Het vermogen tot historisch redeneren: onderliggende kennis, vaardigheden en inzichten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het vermogen tot historisch redeneren: onderliggende kennis, vaardigheden en inzichten"

Transcriptie

1 Het vermogen tot historisch redeneren: onderliggende kennis, vaardigheden en inzichten Carla van Boxtel en Jannet van Drie Carla van Boxtel is onderzoeker bij het Instituut voor de Lerarenopleiding van de Universiteit van Amsterdam en projectleider van het Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken. Jannet van Drie is docent-onderzoeker bij het Instituut voor de Lerarenopleiding van de Universiteit van Amsterdam. 1 Historisch redeneren in de geschiedenisles Geschiedenis leren is meer dan leren wat er in het verleden gebeurd is. Leerlingen moeten zich ook het gereedschap eigenmaken waarmee ze verhalen over en uit het verleden kunnen interpreteren en waarmee ze tot eigen vragen, interpretaties en betekenisgeving kunnen komen. Historisch redeneren is daarom een belangrijke activiteit in de geschiedenisles. Het kan in verschillende contexten plaatsvinden, zoals in een onderwijsleergesprek, bij het onderzoeken van bronnen om een historische vraag te beantwoorden, of bij het schrijven van een essay. Historisch redeneren is niet alleen een middel om in de geschiedenisles historische kennis en vaardigheden te verwerven, maar ook een belangrijk leerdoel. Het vermogen tot historisch redeneren kan bijdragen aan het beredeneerd oordelen over belangrijke historische en hedendaagse kwesties in een samenleving. Dit vraagt immers om oog te hebben voor de context en om zorgvuldig af te wegen en te oordelen. Daarnaast vraagt dit ook om te reflecteren op oorzaken, significantie en gevolgen van historische gebeurtenissen en ontwikkelingen, op mogelijke alternatieven, en op de invloed van het verleden op het heden. Wij zien historisch redeneren als een waarneembare activiteit in gesproken of geschreven woord waarin historische kennis, historische vaardigheden en besef van de aard van de discipline geschiedenis tot uitdrukking komen. Het gaat in het geschiedenisonderwijs ons inziens niet om het verwerven van historische kennis, vaardigheden en metahistorische inzichten als doel op zich, maar vooral om het vermogen die te gebruiken om historisch te denken of te redeneren. Daarom is het volgens ons belangrijk om inzicht te hebben in wat historisch redeneren inhoudt en wat het van leerlingen vraagt. In dit artikel analyseren we het construct historisch redeneren door het uiteen te leggen in verschillende componenten en door de kennis, vaardigheden en metahistorische inzichten te benoemen die bijdragen aan het vermogen tot historisch redeneren. Deze beschrijvingen zijn gebaseerd op uitgebreid literatuuronderzoek en eigen empirisch onderzoek naar het leren en onderwijzen van geschiedenis. We beschrijven historisch redeneren in zes componenten, te weten: 1. stellen van historische vragen 1

2 2. gebruiken van bronnen 3. contextualiseren 4. argumenteren 5. gebruiken van historische begrippen 6. gebruiken van structuurbegrippen We definiëren historisch redeneren als een activiteit waarin iemand informatie over het verleden organiseert ten einde historische verschijnselen te beschrijven, vergelijken en of verklaren en waarbij hij of zij historische vragen stelt, contextualiseert, gebruikmaakt van historische begrippen en structuurbegrippen en beweringen ondersteunt met argumenten die gebaseerd zijn op bewijs uit bronnen. De matrix bij dit artikel vat de componenten en de kennis, vaardigheden en inzichten samen en moet opgevat worden als een hulpmiddel om zicht te krijgen op wat historisch redeneren omvat. Het moet niet opgevat worden als een theoretisch model van historisch redeneren dat de mechanismen van het historisch redeneren vaststelt en dat valide en betrouwbare voorspellingen over de kwaliteit van historisch redeneren mogelijk maakt. Onze beschrijving van historisch redeneren kan misschien wel een stap zijn op weg naar zo n model, maar een dergelijk model vereist uiteraard veel meer empirisch onderzoek. Hieronder bespreken we de zes componenten van historisch redeneren. Figuur 1. Matrix van de componenten van historisch redeneren en de kennis, vaardigheden en metahistorische inzichten die bijdragen aan het vermogen tot historisch redeneren. Historisch redeneren veronderstelt kennis van veronderstelt vaardigheid in 1. Historische vragen het soort vragen dat je het gebruiken van stellen over historische historische bronnen, verschijnselen en bronnen contextualiseren, kunt stellen gebruiken van historische begrippen en structuurbegrippen 2. Gebruiken van de (structuur)begrippen het beoordelen van de historische bronnen feit, mening, subjectief, bruikbaarheid, interpretatie, betrouwbaarheid en standplaatsgebondenheid, representativiteit van betrouwbaarheid en informatie in relatie tot representativiteit een gestelde vraag door contextualiseren, rekeninghouden met de veronderstelt besef dat geschiedenis een (re)constructie is in de vorm van antwoorden op vragen die we stellen bronnen standplaatsgebonden zijn en vaak onvolledige en soms ook tegenstrijdige informatie over het verleden geven 2

3 3. Contextualiseren kenmerken van periodes, plaatsen en samenlevingen die de historische context vormen van een historisch verschijnsel of van het handelen van mensen in het verleden 4. Argumenteren de begrippen argument, tegenargument en bewijs 5. Gebruiken van begrippen waarmee historische begrippen historische objecten, personen, gebeurtenissen, ontwikkelingen, structuren en opvattingen worden aangeduid 6. Gebruiken van structuurbegrippen structuurbegrippen (indirecte, directe) oorzaak, (korte termijn, lange termijn, bedoeld, onbedoeld) gevolg, aanleiding,, revolutionaire, keerpunt, continuïteit, bijzonder, algemeen, overeenkomst, verschil, politiek, economisch, sociaal, maker van de bron en vergelijken met informatie uit andere bronnen het construeren van een historische context om een historisch verschijnsel te beschrijven, vergelijken of te verklaren en het inleven om het handelen van mensen uit het verleden te interpreteren het onderbouwen van beweringen over het verleden met argumenten en bewijs en het geven en weerleggen van tegenargumenten het gebruiken van historische begrippen om historische verschijnselen te beschrijven, vergelijken en verklaren het gebruiken van structuurbegrippen bij het beschrijven van aspecten van en continuïteit, het maken van vergelijkingen en het geven van verklaringen voor historische verschijnselen het verleden anders is; dat mensen in het verleden over andere kennis, waarden en opvattingen beschikten dan wij nu historische interpretaties nooit definitief zijn, beweringen over het verleden onderbouwd moeten worden met argumenten en bewijzen en dat niet alle informatiebronnen evenveel waard zijn historische begrippen verschillend gedefinieerd kunnen worden en in een andere tijd/context een andere betekenis kunnen hebben - historische en zich voor kunnen doen op verschillende terreinen en kunnen verschillen in tempo, duur en impact - historische verschijnselen meerdere oorzaken en gevolgen hebben die kunnen verschillen naar soort en belangrijkheid 3

4 cultureel, levensbeschouwelijk - historische verschijnselen overeenkomsten kunnen vertonen, maar nooit exact hetzelfde zijn 2 Historische vragen stellen In de literatuur wordt het stellen van historische vragen gerelateerd aan historisch denken en historisch besef. Schreiber en zijn collega s (2006) zien de bereidheid om en de vaardigheid in het stellen van historische vragen als een competentie die ten grondslag ligt aan het historisch denken. Wineburg (1998) stelt dat historisch besef het resultaat is van de vragen die gesteld worden in relatie tot informatie over het verleden. Historische vragen stellen is misschien wel de belangrijkste component van historisch redeneren. Historische vragen functioneren als een motor voor het historisch redeneren. Een redenering wordt opgebouwd in relatie tot een vraag en vragen tijdens het redeneren stuwen de redenering als het ware voort en brengen het op een hoger plan. Natuurlijk verlangen niet alle historische vragen een redenering. De vraag Wanneer begonnen de middeleeuwen? verondersteld geen redenering als een leerling geleerd heeft dat de middeleeuwen 500 na Christus beginnen. Dezelfde vraag verondersteld wel historisch redeneren als deze gecominbeerd wordt met Wat denk jij? en Geeft redenen voor je mening. Vragen naar feiten zoals In welke landen kwamen deze opstanden voor? of Wie was in die periode de gouverneur van dit gebied? ontlokken geen historische redenering, maar leveren wel belangrijke bouwstenen voor een historische redenering. Het vermogen tot het stellen van historische vragen vereist kennis van het soort vragen dat je over historische verschijnselen en bronnen kunt stellen en die helpen bij het interpreteren van die verschijnselen en bronnen. Bij geschiedenis stellen we beschrijvende, verklarende, vergelijkende en evaluatieve vragen. Evaluatieve vragen vormen een variatie op de andere typen. De verklarende vraag Waarom brak de Eerste Wereldoorlog uit? wordt evaluatief als de vraag geformuleerd wordt als Wat is de belangrijkste oorzaak voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog? In een van onze studies vergeleken we het historisch redeneren van leerlingen die werkten aan een verklarende vraag met het redeneren van leerlingen die werkten aan een evaluatieve vraag. De evaluatieve vraag ontlokte meer historisch redeneren (Van Drie, Van Boxtel & Van der Linden, 2006). Historische vragen worden vormgegeven door de structuurbegrippen van het vak, zoals, oorzaak, gevolg en betrouwbaarheid (zie ook Counsell, 2000). Het kunnen stellen van historische vragen impliceert dus ook kennis van deze structuurbegrippen. Het kunnen stellen van historische vragen veronderstelt in feite kennis, vaardigheden en inzichten die gerelateerd zijn aan alle andere componenten van historisch redeneren, zoals kennis van historische begrippen en kennis waarmee een historische context kan worden ge(re)construeerd. Uit een recente studie van onze 4

