VAN ZEECONTAINER TOT GRACHTENPAND. Een woonwensenonderzoek onder Amsterdamse studenten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VAN ZEECONTAINER TOT GRACHTENPAND. Een woonwensenonderzoek onder Amsterdamse studenten"

Transcriptie

1 VAN ZEECONTAINER TOT GRACHTENPAND Een woonwensenonderzoek onder Amsterdamse studenten Amersfoort, 28 april 2005

2 Colofon In opdracht van: Gemeente Amsterdam AWV De Key DUWO Intermezzo Rochdale Ymere Universiteit van Amsterdam Vrije Universiteit Auteurs: Joost Wegstapel Dorien Buckers Laagland advies Postbus AC Amersfoort

3 VOORWOORD Op verzoek van de gemeente Amsterdam, de woningcorporaties AWV, DUWO, Intermezzo, De Key, Rochdale en Ymere, de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit heeft Laagland advies een internetenquête uitgevoerd naar de woonwensen van de Amsterdamse studenten. Er is een begeleidingscommissie in het leven geroepen voor de begeleiding van het onderzoek. Deze was samengesteld uit de volgende personen: De heer S. Arlman (Universiteit van Amsterdam) De heer R. van Bemmel (SRVU Studentenvakbond) Mevrouw H.A. Eijkelestam (Vrije Universiteit) Mevrouw C. Hooiveld (AWV) Mevrouw M. Leclercq (gemeente Amsterdam, Dienst Ruimtelijke Ordening) Mevrouw J. Kürschner (gemeente Amsterdam, Dienst Ruimtelijke Ordening) Mevrouw I. Middel (ASVA Studentenunie) Mevrouw M. Prins (Ymere) Mevrouw M. Rensburg (gemeente Amsterdam, Ontwikkelingsbedrijf) Mevrouw C. Veltrop (gemeente Amsterdam, Dienst Wonen) De heer W. de Waard (De Key) De heer F. van der Zon (DUWO) Gedurende het onderzoek is deze groep een aantal keren bijeengekomen om de voortgang en uitkomsten van het onderzoek te bespreken. Wij danken de leden van de begeleidingscommissie voor hun zinvolle opmerkingen en aanvullingen tijdens de bijeenkomsten. Ook gaat onze dank uit naar de Universiteit van Amsterdam, de Vrije Universiteit, de Hogeschool van Amsterdam, de Hogeschool voor Economische Studies, INHOLLAND Diemen, de Rietveld Academie en de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten voor hun medewerking bij het versturen van de aankondigingsmail aan alle studenten. Tenslotte willen we alle studenten bedanken die aan deze grote internetenquête over studentenhuisvesting in Amsterdam hebben meegedaan. Het rapport is geschreven door Joost Wegstapel en Dorien Buckers.

4

5 INHOUD Samenvatting en conclusies...i 1 Inleiding Achtergrond van het onderzoek Doel- en vraagstelling van het onderzoek Methode van onderzoek Respons en verantwoording Achtergrondkenmerken van de respondenten Opzet van dit rapport De Huidige huisvestingssituatie Huidige woonsituatie Huidige woonlocatie Eigenaar/verhuurder huidige woonsituatie Huidige woonlasten Waarborgsom en sleutelgeld Huidige omvang Inkomenssituatie Gemiddeld aantal huisgenoten Type huurcontract en onderhuur Wooncarrière Tevredenheid met de woonsituatie Conclusie Verhuisplannen Verhuisgeneigdheid Verhuisredenen Zoektijd en reeds ondernomen activiteiten Conclusie Woonwensen Gewenste woonvorm Gewenste omvang Gewenste woonlasten Gewenst aantal huisgenoten Gewenste eigen of gedeelde voorzieningen Gewenste locatie Gewenste eigenaar/verhuurder Afwegingsproces in zoekgedrag Conclusie Tekorten en overschotten Absoluut tekort Kwalitatief tekort Conclusie Het imago van Amsterdam als studiestad Hoe oriënteer je je op je studie? Naar welke stad gaat je voorkeur uit? Waarom gaat je voorkeur uit naar Amsterdam?...78 C:\Temp\Tijdelijke Internet-bestanden\OLK3F\Van zeecontainer tot grachtenpand.doc

6 6.4 Wat is het belang van woonruimte in de keuze studiestad? Imago van Amsterdam wat betreft woonruimte Conclusie...81 Bijlagen: Bijlage 1 Begrippenlijst...83 Bijlage 2 Literatuurlijst...85 Bijlage 3 Vragenlijst...87 Bijlage 4 Vragenlijst straatenquête Studie Beurs Bijlage 5 Ongewogen frequentietabellen Bijlage 6 Wegingstabellen...123

7 SAMENVATTING EN CONCLUSIES Woonwensenonderzoek onder Amsterdamse studenten In opdracht van de gemeente Amsterdam, de corporaties DUWO, AWV, Rochdale, Ymere, Intermezzo, De Key en de Amsterdamse universiteiten heeft Laagland advies een onderzoek uitgevoerd onder de Amsterdamse studenten. Het doel van het onderzoek was als volgt omschreven: Een betrouwbaar inzicht bieden in de huidige woonsituatie van Amsterdamse studenten en de kwalitatieve en kwantitatieve woonwensen van studenten, met het oog op het realiseren van een passend huisvestingsaanbod voor studenten in Amsterdam. In het onderzoek komen de volgende onderwerpen aan de orde: 1. De huidige woonsituatie van de Amsterdamse studenten 2. De verhuisplannen en woonwensen van Amsterdamse studenten 3. De tekorten aan studentenhuisvesting in Amsterdam 4. Het imago van Amsterdam als studiestad onder scholieren Onderzoeksopzet en uitvoering Voor het onderzoek zijn twee enquêtes gehouden: een internetenquête onder alle Amsterdamse studenten en een straatenquête bij de Studie Beurs onder scholieren. Deze laatste enquête heeft betrekking op het in kaart brengen van het imago van Amsterdam als studiestad, met als doel het achterhalen van de rol die de beschikbaarheid van woonruimte speelt in de keuze om in Amsterdam te gaan studeren. De werving van de respondenten voor de internetenquête is gebeurd aan de hand van de bestanden van de onderwijsinstellingen. Alle voltijd- en deeltijdstudenten hebben per een uitnodiging tot deelname ontvangen (exclusief buitenlandse studenten). In deze rapportage worden uitsluitend de resultaten van de ingeschreven voltijdstudenten weergegeven. Aan de internetenquête hebben in totaal voltijdstudenten meegedaan. Een respons van 17,9%. De respons wordt weergegeven in Tabel 1.1: Tabel 1.1 Respons per onderwijsinstelling Onderwijsinstelling Respons Populatie Responspercentage Universiteit van Amsterdam ,2% Vrije Universiteit ,8% Hogeschool van Amsterdam ,0% Hogeschool voor Economische Studies ,7% INHOLLAND Diemen ,1% Rietveld Academie ,4% Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten ,5% Andere onderwijsinstelling Afgestudeerd/gestopt Geen antwoord Totaal ,9% Bron: Internetenquête, onderwijsinstellingen I Laagland advies

8 De belangrijkste resultaten van het onderzoek A. De huidige woonsituatie van de Amsterdamse studenten De huidige woonsituatie Van alle voltijdstudenten aan de Amsterdamse onderwijsinstellingen woont ongeveer 43% nog thuis bij de ouders. Dit zijn ruim studenten. De Amsterdamse studenten wonen daarmee aanmerkelijk vaker nog thuis bij de ouders dan studenten in steden als Leiden of Delft. De belangrijkste redenen dat men nog thuis woont, zijn dat thuis wonen relatief goedkoop en gemakkelijk is, en dat men nog geen andere woonruimte heeft kunnen vinden. Het zijn met name HBO-studenten die nog vaak thuis wonen. Naast de thuiswonenden is 57% van de Amsterdamse studenten uitwonend. Dit komt overeen met ongeveer studenten. De meeste van deze studenten ( studenten) wonen reeds in Amsterdam, Diemen of Amstelveen. Van deze uitwonenden in Amsterdam, Diemen of Amstelveen wonen studenten in een zelfstandige woning. Er wonen vooral veel studenten in een zelfstandige huurwoning. De meeste uitwonende studenten in Amsterdam, Diemen of Amstelveen wonen echter in onzelfstandige woonruimte 1. Het gaat hierbij om ongeveer studenten. Het gemiddeld aantal huisgenoten in onzelfstandige woonruimte in Amsterdam, Diemen of Amstelveen bedraagt 5,3 personen. De huidige woonlocatie, woonlasten en oppervlakte Het centrum van Amsterdam is de belangrijkste woonlocatie van de uitwonende studenten in Amsterdam, Diemen en Amstelveen. In het centrum wonen naar schatting studenten. Dit is 16% van alle uitwonende studenten in Amsterdam, Diemen en Amstelveen. Ook in Oud-Zuid woont bijna 16%. Na het centrum en Oud-Zuid wonen er veel studenten in Amstelveen (11%) en Oost/Watergraafsmeer (9%). In Amstelveen wonen vooral studenten van de Vrije Universiteit. Dit heeft te maken met de locatie van de VU nabij Amstelveen. In de westelijke stadsdelen Geuzenveld-Slotermeer, Osdorp en Slotervaart wonen de minste studenten. In al deze stadswijken samen woont slechts 5% van alle uitwonende studenten in Amsterdam, Diemen en Amstelveen. De belangrijkste verhuurder/eigenaar van studentenhuisvesting in Amsterdam, Diemen en Amstelveen is de particuliere eigenaar. Zo'n studenten wonen in woonruimte van een particuliere eigenaar 2. Ook huren veel studenten bij één van de Amsterdamse corporaties 3 (6.400 studenten). 1 Men deelt voorzieningen zoals bijvoorbeeld keuken en toilet met anderen. 2 Onder particuliere eigenaar vallen o.a. ouders van studenten, 'huisbazen' en studenten die zelf een woning hebben gekocht. 3 Onder de Amsterdamse corporaties worden de mede-opdrachtgevers voor dit onderzoek bedoeld: AWV, De Key, DUWO, Intermezzo, Rochdale en Ymere. II Laagland advies

