8 Knobbel in de borst

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "8 Knobbel in de borst"

Transcriptie

1 23-Chirurgie :07 Pagina Knobbel in de borst E.J.Th. Rutgers Een 44-jarige vrouw bemerkte bij het borstzelfonderzoek een niet-pijnlijke knobbel in de linkerborst. Nadat zij anderhalve week later ongesteld was geweest, bleef de knobbel onveranderd aanwezig. Zij consulteert haar huisarts. Wat zou u nog meer willen weten? Specifieke anamnese De vrouw heeft nooit eerder een afwijking in de borsten gehad. Zij heeft twee dochters van 15 en 17 jaar die ze in totaal ongeveer een halfjaar borstvoeding heeft gegeven. Ze menstrueert regelmatig en heeft vanaf haar 19e tot ongeveer haar 40e jaar (met tussenpozen voor het krijgen van de kinderen) de pil gebruikt. Haar moeder is 72 jaar en gezond, evenals haar 40-jarige zus. Ook verder komt aan moeders zijde geen borstkanker voor. Welk specifiek lichamelijk onderzoek zou u als eerste willen verrichten? Specifiek lichamelijk onderzoek Het lichamelijk onderzoek van de mammae vindt zowel in staande als in liggende houding plaats. Vergelijk steeds links en rechts. Allereerst staat de vrouw tegenover u, waarbij zij de armen omhoog heft. U inspecteert de mammae op onregelmatigheden zoals verkleuringen van de huid, afwijkingen van de huid zoals een zogenoemde sinaasappelhuid intrekkingen van de huid en afwijkingen van de tepel zoals een intrekking of rode verkleuring. Vervolgens plaatst de vrouw de armen in haar zij of laat haar handen op uw schouders rusten. U palpeert nu de borst met vlakke hand en met de toppen van uw vingers met roterende bewegingen en lichte compressie van het borstklierweefsel tegen de borstwand. Bij borstklachten worden ook altijd de beide okselholten en de infra- en supraclaviculaire gebieden gevoeld om vast te stellen of er palpabele en verharde klieren zijn. U moet proberen de lymfeklieren tussen de vingers en de borstwand te vangen. Vergrote en vaste lymfeklieren schieten als het ware weg. Indien er lymfeklieren voelbaar zijn, worden ze beoordeeld op grootte, consistentie en beweeglijkheid. Vervolgens vindt hetzelfde onderzoek liggend plaats, waarbij de vrouw de arm van de te onderzoeken kant onder haar hoofd legt. Indien de vrouw zelf een afwijking in de borst heeft gevoeld, vraag haar dan altijd deze aan te wijzen. De vrouw consulteert haar huisarts die bij lichamelijk onderzoek een ongeveer 1,5 cm grote, redelijk goed afgrensbare, vaste zwelling in het mediale onderkwadrant van de linkerborst constateert. Hij voelt geen afwijkende lymfeklieren in de oksel. Probleemlijst Actueel probleem: een pijnloze vaste zwelling van 1,5 cm in de borst, zonder huidafwijkingen. Wat is uw differentiële diagnose? Differentiële diagnose Natuurlijk wordt aan de mogelijkheid van een kwaadaardig gezwel gedacht, maar dat is lang niet altijd het geval. Een knobbel in de borst kan verschillende oorzaken hebben. Zie hiervoor

2 23-Chirurgie :07 Pagina KNOBBEL IN DE BORST tabel 8.1, waarin ook de mate van waarschijnlijkheid is aangegeven. Uit deze tabel kunt u opmaken dat de meest voorkomende oorzaak van een knobbel in de borst een dominante melkklierschijf, een cyclische knobbeligheid, een fibroadenoom, een cyste of borstkanker is. De kans dat het om borstkanker gaat is afhankelijk van de leeftijd van de patiënte. Is een knobbel in de borst bij een vrouw jonger dan dertig jaar vrijwel altijd goedaardig (meer dan 99%), bij een vrouw ouder dan vijftig jaar is de kans op kwaadaardigheid 10%. Knobbel in de borst Differentiële diagnose dominante melkklierschijf cyclische hobbeligheid fibroadenoom cyste mammacarcinoom Andere verschijnselen die op kwaadaardige tumorgroei kunnen wijzen zijn de hardheid van de zwelling en de afgrensbaarheid: hoe slechter afgrensbaar en hoe harder de tumor aanvoelt, hoe groter de kans dat het om kanker gaat. Voorts zijn roodheid van de huid, fixatie aan de huid of de borstspier, ulceratie van de huid en vaste vergrote lymfeklieren in de oksel alle verdachte tekenen. Mammacarcinoom Symptomen knobbel in de borst geen knobbel, maar ontdekt bij mammografische screening Mammacarcinoom Lichamelijk onderzoek niet-pijnlijke, vaste, vaak onregelmatige knobbel huidverandering, m.n. intrekking of roodheid tepelverandering, m.n. intrekking vergrote en verharde okselklieren Welke aanvullende diagnostiek acht u in dit geval aangewezen? Aanvullende diagnostiek Aanvullende diagnostische middelen om de aard van een knobbel in de borst beter vast te stellen zijn: mammografie, echografie, een cytologische of histologische punctie (een zogenoemde dikkenaaldbiopsie) en een chirurgisch biopt. Tegenwoordig kan ook een MRI van de mamma worden gemaakt, hoewel de extra diagnostische waarde hiervan nog onvoldoende is aangetoond. Bij mammografie wordt de borst met enige druk tussen twee perspexplaten geklemd (dit kan pijnlijk zijn), waarna met een geringe hoeveelheid stralen een röntgenfoto wordt gemaakt. Vrijwel altijd wordt van iedere borst een foto in twee richtingen gemaakt (van boven naar beneden en van opzij of schuin; zie figuur 8.1). De diagnostische waarde van mammografie neemt toe met de leeftijd. Na de menopauze wordt borstklierweefsel grotendeels vervangen door vetweefsel, waardoor het mammogram beter kan worden beoordeeld. De waarde van een mammogram op jonge leeftijd (jonger dan 35 jaar) is beperkt.

3 23-Chirurgie :07 Pagina KNOBBEL IN DE BORST 167 Tabel 8.1 Oorzaken van een knobbel in de borst soort knobbel: normaal weefsel in de borst of ontstekingen oorzaak hoe vaak is het de oorzaak? dominante melkklierschijf vaak vetkwabje minder vaak een prominerende rib minder vaak litteken na voorgaande operatie minder vaak lymfeklier in de borst zeldzaam een extra klierschijf (accessoir klierweefsel) zeldzaam ontstekingen zeldzaam een chronisch abces zeldzaam vreemdlichaamgranuloom zeldzaam chronisch granulomateuze ontsteking van de borst zeldzaam vetnecrose zeldzaam tuberculose zeldzaam soort knobbel: goedaardige veranderingen passend bij de normale ontwikkeling van de borst oorzaak hoe vaak is het de oorzaak? fibroadenoom vaak cyste (blaasje gevuld met vocht) vaak cyclische knobbeligheid vaak melkcyste (galactokèle) zeldzaam scleroserende adenosis zeldzaam soort knobbel: goedaardige tumoren oorzaak hoe vaak is het de oorzaak? melkgangpapilloom minder vaak reuzenfibroadenoom zeldzaam lipoom zeldzaam phylloides-tumor zeldzaam soort knobbel: huidafwijkingen oorzaak hoe vaak is het de oorzaak? epidermiscyste minder vaak hidradenitis zeldzaam retentiecyste van de tepel zeldzaam leiomyoom van de tepel zeldzaam soort knobbel: kwaadaardig oorzaak hoe vaak is het de oorzaak? primair mammacarcinoom vaak een metastase van een carcinoom elders zeldzaam lymfoom zeldzaam sarcoom zeldzaam

4 23-Chirurgie :07 Pagina KNOBBEL IN DE BORST Figuur 8.2 Bij de patiënte wordt met een dunne naald een cytologische punctie uitgevoerd. Dit is een relatief weinig pijnlijke ingreep en lokale verdoving is meestal niet nodig. Bij een zogenoemd (histologisch) dikkenaaldbiopt (niet afgebeeld) wordt na lokale verdoving eerst een kleine incisie in de huid gemaakt en worden met een speciale naaldhouder pijpjes weefsel uit de tumor genomen. Figuur 8.1 De patiënte ondergaat mammografie. Op deze foto wordt een oblique opname gemaakt. Echografie is een niet-pijnlijk onderzoek, waarbij met behulp van een echogeleide transducer en contactgelei op de huid een beeld kan worden verkregen. Echografie is zinvol om een bepaald gebied van de mamma beter te beoordelen in aanvulling op mammografie en het lichamelijk onderzoek. Met echografie kan worden beoordeeld of een tumor werkelijk afgrensbaar is of dat de knobbel alleen borstklierweefsel betreft, of de tumor solide en glad begrensd is (bijv. fibroadenoom), of de tumor vocht bevat en glad begrensd is (cyste), en of de tumor solide is en onregelmatig begrensd met een zogenaamde slagschaduw (duidend op kwaadaardigheid). Onder controle van echografie kan ook punctiediagnostiek plaatsvinden. Bij een cytologische punctie worden met een dunne naald cellen verkregen die op een objectglaasje worden uitgesmeerd (figuur 8.2). Met een speciale kleuring kan snel (binnen een halfuur) de aard van de verkregen cellen worden beoordeeld. Indien met de cytologische punctie onvoldoende cellen zijn verkregen of indien ze niet te beoordelen zijn, kunnen met een speciale dikkere naald onder lokale verdoving pijpjes weefsel uit de verdachte afwijking worden geschoten. In deze biopten kan de histologische samenhang van het weefsel microscopisch worden beoordeeld. De combinatie van lichamelijk onderzoek, beeldvorming van de borst en een cytologische of histologische punctiebiopsie wordt triple-diagnostiek genoemd. Indien alle drie de onderzoeken verdacht of bewijzend zijn voor maligniteit, is de diagnose mammacarcinoom 100% zeker. Geven de drie onderzoeken een benigne testuitslag die de aard van de knobbel verklaart (bijv. een cyste of een fibroadenoom), dan is maligniteit voor vrijwel 100% uitgesloten. Bij twijfel moet óf een histologische dikkenaaldbiopsie (indien alleen een cytologische punctie is verricht) óf een chirurgische biopsie worden verricht. Van belang is zich te realiseren dat een negatieve cytologische punctie of een negatief mammogram alléén een maligniteit niet uitsluit. Regelmatig worden afwijkingen in de borst ontdekt die niet voelbaar zijn. Deze klinisch occulte laesies worden vooral ontdekt met behulp van mammografie in het kader van het Landelijk Bevolkingsonderzoek naar Borstkanker. Deze mammografisch ontdekte klinisch occulte afwij-

5 23-Chirurgie :07 Pagina KNOBBEL IN DE BORST 169 kingen (microcalcificaties, kleine densiteit of een combinatie ervan) kunnen op drie manieren verder worden geëvalueerd. Als de afwijking echografisch zichtbaar is, kan een echogeleide dikkenaaldbiopsie van de afwijking worden uitgevoerd. Is dat niet mogelijk, dan kunnen met behulp van speciale mammografieapparatuur stereotactisch geleide dikkenaaldbiopten uit de occulte afwijking worden genomen. Een laatste mogelijkheid is een chirurgische biopsie. Hierbij dient de afwijking preoperatief te worden gelokaliseerd met behulp van een draad die onder mammografische controle is ingebracht. De chirurg kan nu op geleide van deze lokalisatiedraad de afwijking verwijderen. Na de operatie wordt een foto van het specimen gemaakt om te controleren of de gewraakte afwijking werkelijk is verwijderd. De patholoog dient in het biopt altijd een histologische verklaring voor de mammografische afwijking te vinden. Is dat niet het geval, dan is mammografische controle noodzakelijk, met eventueel opnieuw een biopsie. Op het mammogram van de patiënte ziet u in het mediale onderkwadrant van de linkerborst een niet geheel scherp afgrensbare, vrij ronde schaduw van ongeveer 17 mm (figuur 8.3). De radioloog beoordeelde deze afwijking als verdacht voor maligniteit. Deze verdenking werd versterkt door het echogram: een solide laesie van 16 mm, niet scherp begrensd, met slagschaduw (figuur 8.4). De cytologische punctie toonde cellen die passen bij een adenocarcinoom. Hiermee was voor deze patiënte de triple-diagnostiek rond. De patiënte heeft een T 1 (een tumor kleiner dan 2 cm) N 0 (geen lymfekliermetastase voelbaar) M 0 (geen aanwijzingen voor uitzaaiingen) mammacarcinoom. In tabel 8.2 is de TNM-classificatie van het mammacarcinoom weergegeven. Figuur 8.3 Het mammogram van de patiënte. Het klierweefsel kan redelijk goed worden beoordeeld en de tumor laat zich goed afbeelden. De afbeeldingen worden vrijwel altijd in twee richtingen gemaakt. Voor deze opname is een dwarse stralengang vanaf lateraal gebruikt. De craniocaudale opname is niet afgebeeld. Figuur 8.4 Echogram van de tumor in de linkerborst van de patiënte. Goed zichtbaar is dat de naald voor de cytologische punctie precies in de tumor is geplaatst. Ook de tumor is goed zichtbaar. Overigens zijn het klierweefsel en eventuele afwijkingen beter te beoordelen tijdens het echografisch onderzoek.

