Dialoogregels. Wees zo open mogelijk. Wees nieuwsgierig. Neem de tijd die je nodig hebt, maar niet meer dan dat. Je hoeft geen mensen te overtuigen.

Transcriptie

1 Dialoogregels Wees zo open mogelijk. Wees nieuwsgierig. Neem de tijd die je nodig hebt, maar niet meer dan dat. Je hoeft geen mensen te overtuigen. Luister zo open mogelijk. Parkeer je oordelen.

2 Leg de kaartjes in volgorde van belangrijkheid en licht je keuze toe. Bedenk bij drie kaartjes praktijkvoorbeelden van de eigen school. Waar ben je trots op? Waar is verbetering nodig? Denk na over de gewetensvraag bij een gekozen kaart: eerst voor jezelf, dan in tweetal, dan uitwisseling in de groep. Wat is de conclusie? Kies een suggestie voor uitwerking. Denk samen na hoe je dit kunt realiseren in de school. Hoe zou de volgorde van meerdere suggesties in een meerjarenplan zijn?

3 Hoelang duurt het Inductieprogramma op uw school en is dat voldoende? Op welke wijze wordt voor beginnende leraren tijd vrij gemaakt voor inductieactiviteiten? - Maak een inductie-programma dat zich uitstrekt over 2 á 3 jaren. - Maak een leer- en ontwikkellijn.

4 Welke visies leven er in de school op leren en ontwikkelen? Hoe wordt daarover uitgewisseld? - Nodig eens een expert uit op het gebied van leren en ontwikkelen. - Maak de bijeenkomst interactief. - Welke gedeelde opvattingen ontdekt u?

5 Wat biedt de school aan starters om optimaal te kunnen functioneren? Wie bewaakt dat? Hoe wordt de starter daar bij betrokken? - Maak een lijst van randvoorwaarden en organiseer dit schoolbreed. - Maak tijd vrij voor de starter door te beperken in het aantal klassen/niveaus en extra taken.

6 Wat kenmerkt een goede leraar op uw school? Waar let u op bij het begeleiden en beoordelen van de starter? - Definieer een schooleigen set aan bekwaamheden en competenties. Gebruik dit in de communicatie over de gewenste professionele ontwikkeling.

7 Hoe wordt de startsituatie van de beginnende docenten in kaart gebracht? Hoe kun je daarop aansluiten? - Laat beginnende docenten zelf hun POP (portfolio) formuleren en geef hen daarin de nodige zelfsturing.

8 Hoe zit het met de opleiding, expertise en toerusting van de diverse begeleiders? Hoe wordt de begeleiding ervaren door de starters? - Formeer een intervisiegroep voor de begeleiders van de startende leraren. Een mooi voorbeeld van leren van elkaar.

9 Hoe constructief en concreet hanteerbaar is de feedback die beginnende leraren ontvangen? Waarop wil je beoordelen? Ofwel, welke ontwikkeling moet een leraar laten zien per jaar? - Organiseer eens een workshop of een training effectief feedback geven. Leerzaam voor iedereen.

10 Wat wordt er in de teams concreet gedaan aan samen werken en samen leren? - In teamverband spreken over en werken aan beter onderwijs voor leerlingen blijkt voor starters één van de belangrijkste drijfveren achter verdere professionele ontwikkeling.

11 Hoe vaak zitten beginnende leraren en ervaren collega s bij elkaar om praktijksituaties te analyseren en te onderzoeken? Hoe gaat dat in z n werk? - Gerichte observatie (van lessen) en professionele dialoog/groepsdiscussies zijn hiervoor geëigende instrumenten.

12 Hoe zijn alle betrokkenen actief in het inductiearrangement? Welke rollen, taken en verantwoordelijkheden zijn er? Hoe wordt er op elkaar afgestemd? - Formeer een stuurgroep inductie en evalueer minimaal een keer per jaar op het product en het proces.