Ecohydrologische analyse Krikkenhaar

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Ecohydrologische analyse Krikkenhaar"

Transcriptie

1 Ecohydrologische analyse Krikkenhaar Beschrijving huidige toestand, bepaling effecten en verkenning van mogelijke maatregelen ten behoeve van het project De Doorbraak Waterschap Regge en Dinkel, november 2006 Auteur: Rob van Dongen

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Methode 4 3. Bureaustudie Geologie, geomorfologie en bodem Grondwater Historie Vegetatie Het noordelijke heideterrein Het centrale heideterrein Het ven Ecohydrologische systeemanalyse Veldonderzoek Bodemboringen Grondwaterstanden Hydrologische randvoorwaarden aanwezige vegetatie Effect aanleg Doorbraak Effect Doorbraak op grondwaterstanden Effect van de Doorbraak op aanwezige (natte) natuurwaarden Mogelijke oplossingen Inventarisatie mogelijke oplossingen Consequenties van de mogelijk oplossingen Conclusies en aanbevelingen Conclusies Aanbevelingen

3 1. Inleiding In 2007 zal het traject Krikkenhaar van de Doorbraak uitgevoerd worden. Dit gedeelte van de Doorbraak loopt door een grondmorene rug waardoor mogelijk verdroging van de omgeving zal optreden. In eerste instantie was het de bedoeling om de Doorbraak, ter plaatse van de doorsnijding, te voorzien van een ondoorlatende laag om verdroging van de omgeving te voorkomen. Vanwege de hoge kosten, technische (on)haalbaarheid en verwachte problemen met beheer die dit met zich meebrengt is besloten om te bepalen in hoeverre een onbeklede Doorbraak negatieve effecten heeft op landbouw, natuur en aanwezige beplanting in het gebied. In dit rapport worden de mogelijke negatieve effecten op aanwezige (natte) natuurwaarden in beeld gebracht. De effecten op landbouw en aanwezige beplanting zijn reeds beschreven in andere rapporten. Uit een eerste verkenning van mogelijke negatieve effecten op aanwezige natte natuurwaarden werd duidelijk dat er op één locatie (Krikkenhaar) langs de Doorbraak mogelijk negatieve effecten op zullen treden als gevolg van verdroging. Om deze effecten en mogelijke maatregelen nader in te kunnen schatten is ecohydrologisch onderzoek verricht. De resultaten van dit onderzoek worden in onderhavig rapport gepresenteerd. De locatie Krikkenhaar is een natuurgebied van ruim 3 hectare dat eigendom van de Stichting Natuurvriendenhuizen en kampeerterrein. De locatie ligt direct ten noorden van de A35 tussen leggerwaterloop en het toekomstige tracé van de Doorbraak. In het gebied bevinden zich een tweetal natte heideterreinen en een venvegetatie die voor hun voorkomen eisen stellen aan de (grond)watersituatie in het gebied. Een overzichtskaart met daarin het natuurgebied is weergegeven in figuur 1. 3

4 2. Methode Om in te kunnen schatten in hoeverre de aanleg van een onbeklede Doorbraak effect heeft op de aanwezige natte natuurwaarden op de locatie Krikkenhaar is ecohydrologisch onderzoek verricht. Aan de hand van dit onderzoek dienden de volgende vragen te kunnen worden beantwoord: 1. Welke natte natuurwaarden zijn in de huidige situatie aanwezig? 2. Hoe functioneert het hydrologisch systeem ter plaatse van het natuurgebied en hoe werkt het systeem door op de aanwezige vegetatie? 3. Welk effect heeft aanleg van de Doorbraak op het natuurgebied? Zijn er negatieve effecten te verwachten op de aanwezige natte natuurwaarden? 4. Zijn eventuele negatieve effecten teniet te doen door compenserende maatregelen? Zo ja, welke zijn dit dan? Het onderzoek is in een tweetal fasen uitgevoerd. Allereerst werd een bureaustudie uitgevoerd waarbij gebruik is gemaakt van (digitale) kaartinformatie die beschikbaar is bij het Waterschap en de Provincie Overijssel. Daarnaast is gebruik gemaakt van aanvullende informatie van Landschap Overijssel en is een oriënterend veldbezoek verricht. Aan de hand van de bureaustudie is een voorstel uitgewerkt voor aanvullend veldonderzoek. Middels het veldonderzoek zijn ontstane hypothesen omtrent de werking van het systeem geverifieerd en zijn overgebleven vragen beantwoord. 4

5 3. Bureaustudie 3.1 Geologie, geomorfologie en bodem Het natuurgebied kent op korte afstand veel variatie in hoogte, welke het gevolg is van een smalle gordeldekzandrug die centraal door het gebied loopt. De locaties met natte heide bevinden zich op de flanken van deze dekzandrug, op de overgang naar een grondmorene en een lager gelegen beekdaloverstromingsvlakte. In figuur 2 is de geomorfologische kaart opgenomen. Door de aanwezigheid van de dekzandrug en de lager gelegen beekoverstromingsvlakte komen in het gebied op korte afstand relatief grote verschillen in maaiveldhoogte voor. De hoogste delen van het gebied op de dekzandrug liggen tussen 13,50 en 14 meter boven N.A.P. De laagst gelegen delen binnen het natuurgebied bevinden zich in de centrale heide op ongeveer 11,50 meter boven N.A.P. De hoogtekaart is weergeven in figuur 3. Door de aanwezigheid van een grondmorene komen in het gebied op verschillende dieptes slecht doorlatende lagen voor. Zo is in diepere boringen op ongeveer 15 meter beneden maaiveld een dikke laag keileem aangetroffen waarboven zich een zandpakket bevindt. Deze laag vormt de hydrologische basis van het gebied. Uit ondiepe boringen (bron: DINO) blijkt echter dat er ter hoogte van het natuurgebied slecht doorlatende lagen aanwezig zijn op geringere diepte. Zowel direct ten noorden als direct ten zuiden bevindt zich een klei-/leemlaag van ongeveer een meter dik. Deze laag werd in het gebied ook aangetroffen in een boring die werd geplaatst tijdens een oriënterend veldbezoek. In relatie tot de geologie en geomorfolgie bevinden zich in het gebied ook meerdere bodemtypen, ondanks de geringe grootte van het gebied. De hoger gelegen dekzandrug bestaat uit een haarpodzolgrond welke bestaat uit leemarm en zwak lemig fijn zand. De flanken van de dekzandrug bestaan uit veldpodzolgronden. De hoger gelegen delen van de flank bestaan uit leemarm en zwak lemig fijn zand, de lager delen uit lemig fijn zand. Het laagst gelegen deel van het natuurgebied, met daarin het zuidelijke heideterreintje, bestaat uit een gooreerdgrond met lemig fijn zand. De bodemkaart is opgenomen in figuur Grondwater Analoog aan de aanwezige bodemtypen komen in het gebied ook verschillende grondwatertrappen voor. Ter plaatse van gordeldekzandrug bevind de grondwaterstand zich altijd diep beneden maaiveld (GT VIII), op de flanken is de grondwaterstand in de winter hoog en zakt de grondwaterstand in de zomer diep weg (GTV). Ter plaatse van de gooreerdgronden is het gebied het natste (GT III). 5

6 Hier zakt de grondwaterstand in de zomer niet dieper weg dan 1,20 meter beneden maaiveld. Gooreerdgronden ontstaan onder invloed van lokale, voornamelijk horizontale, grondwaterstroming. De grondwatertrappenkaart is weergegeven in figuur Historie Het natuurgebied zelf en de directe omgeving van het natuurgebied moet in het verleden veel natter zijn geweest. In 1900 maakte het natuurgebied onderdeel uit van een veel groter gebied met heide en natte graslanden. Ter plaatse van de huidige natte heide is een arcering weergegeven die aangeeft dat de plekken toen al erg nat waren ten opzichte van de directe omgeving. De kaart van 1900 is terug te vinden in figuur 6. Al in 1930 verschijnen de eerste ontwateringsmiddelen in het gebied. Direct ten zuiden van het huidige natuurgebied is een sloot aanwezig welke is aangelegd om de natte laagten te ontwateren en zo beter geschikt te maken voor de landbouw en bosbouw (naaldbos aan de westzijde van het gebied). In deze periode is ook de poel gegraven waarin zich nu de oeverkruidvegetatie bevindt. In 1950 valt met name op dat het natuurgebied Krikkenhaar grotendeels is veranderd van heide in bos. In de omgeving heeft een verdergaande verkaveling en ontwatering plaatsgevonden. Wanneer de huidige situatie wordt vergeleken met 1950 valt op dat veel meer percelen in gebruik zijn als akkerland en dat er (nog) meer sloten in het gebied zijn verschenen die het gebied ontwateren. Alle historische kaarten en de actuele topografische kaart zijn opgenomen in bijlage 1. Wanneer de historische grondwaterstanden (referentie ) worden vergeleken met de huidige situatie valt op dat vooral de glg in het gebied fors is gedaald door alle aanwezige ontwateringsmiddelen. Het grondwater zakt soms wel meer dan een meter weg ten opzicht van een situatie zonder ontwateringsmiddelen. De daling van ghg en gvg is minder vanwege de aanwezigheid van lokaal slecht doorlatende lagen op geringe diepte. De ghg en gvg worden meer beïnvloedt door lokale ontwateringsmiddelen. Deze zijn in het natuurgebied zelf momenteel afwezig. Wel vindt enige ontwatering plaats door sloten aan de rand van het natuurgebied. Leggerwaterloop vormt de belangrijkste vorm van lokale ontwatering. 6

