Ecologische toetsing dijkverbetering Eemshaven-Delfzijl

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ecologische toetsing dijkverbetering Eemshaven-Delfzijl"

Transcriptie

1 ing dijkverbetering Eemshaven-Delfzijl Waterschap Noorderzijlvest 4 november 2014 Definitief rapport BD3193

2 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. RIVERS, DELTAS & COASTS Chopinlaan 12 Postbus KB Groningen Telefoon Fax Internet Amersfoort KvK Documenttitel ing dijkverbetering Eemshaven-Delfzijl Verkorte documenttitel Status Definitief rapport Datum 4 november 2014 Projectnaam Dijkverbetering Eemshaven-Delfzijl Projectnummer BD3193 Opdrachtgever Waterschap Noorderzijlvest Referentie Auteur(s) Collegiale toets Audrey van Mastrigt / Alie Alserda Lies van Nieuwerburgh Datum/paraaf 4 november 2014 Vrijgegeven door Alie Alserda Datum/paraaf 5 november 2014 A company of Royal HaskoningDHV

3 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING Aanleiding Doel Werkwijze Leeswijzer 3 2 PLANGEBIED EN WERKZAAMHEDEN Terreinbeschrijving Werkzaamheden Storingsfactoren 6 3 NATUURWETGEVING Algemeen EHS Boswet Natuurbeschermingswet Flora- en Faunawet Beschermingscategorieën Verbodsbepaling Beoordelingskader Flora- en Faunawet Inzetten mitigerende maatregelen Ontheffingsplicht Vogels 18 4 TOETSING NATUURBESCHERMINGSWET Natuurwaarden Verstoringsfactoren en gevoeligheid Effectenbeoordeling Habitattypen Habitatsoorten Vogels 28 5 TOETSING FLORA- EN FAUNAWET Flora Zoogdieren Grondgebonden zoogdieren Zeezoogdieren Vleermuizen Reptielen en amfibieën Vissen Vlinders en Libellen Vogels 37 Blz. Definitief rapport 4 november 2014

4 6 CONCLUSIES EN AAN BEVELINGEN Conclusies en aanbevelingen ten aan zien van Natuurbeschermingswet Conclusies en aanbeveling ten aan zien van de Flora- en faunawet 41 7 LITERATUUR 43 4 november 2014 Definitief rapport

5 1 INLEIDING In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de aanleiding van deze toetsing. Daarnaast wordt aangegeven wat het doel is van deze toetsing en welke werkwijze er is toegepast. Ten slotte wordt in de leeswijzer toegelicht welke zaken in de verschillende hoofdstukken uitgewerkt worden. 1.1 Aanleiding 1.2 Doel Uit toetsing van de primaire waterkeringen blijkt dat het dijkvak Eemshaven - Delfzijl niet voldoet aan het vereiste veiligheidsniveau van de Waterwet. Uitvoering van dijkverbetering is noodzakelijk om de waterkering de komende tientallen jaren bestand te laten zijn tegen de hydraulische belastingen. Noorderzijlvest is voornemens om het dijkvak te versterken. Om deze ruimtelijke ontwikkeling planologisch mogelijk te maken, is onder andere een toetsing aan de natuurwetgeving noodzakelijk. Noorderzijlvest heeft Royal HaskoningDHV gevraagd deze toetsing uit te voeren. In deze rapportage worden de effecten van de dijkverbetering getoetst aan de vigerende natuurwetgeving. Tevens wordt er aangegeven welke aspecten van de vigerende natuurwetgeving relevant zijn ten aanzien van de dijkverbetering. Deze rapportage is een eerste quickscan waarbij gebruik wordt gemaakt van beschikbare gegevens met betrekking tot natuurwaarden in en rondom het plangebied. Daarnaast heeft er op 5 augustus 2014 een oriënterend veldbezoek plaatsgevonden. In deze rapportage wordt bepaald of aanvullende onderzoek en / of een aanvullende effectbeoordeling noodzakelijk is en worden er, waar nodig, aanbevelingen gedaan over de te doorlopen procedures en vervolgstappen. Definitief rapport 4 november 2014

6 Figuur 1 Het plangebied waar dijk vak zich bevindt ligt tussen de Eemshaven tot in Delfzijl. 4 november Definitief rapport

7 1.3 Werkwijze In deze toetsing aan de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en Faunawet worden de volgende stappen onderscheiden: Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Omschrijving plangebied, beoogde ontwikkeling en werkzaamheden (type werkzaamheden en omschrijving van mogelijke storingsfactoren). Inventarisatie huidige (beschermde) flora en fauna in het plangebied en beschermde natuurgebieden. Effectanalyse op basis van uitvoering van werkzaamheden en de (potentieel) aanwezige beschermde natuurwaarden en aanwezige beschermde natuurgebieden. Uitwerken van mitigerende maatregelen. Toetsing aan vigerende juridisch kader. Het opstellen van advies, ontwikkelingskaders en aanbevelingen met betrekking tot te nemen vervolgstappen; vergunning en/of ontheffing aanvragen, opstellen werkprotocollen etc. 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt het plangebied beschreven en de ingreep die in dit gebied zal plaatsvinden. Hoofdstuk 3 beschrijf de relevante wet- en regelgeving op basis waarvan ook wordt bepaald welke van deze wettelijke kaders van toepassing is op deze activiteit. Hoofdstuk 4 gaat in op de aanwezige natuurwaarden en de toetsing aan de Natuurbeschermingswet In hoofdstuk 5 wordt in het kader van de Flora- en Faunawet beschreven welke beschermde soorten in het gebied voorkomen of mogelijk voorkomen. Op basis van deze beschrijving worden de te verwachten effecten omschreven en beoordeeld. Ook wordt beschreven welke mitigerende maatregelen genomen kunnen worden om deze effecten te beperken of te voorkomen. Het rapport sluit af met conclusies en aanbevelingen in hoofdstuk 6. Definitief rapport 4 november 2014

8 2 PLANGEBIED EN WERKZAAMHEDEN In dit hoofdstuk wordt een omschrijving gegeven van het plangebied en de directe omgeving. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de beschikbare informatie en de informatie die is opgedaan tijdens het veldbezoek. Daarnaast wordt de werkzaamheden zo uitgebreid mogelijk beschreven. Hierbij wordt ingegaan op het type, de periode, de duur van uitvoering en de exacte locatie van de werkzaamheden. 2.1 Terreinbeschrijving Het plangebied is het gebied waar de activiteiten worden uitgevoerd. Dit gebied en de daar omliggende omgeving grenzen aan het Eems-Dollard estuarium (zie figuur 2). Het studiegebied is het gebied waar effecten mogelijk plaatsvinden. Dit gebied is groter dan het plangebied en grenst tot in het Natura2000 gebied Waddenzee aan de buitenzijden en tot aan de landbouwgronden aan de binnenzijde. Figuur 2 Ligging van het plangebied en de aangrenzende natuurgebieden. 4 november Definitief rapport

9 De dijk zelf is bekleed met gras. Binnendijks grenst de dijk aan agrarisch landschap, met name variërend akkerlandbouw en graspercelen, en buitendijks aan het Eems-Dollard estuarium wat onderdeel uitmaakt van het Natura 2000-gebied Waddenzee. Het wad waar de dijk aan grenst, bestaat voornamelijk uit slik platen waar steltlopers en meeuwen op foerageren. Daarnaast is het een geschikt gebied voor zeehonden. Tijdens het veldbezoek, op 5 augustus 2014, zijn er ook zeehonden waargenomen rustend op een zandplaat op een afstand van meter vanaf de dijk. Binnendijks liggen langs het gehele tracé watergangen waar mogelijk beschermde vissoorten in voor komen. Watergangen bestaan voornamelijk uit steile kanten afwisselend met een aantal minder steile delen. Hier is de kant begroeid door riet en andere ruigte soorten waaronder Jacobskruiskruid, wilgen en distels. Het is een geschikt gebied voor verschillende broedvogel soorten. De watergangen gaan over in een aantal kleine meren die mogelijk als hoogwater vluchtplaats (HVP) kunnen dienen. Verder langs de dijk ter hoogte van Holwierde zijn er bunkers waargenomen die mogelijk dienen als vleermuisverblijfplaats en waar zwaluwen kunnen nesten. Tijdens het veldbezoek zijn zwaluwen, zowel boeren- als gierenzwaluwen, en zwaluwnesten waargenomen in de omgeving (in boerenschuren en langs huizen en schuren) en in de eerder genoemde bunkers. Van de nesten in de bunkers kon tijdens het veldbezoek niet worden vastgesteld door van welke zwaluwsoort deze nesten zijn. Figuur 3 Overzicht van het plangebied met boven het plangebied ter hoogte van Delfzijl met links de binnendijkse omgeving en recht de buitendijkse omgeving. Links onder het plangebied met de daarnaast liggende watergangen en rechts een recreatief strand ter hoogte van Hoogwatum. Definitief rapport 4 november 2014

