Toelichting. d 1 Inleiding Algemeen Vigerend bestemmingsplan Leeswijzer Beschrijving plangebied 9

Transcriptie

1

2 Inhou 1 Inleiing Algemeen Vigeren bestemmingsplan Leeswijzer Beschrijving plangebie 9 3 Belei Europees en Rijksbelei Provinciaal belei Regionaal belei Gemeentelijk belei Ontwikkelingen Afroning recreatiepark Lanschappelijke inpassing en natuurcompensatie Planologische wijzigingen Milieuaspecten Water Ecologie Gelui Boem Luchtkwaliteit Externe veilighei Archeologie Overige milieuhiner Planopzet / juriische aspecten Algemeen Opzet van e regels Beschrijving van e bestemmingen Financiële uitvoerbaarhei 54 8 Hanhavingsparagraaf 55 9 Communicatieparagraaf Wettelijk vooroverleg Zienswijze ex art. 3.8 Wro Separate bijlagen: - Separate bijlage 1: Historisch boemonerzoek Recreatiepark Posterbos (Langoe Aerwinkel) te Posterholt, gemeente Roeralen, bureau Econsultancy, rapportnummer (versie D3), ; - Separate bijlage 2: Quickscan flora & fauna recreatiepark Posterbos te Posterholt in e gemeente Roeralen, Econsultancy, rapportnummer (versie D3), pagina 2 -

3 1 Inleiing 1.1 Algemeen Ten zuien van het lintorp Posterholt ligt het recreatiepark Aerwinkel/Posterbos, tegen e bossen aan van het langoe Aerwinkel. Het park heeft zich vanuit een grote camping in het verleen ontwikkel tot een vakantiewoningencomplex met bijna 300 verblijfseenheen en een goe geoutilleer centrumgebie met restaurant, winkels en vrijetijsvoorzieningen. Het park wort aan e noorzije in e overgang naar e bossen van Aerwinkel begrens oor e Vlootbeek. Aan e zuizije vormt een ruime groene beplantingszone e overgang naar het open agrarisch gebie. Terwijl aan eze zijen, mee oor e lanschappelijke inpassing, sprake is van een afgerone ruimtelijke eenhei, hout e bebouwing aan e westzije abrupt op. Er is geen sprake van een soepele overgang naar het omringene lanschap. De eigenaren van e gronen (Daelmans Vastgoe II B.V. en Grouwels Exploitatie B.V.) zijn voornemens e westelijke ran van het recreatiepark af te ronen. Deze afroning bestaat uit: - het realiseren van 21 nieuwe verblijfseenheen; - het realiseren van een passene afroning van e bestaane bebouwingsstructuur; - het creëren van een kwalitatief goee, lanschappelijke begrenzing voor het westelijk parkeel; - het ontwikkelen van het aangrenzene buitengebie tot een aantrekkelijk uitloopgebie met een natuurlijk en ecologisch waarevol karakter en een licht recreatieve betekenis. Structuur bestemmingsplan Overeenkomstig het bepaale in artikel van het Bro woren oor miel van e op e verbeeling aangegeven bestemmingen en aarop betrekking hebbene regels e in het plan begrepen gronen voor bepaale oeleinen aangewezen. Daarbij woren regels gegeven voor het bouwen van bouwwerken en voor het gebruik van e bouwwerken en onbebouwe gronen. De structuur van bestemmingsplan 'Recreatiepark Posterbos' ient conform artikel , eerste en ere li van het Bro en artikel 2, li 1 van e Regeling stanaaren ruimtelijke orening (Rsro) te voloen aan e Stanaar Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2012). Daarnaast is, aanvullen op e lanelijke stanaaren, aangesloten op e uitgangspunten van het Hanboek Ruimtelijke Plannen van e gemeente Roeralen. Het bestemmingsplan bestaat formeel uit twee juriische onerelen: een verbeeling (een igitaal GML-bestan met een specifiek nummer, in it geval NL.IMRO.1669.BPAerwinkel-OW01; regels; eze regels zijn in e SVBP2012 zoveel mogelijk gestanaariseer (o.a. volgore, ineling, benaming, begripsbepalingen, overgangsbepalingen en e slotbepaling). Op e verbeeling zijn, met bijbehorene verklaringen, e bestemmingen van e in het plan begrepen gronen aangegeven. De verklaringen leggen een verbining tussen e op e verbeeling aangegeven bestemmingen en e regels. De verbeeling is geteken op schaal 1:1000. De regels bevatten e regeling inzake het gebruik van e gronen, ie in het plan zijn begrepen. De regels zijn ingeeel in vier hoofstukken: e inleiene regels, e bestemmingsregels, e algemene regels en e overgangs- en slotregels. Het bestemmingsplan gaat voorts vergezel van een toelichting, waarin een onerbouwing is opgenomen van e gemaakte beleiskeuzen inzake het bestemmingsplan. De toelichting maakt juriisch geen eel uit van het bestemmingsplan. - pagina 3 -

4 1.2 Vigeren bestemmingsplan Het plangebie is thans geregel in het bestemmingsplan Buitengebie Roeralen (vastgestel oor e raa van e gemeente Roeralen ). Op e onerstaane afbeeling is een uitsnee van e bij het vigerene bestemmingsplan behorene verbeeling weergegeven. Het plangebie van het voorliggene bestemmingsplan is hierop met e kleur roo omlijn: De gronen binnen het plangebie zijn thans bestem tot Recreatie Verblijfsrecreatie 4, Natuur en Agrarisch met waaren Natuur- en lanschapswaaren. Bestemming Recreatie Verblijfsrecreatie 4 De gronen met e bestemming Recreatie Verblijfsrecreatie 4 zijn bestem voor: - een recreatiebungalowpark met bijbehorene bebouwing en voorzieningen; - voorzieningen, zoals erven, tuinen, speelvoorzieningen, groen, water, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, laa- en losvoorzieningen, recreatieve paen en toegangswegen; met ien verstane at: - centrale recreatieve voorzieningen uitsluiten zijn toegestaan ter plaatse van e aanuiing specifieke vorm van recreatie centrale voorzieningen en e aanuiing specifieke vorm van recreatie Posterbos/ t Hitje ; - binnen eze bestemming tevens e nevenfunctie beroep aan huis is toegestaan. - pagina 4 -

5 Functieaanuiing specifieke vorm van recreatie Posterbos/ t Hitje Het gehele recreatiepark, behouens het centrale eel waar zich een openbaar zwemba bevint, is voorzien van e functieaanuiing specifieke vorm van recreatie Posterbos/ t Hitje. Op e onerstaane uitsnee van e verbeeling behorene bij het vigerene bestemmingsplan is eze functieaanuiing miels een roe omlijning aangeui: Functieaanuiing specifieke vorm van recreatie Posterbos/ t Hitje Maatvoering: maximum aantal recreatiewoningen 40 Voor het westelijke eel van het recreatiepark is op e verbeeling een maatvoering opgenomen. Binnen eze maatvoering mogen maximaal 40 recreatiewoningen woren opgericht. Op e onerstaane uitsnee van e verbeeling behorene bij het vigerene bestemmingsplan is eze maatvoering miels een roe omlijning aangeui: Maatvoering: 40 recreatiewoningen - pagina 5 -