7 3.4 Vegetatie Voor een beschrijving van de actuele vegetatie in het natuurterrein is gebruik gemaakt van de Provinciale vegetatiekartering en actuele vegetatieopnamen (september 2006) welke zijn verricht door Loekie en Melchior van Tweel. De onderstaande beschrijving van de vegetatie is vrijwel integraal overgenomen uit de inventarisatie van Loekie en Melchior van Tweel. Van de noordelijke heide en het middenterrein zijn vegetatie-opnamen gemaakt met de Schaal van Tansley. De beide opnamen en de gebruikte schaal zijn te vinden in tabel 1 in bijlage 2. Beide heide-terreinen zijn waardevol omdat het vochtige tot natte heides zijn, maar met name het centrale heideterrein is zeer waardevol vanwege een aantal bijzondere soorten die voorkomen Het noordelijke heideterrein Dit heideterreintje ligt vrij dicht bij de weg en onder de hoogspanningsleiding. Ten opzichte van de topografische kaart van 1991/1995 en de inventarisatie van Provincie Overijssel in 1995 en 1996 (zie figuur 7) is de heide een stuk kleiner geworden. De driehoek die het toen nog was is bijna gehalveerd. Langs de randen is jonge opslag met berk, eik en vuilboom nu dominant aanwezig. De heide zelf is mooi ontwikkeld met vooral Struikhei en Gewone dophei en verspreid over de gehele heide Tormentil. Geheel in het noordoosten is nog een pol Borstelgras gevonden Het centrale heideterrein De heide is mooi ontwikkeld en zeer divers met Gagelstruweel, enkele Jeneverbessen, natte heide en drogere heide en in het zuidwesten nog een klein vennetje. Delen zijn al eerder geplagd. Het geplagde deel in het zuidwesten is nu mooi ontwikkeld met veel Veenbies, Gewone dophei, Kussentjesveenmos en Kleine zonnedauw. In het noordoosten is korter geleden een stukje geplagd en hier is nu veel Bruine snavelbies, Kleine zonnedauw en Veenpluis te vinden. Op een drietal plekken tussen het Pijpenstrootje komt nog Klokjesgentiaan voor. Op twee plekken slechts enkele planten, de grootste groeiplaats kent zeker een 15- tal planten Het ven Het ven of de zwemvijver in het zuidwesten van het terrein bevat met name aan de zuidwestkant een enorm grote groeiplaats met Vlottende bies wel zo n 30 m2. Het ziet er naar uit dat het ven sinds het gegraven is niet meer is geschoond of uitgebaggerd. De randen zijn grotendeels dichtgegroeid met opslag, er hangen grote bomen over en er zit een dikke laag modder en detritus in het ven zelf. De waargenomen soorten in het ven zijn te vinden in tabel 2 in bijlage 2. In figuur 7 is de Provinciale vegetatiekaart opgenomen. Zoals hiervoor reeds werd vermeld is de huidige oppervlakte van de beide heideterreinen afgenomen door opslag van bodem en struiken. 3.5 Ecohydrologische systeemanalyse Op basis van boorbeschrijvingen van de bodemboringen uit DINO, gisbestanden (grondwatermodel en AHN) en een oriënterend veldbezoek is een ecohydrologische systeemanalyse gemaakt. 7

8 De natte heideterreintjes in het natuurgebied Krikkenhaar liggen op de flanken van een gordeldekzandrug welke zo n 75 meter breed is en centraal door het gebied ligt. In het winter en het voorjaar, wanneer er sprake is van een neerslagoverschot, treden er in de lagere delen van het gebied hoge grondwaterstanden op (tot boven maaiveld). Deze hoge grondwaterstanden zijn mogelijk mede het gevolg van de aanwezigheid van een slecht doorlatende laag klei/leem welke zich in de lagere delen op ongeveer een meter beneden maaiveld bevindt. De laag werd aangetroffen in boringen ten noorden en zuiden van het gebied evenals in een proefboring in het centrale heideterrein. Daarnaast vindt in de dekzandrug vermoedelijk opbolling van de grondwaterspiegel plaats waardoor in natte perioden vanuit de dekzandrug grondwater toestroomt in de richting van de lager gelegen heideterreintjes. De grondwaterspiegel vertoont in afgevlakte vorm het maaiveld. Dit zorgt ervoor dat er in de winter een lokaal grondwatersysteem ontstaat met infiltratiegebiedjes en gebieden met lokale kwel van zuur tot hooguit licht aangereikt grondwater. In de zomer zakt de grondwaterstand in het gebied diep weg als gevolg van verdamping en drainage door ontwateringsmiddelen in de directe omgeving van het gebied. Het grondwater zakt weg tot op of onder de klei-/leemlaag. De grondwaterstand vertoont in de zomer, in tegenstelling tot in de winter, een vlak verloop en vertoont een meer regionaal patroon. Het lokale systeem is in de zomer afwezig. 8

9 4. Veldonderzoek Uit de resultaten van de bureaustudie is onder andere naar voren gekomen dat ter hoogte van het natuurgebied lokaal een slecht doorlatende laag voorkomt. Zowel ten noorden, ten zuiden als in het gebied is een slecht doorlatende laag aangetroffen op geringe diepte. Deze laag is mogelijk (mede) verantwoordelijk voor het feit dat ook in de huidige situatie nog goed ontwikkelde natte heide aanwezig is in het natuurgebied. Daarnaast is het de vraag of de aangetroffen laag onder het gehele natuurgebied aanwezig is. Als dit het geval is en de laag biedt voldoende weerstand dan kunnen mogelijk maatregelen worden getroffen om grondwaterstandsdalingen als gevolg van de aanleg van de Doorbraak teniet te doen en zo negatieve effecten op de aanwezige vegetatie te voorkomen. Om de bovenstaande vragen te kunnen beantwoorden zijn 18 bodemboringen verricht. Hierbij is specifiek aandacht besteed aan het traceren van de eerder genoemde slecht doorlatende laag. Daarnaast zijn een viertal peilbuizen in het gebied aangebracht waarmee de grondwaterstanden in het gebied kunnen worden gemonitoord. Ook ter plaatse van de peilbuizen is het bodemprofiel beschreven zodat in totaal 22 bodemboringen zijn verricht op 21 verschillende locaties. 4.1 Bodemboringen De boringen zijn verricht door medewerkers van het laboratorium van Waterschap Regge en Dinkel. De boringen zijn verwerkt in boorprofielen. De boringen en peilbuizen zijn ingemeten waarbij de x en y coördinaten alsmede de maaiveldhoogte van de boringen en peilbuizen zijn bepaald. Op basis van de boorprofielen, coördinaten en ingemeten hoogtes is de verspreiding en dikte van de slecht doorlatende laag vlakdekkend in beeld gebracht met behulp van het gisprogramma arcview. Daarbij zijn de resultaten tussen de verschillende boringen geïnterpoleerd middels inverse distance weighting (IDW). Dit is een standaard interpolatietechniek in arcview. Kern van de methode is dat waarden tussen de verschillende punten worden gemiddeld waarbij het dichtst bijzijnde punt het zwaarst weegt bij toekenning van de uiteindelijke waarde. Dit soort interpolatietechnieken worden vaker toegepast bij bodemonderzoek, bijvoorbeeld bij het in kaart brengen van bodemverontreinigingen. Middels interpolatie zijn een drietal kaartbeelden geproduceerd: 1. Bovenkant van de slecht doorlatende laag 2. Onderkant van de slecht doorlatende laag 3. Dikte van de slecht doorlatende laag De eerste 2 kaarten zijn gebruikt voor het genereren van een dwarsdoorsnede welke later in het rapport aan de orde komt. In figuur 8 is de verspreiding en dikte 9

10 van de slecht doorlatende laag weergegeven. Opvallend is dat de dikte van de slecht doorlatende laag in het natuurgebied zelf vaak veel geringer is dan de dikte van de laag die in DINO werd beschreven in een tweetal punten ten noorden en zuiden van het gebied. De laag in DINO was in beide punten ongeveer een meter dik terwijl de dikte ter hoogte van het natuurgebied varieert van 0 (de laag ontbreekt) tot 100 centimeter. Daarnaast is de dikte van de laag op veel plekken vrij gering (minder dan 50 centimeter). De laag is dus niet sluitend en zal door zijn geringe dikte en samenstelling (laag bestaande uit grof materiaal welke verkit is met tertiare klei) slechts een beperkte weerstand opleveren tegen mogelijke grondwaterstandsdalingen welke het gevolg zijn van de aanleg van een niet beklede Doorbraak. De doorlatendheid van de laag wordt ingeschat op ongeveer 0,02 tot 0,05 m/d. De c-waarde, een maat voor de weerstand van de slecht doorlatend, komt daarbij op maximaal 50 dagen maar is veelal minder. Daarnaast ontbreekt de laag op een aantal plaatsen waardoor er rechtstreeks contact is tussen het dekzand en de onderliggende grove, fluviatiele afzettingen. De laag boven de slecht doorlatende kleilaag bestaat uit uiterst fijn tot matig fijn dekzand. Vanwege de geringe korrelgrootte is dit zandpakket matig doorlatend (k-waarde 0,2 0,5 m/d). De laag onder de slecht doorlatende laag bestaat uit grof tot uiterst grof zand. Deze laag is zeer goed doorlatend. De k-waarden van dit soort fluviatiele afzettingen ligt tussen de 10 en 50 m/d. De doorlatendheid van dit pakket is dus 50 tot 100 keer zo groot als de doorlatendheid van het dekzandpakket. Een schematische dwarsdoorsnede met daarin de verschillende aangetroffen lagen en de geplaatste peilbuizen is weergegeven in figuur 9. 10

11 4.2 Grondwaterstanden Tijdens het veldonderzoek zijn tevens een viertal peilbuizen geplaatst. Met behulp van deze peilbuizen kan het grondwaterstandverloop voorafgaand aan de aanleg van de Doorbraak in beeld worden gebracht en kan het grondwaterstandverloop na aanleg worden gemonitoord. De vier buizen geven daarmee meer inzicht in het huidige functioneren van het systeem en kunnen gebruikt worden om veranderingen in grondwaterstanden in de gaten te houden. Vanaf begin november zal de grondwaterstand dagelijks automatisch worden opgenomen door divers die in de peilbuizen zijn aangebracht. Er zijn drie ondiepe peilbuizen geplaatst en één diepe peilbuis. De peilbuizen zijn in een raai loodrecht op de Doorbraak geplaatst. Voorafgaand aan het plaatsen van de divers is de grondwaterstand handmatig ingemeten. De grondwaterstand bevond zich in alle buizen op ongeveer 10,80 boven N.A.P. De grondwaterspiegel kende dus een vlak verloop en er was geen sprake van opbolling of verschillen in grondwaterstand tussen de diepe en ondiepe buizen. De locatie van de buizen is terug te vinden in figuur

