Voortoets Dijkverbetering Merwededijk Werkendam Toetsing aan de Natuurbeschermingswet

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Voortoets Dijkverbetering Merwededijk Werkendam Toetsing aan de Natuurbeschermingswet"

Transcriptie

1 Dijkverbetering Merwededijk Werkendam Toetsing aan de Natuurbeschermingswet Waterschap Rivierenland 19 december 2011 Definitief rapport 9S6258.H0

2

3 HASKONING NEDERLAND B.V. WATER George Hintzenweg 85 Postbus AM Rotterdam Telefoon Fax Internet Arnhem KvK Documenttitel Dijkverbetering Merwededijk Werkendam Toetsing aan de Natuurbeschermingswet Verkorte documenttitel Status Definitief rapport Datum 19 december 2011 Projectnaam Projectnummer Opdrachtgever Referentie Dijkverbetering Werkendam 9S6258.H0 Waterschap Rivierenland Auteur(s) Collegiale toets Ir. W. Stempher Dr. J. P. Groenendijk Datum/paraaf Vrijgegeven door mr. ing. J. de Rijke Datum/paraaf A company of Royal Haskoning

4

5 INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING Aanleiding Leeswijzer 1 2 NATURA 2000 EN NATUURBESCHERMINGSWET Natura Natuurbeschermingswet Externe werking Habitattoets 4 3 GEPLANDE INGREEP Huidige en toekomstige situatie Doel van de ingreep Studiegebied 8 4 BIESBOSCH Algemene beschrijving Ligging en begrenzing Kernopgaven Concept instandhoudingsdoelstellingen Ontwerp-beheerplan 14 5 BESCHRIJVING HUIDIGE SITUATIE Habitatrichtlijnsoorten Vogelrichtlijnsoorten (broedvogels) Vogelrichtlijnsoorten (niet-broedvogels) 17 6 EFFECTBESCHRIJVING- EN BEOORDELING Effectbeschrijving Effectbeoordeling Geluid Trillingen 22 7 CONCLUSIE 23 8 LITERATUUR 25 Blz. BIJLAGEN 1. Inrichtingsplan dijkverbetering Werkendam Definitief rapport 19 december 2011

6

7 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Waterschap Rivierenland is voornemens een dijkverbetering uit te voeren nabij Werkendam. Een gedeelte van de Sleeuwijksedijk voldoet niet aan de wettelijke veiligheidsnorm van 1 op 2000 jaar en moet worden versterkt. Het Natura 2000-gebied Biesbosch is op circa 1000 meter van het plangebied gelegen. De instandhoudingsdoelstellingen waarvoor dit gebied is aangewezen mogen door de activiteiten niet onbereikbaar worden. In deze rapportage wordt beoordeeld of er (significant) negatieve effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van dit gebied te verwachten zijn als gevolg van de werkzaamheden die hier gaan plaatsvinden en de toekomstige situatie. Voor de volledigheid wordt hier vermeld dat een Natuurbeschermingswet zich niet richt op de Flora- en faunawet en/ of het EHS-beleid. 1.2 Leeswijzer Na dit inleidende hoofdstuk is in hoofdstuk 2 een overzicht gegeven van het wettelijk kader; de natuurbeschermingswet De voorgenomen activiteiten en de reikwijdte van de milieueffecten zijn in hoofdstuk 3 beschreven. Daarna wordt in hoofdstuk 4 het Natura 2000-gebied Biesbosch beschreven en de instandhoudingdoelstelling waarvoor dit gebied is aangewezen. Het voorkomen van habitattypen en soorten in het studiegebied is in hoofdstuk 5 weergegeven. Hoofdstuk 6 gaat in op de mogelijk effecten op habitattypen en soorten in het studiegebied. De mogelijke effecten worden eerst beschreven en vervolgens beoordeeld. In hoofdstuk 7 staan de conclusies samengevat. Definitief rapport december 2011

8 19 december Definitief rapport

9 2 NATURA 2000 EN NATUURBESCHERMINGSWET Natura 2000 De Europese Vogelrichtlijn (1979) regelt de bescherming van leefgebieden van Europees bedreigde en kwetsbare vogelsoorten. Met de Europese Habitatrichtlijn (1992) worden Europese (half-) natuurlijke habitats en bedreigde en kwetsbare dier- (andere dan vogels) en plantensoorten beschermd. De Natura 2000-gebieden zijn de gebieden die zijn aangewezen als speciale beschermingszones in het kader van de EU Vogelen/of Habitatrichtlijn. Deze gebieden samen vormen het omvangrijke Europese Natura 2000-netwerk. Het hoofddoel van Natura 2000 is het stoppen van de achteruitgang en de waarborging van de biodiversiteit in Europa. 2.2 Natuurbeschermingswet 1998 Sinds 1 oktober 2005 is het beschermingsregime van de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn in de nationale Natuurbeschermingwet 1998 (Nb-wet) geïmplementeerd. Vanuit de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn zijn belangrijke bepalingen overgenomen. Eén van die bepalingen is het afwegingskader, inclusief compenserende maatregelen, zoals dat in artikel 6 van de Habitatrichtlijn staat. Het afwegingskader geeft aan op welke wijze besluitvorming plaats moet vinden voor plannen en projecten met mogelijke gevolgen voor beschermde natuurgebieden. Om schade aan de natuurwaarden waarvoor Natura 2000-gebieden zijn aangewezen (of momenteel nog aangemeld), te voorkomen, bepaalt de wet dat projecten en andere handelingen die de kwaliteit van habitats kunnen verslechteren of die een significant verstorend effect kunnen hebben op Natura 2000-gebieden, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen, niet mogen plaatsvinden zonder vergunning (artikel 19d, eerste lid). In Aanwijzingsbesluiten wordt door het Ministerie van EL&I de bescherming van de Natura 2000-gebieden juridisch vastgelegd. Centraal in de Aanwijzingsbesluiten staan de instandhoudingsdoelstellingen ten aanzien van leefgebieden, natuurlijke habitats en populaties van in het wild levende plant- en diersoorten, waarvoor het betreffende gebied is aangewezen. De instandhoudingsdoelstellingen ofwel Natura 2000-doelen, geven een concretisering van de hoofddoelstelling van het Natura 2000-netwerk voor Nederland. Deze concretisering gebeurt op landelijk niveau en op gebiedsniveau. Instandhoudingsdoelstellingen zijn gericht op het in gunstige staat van instandhouding brengen of houden van habitattypen en soorten. De Natura 2000-doelen op landelijk en op gebiedsniveau worden vastgelegd in het zo te noemen Natura 2000 Doelendocument. Het Natura 2000 Doelendocument omvat het landelijke kader van de Natura 2000-doelen, de bijdrage van Nederland aan het Natura 2000-netwerk en de bijdrage van concrete gebieden hieraan. De Natura 2000-doelen betreffen zowel behoud van bestaande waarden als ontwikkeling van waarden. De doelen op gebiedsniveau worden opgenomen in de aanwijzingsbesluiten voor de Natura gebieden en verder uitgewerkt in de Beheerplannen. Definitief rapport december 2011

10 Het aanwijzingsbesluit definieert naast de instandhoudingsdoelstellingen de precieze omvang en begrenzing van het aangewezen gebied. Het is een formeel besluit en daarmee het instrument dat burgers, bedrijven en andere overheden direct bindt. Aanwijzingsbesluiten hebben in beginsel een onbepaalde looptijd en worden vastgesteld door de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). Het aanwijzingsbesluit voor het Natura 2000-gebied Biesbosch is nog niet definitief vastgesteld Externe werking Niet alleen activiteiten in een Natura 2000-gebied kunnen invloed hebben op de staat van instandhouding van het gebied, ook activiteiten buiten het gebied kunnen de waarden in een gebied beïnvloeden. Dit wordt externe werking genoemd. Bij de vergunningverlening gaat het bij externe werking om de rol van het omringende gebied die dat vervult binnen de levenscyclus van doelsoorten uit het Natura gebied. Daarbij is te denken aan foerageer- rust- en pleisterplaatsen voor mobiele soorten, in relatie tot het betreffende Natura 2000-gebied. Voor de vergunningverlening betekent dat ook voor activiteiten buiten het gebied getoetst dienen te worden in het kader van de Natuurbeschermingswet Habitattoets Van nieuwe activiteiten in de vorm van plannen en/ of projecten die in of rondom een Natura 2000-gebied plaatsvinden, moet getoetst worden of deze mogelijk negatieve effecten hebben op de soorten en/ of habitattypen en daarmee ingaan tegen de instandhoudingsdoelstellingen. Om goedkeuring of vergunning te verkrijgen dient de initiatiefnemer van een (mogelijk) schadelijke activiteit of ingreep informatie aan te leveren over de effecten op instandhoudingdoelstellingen in de vorm van een zogenaamde habitattoets. Dit wordt door het bevoegd gezag getoetst. Onder de noemer van de habitattoets valt de beoordelingsprocedure voor plannen, projecten en handelingen zoals genoemd in artikel 19d t/m 19j. In bijlage 1 is het schema checklist vergunningverlening opgenomen, waarin is weergegeven welke procedures gevolgd moeten worden bij projecten of handelingen waarop de Nb-wet van toepassing kan zijn. De verschillende procedures (toetsen) die onder de habitattoets vallen, betreffen: (oriëntatiefase); Verslechteringstoets; Passende Beoordeling. (oriëntatiefase) De eerste stap in de habitattoets betreft de vraag of de voorgenomen activiteit tegen het licht van de instandhoudingsdoelen schadelijke gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied, en zo ja, of deze gevolgen significant kunnen zijn. Het is niet verplicht om een voortoets uit te voeren, maar het is een goed hulpmiddel. De gevolgen moeten beoordeeld worden in samenhang met die van andere plannen en projecten (cumulatie). 19 december Definitief rapport

