u per thema uitgewerkt hoe in de stage Verloskunde invulling wordt gegeven aan de verschillende competenties tevens wordt per thema aangegeven hoe in het SLAZ invulling wordt gegeven aan de toetsing van dit thema. 1.1 Thema Zwangerschapsbegeleiding ongecompliceerd Medisch handelen Geven van preconceptioneel advies. Diagnose en advies Counseling over prenatale diagnostiek, zwangerschap, pijnstilling durante partu, kraamperiode en borstvoeding. Beleid maken bij liggingsafwijkingen, groeiafwijkingen, abnormale hoeveelheid vruchtwater en mogelijk gebroken vliezen. Gebruik maken van CTG onderzoek en indicatie inleiding stellen. Haalbaarheid inleiding beoordelen. Specifieke handvaardigheid eisende (be)handeling Communicatie Kennis en Wetenschap Samenwerking Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit Met kennis van zaken uitvoeren van basis verloskundig echoscopisch onderzoek (metingen foetus, pulsatility index navelstreng, globale screening foetus met herkenning meest voorkomende afwijkingen) behalve de uitvoering van NT, SEO en geavanceerde screening op congenitale afwijkingen. Counseling op verloskundig gebied. Bijstellen verloskundige protocollen. Kennis van literatuurbronnen teratologie. Gebruik van EBM. Samenwerken met 1 e lijn. Participeren in verloskundig zorgsysteem. Omgaan met WGBO. In gang zetten kraamzorg. Preventie door voorlichting. Constructief participeren in verloskundige ketenzorg. Toetsing Thema 1.1 in SLAZ 2 KKB s observatie deel van een spreekuur, met minstens 1 counselinggesprek. Korte klinische beoordeling (KKB) 1 observatie van adequaat uitgevoerd echoscopisch onderzoek Kennistoets (voortgangstoets) / Indicaties prenatale diagnostiek / Urineweginfecties. NVOG richtlijnen: Basis Prenatale zorg / Gastro oesofageale refluxziekten Op de werkvloer wordt NVOG standpunten:extra foliumzuur voor fertiele vrouwen / 05 Bekkeninstabiliteit / 06 Serum screening neuraalbuisdefect en Down syndroom / van deze richtlijnen, standpunten en normen 10 Nuchal translucency/ 13 Prenatale screening. kennis verwacht en getoetst. Deels wordt dit NVOG kwaliteitsnorm: echoscopie. vastgelegd bij de maandelijkse random KPB/ Portfolio 20 laag risico spreekuren. 5 counselinggesprekken Verslag van enkele dagen ervaring in de 1 e lijns verloskundige zorg. 1 Critical Appraised Topic over zwangerschapsbegeleiding Cursus klinische genetica Cursus echoscopie 53

55 1.2 Thema Basis zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd Medisch handelen Diagnostiek en begeleiding van de pathologische zwangerschap, zoals Diagnose en advies o.a: hyperemesis, (habituele) miskraam, EUG, & congenitale afwijkingen, zwangerschapshypertensie en Conservatieve behandeling pre-eclampsie, IUVD, bloedverlies, minder leven, buiktrauma, glucose tolerantiestoornis, infectie, pre-existente aandoeningen, cervix insufficiëntie, intra-hepatische cholestase, meerlingen, serotiniteit, bekkenklachten, bloedgroepantagonisme, verslavings- en psychiatrische problematiek en tienerzwangerschappen en zwangerschap op oudere leeftijd. Communicatie Preconceptionele counseling, begeleiding ernstige pathologie. Kennis enwetenschap Gebruik EBM. Samenwerking Participeren (als hoofdbehandelaar) in multidisciplinair behandelingsteam. Organisatie Overplaatsing regelen. Deelname aan een multicenter onderzoek organiseren. Leiding nemen in acute situaties. Maatschappelijk handelen Wetgeving aangaande perinatale sterfte en (late) zwangerschapsafbreking. Werken met organisaties rondom zorg voor ongeboren kind (bij verslaafde/ psychiatrische moeder). Professionaliteit Extra begeleiding weten te geven waar nodig. Toetsing thema 1.2 in SLAZ Korte klinische beoordeling (KKB) 360 graden beoordeling Kennistoets (voortgangstoets) Op de werkvloer wordt van deze richtlijnen, standpunten en normen kennis verwacht en getoetst. Deels wordt dit vastgelegd bij de maandelijkse random KPB/ Portfolio 1 KKB s op polikliniek of afdeling zwangeren NVOG richtlijnen: Zwangerschapshypertensie / Chronische hypertensie / Serotiniteit / Preventie groep B Hemolytische. Streptococ / Negatieve discongruentie / Dreigende vroeggeboorte / Diepe ven. trombose / Diabetes / Schildklier / Verwijzing perinatologisch centrum / Bloedverlies 2 e helft / Antifosfolipiden syndroom / Transfusiebeleid / Erytrocyten immunisatie / SLE / Habituele abortus / Tubaire EUG. NVOG kwaliteitsnorm: Invasieve prenatale / Geavanceerd ultrageluid -onderzoek/ Preventie moedersterfte 5 polikliniek sessies met hoog risico zwangeren. Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien. 54

56 1.3 Thema Gewone bevalling Medisch handelen Diagnose en advies & Conservatieve behandeling Specifieke handvaardigheid eisende (be)handeling Communicatie Kennis enwetenschap Samenwerking Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit Begeleiding fysiologische baring inclusief 2 e lijns foetale bewaking. Omgaan met koorts durante partu, bloedverlies durante partu, fluxus post-partum en meconium houdend vruchtwater. Indicaties tocolyse, inleiding en kunstverlossing. Indicaties consult kinderarts toepassen. Begeleiden zwangere en partner bij overname uit 1 e lijn. Lichamelijk onderzoek tijdens de baring. Begeleiding bevalling, inclusief het uitvoeren van methodieken van foetale bewaking. Begeleiding van het nageboortetijdperk. Hechten episiotomie en 1 e en 2 e graadsrupturen. Eerste opvang pasgeborenen inclusief resuscitatie. Reanimatietechniek volwassenen beheersen. Voorlichting op maat geven aan patiënt (en partner)over diagnose en beloop. Met teamleden en patiënten. Dienstoverdracht. Met verloskundige bij overname patiënt vanuit 1 e lijn. Terugkoppeling naar verloskundigen en huisartsen. Onderwijs en begeleiding van coassistenten en student verloskundigen. Gebruik van EBM. Participeren in multidisciplinair verloskundig team. Beheer en timemanagement meerdere verloskamers. Regelen antepartum overplaatsing. Leidinggeven aan verloskundig team (regie nemen). Voorlichting verzorgen voor zwangeren en hun partners. Reflecteren op het eigen functioneren en dat van teamleden op de verloskamers tijdens nabespreking. Psychische begeleiding op de verloskamers. Toetsing thema 1.3 in het SLAZ Korte klinische beoordeling (KKB) Praktijkbeoordeling: minimaal 5 x KKB van een (gedeelte van een) partus, 1 x techniekbeoordeling episiotomie 360 graden beoordeling Eenmaal beoordeling Simulatietoets Fantoom gewone partus / schouderdystocie / fluxus / stuit Episiotomie CTG toetsing op locatie Resuscitatie pasgeborene Kennistoets (voortgangstoets) NVOG richtlijnen: HPP / Schouderdystocie / Inleiden van de baring / Foetale bewaking. NVOG standpunt: archivering CTG s Portfolio 50 bevallingen geteld 102 e graadsrupturen; 5 episiotomieën 10 MBO s 1 critical appraised topic op het terrein van de gewone bevalling Schriftelijke reflectie op de behandeling van een eigen patiënt met sociaal probleemgedrag. Cursus foetale bewaking SAFER cursus 55

57 1.4 Thema Gecompliceerde Bevalling Medisch handelen Diagnose en advies Conservatieve behandeling Specifieke handvaardigheid eisende (be)handeling Communicatie Kennis en Wetenschap Samenwerking Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit Diagnostiek verloskundige complicaties en samenvatten van een complexe casus. Bespreken consequenties voor volgende zwangerschap. Medicamenteuze behandeling fluxus. Begeleiding/uitvoering kunstverlossingen inclusief SC. Oplossen van fluxus, schouderdystocie en inversio uteri. Herstellen totaal en cervix rupturen. Voorlichting op maat geven aan patiënt (en partner)over diagnose, beloop en patiëntorganisaties. Inlichten betrokkenen (team, verloskundige, huisarts). Rouw- en slechtnieuws gesprek. Gebruik EBM. Onderwijs geven aan teamleden. Teamwork en gepaste leiding nemen in stressvolle situaties. Gebruik maken van een passende rolverdeling tussen a(n)ios, gynaecoloog en gynaecoloog met aandachtsgebied en de andere participanten in het zorgnetwerk. Triage en omgaan met de organisatie van 1 e, 2 e en 3 e lijn. Verloskamermanagement. Organisatie nazorgtraject. Begeleiden life event. Reflecteren op eigen handelen en beleving van event. Toetsing thema 1.4 in het SLAZ Korte klinische beoordeling (KKB) 360 graden beoordeling Simulatietoets Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio Minimaal 3 KKB s FE en/of VE en 3 SC in de eerste 4 jaar Jaarlijkse fantoomtoets VE/FE/schouderdystocie Zie gewone bevalling. NVOG richtlijn: Het breken van de vliezen voor de baring 25 sectio s 10 vacuümextracties 3 forcipale extracties, eventueel te vervangen door fantoom 4 manuele placentaverwijderingen 3 totaalrupturen Verslag slecht nieuwsgesprek (max. 1 A4) 1 Critical Appraised Topic betreffende de gecompliceerde bevalling Cursorisch onderwijs: volgen MOET of vergelijkbaar onderwijs 56

58 1.5 Thema Basis gecompliceerde bevalling hoog risico Specifieke handvaardigheid eisende (be)handeling Communicatie Kennis en Wetenschap Samenwerking Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit Stuit en meerlingbevalling. Overleg supervisor. Counseling stuitbevalling en tweelingbevalling. Gebruik EBM. Deelname aan consortia Adequaat verdelen taken, leiding nemen. Inspelen op de infrastructuur(vb. beschikbaarheid OK en kinderartsen). Frequente organisatie teamtraining in acute situaties Overzicht kunnen houden. Reflectie op complicaties. Toetsing thema 1.5 in het SLAZ Korte klinische beoordeling (KKB) 360 graden beoordeling Simulatietoets Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio 2 KKB s (meerlingen of vaginale stuitbevallingen) tijdens de opleiding Jaarlijkse fantoomtoets op complexe stuitbevallingen. Zie ook gewone bevalling. NVOG richtlijnen: Meerlingen / Stuit 8 meerlingbaringen 2vaginale stuitgeboorten 1 Critical Appraised Topic betreffende vaginale stuitgeboorte of meerlingbevalling Cursorisch onderwijs: stuitcursus en MOET 57

59 1.6 Thema Kraamperiode & Kind ongecompliceerd Medisch handelen Diagnostiek en advies & Conservatieve behandeling Communicatie Kennis en Wetenschap Samenwerking Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit Begeleiding van fysiologisch kraamperiode en na SC en begeleiding gezonde pasgeborene. Herkenning van pathologie in kraamperiode en bij de pasgeborene. Indicatiestelling klinisch kraamperiode en consult kinderarts. Kennis over borstvoeding en medicatie in praktijk brengen. Onderzoek pasgeborene. Omgaan met emotioneel belastende situatie. Voorlichten patiënt en partner. Terugkoppeling met 1 e lijn verloskundige. Gebruik EBM Behandelplan met patiënt, verpleegkundige en verloskundige bespreken IC zorg pasgeborene Toetsing thema 1.6 in het SLAZ Korte klinische beoordeling (KKB) 360 graden beoordeling Simulatietoets Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio 1 KKB op de kraamafdeling NVOG richtlijn Anticonceptie: lactatie -amenorroe methode 1 Critical Appraised Topic 58

60 1.7 Thema Kraamperiode & Kind gecompliceerd Medisch handelen Diagnose en advies & Conservatieve behandeling Specifieke handvaardigheid eisende (be)handeling Communicatie Kennis en Wetenschap Samenwerking Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit Begeleiding pathologie in kraamperiode met o.a.: Abnormaal bloedverlies, infectie, urine retentie, verdenking thromboembolische processen, vulva hematoom, hypertensie, pre-eclampsie en HELLP. Begeleiding pathologisch beloop pasgeborene en toepassen diagnostiek en indicatie consult kinderarts. Behandeling placentaresten, behandeling hematoom en abces. Voorlichting patiënt en partner diagnose en beloop. Slecht-nieuwsgesprek, rouwverwerking en begeleiding. Voorlichting geven over patiëntorganisaties. Gebruik EBM Gebruik maken van een passende rolverdeling tussen a(n)ios, gynaecoloog en gynaecoloog met aandachtsgebied en de andere participanten in het zorgnetwerk. NICU-zorg gepast inzetten. Organiseren nazorgtraject. Procedures aangifte en begraven hanteren. Verantwoordelijkheid tonen voor continuïteit van zorg. Toetsing thema 1.7 in het SLAZ Korte klinische beoordeling 1 KKB slecht nieuwsgesprek (KKB) 360 graden beoordeling Simulatietoets Kennistoets (voortgangstoets) NVOG richtlijn: Wet vroege perinatale sterfte Portfolio Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke kraambedziektebeelden zijn op de afdeling en polikliniek door de AIOS gezien. 59

61 Algemene competenties verloskunde en toetsing In het SLAZ hechten we nogal aan het koesteren van de algemene competenties. Daar besteden we extra aandacht aan bij de toetsing en de voortgangsgesprekken. Toetsing algemene competenties Halfjaarlijks wordt een sterkte / zwakte analyse gemaakt over de ontwikkeling van de algemene competenties. Voor deze sterkte / zwakte analyse zijn de bij de thema s genoemde kritische beroepssituaties exemplarisch. De moeilijkheidsgraad van de kritische beroepssituaties die aandacht dienen te krijgen neemt toe met het vorderen van de opleiding. Voorbeelden van algemene competenties in de opleiding obstetrie Te toetsen vaardigheid Geschikte opleidingssituatie AIOS zelfstandig in opleidingsjaar: Counseling van kansen Begeleiding rouw Omgaan met emotioneel belastende situaties Multidisciplinaire behandeling Teamwork bij stress Polikliniek verloskunde 1-2 Verloskamers 2 Verloskamers 2 Verloskamers 2 Verdieping in casuistiek rond WG- BO Polikliniek verloskunde 2 Verdieping in wetgeving perinatale sterfte en (late) zwangerschapsafbreking Polikliniek verloskunde 2 Procedures aangifte en begraven hanteren Verlosafdeling 1 Overzicht tonen Diensten verloskunde 2 Verantwoordelijkheid tonen voor continuïteit van zorg Polikliniek verloskunde 2 Gebruik EBM Onderwijs Bijstellen protocol Opleiden jongere aios Polikliniek verloskunde 1 Afdeling verloskunde 2 Afdeling verloskunde / verloskamers supervisiestage

62 Stage Gynaecologie 12 maanden De indeling van de stage gebeurt op de persoon. U hoeft niet te gaan leren wat u allang kan. Wel willen we dat wat u kan inzichtelijk krijgen via E-pass, het elektronische portfolio waarin u bekwaamheidsverklaringen kunt aanvragen onderbouwd met gedocumenteerde ervaring en toetsing. Reeds in een ander erkend ziekenhuis toegekende bekwaamheid wordt hier overgenomen of wanneer de documentatie te kort schiet, na een testperiode toegekend. Uw klinische activiteiten worden afgesproken bij de driemaandelijkse gesprekken. De roosteraars maken programma s op maat op basis van de opdrachten die bij de voortgangsgesprekken worden gegeven. Leren staat daarbij voorop. Het intact houden van de werkvloer waarop geleerd wordt is daarbij een randvoorwaarde. Gynaecoloog van Dijken leidt van oudsher dit roosterproces samen met een van de oudere aios. Afhankelijk van de opleidingsfase worden de werkzaamheden van de aios zo ingedeeld dat de aios optimaal groeit in de professionele rol. De onderstaande setting en bijbehorende activiteiten lenen zich voor inroostering. De aios dient bij de roostermaker aan te kaarten welke speciale wensen hij/zij heeft. Een passieve opstelling levert vlakke leercurven. Een actieve opstelling maakt dat de aios daar bezig is waar deze het meeste leert. Het is hierbij zoeken naar de juiste balans tussen deel uitmaken van het team dat de gezamenlijke klus klaart en het optimaal gebruik maken van leermomenten die de aios nodig heeft. Bijbehorende toetsmomenten worden door het opleidingsteam gefaciliteerd en zijn een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van aios en opleiderteam. Aios: let daar op! Benigne gynaecologie poli - Basis OK - Basis Urogynaecologie& Bekkenbodem - Seksuologie - Peri - operatieve zorg - Kwetsbare oudere Facultatief in het SLAZ zijn de thema s endocrinologie en fertiliteit basaal en oncologie. Die komen in de academische stage aan bod. 61