12 5. Hydrologische randvoorwaarden aanwezige vegetatie Elk vegetatietype stelt zijn eigen eisen aan de aanwezige standplaatsfactoren. Standplaatsfactoren zijn abiotische omstandigheden die de groeiplaatsomstandigheden van soorten en vegetatietypen bepalen. Elk vegetatietypen stelt zijn eigen eisen aan abiotische omstandigheden zoals vochttoestand en voedselrijkdom. In het kader van dit onderzoek is met name de hydrologie en de manier waarop deze doorwerkt op de aanwezige vegetatie van belang. De aanwezige vegetaties stellen elk hun eigen eisen aan de grondwaterstand in verschillende perioden van het jaar. Een deel van de vegetatie, zoals Berken-Zomereikenbos, is voor de vochtvoorziening voornamelijk afhankelijk van hangwater en dus niet zozeer van de grondwaterstand. De meest kritische vegetatie qua grondwaterstandeisen komt voor in de twee natte heideterreinen. Vooral het centrale heideterrein, waar soorten voorkomen als Klokjesgentiaan, stelt eisen aan de optredende grondwaterstanden. Voor een goed ontwikkeld nat heide terrein in vooral de grondwatersituatie in het voorjaar (gvg) van belang. De optimale grondwaterstand in het voorjaar ligt tussen de 10 centimeter boven maaiveld en 40 centimeter beneden maaiveld. Ook bij een gvg van tussen de 15 centimeter boven maaiveld en 60 centimeter beneden maaiveld kan natte heide voorkomen, zij het in suboptimale vorm. Een natte heide stelt slechts indirect eisen aan de grondwaterstand in de zomer (glg). De grondwaterstand mag zo diep wegzakken dat capillaire naleving van vocht vanuit het grondwater nog net mogelijk is. In dit geval mag de grondwaterstand niet dieper wegzakken dan 140 tot 160 centimeter beneden maaiveld. De venvegetatie in het zuiden is ook afhankelijk van oppervlaktewater c.q. grondwater voor de vochtvoorziening. De ideale waterstanden in het voorjaar liggen tussen 60 en 20 centimeter, maar ook bij waterstanden tussen de 80 en 10 centimeter kan de vegetatie voorkomen. In de zomer mag het ven periodiek droogvallen. Het grondwater mag echter niet dieper dan 40 centimeter (ideaal) tot 80 centimeter (suboptimaal) beneden de venbodem wegzakken. Op dit moment is de waterhuishouding in het natuurgebied vrij goed. Dit valt enerzijds af te leiden aan de toestand van de huidige vegetatie. Met name de centrale natte heide is goed ontwikkeld. Ook de met het grondwatermodel berekende grondwaterstanden en de grondwatertrappen uit de bodemkaart bevinden zich binnen het ideale bereik. Verbetering van de huidige toestand van het natuurgebied is vooral te behalen middels beheermaatregelen, eventueel aangevuld met lokale hydrologische maatregelen. Voor de beheermaatregelen zijn naar aanleiding van het veldbezoek aanbevelingen gedaan door Loekie en Melchior van Tweel. 12

13 6. Effect aanleg Doorbraak 6.1 Effect Doorbraak op grondwaterstanden De effecten van de aanleg van de Doorbraak op de grondwatersituatie in het betreffende traject zijn doorgerekend door TNO met behulp van het Regge en Dinkel grondwatermodel (TNO-NITG, 2004). Het effect van de aanleg van een niet beklede Doorbraak op de grondwatersituatie is variabel in de tijd en afstand. Over het algemeen geldt dat de grondwatereffecten op grotere afstand van de Doorbraak kleiner worden. Daarnaast is de beïnvloeding gedurende het jaar verschillend. In de winterperiode is het effect op de grondwaterstanden het grootst. Dit komt doordat de huidige grondwaterstanden in het gebied in de winter hoog zijn en zich ruim boven het peil van de Doorbraak bevinden. Hierdoor trekt de Doorbraak in perioden met een neerslagoverschot veel grondwater aan en heeft de Doorbraak dus een drainerende werking op de omgeving. De gemiddeld hoogste grondwaterstand daalt fors. Dicht bij de Doorbraak, ter hoogte van het noordelijk gelegen heideterrein daalt de grondwaterstand ruim 1,40 meter. Ter hoogte van de dekzandrug daalt de ghg ongeveer 55 centimeter waardoor de opbolling van de grondwaterstand die nu plaatsvindt in de winter grotendeels verdwijnt. Verder van de Doorbraak dalen de grondwaterstanden minder. In het centrale heideterrein daalt de grondwaterstand ongeveer 25 centimeter. Aan de zuidzijde van het gebied is het effect van de Doorbraak nagenoeg uitgewerkt; de grondwaterstand daalt hier minder dan 10 centimeter. Hetzelfde geldt, zijn het in mindere mate voor de grondwatersituatie in het voorjaar. Dit is ook logische gezien het feit dat de grondwatersituatie in het voorjaar grotendeels afhankelijk is van de grondwaterstanden die in de winter bereikt worden (ongeveer 85%). De grondwaterstand in het voorjaar daalt in het hele gebied. Deze daling varieert van 120 tot minder dan 10 centimeter. Ter hoogte van het centrale heideterrein is de daling ruim 20 centimeter. De grondwatersituatie in de zomer verandert veel minder. Dit komt enerzijds door het karakter van het gebied. Van nature zakt de grondwaterstand al diep weg in perioden met een neerslagtekort. In de huidige situatie wordt dit nog versterkt door de in de omgeving aanwezige drainagemiddelen. Door Doorbraak is echter gestuwd en bevindt zich daardoor op een constant peil waardoor de drainerende werking in de zomer bijna wegvalt. De gemiddeld laagste grondwaterstand daalt met ruim 10 centimeter dicht bij de Doorbraak tot minder dan 10 centimeter verder van de Doorbraak af. 13

14 In de dwarsdoorsnede in figuur 11 zijn de grondwaterstanden in de huidige situatie en na aanleg van de Doorbraak schematisch weergegeven. In de figuur is duidelijk terug te zien dat de grondwaterstanden dichter bij de Doorbraak meer dalen dan verder van de Doorbraak af en dat de grondwaterstanden in winter en voorjaar sterker veranderen dan de grondwaterstand in de zomer. De dwarsdoorsnede is noord-zuid georiënteerd. De linkerzijde van de grafiek geeft dus de situatie aan de noordkant weer, de rechterzijde de situatie aan de zuidkant van het natuurgebied. 6.2 Effect van de Doorbraak op aanwezige (natte) natuurwaarden Uit de voorgaande paragraaf werd reeds duidelijk dat de grondwaterstand ter hoogte van de Doorbraak zal dalen als de Doorbraak niet wordt bekleed. Voor de vegetatie is van belang dat de nieuwe grondwaterstandsituatie die zich zal ontwikkelen zich binnen de bandbreedte bevindt waarbij de meest kritische vegetatietypen voor kunnen komen. Ter hoogte van het centrale natte heideterrein zal de grondwaterstand in het voorjaar ruim 20 centimeter dalen. Daarmee wordt de voorjaarsgrondwaterstand te laag voor de aanwezige natte heidevegetatie in de centrale natte heide. Hoewel de noordelijke natte heide nu al veel droger is dan de centrale natte heide vanwege de hogere ligging in het systeem zal ook hier een flinke daling van de grondwaterstand optreden. Deze is zo groot dat de aanwezig Dopheide zal verdwijnen en vervangen zal worden door een Struikheide (droge heide). Ook voor de venvegetatie geldt dat met name de voorjaarssituatie te droog wordt en de aanwezige vegetatie met Vlottende bies zal verdwijnen. 14

15 7. Mogelijke oplossingen 7.1 Inventarisatie mogelijke oplossingen Voorafgaand aan het veldonderzoek zijn een aantal mogelijke maatregelen verkend om grondwaterstandsdalingen als gevolg van het aanleggen van de Doorbraak teniet te doen of het effect van grondwaterstandsdalingen te verzachten. Het veldonderzoek was met name bedoeld om de haalbaarheid van een aantal van deze maatregelen in te schatten. De volgende compenserende maatregelen zijn destijds bedacht: 1. Het bekleden van de Doorbraak ter hoogte van het natuurgebied 2. Het plaatsen van verticale kleischotten rondom het natuurgebied tot op de aanwezige lokale slecht doorlatende laag die zich op geringe diepte bevindt. 3. Verondiepen van leggerwaterloop Geleidelijk peilverlaging na aanleg van de Doorbraak. 5. Compensatie elders 7.2 Consequenties van de mogelijk oplossingen Het plaatsen van verticale kleischotten werd voorafgaand aan het veldonderzoek gezien als een mogelijke effectieve maatregel om grondwaterstanddalingen in het gebied te voorkomen. Uit paragraaf 6.2 bleek reeds dat zonder het nemen van maatregelen de grondwaterstand in het voorjaar teveel daalt om de aanwezige centrale natte heide duurzaam te kunnen behouden. Uit het veldonderzoek dat in hoofdstuk 4 is beschreven bleek reeds dat de slecht doorlatende laag onder het gebied deels afwezig is en in het overgrote deel slechts een geringe dikte heeft van 40 tot 60 centimeter. De weerstand die de laag kan bieden tegen grondwaterstanddalingen is daardoor gering. Het plaatsen van verticale kleischotten lijkt derhalve weinig zin te hebben, zeker wanneer in ogenschouw wordt genomen dat de Doorbraak ter hoogte van Krikkenhaar zich in zal snijden in het onderliggende pakket grof zand. Dit pakket is veel beter doorlatend dan het bovenliggende dekzandpakket en daardoor zal met name via dit pakket lek van grondwater plaatsvinden naar de Doorbraak. Gezien de nu aanwezige drooglegging en optreden grondwaterstanden zijn er mogelijkheden om leggerwaterloop te verondiepen en het natte profiel te verkleinen. De effectiviteit van het verondiepen van leggerwaterloop is ingeschat met behulp van de IR-database die behoort bij het Regge en Dinkel grondwatermodel (TNO-NITG, 2004). Uit deze berekeningen blijkt dat een verondieping, in combinatie met een profielverkleining (zo klein mogelijk nat oppervlak) een deel van de negatieve effecten kan oplossen. De 15