11 Als de voorgenomen activiteit mogelijk negatieve effecten zal hebben voor een (deel van een) Natura 2000-gebied, start de oriëntatiefase. Deze fase houdt in dat na overleg met het bevoegd gezag wordt nagegaan of de activiteit mogelijk verslechtering of significante verstoring tot gevolg heeft voor een (deel van een) Natura 2000-gebied of de aangewezen soorten in dat gebied. In de oriëntatiefase wordt nagegaan of mitigerende maatregelen de effecten kunnen verminderen of voorkomen. Uit de oriëntatiefase kunnen drie conclusie volgen: 1. Er zijn zeker geen negatieve effecten. In dat geval is geen vergunning nodig; 2. Er zijn mogelijk negatieve effecten, maar deze zijn niet significant; er is een Verslechteringstoets nodig; 3. Er zijn mogelijk significant negatieve effecten. Er is een Passende Beoordeling nodig. Verslechteringstoets Indien significante effecten op voorhand zijn uit te sluiten voldoet een Verslechteringstoets. Hierbij wordt nagegaan of de verwachte verslechtering of verstoring gezien de instandhoudingsdoelstellingen aanvaardbaar is. Veelal hebben aanvaardbare niet significante effecten betrekking op tijdelijke en/of kleinschalige ingrepen en wordt (onder bepaalde voorwaarden) een vergunning verleend. Passende Beoordeling Met een Passende Beoordeling wordt vastgesteld of door een project of plan er een kans bestaat op een significant negatief effect. Indien er mogelijk sprake is van (significante) negatieve effecten, wordt nagegaan welke mogelijkheden mitigatie of aanpassing van het project of plan biedt. Indien een project of plan zodanig kan worden aangepast of mitigerende maatregelen kunnen worden getroffen, zodat de effecten niet meer (in die mate) optreden, dan hoeft een ADC-toets niet plaats te vinden Als uit het effectenonderzoek blijkt dat, als gevolg van uitvoering van de activiteit, significante negatieve effecten niet kunnen worden uitgesloten (ondanks mitigatie), dan kan alleen nog vergunning worden verleend na de ADC-toets. De ADC-toets houdt een onderzoek in naar alternatieven (bijvoorbeeld in de vorm van uitvoering of locatie), het aantonen van een dwingende reden van groot openbaar belang (bijvoorbeeld veiligheid), waaruit blijkt dat deze activiteit uitgevoerd moet worden en compensatie van verloren gaande waarden (bijvoorbeeld door realisatie van geschikt leefgebied elders). Definitief rapport december 2011

12 19 december Definitief rapport

13 3 GEPLANDE INGREEP Een gedeelte van de Sleeuwijksedijk nabij Werkendam voldoet niet aan de wettelijke veiligheidsnorm van 1 op 2000 jaar. Waterschap Rivierenland is daarom voornemens dit gedeelte te versterken. 3.1 Huidige en toekomstige situatie Het betreffende gedeelte van de Sleeuwijksedijk dat zal worden verbeterd heeft een lengte van 500 meter en is gelegen tussen dijkpalen 241 tot 246, ten oosten van Werkendam. In figuur 3.1 is de ligging van het betreffende gedeelte van de dijk weergegeven. Figuur 3.1 Ligging plangebied. In het kader van de versterking zal de huidige dijk deels worden afgegraven. De kruin van de nieuwe dijk verschuift 25 meter richting de rivier, in buitenwaartse richting. Op de kruin van de dijk komt een nieuwe rijweg. Over ongeveer 2/3 deel van het dijkvak is een stalen, verankerde damwand nodig. In bijlage 1 is het ontwerp van de toekomstige situatie weergegeven. 3.2 Doel van de ingreep Het doel van de voorgenomen ingreep is het realiseren van de veiligheid tegen overstroming van dijkring 24 op basis van de in de Waterwet vastgestelde veiligheidsnorm van 1 op 2000 jaar. Hiermee wordt de kans op maatschappelijke en economische schade als gevolg van overstroming teruggebracht tot het wettelijke niveau. Definitief rapport december 2011

14 Wanneer de dijk versterkt wordt, zal dit op dusdanige wijze gebeuren dat naar verwachting de komende 50 jaar geen versterking van de dijk meer nodig zal zijn. De in deze periode te verwachten ontwikkelingen in waterstand worden in het ontwerp opgenomen. Ook wordt nog een toeslag voor onzekerheden opgenomen. Verder wordt rekening gehouden met de uitbreidbaarheid van het ontwerp. Dit betekent dat er nu al wordt aangegeven hoe een latere dijkverbetering kan worden uitgevoerd. 3.3 Studiegebied Het studiegebied is het gebied waarbinnen mogelijk milieuveranderingen optreden als gevolg van de aanlegwerkzaamheden en de toekomstige situatie, de zogenaamde invloedssfeer. Met behulp van de effectindicator van EL&I zijn de effecten (en daarmee de mogelijke milieuveranderingen) die kunnen optreden bepaald (zie hoofdstuk 6). De dijkverbetering vindt buiten Natura 2000-gebieden plaats, er zijn geen directe effecten van vernietiging. De werkzaamheden veroorzaken geluidhinder en trillingen. In figuur 3.2 is het studiegebied weergegeven waarbinnen deze effecten mogelijk kunnen optreden als gevolg van de activiteiten. Het studiegebied betreft het gebied dat is gelegen binnen een straal van circa 925 meter van het plangebied. Over deze afstand zijn milieuveranderingen te verwachten als gevolg van een toename van geluid afkomstig van de aanlegwerkzaamheden in het plangebied. De invloedssfeer van de andere effecten is kleiner (zie ook hoofdstuk 6). F Figuur 3.2 Begrenzing Natura 2000-gebied Biesbosch en het studiegebied (rode contour). Het plangebied, waar de dijkverbetering plaatsvindt, is gelegen ter hoogte van de blauwe lijn. Bron kaart: Min. EL&I. 19 december Definitief rapport

15 4 BIESBOSCH In onderstaande paragrafen wordt ingegaan op het Natura 2000-gebied Biesbosch. Als eerste wordt een algemene beschrijving gegeven van het gebied. Achtereenvolgens komen de ligging en begrenzing, instandhoudingsdoelstellingen van de afzonderlijke habitattypen en soorten en kernopgaven aan bod. Het hoofdstuk is gebaseerd op het Ontwerpbesluit (LNV, 2009) en informatie uit de gebiedendatabase ( 4.1 Algemene beschrijving De Biesbosch was eeuwenlang een uitgestrekt zoetwatergetijdengebied, dat is ontstaan in het begin van de vijftiende eeuw, tijdens de Sint- Elizabethsvloed. Het gebied werd lange tijd gekenmerkt door uitgestrekte wilgenvloedbossen (deels in gebruik als grienden), afgewisseld met kale zand- en slikplaten, rietgorzen en biezenvelden, maar door de uitvoering van de Deltawerken hebben er de nodige veranderingen plaatsgevonden in de Biesbosch. Na de afsluiting van het Volkerak in 1960 en het Haringvliet in 1970 is het getij teruggevallen van gemiddeld 2 meter naar enkele decimeters. Het gebied bestaat uit drie delen: de Sliedrechtse en Dordtse Biesbosch ten noorden van de Merwede en de Brabantse Biesbosch ten zuiden ervan. Alleen in de Sliedrechtse Biesbosch resteert nog een getijdeverschil van ongeveer 70 centimeter door de open verbinding met de Oude Maas. Het dynamische getijdengebied veranderde na de uitvoering van de Deltawerken in een verruigd moerasgebied waarin de hoogteverschillen tussen platen en geulen geleidelijk verminderden, wat ten koste ging van afkalving van de eilanden. De biezenvelden, rietgorzen en wilgenvloedbossen zijn grotendeels verdwenen; inpolderingen en de aanleg van omvangrijke drinkwaterbekkens hebben verder hun tol geëist. Ondanks dit alles bezit de Biesbosch ook in zijn huidige vorm grote botanische en faunistische kwaliteiten, terwijl het landschap van eilanden en slingerende waterwegen in wezen nog steeds bestaat. De Biesbosch vormt een belangrijk broedgebied voor moerasvogels (o.a. de bruine kiekendief, porseleinhoen, snor, rietzanger en blauwborst) en broedvogels van waterrijke gebieden met opgaand bos (o.a. aalscholver en ijsvogel). Voor de blauwborst, een broedvogel van verruigd rietland, vormt het gebied (naast Zuid-Flevoland) zelfs het belangrijkste brongebied. Verder zijn er belangrijke rust- en foerageergebied voor fuut, lepelaar, kleine zwaan, kolgans, grauwe gans, brandgans, smient, krakeend, wintertaling, kuifeend, grote zaagbek en grutto aanwezig. Het gebied is tevens van enig belang voor aalscholver, pijlstaart, slobeend, tafeleend, nonnetje, visarend en meerkoet. Voor de meeste van deze soorten is zowel de Brabantse als de Dordtse Biesbosch als slaap- en foerageergebied van betekenis. In de Dordtse Biesbosch heerst daarnaast voldoende rust voor een belangrijke functie als ruigebied (wintertaling) en als pleisterplaats voor verstoringsgevoelige soorten als lepelaar en nonnetje. De Sliedrechtse Biesbosch is vooral van belang voor ganzen. Definitief rapport december 2011

16 4.2 Ligging en begrenzing Het Natura 2000-gebied Biesbosch (9.720 ha) ligt in de provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland. Het ligt voor een belangrijk deel in de gemeente Drimmelen en gemeente Dordrecht. Het betreft een uitgestrekt gebied dat bestaat uit de deelgebieden Sliedrechtse Biesbosch, Dordtse Biesbosch en Brabantse Biesbosch. Globaal wordt het hoofdgebied in het oosten begrensd door het Steurgat tussen Werkendam en Geertruidenberg, in het noorden door de Merwede, in het westen door polders rondom Dordrecht en in het zuiden door de zuidoever van de Amer. De Bruine Kil, Bakkerskil en Oostkil ten oosten van het Steurgat behoren ook bij het gebied. In figuur 4.1 is een overzicht gegeven van de begrenzing van het Natura 2000-gebied Biesbosch. Het gebied is aangewezen als Habitatrichtlijn- en Vogelrichtlijngebied. Figuur 4.1. Begrenzing van het Natura 2000-gebied Biesbosch. Groen = Vogelrichtlijn + Habitatrichtlijn; Geel = Vogelrichtlijn. Bron kaart: Min. EL&I. 4.3 Kernopgaven Elk Natura 2000-gebied is onderdeel van een Natura 2000-landschap. Voor elk landschap zijn kernopgaven geformuleerd waarmee het, evenals de Natura gebieden, een specifieke bijdrage levert aan de instandhouding van de biodiversiteit. In tabel 4.1 zijn de kernopgaven voor de Biesbosch weergegeven. De Biesbosch behoort tot het Natura 2000-landschap Rivierengebied. Voor dit Natura 2000-landschap geldt een opgave voor het versterken van landschappelijke samenhang binnen het rivierengebied en met omgeving (LNV, 2006). Deze opgave is als volgt geformuleerd: 19 december Definitief rapport