5 collega Albert Logtenberg blijkt dat leerlingen in staat zijn om historische vragen te stellen, maar dat leerlingen soms ook naïeve vragen stellen, zoals Wie was de leider van de Industriële Revolutie of Waarom zochten ze geen andere baan, als ze zo slecht betaald kregen?. Deze vragen zijn naïef in de zin dat ze onjuiste veronderstellingen of een gebrek aan historische kennis van een specifieke context laten zien. Leerlingen zijn niet geneigd spontaan historische vragen te stellen. Ze worden daar in de klas ook niet altijd toe gestimuleerd. Doorgaans stelt het schoolboek of de leraar de vragen. Het is zelfs heel goed mogelijk dat vragen stellen door leerlingen gezien wordt als een blijk van onkunde en gebrek aan kennis of inzicht. Voor het leren stellen van historische vragen is het dus niet alleen belangrijk dat leerlingen de daarvoor belangrijke kennis, vaardigheden en inzichten verwerven, maar ook dat leerlingen gestimuleerd worden om zelf vragen te stellen over de verschijnselen die ze in de geschiedenislessen bestuderen. Figuur 2. Voorbeelden van historische vragen en van naïef-historische vragen. Historische vragen - Wat betekende de aanwezigheid van de Romeinen voor de gebieden die nu bij Nederland horen? - Hoe is het te verklaren dat er tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland relatief meer joden naar concentratiekampen zijn gedeporteerd dan in veel andere landen? Naïef-historische vragen - Waarom gingen die (horige) boeren niet gewoon ergens anders wonen? - Wie was de leider van de Industriële Revolutie? 3 Het gebruiken van bronnen Beweringen over het verleden dienen we te onderbouwen met informatie uit historische bronnen. Rouet en collega s (1996) maken een onderscheid tussen redeneren over bronnen en redeneren met bronnen. Redeneren met bronnen verwijst naar de vaardigheid om informatie uit bronnen te selecteren en te gebruiken om een bewering over het verleden te ondersteunen. Daarbij moet men echter wel beseffen dat bronnen vaak maar gedeeltelijke informatie bevatten en dat ze ook tegenstrijdige informatie kunnen geven. Het is dus niet mogelijk om informatie uit verschillende bronnen zomaar samen te voegen in een interpretatie. Leerlingen moeten leren informatie uit verschillende bronnen te vergelijken en de betrouwbaarheid van bronnen leren beoordelen, oftewel ze moeten leren te redeneren over bronnen. Uit een onderzoek van Sam Wineburg (1991) naar het gebruik van bronnen door leerlingen en historici bleek dat leerlingen veel minder kijken naar de herkomst van de bron (Wie heeft het geschreven/gemaakt? Wanneer is het gemaakt?) en veel minder informatie uit verschillende bronnen vergelijken. 5

6 Het leren gebruiken van bronnen vraagt in de klas voldoende gelegenheid om zelf actief met bronnenmateriaal aan de slag te gaan. Aangezien het redeneren met en over historische bronnen niet eenvoudig is, kunnen checklists zoals die in schoolboeken of door leraren vaak gebruikt worden een goed hulpmiddel zijn. Figuur 3. Voorbeeld van een checklist die leerlingen kunnen gebruiken bij het bestuderen van historische bronnen (Bron: MeMo, geschiedenis voor de onderbouw). Geeft de bron betrouwbare informatie? Let hierbij op het volgende: - Wie heeft de bron gemaakt? - Was deze persoon er zelf bij of heeft hij het van anderen? - Geeft de bron feiten of vooral meningen? - Is de maker partijdig? - Wil de maker misschien iets met de tekst of afbeelding bereiken? 4 Contextualiseren Redeneren over een historisch verschijnsel betekent ook dat dat verschijnsel in de context van een specifieke tijd, ruimte en samenleving wordt geplaatst. Om historische verschijnselen te beschrijven, vergelijken, verklaren of beoordelen (wat we hier opvatten als historisch redeneren), moet je in staat zijn een historische context te construeren voor deze verschijnselen. Datzelfde geldt voor het interpreteren van het handelen van mensen uit het verleden. De vaardigheid inleven betreft voor een belangrijk deel het vermogen om een historische context te (re)constructueren. Veel misverstanden en misvattingen over het verleden ontstaan doordat leerlingen te weinig zicht hebben op de historische context waarin gebeurtenissen plaatsvonden (Wineburg, 2001). Leerlingen beoordelen het handelen van mensen uit het verleden vaak volgens hedendaagse maatstaven. Op basis van een grootschalig onderzoek onder zeven tot veertienjarigen, komen Peter Lee en zijn collega s (1997) tot een niveauindeling voor historisch denken. Op het laagste niveau wordt het verleden gezien als onbegrijpelijk, omdat de mensen toen dom waren, of niet beter wisten. Op het hoogste niveau wordt het handelen van personen uit het verleden in de bredere context van opvattingen en waarden uit die tijd geplaatst. Dit hoogste niveau wordt het niveau van contextuale historische empathie genoemd. Volgens Lee beginnen leerlingen pas vanaf de leeftijd van elf jaar een onderscheid te maken tussen wat zij weten van een situatie en wat men toen wist. Naast het besef dat het verleden anders is, dat mensen in het verleden over andere kennis, waarden en opvattingen beschikten dan wij nu, is kennis van de tijd, plaats en samenleving die de historische context van een gebeurtenis of het handelen van mensen (kunnen) vormen faciliterend voor het kunnen contextualiseren. Overzichtskennis van het verleden in de zin van kennis van wanneer en 6

7 waar belangrijke historische gebeurtenissen en ontwikkelingen plaatsvonden, draagt bij aan het vermogen tot contextualiseren. Het kader van tien tijdvakken met voor elk tijdvak een aantal kenmerkende ontwikkelingen of gebeurtenissen, zoals dat in het Nederlandse onderwijs wordt geïmplementeerd, is een voorbeeld van een poging om leerlingen deze overzichtskennis te laten verwerven. Dit kader moet niet als doel op zich worden onderwezen, maar als gereedschap dat leerlingen kunnen gebruiken bij het historisch redeneren. Er is overigens meer onderzoek nodig naar de vraag welke kennis gebruikt wordt als leerlingen of historici erin slagen een historische context te construeren voor een concrete gebeurtenis of situatie en naar de vraag hoe die kennis georganiseerd is. Dergelijk onderzoek zou ons meer aanknopingspunten kunnen bieden voor de invulling van het chronologisch referentiekader dat we in het curriculum centraal stellen. Uit een verkennende studie die wij uitvoerden bleek dat vooral kennis van keerpunten (zoals de val van het Romeinse Rijk en afschaffing van de slavernij), een rijk associatief netwerk rondom sleutel- en colligerende begrippen (bijvoorbeeld rondom het begrip communisme of slavernij) en in narratieve structuren vervatte kennis van langdurige ontwikkelingen (zoals de opkomst en val van het Romeinse Rijk en het begin en einde van de Koude Oorlog) doorslaggevend waren bij het construeren van een historische context voor een onbekende beschrijving of cartoon van een historische situatie (Van Boxtel en Van Drie, in voorbereiding). Figuur 4. Leerlingen die erin slaagden deze cartoon in de juiste tijd te plaatsen maakten vooral gebruik van een rijk begrippennetwerk rondom het begrip communisme, kennis van keerpunten (zoals het einde van de oorlog en de val van de Berlijnse Muur) en reconstrueerden vaak een verhaal van de Koude Oorlog (begin, hoogtepunten en einde). 7

