Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken Plan van aanpak Fase 2

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken Plan van aanpak Fase 2"

Transcriptie

1 Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken Plan van aanpak Fase 2 WFN Plan van Aanpak POV Waddenzeedijken fase 2

2 AKKOORD OPDRACHTGEVER AKKOORD PROJECTMANAGER NAAM Jannes Krol NAAM Ate R. Wijnstra FUNCTIE Interne opdrachtgever FUNCTIE Programmamanager POV-W DATUM DATUM HANDTEKENING HANDTEKENING WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 2 van 58

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding Leeswijzer Versterkingsopgave Dijkring Beschrijving waterkeringen Dijkring Veiligheidsopgave Gedefinieerde dijkversterkingsprojecten Dijkring Programmering HWBP Resultaten fase 1 POV Waddenzeedijken Kansrijke oplossingsrichtingen uit fase Productinnovaties Hydraulische randvoorwaarden Omgevingsmanagement Communicatie Contractmanagement Projectbeheersing Conclusie Scope fase 2: kansrijke oplossingsrichtingen Inleiding Randvoorwaarden en uitgangspunten Scopebeheersing tijdens fase Acceptatiecriteria en beslismomenten Samenvatting onderzoeksplannen Bundeling van onderzoeksplannen Koppeling onderzoeksvragen aan HWBP-projecten Planning Kosten Resultaat onderzoeken kansrijke oplossingsrichtingen Samenwerking Dijkring 6 en HWBP Governance Hoogwaterbeschermingsprogramma Samenwerkingsorganisatie Dijkring 6 POV-W Besprekingen Beschrijving rollen Programmateam POV Waddenzeedijken Omgevingsmanagement Stakeholders Kennisdeling Proces stakeholdermanagement tijdens POV-W fase Producten voor stakeholdermanagement POV-fase Conditionering Communicatie Producten communicatie fase Contractmanagement Marktbenadering onderzoeksplannen Contractmanagement Scheiden van belangen WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 3 van 58

4 8. Programma- en Projectbeheersing Algemeen Financieel beheer Planning Kwaliteitsborging Scope en scopebeheersing Risicobeheersing Kosten Voortgang- en rapportagestructuur Documentatie en informatie Subsidies Gehanteerde kaders en handreikingen Bijlagen WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 4 van 58

5 1. Inleiding Het kader De Waterwet schrijft voor dat de primaire waterkeringen iedere zes jaar getoetst moeten worden aan de wettelijke normen voor de waterveiligheid. Als de waterkering niet aan de norm voldoet, moeten er verbeteringsmaatregelen worden genomen. In de derde toetsing, die in de periode 2006 tot en met 2011 is uitgevoerd, is een aantal dijkvakken van Dijkring 6 afgekeurd. In totaal voldoet ruim 105 km waterkering langs IJsselmeer, Waddenzee en Dollard niet aan de normen. De verbetermaatregelen die voortvloeien uit de derde toetsing en toekomstige toetsingen zijn/worden opgenomen in het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP). Het HWBP heeft een voortrollend karakter; ieder jaar wordt een nieuwe programmering voor de volgende zes jaar opgesteld. De hoofddoelstelling van het HWBP is om de gedefinieerde projecten niet alleen sober en doelmatig maar ook sneller en goedkoper te realiseren. In het Waddengebied speelt een groot aantal ontwikkelingen. Het ligt daarom voor de hand om voor de versterkingsmaatregelen eerst een aantal zaken voor het gehele gebied te onderzoeken en vast te stellen, om daarna op projectniveau de verkenning te starten. Een projectoverstijgende verkenning (POV) is daarvoor een geschikt middel. Een projectoverstijgende verkenning is een aparte fase die vooraf gaat aan de projectverkenningen. Innovatie De notitie Innovatiekansen voor 1e programma (bijlage nhwbp 2013/186, d.d. 5 juni 2013) bij het HWBP bevat een lijst met potentiële innovaties. Het doel van de Projectoverstijgende Verkenning Waddenzeedijken (verder aangeduid als POV-W) is vast te stellen of deze innovaties van betekenis kunnen zijn voor de gedefinieerde projecten van het HWBP. In een kansenscan zijn voor het Waddengebied onder andere de volgende kansen benoemd: Procesinnovaties: het ontwerpen van nieuwe dijkconcepten in samenwerking met andere belanghebbende partijen verhoogt de waarde van de versterkingsmaatregel; Productinnovaties: met productinnovaties kan de versterkingsmaatregel goedkoper en/of sneller worden uitgevoerd; Hydraulische belasting: het nauwkeuriger en locatiespecifiek bepalen van de hydraulische belasting leidt vrijwel overal tot reductie van de ontwerpbelasting en dus tot een minder ingrijpende versterkingsmaatregel. Deltaprogramma Het Deltaprogramma Waddengebied heeft de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar de effecten van klimaatveranderingen en de opgave om het waddengebied duurzaam veilig te houden met behoud van de bijzondere waarden. In de door het Rijk vastgestelde Voorkeurstrategie Deltaprogramma Waddengebied (uitgegeven door Ministerie van Infrastructuur en Milieu en Ministerie van Economische Zaken, d.d. juli 2014), is een aantal innovatieve dijkconcepten gepresenteerd en geprojecteerd op Dijkring 6. De aanpak van de POV-W Tijdens de startbijeenkomst in het najaar van 2013 werd geconstateerd dat de beschikbare tijd voor het opstellen van een Plan van aanpak te beperkt was om een complete omgevings- en stakeholderanalyse uit te kunnen voeren. Het besluit was daarom de POV-W in twee fasen op te delen. POV-W-fase 1 (2014) bestond uit een uitvoerige omgevings- en stakeholderanalyse, het selecteren van kansrijke onderzoeken en oplossingsrichtingen en het opstellen van een Plan van aanpak voor POV-W-fase 2 ( ). WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 5 van 58

6 Afbeelding 1: Fasering POV Waddenzeedijken diverse oplossingsrichtingen start POV selectie mogelijke oplossingsrichtingen selectie kansrijke oplossingsrichtingen uitwerken kansrijke oplossingsrichtingen herbeschikking Fase2 bestuurlijk gedragen oplossingsrichtingen Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Q1 Q2 Q3 Q4 Fase 1 Fase 2 In fase 1 is door een gezamenlijke projectorganisatie van de drie noordelijke waterschappen, het waterschap Noorderzijlvest, waterschap Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân samen met diverse stakeholders gewerkt aan de uitwerking van fase 1 van het Plan van aanpak voor de resterende periode van de POV-W. In 2014 heeft het projectteam in samenspraak met stakeholders een lijst met kansrijke oplossingsrichtingen opgesteld. Bij de uitwerking hiervan naar onderzoeksplannen zijn de stakeholders intensief betrokken geweest. Het eindresultaat POV-W De POV-W levert uiteindelijk bestuurlijk gedragen oplossingsrichtingen op voor Dijkring 6, die mogelijk ook geschikt zijn voor andere dijktrajecten in Nederland. Het is aan de bestuurders van de individuele waterschappen te kiezen welke oplossingsrichtingen zij locatiespecifiek willen uitwerken. Het in Dijkring-6-verband doorlopen van de POV-W voorkomt dat elk waterschap voor zich oplossingsrichtingen moet inventariseren. Het eindproduct van de POV-W fase 2 is een rapportage waarin helder en navolgbaar het onderzoeksproces, de beoordeling en de eventuele tussentijdse keuzes zijn beschreven. Misschien levert een onderzoek of pilot niet het gewenste resultaat op, en geeft het juist aan dat een oplossingsrichting niet kansrijk is. Ook dit zien wij als opbrengst van de POV-W. In fase 2 trekt de POV-W op met regionale en lokale stakeholders (zoals overheden) om zo tot gedragen resultaten te komen, waardoor implementatie van de uitkomsten reëel is. Het eindresultaat van de POV verschilt wezenlijk van dat van een projectverkenning. Het belangrijkste verschil is dat de POV niet leidt tot een voorkeursalternatief, maar duidelijkheid geeft over een aantal kansrijke en bestuurlijk gedragen oplossingsrichtingen en de wijze waarop deze in de projectverkenningen meegenomen (kunnen) worden. De onderzoeken binnen de POV-W worden gekoppeld aan projecten in de programmering voor Dijkring 6. De resultaten van de onderzoeken in de POV-W zijn generiek; ze kunnen worden meegenomen in verkenningen op projectniveau in heel Nederland. Voor projecten betekent dit onder andere tijdwinst, groter draagvlak, toekomstvastheid ( adaptief deltamanagement ) en reductie van de levenscycluskosten. De POV-W kan dus worden gezien als onderzoeksprogramma waarvan de resultaten nuttig zijn voor Dijkring 6 én voor de rest van Nederland. Dit Plan van aanpak dient als onderbouwing van de HWBP-subsidieaanvraag voor de Projectoverstijgende Verkenning Waddenzeedijken fase2. Er wordt een voorschot van 100% van de vooraf ingeschatte kosten gevraagd, afrekening vindt plaats op basis van de werkelijke gemaakte kosten. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 6 van 58

7 1.1 Leeswijzer Het Plan van Aanpak POV-W fase 2 is zelfstandig te lezen. Het plan van Aanpak fase 1 is terug te vinden op onder het kopje downloads. Na de inleiding wordt in hoofdstuk 2 de projectdefinitie herhaald, dit ter verheldering van de opdracht waarop het plan geschreven is. In hoofdstuk 3 wordt vervolgens een terugblik op fase 1 en de resultaten beschreven. De rest van het plan is gericht op fase 2 waarin de geleerde lessen zijn meegenomen uit fase 1 en in de keuzes voor de organisatie zijn verwerkt. Achtereenvolgens worden behandeld: in hoofdstuk 4 de scope van de POV Waddenzeedijken fase 2; in hoofdstuk 5 wordt de samenwerkingsorganisatie beschreven; hoofdstuk 6 beschrijft hoe we in fase 2 omgaan met de omgeving en alle stakeholders; in de hoofdstukken 7 en 8 worden contractmanagement en projectbeheersing toegelicht. Lijst met gebruikte afkortingen: BODW ENW HID HR IPM LCC OI POV-W PPI PSU PTB SKK SOM SWIC WTI Bestuurlijk Overleg Deltaprogramma Waddengebied Expertise Netwerk Waterveiligheid Hoofdingenieur-directeur van Rijkswaterstaat Hydraulische Randvoorwaarden Integraal Performance Management Life Cycle Costing Ontwerp Instrumentarium Project overstijgende verkenning Waddenzeedijken Project Planning Infrastructuur Project startup Principal Toolbox Standaard Systematiek voor Kostenramingen Strategisch OmgevingsManagement Samenwerking Waterveiligheidsprogramma in Control Wettelijk Toetsinstrumentarium WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 7 van 58

8 2. Versterkingsopgave Dijkring 6 Dit hoofdstuk beschrijft de bestaande waterkeringen van Dijkring 6, de voorlopige veiligheidsopgave naar aanleiding van de (verlengde) derde toetsing en de gedefinieerde dijkversterkingsprojecten. De programmering geeft de ranking op basis van de landelijke urgentie weer. 2.1 Beschrijving waterkeringen Dijkring 6 De primaire waterkeringen van Dijkring 6 hebben vier beheerders: Rijkswaterstaat Directie Midden- Nederland, waterschap Noorderzijlvest, waterschap Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân. Deze organisaties beheren in totaal 231 km categorie-a-keringen, 49 km categorie c-keringen en 29 waterkerende kunstwerken (tabel 1). Tabel 1: Overzicht waterkeringen Dijkring 6 (Waddenzee en IJsselmeer) Beheerder Categorie a (km) Categorie c (km) Kunstwerken (stuks) Waterschap Hunze en Aa s 27,40 23,00 12 Waterschap Noorderzijlvest 64, Wetterskip Fryslân 141,60 26,70 6 Rijkswaterstaat IJsselmeergebied 1, Totaal 234,90 49,30 29 Waterschap Hunze en Aa's beheert de waterkering langs de Dollard en de Eems, vanaf het sluizencomplex in Nieuw Statenzijl tot aan Delfzijl. Waterschap Noorderzijlvest is beheerder van de primaire waterkering langs de Waddenzee, de Eems en de Dollard, vanaf Delfzijl tot aan de spuisluizen bij Lauwersoog. Wetterskip Fryslân beheert de primaire kering van het Lauwersmeer tot de Afsluitdijk en van de Afsluitdijk tot Lemmer en de scheidingsdijk tussen Friesland, de Noordoostpolder en Overijssel, van Lemmer landinwaarts richting Oldemarkt. Rijkswaterstaat Dienst IJsselmeergebied is de beheerder van de Afsluitdijk. De Afsluitdijk zelf is een verbindende waterkering van de categorie b. Over een lengte van 1 km maakt de Afsluitdijk deel uit van Dijkring 6. Rijkswaterstaat is de beheerder van de Afsluitdijk. De waterkeringen in Dijkring 6 hebben een klassieke opbouw. Het buitentalud bestaat uit diverse steenzettingen (koperslakblokken, betonblokken, basalt, basalton en Noorse steen) en asfalt. Het bovenste deel van het buitentalud, de kruin en het binnentalud zijn veelal bekleed met gras, doorgroeistenen en klinkers. Er zijn ook volledig groene dijken en dijken met voorlanden in het gebied. 2.2 Veiligheidsopgave De (verlengde) derde toetsing heeft plaatsgevonden volgens het Voorschrift Toetsen op Veiligheid 2006 (inclusief addenda). Er is gebruik gemaakt van de Hydraulische Randvoorwaarden 2006 (HR2006) van het Rijk. Op basis van deze derde toetsing kreeg Dijkring 6 het oordeel voldoet niet aan de norm. De aftoetsing heeft met name plaatsgevonden op het hoofdspoor Stabiliteit (ST), met als belangrijkste deelsporen: macrostabiliteit buitenwaarts (STBU), macrostabiliteit binnenwaarts (STBI) en bekleding (STBK), waaronder steen-, asfalt- en grasbekledingen. Op het hoofdspoor Hoogte (HT) is een gering deel afgetoetst. Over circa 106 km voldoen de waterkeringen niet aan de norm. Dit is 38% van de totale lengte aan keringen van categorie a en c, zie tabel 2 en 3. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 8 van 58

9 Tabel 2: Toetsingsoordeel op hoofdspoor Hoogte voor Dijkring 6 (Waddenzee en IJsselmeer) Hoofdspoor Hoogte (HT) Voldoet (km) Voldoet niet (km) Totaal (km) Friesland Categorie a-keringen 136,55 0,80 137,35 Categorie-c-keringen 23,70 27,30 Groningen Categorie a-keringen 91,27 2,60 93,87 Categorie-c-keringen 22,00 22,00 Totaal 273,52 3,40 280,52 Tabel 3: Toetsingsoordeel op hoofdspoor Stabiliteit voor Dijkring 6 (Waddenzee en IJsselmeer) Hoofdspoor Stabiliteit (ST) Voldoet (km) Voldoet niet (km) Totaal (km) Friesland Categorie-a-keringen 74,58 62,77 137,35 Categorie-c-keringen 27,30 27,30 Groningen Categorie-a-keringen 50,90 42,97 93,87 Categorie-c-keringen 22,00 22,00 Totaal 174,78 105,74 280,52 Opmerking: de dijkvakken met een aftoetsing op het hoofdspoor Hoogte zijn ook afgetoetst op het hoofdspoor Stabiliteit. Totaal heeft 105,74 km dijk het oordeel voldoet niet. In Friesland zijn het vooral bekledingen van steen, asfalt en gras die als onvoldoende sterk beoordeeld worden. In Groningen zijn dijken afgetoetst op bekleding (steen, gras en asfalt), zettingsvloeiing/macrostabiliteit en dijkhoogte. Verder voldoen in totaal 11 kunstwerken niet aan de norm. Hiervan liggen er 7 in een categorie-a-kering en 4 in een categorie-c-kering. In het volgende kaartje (afbeelding 2) zijn de afgekeurde dijkvakken in rood weergegeven Afbeelding 2: Veiligheidsoordeel Dijkring 6 (d.d. 2011) WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 9 van 58

10 2.3 Gedefinieerde dijkversterkingsprojecten Dijkring 6 Op basis van de afgetoetste dijkvakken zijn 21 dijkversterkingsprojecten gedefinieerd (tabel 4). De projecten zijn ingebracht in de landelijke programmering en daar gerangschikt op urgentie. Tabel 4: Dijkversterkingsprojecten Dijkring 6 WS P-code Projectnaam Dijkring Lengte (km) POV (km) WF 28A Schiermonnikoog Waddenzeedijk (dijkring 1) 1 3,90 WF 28B Makkum 6 0,20 WF 28C Workum Laaxum 6 2,70 WF 28E Zurich Koehool 6 18,05 18,05 WF 28F Koehool West Holwerderpolder 6 14,40 14,40 WF 28G West Holwerderpolder Lauwersmeerdijk 6 8,75 8,75 WF 28H Lauwersmeerdijk 6 3,80 3,80 WF 28I Laaxum 6 4,55 WF 28J Lemsterhoek 6 4,75 WF 28K Lemmer 6 1,45 WF 28M Zandasfalt Noorderhavendam Harlingen 6 0,22 NZV 18A Eemshaven Delfzijl 6 11,50 11,5 NZV 18B Eemshaven 6 2,00 2,00 NZV 18C Emmapolder 6 0,80 0,80 NZV 18D Lauwersmeer Vierhuizergat 6 7,80 7,80 NZV 18E Haven Lauwersoog 6 0,12 0,12 NZV 18F Vierhuizergat (gerealiseerd) 6 0,90 HAA 17A Delfzijl Chemiepark 6 3,45 3,45 HAA 17B Chemiepark - Punt van Reide 6 4,78 4,78 HAA 17C Punt van Reide Kerkhovenpolder 6 4,48 4,48 HAA 17D Kerkhovenpolder Duitsland 6 7,14 7,14 Totaal 105,74 87,07 Het project Schiermonnikoog (dijkring 1) en de projecten langs het IJsselmeer(liggen niet aan de Waddenzee) vallen buiten de directe opgave van de POV-W. De overige 13 projecten (blauw gearceerd) vallen binnen het studiegebied van de POV, lengte 87,07 km. 2.4 Programmering HWBP Het Hoogwaterbeschermingsprogramma is een voortrollend programma, dat wil zeggen dat het jaarlijks geactualiseerd wordt. Uitgangspunt voor de landelijke programmering is een rangschikking op urgentie. De programmering wordt als onderdeel van het Deltaprogramma 2015 in het najaar van 2015 vastgesteld in de ministerraad. De programmadirectie HWBP heeft de besturen van de waterschappen Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân recent (april 2015) verzocht om de projecten Lauwersoog-Vierhuizergat (18D) en Koehool-West-Holwerderpolder (28F) in het kader van vervroegde verkenningen respectievelijk 2 en 1 jaar eerder op te starten. In verband met het risico van aardbevingen heeft het bestuur van het waterschap Noorderzijlvest besloten het dijktraject Eemshaven-Delfzijl versneld te versterken in de periode Het versnellen van HWBP-dijkversterkingsprojecten biedt de mogelijkheid een aantal POV-W onderzoeksplannen voor kansrijke oplossingsrichtingen te koppelen aan de op te starten projecten. De geprogrammeerde projecten van Dijkring 6, inclusief de vervroegde verkenningen, zijn in tabel 5 weergegeven. Per projectfase zijn de verwachte kosten weergegeven. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 10 van 58

11 Tabel 5: Programmering POV-W-projecten in HWBP , inclusief vervroegde verkenningen Ranking Project Beheer Naam project A NZV Eemshaven - Delfzijl 6,2 12,4 40,0 40,0 25, G Fryslân West-Holwerderpolder - 1,9 3,8 32,4 Lauwersmeer 43 18D NZV Lauwersmeer - 2,8 5,5 23,4 23,4 Vierhuizergat 53 28M Fryslân Zandasfalt 1,0 Noorderhavendam 57 28F Fryslân Koehool - 2,5 5,1 21,7 21,7 Westholwerderpolder 67 28H Fryslân Lauwersmeerdijk 1,5 3,0 25, A H&A Delfzijl - Chemiepark 1, B H&A Chemiepark - Punt van Reide PM 33C Fryslân POV Waddenzeedijken 2,1 1,8 1,9 1,1 2,1 Verkenning Planvorming Realisatie WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 11 van 58

12 3. Resultaten fase 1 POV Waddenzeedijken In fase 1 van de POV-W was het doel een lijst met kansrijke oplossingsrichtingen voor dijkverbetering op te leveren, ingedeeld in de sporen procesinnovaties, productinnovaties en hydraulische randvoorwaarden. Het spoor procesinnovaties moest inzichtelijk maken welke integrale oplossingsrichtingen als kansrijk worden gezien en welke onderzoeksvragen daarbij horen. Bij de sporen productinnovaties en hydraulische randvoorwaarden zijn in fase 1 ook onderzoeken gestart (zie plan van aanpak fase 1); dit hoofdstuk bevat terugkoppeling hierop. Verder worden het proces en de resultaten van omgevingsmanagement, contractmanagement en projectbeheersing apart belicht. 3.1 Kansrijke oplossingsrichtingen uit fase 1 Tijdens POV-fase 1 zijn mogelijke oplossingsrichtingen voor dijkverbetering verzameld, gefilterd en beoordeeld. In fase 2 wordt getoetst of de overgebleven oplossingsrichtingen kansrijk en haalbaar zijn voor de afgekeurde dijkvakken van Dijkring 6 en elders in Nederland. Basisvoorwaarde voor toepassing is een raakvlak met de veiligheidsopgave (van Dijkring 6). Behalve kansrijk moeten de oplossingsrichtingen ook sober en doelmatig zijn. De POV-W is in fase 1 opgetrokken met diverse (cluster)stakeholders die reeds wortels in het waddengebied hebben. Zo hoefde het wiel niet opnieuw uitgevonden te worden en konden bestaande kennis en onderzoeken gebruikt worden van bijvoorbeeld het Deltaprogramma Waddengebied (DPW) en het Programma Naar een Rijke Waddenzee (PRW). De eerste maanden van fase 1 (april 2014 september 2014) zijn vooral gebruikt om gesprekken te voeren met de strategische stakeholders. In deze gesprekken is gezocht naar gezamenlijke belangen en zijn mogelijke oplossingsrichtingen getoetst bij deze stakeholders. De waterschappen en de stakeholders beoordeelden samen in twee stappen welke van deze mogelijke oplossingsrichtingen kansrijk zijn. De eerste filtering vond plaats op een congres op 9 oktober 2014, het Kijk op de dijk -congres. Hierbij waren ingenieursbureaus, aannemers, overheidsinstanties (lokaal, regionaal en landelijk), recreatie- en natuurorganisaties, waterschappen en kennisinstituten aanwezig. Ook de marktpartijen zijn hierbij expliciet uitgenodigd en waren goed vertegenwoordigd. Daarna volgde een discussie in een selectiecommissie over de uitkomsten van het congres en de kansrijkheid van de oplossingsrichtingen. Deze commissie bestond uit het POV-W-team aangevuld met externe partijen, zoals collega s beheer, planvorming en beleid van de noordelijke waterschappen, Taskforce Deltatechnologie, Deltaprogramma Waddengebied en Rijkswaterstaat. Dit leverde een overzicht van kansrijke oplossingsrichtingen per spoor op (tabel 6). Tabel 6: Onderzoeksplannen van kansrijke oplossingsrichtingen voor de drie sporen (procesinnovaties, productinnovaties en hydraulische randvoorwaarden) Procesinnovatie nieuwe dijkconcepten 1 Brede groene dijk 2 Dijk met voorland 3 Rijke dijk 4 Overslagbestendige dijk 5 Geulmanagement 6 Dubbele dijk 7 Multifunctionele dijk Productinnovatie materiaalonderzoek 8 Gras- en kleibekledingen 9 Asfaltbekledingen WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 12 van 58