6 23-Chirurgie :07 Pagina KNOBBEL IN DE BORST Tabel 8.2 TNM-classificatie van het mammacarcinoom Epidemiologie T T x T 0 T is T 1 T 2 T 3 T 4 N N x N 0 N 1 N 2 N 3 M M 0 M 1 tumorcategorie tumor kan niet worden geclassificeerd geen primaire tumor te vinden carcinoom in situ tumor 2 cm tumor > 2 cm, 5 cm tumor > 5 cm elke afmeting met ingroei in huid- of borstwand nodus- (lymfeklier)categorie regionale klieren zijn niet te onderzoeken (bijv. eerder verwijderd) geen pathologische regionale klieren pathologische beweeglijke regionale klieren pathologische gefixeerde regionale klieren pathologische klieren in ipsilaterale mammariainterna-klieren metastasecategorie geen metastasen op afstand metastasen op afstand Mammacarcinoom is de meest voorkomende maligne aandoening bij de vrouw. In Nederland wordt jaarlijks bij bijna 9000 vrouwen borstkanker vastgesteld. Uiteindelijk krijgt één op de negen à tien vrouwen in haar leven borstkanker en ongeveer 35% overlijdt vroegtijdig aan de gevolgen hiervan. Borstkanker komt vaker voor op gevorderde leeftijd: 70% van de patiënten is op het moment dat de diagnose wordt gesteld ouder dan vijftig jaar. In 1998 werd voor het eerst een daling van de mortaliteit aan borstkanker gezien: niet alleen relatief, maar ook absoluut sterven minder vrouwen aan de gevolgen van borstkanker. Deze gunstige ontwikkeling heeft verschillende oorzaken: meer vroegdiagnostiek door een grotere alertheid van de vrouw en door het Landelijk Bevolkingsonderzoek naar Borstkanker, adequate diagnostiek en locoregionale behandeling, en het op grotere schaal toepassen van effectieve adjuvante systemische therapie. NB: supraclaviculaire pathologische klieren worden beschouwd als M 1 categorie stadiumindeling stadium I T 1 N 0 stadium II T 1 N 1,T 2 N 0,1 stadium III T 1 N 2,3,T 2 N 2,3,T 3 N 0,1,2,3 stadium IV T 0-4,N 0-3,M 1 Knobbel in de borst Aanvullende diagnostiek mammografie echografie cytologische punctie/dikkenaaldbiopsie Etiologie Er zijn geen voedings- of omgevingsfactoren bekend die het risico op borstkanker verhogen (zoals roken en longkanker, of asbest en mesothelioom). Wel is bekend dat de incidentie het hoogst is in de westerse samenleving. In Noordwest-Europa en in de Verenigde Staten is het relatieve risico op borstkanker vijfmaal zo hoog als in Aziatische landen. Derhalve lijken leef- en voedingsgewoonten en omgevingsfactoren toch een rol te spelen bij de incidentie, maar welke gewoonten en factoren dat precies zijn is niet bekend. Hoge alcoholconsumptie, roken, langdurig pilgebruik op jonge leeftijd en langdurige oestrogeensubstitutie in de menopauze zijn geassocieerd met een gering verhoogd risico. Een belangrijkere rol spelen reproductieve factoren zoals de duur van de vruchtbare periode, het aantal doorgemaakte menstruele cycli, de leeftijd waarop de vrouw haar eerste kind heeft gekregen, het aantal kinderen en de duur van de lactatie. Vrouwen met het geringste aantal menstruele cycli hebben het laagste risico.

7 23-Chirurgie :07 Pagina KNOBBEL IN DE BORST 171 De belangrijkste etiologische factor is de genetische predispositie. Ongeveer 5 tot 10% van alle mammacarcinomen ontstaat mede door een erfelijk genetisch defect. Familiaire borstkankersyndromen zijn al veel langer bekend. Een aantal jaren geleden zijn de eerste twee kiembaanmutaties in genen ontdekt die gerelateerd zijn aan een sterk verhoogd risico op het krijgen van borstkanker: een mutatie in het BRCA-1-gen (BRCA staat voor breast cancer) op chromosoom 17 en in het BRCA-2-gen op chromosoom 13. Draagsters van dergelijke genmutaties hebben een levenslang risico van 60 tot 80% op het krijgen van een mammacarcinoom. Het erfelijk mammacarcinoomsyndroom is ook geassocieerd met een verhoogd risico op het krijgen van ovariumcarcinoom: mutatiedraagsters hebben 20 tot 40% kans op het ontwikkelen van een ovariumcarcinoom. Een erfelijk mammacarcinoomsyndroom in een familie is aannemelijk als bij drie of meer vrouwelijke familieleden een mammacarcinoom voorkomt, waarvan één vrouw een eerstelijnsrelatie heeft met de andere familieleden: er moet sprake zijn van een autosomaal dominant overervingspatroon. Mannen kunnen deze erfelijke eigenschap natuurlijk doorgeven, maar mannelijke dragers krijgen zelden een mammacarcinoom. Binnen deze families komt het mammacarcinoom vaak op jonge leeftijd voor en ook is vaak sprake van meerdere mammacarcinomen bij één patiënt (bilateraal mammacarcinoom). Bij verdenking op een erfelijk mammacarcinoomsyndroom binnen een familie is verwijzing naar een polikliniek erfelijke tumoren of een klinisch-geneticus aangewezen. Indien de patiënte dat wenst, kan met behulp van DNA-onderzoek van lymfocyten worden vastgesteld of zij draagster is van een mutatie in het BRCA-1- of -2-gen. De anamnese van de patiënte uit deze casus is nog onvoldoende uitgediept. Bij goed navragen blijkt echter dat bij een zus van haar vader op ongeveer 40-jarige leeftijd mammacarcinoom is vastgesteld en dat de moeder van haar vader op ongeveer 55-jarige leeftijd aan buikkanker is overleden. Het is niet bekend of deze oma een ovariumcarcinoom heeft gehad. Als dat laatste het geval is, is er mogelijk sprake van een erfelijk mamma- en ovariumcarcinoomsyndroom. Dat kan gevolgen hebben voor de patiënte zelf en voor haar vrouwelijke familieleden (zus, dochters, nichten). Deze casus geeft aan dat een goede anamnese, zeker ook van de familie van vaders zijde, belangrijk is. Op grond van de familieanamnese verwijst u de patiënte naar de klinisch-geneticus voor counseling. Preventie Had de patiënte haar borstkanker op een of andere manier kunnen voorkomen (primaire preventie) of nog eerder kunnen ontdekken zodat haar genezingskansen beter zouden zijn (secundaire preventie)? Primaire preventie Effectieve maatregelen ter voorkoming van mammacarcinoom zijn in beperkte mate voorhanden. Er kan geen leefregel worden gegeven waarmee de kans op mammacarcinoom substantieel vermindert; overmatige alcohol- en vetinname en roken worden natuurlijk ontraden. In een Amerikaans onderzoek is bij een grote groep van gezonde vrouwen met een verhoogd risico op borstkanker de preventieve waarde van het oestrogeenblokkerende middel tamoxifen onderzocht. In een vergelijkend onderzoek kreeg door loting de ene helft van de vrouwen een placebo en de andere helft tamoxifen gedurende een periode van vijf jaar. Dit onderzoek toonde aan dat in de groep vrouwen die tamoxifen hadden gebruikt, de kans op mammacarcinoom in de onderzoeksperiode ongeveer 40% kleiner was (in absolute aantallen: 244 patiënten met invasief en non-invasief mammacarcinoom in de placebogroep en 128 in de tamoxifen-groep). Wel werden in de tamoxifengroep vaker trombo-embolische complicaties gezien en kwam wat vaker endometriumcarcinoom voor (een zeldzame maar beruchte bijwerking van tamoxifen). Onvoldoende duidelijk is of het ontstaan van borstkanker slechts is uitgesteld door het gebruik van tamoxifen of werkelijk is

8 23-Chirurgie :07 Pagina KNOBBEL IN DE BORST voorkomen. Evenmin is bekend op welke leeftijd de chemopreventie zou moeten starten en hoe lang de medicatie zou moeten worden gegeven. Bovendien is in twee vergelijkbare, maar kleinere Engelse en Italiaanse preventie-onderzoeken geen voordeel van tamoxifen aangetoond. Al met al zijn er te veel vragen om op grote schaal vrouwen met een verhoogd risico te adviseren tamoxifen ter preventie van borstkanker te gebruiken. Vrouwen bij wie een mutatie in het BRCA-1- en -2-gen is aangetoond, hebben zoals gezegd een levenslang risico van 60 tot 80% op het krijgen van borstkanker. Een aantal van deze vrouwen kiest ervoor preventief al het borstklierweefsel te laten verwijderen (preventieve borstamputatie). Hiermee kan het risico op borstkanker aanzienlijk worden verkleind, maar het is natuurlijk een zeer grote stap, die alleen na zeer zorgvuldige afweging en begeleiding genomen kan worden. Secundaire preventie: screening Mammacarcinoom is één van de weinige maligne aandoeningen waarbij met behulp van bevolkingsonderzoek werkelijke vroegdiagnostiek kan worden uitgevoerd. Screening van vrouwen tussen 50 en 75 jaar door iedere twee jaar een mammogram te laten maken, leidt in de gescreende populatie tot een reductie van de mortaliteit aan borstkanker van ongeveer 10 tot 20%. Gezien deze verwachte winst is in Nederland in 1994 het Landelijk Bevolkingsonderzoek naar Borstkanker gestart. Voor een goed resultaat is een hoog opkomstpercentage zeer belangrijk: in Nederland geeft meer dan 75% van de vrouwen gehoor aan een oproep voor een screeningsmammogram. Screening in de bevolkingsgroep jonger dan 50 jaar is veel minder zinvol omdat de sterftereductie in deze groep kleiner en de incidentie van borstkanker veel geringer is. Daar de groeisnelheid van borstkanker bij jongere vrouwen groter is, moet screeningsmammografie met een grotere frequentie (jaarlijks) worden verricht om een voldoende oppakkans te krijgen. Dit maakt de verhouding tussen kosten en effectiviteit van de screening van vrouwen in de leeftijdsgroep van 40 tot 49 jaar zeer ongunstig. Screening van vrouwen jonger dan 50 jaar wordt alleen aanbevolen als er sprake is van een verhoogd risico: vrouwen uit borstkankerfamilies of vrouwen met een zogenoemde marker lesion die in een borstbiopt is gevonden (atypische ductale hyperplasie, lobulair carcinoom in situ). Het geadviseerde screeningsprogramma voor jongere vrouwen met een verhoogd risico is anders dan vrouwen ouder dan 50 jaar: een halfjaarlijks lichamelijk onderzoek en jaarlijkse mammografie. Van de 1000 vrouwen die voor het eerst screeningsmammografie hebben ondergaan, worden er ongeveer dertien verwezen voor nader onderzoek vanwege een afwijkend mammogram. Van deze dertien vrouwen hebben er gemiddeld drie naar aanleiding van nader beeldvormend onderzoek toch geen verdachte afwijking in de borst. Van de 1000 gescreende vrouwen ondergaan uiteindelijk tien vrouwen een borstbiopsie. Ongeveer zes biopten blijken een kwaadaardigheid te bevatten, dus vier van de 1000 vrouwen ondergaan voor niets een borstbiopsie. Van de vrouwen bij wie bij het bevolkingsonderzoek een maligniteit in de borst wordt vastgesteld, is meer dan 70% in een vroeg stadium (ductaal carcinoma in situ of een T 1 N 0 -mammacarcinoom). Stel dat de patiënte zich van de eerdere mogelijke familiaire belasting bewust was geweest, en zich vanaf haar veertigste levensjaar had laten screenen volgens het bovengenoemde schema, dan valt nog niet te zeggen of dit carcinoom eerder, en dus kleiner en met een betere genezingskans, was vastgesteld. Welke behandeling stelt u voor? Behandeling De behandeling van borstkanker heeft twee belangrijke doelen. 1 Behandel de patiënte zodanig dat de kans dat het mammacarcinoom plaatselijk (in de borst of op de borstwand) of in de regionale lymfeklieren recidiveert zo klein mogelijk is, met een zo beperkt mogelijke mutilatie of met zo min mogelijk bijwerkingen.

