Tweede Kamer der Staten-Generaal
|
|
- Magdalena Jonker
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar Fiscale Harmonisatie in de Europese Gemeenschap Nr. 2 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 14 juni 1988 De vaste Commissie voor Financiën 1 heeft op 11 mei 1988 mondeling overleg gevoerd met de Staatssecretaris van Financiën over de harmoni satie van de indirecte belastingen in het kader van de totstandkoming van de interne markt. Het overleg vond plaats voorafgaand aan de bijeenkomst van de raad van ministers van economie en financiën van de EG-lidstaten op 13 en 14 mei 1988 en werd mede gevoerd aan de hand van de brief van de staatssecretaris van 10 december 1987 inzake fiscale harmonisatie in de Europese Gemeenschap, kamerstuk , nr. 1. De commissie brengt als volgt verslag uit van het gevoerde overleg. ' Samenstelling: Leden: Joekes (VVD), voorzitter. Lombrink (PvdA), ondervoorzitter, Rienks (PvdA), Engwirda (D66), Van Amelsvoort (CDA), Wöltgens (PvdA), Van Muiden (CDA), Van lersel (CDA), Schutte (GPV), Herfkens (PvdA), Van Rey (VVD), Hummel (PvdA), De Grave (VVD), Linschoten (VVD), Paulis (CDA), Vermeend (PvdA), Vreugdenhil (CDA), Vriens-Auerbach (CDA), Melkert (PvdA), Smits (CDA), Reitsma (CDA) en Van Rijn-Vellekoop (PvdA). Plv. leden: Bolkestein (VVD), Ter Veld (PvdA), De Visser (PvdA), Wolffensperger (D66), G. Terpstra (CDA), Van Es (PSP), Schartman (CDA), De Leeuw (CDA), Leerling (RPF), Van Nieuwenhoven (PvdA), Beckers-de Bruijn (PPR), Van Otterloo (PvdA), Weisglas (VVD), Lauxtermann (VVD), Van de Camp (CDA), Pronk (PvdA), Frissen (CDA), Wolters (CDA), Van Traa (PvdA), Van Dis (SGP), Gerritse (CDA) en Verspaget (PvdA). Ter inleiding van de discussie wees de staatssecretaris erop, dat opheffing van de fiscale grenzen in EG-verband een omvangrijke en technisch ingewikkelde operatie met verstrekkende gevolgen is, niet alleen voor de overheid, maar ook voor bedrijfsleven en consument. Hoewel de regering grote waarde hecht aan de totstandkoming van de interne markt en dus ook voorstellen tot opheffing van de fiscale grenzen in principe positief tegemoet treedt, moet bij deze voorstellen toch een aantal kanttekeningen worden geplaatst. In de eerste plaats leven, niet alleen bij Nederland, maar ook bij andere EG-lidstaten, twijfels over de betrouwbaarheid van het clearingstelsel. Zolang er onvoldoende waarborgen zijn voor een goede controle en een effectieve bestrijding van fraude, zijn aan de invoering van dit stelsel zeer grote financiële risico's verbonden, vooral als geen vergaande harmonisatie van de btw-tarieven tot stand komt. Met het oog hierop worden ten departemente thans alternatieven voor het clearingstelsel bestudeerd, waarbij ook wordt bezien in hoeverre eventueel een stapsgewijze invoering van dit stelsel mogelijk is. In de tweede plaats was de bewindsman het niet eens met het voorstel van de Europese Commissie inzake een bandbreedte van zes procentpunten voor het algemene btw-tarief. Gevreesd moet immers worden dat bij een verschil van zes procentpunten tussen de Bondsrepubliek Duitsland en Nederland veel particulieren al hun dure en duurzame consumptiegoederen in de Bondsrepubliek zullen gaan aanschaffen. Zelfs particulieren uit het westen van Nederland zullen daartoe overgaan, als het te besteden Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 1
2 bedrag groot genoeg is, omdat dan de transportkosten lager zullen zijn dan het door de btw veroorzaakte prijsverschil. Bovendien zal naar verwachting eenzelfde aankoopgedrag gaan optreden bij vrijgestelde qndernemers en overheidslichamen, zoals ziekenhuizen en verzekeringsmaatschappijen, waarbij het om zeer omvangrijke aankopen kan gaan, bij voorbeeld computers en complete inrichtingen van operatiezalen. Een verschil van zes procentpunten tussen de Bondsrepubliek en Nederland zal derhalve waarschijnlijk leiden tot een sterke verlegging van handelsstromen, met alle gevolgen van dien voor de schatkist en de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven. De staatssecretaris achtte dan ook een veel smallere bandbreedte voor het algemene btw-tarief noodzakelijk. Unificatie van dat tarief leek hem niet nodig, omdat altijd rekening moet worden gehouden met de te overbruggen afstanden en de transportkosten. Voorts merkte hij in dit verband nog op dat bij de onder het verlaagde btw-tarief vallende goederen en diensten in het algemeen niet behoeft te worden gevreesd voor een substantiële verlegging van handelsstromen. Alleen bij voedingsmiddelen valt te verwachten dat deze door bewoners van grensstreken in het goedkoopste land zullen worden gekocht, maar dat gebeurt thans in de praktijk ook al. In de derde plaats was de bewindsman zich ervan bewust dat sommige voorstellen van de Europese Commissie tot harmonisatie van de tariefindeling van goederen en diensten negatieve gevolgen kunnen hebben voor de binnenlandse afzet. Deze zullen dan ook nauwkeurig worden gewogen bij de definitieve standpuntbepaling. Wel moet worden bedacht dat niet enerzijds kan worden gestreefd naar eenwording in EG-verband en anderzijds kan worden gekomen met een stroom van wijzigingsvoorstellen. Op sommige punten zullen dan ook offers moeten worden gebracht. Ook de overheid betaalt trouwens een prijs, namelijk beperking van de nationale fiscale beleidsruimte. Ten slotte onderschreef de staatssecretaris het voorstel van de Europese Commissie om alleen nog accijnzen te heffen op alcoholhoudende dranken, tabaksfabrikaten en minerale oliën en de tarieven daarvan te unificeren. Unificatie is zeker nodig om concurrentieverstoring en verlegging van handelsstromen tegen te gaan, terwijl bovendien bij uiteenlopende tarieven een stelsel van omvangrijke grenscontroles nodig zou zijn, hetgeen niet past in het streven naar één interne markt. Wel meende hij dat in verband met het gezondheidsaspect gestreefd zou moeten worden naar een hogere accijns op alcoholhoudende dranken dan nu door de Europese Commissie is voorgesteld. De heer Kombrink (P.v.d.A.) meende dat de voorstellen van de Europese Commissie inzake het clearingstelsel moeten worden afgewezen, gezien de eraan verbonden problemen. Hij had de indruk