BAMA 2B: WENSEN, VOORKEUREN EN MOTIEVEN VAN SCHOLIEREN EN STUDENTEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BAMA 2B: WENSEN, VOORKEUREN EN MOTIEVEN VAN SCHOLIEREN EN STUDENTEN"

Transcriptie

1 BAMA 2B: WENSEN, VOORKEUREN EN MOTIEVEN VAN SCHOLIEREN EN STUDENTEN Een nationaal onderzoek uitgevoerd door de Open Universiteit Nederland Rieny van den Munckhof Kathleen Schlusmans Jurjen Puls Fred Mulder Herman van den Bosch Han Roffelsen Oktober 2008

2 2 WENSEN, VOORKEUREN EN MOTIEVEN VAN SCHOLIEREN EN STUDENTEN

3 INHOUD INLEIDING pagina 5 BESCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK pagina 7 RESULTATEN Blok 1: de bama 2B - kenmerken van de ideale bacheloropleiding Blok 2: tijdsinvestering, prestatiedrang en studieduur Blok 3: eigenstandigheid bachelor en waardering - en -bachelor Blok 4: bachelor-diploma op zak. En dan... een master? Blok 5: studiekeuze en studiemotieven pagina 11 pagina 20 pagina 26 pagina 28 pagina 32 CONCLUSIES pagina 41 LITERATUUR pagina 43 BIJLAGE 1 Respondenten scholierengroep BIJLAGE 2 Vergelijking kenmerken van de responsgroep met een aantal CBS-gegevens BIJLAGE 3 Verdeling mannen en vrouwen, scholieren en studenten, en. pagina 44 pagina 45 pagina 48 3

4 INLEIDING In de Bologna-verklaring van 1999 hebben 29 Europese landen afspraken gemaakt om te komen tot internationaal vergelijkbare graden in het hoger onderwijs. De doelstelling van de verklaring was onder meer het bevorderen van de mobiliteit van studenten, docenten, onderzoekers en ander personeel en het komen tot een Europese kwaliteitsgarantie. Nederland is als één van de eerste landen in 2002 gestart met een belangrijk onderdeel van de Bologna-verklaring: de invoering van de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs. Inmiddels zijn alle vierjarige -opleidingen en alle opleidingen in het wetenschappelijk onderwijs omgezet naar bachelor- en masteropleidingen. Nu de implementatie van ons BaMa-stelsel in de eerste ronde voltooid is en er voldoende ervaring is opgedaan, is het tijd om te reflecteren op de resultaten, de reikwijdte en de waardering in Nederland van deze in aanleg majeure innovatie. En inderdaad: BaMa is (weer) een actueel thema! Recent nog pleitte minister Plasterk bij de opening van het academisch jaar aan de Universiteit van Amsterdam voor een striktere scheiding tussen de bacheloren masterfase, met als uiterste gevolg de zogenoemde harde knip tussen bachelor en master. Vorig jaar al hebben de veertien universiteiten, verenigd in de VSNU, besloten om zwaar in te zetten op het vergroten van het succes van studenten in de bacheloropleidingen. De noodzaak hiertoe rdt alom onderschreven, zo bleek op een VSNU-conferentie in augustus 2007 in Middelburg. Diverse maatregelen en instrumenten zijn daar besproken, maar daarnaast - en dat is relevant voor dit betoog - is de meer fundamentele vraag opgerpen of de positie en het profiel van de bacheloropleidingen in het Nederlandse BaMa-stelsel ook niet zouden moeten rden veranderd. Het Rectoren College van de veertien universiteiten wijdde hier vervolgens in januari 2008 een themabijeenkomst aan, met de volgende discussiepunten: de breedte van het onderwijsaanbod in de bachelorfase de mate waarin er bij de bachelor sprake is van eigenstandige opleidingen de internationale positie van de Nederlandse bacheloropleidingen het academisch karakter, met het oog op enerzijds het vervolg in de masteropleidingen en anderzijds de verschillen met de -bacheloropleidingen de selectiviteit van de toegang en doorgang. De belangrijkste uitkomst was dat er meer diversiteit in het aanbod zou moeten komen en dat in dit spectrum elke universiteit zijn eigen profiel zou kunnen innemen. Verder werd geopperd dat aan de uitstroomkant het gesprek met het afnemend veld (bedrijfsleven en overheid) over beelden, verwachtingen en behoeften bij het BaMa-stelsel weer zou moeten rden gevoerd. En dat we aan de instroomkant veel beter zicht zouden moeten krijgen op de wensen, voorkeuren en motieven van de huidige jonge generatie, omdat we anders te vanzelfsprekend uitgaan van onze eigen referentiekaders. Het ontbreken van een omvattend onderzoek met deze inslag was voor de Open Universiteit Nederland aanleiding om dat onderzoek dan met het oog op het thema van de 24ste diesviering (BaMa 2B) uit te laten voeren. Er is in Nederland wél veel onderzoek gedaan rondom het BaMa-stelsel, maar dit heeft met name betrekking op de invoering van BaMa en de keuzepatronen van (potentiële) studenten. Het meest recente onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat de mobiliteit (naar een andere universiteit) van studenten na de bacheloropleiding gering is (Newcom Research & Consultancy, 2008). Zie voor een overzicht van diverse relevante onderzoeken de literatuurlijst. 5

