Notitie Reikwijdte en Detailniveau eerste fase Marker Wadden

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Notitie Reikwijdte en Detailniveau eerste fase Marker Wadden"

Transcriptie

1 Notitie Reikwijdte en Detailniveau eerste fase Marker Wadden Ten behoeve van het projectmer voor het Projectplan Waterwet en de Ontgrondingvergunning Marker Wadden Datum 2 april 2014 Status Definitief

2

3 Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat Midden-Nederland (RWS MN) Informatie Bert Flach (RWS MN) Telefoon Auteur Opgesteld door Rijkswaterstaat in samenwerking met Natuurmonumenten en Royal HaskoningDHV Opmaak Huisstijl Rijkswaterstaat Datum 2 april 2014 Status Definitief Versienummer Kenmerk 2.0 MD-AF /ES/MW

4

5 Inhoud 1 Marker Wadden Aanleiding Een projectmer voor Projectplan Waterwet en Ontgrondingvergunning Uitgangspunten voor het projectmer 11 2 Reikwijdte: locaties en dimensionering zandwinputten, slibgeulen en compartimenten Locatie en dimensionering zandwinputten, slibgeulen en compartimenten Uitvoeringswijze Te onderzoeken alternatieven en varianten 18 3 Detailniveau: beoordeling milieuaspecten Bodem Water Archeologie, Landschap en Cultuurhistorie Natuur Recreatie Nautische veiligheid en scheepvaart Verstoring door geluid Verstoring door licht Luchtkwaliteit Visserij 29

6 1 Marker Wadden 1.1 Aanleiding Het Markermeer is met hectare één van de grootste natuurgebieden en zoetwatermeren van Nederland en Europa. Desondanks heeft het Markermeer ecologisch gezien verschillende problemen. Het ontbreekt het in het Markermeer aan natuurlijke moeras- en oeverzones. Overgangen tussen dijk en diep water verlopen in het Markermeer bijna overal abrupt. Dat is historisch zo gegroeid. Als gevolg hiervan heeft het Markermeer minder ecologische variatie dan vergelijkbare grote zoetwatermeren elders. Door de aanleg van dammen en dijken (zoals het afsluiten van het IJsselmeer door de Afsluitdijk en de aanleg van de Houtribdijk) is de natuurlijke dynamiek in het Markermeer voor een groot deel aan banden gelegd. Hierdoor hoopt zich slib op in het meer en maakt het water in het Markermeer troebel. Het beperkt de aanwas en groei van algen en bodemfauna, driehoeksmosselen, zooplankton en vis. De combinatie van afnemende nutriëntengehalten, ontbrekende moeras- en oeverzones en ophoping van slib is er de oorzaak van dat er te weinig voedsel en leefgebied voor vogels beschikbaar is. De hoeveelheid watervogels neemt dan ook af, met als gevolg dat de gehele ecologische kwaliteit van dit natuurgebied achteruit gaat Het initiatief Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat als beheersorganisatie van het ministerie van Infrastructuur en Milieu - willen samen met andere partijen, zoals Provincie Flevoland en het ministerie van Economische Zaken, het Markermeer weer tot bloei brengen, voor natuur én voor mensen, door het ontwikkelen van Marker Wadden ; een project dat gericht is op het bouwen van een archipel aan natuureilanden, mede door het immobiliseren en invangen van (mobiel) slib. Beide ministeries dragen (financieel) bij aan de eerste fase van de Marker Wadden 1 en hebben hiertoe met Natuurmonumenten een intentieverklaring ondertekend om de eerste stappen samen uit te voeren. Er wordt, parallel aan de m.e.r.-procedure die met dit document wordt gestart, ook gewerkt aan de aanbesteding voor de eerste stap om te komen tot de realisatie van natuureilanden. Marker Wadden is een programma waarbinnen een combinatie van maatregelen boven- en onderwater een substantiële kwaliteitsverbetering van het ecosysteem dient te bewerkstelligen. Het zichtbare deel (het bovenwaterlandschap ) zal na verloop van tijd bestaan uit een archipel met slikken, zand- en schelpenbanken, ondiep water, oeverbegroeiingen, moeras en rietland. Om dit te kunnen maken, zal er onderwater ook het nodige veranderen. Er wordt een geulenstelsel gegraven in combinatie met diepe putten, het onderwaterlandschap. Het materiaal dat hieruit vrijkomt wordt gebruikt voor het maken van het bovenwaterlandschap. Deze geulen en putten vangen (mobiel) slib in, dit slib kan weer gebruikt worden om natuur in de archipel te bouwen. Dit bouwen is een proces van vele jaren. De verwachting is dat er de aankomende jaren circa ha bovenwaterlandschap (afgerond naar maximaal 1.000ha voor het projectmer) gerealiseerd kan worden, afhankelijk van een optimale uitvoering binnen het beschikbare budget. De genoemde hectaren betreffen de footprint van het bovenwaterlandschap vanaf de meerbodem, dus inclusief de randzone. Rijkswaterstaat neemt het op zich om in de eerste jaren opdrachtgever voor dit project te zijn. 1 Tweede Kamer, vergaderjaar , J, nr. 2 Pagina 6 van 30

7 1.1.2 De doelstellingen Door de realisatie van onderstaande doelen zal de doelstelling bereikt worden: 1) Het creëren van een vogelparadijs met diverse habitat voor flora en fauna. Het voedselrijk (eutroof) moeras wordt in de vorm van één (of meerdere) natuureiland(en) uitgevoerd, bestaande uit grotendeels plas-dras (land op en rondom de waterlijn) en ondiep water. Het totaal wordt beschermd door een rand waar natuurlijke processen als erosie en sedimentatie ruimte krijgen, maar waarbij de beschermende werking toch zodanig is, dat onder maatgevende omstandigheden (extreme omstandigheden) het achterliggende moerasgebied voor het overgrote deel behouden blijft. Het eiland dient een mogelijkheid voor een veilig bereikbaar recreatief concentratiepunt te krijgen, bestaande uit een aanlegvoorziening, een locatie waar een ontvangstgebouw geplaatst kan worden, een recreatiestrand en mogelijkheden om vandaaruit lopend het eiland te beleven. Dit maakt de beleving van de omgeving van de Marker Wadden als vogelrijk natuureiland mogelijk, vanaf zowel water als land. 2) Verbeteren van het watersysteem door mobiel slib te immobiliseren door het in te vangen in putten en geulen en toe te passen als bouwstof in of rond het natuureiland, zodat het project bijdraagt aan het ecologisch beter functioneren van het Markermeer. Door het creëren van golfluwte door vorm en ligging van het eiland ten opzichte van de heersende windrichting bezinkt het slib op een natuurlijke wijze in het gebied tussen het eiland en Houtribdijk. Marker Wadden moet het Markermeer verrijken met diepe gedeelte (putten en geulen) en ondiepe, natuurlijke moeras- en oeverzones, waardoor goed functionerende habitat ontstaan in de vorm van visgronden en mosselbanken. 3) Door te leren en kennis te generen in de eerste fase wordt Marker Wadden verder ontwikkeld: een strategie waarbij gestuurd wordt rekening houdend met de dynamiek en de ervaringen tijdens het realiseren van het project. Deze eerste fase dient als vliegwiel voor de volgende fases. Tussen het natuureiland en de Houtribdijk is voldoende ruimte aanwezig voor de ontwikkeling van nieuwe eilanden, waardoor deze in de bestaande luwte gebouwd kunnen worden. De lessen die in de eerste innovatieve fase geleerd worden over bijvoorbeeld de wijze waarop gebouwd kan worden met slib, dragen bij aan efficiëntere aanleg in de vervolgfases. Innovatieve methodieken en samenwerkingsvormen zijn nodig om het project binnen budget te kunnen realiseren. Het streven is om marktpartijen, binnen de wettelijke kaders, maximaal ruimte te bieden om innovatieve uitvoeringsmethodes mogelijk te maken. Verwachte processen rond het invangen van slib in geulen en putten en het door sedimentatie vastleggen van slib in het luwtegebied tussen eiland en Houtribdijk worden gemonitord om aard en omvang lokaal en nader vast te kunnen stellen. 4) Kostenminimalisatie voor onderhoud in de toekomst is een vierde doelstelling. Met eenvoudige toegang tot zand (zandwinning in nabije omgeving) en een robuust systeem (niet direct na elke storm onderhoud) blijven de kosten voor het onderhoud zo beperkt mogelijk Projectplan Waterwet Het Markermeer is rijkswater in beheer bij Rijkswaterstaat. Bij wijziging van waterstaatswerken door of vanwege Rijkswaterstaat moet op grond van de Waterwet een projectplan worden vastgesteld. Dit is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Pagina 7 van 30

8 1.1.4 Ontgrondingvergunning Voor het invangen van slib en bouwen van het natuureiland zijn slibgeulen en zandwinputten nodig. Graven in de Nederlandse (water)bodem mag niet zomaar. De Ontgrondingenwet regelt het ontgraven van gronden en winnen van zand, grind, klei en andere materialen uit de Nederlandse bodem alsmede hoe de winlocatie moet worden opgeleverd na winning. Eventuele afzet van zand buiten het projectgebied in projecten die niet kwalificeren als waterstaatswerk kan alleen als daarvoor een vergunning is aangevraagd Overige vergunningen en besluiten Naast een projectplan Waterwet en Ontgrondingvergunning waarvoor het project- MER wordt geschreven, zijn er nog andere vergunningen nodig om tot uitvoering te komen. In elk geval moet ook een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 aangevraagd worden bij de provincie Flevoland. Mogelijk is er ook een ontheffing in het kader van de Flora-en faunawet nodig van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (voormalig Dienst Regelingen) van het Ministerie van Economische Zaken. Verwacht wordt dat de aannemer pas kan starten zodra er een omgevingsvergunning in het kader van de Wet algemene bepaling omgevingsrecht van de gemeente Lelystad is afgegeven De bevoegde gezagen Bij vergunningen voor ontgrondingen in rijkswateren zoals het Markermeer is conform artikel 8 lid 1 de minister van Infrastructuur en Milieu het bevoegd gezag. De minister heeft deze bevoegdheid gemandateerd aan de inspecteur-generaal van de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Voor het projectplan Waterwet is Rijkswaterstaat Midden Nederland bevoegd gezag. Omdat er verschillende besluiten en vergunningen worden genomen die met elkaar samenhangen, verzoekt Rijkswaterstaat, conform artikel 10a, eerste lid van de Ontgrondingenwet, om coördinatie. Met een coördinatieregeling worden de verschillende vergunningen gecombineerd in één procedure. Hierdoor komen de voorbereiding van de besluiten op hetzelfde moment, liggen de besluiten tegelijk ter inzage en vallen de inspraakmogelijkheden samen. Rijkswaterstaat Midden Nederland treedt op als het coördinerend bevoegd gezag. 1.2 Een projectmer voor Projectplan Waterwet en Ontgrondingvergunning Wat is een milieueffectrapportage? In Nederland is het verplicht voor ontwikkelingen met mogelijke belangrijke milieugevolgen een zogenaamde milieueffectrapportage te doorlopen (een procedure die wordt afgekort als m.e.r.) en een milieueffectrapport op te stellen (afgekort MER, dit betreft het uiteindelijke rapport). Het doel van een m.e.r. is het milieubelang volwaardig en vroegtijdig in de besluitvorming te betrekken. Dit om ten behoeve van het ontwikkelen van plannen en het nemen van besluiten inzicht te krijgen in de effecten van de voorgenomen activiteit op de omgeving en om onderzoek te kunnen doen naar mogelijke maatregelen om eventuele negatieve effecten op de omgeving te verminderen en/of te compenseren. Het op te stellen projectmer geeft aan burgers en bestuurders inzicht in milieugevolgen en dient zo ter ondersteuning van het te nemen besluit. Pagina 8 van 30