63 Overzicht thema s stage Gynaecologie In de onderstaande overzichten vindt u per thema uitgewerkt hoe in de stage Gynaecologie invulling wordt gegeven aan de verschillende competenties tevens wordt per thema aangegeven hoe in het SLAZ invulling wordt gegeven aan de toetsing van dit thema. 3.1 Thema Poli benigne gynaecologie Medisch handelen Functioneren op een algemene gynaecologie polikliniek met o.a.: Diagnostiek en advies Abnormaal uterien bloedverlies, climacteriële klachten, vaginale jeuk, & fluor, (buik)pijnklachten, SOA screening, cervixscreening, anticonceptie, gynaecologisch echoscopisch onderzoek en colposcopie. Conservatieve behandeling Advies en conservatieve therapie rond uterus myomatosus en indicatiestelling embolisatie. Diagnostiek afwijkend adnex en gebruik RMI. Diagnostiek en conservatieve therapie endometriose. Begeleiding op de polikliniek gynaecologie van zeldzamer casuïstiek als mammapathologie, PMS. Specifieke handvaardigheid eisende (be)handeling Communicatie Kennis en Wetenschap Samenwerking Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit Gynaecologisch onderzoek. Toepassing pipelle, IUD, subcutane implantaten, gynaecologische echoscopie, inclusief infusietechniek. Verrichten kolposcopie, lisexcisie cervix en ambulante hysteroscopie, inclusief behandeling kleinere intracavitaire afwijkingen. Behandeling vulvaire condylomen en bartholinitische cyste. Op het terrein van de psychosomatiek. Correspondentie 1 e lijn. Voorlichten patiënt. Gebruik EBM Gebruik maken van een passende rolverdeling tussen a(n)ios, gynaecoloog en gynaecoloog met aandachtsgebied en de andere participanten in het zorgnetwerk. Planning logistiek op de polikliniek. Het leiden van indicatiebespreking. Melding maken van SOA bij RIVM Reflecteren op eigen handelen en beleving Toetsing thema 3.1 in het SLAZ Korte klinische beoordeling (KKB) Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio Minimaal 4 KKB s: waarvan minimaal 1 over een nieuwe patiënt / controle patiënt / inbrengen IUD / gynaecologische echoscopie NVOG richtlijnen: Abnormaal vaginaal bloedverlies / Menopauze / Premenstrueel syndroom /Sterilisatie bij de vrouw / Vulvodynie / Diagnostiek en behandeling endometriose / Simpele ovariumcyste / Orale anticonceptie intra-uteriene anticonceptie - progestageen contraceptie postcoïtale anticonceptie - natuurlijke geboorteregeling / Diagnostiek en behandeling van menorragie / Gynaecologische echoscopie; NVOG standpunt: Risico van trombose bij de 3 e generatie OAC LTA: Vaginaal bloedverlies in de post menopauze Minstens 30 polidagdelen Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien. Afgetekend kort verslag van voorzitten polikliniek bespreking 2 Critical Appraised Topics over veel voorkomende gynaecologische vraagstukken die binnen dit thema werden ontmoet. 62

64 3.2 Thema Basis OK Medisch handelen Specifieke handvaardigheid eisende (be)handeling Communicatie Wetenschap Samenwerking Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit Met inzicht toepassen van basale chirurgische technieken. Ingrepen: kleine ingrepen vulva/vagina inclusief stansbiopsie, bartholinische cyste en condylomata, cervix lisexcisie, vacuüm en gefractioneerde curettage, hysteroscopische chirurgie tot en met verwijdering gesteeld intracavitaire afwijking, laparoscopische chirurgie inclusief tubatesten, sterilisatie, EUG en salpingectomie, cystectomie en eenvoudige adnectomie. Laparotomie met kleine adhesiolysis en eenvoudige benigne adnexchirurgie. Thermische ablatie. OK verslaglegging. Overleg met patiënte en naasten. Voor- en nabespreking met OK team. Gebruik van EBM. Up to date houden van kennis over technische mogelijkheden. Participeren in OK team, leiding geven in acute situaties. Tijdsbewaking. Collegae aanspreken op ongewenst gedrag. Kennis, bewaking en optimalisatie van protocollen en richtlijnen. Bewaken en bevorderen patiëntveiligheid. Bijhouden portfolio. Omgaan met complicaties. Reflecteren op eigen handelen en dat van anderen. Toetsing thema 3.2 in het SLAZ KPB / OSAT Simulatietoets Kennistoets (voortgangstoets) Per jaar 3 OSATS verdeeld over laparotomie, laparoscopie en hysteroscopie. Per jaar 5 praktijk beoordelingen op de OK van communicatie, samenwerking en professioneel gedrag. Per jaar 2 praktijkbeoordelingen leiding geven aan de organisatie en behandeling van een spoedingreep. Basis instrumentenleer (op locatie) / basis hecht en knooptechniek / endotrainer oefeningen oog -hand motoriek Basis chirurgische technieken kennis en anatomische kennis. Cobraklapper chirurgische technieken. Portfolio Verrichting Laparoscopische chirurgie Diagnostische laparoscopie /Sterilisatie Eenvoudige adhesiolysis Salpingectomie /salpingotomie inclusief EUG Cystectomie Hysteroscopische chirurgie Diagnostische hysteroscopie Resectie gesteelde intracavitaire afwijkingen Streefgetal (totaal)

65 Resectie myomen (type O-I) 3 Conventionele gynaecologische chirurgie marsupialisatie van de klier van Bartholin 4 kleine ingrepen aan de vulva (verwijdings- 4 en vernauwingsplastieken, labium resectie) kleine ingrepen aan de cervix (diathermische lisexcisie) (vacuüm) curettage eventueel gefractioneerd 15 extirpatie per laparotomie 5 sterilisatie per laparotomie (bijv. bij sectio) 1 Hysterectomie 10 64

66 4.1 Thema Basis Urogynaecologie en bekkenbodem Medisch handelen Diagnostiek. Diagnostiek en advies Anamnese en gebruik vragenlijsten. Speciëel lichamelijk onderzoek prolaps en mictiestoornis, inclusief POP-Q. Urineonderzoek. Counseling over diverse behandelingsopties. Verwijzing voor specifiekere diagnostiek en eventuele chirurgische behandeling naar collega met aandachtsgebied urogynaecologie. Conservatieve behandeling Specifieke handvaardigheid eisende (be)handeling Communicatie Kennis en Wetenschap Samenwerking Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit Conservatieve (medicatie en fysiotherapie). Pessarium aanmeten. Seksuologische anamnese. Reflecteren met patiënt en partner op psychosociale effect van aandoening Voorlichting geven over patiëntorganisaties. Gebruik EBM. Deelname aan consortia. Gebruik maken van een passende rolverdeling tussen a(n)ios, gynaecoloog en gynaecoloog met aandachtsgebied en de andere participanten in het zorgnetwerk. Optimaliseren multidisciplinaire aanpak. Reflecteren op eigen grenzen in kennis en handelen. Toetsing thema 4.1 in het SLAZ Korte klinische beoordeling (KKB) Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio 1 KKB NVOG richtlijn: Urine-incontinentie Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien. Aantal verrichte UDO s Aantal verrichte prolapsoperaties Aantal midurethrale suspensies 1 Critical Appraised Topic aangaande bekkenbodemvraagstukken Cursus urogynaecologie (sterk aanbevolen) 65

67 4.2 Thema Seksuologie Medisch handelen Diagnose en advies Conservatieve therapie Communicatie Kennis en Wetenschap Samenwerking Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit In praktijk brengen van kennis van de gynaecologische problemen die een negatieve invloed op seksueel functioneren hebben. Seksuologische problemen signaleren, seksuologische anamnese afnemen, counselen van patiënt en partner, informatie geven over therapeutische mogelijkheden. Signaleren negatieve seksuele ervaringen patiënte, hiermee omgaan en een juiste plaats geven t.a.v. de klachten van patiënte. In praktijk brengen van kennis van de gevolgen seksueel geweld voor gedrags-en klachtenpatroon. Eenvoudige seksuologische behandelingen toepassen. Afnemen seksuologische anamnese. Reflecteren met patiënt en partner op psychosociale effect van aandoening. Voorlichting geven over patiëntorganisaties. Omgaan met EBM. Verwijzing naar of overleg met seksuoloog en psycholoog. Omgaan met vrouwen met seksuele geweldservaringen. Bekend zijn met procedures medisch onderzoek na seksueel geweld. Toetsing thema 4.2 in het SLAZ Korte klinische beoordeling 2 KKB s seksuele anamnese (KKB) Kennistoets (voortgangstoets) NVOG richtlijn: Seksuele anamnese / Vulvodynie. NVOG-standpunt: Vrouwenbesnijdenis / Hymenreconstructie Portfolio Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de polikliniek zijn gezien. 1 Critical Appraised Topic 66

68 5.2 Thema Peri-operatief Medisch handelen Diagnose en advies & Conservatieve behandeling Communicatie Kennis en Wetenschap Samenwerking Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit Perioperatieve zorg bestaande uit: Preoperatief: In praktijk brengen en overdragen van kennis over indicaties-en contra indicaties, alternatieven, risico s en voor-en nadelen van de gynaecologische operaties, en van voorzorgmaatregelen c.q. profylactische behandelingen bij diverse operaties. Gebruik van de ASA classificatie van het anesthesiologisch risico. Postoperatief: In praktijk brengen van kennis over de postoperatieve vochthuishouding en darmfunctie. Vaststelling van en in (multidisciplinair) team bespreken en uniforme naleving van beleid t.a.v. postoperatieve mobilisatie, medicatie, pijnstilling, antistolling en voeding. Ontslagbeleid bepalen en bespreken met zaalpersoneel. Visite lopen bij postoperatieve patiënten. Symptomen van postoperatieve complicaties herkennen en beleid bepalen. Wondbeoordeling. Diagnostiek en advies bij een acute buik of koorts. Voor- en nadelen bloedtransfusie. Indicatie opname Intensive Care. Verslaglegging. Omgaan met verschillende overtuigingen rondom bloedtransfusie. Gebruik van EBM. Multidisciplinair samenwerken met o.a. anesthesist en andere consulenten. Efficiënt visite lopen. Kennis van vergadertechnieken. Uniform beleid bespreken in team en naleven. Efficiënt organiseren van zorgtraject. Uitdragen van naleving protocollen en richtlijnen. Omgaan met complicaties. Omgaan met klachten. Reflecteren op eigen kennis en kunde en operatieve beperkingen. Time-out procedure en debriefing verzorgen. Toetsing thema 5.2 in het SLAZ Korte klinische beoordeling (KKB) Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio 2 KKB: afdelingsvisite preoperatief gesprek postoperatief gesprek patiënte of familie Cobra cursus en Cobra klapper Documentatie van de diversiteit van de ervaring: welke ziektebeelden op de afdeling zijn gezien. 1 Critical Appraised Topic over perioperatieve zorgvraagstukken 67

69 6.1 Thema Kwetsbare oudere (behoort bij Thema 4 en 5) Medisch handelen Diagnostiek en advies Conservatieve behandeling Specifieke handvaardigheid eisende (be)handeling Communicatie Kennis en Wetenschap Samenwerking Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit Diagnostiek multimorbiditeit en polyfarmacie ten grondslag liggend aan een gynaecologisch probleem. Daarbij rekening houdend met een atypische ziektepresentatie en toegenomen kwetsbaarheid. Afwegen behandelopties en kwaliteit van leven en comorbide aandoeningen. Counseling behandelingsopties en afwegingen van de oudere patiënt en naasten. Conservatieve behandeling (medicatie en fysiotherapie) Consensus bereiken grenzen behandeling met patiënt en behandelteam. Anamnese op maat (hardhorendheid, slechtziendheid, heteroanamnese) Voorlichting op maat voor patiënt en naasten. Gebruik EBM. Deelname aan consortia. Participeren in multidisciplinaire aanpak intra- en extramuraal. Nazorg extramuraal. Zorg ter verbetering van kwaliteit van leven. Werken met betrokkenen disciplines en organisaties rondom ouderenzorg. Omgaan met verschillende overtuigingen rondom ziekte en levenseinde. Reflecteren op eigen rol bij ouderenzorg. Toetsing thema 6.1 in het SLAZ Korte klinische beoordeling (KKB) Kennistoets (voortgangstoets) Portfolio 2 KKB: plan maken perioperatief bij kwetsbare oudere gesprek patiënte of familie over wat kan en moet Voorbeeld casus met samenwerking met meerdere disciplines, ook 1 e lijn 68

70 Algemene competenties en toetsing gynaecologie In het SLAZ hechten we nogal aan het koesteren van de algemene competenties. Daar besteden we extra aandacht aan bij de toetsing en de voortgangsgesprekken. Toetsing algemene competenties Halfjaarlijks wordt een sterkte / zwakte analyse gemaakt over de ontwikkeling van de algemene competenties. Vor deze sterkte / zwakte analyse zijn de bij de thema s genoemde kritische beroepssituaties exemplarisch. De moeilijkheidsgraad van de kritische beroepssituaties die aandacht dienen te krijgen neemt toe met het vorderen van de opleiding Gynaecologie/seksuologie/bekkenbodem Voorbeelden algemene competenties die aandacht krijgen bij de stage gynaecologie Te toetsen vaardigheid Geschikte opleidingssituatie AIOS zelfstandig in opleidingsjaar: Goede seksuologische anamnese doen Polikliniek gynaecologie 2 Samenwerken met seksuoloog Multidisciplinair overleg gebruiken en organiseren Polikliniek gynaecologie 5-6 Complicatieregistratie verzorgen Polikliniek gynaecologie 2 Multidisciplinair complicaties bespreken operatiekamers 5 OK-programma s helpen plannen Leiden van indicatiebesprekingen Polikliniek gynaecologie 6 Polikliniek gynaecologie 6 Leiding geven aan assistentie bij stress operatiekamers 5 Plannen logisitiek op de polikliniek Polikliniek gynaecologie 6 Omgaan met vrouwen met seksuele geweldservaring Polikliniek gynaecologie 2 Bekendheid met procedures voor medisch onderzoek na seksueel geweld Polikliniek gynaecologie 2 69

71 De differentiatiefase (jaar 5-6) Daarin biedt het SLAZ Stage Aantal maanden I.s.m. Supervisiestage 6 in te passen in diverse schema s Benigne gynaecologie 12/24 OLVG/VUmc Urogynaecologie 12/24 OLVG POP 6/12 VUmc of AMC Supervisiestage Voor de aios die meer ervaring moet krijgen in de algemene praktijk is er in het SLAZ een supervisiestage mogelijk. Die supervisiestage haakt in op de thema s en toetsmomenten zoals beschreven voor de 1 e twee jaren in het SLAZ en op de thema s en toetsmomenten zoals beschreven in het lokaal opleidingsplan van het VUmc voor het 3 e en 4 e opleidingsjaar. Rooster 2 dagen supervisie verloskamers en afdeling per week. 1 dagdeel OK per week gericht op veel voorkomende chirurgie 1 dag algemene gynaecologie polikliniek per week 1 dagdeel polikliniek verloskunde per week 1 dag naar eigen invulling per week Deze stage is maatwerk. Het rooster is tentatief. Het gaat erom de aios datgene te bieden waarin een tekort ervaren wordt. Toetsing KPB/osats 10 per jaar Verslag cursus 2 per jaar Voortgangstoets kennis 1 per jaar 360 graden observatie 1 per 2 jaar CAT 2 per jaar POP 4 per jaar Portfoliogesprek 4 per jaar Bekwaamheidverklaring 4 keer per jaar Geschiktheidverklaring 1 per jaar 70

