Bijvoedering van melkveerantsoenen op basis van gras(klaver)

Transcriptie

1 Bijvoedering van melkveerantsoenen op basis van gras(klaver) Daniël De Brabander ILVO-studienamiddag Optimale eiwitproductie met grasland voor rundvee 10/11/2011 Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Eenheid Dier Beleidsdomein Landbouw en Visserij

2 Bijvoedering Wat? Afhankelijk van eigenschappen van gras(kuil) Hoeveel? Afhankelijk van voederwaarde en opname van gras(kuil) STALPERIODE - WEIDEPERIODE 2

3 STALPERIODE Kenmerken voedermiddelen kunnen gekend zijn 3

4 Evolutie voederwaarde graskuil Periode Aantal monsters Inhoud (op DS) RC (g) As (g) VEM (278)* 161 (122) *() indien slechts 122 g as/ds Bron: AVEVE 4

5 Opneembaarheid Graskuil < maïskuil ILVO-onderzoek CVB-tabellen Abrahamse et al., 2008 Keady et al., 2008 Kliem et al., 2008 Gras vs. maïskuil CVB Verzadigingswaarde: gras (gem.): 0,89 maïskuil : 0,83-0,80 5

6 RV-opname i.f.v. RC-gehalte ILVO-DIER 6

7 Vervanging graskuil door maïskuil Ref. (1) (2) (3) Vervang. Krachtv. Voll. = aand. 40% = hoeveelh. 3 aand. = aand. Effect (kg) op DS-opn. tot. Melkpr. + 2,4 + 2,6 + 1,4 + 0,8 + 1,9 4,8 + 2,6 + 3,8 (4) 34 vgln - + 1,0 + 1,5-1,1 + 5,0 Ø + 1,4 (1) Abrahamse, 2008; (2) Keady, 2008; (3) Kliem, 2008; (4) Keady,

8 Effect van klaver in graskuil Witte klaver Opname Melkpr. kg % kg Remmelinck, , ,8 Dewhurst, , ,0 Rode klaver Remmelinck, ,9 +7-0,2 Dewhurst, kg KV + 1, ,7 4 kg KV + 0, ,2 8 kg KV + 0, ,1 8

9 Invloed klaver op opname kuilvoeder (8 kg KV) DS opname kuilvoeder (kg) Gras GRKl (50/50) RKl GWKl (50/50) WKl Luz Klaver: Hogere melkproducties Dewhurst et al.,

10 Invloed klaver op opname kuilvoeder DS opname kuilvoeder (kg) Gras GRKl RKl Gras GRKl RKl WKl 4 kg KV 8 kg KV Klaver: hogere melkproducties Dewhurst et al.,

11 Moet er meer voordroogk. in het rantsoen? Voorbeeld: volw. koe, 600 kg, 30 kg M, 40 g V, 34 g E Maïsk. : 950 VEM, 53 g DVE, -37 g OEB, 75 g RE Voordr. : 900 VEM, 65 g DVE, 50 g OEB, 175 g RE MK/VDK 70/30 60/40 50/50 Soja (kg) 2,4 2,1 1,8 KV (kg) 3,1 3,6 4,1 Tot. KV (kg) 5,5 5,7 5,9 Bestendiger sojaschroot OEB (g) N-excr. (g) DVAZ (g/100 g DVE) MET LYS 2,0 6,1 2,0 6,1 2,0 6,0 60/40 0,9 5,0 5, ,0 5,9 11

12 Drachtpercentage i.f.v. plasma ureumgehalte Froidmont et al.,

13 Invloed eiwitbescherming op DVE DVE in % van onbehandeld eiwit (%) n=14 n=9 Onbehandeld Beschermd n=2 n= ILVO-DIER CVB 2007 ILVO-DIER CVB 2007 Koolzaadschroot 13

14 Voorbeeld 1 kg beschermd sojaschr. 2 kg sojaschroot 1 kg tarwe gdve 2x 236 = = 468 VEM 2x 1014 = = 2022 goeb 2x 189 = =

