OPGAVEN EN UITWERKINGEN OEFENEXAMEN 1 DE ASSOCIATIE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "OPGAVEN EN UITWERKINGEN OEFENEXAMEN 1 DE ASSOCIATIE"

Transcriptie

1 OEFENEXAMEN 1 DE ASSOCIATIE Opgave 1 Voor welke ondernemingen is het Borgstellingskrediet bedoeld? Het Borgstellingskrediet is uitsluitend bedoeld voor ondernemingen: a. met maximaal 500 fte s. b. die onvoldoende levensvatbaar zijn. c. die onvoldoende zekerheden aan de bank kunnen bieden. Het juiste antwoord is c. Borgstellingskrediet Banken zijn vaak niet zo happig om aan het midden- en kleinbedrijf een lening te verstrekken. Zij vinden aan de leningen te veel risico kleven. In dat geval kan een borgstelling uitkomst bieden. Bladzijde 84 boek. Opgave 2 Wat wordt verstaan onder flexibiliteit van de vermogensstructuur? De mate waarin de onderneming in staat is om a. de omvang van het vermogen aan te passen aan gewijzigde omstandigheden. b. een activapost te vervangen door een andere activapost. c. haar schulden terug te betalen aan de vermogensverschaffers. Het juiste antwoord is a. De vermogensstructuur geeft weer hoe de vaste- en vlottende activa zijn gefinancierd. Etc Bladzijde 68 en 69 boek. Opgave 3 Op welke ondernemingen is IFRS verplicht van toepassing? a. alle Nederlandse ondernemingen b. alle Europese ondernemingen c. alle Europese beursgenoteerde ondernemingen d. alle Europese beursgenoteerde nv s Het juiste antwoord is c. 1

2 De IFRS moet worden toegepast door beursgenoteerde ondernemingen. Bladzijde 161 boek. Opgave 4 In welke categorie rechtspersonen met betrekking tot de publicatieplicht valt een rechtspersoon met activa, een jaarlijkse netto-omzet van en een gemiddeld aantal werknemers van 55? a. micro b. klein c. middelgroot d. groot Het juiste antwoord is c. Indeling m.b.t. vrijstellingen eisen jaarverslaggeving BW Boek 2 Titel 9 Micro Klein Middelgroot Activa Omzet Werknemers < 10 < 50 < 250 gemiddeld Bladzijde 163 boek. Opgave 5 Wat is het verschil tussen een vennootschap onder firma (vof) en een besloten vennootschap (bv)? a. Een vennootschap onder firma is een onpersoonlijke onderneming en een besloten vennootschap is een rechtspersoon. b. Een vennootschap onder firma is verplicht om de financiële gegevens te publiceren, terwijl een besloten vennootschap dat niet hoeft te doen. c. Bij een vennootschap onder firma zijn alle vennoten hoofdelijk aansprakelijk, terwijl de besloten vennootschap aansprakelijk is voor zichzelf. d. De aandeelhouders bij de besloten vennootschap betalen dividendbelasting over de winst die zij ontvangen vanuit de onderneming, terwijl de vennoten bij de vennootschap onder firma inkomstenbelasting betalen over de ontvangen winst. Antwoord c is juist. Bij een vennootschap onder firma zijn de vennoten verantwoordelijk voor de onderneming. Alle vennoten en dus ook eigenaars zijn hoofdelijk aansprakelijk. Bladzijde 41 boek. 2

3 Bij een rechtspersoon met rechtspersoonlijkheid gaat een directeur of een andere medewerker een overeenkomst aan namens de onderneming. In het laatste geval is het de rechtspersoon die de verplichting aangaat. Bladzijde 46 boek. Opgave 6 Van onderneming Ter Haar ziet de balans per 31 december van jaar 1 er als volgt uit: De onderneming verkoopt een machine met een boekwaarde van 8.000,-- op 3 januari van jaar 2 voor een bedrag van 8.000,-- exclusief omzetbelasting; vervolgens wordt de machine geleaset via een financial leasecontract. Wat gebeurt er met de vermogensbehoefte na het toepassen van de vorm van sale-and financial-lease-back? Het verkopen van de machine leidt ertoe dat de vermogensbehoefte: a. toeneemt met 8.000,--. b. afneemt met 8.000,--. c. niet verandert. De totale behoefte aan vermogen wordt bepaald door de totale activa. De geleasede machine vervangt op de activazijde de verkochte machine. Dus Machines machine + geleasete machine = In die zin verandert de vermogensbehoefte niet. Echter door de verkoop van de machine worden de liquide middelen verhoogd met Daardoor ontstaat er meer vermogensbehoefte. Deze wordt gefinancierd met een schuld aan de leasemaatschappij. Door de sales en leaseback actie neemt de vermogensbehoefte toe omdat de activa toeneemt. Mijns inziens is daarom antwoord a. juist en niet antwoord c. 3

4 Opgave 7 Wat is de relatie tussen preferente aandelen en dividend? a. Op preferente aandelen wordt dividend uitgekeerd voordat andere aandeelhouders aan bod komen. b. Op winst-preferente aandelen wordt dividend uitgekeerd nadat dividend wordt uitgekeerd op gewone aandelen. c. Op cumulatief winst-preferente aandelen wordt het niet-uitgekeerde dividend in latere jaren ingehaald indien dan wel dividend wordt uitbetaald. d. Op prioriteitsaandelen wordt doorgaans meer dividend uitgekeerd dan op winstpreferente aandelen. Het juiste antwoord is a. en c. Het enige dat aan a kan ontbreken is het feit dat preferente aandelen ook betrekking kunnen hebben op de zeggenschap in een onderneming. Dan geldt a niet. Dus wordt gekozen voor c. als juiste antwoord. Mijns inziens een verwarrende vraag. Opgave 8 Van onderneming Goos ziet de balans per 31 december van jaar 1 er als volgt uit: De onderneming wil een bestelauto aanschaffen. Om deze aankoop te kunnen financieren gaat zij per 2 januari van jaar 2 over op de uitgifte van een onderhandse lening waardoor zowel de post Liquide middelen als het Vreemd vermogen op lange termijn toeneemt met ,--. Wat is het gevolg van dit financieel feit voor het weerstandsvermogen? Het weerstandsvermogen a. neemt toe. b. neemt af. c. verandert niet. Met weerstandsvermogen wordt bedoeld: de mogelijkheid om in slechte tijden een faillissement te voorkomen. Bladzijde 199 boek. De interest coverage ratio zal minimaal 4 moeten zijn. Het geeft aan hoe groot het risico is dat de renteverplichtingen kunnen worden nagekomen. Deze ratio geeft inzicht in het weerstandsvermogen van de onderneming. 4

5 Interest coverage ratio: ICR = Winst voor belasting + Interestkosten Interestkosten Bladzijde 201 boek. Het weerstandsvermogen heeft dus iets te maken met het vreemde vermogen in de onderneming. Door meer vreemd vermogen nemen de rentekosten toe. Ook de verhouding vreemd vermogen en eigen vermogen wordt slechter. Waardoor de ruimte om meer te lenen wordt verkleind. Het juiste antwoord is dus b. Over interest coverage ratio bij vraag 21 meer. Opgave 9 Onderneming Noordermeer overweegt begin jaar 1 te investeren in machine A. Ten behoeve van de investeringsselectie zijn de volgende gegevens verzameld: Verdere gegevens: Als wordt overgegaan tot investering in machine A, wordt het bedrag van betaald per het begin van jaar 1. Naar verwachting verandert het nettowerkkapitaal niet als wordt overgaan tot investering in machine A. De cashflows zijn gelijkmatig over het jaar verdeeld. De cashflow van jaar 5 is inclusief de restwaarde van ,--. Wat is in hele maanden de terugverdientijd van machine A? 5

6 Jaar 1 Saldo begin jaar Cashflow Saldo einde jaar Jaar jaar Jaar Jaar Jaar Ergens in jaar 4 is de machine terugverdiend en wel in de 8 e maand maanden = 8 maanden Totaal aantal maanden: = 44 maanden Bladzijde 22 boek. Opgave 10 Onderneming De Jong overweegt in jaar 1 te starten met een project met een looptijd van vier jaar. Aan het begin van het project is een investering in duurzame productiemiddelen noodzakelijk van ,--. Daarnaast is aan het begin van het eerste jaar een eenmalig bedrag van ,-- nodig voor nettowerkkapitaal. Van de machines wordt verwacht dat de directe opbrengstwaarde aan het einde van de looptijd ,-- is. De afschrijving geschiedt met gelijke bedragen per jaar. Alle investeringen vinden plaats aan het begin van jaar 1. De investeringen in nettowerkkapitaal vallen vrij aan het einde van de looptijd van het project. De omzet van het project wordt per jaar geschat op ,--. De exploitatiekosten exclusief afschrijvingskosten bestaan uit een variabel deel van 40% van de omzet en een constant deel van ,-- per jaar. De winstbelasting is 24%. De ontvangsten en uitgaven met betrekking tot de omzet, exploitatiekosten en belasting vinden plaats aan het einde van het desbetreffende jaar. De gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit wordt als volgt berekend: A B 100% = C C is hierbij de in een percentage uitgedrukte gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit. Wat is het bedrag dat moet worden ingevuld bij A én bij B? 6