dat het bedrijfsleven deze problemen nog sterk onderschat. Nu deze echter o.a. in een uitstekend artikel in het jongste nummer van het Fiscaal Weekblad breed zijn geschetst, verwachtte hij dat ook het bedrijfsleven in de komende tijd tot een ander standpunt zal komen. Invoering van het voorgestelde clearingstelsel zou zonder twijfel binnen korte tijd leiden tot omvangrijke fraudeverschijnselen, terwijl er ook grote risico's zijn verbonden aan de enorme geldstromen die als gevolg van dit stelsel zullen optreden, mede omdat op een aantal cruciale punten het stelsel nog niet is uitgewerkt. Bovendien biedt het stelsel zelf geen aanknopingspunten voor controle, zodat tot een veel sterkere administratieve samenwerking tussen de lidstaten zal moeten worden gekomen, met alle lasten van dien voor overheden en bedrijfsleven. In dit verband informeerde de heer Kombrink hoe de staatssecretaris staat ten opzichte van het door een ambtelijke medewerker al uitgewerkte alternatief van een meldingensysteem. Daarnaast is in de vakpers een tweede alternatief genoemd, waarin de plaats van levering wordt verlegd Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 2
3 van de leverancier naar de afnemer. Ook in Beneluxverband bestaat al een bepaalde verleggingsregeling. Daartegen zijn indertijd door een aantal lidstaten bezwaren aangevoerd, maar nu de bezwaren tegen het clearingstelsel steeds duidelijker worden, zou een verleggingsregeling wellicht opnieuw kunnen worden ingebracht. Deze sluit trouwens goed aan op hetgeen twee jaar geleden door de Europese Commissie zelf in het witboek naar voren is gebracht. Voorts wees de heer Kombrink erop dat ook een samenhang bestaat tussen de harmonisatie van indirecte belastingen en die van directe belastingen. Zo heeft een btw-harmonisatie ingrijpende financiële gevolgen voor bij voorbeeld landen als Denemarken en Ierland, terwijl hun internationale concurrentiepositie in gevaar komt als ter compensatie zou worden overgegaan tot verhoging van de directe belastingen. Anderzijds zouden bij btw-harmonisatie ook enige lidstaten tot verhoging van de btw-tarieven moeten overgaan. De hierdoor verkregen extra belastingopbrengst zou weer aangewend kunnen worden voor verlaging van de directe belastingen, met alle gunstige gevolgen van dien voor de internationale concurrentiepositie. Het gevaar is groot dat met het oog op het bereiken van een zo gunstig mogelijke concurrentiepositie een wedloop in belastingverlagingen ontstaat. Opvallend is dat de Europese Commissie in haar jongste voorstellen over deze zeer belangrijke problemen zwijgt, terwijl ze zeker een rol behoren te spelen bij de beoordeling van deze voorstellen. De heer Kombrink had begrip voor het standpunt inzake de bandbreedte, maar hij zag in dezen wel oplossingen. Zo zou een meldingensysteem al de noodzaak verminderen om tot een kleinere bandbreedte dan zes procentpunten te komen, terwijl ook kan worden gedacht aan een bijheffing in de zin van de «use taxe» die in de Verenigde Staten gebruikelijk is. Een dergelijke bijheffing zou in het bijzonder kunnen gelden voor vrijgestelde ondernemers en geregistreerde duurzame consumptiegoederen, zoals auto's en wellicht ook boten en caravans. Daarmee zou dan tevens het probleem van de bijzondere verbruiksbelasting op auto's tot een oplossing kunnen worden gebracht. Dan blijven er nog mogelijke problemen bij niet-geregistreerde duurzame goederen, maar het is de vraag of de omvang van die problemen zodanig zal zijn dat met het oog hierop tot een verlaging van het Nederlandse btw-tarief zou moeten worden gekomen. Wellicht kan dan eerst eens worden bezien hoe een en ander in de praktijk zal werken. Enig grensverkeer treedt ook nu al op, bij voorbeeld bij de aankoop van benzine. Bovendien zou uit een studie van de Europese Commissie blijken dat de btw slechts voor 4 a 8% verantwoordelijk zou zijn voor de prijsverschillen tussen de lidstaten. Ook hieruit blijkt al dat de problemen op dit vlak niet overdreven moeten worden. In dit kader informeerde de heer Kombrink of al enig inzicht kan worden gegeven in de budgettaire gevolgen van de voorstellen van de Europese Commissie inzake de indeling van goederen en diensten in het lage en het hoge btw-tarief. Die voorstellen kunnen ook op andere punten nog ingrijpende gevolgen hebben. Zo zou het onder het lage tarief brengen van energie grote gevolgen kunnen hebben voor het beleid op het vlak van energiebesparing, zeker als de energieprijzen op het huidige lage niveau blijven. Voorts wees hij op de in de vakpers al geuite veronderstelling dat de berekeningen van de Europese Commissie niet juist zijn, vooral omdat deze zich verkeken zou hebben op de positie van de vrijgestelde ondernemers. Dit zou bij voorbeeld voor Nederland betekenen dat de belastingopbrengst met 2% zou dalen. Bovendien zouden in het bijzonder Nederland en de Bondsrepubliek moeten opdraaien voor eventuele tekorten als gevolg van onjuiste berekeningen van de Europese Commissie. Ook de voorstellen van de Europese Commissie inzake de unificatie van accijnzen zullen grote gevolgen voor Nederland hebben. Zo zal de sterke accijnsverhoging op dieselolie ingrijpende consequenties voor het Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 3
