VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS. Guimardstraat BRUSSEL LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. AV FRANS Derde graad KSO-TSO DEEL D

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS. Guimardstraat 1-1040 BRUSSEL LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. AV FRANS Derde graad KSO-TSO DEEL D"

Transcriptie

1 VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS Guimardstraat BRUSSEL LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS AV FRANS Derde graad KSO-TSO DEEL D Brussel - Licap D/1992/0279/013D - september 1992

2 Werken aan het christelijk-gelovig opvoedingsproject is een opdracht van de hele schoolgemeenschap. Deze uitdaging is zeker geen aangelegenheid van de leraar godsdienst alleen. Elk vak kan in zijn dialoog met de werkelijkheid een eigen bijdrage leveren tot een christelijk geïnspireerd zoeken naar waarheid. Elk vak biedt de kansen en de mogelijkheden om tot waardenverheldering of gelovige duiding te komen. In elk vak kunnen leraars vanuit een dialogale houding jonge mensen aanzetten tot een christelijk-ethische reflectie op de inhouden, tot een houding van verwondering en bewondering, van solidariteit, van eerbied en dankbaarheid. AV Frans 3de graad KSO - TSO DEEL D Deze brochure bevat de leerplannen Frans voor volgende studierichtingen: - Brood- en banketbakkerij en confiserie, Slagerij en vleeswarenbereiding - TSO. 2 u./w. - Haarverzorging, Schoonheidsverzorging - TSO. 2 u./w. - Hotel - TSO. 2 u./w. - Mode en kleding - TSO. 2 u./w.

3 INHOUD AV Frans 3de graad TS0-2 u./w. Brood- en banketbakkerij en confiserie, Slagerij en vleeswarenbereiding. 1 UITGANGSPUNTEN Een maximumomschrijving van de doelstelling Een taakgerichte benadering van het taalleerproces SITUERING VAN HET LEERPLAN Het verdere curriculum Frans in het verdere curriculum Aansluiting bij de algemene doelstellingen van de TSO-studierichtingen van de voedingssector BEGINSITUATIE De vooropleidingen Doelstellingen en leerinhouden van de 2de graad ALGEMENE DOELSTELLINGEN LEERPLANDOELSTELLINGEN EN LEERINHOUDEN Gespreksvaardigheid Luistervaardigheid Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid Kennis van land en volk Lexicon Grammatica METHODOLOGISCHE WENKEN Het jaarplan Motivatie Gespreksvaardigheid Luistervaardigheid Leesvaardigheid Schrijfvaardigheid Leerautonomie EVALUATIE Evalueren zoals men heeft geoefend Basisdoelstellingen evalueren Permanente evaluatie BIBLIOGRAFIE blz.

4 4 1 UITGANGSPUNTEN 1.1 Een maximumomschrijving van de doelstellingen Dit leerplan gaat onder meer uit van een inventarisatie van nuttige of noodzakelijke taalkennis in de voedingssector, zowel in het beroep als tijdens de opleiding. De algemene doelstellingen (4) en de daaruit afgeleide formuleringen in de rubrieken Leerplandoelstellingen en Leerinhouden (onder 5.1, 5.2, 5.3 en 5.4) vormen een vrij ideaal referentiekader voor het vreemde-talenonderricht. Telkens dit nuttig en mogelijk is worden daarom, in de rubriek Afbakening, haalbare basis- en uitbreidings/verdiepingsdoelstellingen geformuleerd. Als leraar is men mee verantwoordelijk voor het bereiken van de basisdoelstellingen. Anderzijds is er een inspannings- verplichting. Men moet met name een maximale invulling van het leerplan nastreven, rekening houdend met een realistische inschatting van de mogelijkheden binnen de leerlingengroep. 1.2 Een taakgerichte benadering van het taalleerproces - Het leerplan legt een sterke nadruk op de ontwikkeling van de TAAL- EN LEERAUTONOMIE van de leerlingen. Het gaat ervan uit dat er, tegelijk met de verdere opbouw van woordenschat- en grammaticale kennis, op systematische wijze moet worden gebouwd aan de inzichten, attitudes en vaardigheden:. die een autonoom en zinvol taalgebruik mogelijk maken;. die het mogelijk maken dat de leerlingen greep krijgen op hun eigen taalleerproces. Dit kan enkel gebeuren door middel van gepaste lesactiviteiten en oefenvormen. - De methodologische wenken die bij dit leerplan zijn gevoegd zijn daarom in hoofdzaak taakgericht. Taal leert men best al doende, namelijk door communicatieve taken of opdrachten uit te voeren. Dit heeft voor gevolg dat de opdracht van de leraar er anders zal gaan uitzien. Hij wordt meer de "manager" van het klasgebeuren. Hij staat niet alleen in voor de aanbreng van de noodzakelijke kenniselementen, maar meer dan voorheen het geval was, organiseert en begeleidt hij de leeractiviteiten. Een taak wordt in 't algemeen gedefinieerd als een communicatieve opdracht die afgeleid is van authentieke communicatie, en waarin echte informatieoverdracht centraal staat (b.v. een levering bespreken met een klant, een concrete informatie opzoeken in een gebruiksaanwijzing). Deeltaken zijn dan die activiteiten (oefeningen, toepassingen van strategieën en technieken) die moeten plaatsvinden om tot de uitvoering van de voornoemde taken te komen (b.v. een tekst zoekend doorlopen om de gezochte informatie op te sporen, transfersituaties oefenen bij een "basisdialoog", zich voorbereiden voor een gesprek door bronnen te raadplegen als recepturen, een woordenboek enz.). - De leerplancommissie is zich bewust van de gevolgen van de vernieuwende aspecten van het leerplan voor de leraren. Zij zullen zich daarbij vaak met eigen materiaal moeten behelpen. Daarom worden in de Methodologische wenken suggesties gedaan in de zin van eenvoudig op te zetten lesactiviteiten en oefenvormen.

5 5 2 SITUERING VAN HET LEERPLAN 2.1 Het verdere curriculum De leerlingen die afgestudeerd zijn in deze studierichtingen, oriënteren zich hoofdzakelijk naar een onmiddellijke tewerkstelling. Een minderheid kiest voor verdere studies. Zij vinden een betrekking in: - industriële en ambachtelijke bakkerijen, warenhuizen, winkels, proefbakkerijen van grondstoffenfabrieken enz. (Brood- en banketbakkerij en confiserie); - slagerswinkels, warenhuizen, slachthuizen, versnijdingsbedrijven, vleeswaren- en snackfabrieken, diepvriesbedrijven, vee- en vleeshandels enz. (Slagerij en vleeswarenbereiding). De meest gekozen vervolgstudies zijn de 3de leerjaren van de 3de graad TSO en BSO. - Na Brood- en banketbakkerij en confiserie: Bakkerijtechnicus TSO, Bakkerij-banketbakkerij-chocoladeverwerking BSO, Pralines-, dessert- en marsepeinbereiding BSO. - Na Slagerij en vleeswarenbereiding: Vleeswarentechnicus TSO, Banketaannemer-traiteur BSO, Slagerij-fijnkosttraiteur BSO. De graduaten Dieetleer of Gistingsbedrijven liggen echter eveneens binnen de mogelijkheden, het laatste enkel voor de afgestudeerden van de studierichting Brood- en banketbakkerij en confiserie. 2.2 Frans in het verdere curriculum Tijdens de studies In de 3de leerjaren van de 3de graad TSO volgen de leerlingen 1 u./w. Frans en gelden de leerplannen Licapnr. D/1991/0279/156 (Bakkerijtechnicus) en D/1991/0279/159 (Vleeswarentechnicus). In de 3de jaren van de 3de graad BSO komt Frans enkel voor indien de school deze lessen organiseert uit het complementair gedeelte. In het hoger onderwijs komt Frans niet voor in de lessentabellen, tenzij individuele scholen er anders over beslissen. De aandacht gaat dan vooral naar het lezen van technische documenten en artikels in (vak)tijdschriften. In het beroep In winkels, warenhuizen en als traiteur (Slagerij en vleeswarenbereiding) zullen de leerlingen rechtstreeks in contact komen met klanten. Ze kunnen ook in contact komen met Franstalige leveranciers en technici. Wie na vervolgstudies een betrekking vindt in toeleveringsbedrijven (grondstoffenfabrieken, leveranciers van machines, koelinstallaties, additieven enz.), kan na verloop van tijd verantwoordelijkheden dragen inzake order- en productiebegeleiding en moet soms demonstraties verrichten. Besluit Het is wel duidelijk dat de lessen Frans in het SO niet kunnen inspelen op het volledige gamma van de mogelijke toekomstige behoeften. Een realistisch streefdoel is dat men de leerlingen tracht op te leiden tot een zinvolle startcapaciteit voor beroep en studie.

6 6 2.3 Aansluiting bij de algemene doelstellingen van de TSO-studierichtingen van de voedingssector - Bij de dienst in winkels en als traiteur, is de mondelinge taalbeheersing een niet te onderschatten troef. Bij aanwerving en promotie in industriële bedrijven primeert de "technische" bekwaamheid. Uit het voorgaande (2.1) blijkt echter dat de vreemde-talenkennis de selectiekansen van een kandidaat gevoelig kan verhogen. Als besluit kan men tenslotte stellen dat de vreemde talenkennis een gunstige invloed kan uitoefenen op de persoonlijke ontwikkeling zowel als op de latere professionele loopbaan van de leerlingen. In die zin maakt een praktische beheersing van het Frans deel uit van de beoogde kwalificatie. - Samen met de andere vakken speelt het vreemde-talenonderricht een rol bij het ontwikkelen van een aantal attitudes en sociale vaardigheden die vooraan staan in het specifieke onderwijsproject:. oordelen en handelen in de lijn van de evangelische waarden (sociale gerichtheid, dienstbaarheid, respect voor zichzelf en anderen, verantwoord handelen...),. aandacht voor het verbale element in de latere beroepsloopbaan,. een klantvriendelijke houding,. gezond zelfvertrouwen met zin voor initiatief,. organisatietalent, contactvaardigheid en bereidheid tot samenwerking,. vlotheid in stijl en voorkomen. Van de leraren wordt verwacht dat ze zich bewust zijn van de belangrijkheid van deze attitudes en vaardigheden en dat ze dit inzicht ook doorgeven aan de leerlingen. 3 BEGINSITUATIE 3.1 De vooropleidingen Alle leerlingen hebben Frans gevolgd gedurende de vier voorbije jaren van het secundair onderwijs: - ten minste 4 u./w. in het eerste jaar van de eerste graad, - ten minste 3 u./w. in het tweede jaar, - 2 u./w. in de studierichtingen Brood- en banketbakkerij en Slagerij en vleeswarenbereiding van de tweede graad TSO. Sommige leerlingen, die uit ASO-studierichtingen overkomen, hebben in de 2de graad minimum 3 u./w. Frans gevolgd. 3.2 Doelstellingen en leerinhouden van de 2de graad Wat volgt is een overzicht van de "specifieke doelstellingen en leerinhouden" die beschreven staan in het leerplan Frans voor de 2de graad TSO. (Licap, D/1990/0279/076, p. 5 e.v.) - De leerlingen moeten in een eenvoudige taal informatie kunnen uitwisselen in situaties die aansluiten bij hun leefwereld. Daarvoor moeten ze de gebruikelijke taalhandelingen kunnen uitvoeren.