13 10 Steenbekledingen Hydraulische randvoorwaarden herijking rekenmodellen en ontwerpinstrumentarium 11 Risicoanalyse HR-modellen, inclusief secundaire belastingen 12 Effectiviteit voorlanden Per spoor (hydraulische randvoorwaarden, productinnovaties en procesinnovaties) zijn de kansrijke oplossingsrichtingen besproken met betrokken partijen. Na deze feedback-sessies hebben we de onderzoeksplannen verder gedetailleerd qua mogelijke onderzoeksvragen, kosten en planning. Verdere toelichting hierop is te lezen in Hoofdstuk 4 Kansrijke oplossingsrichtingen. Tijdens het proces hebben we meerdere malen de voortgang gedeeld met en getoetst aan een brede groep stakeholders, zowel in persoonlijke gesprekken als tijdens bijeenkomsten. Tevens hebben we een website en digitale nieuwsbrief ontwikkeld om stakeholders voortdurend te informeren. De portefeuillehouders (stuurgroep fase 1) van de waterschappen zijn vier keer bij elkaar geweest tussen mei 2014 en maart Zij zijn geïnformeerd over de voortgang van de POV. Tevens hebben ze een rol gehad in de voorbereiding van het congres Kijk op de dijk en woonden ze dit congres bij (oktober 2014). Het proces van de totstandkoming van dit Plan van aanpak en de besluitvorming door de dagelijks besturen van de waterschappen is zorgvuldig doorgesproken en afgestemd. 3.2 Productinnovaties Onderzoek Steenzettingen Doel De golfoploopreductie door steenzettingen is van belang bij het oplossen van een onvoldoende kruinhoogte. Het in rekening kunnen brengen van de stabiliteit van specifieke, productgebonden steenzettingen kan leiden tot besparingen (alsnog goedkeuren bekleding of efficiënter ontwerpen van nieuwe bekledingen). Hierop richt zich het grootschalig modelonderzoek in de Deltagoot. Het modelonderzoek bestaat uit stabiliteitsproeven met verschillende typen Steenbekleding en oploopproeven op Hillblocks en dambordconfiguraties. Voorgang en resultaat De oploopproeven op drie oploopremmende steenzettingen zijn afgerond. Er zijn acht typen Steenbekleding beproefd op stabiliteit in de oude Deltagoot. Het negende en laatste type is in de nieuwe Deltagoot beproefd. De definitieve conclusies worden eind 2015 gerapporteerd. Vervolg in fase 2 De stabiliteitsfactoren voor de verschillende typen Steenbekleding worden dan ook opgenomen in Steentoets, zodat de nieuwe kennis toegepast kan worden in de ontwerpen voor het HWBP. Rijkswaterstaat is opdrachtgever, deze zorgt voor opname in de Steentoets (geen taak POV-W). De totale kosten van onderzoek steenzettingen bedragen 2,15 miljoen, vanuit de POV-W is bijgedragen aan dit onderzoek. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 13 van 58

14 Onderzoek Asfaltbekledingen Doel Op zee-, rivier- en meerdijken liggen in Nederland 500 km asfaltbekleding. Asfalt is in het verleden vaak gebruikt omdat het sterk is, relatief goedkoop en snel aan te leggen. Veel van de asfaltbekleding (80%) is ouder dan 30 jaar en begint mankementen te vertonen. Een aantal kilometers is inmiddels afgekeurd en er volgt de komende jaren ongetwijfeld meer, gezien de leeftijdsopbouw van het areaal. Het in fase 1 geformuleerde onderzoek zou zich richten op het voor dijken toepasbaar maken van beschikbare kennis vanuit de wegenbouw over asfaltmengsels en aanlegmethodes. Voortgang en resultaat Tijdens fase 1 is geen onderzoek gedaan maar is samen met een brede groep stakeholders en belanghebbenden het onderzoeksplan verder geconcretiseerd. Zie hoofdstuk 4 voor een beschrijving van het onderzoeksplan Asfaltbekledingen. Vervolg in fase 2 Het onderzoek Asfaltbekledingen wordt tijdens fase 2 uitgevoerd. Onderzoek Gras- en kleibekledingen Doel Op verschillende trajecten van Dijkring 6 is bij de derde toetsing de grasbekleding als onvoldoende beoordeeld. Uit de pilotstudie Groene Dollard Dijk is geconcludeerd: Een Brede groene dijk is een veilige, innovatieve dijk, die op locaties met aangrenzende kwelders naar verwachting goedkoper is dan een traditionele dijk met een harde bekleding, die prachtig in het unieke landschap past en waarvoor een breed draagvlak bestaat. Er zijn nog verschillende vragen die nader moeten worden verkend om de meerwaarde van een brede groene dijk voor de gehele Dijkring 6 te kunnen vaststellen. Een van de onderzoeksvragen is of de Brede groene dijk kan worden gerealiseerd met klei die wordt gewonnen door gebruik te maken van het slibvangend vermogen van kwelders. Voortgang en resultaat Tijdens fase 1 is geen onderzoek gedaan maar is samen met een brede groep stakeholders en belanghebbenden het onderwerp verder geconcretiseerd. Hieruit zijn twee onderzoekssporen gekomen: 1. binnen het spoor productinnovaties: het voorstel Gras- en kleibekledingen ; 2. binnen procesinnovaties: het voorstel Brede groene dijk. Zie hoofdstuk 4 voor een beschrijving van deze onderzoeksplannen. Vervolg in fase 2 De onderzoeken Gras- en kleibekledingen en Brede groene dijk worden tijdens fase 2 uitgevoerd. Waar mogelijk worden de sporen gekoppeld in uitvoering binnen de veiligheidsopgave van Dijkring 3.3 Hydraulische randvoorwaarden Onderzoek (her)toetsing WTI 2011 Doel De scope van de POV-W is gebaseerd op de resultaten van de derde toetsronde. Hiervoor is gebruikgemaakt van het Wettelijk Toetsinstrumentarium (WTI) Inmiddels is het WTI 2011 WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 14 van 58

15 vrijgegeven. Om te kunnen komen tot realistische oplossingen en te voldoen aan het principe sober en doelmatig, is het van belang om inzicht te krijgen in het actuele veiligheidsprobleem. Hiertoe wordt een analyse gemaakt van de gevolgen van het WTI 2011 voor de toetsoordelen op basis van de beschikbare gegevens en vigerende technische rapporten. De afgekeurde dijkvakken worden op alle toetssporen opnieuw getoetst met het WTI Voortgang en resultaat Tijdens het opstellen van de onderzoeksopdracht bleek dat er inmiddels voldoende informatie beschikbaar is om ook een doorkijk naar het WTI 2017 te maken. De onderzoeksopdracht is hierop aangepast. De eindrapportage is in het najaar van 2015 beschikbaar. Vervolg fase 2 Nader te bepalen in najaar 2015, een en ander op basis van de eindrapportage. Onderzoek proeftoetsingen WTI 2017 Doel Voor de toetsronde van 2017 zijn niet langer de overschrijdingskansen, maar de overstromingskansen het uitgangspunt. De overstromingskans is de kans dat een waterkering echt bezwijkt. De kans hierop hangt af van een groot aantal factoren, zoals de duur en hoogte van de waterstand, de golfhoogte en -richting, de waterspanningen in de kering, de bodemopbouw en de eigenschappen van de grond. Rijkswaterstaat actualiseert inmiddels in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu het instrumentarium voor de vierde toetsingsronde (WTI 2017). Dat gebeurt op basis van nieuwe kennis, inzichten uit onderzoek en ervaringen met het vorige toetsinstrumentarium. In het kader van de nieuwe normering wordt in 2014 een aantal proeftoetsingen uitgevoerd. Voor enkele (deel)vakken neemt de POV-W deel aan dit onderzoek. Voortgang en resultaat Tijdens de startbijeenkomst van de proeftoetsingen WTI 2017 bleek dat de werkzaamheden vooral bestonden uit het testen van de rekenmodellen zelf. De resultaten van de testen mochten niet gebruikt worden voor het actualiseren van de veiligheidsopgave voor Dijkring 6. Er is besloten vanuit de POV-W niet deel te nemen aan dit onderzoek. Vervolg fase 2 Zie onderzoek (her)toetsing WTI Omgevingsmanagement Doel fase 1: Kansrijke oplossingsrichtingen verzamelen, input voor fase 2 afstemmen met stakeholders. Voortgang en resultaat In fase 1 is een issuedocument gemaakt en bijgehouden. Aan de hand van de issues zijn vervolgens de belangrijkste stakeholders voor fase 1 geïdentificeerd en uitgewerkt volgens de methode van het Strategisch Omgevingsmanagent (SOM). Er is een stakeholderdocument opgesteld. Hierin worden de stakeholders aan issues gekoppeld en wordt per issue het belang en participatieniveau van de stakeholder beschreven. Op deze manier is de strategie per stakeholder voor fase 1 bepaald en uitgevoerd. De SOM-methode wordt ook in fase 2 gebruikt. Onderdeel van de strategie was het congres van 9 oktober Tijdens dit congres is alle professionele partijen die een belang hebben bij de Dijkring of bij dijkversterking of zich betrokken WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 15 van 58

16 voelen, gevraagd hun mening te geven over de selectie van mogelijke oplossingsrichtingen. Het doel was tweeledig: 1) een breed draagvlak creëren voor de innovatieve dijkconcepten waar wij als POV-W mee verder willen in fase 2, en 2) mensen vanuit allerlei disciplines hun kennis laten delen over de verschillende concepten. Ook hebben we gevraagd of we nog iets missen aan inhoud of oplossingen. We hebben deelnemers geprikkeld om ook in het vervolg van de POV-W een rol te spelen. Kennis is gedeeld om alle kansen en bedreigingen van concepten en innovaties te inventariseren. Resultaat van het congres is de lijst met oplossingsrichtingen (tabel 6 op pagina 12), die gezamenlijk met betrokken partijen en in onderzoeksplannen zijn uitgewerkt. Deze onderzoeksplannen en de onderzoeksvragen en wenselijke resultaten zijn begin 2015 voorgelegd aan waterschappen die met een soortgelijke problematiek te maken hebben, voor extra aanvullingen. De toelichting op de plannen is te lezen in hoofdstuk Communicatie Doel fase 1: Strategie en middelen ontwikkelen om te communiceren over de POV-W. Voortgang en resultaat: In 2014 is een strategisch communicatieplan voor de POV-W opgesteld, in samenwerking met de communicatieafdelingen van de betrokken waterschappen (bijlage 2). In dit plan zijn de algemene communicatiedoelstellingen en -strategie van het project beschreven, verschillende scenario s en mogelijke acties, kansen en risico s. Bij het plan horen diverse bijlagen die handvatten bieden voor het beantwoorden van vragen. Het plan is geaccordeerd door de betrokken portefeuillehouders van de waterschappen en is besproken met de communicatieadviseur van het HWBP. De afspraken die gemaakt zijn worden toegepast in fase 2. Aan presentatiemiddelen is in fase 1 het volgende ontwikkeld: een huisstijl: logo (met pay-off), beelden, corporate tekst; een basispresentatie; corporate website; sjabloon voor een digitale nieuwsbrief; banners voor presentaties. Vervolg fase 2 De bijlagen bij het communicatieplan en de presentatiemiddelen worden in fase 2 doorlopend aangevuld waar nodig. 3.6 Contractmanagement Ontwikkelen marktprotocol Doel In fase 1 wordt de marktverkenning voorbereid door een marktprotocol te ontwikkelen met (juridische) kaders waarbinnen de markt zich veilig voelt om kennis en innovaties te delen. Het marktprotocol wordt samen met de andere projectoverstijgende verkenningen, de Taskforce Deltatechnologie én de markt opgesteld. De belangrijkste marktpartijen zijn enerzijds advies- en ingenieursdiensten en kennis- en opleidingsinstituten en anderzijds de aannemers. De feitelijke marktverkenning vindt plaats in fase 2. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 16 van 58

17 Voortgang en resultaat Tijdens fase 1 zijn de onderzoeksplannen uitgewerkt, met aandacht voor onder andere de aanbestedingsstrategie per onderzoek. Binnen de POV Piping is een methode ontwikkeld voor het ontsluiten van innovatie vanuit de markt. De POV-W gaat deze methode tijdens fase 2 gebruiken. Vervolg fase 2 Per onderzoeksplan wordt de aanbestedingsstrategie uitgewerkt. Opdrachten worden in de markt gezet op basis van de raamovereenkomsten van de waterschappen, via (openbare) aanbestedingen of door middel van Innovaties uit de markt POV Piping ; hoofdstuk 7 geeft hierop een toelichting. 3.7 Projectbeheersing Doel Om zo effectief mogelijk het gewenste resultaat te bereiken zijn tijd, geld en kwaliteit de drie aspecten die van wezenlijk belang zijn voor de projectbeheersing. Deze drie zijn niet los te zien van de aspecten informatie en organisatie (de beheersing van de wijze waarop de POV-W wordt bestuurd en georganiseerd). Er is een onderlinge relatie en een wederzijdse beïnvloeding. Gezamenlijk bepalen ze of de POV-W binnen de gestelde eisen kan worden gerealiseerd. Fase 1 is gebruikt om de projectbeheersing te organiseren en structureren. Voortgang en resultaat Organisatie Projectbeheersing In fase 1 is de organisatie van de POV-W verder uitgewerkt, dit bracht met zich mee dat de Jeroen van Dijk de rol van project-control is gaan vervullen en Esther Verkerk de rol van manager projectbeheersing. Ieder teamlid (rolhouder) stuurde in fase 1 een eigen team aan waarin adviseurs en specialisten vanuit de drie waterschappen zitten (eerste schil). Om de projectbeheersing te standaardiseren en te structureren is in samenspraak met de eerste schil en een controller uit ieder waterschap in fase 1 het procedurehandboek opgesteld (zie verder onder kwaliteit ). Met de input vanuit waterschap Noorderzijlvest en waterschap Hunze & Aa s volgden maandelijks de financiële rapportage uit het dashboard van Wetterskip Fryslân. De financiële rapportage en de planning worden maandelijks in het IPM-team besproken om tijdig afwijkingen te signaleren en passende maatregelen te nemen. Afspraken (en/of acties) voortkomend uit besprekingen ook met externe partijen worden vastgelegd in de actie- en besluitenlijst. De actielijst is vast agendapunt tijdens de IPM-teamoverleggen. Tijd Fase 1 is afgerond binnen budget en scope. Wel kende fase 1 een langere doorlooptijd; dit is tijdig afgestemd met de HWBP-Programmadirectie op 25 maart De aanleiding voor de langere doorlooptijd is dat bij de uitrol van alle voorstellen bleek dat er ongeveer. 20 miljoen benodigd is. De POV-W moest blijven koersen op het totaal van de huidige beschikking (ca. 7 miljoen totaal; voor fase 2 resteert 5 miljoen). De POV-W heeft de extra ruimte in tijd gebruikt om te kijken naar andere mogelijkheden om het volledige programma uit te kunnen werken. (Bijvoorbeeld andere financieringsbronnen vinden om de resultaten van fase 1 zo volledig mogelijk mee te kunnen nemen in fase 2, dan wel koppelingen maken met geprogrammeerde projecten binnen dijkring 6 vanuit het landelijke programma). De einddatum (2017) van de POV-W wordt voor fase 2 gehandhaafd (deze einddatum kan gemotiveerd bijgesteld worden). WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 17 van 58

18 Geld Ten aanzien van de projectbeheersing is het beschikte bedrag op basis van de raming nader onderverdeeld en toegekend aan de verschillende inkopers (IPM-team). Daarnaast is de projectadministratie ingericht; die voorziet onder andere in een kwartaalrapportage, waar het budget afgezet wordt tegen de prognose. De afspraken in het procedurehandboek zijn nuttig geweest om ervoor te zorgen dat de drie waterschappen op dezelfde, eenduidige wijze de projectadministratie hebben ingericht. In fase 1 waren de IPM-teamleden budgethouders, in fase 2 zijn budgethouders toegewezen binnen Programmateam en werken we met drie projectteams. Kwaliteit Interne kwaliteitsborging Het procedurehandboek is de handleiding voor de medewerkers van de drie noordelijke waterschappen die werkzaam zijn in het team POV-W. Dit handboek bevat duidelijke afspraken over de samenwerking en de bedrijfsvoering van die samenwerking. Hierbij moet worden gedacht aan: aangaan van verplichtingen, contractvorming, betalingen, rapportages, documentbeheer, audits, planning en projectbeheersing in het algemeen. De processen voor risicomanagement, contractmanagement, het ontwerpproces en planprocedures zijn beschreven. Deze moeten echter voor plan van aanpak fase 2 nog wel worden gespecificeerd voor de POV-W. Externe kwaliteitsborging We hebben gebruikgemaakt van de faciliteit die HWBP aan de waterschappen biedt voor het maken van een zogenoemde Projectspiegel. De hoofdconclusie is dat de programmaorganisatie, de governance (besturen, directies en projectteam), het instrumentarium en de werkwijze op hoofdlijnen op orde zijn en een goede basis vormen voor verdere professionalisering van de POV-W op weg naar fase 2. De aandachtspunten met betrekking tot de (fase 1) werking en uitvoering zijn meegenomen en verwerkt in dit Plan van aanpak fase 2. Het gaat dan vooral om de projectbeheersing waaronder het risicomanagement en om de rolverdeling en -invulling van de verschillende actoren/teamleden in het POV-W. Risico s In fase 1 zijn de risico s bewaakt met mitigerende maatregelen. Het bijhouden van een risicoregister is een continu proces voor het project. Ten behoeve van fase 2 is een risicomanager aangetrokken ter ondersteuning van de manager projectbeheersing. De adviseur risicomanagement ondersteunt bij het tot stand komen van het risicodossier en het risicogestuurd werken ten behoeve van het Plan van aanpak fase 2 POV-W. Scope Scopebewaking en -beheersing is belangrijk geweest binnen projectbeheersing fase 1. Besloten is fase 1 te laten doorlopen tot 1 juli 2015 (in plaats van 1 april 2015). De financiële verantwoording en accountantsverklaring worden eind september 2015 aangeleverd aan de HWBP-Programmadirectie. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 18 van 58

19 Tabel 7: Voorlopige financiële verantwoording fase 1. Voorlopig Financiele Overzicht POV-W fase 1 (versie 10 juli 2015) A B C=A-B HWBP-POV Waddenzeedijken Krediet Prognose Einde Werk Inschatting Resterend krediet OW POV-W Algemeen: OW.11403/OA POV-W IPM-team OW.11403/OE POV-W Contractmanagement OW.11403/OB POV-W Omgevingsmanagement - marktverk Onvoorzien OW POV-W Kosten onderzoeken: OW.11403/OC POV-W Onderzoek Hydraulische randv OW.11403/OD POV-W Onderzoek product-procesinnovaties subtotaal bruto bestedingen Subsidie HWBP fase 1 POV-W Het resterende bedrag van fase ,- wordt meegenomen naar fase 2. Vervolg fase 2 In fase 1 is de projectbeheersing gebruikt om te organiseren en structureren. In fase 2 wordt de projectbeheersing vooral faciliterend. Zie verder hoofdstuk 8. Projectbeheersing. 3.8 Conclusie Het opdelen van de POV-W in twee fasen is een juiste beslissing geweest. De eerste fase, voornamelijk een omgevingsproces, is zorgvuldig doorlopen en er is de ruimte genomen om met de omgeving in gesprek te gaan over de diverse oplossingsrichtingen. Dit heeft extra kennis opgeleverd over nut en noodzaak en draagvlak voor de diverse oplossingsrichtingen: een goede basis voor weloverwogen besluiten over de invulling van de tweede fase, met name voor multidisciplinaire onderzoeksplannen. Deze input voor fase 2 vindt u in hoofdstuk 4. Fase 1 maakte duidelijk dat de POV-W meer een programmastructuur heeft dan een projectstructuur. Dit heeft als voordeel dat verschillende onderzoeken/projecten goed in samenwerkingsverband kunnen worden opgepakt. Om in fase 2 efficiënt te kunnen werken wordt de organisatie aangepast. De verantwoordelijkheid voor de POV-W resultaten blijft bij één team (met medewerkers vanuit de drie deelnemende waterschappen). Het IPM-team wordt een Programmateam, waarin de IPM-rollen inhoudelijk worden geborgd. De uitvoering van de onderzoeksplannen worden opgepakt door projectteams onder regie van het Programmateam. De projectbeheersing in fase 2 wordt hierop aangepast. De penvoering blijft bij Wetterskip Fryslân. De organisatie is beschreven in hoofdstuk 5, de projectbeheersing is verwoord in hoofdstuk 8. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 19 van 58

20 4. Scope fase 2: kansrijke oplossingsrichtingen 4.1 Inleiding Dit hoofdstuk vat de onderzoeksplannen voor de kansrijke oplossingsrichtingen samen, benoemt randvoorwaarden en uitgangspunten en presenteert de planning en de raming van het gehele onderzoeksprogramma. Programmadoel Wat willen we bereiken De POV-W toetst innovatieve oplossingen voor dijkversterking die kansrijk zijn qua toepassing aan Dijkring 6, met als doel sneller en goedkoper dijkversterkingen te realiseren. De kansrijkheid wordt bepaald door technische aspecten, toepassingsmogelijkheid, kosten-baten afweging en bestuurlijke gedragenheid (draagvlak in de omgeving). Daarnaast zijn de technische uitkomsten van de POV-W generiek en toepasbaar in verkenningen van dijkversterkingsprojecten in Nederland. Wat gaan we ervoor doen Per oplossingsrichting is een onderzoeksplan geschreven, zie hoofdstuk 4.5. In deze onderzoeksplannen staat exact beschreven wat we gaan doen om de kansrijkheid per oplossingsrichting te toetsen, met wie we dit doen en welke financiële middelen we hiervoor nodig hebben. De onderzoeksplannen worden verdiept door de drie projectteams. In de onderzoeksplannen is een fasering aangebracht met aan het eind van iedere fase een go/ no go- moment. Door middel van de antwoorden op vooraf geformuleerde vragen wordt na iedere fase getoetst of de oplossingsrichting nog steeds kansrijk is als dijkversterkingsoptie. De toetsvragen zijn afhankelijk van het onderzoek en de fase waarin het onderzoek zich bevindt. Uit de toetsing blijkt de nut en noodzaak om verder te gaan naar een volgende fase. Denk aan inhoud van het plan van aanpak, innovatieve techniek, toetscriteria, kosten- baten, draagvlak en beheer. Niet in iedere fase kunnen alle vragen beantwoord worden, het is tenslotte een innovatie. Daarom worden de vragen naarmate de fasen verstrijken aangepast. Na iedere fase kan meer gezegd worden over de kansrijkheid van een oplossingsrichting. Wanneer is het doel bereikt Het programmadoel is bereikt als aan het einde van de looptijd van de POV-W een positief of negatief advies gegeven kan worden over alle oplossingsrichtingen die worden getoetst gedurende de tweede fase. Dit betekent dat kansrijkheid wordt beschreven op basis van technische aspecten, toepassingscriteria, kosten en baten afweging en gedragenheid. Hieruit kan blijken dat een oplossingsrichting niet kansrijk is vanwege te hoge kosten of te weinig draagvlak, maar ook als het technisch gezien niet haalbaar is. Ook uitkomsten die negatief zijn en dus behoeden voor desinvesteringen in de toekomst worden ook gezien als een resultaat van de POV-W. Kansenscan De notitie Innovatiekansen voor 1e programma (bijlage nhwbp 2013/186, d.d. 5 juni 2013) benoemt concrete innovatiemogelijkheden op het gebied van dijkversterking. Het doel van de Projectoverstijgende Verkenning Waddenzeedijken is om in een kansenscan vast te stellen of deze innovaties meerwaarde opleveren voor de gedefinieerde projecten. In de kansenscan zijn voor het Waddengebied drie onderzoeksporen benoemd (coderingen afkomstig uit stuurgroepnotitie innovatiekansen 1 e programma nhwbp, d.d. 5 juni 2013): 1. Welke procesinnovaties verhogen de waarde van de versterkingsmaatregel (gebruik voorland [MKK3] of multifunctioneel gebruik [MFK5])? WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 20 van 58