7 De formule is: Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit Gemiddelde winst na belastingen = Gemiddeld geïnvesteerd vermogen 100% A: De gemiddelde winst na belasting: Afschrijving = Omzet Afschrijving Overige constante kosten Variabele kosten Winst Belasting 24% Winst na belasting B: Gemiddeld geïnvesteerd vermogen Investering Machine Netto werkkapitaal stijging Waarde die aan het einde van de periode vrijvalt (restwaarde) Machine Netto werkkapitaal stijging vervalt Formule is: Gemiddeld geïnvesteerd vermogen (Aanschafwaarde investeringsproject + Restwaarde = Bladzijde 24 boek. =

8 Opgave 11 Onderneming Brouwer overweegt een investering in een nieuwe machine aan het begin van jaar 1. De investering bedraagt begin januari van jaar 1 naar verwachting ,--. De machine zal in 4 jaar lineair tot nihil worden afgeschreven. Naar verwachting zal het nettowerkkapitaal hierdoor niet veranderen. Voor de periode van jaar 1 tot en met jaar 4 is het volgende overzicht van de geschatte cashflows gemaakt: Om de investeringsbeslissing te onderbouwen, wordt de netto contante waarde berekend. Hierbij wordt gerekend met 15% geëist rendement per jaar. Hiertoe worden de relevante cashflows voor de jaren van jaar 1 tot en met jaar 4 bepaald. Onder relevante cashflows wordt in dit geval verstaan de verandering van de cashflow ten gevolge van de investering in de nieuwe machine. De cashflows worden geacht telkens aan het einde van elk jaar te worden ontvangen. De investering in de machine vindt begin van jaar 1 plaats. Wat is in hele euro s de netto contante waarde van dit investeringsproject op 1 januari van jaar 1? Cahflow met Cahflow zonder Jaar nieuwe machine nieuwe machine Extra cashflow I II III IV De contante waarde van de cashflow is: , , , ,15 4 = ,99 De contante van de machine is De netto contante waarde van het project is , = 1.987, Bladzijde 28 boek. 8

9 Opgave 12 Onderneming Dekker koopt op 1 januari van jaar 1 vier laptops voor de medewerkers. Een laptop kost 300,- per stuk. De laptops worden in drie jaar afgeschreven met gelijke bedragen per jaar. De restwaarde van de laptops is nihil. De aanschafprijzen van de laptops blijven de komende vier jaren ongewijzigd. De onderneming wil de jaarlijkse afschrijvingen op de laptops aan het einde van elk jaar zo veel mogelijk gebruiken om nieuwe laptops te kopen met dezelfde aanschafprijs. Hoeveel laptops kunnen worden aangeschaft in jaar 2? Afschrijving is: = 400 PER JAAR Jaar 1 Aanschaf 4 laptops à 300 = Afschrijving 400 Aanschaf 1 laptop van 300 Blijft over van de aanschaf = 100 Eind van het jaar zijn er 5 laptops in bezit Jaar 2 In bezit 5 laptops à 300 = Afschrijving = 500 Er was nog een restbedrag uit jaar 1 van 100 Totaal beschikbaar voor de aanschaf van nieuwe laptops = 600 Hiervan kunnen twee laptop worden aangeschaft. Bladzijde 143 boek. 9

10 Opgave 13 Van onderneming Hoekstra is de volgende gedeeltelijke creditzijde van de balans per 31 december van jaar 2 en per 31 december van jaar 1 gegeven ( 1,--): Toelichting op gedeeltelijke balans per 31 december van jaar 2 en per 31 december van jaar 1: de nominale waarde van een aandeel is 25,-- per aandeel; de toename van het geplaatste aandelenkapitaal is alleen ontstaan door een emissie van aandelen boven pari. Wat is in hele euro s de emissiekoers van de in jaar 2 uitgegeven aandelen? Toename geplaatst aandelenkapitaal Toename agioreserve Opbrengst emissie Aantal aandelen geplaatst: De koers is dus: = stuks = 75 Bladzijde 53 boek. Opgave 14 Van onderneming Koster zijn de volgende gegevens bekend: Geplaatst aandelenkapitaal: Aandelen in portefeuille: stuks. Totale bezittingen: ,--. Totale schulden: ,--. Agioreserve: ,--. Algemene reserve: ,-- Nominale waarde per aandeel: 20,--. 10

11 Wat is de intrinsieke waarde per geplaatst aandeel van Koster? Vul het bedrag in. Als het antwoord geen geheel bedrag is, vul dan een antwoord met twee decimalen in. Eigen vermogen van de onderneming Aantal geplaatste aandelen Eigen vermogen is: = intrinsieke waarde van de aandelen Geplaatst aandelenkapitaal Agioreserve Algemene reserve Eigen vermogen Of anders Totale bezittingen Totale schulden Eigen vermogen Het aantal geplaatste aandelen: = stuks De intrinsieke waarde is ,08 = 32,0754 Intrinsieke waarde van de aandelen is dus de opbrengst per aandeel wanneer de onderneming wordt verkocht. Dan moet wel de activa een juist beeld geven van de werkelijkheid. Staat niet in MBA boek is wel bij PDB behandeld. Opgave 15 De conversievoorwaarden van een 6% converteerbare obligatielening zijn: Vanaf 1 januari van jaar 3 kan een converteerbare obligatie, onder bijbetaling van 200,--, worden omgewisseld in 30 aandelen van dezelfde onderneming. De converteerbare obligaties hebben een nominale waarde van 1.000,-- per stuk. De nominale waarde is 25,-- per aandeel. Wat is de conversiekoers van een converteerbare obligatie? Vul het percentage in. Als het antwoord geen geheel percentage is, vul dan een antwoord met twee decimalen in. De formule om de conversiekoers uit te rekenen is 11

12 Conversieprijs nominale waarde 100% Alleereerst wordt de conversieprijs berekend: Conversieprijs = Nominale waarde in te leveren obligaties aantal + bijbetaling aantal te verkrijgen aandelen = 40 De conversiekoers is: % = 160% 25 Een koers heeft altijd betrekking op de werkelijke waarde t.o.v. de nominale waarde. Bladzijde 76 boek. Opgave 16 De gedeeltelijke balans van onderneming Veenstra ziet er als volgt uit: Van de 6% converteerbare obligatielening is bekend dat vanaf 1 januari van jaar 2 twee converteerbare obligaties, onder bijbetaling van 100,--, worden omgewisseld in 40 aandelen van dezelfde onderneming. De converteerbare obligaties hebben een nominale waarde van 1.000,-- per stuk. De nominale waarde is 25,-- per aandeel. Er worden in jaar 2 in totaal converteerbare obligaties omgewisseld in aandelen van dezelfde onderneming. Vul de bedragen in waarmee de volgende balansposten toe- of afnemen in jaar 2: 6% Converteerbare obligatielening Liquide middelen Geplaatst aandelenkapitaal Agioreserve Geef ook aan of de balanspost toeneemt of afneemt. 12

13 Berekening conversieprijs Conversieprijs = Nominale waarde in te leveren obligaties aantal + bijbetaling aantal te verkrijgen aandelen = 52,50 De nominale waarde van een aandeel is 25. Dus de agio per aandeel is 52,50-25 = 27,50 6% converteerbare obligatielening: Er worden converteerbare obligaties omgewisseld. Dit is een bedrag van = De obligatielening op de balans wordt dus verminderd met Liquide middelen: Om de toename van de liquide middelen te berekenen moet eerst worden bepaald hoeveel keer er 100 wordt bijbetaald. Een hulpmiddel hierbij is om een conversie te zien als een pakketje. Voor ieder conversiepakket zijn twee obligaties noodzakelijk. Er worden totaal converteerbare obligaties ingewisseld. Dus = 500 pakketten Dit houdt in dat er ook als bijbetaling wordt ontvangen. Dit betekent dat de liquide middelen met stijgen. Geplaatste aandelenkapitaal: We hebben berekend dat er 500 conversiepakketten worden ingewisseld. Dit betekent dat er aandelen worden geplaatst = De nominale waarde van de aandelen is 25 Het geplaatste aandelenkapitaal neemt dus toe met =

14 Agioreserve: Berekend is dat er aandelen worden geplaatst. Eerder is ook al bepaald dat de agio per aandeel 27,50 is. De toename van de agioreserve is dan ook ,50 = Bladzijde 78 boek. Opgave 17 Onderneming Gerritsen stelt bij de verkoop van de goederen de volgende betalingscondities: Bij betaling binnen 10 dagen na de leveringsdatum mag 1,5% op de factuurprijs in mindering worden gebracht; bij latere betaling, maar uiterlijk binnen 30 dagen na de levering, moet het volledige factuurbedrag worden betaald. Een jaar wordt gesteld op 360 dagen. Wat zijn de kosten van het leverancierskrediet per jaar? Vul het percentage in. Als het antwoord geen geheel percentage is, vul dan een antwoord met twee decimalen in. Dit is een klassieke vraag. We stellen het factuurbedrag op 100. Wanneer binnen 10 dagen wordt betaald, dan wordt 1,5% korting ontvangen. Wanneer je van de korting gebruik maakt, betaal je natuurlijk op de 10 e dag. Je betaalt dan 100 1,50 98,50 De beloning is dan 1,50. In een percentage uitgedrukt is dat: 1,50 100% = 1,5228 % 98,50 De beloning is vanwege het feit dat er 20 dagen te vroeg wordt betaald. Op jaarbasis is dit: 360 1,5228 = 27,41% 20 Bladzijde 83 boek 14