7 7 - Zij hebben eenvoudige of vereenvoudigde verhalende, maar ook informatieve teksten leren lezen. In dat kader zouden ze nu vertrouwd moeten zijn met een aantal eenvoudige leestechnieken gericht op globaal en selectief tekstbegrip (dat wil zeggen enkel de pertinente gegevens opsporen en begrijpen). Ze hebben ook een vertaalwoordenboek leren raadplegen. - Met betrekking tot de schrijfvaardigheid werden geen specifieke einddoelen geformuleerd. Schrijfactiviteiten waren hoofdzakelijk een middel om woordenschat, uitdrukkingen en taalstructuren te integreren. - De leerlingen zouden een praktische kennis moeten hebben van de Franse basisgrammatica. Dat wil zeggen dat ze de veel voorkomende vormen en structuren in de praktijk zouden kunnen toepassen. Met alle voorbehoud wordt de productieve woordenschatkennis op het einde van de 2de graad op 1200 tot 1500 woorden geraamd. Indien blijkt dat de leerlingen een aantal belangrijke doelstellingen op onvoldoende wijze bereikt hebben, dan moeten ze ingebouwd worden in het jaarplan van het eerste jaar van de derde graad. Men moet echter vermijden dat dergelijke herhalingen de haalbaarheid van de doelen van de 3de graad hypothekeren. 4 ALGEMENE DOELSTELLINGEN Men kan de einddoelstellingen van het vak Frans in deze studierichtingen als volgt omschrijven. - Frans gebruiken voor beroepsdoeleinden.. Gebruikers van het Frans (moedertaalsprekers en andere) zelfstandig begrijpen en te woord staan tijdens rechtstreekse en telefonische contacten met klanten, leveranciers en technici.. Informatie verzamelen uit functionele teksten als uit recepturen, technische documentatie, publiciteit, zakelijke brieven en dergelijke en er de voor zijn doeleinden relevante gegevens uit begrijpen. - Frans gebruiken voor studiedoeleinden (b.v. informatie verzamelen en verwerken). Dit impliceert dat men een voldoende taal- en leerautonomie ontwikkelt die gebaseerd is op:. een praktische beheersing van lexicon en grammatica,. de nodige inzichten, attitudes en de vaardigheden om zelfstandig lees-, luister-, en gesprekstaken uit te voeren. - Inspelen op persoonlijke behoeften tijdens verblijven in Franstalige gebieden (b.v. inkopen doen, vragen naar accomodaties). - Elementaire sociale contacten onderhouden met anderstaligen (b.v. zich voorstellen, een kort gesprek voeren over alledaagse dingen). Dit impliceert onder meer omgaan met personen met andere sociale en culturele achtergronden. De taalvaardigheid die de leerlingen reeds hebben verworven in de 1ste en 2de graad en die vooral betrekking had op situaties uit het privé-leven, wordt onderhouden en in de mate van het mogelijke uitgebreid. De taalvaardigheid in functie van beroepsdoeleinden krijgt nu echter de prioriteit. Beide toepassingsvelden zijn niet strijdig met elkaar. De voorgehouden taaltraining maakt immers transfer mogelijk van taalgedrag in beroepssituaties naar taalgedrag in het sociale leven, en omgekeerd.

8 8 5 LEERPLANDOELSTELLINGEN EN LEERINHOUDEN 5.1 Gespreksvaardigheid LEERPLANDOELSTELLINGEN Als inititiatiefnemer of als benaderde persoon, gebruikers van het Frans (moedertaalsprekers en andere) te woord staan tijdens rechtstreekse en telefonische contacten die betrekking hebben op: - de uitoefening van het beroep (bedienen van klanten in een winkel, optreden als traiteur, contacten met leveranciers en technici), - eigen behoeften, - de alledaagse omgang in het sociale leven. Om deze doelstellingen te realiseren zijn een aantal inzichten, attitudes en vaardigheden belangrijk. Bij het oefenen van de gespreksvaardigheid dient de leraar dan ook aandacht te hebben voor deze aspecten. - De vereiste taalhandelingen beheersen; ze gepast en op efficiënte wijze aanwenden. (Zie Leerinhouden.) - De Franse uitspraak en intonatie beheersen. - Vat hebben op de inhoud en het verloop van een gesprek of betoog (tekstvaardigheid, compétence discursive).. Beleefd de aandacht trekken, een gesprek beginnen en beëindigen.. Binnen het gesprek een onderwerp inleiden en afsluiten (Et pour... - Vous êtes d'accord? - Il y a encore un problème).. Hoofd- en bijzaken (onder)scheiden (onder andere door middel van intonatiepatronen, uitdrukkingen als "c'est important - attention! - surtout...").. Feiten, wilsuitingen en meningen (onder)scheiden.. Op eenvoudige wijze argumenteren met als doel de andere te overtuigen: beleefd onderbreken, feiten of meningen weerleggen, feiten of meningen introduceren (vous permettez? - attention! - je ne suis pas (tout à fait) d'accord).. Iets beknopt, duidelijk en op samenhangende wijze formuleren. - Het gebrek aan kennis van het Frans of een slechte verstaanbaarheid compenseren (compensatiestrategieën).. Zeggen dat men niet goed Frans spreekt, iets niet begrijpt.. Iets (doen) spellen.. Om herhaling vragen, trager en uitdrukkelijker (doen) herhalen.. Vragen hoe iets heet in het Frans, onbekende begrippen (doen) omschrijven, moeilijke formuleringen omzeilen.. Belangrijke punten herhalen of op verschillende manieren (doen) omschrijven om misverstand uit te sluiten. In functie van de Afbakening (5.1.3) worden een aantal ontwijkingsstrategieën afzonderlijk vermeld.. Zich zo nodig beperken tot het louter benoemen van voorwerpen, handelingen.... Gebruik maken van woorden en uitdrukkingen in een (andere) taal die de gesprekspartner verstaat.

9 9. Een oordeelkundig beroep doen op niet-verbale expressiemiddelen: E gebaren (knikken, wijzen...), E gelaatsuitdrukkingen, E vragen dat de persoon iets toont of tekent, zelf iets tonen of tekenen.. Vragen naar iemand die Nederlands spreekt. - Het gesprek doelmatig voorbereiden door de voorkennis te mobiliseren, gebruik te maken van informatieve teksten over het onderwerp en een beroep te doen op hulpmiddelen als woordenlijsten en woordenboeken. - Socio-culturele en sociale vaardigheden. Blijk geven van een klantgerichte instelling.. Bereid zijn te luisteren en openstaan voor andere opvattingen.. Zich op formele wijze uitdrukken met klanten en onbekenden (b.v. vous i.p.v. tu); de gepaste beleefdheidsvormen beheersen.. Tactvol optreden overeenkomstig de culturele achtergrond van de gesprekspartner; op de hoogte zijn van de belangrijkste internationale (voornamelijk Belgische en Franse) conventies: gespreks-, telefoon-, eventueel tafelconventies en dergelijke. (Zie ook 5.5 Kennis van land en volk.) LEERINHOUDEN Om de hogervermelde doelstellingen te bereiken, moeten de leerlingen ook vertrouwd zijn met de voorkomende gesprekssituaties, de eraan verbonden taalhandelingen, woordenschatvelden, morfologische en syntactische structuren. Als oriëntatie worden hieronder een aantal belangrijke/interessante gesprekssituaties en taaluitingen gesuggereerd. Daarbinnen zal men uiteraard EEN KEUZE moeten maken en PRIORITEITEN vastleggen. (Zie 4 Algemene doelstellingen.) Bij de keuze dient men rekening te houden met: - de prioriteiten vermeld onder 4 (Algemene doelstellingen), - de specificiteit van de studierichting, - de mogelijkheden binnen de groep leerlingen, - de suggesties en wensen van de verantwoordelijken voor de technische en praktijkopleiding, - eventueel het "afzetgebied" van de school (de geografische situatie, de vraag in de stagewinkels en -bedrijven...). De opsomming is niet exhaustief. De lijst met voorbeelden kan dus aangevuld worden. Een aantal situaties bieden de gelegenheid om het taalgebruik dat reeds aan bod kwam in de tweede graad, te heractiveren. (Zie het leerplan Frans 2de graad TSO, 3.1.) Uitoefening van het beroep (Een aantal gesprekken kunnen zowel rechtstreeks als telefonisch gevoerd worden.) - De gangbare conventies toepassen bij telefoongesprekken: zich melden, doorverbinden, vragen of men even wil wachten, zeggen dat men de gevraagde persoon gaat roepen, dat wordt terug getelefoneerd, het gesprek beëindigen enz. - Klanten onthalen in een winkel, een tea-room, een warenhuis.. Begroeten, afscheid nemen.

10 10. Vragen wat ze wensen, enige toelichting geven bij verschillende soorten en kwaliteiten vlees, brood, gebak, confiserie, bereidingen, ingrediënten.... Zeggen dat men iets niet heeft, dat het momenteel nog niet klaar is, wanneer men erover kan beschikken.. Adviseren betreffende de nazorg (bij voorbeeld hoe kant-en-klare gerechten verder moeten behandeld worden).. Afrekenen: de rekening toelichten, pasmunt teruggeven, een cheque aanvaarden enz.. De weg wijzen in een warenhuis, eventueel begeleiden. - Optreden als traiteur (eventueel bij catering). (Slagerij en vleeswarenbereiding) Zich melden bij een klant. Zeggen wie men is, namens wie men komt/telefoneert, wat men komt doen. Afspreken Met een klant. Tijdstip en plaats van de te leveren dienst.. De verwachte dienst: feestmaal, lunch, receptie, barbecue.... Eventueel toe te leveren personeel.. Toe te leveren producten (b.v. de wijnen worden door de klant geleverd, de traiteur zorgt voor de spijskaarten), accomodaties (meubels, tafellinnen, versiering...).. Modaliteiten van de levering (b.v. de verpakking). (catering) Met de eigenaar van een zaal of ruimte. Accomodaties, beschikbaarheid, zich iets laten wijzen. Adviseren. De keuze van het menu en de dranken.. Indien de klant erom verzoekt, aanbevelingen met betrekking tot de organisatie: feestzaal, bloemen, muziek enz.. De nazorg, bij voorbeeld het bewaren en opwarmen van gerechten. - Leiding geven aan werknemers. Opdrachten geven in verband met:. het bedienen van klanten,. leveringen en diensten aan huis (b.v. bij een receptie, barbecue enz.),. bereidingen,. het reinigen van winkelruimten, werkplaatsen, gereedschap en apparatuur (onder andere het gebruik van gereedschap en producten), - Omgaan met leveranciers.. Informeren naar producten en apparatuur; vragen om documentatie, een demonstratie (waar, wanneer), verkoops- en leveringsvoorwaarden.... Iets telefonisch bestellen met de bijbehorende afspraken; aandringen om spoed...