9 De gemiddelde woonlasten voor zelfstandige woonruimte in Amsterdam, Diemen of Amstelveen bedragen 326,-. Voor een kamer moet gemiddeld 266,- neergeteld worden. Vooral de kamers in een studentencomplex zijn relatief goedkoop. Bijna 80% heeft een huur beneden de 250,- per maand. De gemiddelde oppervlakte van onzelfstandige woonruimte in Amsterdam, Diemen of Amstelveen is 16,5 m 2. Naast het feit dat de kamers in een studentencomplex goedkoop zijn, zijn het gemiddeld ook de kleinste. Bijna 70% van deze kamers is kleiner dan 15 m 2. Het gemiddelde totale inkomen van de onzelfstandig wonende studenten bedraagt 711,- per maand. Dit betekent dat deze studenten ruim eenderde van hun inkomen aan woonlasten kwijt zijn. Zelfstandig wonende studenten hebben gemiddeld 829,- per maand te besteden. Hiervan wordt bijna 40% aan woonlasten besteed. Thuiswonenden hebben veruit het minste te besteden. Ruim 60% heeft een inkomen onder de 400,- per maand. Wooncarrière Studenten maken vanaf het begin van hun studie een wooncarrière door. Van alle studenten woont 43% nog thuis bij de ouders. Onder de 1 e jaars studenten is het aandeel dat nog thuis bij de ouders woont met 57% relatief groter. Dit aandeel neemt echter af met het vorderen van de studie. Onder de 6 e jaars+ studenten is nog slechts 21% thuiswonend. Het aandeel zelfstandig wonenden vertoont het omgekeerde patroon. Hoe langer men studeert, hoe vaker men in een zelfstandige woning woont. Onder de 1 e jaars studenten woont 17% zelfstandig, onder de 6 e jaars+ studenten is dit aandeel gegroeid tot 39%. Tevredenheid met de woonsituatie De meeste uitwonende studenten in Amsterdam, Diemen en Amstelveen zijn tevreden met hun woonsituatie (72%). Het minst tevreden zijn de studenten over de geluidsisolatie, de hoeveelheid bergruimte en de inbraakveiligheid. De voorzieningen in de omgeving en de bereikbaarheid van het centrum krijgen de hoogste rapportcijfers. Vooral de studenten in zelfstandige woonruimte zijn zeer te spreken over hun huidige woonsituatie (84%). De bewoners van studentencomplexen (58%) en studenten bij hospita's (56%) beoordelen hun situatie het minst gunstig. De onzelfstandige woonruimte van de Amsterdamse corporaties wordt in verhouding met die van andere corporaties of particuliere eigenaren minder goed beoordeeld (58% om 79% en 71%), al scoort deze woonruimte op slechts één aspect een onvoldoende (hoeveelheid bergruimte). B. De verhuisplannen en de woonwensen van Amsterdamse studenten Verhuisplannen Van alle studenten is 33% op dit moment op zoek naar andere woonruimte. Dit zijn direct verhuisgeneigde 4 studenten. Thuiswonenden zijn met 38% 4 Studenten die hebben aangegeven op dit moment andere woonruimte te zoeken III Laagland advies

10 vaker op zoek naar andere woonruimte dan de onzelfstandig en de zelfstandig wonende studenten. Naast de direct verhuisgeneigden wil ook nog eens 24% van de studenten binnen twee jaar verhuizen. De belangrijkste verhuisredenen die worden genoemd door de direct verhuisgeneigde studenten zijn zelfstandig willen gaan wonen, minder reistijd naar onderwijsinstelling en niet meer bij mijn ouders. De laatste twee redenen spelen vooral bij 1 e jaars studenten. Voor ouderejaars zijn 'ik wil groter wonen' en 'ik wil betere faciliteiten' belangrijk. De gemiddelde tijd dat iemand al op zoek is naar andere woonruimte bedraagt voor de direct verhuisgeneigden 11,1 maanden. Het zijn vooral de studenten die op zoek zijn naar zelfstandige woonruimte die al lang zoeken (12,6 maanden). Deze studenten geven de lange wachttijden ook aan als belangrijkste knelpunt in hun zoektocht. De studenten die onzelfstandige woonruimte wensen, zijn reeds gemiddeld 6,7 maanden op zoek. Deze groep studenten klaagt met name dat de kamers vaak te duur zijn. De belangrijkste activiteit die direct verhuisgeneigden reeds hebben ondernomen om andere onzelfstandige woonruimte te vinden, is 'informeren bij vrienden en familie' (71%). Ook via internet wordt veel gezocht. Voor het vinden van zelfstandige woonruimte is naast bovengenoemde activiteiten het inschrijven als woningzoekende bij WoningNet (49%) de meest ondernomen activiteit. Gewenste woonsituatie De favoriete woning van de studenten die binnen 2 jaar denken te verhuizen, is een zelfstandige huurwoning. Voor 58% is dit de gewenste woonsituatie. In totaal wil zelfs 78% zelfstandig wonen. Dit komt overeen met ongeveer studenten. Vooral ouderejaars zoeken zelfstandige woonruimte. Slechts 18% zoekt een onzelfstandige woonvorm. Deze studenten willen gemiddeld met maximaal 7,2 huisgenoten samenwonen. Dit is duidelijk meer dan het huidige aantal huisgenoten (5,3). De meeste studenten die onzelfstandige woonruimte wensen, hebben geen problemen om bepaalde voorzieningen te delen. Sanitaire voorzieningen zoals toilet, douche en wastafel wil men met maximaal 4 personen delen. De keuken en buitenruimte is men bereid met meerderen te delen. Alleen een wastafel wil 56% voor zichzelf. Gewenste woonlocatie, woonlasten en oppervlakte Van alle studenten met verhuiswensen wil 74% in Amsterdam, Diemen of Amstelveen wonen. Dit zijn naar schatting ruim studenten. Vooral universitaire en allochtone studenten zoeken vaker woonruimte in Amsterdam, Diemen en Amstelveen. Het centrum is zoals verwacht de favoriete woonlocatie voor de studenten met verhuisplannen. Zo'n 67% zou hier graag willen wonen. Ook de wijken rond de binnenstad, zoals Oud-Zuid (61%) en Oud-West (39%), zijn populair. De stadsdelen Zuid-Oost (66%), Osdorp (37%) en Noord (36%) worden het vaakst genoemd als locaties waar men absoluut niet wil wonen. IV Laagland advies

11 De maximale woonlasten die studenten voor hun volgende woonruimte bereid zijn te betalen, liggen hoger dan de huidige woonlasten. Voor zelfstandige woonruimte is men bijvoorbeeld bereid 58,- meer te betalen dan men nu gemiddeld doet ( 384,- om 326,-). Ook voor de gewenste onzelfstandige woonruimte hebben de studenten meer over dan men nu gemiddeld betaalt. De maximale woonlasten voor onzelfstandige woonruimte komen op 302,- per maand. Men is dus bereid gemiddeld 36,- meer te betalen ( 302,- om 266,-). De gemiddelde minimale oppervlakte die men wenst voor zelfstandige woonruimte is 33,6 m 2 en voor onzelfstandige woonruimte 17,0 m 2. Ouderejaars zijn bereid meer te betalen voor hun volgende woonruimte dan 1 e jaars studenten. Ook zoeken ze grotere woonruimte. Zowel wat betreft zelfstandige als onzelfstandige woonruimte. Afwegingsproces Studenten kunnen nooit al hun woonwensen realiseren. Een zelfstandige huurwoning in het centrum voor 350,- is er nagenoeg niet. Zij zullen in hun zoektocht prioriteiten moeten stellen en daarmee verschillende alternatieven tegen elkaar afwegen. Om dit afwegingsproces in beeld te krijgen, zijn aan de studenten 7 woonbeelden voorgelegd. Van de voorgelegde woonbeelden was een zelfstandige woning in een studentencomplex met meer dan 50 eenheden het populairst. Tweederde van de studenten zou dit woonbeeld accepteren als dit de komende drie maanden zou worden aangeboden. In het afwegingsproces bij de keuze voor volgende woonruimte speelt, naast de woonlasten, vooral het feit dat het om zelfstandige of onzelfstandige woonruimte gaat de belangrijkste rol. C. De tekorten aan studentenhuisvesting in Amsterdam Tekort aan studentenhuisvesting in Amsterdam De in dit onderzoek gepresenteerde tekorten aan studentenhuisvesting in Amsterdam zijn theoretische tekorten, wanneer alle verhuisgeneigde studenten hun woonwensen zouden kunnen realiseren. In die theoretische situatie wordt de vraag naar studentenhuisvesting in Amsterdam, Diemen en Amstelveen van thuiswonenden geschat op eenheden. De vraag van uitwonenden is ongeveer eenheden. Het aanbod aan huisvesting van direct verhuisgeneigde studenten die momenteel in Amsterdam, Diemen of Amstelveen wonen, wordt geschat op Het absolute tekort aan studentenhuisvesting in Amsterdam, Diemen en Amstelveen komt hiermee op ongeveer eenheden ( ). Wanneer de tekorten worden uitgesplitst naar verschillende woonsituaties, dan blijkt het tekort bijna volledig te bestaan uit zelfstandige huurwoningen (9.359). Aan onzelfstandige woonruimte in studentencomplexen is er geen tekort in Amsterdam, Diemen en Amstelveen. Er is zelfs sprake van een klein overschot (-225). Er is wel een tekort aan kamers in studentenhuizen (1.134). V Laagland advies

12 D. Het imago van Amsterdam als studiestad onder scholieren In dit onderzoeksdeel stond de vraag centraal of de situatie op de markt voor studentenhuisvesting in Amsterdam een negatieve invloed heeft op de populariteit van Amsterdam als studiestad onder scholieren. Om deze vraag te kunnen beantwoorden, zijn niet de resultaten van de internetenquête onder alle Amsterdamse studenten geanalyseerd, maar is er tijdens de landelijke Studie Beurs in de Utrechtse Jaarbeurs een straatenquête gehouden onder aankomende studenten die zich net gaan oriënteren op hun studiekeuze. Uit de resultaten van deze straatenquête blijkt dat Amsterdam onder veel respondenten de studiestad van hun voorkeur is. Deze voorkeur wordt relatief vaak bepaald door het ruime aanbod aan studiemogelijkheden in Amsterdam. Voor de respondenten die Amsterdam niet als voorkeursstad hebben opgegeven, speelt de situatie op de markt voor studentenhuisvesting in Amsterdam nauwelijks een rol in hun keuze. Veruit de belangrijkste rol is weggelegd voor de afstand tussen Amsterdam en de woonplaats van de respondenten. De kleine rol van de situatie op de markt voor studentenhuisvesting wordt echter grotendeels bepaald door het feit dat de respondenten nauwelijks een beeld hebben van de situatie op de markt voor studentenhuisvesting in de verschillende studentensteden. De scholieren die wel een beeld konden schetsen, beoordeelden de situatie in Amsterdam het slechtste in vergelijking met de andere voorgelegde steden. Vooral de oudste respondenten zijn kritisch over de situatie op de markt voor studentenhuisvesting in Amsterdam. Deze groep geeft ook minder vaak aan dat Amsterdam de studiestad van hun voorkeur is. Uit de analyse kan geconcludeerd worden dat onder scholieren de situatie op de markt voor studentenhuisvesting nauwelijks een rol speelt in hun keuze voor hun studiestad. Er zijn echter aanwijzingen dat deze rol in een later stadium in het keuzeproces belangrijker wordt. E. Conclusie Uit het voorgaande kan geconcludeerd worden dat er in Amsterdam, Diemen en Amstelveen een indicatief tekort bestaat aan studentenhuisvesting van eenheden. Kijken we naar de aard van het tekort, dan blijkt dat er vooral behoefte is aan zelfstandige huurwoningen. Aan onzelfstandige eenheden in Amsterdam, Diemen en Amstelveen is momenteel geen tekort. Wel moet men rekening houden met het feit dat studenten wellicht gaan samenwonen in een zelfstandige eenheid. Hierdoor zijn er in de praktijk minder zelfstandige eenheden nodig om aan de totale vraag te voldoen. Uit onderliggend onderzoek blijkt dat studenten kieskeurig zijn. Ze accepteren niet elke woning die hen wordt aangeboden. Zeker onzelfstandige woonvormen worden vaak niet geaccepteerd, zelfs door thuiswonenden. Uit de voorgelegde reële woonbeelden komt naar voren dat vooral het volgende woonbeeld grote kans van slagen heeft: VI Laagland advies

