rekenen in groen mbo Een handreiking

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "rekenen in groen mbo Een handreiking"

Transcriptie

1 rekenen in groen mbo Een handreiking

2 Rekenen in groen mbo Een handreiking

3 ALGEMEEN colofon Inhoud Deze publicatie is ontwikkeld door APS in het kader van innovatie en ondersteuning van het groene onderwijs in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. APS geeft samen met CPS en KPC Groep een praktijkgerichte invulling op het gebied van R&D door een scharnierfunctie tussen wetenschap en onderwijspraktijk in te nemen. Bronvermelding is in alle gevallen vereist en dient als volgt plaats te vinden: Bron: 'Rekenen in groen mbo. Een handreiking'. APS Titel Rekenen in groen MBO. Een handreiking Tekst Marianne Mols Inhoudelijke bijdragen Madeleine Vliegenthart Kees Hoogland Martin van Reeuwijk Dimph Rubbens Suzanne Sjoers Peter van Wijk Vormgeving/opmaak studio marie, Wijk bij Duurstede Fotografie Marianne Mols (pag. 17) André Ruigrok (omslag, pag. 12, 21, 38, 44, 46, 52, 52, 55) Shutterstock (pag. 4, 56) Druk Giethoorn-Ten Brink, Meppel Bestellen Deze publicatie is te bestellen bij BDC Meppel, tel.: Bestelnummer: Bestellen kan ook via APS, Nieuwe kaders voor het rekenonderwijs Waarom rekenonderwijs in groen? Rekenniveau 2F: het algemeen maatschappelijk niveau Werken aan gecijferdheid Functioneel rekenen in de praktijk De drieslag functioneel rekenen Rekenen in de praktijk Een rijk rekenaanbod Individueel oefenen Rekenbeleid Wie stelt het beleid op? Rekenplan Gevraagd: scholing van rekendocenten Succesfactoren voor rekenbeleid Monitoren van het rekenonderwijs Een optimaal gebruik van toetsen Mogelijke doelen en toetsen ACHTERGRONDINFORMATIE Veelgebruikte rekenmethodes Basisvaardigheden rekenen Enkele andere publicaties over rekenen Veelgebruikte websites rekenen 48 Bijlage Format voor een eenvoudig beleidsplan 53 Format activiteitenplan rekenbeleid 54 inhoud 3

4 hoofdstuk 1: Nieuwe kaders voor het rekenonderwijs

5 1. Nieuwe kaders voor het rekenonderwijs Het wat en waarom van functioneel rekenen 1.1 Waarom rekenonderwijs in groen? Rekenen moet een belangrijkere plaats krijgen in het onderwijsprogramma, zegt de wet sinds De eerste examens rekenen worden afgenomen in het schooljaar , en het jaar daarop zullen de resultaten meetellen voor de diplomering. Meer aandacht voor rekenen is dus nodig om studenten te laten slagen, maar is het ook voor hun later functioneren van belang? Er zijn beroepspraktijken waar dat op het eerste gezicht niet meer het geval lijkt. Veel rekenen is uitbesteed aan de computer, aan software voor voorraadbeheer en bedrijfsadministratie. Producten die gedoseerd of gemengd moeten worden, worden tegenwoordig geleverd met scheppen of maatbekers waarop de juiste dosering al is aangegeven. En moet er toch een keer gerekend worden, dan is er altijd nog de rekenmachine. Kijken we echter naar groene beroepen, dan is dit beeld maar op een klein deel van de werkzaamheden van toepassing. In groen moet juist bij veel taken gerekend worden, en meestal zonder hulpmiddelen. Ook al krijg je een maatbeker bij de diervoeding, de dosering van het voer verschilt afhankelijk van het tijdstip van voederen, de vraag of het dier binnen of buiten verblijft, enz. Een inkoper op de bloemenveiling moet razendsnel kunnen reageren en dus goed kunnen hoofdrekenen. Een groene ondernemer moet in een oogopslag tijdens een gesprek met een potentiële koper bijvoorbeeld kunnen berekenen wat een procent meer of minder rente of exportbelasting betekent voor zijn opbrengst. Zeker nu groen zich profileert met groen ondernemerschap, is investeren in rekenonderwijs dus niet meer dan een logische stap. nieuwe kaders voor het rekenonderwijs 7

6 Aandacht voor rekenen is ook gewenst vanuit een andere invalshoek, die van het burgerschap. Informatiebronnen die gericht zijn op de burger, zoals het nieuws op tv of internet en folders van de gemeente of de overheid, bevatten steeds vaker tabellen en grafieken. Hetzelfde geldt voor de rekening van het energiebedrijf en voor de vakbladen en -sites die de groene ondernemer beroepshalve raadpleegt. Anders dan menigeen zal denken, vallen deze grafieken, tabellen en andere visuele voorstellingen van getalsmatige informatie ook onder rekenen. Rekenen volgens de nieuwste inzichten is namelijk meer dan droog optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. Het omvat het kunnen omgaan met allerlei toepassingen van getallen, van het interpreteren van verkeersborden tot het lezen van grafieken. stalling agrotoerisme zorgtaken hobby klein gemiddeld groot Dagelijkse en toegepaste rekentaken spelen een belangrijke rol in het Referentiekader taal en rekenen, het wettelijk kader voor het taal- en rekenonderwijs. Dit kader werkt met vier eindniveaus, die alle schooltypen beslaan, van basis- tot hoger onderwijs. Binnen die niveaus wordt een onderscheid gemaakt tussen een functioneel niveau F en een streefniveau S. Bij mbogroenstudenten gaat het doorgaans om het eindniveau 2F. Alleen mbo- 4-leerlingen dienen 3F te bereiken, het niveau dat nodig is om door te kunnen stromen naar het hbo. In dit boekje richten we ons vooral op 2F. Dit niveau vertegenwoordigt het algemeen maatschappelijk niveau en houdt in dat er gewerkt moet worden aan rekenvaardigheden die nodig zijn om goed te kunnen functioneren als burger en in mbo-beroepen. Hierbij valt onder andere te denken aan het interpreteren van een montagetekening voor een kast of het geven van een adequate routebeschrijving, inclusief windrichtingen en geschatte afstanden. Wat niveau 2F minder of niet omvat, zijn formele rekenopdrachten van het type 24x7, 8/9:4. Veel oefenen met dergelijke formele en abstracte sommen hoort bij het 2S-niveau, dat het eindniveau is voor de onderbouw havo/vwo. 2F is overigens ook het eindniveau voor het vmbo. Het blijft een doel in mbo-1 t/m -3 omdat rekenvaardigheden onderhoud vragen. Daarnaast is het zo dat veel leerlingen het mbo binnenkomen zonder dat ze 2F aankunnen Wat moet de leerling kunnen? huisverkoop verwerking eigen producten windenergie Bron: CBS 0% 20% 40% 60% 80% 100% Ook het dagelijks leven omvat vele rekentaken, die lang niet iedereen met gemak uitvoert. De dienstregeling van de bus lezen, vooruit rekenen met minuten en uren als je een reis van a naar b plant of aan het koken bent. Net zomin als bij het kijken naar het nieuws, zijn dit situaties waar je je rekenmachine bij pakt. Bij het nieuwe rekenen tellen dit soort dagelijkse en toegepaste rekentaken niet alleen mee, ze maken er een belangrijk deel van uit. 1.2 Rekenniveau 2F: het algemeen maatschappelijk niveau De inhouden van het rekenonderwijs zijn in het referentiekader verdeeld over vier rekendomeinen: Getallen Verhoudingen Meten en meetkunde Verbanden Per domein is de stof weer verdeeld over deze drie onderdelen: A. Notatie, taal en betekenis. Hierbij gaat het om wiskundige symbolen en figuren, maar daarnaast ook om het juiste begrip van termen als inhoud, etmaal, diepte. Menig leerling denkt bij de vraag: wat is de inhoud van deze bus, aan de stoffelijke inhoud, bijvoorbeeld beschuitjes, en niet aan deciliters of liters. Het komt het rekenen van leerlingen dus ten goede als de wiskundedocent ook aandacht besteedt aan de woordkennis van de leerlingen. B. Met elkaar in verband brengen. Hier gaat het om het verband tussen begrippen, notaties, getallen en het dagelijks spraakgebruik. Ziet de leerling bijvoorbeeld dat 50% hetzelfde is als de helft, en 25% hetzelfde als een kwart, en dat de laatste hoeveelheid ook aan te duiden is als: de helft van de helft? C. Gebruiken. Hier gaat het om het kunnen inzetten van rekenvaardigheden om problemen op te lossen of een taak in de praktijk uit te voeren. Het referentiekader onderscheidt ten slotte bij alle rekeninhouden drie typen kennis en vaardigheden: Paraat hebben van feiten en begrippen en van bepaalde routines en technieken. 8 Rekenen in Groen mbo nieuwe kaders voor het rekenonderwijs 9

7 Functioneel gebruiken van kennis in een probleemaanpak, het toepassen van kennis en vaardigheden binnen en buiten het schoolvak. Weten waarom je rekent zoals je doet, kunnen generaliseren, overzicht hebben over de stof en kennis en vaardigheden breder kunnen toepassen. Hieronder citeren we ter illustratie van het referentiekader de beschrijvingen voor twee onderdelen van het domein meten en meetkunde voor 2F. Onderwerpen uit dit domein zijn vaak aan de orde bij groene richtingen. In het voorbeeld is het derde kennistype, weten waarom, weggelaten. Dit omwille van de ruimte. A Notatie, taal en betekenis Maten voor lengte, oppervlakte, inhoud en gewicht, temperatuur Tijd en geld Meetinstrumenten Schrijfwijze en betekenis van meetkundige symbolen en relaties C Gebruiken Meten Rekenen in de meetkunde 2F Meetkunde en meten Paraat hebben 1 ton is 1000 kg; 1 ton is voorvoegsels van maten megabyte, gigagbyte symbool voor rechte hoek evenwijdig, loodrecht, haaks, bouwtekening lezen, tuininrichting namen vlakke figuren: vierkant, ruit, parallellogram, rechthoek, cirkel namen van ruimtelijke figuren: cilinder, piramide, bol, een schoorsteen heeft ongeveer de vorm van een cilinder 2F Meetkunde en meten Paraat hebben schattingen en metingen doen van hoeken, lengten en oppervlakten van objecten in de ruimte: een etage in een flatgebouw is ongeveer 3 m hoog oppervlakte en omtrek van enkele 2D figuren berekenen, eventueel met gegeven formule een rond terras voor 4 personen moet minstens diameter 3 m hebben. (Is een terras van 9 m 2 geschikt?) inhoud berekenen Functioneel gebruiken allerlei schalen (ook in beroepssituaties) aflezen en interpreteren: kilometerteller, weegschaal, duimstok situaties beschrijven met woorden, door middel van meetkundige figuren, met coördinaten, via (wind)richting, hoeken en afstanden, routebeschrijvinggeven, locatie in magazijn opgeven, vorm gebouw beschrijven eenvoudige werktekeningen interpreteren (montagetekening kast, plattegrond eigen huis) Functioneel gebruiken juiste maat kiezen in gegeven context: zand koop je per kuub (m 3 ), melk per liter Wat vraagt het referentiekader van de docent? Functioneel rekenen veronderstelt een ondernemende, creatieve rol bij de docent. Ook omdat deze benadering van het rekenen tot op heden, najaar 2013, weinig aan bod komt in de methodes. Dit geldt ook voor methodes waar de aanduiding 2F prominent op de kaft is afgedrukt. De meeste rekenmethodes bevatten naar verhouding veel kale sommen die horen bij het 1S- of 2S-niveau. Sommen die voor veel groenstudenten te moeilijk zijn en hen frustreren en demotiveren. Er zijn aanwijzingen dat een nieuwe generatie methodes het beter gaat doen op dit punt. Maar functioneel rekenen is hoe dan ook niet goed te realiseren aan de hand van alleen de methode. Het vraagt ook om een bepaalde blik van de docent. Een blik die is gericht op de numerieke informatie in de werkelijkheid om ons heen. 1.3 Werken aan gecijferdheid Gecijferdheid is de naam van een benadering van het rekenen waarin de invalshoek van functioneel rekenen verder is uitgewerkt. In deze benadering wordt de wereld om ons heen als uitgangspunt voor het rekenen genomen. Eerder in dit hoofdstuk zijn al een paar voorbeelden genoemd van rekenopdrachten die je kan tegenkomen in de media, in huis of op straat. Wijzen op dergelijke taken en oefenen met opdrachten die aansluiten bij deze echte taken zijn belangrijk om gecijferdheid bij leerlingen op te bouwen. In het mbo behoren ook (verborgen) rekentaken bij de andere vakken en bij de beroepspraktijkvorming tot de onderwerpen voor het onderwijs in gecijferdheid. Bij deze benadering van het rekenen is het aantal rekentaken dat er in de klas toe doet dus zeer groot. Belangrijk daarbij is het inzicht dat formele, abstracte sommen van het type 17 x 5 maar een klein deel uitmaken van die rekentaken. Ze vormen het topje van de ijsberg, zoals verbeeld is in onderstaande voorstelling van mogelijke rekentaken in de werkelijkheid. Bron: Referentiekader rekenen en taal, te vinden op o.a. Wie snel een overzicht wil krijgen van de inhouden en eisen voor rekenen per F-niveau, kan terecht bij de posters 'Meijerink verbeeld', die werden ontwikkeld door APS. Op deze posters zijn de kernbegrippen uit het kader met afbeeldingen en voorbeeldopdrachten in beeld gebracht. 10 Rekenen in Groen mbo nieuwe kaders voor het rekenonderwijs 11