4 beroepsgoederenvervoer hebben. Anderzijds moet worden bedacht dat op dit punt in feite al jaren een «stille subsidie» wordt verstrekt. Er valt dan ook waarschijnlijk niet aan deze accijnsverhoging te ontkomen. De heer Kombrink pleitte er wel voor om in Europees verband te pogen de accijns op LPG zo laag mogelijk te houden, in het bijzonder op grond van milieu-overwegingen. In dit verband informeerde hij ook of milieuheffingen in de toekomst nog mogelijk zullen blijven. Overigens wees hij erop dat afschaffing van de diesel- en LPG-toeslagen in de motorrijtuigenbelasting ook zou betekenen dat de discussie over de variabilisering van autokosten voorlopig weer de ijskast in moet. Ten aanzien van de financiële aspecten van de voorgestelde unificatie van accijnzen is berekend dat na afschaffing van de diesel- en LPG-toeslagen de totale opbrengst van accijnsheffingen met 300 min. zou kunnen stijgen. Het is de vraag of die budgettaire bate opweegt tegen een mogelijk budgettair nadeel als gevolg van btw-harmonisatie. Alleen al met het oog hierop leek het de heer Kombrink noodzakelijk om in komende discussies over het financieel en sociaal-economisch beleid ook de mogelijke gevolgen te betrekken van de fiscale harmonisatie in de EG. De heer Vreugdenhil (C.D.A.) was sceptisch gestemd over een goede werking van het voorgestelde clearingstelsel, alleen al gezien het praktische feit dat de administratieve afdoening nog niet in alle lidstaten op dezelfde manier plaatsvindt. Bovendien zou een dergelijk stelsel belangrijke financiële consequenties voor de exporteur hebben; deze moet immers al btw aan het clearinginstituut afdragen voordat de rekening door de klant is betaald. Bij een verleggingsregeling zouden deze nadelige consequenties zich niet voordoen. Is te verwachten dat de Bondsrepubliek zal komen tot concrete wijzigingsvoorstellen op dit punt? Gezien bepaalde ontwikkelingen die nu al gaande zijn (bij voorbeeld het sluiten van leasecontracten door gemeenten voor een nieuw gemeentehuis) zal er inderdaad rekening mee moeten worden gehouden dat lagere overheden, vrijgestelde ondernemers, particulieren en dergelijke zullen trachten te profiteren van een flinke bandbreedte in de btw-heffing. Daar valt, naast het zoveel mogelijk verkleinen van de bandbreedte, weinig aan te doen voor zover het ondernemers en particulieren betreft, maar er zijn wel oplossingen denkbaar voor zover het lagere overheden of gesubsidieerde instellingen betreft. De heer Vreugdenhil wees er in dit verband op dat ook verschillen in behandeling van kleine ondernemers van belang kunnen zijn. Als bij voorbeeld in de Bondsrepubliek een gunstige regeling voor kleine schildersbedrijven geldt, is het zeker in de grensgebieden mogelijk dat Nederlandse schildersbedrijven niet meer aan bod komen. Het was hem overigens opgevallen dat veel lidstaten weinig bezwaren zien in een hoog btw-tarief op dienstverlening. De oorzaak hiervoor moet wellicht worden gezocht in een goede werking van de in deze lidstaten bestaande gunstige regelingen voor kleine ondernemers Het is ook mogelijk dat deze lidstaten fraude op dit vlak oogluikend toelaten. Het was de heer Vreugdenhil ten slotte gebleken dat een aantal leden van het Europees Parlement grote belangstelling heeft voor de ervaringen die al in Beneluxlanden zijn opgedaan. Hij pleitte er dan ook voor dat de Beneluxlanden in de komende besprekingen zoveel mogelijk als een eenheid optreden, ten einde het gewicht van hun inbreng te vergroten. De heer Reitsma (CDA) vroeg of de in de brief van 10 december jl. aangegeven budgettaire consequenties van de voorstellen inzake de accijnstarieven nog steeds gelden. Voorts informeerde ook hij naar de budgettaire gevolgen van de voorgestelde btw-aanpassing. Zal het geheel inderdaad budgettair neutraal uitvallen, ook als voor een smallere bandbreedte dan zes procentpunten wordt gekozen? Valt al te zeggen wanneer de voorstellen inzake de accijnstarieven naar verwachting ingevoerd zouden kunnen worden? Tweede Kamer, vergaderjaar , 20380, nr. 2 4
5 T In dit verband vroeg de heer Reitsma ook in welke richting de discussie over accijnzen op alcoholhoudende dranken tendeert. Wordt het Nederlandse standpunt dat in EG-verband moet worden gekomen tot een opwaartse harmonisatie van deze accijnzen, gedeeld door andere lidstaten? Een belangrijk probleem wordt gevormd door de voorstellen inzake de accijns op dieselolie en LPG. Aanvaarding van deze voorstellen zal in ieder geval gepaard moeten gaan met afschaffing van de diesel- en LPG-toeslagen in de motorrijtuigenbelasting. Daarnaast heeft het beroepsgoederenvervoer echter ook nog te maken met bepaalde toltarieven. Worden ook deze in de beschouwingen betrokken? Hoe staat het in dit verband met plannen voor invoering van een belasting ter vervanging van de bijzondere verbruiksbelasting op auto's? Ten slotte vroeg de heer Reitsma of al concrete voorstellen zijn gedaan voor indeling van de sierteelt in het lage btw-tarief. De heer Van Rey (V.V.D.) informeerde eerst of een aantal van de problemen die nu zijn gesignaleerd, bij één uniform btw-tarief wellicht niet zouden optreden. Hij besefte overigens zeer wel dat de Kamer indertijd één btw-tarief heeft afgewezen. Hij was verheugd met de realistische opstelling van de staatssecretaris inzake het optreden van grenseffecten. Hij herinnerde in dit verband wel aan de nog niet nagekomen toezegging inzake een nota over grenseffecten. Zeker bij dure goederen zal een en ander trouwens niet alleen tot de grensstreken beperkt blijven, hetgeen kan leiden tot een grote verlegging van handelsstromen. Hij stemde dan ook in met de conclusie dat een bandbreedte van zes procentpunten te groot is. Zijn overigens al berekeningen gemaakt over de vraag, welke bandbreedte dan wel acceptabel is? Wordt al ten departemente gewerkt aan bepaalde regelingen (bij voorbeeld een eigen verbruikersheffing) ten aanzien van vrijgestelde ondernemers? Of gaan de gedachten uit naar een sterke verkleining van deze groep ondernemers? Voorts vroeg de heer Van Rey of het wellicht verstandig is bij de behandeling van het wetsvoorstel inzake het overhevelen van goederen naar het verlaagde btw-tarief al rekening te houden met de voorstellen van de Europese Commissie op dit punt. Eenzelfde vraag kan worden gesteld ten aanzien van komende wetgeving op andere punten, bij voorbeeld accijnstarieven. Ten slotte wees hij erop dat in de EG-transportraad al vele jaren wordt gesproken over liberalisatie en harmonisatie van het beroepsgoederenvervoer, maar nog bijzonder weinig is bereikt. Het leek hem onjuist als het streven naar harmonisatie voor Nederland uitsluitend vorm zou krijgen in een verhoging van de accijnzen op dieselolie en LPG. Wordt hierover contact onderhouden met de andere erbij betrokken ministeries? De heer Van Dis (S.G.P.) stelde voorop dat tot een evenwichtig pakket ten aanzien van de verschillende soorten belastingen moet worden gekomen. De fiscaie harmonisatie in EG-verband heeft vooral te maken met de indirecte belastingen en heeft geen betrekking op de directe belastingen, maar de hoogte van de directe belastingen is wel van groot belang voor de internationale concurrentiepositie. In ieder geval zal naar een besluitvorming moeten worden gestreefd die zo weinig mogelijk schade toebrengt aan de Nederlandse economie en zelfs zo mogelijk de concurrentiepositie van Nederland versterkt. Hij sloot zich aan bij de al geuite bezwaren tegen het voorgestelde clearingstelsel. Voorts was hij het eens met de stelling dat een bandbreedte van zes procentpunten voor het algemene btw-tarief te groot lijkt. Wel vroeg hij op welke gronden de Europese Commissie een dergelijke bandbreedte aanvaardbaar acht. Ten slotte onderschreef hij het streven naar een opwaartse harmonisatie van de accijnzen op alcoholhoudende dranken uit een oogpunt van volksgezondheid. Tweede Kamer, vergaderjaar , 20380, nr. 2 5
