Verslag Klankbordgroep NvU/Rood (Wonen, niet agrarische Bedrijven, Energie, Verkeer)

Transcriptie

1 Verslag Klankbordgroep NvU/Rood (Wonen, niet agrarische Bedrijven, Energie, Verkeer) Datum : woensdag 21 september 2011, uur Locatie : gemeentehuis (raadzaal) Aanwezig : Luutzen van der Weij (Vereniging Kleine Dorpen) Bert Lankman (namens dorpsbewoners) Gerard Ziel (namens agrariërs) Jan van den Akker (eigenaar loonbedrijf) Frank Scheenstra (Commerciële Club Weststellingwerf) Rolf van der Mark (Duurzaam Weststellingwerf) Albert Bijlsma (Veilig Verkeer Nederland, afd. Weststellingwerf) Jan Driesse, Afke Kester, Ton Mulder, Antje van Dijk, Geppie Jorritsma, Gertrud van Leeuwen, Sippe Bron (Raadsleden en steunfractieleden) Cor Trompetter (wethouder) Renske Keijzer (Buro Vijn) Sietze van Hemmen Ronald Hekman, Jan Kracht, Oscar Verbree, Sito Spijksma, Monique Annotee (leden projectgroep) Afwezig : met kennisgeving: Udo Winters (namens dorpsbewoners), Janita ten Berge-Kolk (namens agrariërs) 1. Opening Wethouder Cor Trompetter heet iedereen welkom en informeert de aanwezigen over het doel van de vergadering. 2. Inleiding en context Sietze van Hemmen geeft in een korte inleiding aan wat de context is van de NvU/Rood. Het uiteindelijke doel van het totale project is om een nieuw bestemmingsplan te maken voor het buitengebied. De gemeente stelt ter voorbereiding van dit nieuwe bestemmingsplan beleid op voor de belangrijkste thema s die een rol spelen in het buitengebied. Het beleid is de basis voor de herziening van het bestemmingsplan buitengebied en wordt de Nota van Uitgangspunten genoemd. De Nota van Uitgangspunten bestaat uit vier deelnota s. De eerste deelnota is in september 2010 door de gemeenteraad vastgesteld. De tweede deelnota (over het thema Functieverandering en -verbreding in de agrarische sector) heeft net ter inzage gelegen. Vanavond wordt het concept van de vierde deelnota behandeld. Het doel van deze vergadering is om het concept beleid voor de rode functies in het buitengebied te bespreken met de Klankbordgroep en om te polsen wat de mening is van de Klankbordgroep over dit thema. Na de eerste vergadering met de Klankbordgroep heeft de gemeente samen met Buro Vijn gewerkt aan de CONCEPT NvU/Rood. De raadsleden zijn ook uitgenodigd bij deze tweede vergadering van de Klankbordgroep als toehoorder. Van Hemmen geeft de planning aan van de NvU/Rood. De Klankbordgroep is uitgenodigd om de werkvergadering met de gemeenteraad op 14 december 2011 bij te wonen. Na deze werkvergadering zal het beleid officieel in procedure worden gebracht.