8 Formele of kale sommen vormen dus het topje van de ijsberg van gecijferdheid, maar dat wil niet zeggen dat ze onbelangrijk zijn. Zeker in groen-mbo is het een uitdaging voor student en docent om van het rekenen in de praktijk tot de formele sommen te komen. Maar ook voor groen geldt dat de weg naar een goede beheersing van het formele rekenen loopt via het rekenen in de praktijk en via het inzicht dat rekentaken in allerlei situaties voorkomen, ook waar je ze misschien niet verwacht. Hoe het onderwijs in functionele gecijferdheid handen en voeten te geven, is een onderwerp voor het volgende hoofdstuk, dat over de didactiek van het rekenen gaat. hoofdstuk 2: Functioneel rekenen in de praktijk 12 Rekenen in Groen mbo

9 2. Functioneel rekenen in de praktijk Een didactische uitwerking aan de hand van het drieslagmodel functioneel rekenen Onderwijs in functioneel rekenen of gecijferdheid, zagen we hiervoor, vraagt van de docent dat hij actief zoekt naar rekentaken in de (beroeps-)wereld om zich heen en die kan inzetten in zijn onderwijs. Voor de rekendocent in groen komt daar de taak bij om rekenangst en andere belemmeringen voor het rekenen weg te nemen bij studenten. In mbo-groen komen studenten binnen die sterk verschillen in rekenvaardigheid en van wie een aantal door slechte ervaringen is dichtgeklapt als het om rekenen gaat. Deze leerlingen over de drempel heen helpen en kunnen differentiëren zijn belangrijke vereisten voor de rekendocent in groen. In dit hoofdstuk schetsen we hoe al deze doelen een plaats kunnen krijgen in het rekenonderwijs. Dat doen we aan de hand van het drieslagmodel functioneel rekenen, een model dat een goede leidraad is gebleken voor de inrichting van een evenwichtig rekenonderwijs. 2.1 De drieslag functioneel rekenen rekenen in de praktijk rijk rekenaanbod individuele oefening Het drieslagmodel functioneel rekenen is gebaseerd op de gedachte dat een meervoudige benadering van het rekenen de meeste kans geeft op een verhoging van het rekenniveau. Functioneel rekenen in de praktijk 15

10 De onderdelen of invalshoeken van de drieslag in het kort: 1. Rekenen in de praktijk Bij dit onderdeel gaat het erom aandacht te besteden aan rekenen zoals dat vervat zit in de wereld om ons heen en in de (beroeps-)vakken en de beroepspraktijkvorming. Het gaat hier niet per se om uitgewerkte rekenopdrachten. Andere docenten kunnen bijdragen aan het rekenen in de praktijk, door rekentaken in hun eigen praktijk te benoemen en stil te staan bij rekentermen in het eigen materiaal. De volgende stap is dan inzien dat je dankzij zo n patroon snel kan berekenen hoeveel voorraad er nog is, en dat dat op verschillende manieren kan (8x4 of 4x8). Daarna komt pas het oefenen met allerlei vermenigvuldigingssommen. Het gaat bij rekenen in de praktijk om wiskundige wereldoriëntatie, zou je kunnen zeggen. Leerlingen moeten oog krijgen voor de rekenkundige kant van de wereld. 2. Rijk rekenaanbod Bij dit onderdeel wordt er meer systematisch gewerkt aan de rekenkennis en -vaardigheden. De rekendocent zorgt voor variatie in opdrachten en legt daarbij waar mogelijk een verbinding met rekentaken uit de praktijk van leerlingen. 3. Individuele oefening Hier gaat het om het persoonlijk, individueel oefenen van rekenvaardigheden en om ondersteuning op maat, inclusief remediëring. Idealiter komen alle drie de onderdelen van de drieslag tegelijk aan bod: ideaal rekenonderwijs vindt plaats in het gebied waar de drie componenten elkaar overlappen. Als leerlingen bijvoorbeeld oefenen met rekenopdrachten die rechtstreeks uit hun stagepraktijk komen. Maar in de werkelijkheid van het onderwijs zal het niet altijd lukken om de drieslag zo optimaal aan bod te laten komen. Het gaat erom het rekenonderwijs zo effectief in te richten als mogelijk is binnen de beperkingen van de eigen situatie. Om dit te kunnen doen, is een rekenbeleid nodig. Beleid en organisatie komen aan de orde in hoofdstuk 3 van dit boekje. Hier werken we nu elk van de componenten of invalshoeken van de drieslag nader uit. 2.2 Rekenen in de praktijk Hoe zorg je dat leerlingen oog krijgen voor de rekenkundige kant van de wereld? Rekenen in de praktijk is de eerste component van de drieslag functioneel rekenen. Hier is voor gekozen om uit te drukken dat het onderwijs in functionele gecijferdheid niet begint bij het kale rekenen, maar bij een rekenkundig aspect van de werkelijkheid. Functioneel rekenen gaat simpel voorgesteld als volgt: eerst merkt de leerling op dat de plantjes in een krat verdeeld zijn over even grote compartimenten, daarna maakt hij de stap om het aantal planten in één compartiment te tellen en de uitkomst te vermenigvuldigen met het aantal compartimenten. Bij rekenen in de praktijk gaat het vooral om de eerste stap, het herkennen van zoiets als een vermenigvuldigingspatroon Rekenen zichtbaar maken Rekenen in de praktijk vraagt vooral om een houding of een bewustzijn, en minder om uitgewerkte opdrachten. Je werkt al aan dit aspect als je leerlingen wijst op rekentaken. Als een docent dierverzorging bijvoorbeeld tegen een meisje dat flesvoeding klaar aan het maken is, zegt: Zo, ben jij met deciliters bezig. Het zal duidelijk zijn dat vooral bij dit wijzen op al dan niet verborgen rekentaken een rol is weggelegd voor de docenten van de beroepsvakken en de beroepspraktijkvorming. Rekenen zichtbaar maken kan je ook doen door rekenthema s als verbanden en meten en maten herhaaldelijk expliciet te verbinden aan praktijktaken. Dit kan losjes, bijvoorbeeld bij het praten over een taak, maar het kan ook grootser aangepakt worden. Voorbeeld: posterproject Een voorbeeld van zo n meeromvattende benadering van rekenthema s is een posterproject dat een aantal vmbo-scholen enkele jaren geleden is begonnen. 16 Rekenen in Groen mbo Functioneel rekenen in de praktijk 17

11 In dit meerjarige project ontwikkelen leerlingen zelf zogenoemde kennisnetwerken rond een aantal rekenthema s. De netwerken worden vastgelegd op posters en bevatten steeds deze bestanddelen: vakbegrippen, voorbeelden van toepassingen van die begrippen, eigen uitwerkingen en oefeningen. tien nieuwe woorden uitgelegd. Docenten zouden kunnen afspreken dat de rekendocent daar telkens twee woorden aan bijdraagt, zoals: een etmaal = 24 uur, gerekend vanaf middernacht of 0.00 uur; percentage = een aantal procenten, hoeveel staat ergens anders: Zij ontvangt een percentage van de omzet. Woordposters werken nog beter als ze (alleen) worden opgehangen in het vaklokaal en er woorden op staan die aansluiten bij de lesstof van dat moment. Bij deze toepassing maakt de rekendocent dus zijn eigen posters Goed voor de motivatie en voor het zicht op samenhang Terwijl ze aan de posters werken, oefenen leerlingen de vaardigheden die bij het thema horen en breiden ze hun woordenschat uit met de woorden die daarbij komen kijken. Bij het thema verbanden bijvoorbeeld kan het gebruiksvoorbeeld een grafiek zijn, en de bijbehorende woorden onder andere minimum, maximum, stijgend en dalend. Naarmate de tijd vordert, voegen leerlingen gebruiksvoorbeelden en uitwerkingen toe, al dan niet afkomstig uit andere vakken, en raken ze beter bekend met de bij het thema horende woorden. In het beschreven posterproject gaat rekenen in de praktijk, het aanwijzen van toepassingen van het rekenthema, samen met de andere componenten van de drieslag functioneel rekenen: er wordt geoefend met vaardigheden die bij het thema horen, en de poster zelf zowel als de uitwerkingen en oefeningen die erop staan maken deel uit van een rijk rekenaanbod. Dit samengaan is niet uniek voor dit posterproject. Vooral rekenen in de praktijk en een rijk rekenaanbod zullen vaak samengaan. Het laatste omvat immers als het goed is een uitwerking van het eerste. Woordposters Werken aan de woordkennis van leerlingen kan ook op eenvoudiger wijze. Op sommige scholen kent men nog de posterprojecten voor taal: op die posters, die op meer plekken in de school worden opgehangen, worden iedere week Rekenen in de praktijk is belangrijk voor de motivatie en het zelfvertrouwen van leerlingen. Een docent die wijst op het rekenen wat studenten gedaan hebben om te zorgen dat ze op tijd op hun stageadres verschijnen, maakt én duidelijk dat ze kunnen rekenen én dat rekenvaardigheid direct nut kan hebben. Als de rekendocent ook regelmatig aandacht besteedt aan de (verborgen) rekentaken in de stagepraktijk, wordt het studenten duidelijk dat rekenvaardigheid van pas komt in de beroepspraktijk en dat het dus zin heeft om je ervoor in te zetten. Wijzen op rekentaken in de beroepspraktijk en bij andere vakken is ook om didactische redenen zinvol: veel mbo-studenten zien niet uit zichzelf de overeenkomst tussen dezelfde taken bij verschillende vakken. Zien bijvoorbeeld niet dat je de rente die je krijgt bij een bank op dezelfde manier berekent als het percentage van een liter bij dierverzorging. Zicht krijgen op verschillende toepassingen van een principe helpt studenten om greep te krijgen op dat principe. Anders gezegd: het helpt hen een of meer stappen te zetten in de richting van de abstracte som. Vooral in deze overdracht van het rekenen op de werkvloer naar het meer formele, schoolse rekenen ligt een uitdaging voor de mbo-student. 2.3 Een rijk rekenaanbod Hoe krijg je alle leerlingen aan het rekenen? Bij dit onderdeel van de drieslag functioneel rekenen wordt meer systematisch gewerkt aan rekenkennis en -vaardigheid. Hiervoor dient de rekendocent dus een methode of een reeks opdrachten achter de hand te hebben. Rijk worden de rekenlessen echter pas als de docent ook activerende werkvormen inzet, veel doe-opdrachten geeft en inspeelt op de verschillende niveaus in de groep. Bij de keuze van opdrachten is het zoals gezegd belangrijk dat waar mogelijk een verbinding wordt gelegd met rekentaken uit de praktijklessen van leerlingen. Maar voor we kijken naar deze opdrachten, richten we ons hier op een ander, nog niet genoemd aspect van de rijke rekenles. 18 Rekenen in Groen mbo Functioneel rekenen in de praktijk 19