13 Zelfstandige woning in studentencomplex (met meer dan 50 eenheden) Woonvorm: Zelfstandige woonruimte met eigen toilet, douche en keuken Woonlasten: 300,- inclusief Oppervlakte: 30 m 2 (2 kamers) Locatie: Buiten het centrum De acceptatiegraad van dit woonbeeld zou zelfs tot 82% oplopen wanneer deze woonruimte in het centrum zou liggen. Een ander kansrijk woonbeeld kan gedistilleerd worden uit de woonwensen die de studenten hebben opgegeven. Dit woonbeeld komt enigszins overeen met het eerder genoemde populaire reële woonbeeld. Woonvorm: Zelfstandige woonruimte met eigen toilet, douche en keuken Maximale woonlasten: 384,- Minimale oppervlakte: 33,6 m 2 Favoriete locatie: Centrum of Oud-Zuid. Opgemerkt dient te worden dat het berekende tekort een momentopname betreft. Toekomstige ontwikkelingen, zoals de groei of afname van de studentenaantallen en verandering in de woonwensen, zullen de tekorten beïnvloeden. Het doorrekenen van toekomstscenario s en het opzetten van een monitor kan hier een uitkomst bieden. VII Laagland advies

14 VIII Laagland advies

15 1 INLEIDING 1.1 Achtergrond van het onderzoek Amsterdam behoort samen met Utrecht sinds jaar en dag tot de studentensteden met de grootste druk op de woningmarkt. De kamernood houdt het hele jaar door aan. De gemiddelde wachttijd voor een kamer in het centrum van deze steden bedraagt op dit moment volgens onderzoek van de LSVb (zie kader) vijf jaar. Utrecht, 14 juli 2004 De kamernood in de Nederlandse studentensteden is inmiddels gestegen tot immense proporties. Bijna studenten wachten op dit moment op een kamer. In Utrecht en Amsterdam is de wachttijd voor een kamer in het centrum zo n vijf jaar. Dit blijkt uit een landelijke inventarisatie van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Uit de wachttijdinventarisaties van het LSVb blijkt ook dat de afgelopen jaren het tekort aan studentenhuisvesting in Amsterdam alleen maar is toegenomen. Hieraan liggen drie factoren ten grondslag: - toenemende vraag door stijgende studentenaantallen; - afnemend aanbod door teruglopend particulier aanbod; - stagnerende doorstroming van afgestudeerden door algehele krapte op de woningmarkt. Om de toenemende druk op de markt voor studentenhuisvesting terug te dringen, is door de gemeente Amsterdam de projectgroep Studentenhuisvesting ingesteld. Dit heeft inmiddels geleid tot afstemming van activiteiten tussen de verschillende partijen en een inventarisatie van de initiatieven voor het vergroten van het aanbod aan studentenhuisvesting. Daarnaast is de projectgroep voornemens een stedelijke visie studentenhuisvesting op te stellen, waarin de plannen voor een gezamenlijke aanpak voor het oplossen van de kamernood worden beschreven. Een goede visie is gebaseerd op nauwkeurig inzicht in de kwantitatieve en kwalitatieve vraag-/aanbodverhoudingen. Echter, het ontbreekt momenteel aan exacte aantallen. Aanvullend onderzoek is nodig. Op verzoek van de gemeente Amsterdam, de corporaties DUWO, AWV, Rochdale, Ymere, Intermezzo, De Key en de Amsterdamse universiteiten heeft Laagland'advies een onderzoek uitgevoerd naar vraag en aanbod op de markt voor studentenhuisvesting. 1

16 1.2 Doel- en vraagstelling van het onderzoek Het centrale doel van het onderzoek kan als volgt worden geformuleerd: Een betrouwbaar inzicht bieden in de huidige woonsituatie van Amsterdamse studenten en de kwalitatieve en kwantitatieve woonwensen van studenten, met het oog op het realiseren van een passend huisvestingsaanbod voor studenten in Amsterdam. Deze doelstelling is uitgewerkt in de volgende onderzoeksvragen: Huidige situatie: 1. Wat is het aantal studenten in Amsterdam, onderscheiden naar WO/HBO, faculteit en voltijd/deeltijd? 2. Hoe wonen de Amsterdamse studenten nu (uit- of thuiswonend en waarom, wat, waar, hoe groot, hoe duur, welke verhuurder, hoeveel huisgenoten etc.)? 3. Wat is het huidige aanbod aan studentenhuisvesting in Amsterdam (wat, waar, hoe groot, hoe duur, hoeveel huisgenoten etc.)? 4. In hoeverre zijn studenten tevreden met de huidige woonsituatie? 5. Wat is de differentiatie van het bovenstaande naar studiejaar en WO/HBO? 6. Wat zijn de achtergrondkenmerken zoals inkomen, leeftijd, studierichting, studiejaar, geslacht, autochtoon/allochtoon? Verhuisgeneigdheid en kwantitatieve en kwalitatieve woonwensen: 1. Wat is de verhuisgeneigdheid? 2. Waarom wil men verhuizen? 3. Kwantitatieve woonwensen: wat is de omvang van de vraag naar woonruimte in Amsterdam (naar mate van urgentie)? 4. Kwantitatieve woonwensen: wat is de omvang van de vraag naar woonruimte buiten Amsterdam (naar mate van urgentie)? 5. Kwalitatieve woonwensen: wat is de aard van de vraag naar woonruimte in Amsterdam (uit- of thuiswonend, wat, waar, hoe groot, hoe duur, welke verhuurder, hoeveel huisgenoten etc.)? 6. Informatie over achtergrondkenmerken zoals inkomen, leeftijd, studierichting, studiejaar, geslacht, autochtoon/allochtoon. 7. Op welke manier wordt woonruimte gezocht en welke afwegingen in alternatieven (substitutieproces) worden gemaakt? Tekorten: 1. Wat is het kwantitatieve tekort (overschot) aan woonruimte? 2. Wat is het kwalitatieve tekort (overschot) aan woonruimte? Imago Amsterdam als studiestad 1. In hoeverre speelt het woonruimtetekort in Amsterdam een rol bij de afweging van aankomende studenten om al dan niet in Amsterdam te gaan studeren en wonen? 2

17 1.3 Methode van onderzoek De dataverzameling van dit onderzoek is grotendeels via een online internetenquête verlopen. Via deze methode kunnen per alle studenten worden bereikt, waardoor een steekproef niet nodig is. Om de onderzoeksvraag over het imago van Amsterdam als studiestad te kunnen beantwoorden, is er een straatenquête gehouden onder aankomende studenten tijdens de Studie Beurs die van oktober 2004 is gehouden in de Jaarbeurs te Utrecht. De Studie Beurs is het grootste, landelijke evenement voor studiekeuze en beroepsoriëntatie en wordt bezocht door zo n jongeren, die bezig zijn met het maken van een studie- of beroepskeuze De internetenquête Werving De werving van de respondenten is gebeurd aan de hand van de bestanden van: Universiteit van Amsterdam (UvA) Vrije Universiteit (VU) Hogeschool van Amsterdam (HvA) Hogeschool voor Economische Studies (HES) INHOLLAND Diemen Rietveld Academie Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (AHK) Alle studenten in de bestanden hebben een ontvangen van het college van bestuur van de betreffende onderwijsinstelling. In deze is het doel van het onderzoek kort toegelicht en is de studenten gevraagd om hun medewerking. Via een hyperlink in de kwamen de studenten op de eerste pagina van de vragenlijst terecht. Om de respons op de enquête te verhogen is halverwege het veldwerk per een herinnering verstuurd aan alle studenten. Verloop werving De werving verliep niet bij alle onderwijsinstellingen even soepel. De studenten aan de VU en de HvA kregen later de aankondigingsmail toegestuurd dan de bedoeling was. Voor de VU had dit te maken met het feit dat niet alle adressen centraal geregistreerd zijn. Hierdoor was de medewerking van verschillende personen noodzakelijk. De vertraging bij de HvA werd veroorzaakt door het stringente beleid. Slechts enkele personen zijn gemachtigd om alle studenten een te sturen. Het regelen van deze machtiging kostte tijd. De vragenlijst Aan de hand van bestaande vragenlijsten voor onderzoek naar de huisvestingswensen van studenten is een conceptvragenlijst opgesteld. Het concept is afgestemd met de begeleidingscommissie en heeft daarna zijn definitieve vorm gekregen. De vragenlijst bestond uit 59 vragen. De invulduur van de vragenlijst bedroeg afhankelijk van de antwoorden maximaal 20 minuten. Een deel van de vragen 3

18 kende veel antwoordklassen. Om te voorkomen dat de onderste antwoordklassen door de studenten niet gelezen werden, hebben bij deze vragen de antwoordklassen gerouleerd. De vragenlijst is als bijlage bij dit rapport gesloten. Dataverzameling De dataverzameling via internet is uitgevoerd door ProInfo Interactive. Voorafgaand aan de dataverzameling heeft overleg plaatsgevonden over de vormgeving van de vragenlijst. De vragenlijst is van 15 november 2004 tot en met 5 december 2004 online geweest. 1.4 Respons en verantwoording Alle ingeschreven studenten van de Amsterdamse onderwijsinstellingen (inclusief INHOLLAND Diemen) zijn voor het onderzoek benaderd. Uitwisselingsstudenten hebben geen aankondiging ontvangen. In totaal hebben respondenten de vragenlijst ingevuld. 793 van de respondenten heeft aangegeven in deeltijd/duaal te studeren. 174 respondenten hebben deze vraag niet beantwoord. Deze groepen zijn niet in de analyses opgenomen. Deeltijdstudenten wonen namelijk vaak al in zelfstandige woonruimte en vormen daarmee niet de doelgroep die van studentenhuisvesting afhankelijk is. Volgens de onderwijsinstellingen bedraagt het aantal voltijdstudenten dat in Amsterdam studeert Bij de voltijdstudenten van de HvA zitten ook de studenten van samenwerkingsverbanden met Hogeschool INHOLLAND en Hogeschool ipabo. De totale respons van voltijdstudenten bedroeg Dit is een respons van 17,6%. In Tabel 1.1 is de respons uitgesplitst naar onderwijsinstelling. Dit percentage is vrij laag, gezien ervaringen bij eerdere onderzoeken in Leiden (19%) en Delft (19%). Tabel 1.1 Respons voltijdstudenten naar onderwijsinstelling Onderwijsinstelling Respons Populatie Responspercentage Universiteit van Amsterdam ,2% Vrije Universiteit ,8% Hogeschool van Amsterdam ,0% Hogeschool voor Economische Studies ,7% INHOLLAND Diemen ,1% Rietveld Academie ,4% Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten ,5% Andere onderwijsinstelling Afgestudeerd/gestopt Geen antwoord Totaal ,9% Bron: Internetenquête, onderwijsinstellingen Onder andere onderwijsinstelling, zijn onder andere de Educatieve Faculteit Amsterdam (een samenwerkingsverband van HvA en INHOLLAND) en ipabo (een samenwerkingsverband van HvA en PABO Almere) genoemd. Ook respondenten die aan twee Amsterdamse onderwijsinstellingen studeren, zijn opgenomen in deze categorie. 4