16 grondwaterstandstijging is echter in de orde grootte van enkele centimeters en weegt derhalve niet op tegen de grondwaterstandsdaling welke wordt veroorzaakt door de Doorbraak. Met verondieping van de leggerwaterloop kan ongeveer 25% van de grondwaterstandsdaling welke het gevolg van de Doorbraak teniet worden gedaan. Een geleidelijke verlaging van het peil van de Doorbraak is voornamelijk bedoeld om negatieve effecten op de aanwezige beplanting te beperken of teniet te doen. Het wortelstelsel van bomen kan zich geleidelijk aanpassen aan een nieuwe grondwaterstand, mits de grondwaterstandsdaling niet te abrupt plaatsvindt. Voor de aanwezig natte heide is dit geen optie. Immers de aanwezige soorten wortelen ondiep en hebben ook niet het vermogen om dieper te wortelen zoals bomen dit doen. Het bekleden van de Doorbraak kan wel een effectieve maatregel zijn. Het is echter de vraag hoe groot het traject is waarover de Doorbraak bekleed moet worden. Op basis van de spreidingslengte kan dit worden ingeschat (grove benadering). De spreidingslengte van het 1 e watervoerend pakket is in het model geschat op ongeveer 60 meter. Vuistregel is dat een hydrologische ingreep op een afstand van 3 keer de spreidinglengte nagenoeg is uitgewerkt (slechts 5% van de maatregel komt nog terug in een effect op de grondwaterstand). Dit zou betekenen dat de Doorbraak over een lengte van zo n 300 meter (gerekend vanaf de centrale natte heide tot aan de weg) bekleed zou moeten worden. Uit eerder uitgevoerde studies blijkt echter dat het bekleden van de Doorbraak technisch vrijwel onhaalbaar is en leidt tot negatieve effecten zoals het veranderingen van grondwaterstromingen en vernatting op plaatsen elders in het gebied. Een alternatieve overweging is om grondwaterstandsdalingen in het gebied te accepteren. Dit heeft wel gevolgen in het kader van de Flora en Faunawet. Met name in de centrale natte heide en het ven komen soorten voor die beschermd zijn vanuit de Flora en Faunawet zoals Klokjesgentiaan, Kleine zonnedauw en Wilde gagel. Het betreft allen tabel 2 soorten. Omdat het Waterschap een gedragscode hanteert kan in principe vrijstelling worden verkregen voor deze soorten. Omdat echter de indruk bestaat dat de werkzaamheden indirect zullen zorgen voor het verdwijnen van de soorten dient mogelijk toch een ontheffing te worden aangevraagd. Ontheffing kan bijvoorbeeld worden verkregen vanuit een zwaarwegend maatschappelijk belang of als er voldoende ruimte wordt gecreerd voor compensatie en mitigatie. Als wordt gekozen voor deze optie moet dit nader worden uitgezocht. 16

17 8. Conclusies en aanbevelingen In dit hoofdstuk worden de onderzoeksvragen uit hoofdstuk 2 beantwoord. Deze vormen de conclusies van dit rapport. Daarnaast worden een aantal aanbevelingen gedaan voor het vervolg. 8.1 Conclusies De onderzoeksvragen die geformuleerd werden worden hierna puntsgewijs beantwoord. 1. Welke natte natuurwaarden zijn in de huidige situatie aanwezig? De belangrijkste (natte) natuurwaarden bevinden zich in de twee heideterreinen en in het ven. Met name de centrale natte heide is waardevol door het voorkomen van beschermde soorten zoals Klokjesgentiaan, Kleine zonnedauw en Wilde gagel. 2. Hoe functioneert het hydrologisch systeem ter plaatse van het natuurgebied en hoe werkt het systeem door op de aanwezige vegetatie? Het natuurgebied en haar directe omgeving vormen een lokaal hydrologisch systeem. Onder invloed van een neerslagoverschot vind in de winter opbolling van de grondwaterstand in de dekzandrug plaats. Vanuit de dekzandrug vindt lokale kwel plaats van zuur tot hooguit licht aangereikt grondwater richting de beide heideterreinen. Hierdoor en door een algemene stijging van de grondwaterstand is de grondwaterstand in de winter en het voorjaar hoog. In de zomer zakt het grondwater diep weg als gevolg van drainagemiddelen en een neerslagtekort. 3. Welk effect heeft aanleg van de Doorbraak op het natuurgebied? Zijn er negatieve effecten te verwachten op de aanwezige natte natuurwaarden? De Doorbraak zorgt met name voor flinke grondwaterstandsdalingen in de winter en het voorjaar. Deze dalingen zijn zo groot dat natte heideterreinen op termijn, zonder compenserende maatregelen, hoogstwaarschijnlijk niet in stand kunnen worden gehouden. 17

18 4. Zijn eventuele negatieve effecten teniet te doen door compenserende maatregelen? Zo ja, welke zijn dit dan? Op basis van dit onderzoek lijkt alleen het bekleden van de Doorbraak zinvol om alle grondwatereffecten teniet te doen. Uit een aantal andere studies is echter gebleken dat het bekleden van de Doorbraak technisch vrijwel onhaalbaar is en leidt tot negatieve effecten zoals grondwaterstandsstijgingen en veranderingen van stromingspatronen van grondwater in de omgeving. Daarnaast kan een verondieping in combinatie met een profielverkleining enige verzachting bieden. Het plaatsen van kleischotten lijkt niet zinvol. De slecht doorlatende laag is soms afwezig en biedt slechts een geringe weerstand. Het belangrijkste verlies van water richting de Doorbraak vindt plaats via het onderliggende pakket dat uit goed doorlatende grove zanden bestaat. Een andere optie is het treffen van mitigerende maatregelen. Het perceel aan de zuidoostkant van het natuurgebied leent zich mogelijk voor natuurontwikkeling. 8.2 Aanbevelingen Voor het vervolg van het project worden de volgende aanbevelingen gedaan: In het voorjaar, na een winter met een neerslagoverschot, kan op basis van de meetreeksen van de geplaatste peilbuizen, meer inzicht worden verkregen in het lokale functioneren van het watersysteem. Te denken valt aan de opbolling van de grondwaterstand in de dekzandrug en de manier waarop dit doorwerkt in de grondwaterstand in de heideterreinen. De eventuele gevolgen van de aanleg van een onbeklede Doorbraak in relatie tot de Flora en Faunawet (eventuele ontheffing) dienen nader in beeld te worden gebracht. Dit rapport kan daarbij als input dienen. Onderzoek naar de mogelijkheden om mitigerende maatregelen te treffen in de omgeving. Hierbij moet met name worden gedacht aan het perceel aan de zuidoostzijde van de Doorbraak. 18

19 Bijlage 1 Historische en actuele topografische kaarten 19

20 Bijlage 2 Vegetatie-inventarisatie Landschap Overijssel Verslag veldbezoek Krikkenhaar heide Op verzoek van Garmt Arkenbout, beheerder van het buitenterrein op de NIVONlocatie Krikkenhaar, is op 19 september 2006 een bezoek gebracht aan de heide en het ven door Loekie en Melchior van Tweel. Er is gericht gekeken naar de floristische en vegetatiekundige waarden en naar het mogelijke beheer van de heide. Op het gebied van de hydrologie heeft Rob van Dongen van Waterschap Regge en Dinkel in augustus 2006 een uitgebreid rapport geschreven. De floristische bevindingen van nu geven aan dat de bijzondere soorten nog steeds voorkomen en er zelfs nog enkele belangrijke soorten en waarden kunnen worden toegevoegd. De conclusies met nader onderzoek en het plaatsen van een kleischerm worden dan ook onderschreven. Hieronder volgen de bevindingen van dit terreinbezoek en enkele aanbevelingen t.a.v. het beheer van de heides en het ven. Dit ook met in het achterhoofd de Natuurwerkdag van 4 november a.s. waarbij Krikkenhaar 1 van de werklocaties is en waar maximaal 25 mensen aan het werk kunnen. Van de noordelijke heide en het middenterrein zijn vegetatie-opnamen gemaakt met de Schaal van Tansley. De beide opnamen en de gebruikte schaal zijn te vinden in Tabel 1 (achteraan dit verslag). Beide heide-terreinen zijn waardevol omdat het vochtige tot natte heides zijn, maar met name het centrale heideterrein is zeer waardevol. Het noordelijke heideterrein Dit heideterreintje ligt vrij dicht bij de weg en onder de hoogspanningsleiding. Ten opzichte van de topografische kaart van 1991/1995 en de inventarisatie van Provincie Overijssel in 1995 en 1996 (zie rapport Waterschap Regge en Dinkel, augustus 2006, Rob van Dongen) is de heide een stuk kleiner geworden. De driehoek die het toen nog was is bijna gehalveerd. Langs de randen is jonge opslag met berk, eik en vuilboom nu dominant aanwezig. De heide zelf is mooi ontwikkeld met vooral Struikhei en Gewone dophei en verspreid over de gehele heide Tormentil. Geheel in het noordoosten is nog een pol Borstelgras gevonden. Aanbevelingen voor het beheer zijn het blijven verwijderen van opslag. Belangrijk is om deze heide weer uit te breiden tot minimaal de oorspronkelijke oppervlakte van zo n 10 jaar geleden. Dus de opslag aan de randen verwijderen en waar de opslag is verwijderd plaggen. De heide zelf hoeft voorlopig zeker niet geplagd. Het centrale heideterrein In dit heideterrein werd deze week zeer hard gewerkt aan het verwijderen van opslag. De heide is mooi ontwikkeld en zeer divers met Gagelstruweel, enkele Jeneverbessen, natte heide en drogere heide en in het zuidwesten nog een klein vennetje. Delen zijn al eerder geplagd. Het geplagde deel in het zuidwesten is nu 20

21 mooi ontwikkeld met veel Veenbies, Gewone dophei, Kussentjesveenmos en Kleine zonnedauw. In het noordoosten is korter geleden een stukje geplagd en hier is nu veel Bruine snavelbies, Kleine zonnedauw en Veenpluis te vinden. Op een drietal plekken tussen het Pijpenstrootje komt nog Klokjesgentiaan voor. Op twee plekken slechts enkele planten, de grootste groeiplaats kent zeker een 15- tal planten. Bij de planten zullen deze week stokjes worden gezet zodat daar op de Natuurwerkdag kleinschalig naast geplagd kan worden. Het zaad van de Klokjesgentiaan is zwaar en komt niet ver naast de plant terecht en om te kiemen is kale grond nodig. Een klein beetje kalk strooien is gunstig om verzuring te voorkomen, anders kunnen de kiemplanten weer allemaal dood gaan. Ook in dit terrein is het belangrijk opslag zoveel mogelijk te verwijderen, ook tussen het gagelstruweel vandaan. Daar waar opslag is verwijderd en een dikke strooisellaag aanwezig is, is het zinvol te plaggen. De kleine stukjes die al geplagd zijn geven aan dat er mooie en goed ontwikkelde heide terug komt. In het kleine vennetje en poeltje komt nu vooral Waterveenmos voor en Veelstengelige waterbies. Door opslag is de overgang vanaf de heide niet meer goed te zien. Als de opslag wordt verwijderd en er wat wordt geplagd kan er weer een mooie gradiënt ontstaan. Plaggen kunnen worden verwerkt in de greppel die nog door het heideterrein loopt. De greppel voert nu waarschijnlijk geen water af, maar het kan geen kwaad daar de plaggen in te verwerken. De beheerder maakt zich wat zorgen over de hoeveelheid Riet die vanuit de oostrand de heide op komt. Het Riet maakt echter totaal geen vitale indruk en zal zeker geen dominante aanwezigheid worden. Mocht Riet zich de komende jaren toch echt duidelijk uitbreiden, dan kan het helpen het Riet in de zomer te maaien. Er is een Jeneverbes die door de zware sneeuwval van afgelopen winter deels is afgeknapt. Toch ziet hij er nog redelijk groen uit, misschien dat de afgeknapte delen wel weer mooie afleggers vormen en zo weer doorgroeien, hier moet niets aan worden gedaan. Het ven Het ven of de zwemvijver in het zuidwesten van het terrein bevat met name aan de zuidwestkant een enorm grote groeiplaats met Vlottende bies wel zo n 30 m2. Het ziet er naar uit dat het ven sinds het gegraven is niet meer is geschoond of uitgebaggerd. De randen zijn grotendeels dichtgegroeid met opslag, er hangen grote bomen over en er zit een dikke laag modder en detritus in het ven zelf. Mocht zich ooit de mogelijkheid voordoen dat er makkelijk een kraan kan komen, dan is uitbaggeren belangrijk om de groeiplaats van Vlottende bies op de lange termijn veilig te stellen. Overhangende bomen zullen dan ook verwijderd moeten worden, omdat met name bladinval zorgt voor de dikke modderlaag. De waargenomen soorten in het ven zijn te vinden in tabel 2. Tabel 2: Ven Krikkenhaar Bezoek 19 september 2006 Coördinaten: 243, ,797 Waarnemers: Loekie en Melchior van Tweel Waterlelie Zwarte els Grauwe wilg Braam Ratelpopulier Vlottende bies (30 m2) Pitrus Pijpenstrootje Lijsterbes Amerikaanse eik Brede stekelvaren 21