2 3. Presentatie CONCEPT Nota van Uitgangspunten/Rood Renske Keijzer van Buro Vijn presenteert de inhoud van het conceptbeleid dat door de projectgroep is opgesteld na de eerste vergadering met de Klankbordgroep. Ze geeft aan dat er tijdens de presentatie vragen kunnen worden gesteld en opmerkingen kunnen worden gemaakt. De rode functies die aan bod komen in de NvU/Rood zijn: wonen, niet agrarische bedrijvigheid, detailhandel, horeca, verkeer en energie. Keijzer geeft aan dat de dynamiek op het platteland groot is en dat de scheiding tussen stad en platteland in Nederland aan het vervagen is. Toch is er een duidelijk onderscheid tussen de kernen en het buitengebied in de gemeente Weststellingwerf. De gemeente vindt het belangrijk dat er ruimte wordt geboden voor meer diversiteit en levendigheid zodat het buitengebied vitaal en dynamisch kan blijven. Het beleid dat wordt opgesteld als basis voor het nieuwe bestemmingsplan heeft betrekking op de algemene ontwikkelingen in het buitengebied. Voor unieke ontwikkelingen geldt dat er sprake is van maatwerk. Thema Wonen: Keijzer geeft aan dat de gemeente voor wat betreft het wonen de bestaande situatie als uitgangspunt neemt. Het wonen in het buitengebied bestaat uit drie categorieën: burgerwoningen, koloniehuizen en voormalige agrarische bedrijven. Het conceptbeleid geeft aan dat burgerwoningen een maximale oppervlakte hebben van 150 m 2 (tenzij de bestaande bebouwing groter is). Koloniehuizen kunnen ook uitbreiden tot 150 m 2, maar hier geldt een aantal voorwaarden die met name gericht is op behoud van beeldkwaliteit en het huidige karakter van deze woningen. Dit betekent een verruiming ten opzichte van het huidige bestemmingsplan. Er wordt onderscheid gemaakt tussen hoofd- en bijgebouw. Bijgebouwen moeten ondergeschikt zijn aan het hoofdgebouw en hebben een maximale oppervlakte van 150 m 2. De bijgebouwen zijn individueel kleiner dan het hoofdgebouw. De maximale hoogte is 5,5 meter (dit komt overeen met de maximale hoogte die geldt voor bijgebouwen in de dorpen en kernen van Weststellingwerf). Nieuwe woningen zijn niet mogelijk in het buitengebied. Woningbouw is mogelijk in de twee hoofdkernen (Wolvega en Noordwolde) met het hoofdaccent op Wolvega. Het bestaande beleid ten aanzien van nieuwbouw in de bebouwde kommen van de andere dorpen wordt niet gewijzigd. In vrijkomende agrarische bebouwing zijn nieuwe woningen wel mogelijk. Het beleid hiervoor is te vinden in de Nota van Uitgangspunten/Functieverandering en -verbreding. In de eerste vergadering van de klankbordgroep is gesproken over uitzonderingen. De klankbordgroep heeft aangegeven dat ter compensatie van sloop van bebouwing woningbouw mogelijk moet worden gemaakt. Ook gaf de klankbordgroep aan dat er een woning mag worden gebouwd op een locatie waar in het verleden ook een woning was gesitueerd. Ook een gat in een bebouwingslint in het buitengebied mag volgens de klankbordgroep worden bebouwd. Het nieuwe beleid gaat hier niet op in. Als er een aanvraag wordt ingediend voor een dergelijk geval, zal per geval maatwerk worden geleverd en worden bepaald of het gaat om een gewenste uitzondering op de regel. Van der Mark: Vindt het jammer dat de bouwmogelijkheden bij koloniehuizen zo ruim zijn gesteld. Hij vreest dat deze mogelijkheid tot gevolg zal hebben dat het karakteristieke van deze huizen verdwijnt in de loop van de tijd. Keijzer: De gemeente is van plan om criteria voor beeldkwaliteit te maken voor dit type woningen. Het is mogelijk deze woningen te verruimen, waarbij de karakteristieke eigenschappen niet verdwijnen. Hier zijn voorbeelden van. Door (onder randvoorwaarden) uitbreiding toe te staan, zullen de woningen bewoonbaar blijven. Van der Mark: De gemeente kan ook als beleid aangeven dat deze huizen behouden moeten blijven. Trompetter: Als er geen uitbreidingsmogelijkheden zijn voor de koloniehuizen kan de gemeente veel bezwaren verwachten. De gemeente wil de woningen ook graag behouden, maar wil de eigenaren ook de mogelijkheid bieden om woonkwaliteit te bewerkstelligen.