6 De staatssecretaris wees er eerst op dat alleen de Europese Commissie het recht heeft om voorstellen in te dienen. Wijzigingsvoorstellen kunnen dan ook pas worden gedaan als deze commissie het initiatief tot indiening van voorstellen heeft genomen. Voorts onderkende ook hij de samenhang tussen harmonisatie van indirecte belastingen en die van directe belastingen, maar over de harmonisatie van directe belastingen in EG-verband is al sinds jaren geen enkele nieuwe ontwikkeling te melden. Wel blijkt in de praktijk dat de EG-lidstaten op dit vlak tot enige afstemming pogen te komen, in het bijzonder gezien hun internationale concurrentiepositie. Bij de directe belastingen doen de nog steeds bestaande grenzen tussen de lidstaten ook minder ter zake, zodat het ook met het oog daarop wel begrijpelijk is dat de Europese Commissie in dezen voorlopig geen concrete initiatieven in petto heeft. Het standpunt dat in de huidige omstandigheden niet kan worden ingestemd met het voorgestelde clearingstelsel, is onderschreven door de commissie, zo constateerde de bewindsman. Ook hij achtte het mogelijk dat gezien de bezwaren van het voorgestelde clearingstelsel een aantal lidstaten zich positiever zal gaan opstellen ten opzichte van de verleggingsregeling, waarmee in Beneluxverband goede ervaringen zijn opgedaan. Wel moet ook hier weer worden bedacht dat het aan de Europese Commissie zélf is om te beoordelen of wijzigingsvoorstellen op door haar ingediende ontwerprichtlijnen in haar ogen nog acceptabel zijn. De commissie kan in dat geval besluiten de ontwerprichtlijnen in te trekken, waarmee ook de wijzigingsvoorstellen weer van tafel zijn. Overigens achtte hij het uitgesloten dat op de komende Ecofin-raad wel tot besluitvorming wordt gekomen over de harmonisatie van tarieven en niet over de administratieve vormgeving van een en ander (het clearingstelsel, of een alternatief daarvoor). In theorie is het nog wel denkbaar dat tot een afzonderlijke besluitvorming over de harmonisatie wordt gekomen, maar in de praktijk zal geen enkele lidstaat daarvoor voelen gezien de grote gevolgen van een en ander voor de schatkist en de concurrentiepositie van het bedrijfsleven. Een meldingensysteem zou een grote administratieve begeleiding vergen en derhalve een zware last op het bedrijfsleven leggen, zoals is gebleken in België waar een dergelijk systeem tot nu toe op landelijk niveau bestaat. Inmiddels is echter al de vraag gerezen of dit systeem wel in overeenstemming is met de zesde richtlijn, juist met het oog op de administratieve begeleiding die hierbij noodzakelijk is. Concrete wijzigingsvoorstellen van de kant van de Bondsrepubliek inzake het voorgestelde clearingstelsel waren de staatssecretaris niet bekend en verwachtte hij ook niet. Voorts leek het hem zeker niet onmogelijk dat een eventueel verbod op de aanschaf van goederen in het buitenland door lagere overheden of gesubsidieerde instellingen in strijd zal zijn met de Europese regelgeving. Verschillen in behandeling van kleine ondernemers spelen, zo meende hij, in dit verband geen rol, omdat voor de heffing van omzetbelasting veelal de plaats waar de dienstverlening wordt vericht, bepalend is. Een Duits schildersbedrijf dat werkzaamheden in Nederland uitvoert, zal het Nederlandse btw-tarief (20%) moeten afdragen. Overigens achtte hij het logisch dat veel lidstaten weinig bezwaren zien in een hoog btw-tarief op dienstverlening. De besparing die voor de consument zou ontstaan als dienstverlening in het lage btw-tarief zou worden ondergebracht, weegt immers in het geheel niet op tegen de besparing die de consument kan behalen als de dienstverlening geheel buiten de heffing van inkomstenbelasting en premies voor de sociale verzekering om wordt verricht. Ten aanzien van een acceptabele bandbreedte voor de btw-tarieven gaan de gedachten uit naar twee a drie procentpunten. Een eigen verbruikersheffing bij vrijgestelde ondernemers wordt niet overwogen. Het in behandeling zijnde wetsvoorstel inzake overhevelig van goederen naar het verlaagde btw-tarief sluit aan op de voorstellen van de Europese Commissie. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 6
7 Ter zake van de voorstellen voor accijnzen op dieselolie en LPG moet worden bedacht dat op dit moment het Nederlandse beroepsgoederenvervoer minder zwaar wordt belast dan ondernemingen in de andere lidstaten. De dieseltoeslag in de motorrijtuigenbelasting geldt immers niet voor vrachtwagens, terwijl de dieselaccijns in Nederland relatief laag is. De voorstellen op dit vlak zullen dan ook leiden tot een verzwaring van lasten voor deze sector van het bedrijfsleven. Daar valt niet aan te ontkomen, omdat eventuele compenserende maatregelen (zoals het verder verlagen van de toch al relatief lage motorrijtuigenbelasting op vrachtwagens) die alleen voor Nederlandse bedrijven zouden gelden, waarschijnlijk in strijd zouden zijn met de Europese regelgeving. Niet uitgesloten is dat de lastenverzwaring voor het Nederlandse beroepsgoederenvervoer in de komende jaren nog groter zal worden, omdat in Europees verband ook een voorstel in voorbereiding is tot harmonisatie van de motorrijtuigenbelastingen in de verschillende lidstaten. Overigens is in de voorstellen van de Europese Commissie al voorzien in een lagere accijns op LPG in verband met milieu-overwegingen. In dit verband antwoordde de