9 23-Chirurgie :07 Pagina KNOBBEL IN DE BORST Er bestaat altijd een risico op hematogene uitzaaiingen die later manifest worden. Het risico hierop dient zo goed mogelijk te worden ingeschat om met die gegevens een keus voor adjuvante systemische behandeling (chemotherapie of hormonale therapie) te maken, met het doel het risico van hematogene metastasering te verkleinen en daarmee de overlevingskans te vergroten. Om deze twee doelen te bereiken, bestaat de behandeling van borstkanker vaak uit een combinatie van mogelijkheden: chirurgie, radiotherapie en systemische adjuvante therapie. Locoregionale behandeling Bij een invasief mammacarcinoom dient in principe de gehele borst behandeld te worden. De twee meest toegepaste effectieve locoregionale behandelingen zijn de borstamputatie en de borstsparende behandeling. Een borstsparende behandeling moet altijd worden overwogen. Deze behandeling bestaat uit een ruime lokale excisie van het carcinoom, met een minimale marge van 1 cm gezond aanvoelend borstklierweefsel, in alle gevallen gevolgd door bestraling. De gehele borst wordt bestraald met meestal 25 fracties van 2 Gy (iedere werkdag een korte bestraling) en met een extra dosis stralen op het tumorgebied, meestal in 6 à 7 fracties van 2 Gy. In tabel 8.3 zijn de indicaties voor een borstsparende behandeling vermeld, alsmede de risicofactoren voor een recidief mammacarcinoom na borstsparende behandeling. Een technisch juist uitgevoerde borstsparende behandeling, toegepast op de juiste indicatie, geeft een lokale genezingskans en overleving die overeenkomen met die na een mamma-amputatie. Als het risico op een recidief in de borst hoger is dan 15% binnen tien jaar (dat is vrijwel altijd het geval als één van de risicofactoren aanwezig is), of als de borstsparende behandeling niet tot een cosmetisch acceptabel resultaat zal leiden vanwege de grootte van de tumor, is een mammaablatie de behandeling van keuze. Bij een mamma-ablatie wordt de gehele borstklier met overliggende huid en het tepelhofcomplex in één preparaat weggenomen. Tabel 8.3 Borstsparende behandeling: indicaties en risicofactoren indicatie na ruime excisie van de tumor (marge bij voorkeur meer dan 1 cm) moet het cosmetische resultaat voldoende zijn: de indicatie van borstsparende behandeling is dus afhankelijk van de tumorgrootte in relatie tot het volume van de borst de patiënte moet de behandeling wensen en kunnen ondergaan er mag niet meer dan één tumor in de borst zijn er mag geen voorgaande bestraling zijn gegeven het te verwachten risico op recidieven in de borst moet lager zijn dan 15% in tien jaar risicofactoren voor een recidief na borstsparende behandeling het carcinoom groeit tot in de chirurgische snijvlakken (betreft ook het ductale carcinoma in situ) er bevindt zich meer dan één tumor in de borst de patiënte is jonger dan veertig jaar er is geen bestraling gegeven Mammacarcinoom kan lymfogeen en hematogeen uitzaaien. Lymfogene metastasen worden vaak aangetroffen in de lymfeklieren in de oksel. Het vaststellen van lymfeklieruitzaaiingen is om twee redenen van belang. Ten eerste biedt vroege behandeling van lymfeklieruitzaaiingen uitzicht op een betere regionale controle van het carcinoom, en uiteindelijk ook op een betere overlevingskans. Ten tweede zijn lymfeklieruitzaaiingen een belangrijk prognostisch kenmerk. Voor een vrouw met lymfekliermetastasen is het risico op hematogene metastasen groter. Deze patiënten hebben een minder gunstige prognose. Hoe meer lymfekliermetastasen worden gevonden, hoe ongunstiger de prognose. Naarmate de prognose ongunstiger is, wordt de indicatie voor adjuvante systemische therapie om de prognose te verbeteren sterker. Lymfeklieruitzaaiingen kunnen op twee manieren worden vastgesteld. Tot op heden is de meest gebruikte en standaardmethode de complete okselklierdissectie: al het vetweefsel uit de oksel wordt weggenomen door de anatomische gren-

10 23-Chirurgie :07 Pagina KNOBBEL IN DE BORST zen van het okselgebied te volgen. Bij een borstsparende behandeling gebeurt dit meestal via een aparte incisie en bij een borstamputatie (waaronder wordt verstaan ablatie van de mamma plus okselklierdissectie) via dezelfde incisie. Dit pakket vetweefsel uit de oksel bevat vele lymfeklieren die door de patholoog worden onderzocht. Zeker als meer dan tien lymfeklieren zijn onderzocht, is de aan- of afwezigheid van lymfekliermetastasen door de patholoog betrouwbaar beoordeeld. Een andere mogelijkheid om lymfeklieruitzaaiingen overtuigend vast te stellen, is de biopsie van de zogenoemde schildwachtklier (SWK), ook wel poortwachterklier of sentinel node genoemd. Hierbij worden met drie, elkaar aanvullende technieken die lymfeklieren opgezocht die in directe relatie staan tot de kwaadaardige tumor. Deze lymfeklieren vangen als eerste uitzaaiingen van de tumor op. De eerste techniek is lymfoscintigrafie. Hierbij wordt in of bij de tumor een geringe hoeveelheid licht radioactief eiwit gespoten, wat zich via de lymfebanen in de eerste lymfeklieren ophoopt. Hiermee wordt de lymfe-afvloed van de tumor in beeld gebracht. Op een scan kunnen de schildwachtklieren worden afgebeeld, zodat de chirurg weet waar ze zich bevinden en hoeveel het er zijn (figuur 8.5). Deze scan wordt meestal de dag vóór de borstoperatie gemaakt. Vlak voor de operatie, als de patiënte onder narcose is, wordt in of bij de tumor een blauwe kleurstof gespoten (patentblauw), waardoor de lymfebanen naar de SWK en de SWK zelf blauw verkleuren. Vervolgens kan de chirurg op geleide van de blauwe lymfebanen en met behulp van een gevoelige stralendetector (een probe) tijdens een kleine operatie de blauwe en/of licht radioactieve SWK (vaak één, soms meer) opsporen. Deze SWK worden dan microscopisch onderzocht. Worden geen uitzaaiingen gezien, dan is de kans op uitzaaiingen in andere lymfeklieren zeer klein (circa 5%) en kan van een complete okselklierdissectie worden afgezien. Zijn er wel uitzaaiingen, dan is de kans op meer uitzaaiingen in de oksellymfeklieren behoorlijk groot (tot 40%). Het is verstandig in die situatie Figuur 8.5 Het lymfoscintigram van de patiënte waarop de schildwachtklier (sentinel node) kan worden aangetoond. In het gebied van de tumor is 0,2 cc radioactief albumine, gelabeld met de isotoop technetium, gespoten. Vervolgens zijn met een gammacamera opnamen gemaakt. De lymfebaan naar de schildwachtklier is goed te zien. Naast de schildwachtklier is meer craniaal een tweede radioactieve lymfeklier zichtbaar. Dit is waarschijnlijk geen schildwachtklier, maar een overloop - of tweede-echelon -klier. de okselklieren te behandelen, in principe met een complete okselklierdissectie. Soms is bestraling van de oksel een alternatief. De SWK-procedure is een relatief nieuwe techniek die nogal wat organisatie, kennis en samenwerking binnen een team vereist (nucleair-geneeskundige, chirurg en patholoog). Worden bij preoperatief onderzoek okselkliermetastasen gevonden (palpabele verdachte klieren of bij echografisch onderzoek gevonden klieren die bij cytologische punctie positief blijken te zijn), dan wordt altijd een complete okselklierdissectie uitgevoerd. Soms is er ook een indicatie voor aanvullende bestraling na mamma-ablatie en/of okselklierdissectie. Deze indicatie is afhankelijk van de lokale tumoruitbreiding en lymfekliermetastasering: bij tumoren groter dan 5 cm, of bij meer dan drie lymfekliermetastasen wordt in het algemeen aanvullende bestraling van het operatieterrein geadviseerd omdat in die gevallen het risico op een lokaal recidief na borstamputatie ook hoger is

11 23-Chirurgie :07 Pagina KNOBBEL IN DE BORST 175 dan 15% binnen tien jaar. Met aanvullende bestraling kan de kans op een lokaal recidief met meer dan de helft worden verkleind. De patiënte uit de casus koos voor een borstsparende behandeling met een SWK-procedure. Er werd een ruime resectie van de tumor verricht en met de SWK-procedure werden twee schildwachtklieren in de oksel gevonden en verwijderd. Prognose en adjuvante behandeling De prognose van een vrouw met borstkanker is afhankelijk van twee factoren. 1 Is de tumor lokaal en regionaal goed behandeld? 2 Heeft het carcinoom kans gezien zich via de bloedbaan uit te zaaien (hematogene metastasering)? Ondanks een goede locoregionale behandeling zal toch één op de drie vrouwen aan de gevolgen van uitgezaaide borstkanker overlijden. Bij symptomatische hematogene metastasen (bijv. in lever, skelet, longen, hersenen) die met behulp van beeldvormend onderzoek zijn bevestigd, is genezing niet meer mogelijk. Uitgezaaide borstkanker is niet vroeg te ontdekken en kan alleen palliatief (dat wil zeggen helpend, lastenverlichtend) worden behandeld. Bij een deel van de patiënten heeft deze hematogene metastasering ten tijde van de primaire diagnose reeds plaatsgevonden. Het betreft microscopische metastasen die op geen enkele wijze kunnen worden vastgesteld omdat bloedonderzoek en beeldvormend onderzoek niet gevoelig genoeg zijn. Hoe weten we nu welke patiënten dit lot beschoren is? Dat weten we niet; het kan alleen worden ingeschat op grond van bekende statistische gegevens: de prognostische kenmerken. Deze prognostische kenmerken vertellen iets over het biologische gedrag van de tumor en ook over de kans dat het carcinoom is gemetastaseerd. Ze hebben te maken met de delingssnelheid, de invasiviteit, de mogelijkheid dat de maligne cellen zich losmaken uit de omgeving, de mogelijkheid dat ze in bloedvaten ingroeien en Tabel 8.4 Kenmerken die samenhangen met de prognose van een patiënte met borstkanker (gerangschikt naar afnemende zeggingskracht) 1 aanwezigheid en aantal metastasen in lymfeklieren 2 tumorgrootte 3 differentiatie (uitrijpingsgraad) van het carcinoom; er is een indeling in drie graden: graad I: goed gedifferentieerd = gunstig graad II: matig gedifferentieerd = minder gunstig graad III: slecht gedifferentieerd = ongunstig 4 aantal celdelingen in de tumor: de zogenoemde mitotische activiteit; hoe meer celdelingen, hoe ongunstiger de prognose 5 ontstaan van nieuwe bloedvaten rond de tumor en ingroei in de lymfe- en bloedvaten (angioneogenese en angio-invasie) 6 vele biologische kenmerken zoals expressie van oncogenen of tumorsuppressorgenen als het P53- tumorsuppressorgen en het HER-2-NEU-oncogen op een andere plaats uitgroeien. Inmiddels zijn honderden prognostische kenmerken voor borstkanker beschreven, maar slechts enkele hebben een sterke onafhankelijke prognostische betekenis. In tabel 8.4 worden de belangrijkste prognostische kenmerken opgesomd. Geen van de kenmerken kan voor 100% voorspellen of bij een patiënte wel of geen metastasen manifest zullen worden. De prognose wordt als het ware berekend op grond van een combinatie van kenmerken. Bijvoorbeeld een patiënte met een carcinoom van 1,2 cm, goed gedifferentieerd met weinig mitosen en zonder lymfekliermetastasen heeft een tienjaars ziektevrije genezingskans van meer dan 90%. Een patiënte met een even grote, maar slecht gedifferentieerde tumor en met veel mitosen, heeft een genezingskans van 70 tot 80%. Voor een patiënte met een slecht gedifferentieerd carcinoom van 3 cm en vier lymfekliermetastasen is de kans dat zich binnen tien jaar hematogene metastasen voordoen circa 60%. Het risico van het manifest worden van metastasen op afstand kan verkleind worden door adjuvante systemische therapie.