15 Opgave 18 Van onderneming Timmermans is over jaar 1 het volgende gegeven: De rentabiliteit van het gemiddeld totaal vermogen is 5%. De rentabiliteit van het gemiddeld vreemd vermogen is 3%. Het gemiddeld eigen vermogen is ,--. Het gemiddeld vreemd vermogen is ,--. De winstbelasting is 25%. Wat is de winst na aftrek van winstbelasting over jaar 1? Vul het bedrag in. Voor de oplossing hebben we de formule van de RTV nodig want daar zit het onderdeel winst in. RTV = Winst voor belastingen + Interestkosten Gemiddeld geïnvesteerd totaal vermogen x 100% De bekende gegevens worden ingevuld: Winst voor belasting + interestkosten 100% = 5% We vervangen Winst voor belasting + interestkosten door X X 100% = 5% Eerst wordt 100% uit de vergelijking verwijderd: X % 100% = 5% 100% X = 0, Nu wordt onder de streep weggehaald: X = 0, X = X = We hadden Winst voor belasting + interestkosten door vervangen door X. Dus: Winst voor belasting + interestkosten =

16 We hebben twee onbekenden. Eén ervan kunnen we berekenen. Het rentepercentage van het vreemde vermogen is immers 3% en het gemiddelde vreemde vermogen is De interest is dus: 3% = De winst voor belasting is: Winst voor belasting = Winst voor belasting is = De winstbelasting is 25%, dus de winst na belasting is: % = Zie bladzijde 195 boek en de extra lessen vergelijkingen op onze site Opgave 19 Van onderneming Schipper is over jaar 1 het volgende gegeven: De rentabiliteit van het gemiddeld totaal vermogen is 5%. De rentabiliteit van het gemiddeld vreemd vermogen is 3%. Het gemiddeld eigen vermogen is ,--. Het gemiddeld vreemd vermogen is ,--. De winstbelasting is 25%. In deze vraag moet de rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen worden berekend met behulp van het financiële hefboomeffect. Wat is de rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen? Vul het percentage in. Als het antwoord geen geheel percentage is, vul dan een antwoord met twee decimalen in. De formule van het hefboomeffect is: REV = (1 belastingquote) {RTV + VV EV (RTV RVV)} REV = (1 0.25) {5% (5% 3%)} 16

17 Oplossing: REV = 0,75 {5% + 0,75 2%} REV = 0,75 {5% + 1,5%} REV = 0,75 6,5% REV = 4,875% 4,88% Bladzijde 197 boek Opgave 20 Van onderneming De Koning is per 31 december van jaar 1 het volgende gegeven: het nettowerkkapitaal is 9.300,-- (negatief); de vlottende activa zijn ,--; de quick-ratio is 0,20; het vreemd vermogen op korte termijn is ,--. Wat is de waarde van de voorraden per 31 december van jaar 1? Vul het bedrag in. De formule voor de berekening van het netto-werkkapitaal is: Vlottende activa korte schulden korte schulden = Korte schulden zijn De formule van de quick-ratio is: Quick ratio = Vlottende activa Voorraden Kort vreemd vermogen 0,2 = Voorraden De vergelijking met één onbekende wordt opgelost. 0, = ( voorraden) = voorraden voorraden =

18 Zie bladzijde 191 boek en de oefeningen vergelijkingen met één onbekende op onze website Opgave 21 Op de winst-en-verliesrekening van onderneming Willemsen staan uitsluitend de volgende posten: Omzet Kosten van de omzet exclusief afschrijvingen Afschrijvingen op vaste activa Interestlasten Winst voor belasting Winstbelasting Winst na belasting. Nadere gegevens van dezelfde onderneming over jaar 1. De omzet is De kosten van de omzet exclusief afschrijvingen zijn De winstbelasting is 25%. De afschrijvingen op vaste activa zijn ,--. De interestlasten zijn ,--. Wat is de interest-coverage-ratio over jaar 1? De formule om de interest-coverage-ratio te berekenen is: ICR = Winst voor belasting + Interestkosten Interestkosten Deze formule is gelijk aan: ICR = Bedrijfsresultaat Interestkosten Omzet Kosten ex afschrijvingen Afschrijvingen Bedrijfsresultaat Interestlasten Winst voor belastingen Belasting 25% Winst na belastingen

19 Oplossing: ICR = Winst voor belasting + Interestkosten Interestkosten ICR = ICR = 3, Of anders: ICR = Bedrijfsresultaat Interestkosten ICR = = 3,33 In de berekening van de Associatie wordt van de laatste formule gebruikgemaakt. Het anwoord blijft echter gelijk. Bladzijde 201 boek. Opgave 22 Van onderneming Smeets zijn over jaar 1 de volgende gegevens bekend: Omloopsnelheid van het gemiddeld totaal geïnvesteerd vermogen is 0,8. Brutowinstmarge is 25%. Rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen is 15%. Rentabiliteit van het gemiddeld vreemd vermogen is 4%. De interestlasten zijn ,--. Wat is de rentabiliteit van het gemiddeld totaal geïnvesteerd vermogen over jaar 1? Vul het percentage in. Als het antwoord geen geheel percentage is, vul dan een antwoord met twee decimalen in. Omloopsnelheid van het totale vermogen Brutowinstmarge = RTV 19

20 Antwoord: 0,8 25% = 20% Opgave 23 Van onderneming Hofman is het crediteurensaldo per 31 december van jaar De inkopen op rekening inclusief 21% omzetbelasting zijn in jaar De gemiddelde krediettermijn van het ontvangen leverancierskrediet in jaar 1 is 50 dagen. Een jaar wordt gesteld op 360 dagen en een maand op 30 dagen. Wat is het crediteurensaldo per 1 januari van jaar 1? Vul het bedrag in. Als het antwoord geen geheel bedrag is, vul dan een antwoord met twee decimalen in. Een mogelijke formule om een creditsaldo te berekenen is: Beginsaldo crediteuren + Eindsaldocrediteuren 2 De volgende gegevens staan in de opgave: Beginsaldo crediteuren = gemiddeld crediteurensaldo = gemiddeld crediteurensaldo We hebben nu een vergelijking met twee onbekenden. Dat is er één teveel. De vraag betreft het beginsaldo van jaar 1. Dus daar hoeven we in de opgave niet naar te zoeken. We hebben wel een formule waarin het gemiddeld crediteurensaldo voorkomt. 20

21 Gemiddeld crediteurensaldo (inclusief BTW) Inkopen op rekening (inclusief BTW) 360 = gemiddelde krediettermijn cred. De gegevens die in de opgaven staan worden in de formule ingetypt. Gemiddeld crediteurensaldo (inclusief BTW) = 50 Hier worden we gelukkig van. Een vergelijking met 1 onbekende is op te lossen. Oplossing van deze vergelijking resulteert in een gemiddeld crediteurensaldo van Informatie om vergelijkingen op te lossen staat op onze site: Wanneer het gemiddelde crediteurensaldo bekend is, kan de eerste formule ook worden opgelost. Beginsaldo crediteuren Beginsaldo crediteuren Het beginsaldo is = gemiddeld crediteurensaldo = Opgave 24 Onderneming BT verkoopt haar producten aan consumenten en aan bedrijven. Bij de verkoop aan consumenten geldt dat de koopsom contant moet worden betaald. De verkoop aan bedrijven is volledig op rekening. De krediettermijn is 10 dagen. Alle bedrijven maken gebruik van de krediettermijn van 10 dagen. De verkoop van BT is voor 20% aan consumenten en voor 80% aan bedrijven. Alle inkopen van BT zijn op rekening met een krediettermijn van 15 dagen. BT maakt volledig gebruik van de krediettermijn van 15 dagen. Het jaar wordt op 360 dagen gesteld en een maand op 30 dagen. De verkopen en inkopen inclusief omzetbelasting van BT zijn: 21

22 De verkopen en inkopen zijn gelijkmatig over de maanden verdeeld. De liquide middelen op 1 april van jaar 5 van BT zijn ,--. Op uitstaande leningen wordt maandelijks ,-- afgelost. De interest over het 1e halfjaar van jaar 5 bedraagt ,-- en wordt betaald in juli van jaar 5. Het vakantiegeld van ,-- wordt in mei van jaar 5 betaald. Per maand wordt er aan salaris ,-- exclusief vakantiegeld betaald. In april van jaar 5 wordt aan sociale lasten en werkgeversbijdrage over het 1e kwartaal van jaar ,-- betaald. De huur is ,-- per maand inclusief 21% omzetbelasting en wordt iedere maand betaald. In de maand april van jaar 5 wordt de afdracht omzetbelasting over het eerste tijdvak van jaar 5 betaald. Volgens de aangifte is dit ,--. In april van jaar 5 wordt ,-- aan dividend over jaar 4 op de rekening van de aandeelhouders overgemaakt. In april van jaar 5 wordt 7.500,-- dividendbelasting over jaar 4 aan de Belastingdienst betaald. BT schrijft maandelijks ,-- af op de vaste activa. Stel de liquiditeitsbegroting van BT op over de maand april van jaar 5. Vul hiertoe de ontbrekende bedragen in onderstaand overzicht in. Vul een 0 in, als een financieel feit niet leidt tot een verandering in liquide middelen. 22

23 Contante omzet Van de verkopen gebeurt 80% op rekening. Verkopen inclusief btw Maand Verkopen Contant 20% Op rekening 80% Maart April Mei In april is dus contant ontvangen