8 5 Argumenteren Omdat historische interpretaties gebaseerd zijn op meerdere bronnen die soms onvolledige of tegenstrijdige informatie geven, dienen beweringen over het verleden onderbouwd te worden met argumenten, die op hun beurt gebaseerd moeten zijn op nauwkeurig geëvalueerd bewijsmateriaal. Uit onderzoek van Peter Lee en zijn collega s blijkt dat dit besef bij leerlingen ontwikkeld moet worden. Sommige leerlingen zien geschiedenis als het verhaal van wat er werkelijk gebeurd is en hebben naïeve denkbeelden over wat bij geschiedenis als bewijs kan gelden (Lee, 2005). Historisch redeneren kan gezien worden als een vorm van informeel redeneren. Daarbij worden conclusies verkregen door het afwegen van argumenten en bewijsvoering. De conclusies zijn nooit definitief, maar altijd meer of minder waarschijnlijk doordat nieuw bewijsmateriaal de conclusies kan wijzigen (Kuhn, 1991; Voss, Perkins & Segal, 1991). Uit onderzoek blijkt dat leerlingen over het algemeen al van jongs af aan argumenten kunnen geven ter ondersteuning van hun standpunten. Maar met het geven van verschillende type argumenten, het rekening houden met tegenargumenten en het maken van een afweging tussen verschillende theorieën ondervinden leerlingen vaak meer problemen (Kuhn 1991; Voss & Means, 1991). Verschillende onderzoeken bevestigen dit beeld ook bij het vak geschiedenis (o.a. Pontecorvo & Girardet, 1993). Uit onze eigen studie waarin leerlingen (5 vwo) een argumentatieve tekst moesten schrijven blijkt dat leerlingen in deze teksten voornamelijk argumenten voor hun standpunt gaven en dat tegenargumenten nauwelijks werden genoemd of ontkracht (Van Drie e.a., 2006). Uit dit onderzoek bleek ook dat leerlingen argumenten laten verzamelen uit historische informatiebronnen en deze laten ordenen in een argumentatief diagram helpt bij het zichtbaar maken van het aantal argumenten voor en tegen een bepaalde stelling. Figuur 5. Voorbeeld van een argumentatief diagram dat leerlingen op de computer hebben gemaakt. Het diagram stimuleerde leerlingen niet alleen argumenten voor hun stelling te zoeken (lichtgrijs), maar ook tegen (zwart). Het diagram geeft namelijk in één oogopslag het evenwicht of gebrek aan evenwicht tussen argumenten voor en tegen weer. 8

9 6 Gebruiken van historische begrippen Elk domein heeft zijn eigen taal. Vakspecifieke begrippen fungeren als gereedschap voor het denken en vragen stellen over historische verschijnselen. Met historische begrippen kan het oneindig aantal feiten uit het verleden op een betekenisvolle manier georganiseerd worden. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen methodologische (ook wel meta-begrippen of structuurbegrippen genoemd) en historische begrippen. Structuurbegrippen verwijzen naar de heuristieken die historici gebruiken bij het onderzoeken en beschrijven van historische processen en perioden. We gaan hier in de volgende paragraaf uitgebreider op in. Historische begrippen verwijzen naar historische verschijnselen, structuren, personen en perioden. Voorbeelden zijn farao, feodalisme, Karel V en Verlichting. Halldén (1997) wijst er op dat er bij geschiedenis veel zogenoemde colligerende begrippen gebruikt worden; hogere orde begrippen die een serie van gebeurtenissen bij elkaar brengen, zoals de Renaissance, Verlichting en Industriële Revolutie. Leerlingen ondervinden diverse problemen bij het leren en gebruiken van historische begrippen (Van Drie & Van Boxtel, 2003). Een belangrijk probleem is dat historische begrippen vaak abstract en theoretisch zijn. Ze refereren niet naar concrete objecten in het verleden en ze krijgen hun betekenis in de context van andere gerelateerde begrippen. Een ander probleem is dat historische 9

10 begrippen vaak geen vaststaande betekenis hebben. Begrippen die in het alledaagse leven gebruikt worden lijken wel bekend te zijn, maar hun betekenis in het verleden is vaak toch net weer anders. Bijvoorbeeld handel en verkeer zagen er in de Middeleeuwen anders uit dan in het Europa van de 21 ste eeuw en slavernij in de Oudheid betreft wat anders dan slavernij in de Verenigde Staten in de 19 e eeuw. Leerlingen moeten dus ook het besef ontwikkelen dat begrippen een andere betekenis kunnen hebben als het om een andere tijd of plaats gaat. In de geschiedenisles is doorgaans voldoende aandacht voor het leren van historische begrippen. De begrippen worden uitgelegd en leerlingen verwerken die uitleg door middel van allerlei opdrachten. Voor het historisch redeneren is het echter niet alleen belangrijk dat leerlingen de betekenis van historische begrippen kunnen omschrijven, maar ook dat ze de historische begrippen adequaat kunnen gebruiken om een gebeurtenis of ontwikkeling te beschrijven, verklaren of te evalueren. Dit vraagt om zogenoemde toepassingsopdrachten. In de eerste leerjaren van het voortgezet onderwijs kun je leerlingen daarbij ondersteunen door aan te geven welke begrippen ze moeten gebruiken bij het geven van een specifieke verklaring of bij het maken van een vergelijking. Bij een tekening van een domein in de middeleeuwen kan bijvoorbeeld gevraagd worden om hetgeen op de tekening te zien is te beschrijven met gebruikmaking van de begrippen domein, heer, horigen, pacht, herendiensten en bescherming (zie voor dergelijke opdrachten het proefschrift van Prangsma, 2007). 7 Gebruiken van structuurbegrippen Zoals we in de vorige paragraaf reeds aangaven worden structuurbegrippen gebruikt om historische processen en perioden te onderzoeken en beschrijven. Voorbeelden van zulke begrippen zijn oorzaak, gevolg, en continuïteit. Er zijn ook structuurbegrippen die belangrijk zijn voor het beoordelen van informatie uit historische bronnen, zoals feit, mening, subjectiviteit, interpretatie, standplaatsgebondenheid, betrouwbaarheid en representativiteit. Leerlingen moeten niet alleen de betekenis van deze structuurbegrippen kennen, maar ze ook kunnen toepassen bij het beoordelen en gebruiken van historische bronnen. Hier bespreken we de structuurbegrippen die aan de orde zijn bij de verschillende vormen van historisch redeneren: het beschrijven van processen van en continuïteit, het vergelijken van historische verschijnselen en het verklaren van historische verschijnselen. Het begrijpen van en in de tijd is volgens Stearns (1998) het belangrijkste doel van geschiedenis. Historische en hebben verschillende dimensies en het kan gaan om verschillende aspecten van de samenleving, zoals politieke systemen, technologie, opvattingen, het gezinsleven, enzovoort. Historici maken onderscheid in politieke, economische, sociale en culturele en. Het bestuderen van historische en roept ook vragen op naar hoe de tot stand kwam, of het gaat om een plotselinge of langzame, wat de impact van de was en naar aspecten van continuïteit en discontinuïteit. 10

11 Ten aanzien van verklaringen van historische gebeurtenissen en verschijnselen wordt vaak benadrukt dat het hier niet gaat om simpele oorzaak-gevolg relaties, maar juist om complexe relaties tussen tussen handelingen en gebeurtenissen die over een langere periode op elkaar inwerken. Bij het geven van historische verklaringen wordt doorgaans onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte oorzaken, gevolgen op de korte termijn en gevolgen op de lange termijn en manifeste en latente oorzaken en gevolgen. Uit empirisch onderzoek naar het verklaren van historische verschijnselen door leerlingen (o.a. Carretero, López- Manjón & Jacott, 1997; Rivière, Nunez, Barquero, & Fontela,1998) blijkt dat leerlingen moeite hebben met het benoemen van meerdere oorzaken, meerdere typen oorzaken en met het feit dat een oorzaak tegelijkertijd ook een gevolg kan zijn. Leerlingen hebben verder de neiging de rol van personen groter te maken ten opzichte van structurele factoren, zoals economische condities. Uit onderzoek van Keith Barton (2001) komt naar voren dat de sociaal-culturele setting van het geschiedenisonderwijs van invloed is op hoe er tegen de rol van individuen als actoren bij en wordt aangekeken. In zijn onderzoek vergeleek hij het redeneren van leerlingen ten aanzien van historische en uit de Verenigde Staten met dat van leerlingen uit Noord- Ierland. Leerlingen uit de VS benadrukten de rol van (beroemde) personen bij het tot stand komen van en, terwijl de leerlingen uit Noord-Ierland meer de rol benadrukten van structuren, zoals politieke en sociale bewegingen, economie en de regering. Barton verklaart dit door een meer narratieve tegenover een meer thematische presentatie van leerstof in de betreffende landen. Het maken van vergelijkingen bij het analyseren en organiseren van informatie over het verleden impliceert aandacht voor verschillen en overeenkomsten. Vergelijking als heuristiek kan behulpzaam zijn bij het onderscheiden van het bijzondere, specifieke of unieke van situaties of verschijnselen. Om bijvoorbeeld achter het specifieke van een bepaalde politieke revolutie te komen kan het helpen deze revolutie te vergelijken met andere politieke revoluties. Als historici dit doen is daarbij wel altijd het besef aanwezig dat historische verschijnselen wel vergelijkbaar, maar niet identiek kunnen zijn. Een voorbeeld van dit besef kwamen we tegen in een van onze eigen studies waarin geschiedenisdocenten gevraagd werd om een vergelijking te maken tussen Adolf Hitler en Saddam Hoessein. Eén van de docenten toonde zijn weerstand en vond de opdracht eigenlijk onzinnig: Je kunt iedere willekeurige dictator met een of andere willekeurige dictator vergelijken en dan vind je altijd overeenkomsten, zeker als je ze gaat zoeken. Maar het is een hele andere tijd, het zijn andere omstandigheden, dus ik vind het ja op zich ligt, lijkt het voor de hand te liggen, maar ik vind het een onzinnige vergelijking. Hieronder geven we een voorbeeld uit een studie van de tweede auteur (Van Drie, 2005) over hoe leerlingen het structuurbegrip gebruiken. Leerlingen uit de vijfde klas van het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (5 VWO, 16/17 jaar) kregen de opdracht om in tweetallen een historisch onderzoek te verrichten en daarover een essay te schrijven. Ze hadden hiervoor 6 11

