OMGEVINGSVERGUNNING DE DOLTEN 7 HEERENVEEN. Tennet TSO B.V. Postbus AS ARNHEM. Kenmerk: Datum: 31 mei 2018

Transcriptie

1 OMGEVINGSVERGUNNING DE DOLTEN 7 HEERENVEEN Aan: Tennet TSO B.V. Postbus AS ARNHEM Kenmerk: Afdeling: Vergunningverlening Datum: 31 mei 2018 Onderwerp: Omgevingsvergunning op grond van artikel 2.1, lid 1, aanhef en onder a Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (verder: Wabo) ten behoeve van het uitbreiden van onderstation Oudehaske (110/10kV) met 5 velden, een compensatiespoel en een compensatie filter. Samenvatting besluit: Wij hebben besloten op 31 mei 2018 om de door Tennet TSO gevraagde vergunning voor uitbreiding van het 110kV onderstation Oudehaske, op de locatie De Dolten 7 Heerenveen te verlenen. In dit besluit zijn de overwegingen en voorschriften ten behoeve van het verlenen van de omgevingsvergunning voor het onderdeel bouwen opgenomen.

2 Inhoudsopgave 1.1 Onderwerp Rijkscoördinatieregeling Besluit Ondertekening en verzending Voorschriften Bouwen Procedurele overwegingen Gegevens aanvrager Projectbeschrijving Bevoegd gezag Volledigheid aanvraag en opschorting procedure Procedure (uitgebreid) Advies, aanwijzing door minister, verklaring van geen bedenkingen Wijzigingen t.o.v. de ontwerpvergunning Samenhang met overige wet- en regelgeving Inhoudelijke overwegingen Planologisch kader Welstand Bouwbesluit Bodemonderzoek Bouwverordening Melding Activiteitenbesluit Conclusie

3 1.1 Onderwerp Wij hebben op 6 november 2017 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Reddyn B.V. Deze aanvraag is overgenomen en op naam gesteld van Tennet TSO. Het betreft een uitbreiding van het 110/10kV onderstation Oudehaske. Een projectomschrijving is opgenomen in de begeleidende brief bij de aanvraag om omgevingsvergunning. De aanvraag gaat over de locatie gelegen aan de Dolten 7 in Heerenveen. De aanvraag is geregistreerd onder nummer Concreet wordt verzocht om een omgevingsvergunning voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van wijziging en uitbreiding van het Liander station (110/10kV station). 1.2 Rijkscoördinatieregeling In artikel 20a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 is bepaald dat op de besluitvorming voor dit project de rijkscoördinatieregeling als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing is. Dat wil in dit geval zeggen dat de besluiten die nodig zijn voor project Netversterking Marnezijl - Oudehaske, gezamenlijk worden voorbereid, waarbij deze procedure wordt gecoördineerd door de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Daarbij doorlopen de besluiten, op grond van artikel 3.31, derde lid, in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wro, de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht met toepassing van de bijzondere regels in artikel 3.31, derde lid, in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wro. Dit besluit is één van de besluiten die nodig zijn voor het project Netversterking Marnezijl - Oudehaske. Daarom is ook op dit besluit de rijkscoördinatieregeling van toepassing. De minister van EZK heeft een gecoördineerde voorbereiding van de besluiten voor het project netversterking Marnezijl - Oudehaske bevorderd. Onderhavig besluit is samen met andere besluiten als volgt voorbereid: - Op 23 december 2016 (en met expliciete aanvulling op 25 augustus 2017) is op grond van artikel 20c, tweede lid, Elektriciteitswet 1998 het onderhavige besluit aangewezen als besluit dat ook gecoördineerd wordt voorbereid en bekend gemaakt; - Op 18 januari 2018 is een kennisgeving met betrekking tot het ontwerp gepubliceerd in de Staatscourant; kennisgeving heeft ook plaatsgevonden in enkele huis-aan-huisbladen en regionale dagbladen; - Op 18 januari 2018 is door de minister van EZK een ontwerp van het besluit aan TenneT TSO B.V. gezonden - Het ontwerp van het besluit heeft van 19 januari tot en met 1 maart 2018 ter inzage gelegen bij de gemeenteloket Sudwest Fryslân, Marktstraat 15 te Sneek. Op grond van artikel 3.32 in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening worden dit besluit en de andere besluiten gelijktijdig door de minister van EKZ bekendgemaakt. Tevens doet de minister van EZK daarvan mededeling in de Staatscourant, enkele huis-aan-huisbladen en regionale dagbladen en langs elektronische weg. Eerdere insprekers en grondeigenaren en beperkt gerechtigden op die gronden worden apart geïnformeerd. 1.3 Besluit Wij besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 van de Wabo: het bouwen van een bouwwerk, artikel 2.1, lid 1, aanhef en onder a Wabo; dat de aanvraag, inclusief de bijlagen zoals geregistreerd onder Aanvraagnummer deel uit maakt van deze vergunning; aan deze vergunning voorschriften te verbinden die zijn opgenomen in hoofdstuk 1 van deze vergunning. 3