6 Bestemming Natuur De gronen met e bestemming Natuur zijn bestem voor: - natuur in e vorm van bos, weilanen, moeras, water, heie en/of zangronen; - het behou, herstel en ontwikkeling van e aanwezige natuurlijke, lanschappelijke en cultuurhistorische waaren; - het behou, herstel en ontwikkeling van e hier aanwezige ecologische waaren. alsmee voor: - waterhuishouing, waaroner ook voorzieningen ten behoeve van het bergen en infiltreren van water; - houtprouctie; - extensief recreatief meegebruik; - recreatieve wanel- en fietspaen; - agrarisch meegebruik ten behoeve van natuurbeheer; - e instanhouing van e mogelijkheen voor steenkolenwinning; - parkeer- en verkeersvoorzieningen; - ter plaatse van e aanuiing specifieke vorm van natuur mijnschacht en boorput : e instanhouing van e mijnschachten en/of boorputten; - ter plaatse van e aanuiing specifieke vorm van natuur gronwal : een gronwal; - ter plaatse van e aanuiing specifieke vorm van recreatie klimvoorzieningen : tevens voor klimvoorzieningen; - ter plaatse van e aanuiing parkeerterrein : een parkeerterrein. De genoeme aanuiingen zijn op het onerhavige plangebie niet van toepassing. Dubbelbestemming Waterstaat- beschermingszone Ten nooren van het plangebie is e Vlootbeek gelegen. Aan weerszijen van e Vlootbeek is e ubbelbestemming Waterstaat beschermingszone opgenomen. Binnen eze ubbelbestemming, welke is opgenomen aan weerszijen van e Vlootbeek, mogen uitsluiten bouwwerken, geen gebouwen zijne met een maximale bouwhoogte van 3 meter woren gebouw. Daarnaast mag het bouwplan enkel betrekking hebben op vervanging, vernieuwing of veranering van bestaane bouwwerken, waarbij e oppervlakte, voor zover gelegen op of oner het peil, niet woren uitgebrei en ient gebruikt te woren gemaakt van e bestaane funering. Bestemming Agrarisch met waaren Natuur- en lanschapswaaren De gronen met e bestemming Agrarisch met waaren Natuur- en lanschapswaaren zijn bestem voor: - e uitoefening van een agrarisch berijf zoals genoem in artikel 1, li 10 (begripsbepaling agrarisch berijf); met e aarbij behorene: - voorzieningen zoals kuilvoerplaten, sleufsilo s, mestvoorzieningen, teeltonersteunene voorzieningen, paarenbakken, erven, tuinen, groen, nutsvoorzieningen, in- en uitritten, ontsluitingswegen, recreatieve paen en voet- en fietspaen, water en voorzieningen ten behoeve van e waterhuishouing waaroner ook voorzieningen ten behoeve van het bergen en infiltreren van water; alsmee voor: - wonen, mits e bouw van een berijfswoning is toegestaan; - ter plaatse van e aanuiing intensieve veehouerij : een intensieve veehouerij zoals genoem in artikel 1, li 54 (begripsbepaling intensieve veehouerij); - ter plaatse van e aanuiing specifieke vorm van recreatie paarenpension en trekkershutten : tevens een paarenpension, appartementen, trekkershutten en onergeschikte horeca; - pagina 6 -

7 - ter plaatse van e aanuiing specifieke vorm van natuur mijnschacht en boorput : e instanhouing van mijnschachten en/of boorputten; - behou, versterking en ontwikkeling van e lanschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische en visueel-lanschappelijke waaren van e gronen, zoals eze tot uitrukking komt in e lanschappelijke openhei, e lanschappelijke beslotenhei in e vorm van bosschages, houtwallen en lanen en e geomorfologische waaren in e vorm van hoogterrassen, steilranen en oue roermeaners; - behou, versterking en ontwikkeling van e natuur- en ecologische waare van e gronen; - extensieve agrecreatie; - nevenfuncties, zijne: verkoop aan huis van lokaal/streekeigen agrarische proucten, beroep aan huis, be & breakfast, groene en blauwe iensten. Gebiesaanuiing en ubbelbestemming Daarnaast zijn in het plangebie een gebiesaanuiing en een ubbelbestemming van toepassing: Gebiesaanuiing Milieuzone Roeralslenk Voor het gehele plangebie is een Milieuzone Roeralslenk opgenomen. Binnen eze milieuzone is het niet toegestaan boorputten op te richten, in exploitatie te nemen of te hebben ieper an 30 cm beneen maaivel. Tevens is het niet toegestaan e gron te roeren ieper an 30 cm beneen het maaivel, of eze haneling toe te laten, of anerszins werken in e boem uit te voeren of te oen uitvoeren, waarbij ingrepen woren verricht of stoffen woren gebruikt ie e beschermene werking van e slecht oorlatene boemlagen kunnen aantasten. De genoeme verboen gelen niet voor het inrichten van boorputten ten behoeve van het provinciale gronwaterbeheer in het kaer van e Wet boembescherming en e Waterwet. Ook gelen e verboen niet voor het verrichten van boemonerzoeken ie krachtens e wet zijn voorgeschreven. Dubbelbestemming Waare archeologie 5 De gronen ie zijn voorzien van e ubbelbestemming Waare Archeologie 5 zijn, behalve voor e anere aar voorkomene bestemmingen, mee bestem voor e bescherming van een terrein met een hoge archeologische waare. Voor Waare archeologie 5 gelt at een archeologisch onerzoek noozakelijk is wanneer een ruimtelijke ontwikkeling meer an m² beslaat en er ten behoeve van e ontwikkeling ieper an 40 cm beneen het maaivel gegraven ient te woren. Strijighei met het vigerene bestemmingsplan De strijighei van e beooge ontwikkeling met het vigerene bestemmingsplan is tweeleig. Enerzijs is e beooge ontwikkeling strijig met het vigerene bestemmingsplan omat e percelen van een aantal van e nieuwe recreatiewoningen geeeltelijk an wel geheel binnen e vigerene natuurbestemming woren geprojecteer. Anerzijs is e beooge ontwikkeling strijig met het vigerene bestemmingsplan vanwege e maatvoering ie voorschrijft at maximaal 40 recreatiewoningen gerealiseer mogen woren. De beooge ontwikkeling is geeeltelijk geprojecteer binnen eze maatvoering. Om e beooge ontwikkeling toch mogelijk te maken ient voor e betreffene gronen een nieuw bestemmingsplan opgestel te woren. Dit bestemmingsplan voorziet tevens in een juriische verankering van e vereiste natuurcompensatie voor het eel van e ontwikkeling at plaatsvint binnen e bestemming Natuur. - pagina 7 -