12 Doe-opdracht inhoudsmaten 1. Vul de maatbeker met 1 liter water. Til hem op en voel hoe zwaar hij is. 2. Giet 1 centiliter van het water over in een andere maatbeker of vul die andere maatbeker tot 1 centiliter. Til deze beker ook op en voel hoe zwaar deze is. 3. Hoeveel zwaarder was de eerste beker dan de tweede? Was dat 5 keer zo zwaar, 10 x zo zwaar of 100 x zo zwaar? 4. Wat betekent cent in centiliter, denk je? Praten over rekenen Een belangrijke voorwaarde voor een rijk rekenaanbod is dat er veel wordt gepraat over het rekenen en rekentermen veel aandacht krijgen. Studenten gaan vaak de mist in door een gebrekkige kennis van woorden en symbolen. Menigeen ziet bijvoorbeeld niet vanzelf het verband tussen % en het woord percentage. Studenten gaan op dit punt vooruit als de docent verbanden en betekenissen herhaaldelijk en in veel verschillende toepassingen benoemt. Praten is ook van belang als het om de lesopzet gaat. Een rijke rekenles heeft een inhoudelijk doel en het is goed als de studenten dat meteen te horen krijgen. Wanneer de docent de les begint met een mededeling als: vandaag gaan we het hebben over procenten, stellen studenten zich meer open voor leren dan wanneer de docent, zoals vaak gebeurt, de aandacht meteen richt op de gemaakte huiswerkopdrachten. Praten is ook de aangewezen manier om rekenprincipes voor het voetlicht te brengen. Dat wil zeggen, praten mét leerlingen, en niet alleen tegen leerlingen. Het thema verhoudingen bijvoorbeeld kan de docent introduceren door een realistisch verdeelvraagstuk voor te leggen als: je hebt een recept voor vier porties, maar je moet zes kant-en-klaarmaaltijden bereiden. Hoe reken jij uit hoeveel je van elk ingrediënt nodig hebt? De ene student zegt dan misschien: ik doe de helft erbij, de andere: ik deel het door vier en dat vermenigvuldig ik met zes. De kunst is dan om als docent niet één strategie aan te wijzen als de beste of handigste, maar de verschillende oplossingen waar studenten mee komen te herkennen en te waarderen. Een goed begrip van rekentermen is zoals gezegd een belangrijk onderdeel van de rekenvaardigheid. Het is ook bij uitstek een onderdeel waar andere docenten een steentje aan kunnen bijdragen. Sterker nog: de kennis van studenten gaat sneller vooruit als andere docenten ook aandacht besteden aan rekentermen. Dit vraagt erom dat die docenten zich bewust zijn van die termen en de mogelijke moeilijkheid daarvan voor studenten. Hier kan een teamsessie over rekenen volgens het referentiekader goed werk doen (zie hiervoor ook hoofdstuk 3). Als de andere docenten eenmaal een goed beeld hebben van waar het bij het nieuwe rekenen om gaat, zien ze ook welk aandeel zij erin kunnen hebben. Dat aandeel kan er ook in bestaan dat ze de rekendocent informeren over de rekenonderwerpen die bij hen op het programma staan. Als de rekendocent bijvoorbeeld hoort dat ze bij diervoeding gaan werken met maateenheden, dan kan hij daarop inspelen in de rekenles Rijke rekenopdrachten Eerder in dit boekje werd gesteld dat materiaal voor functioneel rekenen vaak nog opgesteld moet worden. Daar moet hier aan worden toegevoegd dat het groene onderwijs op dit gebied al vrij ver is vergeleken met sommige andere mbo-opleidingen. Zo is sinds enige tijd de website Rekengroen in de lucht, met opdrachten voor functioneel rekenen. Naast Rekengroen zijn er meer digitale bronnen waar materiaal te vinden is voor onderwijs in gecijferdheid, zij het dat deze minder toegespitst zijn op groen. Voor deze bronnen verwijzen we de lezer naar het overzicht van bruikbare websites in hoofdstuk 4. Eén digitale bron willen we hier nog noemen: de website van het College voor examens. Daar zijn namelijk de voorbeeldexamens rekenen mbo uit te vinden. Deze voorbeeldexamens zijn een goede informatiebron voor wat leerlingen nu moeten kennen en kunnen op rekengebied. Maar ze zijn ook te gebruiken als bron voor opdrachten in de rekenles. Op de pagina s hierna zijn twee van die opdrachten te zien, een voor 2F en een voor 3F Bijdrage van andere docenten 20 Rekenen in Groen mbo Functioneel rekenen in de praktijk 21

13 Uit het voorbeeldexamen rekenen 2F mbo Aantal mobiele telefoons wereldwijd Numeriek Uit het voorbeeldexamen rekenen 3F mbo Tuinvogeltelling Keuze Aantal mobiele telefoons wereldwijd Je bekijkt de resultaten van enkele jaren van de tuinvogeltelling houtduif Aantal mobiele telefoons (x 1 miljard) 3,5 koolmees merel pimpelmees ,5 2 1,5 1 0, Jaartal Met hoeveel procent is het aantal mobiele telefoons in 2010 toegenomen ten opzichte van 2008?... % Van welke vogel staan de gegevens in de staafgrafiek? A houtduif B koolmees C merel D pimpelmees Bron: Bron: 22 Rekenen in Groen mbo Functioneel rekenen in de praktijk 23

14 2.3.4 Werken met lesmateriaal uit de praktijk Het is hier al herhaaldelijk gezegd: voor een goede invulling van het functioneel rekenen moet de docent ook werken met opdrachten die afkomstig zijn uit of aansluiten bij de praktijkvakken van de leerlingen. Om aan deze opdrachten te komen, kan de docent zijn oor te luister leggen bij de docenten van de andere (praktijk-)vakken. Hij kan de studenten ook vragen om rekenmateriaal mee te nemen uit de stagepraktijk. Dan kan het gaan om een kassabon, werktekening of recept, of om een maatbeker en andere meetinstrumenten. Een kassabon bijvoorbeeld kan het uitgangspunt vormen voor een les over procenten. De docent kan eerst met de groep de opbouw van de bon regel voor regel bespreken. Vervolgens kan dan de stap naar rekenen worden gezet door een vraag als: hoe bereken je het bedrag voor een btw-bon als de kassa dat niet voor je doet? Eventueel kan daarbij ook nog aandacht worden besteed aan de relatie tussen btw erbij en btw eraf. Op deze manier werken met materiaal dat studenten zelf inbrengen, is een sterk didactisch middel. Het stimuleert studenten om zelf verband te leggen tussen de doelen uit de rekenles en het rekenen bij de beroepspraktijkvorming Stappenplan voor het verzamelen van opdrachten uit de praktijk Onderstaand stappenplan kan behulpzaam zijn bij het opstellen van rekenopdrachten die aansluiten bij de praktijktaken van leerlingen. Loop met een fototoestel rond in de beroepspraktijk van de leerlingen. Maak foto s van kwantitatieve situaties. Probeer bij elke foto een vraag te stellen die een rekenactiviteit verlangt (maar geef geen rekensom op). Check of je vraag een voorstelbare vraag is, dat wil zeggen dat je je kunt voorstellen dat iemand in die situatie zo n vraag zou kunnen stellen. Geef dezelfde opdracht aan de leerlingen; verzamel hun producten; haal de tien beste eruit en stel vast welke rekenvaardigheid aan de orde komt. Maak hiervan een database en orden ze op de gevraagde rekenvaardigheid. Leg de verzamelde opgaven voor aan eerstejaars Voorbeelden van rekenopdrachten uit de praktijk Praktijktaken bieden veel mogelijkheden om leerlingen te laten rekenen. Neem een taak als het schoonmaken van hokken in een dierenasiel. Er zijn schoonmaakmiddelen waarop vermeld staat hoeveel men van het middel moet gebruiken om een bepaald oppervlak schoon te maken. Aan deze taak is makkelijk de opdracht te koppelen: meet de oppervlakte van de hokken, tel dit bij elkaar op (of vermenigvuldig ze), en reken uit hoeveel van het middel je nodig hebt. Maar een rekendocent die optimaal invulling geeft aan het onderwijs in gecijferdheid, stimuleert de leerlingen om zelf een stappenplan te bedenken voor het uitrekenen van de juiste dosering. Bij de nabespreking van de opdracht kan hij dan wijzen op de verschillende mogelijk berekeningen, en op het feit dat de studenten bij deze opdracht gewerkt hebben met begrippen en technieken uit twee domeinen: meten en meetkunde en verhoudingen. Op AOC Terra in Wolvega, een vmbo-school, ontwikkelden docenten eigen, toegepaste rekenopdrachten in het kader van een project Meten is Weten. Deze opdrachten zijn geordend rond thema s als Je lijf en Verkeer en sluiten dus niet direct aan bij een beroepspraktijk. We geven hier toch een aantal van die opdrachten weer, omdat ze goed laten zien hoe je zelf opdrachten kan opstellen en hoe je uiteenlopende rekenonderdelen aan bod kan laten komen rond één thema. 24 Rekenen in Groen mbo Functioneel rekenen in de praktijk 25

15 2.3.8 Hoe motiveer je studenten in de rekenles? Voor de motivatie om te rekenen zijn twee zaken nodig: aansprekende opdrachten en enig vertrouwen in de eigen rekenvaardigheid. Wat het eerste betreft, voorbeelden van zulke opdrachten zijn hierboven beschreven. Opdrachten die gebaseerd zijn op de praktijktaken van leerlingen voldoen aan de eerste vereiste voor aansprekende opdrachten: aansluiten bij de leefwereld van studenten. Daarbij kan rekenen bij praktijktaken echt nodig zijn om de taak goed te verrichten. Motiverender kan een rekentaak niet zijn. Maar een rekentaak kan nog zo echt zijn en dicht bij de leefwereld van de student, wanneer deze denkt dat rekenen niets voor hem is, dat hij het niet kan, gaat hij het uit de weg. Het wegnemen van faalangst en andere barrières tegen het rekenen maakt dan ook deel uit van rijk rekenonderwijs. De docent kan hieraan werken door met de student te praten over zijn rekenervaringen en over wat deze wel en niet denkt te kunnen. Hij kan de betreffende studenten ook voor een tijdje opdrachten aanbieden die ze makkelijk aankunnen. Zo helpt hij hen om nieuw vertrouwen op te bouwen in hun eigen rekenvaardigheid. Een docent die zo omgaat met faalangstige en zwakke rekenaars, werkt aan zijn kerntaak als onderwijsgevende. Want studenten die onvoldoende vertrouwen hebben in zichzelf als rekenaar, worden alleen daardoor al belemmerd in het ontwikkelen van hun rekenvaardigheid. Het wegnemen van rekenangst en andere belemmeringen voor het rekenen vraagt dus om differentiatie in de les en om oefeningen op maat. En met dit laatste begeven docent en student zich op het terrein van het individueel oefenen, het derde onderdeel van de drieslag functioneel rekenen. 2.4 Individueel oefenen Wat doe je met studenten die 2F niet (kunnen) halen? Kennis van de (beroeps-)wereld Behalve voor de overdracht van het rekenen zelf, is een verbinding met de beroepsvakken ook nodig voor een goede contextuele invulling van het functioneel rekenen. Rekenvaardigheid is in de beroepspraktijk immers niet alleen een kwestie van goed kunnen rekenen. Er komt geregeld ook kennis van de wereld bij kijken. Een stijging van marktprijzen bijvoorbeeld, wat betekent dat voor een boer? Als de aardappelen in een bepaald jaar twee keer zo duur worden verkocht dan het jaar daarvoor, verdient de boer dan ook twee keer zo veel? Het antwoord zal doorgaans ontkennend moeten zijn, omdat de kosten van de boer ook gestegen zullen zijn, bijvoorbeeld doordat de prijs van pootaardappelen omhoog is gegaan. Enig inzicht krijgen in dit soort verhoudingen tussen productie en markt hoort ook bij functioneel rekenen. Bij dit onderdeel werken de leerlingen elk voor zich aan bepaalde rekenvaardigheden. Dit kan thuis gebeuren, of op school, als onderdeel van de rekenles. Individueel oefenen is nodig voor alle leerlingen. Elke leerling moet geregeld oefenen om bepaalde kennis en vaardigheden te onderhouden; leerlingen met achterstanden kunnen door te oefenen vooruitgang boeken; goede rekenaars moeten kunnen oefenen met uitdagende opdrachten om hun interesse niet te verliezen. De opdrachten waarmee leerlingen oefenen, moeten dus zo veel mogelijk op maat zijn gesneden. Differentiëren is in het algemeen al een belangrijk didactisch middel, maar in het mbo eigenlijk onontkoombaar, omdat de studenten daar bij binnenkomst sterk verschillen in rekencapaciteiten. Voor een goede invulling van dit onderdeel van het rekenonderwijs is het dan ook aan te raden om aan het begin van het cursusjaar een instaptoets af te nemen en eventueel ook een systeem van volgtoetsen in te voeren (zie ook hoofdstuk 4). Hoewel individueel oefenen zoals gezegd nuttig is voor alle studenten, zal de focus hier verder gericht zijn op zwakke rekenaars. Hulp voor deze groep is in mbo-groen het meest urgent. Veel studenten komen het mbo binnen met 26 Rekenen in Groen mbo Functioneel rekenen in de praktijk 27