72 Stage Benigne gynaecologie Hieronder een overzicht van de thema s met bijbehorende uitwerking van de competenties die tijdens de stage Benigne gynaecologie aan bod komen. Thema Office gynaecology Medisch handelen Diagnostiek en advies Conservatieve behandeling Specifieke handvaardigheid eisende (be)handeling Communicatie Wetenschap Samenwerking Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit De aandachtsgebiedhouder: Had in de basis van de opleiding al diagnostische breedte gekregen, maar groeit door naar niveau 5 op dit terrein. Is vraagbaak voor de maatschap en bewaakt de kwaliteit van de diagnostiek in de groep. Gebruikt de laatste kennis over optimale conservatieve behandeling van uteriene bloedingproblemen, fluor vaginalis, PID, buikpijn, uterus myomatosus, adnexpathologie, endometriose, anticonceptiewens, vulvaire, vaginale en cervicale benigne en premaligne afwijkingen, afwijkende vroege en kindergynaecologie Had deze in de basis van de opleiding al aangeleerd gekregen, maar breidt deze uit met specifiekere technieken als de hysteroscopische sterilisatie. Gebruikt EBM in de praktijk. Geeft regelmatig onderwijs binnen behandelteam en maatschap. Zet effectief hulpkrachten in op de polikliniek. Ontwikkelt en onderhoudt een polikliniek voor snelle diagnostiek van abnormaal uterien bloedverlies. Creëert netwerken van professionals voor de behandeling van complexere problemen Zorgt voor goede verspreiding van kennis bij patiënten. Waakt voor overbehandeling. Kent de eigen grenzen. Thema Seksuologie, climacterium en psychosomatiek Medisch handelen De aandachtsgebiedhouder: Diagnostiek en advies Had in de basis van de opleiding al diagnostische breedte gekregen, maar groeit door naar niveau 5 op dit terrein. Is vraagbaak voor de maatschap en bewaakt de kwaliteit van de diagnostiek in de groep. Conservatieve behandeling Seksuele problematiek, climacteriële problemen, PMS, psychosomatisch te behandelen gynaecologische klachten. Specifieke handvaardigheid eisende (be)handeling Communicatie Wetenschap Samenwerking Bespreken van onbegrepen en moeilijk behandelbare klachten. Gebruikt EBM in de praktijk. Geeft regelmatig onderwijs binnen behandelteam en maatschap. Neemt een passende rol in diverse multidisciplinaire overleggen in 1 e en 2 e lijn. Ziet toe op een goed functionerende zorgketen inclusief de 71

73 Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit aansluiting op de 1 e lijn. Ontwikkelt en onderhoudt een polikliniek voor chronische buikpijn en psychosomatische klachten. Creëert netwerken van professionals voor de behandeling van complexere problemen. Komt op voor patiënten met onbegrepen of chronische lastig behandelbare klachten. Kent de eigen grenzen. Thema Operatieve behandeling Medisch handelen Diagnostiek en advies Specifieke handvaardigheid eisende (be)handeling Communicatie Wetenschap Samenwerking Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit De aandachtsgebiedhouder: Weet van operatieve mogelijkheden de beste te kiezen. Kan op niveau 4 uitvoeren: Laparoscopische, vaginale en abdominale hysterectomie Hysteroscopische endometriumresectie Drainage TOA Hysteroscopische myoomresectie (type 0-1, <4 cm en type 2 <3 cm) Myoomenucleatie per laparotomie Laparoscopische behandeling endometriomen Verzorgt documentatie voor patiënt en team over risico s en slagingskans van onderzoek en behandeling. Beheerst de informed consent procedure voor complexe chirurgie. Gebruikt EBM in de praktijk. Maakt optimaal gebruik van protocollen en checklists. Ziet toe op een goed functionerende zorgketen inclusief de aansluiting op de 1 e lijn. Waakt voor overbehandeling. Superviseert zorgvuldige registratie van behandelingen, uitkomsten en complicaties. Kent de grenzen van het eigen kunnen. Houdt resultaten van behandelingen bij en spiegelt deze regelmatig met landelijke cijfers. Stageomschrijving De stage endoscopie en minimaal invasieve chirurgie wordt in combinatie van de vakgroepen gynaecologie en verloskunde van het SLAZ en het OLVG of VUMC aangeboden, waarbij je in ieder ziekenhuis in principe 1 jaar werkzaam bent. Echt een Amsterdamse stage met zijn eigen specifieke patientenpopulatie: van oost naar west met de grachtengordel in het midden of de VUmc-variant met een meer academische nadruk. De duur van de stage is 12 of 24 maanden. In alle drie klinieken wordt endoscopie en minimaal invasieve chirurgie in de volle breedte state of the art uitgeoefend, maar toch ook weer persoonlijk ingevuld zodat je het beste van twee werelden kunt meenemen. De ziekenhuizen zijn grote opleidingsklinieken met een breed aanbod van de benigne gynaecologie. Er heerst in onze vakgroepen een veilig opleidingsklimaat met laagdrempelig toegankelijke gynaecologen die in een goede sfeer collegiaal samenwerken. Er zal voldoende expositie zijn om je te bekwamen in de chirurgische vaardigen, zowel op de poliklinische behandelkamers waar veel hysterscopische ingrepen worden verricht (z)onder lokale verdoving, als op de operatiekamers die speciaal zijn ingericht voor endoscopische ingrepen. Het streven is dat je de hysteroscopische chirurgie en de laparoscopische ingrepen zoveel mogelijk tot en met het niveau 3 van de ESGE indeling eigen gaat maken. Endoscopisch opereren vergt oefening, en dat kan worden gedaan in een 72

74 goed geoutilleerd skillslab, waarbij boxtrainers en een computersimulatietrainer tot je beschikking staan. Daarnaast bieden we je de mogelijkheid om wetenschappelijk onderzoek te verrichten. In de klinieken wordt endoscopie en minimaal invasieve chirurgie in de volle breedte state of the art uitgeoefend, met zeer gedreven en begaafde opleiders te weten Andreas Thurkow, Paul van Kesteren en Hans Brolmann. Alle drie zijn beroemd om hun innovatieve kracht. Ze laten je kennis maken met de top van laparoscopisch Nederland. Rooster 3 benigne gynaecologie spreekuren per week. 1 behandelkamerspreekuur per week. 1 OK dag per week. Dagdeel voor wetenschappelijk onderzoek / onderwijs. Wekelijks supervisie verloskamers. Van de differentie AIOS wordt verwacht dat hij/zij lid wordt van de werkgroep endoscopische chirurgie en naar het voorjaars- en najaarssymposium van de werkgroep gaat. Het streven is dat hij/zij een wetenschappelijk artikel schrijft. Inhoud Aantal polipatiënten per maand 500 Aantal opnames per maand 100 Aantal verrichtingen per maand 100 Aantal OK dagdelen per maand 12 Toetsing KPB/osats 10 per jaar Verslag cursus 2 per jaar Voortgangstoets kennis 1 per jaar 360 graden observatie 1 per 2 jaar CAT 2 per jaar POP 4 per jaar Portfoliogesprek 4 per jaar Bekwaamheidverklaring 4 keer per jaar Geschiktheidverklaring 1 per jaar 73

75 Stage Urogynaecologie Hieronder een overzicht van de thema s met bijbehorende uitwerking van de competenties die tijdens de stage Benigne gynaecologie aan bod komen. Thema Lagere urinewegen Medisch handelen Diagnostiek en advies Conservatieve behandeling Specifieke handvaardigheid eisende (be)handeling Communicatie Wetenschap Samenwerking Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit De aandachtsgebiedhouder: Had in de basis van de opleiding al diagnostische breedte gekregen, maar groeit door naar niveau 5 op dit terrein. Is vraagbaak voor de maatschap en bewaakt de kwaliteit van de diagnostiek in de groep. Herkent de kwetsbare oudere en handelt volgens de principes van ouderenzorg en voert overleg met een internist-geriater of specialist ouderengeneeskunde en huisarts. Geeft leiding bij het gebruik van vragenlijsten en checklisten voor de diagnostiek van urogynaecologische problemen in de maatschap. Kan uroflowmetrie, UDO, cystoscopie, transperineale echoscopie en beeldvorming van de bovenste urine wegen beoordelen en gebruiken. Kan bekkenbodemkracht en motoriek beoordelen. Kan de verdenking op een neurologische aandoening in de differentiële diagnostiek een plaats geven. Heeft kennis van de specifieke problemen, zoals polyfarmacie. Kan Bekkenbodem-fysiotherapeut optimaal inzetten. Kan medicamenteuze therapie gebruiken voor incontentie behandeling en is vraagbaak voor het behandelteam. Niveau 4: Midurethrale sling. Voorwandplastiek. Kan counselen over complexe ingrepen. Kan counselen over kansen. Is actief in het lokaal organiseren van en participeren in wetenschappelijk onderzoek bijvoorbeeld in consortiumverband. Bezoekt minimaal een keer een internationaal geaccrediteerd urogynaecologisch congres. Houdt in principe een keer een poster of orale presentatie over de urogynaecologie. Geeft regelmatig onderwijs binnen behandelteam en maatschap. Vormt de spil in het behandelteam voor urogynaecologie. Werkt samen met het 1 e lijns zorgnetwerk van de patiënt. Maakt onderdeel uit van een netwerk van urogynaecologen. Is zich bewust van de specifieke incontinentieproblemen bij kwetsbare ouderen. Kent de grenzen van eigen kunnen. Houdt resultaten van behandelingen bij en spiegelt deze regelmatig met landelijke cijfers. 74

76 Thema Prolaps Medisch handelen Diagnostiek en advies Conservatieve behandeling Specifieke handvaardigheid eisende (be)handeling Communicatie Wetenschap Samenwerking Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit De aandachtsgebiedhouder: Had in de basis van de opleiding al diagnostische breedte gekregen, maar groeit door naar niveau 5 op dit terrein. Is vraagbaak voor de maatschap en bewaakt de kwaliteit van de diagnostiek in de groep. Geeft leiding bij het gebruik van vragenlijsten en checklisten voor de diagnostiek van prolaps problemen in de maatschap. Kan bekkenbodemkracht en motoriek beoordelen. Herkent de kwetsbare oudere en handelt volgens de principes van ouderenzorg en voert overleg met een internist-geriater of specialist ouderengeneeskunde en huisarts. Kan Bekkenbodem-fysiotherapeut optimaal inzetten. Niveau 4: VUE. Voor/achterwandplastiek. Manchester-Fothergill Niveau 2-3: Primaire behandeling vaginale implantaten. Sacrospinale fixatie Kan counselen over complexe ingrepen. Kan counselen over ouderenproblematiek. Kan complicaties bespreken. Gebruikt EBM in de praktijk. Geeft regelmatig onderwijs binnen behandelteam en maatschap. Vormt de spil in het behandelteam voor prolaps behandeling. Werkt samen met het 1 e lijns zorgnetwerk van de patiënt. Weet een zorgstraat op te zetten en te onderhouden. Maakt deel uit van netwerk van bekkenbodem specialisten. Komt op voor ouderen met multimorbiditeit. Kent de grenzen van eigen kunnen. Houdt resultaten van behandelingen bij en spiegelt deze regelmatig met nationale cijfers. Thema Colorectaal Medisch handelen Diagnostiek en advies Conservatieve behandeling De aandachtsgebiedhouder: Heeft gebruiksklare kennis van en ervaring met de meest gangbare ziektebeelden die de fecale passage en continentie, rectale prolaps beïnvloeden. Is vraagbaak voor de maatschap en bewaakt de kwaliteit van de diagnostiek in de groep. Geeft in het behandelteam leiding bij het gebruik van vragenlijsten en checklisten voor de diagnostiek van colorectale problemen Herkennen en diagnosticeren van een recto-vaginale fistel. Kan anorectal functieonderzoek, (video)defecografie en endoanale echoscopie beoordelen en gebruiken. Kan de anale kracht en motoriek beoordelen. Kan de verdenking op een neurologische aandoening (spina bifida, MS, Parkinson, ruggemergletsel, neuropathie, CVA) in de differentiële diagnostiek een plaats geven. 75

77 Specifieke handvaardigheid eisende (be)handeling Communicatie Wetenschap Samenwerking Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit Kan Bekkenbodem-fysiotherapeut optimaal inzetten. Kan medicamenteuze therapie en darmspoelingen gebruiken voor het verbeteren van de fecale continentie. Niveau 4: Herstel verse totaaltuptuur. Transvaginaal herstel recto - en enterocele. Niveau 2: Abdominaal herstel recto- en enterocele = anterieure rectopexie. Kan counselen over complexe ingrepen. Kan counselen over kansen. Gebruikt EBM in de praktijk. Geeft regelmatig onderwijs binnen behandelteam en maatschap Participeert in het behandelteam voor colorectale problemen. Werkt samen met het 1 e lijns zorgnetwerk van de patiënt. Weet een multidisciplinair team op te zetten en te onderhouden Maakt onderdeel uit van een netwerk van anorectale behandelaars. Komt op voor de oudere met incontinentieproblematiek. Kent de grenzen van eigen kunnen. Houdt resultaten van behandelingen bij en spiegelt deze regelmatig met landelijke cijfers. Stageomschrijving De gynaecoloog in Nederland besteedt 15-20% van zijn/haar normtijd aan de zorg voor vrouwen met urogynaecologische (UG) problematiek. Door verdere vergrijzing van de bevolking is een toename van deze zorgvraag te verwachten. Deze stage biedt de aios de mogelijkheid zich te verdiepen in de multidisciplinaire problematiek van de bekkenbodem. De duur van de stage is 12 of 24 maanden. De stage zal plaatsvinden in het OLVG en SLAZ. Beide zijn echte Amsterdamse stadsziekenhuizen met een zeer diverse en karakteristieke patiëntenpopulatie. Op beide locaties bestaat een multidisciplinair bekkenbodemcentrum, dat de beschikking heeft over alle diagnostische en therapeutische faciliteiten. Er wordt voldaan aan de kwaliteitseisen van behandeling (van urine-incontinentie) volgens de zorginhoudelijke indicatoren en de NVOG. Kortgeleden werd een overkoepelend samenwerkingsverband tussen SLAZ en OLVG vormgegeven door de oprichting van het Bekkenbodem Centrum Amsterdam. De gynaecoloog in Nederland besteedt 15-20% van zijn/haar normtijd aan de zorg voor vrouwen met urogynaecologische (UG) problematiek. Door verdere vergrijzing van de bevolking is een toename van deze zorgvraag te verwachten. Deze stage biedt de aios de mogelijkheid zich te verdiepen in de multidisciplinaire problematiek van de bekkenbodem. Precieze info volgt. Rooster 2 prolaps- en incontinentie spreekuren per week. 1 UDO spreekuur per week 1 OK dag per week Dagdeel voor wetenschappelijk onderzoek / onderwijs 1 dagdeel meelopen met uroloog, colorectaal chirurg of seksuoloog. Wekelijks supervisie verloskamers 76