bewindsman op een desbetreffende vraag dat de voorbereiding van de Nederlandse standpuntbepaling over harmonisatievraagstukken steeds plaatsvindt in de ter zake ingestelde ambtelijke coördinatiecommissie. Een en ander wordt ook voorafgaand aan iedere bijeenkomst van een EG-raad in de ministerraad besproken. Daarnaast wees hij erop dat de totstandkoming van de interne markt voor 31 december 1992 is voorzien en de huidige kabinetsperiode in 1990 afloopt, zodat het in de rede ligt ervan uit te gaan dat ook in een nieuw regeerakkoord nog allerlei afspraken op dit vlak zullen worden neergelegd. Bovendien is het voor een tijdige afschaffing van bij voorbeeld de suikeraccijns voldoende als een voorstel daartoe op prinsjesdag 1992 wordt ingediend. De in de brief van 10 december jl. aangegeven budgettaire consequenties van de voorstellen inzake de accijnstarieven gelden nog steeds. Het Nederlandse standpunt inzake een opwaartse harmonisatie van de accijnzen op alcoholhoudende dranken wordt tot nu toe alleen gesteund door het Verenigd Koninkrijk en Denemarken. Voorts heeft de Europese Commissie aan het Europees Parlement laten weten, geen bezwaren te zien tegen de bijzondere verbruikersbelasting op auto's. De uitspraak van het Europese Hof moet echter worden afgewacht. Voor zover de bewindsman bekend was, heeft de EG-commissie conform haar voorstel nog steeds de bedoeling de sierteelt in het hoge btw-tarief onder te brengen. Eén uniform btw-tarief behoorde, zo meende hij, niet meer tot de mogelijkheden, gezien de door de Europese Commissie gedane voorstellen. Een toezegging over een nota inzake grenseffecten herinnerde hij zich niet, maar hij verklaarde zich bereid dit na te kijken. Ten slotte wees de staatssecretaris er met nadruk op dat bij onderhandelingen in EG-verband uiteraard het oog wordt gehouden op de Nederlandse belangen. Anderzijds zal de totstandkoming van de interne markt een buitengewoon positieve invloed kunnen hebben op de Nederlandse economie als geheel, evenals de totstandkoming van de gemeenschappelijke landbouwmarkt de Nederlandse landbouwsector in het verleden grote voordelen heeft gebracht. De heer Kombrink (P.v.d.A.) had begrepen dat tegen het eind van de komende zomer een witboek van de Europese Commissie over harmonisatie van directe belastingen kan worden verwacht. Voorts wees hij erop dat er weliswaar enige onderlinge afstemming van tarieven in de directe belastingen plaatsvindt (overigens met het grote risico van een wedloop in belastingverlagingen), maar dat er nog grote verschillen blijven op het punt van grondslag en structuur van deze belastingen. Daarnaast verwachtte hij dat een voorstel voor een bandbreedte van twee a drie procentpunten bij de btw op onoverkomelijke politieke problemen zal Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 7
8 stuiten. Een dergelijke bandbreedte kan immers alleen worden bereikt als bepaalde landen (in het bijzonder Denemarken en Ierland) hun huidige btw-tarieven nog sterker zouden verlagen dan zij toch al zullen moeten doen bij een bandbreedte van zes procentpunten, met alle zeer ingrijpende consequenties van dien voor de budgettaire opbrengst, óf als sommige landen hun btw-tarieven verhogen. In het laatste geval ontstaat voor die landen de mogelijkheid de tarieven van de directe belastingen te verlagen, met als gevolg een versterking van hun internationale concurrentiepositie. De heer Kombrink zag maar één mogelijkheid om uit deze impasse te komen: kiezen voor een bandbreedte van 16 tot 22%. Daarmee wordt min of meer tegemoet gekomen aan de grote problemen die anders in het bijzonder voor Denemarken en Nederland zouden ontstaan in hun verhouding tot de Bondsrepubliek. Voor de Bondsrepubliek zou dat een verhoging met twee procentpunten betekenen, hetgeen zeker op verzet van die kant zal stuiten, maar anderzijds ook een bijdrage zou kunnen opleveren tot de financiering van de in dit land op stapel staande belastinghervorming. Bovendien zou een bandbreedte van 16 tot 22% waarschijnlijk steun krijgen van andere lidstaten, niet alleen Denemarken, maar ook landen als Ierland en Italië. Ook het Europees Parlement lijkt wel te voelen voor een dergelijke bandbreedte en een advies in die zin van het parlement zou invloed kunnen hebben op de standpuntbepaling van de Europese Commissie. In dit verband pleitte de heer Kombrink opnieuw voor het bezien van de mogelijkheden van een bijheffing, in de zin van de «use taxe», zoals een eigen verbruikersheffing bij vrijgestelde ondernemers. Ook in kringen van werkgeversorganisaties gaan de gedachten uit naar een dergelijke bijheffing. Hij besefte overigens zeer wel dat de Europese Commissie het recht van initiatief heeft en eventueel kan weigeren bepaalde wijzigingsvoorstellen te accepteren. Dat laat onverlet dat het inbrengen van goede ideeën nooit kwaad kan. Bovendien zou het in de huidige fase van behandeling van de harmonisatievoorstellen een flink gezichtsverlies voor de Europese Commissie betekenen als deze voorstellen weer zouden worden ingetrokken. Ook moet worden bedacht dat er ten aanzien van het clearingstelsel nog geen definitief commissievoorstel ligt, zodat de komende Ecofin-raad het juiste moment is om de bezwaren tegen het clearingstelsel breed uit te meten. In dezen wreekt zich trouwens dat de Europese Commissie nauwelijks meer tot ambtelijk vooroverleg met de lidstaten komt, met het risico dat voorstellen van haar kant geen instemming van de lidstaten kunnen verwerven. De heer Kombrink had een antwoord gemist op zijn vragen inzake de juistheid van de berekeningen van de Europese Commissie en de budgettaire gevolgen voor Nederland van de commissievoorstellen inzake de btw-harmonisatie. Voorts kondigde hij nog aan dat over enige weken een notitie van zijn fractie zal verschijnen over het onderbrengen van vormen van dienstverlening in het lage btw-tarief. Ten slotte wees hij nog op de grote negatieve gevolgen van opheffing van de landbouwregeling in de btw en de ingrijpende consequenties die uit een en ander zullen voortvloeien voor belastingvrije winkels op luchthavens. Ziet de staatssecretaris mogelijkheden om dergelijke gevolgen te vermijden of althans enigszins te verzachten? De heer Vreugdenhil (C.D.A.) achtte het onmogelijk dat de Kamer voorafgaand aan een bijeenkomst in EG-verband al aangeeft welke reactie de Nederlandse bewindslieden zouden moeten geven op een bepaalde inbreng van de kant van de Europese Commissie of andere lidstaten. Veel hangt immers af van het verloop van de besprekingen tijdens zo'n bijeenkomst. Zelf had hij de indruk gekregen dat de Bondsrepubliek wel voelt voor enige verhoging van de btw-tarieven, waarmee de problemen voor Nederland voor een groot deel zouden zijn weggenomen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 8