12 lesuren de tijd. Ze werkten ieder achter een eigen computer in een elektronische leeromgeving. Communicatie vond plaats via chat. Ook waren er informatiebronnen opgenomen en was er een gedeelde tekst-editor, waarin ze samen het essay konden schrijven. Centraal stond de vraag: Waren de jaren zestig revolutionair als je kijkt naar de en in het gedrag van de jeugd? Hieronder is een gedeelte van het chatgesprek tussen Wendy en Eric opgenomen. Dit fragment vindt plaats nadat ze ongeveer een uur aan de opdracht gewerkt hebben en de bronnen hebben gelezen. Ze staan op het punt om te beginnen met het schrijven van het essay, maar daarvoor is het eerst nodig om een gezamenlijk standpunt in te nemen ten aanzien van de onderzoeksvraag. Onze opmerkingen in de laatste kolom laten zien dat deze leerlingen redelijk vaardig zijn in het gebruik van structuurbegrippen die van belang zijn voor het beschrijven van aspecten van en continuïteit. Ze definiëren de term revolutionair en gaan na in hoeverre deze term van toepassing is door aandacht te schenken aan het tempo, de duur en de impact van de en in het gedrag van de Nederlandse jeugd in de jaren zestig. Hierbij verwijzen ze naar wat ze in de bronnen gelezen hebben. Uit deze zelfde studie bleek dat het invullen van een matrix hielp bij het beschrijven van aspecten van en continuïteit. In de matrix werd leerlingen gevraag zowel aspecten van als van continuïteit op te sommen. De en konden vervolgens gelabeld worden naar het soort (politiek, sociaal, economisch of mentaliteit) en de aard van de (al dan niet revolutionair). Ook bij het in kaart brengen van overeenkomsten en verschillen en oorzaken en gevolgen kunnen schematische weergaven de leerlingen ondersteunen bij het zelf formuleren van een redenering. Figuur 6. Fragment uit een chat van twee leerlingen die in een elektronische leeromgeving samenwerken aan een essay. De laatste kolom geeft aan in hoeverre leerlingen kennis van structuurbegrippen toepassen. Line Name Chat* Indicatoren voor het gebruik van structuurbegrippen gerelateerd aan het beschrijven van en 59 Wendy Vind jij dat de jaren '60 revolutionair gebruik van het begrip revolutionair waren als je kijkt naar en in het gedrag van de jeugd? 60 Eric In het algemeen vind ik de jaren '60 na wat gebruik van het begrip revolutionair ik gelzen heb niet meer zo revolutionair, maar het gedrag van de jongeren wel 61 Wendy Ik dacht eigenlijk dat die en al in de jaren '50 begonnen waren. aandacht voor de duur van de 62 Eric Hmmmmm 12

13 63 Eric in basistekst 2 zegt Blom: dat er een breuk in de jaren '60 ligt met enkele voorboden aandacht voor de duur van de in de jaren '50 64 Eric Hmmmm 65 Eric dat was met de introductie van de rock 'n voorbeeld van een roll en zo 66 Wendy Ja dat klopt 67 Wendy Ik heb een tekst waar een stuk in staat over voorbeeld van een de Nozems, daar in staat dat het een nieuwe jeugdstijl is die in 1955 werd 'ontdekt' 68 Eric Ik heb hier ook een tekst, waarin staat dat in de jaren '50 wleiswaar de rock 'n roll aandacht voor de impact van de zijn intrede deed, maar de meeste jongeren hier nog niets van moesten hebben, nog naar de kerk gingen, naar school en naar de padvinderij 69 Wendy Bij mij in een tekst staat er weer dat die nozems vanaf 1955 in verschillende steden aandacht voor de impact van de werden aangetroffen, 70 Wendy maar hoe zullen we het stuk gaan gebruik van het begrip revolutionair schrijven, vanuit het idee dat de jaren 60 revolutionair waren of niet? 71 Eric eigenlijk moetne we eerst even weten wat we allebij onder revolutionair verstaan.\ vraag naar betekenis van het begrrip revolutionair 72 Wendy Ik vind een revolutionair als die plotseling gebeurt. aandacht voor het tempo van de 73 Eric hoe plotseling, binnen een jaar, of 5 jaar? aandacht voor het tempo van de 74 Eric dat maakt nogal verschil 75 Wendy Als ze vragen naar een revolutionaire in de jaren 60, dan bedoel ik aandacht voor de duur van de een in die jaren 60 en niet meer in de jaren Eric nee, maar ik denk dat ze gewoon die verandereing in het gedrag van de jeugd aandacht voor de duur van de 13

14 bedoelen, en ik denk dat het niet zoveel uitmaakt dat die al in de jaren '50 begonnen is 77 Wendy Maar vind je dan niet dat die in het gedrag van de jeugd geleidelijk heeft plaatsgevonden? 78 Eric Tsja 79 Eric ik denk dat hij redelijk "plotseling" heeft plaatsgevonden, omdat toch binnen 10 jaar tijd de stijl helemaal verandert is 80 Wendy is goed aandacht voor het tempo van de aandacht voor het tempo en de impact van de 8 Conclusie Onze beschrijving van historisch redeneren is ontwikkeld in het kader van onderzoek naar het leren van geschiedenis. In onze studies gebruiken we de componenten om verschillen in redeneren tussen leerlingen te kunnen beschrijven en verklaren en zo zicht te krijgen op de effecten van verschillende taken en opdrachten. Maar onze analyse van het begrip kan ook gebruikt worden door geschiedenisdocenten. De docent heeft een belangrijke taak in het creëren van mogelijkheden voor leerlingen om het historisch redeneren te oefenen, op papier en in gesprekken met andere leerlingen en de docent. Uit diverse onderzoeken blijkt dat historisch redeneren onder andere bevorderd kan worden door onderwijsleergesprekken, door samenwerkingsopdrachten en schrijftaken (Leinhardt, 1997, 2000; Van Drie, 2005). Als docent kun je bij de instructie, in onderwijsleergesprekken, bij het ontwerpen en bespreken van opdrachten alert zijn op de verschillende componenten van historisch redeneren en de kennis, vaardigheden en inzichten die er aan ten grondslag liggen. In welke mate en hoe gebruiken leerlingen bijvoorbeeld historische begrippen? Hoe gebruiken leerlingen bij het beargumenteren van een standpunt kennis en informatie uit bronnen? Geven leerlingen voldoende blijk van het besef dat het verleden anders is en dat mensen in het verleden over andere kennis, waarden en opvattingen beschikten dan wij nu? Ook kunnen de componenten gebruikt worden voor de ontwikkeling van toetsen en bij het ontwikkelen van een beoordelingsinstrument voor onderzoeks- en schrijfopdrachten (een voorbeeld voor het beoordelen van een schrijfopdracht is te vinden in Van Drie, 2005). Het moge duidelijk zijn dat historisch redeneren niet eenvoudig is en ook niet eenvoudig te leren is. Het verondersteld metahistorische inzichten die niet gemakkelijk te ontwikkelen zijn en die vragen om explicitering. We realiseren ons dat het leren historisch redeneren veel tijd in beslag kan nemen, die er vaak in de overvolle curricula niet is. Daarnaast stelt het hoge eisen aan de redeneervaardigheden van de docent en aan het lesmateriaal, en kan het beoordelen ervan veel tijd kosten en ingewikkeld zijn. 14