8 1.3 Leeswijzer De toelichting bij it bestemmingsplan bestaat uit 9 hoofstukken. Na it eerste inleiene hoofstuk wort in hoofstuk 2 een beschrijving van het plangebie gegeven. In het ere hoofstuk woren e beleiskaers op Europees, nationaal, provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau weergegeven en wort afgewogen of e beooge ontwikkeling aarbinnen inpasbaar is. In hoofstuk 4 wort e in it plan beooge ruimtelijke ontwikkeling, e benoige natuurcompensatie en e planologische wijzigingen uiteengezet. Vervolgens komen in hoofstuk 5 e milieuplanologische aspecten aan bo en woren oner anere e resultaten van e uitgevoere onerzoeken besproken. Hoofstuk 6 hanelt over e opbouw van e regels van it bestemmingplan en voorziet oner meer in een artikelsgewijze bespreking van e bestemmingsregels. In hoofstuk 7 komt e financiële uitvoerbaarhei aan e ore en hoofstuk 8 bevat een hanhavingsparagraaf. Deze toelichting wort afgesloten met een communicatieparagraaf in hoofstuk. Hier is aangegeven welk communicatietraject is oorlopen en wort ingegaan op e maatschappelijke uitvoerbaarhei van het plan. Hierbinnen komen e resultaten van het wettelijk vooroverleg ex artikel Bro en e ingekomen zienswijzen en e beantwooring aarvan oor e gemeente aan e ore. - pagina 8 -

9 2 Beschrijving plangebie Ligging en begrenzing van het plangebie Het plangebie is gelegen in e gemeente Roeralen, op een afstan van circa 950 meter ten zuiwesten van e kern Posterholt. Het exacte plangebie betreft e gronen ten westen van het recreatiepark Posterbos/Langoe Aerwinkel. Ten oosten van het plangebie ligt het rees afgerone eel van het recreatiepark. Ten nooren van het plangebie ligt een uitgestrekt bosgebie. Ten zuien van het plangebie liggen enkele agrarische percelen. Ten westen van het plangebie ligt het Munningsbosch. Op het onerstaane topografische kaartje is het plangebie met e kleur roo weergegeven: Het gehele plangebie heeft een oppervlakte van m². Van eze oppervlakte is thans m² bestem tot Natuur, m² heeft e bestemming Agrarisch met waaren Natuur- en lanschapswaaren en m² is bestem tot Recreatie Verblijfsrecreatie 4. Op e onerstaane luchtfoto is het plangebie miels een roe omlijning aangeui: - pagina 9 -

10 Het plangebie, at thans bestaat uit rassig graslan, vormt een abrupt eine van e bebouwingsstructuur van het bestaane recreatiepark. De navolgene afbeelingen geven een impressie van het plangebie en e omgeving: De onerstaane afbeeling geeft e westelijke zije van het plangebie en het ten westen gelegen groengebie weer: Westzije van het plangebie, met op e achtergron het groengebie gelegen ten westen van het plangebie Op e onerstaane afbeeling zijn e agrarische gronen (maïsvelen) ten zuiwesten van het plangebie afgebeel: Maïsvelen ten zuiwesten van het plangebie - pagina 10 -

11 De navolgene afbeeling toont het ten westen van het plangebie gelegen graslan en het ten noorwesten gelegen bosgebie (Munningsbosch): Foto genomen in noorwestelijke richting: met het ten westen van het plangebie gelegen graslan en op e achtergron het bosgebie Munningsbosch De navolgene afbeeling toont het plangebie in noorelijke richting. Op e achtergron (op e foto rechts) zijn twee bestaane recreatiebungalows zichtbaar: Het plangebie gezien in noorelijke richting, met op e achtergron twee bestaane recreatiebungalows - pagina 11 -

12 De navolgene afbeelingen tonen enkele bestaane recreatiebungalows en het binnen het plangebie aanwezige groen: Bestaane recreatiebungalow met afschermen groen Recreatiebungalow met open achterperceel, met aan weerszijen (op e foto links en rechts) begroeiing - pagina 12 -

13 De navolgene afbeelingen geven e het noorelijke eel van het plangebie weer: De nooroosthoek van het plangebie met op e achtergron e aangrenzene bestaane bebouwing De Vlootbeek (tussen e afrastering en het bos), met op e achtergron e bosran irect ten nooren van het plangebie - pagina 13 -

14 Het noorelijke eel van het plangebie, gezien in westelijke richting Het noorelijke eel van het plangebie, gezien in zuiwestelijke richting - pagina 14 -

15 De navolgene afbeeling geeft een impressie van e Vlootbeek, ie in het nooren van het plangebie stroom, van oost naar west: De Vlootbeek, gezien in westelijke richting Ten behoeve van e ontsluiting wort in het onerhavige plan een smalle weg aangeleg. Deze weg verbint het uitbreiingsgebie op rie punten met het bestaane recreatiepark. - pagina 15 -

16 3 Belei 2.1 Europees en Rijksbelei Vogel- en habitatrichtlijn/natura-2000 Vanuit Europa is e bescherming van soorten en gebieen geregel in e Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. De Europese Vogelrichtlijn (Richtlijn 79/409/EEG) en e Habitatrichtlijn (Richtlijn 92/33/EEG) hebben e bescherming van soorten en hun natuurlijke habitats tot oel. Elke listaat is verplicht om speciale beschermingszones aan te wijzen, ie samen één Europees netwerk van natuurgebieen vormen: Natura Tot voor kort speele e Vogel- en Habitatrichtlijn een belangrijk rol in het Neerlanse rechtssysteem. Het beschermingsregime van artikel 6 van e Habitatrichtlijn ha namelijk een rechtstreekse werking. Dit gol ook voor e Vogelrichtlijn. Met e implementatie van e bepalingen uit e Vogel- en Habitatrichtlijn in e Neerlanse wetgeving is een eine gekomen aan e rechtstreekse werking van eze richtlijnen. De soortenbescherming is veranker in e Flora- en faunawet en e gebiesbescherming in e Natuurbeschermingswet Oner werking van e Natuurbeschermingswet vallen: Natura 2000-gebieen (Vogel- en Habitatrichtlijngebieen); Bescherme Natuurmonumenten; Gebieen oor e minister aangewezen ter uitvoering van verragen of anere internationale verplichtingen. Het Natura 2000-netwerk bevat e gebieen ie zijn aangewezen oner e Vogel- en Habitatrichtlijn en zijn aarmee geselecteer op gron van het voorkomen van soorten en habitattypen ie vanuit Europees oogpunt bescherming noig hebben. Voor ie gebieen gelt at aanwijzingsbesluiten zijn opgestel waarin staat voor welke soorten en habitats het betreffene gebie is aangewezen en welke instanhouingoelstellingen er gelen voor eze soorten en habitats. Conclusie Ten zuioosten van het plangebie, op een afstan van circa 500 meter, ligt het Natura gebie Roeral. In het kaer van het voorliggene bestemmingsplan is een ecologische quickscan uitgevoer. Deze ecologische quickscan heeft als oel in te schatten of er binnen het plangebie planten- en iersoorten aanwezig of te verwachten zijn ie volgens e Flora- en faunawet een bescherme status hebben en ie mogelijk verstoring kunnen onervinen oor e beooge ontwikkeling. Tevens wort beooreel of e beooge ontwikkeling invloe kan hebben op gebieen ie volgens overige natuurwetgeving zijn bescherm of eel uitmaken van e Ecologische Hoofstructuur (EHS) of e Provinciale Ontwikkelingszone Groen (POG). De resultaten van eze ecologische quickscan zijn beschreven in hoofstuk 5.2 van eze toelichting Europese Kaerrichtlijn Water In het jaar 2000 is e nieuwe Europese Kaerrichtlijn Water in werking getreen. Het oel van eze richtlijn is e vaststelling van een kaer voor e bescherming van lanoppervlaktewater, overgangswater, kustwater en gronwater in e Europese Gemeenschap, waarmee: aquatische ecosystemen en e hiervan afhankelijke wetlans en terrestrische ecosystemen voor verere achteruitgang woren behoe en bescherm en verbeter woren; uurzaam gebruik van water wort bevorer, op basis van bescherming van e beschikbare waterbronnen op lange termijn; - pagina 16 -