17 Herstel van ecologische relaties tussen binnendijkse en buitendijkse gebieden. Verbinden van leefgebieden van amfibieën, leefgebieden van vissen, met bossen binnendijks, met moerassystemen op de Natte As, met hogere zandgronden en beeksystemen. Verder behoud van huidige slaapplaatsen en foerageergebieden vogels in komgronden; Behoud en herstel binnen uiterwaarden van afwisseling tussen grootschalige én open gebieden met kleinschalige én half open gebieden. Herstel van evenwichtige verdeling met laaggelegen uiterwaarden (rietmoerassen en vochtige alluviale bossen) met hooggelegen uiterwaarden (met droge hardhoutooibossen) met nevengeulen en met diepe plassen bijvoorkeur door herstel van erosie en sedimentatieprocessen; Herstel van rivierdelta s én zoetwatergetijdegebied met voldoende doorstroming en overstromingsdynamiek én met doorgaande verbinding naar het Europese achterland voor trekvissen. Tabel 4.1. Kernopgaven en bijbehorende instandhoudingsdoelstellingen (LNV, 2009) Kwaliteitsverbetering Zoetwatergetijdengebied Kwaliteitsverbetering zoetwatergetijdengebied t.b.v. vochtige alluviale bossen (zachthoutooibossen) *H91E0_A, ruigten en zomen (harig wilgenroosje) H6430_B, slikkige rivieroevers H3270, fint H1103 (inclusief paaiplaats), noordse woelmuis *H1340, tonghaarmuts H1387 en bever H Rietmoeras Kwaliteitsverbetering en uitbreiding rietmoeras met de daarbij behorende broedvogels (roerdomp A021, grote karekiet A298), aangevuld met noordse woelmuis *H Vochtige graslanden Herstel glanshaver- en vossenstaarthooilanden (grote vossenstaart) H6510_B en blauwgraslanden H Droge graslanden Kwaliteitsverbetering en uitbreiding van stroomdalgraslanden *H6120, glanshaver- en vossestaarthooilanden (glanshaver) H6510_A. * Prioritaire soort of habitattype 4.4 Concept instandhoudingsdoelstellingen Voor elk van de habitattypen en soorten waarvoor het Natura 2000-gebied Biesbosch is aangewezen, zijn instandhoudingsdoelstellingen geformuleerd. Deze zijn opgenomen in het concept-aanwijzingsbesluit. De doelen zijn zodanig geformuleerd dat een duurzame instandhouding van habitattypen en soorten gewaarborgd is. Omdat het aanwijzingsbesluit nog niet definitief is vastgesteld, is vooralsnog sprake van concept instandhoudingsdoelstellingen. In tabel 4.2, tabel 4.3, tabel 4.4 en tabel 4.5 zijn de soorten en habitattypen waarvoor instandhoudingsdoelstellingen gelden opgenomen. Definitief rapport december 2011

18 Tabel 4.2. Habitattypen van het Natura 2000-gebied Biesbosch met een instandhoudingsdoelstelling (bron: LNV, 2009). Code Habitattype Type doelstelling H3260B Beken en rivieren met waterplanten (grote Behoud oppervlakte en kwaliteit fonteinkruiden) H3270 Slikkige rivieroevers Uitbreiding oppervlakte en verbetering kwaliteit H6120 *Stroomdalgraslanden Uitbreiding oppervlakte en behoud kwaliteit H6430A Ruigten en zomen (moerasspirea) Behoud oppervlakte en kwaliteit H6430B Ruigten en zomen (harig wilgenroosje) Uitbreiding oppervlakte en behoud kwaliteit H6510A Glanshaver- en vossenstaarthooilanden Behoud oppervlak en verbetering kwaliteit (glanshaver) H6510B Glanshaver- en vossenstaarthooilanden Uitbreiding oppervlak en behoud kwaliteit (grote vossenstaart) H91E0A *Vochtige alluviale bossen (zachthoutooibossen) Behoud oppervlak (achteruitgang ten gunste van ander habitattype is toegestaan) en verbetering kwaliteit H91E0B *Vochtige alluviale bossen (esseniepenbossen) Uitbreiding oppervlak en verbetering kwaliteit * Prioritaire habitattype, Tabel 4.3. Habitatrichtlijnsoorten van het Natura 2000-gebied Biesbosch met een Instandhoudingsdoelstelling (bron: LNV, 2009). Code Habitatrichtlijnsoorten Type doelstelling H1095 Zeeprik Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie H1099 Rivierprik Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie H1102 Elft Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie H1103 Fint Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie H1106 Zalm Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie H1134 Bittervoorn Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie H1145 Grote modderkruiper Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie H1149 Kleine modderkruiper Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie H1163 Rivierdonderpad Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie H1318 Meervleermuis Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie H1337 Bever Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie H1340 *Noordse woelmuis Behoud omvang en kwaliteit leefgebied voor behoud populatie H1387 Tonghaarmuts Uitbreiding omvang en verbetering kwaliteit leefgebied voor uitbreiding populatie * Prioritaire soort 19 december Definitief rapport

19 Tabel 4.4. Vogelrichtlijnsoorten (broedvogels) van het Natura 2000-gebied Biesbosch met een instandhoudingsdoelstelling (bron: LNV, 2009). Code Vogelrichtlijnsoorten Type doelstelling (broedvogels) A017 Aalscholver Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van tenminste 310 paren A021 Roerdomp Uitbreiding omvang en verbetering kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van tenminste 10 paren A081 Bruine Kiekendief Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van tenminste 30 paren A119 Porseleinhoen Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van tenminste 5 paren A229 IJsvogel Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van tenminste 20 paren A272 Blauwborst Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van tenminste 2300 paren A292 Snor Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van tenminste 130 paren A295 Rietzanger Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van tenminste 260 paren Tabel 4.5. Vogelrichtlijnsoorten (niet broedvogels) van het Natura 2000-gebied Biesbosch met een instandhoudingsdoelstelling (bron: LNV, 2009). Code Vogelrichtlijnsoorten (nietbroedvogels) Type doelstelling A005 Fuut Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 450 vogels A017 Aalscholver Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 330 vogels A027 Grote Zilverreiger Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 10 vogels voor het foerageergebied en gemiddeld 60 vogels voor het gebied als slaapplaats A034 Lepelaar Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 10 vogels A037 Kleine Zwaan Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 10 vogels A041 Kolgans Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 1800 vogels voor het foerageergebied en gemiddeld vogels voor het gebied als slaapplaats A043 Grauwe Gans Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 2300 vogels A045 Brandgans Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 870 vogels voor het foerageergebied en gemiddeld 4900 vogels voor het gebied als slaapplaats A050 Smient Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 3300 vogels A051 Krakeend Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 1300 vogels Definitief rapport december 2011

20 Code Vogelrichtlijnsoorten (nietbroedvogels) Type doelstelling A052 Wintertaling Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 1100 vogels A053 Wilde eend Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 4000 vogels A054 Pijlstaart Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 70 vogels A056 Slobeend Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 270 vogels A059 Tafeleend Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 130 vogels A061 Kuifeend Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 3800 vogels A068 Nonnetje Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 20 vogels A070 Grote Zaagbek Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 30 vogels A075 Zeearend Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 2 vogels A094 Visarend Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 6 vogels A125 Meerkoet Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 3100 vogels A156 Grutto Behoud omvang en kwaliteit leefgebied met een draagkracht voor een populatie van gemiddeld 60 vogels 4.5 Ontwerp-beheerplan In het ontwerp-beheerplan voor het Natura 2000-gebied Biesbosch wordt uitgewerkt welke beleid- en beheermaatregelen nodig zijn om de instandhoudingsdoelstellingen voor de Natura 2000-waarden in het gebied te behouden of te realiseren en hoe één en ander zich verhoudt tot andere vormen van (huidig) gebruik en beheer. In opdracht van het ministerie van LNV zijn Dienst Landelijk Gebied (DLG) en Staatsbosbeheer met betrokkenen in september 2009 gestart met het opstellen van het ontwerp-beheerplan voor de Biesbosch. In december 2010 is het concept beheerplan opgeleverd. Vooralsnog heeft het beheerplan nog een conceptstatus. 19 december Definitief rapport

21 5 BESCHRIJVING HUIDIGE SITUATIE Deze studie richt zich op de natuurwaarden waarvoor het Natura 2000-gebied Biesbosch is aangewezen. Dit betreft alle habitattypen en soorten waarvoor een instandhoudingsdoelstelling (IHD) is bepaald. In dit hoofdstuk wordt de huidige situatie en het belang van het plangebied en het studiegebied voor de habitattypen en soorten met een IHD beschreven. Het studiegebied omvat het gebied waarbinnen de activiteiten mogelijk effect hebben, oftewel de invloedssfeer, zoals deze in paragraaf 3.2 is beschreven. Aangezien het studiegebied buiten de begrenzing van het Natura 2000-gebied is gelegen wordt bij de beschrijving van de huidige situatie alleen ingegaan op de in het studiegebied aanwezige Habitatrichtlijnsoorten en Vogelrichtlijnsoorten (broedvogels en nietbroedvogels). Informatie over het voorkomen van soorten is ontleend aan diverse verspreidingsatlassen en openbare informatie van websites (in hoofdstuk 8 is een overzicht gegeven van de gebruikte literatuur) en beschikbare inventarisaties van het plangebied en omgeving (Oranjewoud, 2008 en Royal Haskoning, 2011). Verder is gebruik gemaakt van de (niet gepubliceerde) 95% versie van het conceptaanwijzingsbesluit (EL&I, 2011) en de Knelpunten- en kansenanalyse van de Biesbosch (KiWA Kiwa Water Research/EGG-consult, 2007). 5.1 Habitatrichtlijnsoorten Trekvissen De Biesbosch is als doortrekgebied van groot (potentieel) belang voor de Rijn- en Maaspopulaties van de zeeprik (H1095), rivierprik (H1099), elft (H1102) en zalm (H1106). Volwassen dieren van deze soorten leven in zout water, maar zij planten zich voort in zoet rivierwater. Als gevolg van barrières in de trekroutes (stuwen, dammen), overbevissing en slechte waterkwaliteit (de laatste twee vooral in het verleden) zijn trekvissen sinds de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw enorm in aantal afgenomen. Voor de fint (H1103) vormt de Biesbosch een (potentieel) geschikt paaigebied. Door de afsluiting van het Haringvliet in 1970 kan de Biesbosch echter niet langer als paaigebied voor de fint functioneren (EL&I, 2011). Alleen van de rivierprik zijn nog paaiplaatsen aanwezig in Nederland (naar verwachting in de Drentsche Aa en zijrivieren van de Limburgse Maas); de overige soorten worden in Nederland alleen als doortrekkende soort waargenomen richting geschikte paaiplaatsen in Duitsland. De zeeprik, rivierprik, elft, zalm en fint zouden de Biesbosch en Merwede nabij het plangebied, als doortrekgebied kunnen gebruiken. Eventueel aanwezige aantallen zijn echter zeer klein. Paaigebieden zijn niet aanwezig. Bittervoorn (H1134) De bittervoorn wordt vooral aangetroffen in het veenweidegebied en het rivierenlandschap. Deze soort wordt hierbij aangetroffen in stilstaand of langzaam stromend water (sloten, plassen, vijvers) met een goed ontwikkelde onderwatervegetatie en een niet al te weke bodem (Janssen & Schaminée, 2008). Definitief rapport december 2011

