Kaj Munk College schooljaardocument

Transcriptie

1 Kaj Munk College schooljaardocument

2 2 IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum Haemstede-Barger Mavo Herbert Vissers College Kaj Munk College RKSG Thamen

3 Kaj Munk College schooljaardocument Inhoudsopgave 1 Terugblik op schooljaar Beleidsprioriteiten en strategische keuzes schooljaar Onderwijs 2.2 Leerlingenzorg 2.3 Identiteit 2.4 Marketing en communicatie 2.5 Kwaliteitsbeleid 2.6 HRM 2.7 Bedrijfsvoering Financiën 3.1 Financieel beleid 3.2 Leerlingprognose en aantal klassen 3.3 Formatie, lessen, taken 3.4 Overige personele uitgaven 3.5 Materiële uitgaven 3.6 Doelsubsidies 3.7 Investeringsbegroting 3.8 Innovatieve projecten Bijlage Balanced Score Card 17 schooljaardocumenten IRIS CVO - Kaj Munk College

4 4 IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum Haemstede-Barger Mavo Herbert Vissers College Kaj Munk College RKSG Thamen

5 1. Terugblik op schooljaar Het Kaj Munk College (KMC) is een school waar het leren centraal staat voor leerlingen en medewerkers. Het pedagogisch klimaat wordt omschreven als warm en duidelijk. Vanuit deze basis worden de drie doeldomeinen van het onderwijs vormgegeven: persoonswording, socialisatie en kwalificatie. De wijze van handelen van medewerkers, met na een studiedag als kernkwaliteiten omschreven ontwikkelingsgericht en betrokken, maken dat de school door ouders en leerlingen als kleinschalig wordt beleefd. De organisatiestructuur in teams en de inrichting van het schoolgebouw ondersteunen deze beleving. Dat is om trots op te zijn, want inmiddels is het leerlingaantal gestegen tot meer dan 1800 leerlingen en is het KMC een professionele organisatie. De school is ingericht in negen teams: acht onderwijskundige teams onder leiding van de teamleiders en een team bedrijfsvoering onder leiding van het hoofd bedrijfsvoering. Doel van de onderwijskundige teams is het zorgvuldig vormgeven van een pedagogisch (warm en duidelijk) klimaat door middel van het begeleiden van leerlingen, zichtbaar zijn in het contact met ouders, het realiseren van een thuisbasis voor de lerende professional en het creëren van gelegenheid voor een adequaat didactisch en onderwijskundig klimaat. Het schooljaar heeft veel ruimte gegeven om over deze visie door te praten en deze te doordenken in termen van effecten voor het pedagogisch klimaat, ontwikkelingsgerichtheid van de teams, leren in het vak en de betekenisgeving voor de lerende professional. Dit heeft geleid tot het opnieuw inrichten van de organisatiestructuur (zie afbeelding) in verticale teams, met het idee dat door de herziende organisatiestructuur nog beter recht gedaan kan worden aan het pedagogische klimaat. De drie mavo-teams hebben via een innovatieproject onderzoek gedaan naar de motivatie van leerlingen en naar de manieren om deze te verbeteren. De aanbevelingen die de projectgroep heeft gedaan worden nu vertaald in concrete plannen. Dit schooljaar heeft het vak O&O als pilot een plek gekregen binnen de mavo in de vorm van Bètadesign. Deze pilot wordt geëvalueerd, krijgt een vervolg in leerjaar twee en er worden plannen ontwikkeld worden voor de toekomst van O&O binnen de mavo. KMC stelt in haar wijze van werken het ruimte geven aan talenten vanuit vertrouwen centraal. De bètaprofilering middels Bètadesign op de mavo, het Technasium op de havo en Science op de vwoafdeling heeft geleid tot een hoge kwaliteit van instroom. Speciale aandacht vraagt inmiddels de instroom van de vwo-afdeling zonder bètaprofilering (15% van de totale vwo-instroom). De succesvolle profilering Kunst Media en Cultuur heeft een duidelijke plek in het reguliere curriculum met het vak KMC (Kunst Media en Cultuur). Daarnaast leveren de vele workshops en andere buitenlesactiviteiten samen met het Lentefeest, het mini Lentefeest, het uitbouwen van drama en multimedia activiteiten een prachtige bijdrage aan de vormgeving van dit profiel. Als school blijft KMC de ambitie uitspreken kwalitatief door te groeien tot een excellente school. Deze excellentie zal zichtbaar zijn in alle facetten van het school zijn. Dat geldt voor de kwalificatiefunctie van het onderwijs, aantoonbare opbrengsten op de inhoud, doorstroom en uitstroom, maar zeker ook waar het gaat om de socialisatiefunctie van onderwijs. Er zijn diverse activiteiten op het gebied van burgerschapskunde in de vakken, maar ook vakoverstijgende activiteiten met de Mondifair als grootste project. De derde en misschien wel belangrijkste functie van onderwijs is een bijdrage leveren aan de persoonswording van de leerling. De identiteit van de school, het warme en duidelijke schoolklimaat, de visie op 5 schooljaardocumenten IRIS CVO - Kaj Munk College