21 2. Welke productinnovaties maken de versterkingsmaatregel goedkoper (grasdijk [WD3], andere steentypen [WD2])? 3. Waar leidt het nauwkeuriger en locatiespecifiek bepalen van de hydraulische belasting tot reductie van de ontwerpbelasting en dus tot een minder ingrijpende versterkingsmaatregel (WD4 en WD5)? Relatie met Deltaprogramma Waddengebied Het Deltaprogramma Waddengebied heeft de afgelopen jaren onderzoek gedaan naar de effecten van klimaatveranderingen en de inspanning die nodig is om het Waddengebied duurzaam veilig te houden met behoud van de bijzondere natuur- en cultuurwaarden. In de door het Rijk vastgestelde Voorkeurstrategie Deltaprogramma Waddengebied (juli 2014) is een aantal innovatieve dijkconcepten (procesinnovaties) gepresenteerd en geprojecteerd op Dijkring 6. De onderzoeksplannen binnen de POV-W zijn in nauw overleg met het Deltaprogramma Waddengebied uitgewerkt en zijn in lijn met deze Voorkeurstrategie. Expertise Netwerk Waterveiligheid Het Expertise Netwerk Waterveiligheid (ENW) is een belangrijke stakeholder om te kunnen komen tot een (landelijke) acceptatie van innovaties. Gedurende de onderzoeken wordt ENW geïnformeerd over de voortgang en de (tussen)resultaten. Vanaf de start van de onderzoeken wordt ENW geïnformeerd en gedurende de onderzoeken op de hoogte worden gehouden van de voortgang en de (tussen)resultaten. Het is aan het onderzoeksteam om op het juiste moment ENW nader bij het onderzoek te betrekken om de juiste kwaliteit en aansluiting te krijgen bij het OI en WTI. Door ENW te betrekken op beschreven wijze, is ENW direct vanaf het begin van ieder onderzoek op de hoogte. Daar waar dusdanige uitkomsten en resultaten worden behaald, of dat pilots in het terrein worden gemonitord, wordt ENW nauwer betrokken, om met name innovaties landelijk te kunnen benutten. Detailniveau onderzoeksplannen De kansrijke oplossingsrichtingen zijn tijdens fase 1 uitgewerkt tot onderzoeksplannen. Naast aanleiding, nut en noodzaak zijn de onderzoeksvragen en verwachte resultaten beschreven. De kosten zijn geraamd en de benodigde doorlooptijden geschat. Per onderzoeksplan zijn stakeholders en lopende onderzoeken geïnventariseerd. De onderzoeken zijn daarmee op hoofdlijnen gedefinieerd en beschreven. In fase 2 wordt per onderzoeksplan een Project Start Up (PSU) gehouden. Tijdens de PSU worden de onderzoeksvragen en de verwachte resultaten verdiept, aangescherpt en waar nodig geactualiseerd binnen het toegewezen budget. Vervolgens wordt het onderzoeksplan definitief gemaakt en wordt de eventuele aanbestedingsstrategie uitgewerkt. Beoordeling kansrijke oplossingsrichtingen Voor het beoordelen van de kansrijkheid van de oplossingsrichtingen wordt in fase 2 een beoordelingsinstrumentarium ontwikkeld. Innovatieve waarde De notitie Innovatiekansen voor 1e programma (bijlage nhwbp 2013/186, d.d. 5 juni 2013) is de basis voor alle onderzoeksplannen binnen de POV. De onderzoeken moeten uitsluitsel geven over de kansrijkheid van de oplossingsrichtingen. Het nauwkeuriger en locatiespecifiek bepalen van de hydraulische belasting leidt voor sommige locaties tot reductie van de ontwerpbelasting en dus tot een minder ingrijpende versterkingsmaatregel. Met productinnovaties kan de versterkingsmaatregel goedkoper en/of sneller worden uitgevoerd. Met procesinnovaties wordt de waarde van de versterkingsmaatregel verhoogd. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 21 van 58

22 Faseovergangen Ieder onderzoeksplan is opgebouwd uit fasen. Elke fase wordt afgesloten met een fasedocument dat het resultaat van de betreffende fase bevat en een advies voor de volgende fase (go/no-go moment). Het projectteam onderzoeken legt het fasedocument ter besluitvorming voor aan het projectteam. De projectleider informeert het Programmateam. Bij scopewijzingen neemt de stuurgroep een besluit. Beheer en onderhoud In een aantal van de kansrijke oplossingsrichtingen is het beheer en onderhoud een belangrijk aspect. Meerdere functies op of in de dijk, uitbreiding van de reserveringszone of opname van voorlanden in de legger vraagt een andere of een extra inspanning van de beheer- en onderhoudsorganisatie. In de onderzoeken en pilots worden de beheer- en onderhoudsorganisatie intensief betrokken. 4.2 Randvoorwaarden en uitgangspunten Voor de POV-W gelden de volgende randvoorwaarden en uitgangspunten: De POV-W voert een verkenning uit voor het Waddenzeegebied, vanaf de Afsluitdijk tot en met de Dollard, in dit geval de grens met Duitsland. De afgetoetste kunstwerken worden niet meegenomen, omdat de verbetermaatregelen zeer beperkt zijn (actualiseren bedieningsvoorschriften en kleine aanpassingen van constructieve onderdelen). De gedefinieerde projecten voor het IJsselmeergebied en Schiermonnikoog vallen buiten de directe scope van de POV-W, maar de uitkomsten van de POV-W kunnen toepasbaar zijn voor deze en andere projecten in Nederland. Een aantal projecten in het Waddenzeegebied wordt na 2020 opgestart, kansrijke oplossingsrichtingen moeten te zijner tijd waarschijnlijk worden bijgesteld. Herstelkosten van een pilotlocatie zijn niet in de begroting POV-W opgenomen. Deze kosten (veiligheid) worden 100% gefinancierd uit de landelijke dijkenrekening. Het ontwikkelen van toetsinstrumentarium voor de verschillende oplossingsrichtingen is niet opgenomen in de POV-W. Voor verrekening van de uren van de waterschappen wordt gebruik gemaakt van de integrale loonkosten plus, conform de Handleiding Overheidstarieven. Deze wordt jaarlijks bijgewerkt, de meest recente is van toepassing. In het Plan van aanpak fase 2 wordt gebruikgemaakt van de vigerende programmering HWBP , inclusief de vervroegde verkenningen. 4.3 Scopebeheersing tijdens fase 2 In fase 2 wordt gewerkt met een centraal Programmateam waarin de IPM-rollen inhoudelijk zijn geborgd. De onderzoeksplannen worden opgepakt door drie uitvoerende projectteams. Elk waterschap heeft één projectteam en functioneert onder regie van het Programmateam. Een projectteam bestaat in principe uit medewerkers van de drie waterschappen. Het Programmateam bewaakt de voortgang en scope op hoofdlijnen (programma-scope). Een projectteam organiseert en begeleidt de toegewezen onderzoeken, binnen de programmakaders van de POV-W (onderzoeksscope). Afhankelijk van het onderzoek wordt meer of minder externe expertise ingezet. De voortgang wordt maandelijks in het Programmateam besproken. Per kwartaal wordt op projectniveau een rapportage (zie bijlage 6) en een financiële verantwoording opgesteld. Eventuele wijzigingen in scope, budget of planning worden in het Programmateam geagendeerd. Voor de medewerkers van de drie betrokken waterschappen worden, in het kader van kennisdeling, bijeenkomsten en excursies georganiseerd. Nadere toelichting op de scopebeheersing: hoofdstuk 8. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 22 van 58

23 4.4 Acceptatiecriteria en beslismomenten Acceptatiecriteria Voor ieder onderzoek wordt een plan van aanpak opgesteld. In dit PvE staat beschreven aan welke eisen/criteria het betreffende onderzoek moet voldoen, maar uiteraard staat ook het doel van het onderzoek, de te verwachten resultaten alsmede de gehele scope nauwkeurig beschreven. Een essentieel onderdeel van dit PvE is een op te stellen beoordelingsmatrix. In deze matrix worden acceptatiecriteria opgenomen, waaraan het uit te voeren onderzoek moet voldoen. Dit zijn criteria die overkoepelend gelden voor al de onderzoeken (denk aan de OI- en WTI 2014/2017). Maar per onderzoek gelden ook specifieke criteria. Ook deze specifieke criteria worden in het PvE opgenomen door middel van een beoordelingsmatrix. De criteria worden dusdanig opgesteld, dat innovaties vanuit de markt mogelijk worden gemaakt. Dat houdt in, dat het PvE op basis van functioneel specificeren wordt opgesteld. Overkoepelende criteria zoals de OI- WTI 2014/2017 zijn te allen tijde van toepassing. Tevens moet waar mogelijk worden ingespeeld op de Nieuwe Normering. Daarnaast worden algemeen toegepaste samenstellingen voor de constructies (mengsels en dergelijke) opgenomen als referentie. Overige eisen worden op basis van functioneel specificeren uitgewerkt, waarbij innovaties mogelijk moeten worden gemaakt. Het PvE inclusief beoordelingsmatrix wordt de leidraad voor het uit te voeren onderzoek. Er wordt gedurende het verloop van het onderzoek getoetst of aan alle vooraf gestelde acceptatiecriteria wordt voldaan. Als niet aan acceptatiecriteria wordt voldaan, wordt dit in 1 e instantie binnen het projectteam besproken. Nadat een onderzoek is afgerond, wordt aan de interne opdrachtgever het onderzoek opgeleverd. In het faserapport en het deskundigenadvies wordt getoetst of aan alle gestelde acceptatiecriteria is voldaan en wordt advies gegeven voor het vervolg. Besluitvorming Zoals al eerder genoemd worden de onderzoeken gefaseerd uitgevoerd. Iedere fase wordt afgesloten met een fasedocument en geëvalueerd om de koers voor de volgende fase mogelijk bij te stellen. Dit volgens het principe plan-do-check-act. Na iedere fase wordt de interne opdrachtgever op de hoogte gesteld van de resultaten. Voordat met een volgende fase gestart kan worden, moet er eerst besluitvorming hebben plaatsgevonden over het opgeleverde product. Voor deze besluitvorming wordt conform onderstaand schema gewerkt. Afbeelding 3: Besluitvormingsschema Go or No Go WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 23 van 58

24 Het faserapport met deskundigenadvies wordt aangeleverd aan het Programmateam. Na beoordeling biedt het Programmateam het faserapport aan de interne opdrachtgever aan. De interne opdrachtgever legt de (tussen)resultaten ter besluitvorming voor aan de stuurgroep. Daarna vindt er door interne opdrachtgever een terugkoppeling plaat naar het Programmateam. Vanuit dat Programmateam vindt terugkoppeling plaats naar de betreffende projectleider. Bij definitief go, wordt daarna de volgende fase gestart. Validatie onderzoeksresultaten Ieder onderzoek wordt afgesloten met een validatie-advies van externe deskundigen. In dit advies wordt aangegeven of het resultaat direct kan worden toegepast binnen dijkring 6 projecten, maar ook in reeds gestarte of nog te starten landelijke HWBP projecten. Daar waar toets- en ontwerpinstrumentarium moet worden aangepast wordt het ENW tijdig ingeschakeld. Hiermee wordt geborgd dat de uitgangspunten en het ontwerpkader worden geaccepteerd. De uiteindelijke validatie en het eventueel aanpassen van het toets instrumentarium valt buiten de scope van de POV-W. De onderzoeksresultaten worden dan voor verdere afhandeling overgedragen aan het HWBP-programmabureau. 4.5 Samenvatting onderzoeksplannen Binnen de drie onderzoekssporen procesinnovaties, productinnovaties en hydraulische randvoorwaarden zijn voorstellen ontwikkeld om kansrijke oplossingsrichtingen verder te onderzoeken, zoals eerder is beschreven in hoofdstuk 3. De 12 onderzoeksplannen worden in deze paragraaf kort omschreven. Brede groene dijk Een brede groene dijk is een dijk met een flauw talud, voorzien van een relatief dikke laag klei. De dijk is begroeid met gras. De pilot Brede groene dijk onderzoekt of die laag klei duurzaam lokaal gewonnen kan worden uit polder, kwelder of zee. Aan welke eisen moet klei en slib voldoen en welke kleirijpingsstrategieën zijn noodzakelijk om klei en slib te winnen en te verwerken in een dijk? De verwachting is dat gebruik van lokaal gewonnen klei tot kostenbesparingen leidt en daarmee mogelijk een alternatief vormt voor traditionele dijkversterkingen met onder andere steenasfaltbekledingen. Dijk met voorland Uit studies is gebleken dat voorland mogelijk een golfreducerende werking heeft. Hoewel voorland dus de waterveiligheid kan vergroten wordt het momenteel slechts beperkt meegenomen bij ontwerp en toetsing van de dijk. Hiervoor zijn twee redenen. Ten eerste zijn de effecten van voorland nog niet in de praktijk gemeten. Ten tweede vallen grote delen van de voorlanden buiten het beheer van de waterschappen. Voordat de waterschappen de voorlanden kunnen meenemen in de toetsing moet er praktijkervaring met de effecten worden opgedaan en wordt onderzocht hoe de voorlanden opgenomen kunnen worden in toets- ontwerp- en beheerinstrumentarium. Het onderzoek geeft meer duidelijkheid over de effectiviteit van voorlanden met betrekking tot de waterveiligheid en over aanvullende maatregelen die de waterveiligheid verder kunnen vergroten. Het proces en de afspraken die waterschap, kweldereigenaren en kwelder- en natuurbeheerders moeten maken om het voorland onderdeel te maken van de toetsing van de dijk worden onderzocht en beschreven. Uniform instrumentarium voor toetsing, ontwerp en beheer wordt ontwikkeld. Op veel plaatsen langs de Waddenzeekust liggen al voorlanden of kan eenvoudig voorland gecreëerd worden. Wanneer voorlanden volledig kunnen worden meegenomen bij de toetsing van de dijk, levert dit een kostenbesparing op ten opzichte van een traditionele versterking. Bovendien WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 24 van 58

25 wordt ruimte bespaard en kan een voorland verscheidene ecosysteemdiensten leveren. Wel dienen mogelijke (extra) beheerkosten in beeld te worden gebracht. Rijke dijk Traditionele dijken langs de Waddenzee hebben meestal een asfaltbekleding. Dit zorgt voor een harde en gladde overgang tussen zee en dijk. Planten en dieren kunnen zich moeilijk hechten aan deze bekleding. Het basisprincipe van de Rijke dijk is een natuurlijkere overgang tussen de zee en de dijk. In het onderzoek wordt een aantal vragen beantwoord. 1. Welke maatregelen en materialen dragen bij aan natuurvriendelijke overgangen en wat is het effect op de sterkte van de dijk? 2. Wat is de (maatschappelijke) meerwaarde en hoe vertaalt dit zich in kosten en baten? 3. Welke locaties langs Dijkring 6 zijn geschikt voor het toepassen van dit concept? Om een antwoord te vinden op deze vragen wordt een pilotproject Rijke dijk gestart. De verwachting is dat door een ruwer oppervlak en een flauwer talud aan de buitenzijde de vestigingsmogelijkheden voor planten en dieren verbeteren, de golfoploop vermindert en de stabiliteit van de dijk verbetert. Dit is positief voor zowel waterveiligheid als ecologie. Net als bij de Dijk met voorland worden de (extra) beheerkosten in beeld gebracht. Overslagbestendige dijk Een verhoging van de dijkkruin vraagt bij traditionele oplossingen extra ruimte. Niet overal is die extra ruimte beschikbaar. Bij een Overslagbestendige dijk wordt het toegestane overslagdebiet verruimd. Het profiel hoeft dan niet ingrijpend te veranderen, op voorwaarde dat de dijk het extra overslaande water kan verwerken zonder dat er een bres in de dijk ontstaat. Dit kan door de bekleding van de kruin en het binnentalud te versterken en eventueel het binnentalud ook enigszins te verflauwen. Het watersysteem (landinwaarts) moet het extra water kunnen opvangen. Het onderzoek geeft inzicht in de omvang, de frequentie en de effecten van overslag. De kansen en risico s worden geïnventariseerd en de technische aspecten zoals toe te passen materialen en het ontwerp van het binnentalud worden uitgewerkt. Tot slot brengt het onderzoek de maatschappelijke meerwaarde en acceptatie van een Overslagbestendige dijk in beeld. Een kostenbatenanalyse rondt het onderzoek af. Doordat nauwelijks extra ruimte en (schaarse) grondstoffen nodig zijn, is de Overslagbestendige dijk duurzaam in bouw. Het concept biedt bovendien de kans de ruimtelijke verschijningsvorm van een bestaande dijk te vernieuwen zonder de cultuurhistorische waarde van het omliggende landschap aan te tasten. Een groene uitstraling behoort tot de mogelijkheden door te kiezen voor een bedekking met vegetatie. Geulmanagement De morfologie van de Waddenzeebodem is voortdurend in ontwikkeling onder invloed van het getij en menselijk handelen. Getijdegeulen verplaatsen zich op een aantal locaties richting het land. Als hier niets aan gedaan zou worden, zou dit de belendende dijken ondermijnen. In de huidige situatie wordt daarom het onderwatertalud versterkt met hard materiaal (meestal staalslakken of stortsteen). Dit zijn echter tijdelijke en bovendien kostbare en niet-natuurvriendelijke oplossingen. Daarnaast speelt er een beheervraagstuk. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de geulen, de waterschappen zijn verantwoordelijk voor het beheer van de dijk. Geulmanagement heeft betrekking op beide. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 25 van 58

26 De hoofddoelstelling van het onderzoek Geulmanagement is om met de betreffende beheerders een convenant af te sluiten over het beheer van de geulen in relatie tot de waterkering. Aan de hand van één of meerdere fysieke pilots en aanvullend onderzoek wordt ervaring opgedaan over de toepasbaarheid van het concept Geulmanagement in geulen in de Waddenzee langs Dijkring 6. De verwachting is dat effectief Geulmanagement kostenbesparend werkt in het beheer en onderhoud van dijken. Dubbele dijk Het principe van de Dubbele dijk is dat niet één, maar twee dijken de veiligheid van het achterland waarborgen. Daarbij wordt één van beide keringen als primaire kering beschouwd. Tussen beide dijken ontstaat een nieuwe zone die kan worden ingericht voor landbouw, natuur en/of recreatie. Uitgaande van de bestaande (primaire) kering kent het concept drie varianten; 1) bestaande dijk met achterlandkering, 2) bestaande Dijk met voorlandkering of golfbreker en 3) bestaande dijk met ervoor liggende schermdijk. Onderzoek naar de toetsingscriteria en het ontwerp van de Dubbele dijk staat centraal in het onderzoek. Vervolgvragen zijn: welke gebruiks- en beheervormen zijn mogelijk voor de secundaire kering en het gebied tussen beide keringen? Past het concept binnen de bestaande wet- en regelgeving, bijvoorbeeld Natura 2000?. Het onderzoek wordt afgerond met een analyse van de maatschappelijke meerwaarde en van de positieve en negatieve neveneffecten van een Dubbele dijk. In een pilot wordt ervaring opgedaan met de inhoudelijke en de procesmatige aspecten. Door het toepassen van het dubbele-dijk-concept kan de stabiliteit van de dijk op termijn toenemen. Door de opslibbing van het voor- en /of achterland wordt de dijk robuuster en zijn de kosten voor toekomstige dijkversterkingen lager. Daarnaast biedt een dubbele kering extra restveiligheid. Als de hoofdkering bezwijkt, kan de tweede kering als extra slot op de deur fungeren om overstroming tegen te gaan. Dit is een vorm van meerlaagse veiligheid. Multifunctionele dijk In het concept Multifunctionele dijk worden verschillende maatschappelijke functies gecombineerd met de primaire beschermende functie van een dijk. Hierbij kan worden gedacht aan het opwekken van duurzame energie (bijvoorbeeld windturbines, zonnepanelen en getijdencentrales), functies in het dijklichaam zelf (bijvoorbeeld restaurant, hotel, parkeergarage), bebouwing en begroeiing op de dijk (bijvoorbeeld woningen, hotels, parkeren) en toegankelijkheid voor toeristen en recreanten (bijvoorbeeld padenstructuren, uitkijkpunten). De aanleiding voor een Multifunctionele dijk zit veelal in de wensen en plannen vanuit de omgeving. De dijk is vanwege haar ligging voor veel partijen een aantrekkelijk object voor diverse ontwikkelingen. Het onderzoek verschaft inzicht in de technische haalbaarheid, de waterkerende functie en de maatschappelijke meerwaarde van een Multifunctionele dijk. De mogelijkheden en beperkingen van wet- en regelgeving en potentieel geschikte locaties voor een Multifunctionele dijk langs Dijkring 6 worden onderzocht. Hoe is het werk- en omgevingsproces ingericht om tot een Multifunctionele dijk te komen? De toegevoegde waarde van de Multifunctionele dijk is met name te vinden in de koppelmogelijkheden met andere ontwikkelingen in het gebied en daarmee gepaard gaande mogelijkheden aanvullende financiering te vinden voor de dijkversterking. Tegelijk wordt met de Multifunctionele dijk een handreiking gedaan naar verschillende partijen voor wie de dijk een interessant object is voor ontwikkelingen. Dit zorgt voor een dynamisch proces met diverse stakeholders en voor extra draagvlak! WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 26 van 58