9 Het leek hem onjuist als de Kamer vervolgens ook nog zou gaan afwegen hoe de problemen voor Denemarken zouden kunnen worden opgelost, hoe het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk daar weer op zouden reageren, enz. Tot een dergelijke uiterst ingewikkelde afweging achtte hij de Kamer ook niet in staat. Hij zou graag zien dat de discussie beperkt blijft tot de directe effecten op de Nederlandse situatie. De heer Van Rey (V.V.D.) pleitte nog voor een spoedige inventarisatie van de gevolgen van de voorstellen op het vlak van fiscale harmonisatie, om te voorkomen dat bepaalde bedrijfstakken voor verrassingen komen te staan. De Voorzitter merkte in reactie op de opmerkingen van de heer Vreugdenhil op, dat het voor de Kamer alleen tijdens een mondeling overleg voorafgaand aan een bijeenkomst in EG-verband mogelijk is enige invloed uit te oefenen op de Nederlandse standpuntbepaling. Dit staat overigens wel op gespannen voet met de staatsrechtelijke regel dat het parlement zich op dit vlak behoort te onthouden van mee-regeren en zich dient te beperken tot een controle achteraf. Een controle achteraf is echter bij EG-bijeenkomsten niet zo zinvol, omdat de afspraken dan al zijn gemaakt het het nauwelijks denkbaar is dat het parlement op dat moment nog besluit tot afkeuring van het door de regering gevoerde beleid. De Staatssecretaris onderschreef de reactie van de voorzitter. Juist omdat het voor het parlement nauwelijks mogelijk is achteraf wijziging te brengen in tijdens EG-bijeenkomsten gemaakte afspraken, is een bespreking voorafgaand aan dergelijke bijeenkomsten gewenst. Anderzijds is het voor de regering vaak niet mogelijk om in dat stadium al op alle punten volledige duidelijkheid te bieden. Zo was de bewindsman niet in staat een volledig antwoord te geven op de vraag naar de budgettaire consequenties voor Nederland van de btw-harmonisatie. Weliswaar is bekend wat de gevolgen zullen zijn van de door de commissie voorgestelde bandbreedte van 14 tot 20%, maar een dergelijke bandbreedte acht de regering niet acceptabel en het is nog niet duidelijk wat de uitkomst van de besprekingen hierover zal zijn. Pas als de voorstellen hun definitieve vorm hebben gekregen, valt een inventarisatie van de gevolgen voor de onderscheiden bedrijfstakken in Nederland te maken. De nu ter tafel liggende voorstellen van de Europese Commissie inzake de indeling van goederen en diensten in de verschillende btw-tarieven zouden overigens voor Nederland tot een meeropbrengst van circa 350 min. leiden, als wordt uitgegaan van handhaving van het hoge btw-tarief op 20% en geen rekening wordt gehouden met handelsverlegging en het eventueel wegvloeien van zaken naar het «grijze circuit». Een specificatie op dit punt zal aan de commissie worden verstrekt (zie bijlage bij het verslag). Een soort van «use tax» past niet in de nu ter tafel liggende voorstellen inzake een clearingstelsel. Deze mogelijkheid zou dus pas kunnen worden ingebracht als de Europese Commissie met een alternatief komt. Er zijn bij een dergelijke bijheffing op bij voorbeeld auto's nog wel de nodige voetangels en klemmen. Eventueel zou een derde btw-tarief moeten worden ingevoerd, omdat anders nadelige gevolgen optreden voor de autoproduktie in Nederland zelf (Volvo). Een regeling waarbij onderscheid zou worden gemaakt tussen auto's die in eigen land zijn geproduceerd, en andere auto's zou direct stuiten op bezwaren van de Europese Commissie ter zake van een ongelijke behandeling. Overigens zal de uitspraak van het Europese Hof ten aanzien van de bijzondere verbruiksbelasting op auto's eerst moeten worden afgewacht. De Europese Commissie heeft nog geen concrete voorstellen gedaan inzake belastingvrije winkels op luchthavens. Dit onderwerp heeft de Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 9
10 aandacht, terwijl hetzelfde geldt voor opheffing van de landbouwregeling in de btw. De voorzitter van de commissie, Joekes De griffier van de commissie, Witteveen Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 2 10
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-21 800 IX B Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk IX B (Ministerie van Financiën) voor het jaar Nr. 25 VERSLAG
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 Rijksbegroting voor het jaar 1989 20 800 Hoofdstuk IX B Ministerie van Financiën Nr. 10 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 28 oktober 1988 De vaste Commissie
Nadere informatieInternetconsultatie belasting op luchtvaart
Internetconsultatie belasting op luchtvaart Inleiding Afspraak regeerakkoord: drie sporen In het regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst heeft het kabinet afgesproken dat een belasting op luchtvaart zal
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 20 808 Inkomensbeleid 1989 Nr. 3 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 28 oktober 1988 De vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid 1 heeft
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1989-1990 21 300 V Vaststelling van de begroting van de uitgaven en van de ontvangsten van hoofdstuk V (Ministerie van Buitenlandse Zaken) voor het jaar
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 20800 Harmonisatie van de BTW-tarieven Hoofdstuk IXB Ministerie van Financiën Nr. 17 1 Samenstelling: Leden: Joekes (VVD), voorzitter. Kombrink
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 22 800 IXB Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van hoofdstuk IX B (Ministerie van Financiën) voor het jaar 1993 Nr.