6 6 leerlingbegeleiding en het ontwikkelen van en ruimte geven aan talenten stond ook het afgelopen schooljaar borg voor de route op weg naar excellentie. Nu het toezicht kader excellente school is opgeschoven in de richting van de door het KMC gedragen visie op excellentie en op het vormgeven van betekenisvol onderwijs, meent het KMC zelfs op te moeten gaan voor het predicaat excellente school. De medewerkers verdienen dat. HRM Het schooljaar is van start gegaan met een nieuwe cao. De gevolgen van de komst van deze cao zijn gedurende het schooljaar duidelijk merkbaar binnen de organisatie. Waar het KMC gaat voor de kwaliteit die haar medewerkers leveren, werd de school ingehaald door het entreerecht en alle gevolgen van dien. Door de doorvoering van het entreerecht zijn de personele lasten noemenswaardig gestegen. De medewerkers die het betreft is het gegund om de functie van docent LD waar te maken. Zij voeren gesprekken met hun leidinggevende over hun leer- en ontwikkelvragen om de LD-functie naar behoren te vervullen binnen de tijd die ervoor staat. Een ander effect van het entreerecht is dat de streefcijfers van de functiemix inmiddels wel behaald zijn. Een tweede ontwikkeling die de cao-vo met zich meebracht is het levensfasebewust personeelsbeleid. Gedurende het hele schooljaar is er gezocht naar een invulling voor het persoonlijk budget welke gunstig bevalt voor zowel de medewerker als de werkgever. Er hebben zich gedurende het schooljaar geen grote problemen voorgedaan rondom de inzet van het budget, maar het blijkt wel een grote kostenpost te zijn. De komst van het budget roept op dat er richtlijnen op papier gezet moeten worden om duidelijk en transparant te kunnen zijn naar de medewerkers. Goede ontwikkelingen waren er te zien op het gebied van professionalisering en integraal leiderschap. Er is een professionaliseringsplan opgesteld gekoppeld aan de professionaliseringeisen die gesteld worden vanuit de cao. Daarbij krijgen medewerkers veel ruimte om ook daadwerkelijk de autonome professional binnen de organisatie te zijn. Dit vraagt ook om een bepaalde houding van de schoolleiding. Zichtbaar zijn zij zich steeds meer aan het bekwamen in het integrale leiderschap. Ook vanuit IRIS is hier aandacht voor. Ook het project Kwaliteit in Ontwikkeling (KiO) heeft invloed gehad op de professionalisering van medewerkers. Binnen KMC is er een werkgroep aan de slag gegaan met de herziening van de functieomschrijvingen LB, LC en LD. Doel is geweest om deze meer aan te laten sluiten bij wat de school op alle niveaus een goede docent vindt en welke kwaliteiten een medewerker daarbij moet laten zien. Aan de hand van de functieomschrijvingen kunnen de gesprekken met de medewerkers gevoerd worden over hun talenten, maar ook over hun leer- en/of ontwikkelvragen. De implementatie van een nieuw personeels- en salarisadministratie systeem, HR2Day heeft de nodige aandacht gehad. Tot op heden werkt niet alles zoals het in eerste instantie beloofd was, maar er wordt hard aan gewerkt om het systeem conform IRIS-eisen te laten draaien. De verwachting is dat in het nieuwe schooljaar van start kan worden gegaan met de implementatie van ESS/MSS. Dit is een van de voordelen die HR2Day te bieden heeft. Binnen de arbeidswetgeving is er met de invoering van de Wet werk en zekerheid (WWZ) een en ander veranderd en zal er nog een aantal veranderingen doorgevoerd worden. HR heeft deze veranderingen in kaart gebracht en geïnventariseerd waar er aandachtspunten zijn. Dit heeft tot gevolg dat er hier en daar in het personeelsbestand striktere keuzes gemaakt worden door de schoolleiding, met name op contractueel gebied. Bedrijfsvoering Huisvesting Gedurende het schooljaar is het project Huisvesting KMC afgerond. De resultaten van de aanpassingen aan het gebouw en buitenterrein zijn duidelijk zichtbaar. Er is een meer optimale flow ontstaan, waardoor er minder drukte is op de gangen van het Capitool. Door het verplaatsen van de fietsenstallingen van de brugklasleerlingen naar de plek waar de noodlokalen stonden heeft het onderbouwplein zijn oorspronkelijke functie terug. Vooruitlopend op het binnen de IRIS-scholen anders te organiseren uitvoering van groot onderhoud volgens MJOP, zijn de hoogst noodzakelijke werkzaamheden uitgevoerd. Zo heeft een deel van de gevels van het hoofdgebouw een schilderbeurt ondergaan en is begonnen met het upgraden van de gangen. Upgraden in de zin van het vervangen van de vloeren plafondafwerking inclusief het toepassen van IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum Haemstede-Barger Mavo Herbert Vissers College Kaj Munk College RKSG Thamen

7 duurzame verlichting. Tevens kan worden gemeld dat, in samenwerking met de brandweer van de Gemeente Haarlemmermeer, verschillende werkzaamheden zijn uitgevoerd. Het vervangen van de brandmeldinstallatie heeft bijvoorbeeld de brandveiligheid van Het Capitool verbeterd. KMC beschikt nu (weer) over huisvesting die voldoet aan de gestelde eisen. Facilitair Alle traditionele leerlingenkluisjes zijn vervangen door een elektronische uitvoering. Naast een sterke vereenvoudiging van het beheer van deze kluisjes, biedt ze de leerlingen een aantal extra faciliteiten die inspelen op (toekomstige) ICT-ontwikkelingen. Zo is ieder kluisje voorzien van een USB-oplader en zijn de lockers te openen middels een mobiele app. KMC is de eerste vo-school in Nederland die beschikt over een dergelijke functionaliteit. Een IRIS-brede aanbesteding van het schoonmaakonderhoud en multifunctionals heeft ertoe geleid dat de kwaliteit is toegenomen en de exploitatielast is verminderd. In het voorjaar is er binnen de school een kleinschalig onderzoek gehouden waarin inzichtelijk is gemaakt of er verschillen zijn tussen de verwachte (facilitaire) dienstverlening en de gepercipieerde service c.q. ondersteuning. Opbrengsten van dit onderzoek worden komend schooljaar verder uitgewerkt en zullen dan nog meer op de agenda worden geplaatst. ICT Binnen de school is van start gegaan met een proef met zogenaamde Chromebooks. In een tweetal klassen wordt door docenten en leerlingen, naast het reguliere programma, het gebruik van dergelijke devices uitgeprobeerd in combinatie met het ontwikkelen, integreren en toepassen van digitaal lesmateriaal. Met het aanstellen van een ICT helpdeskmedewerker is inhoud gegeven aan het optimaal beschikbaar hebben van ICT-ondersteuning op de werkvloer gedurende de openingstijden van de school, tijdens bijzondere bijeenkomsten en avondactiviteiten. Ook is bij de planning van deze afdeling rekening gehouden met de toename van het aantal medewerkers dat vanuit huis het schooldomein benaderd. Financiën De schoolleiding heeft in het verleden de keuze gemaakt om de continuïteit van de school te schragen door het realiseren van exploitatieoverschot. Vermogensopbouw heeft hierdoor kunnen plaatsvinden die nodig was voor investeringsruimte door de snelle groei. Dit heeft geleid tot een betere balans en het verlagen van de risicobuffer. Ondanks de duurdere cao en maatregelen vanuit de overheid is dit in het afgelopen schooljaar weer gerealiseerd. Het is zelfs de verwachting dat het schooljaar qua exploitatieresultaat positiever wordt afgesloten dan was begroot. Dit is onder meer het gevolg van een iets groter leerlingaantal dan begroot en het inzetten van minder formatie dan begroot. 2. Beleidsprioriteiten en strategische keuzes Doen wat we beloven KMC kent een organisatiestructuur waarbinnen er gewerkt wordt aan betekenisvol onderwijs vanuit acht onderwijskundige teams, elk onder leiding van een teamleider en een onderwijsondersteunend team onder leiding van het hoofd bedrijfsvoering. Deze negen teams vormen samen met de rector de schoolleiding. Het lerend samenwerken in de schoolleiding vanuit een onderzoekende houding geldt als exemplarisch voorbeeld voor het leren in de teams. In de schoolleiding zijn vanaf schooljaar : - drie teamleiders integraal verantwoordelijk voor de mavo-afdeling (inclusief Bètadesign) in drie verticale teams. - drie teamleiders met elkaar verantwoordelijk voor de havo-afdeling (inclusief het Technasium). - twee teamleiders integraal verantwoordelijk voor de vwo-afdeling. Gezien de grootte van deze afdeling en de inhoudelijke ambities worden deze teamleiders ondersteund door twee inhoudelijke onderwijsontwikkelaars: een voor bèta-ontwikkeling en een voor excellentieontwikkeling binnen het vwo. Duidelijk mag zijn dat de negen teamleiders op het Kaj Munk College op bovengemiddeld niveau voldoen aan de beroepsstandaard zoals deze afgelopen voorjaar is vastgesteld door de vo-raad. Professionalisering van de teamleiders heeft er de afgelopen jaren toegeleid dat zij voldoen aan de beroepsbekwaamheden en professionele normen van deze beroepsstandaard. Dat maakt dat het KMC kan volstaan met een eenhoofdige directie in de vorm van een rector. Opname 7 schooljaardocumenten IRIS CVO - Kaj Munk College