27 Gras- en kleibekledingen In heel Nederland, ook in Dijkring 6, zijn veel dijktrajecten waarvan de grasbekleding is afgetoetst. Uit lopend onderzoek (WTI onderzoeksproject: bekledingen en reststerkte bij overslag op binnentaluds) blijkt dat grasbekledingen beter bestand zijn tegen golfoverslag dan tot nu werd aangenomen. In het POV-W-onderzoek worden de huidige grasbekledingen geïnventariseerd en wordt de afgekeurde grasbekleding vergeleken met het gras op de goedgekeurde dijksecties. De bestaande graszoden worden gecategoriseerd overeenkomstig het concept-wti 2017 en er worden nieuwe toetsregels ontwikkeld. Er worden proefvakken aangelegd met nieuwe grasmengsels en meerjarig gemonitord. De resultaten van het onderzoek kunnen leiden tot een kleinere versterkingsopgave of tot het sneller en goedkoper realiseren van dijkverbeteringen. Asfaltbekledingen Op de dijken langs de zee, rivieren en meren in Nederland ligt zo n 500 km aan asfaltbekleding. Deze bekleding is in het verleden toegepast omdat ze sterk is, relatief goedkoop, en snel aan te leggen. Veel asfaltbekleding (80%) is ouder dan 30 jaar en begint mankementen te vertonen. Een aantal kilometers asfalt is inmiddels afgekeurd en er volgt de komende jaren meer, gezien de leeftijdsopbouw van het areaal. De materiaalsamenstelling en de technieken op het gebied van asfaltbekleding op dijken zijn de afgelopen decennia weinig veranderd. Het onderzoek richt zich op de oorzaken van de degeneratie van asfalt, het opstellen van een nieuwe ontwerpleidraad, het ontwikkelen van nieuwe asfaltmengsels en funderingen en het aanleggen en meerjarig monitoren van proefvakken. Het resultaat is een pakket van functionele eisen en bijbehorende testmethoden dat meer ruimte geeft aan verbeteringen van asfaltbekleding van dijken. Dit kan leiden tot bekledingen die sterker en/of slanker zijn of een langere levensduur hebben. Steenbekledingen Er is in het verleden veel Noorse steenzetting aangebracht langs Dijkring 6. Een deel van deze bekleding is inmiddels afgekeurd. In de gehanteerde rekenmodellen worden parameters gebruikt voor de overgangen tussen harde bekledingen (steen naar asfalt of steen naar steen). Het vermoeden bestaat, dat deze parameters in de modelleringen te veel gewicht hebben, waardoor steenzettingen onnodig worden afgekeurd of te zwaar worden gedimensioneerd. Voor de veelvuldig voorkomende overgangen van harde constructies (bekledingen, deksloven, trappen, bebouwing e.d.) naar grasbekledingen ontbreken toets- en ontwerpregels. Het onderzoek richt zich op het inventariseren van Noorse steenzetting en het aanscherpen van de toetsmethode, het verbeteren van de rekenmodellen voor de stabiliteit van steenzettingen bij overgangsconstructies en het Inventariseren van de problemen bij de overgangen van harde naar zachte bekledingen. De nieuwe toetsmethode kan de totale verbeteringsopgave verkleinen. Dijkvakken die net onvoldoende zijn beoordeeld kunnen door een hertoetsing alsnog worden goedgekeurd. Risicoanalyse HR-modellen inclusief secundaire belastingen De maatgevende belasting voor de waterkering is afhankelijk van de in de rekenmodellen gehanteerde bodemgeometrie (bodemniveau, positie platen en geulen), de gevolgen van kleinschalige weerseffecten, de mate waarin de fysica in de hydrodynamische modellen is WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 27 van 58

28 ondergebracht en de tweede-orde-effecten. Deze factoren zijn van wezenlijk belang voor het goed kunnen dimensioneren van een waterkering. Om meer zekerheid te krijgen over de robuustheid van bestaande en te versterken waterkeringen, is begrip nodig van de gevolgen van onzekerheden in de rekenmodellen. Het is niet uit te sluiten dat naast een maximale waterstand en een maximale golfbelasting bij een bepaalde waterstand, ook andere belastingen (zoals langsstromingen en geulen) van wezenlijk belang zijn voor het dimensioneren van een waterkering. Het onderzoek bestaat uit een literatuuronderzoek, data-inventarisatie en modelonderzoek. Nieuwe dijken kunnen exacter ontworpen worden. Tijdens het onderzoek worden mogelijk relevante secundaire belastingen geïnventariseerd en wordt het relatieve effect van deze belastingen op de dimensionering en toetsing van waterkeringen vastgesteld. Voor een aantal geselecteerde belastingen wordt aangeven hoe deze in het ontwerp- en toetsinstrumentarium moeten worden meegenomen. Met het resultaat wordt voorkomen dat bestaande dijken onterecht worden goed- of afgekeurd. Nieuwe dijken kunnen exacter ontworpen en goedkoper aangelegd worden. Effectiviteit voorlanden De aanwezigheid van een (voldoende hoog en breed) voorland voor een dijk kan de hydraulische belasting op de achterliggende dijk verminderen. Door dit gunstige effect expliciet mee te nemen neemt de berekende sterkte van de totale waterkering toe en kan noodzaak om een dijk te versterken wegvallen of kan (ten opzichte van de situatie zonder voorland) een minder zware dijkversterking voldoende zijn. Ook kan mogelijk een waterkering met voorland worden ontworpen die niet alleen waterkering-technische voordelen heeft maar ook meerwaarde heeft op ander gebied. Kennis over de effectiviteit van voorlanden is dus cruciaal. Dit onderzoek moet inzicht geven in het effect van een voorland op de maatgevende belasting van de achterliggende waterkering. Er wordt een toetsingsprotocol en een procedure voor het ontwerp van een voorland ontwikkeld. De bestuurlijke en beheersmatige consequenties worden in beeld gebracht en beschreven. Wanneer voorlanden volledig kunnen worden meegenomen bij de toetsing van de dijk levert dit een kostenbesparing in de aanleg op ten opzichte van een traditionele versterking. Wel moeten de (extra) beheerkosten in beeld worden gebracht. 4.6 Bundeling van onderzoeksplannen Binnen de procesinnovaties, productinnovaties en hydraulische randvoorwaarden zijn afzonderlijke onderzoeksvoorstellen ontwikkeld. Bij de verdere uitwerking is gebleken dat het efficiënt is bepaalde onderzoeksplannen te bundelen in één onderzoek. Zo wordt de procesinnovatie Dijk met voorland gekoppeld aan het HR-onderzoek Effectiviteit voorlanden en wordt de procesinnovatie Brede groene dijk gekoppeld aan het onderzoek Gras- en kleibekledingen. De drie projectteams krijgen de opdracht de genoemde onderzoeken gecombineerd uit te voeren. 4.7 Koppeling onderzoeksvragen aan HWBP-projecten De onderzoeksplannen (procesinnovaties, productinnovaties en hydraulische randvoorwaarden) zijn verdeeld over en toegewezen aan één van de drie deelnemende waterschappen op basis van de meest voor de hand liggende locatie voor een bepaalde innovatie (lokale omstandigheden), bundeling van onderzoeken of lopende en op te starten HWBP-projecten. Op basis van de landelijke programmering (zie hoofdstuk 2) is de volgende verdeling gekozen. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 28 van 58

29 Tabel 8: Overzicht toewijzing onderzoeken Waterschap HWBP project Onderzoek Innovatie-spoor Waterschap Brede groene dijk (Dollard)* 1. Brede groene dijk Proces Hunze en Aa s Brede groene dijk (Dollard)* 2. Gras- en kleibekledingen Product Eemshaven Delfzijl 3. Steenbekledingen Product 4. Risicoanalyse HR-modellen HR Waterschap Eemshaven Delfzijl 5. Rijke dijk Proces Noorderzijlvest Eemshaven Delfzijl 6. Dubbele dijk Proces Eemshaven Delfzijl 7. Overslagbestendige dijk Proces Lauwersmeer - Vierhuizergat 8. Geulmanagement Proces Wetterskip Fryslân Koehool West Holwerderpolder 9. Asfaltbekledingen Product 10. Multifunctionele dijk Proces Koehool West Holwerderpolder 11. Dijk met voorland Proces 12. Effectiviteit voorlanden HR HR * De Brede groene dijk is een apart pilotproject binnen het HWBP. Het grote voordeel van deze werkwijze is dat innovaties direct binnen een project worden onderzocht. Een nadeel is dat de genoemde projecten zelf niet (optimaal) profiteren van de innovaties. 4.8 Planning De planning van de POV-W fase 2 wordt bepaald door de doorlooptijd van de individuele onderzoeksplannen en de daarbij behorende pilots en monitoring. De monitoring van sommige onderzoeken loopt door tot in In het volgende schema is een voorlopige planning weergeven. In bijlage 4 is de PPI planning weergegeven. Tabel 9: Globale planning POV-W fase2 e.v. globale planning fase 2 POV-W Onderzoeksplannen Innovatie WS 1. Brede groene dijk Proces inn. H&A 2. Gras- en kleibekledingen Product inn. H&A 3. Steenbekledingen Product inn. H&A 4. Risico Analyse HR modellen HR H&A e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 5. Rijke dijk Proces inn. NZV 6. Dubbele dijk Proces inn. NZV 7. Overslag bestendige dijk Proces inn. NZV 8. Geulmanagement Proces inn. NZV (langjarige monitoring effecten vooralsnog buiten scope) 9. Asfaltbekledingen Product inn. WF 10. Multifunctionele dijk Proces inn. WF 11. Dijk met voorland Proces inn. WF 12. Effectiviteit voorland HR WF rapportages eind POVW 2e 3e = koppeling met HWBP-project Fase A: Startfase Fase B: Inventarisatie en analyse Fase C: Casestudy / Meten in de praktijk / Pilot Face D: Monitoring Fase D: Evaluatiefase 4.9 Kosten Voor de POV-W fase 2 is een kostenraming volgens de SSK systematiek opgezet. Naast een raming voor de algemene programmakosten zijn deelramingen voor de twaalf onderzoeksplannen gemaakt. De SSK-raming sluit op een totaalbedrag van inclusief btw. De volledige SSKraming is in bijlage 5 opgenomen. De geraamde kosten overstijgen het beschikbare budget. In mei 2014 is een beschikking afgegeven voor een bedrag van inclusief btw. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 29 van 58

30 Voor de dekking van de kosten wordt gebruik gemaakt van verschillende bronnen. Een deel van de onderzoeksvragen en pilots zijn gekoppeld aan (op te starten) HWBP-projecten, zie ook paragraaf 4.7. De kosten voor deze onderzoeken en pilots, totaal geraamd op , worden opgenomen in de subsidieaanvragen voor de (voor)verkenning van deze HWBP-projecten. Voor de pilot Geulmanagement wordt deels externe financiering voorzien, grote De overige kosten, totaal , komen voor rekening van de POV-W fase 2. Samengevat ontstaat de volgende financiering voor de POV-W fase 2. Tabel 10: Financieringsoverzicht fase 2 A B C D E=A+B+C+D F G H=E-F-G deel ten laste van verkenning totaal begroting deelproject volgens SSKsyst totaal bedrag POVW aan te vragen fase 2 kosten en risico risico sfase kosten inzet uren uren reservering reservering HWBPprojecten subs Verkenning Innovatie budget WS gekoppeld aan project eigen org. (WS) derden deelproject deelproject derden / benoemd onbenoemd 1 Brede groene Dijk Proces inn./product inn.h&a Pilot Brede groene dijk Gras- en kleibekleding Product innovatie H&A Pilot Brede groene dijk Eemshaven - Delfzijl 3 Steenbekleding Product innovatie H&A Risico Analyse HR modellen 1A HR H&A Risico Analyse HR modellen 1B HR H&A Risico Analyse HR modellen 1C HR H&A Risico Analyse HR modellen 1D HR H&A Rijke Dijk Proces innovatie NZV Eemshaven - Delfzijl Dubbele Dijk Proces innovatie NZV Eemshaven - Delfzijl Overslag bestendige Dijk Proces innovatie NZV Eemshaven - Delfzijl Geulmanagement Proces innovatie NZV Lauwersmeer-Vierhuizergat Asfaltbekleding Product innovatie WF West Holwerderpolder Multifunctionele dijk Proces innovatie WF Dijk met voorland Proces innovatie WF West Holwerderpolder Effectiviteit voorland HR WF West Holwerderpolder Natura Omgevingsmanagement Programmamanagement benoemde projectoverstijgende risico's onbenoemde projectoverstijgende risico's totaal generaal In het voorjaar van 2014 is een beschikking voor de POV-W afgegeven van inclusief btw. Er is toen afgesproken dat bij de indiening van het plan van aanpak voor fase 2 een herbeschikking wordt opgesteld. Tijdens fase 1 van de POV-W is inclusief btw uitgegeven (zie hoofdstuk 3.7). Op basis van het plan van aanpak voor fase 2 is de raming geactualiseerd. Het aandeel in de kosten voor de POV- W fase 2 bedraagt inclusief btw. De kosten voor de gehele POV-W (fase 1 en fase 2) bedragen hiermee inclusief btw ( ). Dit betekent een verhoging ten opzichte van de vigerende beschikking van ( ). Deze verhoging is ontstaan doordat voor fase 2: er meer onderzoeksplannen zijn opgenomen in het plan van aanpak (12 in plaats van 6). De ramingen van de twaalf onderzoeksplannen zijn in detail uitgewerkt, meerkosten totaal er een beter onderbouwd risicodossier beschikbaar is. De totale risicoreservering neemt daardoor toe met de raming van de overige kosten voor Programmamanagement ten opzichte van het plan van aanpak fase 1 zijn verhoogd met , inherent aan de toename van de onderzoeksplannen. Financiering binnen op te starten dijkversterkingsprojecten Het totale pakket van onderzoeksplannen voor fase 2 omvat In overleg met de programmadirectie, hebben we afgesproken, dat een deel van dit pakket gekoppeld wordt aan geprogrammeerde dijkversterkingsprojecten binnen dijkring 6. Dit deel omvat (zie tabel 11). Deze kosten worden meegenomen in de opzet van de plannen voor de te onderscheiden projecten (zie onderstand overzicht). Voor dit deel van de onderzoeksplannen geldt de afspraak dat WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 30 van 58

31 deze kosten worden gemaakt voor innovatieve oplossingen en derhalve in aanmerking komen voor 100% vergoeding vanuit de dijkenrekening. Tabel 11: gekoppelde dijkversterkingsprojecten HWBP project Onderzoek Bedrag Totaalbedrag Brede groene dijk (Dollard)* Brede groene dijk Gras- en kleibekledingen Eemshaven Delfzijl Gras- en kleibekledingen Rijke dijk Dubbele dijk Overslagbestendige dijk Lauwersmeer - Vierhuizergat Geulmanagement Koehool West Holwerderpolder Asfaltbekledingen Dijk met voorland Totaal * De Brede groene dijk is een apart pilotproject binnen het HWBP Resultaat onderzoeken kansrijke oplossingsrichtingen Het eindresultaat van de POV-W verschilt wezenlijk van dat van een projectverkenning. Het belangrijkste verschil is dat de POV-W niet leidt tot een voorkeursalternatief, maar duidelijkheid geeft over kansrijke oplossingsrichtingen. De meerwaarde bestaat uit tijdwinst, een steviger (bestuurlijk) draagvlak, toekomstbestendigheid en reductie van de levenscycluskosten. De resultaten van de POV-W worden meegenomen in de verkenningen van (toekomstige) dijkversterkingsprojecten. De uitkomst van een onderzoek kan ook negatief zijn, dat wil zeggen dat de innovatie niet of onvoldoende kansrijk is. Het onderzoek is geslaagd, maar het beoogde resultaat (voor de stakeholders) is niet behaald. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 31 van 58

32 5. Samenwerking Dijkring 6 en HWBP Dit hoofdstuk beschrijft de governance van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en de organisatie van de samenwerking tussen waterschap Noorderzijlvest, waterschap Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân voor het HWBP. De POV-W is het eerste programma dat in deze samenwerking wordt opgepakt. 5.1 Governance Hoogwaterbeschermingsprogramma De hoofdlijn voor de governance is dat de minister van Infrastructuur en Milieu (IenM) verantwoordelijk is voor het programma en dat de beheerders verantwoordelijk zijn voor de afzonderlijke projecten. Op programmaniveau ligt de focus op de doelmatigheid van het programma als geheel. De minister legt hierover verantwoording af aan de Tweede Kamer. Voor beheerders (waterschappen) ligt de focus op de doelmatigheid van de maatregelen. De portefeuillehouder van het waterschap legt hierover verantwoording af aan het algemeen waterschapsbestuur. De samenhang tussen het landelijke programma en de investeringsprojecten is echter groot: de projecten dragen bij aan het realiseren van het programmadoel: veilige primaire keringen. Naast de investeringsprojecten (waarin ook ruimte is voor innovatie) heeft het programma ook specifieke aandacht voor innovatie. Hiervoor is een projectoverstijgende verkenning een goed instrument. Landelijke stuurgroep Het Hoogwaterbeschermingsprogramma wordt aangestuurd door een stuurgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van het ministerie van IenM en de waterschappen. De stuurgroep is eindverantwoordelijk voor het programma, stuurt de (ambtelijke) programmadirectie aan en beslist, binnen de kaders van het Bestuursakkoord Water en de wet- en regelgeving waarin de afspraken van dit bestuursakkoord zijn verankerd. De samenstelling van de stuurgroep is in lijn met de afspraken uit het Bestuursakkoord Water. Het Rijk wordt zowel in de beleidsrol als in de uitvoerende rol op het hoogste niveau vertegenwoordigd, waarbij de directeur-generaal (DG) van Rijkswaterstaat als trekker fungeert. De waterschappen worden collectief vertegenwoordigd door de portefeuillehouder Waterkeringen in het bestuur van de Unie van Waterschappen (UvW), samen met één dijkgraaf. Programmadirectie De programmadirectie is als ambtelijk opdrachtnemer gemandateerd door de stuurgroep, en hiermee bevoegd voor het uitvoeren van zijn taken binnen de vigerende wet- en regelgeving en het programmaplan. Het directieteam bestaat uit een programmadirecteur, een directeur programmeren en samenwerking en een directeur bedrijfsvoering. Uniecommissie Waterkeringen Ter voorbereiding van de stuurgroep dienen twee parallelle sporen, te weten de Uniecommissie waterkeringen en het Directeurenoverleg. Voor de bestuurlijke onderwerpen ter uitvoering van het Bestuursakkoord Water en de Waterwetgeving bereidt de Uniecommissie Waterkeringen van de UvW de standpunten voor over beleidsmatige onderwerpen. De portefeuillehouder/dijkgraaf is hiervoor de spreekbuis. De werkgroep Waterkeringen van de UvW vervult een adviserende rol voor de commissie. De bestuurlijke en/of beleidsmatige voorbereiding binnen IenM van besluiten in de stuurgroep kan plaatsvinden in de reguliere bilaterale overleggen tussen de directeuren-generaal van Ruimte en Water en van Rijkswaterstaat. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 32 van 58

33 Directeurenoverleg Voor de uitvoering en doorontwikkeling van het programma treedt een gezamenlijk directeurenoverleg als adviseur van de stuurgroep op. Het directeurenoverleg heeft het mandaat van de stuurgroep om alle op de doelmatige uitvoering van het programma gerichte beslissingen voor te bereiden en producten vast te stellen. De eindverantwoordelijkheid blijft bij de stuurgroep. De samenstelling van het directeurenoverleg is in lijn met de samenstelling van de stuurgroep. Het Rijk wordt vertegenwoordigd door de directeur Algemeen Waterbeleid en Waterveiligheid, de stafdirecteur Netwerkontwikkeling Rijkswaterstaat en een hoofdingenieur-directeur (HID) van Rijkswaterstaat. Daarnaast neemt de directeur van de staf Deltacommissaris deel. De waterschappen bepalen hun vertegenwoordiging op basis van de opgave aan maatregelen, regionale spreiding, mate van financiering en de verbinding met bestaande overleggen. Namens Dijkring 6 neemt de secretaris-directeur van waterschap Noorderzijlvest deel aan het directeurenoverleg. Het voorzitterschap van het directeurenoverleg is belegd bij één van de secretarissen-directeuren van de waterschappen. Programmabeheersingsoverleg Het programmabeheersingsoverleg is samengesteld uit de stafdiensten van het Ministerie van IenM (FMC, HBJZ), de Auditdienst Rijk (ADR), de bestuursstaf Rijkswaterstaat, de beleidsdirectie Ruimte en Water en de waterschappen. Voorzitterschap en secretariaat berusten bij de programmadirectie. Het programmabeheersingsoverleg is het afstemmings- en voorbereidingsoverleg ten dienste van de programmadirectie en het directeurenoverleg. Afbeelding 4: Governance HWBP Opdrachtgevers beheerders Samenwerking Waterveiligheidsprogramma in Control (SWIC) In het voorjaar van 2015 is er een bijeenkomst geweest van de gehele controlkolom die betrokken is bij de beheersing van programma s die deel uitmaken van het Deltaprogramma, dus ook van het HWBP. Dit kennisplatform SWIC, waar het ministerie, het programmabureau en de controlafdelingen van de waterschappen bij betrokken zijn, heeft als doelstelling overlap van werkzaamheden te vermijden, en de gehele controlkolom zodanig te optimaliseren dat er gebruikgemaakt kan worden van bestaande rapportagestructuren. Aanbevelingen vanuit het platform worden zo nodig overgenomen in de rapportage en verantwoordingslijn van POV-W en de betrokken waterschappen. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 33 van 58

34 5.2 Samenwerkingsorganisatie Dijkring 6 POV-W De POV-W is niet direct een investeringsproject, het heeft meer het karakter van een onderzoeksprogramma en kan in dit samenwerkingsverband (SWIC) breed worden opgepakt. De koppeling met de praktijk (pilots) en de (beantwoording van de) onderzoeksvragen is de kern van de deze Projectoverstijgende Verkenning Waddenzeedijken. Onderzoeksvragen worden via bureaustudies en monitoring beantwoord en een aantal dijkconcepten wordt in de praktijk beproefd. Dit gebeurt gekoppeld aan projecten die de komende jaren geprogrammeerd staan voor Dijkring 6 in het programma van het HWBP. Bij de verdeling van de onderzoeksvragen over de waterschappen is gekeken naar de opgaven en ambities van de drie waterschappen, maar ook naar lopende initiatieven uit de omgeving. Door logische koppelingen te maken kan de organisatie en/of financiering doelmatig en efficiënt geregeld worden. De organisatie van de uitvoering van de projecten ligt in beginsel bij het desbetreffende waterschap. De onderzoeksplannen worden vanuit de POV-W begeleid, en gerapporteerd als gezamenlijk product van de samenwerkingsorganisatie van de drie waterschappen, zodat de resultaten ook in elk ander waterschap toegepast kunnen worden. Om de samenwerking optimaal te laten verlopen hebben we een organisatiemodel ontwikkeld (afbeelding 5). Het model en de overlegstructuren worden nader toegelicht in de volgende paragrafen. Afbeelding 5: Organisatiemodel POV-W fase 2 Besluitvorming De kern van het samenwerkingsmodel voor Dijkring 6 is: drie waterschappen werken samen, met behoud van de eigen (bestuurlijke) verantwoordelijkheden. Dit betekent dat de individuele dagelijks besturen van de drie waterschappen besluitvorming inzake de POV-W behandelen. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 34 van 58

35 Daarnaast kent de POV-W een bestuurlijk overleg met drie portefeuillehouders uit de besturen van de noordelijke waterschappen, de Stuurgroep POV-W. Deze stuurgroep wordt ambtelijk aangevuld met de gedelegeerde secretaris-directeur en interne opdrachtgever en met de programmamanager van de POV-W. In dit overleg worden de voortgang van het programma en de bestuurlijke aandachtspunten besproken. Ook wordt de besluitvorming voor de individuele besturen voorbereid. De stuurgroep is integraal verantwoordelijk voor de drie onderzoekssporen te weten hydraulische belasting, productinnovatie en procesinnovatie. Hiermee is de participatie van elk waterschap bestuurlijk geborgd. Voor het creëren van bestuurlijk draagvlak bij provincies, gemeenten en waterschappen voor kansrijke oplossingen in het gebied wordt aangesloten bij het Bestuurlijk Overleg Deltaprogramma Waddengebied (BODW). Dit is de opvolger van de stuurgroep Deltaprogramma Waddengebied. Dit overlegorgaan houdt de vinger aan de pols bij ontwikkelingen in het Waddengebied waar het Deltaprogramma aan ten grondslag heeft gelegen. Het BODW is niet besluitvormend over de POV- W, maar in het BODW heeft de POV-W wel een informerende rol over de voortgang. Daarnaast informeert de POV-W ook andere bestuurlijke structuren, onder andere om draagvlak te creëren (tabel 12). Tabel 12: Overzicht van bestuurlijke stuurgroepen die regelmatig geïnformeerd worden over de POV-W Samenwerking Bestuurlijke structuur Deelnemers Opmerkingen Dijkring 6 - Bestuurlijk overleg Deltaprogramma Waddengebied - prov., gem., wsen. - opvolger van stuurgroep DPW - Bestuurlijk overleg van - 2 keer per jaar Waterschap Noorderzijlvest, Waterschap Hunze en Aa s en Wetterskip Fryslân - ws-en Friesland - De Nieuwe Afsluitdijk - prov., gem, ws - periodieke uitwisseling - Streekagenda Noordwest - prov., gem, ws - Streekagenda Noordoost - Streekagenda Zuidwest - Bestuurlijk overleg provincie Groningen - Bestuurlijk Overleg Lauwersmeer (BOL) - Marconi (Maritieme Concepten In beeld) - Bestuurlijk overleg provincie - Bestuurlijk overleg gemeenten - prov., gem, ws - prov., gem, ws - prov., ws - prov., gem, ws-en - prov., gem, ws-en - prov., ws - gem, ws-en - regulier - regulier - regulier - regulier - regulier - regulier - regulier - regulier Bespreking POV-W met Programmadirectie HWBP Periodiek vindt er bespreking plaats tussen de programmadirectie HWBP en een delegatie van de POV-W (Dijkring 6). Namens Dijkring 6 nemen deel: secretaris-directeur Wim Brenkman, internopdrachtgever Jannes Krol en programmamanager Ate Wijnstra. In deze bespreking worden de voortgang, de financiële mogelijkheden binnen de kaders van HWBP, de onderzoeksopgaven en de resultaten besproken. De secretarissen-directeuren en de lijnmanagers ontvangen hiervan een terugkoppeling. Interne opdrachtgever POV-W en lijnmanagers Het interne opdrachtgeverschap wordt vervuld door Jannes Krol. Hij staat in directe verbinding met de lijnmanagers van de drie samenwerkende waterschappen. De drie managers van de waterschappen zijn Jelmer Kooistra, Atse Numan en Henry Korteschiel. De lijnmanagers en de WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 35 van 58