24 Debiteuren De betalingstermijn van de debiteuren is 10 dagen. Dus wat in de laatste 10 dagen van maart is verkocht wordt in de eerste 10 dagen van april ontvangen enzovoorts. Ontvangen van debiteuren Betalingen ontvangen in april Totaal Verkopen op rekening maart Verkopen op rekening april Van debiteuren wordt in april ontvangen Crediteuren Alle inkopen zijn op rekening en de krediettermijn is 15 dagen In april betaald Totaal Inkopen maart Inkopen april Aan crediteuren is in maart betaald Vakantiegeld Het vakantiegeld wordt in mei betaald en heeft dus geen invloed op de liquiditeitsbegroting van april. Aan vakantiegeld is betaald 0. Afschrijving Afschrijving zijn kosten en geen uitgaven. Ze hebben dus geen invloed op de liquiditeitetsbegroting. Aan afschrijving is betaald 0 Bladzijde 95 boek. 24

25 Opgave 25 Van handelsonderneming IM zijn de volgende interne balansen en de volgende interne winst-en-verliesrekening gegeven: Overige informatie: Alle inkopen en verkopen zijn op rekening; In de loop van jaar 5 is inventaris met een boekwaarde van ,-- verkocht voor ,--; De winst na belasting over boekjaar jaar 4 is op 1 januari van jaar 5 als volgt verdeeld: o Dividend ,-- I o Ingehouden winst ,-- o Tantièmes 7.000,-- De tantièmes worden op de balans opgenomen onder Te betalen kosten. Stel het kasstroomoverzicht op over jaar 5 waarmee de afname van de liquide middelen van ,-- wordt verklaard. 25

26 Vul hiertoe de ontbrekende bedragen in onderstaand model in. Geef ook telkens aan of de kasstromen toenemen of afnemen. Vul een + in als een kasstroom toeneemt en vul een - in als de kasstroom afneemt. Afschrijving vaste activa De afschrijvingen zijn als kosten van het resultaat afgetrokken. Het zijn echter geen uitgaven dus hebben ze een positief effect op de kasstroom Mutatie voorraden Voorraad jaar voorraad jaar Afname Afname voorraad betekent dat er geld beschikbaar komt. Dus een positief effect op de kasstroom Mutatie debiteuren Debiteuren jaar Debiteuren jaar Toename Toename van debiteuren heeft een negatief effect op de kasstroom. Meer afnemers kopen op krediet en dit moet worden gefinancierd Mutatie crediteuren Crediteuren jaar Crediteuren jaar Toename Door de toename van de crediteuren leent de onderneming geld van de leveranciers. Hierdoor neemt de kas toe

27 Mutatie vooruitbetaalde kosten Vooruitbetaalde kosten jaar Vooruitbetaalde kosten jaar Toename Door de toename van vooruitbetaalde kosten financieren wij derden. Hiervoor is geld noodzakelijk. Een negatief effect op de kasstroom Mutatie te betalen kosten Te betalen kosten jaar 5 0 Te betalen kosten jaar Toename Tantièmes Door het te betalen lenen we geld van derden. Door de afname van het geleende geld hebben we een negatief effect op de kasstroom Mutatie garantievoorziening Te betalen kosten jaar Te betalen kosten jaar Toename De toename heeft een negatief effect op het bedrijfsresultaat terwijl het geen betalingen zijn. Derhalve een positief effect op de kasstroom. Zie afschrijvingen Te betalen vennootschapsbelasting Het gaat niet om de te betalen vennootschapsbelasting. Ook niet om de verschuldigde vennootschapsbelasting over de winst van jaar 5 die op de resultatenrekening staat. Het gaat om de vennootschapsbelasting die is betaald. Deze kan met een grootboekrekening worden bepaald. 27

28 Te betalen vennootschapsbelasting Betaald /1 balans Eindsaldo Resultaten rek Investering vaste activa Beginsaldo Gebouwen inventaris Afschrijving Verkoop bedrijfsmiddel Zonder investering zou de waarde op de eindbalans zijn Waarde op de eindbalans is echter: Gebouwen Inventaris Aangroei is Dit kan alleen maar wanneer dit bedrag is geïnvesteerd Desinvestering vaste activa Er is verkocht Dus toename van de kas: Betaald dividend Betaald, dus een negatief effect op de kasstroom

29 Opgave 26 Blauwendaal bv stort in de periode van jaar 7 tot en met jaar 10 jaarlijks op 1 januari een bedrag van ,-- op de spaarrekening bij de huisbank. Van jaar 7 tot en met jaar 10 is de samengestelde interestvergoeding 3% per jaar. Van jaar 11 tot en met jaar 13 is de samengestelde interestvergoeding 2% per jaar. In de jaren 11 tot en met 13 zijn er geen stortingen. Wat is de eindwaarde op 31 december van jaar 13 van alle stortingen van de jaren 7 tot en met 10 op basis van samengestelde interest? Vul het bedrag in. Als het antwoord geen geheel percentage is, vul dan een antwoord met twee decimalen in. Allereerst maak je een tijdbalk: termijn termijn Contante waarde berekenen Gewoon beginnen om de contante waarde te berekenen van de termijnen Termijnbedrag termijn termijn Termijnbedrag Termijnbedrag Cw termijn termijn termijn Formule: Cw = T 1 (1 + i) n i 29

30 Gegevens invullen: Cw = Antwoord ,968 1 (1 + 0,03) 4 0,05 De contante waarde van de termijnen op 1-1 van jaar 6 is dus ,968 Nu gaan we pas kijken wat de vraag eigenlijk is. Wat is de eindwaarde op 31 december van jaar 13? We moeten dus de eindwaarde berekenen op van jaar 13. Moeilijkheid is daarbij dat het rentepercentage verandert van 3% naar 2%. Contante waarde berekenen = , Eindwaarde op basis van 3% De formule om de eindwaarde te berekenen is: Ew = Cw (1 + i) n Ew = ,968 (1 + 3) 5 De eindwaarde op 1-1 jaar 11 is ,716 Eindwaarde op basis van 2% Deze eindwaarde is de contante waarde voor de nieuwe berekening die we gaan maken. We moeten namelijk de eindwaarde gaan berekenen op jaar 13 tegen 2% samengestelde interest. Ew = Cw (1 + i) n Ew = ,716 (1 + 2) 3 De eindwaarde op jaar 13 is ,79 30

31 Opgave 27 Bokhoven bv fabriceert het product HM2. Ten behoeve van de opstelling van de resultatenbegroting over het 4e kwartaal van jaar 5 zijn de volgende gegevens bekend: De verkoopprijs per product HM2 is 35,--. Voor de fabricage per product HM2 is nodig: o voor loonkosten: 0,3 uur à 40,-- per uur o voor grondstofkosten: 0,4 kg à 18,-- per kg o voor machinekosten: 0,3 machine-uur. De afzet en productie in producten HM2 per maand van september jaar 5 tot februari jaar 6 zijn: Op 1 januari van jaar 5 is een lening afgesloten bij de Rabobank voor De interest is 0,5% enkelvoudige interest per maand en wordt achteraf betaald op 1 april en 1 oktober. Op 1 oktober van elk jaar wordt ,-- afgelost, voor het eerst op 1 oktober van jaar 5. De kosten met betrekking tot de lening worden op de resultatenbegroting geboekt onder de post Overige kosten. Het machine-uurtarief is 30,--, bestaande uit 2,50 aan afschrijving en 27,50 aan kosten die maandelijks worden betaald. De verkoopkosten zijn ,-- per maand en hebben een constant karakter. De maandelijkse afschrijvingskosten zijn 1.000,--; de overige verkoopkosten van ,-- worden maandelijks betaald. Stel de resultatenbegroting over het 4e kwartaal van jaar 5 op. Vul hiertoe de bedragen in onderstaand overzicht in. Indien een post niet voorkomt op de resultatenbegroting, vul dan een 0 in. 31

32 Omzet Dit de makkelijkste. Hier wordt gewoon de afzet vermenigvuldigd met de verkoopprijs. ( ) 35 = De loonkosten die op de resultatenrekening kosten zijn niet afhankelijk van geproduceerde producten maar van de producten die zijn afgezet. Wanneer er meer geproduceerd wordt dan is afgezet stijgt de voorraad en andersom. Dus werkelijke loonkosten komen eerst in de voorraad en worden pas bij verkoop uit de voorraad genomen. Loonkosten 3 e kwartaal Voor loonkosten: 0,3 uur à 40,-- per uur ( ) 0,3 40 = Grondstofkosten 3 e kwartaal Voor grondstofkosten: 0,4 kg à 18,-- per kg ( ) 0,4 18 = Machinekosten 3 e kwartaal Voor machinekosten: 0,3 machine-uur à 30 ( ) 0,3 30 =

33 Verkoopkosten Deze zijn per maand en constant dus = Overige kosten Het betreft hier interestkosten. Van een lening van wordt op 1 oktober afgelost. De interestkosten van het laatste kwartaal zijn: , = 750 Opgave 28 Bles bv is op 1 oktober van jaar 1 opgericht en fabriceert uitsluitend het product K112. Product K112 wordt gefabriceerd uit grondstof M2. Bles bv heeft een fabricageafdeling en een verkoopafdeling. De oprichtingsbalans ziet er als volgt uit: De op de balans voorkomende machines zijn bestemd voor de fabricageafdeling, terwijl de auto wordt gebruikt door de verkoopafdeling. Ten behoeve van de opstelling van de balans per 31 december van jaar 1 zijn de volgende gegevens verstrekt: De verkoopprijs per product K112 is 50,--. De standaardfabricagekostprijs per product K112 is 29,--. Per product K112 is 0,4 kg M2 nodig à 20,-- per kg. De afzet per maand van oktober jaar 1 tot maart jaar 2 is: o oktober jaar 1: producten o november jaar 1: producten o december jaar 1: producten o januari jaar 2: producten o februari jaar 2: producten. De constante fabricagekosten zijn ,-- per maand, bestaande uit 2.500,-- aan afschrijvingskosten en ,-- aan constante kosten die maandelijks worden betaald. 33