9 1.2.2 Is een m.e.r. voor Marker Wadden verplicht? De Algemene maatregel van Bestuur Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.) bepaalt of bij de voorbereiding van een plan of een besluit een m.e.r. moet worden doorlopen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in m.e.r.-plicht en m.e.r.- beoordelingsplicht. Voor diverse onderdelen van het voornemen Marker Wadden is in het Besluit m.e.r. bepaald dat deze activiteiten m.e.r.-beoordelingsplichtig zijn. Het betreft de volgende activiteiten: D29.2 winning van mineralen door afbaggering van de zee-, meer- of rivierbodem. Er geldt een m.e.r.-beoordelingsplicht in de gevallen waarin de activiteit betrekking heeft op een oppervlakte van 50 hectare of meer en plaatsvindt in een gevoelig gebied, zoals een Natura2000-gebied D18.3 De oprichting van een inrichting bestemd voor het storten van slib en baggerspecie, of het in de diepe ondergrond brengen van niet-gevaarlijke afvalstoffen. Zowel een Projectplan in het kader van de Waterwet als een Ontgrondingvergunning in het kader van de Ontgrondingenwet zijn besluiten waarop afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en een of meer artikelen van afdeling 13.2 van de wet van toepassing zijn. Om deze reden zijn beide besluiten m.e.r.-beoordelingsplichtig en dient het bevoegd gezag een beslissing te nemen of voor de m.e.r.- beoordelingsplichtige activiteiten, vanwege de belangrijke nadelige gevolgen die zij voor het milieu kan hebben, een m.e.r.-procedure moet worden doorlopen. Rijkswaterstaat Midden Nederland en Natuurmonumenten hebben als initiatiefnemer van het voornemen besloten om het besluit van bevoegd gezag niet af te wachten en zelf (vrijwillig) de m.e.r.-procedure voor het project Marker Wadden te starten. Passende Beoordeling Aangezien het project Marker Wadden in het Natura2000-gebied Markermeer & IJmeer ligt en significante effecten niet op voorhand zijn uit te sluiten, is het uitvoeren van een passende beoordeling conform artikel 19 f van de Natuurbeschermingswet 1998 nodig. De Passende beoordeling wordt opgesteld terzake van een besluit op aanvraag van een vergunning zoals bedoeld in artikel 19d van diezelfde wet. Als sprake is van een project-m.e.r.-plicht, is het niet verplicht om deze Passende beoordeling op te nemen in het project-mer. De Commissie voor de milieueffectrapportage en ook de ministers van Infrastructuur en Milieu en Economische Zaken adviseren echter wel om deze beide documenten te koppelen. Voor het project Marker Wadden zal de Passende Beoordeling gekoppeld worden aan het projectmer Hoe ziet de m.e.r.-procedure voor Marker Wadden eruit? Voor een milieueffectrapport voor een Ontgrondingvergunning geldt in principe dat de beperkte m.e.r.-procedure (exclusief kennisgeving en advies over reikwijdte en detailniveau) van toepassing is. Voor een Projectplan Waterwet, waarvoor ook een Passende Beoordeling moet worden opgesteld, geldt echter een uitgebreide m.e.r.- procedure. De besluiten over de Ontgrondingvergunning en Projectplan Waterwet worden gecoördineerd genomen, waarbij de uitgebreide m.e.r.-procedure wordt gevolgd. De stappen van de m.e.r.-procedure, in combinatie met het Projectplan Waterwet en de Ontgrondingvergunning, zijn weergegeven in figuur 1.2. Pagina 9 van 30

10 Figuur 1.2 m.e.r.-procedure gekoppeld aan Waterwet en Ontgrondingenwet Wat is een Notitie Reikwijdte en Detailniveau en voor wie is deze bedoeld? Voorliggende Notitie is een informatiedocument waarin het voornemen is beschreven en een onderzoekagenda is opgesteld. Dit document beschrijft het zoekgebied waarbinnen zandwinputten en slibgeulen gerealiseerd moeten worden. Tevens presenteert dit document de bandbreedtes met betrekking tot de omvang en/of samenstelling van een zandwinput, slibgeul en compartiment (deel van het uiteindelijke natuureiland) en de wijze van uitvoering. Binnen deze bandbreedte wordt een realistisch referentie-alternatief opgesteld. Voor bepaalde elementen van het ontwerp Pagina 10 van 30

11 zal qua aanleg of uitvoering naar varianten worden gekeken voor zover dit voor milieuaspecten relevant kan zijn. Een aanzet voor de toetscriteria en het te hanteren detailniveau is in voorliggende notitie gegeven. Aan de hand van deze notitie en het advies van de betrokken bestuursorganen en wettelijke adviseurs geeft het bevoegd gezag een advies ten aanzien van de onderzoekagenda voor het projectmer Marker Wadden. De informatie over reikwijdte en detailniveau kan door de bestuurlijke organen en overige adviseurs gebruikt worden om een advies te geven over wat in het project- MER onderzocht moet worden. De ILT raadpleegt bij het formuleren van haar advies de volgende bestuursorganen: Provincie Flevoland Provincie Noord-Holland Gemeente Lelystad Gemeente Almere Gemeente Enkhuizen Gemeente Stede Broec Gemeente Drechterland Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Waterschap Zuiderzeeland Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier Ministerie van Economische Zaken 1.3 Uitgangspunten voor het projectmer Bestemmingsplan Marker Wadden geeft de juridisch planologische begrenzing Het voornemen Marker Wadden is voorzien in het Markermeer binnen de gemeentegrens van Lelystad. De gemeenteraad van Lelystad heeft op dinsdag 3 december 2013 het bestemmingsplan Marker Wadden en bijbehorende stukken, waaronder een milieueffectrapport en Passende Beoordeling, vastgesteld. Binnen het bestemmingsplan 'Marker Wadden' zijn de hoofdfuncties 'Water', 'Water - Natuur 1', 'Water - Natuur 2' en 'Natuur' planologisch mogelijk gemaakt. Het project Marker Wadden past dan ook binnen het vigerende bestemmingsplan. Op basis van de resultaten van het planmer en de Passende Beoordeling van het bestemmingsplan is de exacte begrenzing van het totale plangebied en de bestemmingen bepaald, zie figuur Vanuit de alternatieven zoals aangegeven in het planmer behorende bij het Bestemmingsplan Marker Wadden zijn de ruimtelijke uitgangspunten bepaald met betrekking tot de locaties waarbinnen het natuureiland gerealiseerd kan worden en zandwinputten en slibgeulen mogelijk zijn, zie figuur Het natuureiland, de zandwinputten en slibgeulen zijn gelegen binnen de in het Bestemmingplan Marker Wadden daartoe aangegeven mogelijke gebieden. Pagina 11 van 30

12 Figuur ruimtelijke begrenzing bestemmingen Marker Wadden Benodigde hoeveelheden materiaal voor 1.000ha eiland Zowel de Ontgrondingvergunning als het Projectplan Waterwet wordt opgesteld en aangevraagd voor de eerste fase van Marker Wadden. Deze eerste fase betreft de aanleg van de buitenrand van het natuureiland en het vullen de eersten compartimenten, inclusief het ontgraven van zandwinputten en slibgeulen. Het doel van de eerste fase is het creëren van een bovenwaterlandschap van ten hoogste 1.000ha 2. Aan de hand van eerste inschattingen is hiervoor rond de 20 miljoen kuub zand nodig, deze hoeveelheid is mede afhankelijk van de hoeveelheid steen die gebruikt wordt bij de verdediging van het eiland tegen storm en golven. Aan steen wordt minimaal ton ingezet bij een zachte rand en maximaal ton bij een met steen bedekte rand. Behalve voor de rand is er ook materiaal nodig voor het vullen van de compartimenten, deze worden naar verwachting voornamelijk met Holoceen materiaal (klei en veen) gevuld. De hoeveelheid wordt bepaald door de verhouding waarin slib en klei worden ingezet bij het vullen. De verwachting is dat er circa 20 miljoen kuub Holoceen materiaal nodig is om de compartimenten met een totaal oppervlak van 1.000ha te vullen, hiervan is minimaal 2 miljoen kuub aan slib van het Markermeer dat wordt ingevangen door de gegraven geulen en putten. De verhoudingen tussen klei, veen en slib enerzijds en zand anderzijds is ook afhankelijk van de grootte van de compartimenten. In figuur is een mogelijk eindbeeld van de 1.000ha natuureiland geschetst. Het figuur geeft een globaal beeld; er kan en zal ook sprake zijn van vele kleinere tussencompartimenten dan hierin aangegeven. In de luwte van het eiland wordt slib geïmmobiliseerd. Dit is een natuurlijk proces. Na 10 jaar is er circa 15 miljoen m3 geïmmobiliseerd door afdekking, sedimentatie in putten, geulen en in de luwte achter het eiland. De vergunningaanvraag in het kader van de Ontgrondingenwet richt zich op het aantal benodigde kuubs. Om de doelstelling van ha (met een max van 1000ha) te kunnen bereiken, is het uitgangspunt dat er voor het realiseren van de randen van het natuureiland 20 miljoen kuub zand nodig is en 20 miljoen kuub aan Holoceen materiaal, waaronder 2 miljoen kuub ingevangen slib, voor het vullen van de compartimenten. 2 Let wel, Het plan dat hier beschreven wordt en waarvoor vergunning wordt aangevraagd is groter dan het plan waarvoor dezer dagen een aanbesteding wordt begonnen. Pagina 12 van 30