19 1.4.1 Weging van de onderzoeksresultaten Zoals uit Tabel 1.1 duidelijk wordt, is de respons niet overal gelijk. UvAstudenten hebben veel vaker meegewerkt aan de enquête dan bijvoorbeeld de VU-studenten. Voor de analyse van dit onderzoek is een representatieve respons gewenst. Daarom zijn de resultaten van de enquête gewogen om voor dit soort verschillen te corrigeren. Aan de hand van gegevens van de Informatie Beheer Groep 5 is gekeken welke groepen studenten onder- dan wel oververtegenwoordigd zijn in de enquête. Aan de meningen van deze groepen zijn respectievelijk een zwaarder en een minder zwaar gewicht gehangen. Om de resultaten te kunnen wegen, zijn er weegfactoren berekend. Een weegfactor is de verhouding tussen de werkelijke populatiefractie (bijvoorbeeld UvA-studenten) en dezelfde fractie uit de enquête (6.529 UvArespondenten). Wanneer deze twee op elkaar worden gedeeld, krijg je de weegfactor voor UvA-studenten. In onderstaande tabel wordt een voorbeeld gegeven van de berekening van de weegfactor voor UvA-studenten en VU-studenten. Hieruit wordt duidelijk dat de meningen van de VU-studenten een stuk zwaarder mee zullen wegen dan de meningen van de UvA-studenten, aangezien de groep VU-studenten ondervertegenwoordigd is in de enquête. Tabel 1.2 Voorbeeld berekening weegfactoren Populatie respons weegfactor UvA , VU , Bron: Internetenquête, onderwijsinstellingen In dit onderzoek zijn de resultaten niet alleen, zoals in het voorbeeld, gewogen naar onderwijsinstelling, maar ook naar leeftijd, geslacht en de situatie uit-/thuiswonend. Aan de hand van gegevens van de Informatie Beheer Groep is een populatietabel opgesteld. Om de weegfactoren te berekenen, is deze tabel gedeeld door exact dezelfde tabel uit de enquête. De wegingstabellen zijn opgenomen in Bijlage Betrouwbaarheid van de onderzoeksresultaten Doordat niet alle studenten aan het onderzoek hebben meegedaan zijn de resultaten niet 100% betrouwbaar en nauwkeurig. De werkelijke waarde ligt binnen bepaalde grenzen rond de uitkomsten en wel met een bepaalde mate van zekerheid. In de navolgende berekeningen is uitgegaan van een (gebruikelijke) gewenste zekerheid van 95%. Bij een respons van respondenten kan met 95% zekerheid worden vastgesteld dat bij een waarde van p=50% (het percentage dat een bepaalde eigenschap heeft), het enquêteresultaat niet meer dan 0,8 % afwijkt van de waarde die gevonden zou worden bij de totale populatie. 5 De Informatie Beheer Groep (IB-groep) is de instantie die verantwoordelijk is voor de studiefinanciering. 5

20 Met andere woorden: indien uit het onderzoek zou blijken dat 50% van de geenquêteerden heeft aangegeven tevreden te zijn met de huidige woonsituatie, dan betekent dit dat van de gehele onderzoekspopulatie het percentage dat tevreden is met 95% zekerheid niet meer is dan 50,8 % en niet minder dan 49,2 %. Bij uitspraken voor een deel van de populatie, bijvoorbeeld alleen de studenten van de VU, ligt de nauwkeurigheid lager. In Tabel 1.3 worden de nauwkeurigheidspercentages en marges voor de onderwijsinstellingen weergegeven. Aangezien 5% een gebruikelijke marge is bij wetenschappelijk onderzoek, kan gesteld worden dat de resultaten van dit onderzoek bijzonder nauwkeurig zijn. Tabel 1.3 Nauwkeurigheidsmarges bij een betrouwbaarheid van 95% Nauwkeurigheidsma rge Nauwkeurigheidsinterval bij p= 50% Universiteit van Amsterdam +/- 1,0% 49,0% - 51,0% Vrije Universiteit +/- 2,3% 47,7% - 52,3% Hoge school van Amsterdam +/- 2,0% 48,0% - 52,0% Hogeschool voor Economische Studies +/- 3,6% 46,4% - 53,6% INHOLLAND Diemen +/- 3,2% 46,8% - 53,2% Rietveld Academie +/- 6,6% 43,4% - 56,6% Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten +/- 4,6% 45,4% - 54,6% Bron: Internetenquête 1.5 Achtergrondkenmerken van de respondenten Op basis van de gewogen enquêteresultaten wordt in Figuur 1.1 de leeftijdsverdeling van de Amsterdamse studenten weergegeven. De verdeling laat nagenoeg een 'normale verdeling' zien. De gemiddelde leeftijd ligt tussen de 21 en 22 jaar. Figuur 1.1 Leeftijdsverdeling 16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% 17 jaar en jonger 18 jaar 19 jaar 20 jaar 21 jaar 22 jaar 23 jaar 24 jaar 25 jaar 26 jaar 27 jaar en ouder N =

21 Een andere kenmerk van de Amsterdamse studentenpopulatie is dat er in Amsterdam met 52,5% meer vrouwen dan mannen studeren. Van alle studenten is 76,3% autochtoon en 23,7% allochtoon volgens de brede definitie van het CBS. Iemand is allochtoon wanneer tenminste één van de ouders in het buitenland is geboren. Van ruim 10% is één ouder in het buitenland geboren. Van de overige 13,3% zijn beide ouders in het buitenland geboren. Uit Tabel 1.4 blijkt dat de meeste Amsterdamse studenten (54,1%) een gammaopleiding (gedrag, maatschappij, economie, rechten enz.) volgen. Vooral aan de HES en INHOLLAND worden gamma-opleidingen gevolgd. Tabel 1.4 Studierichting per onderwijsinstelling 6 Alfa Bèta Gamma Medisch N Universiteit van Amsterdam 26,7% 12,2% 55,6% 11,7% Vrije Universiteit 24,1% 19,9% 47,6% 14,8% Hogeschool v an Amsterdam 12,6% 38,0% 41,2% 14,7% HES 6,6% 2,4% 96,3% 0,0% 634 INHOLLAND Diemen 17,6% 5,4% 80,7% 3,2% 843 Rietveld Academie 90,4% 4,5% 3,9% 0,0% 146 Amsterdamse Hogeschool voor 87,2% 12,2% 5,0% 0,4% 361 de Kunsten Totaal 22,1% 19,1% 54,1% 10,9% N = Opzet van dit rapport Naast dit inleidende hoofdstuk, bestaat het rapport uit 5 andere hoofdstukken. In hoofdstuk 2 wordt de huidige huisvestingssituatie van de studenten besproken. Ook wordt aandacht besteed aan de tevredenheid met de huidige situatie. Vervolgens worden in hoofdstuk 3 de verhuisplannen behandeld. De woonwensen komen in hoofdstuk 4 aan de orde. Hoofdstuk 5 gaat in op de tekorten aan studentenhuisvesting in Amsterdam. Hoofdstuk 6 tenslotte richt zich op het imago van Amsterdam als studiestad onder aankomende studenten. Elk hoofdstuk begint met een stroomdiagram waarin de belangrijkste gegevens worden samengevat en duidelijk wordt gemaakt op wie de uitspraken in het hoofdstuk van toepassing zijn. Naast de algemene resultaten zullen ook de resultaten worden uitgesplitst naar enkele achtergrondkenmerken van de studenten, zoals studiejaar, onderwijsinstelling, etniciteit en geslacht. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een overzicht van de belangrijkste conclusies. 6 De percentages in de tabel tellen niet op tot 100% aangezien studenten ook meer dan één studie kunnen volgen 7

22 8

23 2 DE HUIDIGE HUISVESTINGSSITUATIE In dit hoofdstuk wordt de huidige huisvestingssituatie van de studenten weergegeven. Hierbij wordt een beeld gegeven hoe de Amsterdamse studenten momenteel wonen en hoe zij hun huidige woonsituatie beoordelen. Voor een nadere omschrijving van de gehanteerde begrippen in dit hoofdstuk wordt verwezen naar Bijlage 1. In totaal studeren er aan de Amsterdamse onderwijsinstellingen voltijd studenten. Uit Figuur 2.1 blijkt dat er van deze studenten ruim nog thuis bij de ouders wonen (43%), waarvan de meeste buiten Amsterdam, Diemen of Amstelveen. De overige bijna studenten zijn uitwonend. Dit komt overeen met 57%. In vergelijking met eerdere onderzoeken van Laagland advies in Delft (2003) en Leiden (2004) blijkt dat dit een laag aandeel is. In Delft was ruim 80% uitwonend. Voor Leiden kwam dit aandeel uit op tweederde (66%). Van de uitwonende studenten wonen ongeveer niet in Amsterdam, Diemen of Amstelveen. Bijna uitwonende studenten wonen wel in deze drie gemeenten. Dit is 65% van alle uitwonende studenten. In Delft en Leiden lagen deze percentages respectievelijk op 82% en 75%. Figuur 2.1 Stroomdiagram huidige huisvestingssituatie Amsterdamse studenten: Thuiswonend: (43%) Binnen Amsterdam: (8%) Buiten Amsterdam: (35%) Uitwonend: (57%) Buiten Amsterdam: (20%) Anders: (2%) Binnen Amsterdam: (37%) Onzelfstandig (8%) Zelfstandig: (10%) Onzelfstandig (19%) Zelfstandig: (14%) Anders: (4%) N = In dit hoofdstuk staat vooral de woonsituatie van deze laatste groep studenten centraal. In het stroomdiagram is deze groep daarom rood gekleurd. Van de uitwonende studenten binnen de regio wonen ruim studenten in onzelfstandige, ruim in zelfstandige en ongeveer in andere woonruimte (tijdelijke studentenhuisvesting of sloop/verkoop/renovatiepand). 9

24 2.1 Huidige woonsituatie Huidige woonsituatie van uitwonende studenten in Amsterdam, Diemen of Amstelveen Uit de inleiding van het hoofdstuk werd duidelijk dat 42,7% van alle studenten die in Amsterdam studeren nog thuis bij de ouders woont ( studenten). De belangrijkste redenen die deze studenten aangeven voor het feit dat men nog thuis woont, zijn dat men thuis wonen goedkoop vindt (25,6%) en dat men nog geen andere woonruimte heeft kunnen vinden (24,6%). Ook geven veel studenten aan dat thuis wonen 'gemakkelijk' (18,7%) is. Van alle Amsterdamse studenten woont 37,2% uitwonend in Amsterdam, Diemen of Amstelveen. Zoals reeds eerder vermeld zijn dit ongeveer uitwonende studenten. In Figuur 2.2 wordt de huisvestingssituatie van deze groep studenten weergegeven. Figuur 2.2 Huidige huisvestingssituatie van uitwonende studenten die in Amsterdam, Diemen of Amstelveen wonen zelfstandig studentencomplex studentenhuis hospita/inwonend overig onzelfstandig sloop/verkoop/renovatie tijdelijke vorm 0,0% 5,0% 10,0% 15,0% 20,0% 25,0% 30,0% 35,0% 40,0% N = Ruim eenderde van alle uitwonende studenten in Amsterdam, Diemen of Amstelveen (36,7%) woont in zelfstandige woonruimte. Dit zijn ongeveer studenten. Deze studenten wonen vooral in een zelfstandige huurwoning (7.000 studenten), gevolgd door een zelfstandige koopwoning (1.600 studenten). Een beperkt aantal studenten (800 studenten) woont in een zelfstandige huurwoning in een studentencomplex. Bijna 42% van de uitwonende studenten in Amsterdam, Diemen of Amstelveen woont momenteel in onzelfstandige woonruimte ( studenten). Dit is woonruimte waar voorzieningen zoals keuken, douche en toilet met andere studenten worden gedeeld. De meeste studenten in onzelfstandige woonruimte (17,4%) wonen op een kamer in een studentencomplex. Dit komt overeen met studenten. Ook woont een aanzienlijk deel (14,3%) in een studenten- of dispuutshuis. 10