22 Gele lis Mannagras Veenwortel Gewone wederik Blauwe glazenmaker Overige waarnemingen Op het terrein zijn tijdens dit korte veldbezoek soorten gezien en gehoord als Bruine kikker, Groene specht, Eekhoorn, Blauwe glazenmaker en veel (gezien de droogte van de afgelopen periode) paddestoelen. De waargenomen paddestoelen zijn te vinden in tabel 3. Tabel 3: Krikkenhaar paddestoelen Bezoek 19 september 2006 Gehele NIVON-terrein Waarnemers: Loekie en Melchior van Tweel Roestvlekkenzwam Roodbruine slanke amaniet Gewoon zwavelkopje Elfenbankje Grote stinkzwam Gele berkenrussula Vliegenzwam Berkenboleet Berkenzwam Broze russula Geelwitte russula Grijze gaatjeszwam Berijpte russula Krulzoom Gele aardappelbovist Fopelfenbankje Oranjegeel trechtertje Barnsteenmosklokje Zwartgroene melkzwam Waaiertje Loekie en Melchior van Tweel 24 september 2006 Schaal van Tansley: 1 r rare soort is zeldzaam 2 s sporadisch sporadisch 3 o occasional af en toe 4 lf local frequent plaatselijk frequent 5 f frequent regelmatig 6 la local abundant plaatselijk veel 7 a abundant i.h.a. veel aanwezig 8 ld local dominant lokaal dominant 9 d dominant overheersend 22

23 Tabel 1 - Krikkenhaar heide Tabel nummer 1 2 Datum X-coordinaat (x 1000) Y-coordinaat (x 1000) Lengte proefvlak (m) Breedte proefvlak (m) Bedekking totaal (%) 95 0 Bedekking kruidlaag (%) 80 0 Bedekking moslaag (%) 90 0 Bedekking strooisellaag (%) 10 0 Gem. hoogte (hoge) kruidl (cm) 50 0 Gem. hoogte lage kruidl. (cm) 30 0 Maximale hoogte kruidlaag (cm) 70 0 Aantal soorten Wett_bes Rl2000kort Betula pubescens kl 1 2 Zachte berk kl Betula pendula kl 2 2 Ruwe berk kl Calluna vulgaris 8 5 Struikhei Deschampsia flexuosa 3. Bochtige smele Erica tetralix 8 7 Gewone dophei Rhamnus frangula kl 2 2 Sporkehout kl Hieracium laevigatum 2. Stijf havikskruid Luzula campestris 1. Gewone veldbies Molinia caerulea 4 6 Pijpestrootje Nardus stricta 1. Borstelgras GE-12 Pinus sylvestris kl 1 1 Grove den kl Potentilla erecta 5. Tormentil Prunus serotina kl 2. Amerikaanse vogelkers kl Quercus robur kl 2 2 Zomereik kl Sorbus aucuparia kl 1. Wilde lijsterbes kl Rubus fruticosus agg. 3 2 Gewone braam Quercus rubra kl 1 1 Amerikaanse eik kl Dicranum scoparium 5 5 Gewoon gaffeltandmos Hypnum jutlandicum 9 9 Heide-klauwtjesmos Pleurozium schreberi 7. Bronsmos Galerina vittaeformis 1. Barnsteenmosklokje Ceratocapnos claviculata. 1 Rankende helmbloem Drosera intermedia. 3 Kleine zonnedauw GE-12 Eleocharis multicaulis. 2 Veelsteng. waterbies Eriophorum angustifolium. 2 Veenpluis Rhamnus frangula s2. 3 Sporkehout s2 Gentiana pneumonanthe. 1 Klokjesgentiaan GE-16 Glyceria fluitans. 2 Mannagras Juncus bulbosus ssp. bulbosus. 1 Knolrus s.s. Juncus effusus. 1 Pitrus Juniperus communis. 2 Jeneverbes GE-12 Lemna minor. 1 Klein kroos Myrica gale s2. 6 Wilde gagel s2 GE-12 Phragmites australis. 3 Riet Pinus sylvestris b1. 1 Grove den b1 Quercus robur s2. 2 Zomereik s2 Rhynchospora fusca. 2 Bruine snavelbies GE-12 Salix cinerea kl. 1 Grauwe wilg kl Salix repens kl. 1 Kruipwilg kl Scirpus cespitosus ssp. germanicus. 3 Veenbies s.s. GE-12 23

24 Vaccinium myrtillus. 3 Blauwe bosbes Quercus rubra s2. 1 Amerikaanse eik s2 Draadwier. 1 Draadwier Campylopus introflexus. 3 Grijs kronkelsteeltje Sphagnum compactum. 4 Kussentjesveenmos Sphagnum cuspidatum. 2 Waterveenmos Sphagnum denticulatum. 3 Geoord veenmos 24

Projectnummer: C01012.100139.0400/LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: 078572453:0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd)

Projectnummer: C01012.100139.0400/LB. Opgesteld door: Tristan Bergsma. Ons kenmerk: 078572453:0.2. Kopieën aan: Cees-Jan de Rooi (gd) MEMO ARCADIS NEDERLAND BV Beaulieustraat 22 Postbus 264 6800 AG Arnhem Tel 026 3778 911 Fax 026 4457 549 www.arcadis.nl Onderwerp: Beknopte watersysteemanalyse de Knoop, Doetinchem Arnhem, 29 juli 2015

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt

Nadere informatie

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten

Achtergrondartikel grondwatermeetnetten Achtergrondartikel grondwatermeetnetten Wat is grondwater Grondwater is water dat zich in de ondergrond bevindt in de ruimte tussen vaste deeltjes, zoals zandkorrels. Indien deze poriën geheel met water

Nadere informatie

Natte en Vochtige bossen. Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er?

Natte en Vochtige bossen. Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er? Natte en Vochtige bossen Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er? Indeling Landschappelijke positie natte en vochtige bossen Verdroging Waar liggen de kansen? Hoe te herkennen

Nadere informatie

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen

Grondwater effecten parkeergarage en diepwand Scheveningen Notitie / Memo Aan: Kees de Vries Van: Anke Luijben en Jasper Jansen Datum: 25 januari 2017 Kopie: Ons kenmerk: WATBE5026-136N001D0.2 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V. Water

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

Systeemanalyse Volther-Agelerbroek

Systeemanalyse Volther-Agelerbroek Systeemanalyse Volther-Agelerbroek Systeemanalyse Volther-Agelerbroek Systeemanalyse Volther-Agelerbroek 1783 AD 1848 AD >1876 AD Systeemanalyse Volther-Agelerbroek 1899 AD 1935 AD Systeemanalyse Volther-Agelerbroek

Nadere informatie

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek

Geohydrologisch onderzoek Centrumplan Oldebroek Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 2 februari 2006 Kenmerk N001-4425137TER-pla-V01-NL 1.1 Bodemopbouw De regionale bodemopbouw is afgeleid uit de Grondwaterkaart van Nederland 1 en boorgegevens

Nadere informatie

Potenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas

Potenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas reg.nr. 17.87199 17.100697 Potenties voor vegetaties van Natte duinvalleien in het plangebied Hanenplas 1. Hydrologie 1.1 Hydrologische voorwaarden voor Schoenetum : zomergrondwaterstanden die niet verder

Nadere informatie

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg

Geohydrologische situatie Burg. Slompweg Notitie Contactpersoon Johannes Weemstra Datum 21 november 2012 Kenmerk N003-1210450WEJ-rrt-V01-NL Geohydrologische situatie Burg. Slompweg 1 Inleiding In opdracht van de gemeente Steenwijkerland heeft

Nadere informatie

Toepassing van instrumenten uit handboek op NATURA2000-gebied Boetelerveld

Toepassing van instrumenten uit handboek op NATURA2000-gebied Boetelerveld Toepassing van instrumenten uit handboek op NATURA2000-gebied Boetelerveld Perry de Louw (Deltares) Jan van Bakel (De Bakelse Stroom) Judith Snepvangers (Landschap Overijssel) Natura2000-gebied Boetelerveld

Nadere informatie

GROOT MALPIEVEN. Fotoreportage: een jaar na ven-herstelwerken. (ge VALKENSWAARD. Jacques van Kessel

GROOT MALPIEVEN. Fotoreportage: een jaar na ven-herstelwerken. (ge VALKENSWAARD. Jacques van Kessel GROOT MALPIEVEN (ge VALKENSWAARD Fotoreportage: een jaar na ven-herstelwerken. Jacques van Kessel September 2011 De Malpieheide is eigendom van de gemeente Valkenswaard, het gebied is in beheer bij de

Nadere informatie

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1).