13 Figuur Mogelijk eindbeeld 1.000ha aan compartimenten en benodigd materiaal Marktbenadering Voor Marker Wadden is een geïntegreerde contractvorm gekozen conform de UAV- GC 2005, dat middels een concurrentie gerichte dialoog procedure wordt aanbesteed. Deze contractvorm past bij het innovatieve karakter van Marker Wadden en de flexibele invulling van de scope, waardoor de opdrachtnemer invloed kan hebben op het ontwerp (en bijbehorende processen). De dialoog met de markt zal deels parallel verlopen met de afstemming met de bevoegde gezagen omtrent de inhoud van het projectmer en de benodigde vergunningaanvragen voor de hoofdvergunningen. Initiatiefnemer is hierdoor in de gelegenheid om wensen vanuit de uitvoering te kunnen toetsen bij het bevoegde gezag en te zorgen dat randvoorwaarden vanuit vergunningen opgenomen worden in de gestelde eisen aan de markt (Vraagspecificatie Eisen). Als uitgangspunt is verkozen dat de initiatiefnemer het projectplan Waterwet opstelt en de vergunningen voor Ontgrondingenwet en Natuurbeschermingswet 1998 aanvraagt (eventueel ook ontheffing Flora-&faunawet). Voorwaarde hiervoor is wel dat er voldoende zicht is op vergunbaarheid van de aanlegmethodieken die de verschillende aannemers tijdens de concurrentie gerichte marktdialoog presenteren. Pagina 13 van 30

14 2 Reikwijdte: locaties en dimensionering zandwinputten, slibgeulen en compartimenten Op basis van de eisen die gesteld worden aan de zandwinputten, slibgeulen en compartimenten wordt het zoekgebied waarbinnen deze functies mogelijk zijn bepaald. Er zijn op hoofdlijn twee onderscheidende uitvoeringsregiems om het onder- en bovenwaterlandschap te realiseren. Het onderscheid wordt gekenmerkt door de duur (in tijd) van de uitvoering en het daaraan gerelateerd in te zetten materieel. De wijze van aanleg wordt uiteindelijk bepaald door de aannemer. Omdat niet op voorhand te bepalen is hoe een aannemer uiteindelijk het werk zal uitvoeren, wordt in het projectmer uitgegaan van een wijze van aanleg en uitvoering waarbij maximale milieueffecten worden verwacht. 2.1 Locatie en dimensionering zandwinputten, slibgeulen en compartimenten Zandwinputten Vanwege effecten op veiligheid en stabiliteit op een waterkering moet de rand van een zandwinput op een bepaalde minimale afstand gelegen zijn van een waterkering, in dit geval de Houtribdijk. Voor het project Marker Wadden wordt als uitgangspunt gehanteerd dat de teen van het talud van een zandwinput op minimaal 650 meter afstand gelegen is van de Houtribdijk. Met een dergelijke afstand is de veiligheid en stabiliteit geborgd. Onderzoek zal deze aannamen moeten bevestigen, zie paragraaf Voor het behalen van de benodigde kuubs aan materiaal is maximaal 120 hectaren aan zandwinputten nodig. De maximale omvang van één put mag echter niet meer zijn dan 50 hectaren. Het te verwachte aantal zandwinputten ligt tussen de 2 en 6 putten. De maximale windiepte van een zandwinput is N.A.P.-40 meter. Vanuit de Vraagspecificatie Eisen (VSE), het eisendocument behorende bij het aanbestedingsproces, is de eis opgenomen dat de buitenrand van de zandwinput op maximaal 3 kilometer van de rand van de compartimenten gelegen moet zijn. De reden hiervoor is dat dit de maximale afstand is voor het op efficiënte wijze transporteren van materiaal tijdens de aanleg. In het planmer voor het bestemmingsplan is onderzocht wat de effecten van 20 meter diepe zandwinputten zouden zijn. Het onderzoek voor het projectmer gaat uit van diepere putten. Ze zijn echter kleiner van areaal dan aangegeven in het plan- MER. Beoordeeld wordt of dit leidt tot andere conclusies dan aangegeven in het planmer behorende bij het bestemmingsplan Marker Wadden (2013). In deze notitie reikwijdte en detailniveau wordt de ruimte opengehouden om zand uit de zandwinputten ook te kunnen aanwenden voor andere projecten zoals de versterking van de Houtribdijk. Indien dit aan de orde is dan zullen de effecten daarvan in het MER worden meegenomen. Pagina 14 van 30

15 2.1.2 Slibgeulen Een belangrijke pijler voor het project Marker Wadden is het immobiliseren van het mobiele slib en gebruiken als bouwmateriaal voor het natuureiland. Hiermee wordt de hoeveelheid (mobiel) slib die op de bodem ligt gereduceerd. Er zijn diverse processen binnen het project Marker Wadden die het mobiele slib immobiliseren: 1) Het bezinken van slib in zandwinputten 2) Het bezinken van slib in slibgeulen 3) Het opnemen van slib in het plas-drasgebied (de compartimenten) 4) Het natuurlijk bezinken van slib in de luwte achter het eiland. Het invangen en vervolgens vastleggen van het slib zorgt ervoor dat de problematiek van het Markermeer bij de bron wordt aangepakt. Met het oog op de beoogde systeemeffecten binnen het Markermeer moet een hoeveelheid mobiel slib van ordegrootte 10-20% van de totale slibvoorraad 3 van het Markermeer immobiel worden gemaakt. Door op gezette tijden ingevangen slib uit zandwinputten en slibgeulen weg te zuigen, is er blijvend capaciteit om het mobiele slib in te vangen. De verwachting is dat in de eerste 10 jaar circa 2 miljoen m 3 slib, dat in de eerste jaren sedimenteert in de slibgeulen, wordt verwerkt in ongeveer 20 ha natuurgebied op het eiland. Daarnaast wordt door de andere mechanismen (o.a. luwtewerking) een nog veel grotere hoeveelheid slib geïmmobiliseerd. Mobiel slib is het meest efficiënt in te vangen door een slibgeul die dwars gelegen is op de dominante slibstroming. Vanwege een optimale werking van een slibgeul is de minimale breedte 100 meter en de maximale breedte 250 meter; de minimale lengte bedraagt 2000 meter en de maximale lengte 3000 meter. De hellingshoek van het talud van de slibgeul bedraagt tussen de 1:2 en 1:4. Bij deze hellingshoek blijft naar verwachting slib niet permanent liggen, maar glijdt het naar dieper water. De geulen moeten ook voldoende diep zijn, zodat voldoende slib buiten het bereik van de golven tot bezinking kan komen. De diepte van de slibgeul varieert daarom tussen de -10 N.A.P. en -12 N.A.P. Vanwege de stabiliteit en mogelijke afkalving van het talud van het natuureiland, moet een slibgeul op minimaal 100 meter van de teen (op waterbodemniveau) van het talud gelegen zijn Omvang, vorm en samenstelling bovenwaterlandschap Het definitieve ontwerp voor Marker Wadden ligt nog niet vast. Mede afhankelijk van de keuzes van de marktpartij over de wijze van aanleg en inzet van het materieel én de ervaringen met het bouwen van de eerste delen krijgt Marker Wadden haar uiteindelijke vorm. Uiteraard worden er wel randvoorwaarden geschetst waaraan Marker Wadden minimaal moet voldoen. Zo is in het bestemmingsplan Marker Wadden en in het daarvoor opgestelde plan- MER al vrij nauwkeurig aangegeven waar het bovenwaterlandschap gerealiseerd moet worden (zie figuur 1.3.1). Het is de verwachting dat het bovenwaterlandschap uit verschillende compartimenten wordt opgebouwd. De aanleg van de eerste compartimenten zal plaatsvinden vanuit de zuidwestelijke rand van het daarvoor bestemde gebied, zodat direct een luwte gecreëerd wordt in de overheersende windrichting voor het achterliggende gebied. Het aantal en de grootte van de compartimenten wordt door de marktpartij bepaald, evenals de verhouding zand steen voor de buitenrand van het bovenwatereiland en de verhouding Holoceen materiaal slib voor het vullen van de compartimenten. 3 Uitgaande van 120 miljoen m3 volume, moet orde 12 tot 24 miljoen m3 mobiel slib worden geïmmobiliseerd door het bezinken in putten, geulen en luwte achter de compartimenten Pagina 15 van 30

16 2 april 2014 De compartimenten moeten gaan fungeren als moeras4, waarbij ongeveer 2/3 van het oppervlak van het compartiment plasdras5 is en ongeveer 1/3 van het oppervlak beschut ondiep water6. De vorm van het bovenwaterlandschap ligt niet vast. Wel geldt als eis dat het bovenwaterlandschap een lengte breedte verhouding heeft van tenminste 1 op 2, waarbij de lengteas loodrecht op de overheersende windrichting staat. Figuur plasdras (links) en ondiep water (rechts, oostvaardersplassen) Zoekgebied zandwinputten, slibgeulen en bovenwaterlandschap Vanuit de ruimtelijke begrenzing van het bestemmingsplan en de eisen voor de locaties en dimensionering van de zandwinputten en slibgeulen is een zoekgebied gedefinieerd, waarbinnen de buitenste zuidwestelijke rand van het eiland, de winputten en slibgeulen gerealiseerd moeten worden. Dit gebied geldt als projectgebied, waarbinnen de eerste fase van Marker Wadden aangelegd wordt. Figuur presenteert het zoekgebied Verzamelnaam voor het habitat van Marker Wadden, bestaande uit beschut ondiep water en plas-dras Net onder water zetten (5-20 cm onder zomerpeil) van een deel van een compartiment, zie ook bijlage 1 Onder water zetten ( cm onder zomerpeil) van een deel van een compartiment, zie ook bijlage 1 Pagina 16 van 30