4 1.4 Ondertekening en verzending burgemeester en wethouders van Heerenveen, namens dit college, waarnemend hoofd afdeling Vergunningen, Sjoerd Talstra. 4

5 1. Voorschriften Bouwen 1. De houder van de vergunning dient, ten minste twee dagen voor aanvang, de afdeling handhaving op de hoogte te stellen van de start van de volgende werkzaamheden (indien van toepassing): - de start van de werkzaamheden (inclusief ontgravingwerkzaamheden); - de aanvang van heiwerkzaamheden; - de aanvang van grondverbeteringwerkzaamheden; - het storten van beton. Tevens dient de voltooiing van de bouwwerkzaamheden te worden doorgegeven. Bij voorkeur per mail via bouwmelding@heerenveen.nl of telefonisch op telefoonnummer Uiterlijk 3 weken voor aanvang van de desbetreffende werkzaamheden moeten de constructieve gegevens en bescheiden ingediend worden via Heeft u uw aanvraag niet ingediend via het omgevingsloket? Dan kunt u de constructieve gegevens en bescheiden mailen naar s.hilbrink@heerenveen.nl. Uit de gegevens en bescheiden moet blijken dat het bouwwerk voldoet aan de gestelde eisen in relatie tot: - belastingen en belastingscombinaties (sterkte, stijfheid en stabiliteit) van alle (te wijzigen) constructieve delen van het bouwwerk alsmede van het bouwwerk zelf; - de uiterste grenstoestand van de bouwconstructie en onderdelen van de bouwconstructie. 3. De bij de eventuele sloopwerkzaamheden van de huidige bebouwing/constructies vrijkomende materialen mogen niet op of in de bodem gebracht worden, en zullen op een milieuhygiënisch verantwoorde manier afgevoerd en verwerkt dienen te worden. 4. Vrijkomende grond mag binnen het bouwperceel worden verwerkt zonder aanvullende voorwaarden. 5. Hergebruik van vrijkomende grond als bodem buiten het bouwperceel in de gemeente Heerenveen kan alleen plaatsvinden overeenkomstig de bepalingen in het gemeentelijk Bodembeheerplan. Hiertoe dient vooraf, afhankelijk van de gewenste toepassing, veelal een digitale melding te worden gedaan via de website Geadviseerd wordt vooraf nadere informatie hieromtrent in te winnen bij de afdeling Vergunningen van gemeente Heerenveen. 5

6 6. Het op een andere wijze toepassen/hergebruiken van vrijkomende grond buiten het bouwterrein in de gemeente Heerenveen dient plaats te vinden overeenkomstig de bepalingen van het Besluit Bodemkwaliteit. Geadviseerd wordt vooraf nadere informatie in te winnen bij de gemeente Heerenveen, afdeling Vergunningen. 7. Bij toepassing/hergebruiken van vrijkomende grond buiten gemeente Heerenveen wordt geadviseerd vooraf de gewenste toepassing bij de betreffende gemeente af te stemmen. 6