25 Slechts 1,6% van de uitwonende studenten die in Amsterdam, Diemen of Amstelveen wonen, bewoont momenteel een tijdelijke vorm van studentenhuisvesting, zoals bijvoorbeeld een container 7 - of een prefabwoning 8. Dit waren, ten tijde van het veldwerk (15 november tot 5 december 2004), absoluut gezien ongeveer 400 studenten. Intussen zijn er in Amsterdam meerdere tijdelijke eenheden bijgekomen. Huidige woonsituatie van subgroepen Bij een uitsplitsing naar achtergrondkenmerken van de studenten blijken er verschillen in de huisvestingssituatie te bestaan. Zo wonen HBO-studenten met 52,4% veel vaker nog thuis bij de ouders dan de studenten aan de universiteiten (33,4%). Ook onder de uitwonende studenten in Amsterdam, Diemen en Amstelveen is de huisvestingssituatie soms verschillend. In Tabel 2.1 wordt deze huidige huisvestingssituatie van uitwonende studenten weergegeven, uitgesplitst naar onderwijsinstelling, etniciteit en studiejaar. De uitwonende universitaire studenten wonen in Amsterdam, Diemen en Amstelveen relatief vaker in onzelfstandige woonruimte, terwijl de uitwonende HBO-studenten relatief vaker zelfstandig wonen. Ook wonen HBO-studenten relatief vaker in 'andere' woonruimte zoals in tijdelijke studentenhuisvesting of in een sloop/verkoop/renovatiepand. Absoluut gezien wonen zowel in de onzelfstandige (9.100 om 3.900), de zelfstandige (6.000 om 3.400), als in de 'andere' woonruimte (1.900 om 1.400) in Amsterdam, Diemen of Amstelveen meer universitaire studenten. Een zelfde patroon, hoewel minder duidelijk, komt naar voren tussen de autochtone en allochtone uitwonende studenten in Amsterdam. De autochtone studenten wonen relatief iets vaker onzelfstandig en de allochtonen zelfstandig. In totaal wonen er in Amsterdam, Diemen en Amstelveen naar schatting autochtone en allochtone studenten. Tabel 2.1 Huidige huisvestingssituatie van uitwonende studenten die in Amsterdam, Diemen of Amstelveen wonen Onzelfstandig uitwonend Zelfstandig uitwonend Anders uitwonend Absoluut in Amsterdam Universiteit 53,7% 35,4% 11,0% Hogeschool 45,1% 39,3% 15,6% Autochtoon 51,7% 36,1% 12,2% Allochtoon 47,5% 38,7% 13,8% e jaars 49,3% 35,6% 15,2% e jaars 55,2% 32,1% 12,7% e jaars 49,6% 37,2% 13,2% e jaars 54,5% 34,1% 11,5% e jaars 50,9% 38,1% 11,0% e jaars en hoger 42,9% 47,7% 9,4% N = zie bijlage 1 voor een foto. 8 zie bijlage 1 voor een foto. 11

26 Naar studiejaar komt een minder helder beeld naar voren. Wel wordt duidelijk dat de 6 e jaars+ studenten aanmerkelijk vaker zelfstandig wonen. Opvallend is dat absoluut gezien het aantal 1 e jaars studenten dat uitwonend is in Amsterdam, Diemen of Amstelveen (5.700) aanmerkelijk groter is dan het aantal 6 e jaars+ studenten (3.200). Relatief gezien is het beeld echter totaal anders. Van alle 1 e jaars studenten woont 27% uitwonend in Amsterdam, Diemen of Amstelveen, van de 6 e jaars+ studenten is dit aandeel toegenomen tot 58%. Het beeld naar studiejaar komt in paragraaf 2.10 nog eens aan de orde. In deze paragraaf wordt de wooncarrière van studenten behandeld. 2.2 Huidige woonlocatie Huidige woonlocatie van uitwonende studenten in Amsterdam, Diemen of Amstelveen Uit het stroomdiagram aan het begin van dit hoofdstuk werd duidelijk dat ongeveer van alle uitwonende studenten in Amsterdam, Diemen of Amstelveen wonen. Dit komt overeen met ongeveer 65% van alle uitwonende studenten. Dat betekent dat zo'n 35% buiten deze drie gemeenten woont. Figuur 2.3 Huisvestingslocatie van uitwonende studenten in Amsterdam N = In Figuur 2.3 wordt weergegeven in welke stadsdelen de uitwonende studenten in Amsterdam, Diemen of Amstelveen wonen. Hieruit blijkt dat 15,9% van deze studenten in het centrum woont. Dit zijn naar schatting bijna studenten. 12

27 Na het centrum wonen de meeste uitwonende studenten in de stadsdelen die direct aan het centrum grenzen: In Oud-Zuid wonen ongeveer studenten (15,7%) en in Oost/Watergraafsmeer (8,6%). Ook wonen er veel studenten, ± 2.800, in Amstelveen (10,9%). Dit heeft te maken met het grote studentencomplex Uilenstede dat daar gelegen is. In de westelijke stadsdelen buiten de ring A-10 (Geuzenveld-Slotermeer, Osdorp en Slotervaart) wonen de minste studenten. In deze stadsdelen samen woont slechts 5,2% van alle uitwonende studenten. In Figuur 2.4 wordt het aantal uitwonende studenten per stadsdeel gepercenteerd op de totale bevolking per stadsdeel. Hieruit blijkt dat ook relatief gezien in het centrum en Oud-Zuid de meeste uitwonende studenten wonen. Figuur 2.4 Percentage uitwonende studenten ten opzichte van de totale bevolking per stadsdeel N =

28 Huidige woonlocatie per subgroep Er zijn een aantal verschillen in de woonlocatie tussen de zelfstandig en onzelfstandig wonende studenten in Amsterdam. Deze worden weergegeven in Tabel 2.2. De zelfstandig wonende studenten in Amsterdam, Diemen of Amstelveen wonen relatief vaker in populaire stadsdelen als Oud-Zuid, het centrum, De Baarsjes en Oud-West. In Amstelveen wonen in verhouding veel meer onzelfstandig wonende studenten. Dit wordt uiteraard veroorzaakt door het grote studentencomplex Uilenstede in Amstelveen. In de categorie 'anders' scoort stadsdeel Westerpark opvallend goed. Onder 'anders' worden tijdelijke studentenhuisvesting en sloop/verkoop/renovatiepanden verstaan. In Westerpark staan sinds dit studiejaar dan ook verschillende tijdelijke vormen van studentenhuisvesting aan de 'Houthavens'. Tabel 2.2 Woonlocatie van onzelfstandig wonenden en zelfstandig wonenden in Amsterdam Onzelfstandig Zelfstandig Anders Totaal Centrum 15,8% 17,1% 12,5% 15,9% Oud-Zuid 13,9% 18,8% 13,4% 15,7% Amstelveen 18,6% 3,4% 1,4% 10,9% Oost/Watergraafsmeer 8,1% 8,6% 11,1% 8,6% Zuideramstel 6,2% 6,9% 9,1% 6,8% De Baarsjes 5,2% 7,8% 5,1% 6,1% Westerpark 3,4% 6,6% 11,1% 5,6% Oud-West 3,8% 7,6% 6,4% 5,5% Bos en Lommer 4,2% 4,4% 5,0% 4,4% Zuid-Oost 4,7% 3,1% 4,3% 4,1 % Zeeburg 2,9% 4,8% 6,5% 4,0% Noord 3,0% 3,1% 7,1% 3,6% Diemen 4,8% 2,5% 1,3% 3,5% Slotervaart 2,6% 2,5% 1,8% 2,5% Osdorp 1,7% 1,4% 2,9% 1,7% Geuzenveld-Slotermeer 1,0% 1,4% 0,2% 1,0% Duivendrecht 0,1% 0,0% 0,2% 0,1% Westpoort 0,0% 0,0% 0,5% 0,1% Absoluut in Amsterdam N = In tabel 2.3 wordt het percentage uitwonende studenten dat in Amsterdam, Diemen of Amstelveen woont, uitgesplitst naar onderwijsinstelling en studiejaar. De universitaire studenten blijken aanmerkelijk vaker in Amsterdam, Diemen of Amstelveen te wonen dan de studenten van de hogescholen (78,0% om 59,4%). tabel 2.3 Percentage uitwonende studenten dat in Amsterdam, Diemen of Amstelveen woont naar studiejaar en onderwijsinstelling Universiteit Hogeschool Totaal N 1e jaars 75,2% 61,0% 68,5% e jaars 76,1% 61,4% 69,9% e jaars 79,1% 60,0% 70,1% e jaars 78,9% 56,4% 68,7% e jaars 78,4% 54,9% 70,6% 856 6e jaars en hoger 81,5% 60,7% 78,9% 994 Totaal 78,0% 59,4% 70,5% N =

29 Bij een vergelijking naar studiejaar zijn de verschillen erg klein. Onder de uitwonende 1 e jaars studenten woont reeds 68,5% in Amsterdam, Diemen of Amstelveen. Alleen de 6 e jaars+ studenten wonen aanmerkelijk vaker in Amsterdam, Diemen of Amstelveen (78,9%). In Tabel 2.4 is van alle uitwonende studenten in Amsterdam, Diemen of Amstelveen weergegeven welke percentages in het centrum, Oud-Zuid en Amstelveen wonen. Hieruit komt naar voren dat in het centrum relatief veel universitaire en autochtone studenten wonen. Ook wonen er relatief veel universitaire studenten in Amstelveen. Dit zijn vooral studenten van de Vrije Universiteit. Dit heeft te maken met de locatie van de VU dicht bij Amstelveen. Tabel 2.4 Percentage uitwonende studenten in Centrum, Oud-Zuid of Amstelveen naar studiejaar, etniciteit en onderwijsinstelling Centrum Oud-Zuid Amstelveen Universiteit 17,4% 15,4% 12,9% Hogeschool 12,9% 16,2% 7,0% Universiteit van Amsterdam 22,7% 15,7% 2,6% Vrije Universiteit 9,4% 14,8% 28,4% Hogeschool van Amsterdam 10,8% 13,3% 7,9% Hogeschool voor Economische Studies 11,6% 26,4% 3,0% INHOLLAND Diemen 15,0% 15,7% 9,6% Rietveld Academie 10,2% 12,0% 3,2% Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten 19,9% 20,2% 3,3% Autochtoon 16,8% 16,3% 10,7% Allochtoon 12,9% 13,6% 11,5% 1e jaars 12,1% 15,5% 7,6% 2e jaars 15,5% 14,1% 11,1% 3e jaars 17,6% 17,1% 8,5% 4e jaars 14,6% 14,7% 15,0% 5e jaars 18,2% 20,0% 12,2% 6e jaars en hoger 20,0% 13,5% 12,9% Totaal 15,9% 15,7% 10,9% N = In verhouding zijn het vooral de ouderejaars die een plekje in de binnenstad hebben weten te bemachtigen. Van de uitwonende 6 e jaars+ studenten die in Amsterdam, Diemen of Amstelveen wonen, woont 20,0% in het centrum. Van de 1 e jaars is dit percentage nog slechts 12,1%. 2.3 Eigenaar/verhuurder huidige woonsituatie Aan de uitwonende studenten die in Amsterdam, Diemen of Amstelveen wonen, is gevraagd wie de eigenaar of verhuurder van hun huidige woonruimte is. Uit Figuur 2.5 blijkt dat de particuliere eigenaar veruit de belangrijkste eigenaar/verhuurder is. Bijna 34% van de studentenhuisvesting in Amsterdam, Diemen of Amstelveen kent een particuliere eigenaar. Absoluut gezien, zijn dit naar schatting studenten. Onder 'particuliere eigenaar' vallen bijvoorbeeld ouders van studenten, huisbazen, maar ook studenten die zelf een woning hebben gekocht. Het betreft zowel onzelfstandige als zelfstandige woonruimte. In de categorie 'anders uitwonend' vallen de studenten die tijdelijke woonruimte of een sloop/renovatiewoning huren. 15