12 23-Chirurgie :07 Pagina KNOBBEL IN DE BORST Soorten adjuvante systemische therapie Chemotherapie is een behandeling met medicijnen die celdodend zijn. Het zijn stoffen die aangrijpen in het celdelingsproces. Kankercellen zijn daarvoor gevoeliger dan gezonde cellen. Micro-uitzaaiingen blijken gevoeliger te zijn voor chemotherapie dan uitzaaiingen die bij lichamelijk of beeldvormend onderzoek kunnen worden vastgesteld. Waar chemotherapie bij uitgezaaide ziekten alleen kan leiden tot een verkleining van metastasen en hooguit tot verlenging van het leven, kan deze behandeling in de adjuvante situatie echt genezend werken. Chemotherapie heeft bijwerkingen zoals misselijkheid, haaruitval en een grotere gevoeligheid voor infecties. Het is dus belangrijk de nadelen van chemotherapie af te wegen tegen de winst die kan worden behaald. Er wordt altijd een combinatie van chemotherapeutica gebruikt. De meest toegepaste zijn anthracyclinen met cyclofosfamide, al dan niet gecombineerd met 5-fluorouracil. Hormonale therapie. Mammacarcinoomcellen zijn ontaarde varianten van normale borstkliercellen. Dit verklaart waarom mammacarcinoomcellen de eigenschappen van gewone borstkliercellen nog kunnen hebben. Eén centrale eigenschap van borstkliercellen is hun gevoeligheid voor oestrogene en progestagene hormonen. Veel mammacarcinoomcellen hebben deze afhankelijkheid van vrouwelijke geslachtshormonen behouden, hetgeen kan worden aangetoond door de aanwezigheid van oestrogeen- en progesteronreceptoren. Wanneer de oestrogeenproductie aanzienlijk wordt verminderd, of wanneer de oestrogeenreceptoren in de cellen worden geblokkeerd, kan dat tot gevolg hebben dat mammacarcinoomcellen geen prikkel ontvangen tot deling en uiteindelijk verdwijnen. Ook in dit geval zijn micrometastasen gevoeliger dan grote uitzaaiingen. De belangrijkste hormonale behandelingen zijn het blokkeren van de oestrogeenreceptoren en het uitschakelen van de ovaria. Een bekende blokkeerder van de oestrogeenreceptor is tamoxifen. Dit middel wordt op grote schaal toegepast bij de behandeling van borstkanker. De ovaria kunnen operatief worden uitgeschakeld door een ovariëctomie, door bestraling van de ovaria, of medicamenteus met een zogenaamde LHRH-agonist die de stimulering van de ovaria door de hypofyse volledig stillegt. Het effect van adjuvante systemische behandeling Indien een vrouw vijftien jaar na de behandeling van haar borstkanker ziektevrij in leven is, is haar levensverwachting even groot als die van een even oude gezonde Nederlandse vrouw. Vijftien jaar is voor onderzoek naar de werking van adjuvante behandeling echter een niet-hanteerbare lange periode. Over het algemeen wordt daarom gesproken over de tienjaarsoverleving. Door adjuvante systemische therapie zijn we in staat het risico om binnen tien jaar aan de gevolgen van borstkanker te overlijden, te verminderen. Dit wordt ook wel de proportionele vermindering van de sterftekans genoemd. Als vuistregel kan worden aangenomen dat de proportionele vermindering van de sterftekans door hormonale therapie ongeveer een derde bedraagt, door chemotherapie bij premenopauzale patiënten ongeveer een kwart en bij postmenopauzale patiënten ongeveer een achtste. Wanneer chemotherapie en hormonale therapie (bij patiënten met hormoongevoelige tumoren) worden gecombineerd, is de proportionele vermindering van de sterftekans binnen tien jaar bijna 50%. Omdat dit een ingewikkelde materie is, volgt hieronder een voorbeeld aan de hand van de casus. Bij microscopisch onderzoek blijkt de patiënte een invasief carcinoom te hebben van 1,6 cm. Het carcinoom is matig tot slecht gedifferentieerd en heeft verscheidene mitosen per gezichtsveld (> 10). De speciale immunohistochemische kleuring op de oestrogeen- en progesteronreceptor waren positief. In de onderzochte schildwachtklieren zijn geen uitzaaiingen gevonden. Op grond van deze gegevens moet u aannemen dat de tienjaarssterftekans van deze patiënte circa 25% is. De proportionele sterftereductie door chemotherapie is een kwart, waarmee haar tienjaarssterftekans met ongeveer 7% wordt verminderd van 25 naar 18%.

13 23-Chirurgie :07 Pagina KNOBBEL IN DE BORST 177 Er is dus een reële kans dat de patiënte de chemotherapie voor niets krijgt omdat de tumor zich niet had uitgezaaid, of omdat er chemotherapieresistente carcinoomcellen zijn die toch uitgroeien. Voor de patiënte is het een lastige afweging: een behoorlijk zware behandeling voor een relatief beperkte absolute winst van ongeveer 7%. Of de chemotherapie effectief is geweest, zal ook nooit bekend worden. U zult alleen weten als de behandeling niet-effectief was, namelijk in de situatie dat bij de patiënte toch uitzaaiingen manifest worden. Door aan de chemotherapie een hormonale behandeling toe te voegen (vijf jaar dagelijks 20 mg tamoxifen) kan de sterftekans in totaal met bijna de helft worden verminderd. De patiënte kiest voor beide behandelingen. Mammacarcinoom Behandeling borstsparende behandeling ablatio mammae okselklierdissectie als lymfekliermetastasen zijn aangetoond (dus ook als SWK ) aanvullende radiotherapie aanvullende hormonale behandeling aanvullende chemotherapie hormonale behandeling combinatie van aanvullende chemotherapie en hormonale behandeling Enkele meer uitzonderlijke situaties Ductaal carcinoma in situ Het ductale carcinoma in situ (DCIS) is een maligne proliferatie van het ductale epitheel zonder doorbraak van de ductale basale membraan: er is geen infiltratie. Het DCIS uit zich in verschillende klinische vormen die de mate van differentiatie weergeven: goed, matig of slecht gedifferentieerd DCIS. Dit kan door de patholoog worden herkend aan de mate van kernatypie, de vorming van necrose en de architecturale opbouw. DCIS kan in principe niet metastaseren, noch lymfogeen, noch hematogeen. De afwijking ontstaat unicentrisch, dat wil zeggen in één gedeelte van de melkklier. DCIS is meestal niet voelbaar, maar wordt ontdekt op een mammogram (bijv. bij het bevolkingsonderzoek). De standaardbehandeling van DCIS bestaat uit een ruime excisie met microscopisch tumorvrije marges. Een cosmetisch aanvaardbare sparende radicale excisie is in het algemeen alleen mogelijk bij kleine afwijkingen. Bij uitgebreid DCIS (arbitrair groter dan 5 cm) is een ablatio mammae geïndiceerd. Hierbij wordt de gehele klierschijf verwijderd, samen met de overliggende huid en het tepelhofcomplex. De onderliggende spieren en de okselinhoud blijven gespaard; een okselklierdissectie is immers niet geïndiceerd omdat de afwijking niet infiltreert. Na een borstsparende ruime lokale resectie van het DCIS, waarbij de patholoog na uitvoerig microscopisch onderzoek geen tumor in de snijranden heeft herkend, bestaat echter toch het risico op nieuwe uitgroei van DCIS of invasief carcinoom. Dit risico kan oplopen tot ongeveer 15% binnen vijf jaar na de behandeling. Van alle recidieven van DCIS is ongeveer de helft invasief en de helft is weer een DCIS. Aanvullende bestraling kan dit risico met circa 40% verminderen. Als voor een DCIS een borstsparende behandeling wordt uitgevoerd, wordt daarom in het algemeen aanvullende bestraling (zoals eerder beschreven) van de borst geadviseerd. Lobulair carcinoma in situ Het lobulaire carcinoma in situ (LCIS) is een maligne proliferatie van het epitheel van de lobuli, dat wil zeggen van de melkklieren zelf. Deze proliferatie vormt geen tumor, en kan vrijwel nooit zichtbaar worden gemaakt met beeldvormende technieken. Het carcinoom is vrijwel altijd een microscopische toevalsbevinding in borstklierweefsel dat om een andere reden is verwijderd. De vrouw bij wie LCIS is gevonden, heeft een tweetot viermaal verhoogd risico op het ontwikkelen van mammacarcinoom in beide borsten. LCIS moet dus als een risicofactor worden beschouwd, vergelijkbaar met familiaire belasting. In het algemeen wordt aan vrouwen met LCIS screening van de mammae geadviseerd. LCIS hoeft dus niet lokaal radicaal verwijderd te worden.

14 23-Chirurgie :07 Pagina KNOBBEL IN DE BORST Lokaal gevorderd mammacarcinoom Ongeveer 5 à 7% van alle patiënten met een mammacarcinoom presenteert zich met een locally advanced (lokaal gevorderd; in de praktijk wordt altijd gesproken van locally advanced ) mammacarcinoom. Criteria voor een locally advanced mammacarcinoom zijn arbitrair en zijn gebaseerd op klinische symptomen. Allereerst is er de mastitis carcinomatosa. Hierbij is de borst vergroot, ziet er rood en ontstoken uit en voelt vast aan. Andere criteria zijn: tumor groter dan 5 cm; ingroei in de huid met ulceratie of ingroei in de onderliggende spieren en thoraxwand; huidmetastasen in het gebied van de borst; sterk vergrote en met elkaar vergroeide lymfeklieren in de oksel. Een locally advanced mammacarcinoom heeft een slechte prognose omdat het risico op metastasen op afstand groot is. Voorts wordt de patiënte bedreigd door een lokaal oncontroleerbare ziekte. Een locally advanced mammacarcinoom wordt in principe primair behandeld met chemotherapiekuren. Daardoor wordt bij ongeveer 70 tot 80% van de patiënten de tumor in de borst aanzienlijk kleiner, en verdwijnt de ulceratie of het beeld van mastitis carcinomatosa. Vaak is daarna wel een operabele situatie verkregen en in de meeste gevallen volgt dan een borstamputatie. Een enkele keer kan zelfs een borstsparende behandeling worden uitgevoerd. Tot de multidisciplinaire aanpak van het locally advanced mammacarcinoom behoort ook bestraling van de borstwand en van de regionale lymfekliergebieden. Indien de tumor hormoongevoelig was, wordt als adjuvante therapie tamoxifen voorgeschreven. Hematogeen gemetastaseerd mammacarcinoom Als eenmaal metastasen op afstand zijn vastgesteld, spreken we van een palliatieve behandeling. Deze behandeling heeft tot doel met zo beperkt mogelijke bijwerkingen zo lang mogelijk de symptomen van de uitzaaiingen te bestrijden. Hoewel systemische therapie de overleving kan verlengen, is curatie vrijwel uitgesloten. Bij een asymptomatische patiënte kunt u een afwachtend beleid overwegen. In bepaalde klinische situaties moet bij hematogene metastasering de voorkeur worden gegeven aan lokale radiotherapie, namelijk bij: metastasen in het centrale zenuwstelsel; compressie van het ruggenmerg; dreigende pathologische fractuur; pleuritis of pericarditis carcinomatosa met ernstige symptomen; iedere gelokaliseerde symptomatische metastase die niet reageert op systemische therapie. In andere situaties moet lokale chirurgische therapie worden overwogen, en wel bij: een lokaal recidief (in de borst, in de huid op de borstwand of in de regionale lymfeklieren); pijnlijke botmetastasen (preventieve osteosynthese); solitaire metastasen na een lang ziektevrij interval. Wanneer systemische therapie is aangewezen, kan gekozen worden tussen hormonale therapie en chemotherapie. Argumenten om te kiezen voor hormonale therapie zijn: een oestrogeen- of progesteronreceptorpositieve tumor; een lang ziektevrij interval; metastasen voornamelijk in weke delen en/of in bot. De kans op respons op hormonale therapie bij een tumor die oestrogeen- en progesteronreceptorpositief is, is ongeveer 70%, tegen slechts 10% bij patiënten met een hormoonreceptornegatieve tumor. Bij progressie na een goede respons kan vaak een andere hormonale behandeling opnieuw een respons geven. In alle andere situaties kan bij klachten palliatieve chemotherapie worden overwogen. De duur van de therapie is arbitrair. Vaak wordt chemotherapie gegeven tot progressie van het carcinoom of tot onacceptabele toxiciteit. Er zijn echter aanwijzingen dat met zes kuren volstaan kan worden. Indien na het staken van chemotherapie