3 Hekman: Er kan vergunningvrij gebouwd worden bij woningen die niet zijn aangewezen als monument. Scheenstra: De maximale hoogte voor bijgebouwen (5,5 meter) is moeilijk te realiseren. Veel bijgebouwen in het buitengebied zijn hoger dan 5,5 meter. Keijzer: Deze maximale hoogte zal gelden voor nieuwe bijgebouwen. Bestaande bijgebouwen die hoger zijn kunnen uiteraard gewoon blijven staan. Lankman: Het beleid ten aanzien van woningbouw binnen de rode contouren is nieuw voor mij. Scheenstra: Het komt erop neer dat de woningbouwmogelijkheden alleen maar kunnen worden benut door mensen die veel te besteden hebben. Er zijn geen mogelijkheden voor jonge gezinnen in de dorpen. Keijzer: Dit beleid over woningbouw binnen de rode contouren valt niet in het buitengebied. Het is bestaand beleid van de gemeente. Er zijn geen rode contouren in het buitengebied. Thema niet agrarische Bedrijvigheid De gemeente maakt onderscheid tussen agrarisch gebonden bedrijvigheid en niet-agrarisch gebonden bedrijvigheid. Bij agrarisch gebonden bedrijvigheid gaat het om dienstverlenende bedrijven (bijvoorbeeld loonbedrijven), aanverwante bedrijven (bijvoorbeeld paardenhouderijen) en maneges. Bij niet-agrarisch gebonden bedrijvigheid gaat het om activiteiten die niet gebonden zijn aan de agrarische sector en betreft het meestal kleinschalige dienstverlenende bestaande bedrijfsmatige activiteiten. Niet-agrarisch gebonden bedrijvigheid is alleen in vrijkomende agrarische bebouwing mogelijk (het beleid hiervoor is te vinden in de Nota van Uitgangspunten/Functieverandering en verbreding). Er moet rekening worden gehouden met randvoorwaarden op het gebied van verkeer, milieu en oppervlakte. Het conceptbeleid geeft aan dat een beroeps- of bedrijfsactiviteit bij woningen mag worden uitgeoefend. Het voorstel is om de regeling die geldt voor de (bestemmingsplannen van de) dorpen ook toe te passen in het nieuwe bestemmingsplan buitengebied. De definitie hiervan is: Een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is. Van der Weij: Vindt het belangrijk dat er ruimte blijft bestaan voor bedrijvigheid in bestaande gebouwen in het buitengebied. Hij noemt de tandartsenpraktijk t Olde Wold aan de Heerenveenseweg als voorbeeld. Keijzer: Het genoemde voorbeeld is een typisch geval van maatwerk. De locatie maakt in dit geval een dergelijk bedrijf wel mogelijk. Dit is heel specifiek en kan niet in algemene regels worden opgenomen in het bestemmingsplan. Van der Mark: Dergelijk ontwikkelingen zijn inderdaad niet generiek te regelen. Als de gemeente bereid is dergelijke uitzonderingen door middel van maatwerk mogelijk te maken, is dit afdoende. Thema Detailhandel en Horeca Het conceptbeleid geeft aan dat detailhandel in de kernen thuishoort in verband met de relatief grote verkeersaantrekkende werking. Uitzondering hierop is de productiegebonden detailhandel bij agrarische bedrijven (zie Nota van Uitgangspunten/Functieverandering en verbreding). Ook voor de horeca geldt dat dit thuis hoort in de kernen vanwege de verkeersaantrekkende werking. Zachte horeca is mogelijk via een wijzigingsbevoegdheid. Het gaat hierbij om logiesverstrekkende horeca en restauratieve horecabedrijven met beperkte openingstijden. Vanuit de klankbordgroep zijn er geen vragen of opmerkingen op dit thema van het conceptbeleid.

4 Thema Verkeer en infrastructuur De gemeente heeft als randvoorwaarde in het conceptbeleid aangegeven dat verkeersoverlast moet worden voorkomen bij nieuwe ontwikkelingen in het buitengebied. Nieuwe ontwikkelingen worden daarom hierop getoetst. Het is mogelijk dat de gemeente zal bepalen dat de ontwikkeling zich moet aanpassen aan de verkeerssituatie of dat de verkeerssituatie moet worden aangepast aan de ontwikkeling. Vanuit de klankbordgroep zijn er geen vragen of opmerkingen op dit thema van het conceptbeleid. Thema Energie In het conceptbeleid is aangegeven dat grootschalige energieontwikkelingen (zoals windmolens en velden met zonnepanelen) in het buitengebied van Weststellingwerf niet worden toegestaan. De gemeenteraad heeft in 2008 in meerderheid uitgesproken dat energieopwekking met windmolens niet gewenst is. De provincie staat alleen windmolens toe in aangewezen zoekgebieden. Er zijn geen