16 een rekenniveau dat lager is dan het gemiddelde voor hun leeftijd. Bepaalde rekenvaardigheden worden nog niet beheerst, er is vaak tegenzin, soms zelfs weerzin tegen rekenen, en vaak is er al twee jaar lang geen wiskunde meer gedaan. De rekenontwikkeling heeft dus vaak volledig stilgelegen. Daarbij zie je in groen naast faalangstige en gedemotiveerde rekenaars ook studenten die hun eigen rekenvaardigheden overschatten. Ook voor deze groep kan een instaptoets duidelijkheid brengen over waar te beginnen met oefenen Aandacht voor de eigen ontwikkellijn van de student Alvorens te gaan zoeken naar een remedie voor de rekenachterstanden van studenten is het goed even stil te staan bij de betekenis van het gemiddelde. Want wat houdt dit begrip in? Het is een abstractie, de uitkomst van een berekening op grond van de uiteenlopende niveaus die leerlingen op een bepaalde leeftijd laten zien. Doordat echter methodes, toetsen en vele andere aspecten van het onderwijs zijn afgestemd op dit gemiddelde, ontstaat de neiging om het gemiddelde ook als de norm te zien. Het gevolg daarvan is dat afwijkingen van het gemiddelde, en vooral die naar onderen, sneller dan nodig is als probleem worden gezien. Een belangrijk nadeel daarvan is dat zo wordt miskend dat ook leerlingen die onder het gemiddelde zitten, een ontwikkeling kunnen laten zien in hun rekenvaardigheden. Daarmee hindert de gerichtheid op het gemiddelde de ontwikkelingskansen voor deze leerlingen. Want inspelen op het eigen niveau van leerlingen en waardering tonen voor de prestaties die ze wél neerzetten, zijn voor leerlingen noodzakelijk om plezier te krijgen in rekenen en het vertrouwen dat ze op dit gebied vooruitgang kunnen boeken Een stijgende lijn onder het gemiddelde is ook een stijgende lijn Een programma op maat De aanpak van rekenproblemen begint met vast te stellen welke basisvaardigheden de leerling nog niet beheerst. Dat kan door een instaptoets af te nemen, maar ook door observatie of gesprekken met de leerling. Als in kaart is gebracht waar de leerling moeite mee heeft, kan een maatwerkprogramma worden opgesteld. Daarbij is het zaak te beginnen met opdrachten die de leerling makkelijk aankan. Op die manier kan hij succeservaringen opdoen, ervaringen die bijdragen tot het zelfvertrouwen en daarmee tot de motivatie om zich te ontwikkelen. Het is voor het zelfvertrouwen van de leerling ook goed als de docent in gesprekken zijn sterke kanten benadrukt en als de rekenvaardigheid de eerste tijd niet te veel wordt getoetst. Wat de keuze van opdrachten betreft, er is speciaal remediërend rekenmateriaal voor vo-leerlingen op de markt dat ook geschikt is voor mbo-leerlingen (zie hoofdstuk 4). Veel remediërend materiaal komt uit het basisonderwijs: dit kan qua niveau geschikt zijn, maar de contexten zijn vaak te kinderachtig. Leerlingen kunnen ook steun hebben aan bepaalde hulpmiddelen als speelgeld, rekenmachine, tafelkaart, onthoudkaartjes met basisleerstof. Laat zwakke rekenaars een tijdje hiermee werken op momenten dat anderen dat niet mogen, bijvoorbeeld tijdens toetsen. Je kan deze leerlingen ook meer tijd geven voor toetsen, of ze toetsen mondeling laten toelichten. Het is wel aan te bevelen het gebruik van hulpmiddelen op een gegeven moment af te gaan bouwen, om afhankelijkheid van deze middelen te voorkomen. Je kan als docent dus veel doen om zwakke rekenaars vooruit te helpen, maar het is goed om daarbij je taak als vakdocent in het oog te houden. Ga niet te lang door met zoeken naar oplossingen buiten je eigen expertise, maar maak gebruik van de deskundigheid die aanwezig is binnen je school, bij de remedial teacher, de zorgcoördinator, de psycholoog of orthopedagoog Wat doe je met studenten met rekenstoornissen? Bij het inspelen op rekenproblemen is het belangrijk onderscheid te maken tussen gewone problemen en rekenstoornissen. Er is sprake van een rekenstoornis wanneer de rekenvaardigheden [ ] duidelijk beneden het verwachte niveau liggen, met inachtneming van de leeftijd, de intelligentie en het gevolgde onderwijs, leidend tot flinke problemen op school of in het dagelijks leven en zonder dat dit het gevolg is van zintuiglijke tekorten. Aldus de definitie van deze stoornissen in DSM-IV-TR, het handboek van de psychiatrie waarin alle bekende (erkende) psychische stoornissen worden beschreven. Over de oorzaken is weinig bekend, maar wel staat vast dat het bij een rekenstoornis om een functiestoornis gaat met een neurologische of neuropsychologische basis. Gaat het over rekenstoornissen in het onderwijs, dan gaat het bijna altijd over dyscalculie. Een stoornis die overigens niet als zodanig wordt beschreven in het genoemde handboek, omdat men het niet eens is over de definitie ervan. Maar de diagnose wordt in praktijk vaak gesteld. 28 Rekenen in Groen mbo Functioneel rekenen in de praktijk 29

17 De dyscalculieverklaring Ook op groenscholen zullen er studenten zijn met een dyscalculieverklaring. Deze verklaringen snijden vaak hout en helpen een remediërend programma op te stellen voor de student. Toch is het goed om kritisch te blijven kijken naar deze verklaringen. Er zit namelijk veel kaf onder het koren. Een officiële dyscalculieverklaring kan alleen worden afgegeven door een erkend BIG-geregistreerde GZ-psycholoog. (BIG staat voor register van Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg'.) Dyscalculie kan bijvoorbeeld nooit in één test worden vastgesteld, omdat een van de voorwaarden voor de diagnose is dat de student immuun is voor een scala aan verschillende didactische aanpakken en remediërende hulp. In een officiële dyscalculieverklaring staan ook aanbevelingen voor hulpmiddelen en suggesties voor verdere ontwikkeling. Een ondeskundige verklaring is vaak te herkennen aan het feit dat er alleen wordt opgesomd wat de student allemaal niet kan. Zulke verklaringen worden dan ook vaak gebruikt als een vrijbrief om het rekenen er maar bij te laten zitten. De student grijpt de verklaring dan aan als een reden waarom hij de dingen niet hoeft te kunnen, de school ziet haar als een reden om de student geen extra begeleiding te geven. Meer informatie over een oordeelkundige diagnose en over de omgang met dyscalculie en andere rekenproblemen is te vinden in het 'Protocol Ernstige Reken Wiskunde-problemen en Dyscalculie mbo' (2012). Dit protocol is ontwikkeld door de Nederlandse Vereniging tot ontwikkeling van het Reken/Wiskunde Onderwijs, in opdracht van het ministerie van OCW. Het is niet alleen gericht op specialisten, maar op iedereen die zich bezighoudt met rekenen in het middelbaar beroepsonderwijs. hoofdstuk 3: Rekenbeleid Een goede diagnose kan bijdragen aan een positieve benadering van de rekenstoornis: het benoemen van de mogelijkheden die de student wél heeft, het benadrukken en ontwikkelen van de sterke kanten van de student. Het is goed de begeleiding van deze studenten over te laten aan specialisten als de remedial teacher, de psycholoog of de orthopedagoog. Zij kunnen deze studenten met hun eigen methoden langzaam vooruitgang laten boeken op het gebied van rekenvaardigheid. De docent kan eventuele tips en adviezen van deze medewerkers gebruiken om bij te dragen tot het plezier in rekenen bij de studenten en hen ook in de klas succeservaringen te laten opdoen. 30 Rekenen in Groen mbo

18 3. Rekenbeleid Een goed begin is het halve werk Een optimale invulling van de drieslag functioneel rekenen is geen taak voor de rekendocent alleen. Het vraagt beslissingen ten aanzien van het materiaal, de toetsen, het rooster en dergelijke. Het vraagt zoals we hebben gezien ook om enige betrokkenheid van de andere docenten. Deze en andere aspecten van het rekenonderwijs kunnen het best beleidsmatig worden benaderd. Beleid kan ervoor zorgen dat alle aspecten van het onderwijs, van de instaptoetsen tot de bemensing, voor iedereen duidelijk zijn. Daarbij helpt beleid, mits goed opgepakt en gecommuniceerd, om bepaalde keuzes geaccepteerd te krijgen. 3.1 Wie stelt het beleid op? Een eerste keuze betreft de vraag wie het beleid gaat opstellen. Dit kan het beste worden gedaan door een werkgroep van drie tot vijf mensen. De aangewezen leden voor zo n rekenwerkgroep zijn natuurlijk rekendocenten, maar het is aan te raden om vooral ook enkele docenten van de beroepsvakken uit te nodigen in deze groep. Dit is goed voor het draagvlak onder de docenten en helpt om de aandacht voor functioneel rekenen breed in de school te krijgen. De ontwikkeling van gecijferdheid houdt immers niet op bij de deur van het theorielokaal. En draagvlak onder de docenten is een belangrijke succesfactor voor het slagen van elk plan voor de verbetering van het onderwijs. Verder is de steun van de schoolleiding onontbeerlijk voor het slagen van het rekenbeleid. Misschien wordt de rekenwerkgroep geïnitieerd door de schoolleiding, maar ook als dat niet zo is, is het aan te bevelen om deze bij de plannen te betrekken en geregeld te informeren over de vorderingen. De schoolleiding moet zich als het ware medeplichtig voelen aan het rekenbeleid. 3.2 Rekenplan Het werk van de rekenwerkgroep mondt als het goed is uit in een rekenplan. In zo n plan worden keuzes vastgelegd met betrekking tot het materiaal, de didactiek, de toetsen, de rol van de docenten van de beroepsvakken en de stagebegeleider en de tijd en plaats van het rekenonderwijs. Er bestaan diverse hulmiddelen voor het opstellen van een reken(beleids)plan, zoals bijvoorbeeld de LFA, de Logical Framework Approach. Een vereenvoudigde versie van dit beleidshulpmiddel is te vinden in de bijlage bij dit boekje. Hier concentreren we ons verder op een aantal mogelijke uitwerkingen van aspecten van het rekenplan. Dit om een indruk te geven van wat er zoal te overwe- rekenbeleid 33

