Hoe gaat het nu?

Transcriptie

1 Hoe gaat het nu?

2 Stel jezelf de vraag hoe het op dit moment gaat op het gebied van wonen en beschrijf dat. Bij wonen kun je aan veel verschillende dingen denken, bijvoorbeeld: k Het huis waarin je woont; k De kamer of kamers die je hebt; k De gehorigheid in het huis; k De mate van privacy in huis; k De veiligheid van de buurt of in het huis; k De buurt waarin je woont; k Schoonmaken van kamers, wc, douche en keuken; k Opruimen van spullen of rommel; k Boodschappen doen; k Koken en afwassen; k Het contact met je medebewoner(s). copyright SBWU 2012

3 Hoe gaat het nu?

4 Stel jezelf de vraag hoe het op dit moment gaat op het gebied van dagbesteding en beschrijf dat. Bij dagbesteding kun je aan veel verschillende dingen denken, bijvoorbeeld: k Hoe je met jouw tijd omgaat; k De activiteiten die je onderneemt; k De bezigheden die je hebt op een dag of in de week; k Betaald of onbetaald werk hebben, vrijwilligerswerk doen; k Of je een hobby of leuke bezigheden hebt; k Of je wel eens een uitstapje maakt of ergens naar toe gaat; k Of je lid bent van een vereniging of een club; k Een cursus of opleiding volgen. copyright SBWU 2012

5 Hoe gaat het nu?

6 Stel jezelf de vraag hoe het op dit moment gaat op het gebied van financiën en administratie en beschrijf dat. Bij financiën en administratie kun je aan veel verschillende dingen denken, bijvoorbeeld: k Hoe jouw huidige financiële administratie is geregeld; k Weten hoeveel geld je maandelijks, per week of per dag kunt besteden; k Verstandig je geld besteden (eerst eten en drinken, dan de extra s); k Dat je een goede regeling voor je schulden hebt getroffen; k Geen grote schulden maken of alles maar kopen wat je leuk vindt; k Een administratie, verzekering, belastingzaken bijhouden; k Post openmaken, lezen en afhandelen; k Rekeningen op tijd betalen; k Gebruik maken van de beschikbare regelingen en toeslagen; k Geld sparen voor momenten dat je dat nodig zou kunnen hebben; k Afspraken maken met instanties en personen. copyright SBWU 2012

7 Hoe gaat het nu?

8 Stel jezelf de vraag hoe het op dit moment gaat op het gebied van lichamelijke gezondheid en beschrijf dat. Bij lichamelijke gezondheid kun je aan veel verschillende dingen denken, bijvoorbeeld: k Jouw algemene lichamelijke fitheid, of je niet vaak moe bent; k Dat je goed kunt lopen, bewegen en alle handelingen kunt verrichten; k Bewegen of sporten; k Gezond eten en drinken; k Op het juiste gewicht blijven; k Niet teveel alcohol en drugs, matig of niet roken; k Regelmatig naar de tandarts gaan; k Bij klachten naar de huisarts gaan; k Dag- en nachtpatroon (structuur aanbrengen); k Medicatiebeheer; k Medicatietrouw. copyright SBWU 2012

9 Hoe gaat het nu?

10 Stel jezelf de vraag hoe het op dit moment gaat op het gebied van justitiële contacten en beschrijf dat. Bij justitiële contacten kun je aan veel verschillende dingen denken, bijvoorbeeld: k Nakomen van afspraken met reclassering; k Opgelegde gevangenisstraf of taakstraf; k Afspraken met de tbs-kliniek; k Periode van detentie; k Opgelegde maatregel; k Plegen van een misdrijf; k Contacten met wijk- en buurtagenten; k Openstaande boetes en celstraffen. copyright SBWU 2012

11 Hoe gaat het nu?

12 Stel jezelf de vraag hoe het op dit moment gaat op het gebied van geestelijke gezondheid en beschrijf dat. Bij geestelijke gezondheid kun je aan veel verschillende dingen denken, bijvoorbeeld: k Of je vaak angsten hebt of juist zelfverzekerd bent; k Of je vaak vrolijk of juist depressief bent; k Of je veel of weinig psychische klachten hebt; k Of je jezelf gehandicapt voelt of juist vol capaciteiten en mogelijkheden; k Of je last hebt van stemmen, wanen, hallucinaties of juist helemaal niet; k Of je achterdochtig bent; k Of je problemen ervaart in het contact met anderen; k Of je je goed kunt oriënteren (tijd, ruimte, persoon); k Voorkomen en hanteren van crisissituaties. copyright SBWU 2012

13 Hoe gaat het nu? (Team gezinsbegeleiding)

14 (Team gezinsbegeleiding) Stel jezelf de vraag hoe het op dit moment gaat op het gebied van opvoeding en communicatie en beschrijf dat. Bij opvoeding en communicatie kun je aan veel verschillende dingen denken, bijvoorbeeld: k Hoe gaat het met de ontwikkeling (taal, sociaal, cognitief en motorisch); k Omgaan met lastig gedrag van de kinderen zoals: liegen, ruzie maken, stelen; k Het bespreken van problemen met de kinderen; k Het leren van de kinderen hoe ze moeten omgaan met geld; k Onderlinge rollen in het gezin. copyright SBWU 2012