7 2. Procedurele overwegingen 2.1 Gegevens aanvrager Op 6 november 2017 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wabo ontvangen. Het betreft een verzoek van: Reddyn B.V., Postbus 50, 6920 AB in Duiven voor de locatie De Dolten 7 in Heerenveen. De aanvraag is overgenomen en op naam gezet van Tennet TSO. 2.2 Projectbeschrijving Het project waarvoor vergunning wordt gevraagd is als volgt te omschrijven: het wijzigen en uitbreiden van het onderstation Oudehaske (110/10kV station). Een projectomschrijving is opgenomen in de begeleidende brief bij de aanvraag om vergunning. Gelet op bovenstaande omschrijving wordt vergunning gevraagd voor de volgende in de Wabo omschreven activiteit: het bouwen van bouwwerken ten behoeve van wijziging en uitbreiding van het Liander station (110/10kV station). Het betreft hier een aanvraag voor een uitgebreide procedure op grond van artikel 2.1, lid 1, onder a van de Wabo. De kadastrale aanduiding van de inrichting betreft: gemeente Tjalleberd, sectie F, nummers 2099 en Bevoegd gezag Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerenveen is het bevoegd gezag die de integrale omgevingsvergunning verleent of (gedeeltelijk) weigert. Dit volgt uit artikel 2.1, van het Besluit omgevingsrecht (verder: Bor). Zoals in paragraaf 1.2 reeds aangegeven valt dit project onder de rijkscoördinatieregeling. De Minister van Economische Zaken en Klimaat is daarvoor de project minister en het coördinerend bevoegd gezag. 2.4 Volledigheid aanvraag en opschorting procedure De aanvraag bestaat uit de volgende onderdelen: aanvraag om omgevingsvergunning met OLO-nummer van 6 november 2017; RTO832_begeleidende brief; RTO832_Bestaande Situatie; RTO832_Boven- en zijaanzicht filterveld; RTO832_Boven- en zijaanzicht inkomend koppeltrafoveld; RTO832_Boven- en zijaanzicht klantveld; RTO832_Boven- en zijaanzicht spoelveld; RTO832_Melding_AIMsessie_Axpkw67pyrc; RTO832_Nieuwe Situatie; RTO A Zienswijze Constructie; Ondertekende brief Liander_Tennet_Heerenveen. 7

8 Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze getoetst op volledigheid. De aanvrager heeft in het kader van de ingediende melding een verzoek tot maatwerk ingediend. Dit verzoek is op 2 januari 2018 ontvangen. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen. 2.5 Procedure (uitgebreid) Procedure Deze beschikking is voorbereid met de uitgebreide voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.3 van de Wabo. Tijdens de zienswijzenfase zijn geen zienswijzen ontvangen. Beroepsprocedure Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA, Den Haag. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit ter inzage is gelegd. Een belanghebbende die redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij geen zienswijze naar voren heeft gebracht op het ontwerp van het desbetreffende besluit kan ook beroep instellen. Op dit besluit is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke beroepsgronden hij aanvoert tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Het wordt aanbevolen in het beroepschrift te vermelden dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is. 2.6 Advies, aanwijzing door minister, verklaring van geen bedenkingen In de Wabo en het Bor worden bestuursorganen vanwege hun specifieke deskundigheid of betrokkenheid aangewezen als adviseur. Gelet op het bepaalde in artikel 2.26 Wabo, alsmede de artikelen 6.1 tot en met 6.5 van het Bor, hebben wij de aanvraag ter advies aan de volgende instanties/bestuursorganen gezonden: Veiligheidsregio/Brandweer Op 14 december 2017 hebben wij van de Veiligheidsregio Fryslân een advies ontvangen waarin staat aangegeven dat de aanvraag voor het onderdeel brandveiligheid akkoord is. 2.7 Wijzigingen t.o.v. de ontwerpvergunning Ten opzichte van de ontwerpvergunning zijn de volgende wijzigingen aangebracht: De aanvraag is overgenomen en op naam gezet van Tennet TSO. 2.8 Samenhang met overige wet- en regelgeving In het kader van de aanvraag is een melding ingediend in het kader van het Activiteitenbesluit. Coördinatie met de Waterwet De aangevraagde activiteit heeft geen betrekking op een inrichting waartoe een IPPCinstallatie behoort waarbij sprake is van het lozen van stoffen als bedoeld in artikel 6.2 van de Waterwet. Coördinatie met de Waterwet is daarom ook niet van toepassing. 8

9 Toetsing milieueffectrapportage Voor activiteiten die kunnen leiden tot belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu geldt een m.e.r.- (beoordelings)-plicht. In het Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.) is vastgelegd om welke activiteiten het gaat en aan welk besluit de m.e.r.-plicht is gekoppeld. De aangevraagde activiteiten zijn niet opgenomen in de onderdelen C of D van de bijlage bij het Besluit m.e.r.. Er hoeft daarom geen MER of (vorm-vrije) m.e.r.-aanmeldnotitie te worden opgesteld. 9