19 gen valt als het om onderwijs in gecijferdheid gaat Voorlichting voor docenten van de beroepsvakken Wat zeker in het plan zou moeten worden opgenomen, is een bijeenkomst voor de docenten van de beroepsvakken waarop uitgelegd wordt wat rekenen volgens het referentiekader inhoudt. Veel docenten denken bij rekenen alleen aan cijferen, aan moeilijke staartdelingen en dergelijke. Daardoor zien ze niet goed wat ze zelf kunnen bijdragen aan de rekenvaardigheid van leerlingen. Dit terwijl die andere docenten zeker iets kunnen betekenen voor het rekenen in de praktijk. Kennismaken met de rekeninhouden volgens het referentiekader kan ze wat dit betreft over de drempel helpen. Dan kan bijvoorbeeld een gymdocent er lol in krijgen om af en toe een opdracht te geven als: De groep die het eerst 50% van de ballen heeft teruggebracht, wint! Een goed instrument voor het verwerken van het referentiekader binnen het eigen opleidingsteam is 'Meijerink verbeeld en nu in actie', een product van de wiskundegroep van APS (dat te downloaden is van de APS-site). Aan de hand van dit document kan het team nagaan: wat staat er in het referentiekader, en waar zit het rekenen in mijn vak. Bij dit instrument horen de eerder genoemde posters over de referentieniveaus rekenen, 'Meijerink verbeeld'. Deze zijn te bestellen bij het APS. Rekentaken zoeken in het kwalificatiedossier Ook kwalificatiedossiers bieden een goede werkvorm voor een sessie over rekenen met andere docenten. Docenten kunnen het kwalificatiedossier van hun opleiding doorspitten op rekentaken. En het lijkt misschien wat veel gevraagd, maar het kan de moeite lonen om eens een keer bpv-bedrijven uit te nodigen voor zo n sessie. Het bedrijfsleven heeft tenslotte een grote stem gehad in de nieuwe kwalificatiedossiers, dus mogelijk is men geïnteresseerd in de uitwerking van een ander. Hoe dan ook is het aan te bevelen dat docenten van een opleidingsrichting de opdrachten die ze in het dossier vinden, zelf een keer maken. Op die manier leren ze het dossier door en door kennen en raken ze beter voorbereid op de haken en ogen die studenten kunnen tegenkomen. Dit verwerken van het kwalificatiedossier kan het beste gebeuren in een sessie binnen het eigen opleidingsteam, volgend op de voorlichting over het referentiekader Gezamenlijke aanpak afspreken Op het gebied van de didactiek en de rol van andere docenten kan de rekenwerkgroep een gezamenlijke aanpak afspreken voor bepaalde berekeningen. De rekenwerkgroep vraagt dan eerst aan collega s van de beroepsvakken welke rekenonderwerpen voor hun vak belangrijk zijn en hoe zij vinden dat de leerlingen daarbij moeten rekenen. Vervolgens kiest de werkgroep uit de verzamelde aanpakken per onderwerp er een uit als de aanpak van de school. Deze kan dan eventueel afgedrukt worden op kaartjes die studenten in hun etui kunnen stoppen. Overigens is zo n uniforme aanpak te zien als een handreiking aan leerlingen die daar behoefte aan hebben. Doorgaans zal dat een meerderheid van de studenten zijn. Een uniforme aanpak helpt minder vaardige rekenaars niet alleen om de som van het moment op te lossen, maar ook om de overeenkomsten te zien tussen rekentaken bij de verschillende vakken. Maar daarnaast kunnen er ook studenten zijn die een eigen, afwijkende strategie volgen. Dit wijst op een beter begrip van het rekenen, en deze eigenwijze rekenaars moeten zeker niet gedwongen worden om een voorgeschreven aanpak te volgen Methode(s) kiezen Als er nog een methode gekozen moet worden, kan de werkgroep in het plan een aantal criteria formuleren waar die methode aan moet voldoen. Dat werkt beter dan als beleidsgroep één methode aan te wijzen. De ervaring leert namelijk dat van boven opgelegde methodes vaak niet of nauwelijks worden gebruikt. De werkgroep kan wel al twee of drie methodes noemen die voldoen aan de criteria, zodat de rekendocenten van de verschillende afdelingen daar een keuze uit kunnen maken. Het is goed als docenten iets te kiezen hebben, maar ze hoeven niet elk voor zich het wiel opnieuw uit te vinden Tijd voor rekenen Wat tijd en plaats betreft, hierbij ligt het voor de hand dat de werkgroep de bestaande regelingen volgt. Doorgaans houden die in dat er voor alle leerlingen één uur rekenen per week is ingeroosterd. Maar er kan ook aan een gedurfder scenario worden gedacht. Het laatste kan de uitkomst zijn als men nadenkt over wat bepaalde leerlingen echt nodig hebben om beter te worden in rekenen. Bbl-leerlingen bijvoorbeeld, die maar een dag in de week op school zijn, kunnen zij in die ene dag vooruitgang boeken in rekenvaardigheid? Het is eigenlijk wel duidelijk dat er voor hen gezocht moet worden naar een verbinding met het rekenen op de werkvloer. Maar werkgevers en externe stagebegeleiders zijn er doorgaans niet op gericht iets bij te dragen aan een schoolvak. Hoe dit in te vullen, is een uitdagende opdracht. Voor leerlingen die weinig op school komen, maar ook voor de andere leerlingen, kan het goed werken als de tijd voor rekenen flexibel wordt ingepland. Als er bijvoorbeeld een rekencentrum in de school is waar ze zelfstandig aan rekentaken kunnen werken, terwijl er een rekendocent of een pabostudent in de buurt is om vragen aan te stellen. Voor de uitwisseling met de docent kan ook een digitale leeromgeving uitkomst bieden. Als er daarnaast maar voldoende gelegenheid blijft voor echt contact. Zelfstandig en flexibel werken kan natuurlijk plaatsvinden naast het uur rekenles door de docent. Als dit uur dan ook nog een paar keer per week wordt herhaald, is de kans groter dat alle studenten de uitleg meekrijgen. 34 Rekenen in Groen mbo rekenbeleid 35

20 3.3 Gevraagd: scholing van rekendocenten Een belangrijke succesfactor voor effectief rekenonderwijs die hiervoor nog niet is genoemd, is een goede rekendocent. Op dit vlak valt nog het nodige te verbeteren. Doordat rekenen als vak (weer) nieuw is voor mbo-groen en het aanbod aan vakkundige rekendocenten klein, wordt rekenen niet zelden gegeven door docenten die zelf 2F net aankunnen. Sommige scholen zetten ook uit zuinigheidsoverwegingen docenten in met mbo-niveau. De docenten valt hier niets te verwijten, het gaat om een probleem dat door de schoolleiding of zelfs het schoolbestuur of de overheid moet worden aangepakt. Er zijn tekenen dat scholen inderdaad werk gaan maken van het niveau van de rekendocent. Schooljaar gaan scholen voor het eerst docenten toetsen op 3F-niveau. Iets wat overigens niet wordt getoetst door de Bicat-test van de pabo, die tot nog toe veel wordt gebruikt op mbo-scholen. Docenten die 3F niet halen, zullen op sommige scholen een scholing aangeboden krijgen. Maar naast de inhoud is er natuurlijk ook nog de didactiek van het rekenonderwijs. Activerend lesgeven in groen mbo, aan studenten die sterk verschillen in leeftijd en niveau, vraagt onder andere om vaardigheid in klassenmanagement. Dat komt docenten doorgaans niet aanwaaien. Een lerarenopleiding rekenen is er nog niet, maar komt er mogelijk wel. De roep om zo n lerarenopleiding neemt in ieder geval toe. In de tussentijd zijn hier en daar wel al scholingen voor rekendocenten in het mbo ontwikkeld. Zo bieden APS, Cinop en het Freudenthal Instituut samen een opleiding Rekenen in mbo aan, die zes cursusdagen beslaat. Meer informatie over deze opleiding is te vinden op Ga ervan uit dat de rekendocent verantwoordelijk blijft voor de samenhang tussen het rekenen in de rekenles en het rekenen in de praktijk. Er zijn scholen waar de rekendocent een- of tweemaal per jaar bij de praktijkvakken gaat kijken naar rekentaken om mee te nemen in zijn eigen lessen, en waar dit naar ieders tevredenheid werkt. Kies je als school voor een rekencentrum, zorg dan voor voldoende en goede begeleiding van de studenten die daar komen werken. Effectief rekenonderwijs lukt niet zonder een bekwame rekendocent. Dit lijkt een open deur, maar gezien het tekort aan zulke rekendocenten in het mbo kan het geen kwaad dit te benadrukken. Een school die investeert in de drieslag functioneel rekenen, zal vaak ook moeten investeren in de scholing van docenten. 3.4 Succesfactoren voor een rekenbeleid dat gericht is op de inzet van de drieslag functioneel rekenen Betrokkenheid van de schoolleiding is onmisbaar: ergens in de lijn moet de verantwoordelijkheid liggen. Maak een gefundeerde keuze voor het werken met de drieslag functioneel rekenen en bepaal de mate en het tijdpad van de invoering ervan. Maak het niet ingewikkelder dan het is. Kijk wat je al doet en houd dit vast. In de praktijklessen wordt vaak al veel gedaan aan rekenen, ook zonder dat dit expliciet wordt gemaakt. Met het wél benoemen van deze rekenactiviteiten wordt al een grote stap gemaakt, die niet veel moeite kost. Samenhang tussen het rekenen bij de (beroeps-)vakken en het rekenen in de rekenles is onmisbaar om functioneel rekenen te realiseren, maar dit vraagt niet altijd om veel (formele) samenwerking en overleg. Een voorlichtingssessie voor de beroepsdocenten over wat rekenen volgens het referentiekader inhoudt, gevolgd door nu en dan een uitwisseling in de wandelgangen over wat er aan rekenactiviteiten op het programma staat, kan al een wereld van verschil maken. 36 Rekenen in Groen mbo rekenbeleid 37

Cursus Rekenspecialist. Amarantis derde bijeenkomst 2 november 2010

Cursus Rekenspecialist. Amarantis derde bijeenkomst 2 november 2010 Cursus Rekenspecialist Amarantis derde bijeenkomst 2 november 2010 Didactische tip Begin de les met een bericht uit de krant Doel: laten zien dat er bij het lezen van berichten gerekend moet worden Varianten:

Nadere informatie

Meijerink verbeeld, en nu in actie

Meijerink verbeeld, en nu in actie Meijerink verbeeld, en nu in actie Activiteiten en ideeën bij de posters referentieniveaus rekenen Kees Hoogland Martin van Reeuwijk Suzanne Sjoers Madeleine Vliegenthart Rachel van Vugt Peter van Wijk

Nadere informatie

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen

Referentieniveaus uitgelegd. 1S - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1S rekenen. 1F - rekenen Vaardigheden referentieniveau 1F rekenen Referentieniveaus uitgelegd De beschrijvingen zijn gebaseerd op het Referentiekader taal en rekenen'. In 'Referentieniveaus uitgelegd' zijn de niveaus voor de verschillende sectoren goed zichtbaar. Door

Nadere informatie

Rekenen in vmbo en mbo. Nijmegen derde bijeenkomst 29 november 2010

Rekenen in vmbo en mbo. Nijmegen derde bijeenkomst 29 november 2010 Rekenen in vmbo en mbo Nijmegen derde bijeenkomst 29 november 2010 Programma Huiswerk Hoe maak je een rekenles leuk en succesvol Differentiatie Werkvormen Materiaal De zwakke leerling Motivatie Vragen

Nadere informatie

Rekencursus - entree. Bijeenkomst 1 2 november 2017 Vincent Jonker Monica Wijers

Rekencursus - entree. Bijeenkomst 1 2 november 2017 Vincent Jonker Monica Wijers Rekencursus - entree Bijeenkomst 1 2 november 2017 Vincent Jonker Monica Wijers 0 Kennismaking Deelnemers Abdel Achahchah Halima Bardaa Stephanie Bottse Miguel Fernandez Anja Grootscholten Bouchra Jaddioui

Nadere informatie

Cursus Rekenspecialist. Amarantis derde bijeenkomst 12 april 2011

Cursus Rekenspecialist. Amarantis derde bijeenkomst 12 april 2011 Cursus Rekenspecialist Amarantis derde bijeenkomst 12 april 2011 programma Vier middagen! De kaders! De rekendidactiek! De praktijk! Verdiepingsonderwerp en/of rekenbeleid Programma 3 e bijeenkomst rekenen

Nadere informatie

REKENTOETS VMBO BB/KB/TL-GL

REKENTOETS VMBO BB/KB/TL-GL rekentoets vmbo BB/KB/TL-GL vakinformatie staatsexamen 2020 REKENTOETS VMBO BB/KB/TL-GL VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2020 Versie: 22 maart 2019 pagina 1 van 7 rekentoets vmbo BB/KB/TL-GL vakinformatie staatsexamen

Nadere informatie

Product Informatie Blad - Rekentoets

Product Informatie Blad - Rekentoets Product Informatie Blad - Rekentoets PIB240-2010-Rekentoets Context In opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de commissie Meijerink onderzoek gedaan naar wat leerlingen

Nadere informatie

Differentiatie in de rekenles. Reken- en Taalcentrum Albeda 18 januari 2011 Vincent Jonker

Differentiatie in de rekenles. Reken- en Taalcentrum Albeda 18 januari 2011 Vincent Jonker Differentiatie in de rekenles Reken- en Taalcentrum Albeda 18 januari 2011 Vincent Jonker Programma Canadees Vermenigvuldigen Hoe maak je een rekenles aantrekkelijk en succesvol voor alle deelnemers? Differentiatie

Nadere informatie

Checklist Rekenen Groep 3. 1. Tellen tot 20. 2. Getallen splitsen. Hoe kun je zelf het tellen controleren?