36 interne opdrachtgever zorgen samen voor de onderlinge verbinding en afstemming tussen de waterschappen. De interne opdrachtgever en de lijnmanagers stemmen structureel af ter bevordering van de onderlinge samenwerking, de capaciteitsplanning, de opleiding in verschillende disciplines, planning, bewaken van de voortgang aan de hand van projectrapportages. Zo nodig initiëren de interne opdrachtgever en lijnmanagers gezamenlijk overleg met de secretarissen-directeuren. Programmateam POV-W Het Programmateam POV-W bestaat uit vertegenwoordigers van de drie waterschappen. De teamleden hebben in de nieuwe organisatiestructuur een dubbele rol (tabel 13). Zij zijn verantwoordelijk voor hun Programmateamrol, maar hebben ook een aansturingsrol voor de onderliggende projectteams. De programmamanager, technisch manager en contractmanager zijn tevens projectleider van de projectteams waarin de onderzoeksplannen worden opgepakt. Deze onderzoeken zijn gekoppeld aan de projecten in de programmering voor de waterschappen (zie tabel 11 op pagina 31). Tabel 13: Het Programmateam en de rollen van de teamleden Programmateamrol Aansturingsrol Persoon Programmamanager Projectleider onderzoeksplannen gekoppeld Ate Wijnstra aan waterschap Noorderzijlvest (projectteam) Technisch manager Projectleider onderzoeksplannen gekoppeld Jan Lammers aan waterschap Hunze en Aa s (projectteam) Contractmanager Projectleider onderzoeksplannen gekoppeld Jan Hateboer aan Wetterskip Fryslân (projectteam) Manager Projectbeheersing begeleiden (in Esther Verkerk programmabeheersing projectteams) Omgevingsmanager Operationeel omgevingsmanagement Marja Pals begeleiden (in projectteams) Programma assistent Rita Warendorp Torringa De aansturingsrol projectleider onderzoeken omvat ook de verbinding met de eigen waterschapsorganisatie (zowel ambtelijk als bestuurlijk). Het Wetterskip Fryslân is evenals in fase 1 de penvoerder van de POV-W. De onderzoekspannen worden door de 3 projectteam onder leiding van projectleiders, respectievelijk de programmamanager, technisch manager en contractmanager uitgewerkt op het niveau van een plan van aanpak op uitvoeringsniveau, waarin de onderdelen, tijd, geld, risico s, bemensing en fasering nader zijn uitgewerkt. In deze (deel)plannen worden per fase (verkenning-, plan- & uitvoeringsfase) de Go-No-Go momenten beschreven. De uitgewerkte deelplannen worden ter goedkeuring voorgelegd het programmateam en integraal gewogen. Om de transparantie te vergroten worden door het programmateam per fase beoordelingscriteria opgesteld. Deze beoordelingscriteria worden gedeeld met de stuurgroep. Aan de hand van deze criteria wordt door het programmateam per fase beoordeeld of we door gaan met het onderzoek.. Het voortzetten dan wel het stopzetten van een onderzoek wordt ter voorbereiding op de besluitvorming in de afzonderlijke DB s voor gelegd aan de stuurgroep. De besluiten binnen het Programmateam worden door de teamleden uitgedragen binnen hun eigen organisatie. Binnen de randvoorwaarden van het Plan van aanpak en de werkwijze van het Programmateam kunnen de individuele teamleden besluiten nemen over de voortgang van hun werkzaamheden. In geval van afwijking van de afgestemde werkzaamheden binnen de rollen of WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 36 van 58

37 onderzoeken wordt teruggekoppeld in het Programmateam. Ook bij budgetoverschrijding doet de verantwoordelijke rolhouder een voorstel aan het Programmateam. Besluiten over deze scopeen/of budgetwijzigingen worden genomen in het Programmateam. Projectteams POV-W De projectleider binnen het Programmateam is de eerstverantwoordelijke voor het organiseren en begeleiden van de toegewezen onderzoeken binnen zijn waterschap. Hij doet dit binnen de programmakaders van de POV-W en is verantwoordelijk voor het resultaat van de toegewezen onderzoeken. Met een vast projectteam begeleidt hij de onderzoeken, waarbij het team afhankelijk van het onderzoek meer of minder externe expertise inzet of deelonderzoeken uitvraagt aan de markt. Ten slotte zijn bij dit soort onderzoeksprogramma s juist de externe stakeholders een inspirerende kracht. Het vaste projectteam heeft een bezetting volgens het IPM-model of een bezetting op maat, afhankelijk van de onderzoeksvragen, en werkt binnen de kaders van het Programmateam. Tijdens het maandelijkse Programmateam-overleg koppelt de projectleider voortgang terug over planning, budget en belangrijkste risico s per project. Eventuele wensen ten aanzien van scope en/of budgetwijzigingen worden in het Programmateam besproken en uitgewerkt voor besluitvorming van de stuurgroep. Meer over projectbeheersing leest u in hoofdstuk 8. De projectteams worden zoveel mogelijk uit waterschapsmedewerkers samengesteld. Hierbij vindt uitwisseling van medewerkers plaats tussen de drie deelnemende waterschappen. Het opleidingsprogramma van het HWBP gaat een belangrijke rol spelen in het opleiden van deze medewerkers. Als de capaciteit van de waterschappen niet toereikend is of de juiste kennis niet aanwezig is, dan kan deze worden ingehuurd. Hiervoor wordt ook De Dijkwerkerspoel benaderd. De Dijkwerkers is een platform met gekwalificeerde waterschappers en medewerkers van Rijkswaterstaat voor projecten op het gebied van waterveiligheid. 5.3 Besprekingen Voor begeleiding en sturing van de POV-W zijn verschillende periodieke besprekingen voorzien. In het onderstaande schema zijn de besprekingen weergegeven. Tabel 14: Overzicht reguliere besprekingen Bespreking Frequentie opmerkingen Stuurgroep (portefeuillehouders) Minimaal 3 x per jaar Afhankelijk van besluiten en voortgang resultaten vaker POV-W + Programmadirectie HWBP Minimaal 3 x per jaar Afhankelijk van besluiten en voortgang resultaten vaker Interne opdrachtgever + lijnmanagers Minimaal 2 x per jaar Mogelijk vaker bij escalatie Interne opdrachtgever + Programmamanager Programmateam POV-W 1 x per 2 maanden 1 x per maand Projectteam onderzoeksvragen 1 x per maand Afhankelijk van de onderzoeksvragen De secretarissen-directeuren ontvangen van de stuurgroep en de besprekingen met de programmadirectie een terugkoppeling. Per kwartaal wordt een voortgangsrapportage met financiële gegevens opgesteld. Deze wordt verspreid onder de deelnemers van bovengenoemde besprekingen (zie hoofdstuk 8). WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 37 van 58

38 WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 38 van 58

39 Escalatiemodel Als er over een onderwerp geen overeenstemming kan worden bereikt binnen het Programmateam en POV-W dan wordt als volgt gede-escaleerd: De interne opdrachtgever informeert de gedelegeerde directeur en de lijnmanagers. de gedelegeerde directeur consulteert de interne opdrachtgever en de lijnmanagers en informeert de collega-directeuren; de individuele directeuren informeren het eigen dagelijks bestuur. 5.4 Beschrijving rollen Programmateam POV Waddenzeedijken Het Programmateam van de POV-W is niet opgezet volgens het IPM-model. Het is een organisatievorm op maat. Wel zijn de verschillende disciplines belegd en geborgd in het Programmateam (zie ook tabel 13 op pagina 36). Voor een onderzoeksprogramma als de POV-W is dat een werkbare vorm. Afbeelding 6: De verantwoordelijkheden van het Programmateam De programmamanager (tevens projectleider onderzoeksplannen) is primair verantwoordelijk voor het bereiken van het programmaresultaat binnen de vooraf gestelde randvoorwaarden ten aanzien van tijd en geld. Hij wordt hierop aangesproken door de interne opdrachtgever POV-W. De programmamanager stuurt het Programmateam aan, bewaakt de onderlinge raakvlakken binnen het team en zorgt voor het samenbindend leiderschap, dat de spelers tot een team bindt en het teamgevoel versterkt. De programmamanager is de natuurlijke sparringpartner en de intermediair tussen interne opdrachtgevers, stuurgroep, lijn en programma. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 39 van 58

40 De projectleiders in het Programmateam zijn verantwoordelijk voor de technische onderzoeksresultaten van het programma. Om deze verantwoordelijkheid goed te kunnen invullen hoeft de projectleider niet over diepgaande technische kennis te beschikken, maar wel over vakinhoudelijke proceskennis. Juist deze fase wordt specifieke technische onderzoekkennis ingeschakeld in overleg met de contractmanager. De projectleider is verantwoordelijk voor het proces van het tot beantwoording komen van de onderzoekvragen. Vooral in dit soort onderzoeken is hierbij continue aandacht voor risicomanagement en scopebewaking van belang. De projectleider bevordert dat de diverse planologische, de vergunningverleningsprocedures en alle procedures voor het (ver)leggen van kabels en leidingen, vastgoedzaken, schadebehandeling en milieutechnische, archeologische en explosievenonderzoeken ten behoeve van de pilots dijkconcepten worden gekoppeld aan de geprogrammeerde projecten. Waar geen pilots worden gerealiseerd worden de dijkconcepten stand alone opgepakt (zoals de Multifunctionele dijk). De technisch manager (tevens projectleider onderzoeksplannen) verzorgt het algehele technisch management. Hij initieert en bewaakt het gebruik van de vigerende regelingen voor innovatie. De technisch manager is verantwoordelijk voor de brede technisch inhoudelijke inbreng in het gehele programma: van de voorbereiding tot en met de uitvoering van alle onderzoeken. Hierbij werkt hij nauw samen met de omgevingsmanager en de contractmanager. De omgevingsmanager is verantwoordelijk voor de communicatie over en weer en de verbinding met de omgeving (intern en extern) om het onderzoeksprogramma gerealiseerd te krijgen binnen de publiekrechtelijke en privaatrechtelijke randvoorwaarden. De omgevingsmanager houdt zich in deze tweede fase bezig met de maatschappelijke inbedding van het programma en is daarmee intermediair tussen de (programma)organisatie en haar omgeving. De contractmanager (tevens projectleider onderzoeksplannen) binnen het Programmateam is verantwoordelijk voor de beheersing van het proces van contractvorming. Hij initieert, bewaakt en geeft de kaders aan voor de individuele onderzoeksplannen. De contractmanager binnen de individuele projectteams is verantwoordelijk voor de contractvorming voor het onderzoeksplan. Hij zorgt ook voor een contractbeheersplan met HWBP-vereisten en voor de contractuitvoering. De manager projectbeheersing is verantwoordelijk voor de beheersing van het project op de aspecten tijd/planning, geld/budget, kwaliteit, scope en de organisatie van de risicobeheersing. Hij is ook verantwoordelijk voor de voortgangsrapportages en documentbeheersing. De manager projectbeheersing is zowel toetser (primair op het functioneren van het systeem en de interne processen van het programma) als sparringpartner voor de andere Programmateamleden. De programma-assistent ten slotte ondersteunt het Programmateam. De programma-assistent is een continue en verbindende factor in de afwikkeling van het programma. Hij/zij is verantwoordelijk voor de onderlinge afstemming van de afspraken, voor het bewaken van de operationele voortgang (deelproducten, vergunningen, persberichten, programma-gebonden correspondentie) en voor de kwaliteit van de vastlegging van de programmadocumentatie, en vervult de loketfunctie van het programma voor interne disciplines en externe belanghebbenden en organisaties. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 40 van 58

41 6.Omgevingsmanagement Voor de theorie achter de aanpak van het omgevingsmanagement voor de POV-W, verwijzen we naar het Plan van aanpak fase 1 Waddendijk 2.0 POV Waddenzee 1 april We gaan in fase 2 op dezelfde voet verder. Uitleg over het verloop van het proces in fase 1 en de resultaten vindt u in hoofdstuk Stakeholders In deze paragraaf is te lezen wie er een belangrijke rol spelen in de POV Waddenzeedijken. Interne stakeholders De interne stakeholders zijn van groot belang voor de POV-W. Hoewel de drie betrokken waterschappen ieder een eigen bestuur en cultuur hebben, moet er allereerst bij alle drie bestuurlijk draagvlak zijn voor de aanpak en de uitvoering van de POV-fase 2. Vervolgens moet bij de verschillende projectmedewerkers en bij de betrokken medewerkers zowel het project als de SOMaanpak (Strategisch Omgevingsmanagement) geaccepteerd en omarmd worden. Hierbij speelt het cultuurverschil binnen de drie waterschappen een belangrijke rol. De samenwerking is nieuw en iedere projectmedewerker komt vanuit een ander waterschap. Belangrijk is dat interne stakeholders van de waterschappen het belang inzien van de POV-W, en dat ze bereid zijn te onderhandelen met respect en vanuit interesse en wederzijds vertrouwen (conform de gekozen SOM- methodiek). Dit begint al bij de persoonlijke relaties, onderlinge standpunten en belangen. Met de cultuurverschillen en relationele aandachtspunten is rekening mee gehouden bij de ontwikkeling van de POV-W-communicatiestrategie (bijlage 2). Hierin komt ieder waterschap individueel aan bod om nieuws te delen, maar wordt de POV-W als samenwerkingsverband altijd ook genoemd. In fase 1 is geleerd dat het noodzakelijk is om regelmatig contact te hebben, niet alleen met de eerste schil (adviseurs en specialisten vanuit de drie waterschappen) maar ook met de bestuurders en directeuren. Om dit te borgen hebben we gekozen voor een andere opzet van de organisatie in fase 2 zoals te lezen is in Hoofdstuk 5. De eerste schil krijgt een prominente plek in de verschillende projectteams en de interne opdrachtgevers zitten dichter op het project. Daarnaast willen we in fase 2 met enige regelmaat gezamenlijke locatiebezoeken organiseren voor afdelingen/clusters van de betrokken waterschappen, bijvoorbeeld planvorming, beleid en beheer. Dit om te zorgen dat ook de eigen organisaties op de hoogte zijn van de diverse oplossingsrichtingen voor de toekomst waar de POV-W aan werkt en om gelegenheid te bieden mee te denken. Zo worden de oplossingsrichtingen meer bekend binnen de organisaties. Intern opdrachtgever De rol van opdrachtgever namens de drie waterschappen wordt ingevuld door Wetterskip Fryslân (Jannes Krol). Hij is het aanspreekpunt voor de programmamanager van de POV-W van waterschap Noorderzijlvest (Ate Wijnstra). De interne opdrachtgever zorgt samen met de programmamanager van de POV-W voor de onderlinge afstemming tussen de waterschappen. Hiervoor raadpleegt hij de lijnmanagers van Wetterskip Fryslân, waterschap Hunze en Aa s en waterschap Noorderzijlvest (te weten: Atse Numan, Jelmer Kooistra en Henry Korteschiel). Hiermee wordt geanticipeerd op samenwerking in de projecten die in Dijkring 6 de komende jaren worden opgepakt vanuit de landelijke programmering. Bestuurlijke stakeholders Voor de precieze governance (organisatie van het sturen, het verwachtingenmanagement en het toezicht op prestaties) van de Projectoverstijgende Verkenning Waddenzeedijken verwijzen we naar Hoofdstuk 5. Daar wordt toegelicht hoe en wanneer we de betrokken besturen informeren. Dit om WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 41 van 58

42 te zorgen dat alle bestuurlijk belanghebbenden op de hoogte zijn van de voortgang van de POV-W en dat ze tijdens het proces eventuele risico s kunnen signaleren en meedenken over oplossingsrichtingen. Voor het brede bestuurlijke draagvlak van kansrijke oplossingen in het gebied bij provincie, gemeenten en waterschappen wordt in fase 2 gebruik gemaakt van het Bestuurlijk Overleg Deltaprogramma Waddengebied, als opvolger van de stuurgroep Deltaprogramma Waddengebied. Daarnaast worden ook andere bestuurlijke structuren per waterschap benut (zie tabel 11 op pagina 31). Verder wordt per getoetste oplossingsrichting de stakeholderomgeving bepaald door middel van een issueanalyse en een stakeholderanalyse. Op die manier krijgen ook de bestuurlijke stakeholders in de fysieke omgevingen van de pilots/onderzoeken specifieke aandacht. Externe stakeholders In fase 1 was het belangrijkste doel om de (externe) stakeholders in kaart te brengen die invloed hebben op of kennis hebben van kansrijke oplossingsrichtingen. Dit waren dus voornamelijk strategische stakeholders. In fase 1 onderscheidden we extern voornamelijk de volgende deelgroepen: bestuurlijke partijen; regionale overheden en ministeries; marktpartijen, zoals aannemers en adviesbureaus; kennisinstituten, zoals hogescholen en universiteiten; belangenpartijen, zoals (belangen)verenigingen, beheerders, projectgroepen, natuurverenigingen, agrariërs, gas- en zoutwinningsbedrijven etc.; waterschappen. Verder zijn we opgetrokken met Rijksprogramma s die in het Waddengebied al diverse projecten en onderzoeken hebben lopen of afgerond langs Dijkring 6. Het Deltaprogramma Waddengebied en Programma naar een Rijke Waddenzee zijn hiervan de belangrijkste voorbeelden. Het wiel was al uitgevonden en dat hoeft uiteraard niet opnieuw. De Projectoverstijgende Verkenning Waddenzeedijken heeft uitkomsten en adviezen van deze programma s meegenomen in de kansrijke oplossingsrichtingen. Deze oplossingsrichtingen zijn voorgelegd aan een brede groep stakeholders ter bespreking en aanvulling. Ook zijn de onderzoeksplannenonderzoeksplannen in de conceptfase gedeeld met andere waterschappen die met dezelfde problematiek te maken hebben als Dijkring 6. In fase 2 zijn dezelfde (strategische) stakeholders nog steeds van belang, echter de issues veranderen en dus ook de strategie per stakeholder. Deze strategie bepaalt waar de stakeholder staat op de participatieladder en wat de rol in het programma of project is qua intensiteit van betrokkenheid. Denk hierbij aan informeren, participeren tot consensus en empowerment (uitgebreide toelichting zie plan van aanpak fase 1). Dit strategisch omgevingsmanagement blijft een taak van het Programmateam van de POV-W. Daarnaast wordt in fase 2 nagedacht over hoe kansrijke oplossingsrichtingen snel toepasbaar zijn in verkenningen; dit blijven strategische discussies. Hiervoor vinden bijvoorbeeld gesprekken met ministeries, vergunningverleners en beheerders plaats, zowel in de projectomgevingen als in de programmaomgeving. Doordat de POV-W in de uitvoeringsfase komt, komen er naast de strategische omgeving ook fysieke locaties bij. Pilotlocaties en onderzoeksonderwerpen brengen nieuwe (fysieke) omgevingen mee en dus nieuwe stakeholders of nieuwe issues met bestaande stakeholders. Het omgevingsmanagement is daarom in fase 2 anders van opzet dan in fase 1. Regionale WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 42 van 58

43 omgevingsmanagers krijgen een plek in de projectteams en nemen in hun regio het operationele omgevingsmanagement op zich. Ze worden hierin ondersteund en begeleid door het Programmateam. Zie voor verdere toelichting over de organisatie Hoofdstuk Kennisdeling Fase 1 maakte zichtbaar dat er bij veel verschillende partijen belang is bij kennisdeling. Stakeholders willen graag meedenken aan integrale en innovatieve oplossingen en leren van elkaar. Zo hebben we samen met de partijen in fase 1 de oplossingsrichtingen bepaald en de onderzoeksvragen geïdentificeerd. Er is behoefte aan bijeenkomsten om kennis te delen en aan excursies om ervaringen op te doen. Tevens helpt samenkomen wederzijds begrip ontwikkelen voor standpunten en belangen van andere partijen. Zoals al eerder beschreven gaan we in fase 2 voor de medewerkers van de drie betrokken waterschappen bijeenkomsten en excursies organiseren, mede om draagvlak voor de oplossingsrichtingen te creëren. Ook hogescholen en universiteiten hebben aangegeven hier interesse in te hebben om de studenten de kans te geven een kijkje in de keuken te nemen. Zij kijken graag mee bij de verschillende pilots. Tot slot willen we ook andere waterschappen meenemen in het proces van de POV-W en de verschillende pilots die gaan lopen om eventuele kennis te halen of te brengen. Mogelijk zijn er nog meekoppelkansen en/of nieuwe onderzoeksvragen te benoemen. De waterschapmedewerkers werkzaam in de POV-W maken gebruik van de vakdagen en het opleidingsprogramma van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Vooral tijdens het proces delen we voortgang en resultaten met andere waterschappen. We zoeken gedurende de tweede fase aansluiting bij projecten elders in het land met dezelfde onderwerpen als de POV-W. Projectteams die nog in oprichting zijn of in de komende jaren ontstaan, vragen we om contact met ons te zoeken. Hierin kan het HWBP faciliteren met een landelijk overzicht van de onderwerpen die in projecten spelen en in welke fase elk project verkeert. Advies Behalve kennisdeling hebben wij als POV-W ook advies nodig over specifieke onderwerpen binnen de deelprojecten. Hiervoor huren we in sommige gevallen adviseurs in, die (tijdelijk) aansluiten bij het projectteam. 6.3 Proces stakeholdermanagement tijdens POV-W fase 2 De interne stakeholders zijn het startpunt. Wanneer we gedragen uitkomsten willen aan het einde van de POV-W is het van belang om intern de werkwijze en de keuzes te verantwoorden. Met de interne stakeholders bedoelen we: besturen, directie, eerste schil en ook de overige functies binnen de waterschappen zoals beheer, planvorming en beleid. Zij kunnen immers alle in de toekomst met de kansrijke oplossingsrichtingen te maken krijgen. Daarom is in fase 2 gekozen voor een andere organisatie dan in fase 1 (zie toelichting in de hoofdstukken 4 en 5). Het Programmateam POV-W vergadert maandelijks om zo inhoudelijk aansluiting te houden en de risico s en planning van de gehele POV te bespreken. Daarnaast ontstaan er vergaderstructuren binnen de projectgroepen van de verschillende pilots en onderzoeken. Terugkoppeling naar de Projectleiders binnen het Programmateam is minstens één keer per maand, zodat het Programmateam op de hoogte kan blijven van de voortgang en risico s van de deelprojecten. Het POV-Programmateam, inclusief de projectteams, plannen halfjaarlijks een informatie- / voortgangssessie. Verder worden de verschillende disciplines binnen de projectteams periodiek geïnformeerd over de voortgang door het verantwoordelijke Programmateamlid. Ook worden de portefeuillehouders regelmatig bijgepraat op hun eigen waterschap (informeel). Daarnaast zijn er de WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 43 van 58