22 De bittervoorn is algemeen en wijdverspreid aanwezig in het rivierengebied en wordt op basis van de aanwezigheid van geschikt biotoop en waarnemingen uit de omgeving, tevens in het studiegebied verwacht (o.a. in de waterplassen in de Cloppenwaard (Royal Haskoning, 2011). Het studiegebied heeft echter geen wezenlijke betekenis voor de lokale instandhouding van deze soort. Kleine modderkruiper (H1149) Het biotoop van de kleine modderkruiper bestaat uit stilstaande en langzaam stromende wateren. De kleine modderkruiper wordt vaak aangetroffen in beken, rivierarmen en meren, doorgaans met een sliblaag op de bodem en goed ontwikkelde watervegetatie (Janssen & Schaminée, 2008). De kleine modderkruiper is algemeen en wijdverspreid aanwezig in Nederland. Hoge aantallen worden met name in de laagveen- en zeekleigebieden aangetroffen. Hoewel er recentelijk geen waarnemingen van de kleine modderkruiper in het studiegebied zijn gedaan, wordt deze hier op basis van de aanwezigheid van geschikt biotoop en waarnemingen uit de omgeving, wel verwacht (Royal Haskoning, 2011). Het studiegebied heeft echter geen wezenlijke betekenis voor de lokale instandhouding van deze soort. Rivierdonderpad (H1163) De rivierdonderpad heeft zich in Nederland de afgelopen decennia sterk uitgebreid met grote populaties in het IJsselmeer, het Noord-Hollands plassengebied, in poldergebieden en in het rivierengebied (Janssen & Schaminée, 2008). Er zijn geen waarnemingen van deze soort bekend in het studiegebied. In de directe omgeving, waaronder de Biesbosch en in de Merwede, worden echter veel waarnemingen van deze soort gedaan. De kribben in de Merwede in het studiegebied vormen geschikt biotoop voor deze soort. De aanwezigheid van deze soort is hier dan ook niet uit te sluiten. Het studiegebied heeft echter geen wezenlijke betekenis voor de lokale instandhouding van deze soort. Bever (H1337) De voornaamste populatie van Bevers in Nederland bevindt zich in de Biesbosch, waar tussen 1988 en 1992 verschillende dieren zijn uitgezet, nadat deze soort was uitgestorven. Een andere belangrijke populatie is aanwezig in de Gelderse Poort, waar eveneens dieren zijn uitgezet. Waarnemingen van bevers worden vooral in deze beide gebieden gedaan, in Flevoland (waar ontsnapte dieren een populatie hebben gevormd), in Limburg (waar dieren zijn uitgezet om zwervende dieren te versterken) en zwervend langs de grote rivieren in Nederland (Janssen & Schaminée, 2008). Er zijn recentelijk geen waarnemingen gedaan van de bever in het studiegebied (Oranjewoud, 2008 en Royal Haskoning, 2011). Op basis van waarnemingen uit de omgeving ( kan incidenteel een voorbij trekkend individu ter hoogte van de Merwede worden verwacht. Het studiegebied heeft echter geen wezenlijke betekenis voor de lokale instandhouding van deze soort. 19 december Definitief rapport

23 Meervleermuis (H1318) De Biesbosch fungeert als foerageergebied voor meervleermuizen die overdag in gebouwen in de wijde omgeving verblijven (actieradius 10 km). Er zijn tot nu toe twee kraamverblijven bekend, deze zijn gelegen in Wagenberg en s Gravenmoer. Mannen- /paarverblijven zijn aangetroffen in gebouwen in verschillende dorpskernen in de omgeving van de Biesbosch, waaronder in Werkendam (en daarnaast in Zevenbergen, De Elzen, Hank en Zwijndrecht). In het studiegebied zijn geen belangrijke vliegroutes van de meervleermuis gelegen. Bekende vliegroutes buiten het studiegebied zijn o.a. de Donge, het Wantij, het Steurgat, het Noordergat en de Roode vaart (Royal Haskoning, 2011 en EL&I, 2011). Het studiegebied heeft geen wezenlijke betekenis voor de lokale instandhouding van de meervleermuis, er zijn geen recente waarnemingen van de meervleermuis nabij het plangebied gedaan (Royal Haskoning, 2011). 5.2 Vogelrichtlijnsoorten (broedvogels) Van de broedvogels waarvoor het Natura 2000-gebied Biesbosch een instandhoudingsdoelstelling heeft, worden de aalscholver, ijsvogel, bruine kiekendief, ijsvogel en rietzanger incidenteel waargenomen in de uiterwaarden (Cloppenwaard) van het studiegebied ( Dit zijn echter met name foeragerende of rustende individuen. Broedkolonies van de aalscholver zijn niet aanwezig in het studiegebied. De uiterwaarden in het studiegebied zijn matig geschikt als leefgebied voor de andere soorten. Incidenteel kan een broedgeval van deze soorten worden verwacht. De recente natuurontwikkeling in de Cloppenwaard zal hieraan bijdragen. Het studiegebied heeft echter geen wezenlijke betekenis voor de lokale instandhouding van deze broedvogels. 5.3 Vogelrichtlijnsoorten (niet-broedvogels) Van de niet-broedvogels waarvoor het Natura 2000-gebied Biesbosch een instandhoudingsdoelstelling heeft, zijn met name de aanwezige ganzen in enige mate afhankelijk van foerageergebieden buiten de begrenzing van het Natura 2000-gebied. Kolganzen, grauwe ganzen en brandganzen kunnen in de winterperiode gebruik maken van landbouwgebieden in de omgeving van de Biesbosch om te foerageren. Er zijn geen waarnemingen bekend van grote groepen ganzen in het studiegebied. Kleine groepjes of individuen kunnen wel worden waargenomen. Gezien de ligging direct nabij de kern van Werkendam, de aanwezigheid van verstoring in het gebied (door recreanten) en het beperkte oppervlak is het studiegebied echter van weinig belang als foerageergebied voor deze soorten. Definitief rapport december 2011

24 19 december Definitief rapport

25 6 EFFECTBESCHRIJVING- EN BEOORDELING In dit hoofdstuk worden de mogelijke effecten op de habitattypen en soorten die in het studiegebied voorkomen of in potentie voorkomen (uitbreidingsdoelstelling) beschreven en beoordeeld. 6.1 Effectbeschrijving Uit de effectenindicator 1 van het Ministerie van EL&I blijkt dat, als gevolg van dijkverbetering, de volgende effecten op kunnen treden ten aanzien van Natura gebied de Biesbosch: oppervlakteverlies; verzoeting; vernatting; verandering van overstromingsfrequentie; verandering van dynamiek substraat; verstoring door geluid; verstoring door trillingen; verstoring door mechanische effecten. Het plangebied is gelegen buiten Natura 2000-gebied, hierdoor zijn er geen directe effecten van vernietiging. Van verzoeting, vernatting, verandering van de overstromingsfrequentie en/of dynamiek substraat of mechanische effecten (zoals golfslag, luchtwervelingen of betreding) in Natura 2000-gebied de Biesbosch is geen sprake. De dijkversterking betekent geen essentiële verandering van het systeem en landschap, maar slechts een versterking van het huidige dijklichaam over een beperkte lengte. Bovendien vindt de ingreep plaats op geruime afstand (minimaal 1,1 kilometer) van de Biesbosch. Voor de overige soorten en habitattypen met een instandhoudingsdoelstelling zijn de volgende effecten mogelijk aan de orde: Verstoring door geluid; Verstoring door trillingen. In navolgende paragrafen wordt ingegaan op mogelijke verstoring van soorten met een instandhoudingsdoelstelling die kan optreden als gevolg van deze effecten. Uit hoofdstuk 5 is verder duidelijk geworden dat enkele soorten van de Biesbosch waarvan het leefgebied binnen het Natura 2000-gebied is beschermd, ook het plan- en studiegebied benutten, waarmee de bescherming zich eventueel ook tot buiten het Natura 2000-gebied kan uitstrekken. De aanwezigheid van deze soorten in het Natura 2000-gebied hebben echter geen direct verband met de omgeving (er zijn bijvoorbeeld geen essentiële foerageergebieden van ganzen aanwezig). Verlies van leefgebied van deze beschermde soorten valt daardoor niet onder externe werking en wordt verder niet meegenomen in deze toetsing. 1 electactiviteit=kust-+en+dijkverbetering&subj=effectenmatrix Definitief rapport december 2011