JE BENT STUDENT EN JE WILT WAT IN EINDHOVEN. Woonwensenonderzoek onder studenten van de TU/e, Fontys Hogescholen en Design Academy

JE BENT STUDENT EN JE WILT WAT IN EINDHOVEN. Woonwensenonderzoek onder studenten van de TU/e, Fontys Hogescholen en Design Academy JE BENT STUDENT EN JE WILT WAT IN EINDHOVEN Woonwensenonderzoek onder studenten van de TU/e, Fontys Hogescholen en Design Academy Houten, 26 oktober 2006 Colofon In opdracht van: Vestide Gemeente Eindhoven

Nadere informatie

Onderzoek naar studentenhuisvesting

Onderzoek naar studentenhuisvesting Papiermolen 5 Postbus 140 3990 DC Houten tel: 030 693 60 00 fax: 030 693 60 01 KvK nr. 31042832 E: info@atrive.nl I: www.atrive.nl Onderzoek naar studentenhuisvesting in Den Haag Resultaten van de DUWO

Nadere informatie

Studentenmonitor Leeuwarden 2010 Nathan Rozema Leeuwarden Studiestad (1) Laagland advies i.o.v. Ministerie van VROM, april 2010 Doelstelling Leeuwarden om in top 3 HBO-steden te komen Met het oog daarop

Nadere informatie

Studentenwoonwensen Leiden. Maarten Vijncke & René van Hulle. ABF Research Verwersdijk 8 2611 NH Delft 015-27 99 300

Studentenwoonwensen Leiden. Maarten Vijncke & René van Hulle. ABF Research Verwersdijk 8 2611 NH Delft 015-27 99 300 Studentenwoonwensen Leiden 2015 Maarten Vijncke & René van Hulle September 2015 ABF Research Verwersdijk 8 2611 NH Delft 015-27 99 300 Copyright ABF Research 2015 De informatie in dit rapport is met de

Nadere informatie

Check Je Kamer Rapportage 2014

Check Je Kamer Rapportage 2014 Check Je Kamer Rapportage 2014 Kwantitatieve analyse van de studentenwoningmarkt April 2015 Dit is een uitgave van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden

Nadere informatie

Sleutels gezocht in Leiden. De stand van zaken in studentenhuisvesting anno 2009

Sleutels gezocht in Leiden. De stand van zaken in studentenhuisvesting anno 2009 Sleutels gezocht in Leiden De stand van zaken in studentenhuisvesting anno 2009 Sleutels gezocht in Leiden Uitgevoerd in opdracht van SLS Wonen, Universiteit Leiden en Hogeschool Leiden A. Gjaltema, M.

Nadere informatie

De vraag van studenten naar huisvesting

De vraag van studenten naar huisvesting Vastgoedmarkten De vraag van studenten naar huisvesting Groep 7 Fariez Alyan Arjen Kalkhoven Mina Karami Maikel Lankreijer Danny van Sas Mirte Tuinenberg Specialisatie/Minor Real Estate & Makelaardij 2011-2012

Nadere informatie

IBG en GBA Een gevaarlijk koppel

IBG en GBA Een gevaarlijk koppel IBG en GBA Een gevaarlijk koppel Een onderzoek naar de gevolgen van koppeling van de bestanden van de Informatie Beheer Groep en de Gemeentelijke Basis Administratie Wetenschappelijk bureau ASVA OBAS Maart

Nadere informatie

Studentenwoonwensen. Maastricht. Maarten Vijncke & René van Hulle. ABF Research Verwersdijk NH Delft

Studentenwoonwensen. Maastricht. Maarten Vijncke & René van Hulle. ABF Research Verwersdijk NH Delft Studentenwoonwensen Maastricht 2015 Maarten Vijncke & René van Hulle September 2015 ABF Research Verwersdijk 8 2611 NH Delft 015-27 99 300 Copyright ABF Research 2015 De informatie in dit rapport is met

Nadere informatie

Studentenwoonwensen Den Haag. Onderzoek naar de woonwensen van studenten in Den Haag

Studentenwoonwensen Den Haag. Onderzoek naar de woonwensen van studenten in Den Haag Studentenwoonwensen Den Haag 2015 Onderzoek naar de woonwensen van studenten in Den Haag Uitgevoerd in opdracht van DUWO Studentenhuisvesting en gemeente Den Haag Maarten Vijncke & René van Hulle 10 maart

Nadere informatie

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen Onderzoek Houten Jongeren en Wonen Juni 2007 www.adv-mr.com Utrechtseweg 101, 3702 AB Zeist Inhoud Inleiding Vanuit woonstichting Viveste en de gemeente Houten is een behoefte aan onderzoek naar de woonwensen

Nadere informatie

Rapport. StudentenWoonMonitor. Utrecht 2011

Rapport. StudentenWoonMonitor. Utrecht 2011 Rapport StudentenWoonMonitor Utrecht 2011 Rapport StudentenWoonMonitor Utrecht 2011 Een onderzoek naar het profiel en de woonwensen van studenten in Utrecht Utrecht, juni 2011 Dit onderzoek werd uitgevoerd

Nadere informatie

Verhuis- en woonwensen van starters

Verhuis- en woonwensen van starters Verhuis- en woonwensen van starters Gemeente Amersfoort Sector Concernmiddelen Onderzoek en Statistiek Marc van Acht Uitgave en rapportage in opdracht van afdeling Economie en Wonen Onderzoek en Statistiek,

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting Omnibusenquête 2015 deelrapport Studentenhuisvesting OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport STUDENTENHUISVESTING Zoetermeer, 9 december 2015 Gemeente Zoetermeer

Nadere informatie

Prognose studentenhuisvesting

Prognose studentenhuisvesting Prognose studentenhuisvesting Project: 4260 In opdracht van: de gemeente Amsterdam, de woningcorporaties AWV, DUWO, Intermezzo, De Key, Rochdale en Ymere, de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit

Nadere informatie

Rapport Studentenmonitor Leeuwarden 2010

Rapport Studentenmonitor Leeuwarden 2010 Rapport Studentenmonitor Leeuwarden 2010 Een huisvestings- en woonwensenonderzoek naar hbo-studenten in Leeuwarden Utrecht, januari 2011 G.D. Bos, MSc Dit onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met

Nadere informatie

Studentenhuisvesting. Leiden

Studentenhuisvesting. Leiden Studentenhuisvesting Leiden De stand van zaken anno 2013 Studentenhuisvesting Leiden De stand van zaken anno 2013 Uitgevoerd in opdracht van ABF Research M. Vijncke, C. Poulus 2013 r2013-0029cp 12240-WON

Nadere informatie

Studentenwoonwensen Leiden

Studentenwoonwensen Leiden Studentenwoonwensen Leiden Onderzoek naar studentenwoonwensen in Leiden Studentenwoonwensen Leiden Onderzoek naar studentenwoonwensen in Leiden Uitgevoerd in opdracht van Kences Maarten Vijncke Augustus

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Amsterdam (incl Diemen en Amstelveen)

Amsterdam (incl Diemen en Amstelveen) Amsterdam (incl Diemen en Amstelveen) HET APOLLO MODEL Het Apollo Model is tot stand gekomen op initiatief van Kences en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksreslaties.

Nadere informatie

Verleden en toekomst in Oud-West

Verleden en toekomst in Oud-West Verleden en toekomst in In mei 009 is aan de panelleden van stadsdeel gevraagd naar hun mening over de ontwikkelingen die in het stadsdeel zichtbaar zijn. Deze ontwikkelingen betreffen onder andere inkomsten,

Nadere informatie

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030 Amersfoort HET APOLLO MODEL Het Apollo Model is tot stand gekomen op initiatief van Kences en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met dit model

Nadere informatie

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030

HET APOLLO MODEL. Figuur 1: Ontwikkeling aantal studenten HBO en WO, Nederland, 2013-2030 Rotterdam HET APOLLO MODEL Het Apollo Model is tot stand gekomen op initiatief van Kences en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Met dit model

Nadere informatie

Lokale Monitor. Studentenhuisvesting. Eindrapport voor de gemeente Apeldoorn. Uitgevoerd in opdracht van Gemeente Apeldoorn

Lokale Monitor. Studentenhuisvesting. Eindrapport voor de gemeente Apeldoorn. Uitgevoerd in opdracht van Gemeente Apeldoorn Lokale Monitor Studentenhuisvesting Eindrapport voor de gemeente Apeldoorn Uitgevoerd in opdracht van Gemeente Apeldoorn René van Hulle, Maarten Vijncke, Wim Faessen 27 juni 2016 r2016-0004rh 15278-WRG

Nadere informatie

HET APOLLO MODEL. studentenhuisvesting op.

HET APOLLO MODEL. studentenhuisvesting op. Utrecht HET APOLLO MODEL Het Apollo Model is tot stand gekomen op initiatief van Kences en de ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksreslaties. Met dit model

Nadere informatie

Leeronderzoek: Enquête Studentenhuisvesting Propedeuse 2015/2016

Leeronderzoek: Enquête Studentenhuisvesting Propedeuse 2015/2016 Enquete woonwensen studenten propedeuse VRAGEN REACTIES 269 Sectie 1 van 9 Leeronderzoek: Enquête Studentenhuisvesting Propedeuse 2015/2016 - Achtergrond Deze enquête is ontwikkeld als instrument voor

Nadere informatie

Waar en hoe wonen de Groninger studenten in 2020

Waar en hoe wonen de Groninger studenten in 2020 Waar en hoe wonen de Groninger studenten in 2020 kenniscafé 12 mei 2011 Studeren in Groningen Onderzoek studentenhuisvesting 2009 Gemeentebeleid Groningen is de jongste stad van NL: de helft van de inwoners

Nadere informatie

LANDELIJKE MONITOR STUDENTENHUISVESTING

LANDELIJKE MONITOR STUDENTENHUISVESTING LANDELIJKE MONITOR STUDENTENHUISVESTING Apollo 2015 :: Nederland 1 oktober 2015 Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2015 Uitgevoerd in opdracht van Kences René van Hulle 1 oktober 2015 ABF Research

Nadere informatie

Rapport studentenhuisvesting Amsterdam

Rapport studentenhuisvesting Amsterdam Rapport studentenhuisvesting Amsterdam ASVA Studentenunie Vendelstraat 2 1012 XX Amsterdam 020-6225771 Rapport Studentenhuisvesting Amsterdam 2 Voorwoord Het onderzoeksbureau van ASVA heeft als taak om