17 er wort bijgeragen tot afzwakking van e gevolgen van overstromingen en perioen van roogte. Uitgangspunten hierbij zijn: een gebiesgerichte aanpak, waarbij wort uitgegaan van een ineling in stroomgebieistricten; het uitwerken van maatregelen, oner meer uitgaane van een gecombineere aanpak oor beperking van verontreiniging aan e bron oor miel van emissiegrenswaaren en oor het vastleggen van milieukwaliteitnormen; het bereiken van e milieukwaliteitoelstellingen, namelijk e goee ecologische toestan voor het oppervlaktewater en e goee chemische toestan voor het gronwater;. het behoeen van aquatische ecosystemen en e hiervan afhankelijke wetlans en terrestrische ecosystemen voor verere achteruitgang; uurzaam gebruik van water wort bevorer, op basis van bescherming van e beschikbare waterbronnen op lange termijn; het leveren van een bijrage aan e afzwakking van e gevolgen van overstromingen en perioen van roogte. De Europese Kaerrichtlijn Water richt zich op e bescherming van water in alle wateren en stelt zich ten oel at alle Europese wateren in het jaar 2015 een 'goee toestan' hebben bereikt en at er binnen heel Europa uurzaam wort omgegaan met water. Verschillene oelstellingen uit e Kaerrichtlijn zijn opgenomen in het Nationaal Waterplan en veranker in e Waterwet (2009) en het bijbehorene Waterbesluit. Conclusie Voor het onerhavige plangebie zijn aaroor vanuit e Europese Kaerrichtlijn geen gevolgen te verwachten, ie niet ook vanuit anere nationale wet- en regelgeving voortkomen Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) geeft een totaalbeel van het huiige ruimtelijke en mobiliteitsbelei op Rijksniveau. De hoofoelstelling van e SVIR is Neerlan concurreren, bereikbaar, leefbaar en veilig te houen voor e miellange termijn (2028). Dit gebeurt aan e han van rie eeloelen waaraan 13 nationale belangen zijn gekoppel: Doel Het vergroten van e concurrentiekracht van Neerlan oor het versterken van e ruimtelijk- economische structuur van Neerlan Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van e bereikbaarhei waarbij e gebruiker voorop staat Nationaal belang 1. een excellente ruimtelijk-economische structuur van Neerlan oor een aantrekkelijk vestigingsklimaat in en goee internationale bereikbaarhei van e steelijke regio's met een concentratie van ruimte voor het hoofnetwerk 2. voor (uurzame) energievoorziening en e energietransitie; 3. ruimte voor het hoofnetwerk voor vervoer van (gevaarlijke) stoffen via buisleiingen; 4. efficiënt gebruik van e onergron. 5. een robuust hoofnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen ronom en tussen e belangrijkste steelijke regio's inclusief e achterlanverbiningen; 6. betere benutting van e capaciteit van het bestaane Mobiliteitssysteem; 7. het in stan houen van het hoofnet van wegen, spoorwegen en vaarwegen om het functioneren van het mobiliteitssysteem te waarborgen. - pagina 17 -

18 Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke en cultuurhistorische waaren behouen zijn 8. verbeteren van e milieukwaliteit (lucht, boem, water) en bescherming tegen geluisoverlast en externe veiligheisrisico's; 9. ruimte voor waterveilighei, een uurzame zoetwatervoorziening en kaers voor klimaatbestenige steelijke (her)ontwikkeling; 10. ruimte voor behou en versterking van (inter)nationale unieke cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten; 11. ruimte voor een nationaal netwerk van natuur voor het overleven en ontwikkelen van flora- en faunasoorten 12. ruimte voor militaire terreinen en activiteiten; 13. zorgvulige afweging en transparante besluitvorming bij alle ruimtelijke en infrastructurele besluiten. De SVIR kent een realisatieparagraaf, waarin per nationaal belang e aanpak is uitgewerkt op basis van lopene en voorziene projecten. Voor het juriisch borgen van e nationale belangen uit e SVIR zijn twee besluiten voorhanen waarmee at mogelijk is: Besluit algemene regels ruimtelijke orening (Barro) Het Barro geeft e juriische kaers ie noig zijn om het vigeren ruimtelijk Rijksbelei te borgen. Van e provincies en e gemeenten wort gevraag e inhou van het Barro te laten oorwerken in e ruimtelijke besluitvorming. De hierin aangegeven juriische kaers zijn erhalve concreet normstellen beoel en woren geacht irect of inirect (at wil zeggen oor tussenkomst van e provincie), oor te werken tot op het niveau van e lokale besluitvorming, zoals e vaststelling van bestemmingsplannen. In hoofstuk 2 van het Barro (titel 2.1 t/m titel 2.13) zijn e nationale belangen opgenomen. Conclusie Er is voor wat betreft het plangebie van it bestemmingsplan geen sprake van een nationaal belang uit het Barro. Besluit ruimtelijke orening (Bro): Het Bro stelt vanuit e Rijksverantwoorelijkhei voor een goe systeem van ruimtelijke orening juriische kaers aan e processen van ruimtelijke belangenafweging en besluitvorming bij e verschillene overheen. De laer voor uurzame versteelijking is per 1 oktober 2012 in het Bro opgenomen. Nieuwe steelijke ontwikkelingen ienen op basis van eze laer te woren gemotiveer en afgewogen met oog voor e ruimtevraag, e beschikbare ruimte en e ontwikkeling van e omgeving waarin het gebie ligt. De motivering van e uurzame versteelijking voor het onerhavig plan is onerstaan weergegeven. Laer van uurzame versteelijking Overheen ienen nieuwe steelijke ontwikkelingen te motiveren met rie opeenvolgene stappen. De stappen bewerkstelligen at e wens om een nieuwe steelijke ontwikkeling mogelijk te maken, narukkelijk wort gemotiveer en afgewogen met oog voor e ruimtevraag, e beschikbare ruimte en e ontwikkeling van e omgeving waarin it gebie ligt. De motivering is, afhankelijk van e locatie, in rie treen opgebouw: - tree 1: bepalen regionale vraag: is er een regionale behoefte? - tree 2: is (een eel van) e regionale behoefte op te vangen in bestaan steelijk gebie? (inien het antwoor op eze vraag positief is en geen sprake is van ontwikkelingen buiten bestaan steelijk gebie, is e motivering afgeron); - pagina 18 -