78 Inhoud Urogynaecologische klachten worden veelvuldig multidisciplinair opgelost. Derhalve kan je tijdens dit differentiatiejaar meelopen met diverse specialisten: 1. Urogynaecoloog. Tijdens het prolaps- en incontinentie spreekuur verdiep jij je samen met de urogynaecoloog in de diagnostiek (bv transperineale en 3-D echoscopie) en de behandelingen van (recidief) prolaps en de hieraan gerelateerde functiestoornissen zoals urine en faecale incontinentie. Je leert welke operatie techniek het beste is voor de individuele prolaps patiënte. Is dit een klassieke operatie zoals een vaginale uterus extirpatie met voor- achterwand plastiek, een Manchester Fothergill, een sacrospinale hysteropexie of juist een transvaginale mesh procedure of een laparoscopische kolposacropexie. Je gaat deze technieken ook zelf toepassen, eerst samen met de urogynaecoloog en later zelfstandig. Zelfstandig begeleiden van het UDO spreekuur met de incontinentie verpleegkundige. Je leert het urodynamisch onderzoek te interpreteren en een behandeling van urineincontinentie te bepalen: midurethrale slingprocedure (TVT-O), blaashalsinjectie (bulkamid) of anti-cholinergica. 2. Uroloog. Tijdens de urologie stage leer je de cystoscopie zelfstandig uit te voeren. 3. Colorectale chirurg. Je loopt mee met het proctologie spreekuur (proctoscopie, defaecogram) en opereert met de colorectaal chirurg (sfincterrepair en laparoscopische rectopexie). Maandelijks zijn er multidisciplinaire bekkenbodemwerkgroep besprekingen in aanwezigheid van een uroloog, colorectaal chirurg, en incontinentie verpleegkundige en zonodig een seksuoloog, MDL-arts en eerste lijns bekkenbodemfysiotherapeut. Een keer per 2 maanden is er een gezamenlijke patiënten (UDO) bespreking met urologen en gynaecologen. TVT-(O), transvaginale sacrospinale fixatie van cervix of vaginatop, portio-amputatie met voorwandplasiek volgens Manchester-Fothergill, vaginale uterusextirpatie met voor- en achterwandplastiek, kolpocleisis volgens Lefort, transvaginale mesh-technieken van voorste en achterste compartiment, McCall, vaginale enterocèleplastiek, laparoscopische kolposacropexie en laparoscopische rectopexie. Een zeer afwisselende patiëntenpopulatie, elk met haar eigen taboe s. Denk aan bejaarde Jordanezen, kraamvrouwen van de gracht en de gesluierde moslima s. Tevens echte sociale binnenstadsproblematiek die een extra dimensie geven aan het werk. Aantal polipatiënten per maand 100 Aantal opnames per maand 30 Aantal verrichtingen per maand 30 Aantal onderzoeken per maand 70 Aantal OK dagdelen per maand 12 Toetsing KPB/osats 10 per jaar Verslag cursus 2 per jaar Voortgangstoets kennis 1 per jaar 360 graden observatie 1 per 2 jaar CAT 2 per jaar POP 4 per jaar Portfoliogesprek 4 per jaar Bekwaamheidverklaring 4 keer per jaar Geschiktheidverklaring 1 per jaar 77

79 Stage POP De POP-stage kan deel uitmaken van de differentiatie Perinatologie of van een combinatieprofiel. De POP-stage zal dus altijd in overleg met de eindbeoordelend opleider als geschikte keuze bestempeld moeten zijn voordat men deze kan lopen. Hieronder een overzicht van de thema s met bijbehorende uitwerking van de competenties die tijdens de stage POP aan bod komen en passen binnen het aandachtsgebied Perinatologie en verloskundige regie. Thema Preconceptie advies en zorg Medisch handelen Diagnostiek en advies Conservatieve behandeling & Specifieke handvaardigheid eisende (be)handeling Communicatie Wetenschap Samenwerking De aandachtsgebiedhouder: Geeft preconceptieadviezen op basis van de laatste gegevens in de literatuur. Is vraagbaak voor de maatschap en bewaakt de kwaliteit van de preconceptionele adviezen in de groep. Behandelt waar nodig en al of niet in multidisciplinair verband om de prognose van de toekomstige zwangerschap te verbeteren. Counselt adequaat over risico s en kansen en verzorgt documentatie voor de patiënt en voor leden uit het transmurale behandelteam. Wijst patiënt op bestaan van patiëntenvereniging. Gebruikt EBM in de praktijk. Geeft regelmatig onderwijs binnen behandelteam en maatschap. Draagt bij aan de ontwikkeling van (lokale) richtlijnen. Stelt zich op de hoogte van en bekwaamt zich in nieuwe (behandel) mogelijkheden. Neemt deel aan en verzorgt waar gepast een multidisciplinaire benadering. Zorgt voor het gebruik van protocollen en checklists. Verzorgt een netwerk rond preconceptionele couseling. Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit Organiseert patiëntbesprekingen en herkenbare spreekuren voor bijvoorbeeld patiënten met psychiatrische aandoeningen. Maakt optimaal gebruik van een netwerk van professionals uit de medische sector andere zorgsectoren die betrokken zijn bij preconceptioneel advies en zorg. Kent de eigen grenzen. Legt bekwaamheid vast in het portfolio. 78

80 eisende (be)handeling Communicatie Wetenschap Samenwerking Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit Thema Prenatale screening en diagnostiek Medisch handelen De aandachtsgebiedhouder: Diagnostiek en advies Geeft adviezen over prenatale diagnostiek op basis van de laatste gegevens in de literatuur. Is vraagbaak voor de maatschap en bewaakt de kwaliteit van de adviezen in de groep. Specifieke handvaardigheid Meting nekplooi, SEO, geavanceerd ultrageluid, invasieve prenatale diagnostiek Counselt adequaat over risico s, kansen en afwijkingen. Heeft aandacht voor emotionele aspecten van slecht nieuws en verzorgt documentatie voor de patiënt en voor leden uit het transmurale behandelteam. Gebruikt EBM in de praktijk. Draagt bij aan de ontwikkeling van (lokale) richtlijnen. Zorgt voor een structureel overleg met de afdeling klinische genetica. Zorgt voor het gebruik van protocollen en checklists. Heeft een netwerk voor vragen over complexe casus. Heeft een flexibele logistiek georganiseerd Is vraagbaak voor verloskundigen uit de regio. Volgt de ontwikkeling van wetgeving rond screening en zwangerschapsafbreking. Volgt de ethische discussies en toetst ethische vraagstukken in bredere groep. Thema Verloskundige regie Medisch handelen Diagnostiek en advies Specifieke handvaardigheid eisende (be)handeling Communicatie Wetenschap Samenwerking Organisatie Maatschappelijk handelen Professionaliteit De aandachtsgebiedhouder: Is vraagbaak voor complexe vraagstukken in de zwangerschap. Gebruikt de laatste gegevens over begeleiding van pathologische zwangerschappen en is vraagbaak voor de maatschap en bewaakt de kwaliteit van de zorg in de groep. Is in staat een groot arsenaal van verloskundige handelingen te verrichten en organiseert in aanvulling op landelijke cursussen lokale trainingen (of drills) voor het eigen team (inclusief 1 e lijn, kinderartsen, OK en IC). Onderhoudt nauwe contacten met leden uit het transmurale behandelteam. Gebruikt EBM in de praktijk. Draagt bij aan de ontwikkeling van (lokale) richtlijnen. Draagt bij aan scholing van het gehele verloskundige team. Zorgt voor een structureel overleg tussen 1 e, 2 e en 3 e lijn. Zorgt voor het gebruik van protocollen en checklists. Toont inzicht in crew resource management en adviseert ter verbetering van teamfunctioneren. Toont inzicht in de landelijke organisatie van de verloskundige zorg. Zorgt voor een herkenbare casemanager voor de verloskundige patiënt. Organiseert de verloskundige zorg als een transmuraal continuüm met een heldere structuur. Maakt structureel gebruik van audits. Verzorgt transmuraal voorlichting voor de patiënt. Creëert een sfeer van respect en openheid tussen diverse professionals in de verloskundige zorg. Houdt de resultaten van de verloskundige zorg rond het eigen centrum zorgvuldig bij en spiegelt deze aan landelijke en inter- 79

81 nationale cijfers ten behoeve van een verbetercyclus. Reflecteert op eigen handelen en dat van anderen in het verloskundig team. Stageomschrijving Ongeveer twee op de tien zwangere vrouwen en kraamvrouwen heeft een psychiatrische aandoening zoals een ernstig depressieve stoornis, een paniekstoornis, een postpartum (= na de bevalling) psychose of een postpartum depressie. Het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis heeft voor deze doelgroep een expertise en behandelcentrum opgericht: het POP expertisecentrum of de POP-polikliniek. De POP poli in het SLAZ was het eerste expertise centrum voor psychiatrische problematiek in de zwangerchap waar echt multidisciplinair de zorg is georganiseerd. De stage POP wordt in combinatie van de vakgroepen gynaecologie en verloskunde, psychiatrie en de kindergeneeskunde van het SLAZ aangeboden. De patiëntenpopulatie is deels preconceptioneel en deels zwangeren met een verhoogd risico op of actuele psychiatrische klachten en/of een klinisch kraambed. Het bepalen van het risico op (nieuwe) psychiatrische problemen en het geven van advies over psychopathologie vergen beide specifieke kennis en vaardigheid van zowel een psychiater als een gynaecoloog en een kinderarts. Een intensieve, multidisciplinaire samenwerking tussen deze specialisten is nuttig gebleken voor een goede zorg aan een (aanstaande) moeder en haar (ongeboren of pasgeboren) kind. Arts assistenten zijn nauw betrokken bij de POP poli en de klinische opname van POP patiënten. Het centrum bestaat uit vier onderdelen: de POP poli, een klinische voorziening voor observatie moeder en kind, postpartum nacontrole en een website voor verwijzers en patiënten die zeer up-todate wordt gehouden. Inhoud 1. De voornaamste activiteit van het POP expertisecentrum is consultatie (advies geven). De verwijzer blijft in principe verantwoordelijk voor de behandeling. Het klinisch kraambed is bedoeld voor het coachen van moeders bij de omgang met hun pasgeborene en om eventuele effecten van psychofarmacagebruik op de pasgeborene te beoordelen. Het POP team is ook een heel actief onderzoek team en heeft diverse artikelen gepubliceerd. Wij bieden we je de mogelijkheid om wetenschappelijk onderzoek te verrichten. 2. Twee spreekuren per week met 8 nieuwe patiënten en 4-6 controle patiënten. Ongeveer 130 klinische kraambedden per jaar. Naast de POP onderscheidt het drukke verloskundige centrum van het SLAZ zich onder meer als stuitencentrum, als voorloper op het terrein van (wekelijkse) verloskundige drills en met de visie van ontschotting wat betreft de eerste lijn. 3. Samenwerking in een gecombineerde stage met het VUmc is bespreekbaar. Toetsing KPB/osats 10 per jaar Verslag cursus 2 per jaar Voortgangstoets kennis 1 per jaar 360 graden observatie 1 per 2 jaar CAT 2 per jaar POP 4 per jaar Portfoliogesprek 4 per jaar Bekwaamheidverklaring 4 keer per jaar Geschiktheidverklaring 1 per jaar 80

82 Thema s, ijkpunten en bekwaamheidsniveaus zoals landelijk afgesproken (bij ons dus iets ambitieuzer). Per thema is bepaald welk minimaal bekwaamheidsniveau gehaald moet zijn op een bepaald ijkpunt Bekwaamheidsniveau (1 tm 5) 1 Heeft kennis van 2 Handelt onder strenge supervisie 3 Handelt met beperkte supervisie Bekwaamheidsniveau s weergegeven per ijkpunt, gegroepeerd per thema: Wat kan de AIOS op zijn minst op het ijkpunt? 4 Handelt zonder supervisie 5 Superviseert en onderwijst bij de handeling Thema s versus 3 IJkpunten (I, II en III) Op Bekwaamheidsniveaus (1 tm 5) Zwangerschapsbegeleiding ongecompliceerd 5 IJkpunt I 2 jaar Basis Zwangerschapsbegeleiding gecompliceerd 3 4 Gewone bevalling 5 Gecompliceerde bevalling 3 4 Basis Gecompliceerde bevalling hoog ingeschat risico Kraamperiode & kind ongecompliceerd 5 3 IJkpunt II 4 jaar 3 IJkpunt III 6 jaar (aandachtsgebied) Kraamperiode & kind gecompliceerd 3 4 Endocrinologie & Fertiliteit basaal 2 4 Benigne gynaecologie poli 3 4 Basis OK 3 4 Basis Urogynaecologie & Bekkenbodem 2 4 Seksuologie 3 4 Basis Oncologie 2 4 Peri - operatieve zorg 3 4 Kwetsbare oudere 3 4 Perinatologie en Verloskundige regie aandachtsgebied Benigne gynaecologie aandachtsgebied Urogynaecologie aandachtsgebied Gynaecologische oncologie aandachtsgebied Voortplantingsgeneeskunde aandachtsgebied Separaat deel Separaat deel Separaat deel Separaat deel Separaat deel 81

83 Deel III Bijlagen Bijlage 1 Inwerkprogramma Instructie voor artsen werkzaam op de afdeling Verloskunde en Gynaecologie van het SLAZ F. Scheele 2012 Welkom Welkom op onze afdeling. U gaat deel uit maken van een groep die met veel passie in de patiëntenzorg staat en die de opleiding van zorgprofessionals als een serieuze, uitdagende en leuke taak beschouwt. Zeker in het begin is het wennen om in een zo dynamische en prikkelrijke omgeving te aarden. Deze instructie is een steun in de rug bij dat proces. Wij hopen dat u bij ons veel zult leren en wij zijn bereid ook van uw visie te leren. Waar dingen beter kunnen gaan horen we graag uw voorstel. Ziekenhuisbreed inwerken Het ziekenhuis heeft een inwerkprogramma waar u door Personeelszaken van op de hoogte wordt gesteld. We staan er op dat dit programma gevolgd wordt. Kennis van het bedrijf vergroot de kwaliteit en de veiligheid van uw werk. Voor vragen over dit inwerkschema, waarvan het bewijs van deelname in uw portfolio terug te vinden dient te zijn, kunt u terecht bij de opleider of plaatsvervangend opleider. Patiëntveiligheid Bekwaamverklaring Deze instructie heeft als belangrijk doel de veiligheid van patiënten en van u zelf te verbeteren. De veiligheid wordt vergroot door goede samenwerking en een organisatie waarin u weet waar u wel en waar u niet bevoegd toe bent. Wij werken met een systeem van bekwaamverklaringen op basis van portfoliogegevens en globale oordelen vanuit de opleidergroep. De eerste grote stap is de bekwaamverklaring voor het doen van diensten met verloskamerwerk (bijlage a) Speak up Samen hebben we minder blinde vlekken en werken we veiliger. Teams dienen van elkanders expertise gebruik te maken. Als verpleegkundige, verloskundige of arts het niet eens kunnen worden, dan is dat een reden om de superviserende specialist daarvan op de hoogte te stellen. Ieders expertise wordt bij ons serieus genomen. Supervisie Wanneer? Iedere arts, of deze nu anios is, of laatste jaar aios, heeft te allen tijde het recht om supervisie te vragen. Supervisie is onder meer nodig bij twijfel over te voeren beleid en voor ingrepen waarvoor men nog niet bekwaam is verklaard, maar ook bij overbelasting bij grote drukte of verminderde draagkracht. Bijlage b geeft duidelijke instructies over supervisie. Te veel supervisie vragen bestaat niet. Een andere reden tot supervisie is de wens om feedback te krijgen op het eigen functioneren. Feedback zoekend gedrag is een belangrijke eigenschap voor een levenslang lerende. Afspraak = afspraak! Wanneer een staflid een beleid heeft afgesproken, geldt het principe dat dit te beschouwen is als een soort contract, dat alleen gebroken wordt wanneer de patiënt er door in gevaar komt of wanneer dit met het betreffende staflid is besproken (of een zichtbare poging daartoe is ondernomen). 82