Nadere informatie

Internetpeiling ombuigingen

Internetpeiling ombuigingen Internetpeiling ombuigingen In opdracht van: Gemeente Sittard-Geleen januari 2012 Flycatcher Internet Research, 2004 Dit materiaal is auteursrechtelijk beschermd en kopiëren zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

StudentenMonitor Zwolle 2010 Een huisvestings- en woonwensenonderzoek naar mbo- en hbo-studenten in Zwolle

StudentenMonitor Zwolle 2010 Een huisvestings- en woonwensenonderzoek naar mbo- en hbo-studenten in Zwolle StudentenMonitor Zwolle 2010 Een huisvestings- en woonwensenonderzoek naar mbo- en hbo-studenten in Zwolle Utrecht, juli 2010 G.D. Bos, MSc Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van SSH Deze rapportage

Nadere informatie

Student City. Uitgevoerd in opdracht van Gemeente Rotterdam. Co Poulus, Richard van den Berg, Rik Lukey. December 2007 r2007-0104cp

Student City. Uitgevoerd in opdracht van Gemeente Rotterdam. Co Poulus, Richard van den Berg, Rik Lukey. December 2007 r2007-0104cp Student City Student City Uitgevoerd in opdracht van Gemeente Rotterdam Co Poulus, Richard van den Berg, Rik Lukey December 2007 r2007-0104cp ABF RESEARCH VERWERSDIJK 8 2611 NH DELFT T [015] 2123748 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%) Werkloosheid Amsterdam sterk gestegen Volgens de nieuwste cijfers van het CBS steeg de werkloosheid in Amsterdam van bijna 5% in 2002 naar 8,4% in 2003. Daarmee is de werkloosheid in Amsterdam sneller

Nadere informatie

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren,

Fact sheet. Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, Fact sheet nummer 1 maart 2004 Concentraties van allochtone ouderen en jongeren, 1994-2003 Waar in Amsterdam wonen allochtone jongeren en ouderen? Allochtonen wonen vaker dan autochtonen in gezinsverband

Nadere informatie

Woonwensen van (allochtone) jongeren in Amsterdam

Woonwensen van (allochtone) jongeren in Amsterdam Woonwensen van (allochtone) jongeren in Amsterdam Woonvoorkeuren van Surinaamse, Turkse, Marokkaanse en in Amsterdam opgegroeide autochtone jongeren Projectnummer: 11218 In opdracht van: Dienst Wonen,

Nadere informatie

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3 Rapportage Burgerpanel meting 3: Juni 2013 In opdracht van: Contactpersoon: Gemeente Horst aan de Maas Dhr. F. Geurts Utrecht, juli 2013 DUO Market Research drs. Aart van Grootheest drs. Marjan den Ouden

Nadere informatie

Onderzoek Studentenhuisvesting 2009

Onderzoek Studentenhuisvesting 2009 Onderzoek Studentenhuisvesting 2009 Een onderzoek naar de huidige en de gewenste huisvesting van studenten aan de Rijks-Universiteit Groningen en de Hanzehogeschool in de gemeente Groningen Bureau Onderzoek

Nadere informatie

JONGERENPEILING WONEN IN EDE

JONGERENPEILING WONEN IN EDE JONGERENPEILING WONEN IN EDE ACHTERGROND EN OPZET Eind 2015 is de Woonvisie Ede 2030 vastgesteld. Sindsdien heeft de gemeente Ede gewerkt aan de vertaling van de Woonvisie naar het woningbouwprogramma

Nadere informatie

4.1 Levensloop. 4.1.1 Leeftijd. 4.1.2 Opleidingsniveau

4.1 Levensloop. 4.1.1 Leeftijd. 4.1.2 Opleidingsniveau 4. Studenten 1 Studenten vormen een bijzondere groep binnen het onderzoek omdat de specifieke vraag van deze relatief homogene groep een belangrijk onderdeel is van de onderkant van de Utrechtse woningmarkt.

Nadere informatie

Check je Kamer Rapportage 2015

Check je Kamer Rapportage 2015 Check je Kamer Rapportage 2015 Kwantitatieve analyse van de huurprijzen op de studentenwoningmarkt Dit is een uitgave van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild

Nadere informatie

StudentenMonitor Sittard 2011

StudentenMonitor Sittard 2011 StudentenMonitor Sittard 2011 Een huisvestings- en woonwensenonderzoek naar MBO- en HBO-studenten in Sittard - Onderzoeksrapport Utrecht, 19 december 2011 M.M. Hootsen, MSc Drs. N. Rozema Dit onderzoek

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

Omnibusenquête Deelrapport wonen

Omnibusenquête Deelrapport wonen Omnibusenquête 2016 Deelrapport wonen Omnibusenquête 2016 Deelrapport wonen Omnibusenquête 2016 deelrapport wonen Zoetermeer, 17 mei 2017 Gemeente Zoetermeer Afdeling Juridische Aangelegenheden & Bestuursondersteuning

Nadere informatie

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN

KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp

Nadere informatie

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld NEDERLANDERS OVER DE VIERDAAGSE Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen Nienke Lammertink en Koen Breedveld Mei 2016 1 Nederlanders over de

Nadere informatie

Woonwensenonderzoek Valkenswaard %

Woonwensenonderzoek Valkenswaard % Woonwensenonderzoek 2017 De Metropoolregio Eindhoven laat sinds de jaren 80 met enige regelmaat voor de 21 gemeenten in Zuidoost-Brabant onderzoek uitvoeren naar de woningmarkt. In 2017 werd besloten om

Nadere informatie

Woningbehoefte onderzoek

Woningbehoefte onderzoek Woningbehoefte onderzoek Prognose woningbehoefte Amersfoort tot 2015 Gemeente Amersfoort Sector Dienstverlening, Informatie en Advies (DIA) Afdeling Onderzoek en Statistiek Marc van Acht Uitgave en rapportage:

Nadere informatie

# $% % & ' ( )*' + %&'& ',-./+

# $% % & ' ( )*' + %&'& ',-./+ # $% % & ' ( )*' + %&'& ',-./+ 0!"! / / % 1!,/ 02,// 3 /4 5. '& 6 7 7 % ' 6 2 2, ( " ".8('& 9! " /% '' 8& : 7, %& 7 ; 7? 7 7 7 2. 6 # $% 7.( ' 71 7 0 %& ( " 7 7 0 & & ( 9 7 2 % %%& (!

Nadere informatie

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs 7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs Vergeleken met autochtonen is de participatie in het hoger onderwijs van niet-westerse allochtonen ruim twee keer zo laag. Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

Woningbehoefteonderzoek jongeren Hengelo en Borne

Woningbehoefteonderzoek jongeren Hengelo en Borne Woningbehoefteonderzoek jongeren Hengelo en Borne WoningNet 1 juni 2018 Onderzoek naar woningbehoefte van jongeren tot 28 jaar in Hengelo en Borne Behandeld door: ALEXANDRA DE JONG Telefoon: 0651567917

Nadere informatie

Sleutels gevonden in Leiden? De stand van zaken in studentenhuisvesting anno 2012

Sleutels gevonden in Leiden? De stand van zaken in studentenhuisvesting anno 2012 Sleutels gevonden in Leiden? De stand van zaken in studentenhuisvesting anno 2012 Sleutels gevonden in Leiden? De stand van zaken in studentenhuisvesting anno 2012 Uitgevoerd in opdracht van SLS Wonen,

Nadere informatie

Bijlage bij brief Modernisering Huurbeleid

Bijlage bij brief Modernisering Huurbeleid Bijlage bij brief Modernisering Huurbeleid Inleiding Om inzicht te krijgen in de effecten van het beleid op segregatie, is het noodzakelijk de lokale situatie en de samenstelling van de voorraad in ogenschouw

Nadere informatie

Rapport. Studentenmonitor. Zwolle 2010

Rapport. Studentenmonitor. Zwolle 2010 Rapport Studentenmonitor Zwolle 2010 Rapport Studentenmonitor Zwolle 2010 Een huisvestings- en woonwensenonderzoek naar mbo- en hbo-studenten in Zwolle Utrecht, september 2010 G.D. Bos, MSc Dit onderzoek

Nadere informatie

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering Behorende

Nadere informatie

Veluwse Poort in beeld. Een onderzoek naar de bekendheid en beeldvorming van Veluwse Poort

Veluwse Poort in beeld. Een onderzoek naar de bekendheid en beeldvorming van Veluwse Poort Veluwse Poort in beeld Een onderzoek naar de bekendheid en beeldvorming van Veluwse Poort INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 2 1.1. Aanleiding... 2 1.2. Doel van het onderzoek... 2 1.3. Probleemstelling...

Nadere informatie

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft

Fact sheet. Dienst Wonen, Zorg en Samenleven. Eigen woningbezit 1e en 2e generatie allochtonen. Aandeel stijgt, maar afstand blijft Dienst Wonen, Zorg en Samenleven Fact sheet nummer 1 januari 211 Eigen woningbezit 1e en Aandeel stijgt, maar afstand blijft Het eigen woningbezit in Amsterdam is de laatste jaren sterk toegenomen. De

Nadere informatie

Homoseksuelen in Amsterdam

Homoseksuelen in Amsterdam Homoseksuelen in Amsterdam Projectnummer 9150 In opdracht van de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Marlon Nieuwenhuis drs. Marcel Janssen dr. Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

Cliëntervaringen in beeld

Cliëntervaringen in beeld Cliëntervaringen in beeld Jaarrapportage contactpersonen de Herbergier 2011 dr. C.P. van Linschoten drs. M. Cardol drs. W. Betten februari 2012 ARGO Rijksuniversiteit Groningen BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING

Nadere informatie

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016

Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016 Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch Nulmeting 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Juli 2016 Samenvatting De gemeente s-hertogenbosch vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met Wmoondersteuning

Nadere informatie

Jaarcijfers huurteams huurrondejaar 2005/2006

Jaarcijfers huurteams huurrondejaar 2005/2006 Jaarcijfers huurteams huurrondejaar 2005/2006 Tabel 1 Aantal benaderde adressen, contacten met bewoners en verrichte woningopnames Benaderd Contact Percentage Opname Percentage Binnenstad 2357 1224 51.93

Nadere informatie

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht

Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht Kengetallen woningtoewijzing in de gemeente Utrecht Stand van zaken zomer 2014 Inleiding Op dit moment volstrekt zich een grote verandering binnen de sociale huursector. Dit is het gevolg van het huidige

Nadere informatie

Landelijke Monitor. Studentenhuisvesting. Uitgevoerd in opdracht van Kences. ir. C. Poulus. Augustus 2013 r2013-0030cp 12240-WON

Landelijke Monitor. Studentenhuisvesting. Uitgevoerd in opdracht van Kences. ir. C. Poulus. Augustus 2013 r2013-0030cp 12240-WON Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2013 Uitgevoerd in opdracht van Kences ir. C. Poulus Augustus 2013 r2013-0030cp 12240-WON ABF Research Verwersdijk 8 2611 NH Delft 015-27 99 300 Copyright ABF Research

Nadere informatie

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0

Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2.0 Wat zie jij er uitgeslapen uit... Monitoringsrapport 2. Inhoud 1 Inleiding... 5 2 Werving en achtergronden deelnemers... 6 2.1 Interpretatie van de gegevens...6 2.2 Werving...6 2.3 Doelgroep...7 2.4 Kenmerken

Nadere informatie

Rookmelders Omnibusonderzoek 2011

Rookmelders Omnibusonderzoek 2011 Omnibusonderzoek 2011 Onderzoekskader Omnibusonderzoeken 2011 Opdrachtgever Brandweer en rampenbestrijding (Marry Borst) Uitvoering Gemeente Alkmaar, Concerncontrol, Team Onderzoek en Statistiek (Aad Baltus)

Nadere informatie

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015

RESULTATEN WOONONDERZOEK PURMEREND UPDATE MAART 2015 Inhoud 1. Woningvoorraad 2 2. Huishoudens 4 3. Huishoudens in woningen 5 4. Verhuizingen 8 5. Verhuiswensen doorstromers 10 6. Verhuiswensen starters 14 7. Woonruimteverdeling 15 Inleiding Er is heel veel

Nadere informatie

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007 LelyStadsGeluiden De mening van de jongeren gepeild School en werk 007 In 007 hebben.37 jongeren meegewerkt aan de jongerenenquête. Het onderzoek had als doel om in kaart te brengen wat jongeren doen,

Nadere informatie

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016 Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen

Nadere informatie

Woningbehoefte vanuit De Noord, Veenhuizen en het buitengebied 2015

Woningbehoefte vanuit De Noord, Veenhuizen en het buitengebied 2015 Woningbehoefte vanuit De Noord, Veenhuizen en het buitengebied 2015 Inleiding In het kader van KODN 2.0 is een enquête gehouden om te onderzoeken wat de behoefte is aan (extra) woonruimte in De Noord.