8 8 van al onze schoolleiders in het schoolleidersregister dat in januari 2016 van start gaat, ligt dan ook voor de hand. Binnen teams worden deelteams op thema s gevormd met verantwoordelijkheden voor het doordenken van deelvragen. Teamplannen geven uiting aan deze deelgebieden. Aangezien teams over het algemeen net te groot zijn om te kunnen opereren als een professionele leergroep is de keuze gemaakt om deelteams in te richten. Het is de ambitie om deze deelteams te laten functioneren als professionele leergroepen rondom specifieke thema s. Vanuit de academische opleidingsschool zal er binnen ieder team een onderzoeksdocent gepositioneerd worden die als extra taak heeft studenten te begeleiden bij het doen van onderzoek. Steeds wordt gepoogd een dilemma dat speelt in het team middels vraagstelling te verbinden aan de onderzoeksvraag van de student. Dit onderzoek, dat de student doet in het kader van zijn opleiding, levert daarmee een bijdrage aan de verdere teamontwikkeling. Steeds weer op zoek naar een nieuwe uitdaging. De profilering op het gebied van bèta zal stevig aandacht blijven krijgen. Centrale vraag zal zijn wat het effect is van deze profilering op de totale schoolontwikkeling (vliegwielfunctie). De verschillende bèta-teams zal worden gevraagd mee te denken over de positionering van dit profiel voor de gehele school. Daarnaast is het noodzakelijk te sturen op het uitbouwen van het profiel excellentie in de gehele vwo-afdeling. Burgerschap mag een dragend thema zijn in de verdere schoolontwikkeling. Steeds meer wordt duidelijk dat het Kaj Munk College zich sterk profileert op Bèta en KMC, maar daarnaast haar verantwoordelijkheid op het gebied van burgerschapsvorming en socialisatie niet uit de weg gaat. De identiteit van de school, haar warm en duidelijk schoolklimaat, haar visie op het realiseren van de verschillende doeldomeinen van het onderwijs uitgedrukt in de term betekenisvol onderwijs maakt ook burgerschap tot een schoolbreed thema. Binnen de drie mavo-teams wordt aan de hand van de aanbevelingen vanuit het innovatieproject de eerste stappen naar meer maatwerk gezet. Het mentoraat in 4 mavo komt te vervallen en in ruil hiervoor komen er coaches. 2.1 Onderwijs De ontwikkelingen op het gebied van schoolklimaat en de twee genoemde onderwijskenmerken (KMC en Bèta) zullen ondersteund worden doordat er gewerkt wordt aan het voorzichtig opbouwen van een onderzoeksmatige cultuur in de school. Deelname aan de Academische Opleidingsschool, aan projecten als Lesson Studies en het deelnemen aan diverse professionele leergemeenschappen vanuit diverse vakgebieden (met ondersteuning vanuit de VU) dragen hieraan bij. Daarnaast hebben inmiddels acht leraren een onderwijskundige master (Professioneel Meesterschap, Academisch Meesterschap en MEBIT, Leren en Innoveren) gevolgd of volgen deze nog en zijn vier schoolleiders bezig met een master of leadership of hebben deze inmiddels afgerond. Meerdere tweedegraads leraren doen een eerstegraads master. De hele ontwikkeling van KMC is gericht op het versterken van professionele autonomie. Teams van professionals bekwamen zich steeds meer gericht op het inrichten van lessen, projecten en processen, waarbinnen leerlingen meer en meer eigenaar kunnen worden van hun eigen leerproces. Vanuit vakgroepen wordt een ontwikkelagenda verantwoord naar de schoolleiding waarbinnen duidelijk wordt hoe het Leren in het vak hier ondersteunend in is. Waar nodig worden ICT-hulpmiddelen en -voertuigen ingezet om dit proces te versterken. Het is duidelijk dat digitalisering het voertuig is voor het ondersteunen van het nemen van verantwoordelijkheid voor het eigen leren van leerlingen. In het kader van Het leren van morgen kan deze ontwikkeling leiden tot het vormgeven van meer maatwerk aan leerlingen en biedt het de mogelijkheid om gepersonaliseerd leren vorm te geven. 2.2 Leerlingenzorg De leerlingenzorg is beschreven in het zorgplan van de school met bijbehorende protocollen. De ondersteuning die de school kan bieden aan leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte staat beschreven in het Ondersteuningsprofiel passend onderwijs. Hierin staan ook de visies en ambities beschreven op het gebied van passend onderwijs en de mogelijkheden en onmogelijkheden in de opvang van leerlingen met bijzondere behoeftes. Vanuit de trajectvoorziening die in schooljaar gestart is krijgen de leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte passende begeleiding. In relatie tot het oude systeem van de LGF-financiering is een aantal zaken veranderd. In het oude systeem kreeg een leerling gedurende drie jaar begeleiding IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum Haemstede-Barger Mavo Herbert Vissers College Kaj Munk College RKSG Thamen