15 De laatste tijd is er in Nederland, maar ook in ons omringende landen, veel aandacht voor de historische kennis die leerlingen zouden moeten verwerven. Het Nederlandse geschiedenisonderwijs heeft te maken met de implementatie van het kader van tien tijdvakken en van de canon van Nederland. Dergelijke kennis kan zeker bijdragen aan het vermogen tot historisch redeneren. We moeten echter niet uit het oog verliezen dat leerlingen ook moeten leren iets met historische kennis te doen. We kunnen er niet van uitgaan dat als leerlingen de vastgestelde inhouden en verhalen kennen ze ook nieuwe verhalen kunnen interpreteren en evalueren en zelf tot goed beargumenteerde interpretaties kunnen komen. Kennis is zoals uit de matrix blijkt een voorwaarde voor het vermogen tot historisch redeneren, maar niet voldoende. Naast historische kennis zijn ook historische vaardigheden en inzichten belangrijk. Literatuur Barton, K. C. (2001). A sociocultural perspective on children's understanding of historical change: Comparative findings from Northern Ireland and the United States. American Educational Research Journal, 38(4), Carretero, M., López- Manjón, A., & Jacott, L. (1997). Explaining historical events. International Journal of Educational Research, 27(3), Counsell, C. (2000). Historical knowledge and historical skills: A distracting dichotomy. In S. Capel, J. Davison, J. Arthur, & J. Moss (Series Eds.) & J. Arthur & R. Philips (Vol. Eds.), Issues in subject teaching series. Issues in history teaching (pp ). London: Routledge Falmer. Lee, P. (2005). Putting principles into practice: understanding history. In M.S. Donovan & J.D. Bransford (Eds.) How students learn history in the classroom. The National Academies Press, Washington, pp Lee, P., Dickinson, A., & Ashby, R. (1997). Just another emperor : Understanding action in the past. International Journal of Educational Research, 27, Leinhardt, G. (1997). Instructional explanations in history. International Journal of Educational Research, 27(3), Leinhardt, G. (2000). Lessons on teaching and learning in history from Pauls pen. In P. N. Stearns, P. Seixas, & S. Wineburg (Eds.), Knowing, teaching, and learning history. National and international perspectives (pp ). New York: New York University Press. Halldén, O. (1997). Conceptual change and the learning of history. International Journal of Educational Research, 27, Kuhn, D. (1991). The Skills of Argument. Cambridge: Cambridge University Press. Pontecorvo, C., & Girardet, H. (1993). Arguing and reasoning in understanding historical topics. Cognition and Instruction, 11(3-4), Prangsma, M.E. (2007). Multimodal representations in collaborative history learning. Proefschrift, Universiteit Utrecht, Nederland. 15

16 Rivière, A., Nunez, M., Barquero, B., & Fontela, F. (1998). Influence of intentional and personal factors in recalling historical texts: A developmental perspective. In J. F. Voss & M. Carretero (Eds.), Learning and Reasoning in History. International Review of History Education (Vol. 2), Woburn Press, London, pp Rouet, J. F., Britt, M. A., Mason, R. A., & Perfetti, C. A. (1996). Using multiple sources of evidence to reason about history. Journal of Educational Psychology, 88(3), Schreiber, W., Körber, A., Von Borries, B., Krammer, R., Leutner-Ramme, S., Mebus, S., Schöner, A., & Ziegler, B. (2006). Historisches Denken. Ein Kompetenz-Strukturmodell.[Historical Thinking. A Model of Compentences] Ars una, Neuried, Duitsland. Stearns, P. N. (1998). Goals in history teaching. In J. F.Voss & M. Carretero (Eds.), Learning and Reasoning in History. International Review of History Education (Vol. 2), Woburn Press, London, pp Van Drie, J. (2005). Learning about the Past with New Technologies. Fostering Historical Reasoning in Computer-supported Collaborative Learning. Proefschrift, Universiteit Utrecht, Nederland. Van Drie, J., & Van Boxtel, C. (2003). Developing conceptual understanding through talk and mapping. Teaching History, 110, Van Drie, J., Van Boxtel, C., & Van der Linden, J. L. (2006). Historical reasoning in a computersupported collaborative learning environment. In A. M. O Donnell, C. E. Hmelo, & G. Erkens (Eds.), Collaborative Learning, Reasoning and Technology, Lawrence Erlbaum Associates, Mahwah NJ, pp Voss, J. F., & Means, M. L. (1991). Learning to reason via instruction in argumentation. Learning and Instruction, 1, Voss, J. F., Perkins, D. N., & Segal, J. W., (1991). Preface. In J. F. Voss, D. N. Perkins, & J. W. Segal (Eds.), Informal Reasoning and Education (pp. vii-xvii). Lawrence Erlbaum Associates, Hillsdale, NJ. Wineburg, S. S. (1991). Historical problem solving: A study of the cognitive processes used in the evaluation of documentary and pictorial evidence. Journal of Educational Psychology, 83, Wineburg, S. S. (1998). Reading Abraham Lincoln: An expert/expert study in the interpretation of historical texts. Cognitive Science, 22, Wineburg, S. S. (2001). Historical Thinking and Other Unnatural Acts. Charting the Future of Teaching the Past, Temple University Press, Philadelphia. 16

het vermogen tot historisch redeneren: onderliggende kennis, vaardigheden en inzichten

het vermogen tot historisch redeneren: onderliggende kennis, vaardigheden en inzichten het vermogen tot historisch redeneren: onderliggende kennis, vaardigheden en inzichten I Carla van Boxtel en Jannet van Drie I 1. Historisch redeneren in de geschiedenisles Geschiedenis leren is meer dan

Nadere informatie

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol? Hoe word ik beter in geschiedenis? Als je beter wilt worden in geschiedenis moet je weten wat er bij het vak geschiedenis van je wordt gevraagd, wat je bij een onderwerp precies moet kennen en kunnen.

Nadere informatie

Historisch denken. Historische benaderingen

Historisch denken. Historische benaderingen Historisch denken Inleiding Mensen hebben een besef van verleden, heden en toekomst. Ze hebben een bepaald beeld van wat er in hun leven is gebeurd tot op de dag van vandaag. Ze kunnen hun bestaan in het

Nadere informatie

TAXONOMIE HISTORISCH DENKEN

TAXONOMIE HISTORISCH DENKEN Verwijs naar dit document als Smets, W. (2018), Taxonomie historisch denken, opgehaald van: Karel de Grote Hogeschool, https://www.kdg.be/onderzoek-en-expertise/onderzoeksprojecten/praktijkonderzoek-historisch-denken

Nadere informatie

Leerlijn historisch denken havo

Leerlijn historisch denken havo Leerlijn historisch denken havo Albert van der Kaap vwo Tijd en chronologie klas 1 klas 2 klas 3 vwo 6 gebeurtenissen uit zijn eigen leven alsmede verschijnselen, gebeurtenissen en personen uit de geschiedenis

Nadere informatie

Tally, B., Goldenberg, L.B. (2005). Fostering historical thinking with digitized primary sources. Journal of Research on Technology in Education

Tally, B., Goldenberg, L.B. (2005). Fostering historical thinking with digitized primary sources. Journal of Research on Technology in Education Tally, B., Goldenberg, L.B. (2005). Fostering historical thinking with digitized primary sources. Journal of Research on Technology in Education 38 (1), 1-21. [René Vos, 2012] De auteurs Bill Tally en

Nadere informatie

Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving

Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving Kempelonderzoekscentrum Jeannette Geldens, lector Monique van der Heijden, promovenda-docentonderzoeker Herman L. Popeijus, erelector Doelen en

Nadere informatie

Actief Historisch Denken Werkvormen die leerlingen motiveren en diverse aspecten van historisch denken actief laat inzetten.

Actief Historisch Denken Werkvormen die leerlingen motiveren en diverse aspecten van historisch denken actief laat inzetten. Actief Historisch Denken Werkvormen die leerlingen motiveren en diverse aspecten van historisch denken actief laat inzetten. Harry Havekes, Jan de Vries, Arnoud Aardema 1 Welke Woord Weg Tijdens een geschiedenisles

Nadere informatie

A. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 3 Onderwerp: De Eerste en Tweede Wereldoorlog (H1 en 2) Kerndoel(en):

A. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 3 Onderwerp: De Eerste en Tweede Wereldoorlog (H1 en 2) Kerndoel(en): A. LEER EN TOETSPLAN Vak: Geschiedenis Leerjaar: Onderwerp: De Eerste en Tweede Wereldoorlog (H1 en ) Kerndoel(en): 7. De leerling leert een kader van tien tijdvakken te gebruiken om gebeurtenissen, ontwikkelingen

Nadere informatie

Hoe ondersteun je als lerarenopleider de leraar-in-opleiding bij zijn of haar ontwikkeling als vakdidacticus? Een uitwerking voor geschiedenis

Hoe ondersteun je als lerarenopleider de leraar-in-opleiding bij zijn of haar ontwikkeling als vakdidacticus? Een uitwerking voor geschiedenis Hoe ondersteun je als lerarenopleider de leraar-in-opleiding bij zijn of haar ontwikkeling als vakdidacticus? Een uitwerking voor geschiedenis Carla van Boxtel Goed geschiedenisonderwijs is zinvol en aantrekkelijk

Nadere informatie

Nieuwsgierig maken / motiveren voor een tijdvak of historisch onderwerp Vragen / hypothesen kunnen formuleren over historische verschijnselen

Nieuwsgierig maken / motiveren voor een tijdvak of historisch onderwerp Vragen / hypothesen kunnen formuleren over historische verschijnselen Werken met afbeeldingen in het examenprogramma geschiedenis havo/vwo OPDRACHTEN EXAMENPROGRAMMA FUNCTIE AFBEELDING 1. De afbeelding als motivator Tien tijdvakken met kenmerkende aspecten Geschiedenis van

Nadere informatie

Plannen en schrijven met een elektronische outline-tool

Plannen en schrijven met een elektronische outline-tool 1 Plannen en schrijven met een elektronische outline-tool Milou de Smet, Saskia Brand-Gruwel & Paul Kirschner Open Universiteit Goed schrijven is een belangrijke, maar complexe vaardigheid. De schrijver