34 De verkoopkosten zijn ,-- per maand en hebben een constant karakter. De maandelijkse afschrijvingskosten op de auto zijn 1.000,--; de overige verkoopkosten van ,-- worden maandelijks betaald. De gewenste eindvoorraad van product K112 is elke maand 40% van de begrote afzet voor de komende maand. De gewenste eindvoorraad van grondstof M2 is 40% van de benodigde grondstoffen voor de komende maand. Aan het einde van de maand is de voorraad producten in bewerking nihil. De verkopen zijn voor 30% op rekening en voor 70% contant. De verkopen op rekening worden telkens in de maand erna geïnd. De inkopen zijn voor 20% op rekening en voor 80% contant. De inkopen op rekening worden telkens na één maand betaald. De liquiditeitsbegroting over het 4e kwartaal van jaar 4 toont dat de liquide middelen toenemen met 1.360,--. De begrote brutomarge over het 4e kwartaal van jaar 1 is ,--. De begrote verkoopkosten over het 4e kwartaal van jaar 1 zijn ,--. Er zijn geen andere kosten of opbrengsten in het 4e kwartaal. Stel de begrote balans per 31 december van jaar 1 op. Vul hiertoe de ontbrekende bedragen in onderstaand overzicht in: Voorraad producten K112: De gewenste eindvoorraad van product K112 is elke maand 40% van de begrote afzet voor de komende maand. De voorraad per 31 december van jaar 1 is dus 40% van de verwachte afzet in januari jaar 2. Begrote afzet is stuks 34

35 In voorraad is dus: 40% = De prijs waarmee de producten in voorraad worden opgeslagen is de fabricage kostprijs. De verkoopafdeling heeft er nog niets mee gedaan (zie kostprijscalculatie PDB). De fabricagekostprijs is 29. De waarde van de voorraad K112 op 31 december is dus: = De voorraad grondstoffen M2 De gewenste eindvoorraad van grondstof M2 is 40% van de benodigde grondstoffen voor de komende maand. De benodigde grondstoffen in januari is afhankelijk van de productie K112 in januari. De beginvoorraad van K112 is stuks. De eindvoorraad is 40% van de afzet in februari. (ah gelukkig. Ik vroeg me al af waarom de afzet van februari bij de gegevens staat) Eindvoorraad K112 is: 40% = stuks Verder is gegevens dat de afzet in januari is. Die hoeveelheid verdwijnt uit het magazijn. De grootboekrekening van voorraad K112 ziet er in januari met deze gegevens er zo uit: Voorraad K112 januari 1/1 Balans Afzet /1 balans Dit houdt in dat de productie in januari was: = Van het grondstoffenverbruik van deze moet op % in voorraad zijn. Dat betekent een voorraad grondstoffen voor: 0, = De prijs van de grondstoffen per artikel is: Per product K112 is 0,4 kg M2 nodig à 20,-- per kg. 35

36 Dus de waarde van de voorraad grondstoffen op is: ,4 20 = Debiteuren De verkopen zijn voor 30% op rekening en voor 70% contant. De verkopen op rekening worden telkens in de maand erna geïnd. Dus de omzet van december wordt in januari betaald. De gefactureerde omzet van december staat dus als debiteur op de balans: Aantal stuks afgezet in december Verkoopprijs 50 per stuk Omzet is inclusief 21% btw = Liquide middelen Deze is gemakkelijk. Het beginsaldo op de balans aan het beging van het kwartaal is De liquiditeitsbegroting over het 4e kwartaal van jaar 4 toont dat de liquide middelen toenemen met 1.360,--. Op de balans van zijn de liquide middelen dus: = Crediteuren Dit is echt een lastige vraag. Om de vraag te kunnen beantwoorden moeten de inkopen van december worden vastgesteld. Dit betreft de inkoop van grondstoffen. De inkopen in december leiden ons naar het crediteurensaldo per Om dit te kunnen bepalen moet van de voorraad grondstoffen bekend zijn. beginvoorraad op 1-12 de eindvoorraad op en de afgifte aan de productie voor december. De eindvoorraad is bekend. Deze is al eerder uitgerekend

37 De beginvoorraad kunnen we vaststellen aan de hand van de productie K112 in december. Het verbruik van de grondstoffen in december is afhankelijk van de geproduceerde eenheden K112. Eerst wordt dus de productie van K112 vastgesteld. Voorraad K112 december 1/12 Balans Afzet /12 balans % is De productie in december is dus Voorraad K112 december 1/12 Balans Afzet Productie /12 balans % is Nu we weten wat de productie in december is, weten we ook de benodigde beginvoorraad van de grondstoffen. Deze was immers 40% van de benodigde grondstoffen van die maand erna , % = In december zijn stuks geproduceerd. Dit houdt in een verbruik van grondstoffen ,4 20 = Nu kunnen we de inkoop van grondstoffen in december bepalen: Voorraad M2 december 1/12 Balans Afzet Inkoop /12 balans % is % van de inkoop is op rekening. Dus het crediteurensaldo eind december is: % = In de opgave wordt niet gerept over btw. Dus bij de antwoorden wordt deze buiten beschouwing gelaten. 37

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13 Financiering niveau 5 Correctiemodel voorbeeldexamen 2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13 Vraag 1 Toetsterm 6.4 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Voor welke

Nadere informatie

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 28 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 28 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Financiering niveau 5 Examenopgaven voorbeeldexamen Belangrijke informatie Dit voorbeeldexamen bestaat uit 28 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Dit voorbeeldexamen

Nadere informatie

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12 Financiering niveau 5 Correctiemodel voorbeeldexamen 2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12 Vraag 1 Toetsterm 6.4 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Voor welke

Nadere informatie

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Financiering niveau 5 Examenopgaven voorbeeldexamen Belangrijke informatie Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Dit voorbeeldexamen

Nadere informatie

Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43

Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43 Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43 25 januari 2011 proeftoets 100 minuten Opgave 1 Handelsonderneming Astan bv heeft gegevens verzameld. Deze gegevens zijn nodig voor het opstellen van de

Nadere informatie

OPGAVEN EN UITWERKINGEN OEFENEXAMEN 2 DE ASSOCIATIE

OPGAVEN EN UITWERKINGEN OEFENEXAMEN 2 DE ASSOCIATIE OEFENEXAMEN 2 DE ASSOCIATIE Opgave 1 Wat wordt verstaan onder corporate governance? De manier waarop een onderneming a. goed en efficiënt geleid moet worden. b. de financiering op lange termijn zekerstelt.

Nadere informatie

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Financiering niveau 4 Examenopgaven voorbeeldexamen Belangrijke informatie Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Dit voorbeeldexamen

Nadere informatie

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting. Hoofdstuk 4 Beoordeling van de liquiditeit Extra opgaven Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting. Opgave 4.4a De handelsonderneming Hartema vof heeft

Nadere informatie

Financiële analyse van de jaarrekening

Financiële analyse van de jaarrekening 17 hoofdstuk Financiële analyse van de jaarrekening 17.1 B 17. C 17.3 C 17.4 A 17.5 A 17.6 C 17.7 D 17.8 D 17.9 B 17.10 D 17.11 D 17.1 C 17.13 A 17.14 C 17.15 B 17.16 C 1.000.000 / 1.500.000 = 0,08 17.17

Nadere informatie

Financiële aspecten van de planning

Financiële aspecten van de planning 14 hoofdstuk Financiële aspecten van de planning 14.1 B 14.2 A 14.3 D 14.4 D 14.5 D 14.6 C 14.7 C 14.8 C 14.9 A 14.10 D 14.11 B 14.12 D 14.13 C 1 12 18.000 = 1.500 14.14 A 14.15 C Ontvangen wordt november,

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3 HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3 Opgave 3 De liquiditeitsbegroting De betaling van de verkopen Verkopen Ontvangsten Maand ex btw btw incl btw 1 maand later Januari 780.000 163.800 943.800 Februari 720.000 151.200

Nadere informatie

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009 PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 EN 17 JUNI 2009 FINANCIËLE ADMINISTRATIE COPERNICUS BV 1. 710 Inkopen 73.650,- 160 Te verrekenen omzetbelasting 13.993,50 Aan 130

Nadere informatie

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Bedrijfseconomie Beschikbare tijd uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen met

Nadere informatie

a. Stel de beginbalans op 1 januari 2006 samen volgens het model van bijlage I.

a. Stel de beginbalans op 1 januari 2006 samen volgens het model van bijlage I. Opdracht 1 De Wilde en Timmer De dames De Wilde en Timmer gaan een autobedrijf beginnen: zij kopen auto s en accessoires in en verkopen die. Om het autobedrijf te kunnen openen op 1 januari 2006 zijn in

Nadere informatie

Examen VWO. economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Examen VWO. economische wetenschappen II en recht (oude stijl) economische wetenschappen II en recht (oude stijl) Examen VWO Vragenboekje Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 19 mei 13.30 16.30 uur 20 04 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8 HOOFDSTUK 8 Opgave 1 a. Wat geeft de liquiditeit van een onderneming aan? De liquiditeit geeft aan in welke mate een onderneming aan haar lopende betalingsverplichtingen kan voldoen. b. Wat is het verschil

Nadere informatie

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl) Economische wetenschappen II en recht (oude stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Vrijdag 20 juni 10.00 13.00 20 03 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het

Nadere informatie

- Op gebouwen en machines die op 1 januari 2008 aanwezig zijn wordt in 2008 respectievelijk 30.000,- en 20.000,- afgeschreven.