19 - tree 3: zo nee, zoek een locatie ie multimoaal ontsloten kan woren voor e (resterene) regionale behoefte. Gelet op e voorliggene ontwikkeling, ie geheel buiten het bestaan steelijk gebie van e gemeente Roeralen plaatsvint, is een motivering bestaane uit tree 1, 2 en 3 noozakelijk. Tree 1: Regionale behoefte Binnen e gemeente Roeralen vormt e recreatief-toeristische sector een belangrijke pijler in e lokale economie. In e Structuurvisie Roeralen 2030 (zie hoofstuk 2.4) is an ook e ambitie vastgeleg om recreatief-toeristische ontwikkelingen binnen e natuurlijke omgeving van e gemeente Roeralen te faciliteren en verer te ontwikkelen. Het bestaane recreatiebungalowpark, at eels bestaat uit Lanal Green Parcs Langoe Aerwinkel en eels uit recreatiepark t Posterbos, voorziet voor een eel rees in eze behoefte. Het bestaane recreatiebungalowpark mist echter e verbining met e omliggene natuurrijke omgeving. Onerhavig plan voorziet in een afroning van het recreatiepark aan e westzije. De gronen ten westen van eze afroning woren ingericht als natuurgebie om zo te voorzien in e noozakelijke natuurcompensatie. Daarnaast krijgt it gebie in e nieuwe situatie een uitloopfunctie richting het natuurrijke gebie at zich ten westen van het recreatiepark bevint. Miels wanelpaen en looproutes wort eze verbining gestalte gegeven. Door eze ontwikkeling heeft het recreatiepark meer bining met e natuurlijke omgeving waarmee het park wort omring en woren toeristen en recreanten meer gestimuleer om ook Posterholt en eventueel anere kernen binnen e gemeente Roeralen te bezoeken. Op eze wijze kan ook buiten het recreatiepark geprofiteer woren van het toerisme. Ook eze ambitie is vastgeleg in e Structuurvisie Roeralen Het plangebie is aangewezen als zoekgebie voor nieuwe recreatief-toeristische ontwikkelingen. Voorwaare hierbij is at geen afbreuk wort geaan aan e lanschappelijke en natuurlijke kwaliteiten ie in het gebie aanwezig zijn. Het voorliggene plan voloet aan eze vereisten. Tree 2: Opvangen in bestaan steelijk gebie Het bestaane recreatiebungalowpark alsook e in it plan beooge afroning aarvan zijn gelegen in het buitengebie van e gemeente Roeralen. De ligging in e natuurrijke omgeving van het buitengebie is één van e belangrijkste bestaansgronen van eze recreatief-toeristische voorziening. Het overwegen van een anere locatie voor eze ontwikkeling is erhalve niet aan e ore. Tree 3: Multimoale ontsluiting Het totale recreatiepark wort ontsloten via e bestaane ontsluitingsweg aan e oostzije van het recreatiepark ie uitloopt tot e Donckerstraat. De verbining van e uitbreiingslocatie met het bestaane eel van het recreatiepark wort gerealiseer miels enkele verhare stroken. Het realiseren van nieuwe infrastructuur is erhalve niet noozakelijk. Geconclueer kan woren at volaan wort aan e uitgangspunten zoals gestel in e laer van uurzame versteelijking Waterwet en waterbesluit Op 22 ecember 2009 is e Waterwet van kracht geworen. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en gronwater en verbetert ook e samenhang tussen het waterbeheer en e ruimtelijke orening. De nieuwe Waterwet schept een kaer voor e noozakelijke moernisering van het Neerlanse waterbeheer voor e komene ecennia. Door het samenvoegen van meerere vergunningen nemen e bureaucratie en e regelruk voor burgers en berijven af. De Waterwet sluit goe aan op e Wet ruimtelijke orening (Wro), waaroor e relatie met het ruimtelijke omgevingsbelei wort versterkt. Met één integrale wet is ook het uitvoeren van Europese waterrichtlijnen eenvouiger geworen. Dat gelt oner meer voor e Kaerrichtlijn Water ie uitgaat van internationale stroomgebieen en watersystemen (rivieren, meren en - pagina 19 -

20 elta s), e richtlijn over beooreling en beheer van overstromingsrisico s en e Kaerrichtlijn mariene strategie. De Waterwet voegt acht bestaane waterbeheerwetten samen: e Wet op e waterhuishouing, Wet verontreiniging oppervlaktewateren, Wet verontreiniging zeewater, Gronwaterwet, Wet roogmakerijen en inijkingen, Wet op e waterkering, Wet beheer rijkswaterstaatswerken (e natte elen aarvan) en e Waterstaatswet 1900 (het natte geeelte ervan). Daarnaast is vanuit e Wet boembescherming e regeling voor waterboems onergebracht bij e Waterwet. Het Waterbesluit bevat in e bijlagen een lijst van oppervlaktewaterlichamen in beheer bij het Rijk en een lijst van waterkeringen, eveneens in beheer bij het Rijk. Wat betreft e oppervlaktewaterlichamen geeft het Waterbesluit een gronslag om e grenzen hiervan in e Waterregeling vast te leggen en een gronslag voor e grenzen van e gebieen ie zijn vrijgestel van e vergunningplicht voor het gebruik van waterstaatswerken (vergelijkbaar met het Besluit rijksrivieren op gron van art. 2a Wbr). Daarnaast geeft het Waterbesluit twee hoofregels voor e begrenzing van oppervlaktewaterlichamen: het Rijk beheert zijwateren van hoofwateren, behouens e uitzoneringen ie in e Waterregeling zijn geregel; als het Rijk beheerer is van een oppervlaktewaterlichaam, beheert het ook e aarin gelegen kunstwerken. Het plangebie is in zijn geheel niet gelegen nabij een Rijksoppervlaktewaterlichaam Nationaal Waterplan Het Nationaal Waterplan is een uitwerking van e Europese Kaerrichtlijn Water en beschrijft e maatregelen ie genomen moeten woren om Neerlan ook voor toekomstige generaties veilig en leefbaar te houen en e kansen ie water biet te benutten. Deze uitgangspunten zijn vervolgens in verschillene wet- en regelgeving onergebracht (Waterwet 2009 c.a.) Verrag van Valetta (Malta) Het Europese Verrag van Valletta, ook wel het Verrag van Malta genoem, beoogt het cultureel erfgoe at zich in e boem bevint beter te beschermen. Het gaat bijvoorbeel om grafvelen, gebruiksvoorwerpen en resten van bewoning. Op ieere plaats in e boem kan it soort erfgoe zich bevinen. Vaak weren archeologen laat bij e ontwikkeling van plannen betrokken. Hieroor wer e aanwezighei van archeologische waaren vaak pas ontekt als projecten, zoals e aanleg van wegen of stasvernieuwing, al in volle gang waren. Op 1 september 2007 is e Wet op e archeologische monumentenzorg (Wamz) in werking getreen. De Wet op e Archeologische Monumentenzorg is e Neerlanse uitwerking van het Verrag van Malta. De wet is een raamwet, ie regelt hoe Rijk, provincies en gemeenten bij hun ruimtelijke plannen rekening moeten houen met het erfgoe in e boem. De gemeenten zijn in eze wet tot bevoeg gezag aangewezen en ienen e archeologische belangen op een goee manier te verweven in het ruimtelijk belei. De wijze waarop met het aspect archeologie rekening is gehouen in relatie tot it plan is verwoor in paragraaf 5.7 van eze toelichting. 2.2 Provinciaal belei Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) 2014 Op 12 ecember 2014 is het POL2014 vastgestel. De centrale ambitie van e provincie Limburg komt voort uit e Limburgagena: een voortreffelijk grensoverschrijen leef- en vestigingsklimaat, at eraan bijraagt at burgers en berijven kiezen voor Limburg: om er naar toe te gaan en vooral ook om hier te blijven. In het POL staan e fysieke kanten van het leef- en vestigingsklimaat centraal. Belangrijke uitagingen zijn het faciliteren van innovatie, het aantrekkelijk houen van e regio voor jongeren en arbeiskrachten, e funamenteel veranere - pagina 20 -