dergelijke zoekgebieden in Weststellingwerf. De daken van de agrarische bebouwing zijn geschikt voor het opwekken van zonne-energie door het plaatsen van zonnepanelen. Het wel of niet toestaan van zonnepanelen op daken wordt niet geregeld met het bestemmingsplan. De welstandnota is wel een toetsingskader hiervoor. Als het gaat om het aanleggen van velden met zonnepanelen is het bestemmingsplan wel het toetsingskader. Het aanleggen van dergelijke velden is ongewenst volgens het conceptbeleid. Energieproductie uit biomassa (bijvoorbeeld mestvergisting en mestraffinage) is mogelijk als het gaat om een nevenactiviteit op bedrijfsniveau en moet plaatsvinden binnen het agrarisch bouwvlak. Grootschalige toepassingen moeten op een industrieterrein plaatsvinden. De gemeente staat positief tegenover proefboringen naar aardgas, maar vindt dat dit niet bij recht mogelijk moet zijn in het nieuwe bestemmingsplan. Omdat het gaat om maatwerk worden proefboringen alleen mogelijk via een planherziening. Van der Mark en Van den Akker: Tijdens de eerste vergadering van deze klankbordgroep is aangegeven dat er gebieden moeten worden aangewezen in de gemeente waar windmolens mogelijk zijn. Dit is niet terug te vinden in het conceptbeleid. Als het provinciaal beleid wijzigt op dit terrein moet het mogelijk zijn om windmolenlocaties in deze gemeente te realiseren. De deur wordt met dit concept beleid voor windmolens dichtgegooid. Keijzer: Het provinciale beleid is op dit punt heel duidelijk. Het is op dit moment niet mogelijk om in Weststellingwerf gebieden aan te wijzen. In het conceptbeleid is aangegeven dat: Eventuele wijziging van dat beleid vraagt dan voor Weststellingwerf in ieder geval een nadere analyse en daarmee een aparte planologische procedure. Als het beleid van de provincie wijzigt, zal de gemeente Weststellingwerf zich dus weer beraden volgens het conceptbeleid. Van der Mark: Is de provincie ook zo duidelijk over het wel of niet toestaan van velden van zonnepanelen? Keijzer: Op dat punt is de provincie minder stellig. Op het moment dat er een aanvraag hiervoor wordt ingediend bij de gemeente zal er zorgvuldig naar worden gekeken en moet de gemeente maatwerk leveren. De projectgroep zal dit punt bespreken en kijken of dit thema anders geformuleerd moet worden in het beleid. Van der Mark en Van den Akker: Zijn van mening dat het nu voorliggende conceptbeleid een nee is tegen duurzame energie in Weststellingwerf. Ziel: De klankbordgroep is een afspiegeling van de bevolking. De klankbordgroep heeft duidelijk aangegeven dat wat hen betreft serieus onderzoek moet worden gedaan naar mogelijkheden voor windenergie in Weststellingwerf. Spreekt zijn verbazing uit over de inhoud van het conceptbeleid over windenergie.

5 Keijzer en Van Hemmen: In de memo met informatie over de klankbordgroep is aangegeven dat het college en de gemeenteraad verantwoordelijk zijn en blijven voor de inhoud van het beleid. De rol van de klankbordgroep is consulterend: het leveren van kennis en informatie en het toetsen van de (tussen)producten. De klankbordgroep heeft geen officiële status eb heeft geen eigen bevoegdheden. Het staat de leden van de klankbordgroep geheel vrij om tijdens de uiteindelijke terinzagelegging van het ontwerpbeleid ook inspraakreacties in te dienen als ze niet eens zijn met de inhoud. Van der Mark: Wat is de stand van zaken van de 380 kv hoogspanningsverbinding? Keijzer: In het conceptbeleid is informatie opgenomen over deze verbinding omdat het een belangrijk thema is dat de gemeente ook op deze manier wil communiceren. Het is een ontwikkeling waar een gemeente geen invloed op heeft. Het Rijk bepaalt waar en op welke manier deze verbinding wordt aangelegd, de gemeente houdt wel de vinger aan de pols. Ziel: Wat is het beleid van de gemeente ten aanzien van mestvergisting? Keijzer: Het bestaande beleid van de gemeente wordt verwerkt in het bestemmingsplan. Dit komt er in het kort op neer dat mestvergistingsinstallaties als nevenactiviteit mogelijk zijn bij agrarische bedrijven. Grote mestvergistingscentrales moeten op het bedrijventerrein worden gerealiseerd. 4. Afsluiting Cor Trompetter bedankt iedereen voor de bijdrage en sluit de vergadering van de klankbordgroep af.