De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). De geomorfologie in het gebied wordt voor een belangrijk deel bepaald door de stuwwalvorming tijdens de Saale-ijstijd (afbeelding I.1). Afbeelding I.1. Vorming stuwwal Nijmegen en stuwwal Reichswald Zandige

Nadere informatie

ACHTERGRONDDOCUMENT. Ontwikkelingsvisie en Beheerplan voor de landgoederen Nieuw- en Oud Amelisweerd en Rhijnauwen. Juni 2008

ACHTERGRONDDOCUMENT. Ontwikkelingsvisie en Beheerplan voor de landgoederen Nieuw- en Oud Amelisweerd en Rhijnauwen. Juni 2008 ACHTERGRONDDOCUMENT Ontwikkelingsvisie en Beheerplan voor de landgoederen Nieuw- en Oud Amelisweerd en Rhijnauwen Juni 2008 Inhoud deel I BASISGEGEVENS 1. Bodem, grondwater en hydrologie 2. Historie van

Nadere informatie

Samenvatting rapport Oorzaken en oplossingen kweloverlast omgeving Twentekanaal

Samenvatting rapport Oorzaken en oplossingen kweloverlast omgeving Twentekanaal Samenvatting rapport Oorzaken en oplossingen kweloverlast omgeving Twentekanaal De aanleiding voor het onderzoek Oorzaken en oplossingen kweloverlast omgeving Twentekanaal betreft de voorgenomen verruiming

Nadere informatie

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011 Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden Juni 2011 Achtergrond van de lagen benadering De oorsprong van de lagenbenadering moet gezocht worden in de negentiende eeuw,

Nadere informatie

Buro Maerlant. Boxtel Halderheiweg tussen nummer 3 en 5. Historische verkenning en waardering vijver

Buro Maerlant. Boxtel Halderheiweg tussen nummer 3 en 5. Historische verkenning en waardering vijver Buro Maerlant L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g BM-NOTITIE 2015 Boxtel Halderheiweg tussen nummer 3 en 5 Historische verkenning en waardering vijver J. van Suijlekom,

Nadere informatie

Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde).

Betreft: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw (bureaustudie) ter plaatse van de Landgoed Huize Winfried te Wapenveld (gemeente Heerde). Projectnummer 2013-11-002: Variatie in grondwaterpeilen en bodemopbouw Landgoed Huize Winfried Natuurbegraven Nederland T.a.v. de heer W. Peters Postbus 29 5201 AA s-hertogenbosch Betreft: Variatie in

Nadere informatie

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam MEMO Onderwerp Geohydrologisch vooronderzoek Amsterdam, WTC 5C, 2 oktober 2013 Van mw. M. Duineveld MSc. Afdeling IBZ Aan ZuidasDok Projectnummer D03011.000284. Opgesteld door mw. M. Duineveld MSc. Ons

Nadere informatie

Gagel-en wilgenstruwelen

Gagel-en wilgenstruwelen Gagel-en wilgenstruwelen Knelpunten en beheer Bobbink et al. (2013) Preadvies kleine ecotopen in de hydrologische gradiënt. H7. Vormen en voorkomen Gagelstruweel RG Klasse der hoogveenbulten en slenken

Nadere informatie

Grondwaterstanden juni 2016

Grondwaterstanden juni 2016 Grondwaterstanden juni 2016 Kennisvraag: In beeld brengen van de grondwatersituatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: op vrijwel alle meetlocaties waar analyse mogelijk was komt de maximale waterstand

Nadere informatie

Bedrijventerrein Kasteelsestraat

Bedrijventerrein Kasteelsestraat Bedrijventerrein Kasteelsestraat Overasselt Geohydrologisch onderzoek en waterparagraaf SAB Arnhem December 2008 Definitief Bedrijventerrein Kasteelsestraat Overasselt Geohydrologisch onderzoek en waterparagraaf

Nadere informatie

Bijlage 1: Kaart locatie inrichtingsmaatregelen buiten het natuurgebied

Bijlage 1: Kaart locatie inrichtingsmaatregelen buiten het natuurgebied Bijlage 1: Kaart locatie inrichtingsmaatregelen buiten het natuurgebied Bijlage 2. Kaart hydrologische effecten Met een hydrolgisch model zijn de effecten van de waterhuishoudkundige maatregelen uit het

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren

Nadere informatie

Natte Natuurparel Nemerlaer 1 20-10-2011

Natte Natuurparel Nemerlaer 1 20-10-2011 Overzicht situatie en maatregelen per perceel NNP Project: NNP = Perceel is op orde voor realisatie AmbitieNatuurbeheertype = AmbitieNatuurbeheertype is haalbaar door uitvoering maatregelen = AmbitieNatuurbeheertype

Nadere informatie

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN 1. INLEIDING De heer G. Holthuis en Mevrouw E. Wynia willen een nieuw landgoed aanleggen aan de Markeweg in Steenbergen. Onderdeel daarvan is de aanleg van 5 ha

Nadere informatie

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441

Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441 Notitie Contactpersoon Wietske Terpstra Datum 25 oktober 2011 Kenmerk N001-4817394TER-mfv-V01-NL Infiltratieonderzoek autobedrijf Van den Brink Rosendaalsestraat 437-441 1 Inleiding Autobedrijf Van den

Nadere informatie

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree)

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree) Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree) Gegevens opdrachtgever: Kellerberg Bosgoed B.V. Helenaveenseweg 45 5985 NL Grashoek 0493-536068 Contactpersoon: De heer

Nadere informatie

Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming

Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming NOTITIE Onderwerp Invloed damwand Meers-Maasband op grondwaterstroming Project Grensmaas Opdrachtgever Projectbureau Consortium Grensmaas Projectcode HEEL14-29 Status Definitief Datum 18 mei 2016 Referentie

Nadere informatie

Notitie. De kamp. Figuur 1 Locatie De Kamp in Cothen. Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober 2010 300342. Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen

Notitie. De kamp. Figuur 1 Locatie De Kamp in Cothen. Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober 2010 300342. Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 4 oktober 2010 300342 Betreft Geohydrologisch onderzoek Cothen 1 Inleiding De gemeente Wijk bij Duurstede is gestart met de ontwikkeling van een woningbouwprogramma

Nadere informatie

Figuur 1: Plangebied Integrale gebiedsontwikkeling (variant 18 woningen)

Figuur 1: Plangebied Integrale gebiedsontwikkeling (variant 18 woningen) Memo Ter attentie van Wolfswinkel Reiniging Datum 2 oktober 2015 Distributie Prinsen Advies, VKZ Projectnummer 142215 Onderwerp Watertoets Ambachtsweg Maarsbergen 1 AANLEIDING De gemeente Utrechtse Heuvelrug

Nadere informatie

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1

Landgoed Heijbroeck. Waterparagraaf. Datum : 11 juni Bureau van Nierop, Landgoed Heijbroeck, Waterparagraaf 1 Landgoed Heijbroeck Waterparagraaf Datum : 11 juni 2013 Auteur Opdrachtgever : W.J. Aarts : Fam. van Loon 1 VOORWOORD In opdracht van Fam. van Loon is er door Bureau van Nierop een waterparagraaf conform

Nadere informatie

Figuur 2 ontwateringsituatie

Figuur 2 ontwateringsituatie Bijlage Achtergrondrapportage beleidsregel toepassen drainage in keurbeschermings- en attentiegebieden Achtergrond van de lagen benadering De oorsprong van de lagenbenadering moet gezocht worden in de

Nadere informatie

Vergelijking van het Nieuw Limburgs Peil met het Waterbeheerplan van waterschap Peel en Maasvallei

Vergelijking van het Nieuw Limburgs Peil met het Waterbeheerplan van waterschap Peel en Maasvallei 8-2-2017 Vergelijking van het Nieuw Limburgs Peil met het Waterbeheerplan van waterschap Peel en Maasvallei Inleiding Het Limburgse waterschap Peel en Maasvallei (P&M) heeft in 2010 het Nieuw Limburgs

Nadere informatie

Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet. Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag

Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet. Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg - Westerslag

Nadere informatie

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24

: SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24 Logo MEMO Aan : Henrike Francken Van : Michiel Krutwagen Kopie : Dossier : BA1914-112-100 Project : SAB Prinses Margrietlaan Best Betreft : Watertoets ontwikkeling Prinses Margrietlaan nabij nr. 24 Ons

Nadere informatie

Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld

Watertoets Klaproosstraat 13, Varsseveld Notitie Contactpersoon Inkie Goijer Datum 1 augustus 2008 Kenmerk N002-4579913IGO-evp-V03-NL 1.1 Inleiding De watertoets De watertoets is een instrument dat ruimtelijke plannen toetst op de mate waarin

Nadere informatie

1 Aanleiding. Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water

1 Aanleiding. Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water Notitie / Memo Aan: Waterschap Hunze & Aa's Van: Carolien Steinweg/Martijn van Houten Datum: 15 januari 2018 Kopie: Ons kenmerk: WATBF7316N001F1.0 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland

Nadere informatie

Kavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha

Kavelpaspoort. Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk. Pilot Natuurlijk Ondernemen. 2,952 ha Kavelpaspoort Cluster 5: Son en Breugel - De Peel- Hooijdonk Pilot Natuurlijk Ondernemen 2,952 ha Geografie en ligging Het gebied van Son en Breugel ligt in het stroomgebied van De Dommel. Tussen de

Nadere informatie

BUREAUSTUDIE FASE 1 BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD EN VREGELINKSHOEK WATER

BUREAUSTUDIE FASE 1 BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD EN VREGELINKSHOEK WATER BUREAUSTUDIE FASE 1 BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD EN VREGELINKSHOEK WATER GEMEENTE HAAKSBERGEN 27 augustus 2007 110301.001599 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doel 3 2 Technische randvoorwaarden]

Nadere informatie

Steenmeel als maatregel tegen verzuring in heide en bossen

Steenmeel als maatregel tegen verzuring in heide en bossen Steenmeel als maatregel tegen verzuring in heide en bossen Roland Bobbink, Leon van den Berg, Huig Bergsma, Henk Siepel, Joost Vogels, Evi Verbaarschot, Bas van de Riet & Maaike Weijters BIOGEOCHEMICAL

Nadere informatie

Veldwerkplaats vochtige bossen

Veldwerkplaats vochtige bossen Veldwerkplaats vochtige bossen Hoe kan hydrologisch herstel (vermesting), verzuring en verdroging tegen gaan? Emiel Brouwer, onderzoekcentrum BWARE Rob van den Burg, Bosgroep Zuid Nederland Bos op de pleistocene

Nadere informatie

(Heivlinder Foto: archief GP) Vlinderinventarisatie Grenspark: (Beschrijving per route: alle routes met uitzondering van Steertse Heide)

(Heivlinder Foto: archief GP) Vlinderinventarisatie Grenspark: (Beschrijving per route: alle routes met uitzondering van Steertse Heide) (Heivlinder Foto: archief GP) Vlinderinventarisatie 2005-2006 Grenspark: (Beschrijving per route: alle routes met uitzondering van Steertse Heide) RAPPORT: Ledegen Ignace 2007, in het kader van Grensparkmonitoring,