Checklist Rekenen Groep 3. 1. Tellen tot 20. 2. Getallen splitsen. Hoe kun je zelf het tellen controleren? Checklist Rekenen Groep 3 1. Tellen tot 20 Als kleuters, in groep 1 en groep 2, zijn de kinderen bezig met de zogenaamde voorbereidende rekenvaardigheid. Onderdelen hiervan zijn ordenen en seriatie. Dit

Nadere informatie

Cursus rekendidactiek. Bijeenkomst 6 26 februari 2013 monica wijers, vincent jonker Freudenthal Instituut

Cursus rekendidactiek. Bijeenkomst 6 26 februari 2013 monica wijers, vincent jonker Freudenthal Instituut Cursus rekendidactiek Bijeenkomst 6 26 februari 2013 monica wijers, vincent jonker Freudenthal Instituut Rekenen uit de krant Huiswerk Zwakke rekenaars Bekijk samenvatting van het protocol ERWD voor

Nadere informatie

Meten en Meetkunde 3. Doelgroep Meten en Meetkunde 3. Omschrijving Meten en Meetkunde 3

Meten en Meetkunde 3. Doelgroep Meten en Meetkunde 3. Omschrijving Meten en Meetkunde 3 Meten en Meetkunde 3 Meten en Meetkunde 3 besteedt aandacht aan het onderhouden en uitbreiden van de basisvaardigheden van het rekenen met maten, oppervlaktes en inhouden, coördinaten en assenstelsels,

Nadere informatie

Cursus rekendidactiek. Bijeenkomst 5 29 januari 2013 monica wijers, vincent jonker Freudenthal Instituut

Cursus rekendidactiek. Bijeenkomst 5 29 januari 2013 monica wijers, vincent jonker Freudenthal Instituut Cursus rekendidactiek Bijeenkomst 5 29 januari 2013 monica wijers, vincent jonker Freudenthal Instituut Rekenen uit de krant Een krappe 40 procent van de Nederlanders weet niet dat een glas sap evenveel

Nadere informatie

najaar 2010 Bijeenkomst steunpunt taalenrekenenvo Freudenthal Instituut

najaar 2010 Bijeenkomst steunpunt taalenrekenenvo Freudenthal Instituut najaar 2010 Bijeenkomst steunpunt taalenrekenenvo Freudenthal Instituut Waarom? de aanleiding Wie gaat wat doen? wiskunde of schoolbreed Rol van de docent Wat ga je inzetten? materialen, ook ict Doelgroepen,

Nadere informatie

Product Informatie Blad - Rekentoets

Product Informatie Blad - Rekentoets Product Informatie Blad - Rekentoets PIB240-2010-Rekentoets Context In opdracht van het Ministeriee van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de commissie Meijerink onderzoek gedaan naar wat leerlingen

Nadere informatie

REKENZWAK VMBO-MBO. Lonneke Boels - Christelijk Lyceum Delft Rekencoördinator, docent rekenen, technator RT-praktijk Alaka rekenen basisschool en pabo

REKENZWAK VMBO-MBO. Lonneke Boels - Christelijk Lyceum Delft Rekencoördinator, docent rekenen, technator RT-praktijk Alaka rekenen basisschool en pabo REKENZWAK VMBO-MBO Lonneke Boels - Christelijk Lyceum Delft Rekencoördinator, docent rekenen, technator RT-praktijk Alaka rekenen basisschool en pabo Oorzaken rekenproblemen En wat kun je eraan doen? Oorzaak

Nadere informatie

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Domein A: Inzicht en handelen Subdomein A1: Vaktaal wiskunde 1. vmbo passende vaktaal voor wiskunde herkennen en gebruiken voor het ordenen van het eigen denken

Nadere informatie

Domein A: Inzicht en handelen

Domein A: Inzicht en handelen Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Preambule Domein A is een overkoepeld domein dat altijd in combinatie met de andere domeinen wordt toegepast (of getoetst). In domein A wordt benoemd: Vaktaal: het

Nadere informatie

www.masterplandyscalculie.nl

www.masterplandyscalculie.nl In gesprek met... www.masterplandyscalculie.nl Gesprekken Deze waaier is voor zorgcoördinatoren, rekencoördinatoren en rekenspecialisten die gesprekken voeren met en over een student met ernstige rekenwiskunde-problemen.

Nadere informatie

Cursus Rekenspecialist. Amarantis derde bijeenkomst 22 mei 2012

Cursus Rekenspecialist. Amarantis derde bijeenkomst 22 mei 2012 Cursus Rekenspecialist Amarantis derde bijeenkomst 22 mei 2012 programma Vier middagen De kaders De rekendidactiek De praktijk Verdiepingsonderwerp en/of rekenbeleid TERUGBLIK Opbouw cijferen PROGRAMMA

Nadere informatie

MBO. Protocol ERWD3 - MBO. Programma. Uitgangspunten ERWD3 ERWD. Doelgroepen in MBO. ERWD3 - MBO 5 en 7 juni Mieke van Groenestijn, HU 1

MBO. Protocol ERWD3 - MBO. Programma. Uitgangspunten ERWD3 ERWD. Doelgroepen in MBO. ERWD3 - MBO 5 en 7 juni Mieke van Groenestijn, HU 1 3 - MBO 5 en 7 juni 2012 Programma 2 Protocol 3 - MBO MBO Mieke van Groenestijn Kenniscentrum Educatie Hogeschool Utrecht 3 Uitgangspunten 3 Opet 3-MBO: - deel 1: rekenbeleid (inclusief visie en stappenplan)

Nadere informatie

Bijlage Wiskunde vmbo

Bijlage Wiskunde vmbo Bijlage Wiskunde vmbo IJking Referentiekader Rekenen versus Examenprogramma's Victor Schmidt April 2010 Verantwoording 2010 Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede Alle rechten voorbehouden. Mits

Nadere informatie

Rekenen: ook in de andere vmbo vakken

Rekenen: ook in de andere vmbo vakken Rekenen: ook in de andere vmbo vakken verdiepingsconferenties Freudenthal Instituut Korte inhoud werkgroep Het onderhouden en uitbreiden van rekenvaardigheden is een belangrijk thema in klas 3 en 4 van

Nadere informatie

Zwakke rekenaars sterk maken. Bijeenkomst monica wijers, ceciel borghouts Freudenthal Instituut

Zwakke rekenaars sterk maken. Bijeenkomst monica wijers, ceciel borghouts Freudenthal Instituut Zwakke rekenaars sterk maken Bijeenkomst 1 26-01-2011 monica wijers, ceciel borghouts Freudenthal Instituut Programma vandaag Inleiding en voorstellen Rekenen in mbo (kort) Wat is een zwakke rekenaar?

Nadere informatie

Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE

Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE Verkorte versie van de SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F (VO en MBO, versie mei 2015) Aanpassing van product van CvTE 1. Inleiding Vanaf 1 oktober 2015 gelden nieuwe afspraken omtrent het rekenexamen 3F. De exameneisen

Nadere informatie

Reken uit en Leg uit Twee vaardigheden hand in hand

Reken uit en Leg uit Twee vaardigheden hand in hand Reken uit en Leg uit Twee vaardigheden hand in hand Presentatie Alledaags Rekenen Nieuwegein woensdag 21 november 2012 Giel Hanraets en Vincent Jonker deel 0 PROGRAMMA Programma 1. Korte schets van de

Nadere informatie

Rekenen in het MBO

Rekenen in het MBO Rekenen in het MBO 1 2 Wat komt aan de orde? Actuele ontwikkelingen Rekenen in het MBO waarom eigenlijk? Rekenen in het MBO belangrijke aandachtspunten Rekenen in het MBO actuele ontwikkelingen waarom

Nadere informatie

Rekenen in technische opleidingen. 17 mei 2011 Monica Wijers, Freudenthal Instituut m.wijers@uu.nl

Rekenen in technische opleidingen. 17 mei 2011 Monica Wijers, Freudenthal Instituut m.wijers@uu.nl Rekenen in technische opleidingen 17 mei 2011 Monica Wijers, Freudenthal Instituut m.wijers@uu.nl programma Kader(s) Rekenen in 2F en 3F Relatie beroepspraktijk Examinering Rekenmethodes Uw eigen vragen

Nadere informatie

Rekentoetswijzer 2F. Eindversie

Rekentoetswijzer 2F. Eindversie Rekentoetswijzer 2F Eindversie Voorwoord De rekentoetswijzer stelt docenten in staat zich een beeld te vormen van wat er in de rekentoetsen rekenen 2F voor het voortgezet onderwijs wel en niet gevraagd

Nadere informatie

Cursus voor Rekenondersteuners rekenen de 3 e slag. Bijeenkomst 3 28 februari 2012 Ceciel Borghouts & Monica Wijers Freudenthal Instituut

Cursus voor Rekenondersteuners rekenen de 3 e slag. Bijeenkomst 3 28 februari 2012 Ceciel Borghouts & Monica Wijers Freudenthal Instituut Cursus voor Rekenondersteuners rekenen de 3 e slag Bijeenkomst 3 28 februari 2012 Ceciel Borghouts & Monica Wijers Freudenthal Instituut deel 0 EVEN DE KRANT 1. Huiswerk Programma 16 februari doen

Nadere informatie

Rekenen in het MBO. 11 maart 2014

Rekenen in het MBO. 11 maart 2014 Rekenen in het MBO 11 maart 2014 Eén boek, vijf delen: Visie en organisatie (h 1 t/m 4) Rekenen (h 5 t/m 9) Afstemmen (h 10 t/m 13) Begeleiding (h 14 t/m 17) Onderzoek (h 18 en h 19) Kern: Goed rekenonderwijs

Nadere informatie

Rekenen in het VO. 9 december 2013

Rekenen in het VO. 9 december 2013 Rekenen in het VO 9 december 2013 Eén boek, vijf delen: Visie en organisatie (h 1 t/m 4) Rekenen (h 5 t/m 9) Afstemmen (h 10 t/m 13) Begeleiding (h 14 t/m 17) Onderzoek (h 18 en h 19) Kern: Goed rekenonderwijs

Nadere informatie

Overig nieuws Hulp ouders bij rekenen deel 3.

Overig nieuws Hulp ouders bij rekenen deel 3. Overig nieuws Hulp ouders bij rekenen deel 3. Het rekenonderwijs van tegenwoordig ziet er anders uit dan vroeger. Dat komt omdat er nieuwe inzichten zijn over hoe kinderen het beste leren. Vroeger lag

Nadere informatie

Rondom Rekenen VO/MBO. Op weg naar topdocenten rekenen mbo. Thema 1: De eigenheid van de mbo-student Een mbo-leerling heeft geen achterstand rekenen

Rondom Rekenen VO/MBO. Op weg naar topdocenten rekenen mbo. Thema 1: De eigenheid van de mbo-student Een mbo-leerling heeft geen achterstand rekenen Rondom Rekenen VO/MBO Op weg naar topdocenten rekenen mbo Thema 1: De eigenheid van de mbo-student Een mbo-leerling heeft geen achterstand rekenen + (inspireert me tot actie) * Dit wil ik bespreken! *

Nadere informatie

Meten en Meetkunde 3. Doelgroep Meten en Meetkunde 3. Omschrijving Meten en Meetkunde 3

Meten en Meetkunde 3. Doelgroep Meten en Meetkunde 3. Omschrijving Meten en Meetkunde 3 Meten en Meetkunde 3 Meten en Meetkunde 3 besteedt aandacht aan het onderhouden en uitbreiden van de basisvaardigheden van het rekenen met maten, oppervlaktes en inhouden, coördinaten en assenstelsels,

Nadere informatie

Referentieniveaus rekenen en de overgang van po naar vo. Probleemloos de brug over 16 november 2011 Monica Wijers

Referentieniveaus rekenen en de overgang van po naar vo. Probleemloos de brug over 16 november 2011 Monica Wijers Referentieniveaus rekenen en de overgang van po naar vo Probleemloos de brug over 16 november 2011 Monica Wijers Tafelweb Trek lijntjes tussen sommen die bij elkaar horen en leg uit wat ze met elkaar

Nadere informatie

handleiding handleiding Real Life Rekenen Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg - www.realliferekenen.nl * 27-06-2012 1

handleiding handleiding Real Life Rekenen Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg - www.realliferekenen.nl * 27-06-2012 1 handleiding handleiding Real Life Rekenen Uitgeverij Zwijsen B.V., Tilburg - www.realliferekenen.nl * 27-06-2012 1 Inleiding Real Life Rekenen zorgt ervoor dat de leerling optimaal wordt voorbereid op

Nadere informatie

Vervolgcursus Rekenen Vijfde bijeenkomst dinsdag 29 mei 2012 vincent jonker

Vervolgcursus Rekenen Vijfde bijeenkomst dinsdag 29 mei 2012 vincent jonker Vervolgcursus Rekenen Vijfde bijeenkomst dinsdag 29 mei 2012 vincent jonker Programma 1. Terugblik/Huiswerk 2. Domein Verbanden 3. Differentiatie 4. Nazorg Deel 1 HUISWERK Huiswerk - 1 Zoek een verband

Nadere informatie

basiscursus rekenen vierde bijeenkomst dinsdag 28 februari 2012 vincent jonker

basiscursus rekenen vierde bijeenkomst dinsdag 28 februari 2012 vincent jonker basiscursus rekenen vierde bijeenkomst dinsdag 28 februari 2012 vincent jonker Waar gaat deze grafiek over? Programma in vijf bijeenkomsten 1. Referentiekader rekenen domeinen, niveaus 2. Rekendidactiek,

Nadere informatie

Cursus Rekenspecialist. Amarantis vierde bijeenkomst 5 juni 2012

Cursus Rekenspecialist. Amarantis vierde bijeenkomst 5 juni 2012 Cursus Rekenspecialist Amarantis vierde bijeenkomst 5 juni 2012 Programma cursus Vier middagen De kaders De rekendidactiek De praktijk Verdiepingsonderwerpen naar keuze Programma vandaag Leerlijn breuken

Nadere informatie

Rekentoetswijzer 3F. Eindversie

Rekentoetswijzer 3F. Eindversie Rekentoetswijzer 3F Eindversie Voorwoord De rekentoetswijzer stelt docenten in staat zich een beeld te vormen van wat er in de rekentoetsen rekenen 3F voor het voortgezet onderwijs wel en niet gevraagd

Nadere informatie

www.masterplandyscalculie.nl

www.masterplandyscalculie.nl In gesprek met... www.masterplandyscalculie.nl Gesprekken Deze waaier is voor zorgcoördinatoren, rekencoördinatoren en rekenspecialisten die gesprekken voeren met en over een leerling met ernstige rekenwiskunde-problemen.