26 6.2 Effectbeoordeling Geluid Boven water en land Met name geluid heeft een verstorend effect op diverse soorten, waaronder broedvogels (Reijnen et al., 1997). Geluidsverstoring betekent een afname van de kwaliteit van broedbiotoop. Geluidsverstoring kan ook effecten hebben op foeragerende vogels. Over het algemeen zijn foeragerende vogels minder gevoelig voor geluidsverstoring dan broedvogels (Ottburg et al.,2008). In de aanlegfase zijn voor geluid verschillende relevante bronnen te onderscheiden, zoals een trilblok, vrachtverkeer en materieel voor grondverzet. De maatgevende situatie voor de geluidemissie doet zich voor bij het intrillen van de damwanden. Dit is een worstcase benadering aangezien de damwanden, in verband met de aanwezigheid van woningen in de nabijheid, naar verwachting in de bodem gedrukt worden. Bij het indrukken komt veel minder geluid vrij, in vergelijking met trillen. Met behulp van een Geomilie 1.90 rekenmodel is een trilblok gemodelleerd. Het trilblok heeft een maximaal geluidvermogen van 125 db(a) (gebaseerd op metingen aan de Noordzuidlijn in Amsterdam). Bij het modelleren is er vanuit gegaan dat er per dag 15 planken worden getrild en de triltijd per plank 15 minuten bedraagt. Verder is er een rekenhoogte aangehouden van 0,5 meter, de Merwede en het water in het Natura 2000 gebied als hard reflecterend bodemgebied zijn ingevoerd, de overige gebieden zijn met een bodemfactor van 0,8 zijn ingevoerd en de hoogteverschillen in het maaiveld niet in het rekenmodel zijn opgenomen. De mate van geluidsverstoring als gevolg van de aanlegwerkzaamheden is bepaald aan de hand van het oppervlak aan broed- en/of foerageergebied dat is gelegen binnen de 42 db(a) geluidscontour. Binnen deze contour neemt de kwaliteit van het broedgebied af voor bosvogels en vogels van gesloten landschap (Rijenen et al., 1997). Het studiegebied betreft een open landschap. Voor weidevogels en vogels die in open landschappen broeden is volgens Rijenen et al. (1997) sprake van kwaliteitsverlies van broedbiotoop binnen de 47 db(a) geluidscontour. Als worstcase is echter de 42 db(a) geluidscontour aangehouden, o.a. omdat er binnen het studiegebied soorten kunnen voorkomen van gesloten landschappen. In figuur 6.1 is de 42 db(a) geluidscontour opgenomen. Hieruit blijkt dat deze niet tot in het Natura 2000-gebied Biesbosch reikt. Daarnaast zijn binnen het gebied waar sprake is van geluidsverstoring zijn geen essentiële foerageer- en/of broedgebieden aanwezig van soorten waarvoor het Natura 2000-gebied Biesbosch een instandhoudingsdoelstelling heeft. Er is dus ook geen sprake van externe werking door geluidsverstoring. Er zijn geen effecten als gevolg van een tijdelijk toename van geluid boven water en land. 19 december Definitief rapport

27 Figuur 6.1 Geluidssituatie (42 db(a)) tijdens de aanleg. Paars: > 48 db(a), Rood: > 46 db(a), Oranje: > 44 db(a), Geel: > 42 db(a) en Groen: > 40 db(a). De reden dat de geluidscontouren zich niet als een perfecte cirkel aftekenen is vanwege het feit dat de geluidreflecterende eigenschappen van water en de geluidabsorberende eigenschappen van grasland wél als akoestische factor zijn ingevoerd in het rekenmodel. Onder water Ten behoeve van de dijverbetering kunnen (worstcase) met behulp van een trilblok damwanden geplaatst worden. Van heien (vergelijkbaar met trillen) is bekend dat dit veel onderwatergeluid kan produceren (als gevolg van trillingen die zich voortzetten als onderwatergeluid). Trekvissen zijn gevoelig voor verstoring door onderwatergeluid. Deze soorten kunnen mogelijk gedurende de trekperiode (met zeer geringe aantallen) in de Merwede aanwezig zijn. Er is vrijwel geen onderzoek gedaan naar effecten van onderwatergeluid als gevolg van heien en/of trillen. Eén van de weinige onderzoeken heeft plaatsgevonden in de Eemshaven, waar TNO (Blacquière et al. 2008) onderwatergeluid heeft gemeten bij binnenlandse heiwerkzaamheden. De resultaten van de Eemshaven zijn echter niet rechtstreeks te vertalen naar de situatie voor de dijkverbetering nabij Werkendam. Uit een ander onderzoek naar effecten van heien op open zee (Seascape, 2002), is gebleken dat vissen (en vissenlarven) tot op meter van de verstoringsbron blijvende schade kunnen oplopen of bezwijken. Op grotere afstand kan geluidsverstoring ertoe leiden dat vissen een gebied mijden. Definitief rapport december 2011

28 6.2.2 Trillingen De trilwerkzaamheden vinden op land plaats, op tenminste 200 meter afstand van de Merwede. Het onderwatergeluidsniveau zal daarom veel lager zijn, dan wanneer de trilwerkzaamheden in de Merwede zouden plaatsvinden. Het is daarom zeker niet te verwachten dat de werkzaamheden tot dusdanig hoge geluidsbelastingen onder water leiden, dat vissen hiervan schade ondervinden. De trilwerkzaamheden vinden niet de gehele dag (gedeeltelijk overdag) plaats en daarnaast gedurende een korte periode (enkele weken). Eventuele trek door de Habitatrichtlijn-vissoorten tijdens de werkzaamheden zal ongehinderd door kunnen gaan. Daarnaast zullen de damwanden waarschijnlijk in de bodem gedrukt worden (in verband met de aanwezigheid van woningen in de nabijheid), waardoor vrijwel geen trillingen optreden. Er zijn dan ook geen effecten te verwachten als gevolg van een tijdelijke toename van geluid onderwater. Trillingen kunnen een bron van verstoring zijn voor diersoorten. Nauwkeurige dosiseffectrelaties zijn hier echter (nog) niet voor bekend. Er is daarom onderzocht hoe groot het invloedsgebied voor het aspect trillingen is. Het invloedsgebied is dat gebied waar trillingen nog waarneembaar zijn. Voor de bepaling van de omvang van het invloedsgebied zijn verschillende trillingsbronnen beschouwd. In de aanlegfase zijn heien trilwerkzaamheden voor het aanbrengen van de damwanden bepalend voor de optredende trillingsterkte. Dit is een worstcase benadering, aangezien de damwanden waarschijnlijk in de bodem gedrukt gaan worden (zie ook hierboven), waardoor vrijwel geen trillingen optreden. De ervaring leert dat het invloedsgebied van deze activiteiten tot circa 100 meter vanaf de bron bedraagt 2. De afstand tussen het plangebied en het Natura 2000-gebied Biesbosch bedraagt tenminste meter. Gezien deze afstand tussen het brongebied en de Natura 2000-gebied worden effecten op natuur vanwege trillingen dan ook niet verwacht. Daarnaast bevinden zich geen belangrijke leef- en/of foerageergebieden van soorten met een instandhoudingsdoelstelling binnen de verstoringzone. 2 Bron: funderingsbranche NVAF (Nederlandse Vereniging Aannemers Funderingswerken) 19 december Definitief rapport

29 7 CONCLUSIE Waterschap Rivierenland is voornemens een dijkverbetering uit te voeren nabij Werkendam, om te kunnen voldoen aan de wettelijke veiligheidsnorm. Door de werkzaamheden in het kader van deze uitbreiding is sprake van een tijdelijke, beperkte toename van geluid en trillingen in de omgeving. Deze verstoring reikt echter niet tot in het Natura 2000-gebied Biesbosch of in leef- en/of foerageergebied dat van wezenlijk belang is voor een soort met een instandhoudingsdoelstelling afkomstig uit de Biesbosch. Effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van het Natura 2000-gebied Biesbosch zijn daarom op voorhand uitgesloten. Er zijn dan ook geen verdere stappen met betrekking tot de Natuurbeschermingswet: vergunningsaanvraag en Passende Beoordeling zijn niet nodig. Definitief rapport december 2011

30 19 december Definitief rapport

31 8 LITERATUUR Blacquière, G., M.A. Ainslie, C.A.F. de Jong & W.C. Verboom, Geluidsmetingen Eemshaven. TNO-DV 2008 C033. EL&I, Concept aanwijzingsbesluit Biesbosch, 95% versie (niet gepubliceerd). Janssen, J. A.M. & J.H.J. Schaminée, Europese Natuur in Nederland. Soorten van de Habitatrichtlijn. KNNV Uitgeverij, Zeist. Kiwa Water Research & EGG, Knelpunten en kansenanalyse Natura gebieden. Kiwa Water Research/EGG, Nieuwegein/Groningen. LNV, Natura 2000 doelendocument hoofddocument. LNV, Concept aanwijzingsbesluit Biesbosch. Oranjewoud, Natuurtoets Cloppenwaard. Onderzoek naar beschermde natuurwaarden. Ottburg, F.G.W.A., J.G. de Molenaar & D.A. Jonkers, Vuurwerk & Vogels. Afwegingskader voor vergunningverlening ten aanzien van vuurwerkevenementen in en nabij Brabantse Vogelrichtlijngebieden. Alterra-rapport 1694 Reijnen, R., Foppen, R. and Veenbaas, G Disturbance by traffic of breeding birds: Evaluation of the effect and considerations in planning and managing road corridors. Biodiversity and Conservation 6, Royal Haskoning, Natuurwaardenonderzoek dijkverbetering Werkendam. Onderzoek vleermuizen, vissen, amfibieën en steenuil. Seascape, Burbo Offshore Windfarm, Environmental statement. Websites: Definitief rapport december 2011