Nadere informatieTweede Kamer der Staten Generaal
Tweede Kamer der Staten Generaal Vergaderjaar 1988-1989 20 895 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 (verlaging van het algemene tarief) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen Waar in 1988 een
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 32 627 (Glas)tuinbouw Nr. 23 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 22 maart 2016 De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20 223 Wijziging van de inkomstenbelasting in verband met een verruiming van de rentevrijstelling voor binnenlandse belastingplichtigen Nr. 7 EINDVERSLAG
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018 2019 35 016 Regeling van de mogelijke toewijzing van extra zetels voor Nederland in het Europees Parlement Nr. 6 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Nadere informatieVoorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.6.2010 COM(2010)331 definitief 2010/0179 (CNS) C7-0173/10 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EEG betreffende het gemeenschappelijk
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 700 Besluit van 22 december 1995 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968 in verband met de totstandkoming van de Tweede
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 449 Voorstel van wet de leden Wilders en Bosma tot intrekking van de goedkeuringswet inzake de Associatieovereenkomst tussen de Europese Unie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 Rijksbegroting voor het jaar 1987 19 700 Hoofdstuk V Ministerie van Buitenlandse Zaken Nr. 28 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 20
Nadere informatieEERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17
EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL Vergaderjaar 2016/17 34 446 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de invoering
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1986-1987 19465 19905 Verslag van de Algemene Rekenkamer over 1985 Verslag van de Algemene Rekenkamer over 1986 Nr. 25 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 417 Kabinetsformatie 2010 Nr. 2 BRIEF VAN DE INFORMATEUR Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Hierbij zend ik u, daartoe
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.12.1999 COM(1999) 703 definitief 1999/0272 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG betreffende het gemeenschappelijk
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008 2009 30 432 Voorstel van wet van de leden Depla en Blok houdende wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van enige andere wetten inzake fiscale
Nadere informatieI. ALGEMEEN. Memorie van toelichting. 1. Inleiding
Wijziging van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 in verband met de invoering van een tussenregeling voor valutaresultaten op deelnemingen (Tussenregeling valutaresultaten op deelnemingen) Memorie
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1988-1989 Nr. 87 b 20 506 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 en van de Wet op de accijns van alcoholvrije dranken (herziening tariefindeling
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 29 544 Arbeidsmarkbeleid Nr. 339 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieAan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus 20017 2500 EA Den Haag Turfmarkt 147 Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag Nederland Uw
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.12.2003 COM(2003) 825 definitief 2003/0317 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG ter verlenging van de
Nadere informatieBIJLAGE BIJLAGE VIII
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.3.2014 COM(2014) 148 final ANNEX 8 BIJLAGE BIJLAGE VIII Associatie-overeenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds,
Nadere informatie2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
2016D30138 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 13 juli 2016 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Financiën over zijn
Nadere informatie2013D13876 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
2013D13876 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Binnen de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu hebben enkele fracties de behoefte om enkele vragen en opmerkingen voor te leggen over het
Nadere informatieD e n H a a g 13 december 2017
Aan de voorzitter en de leden van de Vaste Commissie voor Financiën uit de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG B r i e f n u m m e r 17/11.227/K/Ha O n d e r w e r p Algemeen
Nadere informatie1. Algemeen Regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart. Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING
33 011 Regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Algemeen Dit wetsvoorstel heeft tot doel om met spoed een reparatie aan
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 29 036 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 met het oog op de vereenvoudiging, modernisering en harmonisering van de ter zake van de
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 202 203 33 29 Wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en deuitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen) 33 330 Wijziging
Nadere informatieWijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2013) Na artikel VIIc worden drie artikelen ingevoegd, luidende:
33 402 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2013) DERDE NOTA VAN WIJZIGING Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 1 Artikel III, onderdeel E, vervalt. 2 Na
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.7.2004 COM(2004) 468 definitief 2003/0091 (CNS) Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 77/388/EEG wat betreft
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 april 2005 (07.04) (OR. fr) 7843/05 FISC 38
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 april 2005 (07.04) (OR. fr) 7843/05 FISC 38 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 5 april 2005 Betreft: Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de Bondsrepubliek
Nadere informatieAdvies inzake uitbreiding rechtsmacht Hof
Interdepartementale Commissie Europees Recht (ICER) Advies inzake uitbreiding rechtsmacht Hof Inleiding De Commissie heeft op 28 juli 2006 een voorstel gedaan tot aanpassing van de bijzondere bepalingen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20391 Buitenlandse militaire dienstplicht Nr. 2 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 17 december 1987 De vaste Commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 Rijksbegroting voor het jaar 1988 20200 Nota over de toestand van 's Rijks financiën IMr. 44 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 24 februari 1988 De commissie
Nadere informatie2018D22525 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
2018D22525 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 861 Regels ter implementatie van richtlijn (EU) 2016/681 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 over het gebruik van persoonsgegevens
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 31 066 Belastingdienst Nr. 423 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 24 augustus 2018 De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 31 907 Wijziging van de Wet op de omzetbelasting 1968 in verband met de invoering van een nieuwe regeling voor de plaats van dienst voor de heffing
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2018 2019 35 026 Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2019) A BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter
Nadere informatieTweede Kamer der Staten Generaal
Tweede Kamer der Staten Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 18 386 Besluit afbreking zwangerschap Nr. 29 LIJST VAN VRAGEN Vastgesteld 30 mei 1988 De vaste Commissie voor de Volksgezondheid 1 heeft onderstaande
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2016 2017 34 648 Staat van de Europese Unie 2017 E VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 9 september 2017 De Eerste Kamer heeft tijdens de plenaire
Nadere informatieBtw-nieuwsbrief mei 2019
In deze btw-nieuwsbrief informeren wij u over de ontwikkelingen op het gebied van de omzetbelasting. In deze nieuwsbrief gaan wij nader in op de volgende onderwerpen: (1) btw-teruggaaf op oninbare vorderingen,
Nadere informatie: Nieuw belastingstelsel
A L G E M E E N B E S T U U R Vergadering d.d. : 7 september 2011 Agendapunt: 7 Onderwerp : Nieuw belastingstelsel KORTE SAMENVATTING: In het Bestuursakkoord Water is overeengekomen dat de waterschappen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 548 Wijziging van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II naar aanleiding van de evaluatie van de verhuurderheffing Nr. 31 BRIEF VAN DE MINISTER
Nadere informatie2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
2016D22881 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 2 juni 2016 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief
Nadere informatieRICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD
7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 07/06/2013
Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 I!Entree 2 7 MARS 2013 C-.A6'1IA3-0 Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/02595 8 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder
Nadere informatieInitiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad
1 gemeente Eindhoven Griffie gemeenteraad Raadsnummer O4.RZOP8.OOZ Initiatiefvoorstel Beter debatteren in commissie en raad Samenvatting Door GroenLinks is in een motie aan de deelnemers van de debattraining
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 681 Verlenging van de zittingsduur van gemeenteraden in gemeenten waarvoor met ingang van 1 januari 2015 een wijziging van de gemeentelijke
Nadere informatieFiche 4: Wijziging betreffende de structuurrichtlijn van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken.
Fiche 4: Wijziging betreffende de structuurrichtlijn van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken. 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel: Voorstel voor een Richtlijn van de Raad tot wijziging
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD
NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 24.11.2009 COM(2009)641 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de Portugese Republiek wordt gemachtigd een maatregel toe
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2012 2013 33 641 EU-voorstel: richtlijn inzake betaalrekeningen COM(2013)266 A VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 25 juni 2013 De vaste commissie
Nadere informatieMaatregelen op het gebied van autobelastingen ( Autobrief ) VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld..