9 van een ambulante begeleider en auti- of zorgmentor. Door de nieuwe regelgeving kan dit meer passend gemaakt worden (mogelijkheid tot kortere trajecten) en is er vanuit de trajectvoorziening een uitbreiding in de vorm van huiswerkbegeleiding. Binnen deze voorziening is er dagelijkse huiswerkbegeleiding mogelijk voor deze specifieke doelgroep. Bovendien kan er gekozen worden om bijvoorbeeld alleen maar huiswerkbegeleiding in te zetten, alleen ambulante begeleiding of alleen begeleiding door een auti-of zorgmentor. Ook een totaalpakket behoort tot de mogelijkheden. Dit alles gaat uiteraard altijd in overleg met de betrokken leerling en zijn of haar ouders. Doordat er voor leerlingen die begeleiding krijgen vanuit de trajectvoorziening een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) opgesteld moet worden, is de betrokkenheid van de leerling en ouders gegarandeerd. Immers, de leerling en ouders worden geacht hierin zelf aan te geven wat naar hun idee de belemmerende en stimulerende factoren zijn voor het volgen van onderwijs en de daaruit volgende ondersteuningsbehoefte. Ook moet de leerling het OPP nu, net als zijn ouders, ondertekenen. De leerling neemt dus altijd, minimaal voor een gedeelte, deel aan de gesprekken en is zodoende mede verantwoordelijkheid voor zijn of haar leerproces. In het kader van de Transitie Jeugdzorg is de gemeente per 1 januari 2015 verantwoordelijk geworden voor alle jeugdzorg en de jeugdbescherming. Dit heeft onder meer tot gevolg gehad dat er nu vier gemandateerde hulpverleners aan school verbonden zijn: de jeugdarts, de jeugdverpleegkundige, een leerplichtambtenaar en een schoolcoach. Deze hulpverleners kunnen vormen van lichte ambulante hulp verlenen of doorverwijzen naar specialistische hulp. Dit alles in samenspraak met school, ouders en leerling. Dit gebeurt via een multidisciplinair overleg (MDO) waarin genoemde partijen participeren. Daarnaast is er het zorg- en adviesteam (ZAT), dat een meer consulterende rol krijgt. Leerlingen worden in het ZAT vaak meerdere jaren gevolgd. Bij deze leerlingen spelen vaak meerdere dingen en zijn meerdere externe hulpverleners betrokken. KMC participeert in het traject dat door het samenwerkingsverband Amstelland en Meerlanden is uitgezet om tot passend onderwijs in de regio te komen. Dit betekent dat er nog steeds veel aandacht is voor ongeoorloofd schoolverzuim en thuis-zitters. Ook blijft de professionalisering van docenten, mentoren en zorgcoördinatoren een aandachtspunt. Er wordt in dit kader ook samengewerkt met het regioloket van het samenwerkingsverband. Enerzijds om leerlingen die wij niet het gewenste onderwijs kunnen bieden door te kunnen laten stromen in het speciaal onderwijs, anderzijds om leerlingen weer kansen te bieden om vanuit het speciaal onderwijs de overstap te maken naar het reguliere onderwijs. Het samenwerkingsverband zal het financieel mogelijk maken om ook na het schooljaar de hoogwaardige kwaliteit, die wij als school nu bieden op het gebied van onderwijs aan leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte, te blijven continueren. 2.3 Identiteit Identiteit en de visie op professionele autonomie van medewerkers verdient een belangrijke plek binnen teambijeenkomsten. De vraag Wie ben ik? als Kaj Munk professional wordt onderzocht in de ontwikkelgesprekken. Kaj Munk als persoon geldt blijvend als metafoor voor de identiteitsontwikkeling van het Kaj Munk College. De vraag Doen wij wat wij beloven? is daar een prachtige uitwerking van en wordt keer op keer gesteld. Ook bij de ontmoeting met ouders in de klankbordgroep. Afgelopen jaar werden daar thema s besproken als: communicatie, sociale media, rekenbeleid en Het leren van morgen. Voor wordt aandacht gevraagd voor de volgende vier thema s: de driehoek school-ouder-leerling, sociale veiligheid, gepersonaliseerd leren en beroepskeuze. Voor en met leerlingen komt de identiteit van de school tot uiting in de vele gesprekken die worden gevoerd vanuit de begeleiding. Persoonsontwikkeling en burgerschapsvorming staan centraal in het schoolklimaat met als effect dat KMC durft te gaan voor excellentie, ook op het doeldomein kwalificatie. Ruimte voor jouw talent vraagt daarmee ook inzet van leerlingen voor de eigen ontwikkeling en het nemen van verantwoordelijkheid voor het eigen leren. Rondom een aantal belangrijke momenten in het jaar vinden kerstvieringen en andere activiteiten plaats in deze gedachte, zoals bijvoorbeeld de Mondifair. 2.4 Marketing en communicatie Vier keer per jaar is er een klankbordavond waarop ouders met de schoolleiding van gedachte wisselen over allerlei thema s. Andere betrokkenen als culturele instellingen worden voortdurend bij de school betrokken en er wordt intensief mee samengewerkt. Denk hierbij aan PierK en Podium voor Architectuur. De school profileert zich in de regio middels de lokale pers, waar goede contacten mee zijn. Er is intensief contact met Meer Radio, waar bijvoorbeeld het afge- 9 schooljaardocumenten IRIS CVO - Kaj Munk College