84 Communicatie over medische casuïstiek Bij communicatie over patiëntgebonden problemen vindt er een proces plaats wat voorbereiding en zorgvuldigheid vereist. Besteed daar iedere keer veel aandacht aan. Telefonisch contact: Do you speak SBAR? (bijlage c) Bereid een telefonisch overleg op papier voor. Wat is de vraag aan de supervisor? Als deze moet komen, zeg dat dan als eerste. Zet de medische gegevens in logische volgorde en bondig op een rij. Overweeg zorgvuldig differentiële diagnostiek. Kom met een behandelingsvoorstel. Als je er niet uitkomt, zeg dat dan wel duidelijk. Medische overdracht De medische overdracht in de ochtend is een voorbeeld van zo n belangrijk moment waarbij u in het centrum van de belangstelling staat en voor de patiënten belangrijke materie op tafel komt. De medische overdracht vindt op de afdeling verloskunde en gynaecologie plaats om 8 uur s ochtends en om uur s middags. De medische overdracht dient 2 doelen: patiëntenzorg en opleiding (door reflectie op gevoerd beleid). In bijlage d vindt u 6 criteria die van belang zijn voor een goede overdracht De afdelingsvisite is een ander voorbeeld van medische communicatie en samenwerking met de verpleging en verloskundigen. Een goede visite voldoet aan een aantal criteria (bijlage e) Briefing Behalve een medische overdracht wordt er op regelmatige momenten bij elkaar gekomen voor een briefing. Dit is een korte multidisciplinaire samenkomst in de koffiekamer van de VK waarbij er wordt gekeken naar de werklast, mensen en de beschikbare middelen. Zie voor details bijlage f TOP-VK+ Dit is voortgekomen uit de invoering van de TOP+ checklist op de operatiekamers in het ziekenhuis. De Vries et al (2008) geven aan dat deze checklist ook zou kunnen werken op andere afdelingen in het ziekenhuis, bijvoorbeeld op de afdeling Verloskunde. Naar aanleiding van deze gedachte is er een aangepaste TOP ontwikkeld voor de verloskamers genaamd de TOP VK+. Het doel is om de huidige stand van zaken omtrent veiligheid, communicatie en teamwerk op de verloskamers te verbeteren. De checklist hangt op alle verloskamers. Na een korte uitleg aan de patiënte zal het TOPpen starten. Het is verstandig om dit te doen bij overdracht van afdeling naar de VK, bij start highrisk medicatie, voor de uitdrijving en voor een kunstverlossing of andere bijzonder partus. (bijlage g) Goede dossiervoering is heilig Het medische dossier (EPIC) is van groot belang voor een goede patiëntenzorg. Wanneer u in EPIC notities maakt, schrijft u eigenlijk een briefje aan uw collega. Dat wil zeggen: het moet een begrijpelijke tekst zijn met ingrediënten als bevindingen, samenvatting, beleidsoverwegingen en informatie aan de patiënt. In EPIC wordt soms de mogelijkheid geboden een voorlopige tekst te maken. Die is dan niet te lezen voor anderen. Niet doen dus. Maak alles leesbaar en neem er je verantwoordelijkheid voor. Uitstel tot maken van brieven maximaal 1 week, maar liefst geen uitstel. De huisarts of de verloskundige moet continuïteit van zorg kunnen bieden en die heeft onze gegevens daarvoor nodig. Het kan handig zijn en wordt zeer gewaardeerd, in het kader van de continuïteit van zorg, de verloskundige of huisarts direct na een consult zelf te bellen. Instrumenten voor een goede samenwerking Protocollen Onze afdeling werkt met protocollen die op het intranet vanuit Word onder gynaecologie op dataserver/protocollen en op papier te vinden zijn. Bij beleidsvraagstukken wordt eerst het protocol geraadpleegd en daarna supervisie gebruikt. EBM Ons ziekenhuis heeft via internet beschikbaarheid over de site Up to date. Een levenslang lerende blijft vragen en twijfels nazoeken. Kennis bijhouden en vermeerderen beschouwen wij als vereist professioneel gedrag. Het SLAZ beschikt over een zeer goed geoutilleerde Medische Bibliotheek, zowel fysiek als digitaal. Op locatie is een basiscollectie met recente handboeken en naslagwerken. De bilbiotheek is 24 uur per dag toegankelijk. Daarnaast beschikt de bibliotheek over een uitgebreide digitale collectie (tijdschriften en e-books) en de belangrijkste databases voor het doen van (evidence-based) literatuuronderzoek. De digitale collectie is toegankelijk via de website die ook via de telewerkomgeving van het ziekenhuis beschikbaar is. De medisch informatiespecialist heeft een belangrijke rol in het aanleren van informatieskills, het oplossen van een klinische cq onderzoeksvraag en het ontwikkelne van (e-learning) zoekcursussen. NVOG-richtlijnen Wij houden ons in principe aan NVOG-richtlijnen en verwachten dat de artsen deze grotendeels paraat hebben. 83

85 Primus inter pares Onze gynaecologengroep heeft een verdeling in aandachtsgebieden. Leg complexe vraagstukken zomogelijk voor aan het meest geschikte staflid. Organisatie van het werk Roosters die passen bij de bedrijfsvoering én bij het leerproces De artsen delen zelf hun roosters in. Anios starten in een inwerkschema (bijlage a). Ook na het inwerkschema dient in de dienst frequent supervisie gezocht te worden. (bijlage b). Meer ervaren artsen krijgen een rooster passend bij hun ervaringsniveau en bij de opleidingsopdracht. Meer ervaren artsen bespreken, voordat ze in de praktijk gaan functioneren met het opleiderteam de verantwoordelijkheid die ze mogen nemen (bekwaamverklaringen). De bekwaamverklaring gebeurt via een portfolioproces bij de driemaandelijkse beoordelingen volgens de systematiek van HOOG. Klagen is niet productief, werkbare verbeterplannen maken wel Ongetwijfeld loopt u tegen dingen aan die beter kunnen. Help mee te denken hoe en bespreek het. Wij zijn een lerende organisatie en geloven in het motto samen sterk. Documentatie van bekwaamheid Iedere assistent houdt een documentatie bij waarin terug te vinden is: Opgedane ervaring: bevallingen, afdelingsdagen, poliklinieken, bijzondere casus Complicaties en een terugblikkende analyse ervan Cursus en scholing binnen en buiten het SLAZ Participatie in afdelingsmanagement: roosters maken, VIM-commissie, WoMoBe-organisatie etc. Wetenschappelijke activiteiten Onderwijsactiviteiten Toetsing, waaronder de verplichte inwerktoetsing en de maandelijkse Korte Praktijk Beoordelingen Op grond van de in E-pass, het electronische portfolio, verzamelde documenten wordt 3-maandelijks of zo nodig vaker een kort gesprek met de opleider gehouden. Een actieve houding bij de planning van dit gesprek wordt als volwassen en professioneel bestempeld. Dit voortgangsgesprek heeft de volgende agenda: 1 Wat was het plan voor die drie maanden? 2 Zijn de doelen behaald? Hoe vertaalt zich dat in bekwaamheidniveaus voor diverse ingrepen of delen van het vak? Hoe vertaalt zich dat in beoordeling op algemene competenties: o Communicatie o Samenwerking o Organisatie o Wetenschap o Maatschappelijk handelen o Professionaliteit 3 Wat zijn de doelen voor de komende drie maanden 4 Welke werkzaamheden moeten extra nadruk krijgen om deze doelen te behalen? (zie bijlage 6) 5 Wanneer levert a(n)ios notulen aan van deze bespreking? 6 Wat verder ter tafel komt Het elektronische portfolio e-pass schaft u aan (online) en de rekening vergoedt het SLAZ weer aan u. Professionaliteit Werken in een ziekenhuis als het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis betekent dat u in aanraking zult komen met patiënten uit verschillende culturen. Het omgaan met mensen van verschillende etniciteit heeft consequenties voor de zorgverlening van artsen. Zo is er zowel etnische variatie in vóórkomen van bepaalde ziekten als ook in effectiviteit van behandelingen. Enige kennis over bijvoorbeeld de cultuur kan wenselijk zijn, maar het is onmogelijk om alle culturen te leren kennen. Bovendien wordt dan ook voorbij gegaan aan alle grote verschillen binnen een etnische groep. Immers de Nederlander of de Turk ( de allochtoon of de autochtoon ) bestaan niet. Het gevaar van kennis is dat men het gevoel heeft dat men het wel weet en dat leidt tot stereotypering alle Marokkanen zijn tegen euthanasie. De nadruk ligt dus niet zozeer op de overdracht van kennis als wel op het ontwikkelen van een etnisch-sensitieve houding, De arts moet zich bewust zijn dat de etnische afkomst van de 84

86 patiënt kan doorwerken in zijn/haar klachten, maar de arts moet zich vooral ook bewust zijn van zijn eigen vooroordelen en bereid zijn tot een open en flexibele houding. Dat hierbij supervisie/intervisie, waarbij men leert reflecteren op eigen gedrag, van grote waarde kan zijn spreekt voor zich. Het gebruik van mentorschappen Verloskunde en gynaecologie vraagt veel van de zorgverleners. We werken onder grote druk en kleine fouten kunnen grote gevolgen hebben. Iedereen maakt emotioneel belastende situaties mee. Daarbij kan de balans van de aandacht voor het werk en voor het privé-leven verstoord raken. Onder jonge artsen worden frequent verschijnselen waargenomen die op burn-out lijken. Dat moeten we voorkomen. Het arbeidstijdenbesluit wordt door ons zo volledig mogelijk uitgevoerd. Daarnaast krijgt iedere arts een mentor uit de gynaecologengroep. U mag zelf een mentor kiezen. Alleen de opleider heeft geen formele mentorrol omdat de mentorrol niet goed samengaat met de rol van beoordelaar. De mentor staat in vertrouwelijkheid open voor uw zorgen, emoties en verhalen. Voor wie dat niet gewend is, kan het even wennen zijn. U kunt het echter zeer de moeite waard maken! Bijlage 1a: Inwerkschema anios en beginnende aios (3 maanden). Verloskamerstage 6 weken Echoscopiestage 2 weken Spoedpoli 2 weken Afdelingen 4 weken Dienst met ervaren arts 1 weekeinddienst, 2 nachtdiensten en 3 avonddiensten Checklisten voor lokale procedures, verloskundige vaardigheden acute situatie en basis vaardigheden De onderstaande checklist moet worden afgetekend voor men de dienst in kan. Locale procedures Checklist procedures locale situatie Gezien/gedaan Procedure spoedpoli + OZO Schema antenatale controles Intranet protocollen Telefoonlijst ziekenhuis Lab aanvragen Lab uitslagen Bloedtransfusie aanvragen Opname regelen Status maken Aanmelden OK Aanmelden anesthesie OB-CTG Echoapparaten Voorraden Indeling VK Telefoonlijst 1 e lijn Invullen partusboek LVR Faxen printen DBC 85

87 Complicatieregistratie Verloskundige vaardigheden acute situatie Fantoom onderwijs Afgetekend door Fantoom schouderdystocie Fantoom stuit CTG-bespreking (Heres) Reanimatie pasgeborene (Op de Coul) ALS, reanimatiecursus (Valkering) Portfolio-items voor bekwaamverklaring basisvaardigheden voor diensten: Naam: Item Logboek met ervaringen en verrichtingen inzichtelijk bijgehouden 1 KPB deel zwangerenspreekuur 1 KPB echo meting caput, abdomen, femur, VW 1 KPB jonge zwangerschap 1 KPB gynaecologische echo 2 weken spoedpoli 6 weken VK Betrokken bij 50 bevallingen, waarvan 25 spontane baringen begeleid 2 KPB ontwikkelen kind 20 inbrengen schedelelektrode 10 inbrengen druklijn Infiltreren en epi zetten 102 e graads rupturen gehecht 5 episiotomieën gehecht episiotomie zelfstandig gehecht met goede beoordeling (KPB) 10 MBO s 1 KPB MBO gedocumenteerd In huis cursus foetale bewaking Fantoomexamen schouderdystocie Fantoomexamen stuit Fantoomexamen vacuümextractie Fantoomexamen reanimatie pasgeborene Fantoom reanimatie volwassene (ALS) certificaat Kennis vastgesteld van beleid fluxus post partum Kennis vastgesteld van procedure spoedoperatie 2 weken zaal 1 KPB zaalvisite 1 weekeinddienst meegelopen 2 nachtdiensten meegelopen 3 avonddiensten meegelopen 2 IUI uitvoering Bij mondelinge toetsing kennis verloskunde voldoende peil Bij mondelinge toetsing kennis (acute) gynaecologie voldoende peil Bevestiging kennis van afspraken rond supervisie Bevestiging kennis van afspraken rond medische communicatie Bevestiging kennis van afspraken rond protocollen Observatie en voldoende beoordeling van communicatie met patiënt Observatie en voldoende beoordeling van communicatie met team Voldoende beoordeling van documentatie Naam en paraaf opleider 86

88 Observatie en voldoende beoordeling van samenwerking Observatie en voldoende beoordeling triage Observatie en voldoende beoordeling eigen grenzen kennen De meerderheid van het opleiderteam is het eens met de bekwaamheid om dienst te doen Checklist procedures locale situatie afgetekend Bijlage 1b: Protocol bekwaam en supervisie Bekwaam na het inwerken: zelfstandig zonder overleg Gewone partus na een ongecompliceerde zwangerschap AD > 35 weken, met goed CTG, al dan geen meconium Hechten van een eenvoudige 2e-graadsruptuur of episiotomie Visite lopen op de afdeling Verloskunde en Gynaecologie Gynaecologische consulten die geprotocolleerd zijn (postmenopauzaal bloedverlies, plaatsen IUD, sterilisatie, cervixcytologie en dergelijke) Intra-uteriene inseminaties Overlegsituaties tijdens de partus (tenzij specifieke bekwaamverklaring): Patiënte ingestuurd door de eerste lijn na inventarisatie van de problematiek Gecompliceerde zwangerschap met consequenties voor de partus (zie zwangerenkaart), zoals SC in VG, HPP in VG, verhoogde kans op schouderdystocie en dergelijke. Meerlingzwangerschap Prematuriteit < AD 35 Twijfel over het CTG, overweging MBO (eventueel kan het CTG thuis door de gynaecoloog meebeoordeeld worden) Verzoek tot pijnstilling/epidurale anesthesie Niet vorderende ontsluiting, overweging bijstimulatie Niet vorderende uitdrijving, overweging bijstimulatie/kunstverlossing Communicatieproblemen/begeleidingsproblemen met patiënte en/of haar partner Ruim vaginaal bloedverlies Temp 37.8 gr C Fluxus postpartum 1000 cc, of eerder bij fors bloedverlies. Retentio placentae 1 uur Verdenking (sub)totaalruptuur Verdenking specifieke pathologie (solutio placentae, placenta praevia) Overweging consult ander specialisme Twijfel arts-assistent Onenigheid met verpleging of verloskundige over beleid Gynaecoloog is aanwezig bij: (tenzij er een bekwaamheidverklaring geldt) Kunstverlossing Sectio Stuitbevalling (altijd supervisie aanwezig in het ziekenhuis) Meerlingbevalling(altijd supervisie aanwezig in het ziekenhuis) Manuele placentaverwijdering Totaalruptuur/Subtotaalruptuur Vermoeden van serieuze problematiek n.a.v. overleg met de arts-assistent Verzoek van de arts-assistent voor begeleiding Twijfel arts-assistent Dreigende overbelasting op de werkvloer Elke opname op de zwangeren-afdeling (ook overdag) wordt overlegd: (tenzij er een bekwaamheidverklaring geldt) Hyperemesis 87

89 Prematuur gebroken vliezen Verdenking premature weeënactiviteit Hypertensie: RR diastolisch 100 mmhg of hoger en/of, en/of klachten, en/of proteinurie, en/of labafwijkingen Verdenking groei-achterstand bij afwijkende of onbekende Doppler Vaginaal bloedverlies Malaise-klachten Overlegsituaties zwangeren: (tenzij er een bekwaamheidverklaring geldt) RR> 105 diastolisch, en/of systolisch 160 mmhg of hoger, en/of klachten, en/of lab-afwijkingen, tenzij anders afgesproken is in de status Temp 37.8 gr C Afwijkend CTG Onverklaarde klachten Overweging consult ander specialisme Twijfel arts-assistent Overlegsituatie kraamvrouwen: (tenzij er een bekwaamheidverklaring geldt) Temp 38º C Hevige buikpijn Ruim vloeien Positieve kweek op beta-hemolytische streptococ groep A of B Twijfel arts-assistent Overleg gynaecologische patiënten binnen kantooruren: (tenzij er een bekwaamheidverklaring geldt) acute buikklachten niet geprotocolleerde consulten Overleg gynaecologische patiënten buiten kantooruren: (tenzij er een bekwaamheidverklaring geldt) Alle gynaecologische patiënten die buiten kantooruren gezien worden door de arts-assistent met de dienstdoende gynaecoloog besproken Bijlage 1c: SBAR SBAR Tijdens het telefoongesprek met de supervisor gebruik je het SBAR proces: Situation Situatie Hoe is de situatie waar je over belt? o Identificeer de afdeling, patiënt en waar deze is. o Vertel zeer kort iets over het probleem: wat is het, hoe ernstig is het, wat is jouw diagnose en wat is je plan. Voorbeeld: op VK 2 ligt mevrouw X. Zij is a terme, mult met vaginale baring in VG, voorheen geen medische indicatie en zij heeft nu bij AD 36 weken tekenen van foetale nood. Er is noodzaak voor een sectio en u moet nu komen. Background Achtergrond Relevante informatie over de achtergrond kan de volgende items bevatten: o De opnamediagnose en de opnamedatum o Klinische informatie zoals de voorgeschiedenis o Medicatie en allergieën o Meest recente meting van vitale functies 88