11 11. Een klacht formuleren in verband met kwaliteit, hoeveelheid, leveringstermijn enz. - Omgaan met technici. Richtlijnen vragen en geven, om hulp verzoeken bij:. het aanwenden van grondstoffen, materialen, producten en benodigdheden;. het in gebruik nemen en afstellen van toestellen en apparatuur, het remediëren van defecten; courante problemen summier omschrijven, een afspraak maken, vragen het toestel te vervangen zolang de herstelling duurt Eigen behoeften (Bij voorbeeld tijdens een reis of vakantie in Franstalige gebieden.) - Bank, wisselkantoor: geld wisselen, geld van zijn rekening halen, een storting doen, een cheque innen... - Garage, tankstation, pechdienst:. vragen naar/om courante producten en diensten: benzine, olie, antivriesmiddel, een smeerbeurt, bandendruk controleren enz.. vragen naar een garage, naar de ligging; signaleren waar men staat;. courante problemen omschrijven (wagen start niet, trekt niet op, problemen met remmen, koppeling, contactsleutel onbereikbaar enz.);. een afspraak maken voor smeerbeurt, herstelling... - Geneesheer, ziekenhuis:. vragen naar een geneesheer of een ziekenhuis;. een afspraak maken;. pijn, koorts, duizeligheid en dergelijke signaleren;. instructies begrijpen in verband met het innemen van geneesmiddelen (hoeveelheid, frequentie...), een verwijzing naar..., administratieve formaliteiten;. eigen medische informatie meedelen: bloedgroep, allergieën (b.v. voor penicilline);. bij ziekenhuisopname, het soort kamer bespreken, vragen om contact op te nemen met thuis, het bedrijf, de verzekeraar, een bijstandsorganisme... - Hotel, restaurant, café, camping:. zich melden bij aankomst, zich oriënteren;. een drank, een maaltijd bestellen;. een kamer, een standplaats bespreken, vragen naar accomodaties (badkamer, douches, toilet...), vragen om gewekt te worden.... vragen naar beddegoed, kleerhangers, een scheerapparaat enz.. een klacht formuleren (b.v. de accomodaties zijn niet zoals overeengekomen, functioneren niet...);. afrekenen; - Ongeval:. vragen of/zeggen dat er gekwetsten zijn;. om hulp vragen; vragen dat iemand telefoneert naar een dokter, naar de politie, de pechdienst;. een minnelijke schikking voorstellen; zeggen dat men tussenkomst wenst van de politie;

12 12. een aangifteformulier (doen) invullen en mee ondertekenen;. vragen naar getuigen, iemand vragen om te willen getuigen; - Openbaar vervoer (o.a. trein, vliegtuig):. inlichtingen vragen met betrekking tot vertrektijden, uur van aankomst, aansluitingen, perronnummer enz.. een ticket bestellen; - Politie:. aangifte doen van diefstal, verlies;. een boete betalen; - Post:. vragen naar het postkantoor, naar een brievenbus;. een brief of een pak versturen;. postzegels kopen, vragen naar de tarieven; - Telefoon, telegraaf:. vragen of men mag telefoneren; vragen waar de telefoon staat; het telefoonboek vragen;. een telegram versturen; - Toerisme en tijdverdrijf:. vragen naar toeristische bezienswaardigheden, routes;. vragen naar sportaccomodaties, bioscoop, programma's... - Winkels (voedsel, apotheek...):. vragen naar veel voorkomende artikelen;. een afspraak maken voor een herstelling;. afrekenen; Alledaagse omgang in het sociale leven - Kennismaken: zichzelf, zijn familie, vrienden, collega's aan anderen voorstellen. - Groeten, afscheid nemen, gelukwensen, condoleren, bedanken... - Op vakantie: zeggen van waar men komt, waar men heen gaat, hoelang men blijft, hoe men zijn tijd doorbrengt... - Iets aanbieden. - Feiten, toestanden en gebeurtenissen vermelden met betrekking tot de actualiteit, het privé-leven en de sociale omgeving. - Aansluitend, standpunten, meningen, gevoelens, argumenten en dergelijke vertolken. -...

13 AFBAKENING Bij het afbakenen van de doelstellingen maakt men een onderscheid tussen transactionele en interactionele situaties of gesprekken. - Transactionele situaties Dit zijn situaties waarbinnen de communicatie relatief goed voorspelbaar is, omdat ze volgens een weinig variërend patroon verloopt. Bij voorbeeld: courante artikelen verkopen, afrekenen, een afspraak maken, telefoongesprekken waarbij men optreedt als tussenpersoon enz. - Interactionele situaties Dit zijn meer open situaties, waarbinnen de communicatie niet zo goed voorspelbaar is. Bij voorbeeld: een eerste overleg met betrekking tot traiteursdienst voor een feest, de bespreking van een catering-contract, gesprekken in het sociale leven. Normaal doen interactionele situaties een beroep op een vrij grote taalbeheersing. Nochtans is het belangrijk dat de leerlingen ook leren op efficiënte wijze te communiceren in deze situaties. Daarom oefenen ze om vlot en op gepaste wijze gebruik te maken van compensatie- en ontwijkingsstrategieën zoals vermeld onder BASIS - Transactionele gesprekken voeren in een aantal goed gekozen "modelsituaties". - Zich op efficiënte wijze behelpen in interactionele situaties. Daarbij op verantwoorde wijze gebruik maken van compensatie- en ontwijkingsstrategieën. (Zie 5.6.) - Eenvoudige instructies en boodschappen met betrekking tot vertrouwde domeinen overbrengen. Belangrijke functies - Omgaan met getallen (betalingen, afstanden, uur en datum, hoeveelheden, afmetingen, gewichten... - Tijdsaanduidingen, duur, frequentie, volgorde... geven en bepalen. - Telefoonconventies toepassen. - Situeren en aanwijzen. - Manipulaties en bewegingen benoemen (donner, pousser, reculer e.d.). - Iets vragen. - Vergelijken. - Bevestigen, ontkennen, zijn instemming betuigen, aanvaarden, danken, weigeren, voorkeur uiten, beloven, zekerheid of twijfel uitdrukken, zich verontschuldigen, gelukwensen... UITBREIDING/VERDIEPING - Transactionele gesprekken voeren over meer onderwerpen. - Daarbij slechts een beperkt gebruik maken van ontwijkingsstrategieën. (Zie ) - Eenvoudige instructies en boodschappen formuleren en overbrengen. - Met de steun van kernwoorden of vragen (b.v.: ce dont on parle, où, quand, qui, quoi, comment, pourquoi, solution) de essentie weergeven van concrete onderwerpen waarover men zich al lezend en/of luisterend gedocumenteerd heeft.

14 14 Correctheid Transactionele gesprekken Het aanwenden van woordenschat en structuren, de uitspraak en de intonatie zijn van die aard dat de spreekintenties probleemloos overkomen bij toehoorders met Frans als moedertaal of met een vlotte beheersing van het Frans. Interactionele gesprekken De taalcorrectheid is van secundair belang: de doeltreffendheid van de interactie primeert. Er wordt een zekere graad van taalcorrectheid nagestreefd. Tempo Het spreektempo mag het geduld van de toehoorders niet storend op de proef stellen. 5.2 Luistervaardigheid LEERPLANDOELSTELLINGEN 1) In het Frans gesproken taaluitingen die toelaten deel te nemen aan rechtstreekse en telefonische gesprekken begrijpen. 2) In het Frans gesproken aankondigingen, mededelingen en richtlijnen zelfstandig begrijpen. 3) Zelfstandig de voor zijn doeleinden relevante informatie putten uit korte en eenvoudige uiteenzettingen. (Uitbreiding) Het belang van deze doelstellingen mag niet onderschat worden: een groot deel van de communicatie in het bedrijf of in het privé-leven impliceert immers luistergedrag. De luistervaardigheid wordt ook apart geoefend. Dit is onder meer nodig om de leerlingen vertrouwd te maken met de woordenschat, de uitspraak, de intonatie, de spreeksnelheid en de verschillende taalregisters van moedertaalsprekers. Om de doelstellingen te realiseren zijn een aantal inzichten, attitudes en vaardigheden belangrijk, waaronder: - gericht luisteren (zich richten op wat men wil vernemen), - rekening houden met de talige en niet-talige context (b.v. de omstandigheden, de betrokken personen, wat juist gezegd werd), - de voorkennis mobiliseren: eigen voorkennis met betrekking tot het doel van een bezoek, het onderwerp van een gesprek, te verwachten aandachtspunten en dergelijke, - zich richten op wat men begrijpt: zich niet laten afleiden door wat men niet heeft verstaan of begrepen, - hoofd- en bijzaken onderscheiden, o.m. op basis van structurerende uitspraken, signaalwoorden, intonatie en debiet, redundantie (zie 6.3.1), het aanwenden van voorbeelden, (Uitbreiding) - feiten, wilsuitingen en meningen onderscheiden, - formeel en informeel taalgebruik onderscheiden, - intonatiepatronen interpreteren (b.v. vraagtoon, gebiedende toon, ongeduld, verwondering, ongeloof).

15 LEERINHOUDEN Met het oog op een representatieve variatie tekstsoorten die relevant zijn voor de studierichting, maakt men een oordeelkundige keuze uit: - gesprekken die aanleunen bij:. situaties in de commerciële sfeer,. situaties in het maatschappelijk leven, - mededelingen, onder andere informatie via luidsprekers of intercom in het station, de luchthaven, een handelsbeurs en dergelijke, - instructies voor het uitvoeren van opdrachten, - reclameclips, productinformatie, - TV-, radio-uitzendingen en -berichten met betrekking tot het beroep (over recepturen, apparatuur, handelsbeurzen, arbeidsomstandigheden, loonovereenkomsten, wetgeving enz.), (Uitbreiding) - eventueel eenvoudige uiteenzettingen over concrete onderwerpen, ook buiten de bedrijfssfeer. (Uitbreiding) AFBAKENING BASIS - De voor zijn doeleinden relevante informatie begrijpen. in korte en concrete berichten (b.v. mededelingen, instructies, reclamespots, productinformatie op TV),. in gesprekken over vertrouwde onderwerpen. Niveau De sprekers houden rekening met anderstaligen met minder vlotte beheersing van het Frans (eenvoudige woordkeuze, vrij veel redundantie, rustig spreektempo, aandacht voor culturele verschillen). UITBREIDING/VERDIEPING. Ook in korte, eenvoudige uiteenzettingen over concrete en vertrouwde onderwerpen. Niveau De sprekers houden minder rekening met anderstaligen met een minder vlotte beheersing van het Frans. (Weergeven van de informatie: zie ) 5.3 Leesvaardigheid LEERPLANDOELSTELLINGEN Met betrekking tot gevariëerde authentieke teksten die relevant zijn voor de studierichting, het leesgedrag afstemmen op verschillende doeleinden. Deze zijn achtereenvolgens: - vertrekkend vanuit een bepaalde informatiebehoefte, bepalen of een tekst relevante informatie bevat en zo ja, welke: "in tekst X staat iets over...", (relevantiebepaling)