Nadere informatie

Examentraining klas 4 mavo

Examentraining klas 4 mavo Examentraining klas 4 mavo Historische vaardigheden Maken van een examen 100 minuten Bespreken examen Overige vragen m.socrative.com Room number: 65459 Vul je naam in Maak de quiz - Historische personen

Nadere informatie

Lesontwerp 8. Betogende brief over de Holocaust. Doel. Ontwikkelaar School Vak Groep Genre

Lesontwerp 8. Betogende brief over de Holocaust. Doel. Ontwikkelaar School Vak Groep Genre Lesontwerp 8. Betogende brief over de Holocaust Ontwikkelaar School Vak Groep Genre Johan van Driel Ichthuscollege, Veenendaal geschiedenis 5 havo argumenteren Doel Geschreven taal speelt een belangrijke

Nadere informatie

Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving

Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving Betekenisvol Leren Onderwijzen in de werkplekleeromgeving Kempelonderzoekscentrum Jeannette Geldens, lector Monique van der Heijden, docentonderzoeker Herman L. Popeijus, erelector Popeijus, H. L., & Geldens,

Nadere informatie

LANDSEXAMEN MAVO

LANDSEXAMEN MAVO LANDSEXAMEN MAVO 2017-2018 Examenprogramma GESCHIEDENIS M.A.V.O. 1 Het eindexamen Het eindexamen bestaat uit het centraal examen en het commissie-examen. Het centraal examen wordt afgenomen in één zitting

Nadere informatie

DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER

DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER 2018 The Spirit Level Een authentieke toetstaak in de praktijk Niels Hoendervanger Stedelijk Gymnasium Nijmegen The Spirit Level Wat gaan we doen? Korte introductie op de taak

Nadere informatie

Instroom pabo geschiedenis

Instroom pabo geschiedenis Keuzedeel mbo Instroom pabo geschiedenis gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0050 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op:

Nadere informatie

Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst)

Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst) Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst) Kerndoelen 36. De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak geschiedenis vwo, tweede tijdvak (2018). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Onderzoekend leren in de geschiedenisles: Verkennend onderzoek

Onderzoeksrapport. Onderzoekend leren in de geschiedenisles: Verkennend onderzoek FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Vakgroep Onderwijskunde Onderzoeksrapport Onderzoekend leren in de geschiedenisles: Verkennend onderzoek Michiel Voet Vakgroep Onderwijskunde, Universiteit

Nadere informatie

A. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 2 Onderwerp: De Nieuwe Tijd (extra uitgereikt materiaal) Kerndoel(en):

A. LEER EN TOETSPLAN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 2 Onderwerp: De Nieuwe Tijd (extra uitgereikt materiaal) Kerndoel(en): A. LEER EN TOETSPLAN Vak: Geschiedenis Onderwerp: De Nieuwe Tijd (extra uitgereikt materiaal) tijd van ontdekkers en hervormers (1500 1600); tijd van regenten en vorsten (1600 1848). 40. De leerling leert

Nadere informatie

Kennisbasis geschiedenis (VERSIE )

Kennisbasis geschiedenis (VERSIE ) Kennisbasis geschiedenis (VERSIE 12-11-2017) Algemeen Geschiedenisonderwijs is van essentieel belang voor de ontwikkeling van historisch bewustzijn, dat de samenhang omvat tussen de interpretatie van het

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

MULTIPERSPECTIVITEIT EN ERFGOEDEDUCATIE

MULTIPERSPECTIVITEIT EN ERFGOEDEDUCATIE MULTIPERSPECTIVITEIT EN ERFGOEDEDUCATIE Carla van Boxtel Meerstemmig erfgoed - 8 juni 2016 Genk MULTIPERSPECTIVITEIT Vormen van multiperspectiviteit Het belang van multiperspectiviteit Didactiek PERSPECTIEVEN

Nadere informatie

Workshop zoeken naar bronnen

Workshop zoeken naar bronnen Workshop zoeken naar bronnen PWS INTRODUCTIEOPDRACHT Lees onderstaande tekst. Deze tekst bevat geen feitelijke onjuistheden. Toch voel je je bij deze tekst waarschijnlijk erg ongemakkelijk. Beredeneer

Nadere informatie

TIJDWIJS de Methodiek

TIJDWIJS de Methodiek TIJDWIJS de Methodiek TIJDWIJS DE METHODIEK... 1 OVER TIJDWIJS... 2 APARTE HANDLEIDINGEN VOOR GROEP 4 EN GROEP 7... 2 UITGANGSPUNTEN VAN TIJDWIJS... 3 VISIE OP DE ONTWIKKELING VAN HISTORISCH TIJDSBESEF...

Nadere informatie

Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam

Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam Verslag van het Symposium 'Nut en Nadeel van Geschiedenisonderwijs: aanzetten voor een nieuw curriculum' 8 juni 2018 in Amsterdam Aanleiding voor het symposium Onder de vlag van Curriculum.nu buigen in

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Hypertekst schrijven en observerend leren als aanvullende didactiek 1

Hypertekst schrijven en observerend leren als aanvullende didactiek 1 Ronde 2 Martine Braaksma & Gert Rijlaarsdam Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Contact: braaksma@uva.nl Hypertekst schrijven en observerend leren als aanvullende didactiek 1

Nadere informatie

Inhoud. Introductie tot de cursus

Inhoud. Introductie tot de cursus Inhoud Introductie tot de cursus 1 Inleiding 7 2 Voorkennis 7 3 Het cursusmateriaal 7 4 Structuur, symbolen en taalgebruik 8 5 De cursus bestuderen 9 6 Studiebegeleiding 10 7 Huiswerkopgaven 10 8 Het tentamen

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Docentenhandleiding Schrijven bij geschiedenis

Docentenhandleiding Schrijven bij geschiedenis Docentenhandleiding Schrijven bij geschiedenis In deze docentenhandleiding vindt u meer informatie over de schrijfinstructie-les, die aansluit bij de lessenserie Nederland als democratie. Het doel van

Nadere informatie

BETROUWBAARHEID VAN BRONNEN. Workshop ter voorbereiding op het maken van het PWS.

BETROUWBAARHEID VAN BRONNEN. Workshop ter voorbereiding op het maken van het PWS. BETROUWBAARHEID VAN BRONNEN Workshop ter voorbereiding op het maken van het PWS. Waar gaat het om? De praktijk is vaak: 1. Google 2. Type het onderwerp van je PWS 3. Knip en plak erop los Maar: - Zijn

Nadere informatie

Nieuwe media. Ander onderwijs?

Nieuwe media. Ander onderwijs? Nieuwe media. Ander onderwijs? Joke Voogt Typ hier de footer 1 Wij streven ernaar dat over vijf tot tien jaar alle leerlingen voor hun toekomstig beroep, voor het deelnemen aan het maatschappelijk leven

Nadere informatie

1. Inleiding en situering van het onderzoek

1. Inleiding en situering van het onderzoek Dirk van der Meulen Herbert Vissers College, Nieuw-Vennep Contact: MEU@hvc.nl Leesstrategieën en historisch redeneren van vwo-bovenbouwleerlingen en bachelorstudenten Nederlands. Een beschrijvend hardop-denk-onderzoek

Nadere informatie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie

Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie Biologie inhouden (PO-havo/vwo): Evolutie kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 34: De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke

Nadere informatie

DENKVAARDIGHEDEN bron: The Parallel Curriculum

DENKVAARDIGHEDEN bron: The Parallel Curriculum DENKVAARDIGHEDEN bron: The Parallel Curriculum In 'The Parallel Curriculum' van Tomlinson et al. (2009) worden de 'Habits of Mind' van mensen die intelligent handelen beschreven, op basis van onderzoek

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/41478 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Hei, Miranda de Title: Collaborative learning in higher education : design, implementation

Nadere informatie

Voorbeelden van Analyse-instrumenten om interactie in de klas te coderen

Voorbeelden van Analyse-instrumenten om interactie in de klas te coderen Voorbeelden van Analyse-instrumenten om interactie in de klas te coderen Jannet van Drie en Carla van Boxtel, ILO-conferentie 2 april 2009 Transcriptie en eenheid van analyse Transcriptieregels die je

Nadere informatie

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar metacognitieve vaardigheden van leerlingen

Nadere informatie

Bloom. Taxonomie van. in de praktijk

Bloom. Taxonomie van. in de praktijk Bloom Taxonomie van in de praktijk De taxonomie van Bloom kan worden toegepast als praktisch hulpmiddel bij het differentiëren in denken en doen. Het helpt je om in je vraagstelling een plaats te geven

Nadere informatie

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x Jaarplan GESCHIEDENIS Algemene doelstellingen Eerder gericht op kennis en inzicht 6 A1 A2 A3 A4 A5 Kunnen hanteren van een vakspecifiek begrippenkader en concepten, nodig om zich van het verleden een wetenschappelijk