10 10 lopen jaar meerdere inhoudelijke interviews te horen waren. Het Haarlems Dagblad weet de school ook regelmatig te vinden. Daarnaast werkt KMC samen met diverse (zakelijke) partijen binnen de regio. Alle activiteiten zijn gericht op het ondersteunen van de missie en visie van de school. Binnen dit domein kan ook worden opgemerkt dat er is besloten tot een nieuw ontwerp van de huidige website, zodat deze een dynamische koppeling bevat met Magister. Ook zullen in deze nieuwe situatie meer mogelijkheden zijn voor social mediatoepassingen, waardoor beheer en regie van deze communicatievoertuigen gemakkelijker wordt. Als voorbeeld kan worden genoemd dat bepaalde content direct kan worden doorgeplaatst naar verschillende social media en/of sociale media feeds kunnen worden geïntegreerd. De school staat in de Haarlemmermeer bekend als een kwaliteitsschool met een helder profiel, waarvan uit een transparante visie samengewerkt wordt met andere scholen in de regio, de gemeente en andere stakeholders. 2.5 Kwaliteitsbeleid Het Kaj Munk College geeft op een Rijnlandse manier leiding aan het onderwijsproces en gaat er vanuit dat als de professionals leren de leerlingen ook leren. De insteek is dan ook dat in gesprekken aandacht besteed wordt aan hoe een professional leert en zich ontwikkelt. Hier wordt veel ruimte voor geboden middels de onderwijsmiddagen van Opleiden en Ontwikkelen (O&O), door invulling van de vaste teambijeenkomsten, maar ook binnen de vakgroepen en allerlei vakoverstijgende bijeenkomsten. Op het KMC leeft de overtuiging dat als de professional zich ontwikkelt dat dan de resultaten zullen volgen. De ambitie is dan ook dat alle leerlingen na de brugklas op de juiste plek terecht komen en uiteindelijk met een diploma van school gaan. De profilering van de school en het warme en duidelijke schoolklimaat ondersteunen dit proces. Kwaliteitszorg staat hoog op de agenda van de schoolleiding. Bij alle ontwikkelingen wordt de vraag gesteld of dit past binnen de profilering van de school en of het bijdraagt aan de ontwikkeling van de leerlingen. Ook is er veel aandacht voor het Rijnlands leiderschap en hoe dit ingezet kan worden om kwaliteitszorg vorm te geven. In dit kader is een aantal studiedagen georganiseerd. Op initiatief van de schoolleiding is er onderzoek gedaan naar de positieve betekenis van de inzet van soft controls naast de belangrijke mechanismen van hard control. Een klimaat van leren en verbeteren, waarin fouten maken mag heeft een enorme impact op kwaliteitsverbetering. 2.6 HRM KMC is een lerende organisatie en de HR-afdeling stemt haar beleid hier op af om de organisatie en haar medewerkers zo goed mogelijk te ondersteunen. Dit wordt gerealiseerd door de visie op HR-beleid te koppelen aan de onderwijskundige visie. Er zijn voor de onderwijskundige visie drie doeldomeinen gesteld: persoonsvorming, socialisatie en kwalificatie. De focus ligt hierbij op de professional en het (verder) professionaliseren van de medewerkers. Het personele instrumentarium van het HR-beleid zijn middelen die ondersteunend zijn om medewerkers het beste uit zichzelf naar boven te laten halen. Professionalisering Hoewel KMC al een gesprekscyclus inzet, zal HR deze cyclus dit schooljaar herzien als gevolg van het project Kwaliteit in Ontwikkeling (KiO). Het is belangrijk dat de medewerker zicht heeft op eigen kwaliteiten. De uitkomst van deze gesprekscyclus vormt de basis voor de leervraag van de medewerker, waarbij ook duidelijk wordt welke ondersteuning gewenst is bij het realiseren ervan. Met medewerkers wordt minimaal een gesprek per jaar gevoerd, waar ontwikkel- en loopbaanafspraken worden gemaakt. Het HR-beleid faciliteert het voeren van een professionele dialoog. De handreiking bij de gesprekscyclus zijn voor de docenten de herziende functieomschrijvingen LB, LC en LD. De functieomschrijvingen zijn meer aangescherpt naar hoe de school en haar medewerkers de rol van docent zien voor nu en in de toekomst. Deze toekomstige rol van de docent is ook gerelateerd aan Het leren van morgen. Docenten geven leerlingen de ruimte voor hun persoonlijke ontwikkeling en zetten hun eigen professionaliteit in om het beste in de leerlingen naar boven te halen. De docent draagt samen met de leerling de verantwoordelijkheid voor het leerproces van de leerling: hij stelt samen met de leerling zijn curriculum samen. De rol van de vakdocent blijft er een waarin deze verantwoordelijkheid vanuit vakinhoudelijke kennis en didactische kennis van het vak (Leren in het vak) vorm krijgt. Daarnaast IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum Haemstede-Barger Mavo Herbert Vissers College Kaj Munk College RKSG Thamen

11 worden er stappen gezet om kennis en vaardigheden op het gebied van coaching en begeleiding verder te ontwikkelen. Veel docenten op het KMC hebben zich hier al in bekwaamd. Alle medewerkers zijn verantwoordelijk voor hun eigen professionele ontwikkeling. De medewerkers zijn professionals en daardoor in staat om autonoom te handelen vanuit eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid. Tien procent van de bruto werktijdfactor van de medewerker wordt beschikbaar gesteld ten behoeve van deskundigheidsbevordering. Om richting te geven aan deze professionalisering is er een professionaliseringsplan opgesteld. Dit plan is er voor het onderwijsgevend en het onderwijsondersteunend personeel. De schoolleiding stimuleert het volgen van (master-) opleidingen, zowel professioneel als vakinhoudelijk, waarbij tevens aandacht is voor het aanvragen van de lerarenbeurs. Ook IRIS-breed is er veel ruimte voor professionalisering. Tijdens de bijeenkomsten van O&O krijgen medewerkers en vakgroepen de kans om elkaar te ontmoeten, verbinding met elkaar te zoeken en van en met elkaar te leren. In het schooljaar zal de focus van de O&O-bijeenkomsten opnieuw liggen op leren in het vak. KMC zoekt ook verbinding door van elkaar en anderen te leren door deelname aan diverse projecten, zoals Lesson study samen met de VU en komend jaar het ambitieuze project De Nederlandse school. Daarnaast is KMC een Academische Opleidingsschool, waardoor er professionele leergemeenschappen gecreëerd worden waarbinnen leerlingen, leraren in opleiding, docenten en lerarenopleiders van elkaar leren. Dit vormt tevens een belangrijk middel om te werken aan de kwaliteit van het onderwijs. Werving en selectie Het leren van morgen en het project KiO hebben bijgedragen aan de herziening van de functieomschrijvingen. De rol van de docent zal zoals gezegd in de nabije toekomst veranderen naar een meer coachende. Om dit als organisatie te kunnen realiseren is het belangrijk dat de juiste medewerkers de school worden binnengehaald. Er is een helder functieprofiel en een duidelijke omschrijving van de functie-inhoud, waarin de benodigde kwaliteiten van (nieuwe) medewerkers bepaald zijn. Het selecteren en aanstellen van geschikte kandidaten moet in lijn zijn met de strategie en doelstellingen van de school. Een goed werving- en selectieproces is daarnaast belangrijk om concurrerend te blijven met andere scholen, omdat het talent dat binnengehaald wordt van invloed is op de kwaliteit van het onderwijs. Gerelateerd aan een goed werving- en selectiebeleid is de juiste mens op de juiste plek. Opnieuw dragen de functieomschrijvingen hier aan bij. Medewerkers die op de juiste plek zitten presteren beter en hebben een hogere arbeidssatisfactie. Doordat er leer- en/of ontwikkelvragen worden opgesteld van medewerkers middels de gesprekscyclus is het mogelijk om een beeld te krijgen van wat de juiste plek voor een medewerker is. Huidige medewerkers moeten ook wordem uitgedaagd, het binden en boeien verdient dan ook aandacht. Dit wordt onder andere gerealiseerd door medewerkers de ruimte te bieden om zichzelf te ontwikkelen en nieuwe initiatieven te stimuleren in hun werkzaamheden. Daarnaast krijgen alle medewerkers de mogelijkheid om hun kwaliteiten en talenten te tonen in (door de schoolleiding vastgestelde) taken. Bovenstaand kan ook worden samengevat in de woorden strategisch personeelsbeleid. De strategische personeelsplanning wordt daarbij niet uit het oog verloren. Er blijft aandacht voor de kwantitatieve en kwalitatieve personeelsbehoefte. De personeelssamenstelling binnen de organisatie, maar ook binnen de vakgroepen is in kaart gebracht, zodat er tijdig geanticipeerd kan worden op in- en externe ontwikkelingen (krimp in de regio). Ook om de in- door en uitstroom van de medewerkers te kunnen monitoren is het belangrijk om dit inzichtelijk te hebben. Integraal leiderschap Er is gekozen voor integraal leiderschap binnen de scholen. De teamleiders op het KMC hebben zich al verrgaand ontwikkeld op dit gebied. Er is daarbij aandacht voor het schoolleidersprofiel en het opbouwen van het schoolleidersregister. KMC participeert intensief in de landelijke trajecten van de vo-raad op dit thema. De schoolleiding richt zich op de verantwoordelijkheid voor het uitzetten van de gewenste koers en het monitoren van de uitvoering. De faciliteiten die hen hierbij geboden wordt om zich verder te ontwikkelen in het integrale leiderschap is terug te vinden in het diverse aanbod van trainingen en coachingsacitiviteiten. Het streven is dat alle schoolleiders een masteropleiding hebben afgerond. Op dit moment hebben twee schoolleiders de opleiding afgerond, 11 schooljaardocumenten IRIS CVO - Kaj Munk College