16 16 - aan de hand van zo weinig mogelijk tekstinformatie, relatief snel de globale strekking van een tekst bepalen, - de strekking van (relevante) gedeelten van een tekst ook in detail bepalen, (detailidentificatie) - de onderdelen van een tekst onderscheiden en hun verband bepalen, (structureren) (uitbreiding) - conclusies of besluiten trekken. Om deze doelstellingen te realiseren, zijn een aantal inzichten, attitudes en vaardigheden belangrijk. - Teksten lezen met als doel vlug zicht te krijgen op de globale strekking/inhoud (skimmen). - Snel en gericht bepaalde informatie opzoeken (scannen), onder andere op basis van vertrouwdheid met bepaalde tekstsoorten. - Zichzelf vragen stellen over de inhoud van een tekst. - De voorkennis mobiliseren. - Hoofd- en bijzaken onderscheiden. - Feiten en meningen onderscheiden. - Teksten in betekenisvolle segmenten onderverdelen; de segmenten met elkaar in verband brengen (m.a.w. de tekst of de informatie structureren); daarbij gebruik maken van de aanwezige structuurindicatoren (d'abord, ensuite, pour...). (Uitbreiding) - De in diverse bronnen bekomen informatie vergelijken en bundelen. - Een woordenboek en gespecialiseerde woordenlijsten doeltreffend gebruiken (dus als het nodig is, en anders niet). - De betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context, uit gelijkenis met woorden in de doeltaal of in andere talen. - In een ingewikkelde zin, de zinskern onderscheiden (de zinskern draagt meestal ook de kern van de boodschap) LEERINHOUDEN Geschreven boodschappen in het dagelijks leven Bij voorbeeld:. borden, wegwijzers, opschriften in de woonomgeving, in warenhuizen, langs de wegen enz.,. mededelingen aan het publiek: bezoekuren, uurregelingstabellen van het openbaar vervoer en dergelijke,. instructies in telefooncellen, bij geld- en parkeerautomaten enz., Documenten voor studie en beroep Bij voorbeeld:. instructies en richtlijnen in verband met oriëntatie, veiligheid en organisatie in bedrijven,. etikettering, stempels op grondstoffen, vlees, producten, materialen, gereedschap, machines en dergelijke,. informatie over grondstoffen, producten, machines en dergelijke in catalogi, folders, bijsluiters, publiciteit in gespecialiseerde tijdschriften,. handleidingen: gebruiksaanwijzingen en -voorschriften, montage-, plaatsings-, onderhoudsvoorschriften, identificatievoorschriften bij defecten, brico-fiches, wasvoorschriften enz.. productie-analyse: recepturen, beschrijvingen van werkmethodes, werking van machines enz.,

17 17. commerciële documenten als facturen, bestel- en leveringsbonnen, eenvoudige brieven (vraag om informatie, offertes...),. beschrijvingen van realisaties, bij voorbeeld een buffet,. korte en eenvoudige artikels over concrete onderwerpen: vulgariserende artikels in de pers, bijdragen in vaktijdschriften, (Uitbreiding) Het is wel duidelijk dat niet alle vernoemde tekstsoorten pertinent zijn voor beide studierichtingen. Men dient de opsomming als een leidraad te gebruiken om, in overleg met de leraren voor de technische vakken en de praktijk, een korpus samen te stellen dat specifiek is voor de concrete studierichtingen en representatief voor de voorspelbare beroepssituaties van de leerlingen. Men moet de motivatie van de leerlingen in het oog houden. Een aantal deelvaardigheden kunnen ook geoefend worden aan de hand van korte en eenvoudige artikels. Deze moeten niet noodzakelijk beroepsgericht zijn, en men kan de kans aangrijpen om afwisseling te brengen in de lessen door in te spelen onder andere op actuele gebeurtenissen en ontwikkelingen. (Zie ook 5.5 Kennis van land en volk.) AFBAKENING BASIS UITBREIDING/VERDIEPING - Geschreven boodschappen in het dagelijks leven correct interpreteren. - Binnen een redelijke, vooraf bepaalde tijd, met behulp van een woordenboek of woordenlijst, de onder (vetgedrukte tekst) beschreven doelstellingen realiseren naar aanleiding van eenvoudige, goed gestructureerde teksten over concrete en vertrouwde onderwerpen. (Niet structureren.) (Weergeven van de informatie: zie ) Ook structureren. (Weergeven van de informatie, zie ) 5.4 Schrijfvaardigheid LEERPLANDOELSTELLINGEN Hierbij wordt uitdrukkelijk gesteld dat de schrijfvaardigheid GEEN BASISDOELSTELLING is in deze studierichtingen. Schrijfactiviteiten kunnen wel aangewend worden als oefenvorm bij het verwerken van woordenschat, structuren en nuttige uitdrukkingen. (Zie 6 Methodologische wenken.) Als UITBREIDINGSDOELSTELLING geldt het volgende. Eenvoudige briefmodellen, stereotiepe mededelingen en berichten aanpassen aan veel voorkomende behoeften. Daarbij is de taalcorrectheid van die aard, dat de boodschap gemakkelijk overkomt. Een moedertaalspreker zal de tekst kunnen corrigeren zonder al te veel veranderingen aan te brengen.

18 18 Bij de realisatie van deze doelstelling spelen de volgende inzichten, attitudes en vaardigheden een rol. - De Franse spelling en grammatica toepassen. (Zie 5.7.) - Een betoog structureren en bondig formuleren. - Conventies toepassen.. De gebruikelijke schrijfconventies: opmaak, vorm van het adres, aanduiding van referten en voorwerp, aanspreekvormen, openings- en slotformules, aanduiding van eenheden en symbolen en dergelijke.. De specifieke structuren van zakelijke (en persoonlijke) brieven.. De juiste zakelijke toon. - Hulpmiddelen gebruiken.. Brieven en documenten waarop men een antwoord moet schrijven.. Modellen (brieven/documenten die men aan de eigen behoeften aanpast).. Naslagwerken, onder andere: E een vertalend woordenboek, E een basisgrammatica of overzichtstabellen. - De ingesteldheid om belangrijke geschriften te laten nalezen op taalcorrectheid LEERINHOUDEN - Courante mededelingen, borden, reclame, boodschappen, berichten aan de klanten. - Zakelijke brieven:. vraag om inlichtingen, offerte, cataloog en dergelijke,. een begeleidende brief bij het versturen van documentatie, factuur enz.,. een bestelling plaatsen (eventueel bevestigen),. reserveren voor een verblijf in een hotel, 5.5 Kennis van land en volk In de algemene doelstellingen wordt de aandacht gevestigd op de interculturele aspecten van de communicatie, in het volgende perspectief: - het bevorderen van een effectievere communicatie met anderstaligen, onder meer in de context van de steeds meer internationaal wordende betrekkingen op het gebied van toerisme, technologie, nijverheid en handel; - "het verbreden van de geestelijke horizon en het relativeren van de eigen gebruiken en opvattingen (G. Westhoff)". Concreet kan men deze doelstellingen als volgt vertalen. - Beschikken over enige globale kennis van de anderstalige gebieden die toelaat toegang te krijgen tot de belevingswereld en de perspectieven van mogelijke gesprekspartners (of correspondenten).

19 19 Bijvoorbeeld:. de staatsvorm, de economische, politieke en toeristische situatie,. opvallende maatschappelijke kenmerken, gewoonten in de dagelijkse omgang en de voeding, nationale gevoeligheden,. geografische gegevens, gebeurtenissen die de laatste jaren wereldnieuws vormden, eventueel een markant hoogtepunt uit de (culturele) geschiedenis, - Openstaan voor culturele verschillen en bereid zijn de eigen leefsituatie kritisch te beschouwen. Aansluitend hierop gevoelig zijn voor verschillen in cultuuruitingen en voor de vooroordelen die daarmee verband kunnen houden. - Weet hebben van gevoeligheden die samenhangen met ideologische/religieuze, sociaal-maatschappelijke en politieke factoren, en ermee rekening houden. - Op de hoogte zijn van verschillen in sociale conventies (b.v. omgangsvormen, manieren om zijn instemming te betuigen, iets te aanvaarden of te weigeren) en ze oordeelkundig toepassen of ermee rekening houden. - Weten dat sommige uitdrukkingen anders geïnterpreteerd worden al naargelang het land of de regio. Niet-talige communicatievormen (gebaren, gelaatsuitdrukkingen e.d.) correct interpreteren en zelf geen aanleiding geven tot ongewenste interpretaties. - Tenslotte, bewust zijn dat de eigen taalbeheersing wel eens (veel) beter kan zijn dan die van de gesprekspartner; ook in dit geval alert zijn om niet misbegrepen te worden. Met "anderstalige gebieden" bedoelt men de landen en regio's waar Frans wordt gesproken, en wel in eerste instantie Franstalig België en Frankrijk. Het is echter ook mogelijk dat de leerlingen Frans als "tussentaal" zullen gebruiken in hun contacten met personen waarvan ze de taal niet of onvoldoende beheersen, zo bij voorbeeld migranten. Daarom is het belangrijk dat ze de attitude ontwikkelen om STEEDS (dus ook met sprekers van andere talen) aandacht te schenken aan culturele verschillen zowel als de vaardigheid om er "onvoorbereid" mee om te gaan. De kennis van land en volk wordt zoveel mogelijk geïntegreerd in de taalvaardigheidstraining. Het ligt voor de hand dat, wanneer het gaat om training van de lees- en de luistervaardigheid, men ook een beroep zal doen op teksten die nuttige kenniselementen verstrekken en op gespreksmodellen die culturele verschillen illustreren zowel als manieren om erop in te spelen. Bij het oefenen van de gespreksvaardigheid kan men in enkele opdrachten voorzien die inspelen op de receptief aangeboden informatie. Deze geïntegreerde aanpak in de gespreksvaardigheid biedt het voordeel dat de leerlingen zich leren inleven in de situatie van hun gesprekspartners. 5.6 Lexicon De woordenschat die de leerlingen tijdens de voorbije jaren hebben verworven en die in grote mate gericht was op praktisch taalgebruik, wordt zo goed mogelijk herhaald en verder geïntegreerd in het kader van communicatieve situaties. Ook in de derde graad gebeurt het verwerven van nieuwe woorden op functionele basis. - Dit betekent dat de actief te beheersen woordenschat overwegend wordt bepaald in functie van een oordeelkundige keuze van gesprekssituaties (en eventueel enkele schrijfsituaties).