- Op gebouwen en machines die op 1 januari 2008 aanwezig zijn wordt in 2008 respectievelijk 30.000,- en 20.000,- afgeschreven. Management en Organisatie VWO 6 Herhaling CE Begrotingen nummer 2 Opgave 1 Gegeven is de volgende balans van Fitna bv: Balans per 1/1 2008 --------------------------------------------------------------

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8 HOOFDSTUK 8 Opgave 1 a. Bereken de REV (afronden op 1 decimaal). Gemiddelde eigen vermogen is: Balanspost 31-dec 1-jan Gemiddelde Aandelenkapitaal 650.000 600.000 625.000 Agioreserve 135.000 105.000 120.000

Nadere informatie

Toets 3 HAVO 5 g Diagnostische toets 2012

Toets 3 HAVO 5 g  Diagnostische toets 2012 Uitwerkingen/waardering Toets 3 HAVO 5 20 12 MO Onderdeel 3.1 Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Diagnostische toets 2012 Uitwerkingen/waardering Voor deze toets zijn maximaal 35 punten te behalen; De

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 HOOFDSTUK 5 Opgave 1 a. Bereken het netto werkkapitaal per 1-4-2018. = Nettowerkkapitaal Voorraad goederen 250.000 Debiteuren 80.000 ING bank 65.000 Kas 5.000 + 400.000 Crediteuren 60.000 Te betalen omzetbel

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 DEEL 1

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 DEEL 1 HOOFDSTUK 5 DEEL 1 Opgave 1 a. Noem enkele redenen om begrote kosten en opbrengsten te budgetteren. 1. Er is een toetsing mogelijk tussen de begrote uitgaven/ontvangsten en de werkelijke uitgaven en ontvangsten.

Nadere informatie

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 22 EN 23 JUNI 2010

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 22 EN 23 JUNI 2010 FINANCIËLE ADMINISTRATIE LEGRO BV PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 22 EN 23 JUNI 2010 1. Gelijke perioden waardoor de perioden eerlijker met elkaar kunnen worden vergeleken

Nadere informatie

Eigen vermogen Geplaats aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Ingehouden winst uit de voorgaande jaren

Eigen vermogen Geplaats aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Ingehouden winst uit de voorgaande jaren www.jooplengkeek.nl Regels voor Passiva Eigen vermogen Geplaats aandelenkapitaal Agioreserve Herwaarderingsreserve Wettelijke en statutaire reserves Ingehouden winst uit de voorgaande jaren www.jooplengkeek.nl

Nadere informatie

TOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016

TOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016 TOELATINGSTOETS M&O VUL IN: Datum 14-1-2016 Naam en voorletters. Adres. Postcode. Woonplaats. Geboortedatum / / Plaats Land. Telefoonnummer. E-mail. Gekozen opleiding. OPMERKINGEN: Tijdsduur: 90 minuten

Nadere informatie

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 JUNI 2009

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 JUNI 2009 FINANCIËLE ADMINISTRATIE HAVELAAR BV PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 JUNI 2009 1. Directe kosten zijn kosten die rechtstreeks aan producten kunnen worden toegerekend.

Nadere informatie

Toetstermen STIBEX Moderne Bedrijfsadministratie Financiering 5

Toetstermen STIBEX Moderne Bedrijfsadministratie Financiering 5 Toetstermen STIBEX Moderne Bedrijfsadministratie Financiering 5 K= Kennisvraag, de kandidaat moet één of meerdere begrippen beschrijven, noemen of herkennen, en/of kenmerken, voorbeelden, verschillen of

Nadere informatie

a. Gemiddeld debiteurensaldo: ( 180.000 + 230.000) / 2 = 205.000 Verkopen op rekening inclusief omzetbelasting: 1.090.000 1,21 = 1.318.

a. Gemiddeld debiteurensaldo: ( 180.000 + 230.000) / 2 = 205.000 Verkopen op rekening inclusief omzetbelasting: 1.090.000 1,21 = 1.318. PDB Financiering Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Opgave 7.1 a. Gemiddeld debiteurensaldo: ( 180.000 + 230.000) / 2 = 205.000 Verkopen op rekening inclusief omzetbelasting: 1.090.000 1,21 = 1.318.900 Krediettermijn

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 4 Opgave 1 De vermogensbehoefte van een onderneming moet met het aanbod van vermogen worden gefinancierd. Bij de financiering wordt onderscheid gemaakt tussen Partiële financiering Totale financiering

Nadere informatie

Appendix Bedrijfseconomie

Appendix Bedrijfseconomie Appendix Bedrijfseconomie De Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens ( de Associatie ) organiseert twee keer per jaar examens voor het in ons land erkende Praktijkdiploma Boekhouden (PDB). Voor het

Nadere informatie

11 Kasstroomoverzicht

11 Kasstroomoverzicht 11.2 Van de nv Bergsma worden de volgende gegevens verstrekt. Balansen ultimo ( 1.000): Terreinen 120 120 Geplaatst kapitaal 600 600 Gebouwen - 575-530 Algemene reserve - 525-570 Machines - 430-450 Eigen

Nadere informatie

1 Het kasstroomoverzicht

1 Het kasstroomoverzicht Oefeningen Kasstroomoverzicht 1 Het kasstroomoverzicht De gegevens van een bedrijf zijn: Balans per 31 december 2011 en 2012 dec-12 dec-11 dec-12 dec-11 Vaste Activa 1.000.000 1.200.000 Eigen Vermogen

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7 HOOFDSTUK 7 Opgave 1 a. Waar komen de grootboekrekeningen met betrekking tot privéonttrekkingen en privétoevoegingen voor, op de balans of de resultatenrekening? Privétoevoegingen en privéonttrekkingen

Nadere informatie

De resultatenrekening

De resultatenrekening De resultatenrekening format resultatenrekening kosten/uitgaven en opbrengsten/ontvangsten afschrijvingen rente eindbalans Joop Lengkeek Kamer H0.012 Email: Lengkeek.J@NHTV.nl www.jooplengkeek.nl 1 De

Nadere informatie

Bedrijfsadministratie Examennummer: 93711 Datum: 14 december 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Bedrijfsadministratie Examennummer: 93711 Datum: 14 december 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur Bedrijfsadministratie Examennummer: 93711 Datum: 14 december 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur Dit examen bestaat uit 6 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 3 cases met elk 5 open vragen (maximaal

Nadere informatie

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 4 1 / 10

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 4 1 / 10 Financiering niveau 4 Correctiemodel voorbeeldexamen 2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 4 1 / 10 Vraag 1 Toetsterm 1.1 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de

Nadere informatie

Stel voor de eenmanszaak Grutter de balans per 1 januari 2016 op in scontrovorm. Balans per 1 januari 2016 van Grutter

Stel voor de eenmanszaak Grutter de balans per 1 januari 2016 op in scontrovorm. Balans per 1 januari 2016 van Grutter Hoofdstuk 1 Opgaven Opgave 1.1 Stel voor de eenmanszaak Grutter de balans per 1 januari 2016 op in scontrovorm. Balans per 1 januari 2016 van Grutter Totaal Totaal Opgave 1.2 1. In welke andere vorm dan

Nadere informatie

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN UITWERKINGEN 8 EN 9 JANUARI 2013

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN UITWERKINGEN 8 EN 9 JANUARI 2013 FINANCIËLE ADMINISTRATIE DEEL 1 - WINSTON BV 1. (2 punten) 3.1.2 Rekeningen van schuld zijn: 140 Crediteuren 150 Nog te betalen bedragen 153 Vooruitontvangen bedragen 181 Te betalen omzetbelasting PRAKTIJKDIPLOMA

Nadere informatie

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 EN 11 JANUARI 2012

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 EN 11 JANUARI 2012 FINANCIËLE ADMINISTRATIE GRIMBERG BV PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 10 EN 11 JANUARI 2012 1. (2 punten) 300 Voorraad materialen 4.200,- 180 Te verrekenen omzetbelasting

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Het kasstroomoverzicht wordt gemaakt om inzicht te verschaffen in de dynamische liquiditeit van de onderneming. Oftewel de liquiditeit gedurende het boekjaar. Zoals u inmiddels

Nadere informatie

Q1 Q2 Q3 Q4. Liquide middelen begin kwartaal 290.000 1.011.500 1.012.000 947.500. Verkopen 1.140.000 880.000 1.020.000 1.435.000

Q1 Q2 Q3 Q4. Liquide middelen begin kwartaal 290.000 1.011.500 1.012.000 947.500. Verkopen 1.140.000 880.000 1.020.000 1.435.000 Uitwerkingen opgaven Brugboek hoofdstuk 20 Opgaven 20.2 t/m 20.4 en 20.7 t/m 20.9 Opgave 20.2 Liquiditeitsbegroting 2013 gesplitst per kwartaal Onderdeel Q1 Q2 Q3 Q4 Liquide middelen begin kwartaal 290.000

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 4 Opgave 1 a. Wat is procentueel het rendement van een aangeschafte obligatie? Afronden op 1 decimaal. Betaald is voor de obligatie: 108% 1.000 = 1.080 De opbrengst is: 5,2% 1.000 = 52 Het rendement

Nadere informatie

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30. 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30. 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten Opgave 1 In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Firma Balans produceert uitsluitend twee typen weegschalen,

Nadere informatie

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 7

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 7 Opgave 7.1 a. Gemiddeld debiteurensaldo: ( 580.000 + 640.000) / 2 = 610.000 Verkopen op rekening inclusief omzetbelasting: 8.800.000 1,21 = 10.648.000 Krediettermijn debiteuren: 610.000 365 dagen = 20,9

Nadere informatie

Appendix Bedrijfseconomie Opgaven

Appendix Bedrijfseconomie Opgaven Appendix Bedrijfseconomie Opgaven De Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens ( de Associatie ) organiseert twee keer per jaar examens voor het in ons land erkende Praktijkdiploma Boekhouden (PDB).