10 3. Inhoudelijke overwegingen Bouwen 3.1 Planologisch kader De aangevraagde omgevingsvergunning is in strijd met de beheersverordening Joure, Langweer, Nijehaske, Oudehaske en het Buitengebied. Voor de Netversterking Marnezijl- Oudehaske is echter een (rijks)inpassingsplan vastgesteld. Artikel 3.30, derde lid, gelezen in samenhang met artikel 3.35, zevende lid, van de Wet ruimtelijke ordening bepaalt dat in zo n geval een aanvraag niet aan het bestemmingsplan, maar aan het vastgestelde inpassingsplan moet worden getoetst. Daarom is nagegaan of het bouwplan in strijd is met dit inpassingsplan. Dat is niet het geval. 3.2 Welstand Het uiterlijk en de plaatsing van een bouwwerk moet beoordeeld worden overeenkomstig de in de Welstandsnota opgenomen welstandscriteria. Er is sprake van een gebiedsgericht beoordelingskader, waarbij het hier betreffende bouwwerk is gelegen in het welstandsgebied witte gebieden. Aan deze gronden is het welstandsniveau 3 toegekend, wat betekent dat er sprake is van een welstandsluw gebied. Het bouwplan is daarom alleen getoetst aan de excessenregeling van de Welstandsnota. Een exces is een buitensporigheid in het uiterlijk die ook voor niet-deskundigen duidelijk is, en als storend wordt ervaren en afbreuk doet aan de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving. Er is geen sprake van een exces. Het plan is niet in ernstige mate strijdig met de redelijke eisen van welstand. 3.3 Bouwbesluit De gemeenteraad heeft op 8 november 2012 besloten dat de bouwplannen, die na worden ingediend, alleen nog getoetst worden aan het Bouwbesluit volgens Heerenveens model. Gelet op het genoemde raadsbesluit, bouwplannen alleen op de onderdelen constructieve veiligheid, brandveiligheid en, van het onderdeel gezondheid, alleen luchtverversing (ventilatie) en geluid van buiten bij nieuwbouw getoetst worden aan Bouwbesluit De vergunninghouder zelf verantwoordelijk is om zijn/haar bouwplan te laten voldoen aan de andere eisen uit het Bouwbesluit De aanvrager heeft op 8 november 2017 verzocht om de constructieve gegevens en bescheiden zoals genoemd in artikel 2.7 lid 1, onderdeel a, van de Ministeriële regeling omgevingsrecht (Mor) later in te dienen. Ten aanzien van het onderdeel constructieve veiligheid voldoende aannemelijk is gemaakt dat het bouwplan, voor zover het de hoofdlijnen van de constructie en het constructieprincipe betreft, voldoet aan de voorschriften van het Bouwbesluit Eveneens ten aanzien van de overige genoemde onderdelen, voor wat betreft de geprioriteerde aspecten van het gemeentelijk beleid, voldoende aannemelijk is gemaakt dat het bouwplan voldoet aan de voorschriften van het Bouwbesluit Bodemonderzoek Overeenkomstig artikel 8 van de Woningwet bevat de gemeentelijke bouwverordening voorschriften omtrent het tegengaan van het bouwen van een bouwwerk op verontreinigde bodem. Deze voorschriften hebben uitsluitend betrekking op bouwwerken waarin voortdurend of nagenoeg voortdurend mensen zullen verblijven, zoals nader omschreven in de Memorie van toelichting inzake de Wet tot wijziging van de Woningwet (TK , 24809, nr. 3). Onderhavig bouwplan betreft echter geen verblijfsruimte voor mensen. Tevens bestaat geen vermoeden bestaat van ernstige bodemverontreiniging ter plaatse van de bouwlocatie en is er geen sprake van een asbestverdachte locatie. Daarom is ten aanzien van bouwactiviteiten in deze aanvraag geen onderzoek naar bodemverontreiniging vereist ter plaatse van de bouwlocatie, zoals bedoeld in artikel 2.4 van de Regeling omgevingsrecht. 10

11 3.5 Bouwverordening Het plan is getoetst aan de eisen van de bouwverordening. Gebleken is dat het plan voldoet aan de hierin gestelde voorschriften. 3.6 Melding Activiteitenbesluit Door de aanvrager is een melding ingediend in het kader van het Activiteitenbesluit. In verband met deze melding is op 2 januari 2018 door de aanvrager een aanvulling ingediend met het verzoek om maatwerkvoorschriften toe te passen op het onderdeel geluid. De aanvulling houdt verband met de eigen toekomstige ontwikkelingen, de uitbreiding van Tennet op het naastgelegen perceel en de geluidszone die is opgenomen in het rijksinpassingsplan Netversterking Marnezijl Oudehaske. De procedure van de melding maakt geen deel uit van de rijkscoördinatieregeling. 3.7 Conclusie Vanuit het toetsingskader dat betrekking heeft op het 110/10kV station Oudehaske zijn er geen redenen om de omgevingsvergunning te weigeren. 11

12 12