20 20 - Via de lees- en luisteroefeningen zal eveneens een nieuwe woordenschat geassimileerd worden, zij het vaak op receptief niveau, zoals dit ook in de moedertaal gebeurt. Door te zorgen voor afwisseling qua tekstsoort en behandelde onderwerpen wordt ook deze receptieve woordenschat systematisch uitgebreid. Dit leerplan legt nadrukkelijk accenten op een leerproces waarbij de vaardigheidstraining centraal staat en waarbij veel teksten/modellen aan bod komen. De leerlingen worden stilaan vertrouwd met de courante terminologie in hun toekomstige beroepspraktijk. De volgende lijst van interessante "velden" kan als leidraad dienen om de verwerving van specialistische woordenschat onder controle te houden en zo nodig bij te sturen. Daarmee wordt zeker geen lans gebroken voor een uitgebreide vocabulaire die de leerlingen van buiten moeten leren. Men moet alleszins vermijden hun geheugen te overladen met woorden die zij niet meteen in gebruikstaal kunnen integreren. De onderstaande lijst kan wel dienen om bij voorbeeld thematische steekkaarten samen te stellen die ze bij behoefte - ook na de tijd op school - kunnen (blijven) raadplegen. Ook hier is overleg wenselijk met de verantwoordelijken voor de technische en praktijkopleiding. Het opstellen van dergelijke steekkaarten kan een uitdaging zijn voor een inter-scholen-werkgroep. - Brood- en banketbakkerij en confiserie. Soorten brood, gebak, snoep, ijs.... Grondstoffen en ingrediënten.. Courante terminologie van de recepturen (b.v. pétrir, sabler, garnir... un quatre-quart, une pâte feuilletée).. Courante voedingswaren die in een slagerij of een dorpsbakkerij te koop worden aangeboden.. Toestellen, gereedschap en uitrusting in een bakkerij.. Gereedschap en producten voor schoonmaak en onderhoud. - Slagerij en vleeswarenbereiding. Diverse soorten slachtvee, wild, gevogelte en vis.. De delen van het slachtvee (b.v. le jarret, l'entrecôte, le gigot).. Handelingen bij het versnijden en bereiden (désosser, parer, moudre... arroser). Slagerij- en visbereidingen (b.v. la saucisse de Lyon, le filet d'anvers, l'anguille au vert).. Ingrediënten, grondstoffen, producten.. Groenten en kruidenierswaren.. De kaasplank.. Dranken.. Gangen, gerechten, hapjes bij een eetmaal, receptie of barbecue.. Courante toestellen, gereedschap en uitrusting in vleesverwerkende bedrijven.. Gereedschap en producten voor schoonmaak en onderhoud. 5.7 Grammatica De grammaticale component is eveneens functioneel. - De grammaticale vormen en structuren toepassen die het mogelijk maken de leerplandoelstellingen te realiseren. - Eventueel de voor zijn doeleinden relevante informatie betrekken uit een basisgrammatica of uit overzichtstabellen. De voor dat doel noodzakelijke (eventueel Nederlandse) metataal beheersen.

21 IN FUNCTIE VAN DE GESPREKSVAARDIGHEID Vooral in functie van de gespreksvaardigheid, kunnen enige onderwerpen op praktische wijze aan de orde komen. - Het gebruik van "grammaticale woorden" als celui-ci, tous, quelques, plusieurs... - De telwoorden. - Eenvoudige uitdrukkingen van verleden, heden en toekomst (met nadruk op het gebruik van de "futur proche"). - Eenvoudige uitdrukkingen van doel, middel, wijze, voorwaarde... - De vragende en ontkennende zinnen. - De woordorde IN FUNCTIE VAN DE SCHRIJFVAARDIGHEID Men vergeet niet dat de schrijfvaardigheid een uitbreidingsdoelstelling is. Aangezien men uitgaat van modellen (zie 5.4), primeert het taaltechnische aspect van de schrijfvaardigheid (een zo correct mogelijke schrijfwijze). Dan kunnen eventueel de volgende onderwerpen van belang zijn. - De schrijfwijze van de voorkomende pronomina. - De congruentieproblematiek. Een praktische, eventueel vereenvoudigde beregeling van:. het vrouwelijk en het meervoud van de voorkomende adjectieven en substantieven, van de pronomina,. de overeenkomst van het adjectief met het bijbehorende substantief, van het werkwoord met het onderwerp, van het voltooid deelwoord. - De voorkomende werkwoordsvormen. - Het opsplitsen in lettergrepen. - Het gebruik van koppeltekens. - De punctuatie. - De afkortingen Daarbij is het minder de bedoeling dat de leerlingen deze vormen zelfstandig kunnen toepassen in geschreven taaluitingen, dan dat ze een klare kijk hebben op de mogelijk voorkomende problemen bij het schrijven van brieven en alert zijn om zo nodig een grammatica of een woordenboek te raadplegen OCCASIONEEL EN SYSTEMATISCH GRAMMATICA-ONDERRICHT Men maakt een onderscheid tussen een occasionele en een systematische herhaling/behandeling van grammaticale items. - Een occasionele behandeling vindt plaats wanneer men merkt dat daaraan bij de leerlingen behoefte is, naar aanleiding van een gesprek, lees- of schrijfoefening. Ze neemt weinig tijd in beslag en is gericht op een beperkt toepassingsveld (b.v. het onderscheid tout/tous). Een korte, gerichte oefening kan daarbij ruimschoots volstaan. - Een systematische herhaling heeft als doel een referentiekader te onderhouden (of eventueel bij te brengen), waardoor de leerlingen zich kunnen oriënteren binnen het beperkt aantal grammaticale structuren en regels die relevant zijn voor hun taalgebruik. Zo leren zij ook een basisgrammatica of overzichtstabellen doelmatig gebruiken. Dit soort herhalingen mag nochtans niet te veel tijd in beslag nemen.

22 22 Men vermijdt een nutteloos gedetailleerde of ingewikkelde voorstelling van zaken. Dat geldt zeker voor de referentiële gegevens die iedere leerling in zijn geheugen moet opslaan. Het doel van grammatica-onderricht is vereenvoudigen door overzicht en niet compliceren met uitzonderingen. 6 METHODOLOGISCHE WENKEN 6.1 Het jaarplan Bij het begin van het schooljaar stelt men, liefst na raadpleging van of in samenwerking met de leraren van de vakken die het eigen profiel van de studierichting bepalen (onder andere PV Praktijk/Stages), aan de hand van de leerinhouden die in het leerplan worden gesuggereerd, een lijst op van situaties, bijbehorende documenten (voor lezen en luisteren) en taken die men aan bod wil laten komen. De gesprekssituaties worden bondig beschreven, eventueel in de loop van het schooljaar, met aanduiding van het transactionele en/of interactionele karakter van de behandeling. Bijvoorbeeld - Als traiteur een feestmenu bespreken (interactioneel). Taalhandelingen: omgaan met getallen (prijzen, hoeveelheden, gewichten) - frequentie, volgorde bepalen - manipulaties benoemen - voorwaarde, oorzaak en gevolg uitdrukken - vragen - voorkeur uiten. - Een alledaags verkoopgesprek voeren in de bakkers- of beenhouwerswinkel (transactioneel). Taalhandelingen:... Zo krijgt men zicht op de opbouw van de leerstof en ook op mogelijke hiaten. De aanwijzingen van de voornoemde leerkrachten laten toe realistische scenario's op te bouwen en bepaalde onderwerpen te plannen in functie van de groeiende kennis en ervaringen van de leerlingen. Het jaarplan is geen star programma: het moet steeds aangevuld, gepreciseerd en aangepast kunnen worden in de loop van het schooljaar. 6.2 Motivatie Men moet de motivering van de leerlingen in het oog houden, onder andere door rekening te houden met hun leefwereld, hun leerstijl en mogelijkheden. - De lessen Frans moeten in de eerste plaats "doe-lessen" zijn. De leerlingen oefenen al doende bepaalde vaardigheden in en verwerven daardoor de nodige kennis.. Ze krijgen zoveel mogelijk reële taken of opdrachten waarmee ze ook in het beroep of in het privéleven kunnen te maken krijgen.. Bij gespreksvaardigheid wordt een sterke klemtoon gelegd op eenvoudige, formule-achtige uitdrukkingen die nuttig zijn voor de dagelijkse omgang.. Men waardeert het als een prestatie als ze zich op efficiënte wijze kunnen uitdrukken. Hen vaak laten proberen heeft meer leer-effect dan aanhoudend verbeteren. - Er moet voldoende variatie zijn in de lesactiviteiten en in de referentiële syllabus.. Voor het oefenen van de gespreksvaardigheid wisselen situaties in de beroepssfeer af met situaties uit het privé-leven. Het kan aangewezen zijn dat men zich in de beginfase eerder toelegt op de meer gesloten oefenvormen die aan bod komen bij transactionele situaties. (Zie 6.3.) Maar na enige tijd laat men transactionele gesprekken afwisselen met interactionele spreekoefeningen.

23 23. De gesprekssituaties, de inhoud van lees- en luisterteksten moeten zoveel mogelijk als nieuw, boeiend of ontspannend overkomen. - Via stages en vakantiejobs (mogelijk ook via ervaring thuis), krijgen de leerlingen een steeds betere kijk op de beroepsrealiteit. Men tracht rekening te houden met hun constructieve opmerkingen, vragen en mogelijke wensen. 6.3 Gespreksvaardigheid TRANSACTIONELE SITUATIES Bij dit soort situaties kan men gebruik maken van modeldialogen en bij de verwerking een vrij hoge taalcorrectheid eisen. Belangrijke kenmerken van een goede modeldialoog zijn de duidelijkheid en vanzelfsprekendheid van het scenario en het authentiek taalgebruik. - Een duidelijk en vanzelfsprekend scenario Het scenario moet aanleunen bij de herkenbare praktijk; het mag geen moeilijkheden opleveren om te memoriseren, maar moet integendeel zelf een geheugensteun zijn. Het moet de aangeboden taaluitingen verbinden met een geëigende en goed identificeerbare context, zodat nadien een analoge context het gepaste taalgebruik als het ware automatisch oproept. Modeldialogen zijn best niet te lang, tenzij men ze kan opsplitsen in duidelijk te onderscheiden delen. - Authentiek taalgebruik Modeldialogen moeten echte, eenvoudige en gebruikelijke spreektaal aanbieden. Het taalmateriaal wordt in eerste instantie aangewend in functie van een efficiënte boodschap, en niet van lexicale of grammaticale verruiming. Bijkomende woordenschat die men noodzakelijk acht, wordt best nadien aangeboden en geoefend. Om een modeldialoog te laten verwerken voorziet men de nodige tussenstappen, zonder daarom in tijdverlies te vervallen. Mogelijke tussenstappen zijn: - de dialoog voorstructureren en beluisteren; (Zie 6.4 Luistervaardigheid); - de dialoog nogmaals beluisteren en volgen in de tekst; - de leerlingen zeggen hem na met aandacht voor uitspraak, ritme en intonatie; - verwerkingsoefeningen (invul-, combinatie-, gedeeltelijke vertaaloefeningen enz.) die de leerlingen moeten vertrouwd maken met de nieuwe uitdrukkingen en met bepaalde vormelijke aspecten van de dialoog (b.v. het gebruik van de subjonctif na préférer); deze oefeningen moeten zoveel mogelijk aanleunen bij de geoefende tekst; - de dialoog memoriseren; als tussenstap kan men hem laten spelen met behulp van teksten waar de replieken van een personage zijn vervangen door hun vertaling, een beknopte aanduiding of een tekening; de leerlingen kunnen elkaar corrigeren; - transferoefeningen via situationele variaties: deze etappe is belangrijk daar ze de integratie van de nieuwe taalelementen in het semantisch- of lange-termijngeheugen bevordert; het louter memoriseren van de modeldialogen heeft enkel invloed op het kort geheugen. Men confronteert de leerlingen liefst met verschillende modellen. Bij transferoefeningen en wanneer de leerlingen zelf een dialoog moeten bouwen, zorgt men voor een nauwkeurige beschrijving van de personages, de situatie en zo nodig, het verloop van het gesprek (de setting). Daarbij moeten ze beschikken over de nodige woordenschat en uitdrukkingen. Men kan ze dit alles geven