10 Verder staan er langs de gehele dijk om de 500 meter een nestkast. Deze nestkasten worden mogelijk gebruikt door torenvalken die in dit gebied voorkomen. Gebruik van andere roofvogels zoals een slechtvalk, sperwer of buizerd is niet realistisch omdat deze soorten, dan wel typische bossoorten zijn, dan wel op hogere gebouwen broeden, dan wel in bomen broeden en geen gebruik maken van nestkasten. In elk geval waren bij 1 nestkast sporen van gebruik te zien in de vorm van ontlasting. Er werden tijdens het veldbezoek geen roofvogels waargenomen in de nabijheid van deze kast, waarmee op dit moment niet vast te stellen of de kast ook daadwerkelijk in gebruik is door een torenvalk of toch nog een andere roofvogel. 2.2 Werkzaamheden Ten behoeve van de dijkverbetering en versteviging worden er verschillende werkzaamheden zowel aan de binnen- als aan de buitenzijde van de dijk uitgevoerd. De periode waarin de werkzaamheden zullen plaats vinden is nog niet bekend. Er moet rekening gehouden worden met een duur van circa twee jaar. De werkzaamheden worden vanaf het land of de voet van het dijklichaam uitgevoerd. Er kan mogelijk sprake zijn van betreding van de slikplaten aan de Waddenzee zijde van de dijk. In het kader van deze dijkverbetering worden voor zover op dit moment bekend (op hoofdlijnen) de volgende activiteiten uitgevoerd: Vervangen van dijkbekleding over het gehele tracé waaronder de asfalt laag, steenzetting en stortsteen. Hiervoor moeten hydraulische kranen, brekers, frees en vrachtwagens ingezet worden en mogelijk schepen om het materiaal af te voeren; Aanbrengen van een binnendijkse steunberm aan de binnenzijde van de dijk over het gehele tracé; Vervangen van de grasbekleding, binnen zone B, over het gehele tracé; Inzaaien van de grasbekleding; Ten behoeve van de uitvoering van de werkzaamheden is de inzet van groot materieel noodzakelijk en zullen er gedurende enkele maanden tot een jaar verschillende mensen en materieel aanwezig zijn in het plangebied. De vervoersbewegingen vinden plaats over de bestaande dijk. Aanvullende op bovenstaande werkzaamheden die in deze toetsing worden meegenomen zal er morgelijk sprake zijn van het gedeeltelijk verleggen van het dijklichaam, land inwaarts, ter hoogte van Delfzijl. Dit aspect wordt op dit moment niet meegenomen in deze ecologisch effectbeoordeling. 2.3 Storingsfactoren Tijdens de versteviging en verbetering van de dijk kunnen verschillende vormen van verstoringen optreden. Voor de toetsing onderscheiden we de volgende verstorende factoren. Deze verstoringen kunnen mogelijk van invloed zijn op beschermde soorten die in of nabij het plangebied voorkomen. - Verstoring door geluid: is verstoring door onnatuurlijke geluidsbronnen. Tijdens de werkzaamheden om de dijk te verbeteren en te versteviging zal er tijdelijk geluidsbelasting optreden van de diverse voertuigen die ingezet worden. 4 november Definitief rapport

11 Uit literatuur is bekend dat langs rijkswegen de dichtheid aan broedvogels (die gevoelig zijn voor geluid) na 45 db(a) al achteruit gaat (Reijen, et al, 1992). De geluidsbelasting tijdens de werkzaamheden kunnen hoger zijn dan 45 db(a); - Verstoring door licht: Als er gedurende de nacht gewerkt wordt dan kunnen de gebruikte lichtbronnen leiden tot verstoring door licht. - Optische verstoring: Als gevolg van de aanwezigheid van mensen en materieel kan er sprake zijn van optische verstoring, Optische verstoring kan tot effecten leiden op beschermde diersoorten wanneer deze dieren gedurende langere tijd hierdoor hun leefgebied zullen mijden. Als gevolg waarvan het leefgebied tijdelijk of permanent ongeschikt is. - Oppervlakteverlies: Met oppervlakteverlies wordt de fysieke afname van het oppervlak (potentieel) leefgebied voor soorten en habitattypen bedoeld. Mogelijk worden er tijdens de werkzaamheden omliggende boompercelen of bebouwing verwijderd ten behoeve van de werkzaamheden. Dit kan leiden tot verstoring van de habitatrichtlijnsoorten die gebruik maken van deze leefgebieden. - Verstoring mechanische effecten: Onder mechanische effecten vallen verstoring door betreding, golfslag, luchtwervelingen etc. die optreden ten gevolge van menselijke activiteiten. Tijdens de werkzaamheden zal er verstoring door betreding optreden. Ook wordt de dijkbekleding vervangen en dus het oppervlakte van het plangebied en dus leefgebied van diverse soorten tijdelijk weggenomen. - Vermesting of verzuring: Als gevolg van de werkzaamheden zal er een eenmalige toename zijn van de uitstoot van vetmestende en verzurende stoffen door voertuigen die ingezet worden. Dit kan tot verstoring leiden van gevoelige habitattypen en soorten. Definitief rapport 4 november 2014

12 3 NATUURWETGEVING 3.1 Algemeen 3.2 EHS 3.3 Boswet In Nederland zijn er verschillende wettelijke kaders waaraan getoetst moet worden wanneer er een ruimtelijke ontwikkeling uitgevoerd wordt. Voor de natuurwetgeving moet er getoetst worden aan de wezenlijke kenmerken en waarden van de EHS, de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna Nbwet), de Flora- en Faunawet en de Boswet. Hieronder wordt kort aangeven of een toetsing van deze wettelijke kaders voor deze ruimtelijke ontwikkeling ook werkelijk aan de orde is. De EHS bestaat uit natuurkerngebieden, natuurontwikkelingsgebieden en ecologische verbindingszones. Deze zijn aangevuld met robuuste verbindingen, welke van meer Europees schaalniveau zijn. Bestemmingswijzigingen die de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied significant (duidelijk onmiskenbaar) aantasten zijn niet toegestaan. De ecologische toets moet inzicht geven of de voorgenomen activiteiten een effect hebben op de kwaliteiten. Is dat het geval dan zal gezocht moeten worden naar alternatieven die geen schade toebrengen aan de EHS. Dat kan een andere locatie zijn of een andere uitvoering van het plan. De provincie toetst het plan hierop. Mogelijk wordt vanuit bevoegd gezag om compensatie van de (niet te vermijden effecten) gevraagd. Het plangebied ligt zelf niet in een EHS natuurgebied. Het plangebied grenst echter wel aan het EHS gebied Waddenzee wat tevens een Natura2000 gebied is (zie figuur 4). De EHS kent geen externe werking. Daarmee is voor dit project een toetsing van de EHS feitelijk niet van toepassing. Via de toetsing aan de Nbwet wordt de toetsing van het EHS gebied indirect wel meegenomen. ing van dit natuurgebied wordt in dit rapport verder uitgewerkt via de Nbwet. Indien bomen moeten worden gekapt, dient ook rekening te worden gehouden met de Boswet. Vanuit de Boswet geldt een herplantplicht voor het kappen van beplantingen groter dan tien are en aaneengesloten rijbeplantingen met meer dan twintig bomen buiten de bebouwde kom. Herbeplanting moet op grond van vergelijkbare kwaliteit en omvang worden uitgevoerd en binnen drie jaar na de ingreep. Bepaalde beplantingen vallen niet onder de Boswet, zoals populier, wilg, linde, paardenkastanje, vruchtbomen en erfbeplanting. In het plangebied en in de nabije omgeving van het plangebied zijn er geen bosgebieden. Hier uit blijkt dat er geen conflict is met de werkzaamheden en de Boswet. Verdere toetsing aan de Boswet is daarom niet nodig. 4 november Definitief rapport

13 Figuur 4 Plangebied en aangrenzende natuurgebieden (EHS en Natura 2000) 3.4 Natuurbeschermingswet 1998 De bescherming van bepaalde natuurgebieden vanuit de Europese Vogel- en Habitat Richtlijnen is verankerd in de nationale Nbwet. Voor activiteiten in of nabij een Natura 2000-gebied is een toetsing nodig aan de geformuleerde instandhoudingsdoelen van het gebied. Indien blijkt dat er kans is op significante effecten, is een vergunning nodig die door bevoegd gezag wordt verleend (provincie of de Minister van EZ). Het afwegingskader van de Vogel- en Habitatrichtlijn is in de Natuurbeschermingswet opgenomen. Natura 2000 (Vogel en Habitatrichtlijn) Natura 2000 is een samenhangend netwerk van beschermde natuurgebieden van zowel de Vogelrichtlijn als de Habitatrichtlijn op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie. De Vogel- en Habitatrichtlijn hebben betrekking op de instandhouding van alle natuurlijke in het wild levende vogelsoorten en de instandhouding van natuurlijke habitats en wilde flora en fauna op het grondgebied van de Europese Unie. Definitief rapport 4 november 2014

14 Op grond van beide richtlijnen moeten de lidstaten alle nodige maatregelen nemen om voor de bedoelde soorten een voldoende variatie en omvang van leefgebieden te garanderen (gebieds- en soortbescherming). De lidstaten moeten gebieden aanwijzen voor de instandhouding van waardevolle soorten en gebieden als speciale beschermingszones (SBZ). In deze gebieden mogen nog steeds economische activiteiten plaatsvinden maar deze activiteiten mogen geen effect hebben op de kwaliteit van een SBZ en/of storende factoren met zich meebrengen voor de soorten waarvoor de SBZ is aangewezen. Indien er strijdigheid met dit artikel van de Habitatrichtlijn optreedt, vindt er een toetsing en een afweging plaats (zie figuur 4). In de afweging wordt gekeken of er dwingende redenen zijn van groot openbaar belang, of er een alternatieve locatie is en zo niet of de natuurwaarden elders gecompenseerd kunnen worden. Op grond daarvan wordt besloten of de activiteit wel of niet door kan gaan en wordt al dan niet een vergunning verleend door bevoegd gezag. 4 november Definitief rapport