Nadere informatie

Cursus rekenen in de bbl tweede bijeenkomst woensdag 14 december 2011 vincent jonker

Cursus rekenen in de bbl tweede bijeenkomst woensdag 14 december 2011 vincent jonker Cursus rekenen in de bbl tweede bijeenkomst woensdag 14 december 2011 vincent jonker volkskrant, 14 december 2011 een kale 4 2/5 x 2 1/2 Hoe leg je het uit? Programma in drie bijeenkomsten 1. Referentiekader

Nadere informatie

KENMERKEN VAN EN KEUZES VOOR REKENBELEID. Martin van Reeuwijk 25 april 2013

KENMERKEN VAN EN KEUZES VOOR REKENBELEID. Martin van Reeuwijk 25 april 2013 KENMERKEN VAN EN KEUZES VOOR REKENBELEID Martin van Reeuwijk 25 april 2013 REKEN- (EN TAAL) BELEID IN PRAKTIJK Onderzoek rekenen in VO, 303 scholen Niveaus en rollen binnen de school Visie en kenmerken

Nadere informatie

Leerjaar 4: Doelenlijst Rekenen/Wiskunde voor leerroute A, B en C

Leerjaar 4: Doelenlijst Rekenen/Wiskunde voor leerroute A, B en C Leerjaar 4: Doelenlijst Rekenen/Wiskunde voor leerroute A, B en C Getallen, Verhoudingen, Meten en meetkunde, Verbanden GETALLEN Onderdeel 1 Optellen en aftrekken (inclusief getalverkenning en schatten)

Nadere informatie

basiscursus rekenen eerste bijeenkomst woensdag 3 oktober 2012 vincent jonker

basiscursus rekenen eerste bijeenkomst woensdag 3 oktober 2012 vincent jonker basiscursus rekenen eerste bijeenkomst woensdag 3 oktober 2012 vincent jonker great barrier reef in 27 jaar gehalveerd maak een grafiek van 1980 tot 2040 New York Wheel Programma in vijf bijeenkomsten

Nadere informatie

SERVICEDOCUMENT BIJ SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F VO EN MBO

SERVICEDOCUMENT BIJ SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F VO EN MBO SERVICEDOCUMENT BIJ SYLLABUS REKENEN 2F EN 3F VO EN MBO pagina 2 van 14 Inhoud 1 Nieuwe Syllabus rekenen, met ingang van 1 oktober 2015 5 2 Nieuw en anders: Verschillen oude rekentoetswijzers vo/ rekensyllabi

Nadere informatie

Rekentoetswijzer 2F, voortgezet onderwijs, veldraadpleging

Rekentoetswijzer 2F, voortgezet onderwijs, veldraadpleging Rekentoetswijzer 2F, voortgezet onderwijs, veldraadpleging maart 2011 Voorwoord De rekentoetswijzer en de bijbehorende voorbeeldtoets stellen docenten in staat zich een beeld te vormen van wat er in de

Nadere informatie

training rekenspecialist Amarantis Bijeenkomst 1, 10 april 2012 Monica Wijers Freudenthal Instituut

training rekenspecialist Amarantis Bijeenkomst 1, 10 april 2012 Monica Wijers Freudenthal Instituut training rekenspecialist Amarantis Bijeenkomst 1, 10 april 2012 Monica Wijers Freudenthal Instituut Rekenen als voorafje Rekenen sommen 1 Rekenen sommen 2 Welke weet u meteen? 12 x 12 412 + 99 Rekenen

Nadere informatie

Rekenen en gecijferdheid in het VMBO en MBO

Rekenen en gecijferdheid in het VMBO en MBO Rekenen en gecijferdheid in het VMBO en MBO Waarom, wat en hoe? 10 november 2011, Utrecht Beelden van rekenen Meer informatie: Kees Hoogland K.Hoogland@aps.nl Wat wil u uw deelnemers meegeven op het gebied

Nadere informatie

Train de trainer rekenactiverende didactiek. ROC Nijmegen Bijeenkomst 1 22 november 2017

Train de trainer rekenactiverende didactiek. ROC Nijmegen Bijeenkomst 1 22 november 2017 Train de trainer rekenactiverende didactiek ROC Nijmegen Bijeenkomst 1 22 november 2017 regeerakkoord We willen het rekenonderwijs versterken en verbeteren. In het kader van de curriculumherziening worden

Nadere informatie

Cursus Rekencoördinatoren

Cursus Rekencoördinatoren Cursus Rekencoördinatoren ROC Albeda College 24 november 2011 Bijeenkomst 3 Monica Wijers, Vincent Jonker, Freudenthal Instituut Een boek http://www.volgens-bartjens.nl/ DE KRANT Zie ook: Nieuwsrekenen.nl

Nadere informatie

Cursus Rekenspecialist. Amarantis tweede bijeenkomst 8 mei 2012 Monica Wijers

Cursus Rekenspecialist. Amarantis tweede bijeenkomst 8 mei 2012 Monica Wijers Cursus Rekenspecialist Amarantis tweede bijeenkomst 8 mei 2012 Monica Wijers Een rekenspelletje vooraf Canadees vermenigvuldigen De krant krant krant krant Doelen Kennismaking met huidige rekendidactiek

Nadere informatie

Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen

Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen Leerlijnen groep 8 Wereld in Getallen 1 2 3 4 REKENEN Boek 8a: Blok 1 - week 1 Oriëntatie - uitspreken en schrijven van getallen rond 1 miljoen - introductie miljard - helen uit een breuk halen 5/4 = -

Nadere informatie

Groep 7, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3

Groep 7, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3 Groep 7, blok 1, week 1 Passende Perspectieven, leerroute 3 LES 1 LES 2 LES 3 LES 4 LES 5 (tot 1000 en boven 1000 getallen herkennen, benoemen en noteren) (tot 1000) (1/10) (1/2 en 1/5) (10 cm = 0,10 m,

Nadere informatie

basiscursus rekenen eerste bijeenkomst donderdag 12 januari 2012 vincent jonker

basiscursus rekenen eerste bijeenkomst donderdag 12 januari 2012 vincent jonker basiscursus rekenen eerste bijeenkomst donderdag 12 januari 2012 vincent jonker uit de krant VN voorspellen 10,1 miljard mensen in 2100 Messi faillissementen Programma in vijf bijeenkomsten 1. Referentiekader

Nadere informatie

Rekenen van groep 8 naar de brugklas. Herfst, 2012 Bert Claessens (HAN)

Rekenen van groep 8 naar de brugklas. Herfst, 2012 Bert Claessens (HAN) Rekenen van groep 8 naar de brugklas Herfst, 2012 Bert Claessens (HAN) Inhoud Wat vertellen leerkrachten en leraren ons? Wat vertellen de resultaten van leerlingen ons? Wat vertellen de leerlingen ons?

Nadere informatie

INSIGHT Rekentoets. Spoorboekje. Tijd voor rekenen!

INSIGHT Rekentoets. Spoorboekje. Tijd voor rekenen! INSIGHT Rekentoets Spoorboekje Tijd voor rekenen! Colofon Titel: Subtitel: Uitgave door: Adres: Insight Rekentoets Spoorboekje AMN b.v. Arnhem Oude Oeverstraat 120 6811 Arnhem Tel. 026-3557333 info@amn.nl

Nadere informatie

Uit De Ophaalbrug, werkmateriaal bij de overstap basisonderwijs voortgezet onderwijs, sept. 2003

Uit De Ophaalbrug, werkmateriaal bij de overstap basisonderwijs voortgezet onderwijs, sept. 2003 Uit De Ophaalbrug, werkmateriaal bij de overstap basisonderwijs voortgezet onderwijs, sept. 2003 REKENEN-WISKUNDE VERSLAG Samenstelling De BOVO-kwaliteitsgroep rekenen-wiskunde bestond uit: Sira Kamermans,

Nadere informatie

toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011

toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011 TAAL EN REKENEN VAN BELANG toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011 INHOUD Inleiding... 5 Hoofdstuk 1 Resultaten VMBO in de regio Den Haag... 7 1.1 Totaal overzicht van de afgenomen

Nadere informatie

Leerjaar 3: Doelenlijst Rekenen/Wiskunde voor leerroute A, B en C

Leerjaar 3: Doelenlijst Rekenen/Wiskunde voor leerroute A, B en C Leerjaar 3: Doelenlijst Rekenen/Wiskunde voor leerroute A, B en C Getallen, Verhoudingen, Meten en meetkunde, Verbanden GETALLEN Onderdeel 1 Optellen en aftrekken (inclusief getalverkenning en schatten)

Nadere informatie

Cursus Rekenspecialist. Amarantis tweede bijeenkomst 18 januari 2011

Cursus Rekenspecialist. Amarantis tweede bijeenkomst 18 januari 2011 Cursus Rekenspecialist Amarantis tweede bijeenkomst 18 januari 2011 Doelen Kennismaking met huidige rekendidactiek in het basisonderwijs Niveaus van oplossen en rol van modellen Kolomsgewijs rekenen en

Nadere informatie

Cursus Rekenspecialist. Amarantis derde bijeenkomst 1 november 2011

Cursus Rekenspecialist. Amarantis derde bijeenkomst 1 november 2011 Cursus Rekenspecialist Amarantis derde bijeenkomst 1 november 2011 hoe-groot-is-google-infographic programma Vier middagen De kaders De rekendidactiek De praktijk Verdiepingsonderwerp en/of rekenbeleid

Nadere informatie

Nieuwe generatie rekenmethodes vergeleken

Nieuwe generatie rekenmethodes vergeleken Nieuwe generatie rekenmethodes vergeleken Ruud Janssen Alles telt (2e editie - ThiemeMeulenhoff) De methode biedt een doorgaande lijn vanuit de kleuterbouw. De leerlijnen zijn digitaal beschikbaar. Het

Nadere informatie

Dr. Mieke van Groenestijn 1

Dr. Mieke van Groenestijn 1 ; Conferentie Steunpunt Protocol vo Protocol - VO Mieke van Groenestijn emeritus Lector Gecijferdheid, Hogeschool Utrecht projectleider Conferentie Steunpunt T&R,9 december 2013 Rekenen in vo Probleemoplossend

Nadere informatie

REKENTOETS VWO INFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V

REKENTOETS VWO INFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V REKENTOETS VWO INFORMATIE STAATSEXAMEN 2018 V17.05.1 De informatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de staatsexamens

Nadere informatie

Rekenen: vroeger en nu! Karin Lukassen Suzanne Sjoers

Rekenen: vroeger en nu! Karin Lukassen Suzanne Sjoers Rekenen: vroeger en nu! Karin Lukassen Suzanne Sjoers Rekenen: vroeger en nu! Colofon Titel Rekenen: vroeger en nu! Auteurs Karin Lukassen, Suzanne Sjoers Vormgeving APS, Marije Koopmans Foto s Shutterstock

Nadere informatie

Cursus rekendidactiek. bijeenkomst 1 23 oktober 2012 monica wijers, vincent jonker Freudenthal Instituut

Cursus rekendidactiek. bijeenkomst 1 23 oktober 2012 monica wijers, vincent jonker Freudenthal Instituut Cursus rekendidactiek bijeenkomst 1 23 oktober 2012 monica wijers, vincent jonker Freudenthal Instituut deel 0 Vooraf - voorstellen deel 1 cursus rekenen: opbouw en deelnemers Cursusbijeenkomsten 23 oktober

Nadere informatie

Opleiding docent rekenen MBO. 18 april 2016 Achtste bijeenkomst

Opleiding docent rekenen MBO. 18 april 2016 Achtste bijeenkomst Opleiding docent rekenen MBO 18 april 2016 Achtste bijeenkomst Inhoud 1. Stand van Zaken 2. Verbanden 3. Differentiatie en motivatie VERBANDEN http://www.meertens.knaw.nl/nvb/ Verbanden Leerlijnen

Nadere informatie

Train de trainer rekenactiverende didactiek. ROC Nijmegen Bijeenkomst 2 13 december 2017

Train de trainer rekenactiverende didactiek. ROC Nijmegen Bijeenkomst 2 13 december 2017 Train de trainer rekenactiverende didactiek ROC Nijmegen Bijeenkomst 2 13 december 2017 programma Begin van een aanpak (voorstel) Rondje ervaringen Verder met maken plan van aanpak Volgende stap(pen)