Nadere informatie

havo geschiedenis M.M.P.C. Bolink Y. Bouw H. van der Meiden J. Roesink Jouw beste voorbereiding op je examen in 2018

havo geschiedenis M.M.P.C. Bolink Y. Bouw H. van der Meiden J. Roesink Jouw beste voorbereiding op je examen in 2018 2017 2018 havo M.M.P.C. Bolink Y. Bouw H. van der Meiden J. Roesink geschiedenis Jouw beste voorbereiding op je examen in 2018 havo geschiedenis Voorwoord Wanneer je examen gaat doen, wil je natuurlijk

Nadere informatie

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden

Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden HANDOUT SCENARIO-ONTWIKKELING Marleen van de Westelaken Vincent Peters Informatie over Participatieve Methoden SCENARIO-ONTWIKKELING I n h o u d Scenario-ontwikkeling 1 1 Wat zijn scenario s? 1 2 Waarom

Nadere informatie

Opdracht Inhoud Hoe uitvoeren? Inleveren? Becijfering 1. Onthouden Leswijsopdrachten

Opdracht Inhoud Hoe uitvoeren? Inleveren? Becijfering 1. Onthouden Leswijsopdrachten Geschiedenis Klas 2 Havo/Vwo H1 Leswijs Tijd van Ontdekkers & Hervormers Leerdoel Je kunt op basis van een zelf gemaakte tijdbalk (bestaande uit bronnen) de continuïteit en verandering tijdens de Tijd

Nadere informatie

LEER- EN TOETSPLAN A. ONDERWERP EN DOELEN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 1 Onderwerp: Introductie geschiedenis Kerndoel:

LEER- EN TOETSPLAN A. ONDERWERP EN DOELEN. Vak: Geschiedenis Leerjaar: 1 Onderwerp: Introductie geschiedenis Kerndoel: LEER- EN TOETSPLAN A. ONDERWERP EN DOELEN Vak: Geschiedenis Leerjaar: Onderwerp: Introductie geschiedenis Kerndoel: 0. De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een eigen

Nadere informatie

Naam leerlingen. Groep BBL1 Mens & Maatschappij. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment

Naam leerlingen. Groep BBL1 Mens & Maatschappij. Verdiepend arrangement. Basisarrange ment Groep BBL1 Mens & Maatschappij Leertijd; 3 keer per week 45 minuten werken aan de basisdoelen. - 3 keer per week 45 minuten basisdoelen toepassen in verdiepende contexten. Verdieping op de basisdoelen

Nadere informatie

Erfgoed en Multiperspectiviteit

Erfgoed en Multiperspectiviteit Expertmeeting Erfgoedonderwijs 16 juni 2016 Erfgoed en Multiperspectiviteit Maria Grever Center for Historical Culture EUR Outline 1. Diversiteit en multiperspectiviteit 2. Belang multiperspectiviteit

Nadere informatie

Canon en kerndoelen geschiedenis PO

Canon en kerndoelen geschiedenis PO Canon en kerndoelen geschiedenis PO bron: http://www.entoen.nu/primair-onderwijs/didactisch-concept/leerplan-(slo)/geschiedenis In dit hoofdstuk over canon en geschiedenis wordt eerst ingegaan op de recente

Nadere informatie

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel

Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Doelen Praktijkonderzoek Hogeschool de Kempel Auteurs: Sara Diederen Rianne van Kemenade Jeannette Geldens i.s.m. management initiële opleiding (MOI) / jaarcoördinatoren 1 Inleiding Dit document is bedoeld

Nadere informatie

KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN IN HET BEROEPSONDERWIJS

KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN IN HET BEROEPSONDERWIJS KRACHTIGE LEEROMGEVINGEN IN HET BEROEPSONDERWIJS Rapportage voor Koning Willem I. College Opleiding Manager/ondernemer horeca van de Middelbare Horecaschool (MHS) HOGESCHOOL UTRECHT Wenja Heusdens, MSc

Nadere informatie

Geaccepteerd voorstel Onderwijs Research Dagen 28, 29 en 30 juni 2017 te Antwerpen

Geaccepteerd voorstel Onderwijs Research Dagen 28, 29 en 30 juni 2017 te Antwerpen Geaccepteerd voorstel Onderwijs Research Dagen 8, 9 en 0 juni 017 te Antwerpen Melline Huiskamp (Iselinge Hogeschool), Emmy Vrieling (Open Universiteit) en Iwan Wopereis (Open Universiteit) Titel: Waardevol

Nadere informatie

Mens en maatschappij vaardigheden (PO-vmbo)

Mens en maatschappij vaardigheden (PO-vmbo) Mens en maatschappij vaardigheden (PO-vmbo) Sectoren kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw vmbo bovenbouw exameneenheden Vakkernen 1. Informatievaardigheden 50: De leerlingen leren omgaan met

Nadere informatie

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid

Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid Scheikunde inhouden (PO-havo/vwo): Schaal, verhouding en hoeveelheid kerndoelen primair onderwijs kerndoelen onderbouw havo bovenbouw exameneenheden vwo bovenbouw exameneenheden 44: De leerlingen leren

Nadere informatie

Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO

Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Voorstel van de Taakgroep Vernieuwing Basisvorming voor nieuwe kerndoelen onderbouw VO Onderdeel van de eindrapportage

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT

VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN VRAGENLIJST FORMATIEF TOETSEN DOCENT EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN EEN FEEDBACK INSTRUMENT VOOR DOCENTEN CHRISTEL WOLTERINCK C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL CHRISTEL C.H.D.WOLTERINCK@UTWENTE.NL

Nadere informatie

Genres als uitgangspunt voor lezen en schrijven in de onderbouw

Genres als uitgangspunt voor lezen en schrijven in de onderbouw Ronde 3 José van der Hoeven (a), Amos van Gelderen (b) & Kris Verbeeck (a) (a) KPC Groep (b) Kohnstamm Instituut; Hogeschool Rotterdam Contact: j.vdhoeven@kpcgroep.nl Genres als uitgangspunt voor lezen

Nadere informatie

Het meten van regula e-ac viteiten van docenten

Het meten van regula e-ac viteiten van docenten Samenvatting 142 Samenvatting Leerlingen van nu zullen hun werk in steeds veranderende omstandigheden gaan doen, met daarbij horende eisen van werkgevers. Het onderwijs kan daarom niet voorbijgaan aan

Nadere informatie

Kritisch Denken met Rationale

Kritisch Denken met Rationale Docentendag Maatschappijleer 2018 Kritisch Denken met Rationale Timo ter Berg & Daan van Riet Kritisch Denken Inhoud 1. Introductie 2. Belang Kritisch Denken (= KD) 3. Wat is KD? 4. Hoe ontwikkel je KD-vaardigheden?

Nadere informatie

Ontluikend proportioneel redeneren De eerste stapjes bij 4-5 jarige kleuters

Ontluikend proportioneel redeneren De eerste stapjes bij 4-5 jarige kleuters Ontluikend proportioneel redeneren De eerste stapjes bij 4-5 jarige kleuters Elien Vanluydt, Lieven Verschaffel en Wim Van Dooren Centrum voor Instructiepsychologie en Technologie, KU Leuven Inhoudstafel

Nadere informatie

Bijeenkomst 1. Opdracht 1 Doel: Aansluiten bij voorkennins en ervaring van studenten.

Bijeenkomst 1. Opdracht 1 Doel: Aansluiten bij voorkennins en ervaring van studenten. Bijeenkomst 1 Leerdoelen: Studenten kunnen Uitleggen waarom sommige informayie makkelijk vergeten wordt en welke factoren een rol spelen Expliciteren hoe hij zelf leert Opdracht 1 Doel: Aansluiten bij

Nadere informatie

VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg. een populair recept

VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg. een populair recept VALT HIER NOG WAT TE LEREN? EEN EDUCATIEF PERSPECTIEF OP DUURZAAMHEID Gert Biesta Universiteit Luxemburg een populair recept een maatschappelijk probleem add some learning opgelost! deze bijdrage een perspectief

Nadere informatie

Lesopzet bij de film: Versie 3.0

Lesopzet bij de film: Versie 3.0 Lesopzet bij de film: Zwartboek Versie 3.0 HAVO/VWO (onderbouw) Onderwerp: verzet & verraad (of 'collaboratie en verzet') Beginsituatie De leerlingen kunnen de Tweede Wereldoorlog en de bezetting van Nederland

Nadere informatie

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten

Bijlage 1: Methode. Respondenten en instrumenten Bijlage 1: Methode In deze bijlage doen wij verslag van het tot stand komen van onze onderzoeksinstrumenten: de enquête en de interviews. Daarnaast beschrijven wij op welke manier wij de enquête hebben

Nadere informatie

GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 GESCHIEDENIS VWO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van

Nadere informatie

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1

Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs 1 Bijlage 1: Het wetenschappelijk denk- en handelingsproces in het basisonderwijs: Stadium van het instructie model Oriëntatiefase

Nadere informatie

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis Afgestudeerden van de opleiding hebben de onderstaande eindkwalificaties bereikt: I. Kennis Basiskennis en inzicht: 1. kennis van en inzicht in het