90 o Laboratoriumwaarden CTG, echo Assessment Beoordeling Wat is jouw beoordeling van de situatie Differentiaaldiagnose en werkdiagnose. Reccommendation Aanbeveling Wat is jouw aanbeveling, wat wil je dat er gebeurt? Voorbeelden: o Patiënt moet nu door u gezien worden o Bijstimulatie met oxytocine Laparoscopische diagnostiek met spoed Morgen terug op de polikliniek Bijlage 1d: Protocol Overdracht Goede overdracht Voor de patiëntenzorg zijn er 6 criteria die van belang zijn voor een goede overdracht 1. Het overzicht: Hoeveel mensen liggen er momenteel te bevallen, welke mensen zijn er die spoedig aandacht nodig hebben op de EH of op de afdeling. Wat is er die dienst afgehandeld uitgedrukt in aantal bevallingen, aantal EH-bezoeken en aantal patiënten die aandacht nodig had op de afdeling. 2. De prioritering: Welke patiënten moeten het eerst besproken worden omdat het van groot belang is voor de overname van de dienst. Welke patiënten die afgehandeld zijn moeten besproken worden om te reflecteren op het gevoerde beleid. Patiënten die om andere reden besproken moeten worden. 3. De beknoptheid: Patiëntcasuïstiek moet beknopt worden besproken. Overbodige details moeten vermeden worden. 4. De logische volgorde: De bespreking van patiëntcasuïstiek moet gebeuren in een afgesproken volgorde. Bijvoorbeeld voor de barende vrouw: Een a-jarige gravida b para c Heeft als medische indicatie: De amenorroeduur is d weken. Zij is in partu. De algemene anamnese vermeldt:. De obstetrische voorgeschiedenis vermeldt: De huidige graviditeit was onder controle bij:. De maternale parameters zijn: Bloeddruk, uitzetting, etc. De foetale parameters zijn: groei, echo, CTG, etc. Het beloop van de baring is als volgt: ontsluitingsbeloop, foetale conditie, maternale conditie. Het beleid is: Er wordt geanticipeerd op 5. Minimaal vereiste data: Iedere casus moet verteld worden met een minimaal aantal data. Dat gaat om patiëntgegevens zoals de naam, maar ook om medische gegevens die bij elk type casus verschillen. 6. Een goede overdracht wordt vergezeld van een schriftelijke overdracht die naast een goede statusvoering inhoudt dat het overdrachtsformulier goed wordt bijgehouden en overhandigd ten tijde van de medische overdracht. Bijlage 1e: Protocol Visite Een goede zaalvisite Een goede zaal visite voldoet aan een aantal criteria Deel 1: de voorbereiding De visite is voorbereid door de arts. Die kan de samenvatting van iedere casus vlot geven en de relevante vragen stellen aan de verpleegkundige en uitleg geven over het gevoerde beleid. De visite is voorbereid door de verpleegkundige. Die kan de gegevens van de laatste dag vlot ter tafel brengen. Die kent de patiënten. De arts en de verpleegkundige hebben een goede dossiervoering waarmee ze elkaar aanvullen. De arts en de verpleegkundige zorgen voor een goede invulling van de afsprakenformulieren. De arts en de verpleegkundige dragen zorg voor een efficiënt overleg. De arts en de verpleegkundige geven elkaar constructieve feedback op de gang van de visite. De arts herkent goed waar supervisie door een lid van de gynaecologische staf wenselijk is. De arts houdt zich bij het gebruik van supervisie in eerste instantie aan reeds in de status gedocumenteerde adviezen. Bij een supervisievraag in verband met een wijzigende situatie worden die adviezen 89

91 ook ingebracht. Bij een wijziging van beleid dient de eerste adviesgever daarin betrokken te worden tenzij het patiëntbelang een snelle wijziging zonder dit overleg noodzakelijk maakt. De arts houdt een actiepuntenlijst bij waar opdrachten op worden verzameld die na de visite moeten worden afgehandeld. Deel 2: de zaalvisite (in principe met de supervisor) De arts bezoekt alle patiënten en overlegt het beleid met de patiënt. De arts respecteert de privacy van de patiënten op zaal. De arts speelt in op verzoeken tot overleg met familie. De arts controleert of de patiënt tevreden is. De arts waardeert de inbreng van de verpleegkundigen en verloskundigen (feedback!). De arts draagt bij aan efficiënte samenwerking (reflecteer op hoe dat loopt, kan het beter?). De arts vult de actiepuntenlijst aan. De arts past de statusvoering aan na de zaalvisite. Deel 3: het afwerken van opdrachten De arts heeft een lijst met af te werken opdrachten verzameld tijdens de visite en prioriteert het werk De arts verdeelt het werk en doet dat SMART: Specifieke opdracht, Meetbaar, Acceptabel werk leidend tot liefst een leerzaam Resultaat binnen een duidelijke Tijd. De arts controleert uitbesteed werk en geeft feedback. 90

92 Bijlage 1f: Briefing 91

93 Bijlage 1g: Checklist time out of verloskamer 92

= N. Uitgewerkt Voorbeeld regionaal opleidingsplan HOOG VUmc. Auteurs: F Scheele, H. Brölmann, SJ. van Luijk en C. den Rooyen

= N. Uitgewerkt Voorbeeld regionaal opleidingsplan HOOG VUmc. Auteurs: F Scheele, H. Brölmann, SJ. van Luijk en C. den Rooyen Uitgewerkt Voorbeeld regionaal opleidingsplan HOOG VUmc Auteurs: F Scheele, H. Brölmann, SJ. van Luijk en C. den Rooyen Voor de samenstelling van dit regionale opleidingsplan is gebruik gemaakt van: producten

Nadere informatie

Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie & Gynaecologie. St. Antonius Ziekenhuis

Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie & Gynaecologie. St. Antonius Ziekenhuis Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie & Gynaecologie Documentbeheer Voor de samenstelling van dit lokale opleidingsplan is gebruik gemaakt van: Het nationale opleidingsplan HOOG, september

Nadere informatie

Workshop. Hoe maak ik een lokaal/regionaal plan? Scheltus van Luijk Corry den Rooyen. Donderdag 25 februari 2010

Workshop. Hoe maak ik een lokaal/regionaal plan? Scheltus van Luijk Corry den Rooyen. Donderdag 25 februari 2010 Workshop Hoe maak ik een lokaal/regionaal plan? Scheltus van Luijk Corry den Rooyen Donderdag 5 februari 010 Implementatie en visitatie Gaan hand in hand Wederzijdse beïnvloeding Wederzijdse stimulering

Nadere informatie

Centraal College Medische Specialismen

Centraal College Medische Specialismen KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST Centraal College Medische Specialismen Besluit van 12 april 2010 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme

Nadere informatie

Workshop: Lokaal opleidingsplan

Workshop: Lokaal opleidingsplan Workshop: Lokaal opleidingsplan 9 oktober 2009 Dr. Paetrick M. Netten, internist opleider Prof. Dr. Rijk. O.B. Gans, internist opleider en voorzitter van de werkgroep modernisering CCMS Workshop: Lokaal

Nadere informatie

RICHTLIJN OPSTELLEN LEERWERKPLAN OPLEIDING IGT

RICHTLIJN OPSTELLEN LEERWERKPLAN OPLEIDING IGT RICHTLIJN OPSTELLEN LEERWERKPLAN OPLEIDING IGT Voor de borging van de opleiding IGT in de opleidingsinrichtingen en voor de erkenning en/of herregistratie als opleidingsinrichting is de opleidingsinrichting

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord 1 0

Inhoud. Voorwoord 1 0 Inhoud Voorwoord 1 0 1 Algemeen 1 1 1.1 Speciële anamnese 1 1 1.1.1 Speciële anamnese gynaecologie 1 1 1.1.2 Speciële anamnese obstetrie 1 3 1.1.3 Speciële anamnese voortplantingsgeneeskunde 1 4 1.1.4

Nadere informatie

Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie & Gynaecologie. St. Antonius Ziekenhuis

Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie & Gynaecologie. St. Antonius Ziekenhuis Lokaal Opleidingsplan Medische Vervolgopleiding Obstetrie & Gynaecologie Documentbeheer Voor de samenstelling van dit lokale opleidingsplan is gebruik gemaakt van: Het nationale opleidingsplan HOOG, september

Nadere informatie

Bijlage G Regionaal en Perifeer Opleidingsplan

Bijlage G Regionaal en Perifeer Opleidingsplan Bijlage G Regionaal en Perifeer Opleidingsplan Leidse Opleidings Cluster Obstetrie en Gynaecologie LOCOG 1 - Regionaal Leids Universitair Medisch Centrum 2 - Perifeer Medisch Centrum Haaglanden Regionaal

Nadere informatie

AIOS en opleiders actief in opleiding HANNEKE FEITSMA: GYNAECOLOOG, OPLEIDER SUZANNE PEETERS: AIOS GYNAECOLOGIE TANJA VAN KEMPEN: ONDERWIJSKUNDIGE

AIOS en opleiders actief in opleiding HANNEKE FEITSMA: GYNAECOLOOG, OPLEIDER SUZANNE PEETERS: AIOS GYNAECOLOGIE TANJA VAN KEMPEN: ONDERWIJSKUNDIGE AIOS en opleiders actief in opleiding HANNEKE FEITSMA: GYNAECOLOOG, OPLEIDER SUZANNE PEETERS: AIOS GYNAECOLOGIE TANJA VAN KEMPEN: ONDERWIJSKUNDIGE Opleiden is veranderd Veilig klimaat, leren zwemmen, vlieguren

Nadere informatie

NOTA KWALIFICATIES GEAUTORISEERD OBSTETRISCHE PROF. ACUTE VERLOSK. ZORG. Versie 1.0

NOTA KWALIFICATIES GEAUTORISEERD OBSTETRISCHE PROF. ACUTE VERLOSK. ZORG. Versie 1.0 NOTA KWALIFICATIES GEAUTORISEERD OBSTETRISCHE PROF. ACUTE VERLOSK. ZORG Versie 1.0 Datum Goedkeuring 07-03-2012 Methodiek Consensus based Discipline Verantwoording Monodisciplinair NVOG Inleiding De obstetrische

Nadere informatie

Centraal College Medische Specialismen

Centraal College Medische Specialismen KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST Centraal College Medische Specialismen Besluit van 12 april 2010 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 3 Introductie. 4 Procedure. 5 Voorbereiding. 7 Vraag & antwoord. 8 Informatie. 9 Vragenlijst ter voorbereiding op de visitatie

Inhoudsopgave. 3 Introductie. 4 Procedure. 5 Voorbereiding. 7 Vraag & antwoord. 8 Informatie. 9 Vragenlijst ter voorbereiding op de visitatie 2 Inhoudsopgave 3 Introductie 4 Procedure 5 Voorbereiding 7 Vraag & antwoord 8 Informatie 9 Vragenlijst ter voorbereiding op de visitatie 3 Introductie : informatie voor aios Kwaliteit staat bij de medische

Nadere informatie

LOKAAL OPLEIDINGSPLAN GYNAECOLOGIE / VERLOSKUNDE

LOKAAL OPLEIDINGSPLAN GYNAECOLOGIE / VERLOSKUNDE Inhoudsopgave LOKAAL OPLEIDINGSPLAN GYNAECOLOGIE / VERLOSKUNDE VERSIE APRIL 14 DR. J.C.M. VAN HUISSELING, OPLEIDER DR. C.A.H. JANSSEN, WAARNEMEND OPLEIDER Inleiding Dit document beschrijft het locale,

Nadere informatie

Modern opleiden: hoe visiteren?

Modern opleiden: hoe visiteren? donderdag 30 september 1999 Vrijdag 9 oktober 2009 Modern opleiden: hoe visiteren? Corry den Rooyen, onderwijskundige Paul Blok, secretaris MSRC Introductie Maatschappelijke veranderingen Project modernisering

Nadere informatie

Intern toetsingskader CGS voor een landelijk opleidingsplan 1

Intern toetsingskader CGS voor een landelijk opleidingsplan 1 Intern toetsingskader CGS voor een landelijk opleidingsplan 1 Ingevuld voor LOP: De wetenschappelijke verenigingen in de zorg stellen voor de eigen geneeskundige vervolgopleiding een landelijk opleidingsplan

Nadere informatie

Conceptstuk. Herziening opleiding Obstetrie en Gynaecologie. Projectgroep BOEG

Conceptstuk. Herziening opleiding Obstetrie en Gynaecologie. Projectgroep BOEG Conceptstuk Herziening opleiding Obstetrie en Gynaecologie Projectgroep BOEG Juli 2011 1 Thema s voor de basis van het vak (zonder aandachtsgebied) 1.Verloskunde bekwaamheidsniveau na 4 jaar 1. Zwangerschapsbegeleiding

Nadere informatie

Leerplan profileringsstage kinderneurologie

Leerplan profileringsstage kinderneurologie Leerplan profileringsstage kinderneurologie Inleiding Tijdens de stage algemene kindergeneeskunde in het MMC krijg je de gelegenheid om je te verdiepen in neurologische stoornissen bij kinderen en in de

Nadere informatie

BOEG Het nieuwe landelijke opleidingsplan van de O&G: wat is er anders en hoe worden de competen=es vastgelegd

BOEG Het nieuwe landelijke opleidingsplan van de O&G: wat is er anders en hoe worden de competen=es vastgelegd BOEG Het nieuwe landelijke opleidingsplan van de O&G: wat is er anders en hoe worden de competen=es vastgelegd Sicco Scherjon & Maaike Oonk 27 juni 2017 Indeling Landelijk opleidingsplan O&G: BOEG Achtergrond

Nadere informatie

4 jaar opleiding Longziekten en Tuberculose

4 jaar opleiding Longziekten en Tuberculose Overzicht opleiding Longziekten en Tuberculose Vooropleiding Interne Geneeskunde, inclusief cardiologie zijn hierin niet opgenomen stages 3 1 4 opleiding Longziekten en Tuberculose 4 5 6 zaalstage zaalstage

Nadere informatie

Het individuele opleidingsplan (IOP)

Het individuele opleidingsplan (IOP) Het individuele opleidingsplan (IOP) Achtergrond Het Individueel Opleidings Plan (IOP) is een hulpmiddel om het leerproces van de aios te structureren en te vergemakkelijken. In een IOP wordt een beperkt

Nadere informatie

24-6-2015. Opbouw van de opleiding tot internist. Landelijke opleidingsplan Interne Geneeskunde 2011

24-6-2015. Opbouw van de opleiding tot internist. Landelijke opleidingsplan Interne Geneeskunde 2011 Opbouw van de opleiding tot internist Landelijk opleidingsplan regionaal opleiden Waar leg je wat vast? Prof. Dr. Jacqueline de Graaf, internist Opleider Interne Geneeskunde Opleidingsdirecteur Vervolgopleidingen

Nadere informatie

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started

me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started me nse nkennis Competentiegericht opleiden in de BIG opleidingen Getting started Inhoud Competentiegericht opleiden 3 Doel van praktijktoetsen 4 Wijze van evalueren en beoordelen 4 Rollen 5 Getting started

Nadere informatie

Leerplan profileringstage kinderneurologie

Leerplan profileringstage kinderneurologie Leerplan profileringstage kinderneurologie L. Bok, kinderarts Erfelijke en aangeboren afwijkingen en aandachtsgebied kinderneurologie Mw. L. Niers, algemeen kinderarts en opleider kindergeneeskunde F.