17 2 april 2014 Figuur Zoekgebied slibgeulen en zandwinputten Pagina 17 van 30

18 2.2 Uitvoeringswijze Op basis van de uitkomsten van het planmer en de eisen zoals opgenomen in de Vraagspecificatie voor marktpartijen zijn er op hoofdlijn twee onderscheidende uitvoeringsregiems om het onder- en bovenwaterlandschap te realiseren. Het onderscheid wordt gekenmerkt door de duur (in tijd) van de uitvoering en het daaraan gerelateerd in te zetten materieel. Afhankelijk van het gewenste tempo en de efficiente inzet van technische en financiële middelen kent de uitvoering van de hectare de volgende bandbreedte in de inzet van het materieel en in de uitvoeringstijd: 1) met grote stappen: inzet van veel materieel, hoog werktempo, realisering in kort tijdsbestek (de minimale uitvoeringsperiode bedraagt 3 jaar). 2) met kleine stapjes: inzet van beperkte hoeveelheid materieel, rustig werktempo, realisering over langer tijdsbestek (de maximale uitvoeringsperiode bedraagt 10 jaar). Snel en compact Deze uitvoeringsvariant wordt gekenmerkt door de inzet van relatief veel materieel in een relatief kort tijdsbestek, waardoor snel en compact de eerste hectare natuurlandschap gerealiseerd kan worden. In deze uitvoeringsvariant wordt gemiddeld 18 uur per dag, zeven dagen in de week gewerkt. Binnen een jaar zijn de randen van de eerste compartimenten gebouwd en is de werkintensiteit (en daarmee de eventuele verstoring) het grootst. Binnen het plangebied wordt dan mogelijk meerdere cutterzuigers, steekzuigers, kranen, bulldozers, schepen en hydrojetinstallaties ingezet. Indien niet tijdens de nachtperiode (23.00 tot uur) gewerkt wordt, neemt de intensiteit van het materieel met circa 1/3 af en is de uitvoeringsperiode grofweg anderhalf keer langer. In plaats van 3 jaar is dan circa 5 jaar nodig om de 1.000ha te realiseren. Beperkte hoeveelheid materieel, realisatie over langere periode Deze uitvoeringsvariant wordt gekenmerkt door de inzet van dezelfde hoeveelheid materieel, maar met een lagere intensiteit en in een langer tijdsbestek. Gedurende een bepaalde periode wordt een rand aangelegd en een depot gevuld. Vanwege kosten en efficiëntie wordt waarschijnlijk ook gehele perioden niet gewerkt; dit betekent dat eerder sprake is van een pulserende verstoring. In plaats van 3-5 jaar wordt er bij deze uitvoeringsvariant over een periode van 10 jaar gewerkt om de volledige 1.000ha bovenwaterlandschap te realiseren. 2.3 Te onderzoeken alternatieven en varianten In de aanbesteding van het werk aan de aannemer wordt zoveel mogelijk vrijheid gelaten aan de aannemer om de werkzaamheden zo uit te voeren dat optimaal gebruik wordt gemaakt van nieuwe technieken en ideeën met als doel om voor het beschikbare budget zoveel mogelijk hectares natuur te realiseren. Daarbij moeten natuurlijk de wettelijke kaders in acht worden gehouden. Omdat niet op voorhand te bepalen is hoe een aannemer uiteindelijk het werk zal uitvoeren, wordt in het projectmer uitgegaan van een wijze van aanleg en uitvoering waarbij maximale milieueffecten worden verwacht (het referentie-alternatief). Dit referentie-alternatief zal uitgaan van een samenhangende combinatie van zandwinputten, slibgeulen en uitvoering waarbij getoetst wordt of deze werkwijze voor het milieu binnen acceptabele (en wettelijke) grenzen blijft. Voor bepaalde elementen van het ontwerp zal qua aanleg of uitvoering naar varianten worden gekeken voor zover dit voor milieuaspecten relevant kan zijn. In tabel 2.3 zijn de uitgangspunten van het referentiealternatief 1.000ha en varianten zoals deze in het projectmer worden beoordeeld Pagina 18 van 30

19 weergegeven. Figuur 2.3 geeft het referentie-alternatief schematisch weer. Aan de hand van de bandbreedte varianten wordt onderzocht welke opties in uitvoering en ontwerp de grootste milieueffecten hebben. Die worden slechts op de relevante onderdelen uitgewerkt. eis/uitgangspunt referentie-alternatief bandbreedte variant onderscheidend voor Zandwinning en geulen Zandwinning en geulen 1. Binnen zoekgebied 2. Minimale afstand tot dijk 3. Totaal max oppervlak putten 4. Maximale windiepte put 5. Breedte slibgeul (waterbodem) 6. Lengte slibgeul 7. Diepte slibgeulen 8. Aantal slibgeulen 9. Oppervlak slibgeulen 1. Meest oostelijk en westelijk meter 3. totaal 120ha (4 putten) meter onder N.A.P meter meter meter onder N.A.P slibgeulen ha 1. Verspreid rondom 1 e rand meter putten meter onder N.A.P meter meter meter onder N.A.P slibgeulen ha 500 ha 1. Geohydrologie 2. Geohydrologie 3. Geohydrologie 4. Geohydrologie 5. Geohydrologie en Ecologie 6. Geohydrologie en Ecologie 7. Geohydrologie en Ecologie 8. Niet onderscheidend 9. Ecologie, slibinvang 1. Omvang: 1.000ha 2. Zand (rand) 3. Steen (rand) 4. Holoceen materiaal (vullen) 5. Slib (vullen) Rand en vullen compartiment compartimenten 2. 19,5 miljoen kuub ton 4. 21,9 miljoen kuub 5. 2 miljoen kuub compartimenten miljoen kuub ton miljoen kuub miljoen kuub Rand en vullen compartiment 1. Ecologie: type habitats 2. Ecologie: type habitats 3. Ecologie: type habitats 4. Ecologie: type habitats 5. Ecologie: type habitats Duur en benodigd Kwper uur aanleg Duur en benodigd Kwper uur aanleg 1. Uitvoeringsperiode 2. Dagen / week en uren / dag 1. 3 jaar 2. 7 dagen/week en 24u/dag bruto (= 18 u/dag netto) 1. 5 jaar 2. 7 dagen/week en 18u/dag bruto (= 14u/dag netto) 1. Geluid, licht en stikdepositie 2. Geluid, licht en stikdepositie jaar 2. 5 dagen/week 16u/dag bruto (= 12u/dag netto) 1. Geluid, licht en stikdepositie 2. Geluid, licht en stikdepositie Tabel 2.3 Uitgangspunten referentie-alternatief en bandbreedte varianten Pagina 19 van 30

20 Figuur 2.3 Referentie-alternatief en inzet materieel Er is een bandbreedte aan mogelijk in te zetten werktuigen beschikbaar. Gedurende de gehele aanlegperiode is de inzet van een steekzuiger, cutter en bulldozer(s) voorzien. Voor korte perioden wordt een kraan en schip voor aanvoer van buiten (afwerken rand of havendam met steen), lichte zuigers (leeghalen slibgeulen) en hydrojet (versnellen van invang slibgeul) ingezet. Pagina 20 van 30

21 In het projectmer geldt voor het referentie-alternatief een netto uitvoeringsperiode van 3 jaar, waarbij er netto 130 werkuren (18 uur per dag, 7 dagen per week) per week wordt gewerkt. Hierbij wordt een steekzuiger met een maximale productie ingezet van orde m3/week. Een variant hierop is het niet werken tijdens de nachtperiode. Het aantal werkuren per week wordt teruggebracht naar 100 werkuren per week (14 uur per dag, 7 dagen per week). De capaciteit van bijvoorbeeld een steekzuiger gaat hiermee naar m3/week. Het totaal benodigd materiaal aan zand en holoceen materiaal kan bij een dergelijke capaciteit binnen 5 jaar worden verwerkt. Een tweede variant is het verder reduceren van het aantal werkuren tot 60 werkuren per week (12 uur per dag, 5 dagen per week) en het inzetten van kleiner materieel. De capaciteit van bijvoorbeeld een kleinere steekzuiger is m3/week. Bij een dergelijke capaciteit kan het totaal benodigd materiaal aan zand en holoceen materiaal binnen 10 jaar verwerkt worden. De verwachting is dat bij deze variant er perioden zijn (van enkele maanden) waarin helemaal niet gewerkt wordt. De productie van het verplaatsen van het materiaal is gekoppeld aan het vermogen van het materieel, uitgedrukt in kilowatt. Aan de hand van het vermogen en de tijdsduur wordt vervolgens de emissie van fijnstof en stikstofoxiden en de geluidbelasting bepaald. Pagina 21 van 30

22 3 Detailniveau: beoordeling milieuaspecten 3.1 Bodem Ten behoeve van het planmer voor het bestemmingsplan Marker Wadden is al veel milieuonderzoek uitgevoerd. Het projectmer ten behoeve van de Ontrondingenvergunning en Projectplan Waterwet maakt waar mogelijk van deze onderzoeken gebruik. De milieuaspecten waarvan op grond van het planmer al bekend is dat ze niet worden beïnvloed, worden niet meer onderzocht. Alleen die informatie die nodig is voor de te nemen besluiten worden aangevuld met bredere en/of diepergaand milieu informatie. Een voorstel hiervoor is weergegeven in dit hoofdstuk Slibhuishouding Om een inschatting te maken van het ecologisch effect is het van belang om niet alleen naar de totale hoeveelheid slib te kijken, maar ook naar het deel wat momenteel mobiel is. Reductie van vooral de fijne (mobiele) fracties resulteert in een verbeterd doorzicht in de waterkolom. Deze fijnere fractie komt ook bij lagere windsnelheden in turbulentie en is daarbij van grote invloed op het doorzicht in de waterkolom. Minder fijn slib betekent meer doorzicht en meer groei van waterplanten. Naast de fijnere fractie komt ook een grovere fractie voor die vooral bij meer wind mobiel wordt vaak in grote hoeveelheden. Als de wind weer gaat liggen dekt dit slib het bestaande bodemleven (driehoeksmosselen en muggenlarven) af. De potentieel mobiele sliblaag vormt ook geen stabiele ondergrond voor bodemleven. Het invangen van deze fractie schept dus betere condities voor een ongestoorde ontwikkeling van het bodemleven en een daarmee samenhangende grotere primaire productie. Om een inschatting te kunnen maken van de omvang van het immobiliseren van het mobile slib en daarmee de hoeveelheid slib (in m3) die wordt onttrokken aan het systeem, wordt (onderverdeeld in de vier processen) een slibberekening uitgevoerd met Delft 3D (zie kader). Kader: Delft 3D model slibhuishouding Voor de slibberekeningen voor Marker Wadden wordt gebruik gemaakt van het slibmodel dat in het kader van eerdere studies voor het Markermeer is ontwikkeld (Deltares, 2008) en binnen NMIJ is gevalideerd met behulp van de data van het veldexperiment luwtestructuur (Deltares, 2012). Dit model is als volgt opgebouwd: Delft-3D flow/wave DELWAQ Matlab De stroming en golven worden berekend met een gekoppeld Delft3D flow- en wave model. De resultaten hiervan zijn offline in Delwaq ingebracht, waarmee de slibdynamica wordt berekend. De output wordt met behulp van beschikbare matlab scripts gemaakt. Als bodem is een bathymetrie van het jaar 2006 gebruikt, zoals dat bij de opzet van het Markermeer slibmodel beschikbaar is gesteld. Ook voor de windbelasting wordt het jaar 2006 als basis genomen. Van dat jaar is van het windstation Berkhout winddata (snelheid en -richting, uurwaarden) beschikbaar. Als waterpeil wordt een streefpeil opgelegd. Dit betekent in de winter een waterpeil van NAP -0,4 m en in de zomer een waterpeil van NAP -0,2 m. Via de sluizen in de Houtribdijk wordt dit peil in het model opgelegd. Wind effecten zorgen voor een waterstandsdynamiek over het gehele meer en circulatiestromingen in de waterkolom. Daarbij kan de stromingsrichting verschillend zijn aan de bodem (retourstroom) en aan het oppervlak. Pagina 22 van 30