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Amstelveen. Kerncijfers

Fact sheet Wonen in Amstelveen. Kerncijfers Fact sheet Wonen in Amstelveen Kerncijfers Amstelveen SRA- Noord SRA-Zuid Amsterdam* totaal huishoudens (abs. bron: CBS/OIS) 42.33 43.2 4. 3.8 Woningvoorraad (abs. bron: CBS/OIS) 42.73 42.3 4.347 4. Aantal

Nadere informatie

[Geef tekst op] Bewoners over het verdelen van sociale huurwoningen. Stadsregio Amsterdam - Tabellenrapportage. Onderzoek, Informatie en Statistiek

[Geef tekst op] Bewoners over het verdelen van sociale huurwoningen. Stadsregio Amsterdam - Tabellenrapportage. Onderzoek, Informatie en Statistiek [Geef tekst op] - Bewoners over het verdelen van sociale huurwoningen Stadsregio Amsterdam - Tabellenrapportage Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van afdeling Wonen Amsterdam Projectnummer

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017

Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Fact sheet Wonen in Amsterdam 2017 Amsterdam in het kort Er wonen 462.000 huishoudens in Amsterdam. Amsterdam telt relatief veel alleenwonenden, 49% van de huishoudens woont alleen. Gemiddeld ligt dit

Nadere informatie

Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid

Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid www.qompas.nl Januari 2015 Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid 1 Oordeel studenten/scholieren over Qompas en tevredenheid met betrekking tot

Nadere informatie

StudentenBureau Stagemonitor

StudentenBureau Stagemonitor StudentenBureau Stagemonitor Rapportage Mei 2011 1 SAMENVATTING... 3 ERVARINGEN... 3 INLEIDING... 4 ONDERZOEKSMETHODE... 5 RESPONDENTEN... 5 PROCEDURE... 5 METING... 5 DEEL I ANALYSE... 6 1. STAGE EN ZOEKGEDRAG...

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Monitor Studentenhuisvesting. Uitgevoerd in opdracht van Kences. ir. C. Poulus. September 2012 r2012-0039cp 12137-WON

Monitor Studentenhuisvesting. Uitgevoerd in opdracht van Kences. ir. C. Poulus. September 2012 r2012-0039cp 12137-WON Monitor Studentenhuisvesting 2012 Uitgevoerd in opdracht van Kences ir. C. Poulus September 2012 r2012-0039cp 12137-WON ABF Research Verwersdijk 8 2611 NH Delft 015-27 99 300 Copyright ABF Research 2012

Nadere informatie

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Ter Zake Het Ondernemershuis

Omnibusenquête 2015. deelrapport. Ter Zake Het Ondernemershuis Omnibusenquête 2015 deelrapport Ter Zake Het Ondernemershuis Omnibusenquête 2015 deelrapport Ter Zake Het Ondernemershuis OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport TER ZAKE HET ONDERNEMERSHUIS Zoetermeer, 15 februari

Nadere informatie

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam

Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam Boodschappenservice Binnenstad Amsterdam Draagvlakmeting Projectnummer: 10063 In opdracht van: Ingenieursbureau Amsterdam (IBA) Rogier van der Groep Willem Bosveld Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Diemen 2017

Fact sheet Wonen in Diemen 2017 Fact sheet Wonen in Diemen 2017 Diemen in het kort Er wonen 14.000 huishoudens in Diemen. Diemen telt relatief veel alleenwonenden: 41%, vergeleken met 31% in Amstel- Meerlanden en 39% in de Metropoolregio

Nadere informatie

5. Onderwijs en schoolkleur

5. Onderwijs en schoolkleur 5. Onderwijs en schoolkleur Niet-westerse allochtonen verlaten het Nederlandse onderwijssysteem gemiddeld met een lager onderwijsniveau dan autochtone leerlingen. Al in het basisonderwijs lopen allochtone

Nadere informatie

LANDELIJKE MONITOR STUDENTENHUISVESTING

LANDELIJKE MONITOR STUDENTENHUISVESTING LANDELIJKE MONITOR STUDENTENHUISVESTING Apollo 2014 :: Nederland 1 oktober 2014 Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2014 Landelijke Monitor Studentenhuisvesting 2014 Uitgevoerd in opdracht van Kences

Nadere informatie

Onderzoek Alumni Bètatechniek

Onderzoek Alumni Bètatechniek Onderzoek Alumni Bètatechniek 0 meting - Achtergrond Eén van de knelpunten op de Nederlandse arbeidsmarkt is een tekort aan technisch geschoolden. De Twentse situatie is hierin niet afwijkend. In de analyse

Nadere informatie

Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017

Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017 Fact sheet Wonen in Haarlemmermeer 2017 Haarlemmermeer in het kort Er wonen ruim 61.000 huishoudens in Haarlemmermeer. Haarlemmermeer telt relatief veel gezinnen met kinderen: 35%, tegenover 32% in Amstelland-Meerlanden

Nadere informatie

Onderzoektechnische verantwoording. Opinieonderzoek Solidariteit

Onderzoektechnische verantwoording. Opinieonderzoek Solidariteit Onderzoektechnische verantwoording Opinieonderzoek Solidariteit Project 18917 / mei 2013 Een onderzoek in opdracht van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, te Den Haag. AUTEURSRECHT MARKETRESPONSE

Nadere informatie

De vraag naar. studentenhuisvesting. En het effect daarop van de. kabinetsmaatregelen Hoger Onderwijs

De vraag naar. studentenhuisvesting. En het effect daarop van de. kabinetsmaatregelen Hoger Onderwijs De vraag naar studentenhuisvesting En het effect daarop van de kabinetsmaatregelen Hoger Onderwijs De vraag naar studentenhuisvesting En het effect daarop van de kabinetsmaatregelen Hoger Onderwijs Uitgevoerd

Nadere informatie

Omnibusenquête deelrapport. Werk, zorg en inkomen

Omnibusenquête deelrapport. Werk, zorg en inkomen Omnibusenquête 2015 deelrapport Werk, zorg en inkomen Omnibusenquête 2015 deelrapport Werk, zorg en inkomen OMNIBUSENQUÊTE 2015 deelrapport WERK, ZORG EN INKOMEN Zoetermeer, 25 januari 2016 Gemeente Zoetermeer

Nadere informatie

De vraag naar. studentenhuisvesting. En het effect daarop van de. kabinetsmaatregelen Hoger Onderwijs

De vraag naar. studentenhuisvesting. En het effect daarop van de. kabinetsmaatregelen Hoger Onderwijs De vraag naar studentenhuisvesting En het effect daarop van de kabinetsmaatregelen Hoger Onderwijs De vraag naar studentenhuisvesting En het effect daarop van de kabinetsmaatregelen Hoger Onderwijs Uitgevoerd

Nadere informatie

Burgerpeiling Discriminatie

Burgerpeiling Discriminatie Burgerpeiling Discriminatie Uitgave : Team Kennis en Verkenning Naam : Marije Hofland Telefoonnummer : 0570-69 3317 Mail : m.hofland@deventer.nl 1 Inleiding De Gemeente Deventer voert om de twee jaar een

Nadere informatie

Monitor beleidsmaatregelen 2014. Anja van den Broek

Monitor beleidsmaatregelen 2014. Anja van den Broek Monitor beleidsmaatregelen 2014 Anja van den Broek Maatregelen, vraagstelling en data Beleidsmaatregelen Collegegeldsystematiek tweede studies uit de Wet Versterking besturing inclusief uitzonderingen

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol

Onderzoek Inwonerspanel Jongerenonderzoek: alcohol 1 (19) Onderzoek Inwonerspanel Auteur Tineke Brouwers Respons onderzoek Op 5 december kregen de panelleden van 12 tot en met 18 jaar (280 personen) een e-mail met de vraag of zij digitaal een vragenlijst

Nadere informatie

Woonvoorkeuren Woonwensen jongeren in verstedelijkte gebieden

Woonvoorkeuren Woonwensen jongeren in verstedelijkte gebieden Woonvoorkeuren Woonwensen jongeren in verstedelijkte gebieden 1 Doelgroepbepaling Personen in de leeftijd van 25 tot 35 jaar Wens om in een verstedelijkt gebied (> 3. inwoners) te wonen Geen studenten

Nadere informatie

Op de vraag of men de artikelen zelf in het Engels schrijft, gaf één wetenschapper het volgende aan:

Op de vraag of men de artikelen zelf in het Engels schrijft, gaf één wetenschapper het volgende aan: NEDERLANDS, TENZIJ Onderzoek Vakgroep Marktkunde en Marktonderzoek RUG In dit onderzoek zijn de volgende vragen geformuleerd: Welke factoren zijn op dit moment van invloed op de beslissing of Nederlandse

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1

Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Analyse van de instroom van allochtone studenten op de pabo 1 Inleiding Hoeveel en welke studenten (autochtoon/allochtoon) schrijven zich in voor de pabo (lerarenopleiding basisonderwijs) en blijven na

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Sportparticipatie Volwassenen

Sportparticipatie Volwassenen Sportparticipatie 2014 Volwassenen Onderzoek & Statistiek Februari 2015 2 Samenvatting In het najaar van 2014 is de sportparticipatie van de volwassen inwoners van de gemeente s- Hertogenbosch onderzocht.

Nadere informatie

Rapport Onderzoek Lerarentekort

Rapport Onderzoek Lerarentekort Rapport Onderzoek Lerarentekort In opdracht van: PO-Raad Utrecht, juli 2019 Postbus 681 3500 AR Utrecht Telefoon: 030 263 10 80 e-mail: info@duo-onderwijsonderzoek.nl website: www.duo-onderwijsonderzoek.nl

Nadere informatie

Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 2015

Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 2015 Klanttevredenheidsonderzoek Bureau Wbtv 1 Juni 1 Doel van het onderzoek is het verkrijgen van inzicht in de huidige mate van tevredenheid van tolken en vertalers, afnemers van tolk- en vertaaldiensten

Nadere informatie