Nadere informatie

NADERE UITWERKING MONITORING LANDBOUW Januari 08

NADERE UITWERKING MONITORING LANDBOUW Januari 08 NADERE UITWERKING MONITORING LANDBOUW Januari 08 In samenwerking met de werkgroep Landbouw is in voorjaar 2006 het monitoringsplan opgesteld: "Monitoring grondwaterstanden in landbouw percelen, DLG, 1

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing t.b.v. uitbreiding loonwerkbedrijf te Eldersloo

Landschappelijke inpassing t.b.v. uitbreiding loonwerkbedrijf te Eldersloo Landschappelijke inpassing t.b.v. uitbreiding loonwerkbedrijf te Eldersloo Landschapsbeheer Drenthe Landschapsbeheer Drenthe maakt deel uit van een samenwerkingsverband van twaalf provinciale organisa

Nadere informatie

Van Bodemkaart tot. Ruilklassenkaart

Van Bodemkaart tot. Ruilklassenkaart Van Bodemkaart naar Van Bodemkaart tot Titel Ruilklassenkaart Ruilklassenkaart Gert Stoffelsen Bodemkartering of Bodemgeografisch onderzoek van de deelgebieden Scheerwolde en Oldemarkt De deelgebieden

Nadere informatie

2. KORTE TOELICHTING EERDERE ONDERZOEKEN

2. KORTE TOELICHTING EERDERE ONDERZOEKEN leeswijzer In deze onderbouwing wordt achtereen volgens ingegaan op: - een beknopt overzicht van uitgevoerde waterhuishoudkundige onderzoeken en de wijze waarop rekening is gehouden met de natuurgebieden;

Nadere informatie

Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Inleiding Werkwijze

Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Inleiding Werkwijze Notitie Effecten maaivelddaling veenweidegebied op grondwatersysteem Fryslân Theunis Osinga, Wetterskip Fryslân Wiebe Terwisscha van Scheltinga, Wetterskip Fryslân Johan Medenblik, Provincie Fryslân Leeuwarden,

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.125 en Y = 455.100. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van de Gemeente Utrecht voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van het tot stand brengen van de Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) baan

Nadere informatie

BODEMONDERZOEK GROEI- LOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN

BODEMONDERZOEK GROEI- LOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN Bijlage 2 bij de toelichting BODEMONDERZOEK GROEI- LOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN i BODEMONDERZOEK GROEILOCATIE GLASTUINBOUW KLEINE HEITRAK, ASTEN In opdracht van: Tuinbouw Ontikkelings Maatschappij

Nadere informatie

Documentnummer AMMD

Documentnummer AMMD MEMO Kopie aan V. Friedrich-Drouville Van H. Meuwese Onderwerp impact aanleg Oeverdijk en peilbeheer Tussenwater op grondwaterstand dijk en achterland Datum 20 december 2016 Inleiding In dit memo is de

Nadere informatie

1 Kwel en geohydrologie

1 Kwel en geohydrologie 1 Kwel en geohydrologie 1.1 Inleiding Grondwater in de omgeving van de grote rivieren in Nederland wordt door verschillen in het peil sterk beïnvloed. Over het algemeen zal het rivierpeil onder het grondwatervlak

Nadere informatie

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast? grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast? grondwater doorgrond Grondwater bestaat uit regenwater en oppervlaktewater dat in de bodem is weg gezakt en kwelwater dat onder druk uit lager

Nadere informatie

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie

Nadere informatie

1 Inleiding en projectinformatie

1 Inleiding en projectinformatie Project: Groenhorst College te Velp Onderwerp: hemelwater infiltratieonderzoek Datum: 9 november 2011 Referentie: 25.515/61341/LH 1 Inleiding en projectinformatie Het Groenhorst College, gelegen aan de

Nadere informatie

Bewortelingsonderzoek eiken langs de Middachter Molenbeek

Bewortelingsonderzoek eiken langs de Middachter Molenbeek HANHART CONSULT ingenieursbureau voor eco-hydrologisch en bodemkundig advies Bewortelingsonderzoek eiken langs de Middachter Molenbeek In opdracht van: Landgoed Middachten 3 september 2010 Foto op voorpagina:

Nadere informatie

Oplegnotitie. 1 Aanleiding

Oplegnotitie. 1 Aanleiding Oplegnotitie Onderwerp: Reest - Vledders en LeijerhooiAanvullende hydrologische berekeningen nieuw inrichtingsplan Vledders en Leijerhooilanden Projectnummer: 348119348119 Referentienummer: 348119_berekening2018_Bdg

Nadere informatie

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL Bekijk op https://www.youtube.com/watch?v=pgyczqy-krm voor het herinirichtingplan Sarsven en De Banen. Begin vorige eeuw kwamen plantenliefhebbers uit het hele land al naar

Nadere informatie

MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM

MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM Briefrapport betreffende MONITORING GRONDWATERSTANDEN 3E OOSTERPARKSTRAAT EN VROLIKSTRAAT TE AMSTERDAM Opdrachtnummer: 1109-0036-001 Veurse Achterweg 10, Postbus 63, 2260 AB, Leidschendam, Tel: 070-3111333.,

Nadere informatie

Compensatieplan. natuurcompensatie. parkeren De Heimolen. juli 2015

Compensatieplan. natuurcompensatie. parkeren De Heimolen. juli 2015 Compensatieplan natuurcompensatie parkeren De Heimolen juli 2015 Inhoudsopgave: 1. Inleiding 2. Omschrijving verlies aan ecologische waarde. 3. Ruimtelijke begrenzing bestaand en de fysieke compensatie

Nadere informatie

NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK

NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK Opgesteld door: Ing. D. Heijkers In opdracht van: N.V. Nederlandse Gasunie Datum: 14 november 2011 Inleiding De Gasunie is voornemens een aardgastransportleiding

Nadere informatie

Daalhuizerweg. Velp. Geohydrologisch advies en waterparagraaf. SAB Arnhem. december 2009 definitief

Daalhuizerweg. Velp. Geohydrologisch advies en waterparagraaf. SAB Arnhem. december 2009 definitief Daalhuizerweg Velp Geohydrologisch advies en waterparagraaf SAB Arnhem december 2009 definitief Daalhuizerweg Velp Geohydrologisch advies en waterparagraaf dossier : C4866.01.001 registratienummer : ON-D20090543

Nadere informatie

Natuurbegraafplaats Fryslan-west

Natuurbegraafplaats Fryslan-west Natuurbegraafplaats Fryslan-west advies (geo-)hydrologie Definitief Vollmer & Partners Arnhemseweg 6 3817 CH AMERSFOORT Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 3 maart 2016 Verantwoording Titel : Natuurbegraafplaats

Nadere informatie

Kloosterstraat. Loon op Zand. Geohydrologisch onderzoek en waterparagraaf SAB. juli 2009 concept

Kloosterstraat. Loon op Zand. Geohydrologisch onderzoek en waterparagraaf SAB. juli 2009 concept Kloosterstraat Loon op Zand Geohydrologisch onderzoek en waterparagraaf SAB juli 2009 concept Kloosterstraat Loon op Zand Geohydrologisch onderzoek en waterparagraaf dossier : C6592.01.001 registratienummer

Nadere informatie

SAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen

SAMENVATTING. www.woerden.nl/onderwerpen/wonen-en-leefomgeving/grondwaterstand en funderingen SAMENVATTING Aanleiding In het westelijke deel van het Schilderskwartier zijn de woningen gefundeerd op houten palen met betonopzetters. Uit onderzoeken in de jaren 90 is gebleken dat de grondwaterstand

Nadere informatie

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam

Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt te Amsterdam Notitie Projectleider drs. A.J. (Arjan) Varkevisser Adviseur drs I.A. (Inger) de Groot Datum 19 november 2013 Kenmerk N001-1217942AJA-vvv-V01-NL Beschrijving geohydrologische situatie Vondelpark en Willemsparkbuurt

Nadere informatie

Aanvulling. Dictaat Inleiding Bodem. Voor versie Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2010.

Aanvulling. Dictaat Inleiding Bodem. Voor versie Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2010. Aanvulling Dictaat Inleiding Bodem Voor versie 2009 Bodem en Water 1 (LAD-10806) Bodem en Water II (AEW-21306) Oktober 2010 Inhoud - Figuur 8.8.2.5-2 in Bijlage 8.8-1 Vaststelling gradatie vochtleverend

Nadere informatie

Projectplan Anti-verdrogingsmaatregelen in Gilze (Lijndonk en Molenakkerweg)

Projectplan Anti-verdrogingsmaatregelen in Gilze (Lijndonk en Molenakkerweg) Zaaknummer Djuma: 11396 Nummer projectplan Djuma: 19024 Projectplan Anti-verdrogingsmaatregelen in Gilze (Lijndonk en Molenakkerweg) 1. Aanleiding Aan de Lijndonk en Molenakkerweg te Gilze liggen twee

Nadere informatie

Visuele inspectie voormalige stortplaatsen in de gemeente Apeldoorn

Visuele inspectie voormalige stortplaatsen in de gemeente Apeldoorn Notitie Contactpersoon Erik Vonkeman Datum 12 december 2013 Kenmerk N002-1220503ERT-baw-V01-NL Visuele inspectie voormalige stortplaatsen in de gemeente Apeldoorn Voor u ligt de uitwerking van de visuele

Nadere informatie

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR.

analyse GGOR Voor verdere informatie (zoals ligging verschillende natuurdoeltypen) wordt verwezen naar de beschrijving en kaarten van het AGOR. analyse GGOR afweging en uitgangspunten Het GGOR voor Alm&Biesbosch richt zich op het realiseren van de gewenste peilen ten behoeve van de geambieerde natuurdoeltypen van de provincie Noord-Brabant voor

Nadere informatie

Bestaande bebouwing: Ysselsteyn. zichtas provinciale grenslijn. Ven/ natuurlijke wadi t.b.v. waterberging/ infiltratie. vegetatie: natte/ droge Heide

Bestaande bebouwing: Ysselsteyn. zichtas provinciale grenslijn. Ven/ natuurlijke wadi t.b.v. waterberging/ infiltratie. vegetatie: natte/ droge Heide Bestaande Houtsingel/ laanbomen Houtsingel: Zachte berk (natte) en ruwe berk (drogere), inlandse Eik (solitaire bomen) JZ_01 Hakhout Zachte berk (natte) en ruwe berk (drogere), inlandse Eik Struiklaag:

Nadere informatie

Watersysteem rond 1900 Kaart 9a GHG. A4P Grontmij Nederland bv Alle rechten voorbehouden. Legenda GHG. Hydrologisch onderzoek de Zumpe