15 23-Chirurgie :07 Pagina KNOBBEL IN DE BORST 179 opnieuw progressie optreedt, kan dezelfde chemotherapie worden gegeven. Controle na de behandeling Er zijn verschillende redenen om een vrouw na een in opzet curatieve behandeling van haar mammacarcinoom regelmatig te controleren: 1 vroege detectie van een lokaal of een regionaal recidief; 2 vroege detectie van een nieuwe primaire tumor in het resterende borstweefsel; 3 detectie van metastasen op afstand; 4 controle en eventuele behandeling van late complicaties; 5 psychosociale ondersteuning en revalidatie van de patiënte; counseling vanwege eventuele familiaire belasting; 6 evaluatie van het behandelingsresultaat. Ad. 1. De vroege ontdekking van een lokaal of regionaal recidief draagt bij aan de verbetering van de locoregionale controle van de ziekte. Dit kan het beste gebeuren door regelmatig lichamelijk onderzoek. Routinematig beeldvormend onderzoek, behalve mammografie na een borstsparende behandeling, is niet zinvol. Ad. 2. Als een vrouw eenmaal borstkanker heeft gehad, loopt zij een licht verhoogd risico voor het ontwikkelen van een nieuw primair mammacarcinoom in het resterende borstklierweefsel (ook contralateraal). Dit verhoogde risico (0,5 tot 1% kans op een tweede primaire tumor per levensjaar na de behandeling van de eerste) is een reden voor screening. De screening bestaat uit lichamelijk onderzoek en jaarlijks een mammogram. Ad. 3. Zoals eerder gesteld, is een patiënte met waarneembare hematogene metastasering van het mammacarcinoom niet curatief te behandelen. Pogingen om hematogene metastasen vroeg te ontdekken met het idee dat een betere behandeling of zelfs curatie mogelijk zou zijn, zijn niet reëel. Klinisch manifeste metastasen op afstand van mammacarcinoom zijn nu eenmaal een laat fenomeen. Tegen deze achtergrond is het niet zinvol routinematig extra onderzoek te doen (bloedonderzoek, routinethoraxfoto s, botscans, leverecho s, enz.) bij het ontbreken van klachten. Alleen bij klachten wordt gericht aanvullend onderzoek uitgevoerd. In verschillende gerandomiseerde onderzoeken is aangetoond dat patiënten die intensief worden gecontroleerd met behulp van bovengenoemde routineonderzoeken, geen betere levensverwachting hebben dan patiënten die alleen bij klachten aanvullend onderzoek ondergaan. Ad. 4. De meest voorkomende behandelingsgerelateerde late complicaties zijn lymfoedeem van de arm, pijnklachten in het operatiegebied met schouderfunctiestoornissen en bestralingsschade. De kans op lymfoedeem na een okselklierdissectie is ongeveer 5 tot 10%; na alleen bestraling van de oksel is dat 3 tot 5%. Na een combinatie van okselklierdissectie en bestraling van de oksel loopt dit risico op tot ongeveer 30%. Behoudens het advies de arm niet overmatig te gebruiken en adviezen over hygiënische maatregelen ter voorkoming van infectie zijn geen effectieve preventieve maatregelen tegen het lymfoedeem bekend. Heeft het lymfoedeem zich eenmaal ontwikkeld, dan voldoen alleen symptomatische behandeling met behulp van manuele lymfedrainagetherapie door de fysio- of huidtherapeut en compressietherapie met behulp van zwachtels of steunkousen. Het is onduidelijk of een operatie waarbij de lymfebanen in de arm worden geanastomoseerd met venen (de zogenoemde lymfaticoveneuze shuntoperatie) bij een deel van de patiënten op lange termijn verbetering geeft. Een veelvoorkomende complicatie na een okselklierdissectie is pijn als gevolg van het doorsnijden van de gevoelszenuwen naar de mamma en naar de binnenzijde van de bovenarm. Deze deafferentiatieneuralgie kan zeer hardnekkig en invaliderend zijn. De pijnklachten zijn zeer moeilijk te behandelen. Na een borstsparende behandeling kan door de bestraling een flinke verlittekening in de borst en de huid ontstaan wat uiteindelijk een nadelig effect heeft op het cosmetische resultaat. De kans op het ontstaan van deze stralenfibrose is niet te

16 23-Chirurgie :07 Pagina KNOBBEL IN DE BORST voorspellen. Na bestraling van de regionale klierstations rondom het sleutelbeen kan beschadiging van de plexus brachialis ontstaan; deze radiatieplexopathie is ernstig invaliderend maar gelukkig zeer zeldzaam (minder dan 1% van de patiënten). Als gevolg van de bestraling kunnen ook beschadigingen van het onderliggende longweefsel ontstaan. Deze radiatiepneumonitis kan benauwdheid tot gevolg hebben. De aandoening verbetert vrijwel altijd spontaan, maar soms kunnen corticosteroïden het herstel versnellen en de tijdelijke klachten verminderen. Ad. 5. Psychosociale ondersteuning en revalidatie spreken voor zichzelf. Mochten er als gevolg van de behandeling schouderfunctiestoornissen optreden, dan is begeleiding door een fysiotherapeut aangewezen. Ook moet met de patiënte de mogelijkheden worden besproken van mammareconstructie of van cosmetisch herstel na een minder geslaagde borstsparende behandeling. Juist omdat veel vrouwen lang overleven, spelen de aspecten met betrekking tot de kwaliteit van leven een grote rol. Veel vrouwen keren terug in het arbeidsproces en dat gaat nogal eens gepaard met psychologische, sociale en financiële hobbels. Ook aspecten als het krijgen van kinderen na de behandeling van een mammacarcinoom, of als de behandeling van climacteriële klachten en eventuele hormoonsubstitutie verdienen speciale kennis en begeleiding. Vaak komt de vraag aan de orde over de kans op erfelijkheid bij de kinderen van de patiënte of andere familieleden. Natuurlijk moeten de controlerende artsen bekend zijn met deze genetische risico s en de mogelijkheid hebben de patiënte te verwijzen naar de polikliniek erfelijke tumoren. Ad. 6. Het belangrijkste instrument voor controle van de kwaliteit van de behandeling is het analyseren van de behandelingsresultaten. De behandeling van borstkanker kent een aantal realistische uitkomstmaten zoals een goed cosmetisch resultaat na een borstsparende behandeling bij meer dan 70% van de patiënten, en locoregionale genezing op lange termijn (> 10 jaar) bij meer dan 90% van de patiënten. Deze uitkomstmaten kunnen natuurlijk alleen worden beoordeeld als alle behandelde patiënten prospectief gevolgd worden en de gegevens worden geregistreerd. Bovendien is het de verantwoordelijkheid van de behandelaars om de verzamelde gegevens regelmatig te analyseren en de resultaten met elkaar te bespreken. Het is van belang dat u na de primaire behandeling duidelijk uiteenzet wat de mogelijkheden en onmogelijkheden van de controle zijn, wat het doel en wat het schema is. Een veel gehanteerd controleschema is een viermaandelijks bezoek aan de polikliniek voor anamnese en lichamelijk onderzoek gedurende de eerste twee jaar, een halfjaarlijkse controle tot vijf jaar, en daarna tot tien jaar een jaarlijkse controle. Na tien jaar hoeft alleen screening op een tweede primaire tumor plaats te vinden. Voorts wordt jaarlijks een mammografisch onderzoek geadviseerd; voor de oudere patiënte (arbitrair vanaf zestig jaar) voldoet mammografie iedere twee jaar. Afhankelijk van de behoefte van de patiënte kan het controleschema intensiever zijn of juist minder intensief, waarbij duidelijk moet worden gemaakt dat dit geen invloed zal hebben op haar genezingskansen. Kernpunten Mammacarcinoom is de meest voorkomende maligne aandoening bij de vrouw in Nederland: één op de negen à tien vrouwen zullen er in hun leven mee te maken krijgen. Erfelijke belasting en reproductieve/hormonale factoren zijn de belangrijkste kenmerken die het risico van mammacarcinoom bepalen. Screening door middel van mammografie (iedere twee jaar voor alle vrouwen tussen de 50 en 75 jaar, en jaarlijks voor vrouwen tussen de 40 en 50 jaar met een verhoogd risico) leidt tot een reductie van 10 tot 20% van de sterfte ten gevolge van mammacarcinoom in de gescreende populaties. De triple-diagnostiek is de basis voor de diagnose van een mammacarcinoom en bestaat uit lichamelijk onderzoek, beeldvorming met behulp van mammografie en/of echografie en cytologische en/of histologische naaldbiopsie.

17 23-Chirurgie :07 Pagina KNOBBEL IN DE BORST 181 De behandeling van mammacarcinoom is multidisciplinair en bestaat meestal uit een combinatie van chirurgie, radiotherapie en adjuvante systemische therapie. De borstsparende behandeling is de locoregionale behandeling van voorkeur, mits er een voldoende cosmetisch resultaat kan worden bereikt en het risico van een recidiefcarcinoom in de borst kleiner is dan 15% binnen tien jaar na behandeling. Indien aan deze voorwaarden niet kan worden voldaan, heeft mamma-ablatie de voorkeur. Invasief mammacarcinoom kan aanleiding geven tot lymfogene en hematogene metastasen. Lymfogene metastasen kunnen worden vastgesteld door lichamelijk onderzoek en/of echografie met een cytologische punctie, en bij onverdachte klieren met de schildwachtklierprocedure. Lymfekliermetastasen worden behandeld met een complete okselklierdissectie. Het risico op hematogene metastasen (en vervolgens het risico te overlijden aan de gevolgen van borstkanker) wordt geschat met behulp van prognostische factoren. De belangrijkste zijn: metastasen in de lymfeklieren, tumorgrootte en de differentiatiegraad van de tumor. De sterftekans aan mammacarcinoom kan met 15 tot 50% worden verminderd door adjuvante systemische therapie. De behandeling bestaat uit chemotherapie, hormonale therapie of een combinatie hiervan. De belangrijkste reden voor controle na behandeling van een mammacarcinoom is de vroege opsporing van een locoregionaal recidief, de vroege opsporing van een tweede primair mammacarcinoom door mammografische screening en de begeleiding van de patiënte tot een zo goed mogelijk psychisch en fysiek herstel. Follow-up met prospectieve registratie van patiëntengegevens biedt de mogelijkheid van evaluatie van het behandelingsresultaat en daarmee van controle van de kwaliteit van de behandeling. Literatuur Early Breast Cancer Trialists Collaborative Group. Tamoxifen for early breast cancer: an overview of the randomised trials. Lancet 1998; 351: Early Breast Cancer Trialists Collaborative Group. Polychemotherapy for early breast cancer: an overview of the randomised trials. Lancet 1998; 352: Harris JR, Lippman ME, Morrow M, Osborne CK. Diseases of the breast. 2nd ed. Philadelphia: Lippincott, Williams & Wilkins; Schwartz GF, Solin LJ, Olivotto IA, Ernster VL, Pressman PI. Consensus conference on the treatment of in situ ductal carcinoma of the breast. April 22-25, Cancer 2000: 88(4):

18 23-Chirurgie :07 Pagina 182

Knobbeltje in de borst

Knobbeltje in de borst Knobbeltje in de borst Deze brochure informeert u over de gang van zaken bij een afwijking (knobbeltje) in de borst. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn dan beschreven.

