Opstartprotocol. voor vloerverwarming in dekvloeren

Transcriptie

1 Opstartprotocol voor vloerverwarming in dekvloeren Klant: Naam werf/ Gebouw: Adres werf: Ruimte: Algemeen : Ter aanvulling van diverse richtlijnen die nu in België gehanteerd worden met betrekking tot het inbouwen en opstarten van vloerverwarmingssystemen, werd deze aanvullende informatie gebaseerd op algemene richtlijnen van de Duitse vakvereniging voor vloerverwarming.(vloerverwarming en vloerkoelingssystemen in nieuwbouw mei 2011) Deze Duitse richtlijn die veel meer bevat dan enkel het opstartprotocol is tot stand gekomen door een overkoepelende samenwerking tussen verschillende vakverenigingen van chappisten, soepele vloerbedekkingen, parketindustrie, laminaatindustrie, tegelindustrie, plaatsers van de verschillende type vloerbedekkingen enz. Het volledige document ( 112 pagina s) kan ter informatie bezorgd worden, en heeft als doel om de coördinatie tussen planning en uitvoering gestructureerd te laten verlopen. Dergelijke info is nuttig en noodzakelijk bij voorbereidende gesprekken tussen architect, aannemer, installateur van de vloerverwarming, en de plaatser van de vloerbedekking. Wij willen ons met dit formulier echter nu beperken tot de richtlijnen van het opstartprotocol (verwarmings-en afkoelingscyclus) die doorlopen moeten worden alvorens er voorbereidende vloerwerkzaamheden zoals primer, egaliseren, lijmen, plaatsen van de vloerbedekking zou kunnen plaatsvinden. Het is op termijn de bedoeling samen met het WTCB en de verschillende vakverenigingen in België een document op te stellen die als algemene richtlijn kan gebruikt worden. Werkwijze : Er moet bij de inbedrijfsstelling en het opstartprotocol een verschil gemaakt worden tussen dichtingsproef / functioneel opstarten en het legklaar opwarmen van de dekvloer. Zie verder pagina 2 van dit document. De vloerverwarmingssystemen moeten voorzien zijn van een geschikte voorlooptemperatuurregeling.

2 Plaatsaanduidingen voor CM-metingen / CM meting : De plaatsen waar later een Carbur-meting dient te gebeuren, moet vooraf bepaald en op het plan aangeduid worden. Deze zullen afhankelijk zijn van de dikte van de dekvloer, de grootte van de ruimte en de capaciteit van het vloerverwarmingssysteem. Deze plaats(en) moeten aangeduid worden door de installateur van de vloerverwarming, en zichtbaar in de dekvloer overgenomen worden door de chappist. Per lokaal kan er bijvoorbeeld een meetpunt voorzien worden. Indien de ruimtes groter zijn, dan kan men bijvoorbeeld per 50 m² of grotere oppervlakte, meer meetpunten voorzien. In de omgeving van het meetpunt zullen in de omtrek van 10 cm afstand ( 20 cm diameter) geen leidingen mogen bevinden om beschadiging door CM-meting te vermijden. Voorafgaand aan de definitieve CM-meting en om overbodige CM-metingen te vermijden, wordt aangeraden om eerst met elektronische indicatiemeters of plastiek folie, het restvocht te controleren. De definitieve meting van het restvocht met de CM-meter, zal enkel door de plaatser van de vloerbedekking op de aangeduide meetpunten uitgevoerd worden. De maximale restvochtwaarden worden in Tabel 10 verder in dit document weergegeven. Dichtingsproef / functioneel opstarten van de vloerverwarming: Dient enkel als controle dat het systeem volledig dicht is, maar mag niet meegerekend worden of in vermindering gebracht worden van het aantal dagen die nodig zijn voor het opstartprotocol en het legklaar opwarmen van de dekvloer. Het functioneel opwarmen begint in de regel met een voorlooptemperatuur van 25 C, die gedurende 3 dagen aangehouden wordt. Daarna wordt de maximale in bedrijf voorloop-temperatuur ingesteld ( in de regel tot 45 C) en weer 4 dagen aangehouden. Bij vorstgevaar moet de installatie in werking blijven. Legklaar opwarmen van de dekvloer : Het legklaar opwarmen moet aansluitend volgen op het functioneel verwarmen. De verwarming mag niet uitgezet worden, noch mag de voorlooptemperatuur verlaagd worden. De cementdekvloer moet na functioneel verwarmen minimum 28 dagen oud zijn, calciumsulfaat dekvloeren min. 14 dagen. Dit aantal dagen moet in onderstaande tabel bij de dagen van legklaar opwarmen bijgeteld worden, wanneer de totale opwarmingsduur geschat wordt. In het algemeen moet men voor het legklaar opwarmen van chapes tot 70 mm een tijdspanne van 14 dagen inplannen, bij diktes > 70 mm zijn langere periodes vereist. Het legklaar opwarmen is bereikt wanneer de maximale restvochtwaarden van tabel 10 bereikt zijn. CM-meting is doorslaggevend. Legklaar opwarmen tegenover andere varianten zoals folieonderzoek zijn afzonderlijk af te spreken en te onderzoeken. Werfinformatie : Legklaar opwarmen aansluitend op het functioneel verwarmen opgestart? ga verder met tabel 8 ga verder met tabel 7 Legklaar opwarmen gestart op: (Nachtverlaging en buitentemperatuurregeling niet operationeel)

3 Tabel 1 legklaar opwarmen Vereiste voorlooptemp C C C (1) C (1) (1) de maximale voorlooptemperatuur Ga verder met tabel 2 Tabel 2 legklaar opwarmen Vereiste voorlooptemp. (1) 55 C 55 C 55 C 55 C 55 C 55 C (2) (3) Folietest uitvoeren 55 C 55 C 55 C Opnieuw folietest (2) (3) uitvoeren Legklaar testen CM-meting (1) respectievelijk de maximale voorlooptemperatuur (2) na opdracht van de bouwheer (3) wanneer vocht wordt vastgesteld, verder verwarmen, geen vocht vastgesteld, dan CM-meting Tabel 3: Verwarming afbouwen na vaststelling dekvloer legklaar (zonder nachtverlagingsinstellingen) na legklaar Vereiste voorlooptemp. (1) 45 C (1) 35 C 25 C Verwarming op automatisch (1) respectievelijk de maximale voorlooptemperatuur

4 a) Legklaar opwarmen met automatische regeling Welk merk / type?... b) Einde van het legklaar opwarmen : :. c) Tijdens het legklaar opwarmen zijn de kamers volgens de voorschriften van de plaatser van de dekvloer verlucht? d) De verwarmde vloer was vrij van bouwmaterialen en andere bedekkingen? e) Is er tussen de laatste verwarmdag respectievelijk vaststelling van vocht in de chape en de eerste plaatsingsdag meer als 7 dagen verstreken? f) Zo ja, is voor het begin van plaatsing minimum 2 dagen opnieuw verwarmd tot de maximale voorlooptemperatuur en een nieuwe vochtmeting doorgevoerd? Maximale CM-% restvocht volgens tabel 10 niet overschreden Tabel 4: maximum restvochtgehalte in CM% van de dekvloer Vloerbedekking Cementdekvloer max. CM-% Calciumsulfaatdekvloer max. CM-% 1 Textiele en elastische vloerbekleding 1,8 0,3 2 Parket 1,8 0,3 3 Laminaat 1,8 0,3 4 Keramische / natuur / betontegels 2,0 0,3 Tabel 5 : Gemeten restvochtwaarde : Kamer nr. Kamer Vloerbedekking Gemeten plaats Vereiste % Gemeten %

5 Kamer nr. Kamer Vloerbedekking Gemeten plaats Vereiste % Gemeten % Plaatsing vloerbedekking begonnen op : Plaatsing vloerbedekking beëindigd op : : : Bevestiging door datum / handtekening (in opdracht, gecontroleerd of uitgevoerd) Legklaar opwarmen in opdracht : bouwheer/ opdrachtgever gecontroleerd : werfleider/ architect uitgevoerd : Installateur verwarming uitgevoerd : plaatser vloerbedekking Folietest Vochtmeting