32 19 december Definitief rapport

33 Bijlage 1 Inrichtingsplan dijkverbetering Werkendam Definitief rapport 19 december 2011

34 Werkgroep inrichtingsplan / stand van zaken t.a.v. herinrichting Sleeuwijksedijk (d.d. februari 2012) In 2011 is er een werkgroep inrichtingsplan opgericht om de inrichting van de nieuwe dijk te bespreken. In de werkgroep waren personen vertegenwoordigd van de historische vereniging, de Gemeente Werkendam, de Provincie Noord-Brabant, Waterschap Rivierenland, bewoners, een stedenbouwkundige en landschapsarchitect. Verkeersveiligheid was een van de hoofdpunten die aan de orde zijn gekomen tijdens de bijeenkomsten met de werkgroep inrichtingsplan. Uit onderzoek van Grontmij ("verkeersadvies fietsvoorziening Sleeuwijksedijk", 19 juli 2011) is gebleken dat de huidige inrichting van de dijk objectief gezien verkeersveilig is, maar dat de verkeersveiligheid verbeterd zou kunnen worden door het toepassen van gekleurde fietssuggestiestroken of een vrijliggend fietspad. Op basis van dit onderzoek werd besloten het te versterken dijkgedeelte te voorzien van fietssuggestiestroken in rood asfalt, weerszijden van het wegdek, en een wandelpad aan de kant van de uiterwaard aan te leggen. Tevens sluit deze oplossing het beste aan bij de aanliggende wegdelen. Tijdens de vergadering van de raadscommissie Grondgebied (Gemeente Werkendam) van 30 januari 2012 is de verkeersveiligheid op de dijk aan de orde gekomen. De raadscommissie heeft aangegeven de haalbaarheid van een vrijliggend fietspad te willen onderzoeken. Dit onderzoek zal worden verricht door de Gemeente Werkendam. De resultaten worden naar verwachting besproken in de Raadcommissie van mei Dit heeft ertoe geleid dat er een grijze strook nader in te vullen verkeersfunctie is opgenomen in het inrichtingsplan (zie onderstaande figuur). Daar waar in dit document wordt verwezen naar een autoweg, wandelpad of fietssuggestiestrook betreft dit een voorbeeld van een mogelijke inrichting van de nieuwe dijk. De indeling van de verkeersfuncties moeten nog worden vastgesteld. Randvoorwaarde is dat de invulling binnen het beschikbare profiel kan worden gerealiseerd. Inrichtingsplan met nader in te vullen verkeersfuncties (d.d. februari 2012)

Bijlagen van Plan-MER windenergie Dordrecht. Opdrachtgever:

Bijlagen van Plan-MER windenergie Dordrecht. Opdrachtgever: Bijlagen van Plan-MER windenergie Dordrecht Opdrachtgever: Bijlagen van Plan-MER windenergie Dordrecht 5 juni 2015 Auteurs: Drs. Ing. Jeroen Dooper Steven Velthuijsen Msc. Bosch & Van Rijn Prins Bernhardlaan

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten

Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten BIJLAGE 5 Instandhoudingsdoelstellingen Hollands Diep en Haringvliet, doelen beschermde natuurmonumenten Hollands Diep Habitattypen SVI Landelijk Opp.vl. Kwal. H6430B Ruigten en zomen (harig - = = wilgenroosje)

Nadere informatie

Natura 2000 gebied Biesbosch

Natura 2000 gebied Biesbosch Natura 2000 gebied 112 - Biesbosch CONCEPT GEBIEDENDOCUMENT Kenschets 112_gebiedendocument_Biesbosch_november 2007 Natura 2000 Landschap: Status: Site code: Beschermd natuurmonument: Beheerder: Provincie:

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving

Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving Natura 2000 gebied 10 Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Status: Site code: Beschermd natuurmonument: Beheerder: Provincie: Gemeente: Oppervlakte:

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder

Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder Natura 2000 gebied 89 - Eilandspolder (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL3004002 + NL4000056 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Notitie. Voortoets Spoorallee Zevenaar

Notitie. Voortoets Spoorallee Zevenaar Notitie Contactpersoon Marike Aalbers en Elles van Drunen Datum 12 juni 2014 Kenmerk N005-1222424XMA-baw-V02-NL Aanleiding Voor het terrein aan de Spoorallee te Zevenaar wordt een nieuw bestemmingsplan

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 24 juni 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-001656 - gemeente Lingewaard Activiteit : Festival

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 8 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2014-021574 - gemeente Zaltbommel Activiteit : productie chemische

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer

Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003056 + NL9802031 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 111 Hollands Diep

Natura 2000 gebied 111 Hollands Diep Natura 2000 gebied 111 Hollands Diep (Zie leeswijzer) Kenschets 111_gebiedendocument_Hollands Diep_november 2006 Natura 2000 Landschap: Rivierengebied Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code:

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00490424 ODH-2017-00073147 2 8 JULI 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top,

De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus AA Ede. Geldermalsen, 28 oktober Geachte heer Van den Top, De Bunte Vastgoed Oost BV T.a.v. dhr. W. van den Top Postbus 8029 6710 AA Ede Geldermalsen, 28 oktober 2015 betreft: project: referentie: behandeld door: bijlage(n): Toetsing herinrichting aan NNN en Natura-2000

Nadere informatie

Toetsing Leeuwenveld III en IV te Weesp Onderzoek in kader van Natuurbeschermingswet en EHS

Toetsing Leeuwenveld III en IV te Weesp Onderzoek in kader van Natuurbeschermingswet en EHS projectnr. 249939 rev. 00 13 augustus 2012 auteur ir. M. Korthorst Opdrachtgever Blauwhoed Eurowoningen B.V. Piet Heinkade 201 1019 HC Amsterdam datum vrijgave beschrijving revisie 0.0 goedkeuring Vrijgave

Nadere informatie

Bij besluit Wet natuurbescherming Project Peilbesluit IJsselmeergebied 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER...

Bij besluit Wet natuurbescherming Project Peilbesluit IJsselmeergebied 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... Bij besluit Wet natuurbescherming Project Peilbesluit IJsselmeergebied Directoraat-generaal Agro en Directie en Biodiversiteit Behandeld door Datum 29 september 2017 Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk

Nadere informatie

Natuurtoets. 1. Wet- en regelgeving. Permanente openstelling A12 Woerden Gouda

Natuurtoets. 1. Wet- en regelgeving. Permanente openstelling A12 Woerden Gouda Natuurtoets Permanente openstelling A12 Woerden Gouda 1. Wet- en regelgeving Flora- en faunawet (Ffw) De Ffw is gericht op de bescherming van inheemse dier- en plantensoorten in hun natuurlijke leefgebied.

Nadere informatie

Ligging Natura2000-gebieden, Nb-wetgebieden en overige natuurgebieden (EHS)

Ligging Natura2000-gebieden, Nb-wetgebieden en overige natuurgebieden (EHS) Ligging Natura2000-gebieden, Nb-wetgebieden en overige natuurgebieden (EHS) Natura2000-gebieden: Uiterwaarden Waal (Gelderland), circa 14,3 kilometer; Sint Jansberg (Limburg), circa 15,9 kilometer; Gelderse

Nadere informatie

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 en zonder vogeldoelen Erratum Bijlage 9 Toetsing typische soorten in Natura 2000 en zonder vogeldoelen Onderstaande tekst vervangt bijlage 9 bij het

Nadere informatie

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 en zonder vogeldoelen Er zijn acht Natura 2000 en waarvoor geen vogeldoelen zijn geformuleerd, maar die wel binnen één van de helikopterlaagvliegen

Nadere informatie

Effecten provinciale ruimtelijke structuurvisie op natuur Provincie Utrecht

Effecten provinciale ruimtelijke structuurvisie op natuur Provincie Utrecht Bijlage: Toevoeging aan bijlage planmer Effecten provinciale ruimtelijke structuurvisie 2013-2028 op natuur Provincie Utrecht Inleiding In september 2012 is door ecologisch advies- en projectbureau het

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 1 juni 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 - gemeente Rijnwaarden Activiteit : Natuurontwikkeling

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 16 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-008636 - gemeenten Harderwijk, Nunspeet en

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

Quick scan ecologie Watergang, Kanaaldijk 63

Quick scan ecologie Watergang, Kanaaldijk 63 Quick scan ecologie Watergang, Kanaaldijk 63 Quick scan ecologie Watergang, Kanaaldijk 63 Auteur P.J.H. van der Linden Opdrachtgever Projectnummer Ingen Buro Vijn 10.109 januari 2011 foto omslag het huidige

Nadere informatie

TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110)

TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110) TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110) STATUS Het gebied valt onder de volgende beschermingsregimes: N2000 gebied Oudeland van Strijen (Aanwijzingsbesluit is definitief) BESTAAND

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 8 oktober 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2010-005930- gemeente Harderwijk Activiteit : Uitbreiding

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 3 november 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-011120 - gemeente Gennep (Li.) Activiteit : compostfabriek

Nadere informatie

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning Notitie Contactpersoon Hanneke Oudega (telefoon: +31 65 46 80 79 5 / email: hanneke.oudega@tauw.nl) Datum 21 februari 2012 Kenmerk N002-4798963OJT-evp-V03-NL Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen; Nb-wet 1998 vergunning 'Ruimte voor de Rivier Deventer' Besluit Uiterwaardvergraving Deventer

Inhoudelijke overwegingen; Nb-wet 1998 vergunning 'Ruimte voor de Rivier Deventer' Besluit Uiterwaardvergraving Deventer Inhoudelijke overwegingen; Nb-wet 1998 vergunning 'Ruimte voor de Rivier Deventer' Verzetslaan 30 7411 HX DEVENTER Postbus 554 7400 AN DEVENTER T 070 888 31 60 F 070 888 31 70 Bijlage nummer 1 Horend bij

Nadere informatie

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1

Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 Bijlage Overzicht Natura 2000-gebieden 1 In en in de ruimere omgeving van het plangebied zijn verschillende Natura 2000-gebieden gelegen. Binnen het plangebied zijn geen ontwikkelingen voorzien in de Natura

Nadere informatie

- Natuurbeschermingswet NATUUR-WETENSCHAPPELIJK CENTRUM, NOORDERELSWEG 4A, 3329 KH DORDRECHT

- Natuurbeschermingswet NATUUR-WETENSCHAPPELIJK CENTRUM, NOORDERELSWEG 4A, 3329 KH DORDRECHT Verstoringstoets ten aanzien van de realisatie van ecolodges in het recreatiegebied (compartiment Hollandse Biesbosch) van het Nationaal Park De Biesbosch - Natuurbeschermingswet 1998 - NATUUR-WETENSCHAPPELIJK

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen; Nb-wet 1998; vergunning 'Ruimte voor de Rivier Deventer'

Inhoudelijke overwegingen; Nb-wet 1998; vergunning 'Ruimte voor de Rivier Deventer' Inhoudelijke overwegingen; Nb-wet 1998; vergunning 'Ruimte voor de Rivier Deventer' Verzetslaan 30 7411 HX DEVENTER Postbus 554 7400 AN DEVENTER T 070 888 31 60 F 070 888 31 70 Bijlage nummer 1 Horend

Nadere informatie

Betreft : Dijkversterking Werkendam aspect luchtkwaliteit

Betreft : Dijkversterking Werkendam aspect luchtkwaliteit A COMPANY OF Notitie Aan : Y. Muggen (Royal Haskoning) Van : M. Hallmann (Royal Haskoning) Datum : 4 oktober 2011 Kopie : P. van den Eijnden (Royal Haskoning) Onze referentie : 9S6258.H1/N0001/Nijm HASKONING