Nadere informatie

3.3 Borstkanker bij de man

3.3 Borstkanker bij de man 3.3 Borstkanker bij de man Bij u is zojuist de diagnose borstkanker vastgesteld. Alle patiënten die voor borstkanker worden behandeld in het Catharina-ziekenhuis ontvangen een Persoonlijke Informatie Map.

Nadere informatie

Borstkanker. Celdeling

Borstkanker. Celdeling Borstkanker In Nederland wordt per jaar bij ongeveer 12.000 vrouwen borstkanker (mammacarcinoom) ontdekt. Daarnaast wordt bij ongeveer 1.300 vrouwen in Nederland een voorstadium van borstkanker (ductaal

Nadere informatie

Mijn pathologieverslag begrijpen

Mijn pathologieverslag begrijpen Mijn pathologieverslag begrijpen Deze brochure bevat zeker niet alle gedetailleerde informatie over uw pathologieverslag. We geven u vooral de belangrijkste en juiste informatie mee over de resultaten

Nadere informatie

Patiënteninformatiedossier (PID) MAMMACARE. onderdeel BORSTKANKER

Patiënteninformatiedossier (PID) MAMMACARE. onderdeel BORSTKANKER Patiënteninformatiedossier (PID) MAMMACARE onderdeel BORSTKANKER Inhoud Wat is borstkanker?... 3 Vormen van kanker... 4 DCIS... 4 Ductaal carcinoom... 4 Lobulair carcinoom... 4 Erfelijke en familiare belasting...

Nadere informatie

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J

J. Mamma aandoeningen. Inhoudsopgave 01 J 02 J 03 J 04 J 05 J 06 J 07 J 08 J 09 J 10 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J J. Mamma aandoeningen nhoudsopgave 1 J 2 J 3 J 4 J 5 J 6 J 7 J 8 J 9 J 1 J 11 J 12 J 13 J 14 J 15 J 16 J 17 J 18 J 19 J Screening: vrouwen jonger dan 4 jaar zonder genetisch risico... 1 Screening: vrouwen

Nadere informatie

behandelingen-bij-borstkanker/

behandelingen-bij-borstkanker/ https://www.isala.nl/patientenfolders/6682-borstkanker-pid-h3- behandelingen-bij-borstkanker/ Borstkanker (PID): H3 Behandelingen bij borstkanker Als borstkanker is vastgesteld, bespreekt een team van

Nadere informatie

Borstcentrum Bernhoven. Yvonne Paquay Chirurg

Borstcentrum Bernhoven. Yvonne Paquay Chirurg Borstcentrum Bernhoven Yvonne Paquay Chirurg Klachten van de borst? Verwijzing naar het borstcentrum voor analyse en zonodig behandeling 2 3 4 Verwijsredenen: > Knobbeltje voelbaar > BOBZ (de bus) > Controle

Nadere informatie

Behandeling van borstkanker

Behandeling van borstkanker Behandeling van borstkanker De behandeling van borstkanker Deze folder geeft u algemene informatie over de behandeling van borstkanker. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders

Nadere informatie

Borstkanker. Normale cellen in borstklierweefsel Augustus 2016

Borstkanker. Normale cellen in borstklierweefsel Augustus 2016 Borstkanker In Nederland wordt per jaar bij ongeveer 12.000 vrouwen borstkanker (mammacarcinoom) ontdekt. Daarnaast wordt bij ongeveer 1.300 vrouwen Ductaal Carcinoom In Situ (DCIS) geconstateerd. Dit

Nadere informatie

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn :

De indicatoren omtrent borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn : Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009

Nadere informatie

De Mammapolikliniek (polikliniek voor borstafwijkingen)

De Mammapolikliniek (polikliniek voor borstafwijkingen) De Mammapolikliniek (polikliniek voor borstafwijkingen) Inleiding Deze brochure informeert u over de gang van zaken op de mammapoli (mamma is de medische term voor borst ). U bent hier naar verwezen omdat

Nadere informatie

Medische Publieksacademie

Medische Publieksacademie Medische Publiekacademie Medisch Centrum Leeuwarden Leeuwarder Courant Aan de winnende hand Borstkanker 27 oktober 2015 Welkom! #mclmpa 1 Borstkanker aan de winnende hand Marloes Emous, oncologisch chirurg

Nadere informatie

Behandeling van DCIS. Ductaal carcinoma in situ (DCIS) gemini-ziekenhuis.nl

Behandeling van DCIS. Ductaal carcinoma in situ (DCIS) gemini-ziekenhuis.nl Behandeling van DCIS Ductaal carcinoma in situ (DCIS) gemini-ziekenhuis.nl Inhoudsopgave Wat is DCIS 3 Borstsparende behandeling 4 Ablatio: verwijdering van de gehele borstklier en borst 5 Preventieve

Nadere informatie

Knobbeltje in de borst

Knobbeltje in de borst Knobbeltje in de borst Vooraf Borstafwijkingen bij vrouwen komen veel voor. Vaak zijn dit onschuldige afwijkingen, slechts in een minderheid van de gevallen hebben we met kwaadaardige gezwellen te maken.

Nadere informatie

Algemene informatie over het pathologieverslag bij borstkanker

Algemene informatie over het pathologieverslag bij borstkanker Algemene informatie over het pathologieverslag bij borstkanker De patholoog onderzoekt het weefsel dat tijdens de operatie is weggenomen. In het pathologieverslag wordt beschreven: de grootte van de tumor

Nadere informatie

Borstkanker. Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven

Borstkanker. Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven Borstkanker Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Vóór het dertigste jaar is borstkanker zeldzaam, maar met het stijgen

Nadere informatie

Beentumoren (=bottumoren)

Beentumoren (=bottumoren) Beentumoren (=bottumoren) Inleiding Gezwellen in beenderen worden beentumoren genoemd. Er zijn verschillende typen beentumoren te onderscheiden. Zo zijn er vormen waarbij de tumor of het gezwel direct

Nadere informatie

Inleiding Wat is een melanoom? Hoe vaak komt het voor? Hoe ontstaat een melanoom?

Inleiding Wat is een melanoom? Hoe vaak komt het voor? Hoe ontstaat een melanoom? MELANOOM 1179 Inleiding De dermatoloog heeft bij u een melanoom geconstateerd. Deze folder geeft u informatie over een melanoom en de behandelmogelijkheden. Daarnaast krijgt u meer informatie over zelfonderzoek

Nadere informatie

Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling

Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Status bepaling: 99,4% Aandeel van patiënten met invasieve borstkanker waarbij een ER, PR en/of HER2 statusbepaling werd uitgevoerd vóór enige systemische behandeling Vóór het starten van de behandeling

Nadere informatie

KNOBBELTJE IN DE BORST

KNOBBELTJE IN DE BORST KNOBBELTJE IN DE BORST Inleiding Deze folder informeert u over de gang van zaken bij een afwijking (knobbeltje) in de borst. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk de situatie anders kan zijn

Nadere informatie

Echografie + biopsie

Echografie + biopsie Proces Chirurg/verpleegkundige anamnese en lichamelijk onderzoek Mammacare verpleegkundige geeft uitleg over de gang van zaken en begeleidt Mammografie/ echografie en zo nodig direct echogeleid histologisch

Nadere informatie

Behandeling borstkanker

Behandeling borstkanker Behandeling borstkanker Kanker in het algemeen Er zijn meer dan honderd soorten kanker die op verschillende plaatsen in het lichaam kunnen voorkomen. Elke soort kanker is een andere ziekte. Een gemeenschappelijk

Nadere informatie

Behandeling van een melanoom. Huidziekten

Behandeling van een melanoom. Huidziekten Behandeling van een melanoom Huidziekten Het melanoom Melanoom betekent letterlijk: zwart gezwel. Deze vorm van kanker ontstaat uit de pigmentcellen (melanocyten). Pigmentcellen komen vooral voor in de

Nadere informatie

De indicatoren over borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn:

De indicatoren over borstkanker, die in kader van het VIP²-project worden opgevolgd zijn: Indicatoren VIP²-project Oncologie In België is, net als in Europa, borstkanker de meest voorkomende oorzaak van overlijden door kanker bij vrouwen (20,6 % van alle overlijdens ingevolge kanker). In 2009

Nadere informatie

Voorstadium van borstkanker

Voorstadium van borstkanker Voorstadium van borstkanker Ductaal Carcinoma In Situ (DCIS) 1. Inleiding Bij u is een voorstadium van borstkanker geconstateerd. Deze afwijking wordt Ductaal Carcinoma In Situ (afgekort DCIS) genoemd.

Nadere informatie

LANDELIJK REGISTRATIEFORMULIER MAMMATUMOREN. Zkh reg.nr: SIG code zkh: pagina 1 van 5. Datum:. Paraaf:.

LANDELIJK REGISTRATIEFORMULIER MAMMATUMOREN. Zkh reg.nr: SIG code zkh: pagina 1 van 5. Datum:. Paraaf:. Zkh reg.nr: SIG code zkh: pagina 1 van 5 IDENTIFICATIE 1. Geboortenaam: Voorvoegsels: 2. Naam partner: Voorvoegsels: 3. Voorletters: 4. Geslacht (1=man, 2=vrouw, 3=overig) 5. Geboortedatum: 6. Geboorteplaats

Nadere informatie

Een melanoom, wat nu?

Een melanoom, wat nu? Een melanoom, wat nu? Aanvullende diagnostiek Is er op gericht om aan te tonen dat er sprake is van gelokaliseerde ziekte Gelokaliseerde ziekte = een primair melanoom met ten hoogste satelliet-, intransit-

Nadere informatie

Operatie bij borstkanker. Behandeling. Borstsparende operatie

Operatie bij borstkanker. Behandeling. Borstsparende operatie Operatie bij borstkanker Er is bij u borstkanker vastgesteld. De diagnose borstkanker brengt veel emoties en onzekerheden met zich mee. Deze informatie is bedoeld als algemene voorlichting. Mogelijk hebt

Nadere informatie

Borstkanker. Borstcentrum Máxima locatie Eindhoven

Borstkanker. Borstcentrum Máxima locatie Eindhoven Borstkanker Borstcentrum Máxima locatie Eindhoven Borstkanker is de meest voorkomende vorm van kanker bij vrouwen. Vóór het dertigste jaar is borstkanker zeldzaam, maar met het stijgen van de leeftijd

Nadere informatie

Wat u moet weten over het melanoom

Wat u moet weten over het melanoom Dermatologie/Chirurgie Patiënteninformatie Wat u moet weten over het melanoom U ontvangt deze informatie, omdat u meer wilt weten over het melanoom. Hierin leest u onder andere wat deze vorm van huidkanker

Nadere informatie

Operatie DCIS (Ductaal carcinoma in situ) Keuze in behandelingsmogelijkheden

Operatie DCIS (Ductaal carcinoma in situ) Keuze in behandelingsmogelijkheden Operatie DCIS (Ductaal carcinoma in situ) Keuze in behandelingsmogelijkheden Inleiding U kreeg de diagnose DCIS (ductaal carcinoma in situ). DCIS wordt beschouwd als een voorstadium van borstkanker. De

Nadere informatie

Huidkanker. Melanoom. Plaveiselcelcarcinoom Basaalcelcarcinoom. Diagnostiek en behandeling

Huidkanker. Melanoom. Plaveiselcelcarcinoom Basaalcelcarcinoom. Diagnostiek en behandeling Huidkanker Melanoom Plaveiselcelcarcinoom Basaalcelcarcinoom Diagnostiek en behandeling Is het huidkanker? Welke huidkanker? Hoe wordt de diagnose gesteld? Verhaal Hoe lang bestaat de afwijking? Verandering?