23 Studiegebied Het immobiliseren en invangen van (mobiel) slib gebeurt zowel in de slibgeulen, zandwinputten als in de luwte van het eiland. Het studiegebied voor de slibhuishouding is het gebied binnen 200 meter van deze onderdelen Bodemkwaliteit In het planmer is aangegeven dat de huidige waterbodemkwaliteit in het projectgebied te typeren is als klasse A en voldoet aan de achtergrondwaarden. Er zijn geen plekken met (ernstige) verontreiniging bekend binnen het gebied. Vanuit de Ontgrondingenwet is bodemkwaliteit niet relevant en hoeft er geen bodemonderzoek uitgevoerd te worden. Dit aspect wordt daarom voor het projectmer niet verder onderzocht. Zodra de aannemer zijn optimale locatie voor putten en geulen heeft gekozen, dient hij in het kader van het Besluit lozingen buiten inrichtingen en Besluit bodemkwaliteit wel een bodemonderzoek uit te voeren. 3.2 Water Oppervlaktewaterkwantiteit Waterberging De gevolgen van de aanleg van ha bovenwaterlandschap zijn, zoals ook in het planmer omschreven, zeer beperkt en niet onderscheidend voor het waterbergend vermogen van het Markermeer. Om deze reden is het aspect waterberging voor het projectmer niet verder onderzocht. Onderhoudswerkzaamheden De conclusie uit het planmer is dat het voornemen geen negatieve invloed heeft op de onderhoudsbaggerwerkzaamheden aan de vaargeul Amsterdam-Lemmer. Marker Wadden vangt grote hoeveelheden slib in en dat zou ertoe moeten leiden dat het onderhoud in de vaargeul minder wordt. Dit aspect wordt daarom in het projectmer niet verder onderzocht. Stroming Zowel het bovenwater- als het onderwaterlandschap kan zorgen voor een wijziging in de lokale stromingsprofielen als de circulatiestroming op het niveau van het Markermeer. Onderzocht wordt waar de stromingswijzigingen optreden en tot welk ecologisch en bodemkundige gevolgen dit leidt Waterkwaliteit Vertroebeling Zowel het hydraulisch afgraven van de holocene deklaag, het toepassen van Holocene klei binnen de compartimenten als het hydrojetten (binnen en buiten de slibgeul) kan leiden tot vertroebeling. De mate van vertroebeling is hierbij onder andere afhankelijk van de meteorologische omstandigheden en de samenstelling van het slib. Voor het projectmer wordt op basis van de verschillende uitvoeringswijze de omvang van de maximale slibpluim inzichtelijk gemaakt. Vervolgens worden hiervan de ecologische gevolgen bepaald. Fosfaat Een belangrijke factor van het toekomstbestendig systeem is de fosfaat concentratie. Sinds de jaren zeventig zijn er met succes maatregelen doorgevoerd om het fosfaat in het oppervlaktewater te verminderen. De huidige concentratie van fosfaat in het Markermeer en IJmeer lijkt goed te passen bij een toekomstbestendig ecolo- Pagina 23 van 30

24 gisch systeem. Deze concentratie (0,1 mg/l) is als doelstelling in de Kader Richtlijn Water opgenomen. Het voornemen heeft invloed op de fosfaatbalans. Enerzijds wordt, bijvoorbeeld door het vullen van de compartimenten met holoceen materiaal en het bezinken van fosfaatrijk slib in putten, fosfaat aan het systeem onttrokken. Anderzijds neemt, bijvoorbeeld door hydrojetten waardoor de oude bodemlagen weer in contact komen met de waterkolom, de fosfaatconcentratie toe. Omdat deze hoeveelheden moeilijk te kwantificeren zijn, wordt op een kwalitatieve wijze de fosfaatbalans beschouwd. Zout Het zand wat voor het project gewonnen gaat worden bevat, afhankelijk van de windiepte, een bepaalde hoeveelheid zout. Zodra het zand gewonnen is zal het zout in het poriewater vanwege inzijging weggedrukt worden en geen chloridelast op het Markermeer geven. Bij het winnen van het zand tijdens de aanlegfase zal zout wel mee naar boven (kunnen) komen. De verwachting is dat de effecten hiervan zeer beperkt zijn. In het projectmer zal hier op kwalitatief naar gekeken worden. Studiegebied Vertroebeling van de waterkolom en het vrijkomen danwel bezinken van fosfaat vindt voornamelijk plaats in de directe nabijheid van de bodemingrepen en het bouwen en vullen van de compartimenten. Het studiegebied voor deze aspecten is het gebied binnen een straal van 5 kilometer vanaf de rand van het eiland Geohydrologische effecten Het ontgraven van de waterbodem (voor slibgeulen en zandwinputten) in het Markermeer kan leiden tot een verandering in de stijghoogte van het grondwater. Een verhoging van de stijghoogte kan leiden tot kwel en een verhoogde grondwaterstand in de nabijgelegen polder. De top van het watervoerende pakket (pleistoceen zand) in het plangebied ligt naar verwachting tussen N.A.P -11 meter en N.A.P. 15 meter. Bij het ontgraven van een slibgeul en een zandwinput wordt de deklaag verwijderd en kan het Markermeer in direct contact komen te staan met het eerste watervoerende pakket. De geohydrologische effecten hiervan worden met het geohydrologisch model Azure inzichtelijk gemaakt. Met dit model kunnen stijghoogtes en grondwaterstanden, kwel en wijziging en de waterbalansen van polders en peilvakken inzichtelijk worden gemaakt. Verder kunnen met dit model veranderingen als gevolg van de aanleg van slibgeulen en zandwinputten worden berekend en op kaarten gepresenteerd. Doel van het onderzoek is inzichtelijk maken wat de stijghoogte van het grondwater is, hoe deze verandert en tot welke verhogingen van grondwaterstanden en toename van kwel dit leidt. Indien er een significante verhoging van de grondwaterstand of toename van kwel te verwachten is, wordt op basis van expert judgement een inschatting gemaakt van de mogelijke schade voor de landbouwgronden en bebouwing. Studiegebied Omdat ingrepen in het grondwatersysteem onder het Markermeer op grote afstand effect kunnen hebben, worden voor het aspect kwel de Flevopolders en de polders in Noord-Holland in beschouwing genomen Stabiliteit dijk De aanleg van ha bovenwaterlandschap kan van invloed zijn op de waterveiligheid van omliggende dijken. Het gaat hierbij om de beïnvloeding van de stabiliteit van de dijk. De stabiliteit van een dijk wordt bepaald door enerzijds de belasting op Pagina 24 van 30

25 de dijk (de druk die het water uitoefent op de dijk) en anderzijds de sterkte en de weerstand tegen afschuiven. Een verhoging van de stijghoogte van het grondwater kan van invloed zijn op de waterspanning en weerstand van de onderliggende lagen. Dat zou ertoe kunnen leiden dat de dijk niet meer voldoet aan de veiligheidseisen. Voor het projectmer wordt beoordeeld of de stijghoogteverhoging een significant effect heeft voor de veiligheid van de betreffende dijkvakken. Als uitgangspunt worden de toetsingsrapporten van de dijkvakken gebruikt en de geotechnische berekeningen die daaraan ten grondslag liggen. Deze zullen bij de waterschappen worden opgevraagd. Op basis van expert oordeel van een geotechnicus wordt het effect van een verhoging van de stijghoogte voor de faalmechanismen macrostabiliteit en piping bepaald. Indien nodig worden met MStab berekeningen gedaan voor de meest kritische dijkvakken. Studiegebied De dijk van Flevoland (beheerder: Waterschap Zuiderzeeland) en de Houtribdijk (Rijkswaterstaat) worden beoordeeld. Als er bij Enkhuizen ook significante effecten op de stijghoogte optreden worden deze dijkvakken ook meegenomen (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier). 3.3 Archeologie, Landschap en Cultuurhistorie Archeologie Op en onder de IJsselmeerbodem zijn twee soorten sporen van menselijke activiteiten te verwachten, namelijk objecten uit historische tijd (scheeps- en vliegtuigwrakken) en prehistorische vindplaatsen. Op basis van een eerste bureauonderzoek 7 is vastgesteld dat binnen het plangebied zich meerdere scheepswrakken, vliegtuigwrakken en andere objecten bevinden. Via side scan sonar wordt het bodemoppervlak onderzocht, waarbij wordt vastgesteld waar zich verstoringen van het bodemoppervlak bevinden. Het opsporen van prehistorische vindplaatsen onder de meerbodem is een stuk lastiger en kostbaarder om uit te voeren. Vindplaatsen zijn meestal klein van omvang (hooguit enkele tientallen vierkante meters) en daardoor niet eenvoudig op te sporen. Voor een betrouwbare landschapsreconstructie is het aantal bestaande boringen te gering. Nieuwe booronderzoeken (o.a. continu steekboringen) en sonderingen met verantwoorde dichtheden vanaf een schip zijn zeer kostbaar. Daarbij is de trefkans van een boring op het vinden van een prehistorische vindplaats zeer klein. Tevens is het doelbereik van een dergelijk onderzoek nog niet gedefinieerd. Om deze reden worden prehistorische vindplaatsen niet onderzocht. Studiegebied Het studiegebied voor archeologie is gelijk aan het zoekgebied voor de slibgeulen en zandwinputten, inclusief de zuidwestelijke rand van het eiland, zie figuur Landschap en cultuurhistorie Voor de effectbeschrijving op landschap zijn de zichtbare delen van het bovenwaterlandschap en de inrichting daarvan het meest bepalend. Het beleid op rijks- en provinciaalniveau geeft aan dat de openheid één van de belangrijkste kernkwaliteiten van het gebied is. Daarnaast is de belevingswaarde van het gebied van grote waarde. Daarom wordt in het projectmer het aspect landschap onderzocht en beoordeeld op de fysieke en visuele impact van het bovenwaterlandschap op de openheid en schaal van het gebied en wordt beoordeeld in hoeverre bestaande landschappelijke 7 S. van den Brenk et al, 2011 Pagina 25 van 30