15 Figuur 5 Stroomschema voor de Natuurbeschermingswet 1998 (Min LNV 2005) Definitief rapport 4 november 2014

16 3.5 Flora- en Faunawet Beschermingscategorieën In februari 2005 is via een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) artikel 75 in werking getreden, waarmee verschillende beschermingsregimes zijn vastgesteld. Er zijn vier categorieën beschermde soorten: tabel 1, tabel 2, tabel 3 en vogels. De eerste tabel betreft algemene beschermde soorten. Bij een ruimtelijke ontwikkeling en inrichting geldt voor deze soorten een vrijstelling voor artikel 8 t/m 12. Aan deze vrijstelling zijn geen aanvullende eisen gesteld behalve de algemene zorgplicht (art 2 Ffwet). Voor soorten van tabel 2 (zeldzame soorten en alle vissen die niet onder de Visserijwet vallen), geldt bij kleinschalige ruimtelijke ontwikkeling en/of inrichting een vrijstelling voor artikel 8 t/m 12, mits activiteiten worden uitgevoerd op basis van een door de minister van EZ goedgekeurde gedragscode. Indien niet met een gedragscode kan worden gewerkt, zal ook voor tabel 2 soorten een ontheffing aangevraagd moeten worden. Voor tabel 2 soorten is een lichte toets noodzakelijk. In de lichte toets moet er voor worden gezorgd dat de gunstige staat van instandhouding (op landelijk niveau) wordt gegarandeerd en de activiteit moet een redelijk doel dienen. Voor soorten van tabel 3 kan bij ruimtelijke ontwikkeling en inrichting niet gewerkt worden met een gedragscode en is bij overtreding van een verbodsbepaling een ontheffing nodig. Tot tabel 3 behoren alle soorten van de Europese Habitatrichtlijn aangevuld met soorten die in Nederland kwetsbaar en zeldzaam zijn. Voor vogels geldt een aparte beschermingsstatus. Werkzaamheden of gebruik van ruimte waarbij vogels worden gedood of verontrust, of waardoor hun nesten of vaste rust- of verblijfplaatsen worden verstoord, zijn verboden. Voor de soorten van tabel 3 geldt een uitgebreide toets. Er mag hierin geen andere bevredigende oplossing zijn voor de geplande activiteit, de gunstige staat van instandhouding dient te worden gewaarborgd en er moet sprake zijn van een bij de wet genoemd belang. De gunstige staat van instandhouding van soorten uit bijlage IV van de Habitatrichtlijn dient lokaal beoordeeld te worden. Voor de overige soorten uit tabel 3 is de landelijke populatie van belang Verbodsbepaling De belangrijkste voor, ruimtelijke ontwikkeling en ingrepen relevante verbodsbepalingen uit de Flora- en Faunawet (hierna FFwet) zijn weergegeven in tabel 1. Tabel 1 Relevante verbodsbepalingen flora- een faunawet. Artikel 2 (zorgplicht) 1. Een ieder neemt voldoende zorg in acht voor de in het wild levende dieren en planten, alsmede voor hun directe leefomgeving. 2. De zorg, bedoeld in het eerste lid, houdt in ieder geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor flora of fauna kunnen worden veroorzaakt, verplicht is dergelijk handelen achterwege te laten voorzover die in redelijkheid kan worden gevergd, dan wel alle maatregelen te nemen die redelijkerwijs van hem kunnen worden gevergd teneinde die gevolgen te voorkomen of, voorzover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk te beperken of ongedaan te maken. Artikel 8 Het is verboden planten, behorende tot een beschermde inheemse plantensoort, te plukken, te verzamelen, af te snijden, uit te steken, te vernielen, te beschadigen, te ontwortelen of op enigerlei andere wijze van hun groeiplaats te verwijderen. 4 november Definitief rapport

17 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen. Het is verboden dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, opzettelijk te verontrusten. Het is verboden nesten, holen of andere voortplanting- of vaste rust- of verblijfplaatsen van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Het is verboden eieren van dieren, behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te zoeken, te rapen, uit het nest te nemen, te beschadigen of te vernielen. Het is verboden planten of producten van planten, of dieren dan wel eieren, nesten of producten van dieren, behorende tot een beschermde inheemse of beschermde uitheemse plantensoort onderscheidenlijk een beschermde inheemse of beschermde uitheemse diersoort, te vervoeren, ten vervoer aan te bieden, af te leveren, te gebruiken voor commercieel gewin, binnen of buiten het grondgebied van Nederland te brengen of onder zich te hebben Beoordelingskader Flora- en Faunawet Indien er beschermde soorten van de tabellen 2 of 3 aanwezig zijn in het plangebied en de activiteiten een mogelijk negatief effect hebben op de gunstige staat van instandhouding, dient te worden vastgesteld of het project kan worden uitgevoerd. Als daarbij een overtreding van de FFwet wordt voorkomen door het nemen van voorzorgsmaatregelen is er geen ontheffing ex. art. 75c nodig. Kan er ondanks het treffen van voorzorgsmaatregelen niet worden uitgesloten dat er effecten op de gunstige staat van instandhouding van beschermde soorten optreden, dan zijn er verschillende vervolgstappen mogelijk. Deze zijn afhankelijk van de zwaarte van de te beschermen soort, de impact van het initiatief op de staat van instandhouding en de evt. aanwezigheid van een goedgekeurde gedragscode. Indien de uitkomst is dat er een ontheffing nodig is, dan is een belangrijk beoordelingscriterium in hoeverre de functionaliteit voor een specifieke soort intact blijft. Vogels nemen een bijzondere plaats in, zij worden in deze paragraaf afzonderlijk behandeld. In figuur 3.2 is in een stroomschema weergegeven welke stappen doorlopen moeten worden om te bepalen of de FFwet wordt overtreden en een ontheffing noodzakelijk is. Naar aanleiding van enkele recente uitspraken van de Raad van State is de interpretatie van de FFwet aangescherpt. Deze aanscherping heeft betrekking op artikel 11: het verstoren van voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaatsen, voor soorten van de Habitatrichtlijn Bijlage IV en de Vogelrichtlijn. Verstoring zoals bedoeld in artikel 11 van de FFwet is een begrip dat niet genoemd wordt in de Europese Habitatrichtlijn en de Europese Vogelrichtlijn. Dit betekent dat verstoring in deze context, niet getoetst hoeft te worden aan wettelijke belangen uit beide Europese richtlijnen. In plaats daarvan kan getoetst worden aan wettelijk belangen op nationaal niveau, waaronder ook ruimtelijke inrichting en ontwikkeling vallen. In figuur 5 en 6 is deze interpretatiewijze door middel van stroomschema s verduidelijkt. Het is in sommige gevallen mogelijk om een overtreding van de FFwet te voorkomen door het treffen van voorzorgsmaatregelen voordat de werkzaamheden worden uitgevoerd. Mitigerende maatregelen zijn gericht op het voorkómen van de negatieve gevolgen van een activiteit. Dit moet gebeuren binnen het plangebied en voor de soorten die daar aanwezig zijn. De maatregelen dienen te voorkómen dat de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats van de soort wordt aangetast. Definitief rapport 4 november 2014

18 Figuur 5 Stroomschema van de stappen die doorlopen dienen te worden om vast te stellen of er een ontheffingsplicht is voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Bron: LNV, november Definitief rapport

19 Figuur 6 Stappenplan voor tabel 3 soorten van Bijlage IV van de Habitatrichtlijn (t.b.v. Artikel 11) Definitief rapport 4 november 2014

20 Figuur 7 Stappenplan voor vogels (ten behoeve van. Artikel 11) 4 november Definitief rapport

21 3.5.4 Inzetten mitigerende maatregelen Er zijn 10 punten die kunnen worden gebruikt ter ondersteuning van de vraag of de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats van de betreffende soort behouden blijft door het nemen van mitigerende maatregelen (LNV, 2009): 1. De plek of het gebied wordt met een zekere mate van bestendigheid gebruikt. Er is geen sprake van incidenteel gebruik, maar van een vaste rust- en verblijfplaats; 2. De plek of het gebied blijft voorzien in alles wat nodig is voor een specifiek individueel dier in dat gebied en voor alle exemplaren van de populatie ter plekke, om succesvol te kunnen voortplanten of om te kunnen rusten; 3. Er is op geen enkel moment, ook niet tijdelijk, een achteruitgang van de ecologische functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats. De diverse functies die een gebied heeft, dienen behouden te blijven; 4. Door mitigerende maatregelen worden negatieve effecten uitgesloten. Dit kunnen negatieve effecten zijn op zowel de kwaliteit als de kwantiteit van functies in het gebied; 5. Mitigerende maatregelen zijn preventief. Dit houdt dus in dat in voorkomende gevallen de mitigatie niet alleen al aanwezig is, maar ook functioneert; 6. Mitigerende maatregelen moeten leiden tot een verbetering of behoud van de ecologische functionaliteit van het gebied (kwantitatief/kwalitatief) voor de betreffende soort; 7. Het positieve effect van mitigatie geeft in evenredige mate ruimte voor de negatieve effecten van de ingreep. De duurzame ecologische functionaliteit mag op geen enkel moment slechter worden; 8. Het succes van mitigerende maatregelen moet met een hoge mate van zekerheid vóóraf vaststaan en wordt beoordeeld aan de hand van ecologische criteria; 9. De staat van instandhouding en de zeldzaamheid van een diersoort zijn van belang bij het treffen van mitigerende maatregelen; 10.De controle op het effect van de maatregelen is een onderdeel van het ecologisch werkprotocol. Als er voor het uitvoeren van mitigerende maatregelen dieren gevangen en verplaatst moeten worden, is dat geen overtreding van Artikel 9 (vangen) en 13 (verplaatsen). Het is namelijk niet de bedoeling om dieren aan de natuur te onttrekken. Het is toegestaan om soorten te verplaatsen uit de directe gevarenzone naar een vergelijkbaar habitat in de directe omgeving. Dit moet gebeuren binnen de daarvoor benodigde tijd. De soorten dienen ook in één keer te worden verplaatst, zonder onnodig oponthoud. Het vangen en verplaatsen dient te gebeuren buiten de kwetsbare periode van de betreffende soort. Het vangen en verplaatsen dient te gebeuren door of onder de begeleiding van een ter zake deskundige. Stressgevoelige dieren, zoals muizen, vleermuizen en vogels, worden in principe niet verplaatst; bij deze diergroepen dient ervoor te worden gezorgd dat ze uit eigen beweging het werkterrein kunnen verlaten Ontheffingsplicht Er geldt een ontheffingsplicht als de functionaliteit van voortplantings- en/of vaste rusten verblijfplaats van de beschermde soort uit tabel 2 en 3 niet kan worden gegarandeerd door het nemen van mitigerende maatregelen. Belangrijke punten waarop een ontheffingsaanvraag wordt beoordeeld, zijn: in welke mate wordt de functionaliteit van de voortplantings- en/of vaste rust- en verblijfplaats aangetast door de werkzaamheden? is er een wettelijk belang (niet bij soorten uit tabel 2)? Definitief rapport 4 november 2014