Nadere informatie

Achtergronden, activiteiten en ideeën bij de X-posters rekenen Karin Lukassen Jenneken van der Mark Suzanne Sjoers

Achtergronden, activiteiten en ideeën bij de X-posters rekenen Karin Lukassen Jenneken van der Mark Suzanne Sjoers Achtergronden, activiteiten en ideeën bij de X-posters rekenen Karin Lukassen Jenneken van der Mark Suzanne Sjoers 1 Inhoud Inleiding 1. De X-posters als oriëntatie op het X-niveau 2. De X-posters om het

Nadere informatie

Tekst lezen en vragen stellen

Tekst lezen en vragen stellen 1. Lees de uitleg. Tekst lezen en vragen stellen Als je een tekst leest, kunnen er allerlei vragen bij je opkomen. Bijvoorbeeld: Welke leerwegen zijn er binnen het vmbo? Waarom moet je kritisch zijn bij

Nadere informatie

Rekenen in Zorg en Welzijn 7 juni 2012. Monica Wijers en Mieke Abels Freudenthal Instituut, Universiteit Utrecht

Rekenen in Zorg en Welzijn 7 juni 2012. Monica Wijers en Mieke Abels Freudenthal Instituut, Universiteit Utrecht Rekenen in Zorg en Welzijn 7 juni 2012 Monica Wijers en Mieke Abels Freudenthal Instituut, Universiteit Utrecht Uit de krant Centrale vragen Hoe bereid je de Z&W leerlingen voor op de rekentoets? welke

Nadere informatie

Differentiatie en motivatie in de rekenles

Differentiatie en motivatie in de rekenles Starter Ieder heeft een kaartje (hetzij breuk/hetzij kommagetal) Eerste doel: drie rijen: 1x breuken en 2x kommagetallen op volgorde. Eerste stap: Zoek je beide buren Tweede stap: Ga op volgorde van klein

Nadere informatie

inhoud Dyscalculie Rekenproblemen Presentatie_gebruikersdag_najaar2013 1 Onderhoudsproblemen

inhoud Dyscalculie Rekenproblemen Presentatie_gebruikersdag_najaar2013 1 Onderhoudsproblemen inhoud Rekenblokken voor de zwakke rekenaar Over wie hebben we het? Welke problemen zijn er zoal? Wat is er aan te doen? Rekenproblemen Dyscalculie Onderhoudsproblemen Beschikbaarheidsproblemen Ernstige

Nadere informatie

Rekenen, een vak apart?! profijtconferentie 5 april 2011 Monica Wijers, Freudenthal Instituut

Rekenen, een vak apart?! profijtconferentie 5 april 2011 Monica Wijers, Freudenthal Instituut Rekenen, een vak apart?! profijtconferentie 5 april 2011 Monica Wijers, Freudenthal Instituut Tafelweb Trek lijntjes tussen sommen die bij elkaar horen en leg uit wat ze met elkaar te maken hebben. Bereken

Nadere informatie

Beste Rekenidee MBO DEEL 2. Woord vooraf

Beste Rekenidee MBO DEEL 2. Woord vooraf Woord vooraf De school heeft als ambitie om een goede vakopleiding voor de infra te zijn. Het is een mbo-school die jongeren op niveau 2, 3 of 4 voorbereid op een mooi beroep in de infra: van straatmaker

Nadere informatie

basiscursus rekenen derde bijeenkomst Woensdag 19 november 2014 vincent jonker, monica wijers

basiscursus rekenen derde bijeenkomst Woensdag 19 november 2014 vincent jonker, monica wijers basiscursus rekenen derde bijeenkomst Woensdag 19 november 2014 vincent jonker, monica wijers Programma in vijf bijeenkomsten 1. Referentiekader rekenen domeinen, niveaus 2. Rekendidactiek, basisschool

Nadere informatie

Informatie over rekenen. Hulp ouders bij rekenen deel 4.

Informatie over rekenen. Hulp ouders bij rekenen deel 4. Informatie over rekenen. Hulp ouders bij rekenen deel 4. Kinderen ontwikkelen zich verschillend en in een verschillend tempo. Soms hebben kinderen op de basisschool moeite met een vak als rekenen/wiskunde,

Nadere informatie

Rekenen bij Moderne Wiskunde

Rekenen bij Moderne Wiskunde Moderne Wiskunde Rekenen: een volledig doorlopende leerlijn rekenen voor alle leerjaren en alle niveaus! Rekenen bij Moderne Wiskunde 1 Verplichte rekentoets Vanaf schooljaar 2013/2014 Voor alle leerlingen

Nadere informatie

Rekenbewust vakonderwijs. Vakoverstijgend rekenonderwijs

Rekenbewust vakonderwijs. Vakoverstijgend rekenonderwijs Rekenbewust vakonderwijs Vakoverstijgend rekenonderwijs 27 November 2018 Kees Hooyman, Martin van Reeuwijk, Vincent Jonker EVEN EEN BERICHT UIT HET NIEUWS Volkskrant 27 november 2018 0 PROGRAMMA Programma

Nadere informatie

Product Informatie Blad - Taaltoets

Product Informatie Blad - Taaltoets Product Informatie Blad - Taaltoets PIB150-2010-Taaltoets Context In opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) heeft de Commissie Meijerink onderzoek gedaan naar wat leerlingen

Nadere informatie

Rekenen in het mbo (en vmbo) Monica Wijers en Vincent Jonker 19 januari 2011

Rekenen in het mbo (en vmbo) Monica Wijers en Vincent Jonker 19 januari 2011 Rekenen in het mbo (en vmbo) Monica Wijers en Vincent Jonker 19 januari 2011 Rekenen in het mbo (en vmbo) 1. Referen?ekader rekenen 2. Hoe ver is men in mbo? 3. Hoe ver is men in vmbo? 4. Drieslag func?oneel

Nadere informatie

Programma. Geschiedenis Uitgangspunten IJsberg- denken

Programma. Geschiedenis Uitgangspunten IJsberg- denken Programma Inleiding Geschiedenis Uitgangspunten IJsberg- denken De rekenkaarten De opzoekkaarten RTAmersfoort Opzoekkaarten en het drieslagmodel Oefenen met de transfer Het rekendossier Rollenspel De rekenschouw

Nadere informatie

Zwakke rekenaar in het MBO

Zwakke rekenaar in het MBO Welkom Zwakke rekenaar in het MBO Ceciel Borghouts info@borghoutsrekenadvies.nl Kennismaking Agenda Over welke studenten hebben we het? Een indruk. Vooraf: Handelingsmodel Problemen in kaart m.b.v. drieslagmodel

Nadere informatie

REKENMODULE INHOUD. Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen

REKENMODULE INHOUD. Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen REKENMODULE INHOUD Rekenen voor vmbo-groen en mbo-groen Colofon RekenGroen. Rekenen voor vmbo- groen en mbo- groen Extra Rekenmodule Inhoud Leerlingtekst Versie 1.0. November 2012 Auteurs: Mieke Abels,

Nadere informatie

training rekenspecialist Amarantis Bijeenkomst 1, 22-03-2011 Dédé de Haan Freudenthal Instituut

training rekenspecialist Amarantis Bijeenkomst 1, 22-03-2011 Dédé de Haan Freudenthal Instituut training rekenspecialist Amarantis Bijeenkomst 1, 22-03-2011 Dédé de Haan Freudenthal Instituut Rekenen sommen 1 Rekenen sommen 2! Welke weet u meteen? 12 x 12 412 + 99 Rekenen uit het hoofd Rekenen met

Nadere informatie

ERWD. Rekenpiloot 16 december 2011 Freudenthal Instituut

ERWD. Rekenpiloot 16 december 2011 Freudenthal Instituut ERWD Rekenpiloot 16 december 2011 Freudenthal Instituut Leidende vragen Wat houdt ERWD in en hoe herken je het? Protocol ERWD Wat kun je zelf doen in de rekenles? Welke hulmiddelen zijn er in de rekenles?

Nadere informatie

Rekenvaardigheden toetsen in een mbo koksopleiding

Rekenvaardigheden toetsen in een mbo koksopleiding Rekenvaardigheden toetsen in een mbo koksopleiding Mark Hoogenboezem, ROC Midden Nederland (met aanvullingen vanuit de docenten opleiding rekenen mbo: Vincent Jonker, Fokke Munk, Rinske Stelwagen, Monica

Nadere informatie

Zwakke rekenaar in het MBO

Zwakke rekenaar in het MBO Welkom Zwakke rekenaar in het MBO 23 januari 2014 Ceciel Borghouts info@borghoutsrekenadvies.nl Kennismaking Agenda Over welke studenten hebben we het? Een indruk. Problemen in kaart m.b.v. twee observatiemodellen

Nadere informatie

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip).

Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Getallen 1 Getallen 1 is een computerprogramma voor het aanleren van de basis rekenvaardigheden (getalbegrip). Doelgroep Rekenen en Wiskunde Getallen 1 Getallen 1 is geschikt voor groep 7 en 8 van de basisschool

Nadere informatie

Scoreblad bewis 01. naam cursist: naam afnemer: werkpunt. niet goed. tellen. getalbegrip. algemeen 01 04. bewerking en. optellen en.

Scoreblad bewis 01. naam cursist: naam afnemer: werkpunt. niet goed. tellen. getalbegrip. algemeen 01 04. bewerking en. optellen en. Scoreblad bewis naam cursist: datum: naam afnemer: inhoud vraag opmerkingen OK werkpunt niet goed tellen eieren tellen in dozen van 10 getallen verder aanvullen in kralenketting getalbegrip getallen ertussen

Nadere informatie

vormgeven van rekenen in het VO

vormgeven van rekenen in het VO vormgeven van rekenen in het VO Martin van Reeuwijk,, Susanne Spiele, Madeleine Vliegenthart, Peter van Wijk Allen werkzaam bij APS, versie 21 Februari 2013 vooraf Dit is een voorpublicatie, en zal als

Nadere informatie

Protocol Ernstige RekenWiskunde- problemen en Dyscalculie Elde College (in het VO wordt meestal alleen gesproken over rekenen). Esumrt.

Protocol Ernstige RekenWiskunde- problemen en Dyscalculie Elde College (in het VO wordt meestal alleen gesproken over rekenen). Esumrt. Protocol Ernstige RekenWiskunde- problemen en Dyscalculie Elde College (in het VO wordt meestal alleen gesproken over rekenen). Esumrt.2014 Inleiding Rekenen moet, ook in het VO, een aparte plek krijgen.

Nadere informatie

REKENTOETS HAVO INFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V

REKENTOETS HAVO INFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V REKENTOETS HAVO INFORMATIE STAATSEXAMEN 2017 V16.12.1 De informatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de staatsexamens

Nadere informatie

REKENTOETSWIJZER 3F 2015 REKENTOETS VO 2015

REKENTOETSWIJZER 3F 2015 REKENTOETS VO 2015 REKENTOETSWIJZER 3F 2015 REKENTOETS VO 2015 pagina 2 van 16 Inhoud Voorwoord 5 Vooraf 6 1 Inleiding 7 1.1 Wat is een rekentoetswijzer? 7 1.2 De rekentoets 3F 7 1.3 Uitgangspunten bij de constructie van

Nadere informatie

Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl )

Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl ) Tussendoelen Rekenen en wiskunde Rekenen en wiskunde ( bb kb gl/tl ) vmbo = Basis Inzicht en handelen Vaktaal wiskunde Vaktaal wiskunde gebruiken voor het ordenen van het eigen denken en voor uitleg aan

Nadere informatie

Zwakke rekenaar in het MBO

Zwakke rekenaar in het MBO Welkom Zwakke rekenaar in het MBO 10 december 2014 Monica Wijers Ceciel Borghouts info@borghoutsrekenadvies.nl Programma Intro wie was op conferentie? Over welke studenten hebben we het? Een indruk. Vooraf:

Nadere informatie

Opleiding docent rekenen MBO. 23 november 2018 vierde bijeenkomst Groep Nova 5

Opleiding docent rekenen MBO. 23 november 2018 vierde bijeenkomst Groep Nova 5 Opleiding docent rekenen MBO 23 november 2018 vierde bijeenkomst Groep Nova 5 Inhoud 1. Introductie 2. Meten 3. Tijd 4. Lunch 5. Verbanden 6. Onderzoek 7. Huiswerk en afsluiting Meten 5 referentiematen

Nadere informatie

GETALLEN Onderdeel: Getalbegrip Doel: Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen hebben.

GETALLEN Onderdeel: Getalbegrip Doel: Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen hebben. Leerroute 3 Jaargroep: 8 GETALLEN Onderdeel: Getalbegrip Doel: Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen hebben. Je bewust zijn dat getallen verschillende betekenissen kunnen hebben. (hoeveelheidsgetal,

Nadere informatie