Nadere informatie

Curriculumevaluatie BA Filosofie

Curriculumevaluatie BA Filosofie Curriculumevaluatie BA Filosofie Beste student, U heeft onlangs het laatste onderdeel van uw bacheloropleiding Filosofie afgerond en staat op het punt het bachelorexamen aan te vragen. Om de kwaliteit

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de examenvragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag van het vak Geschiedenis (Pilot) vwo, eerste tijdvak (2014). In dit examenverslag proberen we zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende vraag:

Nadere informatie

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent Onthouden Kunnen ophalen van specifieke informatie, variërend van feiten tot complete theorieën Opslaan en ophalen van informatie (herkennen) Kennis van data, gebeurtenissen, plaatsen Kennis van belangrijkste

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak geschiedenis havo, tweede tijdvak (2019). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de

Nadere informatie

Kritisch leren denken in het hbo

Kritisch leren denken in het hbo Kritisch leren denken in het hbo 7 november 2018 Conferentie Effectief Leren Eindhoven Lectoraat Brein & Leren Avans Hogeschool Janneke Nobelen Anita Heijltjes Synaps: Herman Lamers, foto Adri Verhoosel

Nadere informatie

VELOV-leergemeenschap Digitaal Leren

VELOV-leergemeenschap Digitaal Leren VELOV-leergemeenschap Digitaal Leren Welke richting slaan we in met de lerarenopleiding? Hoe is het om in 2020 in de lerarenopleiding te studeren? Hoe ziet de leraar van de toekomst eruit? Zijn mobiele

Nadere informatie

SCHRIJVEN. Instructiekaart voor de leerling nr. 5. A-vragen. Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...?

SCHRIJVEN. Instructiekaart voor de leerling nr. 5. A-vragen. Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...? Instructiekaart voor de leerling nr. 5 A-vragen Formulering van de vraag Formulering van het antwoord Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...? Antwoord met één volledige

Nadere informatie

Competentie-invullingsmatrix

Competentie-invullingsmatrix Competentie-invullingsmatrix masterprf Master of Science in de wiskunde Academiejaar 2016-2017 Legende: W=didactische werkvormen E=evaluatievormen Competentie in één of meerdere wetenschappen Wetenschappelijke

Nadere informatie

ONDERZOEK DOEN. HENK LINDEMAN h.lindeman@aps.nl. Naam Datum

ONDERZOEK DOEN. HENK LINDEMAN h.lindeman@aps.nl. Naam Datum ONDERZOEK DOEN HENK LINDEMAN h.lindeman@aps.nl Naam Datum Onderzoeksvragen; uw keuze voor deze workshop Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen onderzoek doen en gedocumenteerd schrijven? Welke

Nadere informatie

LESPLANNEN GS-HOLOCAUST

LESPLANNEN GS-HOLOCAUST LESPLANNEN GS-HOLOCAUST 1. ophalen kennis Jodenvervolging / Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog / pers in oorlogstijd 2. ophalen kennis argumenteren Les in reeks (nr): 1 Vooraf: uitdelen leerlingen

Nadere informatie

Projectdefinitie. Plan van aanpak

Projectdefinitie. Plan van aanpak Projectplan DOT2 Projectdefinitie ICT is niet meer weg te denken uit ons onderwijs (Hasselt, 2014). Als (toekomstige) leerkracht is het belangrijk dat je daar op inspeelt en kennis hebt van de laatste

Nadere informatie

Kwaliteit in Beeld. Leren door te kijken, te doen en te delen

Kwaliteit in Beeld. Leren door te kijken, te doen en te delen Kwaliteit in Beeld Leren door te kijken, te doen en te delen De Educatieve Kijkwijzer De Educatieve Kijkwijzer Kwaliteit Functies Extra s Kwaliteit Kwaliteit Cognitieve Theorie van Multimedia Leren Mayer,

Nadere informatie

Onderzoeksvraag Uitkomst

Onderzoeksvraag Uitkomst Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak geschiedenis vwo, tweede tijdvak (2017). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de volgende

Nadere informatie

Vaksubkernen Inhouden vwo kerndoelen onderbouw. kiezen. De leerling kan referentiële verwijzingen expliciteren.

Vaksubkernen Inhouden vwo kerndoelen onderbouw. kiezen. De leerling kan referentiële verwijzingen expliciteren. Tussendoelen Latijn ( vwo ) Latijn havo/vwo onderbouw K = gericht op voorbereiding op deze vakken in bovenbouw (Turquoise) KGV= gericht op algemene gymnasiale vorming (Zilver) = K = Kgv Taalbeschouwing

Nadere informatie

We geven hier een definitie uit de school van de grote Amerikaanse vakdidacticus biologie Joseph Novak, gemaakt door Wandersee (2002) blz. 129.

We geven hier een definitie uit de school van de grote Amerikaanse vakdidacticus biologie Joseph Novak, gemaakt door Wandersee (2002) blz. 129. 7.6 Zorgen voor samenhang ecologie Conceptmap maken Marcel Kamp Het maken van een conceptmap is een werkvorm die bij uitstek samenhang in het denken bevordert. In Ecologie leren en onderwijzen wordt op

Nadere informatie

Teaching, Learning & Technology

Teaching, Learning & Technology Symposium over didactische inzet van video Zac Woolfitt/Iris Sutherland/Richard Kragten Teaching, Learning & Technology Miniconferentie Inholland innoveert Overzicht Presentatie 1 Zac Woolfitt Presentatie

Nadere informatie

Drie domeinen van handelen: Waarnemen, oordelen en beleven

Drie domeinen van handelen: Waarnemen, oordelen en beleven Drie domeinen van handelen: Waarnemen, oordelen en beleven Situatie John volgt een opleiding coaching. Hij wil dat vak dolgraag leren. Beschikt ook over de nodige bagage in het begeleiden van mensen, maar

Nadere informatie

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën. Beste leerling, Dit document bevat het examenverslag voor leerlingen van het vak geschiedenis havo, tweede tijdvak (2017). In dit examenverslag proberen we een zo goed mogelijk antwoord te geven op de

Nadere informatie

WISKUNDE D VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

WISKUNDE D VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0 WISKUNDE D VWO VAKINFORMATIE STAATSEAMEN 2016 V15.7.0 De vakinformatie in dit document is vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens (CvTE). Het CvTE is verantwoordelijk voor de afname van de

Nadere informatie

Dossieropdracht 3. Analyse 1 - Didactiek

Dossieropdracht 3. Analyse 1 - Didactiek Dossieropdracht 3 Analyse 1 - Didactiek Naam: Thomas Sluyter Nummer: 1018808 Jaar / Klas: 1e jaar Docent Wiskunde, deeltijd Datum: 22 november, 2007 Samenvatting Het realistische wiskundeonderwijs heeft

Nadere informatie

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Rijke Lessen zetten je aan het denken Minka Dumont 2009 www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Onthouden Kunnen ophalen

Nadere informatie

Examenprogramma geschiedenis en staatsinrichting vmbo

Examenprogramma geschiedenis en staatsinrichting vmbo Examenprogramma geschiedenis en staatsinrichting vmbo Informatiewijzer Preambule 1 Leeswijzer 2 geschiedenis en staatsinrichting 3 1. Preambule De zes algemene onderwijsdoelen die voor alle vakken en sectoren

Nadere informatie

Christel Wolterinck (Marianum en Universiteit Twente), Kim Schildkamp (Universiteit Twente), Wilma Kippers (Universiteit Twente)

Christel Wolterinck (Marianum en Universiteit Twente), Kim Schildkamp (Universiteit Twente), Wilma Kippers (Universiteit Twente) Vragenlijst formatief toetsen - Docent Deze vragenlijst is ontwikkeld door de Universiteit Twente op basis van bestaande vragenlijsten* en heeft als doel te onderzoeken in welke mate de docenten en leerlingen

Nadere informatie

ILL-STRUCTURED OPDRACHTEN

ILL-STRUCTURED OPDRACHTEN ILL-STRUCTURED OPDRACHTEN voor context gericht onderwijs Lenie Kneppers Wat is een ill-structured opdracht? Opdracht is gesitueerd in een context: een voor leerlingen herkenbare, specifieke situatie of

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

Effectieve strategieën voor zelfgereguleerd leren

Effectieve strategieën voor zelfgereguleerd leren Effectieve strategieën voor zelfgereguleerd leren NWO Onderzoek van Hester de Boer, Anouk S. Donker-Bergstra, Danny D.N.M. Kostons (2012, GION) Samengevat door Irma van der Neut (IVA Onderwijs) Zelf gereguleerd

Nadere informatie

ONDERZOEKSVAARDIGHEDEN Havo congres 5 februari 2015

ONDERZOEKSVAARDIGHEDEN Havo congres 5 februari 2015 ONDERZOEKSVAARDIGHEDEN Havo congres 5 februari 2015 DET VAN GILS d.vangils@aps.nl Naam Datum Verschillen havo/vwo (bron: SLO) Havo Vwo Kennis moet relevant zijn Kennis is middel Ondernemen Organiseren

Nadere informatie