12 12 zijn er twee schoolleiders in opleiding en er zal aankomend jaar een schoolleider starten met een masteropleiding. Meerdere schoolleiders nemen deel aan de trajecten Lead and learn van de vo-academie. 2.7 Bedrijfsvoering Huisvesting Bij aanpassingen aan de gebouwen wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de verandering op het gebied van huisvesting: de rol van het gebouw als multifunctionele werkplek. Een ontmoetingsplaats waar ruimte is voor het individueel leren, gecombineerde kennisoverdracht en group en school-brede (culturele) activiteiten en/of andersoortige activiteiten die in het teken staan van ontwikkeling. Interne gebouwaanpassingen worden getoetst aan nog te formuleren criteria om desinvesteringen te voorkomen. Criteria die vooral gestoeld zijn op het onderwijskundige component. Voor schooljaar staan er twee projecten gepland. De onderbouw aula zal functioneel worden aangepast, wat rechtdoet aan de bruisende school die KMC wil zijn en wordt een BiNaSk lokaal zo ingericht, dat deze meer flexibel kan worden ingezet. Herinrichting van de eerste etage van Het paviljoen biedt mogelijkheden voor leerlingen om individueel te werken aan opdrachten en projecten. Afhankelijk van de behoefte aan een tweede O&O-lokaal, zullen gedurende het schooljaar plannen worden uitgewerkt om een dergelijk lokaal ook in het hoofdgebouw te creëren. Netwerkbijeenkomsten op het gebied van innovatieve onderwijshuisvesting worden bezocht en opbrengsten worden daar waar mogelijk onderzocht op toepasbaarheid binnen de eigen school. Facilitair Ofschoon de mindset binnen de facilitaire dienst zich meer en meer focust op de gewenste dienstverlening ten aanzien van ondersteuning aan het onderwijsproces en bijvoorbeeld het borgen van (fysieke) veiligheid binnen de organisatie zal er meer aandacht zijn voor de organisatie van en processen/procedures binnen de facilitaire dienst. Samen met het team zal onderzocht worden wat er nodig is om the gap tussen ervaren dienstverlening en verwachte dienstverlening te dichten. Het eerder genoemde onderzoek naar de verschillen tussen ervaren en gepercipieerde dienstverlening zal worden geconcretiseerd. Op alle onderzochte dimensies liggen de verwachtingen wat hoger dan de erva-ringen. Om onderlinge verschillen te verkleinen zullen binnen het team prioriteiten worden gesteld met het doel een dienst te organiseren die kan inspelen op trends en ontwikkelingen binnen het onderwijs en die aanlsuiten bij het streven naar een school als ontmoetingsplek en multifunctionele werken leeromgeving. ICT In overleg met de centrale ICT-dienst zal worden getracht om zoveel als mogelijk recht te doen aan ICT-ontwikkelingen en -ondersteuning bij het gebruik van ICT-faciliteiten binnen de school. Vooralsnog zijn ICT-lokalen van belang om te voldoen aan de huidige vraag, maar wij zien een veranderende behoefte. Een behoefte die voorziet in het faciliteren van nietplaatsgebonden devices. Een voorbeeld hiervan is het beschikbaar stellen van meer laptops voor medewerkers en leerlingen, die worden ingezet bij activiteiten buiten de deur en zo dienst doen als mobiel ICT-lokaal. Het is de verwachting dat over een aantal jaren het principe van BYOD zijn intrede zal doen: bring your own device. Het door leerlingen meebrengen van eigen devices gebeurt nu eigenlijk al. Op grotere schaal worden bijvoorbeeld smartphones door docenten ingezet tijdens de les en worden eigen devices anders dan smartphone meegenomen tijdens werkweken. Op dit moment loopt er een proef waarbij het gebruik van Chromebooks wordt uitgeprobeerd. De proef wordt in 2015/2016 gecontinueerd in drie klassen. Met de pilot proberen wij antwoorden te vinden op de vragen die er zijn. Vragen over verwachte leerrendementen, ondersteuning voor de docent, motivatie van leerlingen, efficiency, benodigde infrastructuur, type devices, inzet van beschikbaar digitaal lesmateriaal, etcetera. Aan het einde van het schooljaar zal de eerste fase van de pilot worden afgerond en zullen de opbrengsten ervan worden besproken binnen de teams. De terugkoppeling uit de teams vormt de basis voor het vervolgtraject. IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum Haemstede-Barger Mavo Herbert Vissers College Kaj Munk College RKSG Thamen