44 bestuurlijke overleggen. De verbinding met de organisaties vindt plaats doordat medewerkers deelnemen in de projectgroepen (zie hoofdstuk 5 voor een gedetailleerde beschrijving van de organisatie- en overlegstructuur). Verder organiseert de POV met enige regelmaat gezamenlijke locatiebezoeken voor afdelingen van de betrokken waterschappen. Denk aan planvorming, beleid en beheer bijvoorbeeld. Interne stakeholders en onderlinge belangen en verbanden worden gemonitord. Als dat noodzakelijk is wordt gedurende fase 2 de aanpak bijgestuurd. Sinds fase 1 is een stakeholderbestand met alle strategische externe stakeholders opgebouwd. Dit is digitaal beschikbaar voor de omgevingsmanager via SOM SET (zie paragraaf 6.4 producten). Het bestand is gemaakt op basis van issues voor fase 1. Voor fase 2 wordt dit bestand ge-updatet aan de hand van nieuwe strategische issues voor fase 2 van de POV. Het Programmateam van de POV-W doet samen met het omgevingsteam de strategische issue-analyse. Dit proces wordt periodiek herhaald om te zorgen dat de issues up-to-date blijven. In de tweede fase worden pilots uitgevoerd. Deze pilots kennen een eigen omgeving, al dan niet gekoppeld aan geprogrammeerde dijkverbeteringsprojecten. In de drie te onderscheiden projectteams speelt omgevingsmanagement uiteraard een belangrijke rol. Vanuit het Programmateam worden hiervoor de kaders mee gegeven. Het Programmateam maakt ook hierbij gebruik van SOMSET. Belangenmanagement De issue- en stakeholderdocumenten vormen de basis voor de strategie per (cluster) stakeholder(s). De toetsing van de bepaalde strategie vindt plaats in gesprekken met de individuele stakeholders. Hierin ligt de focus op het belang van de stakeholder. In de POV-W fase 2 speelt de dialoog met stakeholders een grote rol. Transparant zijn en contact blijven houden is cruciaal voor het vervolgproces met de stakeholders. Voor dit aspect wordt voldoende tijd ingepland. Dit geldt voor de strategische stakeholders op programmaniveau, maar ook voor de fysieke omgevingen van de onderzoeksprojecten. Om constant zicht te hebben op de belangen en issues die spelen in de verkenning worden de documenten bijgewerkt. Het zijn levende documenten. Prioriteit van een issue en belangen van de gekoppelde stakeholders blijven zo inzichtelijk en up-to-date. Het participatieniveau en de strategie kunnen daar voortdurend op aangepast worden. 6.4 Producten voor stakeholdermanagement POV-fase 2 In de POV-W fase 2 wordt voor het stakeholdermanagement dezelfde methode gehanteerd als in fase 1, met dit verschil dat er inmiddels een digitaal issue- en stakeholderdossier is, genaamd SOM SET. Dit programma is ontwikkeld door WesselinkVanZijst en archiveert de verbanden tussen issues en stakeholders op basis van ingevoerde informatie. Ook bevat het programma een spanningsbarometer en een belangentabel; het systeem filtert daar een omgevingsmonitor uit. SOM SET is eind 2014 in gebruik genomen. Alle informatie die in fase 1 beschikbaar was, is ingevoerd als basis voor fase 2. Bij de start van fase 2 wordt een nieuwe issueanalyse en stakeholderanalyse gemaakt op basis waarvan het systeem wordt bijgewerkt. Gedurende de POV- W komen er issues bij en vallen issues af. Het systeem wordt voortdurend bijgewerkt. Het is een levend document. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 44 van 58

45 Keuze SOM SET De keuze om te werken met dit online-systeem (SOM SET) is om meerdere redenen gemaakt. Ten eerste zijn de gegevens benaderbaar vanaf elke locatie en ieder waterschap. We werken met drie omgevingsmanagers vanuit de verschillende waterschappen aan hetzelfde project. Eerder moesten wij steeds Word- en Excelbestanden heen en weer mailen en bijwerken, met veel risico s voor versiebeheer en vertrouwelijkheid. Ten tweede biedt het programma een helder overzicht. De informatie is goed gebundeld en de tabellen zijn overzichtelijk. Er zijn diverse rapporten te extraheren. Het maakt de spanningen en belangen inzichtelijk per issue en/of stakeholder. Tot slot slaat het programma alle historie op. Het is dus mogelijk om ieder kwartaal de spanningen te vergelijken. Afbeelding 7: Screenshot SOM SET omgeving Drie omgevingen In fase 2 heeft de POV-W met twee groepen stakeholders te maken: haar strategische stakeholders (zoals in fase 1) en de stakeholders per oplossingsrichting (vaak ook horend bij de fysieke omgeving waar een pilot plaats vindt). Om dit werkbaar te maken heeft de SOM SET van de POV-W drie omgevingen: de strategische (programma) omgeving en de operationele omgevingen waarin de projectteams werken (Friesland en Groningen). Op deze manier blijft er overzicht in de strategische omgeving en de uitvoerende omgevingen. Communicatie Verder vinden er per oplossingsrichting regelmatig bijeenkomsten plaats met stakeholders, dit wordt bepaald in de stakeholderstrategie. Dit geldt ook voor de strategische stakeholders voor de POV-W-brede belangen. Er wordt een corporate-website bijgehouden voor de POV-W en er verschijnen digitale nieuwsbrieven. Indien noodzakelijk presenteren we ons op bijeenkomsten en in de pers als POV-W. Bij communicatiemomenten en mijlpalen vanuit de oplossingsrichtingen, dient altijd de POV-W genoemd moeten worden. (Zie ook paragraaf 6.6 Communicatie en Bijlagen communicatie). De resultaten van de POV-W worden uiteindelijk in een rapport gepresenteerd en tijdens een congres. De omgevingsmanager uit het Programmateam is primair verantwoordelijke voor het leveren van deze producten. Hij geeft leiding aan de Projectgroep Omgevingsmanagement, die bestaat uit medewerkers van de drie projectteams. 6.5 Conditionering Het woord conditionering is afgeleid van conditie, in de betekenis van voorwaarde. Het begrip conditionering wordt steeds vaker gebruikt als aanduiding van een aantal voorbereidende processen bij projecten. Deze condities (voorwaarden) moeten vervuld zijn voordat een project in uitvoering kan gaan. Tot de conditionering behoren onder andere de volgende processen: WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 45 van 58

46 aanvragen van vergunningen en ontheffingen in het kader van beheer; verleggen van in de ondergrond aanwezige kabels en/of leidingen; milieukundig bodemonderzoek en bodemsanering; geotechnisch onderzoek; archeologisch onderzoek; planologische aanpassingen; ecologisch onderzoek; onderzoek naar niet ontplofte conventionele explosieven. De Waddenzee is een uniek gebied; de werelderfgoed-status, de bijzondere flora en fauna en de bijbehorende wet- en regelgeving zoals Natura 2000, de PKB Waddenzee, de Natuurbeschermingswet en de verplichting tot milieueffectrapportage (MER) kunnen van grote invloed zijn op de uitwerking van een oplossingsrichting tijdens een individuele projectverkenning. Per oplossingsrichting is in de onderzoeksplannen toegevoegd welke effectenonderzoeken geadviseerd worden. Dit wordt in fase 2 verder uitgewerkt per pilot. Het proces van de pilots draagt bouwstenen aan voor het maken van een stappenplan voor conditionering per kansrijke oplossingsrichting. Voor de gehele POV-W was een algemeen stuk over conditionering opgenomen in het Plan van aanpak fase 1 Waddendijk 2.0 POV Waddenzee 1 april Proces conditionering tijdens fase 2 Per oplossingsrichting is in de onderzoeksplannen toegevoegd welke effectenonderzoeken geadviseerd worden. Dit wordt in fase 2 verder uitgewerkt in de verschillende onderzoeken/pilots. De conditionering die van toepassing is op de diverse oplossingsrichtingen wordt verder uitgewerkt door de Projectteams die de deelonderzoeken uitvoeren. Het Programmateam wordt over de voortgang geïnformeerd en bij eventuele besluiten betrokken. Vraagstukken die bij meerdere deelonderzoeken voorbij komen worden (indien nodig) gekoppeld in het Programmateam. Hiervoor is gekozen omdat conditionering deels locatie gebonden is. Ieder moet zijn eigen procedures doorlopen. Maar overeenkomsten in de processen zijn van belang om vanuit het Programmateam te monitoren. Het proces van de pilots draagt items aan die van belang zijn voor de voortgang van de POV, maar ook voor de projectverkenningen in de toekomst. Natuurregelgeving in de POV Waddenzeedijken In de POV-W komen we in fase 2 zeker in aanraking met de natuurwetgeving. Bij de verschillende oplossingsrichtingen speelt vooral in de dijkconcepten wetgeving, en dus conditionering, een rol. Omdat de POV-W onder andere voor ogen heeft om mogelijkheden in het voorland te onderzoeken, komen we in de regelgeving van Natura 2000 terecht. Voor de Waddenzee spelen Natura 2000 en Kaderrichtlijn Water (KRW) een rol. Bovendien zijn voor de Waddenzee in een gezamenlijk verband met Duitsland en Denemarken afspraken gemaakt over het gebruik en beheer van kwelders binnen het monitoringprogramma Trilateral Monitoring and Assessment Program (TMAP). Al deze regelingen leggen beperkingen op aan het gebruik van deze gebieden, met als doel onder andere het areaal en de kwaliteit van de kwelders te vergroten. Daarnaast zijn in juni 2009 alle onbewoonde delen van de Nederlandse en Duitse Waddenzee, waaronder alle kwelders, tot werelderfgoed benoemd. De conditionering die van toepassing is op de diverse oplossingsrichtingen wordt verder uitgewerkt in de Projectteams die de deelonderzoeken uitvoeren. De POV-W wil naast de specifieke conditioneringsaanpak in de verschillende deelonderzoeken, ook een gemeenschappelijk POV-W-spoor aanhouden omtrent natuurregelgeving. Hiermee willen we WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 46 van 58

47 de voortgang van het innovatieproces van de POV-W stimuleren. We beschrijven de natuurregelgeving waar de deelprojecten mee te maken krijgen wanneer dit tot risico s voor het project leidt. Het proces, de voortgang en de mogelijke oplossingen kunnen anderen in soortgelijke situaties verder helpen. We zijn voornemens een samenwerking met onder andere het ministerie van Economische Zaken aan te gaan als adviseur. In het beginstadium van de diverse deelprojecten kunnen zij adviseren welke oplossingen zouden passen binnen het kader van de regelgeving en waar ze dan aan moeten voldoen of welke opties er zijn voor bijvoorbeeld uitruil van natuurwaarden. Daarbij willen we ook de vergunningverleners vanaf het begin betrekken. Vormgeving en kaders van deze afspraken worden in 2015 opgezet. Gebiedsontwikkelingen en meekoppelkansen In het Waddengebied is een groot aantal ontwikkelingen gaande, waarbij veel partijen een mogelijkheid tot samenwerking zien. Tijdens POV-W fase 2 (de periode ) worden de kansrijke oplossingsrichtingen getoetst aan gebiedsontwikkelingen en wordt ook gekeken of er meekoppelkansen zijn. Er wordt onderzocht of een gebiedsgerichte aanpak (samen met andere partijen) voor de diverse oplossingsrichtingen wenselijk en mogelijk is. Eventuele meekoppelkansen worden dan meegenomen. Voor meekoppelen geldt het uitgangspunt van het HWBP: het koppelen met andere initiatieven mag in principe niet leiden tot vertraging of verhoging van de kosten voor de HWBPopgave. 6.6 Communicatie In 2014 is een strategisch communicatieplan voor de POV-W opgesteld in samenwerking met de communicatieafdelingen van de betrokken waterschappen (zie bijlage 2). Betrokkenheid van de communicatieafdelingen van de waterschappen is voor het slagen van de POV-W en haar deelprojecten van groot belang. Zij zijn een belangrijke interne stakeholder omdat zij zowel toegang tot de interne organisatie (bestuur en medewerkers) hebben, als kennis van de externe omgeving. De Strategisch Omgevingsmanagement-aanpak heeft een sterke communicatiecomponent, daarom is het belangrijk dat de medewerkers van deze afdelingen/cluster goed zijn aangesloten. Zij opereren in de projectomgeving, weten van actuele ontwikkelingen en mogelijke meekoppelkansen en hebben ook kennis van lokale en regionale stakeholders. Tevens zijn de communicatieadviseurs van de waterschappen ervaren en deskundig in het formuleren van een communicatiestrategie. Daarom worden ze ook actief betrokken bij de uitvoering van de communicatiestrategie, zowel op POV-niveau als bij de lokale pilots. De communicatieadviseurs opereren onder regie van de omgevingsmanagers. De Projectgroep Omgevingsmanagement is leidend in het proces, omdat de individuele communicatie met stakeholders de verantwoordelijkheid is van de omgevingsmanagers. Deze kennen de inhoud tot in detail en kunnen dus de belangen en standpunten schetsen. De pilots en onderzoeken hebben elk een eigen projectgroep waar communicatie deel van uitmaakt. De handleiding voor de aanpak van omgevingsmanagement en communicatie is te vinden in het Plan van aanpak fase 2 en advies kan gevraagd worden bij het communicatieteam van de POV-W, te weten: Cora Kuiper (waterschap Hunze en Aa s), Gaby Krikke (waterschap Noorderzijlvest) en Hanneke Nieuwenhuis (Wetterskip Fryslân). De communicatieadviseurs zijn verantwoordelijk voor de corporate communicatie van de POV-W en hebben een adviesrol in de communicatiestrategie van de pilots en onderzoeken. De communicatiestrategie wordt in fase 2 van de POV-W verder in uitvoering gebracht. Corporate communicatie is in handen van het communicatieteam van de POV-W. Tevens zijn zij de adviseurs WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 47 van 58

48 voor hun eigen waterschap aangaande de communicatie voor de pilots en onderzoeken binnen de POV-W. 6.7 Producten communicatie fase 2 In de POV-W fase 1 is een communicatieplan opgesteld door de communicatieafdelingen van de waterschappen, in nauwe samenwerking met de omgevingsmanagers. Dit communicatieplan blijft ook voor fase 2 van kracht (bijlage 2). Voor fase 2 zijn de volgende communicatiemiddelen beschikbaar: een huisstijl: logo (met pay-off), beelden, corporate tekst; een basispresentatie; corporate website; sjabloon voor een digitale nieuwsbrief; banners voor presentaties. Afhankelijk van de ontwikkelingen in fase 2 worden de middelen aangepast of nieuw ontwikkeld. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 48 van 58

49 7. Contractmanagement 7.1 Marktbenadering onderzoeksplannen De onderzoeken naar de kansrijke oplossingsrichtingen zijn de kernactiviteiten van fase 2 van de POV-W. Het contractmanagement tijdens fase 2 is dan ook hoofdzakelijk gericht op de inkoopactiviteiten binnen de verschillende onderzoeken. Een onderzoek doorloopt grosso modo drie fasen: een opstartfase, een inventarisatiefase en een realisatiefase in de vorm van de aanleg van een proefvak of het uitvoeren van een pilot. Iedere fase wordt afgesloten met een fasedocument, waarin het resultaat van de betreffende fase is beschreven en een advies voor (de marktbenadering van) de volgende fase wordt gegeven (go/no-go moment). De markbenadering is per fase verschillend. Opstartfase Werkzaamheden Tijdens de opstartfase wordt de projectorganisatie opgezet. De risico s en de beheersmaatregelen worden benoemd en de belangrijkste issues en stakeholders worden geïnventariseerd. De onderzoeken worden definitief gemaakt en per onderzoeksplan wordt een aanbestedingsstrategie uitgewerkt. Markbenadering De werkzaamheden worden voornamelijk in eigen beheer uitgevoerd. Voor de eventuele inhuur van projectmedewerkers wordt gebruikgemaakt van de raamcontracten van de drie waterschappen. Inventarisatiefase Werkzaamheden Tijdens de inventarisatiefase kan een breed scala aan activiteiten plaatsvinden, variërend van een literatuur- of gebiedsstudie of een analyse van de resultaten van eerdere studies en onderzoeken tot en met het maken van een (functioneel) ontwerp en bestek voor de aanleg van een proefvak. Markbenadering De werkzaamheden worden deels in eigen beheer uitgevoerd en deels uitbesteed aan adviesbureaus, kenniscentra en andere marktpartijen. Voor de marktbenadering wordt gebruikgemaakt van de raamcontracten van de drie waterschappen. Realisatiefase Werkzaamheden Het te realiseren proefvak of de uit te voeren pilot wordt uitgewerkt tot een contract en op de markt gezet. Proeven worden uitgevoerd en gedragingen van nieuwe constructies worden gemonitord. De resultaten worden gerapporteerd aan het Programmateam. Markbenadering Opdrachten worden op de markt gezet op basis van de raamovereenkomsten van de waterschappen of via (openbare) aanbestedingen. Voor het loskrijgen van innovaties uit de markt wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de Piping-verkenning Innovaties uit de markt. Deze verkenning heeft drie kansrijke inkoopvormen opgeleverd: precommercial procurement, design & construct met testfase en design & build contract. Citaat uit de POV-Piping ( Uit een inventarisatie van bestaande methodes, gecombineerd met een discussie met de sector, zijn er drie kansrijke inkoopvormen naar boven gedreven. Met deze drie zou het mogelijk moeten zijn kennis en innovatie uit de markt een plek te geven. Daarbij hebben we gekeken naar de verschillende fases van een idee. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 49 van 58

50 Je hebt bijvoorbeeld ideeën die helemaal nieuw zijn, revolutionair. Het is nog nooit toegepast, niet getest en het idee heeft dus nog geen bewijskracht. Hiervoor stellen we precommercial procurement (PCP) voor. Marktpartijen worden uitgedaagd mee te doen. Overheid, kennis- en marktpartijen investeren gezamenlijk in het ontwikkelen van deze nieuwe wilde ideeën. Voor de tweede inkoopvorm is het idee een stapje verder. De inkoopvorm betreft een design en construct met testfase. Deze vorm biedt de kans om een al verder uitgewerkt idee in de praktijk te testen. De laatste variant is het plan, design en build contract. Het contract behelst planvorming én realisatie in één hand. Hierbij geeft de opdrachtgever de ruimte aan de opdrachtnemer om binnen een gegeven kader, verrassende en creatieve oplossingen toe te passen. De selectie vindt plaats met Best Value Procurement of een concurrentiegerichte dialoog. 7.2 Contractmanagement In het Programmateam is de rol van contractmanager voor het gehele programma belegd. De contractmanager stuurt de marktbenadering in de projectteams op hoofdlijnen en controleert de voortgang. De contractmanager binnen het projectteam is verantwoordelijk voor de beheersing van het hele proces van contractvoorbereiding, eventuele aanbesteding en contractuitvoering met verschillende marktpartijen. Voor dit proces wordt het inkoopplan opgesteld; de daadwerkelijke contractering wordt begeleid op basis van de HWBP-vereisten. Ook hier is nauwe samenwerking met de andere onderdelen binnen het programma essentieel. De drie projectteams zijn, binnen de kaders van het contractmanagement van het Programmateam, verantwoordelijk voor de marktbenadering van de toegewezen onderzoeken. 7.3 Scheiden van belangen Belangenverstrengeling is een actueel bestuurlijk thema. Dienstverleners en adviseurs (bijvoorbeeld ingenieursbureaus) verrichten tegenwoordig zowel in opdracht van marktpartijen als in opdracht van overheidsopdrachtgevers werkzaamheden. Het is noodzakelijk om zorgvuldig om te gaan met de integriteitsvraagstukken die uit deze situatie kunnen voortvloeien. Bij een aanbestedingstraject is er bijvoorbeeld sprake van ontoelaatbare belangenverstrengeling als een onderneming inschrijft die betrokken is bij de beoordeling van de inschrijvingen. Of eventuele adviseurs, onderaannemers en leveranciers hebben voorkennis. Beide situaties leiden tot concurrentievervalsing. De Nota Scheiding van Belang (Rijkswaterstaat, 2007) geeft richtlijnen en maatregelen om belangenverstrengeling tegen te gaan. Hij maakt onderscheid tussen voorkennis door het uitvoeren van (voor)onderzoeken en studies, en betrokkenheid bij de voorbereiding van een aanbesteding zelf. De POV-W heeft samen met veel stakeholders een breed draagvlak gecreëerd voor de kansrijke oplossingsrichtingen. Bij de verdere uitwerking en het uitvoeren van de onderzoeken vraagt het scheiden van belangen veel aandacht. De Nota Scheiding van Belang wordt in fase 2 als leidraad gebruikt (de nota is opgenomen in procedurehandboek, zie bijlage 6). WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 50 van 58

51 8. Programma- en Projectbeheersing 8.1 Algemeen De POV-W omvat in fase 2 de opzet van een programma. Daarom spreken we hier over de programmabeheersing POV-W. De beheersing van dit omvangrijke programma kent een aantal aspecten: het financieel beheer; de planning de kwaliteitsborging; de scope en scopebeheersing; de risicobeheersing; de kosten; de voortgangsrapportage; documentatie en informatie; subsidies. De verantwoordelijkheid voor deze aspecten ligt in beginsel bij de manager projectbeheersing. Voor het opstellen en uitvoeren van de beheers aspecten is echter het gehele Programmateam verantwoordelijk. Dit vloeit voort uit de samenhang van de vijf disciplines die geborgd zijn in het Programmateam. Wetterskip Fryslân is penvoerder voor de POV-W. 8.2 Financieel beheer Voor de POV-W is een procedurehandboek opgesteld. Deze dient als leidraad voor het financieel beheer. Voor de programmabeheersing wordt gebruik gemaakt van het project informatiesysteem Principal Toolbox (PTB) zoals dat in gebruik is bij Wetterskip Fryslân. De volgende onderwerpen zijn daarin opgenomen: prestaties (scope); planning; krediet (=budget) en cashflow prognose; risico s en beheersmaatregelen; financieel overzicht (verplichtingen, boekingen en einde-werk-inschatting voor kosten en uren); actualiteit. Waterschap Noorderzijlvest en waterschap Hunze en Aa s houden een eigen urenadministratie bij en declareren periodiek de geboekte uren volgens een afgesproken uurtarief bij Wetterskip Fryslân. Programma/project control Wetterskip Fryslân is de penvoerder. De periodieke rapportages van de POV-W worden beoordeeld en getoetst door de projectcontroller van Wetterskip. De projectcontroller voert een onafhankelijke toets uit op de realisatie van het project in termen van tijd, geld en kwaliteit, toetst de beheersing van risico s en adviseert aan opdrachtgever, directie en bestuur. Is verantwoordelijk voor het analyseren en signaleren van afwijkingen en toetsen van het aanbestedingsproces op rechtmatigheid. De POV-W is een innovatieproject moet elk jaar wordt een accountantsrapport opgesteld worden. Dit moet voor 1 april ingediend te zijn bij de programmadirectie HWBP. 8.3 Planning Het doel van de planning is het beheersen en sturen van het programma en de deelprojecten op het aspect tijd. De planning wordt bijgehouden in MS-Project, waarbij ook de tijdrisico s uit het WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 51 van 58