21 opgaven op het gebie van wonen en voorzieningen, e leefbaarhei van kernen en buurten en het inspelen op e klimaatveranering. Kwaliteit staat aarbij centraal. Dat komt tot uiting in het koesteren van e gevarieerhei van Limburg oner het motto meer sta, meer lan, het bieen van ruimte voor verweving van functies, in kwaliteitsbewustzijn, en in ynamisch voorraabeheer at moet resulteren in een nieuwe vorm van groeien. Algemene principes voor uurzame versteelijking sluiten hierop aan, zoals e laer van uurzame versteelijking en e prioriteit voor herbenutting van cultuurhistorische en beelbepalene gebouwen. Woningen, berijventerreinen, kantoren en winkels zijn er in Limburg genoeg, in toenemene mate zelfs te veel. Tegelijkertij is e kwaliteit stees miner toegesneen op e behoefte. Op al eze gebieen liggen nog grote kwalitatieve opgaven. Blijvene vernieuwing en innovatie zijn an ook van groot belang. De uitaging is om een omslag te maken van kwantiteit naar kwaliteit en meer schaarste te creëren. Er zullen per regio visies gemaakt woren waarin gezamenlijke ambities, principes en werkwijze zijn uitgewerkt. Voor sommige thema s gaat het ook om gezamenlijke programmering. Die vormen e basis voor bestuursovereenkomsten tussen regiogemeenten en provincie. De provincie borgt e uitvoering van ie afspraken met voorzorgbepalingen in e Omgevingsverorening. De visies richten zich op het verbeteren van e kwaliteit van e bestaane voorraa, e mogelijke aanpak van overmatige leegstan en het schrappen van plannen ie niet goe passen bij e beooge kwaliteit. Er is oner voorwaaren ruimte voor het toevoegen van goee nieuwe voorraa, maar an wel in combinatie met het schrappen van bestaane voorraa. Dit moet in e visies vorm en inhou krijgen. De precieze aanpak kan per onerwerp en regio uiteenlopen. Het onerhavige plangebie is gelegen binnen e zones Zilvergroene natuurzone, Buitengebie en Gougroene natuurzone. Onerstaan is een uitsnee van het plangebie uit het POL2014 opgenomen: - pagina 21 -

22 Zilvergroene natuurzone Deze zone omvat lanbouwgebieen met grote kansen voor natuurontwikkeling en natuurbeheertaken, ie vooral met mielen uit e regio moeten woren benut. Onomkeerbare ontwikkelingen moeten hier woren voorkomen. Buitengebie Deze zone omvat een bree scala aan gebieen variëren van lanbouwgebieen in algemene zin, glastuinbouwgebieen, ontwikkelingsgebieen intensieve veehouerij, verblijfsrecreatieve terreinen, stasranzones tot linten en clusters van bebouwing. Het zijn alle anere gronen in het lanelijk gebie buiten e natuur- en lanschapszones. In eze zone is ruimte voor e ontwikkeling van lanbouw, tuinbouw en e vrijetijseconomie. Het accent is geleg op ontwikkelingsmogelijkheen voor nieuwe berijfslocaties lanbouw, het terugringen van milieubelasting vanuit lanbouw en het bereiken van goee kwaliteit en goe functioneren van e onergron. Bronsgroene natuurzone De bronsgroene lanschapszone omvat e lanschappelijk waarevolle beekalen en bufferzones ron bestaane natuurgebieen met e aarin aanwezige (extensievere) lanbouwgebieen, monumenten, kleinere lanschapselementen, waterlopen e.. Een kwart van e bronsgroene lanschapszone wort gevorm oor het winterbe van e Maas. In Zui-Limburg omvatten eze zones ook e steilere hellingen, roogalen en e belangrijkste lanschappelijke verbiningen naar het Maasal. De bronsgroene lanschapszone is een samenvoeging, aanpassing en verkleining van e voormalige POL-perspectieven P2 (Provinciale Ontwikkelingszone Groen) en P3 (ruimte voor veerkrachtige watersystemen). In eze zone zijn ook beekalen opgenomen. Beekalen zijn belangrijk zowel voor het vasthouen en bergen van wateroverschot als voor het bereiken van e ecologische oelstellingen vanuit e Europese Kaerrichtlijn Water. Ze fungeren als ecologische verbining tussen natuurkernen en vormen het lanschappelijk raamwerk. Ze zijn aarmee belangrijk voor e toeristische en recreatieve aantrekkelijkhei van Limburg. Beekalen zijn lager gelegen gebieen (beekal- en roogalboems, bron- en kwelgebieen en laagten) waar het neerslagoverschot en vaak ook het uittreene gronwater (kwelzones en bronnen) via beken wort afgevoer. De beekalen zijn onereel van e bronsgroene lanschapszone, voor zover zij geen onereel zijn van e gougroene of zilvergroene natuurzone. Het provinciaal belei in e bronsgroene lanschapszone is er op gericht e (huiige) lanschappelijke kernkwaliteiten van e bronsgroene lanschapszone te behouen, te beheren, te - pagina 22 -