15 WEIDEPERIODE Kenmerken gras? 15

16 Eigenschappen vers gras Opneembaarheid: H, van veel fact. afh. VEM: H, kan lager zijn DVE: M, variabel OEB: H Structuur: M (H) Mineralen: M (Mg en Na, K te hoog) Sporenelem.: Fe: H, Mn en Zn: M, Se, Cu, Co, I: L (M) Vitaminen: caroteen en vit. E: H Zetmeel: afwezig Onverz. vetz.: H (M) H: hoog, M: middelmatig, L: laag 16

17 Aangeboden vs. opgenomen gras Gem. 4 proeven Butler, 2003 Aangeb. Opgen. RE (g/kg DS) NDF (g/kg DS) ADF (g/kg DS) As (g/kg DS) OS-verteerbh. (%) 82,1 84,6 17

18 Opname gras?? Afhankelijk van: Kwaliteit (groeistadium) Aanwezigheid klaver Grasaanbod Beweidingsduur en strategie Omgevingstemp. Smakelijkheid Melkprod. niveau KV-niveau Seizoen.. 18

19 Effect van witte klaver in gras (vers) Ribeiro Filho, 2003 Opname Melkpr. kg % kg 19 hergroeid. + 1, ,4 35 hergroeid. + 2, ,2 Remmelinck, 2000 zonder maïsbijv. + 0, ,9 (3 pr.) met maïsbijv. + 0, ,4 (4 pr.) 19

20 Invloed aandeel leguminosen op DS-opname Niederkorn and Baumont,

21 Invloed grasaanbod op grasopname DS opname gras (kg) : Stakelum et al : Burke et al., : McEvoy et al., : Pulido et al., laag aanbod hoog aanbod 21

22 Verband tussen grashoogte en DS-opname Abrahamse,

23 Dagelijkse veranderingen in RE-, SUI-, NDF- en ADLgehalten van gras bij om de 4 dagen omweiding Abrahamse,

24 Omweidingsstrategie (Abrahamse, 2009) 1) Dagelijks vs. om de 4 d. omweiden Grasopn. (kg DS) kg melk kg FPCM Gem. 1D 4D 16,5 24,5 23,5 15,8 23,7 22,8 4D-systeem D1 D2 D3 D4-23,4 23,0-24,7 23,6-23,8 22,8-22,8 21,8 2) Inscharen s morgens vs. s avonds 16,3 vs. 15,4 kg DS-opn. 3) 2x vs. 1x per dag omweiden 15,5 vs. 14,4 kg DS-opn. 24

25 Beweidingsduur 1) Kennedy, 2009 Duur 22 u 9 u 2x 4,5 u 2x 3 u Grasopn. (kg DS) 13,8 12,1 12,9 13,0 Kg melk 21,8 22,4 21,5 20,9 Graasduur (%) Grasopn./min.gr. (g DS) ) Kennedy, 2011 Duur 22 u 2x 4,5 u 2x 3u 2x 3 u + 4 kg DS grask. Grasopn. (kg DS) 11,8 11,7 12,2 9,6 Kg melk 28,1 28,3 28,2 28,6 Graasduur (%) Grasopn./min.gr. (g DS) ) Pérez-Ramirez, u vs. 8 u grazen (2 pr.): Ø 19% lagere grasopn. 25

26 Opname gras - RV-melk (lit.) DS-opname: 16 rants. uitsl. gras: Ø 16,5 kg DS (14,4 17,7) Review van Vuuren-2006 : 14,6 18,4 kg DS CVB: koe 3 e lact. 120 d. gek.: 18,5 kg DS (uitsl. goed gras) RV-melk energie: Review van Vuuren-2006 : kg FPCM Kan bij beperkingen heel wat lager zijn 26

27 Maïsvoedering bij gras verhoogt RV-opname Toename RV-opn. per kg DS maïsk. 10 testen Ø: + 0,44 kg DS (+ 0,10 + 0,66) Meys, 1986; Bruins, 1992; Valk, 1992; Zom, 2006, Valk, 2006, Burke,