26 patronen en de herkenbaarheid ervan worden beïnvloed door het bovenwaterlandschap. Het toetscriterium belevingswaarde beschrijft in hoeverre de beleving van het Markermeergebied (zowel vanaf het land als vanaf het water) verandert. Het gaat hier om contrast en diversiteit tussen de kusten en de beleving van weidsheid, rust en donkerte. Binnen het aspect landschap en cultuurhistorie vallen doorgaans ook aardkundige waarden en elementen binnen het studiegebied. Enkel de oorspronkelijke Zuiderzeekusten van het Markermeer herbergen aardkundige waarden, het Markermeer zelf niet. Daarom worden deze aspecten in het projectmer niet beoordeeld. Studiegebied Het studiegebied is het gehele Markermeer en IJmeer, inclusief kusten. 3.4 Natuur De kaders ten aanzien van ecologie worden gereguleerd door de Natuurbeschermingswet 1998 voor zover het gebiedsbescherming betreft, en door de Flora- en faunawet voor zover het gaat om soortenbescherming. Daarnaast kent Nederland een Ecologische Hoofdstructuur die wordt gereguleerd door de Structuurvisie Infrastructuur en Milieu en door provinciale structuurvisies. Marker Wadden heeft als doel om de waterkwaliteit en natuur van het Markermeer sterk te verbeteren. Het Markermeer & IJmeer is aangewezen als Natura gebied en Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Daarnaast komen in het plangebied via de Flora- en faunawet beschermde soorten voor. Voor deze drie thema s wordt onderzocht welke effecten optreden, welke (Europese) natuurdoelen met het voornemen zijn gediend en tot welke wettelijke risico s het voornemen kan leiden. Voor effecten op het Natura 2000-gebied wordt een passende beoordeling opgesteld, omdat significante effecten zonder mitigerende maatregelen niet op voorhand geheel kunnen worden uitgesloten. Bij het opstellen ervan zal waar mogelijk gebruik worden gemaakt van de Passende beoordeling die ten behoeve van het besluit over het bestemmingsplan is opgesteld. Voor de EHS wordt beoordeeld of er significante effecten optreden op de wezenlijke kenmerken en waarden. Voor via de Flora- en faunawet beschermde soorten wordt beoordeeld in hoeverre het realiseren van 1.000ha bovenwaterlandschap kan leiden tot effecten op de gunstige staat van instandhouding van deze soorten en of de Flora- en faunawet mogelijk een risico vormt voor het realiseren van het onder- en bovenwaterlandschap. De (toets)criteria die hierbij betrokken worden zijn oppervlakteverlies, verontreiniging, verandering van stroomsnelheid, verandering van substraatdynamiek, vertroebeling, verstoring door geluid, licht en beweging door golfslag, verzuring en vermesting door stikstofdepositie en gevolgen vanwege wijziging in de hydrologie. Studiegebied De effecten van de aanleg van ha worden op twee schaalniveau beoordeeld. In eerste instantie is het studiegebied voor ecologie gelijk aan het bestemmingsplangebied Marker Wadden, waarbij de directe effecten van de aanleg inzichtelijk worden gemaakt. Daarnaast heeft de realisatie van putten, geulen en het natuureiland weerslag op een aantal abiotische parameters zoals waterkwaliteit, lichtinval, doorzicht en nutri- Pagina 26 van 30

Marker Wadden vergunningen fase 1

Marker Wadden vergunningen fase 1 Marker Wadden vergunningen fase 1 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 1 juni 2015 / rapportnummer 3019 31 1 Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Vereniging Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Milieueffectrapport. ten behoeve van het bestemmingsplan Marker Wadden. Definitief. Gemeente Lelystad / Natuurmonumenten

Milieueffectrapport. ten behoeve van het bestemmingsplan Marker Wadden. Definitief. Gemeente Lelystad / Natuurmonumenten Milieueffectrapport ten behoeve van het bestemmingsplan Marker Wadden Definitief Gemeente Lelystad / Natuurmonumenten juni 2013 Milieueffectrapport ten behoeve van het bestemmingsplan Marker Wadden Definitief

Nadere informatie

Havenkwartier Zeewolde

Havenkwartier Zeewolde Havenkwartier Zeewolde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 8 september 2011 / rapportnummer 2459 60 Oordeel over het MER Voor de aanleg van de woonwijk Polderwijk te Zeewolde is in 2003 de procedure

Nadere informatie

SAMENVATTING MILIEUEFFECTRAPPORT EERSTE FASE MARKER WADDEN

SAMENVATTING MILIEUEFFECTRAPPORT EERSTE FASE MARKER WADDEN SAMENVATTING MILIEUEFFECTRAPPORT EERSTE FASE MARKER WADDEN Projectplan Waterwet en Vergunning Ontgrondingenwet Datum 12 december 2014 Status Definitief, versie 4.1 Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Voldoende afstand tot windturbines en belangrijke kabels en leidingen. archeologische vindplaatsen, natuurgebieden, etc.).

Voldoende afstand tot windturbines en belangrijke kabels en leidingen. archeologische vindplaatsen, natuurgebieden, etc.). Hoe vindt de trechtering van groot concept zoekgebied naar voorkeursalternatief plaats? Om tot een voorkeurslocatie voor het station en voorkeurslocatie voor de kabelcircuits te komen worden een aantal

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Bestemmingsplan buitengebied Wageningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 augustus 2013 / rapportnummer 2755 40 1. Oordeel over het MER De gemeente Wageningen wil haar bestemmingsplan voor

Nadere informatie

Marktconsultatie Marker Wadden. Woensdag 6 februari 2013

Marktconsultatie Marker Wadden. Woensdag 6 februari 2013 Marktconsultatie Marker Wadden Woensdag 6 februari 2013 Toevoegen: - Filmpje ambitie - Basisgedachte Marker Wadden - Waar staan we nu Doel bijeenkomst Vertrouwen van financiers in Marker Wadden versterken

Nadere informatie

Notitie Reikwijdte en Detailniveau

Notitie Reikwijdte en Detailniveau Notitie Reikwijdte en Detailniveau Opdrachtgever: Gemeente Horst aan de Maas projectnummer: 934.00.00.01.00.00 Datum: 17-04-2015 A a n l e i d i n g n i e u w b e s t e m m i n g s p l a n Voor het buitengebied

Nadere informatie

Ontwerp omgevingsvergunning nr

Ontwerp omgevingsvergunning nr Ontwerp omgevingsvergunning nr. 18132 Projectbeschrijving op 29 juni 2018 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning binnengekomen voor het verbeteren van de vaarroute tussen Holwerd en Ameland. Het

Nadere informatie

Aspect Omschrijving Vindplaats

Aspect Omschrijving Vindplaats Inleiding Voor de ontwikkeling van Brouwerseiland in de Middelplaathaven aan de Brouwersdam vindt een ontgronding waterbodem en de landbodem plaats. Met betrekking tot de ontgronding van land- en waterbodem

Nadere informatie

BIJLAGE 1: EXPERT JUDGEMENT OVER EFFECT WIJZIGING OP MILIEUEFFECTEN EN PROCEDURES

BIJLAGE 1: EXPERT JUDGEMENT OVER EFFECT WIJZIGING OP MILIEUEFFECTEN EN PROCEDURES BIJLAGE 1: EXPERT JUDGEMENT OVER EFFECT WIJZIGING OP MILIEUEFFECTEN EN PROCEDURES INHOUD 1 Beschrijving van de wijziging... 1 2 Vraagstelling... 1 3 Beschrijving effecten aanvullend op Passende Beoordeling...

Nadere informatie

Aanvraaggegevens. Publiceerbare aanvraag/melding. Aanvraagnummer Ingediend op Gefaseerd

Aanvraaggegevens. Publiceerbare aanvraag/melding. Aanvraagnummer Ingediend op Gefaseerd Gegevens bevoegd gezag Referentienummer Datum ontvangst Formulierversie Aanvraaggegevens Publiceerbare aanvraag/melding Aanvraagnummer 3027221 Aanvraagnaam Uw referentiecode Verruiming zoekgebied zandwinning

Nadere informatie

Blad 2. Beoordeling verzoek

Blad 2. Beoordeling verzoek Ruimtelijke onderbouwing voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het dempen van een kadesloot en verbreden van watergangen in de Wergeastermarpolder Door het Wetterskip Fryslân is een

Nadere informatie

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen

Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Definitief Bouwfonds Ontwikkeling Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 6 april 2009 Verantwoording Titel : Watertoets De Cuyp, Enkhuizen Subtitel : Projectnummer : 275039 Referentienummer

Nadere informatie

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen

Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Windturbinepark Hogezandse Polder, gemeente Cromstrijen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 30 oktober 2015/ rapportnummer 3070 1. Oordeel over het milieueffectrapport De gemeente Cromstrijen

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 9 maart 2011 / rapportnummer 2382 81 1. Oordeel over het MER De gemeente Midden-Drenthe is van plan een nieuw bestemmingsplan

Nadere informatie

Eerste fase Marker Wadden Inlichtingenbijeenkomst Selectiefase. 14 mei 2014 Stadzigt

Eerste fase Marker Wadden Inlichtingenbijeenkomst Selectiefase. 14 mei 2014 Stadzigt Eerste fase Marker Wadden Inlichtingenbijeenkomst Selectiefase 14 mei 2014 Stadzigt Programma (Ronald Bruin) Opening Introductie Projectambities Scope Eerste fase Marker Wadden Techniek en vergunningen

Nadere informatie

M.e.r.-beoordelingsbesluit. Ontgronding URK00418 Aanleg ECO-zone Staartweg Urk

M.e.r.-beoordelingsbesluit. Ontgronding URK00418 Aanleg ECO-zone Staartweg Urk M.e.r.-beoordelingsbesluit Ontgronding URK00418 Aanleg ECO-zone Staartweg Urk Aanvrager Gemeente Urk Postbus 77 8320 AB URK Locatie: Onderwerp: Besluit m.e.r.-beoordeling Datum aanvraag: 28-8-2018 2 van

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug Notitie Contactpersoon Gosewien van Eck Datum 14 november 2013 Kenmerk N001-1220333GGV-evp-V01-NL Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug 1 Inleiding De gemeente

Nadere informatie

Bestemmingsplan Omgeving Nauerna, gemeente Zaanstad

Bestemmingsplan Omgeving Nauerna, gemeente Zaanstad 2017/5525 Bestemmingsplan Omgeving Nauerna, gemeente Zaanstad Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 22 december 2016 / projectnummer: 2872 1. Oordeel over het milieueffectrapport

Nadere informatie

Bestemmingsplan Duinen, gemeente Katwijk

Bestemmingsplan Duinen, gemeente Katwijk Bestemmingsplan Duinen, gemeente Katwijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 11 december 2012 / rapportnummer 2717 29 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Katwijk wil een

Nadere informatie

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f 26 juni 2013 1 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Zowel binnen als buiten het natuurgebied Empese

Nadere informatie

Notitie reikwijdte en detailniveau Flevokust

Notitie reikwijdte en detailniveau Flevokust Notitie reikwijdte en detailniveau Flevokust Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Leeswijzer... 3 2. Voorgenomen activiteit... 4 2.1 Inleiding... 4 2.2 M.e.r.-plichtige activiteiten...