13 3. Financiën 3.1 Financieel beleid De begroting is erop gericht om effecten van de gemaakte cao-afspraken ten aanzien van bijvoorbeeld leeftijdsfasebewust personeelsbeleid en entreerecht als ook het afschaffen van een aantal subsidies vanuit het ministerie, te neutraliseren. Keuzes omtrent het aantal klassen, de gemiddelde groepsgrootte en het inzetten van een eenmalige subsidie uit 2013 hebben er toe bijgedragen dat de exploitatiebegroting een beperkt positief resultaat laat zien. In worden er van de schoolleiding inspanningen gevraagd die leiden tot het vaststellen van een uitgebalanceerde formatie in relatie tot de school die wij willen zijn en de onderwijskwaliteit die daarbij hoort, maar bovenal passend is binnen de structurele bekostiging. De schoolleiding heeft zich dan ook ten doel gesteld om dit schooljaar, samen met de schoolorganisatie, keuzes te maken op het gebied van taakureninzet, lessentabel en andere zaken die van invloed zijn op de omvang van de formatie en een positief effect hebben op de financiële ambities. Ambities om in het verleden op gelopen tekorten weg te werken en de risicobuffer te verbeteren. Het financiële meerjarenbeleid is erop gericht dat de risicobuffer van -7% van eind 2014 een positief cijfer laat zien binnen vier jaar. Dit resultaat kan worden bereikt door de investeringen te maximaliseren op 1% van de baten en een jaarlijks exploitatieoverschot te realiseren van eveneens 1% van de baten. Hierbij wordt er van uitgegaan dat zowel de schoolomvang als ook de daarbij horende baten zich handhaven op het niveau van Leerlingprognose en aantal klassen Het verwachte leerlingenaantal voor het komende cursusjaar is Het is het streven om deze leerlingen onder te brengen in 65 klassen. Er is nog een aantal onzekerheden met betrekking tot het aantal te verwachten doublanten en instromende leerlingen. Prognoses zijn gebaseerd op de derde rapportvergadering van afgelopen jaar. De schoolleiding stelt alles in het werk om het aantal begrootte klassen te handhaven op 65. Dit aantal lijkt voldoende om de leerlingen, met enige creativiteit, in te delen in de zes stromen: mavo, Bètadesign, havo, Technasium, vwoplus en Science. Door als uitgangspunt 65 klassen te nemen ontstaat er ook een verhoging van de gemiddelde bezettingsgraad per klas. Van 27,1 leerling per klas in het schooljaar naar 27,9 leerling per klas in Een ontwikkeling die niet geheel strookt met de kernwaarden van de school, maar mede is ingegeven door beschikbare (financiële) middelen. aantallen lln (zonder VAVO) aantal klassen bez. graad cursus ,9 cursus ,3 cursus ,1 cursus ,9 In de komende jaren zal het leerlingaantal bij een instroom van gemiddeld 340 leerlingen zich stabiliseren rond 1780 leerlingen. Hierbij wordt de vuistregel 5 x gehanteerd. Ook in staat het reguleren van leerlingstromen binnen de gemeente hoog op de agenda. Door de aansluiting van KSH bij IRIS is slechts samenwerking met een ander schoolbestuur hiervoor nodig. De verwachting is dan ook dat er meer invloed kan komen op het reguleren van leerlingstromen. 3.3 Formatie, lessen, taken Het doorvoeren van het entreerecht conform de cao-vo legt een grote druk op de begroting voor het schooljaar De personele lasten zijn fors gestegen, wat tot gevolg heeft dat er op andere gebieden keuzes gemaakt moeten worden om een sluitende begroting te kunnen opstellen. Hoewel er ook voor het komende schooljaar een lichte stijging in het aantal te verwachte leerlingen is, blijft het vastgestelde aantal groepen 65. Om de personele lasten te kunnen dragen, is de schoolleiding gedwongen tot deze keuzes. Dit zorgt ook voor druk op de formatie. Inzet directie Inzet OP Inzet OOP Totaal 1 fte 105 fte 31 fte (inclusief teamleiding) 137 fte Het aantal lessen bedraagt 2195 lesuren van 50 minuten per week ( lesuren per jaar). Er is tevens streng gekeken naar de toebedeling van taakuren voor bepaalde taken, daar waar nodig/mogelijk zijn de uren bijgesteld. Daarnaast zijn er medewerkers aangesteld met een grote taak om coördinerende werkzaamheden uit te voeren in het science/vwo-plus team. Allereerst 13 schooljaardocumenten IRIS CVO - Kaj Munk College

14 14 omdat dit een groot team is, waardoor het aanstellen van coördinatoren met verschillende verantwoordelijkheden noodzakelijk is. Anderzijds, omdat de coördinatoren kunnen bijdragen aan het verstevigen van de pijlers van de school. De bèta-profilering heeft hier de afgelopen jaren veel baat bij gehad. Door het aanwijzen van bètacoördinatoren staat dit al vrij stevig op de kaart. Voor is er voor gekozen om hier een projectontwikkelaar vwo naast te zetten. Deze projectontwikkelaar zal de projecten rondom het vwo-onderwijs vorm gaan geven. Er is echter ook gebleken dat er behoefte is aan afstemming tussen de verschillende projecten en dat er meer aandacht nodig is voor het doorontwikkelen hiervan. Tot slot is er meer personele inzet vereist om de projecten onderdeel te doen worden van het curriculum in de onderbouw van het vwo. Dit in het kader van het excellentiebeleid en het stimuleren van de instroom van vwo-leerlingen op het Kaj Munk College. Leerling Begeleiding Leerling Begeleiding ZORG Professionalisering AOS* Professionalisering nieuwe docenten 240 Profilering Beta Profilering KMC Schoolorganisatie Eindtotaal in klokuren * inclusief studie-uren lerarenbeurs Het blijft voor KMC een bewuste keuze om meer dan gemiddeld taakuren vrij te maken ten behoeve van het professionaliseren van medewerkers en de beoogde schoolontwikkeling. Een deel van de bovenstaande taakuren wordt vanuit subsidies bekostigd. Dit zijn bijvoorbeeld deels de taakuren die betrekking hebben op Leerlingbegeleiding zorg en Professionalisering AOS. 3.4 Overige personele uitgaven KMC blijkt een aangename werk- en leerplek te zijn voor (jonge) startende docenten. Daar de school een Academische Opleidingsschool is, is de school ook verheugd in trek te zijn bij nieuwe docenten. Het gevolg hiervan is wel dat de startende docenten de eerste twee jaar niet volledig inzetbaar zijn, aangezien zij recht hebben op lesvermindering in het eerste en tweede jaar van hun aanstelling. Dit wordt deels gecompenseerd door de subsidie voor startende docenten. Voor is te verwachten dat een aantal medewerkers vervangen moet worden wegens zwangerschaps- en bevallingsverlof, aangezien het personeelsbestand van KMC voor een groot deel bestaat uit vrouwen in de leeftijdscategorie jaar. Het persoonsgebonden budget waar medewerkers recht op hebben conform het levensfasebewust personeelsbeleid blijkt ook een redelijke kostenpost te zijn. Er moet geld gespaard worden, om medewerkers te vervangen die in de toekomst (langdurig/ recuperatie) verlof opnemen, maar er wordt ook geld uitgegeven omdat medewerkers het budget uitbetaald willen hebben, extra willen sparen voor het pensioen of het budget graag zien als bijdrage voor de kinderopvang. Stip-uren zullen, afhankelijk van beschikbaarheid, worden ingevuld door medewerkers van de facilitaire dienst, stagiaires en door onderwijzend personeel waarvan de jaartaak nog niet geheel is ingevuld. In de begroting is rekening gehouden met 1000 betaalde uren. 3.5 Materiële uitgaven In de materiele uitgaven zijn geen bijzonderheden te verwachten. Versoberen van de uitgaven enerzijds en effecten van afgeronde aanbestedingstrajecten anderzijds hebben een positief effect op de verhouding personeel-materieel. Het aandeel materieel bedraagt nu 20,6% van de totale lasten. Het is de verwachting dat, als gevolg van het anders inkopen van leermiddelen (boekenfonds), er meer flexibiliteit ontstaat door het overstappen op digitaal lesmateriaal. Binnen KMC loopt er een proef die voorziet in het inzetten van devices als voertuig voor het gebruik van dit type lesmateriaal binnen de lessen. Vooralsnog wordt er geëxperimenteerd in drie klassen. Op basis van de uitkomsten van de gestelde doelen zullen, in overleg met alle betrokkenen, vervolgstappen worden gezet. 3.6 Doelsubsidies Een aantal doelsubsidies binnen de begroting is niet specifiek geoormerkt, zoals de functiemix- en de prestatieboxgelden. Deze subsidies vormen integraal een onderdeel van de baten en worden ingezet voor het bekostigen van de formatie. De subsidies voor de lerarenbeurs en Academische Opleidingsschool (AONHW) zijn wel direct gekoppeld aan de uitgaven. De subsidie die ontvangen wordt van de AONHW is echter niet toereikend om kostendekkend te zijn. Deze overschrijding wordt bekostigd vanuit de lumpsum. IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum Haemstede-Barger Mavo Herbert Vissers College Kaj Munk College RKSG Thamen