22 is er een andere bevredigende oplossing (niet bij soorten uit tabel 2)? komt de gunstige staat van instandhouding niet in gevaar (nationaal voor tabel 2 soorten en lokaal voor tabel 3 soorten)? Soorten uit tabel 3 zijn onderverdeeld in soorten uit Bijlage I Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten en soorten van Bijlage IV van de Habitatrichtlijn. Ook alle vogelsoorten behoren tot de categorie die de strengste bescherming geniet binnen de FFwet. Om ontheffing te krijgen voor deze soortgroepen, dient de ruimtelijke ingreep één of meerdere van de geldige belangen te hebben die staan weergegeven in tabel 2. Tabel 2 Vereist wettelijk belang ter verkrijging van ontheffing voor strikt beschermde soorten (tabel 3 en vogels). Een x betekent dat het belang geldig is voor de betreffende soortgroep, een 0 betekent dat het belang geldig is voor verstoring zoals bedoeld in artikel 11 (zie ook figuur 3-3) Wettelijk belang AMvB Bijlage 1 HR Bijlage IV Vogels Bepaling inzake de gemeenschappelijke markt en vrij x 0 0 verkeer van goederen van het verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap Bescherming van flora en fauna x x x Veiligheid van het luchtverkeer x 0 x Volksgezondheid/Openbare veiligheid x x x Dwingende redenen van groot openbaar belang x x 0 Het voorkomen van ernstige schade aan vormen van x 0 0 eigendom Belangrijke overlast veroorzaakt door dieren x 0 0 Bestendig beheer en onderhoud in de land- en x 0 0 bosbouw Bestendig gebruik x 0 0 Ruimtelijke inrichting/ontwikkeling x Vogels De bescherming van vogels neemt binnen de FFwet een aparte positie in. In de FFwet is de bescherming van de meeste vogelsoorten gericht op de nesten van broedvogels. Dit houdt in dat de nesten van broedvogels gedurende het broedseizoen zijn beschermd. Het is gedurende het broedseizoen verboden om de nesten van broedvogels te verstoren en/of weg te nemen. De vogelnesten vallen alleen tijdens het broedseizoen onder de bescherming van Artikel 11 van de FFwet. Buiten het broedseizoen zijn nesten van de meeste vogelsoorten niet beschermd. Een ontheffing is niet noodzakelijk als de werkzaamheden buiten het broedseizoen plaats vinden en ook niet als er maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat er zich vogels vestigen op de bouwplaats. De FFwet kent geen standaardperiode voor het broedseizoen (zie kader). Broedseizoen Voor een begrip als broedseizoen is geen standaardperiode te hanteren. Afhankelijk van de soort en weersomstandigheden in een bepaald jaar kunnen soorten veel eerder of juist later broeden dan normaal het geval zou zijn. Dit kan zelfs per regio verschillen. Voor de wet is van belang of een broedgeval verstoord wordt, ongeacht de datum. De vaak geciteerde periode 15 maart t/m 15 juli is dus slechts een indicatie. De periode januari tot begin oktober kan theoretisch door broedvogels nog gebruikt worden als een broedperiode. Voor aanvang van de werkzaamheden dient altijd op broedgevallen gecontroleerd te worden. 4 november Definitief rapport

23 Voor een aantal vogelsoorten bestaat een uitzonderingspositie op het bovenstaande. Van deze vogelsoorten is het nest aangemerkt als vaste rust- of verblijfplaats. Deze nesten zijn gedurende het gehele seizoen beschermd onder artikel 11 en zijn aangewezen in de aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten (ministerie van LNV, 2009). De jaarrond beschermde nesten zijn ingedeeld in onderstaande categorieën: 1. Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rust- en verblijfplaats (voorbeeld steenuil); 2. Nesten van koloniebroeders die elk seizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing of biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (roek, gierzwaluw en huismus); 3. Nesten van vogels (geen kolonievogels), die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (kerkuil, ooievaar, slechtvalk); 4. Vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en die niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen (boomvalk, buizerd, ransuil); 5. Nesten van vogels, die weliswaar vaak terugkeren naar de plaats waar zij het jaar ervoor hebben gebroed of de directe omgeving ervan, maar dan wel over voldoende flexibiliteit beschikken om, als de broedplaats verloren is gegaan, zich elders te vestigen. Deze soorten zijn buiten het broedseizoen niet beschermd, maar vragen wel extra onderzoek, omdat ze jaarrond zijn beschermd als zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden dit rechtvaardigen. Als door de ingreep een jaarrond beschermd nest verdwijnt of op een andere wijze negatief wordt beïnvloedt dient het stappenplan uit figuur 5 7 doorlopen te worden om te bepalen of een ontheffing noodzakelijk is. Twee belangrijke vragen bij de beoordeling of er voor de soorten uit de bovenstaande categorieën een ontheffing noodzakelijk is zijn de volgende: Is er voor de soort voldoende gelegenheid om zelfstandig een natuurlijk alternatief nest te vinden? Is er voor de soort voldoende mogelijkheid om met succes een kunstmatig alternatief nest aan te bieden? Definitief rapport 4 november 2014

24 4 TOETSING NATUURBESCHERMINGSWET 4.1 Natuurwaarden De dijk tussen Eemshaven en Delfzijl grenst aan het Natura 2000-gebied Waddenzee. Werkzaamheden binnen of in de directe nabijheid van een Natura 2000-gebied kunnen leiden tot negatieve effecten op de aangewezen natuurwaarden voor dat gebied en ervoor zorgen dat instandhoudingsdoelen al dan niet in cumulatie met andere activiteiten niet worden bereikt. In dit project grenst de dijk (het plangebied) geheel aan het Natura 2000-gebied Waddenzee. De activiteiten vinden niet plaats in het Natura 2000-gebied maar kunnen externe effecten opleveren. De Waddenzee is het grootste en - in internationaal opzicht - het belangrijkste Natura 2000-gebied van ons land. Deze status dankt deze kustzee vooral aan de enorme aantallen vogels die de wadplaten en kwelders tijdens hun trek aandoen of broeden op de kwelders, stranden en in de duinen. De migrerende vogels worden aangetrokken door de droogvallende wadplaten met hun hoge dichtheid aan schelpdieren, wormen, kreeftachtige en ander voedsel. De diepere wateren zijn van belang als kraamkamer voor bepaalde vissoorten uit de Noordzee. Voorts herbergt de Waddenzee het overgrote deel van de populatie zeehonden in ons land, evenals de grootste oppervlakte aan kwelder- gemeenschappen. De internationale Waddenzee is met een oppervlakte van zo'n km2 een van de grootste natuurgebieden in Europa met een hoog aandeel aan natuurlijke levensgemeenschappen (symbiosys.alterra.nl). De Waddenzee is zowel aangewezen als Habitatrichtlijn gebied en als Vogelrichtlijngebied. Het gebied is aangewezen voor 13 habitattypen, 6 habitatsoorten, 13 broedvogels en 39 niet-broedvogels. De natuurdoelen waarvoor het gebied is aangewezen, staan in de tabel 1 weergeven. Hierin staat ook aangegeven welke doelstelling er voor deze natuurdoelen is geformuleerd. Tabel 3 Overzicht van aangewezen doelstellingen voor het Waddenzee natura2000 gebied (Ontwerp beheerplan, 2014). In rood staat aangeven welke soorten en habitats specifiek in het Eems-Dollard gebied voorkomen. SVI Landelijk Doelst. Opp.vl. Doelst. Kwal. Doelst. Pop. Habitattypen H1110A Permanent overstroomde zandbanken - = > (getijdengebied) H1140A Slik- en zandplaten (getijdengebied) - = > H1310A Zilte pionierbegroeiingen (zeekraal) - = = H1310B Zilte pionierbegroeiingen (zeevetmuur) + = = H1320 Slijkgrasvelden -- = = H1330A Schorren en zilte graslanden (buitendijks) - = > H1330B Schorren en zilte graslanden (binnendijks) - = = H2110 Embryonale duinen + = = H2120 Witte duinen - = = H2130A *Grijze duinen (kalkrijk) = = 4 november Definitief rapport

25 SVI Doelst. Doelst. Doelst. Landelijk Opp.vl. Kwal. Pop. Habitattypen H2130B *Grijze duinen (kalkarm) -- = > H2160 Duindoornstruwelen + = = H2190B Vochtige duinvalleien (kalkrijk) - = = Habitatsoorten H1014 Nauwe korfslak - = = = H1095 Zeeprik - = = > H1099 Rivierprik - = = > H1103 Fint -- = = > H1364 Grijze zeehond - = = = H1365 Gewone zeehond + = = > Broedvogels A034 Lepelaar + = = A063 Eider -- = > A081 Bruine Kiekendief + = = A082 Blauwe Kiekendief -- = = A132 Kluut - = > A137 Bontbekplevier - = = A138 Strandplevier -- > > A183 Kleine Mantelmeeuw + = = A191 Grote stern -- = = A193 Visdief - = = A194 Noordse Stern + = = A195 Dwergstern -- > > A222 Velduil -- = = Niet-broedvogels A005 Fuut - = = A017 Aalscholver + = = A034 Lepelaar + = = A037 Kleine Zwaan - = = A039b Toendrarietgans + = = A043 Grauwe Gans + = = A045 Brandgans + = = A046 Rotgans - = = A048 Bergeend + = = A050 Smient + = = A051 Krakeend + = = A052 Wintertaling - = = A053 Wilde eend + = = A054 Pijlstaart - = = Definitief rapport 4 november 2014

26 SVI Doelst. Doelst. Doelst. Landelijk Opp.vl. Kwal. Pop. Habitattypen A056 Slobeend + = = A062 Toppereend -- = > A063 Eider -- = > A067 Brilduiker + = = A069 Middelste Zaagbek + = = A070 Grote Zaagbek -- = = A103 Slechtvalk + = = A130 Scholekster -- = > A132 Kluut - = = A137 Bontbekplevier + = = A140 Goudplevier -- = = A141 Zilverplevier + = = A142 Kievit - = = A143 Kanoet - = > A144 Drieteenstrandloper - = = A147 Krombekstrandloper + = = A149 Bonte strandloper + = = A156 Grutto -- = = A157 Rosse grutto + = = A160 Wulp + = = A161 Zwarte ruiter + = = A162 Tureluur - = = A164 Groenpootruiter + = = A169 Steenloper -- = > A197 Zwarte Stern -- = = Landelijke Staat van Instandhouding Doelstellingen - - zeer ongunstig = Behoudsdoelstelling - ongunstig > Verbeter- of uitbreidingsdoelstelling + gunstig =(<) 'ten gunste van' formulering 4.2 Verstoringsfactoren en gevoeligheid Op basis van de beschreven werkzaamheden zijn de verstoringsfactoren: oppervlakte verlies, verzuring/vermesting, geluid, licht, optisch verstoring en mechanische verstoring mogelijk van invloed op de aanwezige Natura-2000 habitattypen en soorten. Reikwijdte van de effectbeoordeling ten aanzien van verlies van oppervlak In deze toetsing zijn we er vanuit gegaan dat de werkzaamheden enkel aan de binnenzijde van huidige dijklichaam plaats vinden waarbij het dijklichaam niet verplaatst 4 november Definitief rapport