Nadere informatie

Inhoudsopgave LOKAAL OPLEIDINGSPLAN GYNAECOLOGIE / VERLOSKUNDE VERSIE MAART 15 DR. C.A.H. JANSSEN, OPLEIDER DR. C.A. VAN MEIR, WAARNEMEND OPLEIDER

Inhoudsopgave LOKAAL OPLEIDINGSPLAN GYNAECOLOGIE / VERLOSKUNDE VERSIE MAART 15 DR. C.A.H. JANSSEN, OPLEIDER DR. C.A. VAN MEIR, WAARNEMEND OPLEIDER Inhoudsopgave LOKAAL OPLEIDINGSPLAN GYNAECOLOGIE / VERLOSKUNDE VERSIE MAART 15 DR. C.A.H. JANSSEN, OPLEIDER DR. C.A. VAN MEIR, WAARNEMEND OPLEIDER Inleiding Dit document beschrijft het locale, competentie

Nadere informatie

College Geneeskundig Specialismen

College Geneeskundig Specialismen College Geneeskundig Specialismen Besluit van. houdende de aanvullende opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme urologie (Besluit urologie) Het College Geneeskundig Specialismen, gelet

Nadere informatie

NOTA FUNCTIEPROFIEL EN EINDTERMEN VERPLEEGKUNDIGEN VOORTPLANTINGSGENEESK. Versie 1.0

NOTA FUNCTIEPROFIEL EN EINDTERMEN VERPLEEGKUNDIGEN VOORTPLANTINGSGENEESK. Versie 1.0 NOTA FUNCTIEPROFIEL EN EINDTERMEN VERPLEEGKUNDIGEN VOORTPLANTINGSGENEESK Versie 1.0 Datum Goedkeuring 12-11-2004 Methodiek Consensus based Discipline Verantwoording Monodisciplinair NVOG Inhoudsopgave

Nadere informatie

Leerplan profileringstage management en supervisie algemene kindergeneeskunde

Leerplan profileringstage management en supervisie algemene kindergeneeskunde Leerplan profileringstage management en supervisie algemene kindergeneeskunde W. Tjon A Ten, kinderarts L. Niers, kinderarts en opleider kindergeneeskunde F. Halbertsma, kinderarts-neonatoloog en plv opleider

Nadere informatie

Haal alles uit je por.olio: meer lusten dan lasten? Hans Hoekstra (decaan) en Esther Jansen (aios) Jeroen Bosch ziekenhuis

Haal alles uit je por.olio: meer lusten dan lasten? Hans Hoekstra (decaan) en Esther Jansen (aios) Jeroen Bosch ziekenhuis Haal alles uit je por.olio: meer lusten dan lasten? Hans Hoekstra (decaan) en Esther Jansen (aios) Jeroen Bosch ziekenhuis Wat vindt u? Het portfolio: Lasten? Lusten? Wat is het portfolio? Portare = dragen

Nadere informatie

American Board of Internal Medicine Accreditation Council for Graduate Medical Education (USA) Arts in opleiding tot specialist

American Board of Internal Medicine Accreditation Council for Graduate Medical Education (USA) Arts in opleiding tot specialist Tijdschrift voor Medisch Onderwijs, oktober 2010 Vol. 29, nr. 5, Suppl. 4, p. 105-134 Bijlagen Bijlage I ABIM ACGME AIOS ABIM CanMEDS CAT CCMS CEX DOPS GRASIS ITER KPB MDO Mini-CEX MSRC NHG OCEX OOR OPRS

Nadere informatie

Samenvatting. Inleiding. Structuur van de opleiding

Samenvatting. Inleiding. Structuur van de opleiding Samenvatting HOOP 2.0: Tweede Herziening Opleiding en Onderwijs Psychiatrie Mario Braakman Inleiding Het landelijke opleidingsplan psychiatrie (HOOP 2.0) is met ingang van 1 januari 2016 van kracht. Er

Nadere informatie

Landelijk opleidingsplan Interne geneeskunde 2019

Landelijk opleidingsplan Interne geneeskunde 2019 Gespreksformulieren Deel 2: Nederlandse Internisten Vereniging Inhoud Gespreksformulieren 3 16a. Introductie-, tussen- en eindgesprek met de stagehouder/supervisor 3 lntroductiegesprek 3 Tussengesprek

Nadere informatie

Gynaecologie en Verloskunde

Gynaecologie en Verloskunde Contactpersoon/stagebegeleider: Mw. M. Keizer Inleiding September 2007 gaat de nieuwe invulling van de coschappen G2010 van start. Voor ons ziekenhuis, dat als affiliatieziekenhuis van het UMCG dienst

Nadere informatie

Lokaal opleidingsplan

Lokaal opleidingsplan Lokaal opleidingsplan Obstetrie & Gynaecologie Reinier de Graaf Groep Henk Bremer, Kitty Kapiteijn, januari 2017 INHOUDSOPGAVE Inleiding 3 Opleidingsgroep 4 Opbouw opleiding 7 Uitwerking lokaal plan op

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding tweede opleidingsjaar. versie juni 2015

Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding tweede opleidingsjaar. versie juni 2015 Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding tweede opleidingsjaar versie juni 2015 Inleiding Deze Regeling is een uitvoeringsregeling op basis van het Landelijke Protocol Toetsing en

Nadere informatie

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen

Getting Started. Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen Getting Started Competentie gericht opleiden in de BIG opleidingen De BIG-opleidingen worden competentiegericht vormgegeven. Met het competentiegericht opleiden hebben de opleidingen een duidelijker inhoudelijk

Nadere informatie

Lokaal Opleidingsplan Heelkunde versie september 2010

Lokaal Opleidingsplan Heelkunde versie september 2010 Lokaal Opleidingsplan Heelkunde versie september 2010 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Lokale implementatie SCHERP 3. Structuur van de opleiding (Regio 3) 4. Opleidingsschema en stage-indeling (Regio 3) 5.

Nadere informatie

MCHaaglanden. How we do it?

MCHaaglanden. How we do it? MCHaaglanden How we do it? implementatie De praktijk IOP s visitatie 1-7-11 Aanvraag en LOP Start voorbereiding ToetsMatrix Implementatie Voortgangstoets 1 Geschiktheidsbeoordeling 1 Kennistoets 4 360

Nadere informatie

Besluit strekkende tot wijziging van het Besluit profielen maatschappij en gezondheid en het Besluit spoedeisende geneeskunde

Besluit strekkende tot wijziging van het Besluit profielen maatschappij en gezondheid en het Besluit spoedeisende geneeskunde Concept Besluit strekkende tot wijziging van het Besluit profielen maatschappij en gezondheid en het Besluit spoedeisende geneeskunde Besluit profielen maatschappij en gezondheid Huidig besluit Voorstel

Nadere informatie

Workshop. Wat u moet weten over het nieuwe opleidingsplan! Yves Smets Hanne de Vries Jacqueline de Graaf 1

Workshop. Wat u moet weten over het nieuwe opleidingsplan! Yves Smets Hanne de Vries Jacqueline de Graaf 1 Workshop Wat u moet weten over het nieuwe opleidingsplan! Yves Smets Hanne de Vries Jacqueline de Graaf 1 Waarom een nieuw opleidingsplan? De opleiding voor de internist van de toekomst Strategische visie

Nadere informatie

Leidraad gynaecologie

Leidraad gynaecologie Leidraad gynaecologie Leidraad gynaecologie R.L.M. Bekkers L. Dukel Bohn Stafleu van Loghum Houten, 2005 2005 Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Uitgeverij Alle rechten voorbehouden. Niets

Nadere informatie

Fedde Scheele. Halverwege de implementatie: uitdagingen tweede helft

Fedde Scheele. Halverwege de implementatie: uitdagingen tweede helft Fedde Scheele Halverwege de implementatie: uitdagingen tweede helft 2013 BOEG 10 jaar op weg 2011 2009 2007 2005 2003 CGS Erkenningen CanBetter DiesDiemDocet Etalage In VIVO BBOV HOOG CCMS Enthousiaste

Nadere informatie

Maatschap Gynaecologie

Maatschap Gynaecologie Gynaecologie / Verloskunde Maatschap Gynaecologie Algemene informatie Gynaecologie Dr. J.J. van Beek D. Boskamp P. Bourdrez A.H.D.M. Dam A.M. van Wijck Dr. I. van Gestel Dr. J.E. Sollie E.J. Wijnen - Duvekot

Nadere informatie

Bekwaam verklaren aan de hand van EPA s

Bekwaam verklaren aan de hand van EPA s Bekwaam verklaren aan de hand van EPA s Opleidingssymposium 2018 Drs. Liesbeth Adelmeijer onderwijskundig adviseur LUMC & Alrijne Ziekenhuis MAART 2018 Programma Theorie over EPA s en bekwaam verklaren

Nadere informatie

Visiteren = implementeren

Visiteren = implementeren Visiteren = implementeren Ralph Kupka Opleider psychiatrie Altrecht GGZ, Utrecht MSRC-lid Corry den Rooyen Onderwijskundige Paul Blok secretaris MSRC NVMO congres 12 november 2009 Ralph Kupka Opleider

Nadere informatie

Visitatie van de opleiding informatie voor aios

Visitatie van de opleiding informatie voor aios Visitatie van de opleiding informatie voor aios introductie Visitatie van de opleiding: informatie voor aios Kwaliteit staat bij de medische vervolgopleidingen hoog in het vaandel. Om de kwaliteit te bewaken

Nadere informatie

PROTOCOL TOETSING EN BEOORDELING IN DE VERPLEEGHUISARTSOPLEIDING

PROTOCOL TOETSING EN BEOORDELING IN DE VERPLEEGHUISARTSOPLEIDING PROTOCOL TOETSING EN BEOORDELING IN DE VERPLEEGHUISARTSOPLEIDING Goedgekeurd door de HVRC 1 maart 2007 Voorwoord Conform artikel B3 lid 2 van het Kaderbesluit CHVG (hierna: Kaderbesluit), in werking getreden

Nadere informatie

Het individuele opleidingsplan (IOP)

Het individuele opleidingsplan (IOP) Het individuele opleidingsplan (IOP) Achtergrond Het Individueel Opleidings Plan (IOP) is een hulpmiddel om het leerproces van de aios te structureren en te vergemakkelijken. In een IOP wordt een beperkt

Nadere informatie

Dedicated Schakeljaar Vitale Functies

Dedicated Schakeljaar Vitale Functies Dedicated Schakeljaar Vitale Functies 1. Inleiding Het schakeljaar vormt de verbinding tussen de studie geneeskunde en de vervolgopleidingen. De student leert te functioneren op het niveau van een beginnende

Nadere informatie

Samenvatting HOOP 2.0 Mario Braakman

Samenvatting HOOP 2.0 Mario Braakman Samenvatting HOOP 2.0 Mario Braakman Inleiding Het landelijke opleidingsplan psychiatrie (HOOP 2.0) is met ingang van 1 januari 2016 van kracht. Er is geen overgangsregeling. HOOP 2.0 is dus zowel van

Nadere informatie

BELEIDSNOTITIE ONDERZOEK NVOG

BELEIDSNOTITIE ONDERZOEK NVOG BELEIDSNOTITIE ONDERZOEK NVOG Mei 2003 ONDERZOEKSBELEID OP HOOFDLIJNEN; OBSTETRIE EN GYNAECOLOGIE IN NEDERLAND Inleiding Ons vakgebied kent veel onderzoeksthema s die alle op verschillende wijze benaderd

Nadere informatie

3/2/2016. Inhoud. Waarom EPA s? Wat zijn EPA s? Basis beroepsactiviteiten van de internist. EPA s en Competenties

3/2/2016. Inhoud. Waarom EPA s? Wat zijn EPA s? Basis beroepsactiviteiten van de internist. EPA s en Competenties sals handvat voor AIOS en opleidingsteams Inhoud 1. Waarom s? 2. Wat is een? Pilot gericht opleiden 3. Proces ontwikkeling IG 4. Opzet Pilot gericht opleiden Maart t/m september 2016 1 2 Waarom s? Theorie

Nadere informatie

NOTA FUNCTIEPROFIEL EN EINDTERMEN FERTILITEITSARTSEN. Versie 1.0

NOTA FUNCTIEPROFIEL EN EINDTERMEN FERTILITEITSARTSEN. Versie 1.0 NOTA FUNCTIEPROFIEL EN EINDTERMEN FERTILITEITSARTSEN Versie 1.0 Datum Goedkeuring 28-05-2004 Methodiek Consensus based Discipline Verantwoording Monodisciplinair NVOG Inhoudsopgave Inleiding...1 Uitgangspunt...2

Nadere informatie

Advies van de Werkgroep zorginhoud voor het midriskgebied in het midwife-led centrum

Advies van de Werkgroep zorginhoud voor het midriskgebied in het midwife-led centrum Advies van de Werkgroep zorginhoud voor het midriskgebied in het midwife-led centrum Inleiding In Amsterdam hebben de Eerstelijns Verloskundigen Amsterdam Amstelland (EVAA) het initiatief genomen om samen

Nadere informatie

OPLEIDINGSPLAN profileringsprogramma Echografie Behorende bij het opleidingsplan Reumatologie

OPLEIDINGSPLAN profileringsprogramma Echografie Behorende bij het opleidingsplan Reumatologie OPLEIDINGSPLAN profileringsprogramma Echografie Behorende bij het opleidingsplan Reumatologie herziening oktober 2013 1 INHOUD 1. Inleiding 2. Competenties te bereiken door het profileringsprogramma echografie

Nadere informatie

Raamplan Artsopleiding 2009

Raamplan Artsopleiding 2009 Raamplan Artsopleiding 2009 Prof. dr. Roland Laan UMC St Radboud Nijmegen Onderwerpen - Historie en Doel - Student wordt Arts; wordt Specialist - Rollen en competenties - Kennis, vaardigheden en attitudes

Nadere informatie

HET INDIVIDUEEL OPLEIDINGSPLAN:

HET INDIVIDUEEL OPLEIDINGSPLAN: HET INDIVIDUEEL OPLEIDINGSPLAN: dé leidraad voor een opleiding op maat Inhoudsopgave 2 1. Inleiding 4 1.1 IOP versus IOS 4 1.2 IOP en IOS: totstandkoming en kenmerken 4 2. IOP: leidraad op twee niveau

Nadere informatie

Differen'a'e & Profilering Kor'ng van de opleiding. COC UMCG 27 juni 2017

Differen'a'e & Profilering Kor'ng van de opleiding. COC UMCG 27 juni 2017 Differen'a'e & Profilering Kor'ng van de opleiding COC UMCG 27 juni 2017 Recente producten FMS Recente producten FMS Differen'a'e O & G beschreven in het lokaal en regionaal opleidingsplan (1.2.4: verantwoording

Nadere informatie

Samen naar een individueel opleidingsplan. Anouk Straus

Samen naar een individueel opleidingsplan. Anouk Straus Samen naar een individueel opleidingsplan Anouk Straus Opzet workshop Theorie individueel opleidingsplan. Het individueel opleidingsplan in de praktijk Oefenen met IOP gesprek tussen aios en opleider Aan

Nadere informatie

Update resultaten pilot EPA-gericht opleiden

Update resultaten pilot EPA-gericht opleiden Update resultaten pilot EPA-gericht opleiden O.l.v. Jacqueline de Graaf, opleider Radboudumc Ted Koster, opleider Groene Hart Ziekenhuis Marieke Bolk, onderwijskundige en deelprojectleider RIO 1 Samenstelling

Nadere informatie

Individueel opleidingsplan (IOP) M.S. (Marieke) van Schelven

Individueel opleidingsplan (IOP) M.S. (Marieke) van Schelven Individueel opleidingsplan (IOP) M.S. (Marieke) van Schelven Opzet workshop Theorie individueel opleidingsplan Werken met het individueel opleidingsplan Aan de slag! Terugkoppeling en afronding 15 december

Nadere informatie

Landelijk opleidingsplan Interne geneeskunde 2019

Landelijk opleidingsplan Interne geneeskunde 2019 Consultenstage Deel 2: Nederlandse Internisten Vereniging Inhoud Consultenstage 3 Aanleiding 3 Begripsbepaling van de consultenstage 3 Leermiddelen 4 Eisen te stellen aan supervisie 4 Eisen te stellen

Nadere informatie

ANESTHESIOLOGISCHE ZORGVERLENING AAN EN INGREPEN BIJ KINDEREN (2009)

ANESTHESIOLOGISCHE ZORGVERLENING AAN EN INGREPEN BIJ KINDEREN (2009) ANESTHESIOLOGISCHE ZORGVERLENING AAN EN INGREPEN BIJ KINDEREN (2009) DEFINITIES A Kind WGBO (bijlage 1): Kinderen tot 12 jaar hebben geen recht te beslissen over medische handelingen die henzelf aangaan.

Nadere informatie

Besluit van 13 juni 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme radiotherapie

Besluit van 13 juni 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme radiotherapie Besluit van 13 juni 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme radiotherapie (Besluit radiotherapie) Het College Geneeskundige Specialismen, gelet op artikel 14, tweede

Nadere informatie

Opleiding Heelkunde 2012. De worsteling met de implementatie van de modernisering

Opleiding Heelkunde 2012. De worsteling met de implementatie van de modernisering Opleiding Heelkunde 2012 De worsteling met de implementatie van de modernisering Herziene opleiding: van huidig naar nieuw Huidig Vage criteria leiden tot globale feedback onvoldoende (zelf)sturing van

Nadere informatie

AIOS Inwerken. 38 uur per week, plus 10 uur opleidingsuren. Spoedeisende hulp

AIOS Inwerken. 38 uur per week, plus 10 uur opleidingsuren. Spoedeisende hulp Spoedeisende hulp AIOS Inwerken Contract voor: In dienst per: Uit dienst per: 38 uur per week, plus 10 uur opleidingsuren 1 januari xxxx 31 december xxxx OLVG Oosterpark 9 1091AC Amsterdam T (020) 5999111

Nadere informatie

Besluit van 8 november 2017 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme neurochirurgie

Besluit van 8 november 2017 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme neurochirurgie Besluit van 8 november 2017 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme neurochirurgie (Besluit neurochirurgie) Het College Geneeskundige Specialismen, gelet op artikel 14,

Nadere informatie

EPA s en individualisering, nu praktisch

EPA s en individualisering, nu praktisch EPA s en individualisering, nu praktisch Drs. Liesbeth Adelmeijer, onderwijskundig adviseur Dr. Sesmu Arbous, anesthesioloog-intensivist, opleider IC OPLEIDINGSSYMPOSIUM, 12 APRIL 2016, LEIDEN Entrustable

Nadere informatie

431012 431023 Heelkundige bewerking wegens elytrocele langs abdominale weg... K 180

431012 431023 Heelkundige bewerking wegens elytrocele langs abdominale weg... K 180 rt. 14 G De RODE markeringen in voege vanaf 01/02/2013 (blz. 3) OPGELET! De BLUWE wijzigingen op blz. 4 mbt IVF werden ingetrokken vanaf 14/02/2013 bij KB van 11/02/2013 (BS 14/02/2013). fdeling 5. - eelkunde.

Nadere informatie

Fellowship Technische Geneeskunde

Fellowship Technische Geneeskunde ship Technische Geneeskunde Model individueel opleidingsplan V E R S I E : 8-11-2016 A U T E U R : Opleidingscommissie NVvTG POST:NVvTG P/A TechnischeGeneeskunde Carré CR 3.635 Postbus 217 7500 AE Enschede

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding

Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding Eerste opleidingsjaar Maartgroepen 2016 versie maart 2016 Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling De uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling

Nadere informatie

INLEIDING De KPB Handleiding voor gebruik van de KPB Het bespreken van critical incidents / complicatiebespreking...

INLEIDING De KPB Handleiding voor gebruik van de KPB Het bespreken van critical incidents / complicatiebespreking... FORMATIEVE TOETSING OPLEIDING IGT INHOUDSOPGAVE INLEIDING... 2 1. De KPB... 4 1.1 Handleiding voor gebruik van de KPB... 4 1.2 Het bespreken van critical incidents / complicatiebespreking... 6 1.3 De briefbeoordeling...

Nadere informatie

Scherpbier 2.0. Hein Brackel Arno van Rooijen Martin Rutten Albert Scherpbier

Scherpbier 2.0. Hein Brackel Arno van Rooijen Martin Rutten Albert Scherpbier Scherpbier 2.0 Hein Brackel Arno van Rooijen Martin Rutten Albert Scherpbier Scherpbier 1.0 Interne QA Externe QA Continue QA monitoring gebaseerd op systematische verzameling in PDA cyclus Periodieke

Nadere informatie

AIOS Inwerken. 38 uur per week, plus 10 uur opleidingsuren. versie november 2014. Spoedeisende hulp

AIOS Inwerken. 38 uur per week, plus 10 uur opleidingsuren. versie november 2014. Spoedeisende hulp Spoedeisende hulp AIOS Inwerken versie november 2014 Contract voor: In dienst per: Uit dienst per: 38 uur per week, plus 10 uur opleidingsuren 1 januari xxxx 31 december xxxx OLVG Oosterpark 9 1091AC Amsterdam

Nadere informatie

K.B. 11.2.2013 B.S. 14.2.2013 In werking 14.2.2013

K.B. 11.2.2013 B.S. 14.2.2013 In werking 14.2.2013 K.B. 11.2.2013 B.S. 14.2.2013 In werking 14.2.2013 Artikel 14g - GYNECOLOGIE-VERLOSKUNDE Wijzigen Invoegen Verwijderen g) de verstrekkingen die tot het specialisme gynecologie en verloskunde (DG) behoren

Nadere informatie

Besluit van 14 december 2016 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme cardiologie

Besluit van 14 december 2016 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme cardiologie Besluit van 14 december 2016 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme cardiologie (Besluit cardiologie) Het College Geneeskundige Specialismen, gelet op artikel 14, tweede

Nadere informatie

INDIVIDUELE PROFILERING

INDIVIDUELE PROFILERING INDIVIDUELE PROFILERING EN ACTUELE THEMA S IN DE MEDISCHE VERVOLGOPLEIDING Op weg naar de specialist van de toekomst Inhoudsopgave 2 1. Inleiding 4 1.1 Gezondheidszorg in verandering 4 1.2 Vakoverstijgende

Nadere informatie

Richtlijn gebruik portfolio in de vervolgopleiding

Richtlijn gebruik portfolio in de vervolgopleiding Tijdschrift voor Medisch Onderwijs, december 2010 Vol. 29, nr. 6, Suppl. 5, p. 143-159 Richtlijn gebruik portfolio in de vervolgopleiding J.O. Busari, L.G.J.M. Dirksen-de Tombe, E. Jippes Voorwoord Deze

Nadere informatie

GYNAECOLOOG MET UROGYNAECOLOGIE ALS AANDACHTSGEBIED. Versie 1.0

GYNAECOLOOG MET UROGYNAECOLOGIE ALS AANDACHTSGEBIED. Versie 1.0 GYNAECOLOOG MET UROGYNAECOLOGIE ALS AANDACHTSGEBIED Versie 1.0 Datum Goedkeuring 23-03-2011 Methodiek Consensus based Discipline Verantwoording Monodisciplinair NVOG Inleiding Vanuit kwaliteitsoogpunt

Nadere informatie

College Geneeskundige Specialismen

College Geneeskundige Specialismen College Geneeskundige Specialismen Besluit van 12 december 2018 houdende de wijziging van de volgende besluiten: Besluit profielen maatschappij en gezondheid van 11 november 2015; Besluit spoedeisende

Nadere informatie

Mola-zwangerschap. Albert Schweitzer ziekenhuis afdeling Gynaecologie november 2007 pavo 0302

Mola-zwangerschap. Albert Schweitzer ziekenhuis afdeling Gynaecologie november 2007 pavo 0302 Mola-zwangerschap Albert Schweitzer ziekenhuis afdeling Gynaecologie november 2007 pavo 0302 Inleiding De behandelend gynaecoloog heeft u verteld dat u een molazwangerschap heeft. In deze folder wordt

Nadere informatie

De kwaliteitsvoorwaarden zijn gebaseerd op de volgende bronnen:

De kwaliteitsvoorwaarden zijn gebaseerd op de volgende bronnen: De kwaliteitsvoorwaarden zijn gebaseerd op de volgende bronnen: Kaderbesluit CHVG (2016) Besluit Ouderengeneeskunde (2016) Landelijk Opleidingsplan voor de opleiding tot specialist ouderengeneeskunde (ingangsdatum

Nadere informatie

Het Dedicated Schakeljaar

Het Dedicated Schakeljaar Het Dedicated Schakeljaar Bezien vanuit de medisch specialistische vervolgopleiding Fedde Scheele Vumc/SLAZ/VU Verschillende perspectieven Professioneel Juridisch Onderwijskundig Veranderkundig Financieel

Nadere informatie

Opleidingsplan Obstetrie en Gynaecologie Jaar 1 en Jaar 4

Opleidingsplan Obstetrie en Gynaecologie Jaar 1 en Jaar 4 ZIEKENHUIS BRONOVO Opleidingsplan Obstetrie en Gynaecologie Jaar 1 en Jaar 4 Ziekenhuis Bronovo, Den Haag Dr CAG Holleboom April 2015 Inhoudsopgave Inleiding 2 Structuur van de opleiding 3 Opleiding Bronovo

Nadere informatie

LOKAAL TOETSPLAN HUISARTSOPLEIDING UMCG

LOKAAL TOETSPLAN HUISARTSOPLEIDING UMCG Pagina 1 van 7 Lokaal toetsplan Huisartsopleiding UMCG Bijlage A bij het Instituutsreglement Pagina 2 van 7 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Selectieve beoordeling/voortgangsbeslissing... 3 Beoordelingscommissie...

Nadere informatie

College Geneeskundige Specialismen

College Geneeskundige Specialismen College Geneeskundige Specialismen Besluit van 9 november 2016 houdende de wijziging van de volgende besluiten: Besluit spoedeisende geneeskunde van 9 januari 2013; Besluit ziekenhuisgeneeskunde van 11

Nadere informatie

Leerplan profileringstage NICU

Leerplan profileringstage NICU Leerplan profileringstage NICU Stage op de Neonatale Intensive Care Unit (NICU) Inleiding De NICU van MMC is een van de 10 landelijk erkende centra voor neonatale intensive care behandeling voor zieke

Nadere informatie

De anesthesioloog en de snijdend specialist zijn tezamen verantwoordelijk voor de preoperatieve zorg.

De anesthesioloog en de snijdend specialist zijn tezamen verantwoordelijk voor de preoperatieve zorg. ANESTHESIOLOGISCHE ZORGVERLENING (2004) PREOPERATIEVE ZORG De anesthesioloog en de snijdend specialist zijn tezamen verantwoordelijk voor de preoperatieve zorg. Doel Het doel van het anesthesiologische

Nadere informatie

ECHOSCOPIE. Versie 1.0

ECHOSCOPIE. Versie 1.0 ECHOSCOPIE Versie 1.0 Datum Goedkeuring 15-01-2000 Methodiek Evidence based Discipline Multidisciplinair Verantwoording NVOG 1 Begripsbepaling Met echoscopisch onderzoek wordt in deze kwaliteitsnorm de

Nadere informatie

Portfolio Management Systeem voor de opleiding tot Arts Internationale Gezondheidszorg en Tropengeneeskunde (AIGT)

Portfolio Management Systeem voor de opleiding tot Arts Internationale Gezondheidszorg en Tropengeneeskunde (AIGT) BEKNOPTE HANDLEIDING PORTFOLIO-IGT Portfolio Management Systeem voor de opleiding tot Arts Internationale Gezondheidszorg en Tropengeneeskunde (AIGT) Inhoud 1. Doel Portfolio Management Systeem... 2 2.

Nadere informatie

Bijlagen. bij. Lokaal Opleidingsplan Cardiologie. Atrium Medisch Centrum Heerlen

Bijlagen. bij. Lokaal Opleidingsplan Cardiologie. Atrium Medisch Centrum Heerlen Bijlagen bij Lokaal Opleidingsplan Cardiologie Atrium Medisch Centrum Heerlen 2011 1 Bijlagen Inlegbladen Portofolio Zelftesten 2 Inlegbladen Portofolio: Voorbeeld CV Aandachtspunten introductiegesprek

Nadere informatie

Inhoud. Opbouw master CRU + EPA s. Blok LINK. Wat zijn EPA s? EPA raamwerk Supervisieniveau s

Inhoud. Opbouw master CRU + EPA s. Blok LINK. Wat zijn EPA s? EPA raamwerk Supervisieniveau s Marijke van Dijk Groningen, 12 december 2017 Inhoud Opbouw master CRU + Blok LINK EPA s Wat zijn EPA s? EPA raamwerk Supervisieniveau s Overzicht LINKs Ma 1 Ba 3 Blok Blok LINK groen Huisarts Interne Chirurgie

Nadere informatie

Modernisering vervolgopleiding Informatie & TIPS voor aios

Modernisering vervolgopleiding Informatie & TIPS voor aios Modernisering vervolgopleiding Informatie & TIPS voor aios introductie CanMEDS, portfolio, KPB s; als aios krijg je er mee te maken. Tussen nu en 2015 worden de medische vervolgopleidingen competentiegericht.

Nadere informatie

Werkwijze(r) ANIOS Urologie

Werkwijze(r) ANIOS Urologie Werkwijze(r) ANIOS Urologie Werkwijze(r) ANIOS Urologie Het St. Antonius Ziekenhuis is een groot opleidingsziekenhuis met een vakgroep urologie die het vakgebied vrijwel in de volle breedte en in al zijn

Nadere informatie

Besluit van (datum) houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme orthopedie

Besluit van (datum) houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme orthopedie Besluit van (datum) houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme orthopedie (Besluit orthopedie) Het College Geneeskundige Specialismen, gelet op artikel 14, tweede lid, onder

Nadere informatie

Flexibel opleiden Hoe doen we dat dan? organisatorische en juridische aspecten

Flexibel opleiden Hoe doen we dat dan? organisatorische en juridische aspecten Flexibel opleiden Hoe doen we dat dan? organisatorische en juridische aspecten Hoe leiden we (onszelf) flexibel op? Presentatie Geschiedenis Waar staan we nu? Wat is de bedoeling vanmiddag? Workshop Links

Nadere informatie

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Gynaecologie

Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Gynaecologie Specialismespecifieke Toelichting op de Registratieregels Gynaecologie v20110701 Ingangsdatum 1 januari 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 Uitzonderingen op de algemene registratieregels... 4 2.1 Sluiten

Nadere informatie

Dedicated Schakeljaar bij de Orthopedie ROGO Rotterdam. Aannamebeleid

Dedicated Schakeljaar bij de Orthopedie ROGO Rotterdam. Aannamebeleid Dedicated Schakeljaar bij de Orthopedie ROGO Rotterdam Aannamebeleid Schakeljaarstudenten worden via een aparte sollicitatieronde aangenomen. Start in de zomer van 2015 met het schakeljaar en meedingen

Nadere informatie

EPA s in de opleiding anesthesiologie

EPA s in de opleiding anesthesiologie EPA s in de opleiding anesthesiologie Invitational Conference Opleidingsplannen 23 juni 2015 Dr. Reinier Hoff Opleider anesthesiologie UMC Utrecht Redenen voor verandering Anesthesiologie niet in de volle

Nadere informatie

Opleidingsportfolio & Praktijkwerkplan. Petra Kunkeler (opleider Obstetrie & Gynaecologie en Apl. CCO)

Opleidingsportfolio & Praktijkwerkplan. Petra Kunkeler (opleider Obstetrie & Gynaecologie en Apl. CCO) Opleidingsportfolio & Praktijkwerkplan Petra Kunkeler (opleider Obstetrie & Gynaecologie en Apl. CCO) Inloggen op Canvas Uw opleiding Theorie - aantal lesdagen en onderwerpen vindt u in de studiegids Praktijk

Nadere informatie