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS. Guimardstraat 1-1040 BRUSSEL LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. AV FRANS 3de graad KSO-TSO DEEL C

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS. Guimardstraat 1-1040 BRUSSEL LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. AV FRANS 3de graad KSO-TSO DEEL C VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS Guimardstraat 1-1040 BRUSSEL LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS AV FRANS 3de graad KSO-TSO DEEL C Brussel - Licap - D/1992/0279/013C - september 1992 Werken

Nadere informatie

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs

Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Vakdocumenten Frans (2004) Visie en accenten leerplan Frans BaO 1 De eerste stappen zetten - Basiswoordenschat

Nadere informatie

Wat stelt de doorlichting vast? Enkele voorbeelden:

Wat stelt de doorlichting vast? Enkele voorbeelden: Werken aan leerlijnen De nieuwe leerplannen zijn nu van kracht in het basisonderwijs, in de eerste en de tweede graad. Dit is een geschikt moment om leerlijnen opnieuw te bekijken of uit te werken. Wat

Nadere informatie

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid

Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid Doorlopende leerlijn vaardigheden Frans ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per vaardigheid Kernvaardigheden PO Onderbouw havo en vwo Tweede fase havo Tweede fase vwo 1. Leesvaardigheid

Nadere informatie

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2

Zakelijk Professioneel (PROF) - B2 Zakelijk Professioneel (PROF) - B2 Voor wie? Voor hogeropgeleiden die hun taalvaardigheid in het Nederlands zullen moeten bewijzen op de werkvloer in Vlaanderen, Nederland of in een buitenlands bedrijf

Nadere informatie

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS. Guimardstraat 1-1040 BRUSSEL LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. AV FRANS Derde graad TSO DEEL B

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS. Guimardstraat 1-1040 BRUSSEL LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. AV FRANS Derde graad TSO DEEL B VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS Guimardstraat 1-1040 BRUSSEL LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS AV FRANS Derde graad TSO DEEL B Brussel - Licap D/1992/0279/013B - september 1992 Werken aan

Nadere informatie

~ 1 ~ selecteren. (LPD 1,8,27) (LPD 13,22,23,27)

~ 1 ~ selecteren. (LPD 1,8,27) (LPD 13,22,23,27) ~ 1 ~ Functionele taalvaardigheid/ tekstgeletterdheid Eindtermen (P)AV voor 2 de graad SO 3 de graad SO 3 de jaar 3 de graad SO DBSO niveau 2 de graad DBSO niveau 3 de graad DBSO niveau 3 de jaar 3 de

Nadere informatie

Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen

Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen Engels, vmbo gltl, Liesbeth Pennewaard kernen subkernen Context (inhoud) taalvaardigheidsniveau CE of SE Eindterm niveau GL/TL Exameneenh eid Lezen Correspondentie lezen Opleiding: uitwisseling, vorming,

Nadere informatie

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën 1 Bijlage 10. Eindtermen moderne vreemde talen: Frans of Engels van de derde graad bso (derde leerjaar) Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën LUISTEREN vrij concreet

Nadere informatie

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS Guimardstraat BRUSSEL

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS Guimardstraat BRUSSEL VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS Guimardstraat 1-1040 BRUSSEL LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS FRANS HANDELSCORRESPONDENTIE FRANS BOEKHOUDEN-INFORMATICA HANDEL SECRETARIAAT-TALEN Derde

Nadere informatie

Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen

Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen Titel / thema tekst / toets Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor de derde graad Moderne Talen LUISTERVAARDIGHEID De leerlingen kunnen Lu 1 op beschrijvend niveau van narratieve,

Nadere informatie

Profiel Professionele Taalvaardigheid

Profiel Professionele Taalvaardigheid Profiel Professionele Taalvaardigheid PPT Het Profiel Professionele Taalvaardigheid omvat de taalvaardigheid die nodig is om professioneel in het Nederlands te functioneren en is in de eerste plaats gericht

Nadere informatie

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën 1 Bijlage 3. Eindtermen moderne vreemde talen: Frans of Engels van de tweede graad bso (eerste en tweede leerjaar) Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën LUISTEREN met

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis

Nadere informatie

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo

CONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Tussendoelen Nederlands onderbouw vo, vmbo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 vmbo de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 vmbo de betekenis

Nadere informatie

Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel

Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel LEERLIJNEN FRANS: D/0279/2002/044 D/0279/2004/001 ZONDER UITBREIDING 1 Luisteren 1.1 Luistertaken (Lu1) Tekstsoort Graad

Nadere informatie

Wat kan ik na het 1 ste jaar? SPREKEN SCHRIJVEN LUISTEREN

Wat kan ik na het 1 ste jaar? SPREKEN SCHRIJVEN LUISTEREN Wat kan ik na het 1 ste jaar? Ik kan mezelf kort voorstellen: naam, woonplaats, beroep, Ik kan iemand op een eenvoudige maar correcte manier begroeten en afscheid nemen. Ik kan in een eenvoudig gesprek

Nadere informatie

Niveaubepaling Nederlandse taal

Niveaubepaling Nederlandse taal Niveaubepaling Nederlandse taal Voor een globale niveaubepaling kunt u de niveaubeschrijvingen A1 t/m C1 doornemen en vaststellen welk niveau het beste bij u past. Niveaubeschrijving A0 Ik heb op alle

Nadere informatie

INFORMATICA(BEHEER) 3de graad TSO AV FRANS. Eerste leerjaar: 3 uur/week Tweede leerjaar: 3 uur/week. In voege vanaf 1 september 1999 D/1999/0279/024C

INFORMATICA(BEHEER) 3de graad TSO AV FRANS. Eerste leerjaar: 3 uur/week Tweede leerjaar: 3 uur/week. In voege vanaf 1 september 1999 D/1999/0279/024C INFORMATICA(BEHEER) Derde graad TO AV FRAN Eerste leerjaar: 3 uur/week Tweede leerjaar: 3 uur/week In voege vanaf 1 september 1999 AV Frans 37 Informatica(beheer) 3de graad TO INHOUD 1 UITGANGPUNTEN...

Nadere informatie

Moderne vreemde talen vmbo Leerlijnen landelijke kaders

Moderne vreemde talen vmbo Leerlijnen landelijke kaders Moderne vreemde talen vmbo Leerlijnen landelijke kaders SLO nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling Verantwoording 2009 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Alle rechten voorbehouden.

Nadere informatie

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde

MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde MODERNE VREEMDE TALEN - ASO DUITS Het voorliggende pakket eindtermen beantwoordt aan de decretale situatie waarbij in de basisvorming in de derde graad ASO, Duits als tweede moderne vreemde taal kan worden

Nadere informatie

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

Luister- en kijkvaardigheid in de lessen Nederlands

Luister- en kijkvaardigheid in de lessen Nederlands Les Taalblad, Pendelaars Tekstsoort, publiek, niveau Informatieve en persuasieve tekst Onbekend publiek Structurerend niveau voor leesvaardigheid, beoordelend niveau voor luistervaardigheid Verwijzing

Nadere informatie

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat.

De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat. A. LEER EN TOETSPLAN DUITS Onderwerp: Leesvaardigheid De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn Duitse woordenschat. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven

Nadere informatie

3.4. De profielbeschrijvingen Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid

3.4. De profielbeschrijvingen Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid 3.4. De profielbeschrijvgen Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid PTIT Het Profiel Toeristische en Informele Taalvaardigheid omvat de taalvaardigheid die nodig is om sociaal te functioneren

Nadere informatie

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo

CONCEPT. Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Tussendoelen Engels onderbouw vo havo/vwo Preambule Voor alle domeinen van Engels geldt dat het gaat om toepassingen van kennis en vaardigheden op thema s die alledaags en vertrouwd zijn. Hieronder worden

Nadere informatie

Common European Framework of Reference (CEFR)

Common European Framework of Reference (CEFR) Common European Framework of Reference (CEFR) Niveaus van taalvaardigheid volgens de Raad van Europa De doelstellingen van de algemene taaltrainingen omschrijven we volgens het Europese gemeenschappelijke

Nadere informatie

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën

Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën 1 Bijlage 7. Eindtermen moderne vreemde talen: Frans of Engels van de derde graad bso (eerste en tweede leerjaar) Taaltaken, verwerkingsniveaus, tekstsoorten, tekstkenmerken en strategieën LUISTEREN vertrouwd

Nadere informatie

2.3 Literatuur. 1.4.2 Schriftelijke vaardigheden 1.4.2.1 Lezen LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL LEERPLAN ALGEMEEN:

2.3 Literatuur. 1.4.2 Schriftelijke vaardigheden 1.4.2.1 Lezen LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL LEERPLAN ALGEMEEN: LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL ALGEMEEN: p.8 2.3 Literatuur In onze leerplannen is literatuur telkens als een aparte component beschouwd, meer dan een vorm van leesvaardigheid. Na de aanloop

Nadere informatie

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader).

Lokaliseren situeren van plaatsen op een landkaart (in een beperkt of ruim kader). De volgende vakken komen aan bod Aardrijkskunde Maatschappelijke vorming (MAVO) Nederlands Godsdienst Niet-conventionele zedenleer LEERDOELSTELLINGEN LESFICHE C Door aan de slag te gaan met lesfiche C

Nadere informatie

Voor alle leraren Nederlands. 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden: tekstsoorten, procedures/strategieën en attitudes.

Voor alle leraren Nederlands. 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden: tekstsoorten, procedures/strategieën en attitudes. Voor alle leraren Nederlands 'Vergelijkend schema', eindtermen vaardigheden van de 3 graden:, procedures/strategieën en attitudes. 1 Luisteren 1e graad 2e graad 3e graad uiteenzetting leerstofonderdeel

Nadere informatie

HUIDIG LEERPLAN FRANS

HUIDIG LEERPLAN FRANS HUIDIG LEERPLAN FRANS ASPECTEN VAN BEGINSITUATIE Lln : Frans nieuw vak geen voorkennis vereist aanpak systematisch & geleidelijk vorderend weinig of geen stimuli of talige omgeving kdn willen wel graag

Nadere informatie

Niveaus Europees Referentie Kader

Niveaus Europees Referentie Kader Niveaus Europees Referentie Kader Binnen de niveaus van het ERK wordt onderscheid gemaakt tussen begrijpen, spreken en schrijven. Onder begrijpen vallen de vaardigheden luisteren en lezen. Onder spreken

Nadere informatie

Opleiding. Tolk Vlaamse Gebarentaal. Code + officiële benaming van de module. Module Vlaamse Gebarentaal B. Academiejaar 2015-2016.