23 ontwikkelen en te beleven. Ontwikkelingen binnen e ruimte ie het belei voor e verschillene thema s biet zijn mogelijk mits e kernkwaliteiten behouen blijven of versterkt woren ( jamits ). Het accent is geleg op e borgen van e kwaliteit en het functioneren van het regionaal watersysteem, e ontwikkeling van e lanbouw in balans met e omgeving, het versterken van e kernkwaliteiten van lanschap en cultuurhistorie en recreatief meegebruik. Overige hoofbeleiskaarten Op e overige hoofbeleiskaarten behorene bij het POL zijn e navolgene uitgangspunten van toepassing: Kaart 12 (Onergron) In Limburg zijn speciale gebieen aanwezig met een bijzonere milieukwaliteit of met een bijzoner gevoelige functie. hierbij moet geacht woren aan stiltegebieen, boembeschermingsgebieen, boringsvrije zones, gronwaterbeschermingsgebieen en waterwingebieen. Boringsvrije zone Het plangebie is gelegen in e Roeralslenk, zone 2. Dit is een gebie waar het gronwater van nature wort bescherm tegen verontreinigingen vanaf het maaivel oorat e iep gelegen watervoerene pakketten zijn afgeekt met slecht oorlatene kleilagen. De in eze gebieen aanwezige gronwatervoorraen zijn gereserveer voor menselijke consumptie. Ter bescherming van eze gronwatervoorraen mogen in eze gebieen geen iepe boringen plaatsvinen en nieuwe iepe onttrekkingen voor menselijke consumptie zijn slechts na vergunningverleningen mogelijk. Stiltegebie Daarnaast is het plangebie gelegen in een stiltegebie. In Limburg zijn 31 stiltegebieen gelegen. Dit zijn rustige en geluiarme gebieen, belangrijk voor e rustzoekene mens en voor ieren ie weinig verstoring kunnen verragen. De meest luiruchtige activiteiten zijn in ie gebieen verboen. Het niveau van menselijke activiteiten in eze gebieen mag niet hoger zijn an een aggemiele van 40 B(A). Kaart 10 (Lanschap en cultuurhistorie) Op eze kaart is het plangebie aangeui als beekal. Het betreft een lager gelegen gebie (beekalen, roogalen, kwelgebieen en laagten), waar het neerslagoverschot en vaak ook het uittreene gronwater (kwel) via beken (en roogalen) wort afgevoer. Beekalen hebben vaak een ecologische functie als verbiningszone en zijn lanschappelijk en cultuurhistorisch van belang als een bebouwingsarm, vaak nog kleinschalig gebie met een overwegen graslankarakter. Daarnaast herbergen ze e haarvaten van het veerkrachtig watersysteem en het zijn zoekgebieen voor het vasthouen, bergen en vertragen van e waterafvoer. In eze gebieen komen iverse taakstellingen samen, oner meer op het gebie van natuurontwikkeling, het vasthouen, bergen en (vertraag) afvoeren van water, maar ook lanschappelijke, aarkunige, cultuurhistorische waaren en extensieve recreatie spelen hier een sturene rol. De beooge ontwikkeling voorziet in e afroning van e westran van een bestaan recreatiebungalowpark. Deze ontwikkeling is mogelijk binnen zowel perspectief 1 als perspectief 2, mits hierbij een geegen lanschappelijke inpassing en natuurcompensatie plaatsvint. De wijze waarop aan eze lanschappelijke inpassing en natuurcompensatie is volaan, is beschreven in hoofstuk 4.2 van eze toelichting Limburgs Kwaliteitsmenu (LKM) Omat het plangebie is gelegen in het lanelijke buitengebie van e gemeente Roeralen, is tevens het Limburgs Kwaliteitsmenu (LKM) van toepassing. In het POL2014 is het Limburgs Kwaliteitsmenu volleig overgegaan op e gemeenten. Het oel van het Limburgs Kwaliteitsmenu (LKM) is om gemeenten en e provincie een instrumentarium in hanen te geven om noozakelijke - pagina 23 -

24 of wenselijke ontwikkelingen in het buitengebie te kunnen combineren met gewenste kwaliteitsverbetering van atzelfe buitengebie. Het kwaliteitsmenu is van toepassing op (niet onaanvaarbare) ontwikkelingen buiten e, ron e plattelanskernen getrokken, contour ie miels een bestemmingsplanwijziging mogelijk woren gemaakt. Het kenmerkene voor e beoele ontwikkelingen is at het (nieuwe) functies zijn ie een nieuw ruimtebeslag leggen op het buitengebie en/of met nieuwe verstening en verglazing gepaar gaan. We hebben het an over nieuwe woningen, nieuwe woongebieen, uitbreiingen van agrarische berijven, nieuwe agrarische berijven, gastuinbouw, recreatieve en toeristische functies, niet-agrarische berijven en berijventerreinen. Op basis van het POL is een aantal mogelijke ontwikkelingen buiten e contouren in moules uitgewerkt. Er wort hierbij onerschei gemaakt in e volgene tien moules: 1) nieuwe langoeeren; 2) gebieseigen recreatie en toerisme; 3) niet-gebieseigen recreatie en toerisme; 4) agrarische nieuwvestiging en uitbreiing; 5) uitbreiing glastuinbouw; 6) uitbreiing berijventerreinen; 7) uitbreiing solitaire berijven; 8) nieuwe (solitaire) woningen; 9) projectmatige woningbouw in uitleggebieen; 10) overige (gebouwe) functies. Onerhavig plan, e afroning van e westelijke flank van het recreatiepark Posterbos/ t Hitje, kan woren gecategoriseer in e moule gebieseigen recreatie. Moule gebieseigen recreatie Voor e uitbreiing van bestaane en e vestiging van nieuwe R&T-berijven gelt een kwaliteitsbelei. Dit hout in, at ontwikkelingen ienen bij te ragen aan het verbeteren van e ruimtelijke kwaliteit. Omat in e recreatieve en toeristische sector een grote verscheienhei aan functies en verschijningsvormen voorkomt wort hier een geifferentieer kwaliteitsbelei gevoer. Voor recreatieve en toeristische voorzieningen ie gebieseigen zijn in het buitengebie staat e inpassing en e (verbetering van e) kwaliteit op e locatie van e ontwikkeling zelf voorop. Er moet een goee ruimtelijke en lanschappelijke inpassing gelever woren. Het gaat hier an om voorzieningen ie afhankelijk zijn van een ligging in het buitengebie en ie ontwikkel woren met een groene inrichting. Voorbeelen zijn campings, golfbanen en bungalowparken. Hierbij ient een ruime parkachtige setting te woren gecreëer, ie kan bijragen aan e kwaliteit van het buitengebie. Om te borgen at eze projecten een voloene groen karakter hebben wort e toepassing van een minimumverhouing van groen ten opzichte van roo geaviseer. Hiervoor is een richtlijn gegeven. Normering gebieseigen recreatie en toerisme Voor e gebieseigen Recreatie en Toerisme ontwikkelingen gelt het bereiken van een groen karakter en voloene ruimtelijke kwaliteit van e ontwikkeling en e irecte omgeving als uitgangspunt. Er ient altij een goee ruimtelijke en lanschappelijke inpassing te woren gerealiseer. Daar waar e ontwikkeling zelf weinig nieuw groen met zich meebrengt, ient it via e realisatie van nieuw groen te woren gecompenseer. Als richtlijn kan hier een verhouing van circa 1:5 woren aangehouen. Inclusief inpassing levert e ontwikkeling circa vijf keer zoveel nieuw groen op als nieuw roo (bebouwing) en grijs (verharing). Het groen wort aarbij passen bestem en bescherm. Bij voorkeur vint e compensatie binnen e ontwikkeling of in e irecte omgeving plaats. - pagina 24 -