Nadere informatie

MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek

MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek Provincie Noord Brabant MER Bedrijventerrein Moerdijkse Hoek Bijlagenrapport F: Habitattoets, Soortenbeschermingstoets en Provinciale gebieden toets December 2005 Versie 11 Provincie Noord Brabant MER

Nadere informatie

Stappenplan vergunningaanvraag

Stappenplan vergunningaanvraag Stappenplan vergunningaanvraag Op grond van de natuurbeschermingswet 1998 1 De Natuurbeschermingswet 1998 regelt de bescherming van gebieden, die als Natura 2000-gebied zijn aangewezen. Een belangrijk

Nadere informatie

Effecten van recreatief gebruik van woning nr. 10 (Huiswaard) op de natuurwaarden in het Natura 2000-gebied Biesbosch

Effecten van recreatief gebruik van woning nr. 10 (Huiswaard) op de natuurwaarden in het Natura 2000-gebied Biesbosch Effecten van recreatief gebruik van woning nr. 10 (Huiswaard) op de natuurwaarden in het Natura 2000-gebied Biesbosch Opdrachtgever: Seegers project ontwikkeling & management Kaatsheuvel September 2012

Nadere informatie

Betreft: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Natura2000-gebied #79 Lepelaarplassen

Betreft: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Natura2000-gebied #79 Lepelaarplassen Aan het Inspraakpunt Natura 2000 t.a.v. gebied 79 (Lepelaarplassen) Postbus 30316 2500 GH Den Haag Betreft: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Natura2000-gebied #79 Lepelaarplassen Almere, 15 februari

Nadere informatie

Natura essentietabellen Leeswijzer

Natura essentietabellen Leeswijzer Natura 2000- essentietabellen Leeswijzer Ministerie van LNV, juni 2009 Inleiding In diverse Natura 2000-documenten staat informatie over Natura 2000-doelen die sturend is voor het opstellen van beheerplannen.

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht

Natura 2000 gebied 36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht Natura 2000 gebied 36 Uiterwaarden Zwarte Water en Vecht (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Rivierengebied Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL1000005 + NL9902003 Beschermd

Nadere informatie

Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, Volendam

Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, Volendam Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, Volendam 29 juni 2015 Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein Julianaweg, VolendamVolendam Verantwoording Titel Voortoets bestemmingsplan bedrijventerrein

Nadere informatie

p- iiiiiiniiii uil ii nu ii

p- iiiiiiniiii uil ii nu ii V il Ik M I- ' mam s IN12.03325 p- iiiiiiniiii uil ii nu ii l_yi_l\l_/~vi X L / Bezoekadres Huis der Provincie Markt 11 6811 CG Arnhem Postadres Postbus 9090 6800 GX Arnhem Het college van Burgemeester

Nadere informatie

Bijlage bij besluit DRZO/ Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Bijlage bij besluit DRZO/ Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN Bijlage bij besluit DRZO/2010-3270 Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km 902-905 INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN De aanvraag De aanvraag betreft de realisatie van het project Kribverlaging

Nadere informatie

Trekvissen in Natura2000 gebieden. Vissennetwerk 11 maart 2010 Martin Kroes

Trekvissen in Natura2000 gebieden. Vissennetwerk 11 maart 2010 Martin Kroes Trekvissen in Natura2000 gebieden Vissennetwerk 11 maart 2010 Martin Kroes martin.kroes@tauw.nl Inhoud Achtergrond Natura2000 Bijlage IV HR Relatie met Flora- en Faunawet Bijlage V HR Relatie met Visserijwet

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder

Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder Natura 2000 gebied 90 Wormer- en Jisperveld & Kalverpolder (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003054 + NL9802058

Nadere informatie

Verslechterings- en verstoringstoets ten behoeve van een nieuwe geluidszone in de 3 e Merwedehaven te Dordrecht

Verslechterings- en verstoringstoets ten behoeve van een nieuwe geluidszone in de 3 e Merwedehaven te Dordrecht Verslechterings- en verstoringstoets ten behoeve van een nieuwe geluidszone in de 3 e Merwedehaven te Dordrecht Natuurbeschermingswet 1998 NATUUR-WETENSCHAPPELIJK CENTRUM, NOORDERELSWEG 4A, 3329 KH DODRECHT

Nadere informatie

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting Samenvatting van het beheerplan 2012-2017 een bijdrage aan het Europese programma Natura 2000 Het beheerplan is

Nadere informatie

De wijziging betreft een verlenging van de periode dat werkzaamheden worden uitgevoerd.

De wijziging betreft een verlenging van de periode dat werkzaamheden worden uitgevoerd. Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88 overijssel.nl postbus@overijssel.nl RABO Zwolle 39 73 41 121 TenneT TSO de heer L. den Otter Postbus 718 6800 AS

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Quick scan ecologie Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Samenvatting Inhoud H 01 Aanleiding Voor de Mientweg 5 en Mientweg 29 te Lutjewinkel wordt een ruimtelijke ontwikkeling voorbereidt. Het gaat om de ontwikkeling

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer

Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer Informatiebijeenkomst concept-beheerplan Natura 2000 Lauwersmeer 1 Programma Welkom door Douwe Hollenga, voorzitter van de stuurgroep - Wat is Natura 2000 - Waar staan we: wat is geweest en wat komt Toelichting

Nadere informatie

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland T.a.v. Natura 2000 o.v.v. Krammer-Volkerak Postbus DE Zwolle. Middelburg, 17 oktober 2017

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland T.a.v. Natura 2000 o.v.v. Krammer-Volkerak Postbus DE Zwolle. Middelburg, 17 oktober 2017 Rijksdienst voor Ondernemend Nederland T.a.v. Natura 2000 o.v.v. Krammer-Volkerak Postbus 40225 8004 DE Zwolle Middelburg, 17 oktober 2017 Onderwerp: Zienswijze ontwerp-aanwijzingsbesluit Krammer-Volkerak

Nadere informatie

Overwegingen definitief besluit Wet natuurbescherming project Stroomlijn Nederrijn en Lek, spoor 6

Overwegingen definitief besluit Wet natuurbescherming project Stroomlijn Nederrijn en Lek, spoor 6 Overwegingen definitief besluit Wet natuurbescherming project Stroomlijn Nederrijn en Lek, spoor 6 Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 20 juli 2017 Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk 17118551

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS

Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 317645.ehv.N001 14 februari 2012 SKu/RvS Betreft Risico inventarisatie ecologie voor percelen Brabantse Wal 1 Inleiding De Buisleidingenstraat N.V. onderzoekt op

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 18 maart 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-012117 - gemeente Ermelo Activiteit : verbreden van het

Nadere informatie

Natura 2000 gebied Markiezaat

Natura 2000 gebied Markiezaat Natura 2000 gebied 127 - Markiezaat (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Noordzee, Waddenzee en Delta Status: Vogelrichtlijn Site code: NL3009015 Beschermd natuurmonument: Markiezaatsmeer

Nadere informatie

Dordtse Kil IV. Passende Beoordeling ihkv Natuurbeschermingswet Gemeente Dordrecht. november 2016 definitief

Dordtse Kil IV. Passende Beoordeling ihkv Natuurbeschermingswet Gemeente Dordrecht. november 2016 definitief Dordtse Kil IV Passende Beoordeling ihkv Natuurbeschermingswet 1998 Gemeente Dordrecht november 2016 definitief Dordtse Kil IV Passende Beoordeling ihkv Natuurbeschermingswet 1998 dossier : RDC_BC5561_R002_20170426_15257_d7

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00490425 ODH-2017-00081885 2 8 AUG. 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden

Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Bijlage C. Instandhoudingsdoelen Nederlandse Natura 2000- gebieden Waddenzee Habitat H1110A H1140A Permanent overstroomde zandbanken (getijdengebied) Slik- en zandplaten, (getijdengebied) Behoud oppervlakte

Nadere informatie

Notitie. 1 Aanleiding

Notitie. 1 Aanleiding Aan Bart van Eck Onderwerp Advies over natuurwetgeving bij de inrichtingsplannen voor de waterberging de Ronde Hoep 1 Aanleiding De polder de Ronde Hoep is aangewezen voor calamiteitenberging in de deelstroomgebiedsvisie

Nadere informatie

Notitie: Quick scan externe werking Vossenpels op Natura 2000-gebied Gelderse Poort.

Notitie: Quick scan externe werking Vossenpels op Natura 2000-gebied Gelderse Poort. Notitie: Quick scan externe werking Vossenpels op Natura 2000-gebied Gelderse Poort. STATUS: definitief Datum 14 december 2011 Dr. Gerard Jagers op Akkerhuis gerard.jagers@wur.nl 0317 486561 Introductie

Nadere informatie

PROVINCIE FLEVOLAND. Wat. Gedeputeerde Staten van Flevoland afdeling Gebiedsprogramma's en Europa Mevrouw M.F.A. Haselager.