Nadere informatie

Chirurgie. Operatie voor borstkanker

Chirurgie. Operatie voor borstkanker Chirurgie Operatie voor borstkanker 1 Inleiding Wanneer u deze folder ontvangt heeft u zojuist een gesprek met de chirurg/ verpleegkundig specialist gehad. Uit onderzoeken is gebleken dat u borstkanker

Nadere informatie

Vanaf het moment dat het vermoeden bestaat dat u borstkanker heeft Hoe ontdek ik of ik borstkanker heb

Vanaf het moment dat het vermoeden bestaat dat u borstkanker heeft Hoe ontdek ik of ik borstkanker heb Vanaf het moment dat het vermoeden bestaat dat u borstkanker heeft Hoe ontdek ik of ik borstkanker heb Inleiding Zoals bij alle soorten kanker, is er bij borstkanker sprake van cellen met een ontregelde

Nadere informatie

Ductaal carcinoom in situ (DCIS) Voorstadium van borstkanker

Ductaal carcinoom in situ (DCIS) Voorstadium van borstkanker Ductaal carcinoom in situ (DCIS) Voorstadium van borstkanker Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven Wat betekent het als je te horen krijgt dat je een voorstadium van borstkanker hebt? In

Nadere informatie

J. Mamma aandoeningen

J. Mamma aandoeningen Asymptomatische patiënten Screening: vrouwen jonger dan 4 jaar zonder genetisch risico 1 J Screening: vrouwen tussen 4-49 jaar zonder genetisch risico 2 J Screening: vrouwen tussen 5-69 jaar 3 J Screening:

Nadere informatie

Mamma diagnostiek: Een paar dilemma s in de spreekkamer

Mamma diagnostiek: Een paar dilemma s in de spreekkamer Mamma diagnostiek: Een paar dilemma s in de spreekkamer Hier gaat het om u. J. Journee / E. Bakker Een paar dilemma s in de spreekkamer Dense mammae, wat moet/kun je daar mee? Is een MRI niet beter? Mamma

Nadere informatie

Mamma-pathologie achtergronden casusschetsen voor begeleider/presentator

Mamma-pathologie achtergronden casusschetsen voor begeleider/presentator Mamma-pathologie achtergronden casusschetsen voor begeleider/presentator Voorstel wijzigingen bij herziening werkafspraak kunnen op de laatste pagina worden genoteerd Hoogeveen april 2009 1 CASUSSCHETSEN

Nadere informatie

Ductaal Carcinoma In Situ (DCIS)

Ductaal Carcinoma In Situ (DCIS) Bij u is een voorstadium van borstkanker geconstateerd. Deze afwijking wordt Ductaal Carcinoma In Situ (afgekort DCIS) genoemd. Uw arts of verpleegkundig specialist heeft uitgelegd wat DCIS inhoudt en

Nadere informatie

8.1 Intra Operatieve Radiotherapie (IORT) bij borstkanker

8.1 Intra Operatieve Radiotherapie (IORT) bij borstkanker 8.1 Intra Operatieve Radiotherapie (IORT) bij borstkanker Van uw arts heeft u te horen gekregen dat u in aanmerking komt voor Intra Operatieve Radiotherapie (IORT). In dit hoofdstuk leggen we u in het

Nadere informatie

7,3. Werkstuk door een scholier 1419 woorden 9 december keer beoordeeld. Botkanker (oftewel: beentumoren)

7,3. Werkstuk door een scholier 1419 woorden 9 december keer beoordeeld. Botkanker (oftewel: beentumoren) Werkstuk door een scholier 1419 woorden 9 december 2002 7,3 166 keer beoordeeld Vak Biologie Botkanker (oftewel: beentumoren) Inleiding Een kwaadaardige (of maligne) primaire beentumor (=botkanker) is

Nadere informatie

P A T I Ë N T E N I N F O R M A T I E

P A T I Ë N T E N I N F O R M A T I E Onderzoek naar een borstafwijking P A T I Ë N T E N I N F O R M A T I E Verwijzing door huisarts of via het bevolkingsonderzoek Uw huisarts heeft u verwezen naar de locatie Delfzicht van de Ommelander

Nadere informatie

Okselklierverwijdering (-dissectie) bij borstkanker

Okselklierverwijdering (-dissectie) bij borstkanker Okselklierverwijdering (-dissectie) bij borstkanker Uw chirurg heeft met u besproken dat binnenkort bij u een okselklierverwijdering plaatsvindt (ook wel okselklierdissectie of okselkliertoilet genoemd).

Nadere informatie

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

Factsheet NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Factsheet NABON Breast Cancer Audit () [1.0.; 15-09-] Registratie gestart: 2011 Als algemene voorwaarde voor het meenemen van een patiënt in de berekening van de kwaliteitsindicatoren is gesteld dat ten

Nadere informatie

Een afwijking in de borst

Een afwijking in de borst Een afwijking in de borst Een afwijking in de borst Borstafwijkingen komen veel voor bij vrouwen. Vaak gaat het om een onschuldige afwijking. Bij een minderheid van de vrouwen blijkt de afwijking kwaadaardig

Nadere informatie

Operatie voor borstkanker

Operatie voor borstkanker Operatie voor borstkanker 1 Wanneer u deze folder ontvangt heeft u zojuist een gesprek met de chirurg/ verpleegkundig specialist /Physician Assistant gehad. Uit onderzoeken is gebleken dat u borstkanker

Nadere informatie

Melanoom. Dermatologie. 5958p DER.083/0512

Melanoom. Dermatologie. 5958p DER.083/0512 Melanoom Dermatologie Inleiding Bij u is (mogelijk) sprake van een melanoom. De dermatoloog heeft dit met u besproken. In deze folder leest u meer over het ontstaan, de onderzoeken en de behandeling van

Nadere informatie

Borst- en/of eierstokkanker: Erfelijk risico en genetisch testen

Borst- en/of eierstokkanker: Erfelijk risico en genetisch testen Borst- en/of eierstokkanker: Erfelijk risico en genetisch testen In onze bevolking heeft iedere vrouw een risico van ongeveer 10% om in de loop van haar leven borstkanker te krijgen en 1,5% om eierstokkanker

Nadere informatie

Onderzoek naar een borstafwijking

Onderzoek naar een borstafwijking Onderzoek naar een borstafwijking Inleiding Uw huisarts heeft u verwezen naar de Ommelander Ziekenhuis Groep (OZG) in verband met een afwijking in uw borst. Het kan ook zijn dat u via het bevolkingsonderzoek

Nadere informatie

Schildwachtklieronderzoek

Schildwachtklieronderzoek Chirurgie Schildwachtklieronderzoek www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Het onderzoek... 4 Bijwerkingen... 6 De uitslag... 6 Aanvullende behandelingen... 6 Vragen... 7 Contactgegevens... 7 Patiëntenvoorlichting:

Nadere informatie

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008

Project Kwaliteitsindicatoren Borstkanker 2007-2008 Project Kwaliteitsindicatoren 2007-2008 De borstkliniek: Iedere nieuwe diagnose van een borsttumor dient door de borstkliniek te worden geregistreerd bij het Nationaal Kankerregister. Het Project Kwaliteitsindicatoren

Nadere informatie

Borstsparende operatie bij borstkanker

Borstsparende operatie bij borstkanker Chirurgie Borstsparende operatie bij borstkanker www.catharinaziekenhuis.nl Inhoud Hoe ontstaat kanker?... 3 Voorbereiding op de operatie... 4 De opname... 4 De operatie... 4 Na de operatie... 5 Mogelijke

Nadere informatie

Risicofactoren Niet erfelijke factoren: Erfelijke factoren:

Risicofactoren Niet erfelijke factoren: Erfelijke factoren: Zoals bij alle soorten kanker, is er bij borstkanker sprake van cellen met een ontregelde celdeling. Door deze ontregeling kunnen cellen zich ongeremd vermenigvuldigen en uitgroeien tot een tumor. Deze

Nadere informatie

De schildwachtklierprocedure

De schildwachtklierprocedure Afdeling: Onderwerp: Chirurgie De schildwachtklierprocedure 1 De schildwachtklierprocedure Inleiding In uw borst is een kwaadaardige tumor ontdekt. Om die reden wordt u binnenkort geopereerd. Bij een operatie

Nadere informatie

NABON Breast Cancer Audit (NBCA)

NABON Breast Cancer Audit (NBCA) NABON Breast Cancer Audit (NBCA) Beschrijving Dit overzicht toont de kwaliteitsindicatoren welke per 1 april 2014 ontsloten zullen worden in het kader van het getrapte transparantiemodel van DICA. De ontsluiting

Nadere informatie

Een afwijking in de borst

Een afwijking in de borst Een afwijking in de borst EEN AFWIJKING IN DE BORST Borstafwijkingen komen veel voor bij vrouwen. Vaak gaat het om een onschuldige afwijking. Bij een minderheid van de vrouwen blijkt de afwijking kwaadaardig

Nadere informatie

Okselklierdissectie. Mammapoli

Okselklierdissectie. Mammapoli 00 Okselklierdissectie Mammapoli U wordt binnenkort opgenomen voor een okselklierdissectie, al dan niet in combinatie met een operatie aan de borst. De opname vindt plaats op afdeling Heelkunde, (4e etage).

Nadere informatie

Informatie over de schildwachtklier. Afdeling Chirurgie

Informatie over de schildwachtklier. Afdeling Chirurgie Informatie over de schildwachtklier Afdeling Chirurgie Inleiding Deze folder geeft u informatie over de procedure bij het verwijderen van een schildwachtklier. Het is goed u te realiseren dat voor u persoonlijk

Nadere informatie

Borstkanker. hoe moet het nu verder?

Borstkanker. hoe moet het nu verder? Borstkanker hoe moet het nu verder? Deze brochure bevat zeker niet alle gedetailleerde informatie over borstkanker. We geven u vooral de belangrijkste en juiste informatie mee over borstkanker. 2 We proberen

Nadere informatie

Chirurgie / mammacare

Chirurgie / mammacare Afdeling: Onderwerp: Chirurgie / mammacare Algemeen U heeft van de chirurg en/ of nurse practitioner een schokkend bericht gekregen: u heeft borstkanker. Er komt veel op u af en er zullen ongetwijfeld

Nadere informatie

NABON Breast Cancer Audit. Pathologie

NABON Breast Cancer Audit. Pathologie NABON Breast Cancer Audit Pathologie Dr. P.J. Westenend, patholoog, pathologisch laboratorium Dordrecht Drs. A.C.M. van Bommel, arts-onderzoeker, DICA DICA Congres 25 juni 2013 Pathologie Volledige verslaglegging

Nadere informatie

Behandelingen bij longkanker. inclusief klinische studie immuuntherapie

Behandelingen bij longkanker. inclusief klinische studie immuuntherapie Behandelingen bij longkanker inclusief klinische studie immuuntherapie 1 Longkanker Longkanker is niet één ziekte: er bestaan meerdere vormen van longkanker. In deze brochure bespreken we de twee meest

Nadere informatie

Vlaams Indicatoren Project VIP²

Vlaams Indicatoren Project VIP² Vlaams Indicatoren Project VIP² Het initiatief voor het Vlaams Indicatoren Project VIP² gaat uit van de Vlaamse overheid, de Vlaamse vereniging van hoofdartsen en de ziekenhuiskoepels Zorgnet en Icuro.