27 of verlegd zal worden, waardoor verstoring door oppervlakteverlies niet zal optreden. Daarom worden negatieve effecten van oppervlakte verlies op voorhand uitgesloten. Effecten ten aanzien van oppervlakte verlies welke het gevolg zijn van verslechtering van de abiotische factoren worden verder uitgewerkt bij het aspect verzuring en vermesting. Wanneer de dijk naar binnen toe verlegd zou worden, bijvoorbeeld bij Delfzijl voor de aanleg van een recreatief strand, dan zijn significant negatieve effecten ten aanzien van oppervlakte verlies niet op voorhand uit te sluiten. Deze ingreep kan effecten hebben op de kwaliteit van de bestaande habitat gelegen aan de waddenzijde van de dijk, waardoor verstoring door oppervlakte verlies niet op voorhand is uit te sluiten. Ook bij andere wijzigingen in de ligging van het dijklichaam, dan wel een verbreding van het dijklichaam richting de waddenzeezijde zijn significant negatieve effecten ten aanzien oppervlakte verlies niet op voorhand uit te sluiten. Dit alternatief is in deze natuurtoets niet meegenomen en dient indien nodig in een aanvullend traject te worden uitgewerkt. In tabel 4 staat aangegeven voor welke vormen van verstoring de verschillende aangewezen Natura-2000 doelen gevoelig zijn. Op basis hiervan wordt in de volgende paragraaf bepaald of er mogelijk sprake is van effecten als gevolg van de beoogde ruimtelijke ontwikkeling. Definitief rapport 4 november 2014

28 Tabel 4 Overzicht van verstorende factoren en de gevoeligheden voor de verschillende doelstellingen van de soorten die in het Eems-Dollard gebied voorkomen (Broekmeyer, 2006). Oppervlakte verlies Verzuring Vermesting Geluid Licht Optische verstoring Mechanische verstoring Habitattypen Permanent overstroomde zandbanken (getijdengebied) x x x Slik- en zandplaten (getijdengebied) x x x Zilte pionierbegroeiingen (zeekraal) x x x Zilte pionierbegroeiingen (zeevetmuur) x x x Slijkgrasvelden x x x Schorren en zilte graslanden (buitendijks) x x x Schorren en zilte graslanden (binnendijks) x x x Habitatsoorten Zeeprik Rivierprik Fint Gewone zeehond Broedvogels Bruine Kiekendief Kluut Bontbekplevier Visdief Noordse Stern Niet-Broedvogels Fuut Aalscholver Grauwe Gans Brandgans Bergeend Smient Krakeend Wintertaling Wilde eend Pijlstaart Slobeend Eider 4 november Definitief rapport

29 Oppervlakte verlies Verzuring Vermesting Geluid Licht Optische verstoring Mechanische verstoring Brilduiker Grote Zaagbek Scholekster Kluut Bontbekplevier Goudplevier Kievit Kanoet Krombekstrandloper Bonte strandloper Rosse grutto Wulp Zwarte ruiter Tureluur Groenpootruiter Legenda Zeer gevoelig Gevoelig Niet gevoelig Onbekend Niet van toepassing x 4.3 Effectenbeoordeling Habitattypen De aangewezen habitattypen zijn gevoelig voor stikstofdepositie en mechanische verstoring. Verstoring van geluid of licht is niet van toepassing op de aangewezen habitattypen en wordt verder niet mee genomen in de effectenbeoordeling van de habitattypen. Verstoring als gevolg van stikstofdepositie De depositie van stikstof in het kader van dit project zal voortkomen uit de inzet van materieel, waaronder graafmachines en vrachtwagens. Gedurende een langere periode zullen er dagelijks vervoersbewegingen plaats vinden in het plangebied.de depositie als gevolg van enkele vervoersbewegingen per dag is relatief gering in vergelijking met de depositie als gevolg van industriele activiteiten. Definitief rapport 4 november 2014

30 De meeste Natura 2000-habitattypen die aangewezen zijn voor de Waddenzee komen namelijk niet nabij het plangebied voor. Zoals de verschillende aangewezen duintypen (witte duiden, grijze duinen etc.). Ook kwelders (H1310, H1320 en H1330) komen niet in de buurt voor. De dichtstbijzijnde kwelders liggen bij de Punt van Reide en de Dollard circa km verwijderd van de dichtstbijzijnde deel van het plangebied. Langs de dijk komt wel het habitattype slik en zandplaten voor en permanent overstroomde zandbanken. Deze habitattypen zijn gevoelig voor oppervlakteverlies, optische- en mechanische verstoring maar niet voor vermesting en/of verzuring. Conclusie Omdat de habitattypen welke gevoelig zijn voor verstoring als gevolg van stikstofdepositie niet in de directe omgeving van het plangebied voorkomen zal de depositie ter hoogte van deze habitattypen dermate gering zijn dat vanuit ecologisch oogpunt er met zekerheid geen sprake is van significant negatieve effecten. Echter, omdat niet bekend is hoeveel verkeersbewegingen er dagelijks uitgevoerd gaan worden en welke machines verder worden ingezet kan een negatief effect als gevolg van stikstofdepositie niet op voorhand uitgesloten worden. Wel kan een significant negatief effect op voorhand uitgesloten worden. Aanbeveling Aanbevolen wordt, mede gezien eerdere procedures en gevoeligheden ten aanzien van stikstofdepositie in de Waddenzee om negatieve effecten tevens uit te sluiten door de verwachte depositie inzichtelijk te maken. Hiervoor zal in een nadere effectbeoordeling op basis van uitwerking van de inzet van vrachtwagens en overig materieel bepaald moeten worden wat de te verwachte depositie is als gevolg van de beoogde werkzaamheden. Mechanische verstoring De werkzaamheden van de dijkverbetering vinden feitelijk plaats buiten het Natura 2000-gebied en zal er geen habitat permanent verloren gaan als gevolg van de mechanische verstoring. Gedurende de periode dat de werkzaamheden plaats vinden, zullen er wel mensen en materieel aanwezig zijn in het gebied wat mogelijk tot mechanische verstoring kan leiden doordat het gebied betreden wordt. Maar dit betreft een tijdelijk effect en zal niet leiden tot permanente verandering van het gebied wat buiten de dijk gelegen is. De werkzaamheden vinden plaats over een traject van ongeveer twee jaar waardoor het leefgebied tijdens deze gehele periode verstoord wordt. De verstoring zal echter zo gering zijn, dat herstel van het habitattype (bodemfauna en algenmat) snel zal optreden. Er zijn geen belangrijke natuurwaarden (typische soorten) zoals mosselbanken of zeegrasvelden die verstoord kunnen worden. Conclusie Effecten als gevolg van mechanische verstoring op aanwezige habitattypen kunnen op voorhand worden uitgesloten Habitatsoorten De aangewezen habitatrichtlijnsoorten die in de omgeving van het plangebied voorkomen zijn gevoelig voor oppervlakteverlies, verstoring door licht en geluid, optische verstoring en mechanische verstoring. 4 november Definitief rapport

31 Verstoring als gevolg van stikstofdepositie De aangewezen soorten zijn niet gevoelig voor een toename in stikstofdepositie. Het leefgebied van de aangewezen habitatsoorten zijn tevens niet gevoelig voor verstoring als gevolg van verzuring en vermesting. Conclusie Effecten door verzuring of vermesting op habitatrichtlijnsoorten zijn op voorhand uitgesloten. Verstoring als gevolg van geluid en optische verstoring Andere verstoring waaronder verstoring van geluid en optische verstoring kunnen wel effect hebben op de aanwezige habitatrichtlijnsoorten. De bronnen van geluid tijdens de werkzaamheden worden veroorzaakt door het inzetten van voertuigen. De werkzaamheden vinden bovengronds plaats en niet op of onderwater. Er is hiermee geen sprake van directe verstoring door middel van onderwatergeluid. Het geluid wat vrij komt tijdens de werkzaamheden kan wel doorvoeren in de waterkolom met mogelijke effecten op zeehonden en vissen. Dit geluid is tijdelijk en niet verreikend waardoor effecten op zeehonden en vissen als gevolg van geluidsproductie onder water kunnen worden uitgesloten. Negatieve effecten als gevolg van geluid op vissen kunnen hiermee op voorhand uitgesloten worden Voor wat betreft verstoring als gevolg van bovenwatergeluid voor zeezoogdieren is de combinatie met optische verstoring relevant. De geluidsbelasting van de inzet van het materieel is niet groot en zal niet verrijkende zijn. De geluidsbelasting van de voertuigen zelf zullen dus niet tot permanent negatieve effecten leiden op de habitatrichtlijnsoorten. Maar in combinatie met gelijktijdige optische verstoring kan er wel sprake zijn van tijdelijke negatieven effecten op zeezoogdieren. De meeste zeehonden rusten in de Dollard. Incidenteel liggen ze ook in het studiegebied. Tijdens het veldbezoek zijn er meerdere rustende zeehonden waargenomen op een zandbank circa 750 meter 1000 m van de dijk. De afstand tot de rustgebieden voor zeehonden is ruim, waarmee de geluidsverstoring in het leefgebied van deze soorten relatief klein is. De optische verstoring als gevolg van de aanwezigheid van mensen in het plangebied is gering maar langdurig (ongeveer twee jaar). Conclusie De verstoring op zich zelf zijn vermoedelijk gering zijn, maar door de reltief lange duur van deze geringe verstoring kunnen negatieve effecten op zeezoogdieren in de nabijheid van het plangebied niet zondermeer worden uitgesloten. Negatieve effecten op vissen zijn wel op voorhand uit te sluiten (zie eerder onderbouwing). Aanbeveling De exacte werktijden, locatie en hoeveelheid in te zetten materieel zijn nog niet bekend. Hiermee is het op dit moment niet mogelijk om negatieve effecten op zeezoogdieren uit te sluiten. Het is wel te verwachten dat er voldoende uitwijkmogelijkheden zijn en dat significant negatieve effecten op instandhoudingsdoelen zijn uit te sluiten. Om dit met zekerheid te kunnen zeggen is een meer exacte beschrijving van de activiteiten Definitief rapport 4 november 2014