15 Deelname aan de AONHW levert een belangrijke bijdrage aan de beoogde schoolontwikkeling binnen een onderzoeksmatige cultuur. Belangrijk daarbij is dat het doel niet de onderzoeksmatige cultuur is, maar een middel om de medewerkers (en de teams van medewerkers) te steunen bij hun professionalisering en leerlingen te steunen bij hun ontwikkeling. De aanvullende bekostiging uit 2013 als ook de subsidie Jonge leerkrachten zijn beide incidenteel van aard en niet direct gelieerd aan bijbehorende kosten. Het is aan de schoolleiding om, zoals ook beschreven binnen de paragraaf financieel beleid, de formatie af te stemmen op de structurele bekostiging en incidentele subsidies in te zetten voor projecten en afgebakende ontwikkelingen binnen de school. 3.7 Investeringsbegroting De investeringsbegroting bedraagt 0,8% van de baten. Dit is aanzienlijk minder dan voorafgaande jaren. Dit is mede het gevolg van het huren van de boeken in plaats van aanschaffen. Daarnaast heeft de schoolleiding ervoor gekozen om een aantal investeringen het komend jaar uit te stellen. Deze keuze is onder meer gemaakt om de negatieve risicobuffer positief te beïnvloeden. Met uitzondering van een aantal investeringen die voorzien in het aanpassen van de onderbouw aula en het toekomstbestendig maken van een BiNaSk-lokaal zijn er geen bijzondere investeringen te melden Innovatieve projecten KMC heeft de volgende aanvraag ingediend en gehonoreerd gekregen: Ontwikkelen van vwo excellent. Graag wordt verwezen naar het beschreven projectplan. schooljaardocumenten IRIS CVO - Kaj Munk College

16 16 IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum Haemstede-Barger Mavo Herbert Vissers College Kaj Munk College RKSG Thamen

17 Balanced Score Card Kaj Munk College (KMC) Innovatief perspectief 1. Bètaprofilering in de mavo vormgeven 2. Ruimte voor jouw talent 3. Vwo ontwikkelen Financieel perspectief 7. Sluitende begroting met exploitatieoverschot van 1% van de baten. Missie / visie Iedereen voelt zich gekend en veilig Open christelijk Ruimte voor talentontwikkeling Alle betrokkenen hebben invloed Goede relaties leiden tot prestaties Een warm en duidelijk schoolklimaat Klantenperspectief 5. Focussen op bèta- en KMC-profilering 6. Warm en duidelijk schoolklimaat centraal Intern perspectief 4. Kwaliteitszorg 17 schooljaardocumenten IRIS CVO - Kaj Munk College

18 succesbep. factor definitie streefcijfer eigenaar meetinstrument meetdatum INNOVATIEF PERSPECTIEF 1. Bètaprofilering in de mavo vormgeven Leerlingen zijn eigenaar van hun leerproces Totale leerlijn beschreven en t/m tweede klas stevig geevalueerd. Vierjarig curicullum vastgesteld. drie mavoteams en schoolleiding vastgesteld curriculum dec Ruimte voor jouw talent Leerlingen nemen verantwoordelijkheid voor eigen leerproces Leraren (teams) werken aan didactische vormgeving van lessen waarbij leerlingen verantwoordelijkheid nemen voor eigen leerproces. Meer dan 90 % geslaagden/ bevorderden in iedere jaarlaag. teams en schoolleiding magister jun VWO ontwikkelen Vwo positioneren Ontwikkelen vwo excellentieprofiel 120 leerlingen teams en schoolleiding magister jun-16 INTERN PERSPECTIEF 4. Kwaliteitszorg Versterken van een klimaat van leren en verbeteren Alle collega s leggen lesbezoeken af en krijgen collegiale lesbezoeken met feedback. 100% teams ontwikkelgesprekken mei KLANTPERSPECTIEF 5. Focussen op bèta- en KMC profilering Leerlingen zijn eigenaar van hun leerproces Leerlingen, ouders en medewerkers geven aan dat de pijlers in de profilering duidelijk zichtbaar zijn voor de stakeholders. 6. Warm en duidelijk schoolklimaat centraal stellen (TRIV, identiteit) Wordt onderschreven en onderkend door alle stakeholders (Oud-)leerlingen, ouders en medewerkers geven aan dat het warme en duidelijke schoolklimaat als dusdanig ervaren wordt. 90% schoolleiding rapportage n.a.v. onderzoek tijdens Open Huis 100% teams en schoolleiding enquête onder alle stakeholders mrt-16 mei-16 FINANCIEEL PERSPECTIEF 7. Sluitende begroting met expliotatieoverschot van 1% van de baten Evenwichtig formatieplan Formatieplan passend bij strategie Leren van Morgen en de bekostiging. Financiële kengetallen in lijn met IRIS-kaders. schoolleiding exploitatiebegroting jan-16 IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum Haemstede-Barger Mavo Herbert Vissers College Kaj Munk College RKSG Thamen

19 schooljaardocumenten IRIS CVO - Kaj Munk College

20 20 IRIS, stichting voor CVO Koediefslaan BT Heemstede De volgende scholen zijn aangesloten bij IRIS: IRIS wordt gevormd door: Eerste Christelijk Lyceum Haemstede-Barger Mavo Herbert Vissers College Kaj Munk College RKSG Thamen