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Herinrichting parkeerterrein sportpark Rooswijk Rooswijklaan 4 te Velsen-Noord 28 februari 2013 INHOUD 1 Beschrijving project en locatie...3 2 Planologisch kader...4 2.1 Vigerend

Nadere informatie

Waterkeringen Perkpolder

Waterkeringen Perkpolder Waterkeringen Perkpolder Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 21 maart 2012 / rapportnummer 2422 58 1. Oordeel over het MER Rijkswaterstaat Zeeland en het Waterschap Scheldestromen willen de waterkeringen

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 11 april 2016 / projectnummer: 3109 1. Oordeel over het Milieueffectrapport De gemeente Simpelveld heeft

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl)

Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Bestemmingsplan Bedrijventerrein Oosterhorn (Industrieterrein Delfzijl) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvullingen wind en geur 16 mei 2017 / projectnummer: 3041 1. Toetsingsadvies

Nadere informatie

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING, BEHOREND BIJ DE AANGEVRAAGDE VERGUNNING OMG-12-181 Voor de inrichting en het gebruik van een evenemententerrein in deelgebied De Druppels, tegenover Wagenweg 22/24 te Oudkarspel

Nadere informatie

Gemeente Purmerend. 16 december Dit is een automatisch gegenereerd document.

Gemeente Purmerend. 16 december Dit is een automatisch gegenereerd document. Gemeente Purmerend 16 december 2015 Dit is een automatisch gegenereerd document. 1. Inleiding In Nederland zijn flora en fauna beschermd door de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet 1998. Initiatiefnemers

Nadere informatie

Milieueffectrapportage

Milieueffectrapportage Milieueffectrapportage Lichteren in Averijhaven MER Rijkswaterstaat Noord-Holland juli 2012 Milieueffectrapportage Lichteren in Averijhaven MER dossier : BA1469-101-100 registratienummer : LW-AF20121545

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Lingewaard

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Lingewaard Bestemmingsplan buitengebied gemeente Lingewaard Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 juni 2013 / rapportnummer 2691 54 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De gemeente Lingewaard

Nadere informatie

Marktconsultatie Marker Wadden. Woensdag 6 februari 2013

Marktconsultatie Marker Wadden. Woensdag 6 februari 2013 Marktconsultatie Marker Wadden Woensdag 6 februari 2013 Doel bijeenkomst Vertrouwen van financiers in Marker Wadden versterken en richting geven aan manier van marktbenadering in later stadium Dit realiseren

Nadere informatie

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord

Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied

Nadere informatie

Bijlage 3: Conclusies Milieu- en ruimtelijke aspecten Hotel Wormerland

Bijlage 3: Conclusies Milieu- en ruimtelijke aspecten Hotel Wormerland Bijlage 3: Conclusies Milieu- en ruimtelijke aspecten Hotel Wormerland Bodem Op 21 mei 2008 heeft er door Wareco Ingenieurs een verkennend bodemonderzoek plaatsgevonden. Bij het uitgevoerde bodemonderzoek

Nadere informatie

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Bedrijvenpark IBF Heerenveen Bedrijvenpark IBF Heerenveen Toetsingsadvies over het PlanMER voor de 1 e partiële herziening van het bestemmingsplan 4 februari 2013 / rapportnummer 2120 93 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER)

Nadere informatie

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,

Nadere informatie

Versterking Houtribdijk en benodigde ontgronding

Versterking Houtribdijk en benodigde ontgronding Versterking Houtribdijk en benodigde ontgronding Voorlopig toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 juli 2016 / projectnummer: 2908 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Uit de tweede landelijke

Nadere informatie

Aanvraag om vergunning op grond van de Ontgrondingenwet (indienen in zevenvoud, inclusief bijlagen) (Naam bedrijf)

Aanvraag om vergunning op grond van de Ontgrondingenwet (indienen in zevenvoud, inclusief bijlagen) (Naam bedrijf) Aanvraag om vergunning op grond van de ntgrondingenwet (indienen in zevenvoud, inclusief bijlagen) Van: Adres: ( bedrijf) Aan: Gedeputeerde Staten van de provincie Fryslân Afdeling mgevingsvergunningen

Nadere informatie

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Quick scan ecologie Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Samenvatting Inhoud H 01 Aanleiding Voor de Mientweg 5 en Mientweg 29 te Lutjewinkel wordt een ruimtelijke ontwikkeling voorbereidt. Het gaat om de ontwikkeling

Nadere informatie

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam

Projectnummer: D03011.000284. Opgesteld door: Ons kenmerk: Kopieën aan: Kernteam MEMO Onderwerp Geohydrologisch vooronderzoek Amsterdam, WTC 5C, 2 oktober 2013 Van mw. M. Duineveld MSc. Afdeling IBZ Aan ZuidasDok Projectnummer D03011.000284. Opgesteld door mw. M. Duineveld MSc. Ons

Nadere informatie

Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen

Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen Verplaatsing varkenshouderij van de Geerstraat naar de Begijnenstraat te Winssen, gemeente Beuningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 28 januari 2013 / rapportnummer 2725 31 1. Oordeel over

Nadere informatie

AANVRAAG VERGUNNINGEN ONTGRONDINGEN ZANDWINNING

AANVRAAG VERGUNNINGEN ONTGRONDINGEN ZANDWINNING AANVRAAG VERGUNNINGEN ONTGRONDINGEN ZANDWINNING HOOGHEEMRAADSCHAP VAN RIJNLAND 15 maart 2013 076993162:0.2 Definitief C03021.000106.0100 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Gegevens vergunningaanvraag... 5 2.1

Nadere informatie

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000

Nadere informatie

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan Quickscan Kenmerk Betreft 1 Inleiding Provincie Noord-Holland heeft het voornemen om de provinciale weg N244 tussen de A7 bij Purmerend en de N247 bij Edam-Volendam op te waarderen tot een regionale weg.

Nadere informatie

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis 3 april 2014 Zoon ecologie Colofon Titel Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis Opdrachtgever mro Uitvoerder ZOON ECOLOGIE Auteur C.P.M. Zoon Datum 3 april

Nadere informatie

Rode Waterparel, Zuidplaspolder Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Rode Waterparel, Zuidplaspolder Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Rode Waterparel, Zuidplaspolder Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 23 april 2009 / rapportnummer 2167-70 1. OORDEEL OVER HET MER RODE WATERPAREL De Zuidplaspolder is aangewezen als stedelijke

Nadere informatie

Bestemmingsplan Brouwerseiland, gemeente Schouwen-Duiveland

Bestemmingsplan Brouwerseiland, gemeente Schouwen-Duiveland Bestemmingsplan Brouwerseiland, gemeente Schouwen-Duiveland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 22 april 2016 / projectnummer: 3049 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Brouwerseiland

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Op 2 september 2013 is een omgevingsvergunning aangevraagd door de provincie Fryslân voor de aanleg

Nadere informatie

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons) Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk 14-16 (KuiperCompagnons) NATUUR Kader De Flora- en faunawet (hierna: Ffw) beschermt alle in het wild levende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën. Van deze soortgroepen

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs

Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Notitie Contactpersoon ir. J.M. (Martin) Bloemendal Datum 7 april 2010 Kenmerk N001-4706565BLL-mya-V02-NL Onderzoeksrapportage naar het functioneren van de IT-Duiker Waddenweg te Berkel en Rodenrijs Tauw

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Bergen (LB)

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Bergen (LB) Bestemmingsplan buitengebied gemeente Bergen (LB) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 24 oktober 2013 / rapportnummer 2832 19 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Bergen

Nadere informatie

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007

14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw Kenmerk N001-4524746BTM-V01 06-12-2007 14. Geohydrologie Zuidbuurt eemnes Tauw 06-12-2007 Notitie Concept Contactpersoon Maaike Bevaart Datum 6 december 2007 Geohydrologie Zuidbuurt Eemnes 1 Inleiding Ter voorbereiding op de ontwikkeling van

Nadere informatie

Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl

Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl Vleeskuikenhouderij Spijk-Kolholsterweg 14, gemeente Delfzijl Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 27 december 2016 / projectnummer: 3159 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De familie

Nadere informatie

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk

Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Noordelijke Randweg Zevenbergen, gemeente Moerdijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop 15 mei 2017 / projectnummer: 2732 1. Toetsingsadvies Inleiding De gemeente Moerdijk

Nadere informatie

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda TNO Kennis voor zaken : Oplossing of overlast? Kunnen we zomaar een polder onder water zetten? Deze vraag stelden zich waterbeheerders, agrariërs en bewoners in de Middelburg-Tempelpolder. De aanleg van

Nadere informatie

Notitie reikwijdte en detailniveau plan-m.e.r. bestemmingsplan Buitengebied 2014

Notitie reikwijdte en detailniveau plan-m.e.r. bestemmingsplan Buitengebied 2014 B en W voorstel 13INT02879 Onderwerp Notitie reikwijdte en detailniveau plan-m.e.r. bestemmingsplan Buitengebied 2014 Samenvatting voorstel Het te actualiseren bestemmingsplan Buitengebied 2014 is kaderstellend

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 18 september 2014 / rapportnummer 2820 43 1. Oordeel over het Milieueffectrapport (MER) De provincies

Nadere informatie

Dijkversterking Marken

Dijkversterking Marken Dijkversterking Marken Tussentijds advies 8 september 2016 / projectnummer: 2170 1. Hoofdpunten van het advies Rijkswaterstaat West-Nederland Noord heeft het voornemen een versterking uit te voeren aan

Nadere informatie

Vakdag conditionering Workshop natuur en milieu(wetgeving): aanpak en benodigde onderzoeken. 6 maart 2014, prof. mr. A.A. Freriks

Vakdag conditionering Workshop natuur en milieu(wetgeving): aanpak en benodigde onderzoeken. 6 maart 2014, prof. mr. A.A. Freriks Vakdag conditionering Workshop natuur en milieu(wetgeving): aanpak en benodigde onderzoeken 6 maart 2014, prof. mr. A.A. Freriks Onderwerpen Belangrijkste besluitvormingstrajecten: projectplan Waterwet,

Nadere informatie

BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN

BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN DATUM 30 april 2017 BIJLAGE PROJECTPLAN DAMWAND PLUUTHAVEN DEEL I VERVANGEN DAMWANDEN REGIONALE WATERKERING PLUUTHAVEN ZEEWOLDE 1. Aanleiding en doel Het waterschap is naar aanleiding van het AV besluit

Nadere informatie

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU PLANMER (MESTVERGISTINGSINSTALLATIE BOTNIAWEG 6 TE MARRUM)

NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU PLANMER (MESTVERGISTINGSINSTALLATIE BOTNIAWEG 6 TE MARRUM) NOTITIE REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU PLANMER (MESTVERGISTINGSINSTALLATIE BOTNIAWEG 6 TE MARRUM) (Mestvergistingsinstallatie Botniaweg 6 te Marrum) Code 101606 / 27-08-10 GEMEENTE FERWERDERADIEL 101606

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 10 juni 2013 / rapportnummer 2779 31 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De Gemeente Doetinchem wil verschillende

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen Inleiding Initiatiefnemer heeft een agrarisch bouwvlak aan Leveroyseweg 14 te Heythuysen. Op deze locatie worden varkens gehouden op extensieve wijze.