32 4.3.3 Vogels noodzakelijk en is een vervolg onderzoek nodig. Op basis van het vervolg onderzoek kunnen eventueel passende mitigerende maatregelen worden aanbevolen. Verstoring als gevolg van lichtverstoring Wanneer werkzaamheden s avonds plaats vinden worden er licht bronnen ingezet om veilig te kunnen werken. Dit kan tot licht verstoring leiden in het waddengebied en rustende zeehonden kunnen hier negatieve effecten van ondervinden. De verstoring aanwezig gedurende de uitvoering van de werkzaamheden en is hiermee tijdelijk maar wel van relatief lange duur, tot circa 2 jaar. Het is nog niet duidelijk in welk dagdeel de werkzaamheden plaatsvinden en/of de werkzaamheden gefaseerd worden uitgevoerd. Conclusie Wanneer werkzaamheden s nachts plaats vinden met gebruik van lichtbronnen dan zijn negatieve effecten als gevolg van lichtverstoring op zeezoogdieren niet op voorhand uit te sluiten. Verstoring van vissen is wel op voorhand uit te sluiten omdat de verstoring niet tot door zal dringen tot in de waterkolom. Op basis van meer gedetailleerde informatie over de werkzaamheden kunnen eventueel passende mitigerende maatregelen worden aanbevolen. Door de werkzaamheden te faseren in tijd en ruimte en rekening te houden met de aanwezigheid van de gevoelige periode van zeehonden, de periode tijdens de zomer maanden, kunnen effecten geminimaliseerd worden. De gevoelige periode is van mei-juli wanneer de gewone zeehond jongen geboren worden en vanaf eind juni tot eind augustus, de ruiperiode van de gewone zeehond. Voor een concrete uitwerking van deze mitigerende maatregelen moet een nadere effectbeoordeling uitgevoerd worden. Wanneer de werkzaamheden niet plaats vinden gedurende de nacht kunnen negatieve effecten als gevolg van lichtverstoring wel op voorhand uitgesloten worden. Aanbeveling Wanneer de werkzaamheden ook in de nacht en avond plaatsvinden zal er door middel van een nadere effectbeoordeling bepaald moeten worden hoe de effecten geminimaliseerd kunnen worden. Broedvogels Het plangebied en de directe omgeving zijn geschikt broed- en foerageergebied voor een aantal Natura 2000-broedvogelsoorten. Daarnaast kan er sprake zijn van broedbiotoop van Natura 2000 broedvogelsoorten. Als de werkzaamheden plaatsvinden tijdens het broedseizoen zullen broedvogels mogelijk negatieve effecten ondervinden van de werkzaamheden. Uitgaande van een doorlooptijd van twee jaar wordt aangenomen dat de werkzaamheden ook gedurende het broedseizoen plaats vinden. De aangewezen broedvogels zijn gevoelig voor oppervlakte verlies, optische verstoring, verstoring door licht en geluid. De broedvogels die voorkomen in het Eems-Dollard broeden voornamelijk in de Dollard. Echter zijn er een aantal soorten zoals de visdief en noordse stern die gebruik maken van bedrijventerreinen. 4 november Definitief rapport

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Bijlage C. Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Waddenzee Habitat H1110A H1140A Permanent overstroomde zandbanken (getijdengebied) Slik- en zandplaten, (getijdengebied) Behoud oppervlakte

Nadere informatie

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw, Bureauonderzoek ecologie, wijzigingsplan IJsseldijk-West Ecologie Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Flora- en faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g Buro Maerlant L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g BM-NOTITIE 2012 Notitie Flora- en faunawet J. van Suijlekom, 29 februari 2012 Inhoud Blz 1 Inleiding 3 1.1 Algemeen

Nadere informatie

10 Wettelijke toetsingskaders natuur

10 Wettelijke toetsingskaders natuur MER Windpark Bouwdokken 133 10 Wettelijke toetsingskaders natuur 10.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de effecten op de natuur, zoals beschreven in het voorgaande hoofdstuk, getoetst aan het beleid en

Nadere informatie

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied) Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied) 5 november 2011 Wat doen DR en DLG Dienst Regelingen is namens

Nadere informatie

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek Page 1 of 5 Bijlage 1 Ecologisch onderzoek Plan: Hoofdwinkelcentrum Status: vastgesteld Plantype: bestemmingsplan IMRO-idn: NL.IMRO.0406.BPHWC2011-VG01 In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Bijlage 3 Onderzoek flora en fauna Ecologie In dit onderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven

Nadere informatie

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode) Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 20 mei 2014 Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode) 1 Inleiding 1.1 Kader van het onderzoek Projecten of handelingen dienen te worden getoetst aan de wet- en

Nadere informatie

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status:

Terneuzen. Quickscan Flora en fauna. Wulpenbek 16 te Hoek. <NL.IMRO.Invullen> concept. I. Dekker MSc. identificatiecode: datum: status: Terneuzen Quickscan Flora en fauna Wulpenbek 16 te Hoek identificatie planstatus identificatiecode: datum: status: 16-09-2016 concept projectnummer: auteur I. Dekker MSc. Inhoud van

Nadere informatie

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Behorende bij project: ( Naast) Elststraat 2, te Rosmalen Gemeente s-hertogenbosch Opdrachtgever: De heer P. van Hooft Projectnummer: PS.2016.618 Datum: 9 augustus 2016 Pasmaat

Nadere informatie

Buro Maerlant. Gemert Heuvel 21. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Buro Maerlant. Gemert Heuvel 21. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g Buro Maerlant L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g BM-NOTITIE 2012 Gemert Heuvel 21 Notitie Flora- en faunawet J. van Suijlekom, 16 januari 2012 Inhoud Blz 1 Inleiding

Nadere informatie

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 In en in de ruimere omgeving van het plangebied zijn verschillende Natura 2000-gebieden gelegen. Binnen het plangebied zijn geen ontwikkelingen voorzien in de Natura

Nadere informatie

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Bijlage 1 Onderzoek ecologie Bijlage 1 Onderzoek ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan

Nadere informatie

Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011

Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011 Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011 Bureau Meervelt, Ecologisch onderzoek en advies Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard (2.1) 2011 Status: definitief In opdracht van: Molenparc bv Contactpersoon:

Nadere informatie

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem

Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem Aanvullend natuuronderzoek locatie Nieuweweg / Parklaan te Hattem Onderzoek naar het voorkomen van vleermuizen en steenmarter Datum: 15-10-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:

Nadere informatie

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater. In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan deze ontwikkelingen wat

Nadere informatie

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Behorende bij project: Oostkanaalweg 44, te Ter Aar Gemeente Nieuwkoop Opdrachtgever : Keijzer Dakbedekking b.v. Projectnummer : PS.2017.714 Datum : 21 augustus 2017 Niets uit

Nadere informatie

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Inleiding Praktisch overal in Nederland komen beschermde soorten flora en fauna voor. Bekende voorbeelden zijn de aanwezigheid van rugstreeppadden op

Nadere informatie

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen Witpaard BV Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. J. Drenth 15-182 concept 13 mei 2015 Betreft Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen Omschrijving Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

Buro Maerlant. Rotterdam Marinestraat. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Buro Maerlant. Rotterdam Marinestraat. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g Buro Maerlant L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g BM-NOTITIE 2014 Notitie Flora- en faunawet J. van Suijlekom, 20 maart 2014 Inhoud Blz 1 Inleiding 3 1.1 Algemeen

Nadere informatie

Onderzoek flora en fauna

Onderzoek flora en fauna Onderzoek flora en fauna 1. Conclusie Geconcludeerd wordt dat voor de beoogde functieveranderingen geen ontheffing in het kader van de Flora- en faunawet vereist is. Hierbij dient wel gewerkt te worden

Nadere informatie

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen. Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan deze ontwikkelingen

Nadere informatie

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet BEM1605644 gemeente Steenbergen Behoort bij beschikking d.d. nr.(s) 28-11-2016 ZK16004958 Beleidsmedewerker Publiekszaken / vergunningen Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora-

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken Dhr. J.P.L.M.G. Gelauff Van Zuylenlaan 9 3871 BG Hoevelaken Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. A. de Gelder 15-314 definitief 31 augustus 2015 Betreft Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van

Nadere informatie

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO

NATUURTOETS LANGE WEMEN HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO VERVOLGONDERZOEK GEMEENTE HENGELO November 2009 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding en doel 3 1.2 Werkwijze 3 1.3 Leeswijzer 4 2 Wettelijk kader Flora- en faunawet 5 3 Aanwezige natuurwaarden 7 3.1 Inleiding

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

Samenvatting quickscan natuurtoets

Samenvatting quickscan natuurtoets Samenvatting quickscan natuurtoets Onderwerp Opdrachtgever Insingerstraat Soest RV&O Project Status Datum Sloop en nieuwbouw Insingerstraat concept 8 januari 2016 Auteur Veldonderzoek Projectcode Gelder,

Nadere informatie

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas Advies : QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas Datum : 14 januari 2014 Opdrachtgever : De heer L.P.G. Oudenhoven Projectnummer : 211x05418 Opgesteld door : Ineke Kroes

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg

Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg Verkennend natuuronderzoek locatie Hessenweg 101 te Dalfsen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 09-10-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:

Nadere informatie

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland Bijlage 3. Ecologie B3.1. Beleidskader Aanleiding en doel De beoogde ontwikkeling betreft de bouw van 31 woningen op een deels braakliggende kavel en delen van zeer diepe achtertuinen (zie ook paragraaf

Nadere informatie

Buro Maerlant. Heesch Wijststraat 15. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Buro Maerlant. Heesch Wijststraat 15. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g Buro Maerlant L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g BM-NOTITIE 2012 Heesch Wijststraat 15 Notitie Flora- en faunawet J. van Suijlekom, 27 februari 2012 Inhoud Blz 1

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :

Nadere informatie

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst Aan Bouwbedrijf Bovenhuis B.V. t.a.v. de heer J. H. Tromp Contactpersoon Kenmerk Status Datum M.A. (Martin) Heinen 14-416 concept 11 februari 2016 Betreft Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

Nadere informatie

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie Quickscan flora en fauna Notitie Quickscan flora en fauna De Uithof/ Kromhout te Utrecht Projectnummer: 5755.9 Datum: 5-5-2017 Projectleider: Opgesteld: Opdrachtgever: Universiteit Utrecht Universiteit Utrecht laat jaarlijks bomen

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond Quickscan flora en fauna Deltaweg te Helmond A.P. Kerssemakers Voor de afdeling: SB/ROV. Gemeente Helmond. December 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2.Wettelijk kader 2 3. Plangebied 4 4. Onderzoek 7

Nadere informatie

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet bomen Hoofdweg, Harderwijk

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet bomen Hoofdweg, Harderwijk Quickscan samenvatting Flora- en faunawet bomen Hoofdweg, Harderwijk Auteur: M.A. (Martin) Heinen Veldonderzoek: J. (Jasper) Zoeter Project: 13-340 Datum: 9 september 2013 Status: Definitief Aanleiding

Nadere informatie

Bijlage 1 Wettelijk kader

Bijlage 1 Wettelijk kader Bijlage 1 Wettelijk kader Inleiding In deze bijlage worden de wettelijke kaders voor ecologische beoordelingen van ruimtelijke ingrepen en andere handelingen beschreven. In de natuurbeschermingswetgeving

Nadere informatie

Bureauonderzoek Flora en fauna

Bureauonderzoek Flora en fauna Bureauonderzoek Flora en fauna Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven

Nadere informatie

Tabel 1: Inventarisatieschema onderzoek Waterspitsmuis.