28 Maïskuil interessant bij gras Voorbeeld: volw. koe, 600 kg, 30 kg M, 40 g V, 34 g E Gras : 1000 VEM, 95 g DVE, 62 g OEB, 215 g RE Maïsk. : 950 VEM, 53 g DVE, -37 g OEB, 75 g RE Gras MK Draf DS S/K* KV Tot. KV kg OEB N-excr. g 15 12,2 10,5 9, ,3 1,4 0,6 4,1 2,8 1,4 2,5 4,1 3,1 2,8 3, ,5 6-0,5** 2,4 2, * sojaschr./koolz.schr. 60/40 ** id. maar bestendiger 28

29 Maïskuil bij gras (vervolg) Gras MK Draf DS 15 12,2 10,5 9, RV-melk kg Mm energie eiwit 22,3 24,6 25,0 24,5 25,2 24,2 23,1 23,6 DVAZ (g/100 g DVE) MET LYS 2,3 2,1 2,3 2,1 6,3 5,9 6,4 5,8 10,5 6-25,0 23,1 2,3 6,3 29

30 Verband energie-input en -output bij grasrantsoenen (40-65 % gras, rantsoen bevatte maïskuil) Bruinenberg et al.,

31 Verdringingsw. KV bij gras Lagere grasopn. per kg DS KV Bargo, 2003: 0,11 0,50 Zom, 2006: 0,40 Burke, 2008: 0,45 0,54 McEvoy, 2008: 0,18 0,40 31

32 Aard bijvoedering: glucogene nutriënten nodig? Geen indicaties dat glucogene supplementen bij gras/graskuil leiden tot betere prestaties Pulido, 2010 Gras + 5 kg KV maïs vs. bietpulp gebaseerd Dewhurst, 2011 Grask. + KV (50/50) KV 43% ZET/DS vs. 11% ZET/DS Bruins, 1990,

33 MKS, CCM vs. krachtvoeder Weideperiode - 3 proeven Opname (kg DS) KV MKS/CCM Productie kg melk % vet % eiwit KV MKS CCM 5,0-26,6 4,61 3,43 0,9 4,4 26,0* 3,86 3,47 1,3 3,2 26,0* 3,71 3,48 * Lagere melkproductie enkel bij de lager prod. koeien Bruins et al.,

34 ZET-gehalte krachtvoeder vs. MKS Weideperiode 3 proeven KV KV MKS ZET + SUI (%) Opname (kg DS) KV MKS 5,4-5,5-1,4 4,3 Productie kg melk % vet % eiwit 27,1 3,98 3,49 26,7 3,95 3,53 25,9 3,90 3,56 Bruins et al.,

35 Zetmeel in krachtvoeder Weideperiode ZET + SUI (%) Maïs in KV (%) Milo in KV (%) KV-opname (kg) Productie Alle koeien kg melk % vet % eiwit Productieve koeien kg melk % vet % eiwit 0 0 6,5 27,0 4,03 3,42 29,2 4,02 3,35 20,1 0 6,6 26,6 4,06 3,43 30,1 3,93 3,31 21,3 16,8 6,5 27,1 3,93 3,40 29,7 3,90 3,34 Bruins et al.,

36 Ureumgehalte i.f.v. ruw eiwitgehalte gras gras gras + maïskuil 350 Ureumgehalte (mg/l) RE gehalte gras (g/kg DS) ILVO-DIER 36

37 Melkproductie en -samenstell. als indicator nutriëntenvoorziening VEM DVE OEB Melkproductie = Vetgehalte = = = Eiwitgehalte = = Vet/Eiwit = Ureumgehalte Hittestress: MUC, E, V, MP Onverz. vetz.: V 37

38 Hittestress Gevolgen: voederopn., productie darmmotiliteit passagesnelh. vertering soms pensph Maatregelen: vers goed kuilv. 2x/dag, siëstabeweiding, meer bestendig ZET, meer vet, lagere OEB, NaHCO 3 (gisten), antioxydanten 38