Opleiding. Tolk Vlaamse Gebarentaal. Code + officiële benaming van de module. Module Vlaamse Gebarentaal B. Academiejaar 2015-2016. Opleiding Tolk Vlaamse Gebarentaal Code + officiële benaming van de module Module Vlaamse Gebarentaal B Academiejaar 2015-2016 Semester 2 Studieomvang 9 studiepunten Totale studietijd 180 Aantal lestijden

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 13-14-15

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 13-14-15 Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan

Nadere informatie

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl )

Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl ) Einddoelen Nederlands Nederlands ( 2F bb kb/gl/tl ) vmbo bovenbouw = CE = Basis = SE = Varieert per bb/kb/gt-leerweg en varieert ook door de keuze voor papieren of digitaal examen. Zie Syllabus 2014. Leesvaardigheid

Nadere informatie

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen

Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Vooraf De syntheseproef bestaat uit een aantal onderdelen. 1. Schriftelijke taalvaardigheid Het verslag dat je maakte van de aidsgetuigenis van Kristof

Nadere informatie

Europees Referentiekader

Europees Referentiekader Europees Referentiekader Luisteren Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete omgeving betreffen, wanneer de mensen langzaam en duidelijk spreken. Ik

Nadere informatie

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2

Educatief Startbekwaam (STRT) - B2 Educatief Startbekwaam (STRT) - B2 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) of jongeren (16+) aan het einde van het secundair of voortgezet onderwijs in het buitenland die starten met een studie

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 13602 25 juli 2011 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 29 juni 2011, nr. VO/309740, houdende

Nadere informatie

COMMUNICATIE IN VREEMDE TALEN

COMMUNICATIE IN VREEMDE TALEN Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel Algemene vorming op het einde van de derde graad secundair onderwijs COMMUNICATIE IN VREEMDE TALEN Op het einde van de

Nadere informatie

13. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten.

13. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten. A. LEER EN TOETSPLAN Onderwerp: Leesvaardigheid 12, 13, 14, 17 geschreven Engelstalige teksten. 14. De leerling leert in Engelstalige schriftelijke en digitale bronnen informatie te zoeken, te ordenen

Nadere informatie

TABASCO. Oriëntatie + voorbereiden

TABASCO. Oriëntatie + voorbereiden TABASCO Oriëntatie + voorbereiden Leercoach Leerlingen Een bestelling doen in een restaurant (mondeling) Leerplandoelstellingen kiezen functionele kennis: - woordvelden: 35.1.3 en 35.1.4 - grammatica:

Nadere informatie

Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor het 2 e leerjaar van de 2 e graad aso. Datu m van de les. De leerlingen kunnen

Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor het 2 e leerjaar van de 2 e graad aso. Datu m van de les. De leerlingen kunnen Titel / thema tekst / toets Kruistabel ter inspiratie voor het opmaken van een jaarplan Duits voor het 2 e leerjaar van de 2 e graad aso De leerlingen kunnen LUISTERVAARDIGHEID Lu 1 op beschrijvend niveau

Nadere informatie

Kan ik het wel of kan ik het niet?

Kan ik het wel of kan ik het niet? 1 Kan ik het wel of kan ik het niet? Hieronder staan een aantal zogenaamde kan ik het wel, kan ik het niet-schalen. Deze hebben betrekking op uw taalvaardigheid in zowel het Nederlands als het Engels.

Nadere informatie

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK)

Niveaus van het Europees Referentiekader (ERK) A Beginnend taalgebruiker B Onafhankelijk taalgebruiker C Vaardig taalgebruiker A1 A2 B1 B2 C1 C2 LUISTEREN Ik kan vertrouwde woorden en basiszinnen begrijpen die mezelf, mijn familie en directe concrete

Nadere informatie

Profiel Maatschappelijke Taalvaardigheid

Profiel Maatschappelijke Taalvaardigheid Profiel Maatschappelijke Taalvaardigheid PMT Het Profiel Maatschappelijke Taalvaardigheid omvat de taalvaardigheid die nodig is om zelfstandig maatschappelijk te functioneren het Nederlands en is de eerste

Nadere informatie

Eindtermen Nederlands lager onderwijs

Eindtermen Nederlands lager onderwijs Eindtermen Nederlands lager onderwijs Bron: www.ond.vlaanderen.be/dvo 1 Luisteren De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) de informatie achterhalen in: 1.1 een voor hen bestemde mededeling

Nadere informatie

Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden -

Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden - Leerlijn ICT VIJFDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch herhalen - verdiepen - verbreden - 1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover

Nadere informatie

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.

Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen. Vaktips Frans 1. D O E L S T E L L I N G E N De Franse taal leren verstaan, lezen, spreken en schrijven. Om dit te bereiken, moet je: Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en

Nadere informatie

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS WISKUNDE. Derde graad BSO Derde leerjaar: 1 of 2 uur/week

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS WISKUNDE. Derde graad BSO Derde leerjaar: 1 of 2 uur/week VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS WISKUNDE Derde graad BSO Derde leerjaar: 1 of 2 uur/week Licap - Brussel - september 1995 INHOUD 1 BEGINSITUATIE... 5 2

Nadere informatie

Sint-Jan Berchmanscollege

Sint-Jan Berchmanscollege Sint-Jan Berchmanscollege Infobrochure ADMINISTRATIE & RETAIL (3de graad BSO) Leerlingprofiel Je bent 16-17 jaar. Je kiest voor een studierichting in de derde graad. Je wil meer te weten komen over het

Nadere informatie

VOET EN STUDIEGEBIED HANDEL

VOET EN STUDIEGEBIED HANDEL Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel VOET EN STUDIEGEBIED HANDEL Elementen van de Stam Alle elementen van de stam zijn fundamenteel in de vorming van de leerling

Nadere informatie

Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad)

Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad) Eindtermen Nederlands algemeen secundair onderwijs (derde graad) Bron: www.ond.vlaanderen.be/dvo 1 Luisteren 1 De leerlingen kunnen op structurerend niveau luisteren naar uiteenzettingen en probleemstellingen

Nadere informatie

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde

A1 A2 B1 B2 C1. betrekking op concrete betrekking op abstracte, complexe, onbekende vertrouwde Luisteren - kwalitatieve niveaucriteria en zinsbouw tempo en articulatie Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben Teksten hebben o.a. betrekking op zeer betrekking op betrekking op betrekking

Nadere informatie

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent

Nadere informatie

taal portfolio Checklist B1

taal portfolio Checklist B1 taal portfolio Checklist B1 Inhoud bladzijde 3 bladzijde 4 Vul eerst je naam in Checklist Zo gebruik je deze checklist Je kunt deze checklist op de computer invullen en daarna printen. Je kunt ook de checklist

Nadere informatie

FUNCTIONELE TAALVAARDIGHEID / TEKSTGELETTERDHEID IN PAV

FUNCTIONELE TAALVAARDIGHEID / TEKSTGELETTERDHEID IN PAV REGIO LIMBURG Tulpinstraat 75 3500 HASSELT +32 11 26 44 00 http://limburg.katholiekonderwijs.vlaanderen LEERMATERIAAL SO PAV 2017/07 Opmaakdatum: 06.11.2017 Vak: Begeleider: E-mail: PAV Jean-Marie Ramakers

Nadere informatie

Naam leerlingen. Groep BBL 1 Nederlands. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen.

Naam leerlingen. Groep BBL 1 Nederlands. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment. Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. Verdiepend Basisarrange ment Naam leerlingen Groep BBL 1 Nederlands Leertijd; 5 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 5 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten.

Nadere informatie

Luisteren 1 gt/h 2 gt 3/4 vmbo

Luisteren 1 gt/h 2 gt 3/4 vmbo Carte Orange 1 gth, 2 gt, 3/4 vmbo ERK-overzicht 1 Luisteren 1 gt/h 2 gt 3/4 vmbo 1 Gesprekken tussen moedertaalsprekers verstaan A2 Kan het onderwerp bepalen van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek

Nadere informatie

1 Spelling en uitspraak

1 Spelling en uitspraak Inhoud 1 Spelling en uitspraak 1 de spellingregels 11 Klinkers en medeklinkers 12 Accenttekens 11 Apostrof ( ) en koppelteken (-) 12 Hoofdletters 13 Los of aan elkaar? 13 Afbreken 14 2 uitspraak 14 Medeklinkers

Nadere informatie

PTA Nederlands TL voor overstappers uit 3H Houtrust cohort 14-15-16

PTA Nederlands TL voor overstappers uit 3H Houtrust cohort 14-15-16 Examenprogramma PTA Nederlands TL voor overstappers uit 3H Houtrust cohort 14-15-16 NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands

Nadere informatie

VSO leerlijn Engels (uitstroom arbeid)

VSO leerlijn Engels (uitstroom arbeid) VSO leerlijn Engels (uitstroom arbeid) LEERLIJN ENGELS VSO Leerlijnen Kerndoelen 1.1. Taalbegrip 1. De leerling leert vertrouwde woorden en basiszinnen te begrijpen die zichzelf, zijn/haar familie en directe

Nadere informatie

Wat kan ik na het 1 ste jaar?

Wat kan ik na het 1 ste jaar? Wat kan ik na het 1 ste jaar? SPREKEN LUISTEREN Ik kan mezelf kort voorstellen: naam, woonplaats, beroep, Ik kan begrijpen wat iemand wil zeggen als het over vertrouwde zaken gaat en op Ik kan iemand op

Nadere informatie

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort Examenprogramma (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in

Nadere informatie

EINDTERMENTABEL OVERZICHT. Flos en Bros werkboekjes. x x. x x x x x. x x x. Werkboekje blz e Leerjaar 6 e Leerjaar

EINDTERMENTABEL OVERZICHT. Flos en Bros werkboekjes. x x. x x x x x. x x x. Werkboekje blz e Leerjaar 6 e Leerjaar 5 e Leerjaar 6 e Leerjaar EINDTERMENTABEL OVERZICHT Flos en Bros werkboekjes Tandenmuzeum De mondgazt Dagboek v/e tandenborstel Gezonde start in de mond - Suiker Verzin een supersmoes Tanden de wereld

Nadere informatie

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. NEDERLANDS Derde graad BSO Derde leerjaar. Alle studierichtingen

VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS. NEDERLANDS Derde graad BSO Derde leerjaar. Alle studierichtingen VLAAMS VERBOND VAN HET KATHOLIEK SECUNDAIR ONDERWIJS LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS NEDERLANDS Derde graad BSO Derde leerjaar Alle studierichtingen Licap - Brussel: - september 1995 INHOUD 1 BEGINSITUATIE...

Nadere informatie

Educatief Professioneel (EDUP) - C1

Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Educatief Professioneel (EDUP) - C1 Voor wie? Voor hogeropgeleide volwassenen (18+) die willen functioneren in een uitdagende kennis- of communicatiegerichte functie: in het hoger onderwijs, als docent

Nadere informatie

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN VWO/HAVO STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN VWO/HAVO STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 NIVEAU TAALBEHEERSING MODERNE VREEMDE TALEN VWO/HAVO STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk

Nadere informatie

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu?

Gesprekjes voeren Waar sta ik nu? Gesprekjes voeren gesprekspartner gebruikt veelvoorkomende woorden en hele korte zinnetjes; spreekt heel langzaam en pauzeert vaak spreekt woorden en korte zinnetjes duidelijk uit; herhaalt zinnetjes en

Nadere informatie

PTA Nederlands BBL Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort 15-16-17

PTA Nederlands BBL Kijkduin, Statenkwartier Waldeck cohort 15-16-17 Exameneenheden Nederlands (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands

Nadere informatie

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren.