Tabel 1: Inventarisatieschema onderzoek Waterspitsmuis. Notitie Aanvullend onderzoek Waterspitsmuis Assenrade Hattem Auteurs: ing. M. van der Sluis (Eindredactie drs. I. Veeman) Project: 06093A Datum: 20 december 2007 Status: definitief ecogroen advies bv Postbus

Nadere informatie

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad Opdrachtgever : DG Groep Rapporteur : R. van der Kuil Status : concept Datum : 27 augustus 2011 Stichting CREX Boekenburglaan 54 2215 AE Voorhout 06-48410531

Nadere informatie

Quickscan Flora- en Faunawet. t.b.v. sloop Opstallen. Oude Maasstraat 18 gemeente Uden

Quickscan Flora- en Faunawet. t.b.v. sloop Opstallen. Oude Maasstraat 18 gemeente Uden Quickscan Flora- en Faunawet t.b.v. sloop Opstallen Oude Maasstraat 18 gemeente Uden Zaaknummer:Ecologisch 253720 Adviesbureau Ettema december 2015 Behoort bij besluit van het College van burgemeester

Nadere informatie

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari 2016. Auteur Veldonderzoek Projectcode

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari 2016. Auteur Veldonderzoek Projectcode Onderwerp Opdrachtgever Emmaschool Heerde Witpaard Project Status Datum Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari 2016 Auteur Veldonderzoek Projectcode Gelder, A. (Adriaan) de Gelder, A.

Nadere informatie

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Quick scan flora en fauna Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum Gemeente Castricum 0 INHOUD 1. Aanleiding... 2 2. Gebiedsomschrijving en beoogde ingrepen... 3 3. Wettelijk kader... 4 4. Voorkomen van beschermde

Nadere informatie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie 1 NATUUR 1.1 Natuurwetgeving & Planologie De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking

Nadere informatie

TOELICHTING FLORA- EN FAUNAWET

TOELICHTING FLORA- EN FAUNAWET BUREAU NATUURBALANS - LIMES DIVERGENS BV Natuuronderzoek gastransportleiding Hommelhof Zuid-Limburg BIJLAGE 1 TOELICHTING FLORA- EN FAUNAWET De Flora- en faunawet regelt de bescherming van dier- en plantensoorten

Nadere informatie

Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P10-0181)

Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P10-0181) Gemeente Werkendam t.a.v. C.A.A.M. de Jong Postbus 16 4250 DA Werkendam Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P10-0181) Gemert, 5 augustus 2010 Geachte heer/mevrouw

Nadere informatie

Natuurtoets Tugelawegblokken

Natuurtoets Tugelawegblokken Natuurtoets Tugelawegblokken Planteam Groen, ecologie, stedelijke Recreatie en Water April 2010 Inhoud 1. Samenvatting...3 2. Inleiding...4 3. Wettelijke kaders...5 4. Inventarisate en resultaten...8 5.

Nadere informatie

Quickscan natuurtoets samenvatting Realisatie stadsboerderij Hertenkamp, Ommen

Quickscan natuurtoets samenvatting Realisatie stadsboerderij Hertenkamp, Ommen Quickscan natuurtoets samenvatting Realisatie stadsboerderij Hertenkamp, Ommen Auteur: A. (Adriaan) de Gelder Veldonderzoek: M. (Martijn) Bunskoek Project: 14-236 Datum: 1 augustus 2014 Status: Concept

Nadere informatie

A&W-notitie 1660tal/ms

A&W-notitie 1660tal/ms 2 A&W-notitie 1660tal/ms 2 A&W-notitie 1660tal/ms 3 4 A&W-notitie 1660tal/ms 4 A&W-notitie 1660tal/ms 5 6 A&W-notitie 1660tal/ms 6 A&W-notitie 1660tal/ms 7 8 A&W-notitie 1660tal/ms 8 A&W-notitie 1660tal/ms

Nadere informatie

Saksen Weimar fase 5 en verder Ecologische check

Saksen Weimar fase 5 en verder Ecologische check Saksen Weimar fase 5 en verder Arnhem, 11 december 2014 P a g i n a 2 Colofon Titel : Saksen Weimar fase 5 Subtitel : Projectnummer : 14.125 Datum : 11 december 2014 Veldonderzoek : T. Kooij Auteur(s)

Nadere informatie

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld Tegelseweg 3 5951 GK Belfeld Tel: 077-4642999 www.faunaconsult.nl info@faunaconsult.nl Faunaconsult KvK Venlo 09116138 De heer J. Bruekers Bolenbergweg 18 5951 AZ Belfeld Flora- en faunascan voor de bouw

Nadere informatie

Bureauonderzoek flora en fauna

Bureauonderzoek flora en fauna Bijlage 1 Bureauonderzoek flora en fauna 1 Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen

Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen Verkennend natuuronderzoek locatie Smitterijhof te Haaksbergen Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten in het kader van de Flora- en faunawet Datum: 03-12-2012 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever:

Nadere informatie

Quickscan samenvatting Stephensonstraat Harderwijk

Quickscan samenvatting Stephensonstraat Harderwijk Gemeente Harderwijk T.a.v. mevr. K. van der Schot Havendam 56 3841AA Harderwijk Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. M. Hoksberg 15-238 definitief 10 juli 2015 Betreft Quickscan samenvatting Stephensonstraat

Nadere informatie

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus 95089 1090 HB AMSTERDAM Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38 25 februari 2009 Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied De Minister van Landbouw, Natuur

Nadere informatie

Natuurtoets omgevingsvergunning bouw woning Horsterweg 217 Ermelo

Natuurtoets omgevingsvergunning bouw woning Horsterweg 217 Ermelo Natuurtoets omgevingsvergunning bouw woning Horsterweg 217 Ermelo Opdrachtgever Contactpersoon Grondvitaal Voorthuizerstraat 256 3881 SN PUTTEN Cobie Mertens Uitvoering Groenewold Adviesbureau voor Milieu

Nadere informatie

Quickscan samenvatting natuurtoets Westpolder/Bolwerk, deelplan 5 bouwstroom F1 en G, Berkel en Rodenrijs.

Quickscan samenvatting natuurtoets Westpolder/Bolwerk, deelplan 5 bouwstroom F1 en G, Berkel en Rodenrijs. InterConcept Advies & Uitvoering T.a.v. dhr. M. Proper Leeuwenhoekweg 58 2661 DD Bergschenhoek Contactpersoon Kenmerk Status Datum Ing. M.G. Hoksberg 15-088 definitief 27 augustus 2015 Betreft Quickscan

Nadere informatie

HABITATSCAN DIEPENBROCKLAAN. Broedvogels & vleermuizen

HABITATSCAN DIEPENBROCKLAAN. Broedvogels & vleermuizen HABITATSCAN DIEPENBROCKLAAN Broedvogels & vleermuizen Adviesbureau E.C.O. Logisch Nieuwerkerk a/d IJssel, 14-2-2017 VERANTWOORDING Opdrachtgever: Gemeente Voorschoten Contactpersoon: R. Pitlo Adres: Leidseweg

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat 98 6438 JX OIRSBEEK Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 F 070 378 61 39

Nadere informatie

Directie Natuur en Biodiversiteit Team Vergunningen Nb-wet POV-dag 'het delen-durven-doen'festival donderdag 5 januari 2017

Directie Natuur en Biodiversiteit Team Vergunningen Nb-wet POV-dag 'het delen-durven-doen'festival donderdag 5 januari 2017 Directie Natuur en Biodiversiteit 1 Directoraat-Generaal Agro en Natuur Directie Natuur en Biodiversiteit Team Vergunningen Natuurbeschermingswet 1998 Het delen, durven, doen festival Directie Natuur en

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna voor bestemmingsplan Oostpoort Februari 2014

Quickscan flora en fauna voor bestemmingsplan Oostpoort Februari 2014 Quickscan flora en fauna voor bestemmingsplan Oostpoort Februari 2014 Sector Fysieke Realisatie & Beheer (FRB) Afdeling Ruimtelijk Ontwikkeling en Ontwerp Team Duurzaamheid Ecologie 26 februari 2014 Door:

Nadere informatie

QUICKSCAN BURGEMEESTER SLANGHENSTRAAT HOENSBROEK

QUICKSCAN BURGEMEESTER SLANGHENSTRAAT HOENSBROEK QUICKSCAN BURGEMEESTER SLANGHENSTRAAT HOENSBROEK GEMEENTE HEERLEN 12 februari 2014 077542925:0.2 - Definitief B02043.000332.0100 Inhoud 1 Inleiding... 3 1.1 Aanleiding en doel... 3 1.2 Omschrijving plangebied...