25 De wijze waarop invulling wort gegeven aan e lanschappelijke inpassing en natuurcompensatie zoals eze in het Limburgs Kwaliteitsmenu woren voorgeschreven is verwoor in hoofstuk 4.2 van eze toelichting Plaats voor water De provincie Limburg heeft in verban met e implementatie van e watertoets in 2003 e nota 'Plaats voor water' uitgebracht. Hierin wort e bij ruimtelijke plannen te oorlopen proceure toegelicht. De rol van verschillene actoren is aangegeven, en aarnaast zijn e thema's gerelateer aan water benoem, ie van belang kunnen zijn. In 2004 hebben e provincie Limburg en e waterschappen gezamenlijk twee 'watertoetsloketten' opgezet om e proceure van e watertoets goe te laten verlopen. In het kaer van onerhavig bestemmingsplan is voorzien in een watertoets als onereel van een waterparagraaf. Hiertoe wort kortheishalve verwezen naar paragraaf 5.1 van eze toelichting. 2.3 Regionaal belei Regiovisie , Het oog van Mien-Limburg Deze visie op e regio is te vertalen tot rie concrete strategische keuzes: Benutten en versterken regionale economie: - ontwikkeling van een uniek toeristisch-recreatief profiel; - e inrichting van regionale berijventerreinen; - investeren in hoogwaarige lanbouw; - een uurzame wooneconomie in Mien-Limburg. Versterking van e sociale structuur: - versterking van e kracht van e oue wijken ; - leefbaar houen van het plattelan; - ontwikkelen van een uurzaam, hoogwaarig en fijnmazig zorgnetwerk. Verbetering van het huisvestingsklimaat: - ontwikkeling van natuur en lanschap; - investeren in een uurzame lanbouw; - ontwikkeling van een fijnmazig toeristisch-recreatief netwerk; - herstructurering van berijventerreinen; - ruimte voor hoogwaarige zorgvoorzieningen; - uitzonerlijke woonmilieus. Er wort ingegaan op e kleine kernenproblematiek. De problematiek van e kleine kernen concentreert zich op het behou van e leefbaarhei. De afgelopen jaren is het voorzieningenniveau afgenomen. Winkels zijn verwenen, waaroor het voor oueren onmogelijk wort om te blijven wonen in hun vertrouwe omgeving. Van belang is het leveren van maatwerk. Niet elk orp kampt met ezelfe problemen en e mogelijke oplossingen zijn ivers. Door miel van het ontwikkelen van Dorpsontwikkelingsplannen (DOP s) is het mogelijk om samen met bewoners e juiste aanpak te efiniëren en te realiseren. Toerisme en recreatie Mien-Limburg beschikt over een aantal sterke kwaliteiten ie vanuit toeristisch en recreatie oogpunt in het oog springen. Dit zijn oner meer een weis lanschap met twee Nationale Parken en veel prachtige natuurgebieen en e rijke streekcultuur en historie, zoals te zien in e binnensteen van Weert en Roermon, maar zoals ook op het plattelan herkenbaar is in prachtige stajes, orpen, kastelen, molens en boererijen. Onanks eze functionele kwaliteiten ie Mien-Limburg als toeristische regio op e kaart zetten, zijn e toeristische potenties van - pagina 25 -

26 eze regio onvoloene benut. De economische groei van e toeristische sector reigt te stagneren. Oorzaken van eze stagnatie in groei zijn: - het huiige toeristische aanbo in Mien-Limburg is voor een eel verouer (parken met recreatiewoningen, campings, havens) en komt stees miner tegemoet aan e wensen van e heenaagse toerist; - het aanbo van toeristische voorzieningen in het gebie ligt versprei en is versnipper. Het is voor e toerist onoverzichtelijk. Veel kernen/eelgebieen hebben van alles wel iets, maar weten zich aarmee onvoloene te onerscheien; - e regio is nog stees onvoloene beken om haar toeristisch-recreatieve kwaliteiten. Het oel van it programma is e economische groei van e sector toerisme, recreatie en sport te versterken, met een groeien aantal bezoekers en het verlengen van e verblijfsuur. Om e regionale toeristische ontwikkeling e noozakelijke impuls te geven zijn twee zaken van belang: - innovatie: vernieuwing van het aanbo zoat het meer aansluit op e behoeften van bezoekers; - verbining: e kwaliteiten van e regio met elkaar verbinen; infrastructuur, routes, prouct/marktcombinaties, zoat bezoekers meer combinatiebezoeken brengen en er langer verblijven. Conclusie De verer genoeme voorbeelen zijn niet relevant voor het plangebie. Deze visie is vooral gebaseer op het DOC, e Maasplassen, grootschalige toeristische attracties en e LOG s. eze visie biet geen concrete aanknopingspunten voor het plangebie. 2.4 Gemeentelijk belei Structuurvisie Roeralen 2030 De gemeente Roeralen heeft een uielijk herkenbare ientiteit van een bijzoner aantrekkelijke plattelansgemeente. Het Nationaal Park De Meinweg, het Roeral en het Vlootbeekal zijn grootschalige gebieen met belangrijke natuurlijke en lanschappelijke waaren. Ook het overige eel van het Roeralens grongebie heeft grote lanschappelijke kwaliteiten. De zes kernen van e gemeente Roeralen hebben elk hun eigen karakter, sfeer en uitstraling. Vlorop, en St. Oilliënberg zijn gericht op e Roer, terwijl Herkenbosch zich meer oriënteert op Nationaal Park De Meinweg. Melick heeft een sterke relatie met Roermon en Montfort is meer gericht op het zuien (Echt-Susteren). Posterholt is ruimtelijk zeer herkenbaar als langgerekt lintorp. Binnen e ruimtelijke positionering van e orpen is een uielijke ring van orpen waarneembaar ron het Roeral. De ring wort gevorm oor Herkenbosch, Vlorop, Posterholt, St. Oilliënberg en Melick. Montfort bevint zich ruimtelijk gezien buiten eze ringstructuur. De aanwezige ringstructuur is uitermate geschikt voor het verbinen van e orpen en het creëren van een ronje Roeralen. - pagina 26 -

27 De kernenprofilering is ook van belang voor het toerisme: e onerscheiene karakters maken het aantrekkelijk alle orpen aan te oen en langer in het gebie te verblijven. De relatie van e orpen met het omliggene lanschap zal versterkt woren. Hierbij richten Vlorop en St. Oilliënberg zich op het lanschap van e Roer. Montfort en Melick zoeken aansluiting bij het meer open lanschap en Herkenbosch richt zich op e bosrijke gebieen van e Meinweg. Basisniveau per orp De gemeente heeft ervoor gekozen in te zetten op het garaneren van een basisniveau. Elk orp zal tenminste twee bree maatschappelijke voorzieningen hebben: een voorziening ten behoeve van ontmoeting, ontplooiing en ontspanning en een voorziening voor onerwijs en jeug. Daarnaast is een specialisatie aangegeven waarmee elk orp zich verer kan onerscheien. Bij e keuze voor een specialisatie van een orp zijn kernkwaliteiten van e orpen benoem waarop oorgeboruur kan woren. De kernkwaliteiten en e voorgestane accenten in ontwikkeling zijn in het onerstaane schema toegelicht. - pagina 27 -