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2018-2019 32 800 Maatregelen op het gebied van autobelastingen ( Autobrief ) Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld.. november 2018 De vaste
Nadere informatie$FFLMQV&RPPLVVLHVWHOWKDUPRQLVDWLHYDQEHODVWLQJ RSGLHVHOYRRUEHURHSVYHUYRHUYRRU
,3 Brussel, 24 juli 2002 $FFLMQV&RPPLVVLHVWHOWKDUPRQLVDWLHYDQEHODVWLQJ RSGLHVHOYRRUEHURHSVYHUYRHUYRRU 'H (XURSHVH &RPPLVVLH KHHIW HHQ YRRUVWHO LQJHGLHQG RP GH QDWLRQDOH DFFLMQVWDULHYHQYRRUGLHVHOYRRUEHURHSVYHUYRHUJHOHLGHOLMNWHKDUPRQLVHUHQ
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 31 305 Mobiliteitsbeleid Nr. 262 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieBinnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
Overzicht van stemmingen in de Tweede Kamer afdeling Inhoudelijke Ondersteuning aan De leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 20614 Europese Raad te Hannover, 27 en 28 juni 1988 Nr. 1 1 Samenstelling: Leden: Van Dis (SGP), Stoffelen (PvdA), Ter Beek (PvdA), ondervoorzitter,
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1997 30 Besluit van 16 januari 1997, houdende uitvoering van de Wet waardering onroerende zaken (Uitvoeringsbesluit Wet waardering onroerende zaken)
Nadere informatieoin&case_law_summary=false&dts_dom=all&excconsleg=true&typeofactstatus=com_join &type=advanced&subdom_init=all_all&dts_subdom=all_all
Fiche 3: Mededeling over het btw-actieplan 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad en het Europees Economisch en Sociaal comité over een actieplan
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 26 957 Wijziging kiesstelsel 26 976 Positie van de Eerste Kamer Nr. 3 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 6 maart 2000 De vaste commissie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1992-1993 23 030 Afschaff ing fiscale grenzen Nr. 5 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 399 Wet van 27 juni 2002, houdende de Wet op het BTW-compensatiefonds Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1984-1985 18 867 Wijziging van de Tijdelijke Wet Arbeidsvoorwaarden collectieve sector MEMORIE VAN TOELICHTING 1. Karakter van de wijziging De voorziening
Nadere informatieTRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992
10 (1992) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1993 Nr. 51 A. TITEL Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992 B. TEKST De Nederlandse
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 867 Wijziging van enkele wetten op het terrein van de volksgezondheid in verband met het invoeren van de mogelijkheid tot het heffen van kostendekkende
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 21 228 Goedkeuring van het koninklijk besluit van 17 mei 1989 (Stb. 170) tot wijziging van het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 Nr.
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 02.05.2001 COM(2001) 238 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD houdende machtiging van het Koninkrijk Spanje tot het toepassen van een maatregel
Nadere informatieEUROPEES PARLEMENT. Commissie interne markt en consumentenbescherming. van de Commissie interne markt en consumentenbescherming
EUROPEES PARLEMENT 2004 2009 Commissie interne markt en consumentenbescherming 2008/0143(CNS) 14.11.2008 ONTWERPADVIES van de Commissie interne markt en consumentenbescherming aan de Commissie economische
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 415 (R1915) Bepalingen omtrent de verlening van visa voor de toegang tot de landen van het Koninkrijk (Rijksvisumwet) Nr. 2 VOORSTEL VAN RIJKSWET
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1474 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22351 Verhoging van de accijns van sigaretten en kerftabak Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING Algemeen Van de mogelijkheid te komen tot verhoging van
Nadere informatieVoorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2015 COM(2015) 646 final 2015/0296 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijke stelsel van
Nadere informatieDatum 11 mei 2017 Betreft Kamervragen van het lid Wiersma (VVD) overover kinderbijslag in het buitenland
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatieOp-/aanmerkingen Evaluatie accijnsverhoging op diesel en LPG en Bijlage, d.d. 28-5-2014
Op-/aanmerkingen Evaluatie accijnsverhoging op diesel en LPG en Bijlage, d.d. 28-5-2014 1. In de Brief (pag. 4) en Bijlage (pag. 3) wordt gesproken van 51 miljoen extra belastingopbrengsten in het eerste
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2013 2014 33 755 Wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de wijziging van de percentages belasting-
Nadere informatieBESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *
WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige
Nadere informatie2017D10462 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
2017D10462 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 13 april 2017 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1990-1991 21368 21 501-07 22086 Wet op de accijns Ecofinraad Protocol bij de Overeenkomst met Luxemburg tot het vermijden van dubbele belastïng; Luxemburg,
Nadere informatie4 Enkele kanttekeningen bij het voornemen van de minister
4 Enkele kanttekeningen bij het voornemen van de minister Cyclische werkloosheid en WW-uitkeringen Uit gegevens van het UWV blijkt dat hoewel cyclische arbeid (en daarmee cyclische werkloosheid) eigenlijk
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.12.2006 COM(2006) 802 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij Estland, Slovenië, Zweden en het Verenigd Koninkrijk worden gemachtigd
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1981-1982 17 047 17 048 Selectieve indirecte belastingen Tariefnota Omzetbelasting Nr. 3 De vroegere stukken zijn gedrukt in de zitting 1981 VRAGEN TER VOORBEREIDING
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2017 2018 34 802 Wijziging van de Wet luchtvaart in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2009/12/EG van het Europese Parlement en de Raad van de
Nadere informatieGemeenteraad Gooise Meren
Gemeenteraad Gooise Meren Informatieve vragen van feitelijke/technische aard Van : Hart voor Bussum en 50Plus Datum indiening : Maandag 29 maart 2016 Betreft : Begroting Beantwoording wordt standaard op
Nadere informatieAntwoord op Kamervragen over de gevolgen van de BTW-verhoging op kunst
Antwoord op Kamervragen over de gevolgen van de BTW-verhoging op kunst Staatssecretaris van Financiën, 10 januari 2011, nr. DV2010/505 U Staatssecretaris Weekers van Financiën heeft gereageerd op vragen
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1987-1988 18830 Vestigingsplaatsen voor kerncentrales Nr. 84 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 9 december 1987 De vaste Commissie voor EG-zaken
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1978-1979 15 534 Wisselkoersarrangement Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 's-gravenhage, 20
Nadere informatieIntentieverklaring Het Betrouwbare Afrekensysteem
Intentieverklaring Het Betrouwbare Afrekensysteem 1. Preambule Leveranciers en Producenten van Afrekensystemen (hierna: Marktpartijen, zie ook bijlage 1 voor definities) en de Belastingdienst, (hierna
Nadere informatieEerste Kamer der Staten-Generaal
Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2017 2018 34 333 Wijziging van de Zorgverzekeringswet, de Wet marktordening gezondheidszorg en de Wet financiering sociale verzekeringen in verband met grensoverschrijdende
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 828 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE
Nadere informatie1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN. Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der
Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2009 2010 A 32 236 Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en Bermuda (zoals gemachtigd door de Regering van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland)
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1998 477 Besluit van 15 juli 1998, houdende regels ter uitvoering van artikel 320, zesde lid, van de Faillissementswet in verband met de vaststelling
Nadere informatie11558/02 jv 1 DG G I
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 augustus 2002 (28.08) (OR. fr) 11558/02 FISC 216 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Sylvain BISARRE, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 34 570 Wijziging van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de Wet dieren in verband met de herziening van het heffingenstelsel ten behoeve
Nadere informatie2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG De vaste commissie voor Financiën heeft op 11 maart 2015 een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Financiën over zijn brief
Nadere informatieARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*
SKATTEMINISTERIET / HENRIKSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* In zaak 173/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Højesteret, in het aldaar aanhangig
Nadere informatie