52 risicoregister worden toegevoegd. De planning is een vast agendapunt in het periodieke overleg van het Programmateam. Project Planning Infrastructuur (PPI) In de Subsidieregeling HWBP wordt de PPI-methodiek voorgeschreven als planningsmethodiek. De methode gaat uit van probabilistische planning: een planning waarbij de prognose van de uiteindelijke doorlooptijd van het project en de trefzekerheid (uitgedrukt in een marge met bijbehorende betrouwbaarheid) berekend worden onder andere op basis van het risicodossier. Om te controleren of de einddatum van het programma en de deelprojecten nog reëel is, wordt de PPI-planning jaarlijks geactualiseerd. Dit gebeurt onder andere op basis van de voortgang, nieuwe inzichten m.b.t. geraamde doorlooptijden en het actuele risicodossier. Wijzigingen van de planning worden in het Programmateam besproken. Als doorlooptijden wijzigen meldt het Programmateam dit aan de opdrachtgever, het bestuur en de Programmadirectie voor zover de wijzigingen significante invloed hebben op de cruciale mijlpalen. De globale planning van de onderzoeksplannen treft u in hoofdstuk 4.8, de PPI-planning in bijlage Kwaliteitsborging Procedures en audits Om de kwaliteit van de werkprocessen te borgen is in fase 1 een procedurehandboek opgesteld (zie bijlage 6). Hierin zijn de belangrijkste procedures uitgewerkt, waaronder: besluitvormingsprocedure, onder mandaat, kwaliteitsborging producten, document- en versiebeheer. Voor fase 2 wordt deze jaarlijks geactualiseerd. Om de interne processen te toetsen en waar nodig te verbeteren, zijn er interne audits. Voor deze interne audits is in fase 1 een auditplan opgesteld (zie procedurehandboek). De insteek is om 2 keer per jaar een interne audit te laten uitvoeren. De onderwerpen voor deze audits worden in het plan opgenomen. Het plan wordt door de interne opdrachtgever vastgesteld. Kwaliteit Programma- en projectorganisatie Vanuit de Dijkring-6-organisatie zijn medewerkers vrijgemaakt om een professioneel Programmateam te kunnen vormen. Het kennisniveau van de programmaorganisatie en het vervullen van de rollen groeit door uitwisseling van kennis en ervaring met andere waterschappen. Daarnaast wordt er actief deelgenomen aan de door de programmadirectie aangeboden opleidingsmogelijkheden en gebruik gemaakt van faciliteiten van de landelijke HWBP-organisatie. Kwaliteit van de producten van dit programma Om de kwaliteit van dit programma te waarborgen moeten de producten aan een aantal kwaliteitseisen voldoen, deze zijn hieronder beschreven. De controle of voldaan is aan deze kwaliteitseisen wordt gedaan door de 2 e lezers/beoordelaars van de samenwerkende waterschappen. Rapportages Om de kwaliteit te borgen wordt gewerkt met voorgeschreven sjablonen voor de wijze waarop per onderzoek gerapporteerd moet worden over de onderzoeken. De individuele projectteams moeten verantwoording afleggen aan het Programmateam. Na behandeling en goedkeuring in het Programmateam kunnen de rapportages inhoudelijk gedeeld worden met alle stakeholders. Ook ten aanzien van voortgangsrapportages wordt gebruikgemaakt van verplichte rapportagesjablonen (zie procedurehandboek). Het projectteam onderzoeken vult ze per kwartaal in en levert ze aan bij het Programmateam. WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 52 van 58

53 Deze rapportages vormen de basis voor alle geconsolideerde rapportages naar de interne opdrachtgever, besturen van de drie waterschappen en het programmadirectie HWBP. Door deze lijn verplicht binnen het programma voor te schrijven, borgen dat we een consistente en binnen het Programmateam gedeelde informatievoorziening hebben. 8.5 Scope en scopebeheersing De scope van de individuele onderzoeken is beschreven in hoofdstuk 4. Dit is de basis voor de bewaking van de scope tijdens het onderzoek. Elk projectteam rapporteert ieder kwartaal aan het Programmateam. Scopewijzigingen in het onderzoek mogen alleen plaatsvinden nadat ze door het Programmateam zijn geaccordeerd en passen binnen de beschikking (tijd en geld). Als de aanpassing van de scope niet past binnen de verstrekte beschikking, kan ze alleen doorgang vinden na schriftelijke goedkeuring van de programmadirectie HWBP. 8.6 Risicobeheersing Risicomanagement neemt in de HWBP-projecten een belangrijke plaats in. Volgens de risicoverdeling zoals die met het rijk is afgesproken in de subsidieregeling, is de beheerder verantwoordelijk voor de beheersing van praktisch alle risico s. Een goede risicobeheersing is cruciaal om het programma binnen scope, geraamde tijd en kosten uit te voeren en daarbij bruikbare en gedragen resultaten op te leveren. Programmaniveau In het kader van het opstellen van dit Plan van aanpak voor POV-W fase 2 zijn twee plenaire risicosessies geweest met het Programmateam en zijn individuele Programmateamleden over risicobeheersing geïnterviewd. Met de beheersmaatregelen die hieruit naar voren kwamen heeft het Programmateam de 90%-versie van dit Plan van aanpak aangescherpt (zie het risicodossier, bijlage 3). De risico s uit fase 1 zijn geactualiseerd en ook geïncorporeerd in het risicodossier voor fase 2 (bijlage 3). Ook de aanbevelingen over risicomanagement uit de projectspiegel van 15 maart 2015 zijn overgenomen in de uitwerking van het risicodossier en in de aanpak van het risicomanagement. Afbeelding 8: Visie over Programmarisicomanagement WFN Plan van aanpak POVW fase 2 - definitief Pagina 53 van 58

Projectoverstijgende verkenning van innovatieve dijkverbeteringsoplossingen voor de waddenzeedijken. Hiermee kunnen we noodzakelijke verbeteringen

Projectoverstijgende verkenning van innovatieve dijkverbeteringsoplossingen voor de waddenzeedijken. Hiermee kunnen we noodzakelijke verbeteringen Projectoverstijgende verkenning van innovatieve dijkverbeteringsoplossingen voor de waddenzeedijken. Hiermee kunnen we noodzakelijke verbeteringen sneller en goedkoper uitvoeren. WAAROM DEZE POV? De POV

Nadere informatie

Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken. Jan Hateboer, Wetterskip Fryslan Kennisdag Inspectie Waterkeringen Arnhem, 19 maart 2015

Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken. Jan Hateboer, Wetterskip Fryslan Kennisdag Inspectie Waterkeringen Arnhem, 19 maart 2015 Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken Jan Hateboer, Wetterskip Fryslan Kennisdag Inspectie Waterkeringen Arnhem, 19 maart 2015 Hoogwaterbeschermingsprogramma Derde toetsronde Verlengde derde

Nadere informatie

WADDENDIJK 2.0. Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken. Plan van Aanpak

WADDENDIJK 2.0. Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken. Plan van Aanpak WADDENDIJK 2.0 Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken Plan van Aanpak POV Waddenzee - eindversie Plan van Aanpak - 1 april 2014 AKKOORD OPDRACHTGEVER AKKOORD PROJECTMANAGER NAAM Jannes Krol NAAM

Nadere informatie

Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016)

Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016) Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016) Opgave waterveiligheid Westelijk van de veerdam is 2,3 km betonblokkenbekleding in de teen van de dijk afgetoetst

Nadere informatie

WADDENDIJK 2.0. Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken. Plan van Aanpak

WADDENDIJK 2.0. Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken. Plan van Aanpak WADDENDIJK 2.0 Projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken Plan van Aanpak POV Waddenzee - eindversie Plan van Aanpak - 1 april 2014 AKKOORD OPDRACHTGEVER AKKOORD PROJECTMANAGER NAAM Jannes Krol NAAM

Nadere informatie

PUNT NR. 9 VAN DE AGENDA VAN DE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR D.D. 19 december 2013.

PUNT NR. 9 VAN DE AGENDA VAN DE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR D.D. 19 december 2013. PUNT NR. 9 VAN DE AGENDA VAN DE VERGADERING VAN HET ALGEMEEN BESTUUR D.D. 19 december 2013. Zwolle, 20 november 2013 Nr. Bestuur-4232 Aan het algemeen bestuur Onderwerp: HWBP Plannen van Aanpak Verkenningsfase

Nadere informatie

A L G E M E E N B E S T U U R

A L G E M E E N B E S T U U R A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d.: 19 juli 2017 Agendapunt: 9 Betreft: Besluitvormend Programma: 1. Waterveiligheid Portefeuillehouder: Luitjens Route: MT-DB-AB Onderwerp Kredietaanvraag verkenningsfase

Nadere informatie

A L G E M E E N B E S T U U R

A L G E M E E N B E S T U U R A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d.: 11 juli 2018 Agendapunt: 8 Betreft: Besluitvormend Programma: 1. Waterveiligheid Portefeuillehouder: Luitjens Route: DB-AB Onderwerp Aanvullend voorbereidingskrediet

Nadere informatie

Programmadirectie Hoogwaterbescherming Griffioenlaan LA Utrecht Waterschap Noorderzij Ivest Postbus 2232

Programmadirectie Hoogwaterbescherming Griffioenlaan LA Utrecht Waterschap Noorderzij Ivest Postbus 2232 F1 oogwaterbeschermingsprogra m ma Aan het bestuur van het Waterschap Noorderzijlvest Programmadirectie Hoogwaterbescherming Griffioenlaan 2 3526 LA Utrecht Waterschap Noorderzij Ivest Postbus 2232 3500

Nadere informatie

Workshop Ontwerpen. Richard Jorissen. Programma Startup 20 september 2013 Den Haag. 1 nieuw. Hoogwaterbeschermingsprogramma

Workshop Ontwerpen. Richard Jorissen. Programma Startup 20 september 2013 Den Haag. 1 nieuw. Hoogwaterbeschermingsprogramma Workshop Ontwerpen Richard Jorissen Programma Startup 20 september 2013 Den Haag 1 nieuw Onderwerpen voor aftrap Verkenning en Ontwerpen Proces Inhoud Nieuwe technische kennis Integrale ontwerpen LCC Nieuwe

Nadere informatie

Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek

Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek Raadsvergadering, 22 april 2008 Voorstel aan de Raad Nr: 228 Agendapunt: 6 Datum: 9 april 2008 Onderwerp: Onderzoek naar de overschrijding van de raming Brandweerkazerne Cothen-Langbroek Onderdeel raadsprogramma:

Nadere informatie

A L G E M E E N B E S T U U R

A L G E M E E N B E S T U U R A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d.: 19 december 2018 Agendapunt: 7 Betreft: Besluitvormend Programma: 1. Waterveiligheid Portefeuillehouder: Luitjens Route: DB-AB Onderwerp Kredietaanvraag

Nadere informatie

Protocol Bouwen in het gesloten seizoen aan primaire waterkeringen

Protocol Bouwen in het gesloten seizoen aan primaire waterkeringen Protocol Bouwen in het gesloten seizoen aan primaire waterkeringen Plan van Aanpak POV Auteur: Datum: Versie: POV Macrostabiliteit Pagina 1 van 7 Definitief 1 Inleiding Op 16 november hebben wij van u

Nadere informatie

A L G E M E E N B E S T U U R

A L G E M E E N B E S T U U R A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d.: 25 mei 2016 Agendapunt: 11 Betreft: Besluitvormend Programma: 1. Waterveiligheid Portefeuillehouder: Luitjens Route: MT-DB-AB Onderwerp Aanvullende kredietaanvraag

Nadere informatie

Veiligheid primaire waterkeringen,

Veiligheid primaire waterkeringen, Indicator 7 september 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Met de Verlengde derde toetsing

Nadere informatie

Hydraulische Randvoorwaarden 2011concept

Hydraulische Randvoorwaarden 2011concept Hydraulische Randvoorwaarden 2011concept Globale verkenning waterveiligheid Delfzijl ir. A. Prakken Waterdienst / Water Verkeer & Leefomgeving Hydraulische Randvoorwaarden toetsen veiligheid primaire waterkeringen

Nadere informatie

Markermeerdijken: Op weg naar de mooiste dijk

Markermeerdijken: Op weg naar de mooiste dijk Markermeerdijken: Op weg naar de mooiste dijk In het midden van de moeilijkheid ligt de kans Albert Einstein Masterclass Dijkontwerp 27-06-2018 Jelke Jan de With 1 Doel Taskforce Verbinden Vertrouwen Waarom

Nadere informatie

Voorstel Het dagelijks bestuur adviseren over onderstaand conceptvoorstel aan het algemeen bestuur.

Voorstel Het dagelijks bestuur adviseren over onderstaand conceptvoorstel aan het algemeen bestuur. Onderwerp: Programmaplan versnelling HWBP dijkversterking WPM Regi_stratienummer: 2016.03155 Gezamenlijke commissie Portefeuillehouder: Rein Dupont Datum: 4 mei 2016 Vergaderingnummèr: 1 Agendapunt: 4

Nadere informatie

Verlengde Derde Toetsronde Primaire Waterkeringen LRT3+ P. Goessen, R. Mom. 29 oktober Definitief. Ingenieursbureau, cluster Onderzoek.

Verlengde Derde Toetsronde Primaire Waterkeringen LRT3+ P. Goessen, R. Mom. 29 oktober Definitief. Ingenieursbureau, cluster Onderzoek. Verlengde Derde Toetsronde Primaire Waterkeringen Auteur P. Goessen, R. Mom Registratienummer 12.34553 Versie Status Definitief Afdeling Ingenieursbureau, cluster Onderzoek Samenvatting In november 2011

Nadere informatie

1. Voorstel aan commissie Aan de commissie wordt advies gevraagd op onderstaand voorstel aan het ab:

1. Voorstel aan commissie Aan de commissie wordt advies gevraagd op onderstaand voorstel aan het ab: Aan commissie Water 30 januari 2018 Het projectteam zal tijdens de commissie Water op 30 januari 2018 een presentatie over het VKA, het proces en het vervolg verzorgen. VOORSTEL Portefeuillehouder F. ter

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Achtergrondrapport Vollenhove-Noordoostpolder (dijkring 7) en Vollenhove-Friesland/Groningen (dijkring

Nadere informatie

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied

Deltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Deltaprogramma Waddengebied Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Colofon Deltaprogramma Waddengebied Nieuwe Uitleg 1 Den Haag PROBLEEMANALYSE DELTAPROGRAMMA WADDEN Datum 10 augustus 2011 Status

Nadere informatie

INTEGRAAL PROJECTMANAGEMENT BIJ RIJKSWATERSTAAT

INTEGRAAL PROJECTMANAGEMENT BIJ RIJKSWATERSTAAT INTEGRAAL PROJECTMANAGEMENT BIJ RIJKSWATERSTAAT Integraal Projectmanagement bij Rijkswaterstaat Beknopte leaflet voor externen Versie: februari 2012 Voor meer informatie: Freek Wermer specialist projectmanagement

Nadere informatie

Dijken versterken en rivieren verruimen

Dijken versterken en rivieren verruimen Dijken versterken en rivieren verruimen Arno de Kruif (RWS-WVL) Waterveiligheid in Nederland Nederland al honderden jaren door dijken beschermd Waterveiligheid geregeld in de wet Toetsen of dijken nog

Nadere informatie

Handelingsperspectief hoge gronden en waterveiligheid

Handelingsperspectief hoge gronden en waterveiligheid Handelingsperspectief hoge gronden en waterveiligheid Met de inwerkingtreding van de gewijzigde Waterwet zijn onduidelijkheden ontstaan met betrekking tot de hoge gronden. Met het loslaten van de dijkringgedachte

Nadere informatie

24 Piping bij kunstwerken. DEEL A: Informatie verkregen van de indiener. Dit deel is een feitelijke weergave van de verkregen informatie.

24 Piping bij kunstwerken. DEEL A: Informatie verkregen van de indiener. Dit deel is een feitelijke weergave van de verkregen informatie. 24 Piping bij kunstwerken DEEL A: Informatie verkregen van de indiener Dit deel is een feitelijke weergave van de verkregen informatie. Hier geeft de werkgroep in eerste instantie kort weer welke informatie

Nadere informatie

Assetmanagement bij waterkeringen

Assetmanagement bij waterkeringen Assetmanagement bij waterkeringen Frank den Heijer NVRB symposium Assetmanagement in de publieke sector Assetmanagement bij waterkeringen Historie en context Toetsproces waterkeringen Cases: toetsronden

Nadere informatie

Voorgesteld wordt om: In te stemmen met het voorstel voor de verdeling van de verschillende onderdelen.

Voorgesteld wordt om: In te stemmen met het voorstel voor de verdeling van de verschillende onderdelen. Plan Van Aanpak Gebiedsontwikkeling Westerzeedijk 24 april 2017) Besluitvorming: Voorgesteld wordt om: In te stemmen met het voorstel voor de verdeling van de verschillende onderdelen. 1) Aanleiding Het

Nadere informatie

INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN commissie Waterveiligheid en Watersysteem 21 februari 2017 INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN Vergadering : 28 februari 2017 Agendapunt : Onderwerp : Investeringsvoorstel plan-

Nadere informatie

Dijkverbetering Gameren

Dijkverbetering Gameren informatiebijeenkomst Dijkverbetering Gameren 15 juni 2016 Slotse Hofke Welkom Figuur: overzicht HWBP-projecten Waterschap Rivierenland (2016-2021) Programma Welkom Het project o De opgave o Aanpak en

Nadere informatie

INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR Aandachtsveldhouder F.S.A. Wissink Vergadering : 14 maart 2017 Agendapunt : 5. Bijlagen : Kaart ligging normtrajecten Onderwerp : Investeringsvoorstel fase

Nadere informatie

Nieuwe normering en ontwerpen in HWBP-projecten Vragen en antwoorden

Nieuwe normering en ontwerpen in HWBP-projecten Vragen en antwoorden Nieuwe normering en ontwerpen in HWBP-projecten Vragen en antwoorden Han Knoeff Kenrick Heijn Datum: 2 juli 2015 Versie: definitief 1.0 Dit memo bestaat uit vragen en antwoorden over het onderwerp nieuwe

Nadere informatie

FINANCIËLE EN PROCEDURELE UITGANGSPUNTEN VOOR DE BEKOSTIGING VAN DE DIJKVERSTERKING EEMSHAVEN-DELFZIJL

FINANCIËLE EN PROCEDURELE UITGANGSPUNTEN VOOR DE BEKOSTIGING VAN DE DIJKVERSTERKING EEMSHAVEN-DELFZIJL FINANCIËLE EN PROCEDURELE UITGANGSPUNTEN VOOR DE BEKOSTIGING VAN DE DIJKVERSTERKING EEMSHAVEN-DELFZIJL Overeengekomen n.a.v. bestuurlijk overleg d.d. 24 mei 2016 tussen NAM, waterschap Noorderzijlvest,

Nadere informatie

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen

Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen Omgevingswerkgroep Dijkversterking Arcen 19 april 2017 Met de omgeving, voor de omgeving Programma 1) Welkom en kennismaking 2) Korte terugblik en vooruitblik op proces 3) Formatie omgevingswerkgroep en

Nadere informatie

Taskforce Deltatechnologie - Werken in de Gouden Driehoek. Beeldverslag bijeenkomst 24 oktober 2017

Taskforce Deltatechnologie - Werken in de Gouden Driehoek. Beeldverslag bijeenkomst 24 oktober 2017 Taskforce Deltatechnologie - Werken in de Gouden Driehoek Beeldverslag bijeenkomst 24 oktober 2017 Inhoudsopgave Presentaties: o Taskforce Deltatechnologie 3 o Lessen uit Marker Wadden Roel Posthoorn,

Nadere informatie

Dijken versterken en rivieren verruimen

Dijken versterken en rivieren verruimen Dijken versterken en rivieren verruimen Josan Tielen Rijkswaterstaat Water, Verkeer & Leefomgeving Waterveiligheid in Nederland Al eeuwen bescherming door dijken Waterveiligheid geregeld bij wet Sinds

Nadere informatie

Opgaven en dilemma s dijkprojecten

Opgaven en dilemma s dijkprojecten Opgaven en dilemma s dijkprojecten Duurzaamheid & ruimtelijke kwaliteit in het Hoogwaterbeschermingsprogramma 5 juni 2018 Regina Havinga Inhoud presentatie 1 Opgave van het Hoogwaterbeschermingsprogramma

Nadere informatie

HWBP en de nieuwe normen

HWBP en de nieuwe normen HWBP en de nieuwe normen Casper de Lange, HWBP Programma (45 minuten) HWBP Nieuwe normen in programma HWBP Gevolgen van nieuwe normering voor programma HWBP en de beheerders Consequenties voor de opgave

Nadere informatie

Hoe komt dat dijken die 6 jaar geleden wel zijn goedgekeurd nu ineens niet door de toetsing komen?

Hoe komt dat dijken die 6 jaar geleden wel zijn goedgekeurd nu ineens niet door de toetsing komen? Q&A s nhwbp Juni 2013 Wat is het nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma? Ons land wordt beschermd tegen overstromingen vanuit de Noordzee, de grote rivieren en het IJssel- en Markermeer door de zogenaamde

Nadere informatie

Onderwerp: Voorfinanciering dijkversterking primaire kering vanuit opgave HWBP Nummer: Bestuursstukken\1912. AB: Ja

Onderwerp: Voorfinanciering dijkversterking primaire kering vanuit opgave HWBP Nummer: Bestuursstukken\1912. AB: Ja Onderwerp: Voorfinanciering dijkversterking primaire kering vanuit opgave HWBP Nummer: Bestuursstukken\1912 Agendapunt: 4 DB: Ja 29-6-2015 BPP: Nee FAZ: Ja 16-9-2015 VVSW: Ja AB: Ja 30-9-2015 Opsteller:

Nadere informatie

Nieuwe normen voor dijken, leidingen en samenwerking

Nieuwe normen voor dijken, leidingen en samenwerking Hoogwaterbeschermingsprogramma Nieuwe normen voor dijken, leidingen en samenwerking Richard Jorissen Inhoud q Nieuwe normen Korte achtergrond Doorwerking programma HWBP Uitwerking in projecten HWBP Ontwerpregels

Nadere informatie

Van nieuwe normen naar nieuwe ontwerpen

Van nieuwe normen naar nieuwe ontwerpen Van nieuwe normen naar nieuwe ontwerpen Bob van Bree Wat ga ik u vertellen Wat betekent de nieuwe norm voor ontwerpen? Wat is het OI2014? Werken met het OI2014 Faalkansbegroting Van norm naar faalkanseisen

Nadere informatie

Planning april november 2014 April-mei 2014 Juni-juli 2014 Augustus oktober 2014 Oktober 2014 November 2014

Planning april november 2014 April-mei 2014 Juni-juli 2014 Augustus oktober 2014 Oktober 2014 November 2014 Factsheets Workshop Hydraulische randvoorwaarden Update: 4 juli 2014. Onderzoek HR-01 Hertoetsen afgekeurde dijkvakken met WTI 2011 De scope van de POV is gebaseerd op de toetsresultaten van de derde toetsronde.