Watersysteem rond 1900 Kaart 9a GHG. A4P Grontmij Nederland bv Alle rechten voorbehouden. Legenda GHG. Hydrologisch onderzoek de Zumpe GHG boven maaiveld 0.00-0.10 0.10-0.25 0.25-0.50 0.50-0.75 0.75-1.00 1.00-1.50 1.50-2.00 > 2.00 m beneden maaiveld Kaart 9a GHG Map Document: P:\258828\Water\05_GIS\prj\kaart_09a...mxd) Effect GHG 0,30-0,40

Nadere informatie

Landbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum

Landbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum Landbouwkundig belang van een goede waterhuishouding Everhard van Essen Jan van Berkum Aequator Groen & Ruimte bv Opzet presentatie Wat is het belang van een goede waterhuishouding? Wat is een optimale

Nadere informatie

Visuele inspectie voormalige stortplaatsen in de gemeente Apeldoorn

Visuele inspectie voormalige stortplaatsen in de gemeente Apeldoorn Notitie Contactpersoon Erik Vonkeman Datum 12 december 2013 Kenmerk N017-1220503ERT-baw-V01-NL Visuele inspectie voormalige stortplaatsen in de gemeente Apeldoorn Voor u ligt de uitwerking van de visuele

Nadere informatie

Grondwatersysteemanalyse en effectberekening van de ringweg rond Tongeren in de omgeving van het natuurgebied De Kevie

Grondwatersysteemanalyse en effectberekening van de ringweg rond Tongeren in de omgeving van het natuurgebied De Kevie Grondwatersysteemanalyse en effectberekening van de ringweg rond Tongeren in de omgeving van het natuurgebied De Kevie Agentschap Infrastructuur: Wegen en verkeer Limburg 27 maart 2007 Definitief rapport

Nadere informatie

Visuele inspectie voormalige stortplaatsen in de gemeente Apeldoorn

Visuele inspectie voormalige stortplaatsen in de gemeente Apeldoorn Notitie Contactpersoon Erik Vonkeman Datum 12 december 2013 Kenmerk N003-1220503ERT-baw-V01-NL Visuele inspectie voormalige stortplaatsen in de gemeente Apeldoorn Voor u ligt de uitwerking van de visuele

Nadere informatie

Kleine Beerze. Bijeenkomst. 13 juli 2017

Kleine Beerze. Bijeenkomst. 13 juli 2017 Kleine Beerze Bijeenkomst 13 juli 2017 Agenda 1. Uitkomsten berekeningen met nieuwe maatregelen. a) Klimaatsveranderingen b) Resultaten met mitigerende maatregelen 2. Effect drinkwaterwinning op grondwater.

Nadere informatie

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal Bestuurlijke samenvatting Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal De Groote Meer, deels gevuld met water De Brabantse Wal: een afwisselend natuurgebied met een grote variatie aan

Nadere informatie

Beplantingsplan percelen aan de Schouwenweg te Lierop 2017

Beplantingsplan percelen aan de Schouwenweg te Lierop 2017 Beplantingsplan percelen aan de Schouwenweg te Lierop 2017 Colofon Opdrachtgever: Dhr. N. van Bussel Titel: Beplantingsplan percelen aan de Schouwenweg te Lierop 2017 Status: Concept Datum: Juni 2017 Auteur(s)

Nadere informatie

Brabantse bijen behoeven betere bescherming (beknopte beschouwing betreffende beheer & beleid) Tim Faasen

Brabantse bijen behoeven betere bescherming (beknopte beschouwing betreffende beheer & beleid) Tim Faasen Brabantse bijen behoeven betere bescherming (beknopte beschouwing betreffende beheer & beleid) Tim Faasen 1 Wilde bijen in Noord-Brabant 283 wilde soorten (81% van NL) 89 soorten dalend (31%); 64 soorten

Nadere informatie

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen 3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen In dit bedrijfsnatuurplan wordt een hoofdzonering aangebracht tussen 'natuurlijk groen' en 'functioneel groen'. In het natuurlijke groen is de natuurwaarde

Nadere informatie

Waterhuishoudingsplan

Waterhuishoudingsplan Waterhuishoudingsplan Herinrichting N377 Waterhuishoudingsplan Provincie Overijssel juni 2013 concept Waterhuishoudingsplan Herinrichting N377 Waterhuishoudingsplan dossier : BC1618103105 registratienummer

Nadere informatie

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied

Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied uit: Riet Moens / Bouwrijp maken http://team.bk.tudelft.nl/publications/2003/earth.htm Uit: Standaardgidsen (1999) 1.7.3 Uitwerking voor stedelijke functies De

Nadere informatie

HISTORISCH ONDERZOEK. conform de NEN 5725:2009 STEEG 13 TE SEVENUM

HISTORISCH ONDERZOEK. conform de NEN 5725:2009 STEEG 13 TE SEVENUM HISTORISCH ONDERZOEK conform de NEN 5725:2009 STEEG 13 TE SEVENUM 20 februari 2017 Colofon Rapport: Historisch bodemonderzoek Steeg 13 te Sevenum Projectnummer: 5348bo0117 Status: definitief Datum: 20

Nadere informatie

Neerslag lenzen: sterke ruimtelijke variatie

Neerslag lenzen: sterke ruimtelijke variatie Neerslag lenzen: sterke ruimtelijke variatie Ben van der Wal Bij natuurontwikkelingsprojecten is het van belang inzicht te krijgen in de watersamenstelling in de wortelzone. Hydrologische effecten van

Nadere informatie

Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk

Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk Aanvullend bodemonderzoek veenputten Appel, Nijkerk Inleiding In 2008 heb ik een onderzoek uitgevoerd naar een groot aantal afwijkend gevormde depressies op de Appelse heide. 1 De conclusie van dit onderzoek

Nadere informatie

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch

Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Hydrologische berekeningen EVZ Ter Wisch Inleiding In deze notitie worden verscheidene scenario s berekend en toegelicht ter ondersteuning van de bepaling van inrichtingsmaatregelen voor de EVZ Ter Wisch.

Nadere informatie

Relatie Diep - Ondiep

Relatie Diep - Ondiep Relatie Diep - Ondiep De Groote Meer en omgeving 1 Inleiding... 1 2 Opzet model... 2 2.1 Berekende grondwaterstand / stijghoogte. 4 2.2 Waterbalans... 8 3 Invloed onttrekking uit diepe pakket... 9 4 Conclusie...

Nadere informatie

Inrichtingsplan natuurcompensatie Natuur- en recreatiepark Drakenrijk

Inrichtingsplan natuurcompensatie Natuur- en recreatiepark Drakenrijk Inrichtingsplan natuurcompensatie Natuur- en recreatiepark Drakenrijk Gemeente Beesel Definitief NIBA NV Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 28 mei 2013 Verantwoording Titel : Inrichtingsplan natuurcompensatie

Nadere informatie

Groene Waterberging Operalaan e.o. te Oldenzaal

Groene Waterberging Operalaan e.o. te Oldenzaal Groene Waterberging Operalaan e.o. te Oldenzaal 12 februari 2019 Verantwoording Titel Groene Waterberging Operalaan e.o. te Oldenzaal Opdrachtgever Gemeente Oldenzaal Projectleider Hans van Breugel Auteur(s)

Nadere informatie

Grondwatereffecten door aanleg van de tunneltraverse A2

Grondwatereffecten door aanleg van de tunneltraverse A2 Grondwatereffecten door aanleg van de tunneltraverse A2 Projectbureau A2 Eindrapport 9P2534 000... 0...,.._0---- 000 HASKONING NEDERLAND BV RUIMTELlJKE ONTWIKKELING Randwycksingel 20 Postbus 1754 6201

Nadere informatie

Materiaal is gewonnen uit sloten en greppels langs de volgende wegen bij Arrierveld: Arrierveldweg, Noordelijke Dwarsweg, Dwarsweg en Boekweitakkers

Materiaal is gewonnen uit sloten en greppels langs de volgende wegen bij Arrierveld: Arrierveldweg, Noordelijke Dwarsweg, Dwarsweg en Boekweitakkers 16-12-03 Inventarisatie slootmateriaal Bokashikuilen Fix 8 december 2016 Materiaal is gewonnen uit sloten en greppels langs de volgende wegen bij Arrierveld: Arrierveldweg, Noordelijke Dwarsweg, Dwarsweg

Nadere informatie

Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark. Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen. Projectnr.: Datum rapport: 17 december 2012. Postbus 1 6400 AA Heerlen

Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark. Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen. Projectnr.: Datum rapport: 17 december 2012. Postbus 1 6400 AA Heerlen Geohydrologisch onderzoek Aldenhofpark Te Hoensbroek In de gemeente Heerlen Opdrachtnummer: Versie: Uw referentie: Projectnr.: GA-120338-2 V01 Definitief HL091704901 79A Datum rapport: 17 december 2012

Nadere informatie

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016

Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Water. Nora Koppert en Henk Kolkman Jasper Jansen Datum: 23 december 2016 Notitie / Memo Aan: Nora Koppert en Henk Kolkman Van: Jasper Jansen Datum: 23 december 2016 Kopie: Carola Hesp Ons kenmerk: WATBE9859N001D0.1 Classificatie: Projectgerelateerd HaskoningDHV Nederland B.V.

Nadere informatie

Averboodse Baan (N165), Laakdal

Averboodse Baan (N165), Laakdal Programma van Maatregelen Auteur: A. Schoups (veldwerkleider) Autorisatie: J.A.G. van Rooij (OE/ERK/Archeoloog/2017/00169) 1 Inleiding In opdracht heeft Vlaams Erfgoed Centrum in juni 2017 een archeologienota

Nadere informatie

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen Een inventarisatie van beschermde flora en fauna Haaksbergen 21 Mei 2014 Rapportnummer 031 Projectnummer 012 opdrachtgever Fam. Ten Dam Kolenbranderweg

Nadere informatie

Pascal Bos, IB, , Grondwatertoets bestemmingsplan Strawinsky Zuidzijde

Pascal Bos, IB, , Grondwatertoets bestemmingsplan Strawinsky Zuidzijde Bezoekadres Weesperstraat 430 1018 DN Amsterdam Postbus 12693 1100 AR Amsterdam Telefoon 251 1111 ingenieursbureau.amsterdam.nl Notitie Aan Jet de Graaf, Sandra Thesing Van Pascal Bos, IB, 06-30541621,

Nadere informatie

Biotoop heide. Cursus natuurmanagement, 2019

Biotoop heide. Cursus natuurmanagement, 2019 Biotoop heide Cursus natuurmanagement, 2019 Natura 2000 Wat doen we vandaag? Heide Heide in Vlaanderen Begin 19 de eeuw Grootste uitbreiding heidelandschap (woeste grond) De mens vecht om er te overleven.

Nadere informatie