Nadere informatie

NIBE-SVV, 2014 OEFENEXAMEN BALANSLEZEN

NIBE-SVV, 2014 OEFENEXAMEN BALANSLEZEN NIBE-SVV, 2014 OEFENEXAMEN BALANSLEZEN 1. De volgende balansposten komen voor op de balans van een onderneming (in EUR 1.000,-). Gebouwen 500 Pensioenvoorziening 190 Winstreserve 270 Goodwill 240 Lening

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 5-0 Geldig vanaf Vastgesteld op Vastgesteld door

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 5-0 Geldig vanaf Vastgesteld op Vastgesteld door EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Diploma('s) Financieel-Administratief Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Eamen Financiering niveau 5 Niveau 5 (vergelijkbaar

Nadere informatie

Oefenopgave 1. Oefenopgave 1. Crediteuren 600 EV 600. Debiteuren 400. Gebouwen 300 EV. Voorraden 200 Crediteuren. Kas 300

Oefenopgave 1. Oefenopgave 1. Crediteuren 600 EV 600. Debiteuren 400. Gebouwen 300 EV. Voorraden 200 Crediteuren. Kas 300 Oefenopgave 1 Oefenopgave 1 Balans 1-1-2001 (x 1.000 euro) Gebouwen 300 EV Voorraden 200 Crediteuren Debiteuren 400 Kas 300 EV 600 Crediteuren 600 300 1200 1200 - Inkopen 600.000 euro (helft rekening,

Nadere informatie

Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte. Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen.

Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte. Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen. Hoofdstuk 3 Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte Extra opgaven Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen. Opgave 3.6a Vazzo bv koopt en verkoopt

Nadere informatie

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden Periodeafsluiting Beschikbare tijd 2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen met de uitwerkingen

Nadere informatie

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN UITWERKINGEN 15 EN 16 JANUARI 2013

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN UITWERKINGEN 15 EN 16 JANUARI 2013 FINANCIËLE ADMINISTRATIE DEEL 1 - KOK BV PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN UITWERKINGEN 15 EN 16 JANUARI 2013 1. (1 punt) 3.1.1 Een subgrootboek geeft een specificatie (in geld) van een grootboekrekening. 2.

Nadere informatie

Uitwerking opgaven Brugboek 19.3, 19.5, 19.6 t/m 19.20 en 19.22

Uitwerking opgaven Brugboek 19.3, 19.5, 19.6 t/m 19.20 en 19.22 Uitwerking opgaven Brugboek 19.3, 19.5, 19.6 t/m 19.20 en 19.22 T/m 19.12 zijn activiteitskengetallen. Vanaf 19.13 Rentabiliteitskengetallen Opgave 19.3 A. Bereken de gemiddelde voorraad over 2013 Q1 1-1

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en)

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en) EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Financieel-Administratief Diploma('s) Praktijkdiploma Boekhouden (PDB ) Eamen Financiering niveau 4 Niveau 4 (vergelijkbaar met mbo 4) Versie 2-0 Geldig vanaf 1-01-16 Vastgesteld

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6 HOOFDSTUK 6 Opgave 1 a. Bereken de omzetsnelheid van de voorraad (afronden op 1 cijfer achter de komma). De formule om de berekening te maken is: Omloopsnelheid van de voorraad Omzet tegen de inkoopwaarde

Nadere informatie

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl) Economische wetenschappen II en recht (oude stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 30 mei 13.30 16.30 uur 20 02 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen;

Nadere informatie

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 JUNI 2010

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 JUNI 2010 FINANCIËLE ADMINISTRATIE DE LEKKERE HAP PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 16 JUNI 2010 1. Met behulp van de volgende grootboekrekeningen kan het verkoopresultaat worden

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en)

EXAMENPROGRAMMA. Financieel-Administratief Diploma('s) Diplomalijn(en) EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Financieel-Administratief Diploma('s) Praktijkdiploma Boekhouden (PDB ) Eamen Financiering niveau 4 Niveau 4 (vergelijkbaar met mbo 4) Versie 4-0 Geldig vanaf 1-01-16 Vastgesteld

Nadere informatie

Lever origineel en kopie van het examenpapier in.

Lever origineel en kopie van het examenpapier in. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave JAARREKENING WOENSDAG 24 JUNI 2015 12.15 UUR 15:15 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit x pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle

Nadere informatie

Financieel Management

Financieel Management Financieel Management Liquide en Solvabel Voldoende werkkapitaal Voldoende eigen vermogen 2 1 Kasstromen Operationele cashflow Investeringscashflow Financieringscashflow 3 Liquiditeit Mate waarin schulden

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 5-2 Geldig vanaf Vastgesteld op Vastgesteld door

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 5-2 Geldig vanaf Vastgesteld op Vastgesteld door EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Diploma('s) Financieel-Administratief Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Eamen Financiering niveau 5 Niveau 5 (vergelijkbaar

Nadere informatie

Het kasstroomoverzicht

Het kasstroomoverzicht 8 Het kasstroomoverzicht 801 Ingaande geldstromen 1 Toename eigen vermogen a Winst vóór belasting d 400.000** b Opbrengst aandelenemissie - 20.000** 2Toename langlopende schulden - 190.000** 3 Desinvestering

Nadere informatie

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 11 EN 12 JANUARI 2011

PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 11 EN 12 JANUARI 2011 FINANCIËLE ADMINISTRATIE DERKSEN BV 1. De verkoopprijs van een kuubskist bedraagt: 154,- 100/70 1,19 = 261,80. PRAKTIJKDIPLOMA BOEKHOUDEN FINANCIAL & COST ACCOUNTING UITWERKINGEN 11 EN 12 JANUARI 2011

Nadere informatie

PDB. Antwoordenboek. berekeningen. Periodeafsluiting & Bedrijfseconomie

PDB. Antwoordenboek. berekeningen. Periodeafsluiting & Bedrijfseconomie PDB Periodeafsluiting & Bedrijfseconomie berekeningen Antwoordenboek PDB Praktijkdiploma boekhouden Periodeafsluiting & Bedrijfseconomie berekeningen Antwoordenboek drs. H.H. Hamers drs. W.J.M. de Reuver

Nadere informatie

Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting

Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting Voor kandidaten die in beide modules examen doen geldt dit gehele document (zowel de termen van module A. Periodeafsluiting als module

Nadere informatie

Werkgroepopdrachten Bedrijfseconomie DEEL A

Werkgroepopdrachten Bedrijfseconomie DEEL A Werkgroepopdrachten Bedrijfseconomie DEEL A Voorwoord Beste student(e), Voor u liggen de uitwerkingen van de voorgeschreven werkgroepopdrachten (week 1 t/m week 4) voor het vak Bedrijfseconomie. Onthoud

Nadere informatie

Aurington. Administratie en Advies

Aurington. Administratie en Advies Aurington Administratie en Advies Let op de houdbaarheidsdatum! Mei 5 Pincode 6 7 8 Boetes Dit jaar Deze maand De balans Tandorine B.V. Debet Activa Bezittingen Wat heb ik? Credit Passiva Vermogen Hoe

Nadere informatie

Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting

Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting Eindtermen en Toetstermen STIBEX Bedrijfseconomie en Periodeafsluiting Voor kandidaten die in beide modules examen doen, geldt dit gehele document (zowel de termen van module A. Boekhouden als module B.

Nadere informatie

Wetenschappelijk Onderwijs

Wetenschappelijk Onderwijs Uitwerkingen / waardering 1 Toets 3B1 VWO 6 MO onderdeel 631 Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Toets: M&O Afdeling: A6 PTA aanduiding: Toets 631 Tijdsduur: 80 minuten Weging SE: 15% Herkansbaar:

Nadere informatie

Opgave I (25¾p) De boekhouding van een NV A. Bereken I. II.

Opgave I (25¾p) De boekhouding van een NV A. Bereken I. II. Opgave I (25¾p) De boekhouding van een NV De gedeeltelijke balans van NV Goedehoop ziet er per 1 maart 2014 als volgt uit: (bedragen *SRD 1,-) Aandelen in portefeuille 55.000 Aandelenvermogen 350.000 Gebouwen

Nadere informatie

Vermogensbehoefte en financiering

Vermogensbehoefte en financiering Hoofdstuk 1 Vermogensbehoefte en financiering Opgave 1.1 Een groothandel heeft in de maanden maart tot en met oktober 600.000, extra vermogen nodig. Het benodigde extra vermogen kan voor deze periode worden

Nadere informatie

Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken.

Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken. Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken. Informal investors: informele investeerders, bv particulieren Gebruiken is vast. Verbruiken is vlot. Materieel: tastbaar Immaterieel:

Nadere informatie

Praktisch boekhouden Examennummer: 97893 Datum: 8 februari 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Praktisch boekhouden Examennummer: 97893 Datum: 8 februari 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur Praktisch boekhouden Examennummer: 97893 Datum: 8 februari 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur Dit examen bestaat uit 6 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 3 cases met elk 5 open vragen (maximaal

Nadere informatie

UIT balans en resultatenrekening

UIT balans en resultatenrekening Inzicht in winst. Bedrijven zijn verplicht een bedrijfsadministratie te voren. De belangrijkste onderdelen van de bedrijfsadministratie zijn de balans en de resultatenrekening. Het gevolg van het verplaatsen

Nadere informatie

Numerieke antwoorden. Hoofdstuk 1. V 1.2 a a b c c d e

Numerieke antwoorden. Hoofdstuk 1. V 1.2 a a b c c d e Numerieke antwoorden Hoofdstuk 1 V 1.2 a1 250.000 a2 290.000 b 192.500 c1 124.025 c2 133.400 d 165.975 e 156.600 V 1.3 a Omzet maximaal 11.400 (situatie 10) b Winst maximaal 4.670 (situatie 7) Hoofdstuk

Nadere informatie

Kennis Bedrijfseconomie. Werkboek

Kennis Bedrijfseconomie. Werkboek Kennis Bedrijfseconomie Werkboek Kennis Bedrijfseconomie Werkboek Ad Bakker Opmaak: Sander Pinkse Boekproductie, Amsterdam ISBN 978 90 3723 456 5 2016 uitgeverij Edu Actief b.v. Gehele of gedeeltelijke

Nadere informatie

Beginner. Beginner. Beginner

Beginner. Beginner. Beginner Beginner Nummer 1 Beginner Nummer 2 Beginner Antwoordmodel Antwoordmodel Antwoordmodel Nummer 3 2014: uitgave 0/kosten 30 Afschrijving De waardevermindering van de auto (een onderdeel van de vaste activa)

Nadere informatie

M&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl

M&O VWO 2011/2012. www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Balans M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H4: Balans Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting

Nadere informatie

Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16

Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16 Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16 16 juni 2009 proeftoets 100 minuten Opgave 1 Hartenstijn bv heeft op 1 januari de volgende balans opgesteld: Balans 1 januari 2009 --------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Meerkeuzevragen: 5. Bereken voor dit jaar de totale constante kosten. A. 1.082.000,- B. 158.800,- C. 142.000,- D. 114.400,-

Meerkeuzevragen: 5. Bereken voor dit jaar de totale constante kosten. A. 1.082.000,- B. 158.800,- C. 142.000,- D. 114.400,- Meerkeuzevragen: 1. John maakt voetballen in Afrika. Hij verdient netto 45,- per week. Hij krijgt een loonsverhoging tijdens het WK voetbal van 1,5 %. Hoeveel verdient deze jongen dan netto per kwartaal?

Nadere informatie

Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: 19639 Datum: 26 maart 2011 Tijd: 12:30 uur - 14:00 uur

Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: 19639 Datum: 26 maart 2011 Tijd: 12:30 uur - 14:00 uur Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: 19639 Datum: 26 maart 2011 Tijd: 12:30 uur - 14:00 uur Dit examen bestaat uit 5 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 15 open vragen (maximaal 50

Nadere informatie

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk www.jooplengkeek.nl belangrijk 1 Liquiditeitskengetallen Current ratio Quick ratio Working capital (werkkapitaal) Cashflow Kengetallen Kengetallen zijn verhoudingsgetallen, ze geven de verhouding aan tussen

Nadere informatie

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 Docentenhandleiding Hoofdstuk 25 9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 a Per november 2008 wordt aan huur vooruitontvangen: 400 3 650 = 780.. b Per december wordt achteraf ontvangen: 25 3 720 = 270..

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6 versie.0 - januari 018 HOOFDSTUK 6 Opgave 1 a. Bereken de krediettermijn debiteuren (afronden op 1 decimaal) Gemiddeld debiteurensaldo: 50.150 + 467.060 = 484.605 Omzet op rekening 017 inclusief omzetbelasting:

Nadere informatie

Eigen vermogen Hypothecaire lening o/g Crediteuren Te betalen belastingen

Eigen vermogen Hypothecaire lening o/g Crediteuren Te betalen belastingen Hoofdstuk 1 Opgave 1.1 ( 1,-) Balans per 1 januari 2016 van Grutter Gebouw Bestelauto Voorraad Debiteuren Bank Kas 367.200 28.500 43.240 15.740 10.330 1.240 Eigen vermogen Hypothecaire lening o/g Crediteuren

Nadere informatie

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Bedrijfseconomie Beschikbare tijd 2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen met

Nadere informatie

Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Economie en Bedrijfskunde Vakgroep Accounting ANTWOORDEN TENTAMEN FINANCIAL ACCOUNTING BDK

Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Economie en Bedrijfskunde Vakgroep Accounting ANTWOORDEN TENTAMEN FINANCIAL ACCOUNTING BDK Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Economie en Bedrijfskunde Vakgroep Accounting ANTWOORDEN TENTAMEN FINANCIAL ACCOUNTING BDK Semester 2.1 2012/2013 Woensdag 10 april 2013 Tijd: 9.00 uur tot 11.30 uur

Nadere informatie

UNIFORM EINDEXAMEN HAVO 2015

UNIFORM EINDEXAMEN HAVO 2015 MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EINDEXAMEN HAVO 2015 VAK : ECONOMIE II (BA en BR) DATUM : 19 juni 2015 TIJD : 07.45u 10.45u Aantal opgaven bij dit vak : 6 Aantal pagina s : 5 Hulpmiddelen

Nadere informatie

Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: 73079 Datum: 29 maart 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: 73079 Datum: 29 maart 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: 73079 Datum: 29 maart 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur Dit examen bestaat uit 5 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 10 open vragen (maximaal 70

Nadere informatie

Kennis Bedrijfseconomie. Werkboek

Kennis Bedrijfseconomie. Werkboek Kennis Bedrijfseconomie Werkboek Kennis Bedrijfseconomie Werkboek Ad Bakker Opmaak: Sander Pinkse Boekproductie, Amsterdam ISBN 978 90 3724 668 1 2018 uitgeverij Edu Actief b.v. Gehele of gedeeltelijke

Nadere informatie

PROEFEXAMEN Moderne Bedrijfsadministratie (MBA)

PROEFEXAMEN Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) PROEFEXAMEN Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Financiële Rapportage en Analyse Beschikbare tijd 3¾ uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en

Nadere informatie

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden Financiële Administratie 15 juni 2013 Beschikbare tijd 2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen

Nadere informatie

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investering in machines / 350 Desinvestering in machines 65 Aandeel in winst C / 20 Aandeel in dividend C 30

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investering in machines / 350 Desinvestering in machines 65 Aandeel in winst C / 20 Aandeel in dividend C 30 Voortgezette Studie Boekhouden 12.1 a De functie van het kasstroomoverzicht is een bijdrage leveren aan de beoordeling door gebruikers van het vermogen van de onderneming om geldmiddelen en kasequivalenten

Nadere informatie

Het eigen vermogen is permanent dat wil zeggen voor onbepaalde tijd (blijvend)aanwezig in de onderneming.

Het eigen vermogen is permanent dat wil zeggen voor onbepaalde tijd (blijvend)aanwezig in de onderneming. www.jooplengkeek.nl Eigen vermogen bij een bv en een nv Het eigen vermogen is permanent dat wil zeggen voor onbepaalde tijd (blijvend)aanwezig in de onderneming. Het bestaat uit aandelenkapitaal en opgebouwde

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 3-0 Geldig vanaf 01-01-16 Vastgesteld op 01-02-15 Vastgesteld door

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) 5 (vergelijkbaar met hbo-ad) Versie 3-0 Geldig vanaf 01-01-16 Vastgesteld op 01-02-15 Vastgesteld door EXAMENPROGRAMMA Diplomalijn(en) Diploma('s) Financieel-Administratief Moderne Bedrijfsadministratie (MBA) Vakopleiding Bedrijfsadministratie & Accountancy (VBA ) Eamen Financiering niveau 5 Niveau 5 (vergelijkbaar

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 12.000 18.000 26.000 25.000 UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Wat zijn de grote verschillen tussen financial- en operational leasing? Financial leasing Langlopende overeenkomst Leasetermijn

Nadere informatie

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 5 tot en met 8. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 5 tot en met 8. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Opgave 5 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 5 tot en met 8. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Warenhuis V&D bv is eind 2015 failliet gegaan. In deze opgave wordt teruggeblikt op

Nadere informatie

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Bedrijfseconomie Beschikbare tijd 2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen met

Nadere informatie

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 7 tot en met 10. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 7 tot en met 10. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Opgave 5 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 7 tot en met 10. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Rumak nv is een bedrijf dat vooroploopt in de 3D-printtechnologie. Het bedrijf ontwikkelt,

Nadere informatie

Eindexamen vwo m&o II

Eindexamen vwo m&o II Opgave 1 1 maximumscore 2 De zakelijke lasten zijn door de verkoper vooruitbetaald. Uitsluitend 0 of 2 scorepunten toekennen. 2 maximumscore 3 maand in 2011 schuldrest ( ) begin van de maand interestdeel

Nadere informatie