1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken om hen te ondersteunen bij het leren. Leerlijn ICT DERDE LEERJAAR 1 Kennismaken - aanzetten - occasioneel opbouwen - regelmatig VERWERVEN - systematisch 1.a. De leerlingen hebben een positieve houding tegenover ICT en zijn bereid ICT te gebruiken

Nadere informatie

Volwaardige POSTSECUNDAIRE DAGOPLEIDINGEN

Volwaardige POSTSECUNDAIRE DAGOPLEIDINGEN Volwaardige POSTSECUNDAIRE DAGOPLEIDINGEN Je wil een nieuwe uitdaging direct na je secundaire opleiding? Je studeert aan het hoger onderwijs en kiest resoluut voor verandering? Kies voor een voedingsberoep!

Nadere informatie

Luisteren 1 hv 2 hv 3hv

Luisteren 1 hv 2 hv 3hv Carte Orange 1 hv, 2 hv, 3 hv ERK-overzicht 1 Luisteren 1 hv 2 hv 3hv 1 Gesprekken tussen moedertaalsprekers verstaan A2 Kan het onderwerp bepalen van een langzaam en duidelijk gesproken gesprek 2-3-4-5-6-7-8*

Nadere informatie

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort 14-15-16

PTA Nederlands BBL & KBL Kijkduin, Statenkwartier (Vakcollege Techniek) cohort 14-15-16 Examenprogramma (verschillen tussen BBL en KBL zijn in de tekst aangegeven) NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in

Nadere informatie

Doorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid

Doorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid Doorlopende leerlijn vaardigheden Duits ERK (PO - havo/vwo) 2009 Streefniveaus en eindniveaus ERK per kernvaardigheid Kernvaardigheden PO Onderbouw havo en vwo Tweede fase havo Tweede fase vwo 1. Leesvaardigheid

Nadere informatie

Profiel Academische Taalvaardigheid PAT

Profiel Academische Taalvaardigheid PAT Het Profiel Academische Taalvaardigheid omvat de taalvaardigheid die nodig is om op academisch niveau het Nederlands te functioneren en is de eerste plaats gericht op formele communicatie. Dit profiel

Nadere informatie

Themaboek IBL1 - Internationaal marktanalist

Themaboek IBL1 - Internationaal marktanalist Duits IBL1 Vakcode 56008 Verantwoordelijke e-mail mevr. K. Voogd k.m.voogd@saxion.nl ECTS 4 Kwartiel 1.1 en 1.2 Competenties IBL1 Prestatie-indicatoren 1.3 Zie bijlage 1 voor een overzicht van de competenties

Nadere informatie

Programma van Inhoud en Toetsing

Programma van Inhoud en Toetsing Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde

Nadere informatie

Kan-beschrijvingen ERK A2

Kan-beschrijvingen ERK A2 Kan-beschrijvingen ERK A2 Lezen Ik kan zeer korte, eenvoudige teksten lezen. Ik kan specifieke voorspelbare informatie vinden in eenvoudige, alledaagse teksten zoals advertenties, folders, menu's en dienstregelingen

Nadere informatie

Opleiding. Meertalig secretariaat. Code + officiële benaming van de module. A3 Frans 1. Academiejaar 2015-2016. Semester. 1 en 2.

Opleiding. Meertalig secretariaat. Code + officiële benaming van de module. A3 Frans 1. Academiejaar 2015-2016. Semester. 1 en 2. Opleiding Meertalig secretariaat Code + officiële benaming van de module A3 Frans 1 Academiejaar 2015-2016 Semester 1 en 2 Studieomvang 9 studiepunten Totale studietijd 180 Aantal lestijden 120 Aandeel

Nadere informatie

Sint-Jan Berchmanscollege

Sint-Jan Berchmanscollege Sint-Jan Berchmanscollege Infobrochure Administratie Retail (3de graad BSO) Leerlingprofiel Je bent 16 jaar en je kiest voor een studierichting in de derde graad. Je wil meer te weten komen over het beroep

Nadere informatie

13. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten.

13. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten. A. LEER EN TOETSPLAN Vak: Engels Onderwerp: Leesvaardigheid 12, 13, 14, 17 13. De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven Engelstalige teksten.

Nadere informatie

Eindtermen Wonen en leven in India

Eindtermen Wonen en leven in India Eindtermen Wonen en leven in India Leergebiedgebonden eindtermen Wereldoriëntatie Natuur ET 1.1. De leerlingen kunnen gericht waanemen met alle zintuigen en kunnen waarnemingen op een systematische wijze

Nadere informatie

11. De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Frans door veel te luisteren naar gesproken en gezongen teksten.

11. De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Frans door veel te luisteren naar gesproken en gezongen teksten. A. LEER EN TOETSPLAN Leerjaar: 3 Onderwerp: Luistervaardigheid 11, 12, 13, 14 11. De leerling leert verder vertrouwd te raken met de klank van het Frans door veel te luisteren naar gesproken en gezongen

Nadere informatie

LANDSEXAMEN MAVO

LANDSEXAMEN MAVO Examenprogramma ENGELS M.A.V.O. LANDSEXAMEN MAVO 2018-2019 1 Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen, het commissie-examen schriftelijk gedeelte en het commissie-examen mondeling

Nadere informatie

Lesvoorbereiding: Horeca (beroepen: kelner en barpersoneel)

Lesvoorbereiding: Horeca (beroepen: kelner en barpersoneel) Lesvoorbereiding: Horeca (beroepen: kelner en barpersoneel) Klas: 3de graad basisonderwijs Leervak: WO techniek Onderwerp: Atelier i.v.m. de beroepssector Horeca Beginsituatie: Leerlingen hebben verschillende

Nadere informatie

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING

STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING STUDIEGEBIED ALGEMENE VORMING Modulaire opleiding Wetenschappen AO AV 004 Protocol Datum: 25 juli 2006 Versie 2.0 Pagina 1 van 116 Inhoud 1 Deel 1 Opleiding... 5 2 Deel 2 Modules... 6 1.1 Module ASO2-B

Nadere informatie

Schrijven tekstkenmerken productief A1 A2 B1 B2 C1 C2. Bereik van de woordenschat

Schrijven tekstkenmerken productief A1 A2 B1 B2 C1 C2. Bereik van de woordenschat Schrijven tekstkenmerken productief A1 A2 B1 B2 C1 C2 Bereik van de Heeft een zeer die bestaat uit geïsoleerde woorden en uitdrukkingen met betrekking tot persoonlijke gegevens en bepaalde concrete situaties

Nadere informatie

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen

Basisarrangement. Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal. 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Basis Groep: AGL fase 1 Leerjaar 1 Vak: Nederlandse taal 5x per week 45 minuten werken aan de basisdoelen Deviant methode leer/werkboek VIA vooraf op weg naar 1F. De 8 thema s in het boek hebben terugkerende

Nadere informatie

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren

Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren 1 Bijlage 1: Model om schoolse taalvaardigheden te observeren en te reflecteren Als een leraar op zoek is naar een mogelijk instrument om schoolse taalvaardigheid bij zijn leerlingen te observeren, dan

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Statenkwartier cohort

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Statenkwartier cohort Examenprogramma NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang van Nederlands in de maatschappij. NE/K/2 Basisvaardigheden De kandidaat kan

Nadere informatie

Kijkwijzer techniek. Kijkwijzer leerlingencompetenties, materiaal uit traject Talenten breed evalueren, dag 1 Pagina 1

Kijkwijzer techniek. Kijkwijzer leerlingencompetenties, materiaal uit traject Talenten breed evalueren, dag 1 Pagina 1 Kijkwijzer techniek Deze kijkwijzer is een instrument om na te gaan in welke mate leerlingen een aantal competenties bezitten. Door middel van deze kijkwijzer willen we verschillende doelen bereiken: Handvatten

Nadere informatie

samenhang Kan een reeks kortere, op zichzelf staande eenvoudige elementen verbinden tot een samenhangende lineaire opeenvolging van punten.

samenhang Kan een reeks kortere, op zichzelf staande eenvoudige elementen verbinden tot een samenhangende lineaire opeenvolging van punten. Vaardigheid: Spreken Niveau: B1 Beheersingsniveau: Ik kan uitingen op een simpele manier aan elkaar verbinden, zodat ik ervaringen en gebeurtenissen, mijn dromen, verwachtingen en ambities kan beschrijven.

Nadere informatie

Sint-Jan Berchmanscollege

Sint-Jan Berchmanscollege Sint-Jan Berchmanscollege Infobrochure ADMINISTRATIE & RETAIL (2de graad BSO, Kantoor & Verkoop) Leerlingprofiel Je bent 14-15 jaar. Je kiest voor een studierichting in de tweede graad. Je wilt meer te

Nadere informatie

DON BOSCO GENK AANBOD EERSTE GRAAD. Meer dan je denkt!

DON BOSCO GENK AANBOD EERSTE GRAAD. Meer dan je denkt! DON BOSCO GENK Meer dan je denkt! AANBOD EERSTE GRAAD Dag nieuwe leerling, Dag ouder, In onze Don Boscoschool willen wij een kwaliteitsvolle vorming aanbieden. Vanuit ons opvoedingsproject leggen wij

Nadere informatie

Spreken tekstkenmerken A1 A2 B1 B2 C1 C2. Bereik van woordenschat

Spreken tekstkenmerken A1 A2 B1 B2 C1 C2. Bereik van woordenschat Spreken tekstkenmerken A1 A2 B1 B2 C1 C2 Bereik van woordenschat Heeft een zeer elementaire woordenschat die bestaat uit geïsoleerde woorden en uitdrukkingen met betrekking tot persoonlijke gegevens en

Nadere informatie

PTA Frans TL, Bohemen Houtrust, cohort 13-14-15

PTA Frans TL, Bohemen Houtrust, cohort 13-14-15 A. Schoolexamen leerjaar 3 mavo (2013-2014) 1 VCT1 Voortgangstoets étape 1 -Vraagzinnen maken door middel van est-ce que en inversie -Werkwoord mettre -Herhaling ww op er -Kaartjes kopen voor het openbaar

Nadere informatie

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 14-15-16

PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 14-15-16 Examenprogramma PTA Nederlands TL/GL Bohemen, Houtrust, Kijkduin, Media&Design cohort 14-15-16 NE/K/1 Oriëntatie op leren en werken De kandidaat kan zich oriënteren op de eigen loopbaan en op het belang

Nadere informatie

Algemeen Kan gesprekken voeren over alledaagse en niet alledaagse onderwerpen uit dagelijks leven en werk.

Algemeen Kan gesprekken voeren over alledaagse en niet alledaagse onderwerpen uit dagelijks leven en werk. Taalprofiel zorgkundige in woonzorgcentrum Spreken Kan gesprekken voeren over alledaagse en niet alledaagse onderwerpen uit dagelijks leven en werk. Kan uiting geven aan persoonlijke meningen, kan informatie

Nadere informatie