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 31 mei 2012 / rapportnummer 2529 60 1. Oordeel over het MER De gemeente Etten-Leur wil het bestemmingsplan voor haar

Nadere informatie

Ministerie van Economische Zaken

Ministerie van Economische Zaken Ministerie van Economische Zaken > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Vermilion Oil & Gas Netherlands B.V. T.a.v. Zuidwalweg 2 8861 NV HARLINGEN Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Pluimveehouderij Duinkerken te Zuidwolde, gemeente De Wolden

Pluimveehouderij Duinkerken te Zuidwolde, gemeente De Wolden Pluimveehouderij Duinkerken te Zuidwolde, gemeente De Wolden Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 26 september 2014 / rapportnummer 2971 26 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Maatschap

Nadere informatie

Loosdrechtse Plassen weer helder!

Loosdrechtse Plassen weer helder! P r o v i n c i e N o o r d - H o l l a n d - h o o g h e e m r a a d s c h a p A m s t e l, G o o i e n V e c h t Informatiebulletin Herstel Loosdrechtse Plassen Provincie Noord-Holland en het Hoogheemraadschap

Nadere informatie

Robuustheidsanalyse MER. Versterking Markermeerdijken. Documentnummer AMMD / Verantwoordelijk cluster Planproces en vergunningen

Robuustheidsanalyse MER. Versterking Markermeerdijken. Documentnummer AMMD / Verantwoordelijk cluster Planproces en vergunningen Bijlagenboek 1.9 Versterking Markermeerdijken: Robuustheidsanalyse MER Projectomschrijving Versterking Markermeerdijken Verantwoordelijk cluster Planproces en vergunningen Werkpakket m.e.r. Object [Object]

Nadere informatie

minuut Projectplan Waterwet ten behoeve van Marker Wadden

minuut Projectplan Waterwet ten behoeve van Marker Wadden Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS BEDRIJFSINFORMATIE Inspectie Leefomgeving en Transport de heet E.R.A. Lamers Postbus 16191 2500 ED Den Haag minuut Projectplan Waterwet ten behoeve

Nadere informatie

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Bedrijvenpark IBF Heerenveen Bedrijvenpark IBF Heerenveen Toetsingsadvies over het planmer voor de 2 e partiële herziening van het bestemmingsplan 11 juli 2013 / rapportnummer 2120 110 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER)

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving 6 6.

Nadere informatie

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2 Directie en Biodiversiteit Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk DGAN-NB/18096623 Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG... 2 2 PROCEDURE... 2 3 WETTELIJK KADER... 2 3.1 Relevante artikelen Wet natuurbescherming...

Nadere informatie

Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard

Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard Bestemmingsplan Landelijk Gebied Vlist, gemeente Krimpenerwaard Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 29 juli 2015 / rapportnummer 3060 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente

Nadere informatie

29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE

29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE TOETSINGSADVIES OVER HET MILIEUEFFECTRAPPORT WARMTE- EN KOUDEOPSLAGINSTALLATIE TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN 29 MEI 2001 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING...1 2. OORDEEL OVER HET MER EN DE AANVULLING DAAROP...2

Nadere informatie

Dijkversterking Capelle aan den IJssel

Dijkversterking Capelle aan den IJssel Dijkversterking Capelle aan den IJssel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 16 oktober 2014 / rapportnummer 2681 36 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) Het Hoogheemraadschap van Schieland

Nadere informatie

Oude Badweg 60 Eelderwolde

Oude Badweg 60 Eelderwolde Oude Badweg 60 Eelderwolde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 Op het perceel is reeds een recreatiewoning met bijgebouwen aanwezig. De bestaande

Nadere informatie

Case Noorder IJplas. Workshop Zon op Water 23 mei 2019

Case Noorder IJplas. Workshop Zon op Water 23 mei 2019 Case Noorder IJplas Workshop Zon op Water 23 mei 2019 Case Noorder IJplas Noorder IJplas - initiatief van bedrijfsleven - Noorder IJplas moet een ecopark worden - kansen - maatschappelijk belang - Vergunningverlening:

Nadere informatie

Uitbreiden van veehouderij Van Deuveren, Beitelweg 5-7 te Putten

Uitbreiden van veehouderij Van Deuveren, Beitelweg 5-7 te Putten Uitbreiden van veehouderij Van Deuveren, Beitelweg 5-7 te Putten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 1 september 2016 / projectnummer: 2736 1. Oordeel over het milieueffectrapport Maatschap van

Nadere informatie

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op

Ontwerp-structuurvisie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op PROVINCIALE COMMISSIE OMGEVINGSVRAAGSTUKKEN LIMBURG MEMO ADVIESSTUK: Structuurvisie Randweg N266 Nederweert 1. Onderwerp / plan Structuurvisie Randweg N266 Nederweert inclusief onderliggende stukken (Plan-

Nadere informatie

REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN WATERLAND - BROEKERMEERDIJK 30-MIDDENWEG 1-3

REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN WATERLAND - BROEKERMEERDIJK 30-MIDDENWEG 1-3 REACTIENOTA OVERLEG EN INSPRAAK BESTEMMINGSPLAN WATERLAND - BROEKERMEERDIJK 30-MIDDENWEG 1-3 Reactienota Overleg en Inspraak Bestemmingsplan Waterland - Broekermeerdijk 30-Middenweg 1-3 Code 1212102 /

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied Drimmelen VOORLOPIG. Voorlopig Toetsingsadvies over het MER. 18 december 2013 / rapportnummer

Bestemmingsplan buitengebied Drimmelen VOORLOPIG. Voorlopig Toetsingsadvies over het MER. 18 december 2013 / rapportnummer Bestemmingsplan buitengebied Drimmelen Voorlopig Toetsingsadvies over het MER 18 december 2013 / rapportnummer 2851-23 -1- 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De gemeente Drimmelen heeft het

Nadere informatie

Gebiedsontwikkeling Poelkampen in de gemeente Borger-Odoorn en de aanvulling daarop

Gebiedsontwikkeling Poelkampen in de gemeente Borger-Odoorn en de aanvulling daarop Gebiedsontwikkeling Poelkampen in de gemeente Borger-Odoorn en de aanvulling daarop Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 25 april 2013 / rapportnummer 2549 94 1. Oordeel over het milieueffectrapport

Nadere informatie

Windpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673

Windpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673 Windpark Fryslân Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport 14 juli 2016 / projectnummer: 2673 1. Oordeel over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport (MER) Windpark

Nadere informatie

Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer

Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer meer ruimte voor haven verbetering kwaliteit leefomgeving 2 Projecten voor haven en leefomgeving procedures voor de uitvoering Het Project Mainportontwikkeling

Nadere informatie

Documentnummer AMMD

Documentnummer AMMD MEMO Kopie aan V. Friedrich-Drouville Van H. Meuwese Onderwerp impact aanleg Oeverdijk en peilbeheer Tussenwater op grondwaterstand dijk en achterland Datum 20 december 2016 Inleiding In dit memo is de

Nadere informatie

Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen

Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 5 maart 2015 / rapportnummer 2988 22 1. Oordeel over het milieueffectrapport (MER) De provincie Gelderland

Nadere informatie

Gebiedsontwikkeling Maaspark Well

Gebiedsontwikkeling Maaspark Well Gebiedsontwikkeling Maaspark Well Toetsingsadvies over het MER bij de structuurvisie en advies over reikwijdte en detailniveau van het MER bij het bestemmingsplan en de ontgrondingenvergunning 11 oktober

Nadere informatie

Motorcrossterrein Arnhem

Motorcrossterrein Arnhem Motorcrossterrein Arnhem Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 14 december 2015 / rapportnummer 3083 1. Oordeel over het milieueffectrapport De Stichting Motorsport Park Gelderland Midden (een fusie

Nadere informatie

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V.

OOST NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. NUTRIENTEN EN KRW FRISIA ZOUT B.V. 29 september 2010 Inhoud 1 Tekstdelen uit van 5 varianten naar 2 alternatieven 3 1.1 Referentiesituatie 3 1.2 Effecten waterkwaliteit KRW 5 2 Nieuw tekstdeel 7 ARCADIS

Nadere informatie

Bijlage 2; notitie aanvullende informatie

Bijlage 2; notitie aanvullende informatie Bijlage 2; notitie aanvullende informatie blz. (a) Locatie (1.1)...2 (b) Huidige situatie (1.1)...2 (c) Doel van de ontgronding (1.3)...2 (d) Oppervlakte te ontgraven natuurvriendelijke oever (2.1)...3

Nadere informatie

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer Omgevingsvergunning (artikel 2.1, 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer 2011.00165 Gezien het verzoek ingediend door: N.V. Nederlandse

Nadere informatie

Waterschap Hunze en Aa's De heer S. Dijk Postbus AD VEENDAM.!) 1 Besluit vormvrije-m.e.r.-beoordeling fase 1 Brede Groene Dijk

Waterschap Hunze en Aa's De heer S. Dijk Postbus AD VEENDAM.!) 1 Besluit vormvrije-m.e.r.-beoordeling fase 1 Brede Groene Dijk Scan nummer 1 van 1 - pagina 1 van 5 provmcie groningen De heer S. Dijk Postbus 195 9640 AD VEENDAM Datum Documentnr. Dossiernummer Behandeld door Telefoonnummer Bijlage Onderwerp 20 oktober 2017 2017-092-359

Nadere informatie

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer:

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer: Bijlagen bij verordening subsidies natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen 2014: 1. Inrichtingseisen natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen; 2. Richtlijnen voor natuurvriendelijk onderhoud.

Nadere informatie

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving.

Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Waarom windenergie? Steeds meer schone energie Het Rijk kiest voor een betrouwbare en steeds schonere energieopwekking voor de samenleving. Ter vergelijking: Wind op land kost tussen 8,5 en 9,6 cent per

Nadere informatie

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600.

De projectlocatie ligt globaal op de coördinaten: X = 140.650 en Y = 447.600. Bijlage I Technische beoordeling van de vergunningsaanvraag van Ontwikkelingsverband Houten C.V. voor het onttrekken van grondwater ten behoeve van de bouw van een parkeerkelder onder het nieuw realiseren

Nadere informatie