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS

Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS Betreft Risico inventarisatie ecologie voor percelen Brabantse Wal 1 Inleiding De Buisleidingenstraat N.V. onderzoekt op

Nadere informatie

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit de kom Bleiswijk met bebouwing, tuinen, groenstroken, laanbeplanting en watergangen.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit de kom Bleiswijk met bebouwing, tuinen, groenstroken, laanbeplanting en watergangen. Bijlage 1 Bureauonderzoek flora en fauna Ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens

Nadere informatie

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter Ff-onderzoek Wierdenseweg, Enter Datum: 19-9-2013 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: 6444 Aanleiding en doel Binnen het plangebied (zie bijlage 1) wordt

Nadere informatie

Natuurtoets Westhaven en Alfadriehoek

Natuurtoets Westhaven en Alfadriehoek Natuurtoets Westhaven en Alfadriehoek Planteam Groen, Recreatie en Water Mei 2007 Inhoud 1. Samenvatting... 3 2. Inleiding... 4 3. Wettelijk kader... 5 4. Beschrijving van het gebied en inventarisatie....

Nadere informatie

Gemeente Heerhugowaard M. Hoosbeek Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Datum 22 december 2014 Betreft Beslissing op uw aanvraag Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Heerhugowaard M. Hoosbeek Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Datum 22 december 2014 Betreft Beslissing op uw aanvraag Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 40219 8004 DE Zwolle Gemeente Heerhugowaard M. Hoosbeek Postbus 390 1700 AJ HEERHUGOWAARD Postbus 40219 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft Beslissing

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 28-11-2011 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer:

Nadere informatie

Nieuwe bedrijfslocaties

Nieuwe bedrijfslocaties E c o l o g i s c h e i n v e n t a r i s a t i e Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan Midwolda-Nieuwlandseweg Arts/Rulo te toetsen, is een ecologische inventarisatie uitgevoerd. Tevens is gekeken

Nadere informatie

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele Butersdijk nabij nummer 21, Lettele Datum: 12-3-2014 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: 6546 Aanleiding en doel Aan de Butersdijk, nabij

Nadere informatie

Buro Maerlant. Zegge, A.M. de Jongstraat ongenummerd. Ecologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet

Buro Maerlant. Zegge, A.M. de Jongstraat ongenummerd. Ecologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet Buro Maerlant L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g BM-NOTITIE 2013 Ecologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet J. van Suijlekom, 15 oktober 2013 Inhoud

Nadere informatie

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat 21 3811 WD AMERSFOORT Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft

Nadere informatie

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven 15 november 2012 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Opdrachtgever Uitvoerder Auteur Datum Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven m RO Zoon Ecologie C.P.M. Zoon ZOON ECOLOGIE

Nadere informatie

Notitie. Inleiding. Wettelijk kader. Verbodsbepalingen. Voortplantingsplaatsen en andere vaste rust- en verblijfplaatsen

Notitie. Inleiding. Wettelijk kader. Verbodsbepalingen. Voortplantingsplaatsen en andere vaste rust- en verblijfplaatsen Notitie Opdrachtgever: Dhr. H. Verloop Auteur: A. de Baerdemaeker Betreft: Quick scan plaatsing POP-huisjes Projectnummer: 1020 Datum: 4 september 2013 Status: Definitief bezoekadres: Natuurhistorisch

Nadere informatie

Soortenonderzoek Julianahof Zeist

Soortenonderzoek Julianahof Zeist Soortenonderzoek Julianahof Zeist 21 sept 2013 ZOON ECOLOGIE Colofon Titel Soortenonderzoek Julianahof Zeist Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 21 sept 2013 ZOON ECOLOGIE

Nadere informatie

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Nigtevechtseweg 64, Vreeland

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Nigtevechtseweg 64, Vreeland Boluwa Eco Systems BV T.a.v. dhr. G. van Dijk Postbus 11 8180 AA Heerde Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. A. de Gelder 15-135 concept 29 april 2015 Betreft Quickscan samenvatting Flora- en faunawet

Nadere informatie

Ecologische quick scan Charloise Lagedijk 610-B, Rotterdam

Ecologische quick scan Charloise Lagedijk 610-B, Rotterdam Notitie Opdrachtgever: Auteur: Betreft: Projectnummer: 1210 R. Nokhai (Orisa Consultancy) A. de Baerdemaeker Datum: 12 januari 2015 Status: Ecologische quick scan Charloise Lagedijk 610-B, Rotterdam Definitief

Nadere informatie

Natuurwaardenonderzoek Centrumeiland IJburg

Natuurwaardenonderzoek Centrumeiland IJburg Natuurwaardenonderzoek Centrumeiland IJburg A. Blokker Team Leefomgeving, Ruimte en Duurzaamheid Juni 2016 Inhoud 1. Samenvatting en conclusies... 3 2. Inleiding... 4 3. Kaders... 7 4. Inventarisatie...

Nadere informatie

Betreft : Toetsing Flora- en faunawet Blokhoeve Nieuwegein

Betreft : Toetsing Flora- en faunawet Blokhoeve Nieuwegein A COMPANY OF Notitie Aan : Gemeente Nieuwegein Van : Royal Haskoning Datum : 14 januari 2011 Kopie : Onze referentie : 9W2455/N0001/902036/Rott HASKONING NEDERLAND B.V. RUIMTELIJKE ONTWIKKELING Betreft

Nadere informatie

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november 2009 Soortenbescherming De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze

Nadere informatie

MEMO. Vleermuizen Sportlaan 2 4 te Gemert

MEMO. Vleermuizen Sportlaan 2 4 te Gemert MEMO Vleermuizen Sportlaan 2 4 te Gemert Datum : 24 juli 2017 Projectnummer : 17-0194 Opdrachtgever : A van Schijndel beheer Opgesteld door : Ir. E.J.F. Claassen Aanleiding Opdrachtgever is voornemens

Nadere informatie

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet. Aan Rob Knijn Van C. van den Tempel CC M. Witteveldt Datum 12 januari 2017 Betreft Flora- en faunagegevens Middenweg Zuid Project Herontwikkeling Middenweg Zuid Geachte heer Knijn, Beste Rob, In 2014 en

Nadere informatie

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/ Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/6 Afbeelding 2. Impressie plangebied met mogelijk te kappen bomen. 1.2 Wijzigingen toetsingskader Het project wordt uitgevoerd in 2017. Op 1 januari 2017

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten BIJLAGE 5 Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten Hollands Diep Habitattypen SVI Landelijk Opp.vl. Kwal. H6430B Ruigten en zomen (harig - = = wilgenroosje)

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn Onderzoek naar het voorkomen van beschermde soorten en gebieden Datum: 31-10-2011 Auteur: A. Tuitert Opdrachtgever: Aveco de Bondt Rapportnummer: DT/2011/010.04

Nadere informatie

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn

Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn Notitie Flora- en faunaonderzoek Apeldoorn Elburgweg 59, Apeldoorn Datum: 21-10-2013 Opgesteld door: Vincent de Lenne Projectnummer: P3959 Aanleiding en doel Aan de Elburgweg te Apeldoorn worden twee kippenschuren

Nadere informatie

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse memo aan: van: OG ZAND/ZON/130372 c.c.: datum: 22 augustus 2013 betreft: Achterweg 48, Lisse INLEIDING Bij alle ruimtelijke ingrepen moet rekening gehouden worden met de aanwezige natuurwaarden in en om

Nadere informatie

Adviesnota. Figuur 1: de geprojecteerde locatie van het Noordgebouw is aangegeven middels de gele lijn. Bron: POS plankaart 2010.

Adviesnota. Figuur 1: de geprojecteerde locatie van het Noordgebouw is aangegeven middels de gele lijn. Bron: POS plankaart 2010. Aan Dura Vermeer Van N. Scheerder Telefoon 0613221762 Projectnummer RM002426 Onderwerp Update ecologisch onderzoek Stationsplein Utrecht ten behoeve van het Noordgebouw Datum 18-12-2014 1. Aanleiding en

Nadere informatie

Project Status Datum. Rood voor Rood Duivendansweg 10 definitief 24 maart Auteur Veldonderzoek Projectcode

Project Status Datum. Rood voor Rood Duivendansweg 10 definitief 24 maart Auteur Veldonderzoek Projectcode Onderwerp Opdrachtgever Duivendansweg 10 Wezep Ter Velde & den Besten Project Status Datum Rood voor Rood Duivendansweg 10 definitief 24 maart 2016 Auteur Veldonderzoek Projectcode Gelder, A. (Adriaan)

Nadere informatie

Quickscan samenvatting gemeentewerf Ouverturebaan 1, Harderwijk

Quickscan samenvatting gemeentewerf Ouverturebaan 1, Harderwijk Gemeente Harderwijk T.a.v. mevr. K. van der Schot Havendam 56 3841AA Harderwijk Contactpersoon Kenmerk Status Datum Dhr. M. Hoksberg 15-237 definitief 30 juni 2015 Betreft Quickscan samenvatting gemeentewerf

Nadere informatie

Notitie quickscan Flora en fauna

Notitie quickscan Flora en fauna Notitie quickscan Flora en fauna Prins Bernardstraat 2, Oldenzaal Projectnummer: 8399 Datum: 5-9-2017 Opgesteld: V. de Lenne Inleiding De initiatiefnemer is voornemens de woning aan de Prins Bernhardstraat

Nadere informatie

Erasmuslijn Den Haag. Quick scan ecologie en vleermuisonderzoek. Movares Nederland B.V. drs. T.P. Seip Kenmerk MNO-TS-110019045 - Versie 1.

Erasmuslijn Den Haag. Quick scan ecologie en vleermuisonderzoek. Movares Nederland B.V. drs. T.P. Seip Kenmerk MNO-TS-110019045 - Versie 1. Erasmuslijn Den Haag Quick scan ecologie en vleermuisonderzoek Opdrachtgever ProRail Ondertekenaar Movares Nederland B.V. drs. T.P. Seip Kenmerk MNO-TS-110019045 - Versie 1.1 Utrecht, 8 september 2011

Nadere informatie

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg 54 8531 PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg 54 8531 PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen > Retouradres Postbus 19530 2500 CM Den Haag Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg 54 8531 PZ LEMMER Postbus 19530 2500 CM Den Haag mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Aanvraagnummer.toek.js Betreft

Nadere informatie

Quickscan Lankhorsterweg 27 Staphorst. John Mulder

Quickscan Lankhorsterweg 27 Staphorst. John Mulder Quickscan Lankhorsterweg 27 Staphorst John Mulder Colofon Mulder,J.(2018): Quickscan Lankhorsterweg 27 Staphorst. Ecologisch Adviesbureau Mulder, Beemte Broekland. Opdrachtgever: dhr. H. Visscher. Status

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie