Nieuwe en gewijzigde functies

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nieuwe en gewijzigde functies"

Transcriptie

1 In ALFA NextGen 3.10 zijn de volgende commando's nieuw of gewijzigd. De teksten voor de dynamisch kozijnen punt 20 en 21 zijn ook van toepassing op de ALFA 2.6 versie. 1 Wanden op vlucht zetten (nieuw in info dialoog) Element wanden (algemeen onderwerp) Bouwdeel Dossier (nieuw commando) Elementwand stijl (nieuw commando EWB) XREF kleur (nieuw commando Xref1Kleur) Materiaal weergave (algemeen) Arceertabel wijzigen (gewijzigd Edithatchtable) Polylijn materiaal Index (gewijzigd) Polylijn materiaal index aanpassen Info materiaal polylijn (nieuwe dialoog) Options dialoog (wijziging) Maatvoering configuratie (dialoog gewijzigd) Alfa Maatbalken (nieuw commando MAATBALK) Alle lagen uit behalve (nieuw commando LAAGEXCL) Ongedaan maken alle lagen uit behalve (nieuw) Tekst (algemeen) Standaard Tekst instellingen (AlfaConfigTxt) Aktievetekst Buitendeuren toevoegen (nieuw optie in KM) Dynamische kozijnen Dynamische kozijnen materialiseren (DYNASYNC)

2 1 Wanden op vlucht zetten (nieuw in info dialoog) Wanden kunnen in deze versie met het commando INFO of in de 3D weergave met grips op vlucht worden gezet. 2 Element wanden (algemeen onderwerp) Element wanden zijn binnen ALFA NextGen herhalingen van maatvaste blocks. Ze zullen zowel horizontaal als verticaal herhaald worden om het volume van de wand te vullen. Voor element wanden zijn geen speciale blocks nodig. De enige voorwaarde is dat een maatvast block geselecteerd wordt. Element wanden kunnen bijvoorbeeld gebruikt worden voor het tekenen van wanden van glazen bouwstenen, voor het tekenen van gasbeton systeembouw wanden, of voor het werken met gevelpanelen. Het is echter ook mogelijk element wanden te gebruiken voor andere situaties waar snel een reeks van identieke elementen moet worden getekend. Een voorbeeld van het gebruik Hierin is een dakpan geselecteerd, er is een negatieve offset (-60) meegegeven, anders zouden de pannen niet op elkaar liggen maar netjes tegen elkaar aan. Het zelfde geldt voor de hoek (-4). Een ander voorbeeld van een toepassing is het plaatsen als glazen bouwstenen. Omdat een element wand een gewone wand is, kan er ook een boogwand mee worden getekend. ALFA NextGen zal ook hoekoplossingen proberen te maken. Daarnaast is het ook mogelijk gaten te maken in element wanden, en om kozijnen en deuren in te voegen. 2

3 Zie ook Info-dialoog element wand voor het aanpassen van element wanden. Voor het maken van complexere element wanden zoals bijvoorbeeld vliesgevels kan een block worden uitgebreid met een bouwdeel dossier. Hiermee kan worden aangegeven welk block de wand moet beginnen en eindigen. Daarnaast kan ook worden aangegeven binnen welke grenzen de afstanden tussen elementen kunnen varieren. Dit laatste helpt tijdens het verslepen van een grippunt om een optimale verdeling te vinden. Voorbeelden 3 Bouwdeel Dossier (nieuw commando) Dit commando wordt gebruikt om extra gegevens aan een block te koppelen voor gebruik door repeteer elementen. Commando: BOUWDEELDOSSIER Voor het tekenen van repeteer wanden (en daken) zijn extra gegevens nodig met betrekking tot afstanden en start- en eind blokken. Deze kunnen met behulp van dit commando worden toegevoegd aan een blockdefinitie. Na starten van het commando BOUWDEELDOSSIER verschijnt een dialoog waarmee een block aan het dossier kan worden toegevoegd. (of om een bestaand dossier te wijzigen). Block Hier kan de naam van het block worden ingetyped. Hiermee kan een block uit de bibliotheek worden gekozen. Dit block wordt automatisch ook in de tekening geladen. Hiermee kan een block uit de tekening worden geselecteerd. Hiermee kan een block uit de zoeksnoek worden gekozen (indien deze geïnstalleerd is). Wanneer het blocknaam veld leeg word gelaten zal het dossier in plaats van aan een block aan de aktieve tekening worden toegevoegd. Plaatsen of invoegen van dergelijke tekeningen neemt het dossier mee. Wanneer een block in een tekening van een dossier wordt voorzien heeft dat alleen effect op die tekeningen, niet op andere tekeningen waar het block wordt gebruikt. 3

4 Blocks die met het AutoCAD commando INSERT worden geplaatst verliezen hun dossier in de nieuwe tekening. Na selecteren van een block of tekening kan het eigenlijke dossier worden aangemaakt met de volgende dialoog. Wanneer al een dossier aanwezig was worden de gegevens daarvan ingevuld in de dialoog. Block Hier wordt de naam van het geselecteerde block (of tekening) herhaald. Hiermee kan het start block, Einde block of Haaks block uit de bibliotheek worden geselecteerd. Start block Hier kan de naam van een block worden ingevuld dat het eerste is in een repeteer wand. Einde block Hier kan de naam van een block worden ingevuld dat de repeteerwand beëindigd. Haaks block Hier kan de naam van de verticale doorsnede van het repeteer element worden ingevuld. Deze naam wordt alleen gebruikt voor het tekenen van verticale doorsneden over een repteer wand en voor 3D weergaven. De noodzakelijke gegevens hiervoor kunnen makkelijker met het commando EWB worden ingeregeld. ALFA zal proberen een optimale verdeling van elementen in een repeteer wand uit te rekenen. Dit gebeurt aan de hand van de instellingen in de "bladwijzer" en het bouwdeel dossier. Het bouwdeel dossier geeft hierbij de minimale en maximale waardes waartussen de verdeel routine mag variëren bij het bepalen van de oplossing. De verdeel routine zal proberen zo min mogelijk elementen te gebruiken om de lengte volledig te vullen. De berekende instellingen kunnen altijd via de bladwijzer in de Info dialoog worden aangepast. Offset Dit is de afstand tussen de repeteer elemente onderling. De standaard waarde van 0 betekend dat de elementen strak tegen elkaar worden geplaatst. Een negatieve waarde betekent dat de repeteer elementen elkaar overlappen. Een positieve waarde betekent dat er ruimte wordt overgelaten tussen de repeteer elementen. 4

5 Y-Offset Dit is de afstand van de repeteer elementen haaks op de hartlijn van de wand. Hiermee kan een element standaard naar binnen of naar buiten worden geplaatst (bijvoorbeeld wanneer het plaatsingspunt van het block niet in het midden ligt). Deze waarde wordt niet gebruikt voor het automatisch verdelen. Start offset Dit is de afstand van het beginpunt van de wand naar het eerste block (start of repeteer). Een negatieve waarde hier betekent dat het eerste block voor het begin van de wand wordt geplaatst, en kan ertoe leiden dat een deel van of het hele block wordt weggelaten bij het tekenen. Hoek Geeft de hoek aan waaronder het block wordt geplaatst ten opzichte van de richting van de wand. Een andere waarde dan 0 betekent dat het block gedraaid staat ten opzichte van de wand. Deze waarde wordt niet gebruikt voor het automatisch verdelen. WERKWIJZE Als bouwdeelinformatie in de tekening aanwezig is, worden de overige gegevens automatisch gebruikt bij het tekenen van een wand met het commando Wand. Repeteer wanden bestaan uit een Start block (indien aanwezig) gevolgd door een of meer blocks en beëindigd door een Einde block (ook indien aanwezig). OPMERKING Na het aanmaken van het bouwdeel dossier kan het zijn dat sommige blocks nog met het commando plaats in de tekening moeten worden geplaatst. 4 Elementwand stijl (nieuw commando EWB) Met het commando EWB kunnen de blocks worden ingeregeld voor een 3D elementwand. Selecteer een block waarvoor een 3D elementwand stijl moet worden ingeregeld. Dit block wordt het repeteer element voor horizontale doorsnedes. Na selectie verschijnt de volgende dialoog: 5

6 In het raster aan de linker kant van de dialoog staan de verschillende blocks van de stijl ingeregeld. Het geselecteerde block staat al ingevuld in het midden. Iedere knop correspondeert met een block die gebruikt wordt voor een bepaalde plaats in een 3D elementwand. Voor de verticale doorsnede zijn dit het block voor de onderkant, het verticaal repeteer element en het block voor de bovenkant. Deze blocks zijn alleen zichtbaar wanneer een verticale doorsnede van een elementwand wordt gemaakt. Tot slot zijn er nog vier blocks voor de vier hoekpunten. Deze blocks zijn alleen zichtbaar in 3D weergaven van een element wand. Hiermee kan een block uit de bibliotheek worden gekozen. Dit block wordt automatisch ook in de tekening geladen. Hiermee kan een block uit de tekening worden geselecteerd. Hiermee kan een block uit de zoeksnoek worden gekozen (indien deze geïnstalleerd is). 6

7 Na selecteren van een positie in het raster links kan in de rechter helft van de dialoog een block worden geselecteerd in tekening of bibliotheek. Na selectie wordt een preview van het block getoond om te kunnen controleren of het juiste block is gekozen. Het is niet nodig om een block voor de verticale doorsnede te kiezen. ALFA zal standaard een blocknaam kiezen volgens dezelfde regels als ook op multiview blocks van toepassing zijn. Wanneer geen onder- en bovenblock voor verticale doorsnede gekozen is zal ALFA voor doorsneden en 3D weergaven de standaard horizontale blocks stapelen, en geen uitzondering maken voor de eerste en laatste laag. 5 XREF kleur (nieuw commando Xref1Kleur) Geeft een XRef (onderlegger) één kleur. Met de functie Xref1Kleur kan een XREF of OVERLAY in één kleur worden weergegeven, bijvoorbeeld om verschil te maken tussen oude situatie en nieuwe situatie. Na het selecteren van de bestaande xref, wordt een kleurselectie dialoog getoond. De xref wordt vervolgens in deze kleur getoond. 7

8 De xref wordt vervolgens gewrapt. Als achteraf de kleur nog aangepast moet worden kan dat eenvoudig door de Acad properties dialoog of door de kleur optie in de Properties Toolbar. Indien het originele AutoCAD xref object weer gewenst is, moet het element worden geëxplodeerd. Als alleen de originele kleuren gewenst zijn is het voldoende om de kleur te veranderen in BYLAYER. 6 Materiaal weergave (algemeen) De grafische weergave van een bouwkundig element is afhankelijk van het gekozen materiaal, de ontwerpfase en de afdrukschaal. De werkwijze van ALFA NextGen maakt het mogelijk een materiaal weergave centraal te wijzigen, waardoor de arcering in alle bouwdelen waarin deze materiaalweergave voorkomt wordt aangepast. Dit geldt zowel voor de arcering als voor de omhullende polylijn contour. Deze weergave wordt vastgelegd in de arceertabellen. Standaard worden met ALFA een aantal arceertabellen meegeleverd. In deze tabellen zijn voor de verschillende materialen de arceerpatronen, -schalen en kleuren ingeregeld, binnen de mogelijkheden van AutoCAD, naar de Nederlandse norm en praktijk. ALFA materiaal weergave In een arceertabel worden de materiaaldefinities opgeslagen. Per fase kan worden bepaald of er een arcering getoond moet worden en wat de kleur van de omhullende materiaal polylijn moet zijn. Per fase kan één pen voor de omhullende worden aangeven, en één of meer arceringen voor die fase. De arceringen kunnen worden gecombineerd. Het gebruik van materiaal binnen ALFA Het gebruik van een materiaal is gekoppeld aan een polylijn met materiaal index. Deze polylijn (gesloten- of polylijn, ook rechthoeken, polygonen en ellipsen zijn gesloten polylijnen) bevat een verwijzing (index) naar een materiaal in de arceertabellen. De polylijn zal zichzelf weergeven aan de hand van de definitie in de arceertabel. De polylijn en de arcering zijn één geheel (custom object), dit in tegenstelling tot vorige Alfa versies, waar de polylijn en de arcering losse elementen waren. Waar extra informatie aan gekoppeld was, via Extended Entity Data. Het plaatsen van een materiaal gebeurt met de functie: Polylijn materiaal index, heeft een polylijn al een materiaalindex, dan kan deze gewijzigd worden met het commando EDITINDEX. De polylijn kan op een willekeurig laag worden geplaatst. Dit hoeft niet per se een fase laag te zijn, maar dit kan ook (liefst en vooral) een NL-SfB laag zijn. Als de polylijn niet op een fase laag staat, wordt de arceertabel gebruikt om te bepalen in welke fase de polylijn zichtbaar is. Als de polylijn wel op een fase laag staat, bepaald de laag, in welke fasen de polylijn en dus het materiaal zichtbaar is. Alleen gesloten polylijnen worden van een arcering voorzien. Open polylijnen met een materiaal index worden niet gearceerd, maar nemen wel de kleur uit de arceertabel over. Andere materiaal weergave Wordt een arceertabel geladen met een andere arceerdefinitie voor een bepaald materiaal, dan worden de arceringen van polylijnen met die materiaalindex bijgewerkt volgens de nieuwe instellingen. Ook wanneer gearceerde polylijnen opgenomen zijn in een block, worden de arceringen bijgewerkt. Met het commando LAADTABEL is het dus mogelijk alle ALFA arceringen in een tekening bij te werken. Met het commando EDITHATCHTABLE kan een arceertabel worden aangepast. Het is mogelijk de standaard ALFA arceertabellen te kopiëren, te hernoemen en aan te passen aan eigen voorkeur en toepassing. Door tabellen op de server te zetten is het mogelijk dat alle werkstations van dezelfde tabellen gebruik maken. Op die manier wordt de uniformiteit van het tekenwerk binnen een buro verder verbeterd. 8

9 7 Arceertabel wijzigen (gewijzigd Edithatchtable) Met het commando EDITHATCHTABLE kan een arceertabel worden aangepast. De dialoog toont in het linkerdeel een overzicht van alle beschikbare materiaaldefinities. Met de rechtermuisknop kunnen nieuwe definities aan deze lijst worden toegevoegd of verwijderd. Dit laatste is niet aan te raden, omdat het mogelijk is materialen te verwijderen die al in blocks, of in tekeningen, worden gebruikt. Als een dergelijke definitie is gewist kunnen deze elementen niet meer op de juiste manier worden weergeven. Na selectie van een materiaal in de linker lijst, wordt de definitie in het rechter gedeelte van de dialoog getoond. Tevens wordt van het geselecteerde materiaal een preview van een wand weergegeven. Materialen worden gedefinieerd in Materiaal.Ini. De nummers in dit bestand komen overeen met de materiaalindex die aan een polylijn wordt gekoppeld. De nummers 50 t/m 99 zijn vrij voor de gebruiker. Om conflicten te voorkomen voegt ALFA Development materialen toe vanaf nummer 100. Kleur Hier kan de kleur van de pen of de arcering worden ingeregeld, afhankelijk van of in de linker lijst gekozen is een Pen of een Arcering. Pen Instellingen Hier kunnen het Lijntype en de Lijnbreedte worden ingesteld voor een pen in een bepaalde fase. Arceer Instellingen Uit de lijst Patroon kan het arceerpatroon worden geselecteerd. Door het aanvinken van de optie Relatief kan een arcering relatief aan een wand of een grootste lengte van een polylijn of polylijn met index worden getekend. Wanneer deze optie actief is volgt de arcering de richting van een wand, bijvoorbeeld een Gibo arcering. In andere gevallen wordt de arcering getekend ten opzichte van de X en Y as van de tekening, bijvoorbeeld metselwerk. Bij deze absolute arcering sluiten de arceerlijntjes in de hoeken keurig aan. In ALFA NextGen is het ook mogelijk om per segment van een wand aan te geven of deze een relatieve arcering moet krijgen. Zo kan de arcering van een metselwerkwand die onder een hoek in de tekening is geplaatst onder 45 graden t.o.v. de wand worden getekend. Schaal en Hoek definiëren de hoek en de schaal van het arceerpatroon. 9

10 Arceringen in Aanzichten In ALFA NextGen is het mogelijk om in de automatisch gegenereerde aanzichten materiaal arceringen op te nemen. Zie ook: Doorsnede en aanzicht. Voor fase 4 kunnen verschillende zone arceringen worden gedefinieerd. De eerste arcering wordt voor de eerste zone wordt gebruikt, de tweede voor de tweede zone, enzovoorts. De arceervolgorde kan worden bepaald door de definities in het linker deel te verslepen, totdat de juiste volgorde gevonden is. Op deze wijze kan door het inregelen van een ander arceerpatroon per zone, worden benadrukt dat een deel van een gebouw verder weg ligt. Zones kunnen in de doorsneden lijnstijl worden vastgelegd. OPMERKING Om van deze mogelijkheid gebruik te maken dient in de viewport info dialoog de optie voor Wanden en daken in aanzicht arceren met materiaal weergave geactiveerd te worden. 8 Polylijn materiaal Index (gewijzigd) Het tekenen van een polylijn met directe koppeling van een materiaalindex. De materiaalindex bepaald de arcering en de weergave van de materiaalpolylijn. Door gebruik te maken van een materiaalindex kan de arcering en weergave van bouwdelen zeer snel worden aangepast of gewijzigd. De arcering wordt direct geplaatst. Na activeren van het commando verschijnt de volgende dialoogbox: 10

11 Selecteer het materiaal waarmee de polylijn moet worden getekend en klik op knop OK. Vervolgens kan via het tekenen van een gesloten polylijn de index worden geplaatst. De polylijn kan op een laag staan met een fase aanduiding (b.v. A--L21--_F12--). ALFA NextGen gebruikt de fase aanduiding in de laag om voor de betreffende fases de gewenste arceringen in arceertabel op te zoeken. Het is ook mogelijk om alleen maar een NL-SfB aanduiding in de laag op te nemen (b.v. A--L31--). ALFA zal dan met behulp van de arceertabel bekijken of een element in een bepaalde fase zichtbaar is of niet. Gesloten polylijnen (closed) zullen van een arcering worden voorzien. Open polylijnen (open) worden niet gearceerd en gebruiken alleen de materiaal kleurinstelling van de omhullende uit de arceertabel. Opties Plaatsen als Acad Polylijn met XED Indien deze optie gekozen wordt, zal Alfa de materiaal polylijnen plaatsen als alle voorgaande versie. Plaatsen als Alfa Polylijn met index Indien deze optie gekozen wordt zal Alfa de materiaal polylijnen plaatsen als custom objecten, de arceringen zullen direct getekend worden door de polylijn en niet langer apart gekoppeld zijn aan de polylijn. Er wordt dus geen losse Acad arcering geplaatst. Fase Kies hier een eventuele fase waarin de polylijn zichtbaar moet zijn. Als er geen fase wordt geselecteerd, wordt gekeken of de arceertabel fasen informatie bevat die kan worden gebruikt. Als hier wel een fase wordt gegeven zal de polylijn op die laag worden geplaatst en dus voor die fase zichtbaar zijn. NL-SfB groep Kies hier een NL-SfB groep om aan te geven op welke laag de polylijn moet worden getekend. 11

12 OPMERKING Indien na afsluiten van het commando geen arcering wordt getekend. Dan staat de polylijn waarschijnlijk niet op een correcte fase laag of is er in de arceertabel voor die fase geen representatie aanwezig. Indien u een elementhoogte heeft ingesteld heeft de polylijn in de derde dimensie de aangegeven hoogte. De materiaalindex kunt u achteraf aanpassen met het commando Polylijn materiaal index. 9 Polylijn materiaal index aanpassen Het veranderen of toevoegen van de arceerindex van een gesloten polylijn. Na het activeren van de functie Pline materiaal Edit staat in de commandoregel: Selecteer Polyline: Select objects: Selecteer een polylijn (met of zonder index). Vervolgens verschijnt de volgende dialoog: Selecteer in de lijst het materiaal dat aan de polylijn gekoppeld moet worden. Index van Pline verwijderen Met deze optie kan de materiaal code van de polylijn kan worden verwijderd. Indien de polylijn niet op een fase laag staat zal de volgende dialoog verschijnen. 12

13 Hierin kan worden aangegeven voor welke fases de polylijn gebruikt moet worden, tevens kunnen hier de NL-SfB hoofdgroep en de laag worden opgegeven. OPMERKING Deze functie regelt ALFA arceringen. De index is de verwijzing naar een arceerpatroon in de ALFA arceertabel. In de arceertabel staan achter de indexnummers de arceer instellingen voor de verschillende fasen. (Zie ook het aparte onderdeel arceringen) 10 Info materiaal polylijn (nieuwe dialoog) Met deze dialoog is het mogelijk om de eigenschappen van een polylijn met materiaal index te wijzigen. Commando INFO Onder de algemene polylijn gegevens staat de laagnaam waarop de polylijn geplaatst is. Indien noodzakelijk kan een andere laagnaam worden ingetypt, geselecteerd uit een lijst met bekende NL/SfB laagcoderingen, of er kan een ander element in de tekening worden geselecteerd waarvan de laagnaam moet worden overgenomen. Plaatsings hoogte Deze kan alleen worden ingegeven als de polylijn niet aan een vloer is gekoppeld. Offset t.o.v. vloer. Hier kan, indien de polylijn gekoppeld is aan een vloer, de offset hoogte ten opzichte van de vloer worden ingegeven. Indien het object gekoppeld is aan een vloer kan met deze knop worden opgegeven dat deze koppeling verbroken moet worden en dat weer met een plaatsingshoogte gewerkt moet worden. Indien een object niet gekoppeld is aan een vloer maar met een plaatsingshoogte werkt, kan via deze knop een vloer worden geselecteerd om aan te linken. Deze maakt een link aan tussen polylijn en vloer. Als de vloer van hoogte verandert, wordt de polylijn mee verplaatst. Element Hgt. Hier kan de hoogte van de polylijn worden opgegeven, dit is de AutoCAD thickness. Gesloten polylijn Met deze optie is het mogelijk om polylijnen te openen of te sluiten. Een materiaal polylijn van het nieuwe type zal geen arcering tonen bij een open polylijn. Op deze manier kan wel de representatie uit de arceertabel voor het materiaal worden gebruikt, zonder dat er een arcering wordt geplaatst. 13

14 Materiaal / Lijst Hier wordt de huidige materiaalkeuze weergegeven. De lijst kan worden gebruikt om een ander materiaal te kiezen. Omtrek / Oppervlakte Ter informatie wordt hier de omtrek en het oppervlak van de polylijn gegeven. 11 Options dialoog (wijziging) Aan de tab Alfa Algemeen in de AutoCAD Options dialoog zijn nieuwe instellingen toegevoegd. Spouwwand Fase 1 solid als 1 geheel arceren Met deze schakelaar wordt een de hele spouw wand in fase 1 vol gearceerd en niet als 2 losse volle gearceerde spouw bladen. Om het effect te zien, moet in het menu lagen de schakelaar Fase 1 Solids worden aangezet. 14

15 Materiaal polylijn plaatsen als Custom Object De materiaal polylijnen kunnen vanaf versie 3.10 geplaatst worden als Alfa elementen die hun eigen arcering beheren en de lijn kleur koppelen aan de gegevens uit de arceer tabel. Dit in tegenstelling tot de oude polylijnen, dit waren AutoCAD polylijnen met een losse AutoCAD arcering. Oude materialen automatisch converteren Bestaande polylijnen kunnen automatisch worden omgezet naar de nieuwe types. De elementen in de huidige tekening worden dan bewerkt, en blocks die later worden ingevoegd in de tekening, worden automatisch aangepast. 12 Maatvoering configuratie (dialoog gewijzigd) Met het commando CONFIGDIM kunnen de meest elementaire maatvoer eigenschappen worden ingeregeld. Maatvoeringschaal Regelt de globale schaal van de maatvoering in (in Modelspace). Deze instelling heeft geen invloed op de verschillende vensters in Paperspace. Maatvoering plaatsen Deze instelling bepaald of bij het plaatsen van een maatvoering, gebruik wordt gemaakt van een standaard AutoCAD of een Alfa maatvoering. Maatvoering beëindigingen Hiermee kan de vorm van de pijl aan start en einde van een maatvoering worden ingesteld. Maatvoeringlaag Hier kan de laag(naam) worden ingeregeld waarop maatvoering wordt geplaatst als deze laag niet aan het GB-CAD afspraken systeem voldoet. 15

16 Tekstpositie Als een maatlijn tekst niet meer tussen de extensielijnen past, wordt de tekst standaard naast de maatlijn geplaatst. Dit is meestal niet de bedoeling. Met deze schakelaar is het mogelijk om de tekst toch boven de maatlijn te laten plaatsen. 13 Alfa Maatbalken (nieuw commando MAATBALK) Alfa maatbalken kunnen op 2 manieren worden toegepast: Als vervanging van de AutoCAD maatvoeringen. Ze werken dan op dezelfde wijze maar houden rekening met de verschaling van de maatvoering in viewports met een verschillende schaal. Hierdoor zijn maat voeringen altijd even groot. Als 'echte maatbalk'. De maatvoering wordt dan gekoppeld aan één of meer elementen en tonen dan dynamisch de maatvoeringen. Dit houdt in dat als elementen gewijzigd worden, ook de maatvoeringen automatisch worden aan gepast. Het plaatsen kan op 2 manieren gebeuren: met het commando MAATBALK, of via de AutoCAD dim commando's. Bij deze laatste optie worden dan automatisch de geplaatste AutoCAD maatvoeringen vervangen door Alfa maatvoeringen. Deze optie is in te regelen bij Maatvoering configuratie. Verdiepingen Alfa maatbalken houden rekening met verdiepingen. Als een wand op de begane grond één kozijn heeft ingevoegd en op een verdieping twee kozijnen, dan zal de maatbalk maatvoering afhankelijk van de in gestelde verdieping één of twee kozijnen maatvoeren. (zie ook: Schakel via verdiepingen) Maatbalken maatvoeren Het is mogelijk om maatbalken te maatvoeren. Hierdoor ontstaat een alternatief voor de Autototaal optie van een maatbalk. 16

17 Maatbalken kunnen worden gewijzigd met de info dialoog en de AutoCAD properties dialoog. Opties: Autototaal Deze optie geeft een totaal maat onder een maatbalk. Werkt alleen als er elementen aan de maatbalk gekoppeld zijn. Rotatie De rotatie van de maatbalk. De te maatvoeren punten of objecten zullen loodrecht op deze rotatie geprojecteerd worden en vervolgens gemeten. Elevation De plaatsings hoogte van de maatbalk. Text override Hier kan een alternatieve tekst worden in gevoerd. De gemaatvoerde waarde wordt dan niet getoond. Werkt alleen als er geen elementen aan de maatbalk gekoppeld zijn, de maatbalk wordt op de AutoCAD manier gebruikt. Dim style De maatvoerings stijl kan hier opgegeven worden. In tegenstelling tot de AutoCAD maatvoering hebben Alfa maatvoeringen geen override mechanisme. Schakel via verdiepingen De Alfa maatvoeringen zullen standaard niet reageren op de verdieping schakelingen, om ze toch te laten reageren zoals de oude gewrapte AutoCAD maatlijnen kan deze schakelaar worden omgezet. Dan zullen maatbalken per verdieping zichtbaar zijn. 17

18 Voeg objecten toe Door middel van deze optie kunnen bouwdelen aan een maatbalk worden gekoppeld om automatisch te maatvoeren. Om een wand met kozijnen te maatvoeren moet alleen de wand worden gekoppeld. De gaten zijn een eigenschap van de wand. Verwijder objecten Middels deze functie kunnen objecten die gekoppeld zijn aan een maatbalk worden losgemaakt. Ze worden dan niet meer in de maatvoering opgenomen. Highlight objecten Deze functie laat zien welke objecten aan de betreffende maatbalk zijn gekoppeld. Maatvoerings schaal (per viewport) Alfa maatbalken kunnen per viewport een verschillende schaal afbeelden. Hierdoor is het mogelijk om één en de zelfde maatbalk in een viewport schaal 1:20 en in een andere viewport met schaal 1:50, toch even groot af beelden. Dit in tegenstelling tot de AutoCAD maatbalken die een verschillende schaal zullen hebben in de viewports. 18

19 Verander in Alfa maatvoering Dit commando maakt het mogelijk om een bestaande AutoCAD maatvoering om te zetten in een Alfa maatvoering. Een simpele explode is voldoende om een Alfa maatbalk om te zetten naar een AutoCAD maatvoering. Maatbalk Met dit commando kunnen Alfa maatvoeringen of maatbalken worden geplaatst. Na het start van het commando kan het eerste meetpunt worden opgegeven, of de enter toets kan worden ingedrukt om vervolgens één of meer objecten te selecteren. Na het selecteren van de objecten of het aan geven van het 2 e meet punt, kan de maatlijn geplaatst worden. Op dit moment zijn er 2 opties. Rotatie Hier kan de rotatie opgeven worden, dit is de hoek waar onder de maatlijn geplaatst zal worden, de meet punten zullen loodrecht op deze lijn geprojecteerd worden om op deze manier de juiste maat te verkrijgen. Uitlijnen Deze optie lijkt op de rotatie optie, alleen wordt in dit geval een object geselecteerd waarvan de hoek uitgelezen wordt, en de maatbalk wordt in deze richting geroteerd. Maatlijn opmaak De opmaak van de maatlijn wordt bepaald door de AutoCAD maatlijnstijl. 14 Alle lagen uit behalve (nieuw commando LAAGEXCL) Met dit commando laagexcl kunnen alle lagen in een keer uitgezet worden, behalve de laag van het geselecteerde element en de huidige laag. 15 Ongedaan maken alle lagen uit behalve (nieuw) Met het commando herstellaagexcl kunnen de lagen weer hersteld worden tot het punt dat het commando laagexcl de laatste keer werd gebruikt. 16 Tekst (algemeen) Tekst kan binnen ALFA NextGen op 3 manieren worden geplaatst: als AutoCAD Dtext, als AutoCAD Mtext en als ALFA tekst. AutoCAD Dtext is één enkele regel tekst, AutoCAD Mtext is een alinea-achtige tekst en kan meerdere fonts, kleuren en tekst hoogten bevatten, ALFA tekst lijkt op de AutoCAD Mtext maar kent een aantal extra opties. Zo kan er bij ALFA tekst gekozen worden om de tekst altijd horizontaal of altijd verticaal af te beelden, de tekst zal geen rekening houden met eventuele rotaties. Ook is het mogelijk om ALFA teksten in viewports met een verschillende verschaling toch de zelfde afmeting te laten behouden. 19

20 Daarnaast zijn er ook actieve teksten. Dit zijn ALFA teksten waarvan de inhoud afhankelijk is van een ander element in de tekening (bijvoorbeeld blocknaam of oppervlakte). Het plaatsen van tekst gebeurt voornamelijk vanuit de Alfa Teksten toolbar: Indien er al tekst geplaatst is kan er ook nieuwe tekst worden toegevoegd met het commando Tekenals. Plaatsen sjabloon tekst.. De knoppen.18 tot en met 3.0 plaatsen een sjabloon tekst. De pendikt staat op de knop. De tekst hoogte is 10 keer de pendikte. Voor ALFA teksten is deze maat onafhankelijk van tekst schaal of plot schaal. Plaatsen teksten met vaste hoogte.. De knoppen 4 tot en met 11 plaatsen teksten met de opgegeven hoogte. Plaats een tekst met een op te geven tekst stijl. Voor het aanmaken en wijzigen van tekst stijlen. Voor het vervangen van een tekststijl door een andere tekststijl. Hiermee kunnen instellingen voor het plaatsen van tekst worden veranderd. Zie ook Standaard Tekst instellingen Voor het aanpassen van de inhoud tekst. Zie ook wijzig tekst. Dit kan ook worden gedaan door de tekst te dubbel klikken. Hiermee kan de tekstlaag worden aangepast. Deze optie werkt niet voor ALFA teksten, Snel teksten en Aktieve teksten omdat de laag hier gekoppeld is aan de tekst stijl. Zie ook: wijzig tekstlaag Hiermee kunnen de tekst eigenschappen worden veranderd. Hiermee kan de tekstschaal worden aangepast. Zie ook: Tekst Schaal en Tekst schaal (per viewport) Hiermee kan een tekst worden onderstreept. Zie ook Tekst onderstrepen Tekst links uitlijnen. Tekst centreren. Tekst rechts uitlijnen. 20

21 17 Standaard Tekst instellingen (AlfaConfigTxt) Voor het wijzigen van een aantal standaard instellingen die op het plaatsen van tekst betrekking hebben. Default tekstcommando Deze instelling bepaald of ALFA NextGen bij het plaatsen van tekst gebruik maakt van Mtext, Dtext, ALFA Text, SnelText of Aktieve teksten. MText MText is het standaard AutoCAD tekst commando. Hiermee zijn meerdere regels mogelijk per tekst blok. DText DText is het oude AutoCAD commando voor enkele regels tekst. ALFA Text ALFA Text is het commando om speciale ALFA teksten te plaatsen. Dit commando gebruikt dezelfde invoer als MText. Snel text Snel text is een commando om snel een ALFA tekst te plaatsen. Er hoeft alleen een plaatsingspunt te worden gekozen en de tekst kan worden ingetypt. De invoer is beperkt tot één regel. Aktieve text Aktieve text is een commando om tekst te plaatsen die gekoppeld wordt aan een bouwdeel en daar eigenschappen van laat zien (bijvoorbeeld de oppervlak van een vloer of de naam van een block), Zie ook: Aktieve Text voor meer informatie. 21

22 Aktieve text Decimalen Hier kan worden ingeregeld hoeveel decimalen worden weergegeven door aktieve teksten. Tekst schaal Tekstschaal instellen (zie ook: ALFA tekstschaal). Deze schaal is van belang voor Modelspace en MText elementen. Iedere viewport in Paperspace heeft zijn eigen tekstschaal instelling, en ALFA Text, Snel text en Aktieve Text worden verschaald aan de hand van de tekst stijl en de plot schaal. Tekstlaag instelling Tekst wordt op een speciale laag geplaatst. Indien bij het plaatsen van de tekst geen actieve tekstlaag is ingesteld, wordt gevraagd op welke laag deze tekst geplaatst moet worden. Met deze schakelaar is het mogelijk om standaard een laag op te geven, zodat de volgende dialoog niet steeds op het scherm verschijnt. Met deze dialoog kan worden opgegeven op welke laag de tekst moet worden geplaatst. 18 Aktievetekst Deze ALFA teksten kunnen aan ALFA objecten worden gekoppeld, om vervolgens een eigenschap van het ALFA object als tekst weer te geven. Bijvoorbeeld een tekst die aangeeft van welk materiaal een wand gemaakt is, indien de wand vervangen wordt door een wand van een ander materiaal zal de inhoud van de tekst automatisch mee wijzigen. Toepassing Ook mogelijk is om de tekst te laten refereren naar een extern tekst bestand en deze inhoud in de tekening te tonen. De inhoud wordt ook in de tekening opgeslagen, dus het bestand hoeft niet meegezonden te worden als de tekening door anderen bewerkt of bekeken moet worden. Werkwijze Voordat u met actieve teksten kunt werken, moet u de schakelaar voor actieve teksten aanzetten. 22

23 Aktiveer de tekstsettings knop in de ALFA tekst toolbar. Zet de schakelaar Aktieve Alfa Tekst aan. Selecteer vervolgens in de ALFA Tekst toolbaar een van de knoppen om tekst mee te plaatsen. Selecteer de laag waarop de tekst geplaatst moet worden. Kies het Aktieve tekst type en klik op OK. Geef de plaats van de tekst aan in de tekening en volg de aanwijzingen op de commandoregel. 23

24 Soorten De tekst die weergegeven wordt kan worden opgebouwd uit verschillende externe waarden, deze worden tussen punthaken < > opgegeven. Er zijn verschillende waarden die uit gelezen kunnen worden. Code <BLOCK> <OMSC> <X> <Y> <Z> <LENGTE> <BREEDTE> <INHOUD> <OPP> <FILE: > <ATTRIB: > <LAYER> <NLSFB> Omschrijving Laat de blocknaam of stijlnaam zien. Laat de omschrijving zien. X coördinaat van een object. Y coördinaat van een object. Plaatsingshoogte van het object. Lengte van een object. Breedte/Dikte van een object. Inhoud van een object. Oppervlakte van een object. Extern tekstbestand op harde schijf. Attribuut van een block. Laag waarop object staat. NL-Sfb groep waartoe een object behoort. Om bij getallen het aantal decimalen op te geven kan in de tekst [dec.*] worden opgenomen. Op de plaats van het sterretje (*) kan worden opgegeven hoeveel decimalen moeten worden weergegeven. De standaard waarde hiervoor kan worden ingeregeld in de Alfa text settings dialoog. Deze waarden worden vanuit één object uitgelezen en in één tekst element geplaatst. Het is niet mogelijk om vanuit meerdere objecten waarden uit te lezen in één tekst object. Expressies Het is binnen de actieve tekst mogelijk om met zogenaamde expressies te werken. Bijvoorbeeld: van een vloer wordt de plaatsingshoogte uitgelezen als peil maat, maar om in de tekening eenvoudig te kunnen werken is het maaiveld niet op nul geplaatst maar op 1000, de onderkant van de kelder ligt op nul. Er moet dus een omrekening plaatsvinden. Door nu in de actieve tekst de volgende tekst op te nemen, wordt de uit de vloer gelezen waarde met 1000 verminderd: <Z 1000>. Er zijn dus op de uitkomsten eenvoudige berekeningen toepasbaar. Een ander voorbeeld is de oppervlakte van een object, standaard zijn alle maten in millimeters, voor een oppervlakte is het eenvoudiger om dit in meters te hebben. Dus: decimalen goed zetten en vervolgens delen door om in m2 uit te komen en decimalen weer terug: [dec.2]<opp / >[dec.0]. 19 Buitendeuren toevoegen (nieuw optie in KM) De parametrische kozijnmodule heeft een nieuwe optie Model om nieuwe deuren toe te voegen. Werkwijze Start de parametrische kozijnmodule. Commando KM. Plaats een kozijn en selecteer de tab Teken, Wijzig. Selecteer de knop Model. 24

25 Profielserie Deuren kunnen aan een bepaalde profielserie gekoppeld worden, fabrikant of materiaal. Deurmodel Deurmodel is het volgnummer van de deur in de lijst van modellen. Er zijn maximaal 16 modellen mogelijk per serie. De standaard waarde hier is de eerste vrij positie in de lijst, maar dit kan overschreven worden. Het is overigen niet verstandig om modellen 1 t/m 4 te herdefiniëren omdat deze gelijk zijn voor alle profielseries. Er wordt vanuit gegaan dat deze deuren niet van model veranderen bij het omzetten van de ene profielserie in een andere. Ieder model kan geplaatst worden als buiten- en binnendraaiend en als enkele of dubbele deur. Voor elk van deze opties moeten drie verschillende blocks getekend worden: horizontale en verticale doorsnede en aanzicht. Deze blocks zijn normaal parametrische basisblocks zodat de kozijnmodule de deuren op maat kan maken. Het is niet noodzakelijk om alle vier de verschillende toepassingen uit te tekenen voor een nieuw deurmodel. Dit betekent wel dat alleen de getekende deuren gebruikt kunnen worden. De kozijnmodule geeft een foutmelding wanneer een deur wordt gekozen waarvoor geen basisblock beschikbaar is. Het is ook niet noodzakelijk om de blocks parametrisch te maken. Dit maakt het toevoegen van nieuwe deuren eenvoudiger, maar betekent wel dat slechts een enkele deurbreedte en hoogte beschikbaar is voor dat type, en andere instellingen in de kozijnmodule zullen ertoe leiden dat de deur niet past in de doorsnede. 25

26 In de formules van parametrische deurblocks moet de variabele b gebruikt worden voor de deurbreedte en h voor de deurhoogte. Zie aanmaken parametrische blocks voor meer informatie over hoe maatvaste deurblocks kunnen worden omgezet een parametrische. De eenvoudigste manier om nieuwe parametrische deurblocks aan te maken is een bestaande deur te wijzigen en onder een nieuwe naam op te slaan. 20 Dynamische kozijnen De kozijn bibliotheek 31 is uitgebreid met nieuwe dynamische ontwerp kozijnen. De afmetingen van deze kozijnen kunnen nadat ze in de tekening zijn geplaatst, met AutoCAD grips van grootte worden veranderd, zonder tussenkomst van een kozijnmodule. Deze kozijnen zijn materiaalloos getekend en hebben alleen een fase 1 weergave. Nadat de dynamische kozijn de juiste afmetingen heeft gekregen kunnen ze met het commando DYNASYNC worden gematerialiseerd. Het commando DYNASYNC converteert het dynamisch kozijn naar een parametrisch kozijn. 26

27 De kozijnen kennen twee weergaven. Er kan voor een doorsnede of een aanzicht weergave worden gekozen. De tussen stijlen en kalven, kunnen ook met grips worden verplaatst. De vorm van de grips geeft de aan welke wijziging doorgevoerd kan worden. Hoogte instellingen van het kozijn kan alleen in aanzicht mode worden gewijzigd. Hoogte instellingen worden in de 3D weergave van het kozijn niet doorgevoerd. Deze instellingen kunnen alleen door het commando DYNASYNC worden uitgelezen en worden gebruikt om het kozijn te matererialiseren. Wanneer een dynamisch kozijn van vorm wordt veranderd, krijgt het een nieuwe unieke naam. Dit betekend dat een wijziging aan een kozijn ook aan de andere kopieën moet worden doorgevoerd. Met het commando INFO kunnen de kopieën eenvoudig worden ingeruild. OPMERKING Gebruik het commando BLOCK PURGE om ongebruikte dynamische kozijnen uit de tekening te verwijderen. 21 Dynamische kozijnen materialiseren (DYNASYNC) Met dit commando materialiseert dynamisch kozijnen. Na activeren van het commando DYNASYNC en het selecteren van de dynamische kozijnen in de tekening, verschijnt de volgende dialoog: Selecteer de gewenste materiaal instellingen en klik op de OK toets. Vervolgens worden alle geselecteerde kozijnen geconverteerd naar parametrische kozijnen. Deze kozijnen kunnen naderhand weer met de parametrische kozijnmodule worden aangepast. 27

28 OPMERKING Na het materialiseren, kunnen de kozijnen niet meer met grips van vorm worden veranderd. Omdat de kozijnen blijvend zijn omgezet naar een parametrisch kozijn. 28

1 NIEUW OF GEWIJZIGD IN NEXTGEN 3.27

1 NIEUW OF GEWIJZIGD IN NEXTGEN 3.27 1 NIEUW OF GEWIJZIGD IN NEXTGEN 3.27 1 Nieuw of gewijzigd in Nextgen 3.27...1 2 Systeemeisen...2 3 Bibliotheek...3 3.1 Bibliotheek menu voorkeuren...3 3.2 Bibliotheek 24 trappen...3 3.3 Bibliotheek 28

Nadere informatie

13. Symbool-, Lijnstijlbibliotheek (Resource Editor)... 1

13. Symbool-, Lijnstijlbibliotheek (Resource Editor)... 1 13. Symbool-, Lijnstijlbibliotheek 13. Symbool-, Lijnstijlbibliotheek (Resource Editor)... 1 13.1. Inleiding...1 13.2. Icoonomschrijving...2 13.3. Menu Bestand...3 13.3.1. Nieuwe Bibliotheek maken... 3

Nadere informatie

Nieuw of gewijzigd in NextGen 3.40 en ALFA

Nieuw of gewijzigd in NextGen 3.40 en ALFA Nieuw of gewijzigd in NextGen 3.40 en ALFA 2000 2.90 AutoCAD 2009... 2 Systeemeisen ALFA NextGen... 2 Workspaces... 3 ALFA Classic... 3 Alfa Ribbon 2D (alleen voor 3.4)... 3 Alfa Ribbon 3D (alleen voor

Nadere informatie

Tekenen met Floorplanner

Tekenen met Floorplanner Overzicht Het scherm 1. Zoom 2. Opslaan 3. Verdieping tab 4. Undo / Redo 5. Constructiemenu 6. Bibliotheek 7. Tekenvlak Eigenschappenmenu s De plattegrond wordt opgebouw uit verschillende elementen: ruimtes,

Nadere informatie

Tips & Trucs ArchiCAD : Instellingen Kozijnstaat wijzigen (NL+)

Tips & Trucs ArchiCAD : Instellingen Kozijnstaat wijzigen (NL+) Tips & Trucs ArchiCAD 13 044: Instellingen Kozijnstaat wijzigen (NL+) Met ArchiCAD kunt u een volledig geautomatiseerde kozijnstaat maken, die naar eigen wens aanpasbaar is. Vanuit het model worden alle

Nadere informatie

HANDLEIDING Q1600 Fashion

HANDLEIDING Q1600 Fashion HANDLEIDING Q1600 Fashion Pag.: 1 Inhoudsopgave Inleiding...3 Beheer...4 Kleurlijsten beheren...4 Kleurlijst groep aanmaken...6 Kleurlijst groep verwijderen...6 Kleuren (kleurnummers) aanmaken/wijzigen...7

Nadere informatie

lesboek Jonker & Wu CAD support

lesboek Jonker & Wu CAD support 7 lesboek Jonker & Wu CAD support Worksheet De Spreadsheet functie binnen MiniCad worden weergegeven in Worksheets. Deze Worksheets werken gelijk aan de Spreadsheet van bijvoorbeeld Claris Works of Mircosoft

Nadere informatie

# $ + K @ Dwarsprofiel Ontwerp Overbrengen naar de Kaart. Selecteer Bestand/Openen om het bestand "Tutorial 28.SEE" in de map Tutorial op te roepen.

# $ + K @ Dwarsprofiel Ontwerp Overbrengen naar de Kaart. Selecteer Bestand/Openen om het bestand Tutorial 28.SEE in de map Tutorial op te roepen. # $ + K @ Dwarsprofiel Ontwerp Overbrengen naar de Kaart Deze zelfstudie maakt gebruik van de modules Profielen & Ontwerpen, DTM en Volumes. Doelstelling Het doel van deze zelfstudie is om een set ontwerp

Nadere informatie

Grafische elementen invoegen

Grafische elementen invoegen Grafische elementen invoegen Rev 00 I N H O U D S O P G A V E 1 INLEIDING... 1 2 LIJNEN EN RECHTHOEKEN TEKENEN... 1 2.1 Lijnen tekenen... 1 2.2 Polylijnen tekenen... 3 2.3 Rechthoeken tekenen... 3 3 CIRKELS,

Nadere informatie

PAGINATITEL SNELTOETSEN

PAGINATITEL SNELTOETSEN PAGINATITEL SNELTOETSEN STANDAARD SNELTOETSEN MARKERING Lijn L Ctrl + Alt + B Vergrendelen Ctrl + Shift + L Midden uitlijnen Ctrl + Alt + E Opmerking N Links uitlijnen Ctrl + Alt + L Pen O Horizontaal

Nadere informatie

BRIS bv Postbus BV Rotterdam T (010) F (010) E I

BRIS bv Postbus BV Rotterdam T (010) F (010) E I 2 BRIS bv Postbus 89 000 BV Rotterdam T (00) 899 F (00) 2 090 E bris@bris.nl I www.bris.nl DEZE HANDLEIDING Dit is een verkorte versie van de handleiding die in BRANDO2 (versie 2.) is opgenomen. INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Video STEP 2 [ Totale speelduur: 6 min. en 50 sec. ]

Video STEP 2 [ Totale speelduur: 6 min. en 50 sec. ] Video STEP 2 [ Totale speelduur: 6 min. en 50 sec. ] Stap 2a [ 0.25 1.20 ] Teken 2 (verticale) stramienlijnen, één voor één (De 4 druppelvormige figuurtjes op het scherm geven de plaats aan van waaraf

Nadere informatie

CAD Standaard Plottool Gebruikershandleiding

CAD Standaard Plottool Gebruikershandleiding CAD Standaard Plottool Gebruikershandleiding Januari 2006 Versie 3.02 Inhoudsopgave............................................................................................. Inhoudsopgave 2 1 CAD Standard

Nadere informatie

Elementen bewerken. Rev 00

Elementen bewerken. Rev 00 Rev 00 I N H O U D S O P G A V E 1 INLEIDING... 1 2 ELEMENTEN SELECTEREN... 1 2.1 Meerdere individuele elementen selecteren... 1 2.2 Een bereik van elementen selecteren... 1 2.3 Een bereik via het toetsenbord

Nadere informatie

www.cadac.com Gebruikershandleiding CBZ Add-in AutoCAD

www.cadac.com Gebruikershandleiding CBZ Add-in AutoCAD www.cadac.com Gebruikershandleiding CBZ Add-in AutoCAD Versie: 2.0.0 Datum: 11-10-2007 www.cadac.com Inhoudsopgave 1 Methodiek... 3 2 Tekening openen... 3 3 Ruimteboek openen... 4 3.1 Nieuw ruimteboek

Nadere informatie

StabiCAD V Veiligheid

StabiCAD V Veiligheid StabiCAD V Veiligheid Inhoudsopgave 1. Werken met StabiCAD V Veiligheid... 3 1.1. Inleiding................................................... 3 1.2. Bouwkundige plattegrond.....................................

Nadere informatie

In deze handleiding wordt uitgelegd hoe een DIN kader gemaakt moet worden en hoe er nieuwe papierformaten aangemaakt moeten worden.

In deze handleiding wordt uitgelegd hoe een DIN kader gemaakt moet worden en hoe er nieuwe papierformaten aangemaakt moeten worden. DIN kader In deze handleiding wordt uitgelegd hoe een DIN kader gemaakt moet worden en hoe er nieuwe papierformaten aangemaakt moeten worden. Verschillende sheets aanmaken 1. Open de Iso Draft.dft uit

Nadere informatie

Het maken, plaatsen en beheren van symbolen (blocks) In deze beschrijving zijn de afbeeldingen uit de windows versie van AutoCad 2013

Het maken, plaatsen en beheren van symbolen (blocks) In deze beschrijving zijn de afbeeldingen uit de windows versie van AutoCad 2013 Symbolen in AutoCad Het maken, plaatsen en beheren van symbolen (blocks) In deze beschrijving zijn de afbeeldingen uit de windows versie van AutoCad 2013 Introductie In AutoCad is het mogelijk om veelgebruikte

Nadere informatie

Invoegen... 8 Invulpunt... 9 Nieuwe bouwsteen maken... 9 Bouwsteen opslaan... 10. Wijze van werken in Outlook... 11 Informatie...

Invoegen... 8 Invulpunt... 9 Nieuwe bouwsteen maken... 9 Bouwsteen opslaan... 10. Wijze van werken in Outlook... 11 Informatie... ProDoc Bouwstenen voor Word & Outlook 2007 Inhoud Kopiëren bestanden... 2 Hoofdmap Bouwstenen... 2 Bouwsteen.dotm... 2 Installatie Bouwstenenmodule onder Word 2007... 3 Installatie Bouwstenenmodule onder

Nadere informatie

Gebruikershandleiding

Gebruikershandleiding Gebruikershandleiding Training MANUAL DE USUARIO NAC SPORT ELITE Version 1.3.400 Nacsport Training wwww.nacsport.com 1 Index 1- AFBEELDINGEN 2- OEFENINGEN 3- TRAINING 4- KALENDER Nacsport Training wwww.nacsport.com

Nadere informatie

Ga naar http://www.domeinnaam.nl/wp-admin en log in met de gebruikersnaam en wachtwoord verkregen via mail.

Ga naar http://www.domeinnaam.nl/wp-admin en log in met de gebruikersnaam en wachtwoord verkregen via mail. INLOGGEN Ga naar http://www.domeinnaam.nl/wp-admin en log in met de gebruikersnaam en wachtwoord verkregen via mail. Vul hier je gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op Inloggen. Bij succesvolle login

Nadere informatie

1. Werken met StabiCAD V Sparingen... 3. 1.1. Inleiding... 3 1.2. Bouwkundige plattegrond... 3 1.3. Verwante modules... 3

1. Werken met StabiCAD V Sparingen... 3. 1.1. Inleiding... 3 1.2. Bouwkundige plattegrond... 3 1.3. Verwante modules... 3 StabiCAD V Sparingen Inhoudsopgave 1. Werken met StabiCAD V Sparingen... 3 1.1. Inleiding................................................... 3 1.2. Bouwkundige plattegrond.....................................

Nadere informatie

HANDLEIDING Q3600 Webshop

HANDLEIDING Q3600 Webshop HANDLEIDING Q3600 Webshop Pag.: 1 Inhoudsopgave Inleiding...3 Beheer...4 Webshop artikelgroepen beheren...4 Hoofd artikelgroep toevoegen...6 Sub artikelgroep toevoegen...7 Artikelgroep verwijderen...8

Nadere informatie

www.digitalecomputercursus.nl 6. Reeksen

www.digitalecomputercursus.nl 6. Reeksen 6. Reeksen Excel kan datums automatisch uitbreiden tot een reeks. Dit betekent dat u na het typen van een maand Excel de opdracht kan geven om de volgende maanden aan te vullen. Deze voorziening bespaart

Nadere informatie

Startgids 061 Nieuw product aanmaken en wijzigen

Startgids 061 Nieuw product aanmaken en wijzigen Startgids 061 Nieuw product aanmaken en wijzigen In deze startgids wordt uitleg gegeven hoe u nieuwe producten kunt aanmaken en wijzigen in de Safe Concept webapplicatie. Inhoud Een nieuw product aanmaken

Nadere informatie

Trippeltrap Content Management System

Trippeltrap Content Management System Handleiding Trippeltrap Content Management System versie 2.4 Aanmelden Voordat u de tekst op uw webpagina kunt aanpassen, moet u zich eerst aanmelden. Bovenaan de pagina vindt u een link naar het intranet.

Nadere informatie

Release notes Swing 5.0.6 & 5.0.7

Release notes Swing 5.0.6 & 5.0.7 Release notes Swing 5.0.6 & 5.0.7 Copyright 2016 Swing Jive Swing is een product van ABF Research Jive Full screen weergave Swing 5 beschikt nu ook over een full screen weergave. Deze is te activeren via

Nadere informatie

Tips & Trucs ARCHICAD 103: Eigenschappen weergeven met behulp van de Graphic_Overrides

Tips & Trucs ARCHICAD 103: Eigenschappen weergeven met behulp van de Graphic_Overrides Tips & Trucs ARCHICAD 103: Eigenschappen weergeven met behulp van de Graphic_Overrides In deze Tip & Truc wordt beschreven hoe de Graphic Overrides ingesteld kunnen worden. Gebruik Graphic Overrides om

Nadere informatie

Offective > CRM > Vragenlijst

Offective > CRM > Vragenlijst Offective > CRM > Vragenlijst Onder het menu item CRM is een generieke vragenlijst module beschikbaar, hier kunt u zeer uitgebreide vragenlijst(en) maken, indien gewenst met afhankelijkheden. Om te beginnen

Nadere informatie

Uw TEKSTEDITOR - alle iconen op een rij

Uw TEKSTEDITOR - alle iconen op een rij Uw TEKSTEDITOR - alle iconen op een rij Hieronder ziet u alle functionaliteiten van uw teksteditor onder elkaar ( op alfabetische volgorde). Afbeelding (zie foto) Bestanden (zie link) Broncode Citaat Documenten

Nadere informatie

Website maker. Bezoek je domein om de Website maker in te stellen. De volgende melding zal zichtbaar zijn.

Website maker. Bezoek je domein om de Website maker in te stellen. De volgende melding zal zichtbaar zijn. Aan de slag met de Bezoek je domein om de in te stellen. De volgende melding zal zichtbaar zijn. Volg de url 'administratie paneel' om in te loggen en de vervolgens in te stellen. Als eerst krijg je de

Nadere informatie

Inloggen. In samenwerking met Stijn Berben.

Inloggen. In samenwerking met Stijn Berben. Inloggen Ga naar www.hetjongleren.eu. Heb je al een gebruikersnaam en wachtwoord, log dan in op deze pagina (klik op deze link ): Vul hier je gebruikersnaam en wachtwoord in en klik op Inloggen. Bij succesvolle

Nadere informatie

CAD Standaard Plottool Installatiehandleiding

CAD Standaard Plottool Installatiehandleiding CAD Standaard Plottool Installatiehandleiding Januari 2006 Versie 3.02 Installatiehandleiding CAD Standaard Plottool 1 Inhoudsopgave.............................................................................................

Nadere informatie

Tabblad Kleur Navigator 6.2.2

Tabblad Kleur Navigator 6.2.2 6. 3Dstudio In de 3Dstudio kunnen virtuele interieurs, inclusief ramen en deuren, geconstrueerd worden. Met kleurtinten, materialen en favorieten kan hieraan vorm worden gegeven en kunnen ontwerpen in

Nadere informatie

Inhoudstabel. Habils Kenny 2

Inhoudstabel. Habils Kenny   2 Inhoudstabel Inhoudstabel... 2 1. Inleiding... 3 2. Arceerpatroon definiëren... 3 Hoe is een arceerpatroon samen gesteld.... 4 Opmerkingen... 5 Hoe laad je nu uw aangemaakte patronen... 5 Kan je uw arceerpatronen

Nadere informatie

SOLID EDGE BASIS TRAINING

SOLID EDGE BASIS TRAINING 1.1 Revolved Protrusion commando 1. Revolved Protrusion. Revolved Protrusion werkt hetzelfde als een Protrusion, heeft alleen een omwentelingsas nodig om de hoekverdraaiing aan te geven. Maak de bewerking

Nadere informatie

Tips & Trucs ARCHICAD 117: Programma van Eisen add-on voor KeyMembers

Tips & Trucs ARCHICAD 117: Programma van Eisen add-on voor KeyMembers Tips & Trucs ARCHICAD 117: Programma van Eisen add-on voor KeyMembers Met de Programma van Eisen add-on kan eenvoudig een programma van eisen worden ingelezen vanuit een excel bestand, waarbij snel zones

Nadere informatie

www.cadac.com Gebruikershandleiding CBZ Add-in Arkey

www.cadac.com Gebruikershandleiding CBZ Add-in Arkey www.cadac.com Gebruikershandleiding CBZ Add-in Arkey Versie: 2.0.0 Datum: 16-10-2007 www.cadac.com Inhoudsopgave 1 Methodiek... 3 2 Tekening openen... 3 3 Ruimteboek openen... 4 3.1 Nieuw ruimteboek aanmaken...

Nadere informatie

Net2 kaarten bedrukken

Net2 kaarten bedrukken kaarten bedrukken kaarten bedrukken - Welke methode? Er bevinden zich twee pakketen om kaarten te bedrukken in de software. Een basis vast formaat dat al aanwezig is in de software sinds 2003 (V3.16) en

Nadere informatie

# seetut_20 $ De Sjabloon Editor Toepassen + seetut:0370 K Sjablonen;Algemeen;Naam Wijzigen Sjabloon;Ontwerp;Sjabloon Editor;Sjabloon Openen

# seetut_20 $ De Sjabloon Editor Toepassen + seetut:0370 K Sjablonen;Algemeen;Naam Wijzigen Sjabloon;Ontwerp;Sjabloon Editor;Sjabloon Openen # $ + K De Sjabloon Editor Toepassen Deze zelfstudie maakt gebruik van de modules Profielen & Ontwerpen. Opmerking: Deze zelfstudie kan niet worden uitgevoerd met LISCAD Lite. Doelstelling Het doel van

Nadere informatie

Tips & Trucs ArchiCAD : Zelf Ramen en Deuren maken, algemeen

Tips & Trucs ArchiCAD : Zelf Ramen en Deuren maken, algemeen Tips & Trucs ArchiCAD 13 026: Zelf Ramen en Deuren maken, algemeen ArchiCAD bevat vele parametrische kozijnen. Mocht hier toch niet het gewenste kozijn tussen zitten, dan kunt u altijd nog uw eigen kozijn

Nadere informatie

Gebruikershandleiding Edit

Gebruikershandleiding Edit Gebruikershandleiding Edit Maak gebruik van de inloggegevens die je terugvindt in jouw mailbox. Noteer ze eventueel ook hier: url: www.. nl/edit Navigeer naar dit adres, door de url in te typen in de adresbalk

Nadere informatie

{button Installeer Zelfstudie Bestanden, execfile(seedatauk.exe,tutorial 12.ctb;Tutorial 12.see;Design.SEE)}

{button Installeer Zelfstudie Bestanden, execfile(seedatauk.exe,tutorial 12.ctb;Tutorial 12.see;Design.SEE)} # $ + K Berekenen van Volume tussen Twee Vlakken Deze zelfstudie maakt gebruik van de modules Volumes, Digitaal Terrein Model en Tekenconstructies. Opmerking: Deze zelfstudie kan niet worden voltooid met

Nadere informatie

ADRES 2000 VOOR WINDOWS

ADRES 2000 VOOR WINDOWS Theun Bollema 2011 Met Adres 2000 voor Windows is het mogelijk om eenvoudige databases te maken of om adressenbestanden (met meer dan 50000 adressen is geen probleem) te beheren. Door zijn opzet kan het

Nadere informatie

Handleiding Wordpress

Handleiding Wordpress Handleiding Wordpress Inhoudsopgave 1. Inloggen 2. Berichten en Pagina s 3. Afbeeldingen en video s 4. Weblinks 1. Inloggen 1.1 Inloggen bij Wordpress We starten met het inloggen op je WordPress gebaseerde

Nadere informatie

Afdrukken in Calc Module 7

Afdrukken in Calc Module 7 7. Afdrukken in Calc In deze module leert u een aantal opties die u kunt toepassen bij het afdrukken van Calc-bestanden. Achtereenvolgens worden behandeld: Afdrukken van werkbladen Marges Gedeeltelijk

Nadere informatie

Tips & Trucs ARCHICAD 034: Numeriek werken

Tips & Trucs ARCHICAD 034: Numeriek werken Tips & Trucs ARCHICAD 034: Numeriek werken Door gebruik te maken van de Tracker (Coördinaten invoerbox), kan in ARCHICAD numeriek een lengte ingevoerd of een beginof eindpunt bepaald worden. Met behulp

Nadere informatie

HANDLEIDING INFOGRAPHIC SOFTWARE Versie 2.3 / jan 2014

HANDLEIDING INFOGRAPHIC SOFTWARE Versie 2.3 / jan 2014 HANDLEIDING INFOGRAPHIC SOFTWARE Versie 2.3 / jan 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Systeemvereisten... 3 3. Installeren van de software... 4 4. Programma instellingen... 5 5. Importeren van een

Nadere informatie

SolidWorks van 2D naar 3D

SolidWorks van 2D naar 3D SolidWorks van D naar D D D Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs (VMBO) en Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO) Voor gebruik met SolidWorks Educational Release 009-00 Initiatief: Jack van den Broek en

Nadere informatie

PLAKKEN Nadat u een gedeelte heeft geknipt of gekopieerd kunt u met dit icoon de selectie weer in het veld plakken.

PLAKKEN Nadat u een gedeelte heeft geknipt of gekopieerd kunt u met dit icoon de selectie weer in het veld plakken. KNIPPEN Als u na de selectie van een gedeelte van een tekst of een afbeelding op dit icoon klikt, knipt u de selectie uit het veld. Op deze manier kunt u het geselecteerde verwijderen, maar het ook juist

Nadere informatie

Bewerk uw eigen Digibordbij boek

Bewerk uw eigen Digibordbij boek Bewerk uw eigen Digibordbij boek Naast de presentatie van schoolboeken in het Digibordbij systeem is het voor leraren ook mogelijk aanpassingen te maken in de digitale boeken. De leraar kan via een aparte

Nadere informatie

SketchUp L. 5.2 Scenes en Animaties

SketchUp L. 5.2 Scenes en Animaties 5.2 Scenes en Animaties Uw SketchUp-bestand kan één of meer scènes bevatten. Een scène bestaat uit uw model en een reeks scènespecifieke instellingen, zoals specifieke gezichtspunten, schaduwen, weergave-instellingen

Nadere informatie

Ingeborg Hoogenberg The People Group

Ingeborg Hoogenberg The People Group Ingeborg Hoogenberg The People Group Inhoud Printen of plotten? Printen vanuit je designmodel Printen vanuit een sheetmodel Printen met de tools van Optimize NLCS Printen of plotten? Printer/plotter PDF

Nadere informatie

Handleiding Revit-families voor Legrand kabel- en wandgootsystemen

Handleiding Revit-families voor Legrand kabel- en wandgootsystemen Handleiding Revit-families voor Legrand kabel- en wandgootsystemen Deze handleiding gaat over de Revit families van kabel- en wandgootsystemen uit het leveringsprogramma van Legrand Nederland. Deze families

Nadere informatie

Automatisering voor Financiële Dienstverleners. Werken met Queries en Merge Documenten. For more information visit our website at www.pyrrho.

Automatisering voor Financiële Dienstverleners. Werken met Queries en Merge Documenten. For more information visit our website at www.pyrrho. Automatisering voor Financiële Dienstverleners Werken met Queries en Merge Documenten For more information visit our website at www.pyrrho.com Date: Document Nr: 30 maart, 2007 UBizzMerge, Versie 4.0 Status:

Nadere informatie

Titel: Workshop creatief met MS Word Auteur: Miriam Harreman / Jaar: 2009 Versie: Creative Commons Naamsvermelding & Gelijk

Titel: Workshop creatief met MS Word Auteur: Miriam Harreman /   Jaar: 2009 Versie: Creative Commons Naamsvermelding & Gelijk Versie: 1.0-1- Creative Commons Index INDEX... 2 INLEIDING... 3 INSTELLEN VAN DE PAGINA... 4 LIGGENDE KAART... 4 STAANDE KAART... 4 WERKRUIMTE... 4 WERKEN MET WORDART... 5 WORDART: WERKBALK... 5 WORDART:

Nadere informatie

Afdrukken van AutoCad-tekeningen

Afdrukken van AutoCad-tekeningen Harm Lubbers Afdrukken van AutoCad-tekeningen februari-2013 Het afdrukken van een AutoCad tekening heeft wat aandacht nodig om onder controle te krijgen. harm.lubbers@ahk.nl Introductie In AutoCad worden

Nadere informatie

Mach3Framework 5.0 / Website

Mach3Framework 5.0 / Website Mach3Framework 5.0 / Website Handleiding Mach3Builders Inhoudsopgave 1 Inloggen...5 1.1 Ingelogd blijven...6 1.2 Wachtwoord vergeten...7 2 Applicatie keuzescherm...8 2.1 De beheeromgeving openen...9 3

Nadere informatie

Handleiding. voor Casablanca 3 en 4 evenals Windows PCs

Handleiding. voor Casablanca 3 en 4 evenals Windows PCs Handleiding voor Casablanca 3 en 4 evenals Windows PCs Index Arabesk Hoofdmenu : 3 Omgeving 4 Assistent 4 Schijfprojecten 7 Instellingen 7 Verscheidene 8 Voorbereiden 8 Films 8 Hoofdstukken 9 Vormgeving

Nadere informatie

www.dubbelklik.nu Handleiding BCAD

www.dubbelklik.nu Handleiding BCAD Handleiding BCAD www.dubbelklik.nu Deze handleiding is onderdeel van Dubbelklik, een lesmethode Technologie, ICT/ Loopbaanoriëntatie en Intersectoraal Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave

Nadere informatie

Tips & Trucs ARCHICAD : Bestaande ARCHICAD 21 projecten omzetten naar ARCHICAD 22

Tips & Trucs ARCHICAD : Bestaande ARCHICAD 21 projecten omzetten naar ARCHICAD 22 Tips & Trucs ARCHICAD 22 001: Bestaande ARCHICAD 21 projecten omzetten naar ARCHICAD 22 In deze Tip & Truc wordt beschreven hoe ARCHICAD 21 projecten omgezet kunnen worden naar ARCHICAD 22. Maak eerst

Nadere informatie

Formulieren maken met Dreamweaver CS 4/CS 5

Formulieren maken met Dreamweaver CS 4/CS 5 Formulieren maken met Dreamweaver CS 4/CS 5 In deze handleiding leer je om een formulier en elementen die je binnen een formulier kunt gebruiken, te ontwerpen met Dreamweaver. Het uitgangspunt is dat dit

Nadere informatie

Informatie primaire cursus AutoCAD LT 2010

Informatie primaire cursus AutoCAD LT 2010 Informatie primaire cursus AutoCAD LT 2010 De volgende pagina s tonen een voorbeeld van DVDU cursusboek AutoCAD LT 2010. Het boek is uiteraard ook geschikt als basisboek voor de uitgebreide versie AutoCAD.

Nadere informatie

3.4 De Wizard voor het samenvoegen

3.4 De Wizard voor het samenvoegen 3.4 De Wizard voor het samenvoegen Het hoofddocument kan een brief, maar kan ook een etiket of enveloppe zijn. Bij het samenvoegen van het hoofddocument met het gegevensbestand worden telkens de gegevens

Nadere informatie

DOCUMENT SAMENSTELLEN

DOCUMENT SAMENSTELLEN Pagina 168 7 In dit hoofdstuk gaat u een nieuwsbrief maken met behulp van een sjabloon. De artikelen die in de nieuwsbrief worden opgenomen zijn al geschreven. U hoeft de tekst alleen nog naar de juiste

Nadere informatie

Handleiding Wlijn Databeheer Internet

Handleiding Wlijn Databeheer Internet Handleiding Wlijn Databeheer Internet W9000 databeheer internet Leza Horeca & Winkel Management Van Dedemstraat 6 16274 NN Hoorn DATABEHEER INTERNET ( W9000) Voorraad Databeheer Internet Bestaat uit 3

Nadere informatie

AFO 142 Titel Aanwinsten Geschiedenis

AFO 142 Titel Aanwinsten Geschiedenis AFO 142 Titel Aanwinsten Geschiedenis 142.1 Inleiding Titel Aanwinsten Geschiedenis wordt gebruikt om toevoegingen en verwijderingen van bepaalde locaties door te geven aan een centrale catalogus instantie.

Nadere informatie

HTA Software - Klachten Registratie Manager Gebruikershandleiding

HTA Software - Klachten Registratie Manager Gebruikershandleiding HTA Software - Klachten Registratie Manager Gebruikershandleiding Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Opstarten en inloggen, overzicht startscherm, uitleg symbolen Hoofdstuk 2: aanmaken relaties Hoofdstuk 1: Opstarten

Nadere informatie

1. Inleiding... 3. 2. Instellingen maken... 4. 3. Toestellen plaatsen... 5. 4. Leidingen tekenen... 6

1. Inleiding... 3. 2. Instellingen maken... 4. 3. Toestellen plaatsen... 5. 4. Leidingen tekenen... 6 StabiCAD V Koeling Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Instellingen maken... 4 3. Toestellen plaatsen... 5 4. Leidingen tekenen... 6 4.1. Leidingschaal instellen....................................... 6

Nadere informatie

Net2 kaarten bedrukken

Net2 kaarten bedrukken kaarten bedrukken kaarten bedrukken - Welke methode? Er bevinden zich twee pakketen om kaarten te bedrukken in de software. Een basis vast formaat dat al aanwezig is in de software sinds 2003 (V3.16) en

Nadere informatie

Subrapporten. 5.1 Inleiding

Subrapporten. 5.1 Inleiding 5 Subrapporten 5.1 Inleiding Een subrapport is een rapport in een rapport. Een subrapport maak je dan ook net zoals je een gewoon rapport maakt. Een subrapport heeft bijna alle eigenschappen die een normaal

Nadere informatie

Nieuw of gewijzigd in NextGen 3.3 en ALFA 2000 2.9

Nieuw of gewijzigd in NextGen 3.3 en ALFA 2000 2.9 Nieuw of gewijzigd in NextGen 3.3 en ALFA 2000 2.9 Installatie en configuratie...2 AutoCAD 2008...2 Systeemeisen ALFA NextGen...2 Windows Vista...3 Gebruikers...3 Wanden (alleen Nextgen)...5 Gebogen wanden...5

Nadere informatie

Bijlage Inlezen nieuwe tarieven per verzekeraar

Bijlage Inlezen nieuwe tarieven per verzekeraar ! Bijlage inlezen nieuwe tarieven (vanaf 3.2) Bijlage Inlezen nieuwe tarieven per verzekeraar Scipio 3.303 biedt ondersteuning om gebruikers alle tarieven van de verschillende verzekeraars in één keer

Nadere informatie

Algemene basis instructies

Algemene basis instructies Inhoud: Algemene basis instructies... 2 Pictogrammen en knoppen... 2 Overzicht... 3 Navigeren (bladeren)... 3 Gegevens filteren... 4 Getoonde gegevens... 5 Archief... 5 Album... 5 Tabbladen en velden...

Nadere informatie

Om een leveranciersbestand in te lezen kunnen de volgende stappen aangehouden worden:

Om een leveranciersbestand in te lezen kunnen de volgende stappen aangehouden worden: MATRIXKOZIJN VERSIE 3.17.0 IMPORTMODULE Om een leveranciersbestand in te lezen kunnen de volgende stappen aangehouden worden: Selecteer de Leverancier 1) Selecteer de gewenste leverancier en kies voor

Nadere informatie

StabiCAD V Gasleidingberekening

StabiCAD V Gasleidingberekening StabiCAD V Gasleidingberekening Inhoudsopgave 1. Werken met StabiCAD V Gasleidingberekening.. 3 1.1. Inleiding................................................... 3 1.2. Verwante modules...........................................

Nadere informatie

Inhoud van de website invoeren met de ContentPublisher

Inhoud van de website invoeren met de ContentPublisher Inhoud van de website invoeren met de ContentPublisher De inhoud van Muismedia websites wordt ingevoerd en gewijzigd met behulp van een zogenaamd Content Management Systeem (CMS): de ContentPublisher.

Nadere informatie

INHOUD. Ten geleide 13. 1 Excel 2007-2010 Basis 15

INHOUD. Ten geleide 13. 1 Excel 2007-2010 Basis 15 INHOUD Ten geleide 13 1 Excel 2007-2010 Basis 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Excel 2007-2010 samengevat 15 1.2.1 Configuratie instellen en de werkomgeving aanpassen 15 1.2.1.1 Een knop toevoegen aan de werkbalk

Nadere informatie

ViSoft Premium Nieuw in update 2009/1. 1 Nieuwe functies

ViSoft Premium Nieuw in update 2009/1. 1 Nieuwe functies ViSoft Premium 2009 Nieuw in update 2009/1 1 Nieuwe functies 1.1 Vrije wanden tekenen Een bijzonder praktische nieuwe functie is de mogelijkheid om een aantal wanden achter elkaar te tekenen. De icoon

Nadere informatie

AN1034-NL Net2 kaarten bedrukken

AN1034-NL Net2 kaarten bedrukken n A kaarten bedrukken - Welke methode? 26/11/2007 Er bevinden zich twee pakketen om kaarten te bedrukken in de software. Een basis vast formaat dat al aanwezig is in de software sinds 2003 (V3.16) en een

Nadere informatie

Hieronder ziet u alle functionaliteiten van uw teksteditor onder elkaar ( op alfabetische volgorde).

Hieronder ziet u alle functionaliteiten van uw teksteditor onder elkaar ( op alfabetische volgorde). Uw TEKSTEDITOR - alle iconen op een rij Hieronder ziet u alle functionaliteiten van uw teksteditor onder elkaar ( op alfabetische volgorde). Afbeelding (zie foto) Bestanden (zie link) Broncode Citaat Documenten

Nadere informatie

Advance Beton serie 6.1 SP3 Inhoud

Advance Beton serie 6.1 SP3 Inhoud Advance Beton serie 6.1 SP3 Inhoud TECHNOLOGIE Bestand grootte De bestand grootte in SP3 is gereduceerd met 50% en komt nu overeen met de grootte van 5.2 tekeningen. Geheugen gebruik bij het openen van

Nadere informatie

Deel 7: PowerPoint. Presentaties gemakkelijker maken

Deel 7: PowerPoint. Presentaties gemakkelijker maken Deel 7: PowerPoint Presentaties gemakkelijker maken De mogelijkheden van PowerPoint als ondersteunend middel voor een gedifferentieerde begeleiding van leerlingen met beperkingen. CNO Universiteit Antwerpen

Nadere informatie

Werken met Groepsoverzichten & Groepsplannen

Werken met Groepsoverzichten & Groepsplannen Werken met Groepsoverzichten & Groepsplannen EDUscope 10 augustus 2014 Bergerweg 110 6135 KD Sittard 046 4571830 1. INLEIDING Dit is de handleiding Werken met Groepsoverzichten & Groepsplannen in EDUscope.

Nadere informatie

Symbol for Windows BlissEditor

Symbol for Windows BlissEditor Handicom Symbol for Windows BlissEditor ( Versie 4 ) Handicom, 2006, Nederland Inhoud 1. Inleiding... 2 2. Schermopbouw van de Bliss Editor...3 2.1 Werkbalk... 3 2.2 Matrix... 4 2.3 Palet met basisvormen,

Nadere informatie

Deze zelfstudie maakt gebruik van de module Inlezen/Uitzetten. Opmerking: Deze zelfstudie kan niet worden uitgevoerd met LISCAD Lite.

Deze zelfstudie maakt gebruik van de module Inlezen/Uitzetten. Opmerking: Deze zelfstudie kan niet worden uitgevoerd met LISCAD Lite. * # $ + K @ Polygoon Netwerk Vereffening Uitvoeren Deze zelfstudie maakt gebruik van de module Inlezen/Uitzetten. Opmerking: Deze zelfstudie kan niet worden uitgevoerd met LISCAD Lite. Doelstelling Het

Nadere informatie

tentoinfinity Apps 1.0 INLEIDING

tentoinfinity Apps 1.0 INLEIDING tentoinfinity Apps Una Help-inhoud Auteursrecht 2013-2015 door tentoinfinity Apps. Alle rechten voorbehouden. De inhoud is voor het laatst bijgewerkt op Augustus 6, 2015. Extra ondersteuningsbronnen beschikbaar

Nadere informatie

een functie leren gebruiken

een functie leren gebruiken AutoCAD 2008 AutoCAD LT 2008 Snelle Naslag Het Help-systeem gebruiken gegevens in de index terugvinden een vraag of uitdrukking in de natuurlijke taal invoeren of exacte woorden en zinsdelen voor de Microsoft-versie

Nadere informatie

TECHNISCHE HULPBRON Remote Banner Control

TECHNISCHE HULPBRON Remote Banner Control TECHNISCHE HULPBRON Remote Banner Control Laat marketing zelf logo s, banners en grafische afbeeldingen bijwerken. www.exclaimer.nl Remote Banner Control Met deze functie Dynamic Content (Dynamische inhoud)

Nadere informatie

Snel op weg met Solid Edge ST5

Snel op weg met Solid Edge ST5 Snel op weg met Solid Edge ST5 Dit document helpt u, om na installatie van Solid Edge ST5, snel aan de slag te kunnen met de software. Beschreven staat welke instellingen u kunt aanpassen om een betere

Nadere informatie

Handleiding DAM Edit Design

Handleiding DAM Edit Design Handleiding DAM Edit Design Datum: 7 augustus 2012 1/9 Inleiding Voordat dwarsprofielen door DAM gebruikt kunnen worden, dienen ze gecontroleerd te worden en dienen de karakteristieke punten te worden

Nadere informatie

I N H O U D S O P G A V E

I N H O U D S O P G A V E Rev 02 I N H O U D S O P G A V E 1 INLEIDING... 1 2 INSTELLINGEN DEFINIËREN... 1 2.1 Instellingen voor de export definiëren... 1 2.2 Instellingen voor de import definieren... 2 2.3 Layers toekennen...

Nadere informatie

Hoofdstuk 16: Grafieken en diagrammen: hoe

Hoofdstuk 16: Grafieken en diagrammen: hoe Hoofdstuk 16: Grafieken en diagrammen: hoe 16.0 Inleiding Wanneer je de betekenis van een serie nummers in een presentatie wilt weergeven, zal je ondervinden dat een diagram de meest effectieve manier

Nadere informatie

Video STEP 5 [ Totale speelduur: 5 min. en 40 sec. ]

Video STEP 5 [ Totale speelduur: 5 min. en 40 sec. ] Video STEP 5 [ Totale speelduur: 5 min. en 40 sec. ] Stap 5a [ 0.30 1.15 ] Teken enkele verticale en enkele horizontale binnenwanden Open de plattegrond van de tweede verdieping: Klik in de Project navigator

Nadere informatie

Tips & Trucs ARCHICAD 099: Modelleren van een dakconstructie met behulp van de Roofmaker.

Tips & Trucs ARCHICAD 099: Modelleren van een dakconstructie met behulp van de Roofmaker. Tips & Trucs ARCHICAD 099: Modelleren van een dakconstructie met behulp van de Roofmaker. Vaak wordt van een gordingkap een dakconstructietekening uitgewerkt. Binnen ARCHICAD zijn daar verschillende mogelijkheden

Nadere informatie

1. Etiketten en visitekaartjes

1. Etiketten en visitekaartjes 1. Etiketten en visitekaartjes In dit hoofdstuk gaan wij etiketten en kaartjes aanmaken. Deze zijn er van diverse merken, afmetingen,... Van enkele merken zijn de specifaties reeds voorhanden voor een

Nadere informatie

StabiCAD V Applicatiebeheer

StabiCAD V Applicatiebeheer StabiCAD V Applicatiebeheer Inhoudsopgave 1. Applicatiebeheer StabiCAD V... 3 1.1. Inleiding................................................... 3 1.2. Gebruikersbeheer...........................................

Nadere informatie

8. Adresetiketten maken

8. Adresetiketten maken 8. Adresetiketten maken In deze module leert u: - Hoe u een adressenbestand kunt maken; - Hoe u een adressenbestand kunt koppelen aan Writer; - Hoe u adresetiketten van dat adressenbestand kunt maken;

Nadere informatie

EEN VIDEO INSLUITEN OF EEN KOPPELING NAAR EEN VIDEO OPNEMEN IN UW PRESENTATIE

EEN VIDEO INSLUITEN OF EEN KOPPELING NAAR EEN VIDEO OPNEMEN IN UW PRESENTATIE EEN VIDEO INSLUITEN OF EEN KOPPELING NAAR EEN VIDEO OPNEMEN IN UW PRESENTATIE In uw PowerPoint-presentatie kunt u een video insluiten of een koppeling naar een video opnemen. Wanneer u uw video insluit,

Nadere informatie