15 Hoe gaat het nu?

16 Stel jezelf de vraag hoe het op dit moment gaat op het gebied van middelengebruik en beschrijf dat. Bij middelengebruik kun je aan veel verschillende dingen denken, bijvoorbeeld: k Hoeveel alcohol je per dag drinkt; k Hoeveel hasjiesj, marihuana je gebruikt; k Hoeveel heroïne, cocaïne of andere drugs gebruikt; k Hoeveel slaapmiddelen je gebruikt; k Of je methadon gebruikt. copyright SBWU 2012

17 Hoe gaat het nu?

18 Stel jezelf de vraag hoe het op dit moment gaat op het gebied van zingeving en beschrijf dat. Bij zingeving kun je aan veel verschillende dingen denken, bijvoorbeeld: k Door wat of door wie voel jij je ondersteund in je leven? k Welke activiteiten geven (of gaven je in het verleden) plezier en energie? k Wie of wat inspireert jou? k Waar ben je trots op in je leven? k Wat is op dit moment heel erg belangrijk in je leven? Wat is waardevol in je leven? k Hoe kom jij in contact met wat jij belangrijk vindt in het leven? Denk aan muziek, foto s, gedichten, bezoeken van plekken. k Heb jij mensen in je leven met wie je kunt delen over wat jij belangrijk vindt in je leven? k Heb jij mensen in je leven die hetzelfde heel belangrijk vinden? Zo nee, zou je die mensen willen vinden? k Hoe zorg je dat de dingen die jij belangrijk vindt ook gebeuren. Wat kan je daar zelf aan doen? k Wat zou je ooit nog eens willen doen in je leven? copyright SBWU 2012

19 Hoe gaat het nu? (Team gezinsbegeleiding)

20 (Team gezinsbegeleiding) Stel de vraag hoe het op dit moment gaat op het gebied van veiligheid kinderen en beschrijf dat. Bij veiligheid van de kinderen kun je aan veel verschillende dingen denken, bijvoorbeeld: k Is de woonomgeving veilig (hygiëne, gevaarlijke voorwerpen, buitenspelen, speelgoed); k Is er sprake van huiselijk geweld in of rond het gezin; k Hoe is het contact met de leerkracht en vrienden op school; k Weet je wat je kind buitenshuis doet en met wie hij/zij omgaat; k Seksuele voorlichting, verkering; k Hoe is het contact met de gezinsvoogd; k Zijn er vragen of zorgen rondom de gezondheid van de kinderen. copyright SBWU 2012

21 Hoe gaat het nu?

22 Stel jezelf de vraag hoe het op dit moment gaat op het gebied van relaties, intimiteit en seksualiteit en beschrijf dat. Bij relaties, intimiteit en seksualiteit kun je aan veel verschillende dingen denken, bijvoorbeeld: k De relatie die je op dit moment hebt, of juist mist; k De intimiteit die je in deze relatie ervaart of juist mist; k Je behoefte aan intimiteit en seksualiteit; k De bijwerkingen van medicatie; k Of je met je partner over intimiteit en seksualiteit kunt praten; k Of je een kinderwens hebt. copyright SBWU 2012

23 Hoe gaat het nu?

24 Stel jezelf de vraag hoe het op dit moment gaat op het gebied van sociale contacten en beschrijf dat. Bij sociale contacten kun je aan veel verschillende dingen denken, bijvoorbeeld: k De vrienden en familieleden waar je mee omgaat; k Jouw huisgenoten of kennissen; k Collega s of andere bekenden; k Dat je wel of geen partner hebt; k Dat je niet of juist wel vaak ruzie of problemen hebt met anderen; k Dat je meestal of bijna nooit plezier en lol met anderen hebt; k Dat je mensen opzoekt of juist ontloopt; k Vriendelijk en aardig zijn tegen anderen; k Je op je gemak voelen in gezelschap. copyright SBWU 2012

25 Hoe gaat het nu?

26 Stel jezelf de vraag hoe het op dit moment gaat op het gebied van de begeleiding die de SBWU biedt en beschrijf dat. Bij SBWUbegeleiding kun je aan veel verschillende dingen denken, bijvoorbeeld: k Hoeveel uur begeleiding je krijgt; k Hoe vaak iemand van de begeleiding bij je langskomt; k Het gegeven dat je wel of niet in een woonvorm verblijft; k Het gegeven dat je in een woonvorm samen met anderen woont; k Hoe de begeleiding met je omgaat; k De onderwerpen waarover gesproken wordt in de begeleiding; k Bij welke zaken je wel of geen begeleiding krijgt; k De bereikbaarheid of beschikbaarheid van de begeleiding. copyright SBWU 2012