Nadere informatie

Borst- en/of eierstokkanker: Erfelijk risico en genetisch testen

Borst- en/of eierstokkanker: Erfelijk risico en genetisch testen Borst- en/of eierstokkanker: Erfelijk risico en genetisch testen In onze bevolking heeft iedere vrouw een risico van ongeveer 10% om in de loop van haar leven borstkanker te krijgen en 1,5% om eierstokkanker

Nadere informatie

OPERATIE VOOR BORSTKANKER

OPERATIE VOOR BORSTKANKER OPERATIE VOOR BORSTKANKER OPERATIE VOOR BORSTKANKER Algemeen Elke vrouw die te maken krijgt met borstkanker heeft haar eigen vragen en problemen. Deze informatie is bedoeld als algemene voorlichting; een

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Borstamputatie. Deze informatie maakt deel uit van de Behandewijzer Borstkanker terTER_

Patiënteninformatie. Borstamputatie. Deze informatie maakt deel uit van de Behandewijzer Borstkanker terTER_ Patiënteninformatie Borstamputatie Deze informatie maakt deel uit van de Behandewijzer Borstkanker 1234567890-terTER_ Borstamputatie Informatie over een borstamputatie Deze informatie maakt deel uit van

Nadere informatie

In deze brochure vind je algemene informatie over borstkanker, de diagnostische aanpak alsook de behandeling.

In deze brochure vind je algemene informatie over borstkanker, de diagnostische aanpak alsook de behandeling. Borstkanker In deze brochure vind je algemene informatie over borstkanker, de diagnostische aanpak alsook de behandeling. Wat is borstkanker? Borstkanker is een kwaadaardig gezel in de borst. Eén op negen

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Melanoom. Huidkanker, kwaadaardige moedervlek terTER_

Patiënteninformatie. Melanoom. Huidkanker, kwaadaardige moedervlek terTER_ Patiënteninformatie Melanoom Huidkanker, kwaadaardige moedervlek 1234567890-terTER_ Inhoudsopgave Pagina Wat is een melanoom? 4 Hoe krijgt u u een melanoom? 5 Welke klachten geeft een melanoom en hoe

Nadere informatie

Basisbegrippen Oncologie

Basisbegrippen Oncologie Basisbegrippen Oncologie Tumor afmeting Diagnose periode Behandel periode Preventie/interventie periode Invasie interventie Tijd Detectie drempel Van normale naar kankercel Normale cel Van celkern naar

Nadere informatie

Chirurgie. Ductaal carcinoma in situ (DCIS)

Chirurgie. Ductaal carcinoma in situ (DCIS) Chirurgie Ductaal carcinoma in situ (DCIS) 1 Inleiding Wanneer u deze folder ontvangt, heeft u zojuist een gesprek gehad met de chirurg/ verpleegkundig specialist. Uit onderzoek is gebleken dat u een ductaal

Nadere informatie

Melanoom. Poli Dermatologie Poli Chirurgie

Melanoom. Poli Dermatologie Poli Chirurgie 00 Melanoom Poli Dermatologie Poli Chirurgie Melanoom Melanoom betekent letterlijk: zwart gezwel. Een melanoom is een vorm van huidkanker die ontstaat vanuit pigmentcellen, die melanocyten worden genoemd.

Nadere informatie

Knobbeltje in de borst

Knobbeltje in de borst Knobbeltje in de borst 2 Uw behandelend arts heeft u voor een knobbeltje in de borst naar de mammapoli of chirurg van het CWZ verwezen. Deze folder geeft u informatie over goedaardige knobbeltjes in de

Nadere informatie

Maligne pleura exsudaat

Maligne pleura exsudaat Maligne pleura exsudaat Regionale richtlijn IKL, Versie: 1.1 Laatst gewijzigd : 25-10-2005 Methodiek: Consensus based Verantwoording: IKL werkgroep bronchuscarcinomen Inhoudsopgave Algemeen...1 Diagnostiek...2

Nadere informatie

Chirurgie. Borstkanker

Chirurgie. Borstkanker Chirurgie Borstkanker Inleiding Deze brochure is bedoeld voor vrouwen die een behandeling ondergaan vanwege borstkanker. Wanneer iemand met kanker te maken krijgt, is dit een zeer ingrijpende ervaring.

Nadere informatie

Okselklierdissectie. Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven

Okselklierdissectie. Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven Okselklierdissectie Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven U heeft met uw specialist besproken dat u binnenkort een operatie ondergaat in verband met borstkanker. Hierbij worden de lymfeklieren

Nadere informatie

St. Anna Borstzorg (mammapoli)

St. Anna Borstzorg (mammapoli) St. Anna Borstzorg (mammapoli) Uw huisarts heeft u doorverwezen naar St. Anna Borstzorg (mammapoli), van het St. Anna Ziekenhuis. In deze folder geven wij u meer informatie over de werkwijze binnen St.

Nadere informatie

Goedaardige aandoeningen van de borst

Goedaardige aandoeningen van de borst Goedaardige aandoeningen van de borst HMC (Haaglanden Medisch Centrum) en het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) werken intensief samen binnen het Universitair Kankercentrum Leiden - Den Haag (UKC).

Nadere informatie

Okselklierverwijdering (-dissectie) bij borstkanker

Okselklierverwijdering (-dissectie) bij borstkanker Okselklierverwijdering (-dissectie) bij borstkanker Uw chirurg heeft met u besproken dat binnenkort bij u een okselklierverwijdering plaatsvindt (ook wel okselklierdissectie of okselkliertoilet genoemd).

Nadere informatie

Wat brengt 2015 voor de borstkliniek? Dr. Hetty Sonnemans Gynaecoloog 28-02-2015

Wat brengt 2015 voor de borstkliniek? Dr. Hetty Sonnemans Gynaecoloog 28-02-2015 Wat brengt 2015 voor de borstkliniek? Dr. Hetty Sonnemans Gynaecoloog 28-02-2015 Huisartsensymposium Borstkanker 35% van kankers bij vrouwen 1989-1993 5 jaars overleving borstkanker: 77% inmiddels 5 jaars

Nadere informatie

Okselklierdissectie. Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven

Okselklierdissectie. Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven Okselklierdissectie Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven Vooraf U heeft met uw specialist besproken dat u binnenkort een operatie ondergaat in verband met borstkanker. Hierbij worden de

Nadere informatie

Knobbeltje in de borst

Knobbeltje in de borst Knobbeltje in de borst Inleiding Deze folder geeft u een globaal overzicht over de gebruikelijke gang van zaken bij een knobbeltje in de borst. Het is goed u te realiseren dat bij het vaststellen van een

Nadere informatie

Behandelwijzer Borstkanker

Behandelwijzer Borstkanker Behandelwijzer Borstkanker - Behandelteam - Algemene informatie borstkanker - Informatie over het behandeltraject Inleiding U heeft zojuist gehoord dat u een afwijking aan de borst heeft en welke behandeling

Nadere informatie

Vroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling. Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017

Vroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling. Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017 Vroegstadium borstkanker Medicamenteuze behandeling Jan Drooger Internist-oncoloog Huisartsensymposium 20 september 2017 Disclosures spreker (potentiële) belangenverstrengeling Nothing to disclose Voor

Nadere informatie

Melanoom. Wat is een melanoom? Hoe krijgt u een melanoom? Welke klachten geeft een melanoom en hoe ziet een melanoom eruit?

Melanoom. Wat is een melanoom? Hoe krijgt u een melanoom? Welke klachten geeft een melanoom en hoe ziet een melanoom eruit? Melanoom Huidkanker, kwaadaardige moedervlek Wat is een melanoom? Een melanoom is een vorm van huidkanker die ontstaat uit pigmentcellen (melanocyten). pigmentcellen komen vooral voor in de huid. In groepjes

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018

Factsheet Indicatoren NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 Factsheet en NABON Breast Cancer Audit (NBCA) 2018 NBCA 2018.3 Registratie gestart: 2009 Datum Versie Mutatie Eigenaar 01-07-2016 2017.1 Aanpassingen conform indicatorendagen juli DICA 2016. Verwijderen

Nadere informatie

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86

KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86 1 KWALITEITSINDICATOREN VOOR ONCOLOGIE: BORSTKANKER Fase 1: validatie van de individuele resultaten Ziekenhuis 86 2 1. BESCHRIJVENDE STATISTIEK Tabel 1: Invasieve borstkanker en ductaal carcinoma in situ

Nadere informatie

Praktische opdracht Biologie Borstkanker

Praktische opdracht Biologie Borstkanker Praktische opdracht Biologie Borstkanker Praktische-opdracht door een scholier 2709 woorden 18 maart 2003 5,5 17 keer beoordeeld Vak Biologie Normale structuur en ontwikkeling van de borst: Normale structuur:

Nadere informatie

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting

CHAPTER XII. Nederlandse Samenvatting CHAPTER XII Nederlandse Samenvatting Dit proefschrift behelst een aantal klinische en translationele studies met betrekking tot de behandeling van het primair operabel mammacarcinoom. Zowel aspecten van

Nadere informatie

Operatie voor borstkanker. Chirurgie

Operatie voor borstkanker. Chirurgie Operatie voor borstkanker Chirurgie Inleiding De diagnose borstkanker brengt veel emoties en onzekerheden met zich mee. De informatie in deze folder is bedoeld als algemene voorlichting. Mogelijk heeft

Nadere informatie

MARKEN, verhoogd risico op borstkanker

MARKEN, verhoogd risico op borstkanker MARKEN, verhoogd risico op borstkanker Uitwerking van de voorlichtingsavond dd 5-10-2011 in de Patmoskerk, Marken Mw R. Kaas oud-screeningsarts en genealoog, Mw I Kluijt klinisch geneticus Bij de inwoners

Nadere informatie

Schildwachtklieronderzoek en -verwijdering bij borstkanker

Schildwachtklieronderzoek en -verwijdering bij borstkanker Schildwachtklieronderzoek en -verwijdering bij borstkanker Uw chirurg heeft met u besproken, dat binnenkort bij u een schildwachtklieronderzoek en -verwijdering plaatsvindt. In deze folder leest u hier

Nadere informatie

Borstsparende operatie bij borstkanker (lumpectomie)

Borstsparende operatie bij borstkanker (lumpectomie) Borstsparende operatie bij borstkanker (lumpectomie) Uw chirurg heeft met u besproken dat u in aanmerking komt voor een borstbesparende behandeling bij borstkanker. Deze behandeling bestaat altijd uit

Nadere informatie

GOEDAARDIGE AFWIJKINGEN VAN DE BORST

GOEDAARDIGE AFWIJKINGEN VAN DE BORST GOEDAARDIGE AFWIJKINGEN VAN DE BORST 1226 Inleiding Uw arts heeft bij u een goedaardige afwijking aan de borst vastgesteld. In deze folder vindt u meer informatie over de functie en bouw van de borst en

Nadere informatie

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Een afwijking in de borst

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Een afwijking in de borst Refaja Ziekenhuis Stadskanaal Een afwijking in de borst EEN AFWIJKING IN DE BORST INLEIDING U heeft van uw huisarts of via het bevolkingsonderzoek het advies gekregen om u verder te laten onderzoeken op

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Okselklierdissectie (OKD) Informatie over verwijdering van lymfeklieren in de oksel

Patiënteninformatie. Okselklierdissectie (OKD) Informatie over verwijdering van lymfeklieren in de oksel Patiënteninformatie Okselklierdissectie (OKD) Informatie over verwijdering van lymfeklieren in de oksel Okselklierdissectie (OKD) Informatie over verwijdering van lymfeklieren in de oksel Naast het systeem

Nadere informatie

Schildwachtklierbiopsie

Schildwachtklierbiopsie Schildwachtklierbiopsie Borstcentrum Máxima is gevestigd op locatie Eindhoven U heeft met uw specialist besproken dat u binnenkort een schildwachtklierbiopsie ondergaat in verband met borstkanker. Deze

Nadere informatie

Afdeling Heelkunde, locatie AZU. Voorstadium van borstkanker (Carcinoma in situ)

Afdeling Heelkunde, locatie AZU. Voorstadium van borstkanker (Carcinoma in situ) Afdeling Heelkunde, locatie AZU Voorstadium van borstkanker (Carcinoma in situ) Inleiding Na een aantal onderzoeken blijkt dat u een voorstadium van borstkanker heeft. Het medische woord hiervoor is carcinoma

Nadere informatie