PROVINCIE FLEVOLAND. Wat. Gedeputeerde Staten van Flevoland afdeling Gebiedsprogramma's en Europa Mevrouw M.F.A. Haselager. PROVINCIE FLEVOLAND Postbus 55 8200 AB Lelystad Gedeputeerde Staten van Flevoland afdeling Gebiedsprogramma's en Europa Mevrouw M.F.A. Haselager Postbus 55 8200 AB LELYSTAD Telefoon (0320)-265265 Fax (0320)-265260

Nadere informatie

NATURA 2000 IN NIEUWKOOP

NATURA 2000 IN NIEUWKOOP 1 NATURA 2000 IN NIEUWKOOP Gebiedsanalyse Aanvulling en wijziging van gegevens in verband met de publicatie van het Ontwerpbesluit INCAconsult 16 september 2008 2 Aanvulling en wijziging van gegevens in

Nadere informatie

Effecten op Natura 2000-gebieden herinrichting Spoorstraat te Lent

Effecten op Natura 2000-gebieden herinrichting Spoorstraat te Lent Effecten op Natura 2000-gebieden herinrichting Spoorstraat te Lent Oriëntatiefase Natuurbeschermingswet 1998 K.D. van Straalen J.A.M. van Zundert Effecten op Natura 2000-gebieden herinrichting Spoorstraat

Nadere informatie

Staatsbosbeheer Regio Oost T.a.v. De heer Winterman Postbus 6 ' 7400 AA DEVENTER. Geachte heer Winterman,

Staatsbosbeheer Regio Oost T.a.v. De heer Winterman Postbus 6 ' 7400 AA DEVENTER. Geachte heer Winterman, PROVINCIE FLEVOLAND Postbus 55 8100 AB Lelystad Telefoon Fax Staatsbosbeheer Regio Oost T.a.v. De heer Winterman Postbus 6 ' 7400 AA DEVENTER E-mail provincie@flevoland nl Website www.flevoland.nl Datum

Nadere informatie

Bedrijventerrein Nieuw Reijerwaard Passende beoordeling in het kader van de natuurbeschermingswet 1998

Bedrijventerrein Nieuw Reijerwaard Passende beoordeling in het kader van de natuurbeschermingswet 1998 Bedrijventerrein Nieuw Reijerwaard Passende beoordeling in het kader van de natuurbeschermingswet 1998 projectnummer 241811 revisie 2.0 27 september 2012 Opdrachtgever Provincie Zuid Holland Postbus 90602

Nadere informatie

Voortoets Structuurvisie Kampen 2030

Voortoets Structuurvisie Kampen 2030 Voortoets Structuurvisie Kampen 2030 Bijlage bij planmer en Structuurvisie Gemeente Kampen maart 2009 Voortoets Structuurvisie Kampen 2030 Bijlage bij planmer en Structuurvisie dossier : B3694-01.001

Nadere informatie

Document PAS-analyse Herstelstrategieën voor Hollands Diep

Document PAS-analyse Herstelstrategieën voor Hollands Diep Document PAS-analyse Herstelstrategieën voor Hollands Diep Tweede Kamer, december 2013 De volgende habitattypen en soorten worden in dit document behandeld: Habitattypen: Er zijn geen stikstofgevoelige

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 25 maart 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-017295 - gemeente Arnhem Activiteit : Aanpassingen

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 16 januari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-015534 - gemeente Ede Activiteit : Verbreding

Nadere informatie

Overwegingen; Snelheidsverhoging traject Naarden- Bussum; Naardermeer 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER...

Overwegingen; Snelheidsverhoging traject Naarden- Bussum; Naardermeer 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... Overwegingen; Snelheidsverhoging traject Naarden- Bussum; Naardermeer Directoraat-generaal Agro en Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB/18017991 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 15 december 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-013001 - gemeente Renkum Activiteit : Papierfabriek Parenco

Nadere informatie

Voortoets Spuimonding West

Voortoets Spuimonding West Voortoets Spuimonding West Toetsing van de voorgenomen inrichtingsplannen langs het Haringvliet aan de Natuurbeschermingswet Definitief Deltanatuur Projectsecretariaat Postbus 800 3000 AV ROTTERDAM Grontmij

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 23 - Fochteloërveen

Natura 2000 gebied 23 - Fochteloërveen Natura 2000 gebied 23 - Fochteloërveen (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Hoogvenen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL9801007 + NL9801007 Beschermd natuurmonument: -

Nadere informatie

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Verantwoording Titel : Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : Revisie : C1 Datum : 30-10-2012 Auteur(s) :

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum : 21 mei 2014 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2013-018796 - gemeente Beekbergen Activiteit : Sloop en nieuwbouw vakantiewoningen

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 2 juni 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-017295 - gemeente Arnhem Activiteit : Aanpassingen van

Nadere informatie

Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos

Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei. Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos Natuurdoelstellingen voor Vogelrichtlijngebied IJzervallei Danny Maddelein Agentschap voor Natuur en Bos 183 Natuurdoelen SBZ-V IJzervallei Infomoment Blankaartwaterlopen 19 juni 2017 Europees beschermde

Nadere informatie

Bijlage bij besluit DRZO/2010-2825

Bijlage bij besluit DRZO/2010-2825 Bijlage bij besluit DRZO/2010-2825 Natuurbeschermingswet 1998 Vergunning project Verbreding A50 tracé Ewijk-Valburg, aanleg en gebruik extra Waalbrug en renovatie huidige Waalbrug INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 77 Eemmeer & Gooimeer Zuidoever

Natura 2000 gebied 77 Eemmeer & Gooimeer Zuidoever Natura 2000 gebied 77 Eemmeer & Gooimeer Zuidoever (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en Moerassen Status: Vogelrichtlijn Site code: NL9802035/NL3009011/NL9902008 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer

Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer Natura 2000 gebied 74 Zwarte Meer (Zie leeswijzer) Kenschets Natura 2000 Landschap: Meren en Moerassen Status: Habitatrichtlijn + Vogelrichtlijn Site code: NL2003056 + NL9802031 Beschermd natuurmonument:

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00490430 ODH-2017-00107543 -

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Directie en Biodiversiteit Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB/18096623 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet natuurbescherming...

Nadere informatie

Quick scan ecologie Graafreinaldweg 2a te Hellouw

Quick scan ecologie Graafreinaldweg 2a te Hellouw Quick scan ecologie Graafreinaldweg 2a te Hellouw Quick scan ecologie Graaf Reinaldweg 2a te Hellouw Auteur Opdrachtgever Projectnummer Ingen foto omslag T. ursinus Bureau Verkuylen 12.116 november 2012

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2143628/3626124 op de op 27 februari 2014 door ons ontvangen aanvraag voor een vergunning ingevolge artikel 19d van de Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Vragen van de heer A. Hietbrink en mevrouw ing. V.M. Dalm (GroenLinks) over vuurwerkshow nabij Natura-2000 gebied in Huizen

Vragen van de heer A. Hietbrink en mevrouw ing. V.M. Dalm (GroenLinks) over vuurwerkshow nabij Natura-2000 gebied in Huizen Aan de leden van Provinciale Staten van Noord-Holland Haarlem, 19 mei 2015 Vragen nr. 31 Vragen van de heer A. Hietbrink en mevrouw ing. V.M. Dalm (GroenLinks) over vuurwerkshow nabij Natura-2000 gebied

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Beschikking 00490433 ODH-2017-00090918 2 6 SEP. 2017 omgevingsdienst Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899

Nadere informatie

Quickscan flora en fauna Vijfheerenlanden Vianen 12 december 2013

Quickscan flora en fauna Vijfheerenlanden Vianen 12 december 2013 Quickscan flora en fauna Vijfheerenlanden Vianen 12 december 2013 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan flora en fauna Vijfheerenlanden Vianen Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuld-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070) 21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00518805 ODH-2018-00058305 -

Nadere informatie

Achter de Schotbalken. Een evaluatie

Achter de Schotbalken. Een evaluatie Achter de Schotbalken Een evaluatie Sinds 2010 is de regeling van de toegang tot het gebied achter de schotbalken opnieuw onder de loep genomen. In het verleden was er een ontheffing nodig die was aan

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T (070)21 899 02 E vergunningen@odh.nl I www.odh.nl Zaaknummer Ons Kenmerk Datum 00510824 ODH-2018-00030475 "2

Nadere informatie

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 9 augustus z

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 9 augustus z Postbus 55 8200 AB Lelystad Gemeente Zeewolde De heer Postbus 1 3890 AA ZEEWOLDE Telefoon (0320)-265265 Fax (0320)-265260 E-mail provincie@flevoland.nl Website www.flevoland.nl *2224710* Verzenddatum Bijlagen

Nadere informatie

Bijlage II Voortoets Natuur

Bijlage II Voortoets Natuur Bijlage II Voortoets Natuur Bestemmingsplan Kerkewaard 2016 voorontwerp 10-02-2016 69 Notitie Datum: 29 januari 2016 Project: Ontwikkeling bedrijventerrein Kerkewaard Uw kenmerk: - Locatie: Haaften Ons

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Artikel 19d en 19e Datum besluit : 9 februari 2015 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998-2014-010956 - gemeente Voorst Activiteit

Nadere informatie

Eindrapport Natuurwetgeving kleidepot Deest

Eindrapport Natuurwetgeving kleidepot Deest Eindrapport Natuurwetgeving kleidepot Deest Rijkswaterstaat 21 juli 2015 BC6279-101-100 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. RIVERS, DELTAS & COASTS Larixplein 1 5616 VB Eindhoven + 31 88 348 42 50 Telefoon Fax

Nadere informatie

- Natuurbeschermingswet 1998 - NATUUR-WETENSCHAPPELIJK CENTRUM, NOORDERELSWEG 4A, 3329 KH DORDRECHT

- Natuurbeschermingswet 1998 - NATUUR-WETENSCHAPPELIJK CENTRUM, NOORDERELSWEG 4A, 3329 KH DORDRECHT Verstoringstoets met betrekking tot vijf nieuwe initiatieven in het recreatiegebied (compartiment Hollandse Biesbosch) van het Nationaal Park De Biesbosch - Natuurbeschermingswet 1998 - NATUUR-WETENSCHAPPELIJK

Nadere informatie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 5 september 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2016-001656 - gemeente Lingewaard Activiteit : Festival

Nadere informatie

Ruimte voor vogels Samenvatting van het beheerplan Leekstermeergebied. Concept

Ruimte voor vogels Samenvatting van het beheerplan Leekstermeergebied. Concept Ruimte voor vogels Samenvatting van het beheerplan Leekstermeergebied Concept a Ruimte voor vogels Samenvatting van het beheerplan Leekstermeergebied Colofon Deze samenvatting is een uitgave van de provincie

Nadere informatie

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM

Memo. Stefan Buskermolen Liandon B.V. Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults. 13 juli 2012 RLO 476-SOM Liandon B.V. Aan Stefan Buskermolen Liandon B.V. Van Sander van Rijn 2 e lezer Ellen Bults Memo Contactpersoon drs. Sander van Rijn Telefoon +31 6 21 47 95 82 sander.van.rijn@alliander.com Datum Betreft

Nadere informatie

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever Inhoudelijke overwegingen Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever Directoraat-generaal Natuur Behandeld door A. de Noord T 050 750 8333 F 050 750 8399 a.denoord@mineleni.nl Bijlage nummer

Nadere informatie

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA QUICKSCAN FLORA EN FAUNA Behorende bij project: Oostkanaalweg 44, te Ter Aar Gemeente Nieuwkoop Opdrachtgever : Keijzer Dakbedekking b.v. Projectnummer : PS.2017.714 Datum : 21 augustus 2017 Niets uit

Nadere informatie