Nadere informatie

Dijkverbetering Eemshaven-Delfzijl

Dijkverbetering Eemshaven-Delfzijl Dijkverbetering Eemshaven-Delfzijl Versie: 3.0 definitief d.d. 12 mei 2016 (ge-update versie na toets HWBP) Peildatum Plan van aanpak: 22 april 2016 Peildatum SSK-raming: 12 mei 2016 Fase: verkenning,

Nadere informatie

Aanpak projectaudits

Aanpak projectaudits Aanpak projectaudits 1. Inleiding Veel lokale overheden werken op basis van een standaardmethodiek Projectmatig Werken. Op die manier wordt aan de voorkant de projectfasering, besluitvorming en control

Nadere informatie

Pipingonderzoek WTI2017

Pipingonderzoek WTI2017 Pipingonderzoek WTI2017 Ulrich Förster (Deltares) Peter Blommaart (RWS-VWL) Inhoud Inleiding programma WTI 2017 Doel van de toetsing Verschillende toetslagen Planning cluster toetsen piping Ulrich Förster

Nadere informatie

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen

Nadere informatie

INLEIDING GEORISICOSCAN 2.0 VOOR TE TOETSEN PROJECTEN

INLEIDING GEORISICOSCAN 2.0 VOOR TE TOETSEN PROJECTEN INLEIDING GEORISICOSCAN 2.0 VOOR TE TOETSEN PROJECTEN Wat is de GeoRisicoScan (GRS) 2.0? De GRS 2.0 is een instrument om de kwaliteit van de toepassing van GeoRM in een project te toetsen. Wat is het doel

Nadere informatie

Deltaprogramma Bijlage B. Hoogwaterbeschermingsprogramma

Deltaprogramma Bijlage B. Hoogwaterbeschermingsprogramma Deltaprogramma 2014 Bijlage B Hoogwaterbeschermingsprogramma Deltaprogramma 2014 Bijlage B Hoogwaterbeschermingsprogramma Deltaprogramma 2014 Bijlage B 2 Beschrijving HWBPprojecten 2014-2019 Bijlage bij

Nadere informatie

Niet Digit beschikbaar. Integrale rapportage verlengde. weergave activiteiten verlengde derde toetsronde

Niet Digit beschikbaar. Integrale rapportage verlengde. weergave activiteiten verlengde derde toetsronde Niet Digit beschikbaar Integrale rapportage verlengde derde toetsronde LRT3+ weergave activiteiten verlengde derde toetsronde Waterschap Reest en Wieden 5 augustus 2013 r. r r r r r r 1 fl r L fl 1 Inleiding

Nadere informatie

Jaarrapport Noordelijk Belastingkantoor. Jaarrapport, controleverklaring en accountantsverslag

Jaarrapport Noordelijk Belastingkantoor. Jaarrapport, controleverklaring en accountantsverslag Bestuur Onderwerp: Jaarrapport 2017-2018 Noordelijk Belastingkantoor Vergadering d.d. 15-04-2019 Agendapunt 4 Status Opgesteld door Afgestemd met Besluitvormend Paulien Geerdink en Marco Bos MT Noordelijk

Nadere informatie

Marktvisie Hoogwaterbeschermingsprogramma WDOD

Marktvisie Hoogwaterbeschermingsprogramma WDOD Marktvisie Hoogwaterbeschermingsprogramma WDOD Terugkoppeling vragen WS Drents Overijsselse Delta Taskforce Deltatechnologie - 10 mei 2016 1 Aanleveren voorbeelden van projecten waarbij sprake is van vroegtijdige

Nadere informatie

Onderzoeksplan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018

Onderzoeksplan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018 splan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018 Gemeente Groningen Oktober 2017-1 - 1. Algemeen Op grond van artikel 213a Gemeentewet moet ons college periodiek onderzoek doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid

Nadere informatie

Afspraken tussen raad, college en organisatie bij (grote) ruimtelijke gemeentelijke projecten S.Reijmer, 2 maart 2016, TA

Afspraken tussen raad, college en organisatie bij (grote) ruimtelijke gemeentelijke projecten S.Reijmer, 2 maart 2016, TA Afspraken tussen raad, college en organisatie bij (grote) ruimtelijke gemeentelijke projecten S.Reijmer, 2 maart 2016, TA 1. Inleiding De raad heeft in de vergadering van februari 2014 het college de opdracht

Nadere informatie

Nieuwe veiligheidsnormen in relatie tot de Omgevingswet. Richard Jorissen

Nieuwe veiligheidsnormen in relatie tot de Omgevingswet. Richard Jorissen Nieuwe veiligheidsnormen in relatie tot de Omgevingswet Richard Jorissen Hoogwaterbeschermingsprogramma Onderdeel Deltaprogramma Jaarlijks voortrollend programma Alliantie Rijk-waterschappen Gezamenlijke

Nadere informatie

Veiligheidsoordeel beheersgebied Hollandse Delta. Resultaten verlengde 3 e toetsronde Primaire Waterkeringen

Veiligheidsoordeel beheersgebied Hollandse Delta. Resultaten verlengde 3 e toetsronde Primaire Waterkeringen Veiligheidsoordeel beheersgebied Hollandse Delta Resultaten verlengde 3 e toetsronde Primaire Waterkeringen Veiligheidsoordeel beheersgebied Hollandse Delta Resultaten verlengde 3 e toetsronde Primaire

Nadere informatie

(nieuw) Hoogwaterbeschermingsprogramma

(nieuw) Hoogwaterbeschermingsprogramma 1 (nieuw) Hoogwaterbeschermingsprogramma www.hoogwaterbescherming.nl Advies Procesversnelling van Taskforce Deltatechnologie Datum: 17 maart 2015 2 Rol van de waterschappen en centrale overheid De waterschappen

Nadere informatie

Voortgangsrapportage

Voortgangsrapportage Rechtmatigheid Wat hebben we bereikt? Voortgangsrapportage Rechtmatigheid Stand van zaken per 1 juli Behoort bij brief met kenmerk - 50651 Voortgangsrapportage Rechtmatigheid, juli 1 FASE 1 WET EN REGELGEVING

Nadere informatie

Achtergrond POV. Deelstudie Opbarsten MACRO ST ABILITEIT. Auteur: Gijs Hoffmans Datum: 2 september Versie: 1

Achtergrond POV. Deelstudie Opbarsten MACRO ST ABILITEIT. Auteur: Gijs Hoffmans Datum: 2 september Versie: 1 Achtergrond Deelstudie Opbarsten ST ABILITEIT Auteur: Gijs Hoffmans : 2 september 2015 Versie: 1 Macrostabiliteit Pagina 1 van 8 Documentversie Inleiding In het dijkverbeteringsprogramma HWBP (= HoogWater

Nadere informatie

Referentieprofielen Kennis-, ervaring, vaardigheden, houding en gedrag voor rollen in projecten

Referentieprofielen Kennis-, ervaring, vaardigheden, houding en gedrag voor rollen in projecten Rollen&Projectmanager,&Omgevingsmanager,&Technisch&manager,&Contractmanager,&Manager&Projectbeheersing& & Visie, doel en uitgangspunten bij de referentieprofielen: Visie Het succes van een project of programma

Nadere informatie

A L G E M E E N B E S T U U R

A L G E M E E N B E S T U U R A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d.: 20 december 2017 Agendapunt: 10 Betreft: Informerend Programma: 1. Waterveiligheid Portefeuillehouder: Luitjens Route: DB-AB Onderwerp Financieel overzicht

Nadere informatie

IN DEZE NIEUWSFLITS. De brochures maken de uitleg over de gehanteerde methode en de eerste resultaten eenvoudiger.

IN DEZE NIEUWSFLITS. De brochures maken de uitleg over de gehanteerde methode en de eerste resultaten eenvoudiger. IN DEZE NIEUWSFLITS Publicaties gaan als gebakjes Voortgang fase 1b Fase 1c goed begonnen Kansen en onzekerheden in VNK2 VNK2-beraad 20 september Systeemwerking in VNK2 Meer informatie op locatie Publicaties

Nadere informatie

Programma Zwakke Schakels Kust

Programma Zwakke Schakels Kust Programma Zwakke Schakels Kust Ruimteconferentie 1 Inhoud Over het onderzoek Toelichting achtergrond programma Conclusies uit onderzoek en aandachtspunten voor toekomstige waterveiligheidsprogramma s Bestuurlijke

Nadere informatie

Werkwijze Cogo 2004. abcdefgh. Cogo publicatienr. 04-03. Ad Graafland Paul Schepers. 3 maart 2004. Rijkswaterstaat

Werkwijze Cogo 2004. abcdefgh. Cogo publicatienr. 04-03. Ad Graafland Paul Schepers. 3 maart 2004. Rijkswaterstaat Werkwijze 2004 publicatienr. 04-03 Ad Graafland Paul Schepers 3 maart 2004 abcdefgh Rijkswaterstaat Werkwijze 2/16 I Inleiding Verandering In 2003 is de organisatie van de ingrijpend veranderd. Twee belangrijke

Nadere informatie

Functieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302

Functieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302 Functieprofiel: Projectleider Functiecode: 0302 Doel Voorbereiden en opzetten van en bijbehorende projectorganisatie, alsmede leiding geven aan de uitvoering hiervan, binnen randvoorwaarden van kosten,

Nadere informatie

Verslag. Onderwerp: Omgevingswerkgroep Baarlo Hout-Blerick. Plaats/datum bespreking: Baarlo, Voorzitter: mevr. Cals, dhr.

Verslag. Onderwerp: Omgevingswerkgroep Baarlo Hout-Blerick. Plaats/datum bespreking: Baarlo, Voorzitter: mevr. Cals, dhr. Verslag Onderwerp: Omgevingswerkgroep Baarlo Hout-Blerick Plaats/datum bespreking: Baarlo, 12-04-2017 Voorzitter: mevr. Cals, dhr. Spaans 1. Inleiding Marita Cals, omgevingsmanager Waterschap Limburg,

Nadere informatie

ALGEMEEN BESTUUR. Argumenten 1.1 Prognose eindstand traject 1 (Oostersluis-Bronssluis) Eemskanaal ligt ,- onder uitvoeringskrediet

ALGEMEEN BESTUUR. Argumenten 1.1 Prognose eindstand traject 1 (Oostersluis-Bronssluis) Eemskanaal ligt ,- onder uitvoeringskrediet ALGEMEEN BESTUUR Vergadering d.d.: 30 mei 2018 Agendapunt: 8 Betreft: Besluitvormend Proces: WSWV Portefeuillehouder: Luitjens Programma: 1. Waterveiligheid Opsteller: Walja Karten Onderwerp Herijking

Nadere informatie

Plan van Aanpak nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma.

Plan van Aanpak nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma. Plan van Aanpak nieuw Hoogwaterbeschermingsprogramma www.hoogwaterbescherming.nl Taskforce Deltatechnologie Datum: 1 november 2013 1 Inleiding In het nieuwe Hoogwaterbeschermingsprogramma (nhwbp) worden

Nadere informatie

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas

Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas provincie :: Utrecht Plan van aanpak Rondweg-Oost N233 Maatregelen treden 3 Um 5 Ladder van Verdaas In samenwerking tussen Veenendaal: 23 oktober 2017 Versie: 0.1 Opgesteld door: Maurice Kassing Gemeente

Nadere informatie

Doel van de rol Iedere Compliance Officer heeft als doel het beheersen van de risico s die BKR loopt in haar strategische en operationele processen.

Doel van de rol Iedere Compliance Officer heeft als doel het beheersen van de risico s die BKR loopt in haar strategische en operationele processen. FUNCTIEPROFIEL Opdrachtgever: Functienaam: BKR Compliance Officer Security & Risk BKR is een onafhankelijke stichting met een maatschappelijk doel. BKR streeft sinds 1965, zonder winstoogmerk, een financieel

Nadere informatie

Vernieuwende blik op project control

Vernieuwende blik op project control PLANNINGSMANAGEMENT RISICOMANAGEMENT KWALITEITSMANAGEMENT Vernieuwende blik op project control PrYme consulting BV biedt sinds 2001 diensten op het gebied van projectbeheersing. Wij zijn ervan overtuigd

Nadere informatie

DAG VAN DE DIJKZONE LAUWERSMEER 21 MEI 2014 NAAM RAPPORT

DAG VAN DE DIJKZONE LAUWERSMEER 21 MEI 2014 NAAM RAPPORT DAG VAN DE DIJKZONE LAUWERSMEER 21 MEI 2014 NAAM RAPPORT Dag van de Dijkzone: een kort verslag Op 21 mei 2014 organiseerden Programma naar een Rijke Waddenzee, Deltaprogramma Waddengebied en de Projectoverstijgende

Nadere informatie

BluefieldFinance Samenvatting Quickscan Administratieve Processen Light Version

BluefieldFinance Samenvatting Quickscan Administratieve Processen Light Version BluefieldFinance Samenvatting Quickscan Administratieve Processen Light Version Introductie Quickscan De financiële organisatie moet, net zo als alle andere ondersteunende diensten, volledig gericht zijn

Nadere informatie

Presentatie voorlopig programmavoorstel Startbijeenkomst consultatieperiode

Presentatie voorlopig programmavoorstel Startbijeenkomst consultatieperiode Presentatie voorlopig programmavoorstel 2017-2022 Startbijeenkomst consultatieperiode 7 januari 2016 Programma 7 januari 2016 14:30 uur Inloop 15:00 uur Opening 15:10 uur Roald Lapperre [DGRW] Looppad

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Project Herinrichting Herenweg, Oranje Nassaulaan Warmond. besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen

Raadsvoorstel. Project Herinrichting Herenweg, Oranje Nassaulaan Warmond. besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen Raadsvoorstel Project Herinrichting Herenweg, Oranje Nassaulaan Warmond doel: aan: besluitvormend de raad van de gemeente Teylingen zaaknummer: 168639 datum voorstel: 7 september 2016 datum collegevergadering:

Nadere informatie

Verslag. van Sjoerd Haitsma onderwerp Omgevingswerkgroep Arcen 2018-Z4700 datum 5 maart 2018 plaats zaaknr. documentnr.

Verslag. van Sjoerd Haitsma onderwerp Omgevingswerkgroep Arcen 2018-Z4700 datum 5 maart 2018 plaats zaaknr. documentnr. Verslag van Sjoerd Haitsma onderwerp Omgevingswerkgroep Arcen 2018-Z4700 datum 5 maart 2018 plaats zaaknr. documentnr. aanwezig Leden van de Omgevingswerkgroep Vanuit waterschap: Sjoerd Haitsma, Bibi Bregman,

Nadere informatie

Onderwerp: Veiligheid Nederland in Kaart Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming (n.a.v.) besluitvorming college)

Onderwerp: Veiligheid Nederland in Kaart Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming (n.a.v.) besluitvorming college) COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN COMMISSIE BMZ ALGEMEEN BESTUUR Onderwerp: Veiligheid Nederland in Kaart Nummer: 701704 In D&H: 20-08-2013 Steller: ir. P.G. Neijenhuis In Cie: BMZ (ter kennisneming)

Nadere informatie

WELKOM. Rivierdijk West Sliedrecht Nadere verkenning varianten. Workshop focusgroep 11 juni 2018

WELKOM. Rivierdijk West Sliedrecht Nadere verkenning varianten. Workshop focusgroep 11 juni 2018 WELKOM Rivierdijk West Sliedrecht Nadere verkenning varianten Workshop focusgroep 11 juni 2018 INHOUD 19:15 Inloop 19:30 Opening & Terugblik vorige bijeenkomst Thamar Tax, gemeente Sliedrecht 21:30 Einde

Nadere informatie

Kwaliteitscriteria voor GKC innovatieprojecten

Kwaliteitscriteria voor GKC innovatieprojecten Groene Kennis Coöperatie Kwaliteitscriteria voor GKC innovatieprojecten Waar is dit instrument voor bedoeld? Binnen de GKC, o.a. via KIGO, worden veel projecten uitgevoerd. We hebben gemerkt dat (te) veel

Nadere informatie

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN

BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN BESTUURLIJKE SAMENVATTING AFSTEMMEN INVESTERINGEN Aanpak De opdracht Afstemmen investeringen is voortvarend opgepakt door de werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de Gelderse waterschappen en

Nadere informatie

agendapunt H.06 Aan Verenigde Vergadering VERBETERING PRIMAIRE WATERKERING: DIJKVAKKEN DELFLANDSE DIJK

agendapunt H.06 Aan Verenigde Vergadering VERBETERING PRIMAIRE WATERKERING: DIJKVAKKEN DELFLANDSE DIJK agendapunt H.06 1111302 Aan Verenigde Vergadering VERBETERING PRIMAIRE WATERKERING: DIJKVAKKEN DELFLANDSE DIJK Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 24-04-2014 I. het dijkvak Spuihaven te Schiedam, los

Nadere informatie

Topsector Water: verdubbeling toegevoegde waarde Nederlandse watersector in 2020

Topsector Water: verdubbeling toegevoegde waarde Nederlandse watersector in 2020 Programma Taskforce Deltatechnologie 2014 Taskforce Deltatechnologie (TFDT) Datum: 4 februari 2014 1 Aanleiding TFDT Topsector Water: verdubbeling toegevoegde waarde Nederlandse watersector in 2020 Co-creatie

Nadere informatie

Een praktisch boek over contracteren en aanbesteden

Een praktisch boek over contracteren en aanbesteden 1 Introductie Een praktisch boek over contracteren en aanbesteden Dit boek gaat over het contracteren en aanbesteden van bouw- en infrastructurele projecten. Over wat er nodig is om op een doordachte en

Nadere informatie

LEIDRAAD TOETSEN OP VEILIGHEID REGIONALE WATERKERINGEN

LEIDRAAD TOETSEN OP VEILIGHEID REGIONALE WATERKERINGEN LEIDRAAD TOETSEN OP VEILIGHEID REGIONALE WATERKERINGEN 2015-15a COMPENDIUM ACHTERGROND RAPPORTAGES Ten geleide De veiligheid van de regionale keringen is in de afgelopen jaren sterk verbeterd. De keringen

Nadere informatie

Plan van aanpak aanvulling Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland in verband met aansluiting gemeenten in de Rijnstreek

Plan van aanpak aanvulling Regionale bedrijventerreinenstrategie Holland Rijnland in verband met aansluiting gemeenten in de Rijnstreek Plan van aanpak aanvulling Regionale Holland Rijnland in verband met aansluiting gemeenten in de Rijnstreek Projectnaam/ onderwerp: Aanvulling Regionale Holland Rijnland met de Rijnstreekgemeenten Status:

Nadere informatie

2.2.1 Noordelijke kust

2.2.1 Noordelijke kust In opdracht van Rijkswaterstaat RIZA is onderzoek gedaan naar de ergst denkbare overstroming voor verschillende regio s. Dit onderzoek is uitgevoerd door adviesbureau HKV in juli en augustus 2007. Hierbij

Nadere informatie

Onderwerp: Risico inventarisatie project rwzi Utrecht Nummer: 604438. Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering

Onderwerp: Risico inventarisatie project rwzi Utrecht Nummer: 604438. Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming ter consultering ter advisering COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN COMMISSIE BMZ ALGEMEEN BESTUUR Agendapunt 9A Onderwerp: Risico inventarisatie project rwzi Utrecht Nummer: 604438 In D&H: 22-01-2013 Steller: Drs. J.L.P.A. Dankaart

Nadere informatie

Dijkversterking Omringkade Marken

Dijkversterking Omringkade Marken Dijkversterking Omringkade Marken Het ontwerp Projectgroep/klankbordgroep 19 juni 2012 Welkom! Doel van deze bijeenkomst: Toelichting geven op ontwerp dijkversterking Gedachten wisselen over dilemma s

Nadere informatie

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030

Doel: In samenwerking met maatschappelijke partners organiseren van een proces dat leidt tot een herijkte visie op Borne in 2030 Projectvoorstel Projectopdracht / -voorstel Datum: 8 juli 2010 Versie: definitief t.b.v. definitiefase en ontwerpfase Pagina: 1 / 9 Soort project Extern/Lijn Projectnaam MijnBorne2030 (Herijking Toekomstvisie)

Nadere informatie

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg Aanleiding en projectdoelstellingen Aanleiding In 2011 werd door de (toenmalige) portefeuillehouder Bevolkingszorg in het DB Veiligheidsberaad geconstateerd dat de nog te vrijblijvend door de gemeenten

Nadere informatie

Handreiking Geulmanagement

Handreiking Geulmanagement Handreiking Geulmanagement Wat te doen als een geul naar de dijk kruipt Project POV-Waddenzeedijken Onderzoek Geulmanagement Onderzoeksleider Hein Sas, Programma naar een Rijke Waddenzee Projectnummer

Nadere informatie

Vergaderstuk Algemeen bestuur

Vergaderstuk Algemeen bestuur 17 april 2019 Voorstel begroting 2020 Opsteller Sanne Hooijer Aantal pagina s 6 Behandelend gremium Algemeen bestuur Agendapunt, Onderwerp Voorstel begroting 2020 Datum voorgelegd 17 april 2019 Agendering

Nadere informatie

INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN commissie Waterveiligheid en Watersysteem 22 augustus 2017 INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN Aandachtsveldhouder F.S.A. Wissink Vergadering : 29 augustus 2017 Agendapunt :

Nadere informatie

Green-Consultant - info@green-consultant.nl - Tel. 06-51861495 Triodos Bank NL17TRIO0254755585 - KvK 58024565 - BTW nummer NL070503849B01 1

Green-Consultant - info@green-consultant.nl - Tel. 06-51861495 Triodos Bank NL17TRIO0254755585 - KvK 58024565 - BTW nummer NL070503849B01 1 Bestemd voor: Klant t.a.v. de heer GoedOpWeg 27 3331 LA Rommeldam Digitale offerte Nummer: Datum: Betreft: CO 2 -Footprint & CO 2 -Reductie Geldigheid: Baarn, 24-08-2014 Geachte heer Klant, Met veel plezier

Nadere informatie

INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

INVESTERINGSVOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN Vul de voorletter(s) + achternaam in. Bij meerdere kopiehouders de namen scheiden door een,. De naam van de opsteller staat al standaard ingevuld. Commissie Waterveiligheid en Watersysteem 11 juni 2019

Nadere informatie

Programma van eisen voor de Europese aanbesteding van Accountancydiensten.

Programma van eisen voor de Europese aanbesteding van Accountancydiensten. Programma van eisen voor de Europese aanbesteding van Accountancydiensten. Kenmerk: CTM 169773 Versie CONCEPT Datum 12-12-2017 1.1. Omvang van de opdracht De accountantsdiensten omvatten de volgende werkzaamheden:

Nadere informatie

Werkwijze Verbetering & Vernieuwing (V&V)

Werkwijze Verbetering & Vernieuwing (V&V) Werkwijze Verbetering & Vernieuwing (V&V) Inhoudsopgave Nut en Noodzaak Eerste resultaten Afgestemde werkwijze Wijze van terugkoppeling aan directie 2 Vernieuwing & Verbetering: noodzaak en onderscheid

Nadere informatie

Routing Paraaf Besluitvormingstraject Besluit. Datum vergadering D&H. 23 april Agendapunt. Commissie Water & Wegen.

Routing Paraaf Besluitvormingstraject Besluit. Datum vergadering D&H. 23 april Agendapunt. Commissie Water & Wegen. Onderwerp Vaststelling concept eerste landelijk programma nhwbp 2014-2019 Voorstel 1. In te stemmen met het door het programmabureau nhwbp voorgestelde concept eerste programma nhwbp 2014-2019 en bijgevoegde

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

Samenwerkingsafspraken Enschede 2014-2015 Vanuit een gedeelde visie, onderling vertrouwen en gelijkwaardigheid

Samenwerkingsafspraken Enschede 2014-2015 Vanuit een gedeelde visie, onderling vertrouwen en gelijkwaardigheid Samenwerkingsafspraken Enschede 2014-2015 Vanuit een gedeelde visie, onderling vertrouwen en gelijkwaardigheid Vastgesteld en ondertekend in het bestuurlijk overleg d.d. 26 november 2014 1 Jaarlijks terugkerend

Nadere informatie