5 In juni 2008 heeft een onderzoeksteam van de Open Universiteit Nederland samen met Flycatcher Internet Research een onderzoek uitgevoerd naar de verwachtingen en motieven van studenten en scholieren ten aanzien van de bacheloropleiding en naar hun plannen voor een masteropleiding. In dit rapport rdt verslag gedaan van dit onderzoek. Na een korte beschrijving van de onderzoeksopzet en de responsgroep rden de resultaten gepresenteerd in vijf blokken. In het eerste blok rdt ingegaan op de kenmerken van de BAMA 2B. Wat verwachten scholieren en studenten van de BAMA? Wat zijn de ideale kenmerken van een bacheloropleiding? En hoe moet de ideale werkweek eruit zien? In het tweede blok rdt ingezoomd op de verwachtingen van de studenten op het gebied van tijdsbesteding en prestatiedrang. Hoeveel tijd verwachten scholieren te moeten besteden aan hun studie? Hoeveel tijd besteden studenten eraan? Hoe groot schatten studenten en scholieren de kans in dat ze hun bacheloropleiding binnen de daarvoor gestelde termijn afronden? Het derde blok gaat in op de wijze waarop scholieren en studenten de -bacheloropleiding percipiëren. Is het een afzonderlijke opleiding of slechts een opmaat naar de masteropleiding? Ook rdt gekeken naar de mate van waardering van een -bachelor ten opzichte van een -bachelor. Het vierde blok gaat in op de periode na de bachelor. Er rdt gekeken of men (onmiddellijk) met een master wil starten, of men dit in dezelfde instelling doet of in een andere (buitenlandse) instelling. Ook rdt nagegaan of studenten al plannen hebben om na de master nog verder te gaan met een promotietraject. In het laatste blok rdt gerapporteerd over de keuzepatronen van scholieren en over de moeilijkheden die zij ondervinden bij het kiezen van een studie. Zowel scholieren als studenten zijn bevraagd over de motieven voor de keuze voor een - of opleiding en over de motieven voor de keuze van een instelling. Tenslotte rden een aantal conclusies getrokken en aanbevelingen gegeven. De eerste voorlopige resultaten van dit onderzoek zijn eerder gepresenteerd in de redes die zijn uitgesproken ter gelegenheid van de 24ste Dies Natalis van de Open Universiteit Nederland (zie Mulder, 2008 en Van den Bosch, 2008). 6

6 BESCHRIJVING VAN HET ONDERZOEK Er zijn meer dan 2000 scholieren en meer dan 1000 bachelorstudenten bevraagd over verwachtingen en motieven ten aanzien van de bacheloropleiding en naar hun plannen voor een masteropleiding. Binnen de groep scholieren zijn zowel v ers als havisten bevraagd en bij de studenten zowel -studenten als -studenten. DOELSTELLING VAN HET ONDERZOEK Het doel van het onderzoek was een antord te krijgen op de volgende vragen: 1. Wat verwachten scholieren en studenten van een bacheloropleiding en welke kenmerken van een bacheloropleiding vinden zij wenselijk? 2. Hoeveel tijd verwachten scholieren te besteden aan de studie en hoeveel tijd rdt eraan besteed? In hoeverre vinden ze hoge cijfers belangrijk? En wat zijn de verwachtingen t.a.v. de feitelijke duur van de studie? 3. Hoe schatten scholieren en studenten de positie en de waarde van een bacheloropleiding in? 4. Wat zijn de plannen na de bacheloropleiding? 5. Welke motieven spelen er bij de keuze voor een vervolgopleiding en voor een specifieke instelling? En welke problemen ondervinden scholieren bij de keuze voor een vervolgopleiding? ONDERZOEKSPOPULATIE De onderzoekspopulatie bestond uit de volgende groepen: 4 en 5 havo scholieren 5 en 6 v scholieren -studenten in het eerste of tweede jaar -studenten in het eerste of tweede jaar. ONDERZOEKSMETHODE Er zijn twee vragenlijsten ontwikkeld één voor de scholieren en één voor de studenten. De vragenlijsten zijn gemaakt door een team van de Open Universiteit Nederland op basis van de vraagstellingen die centraal stonden in het onderzoek. De vragenlijsten bestonden voor beide groepen uit de volgende thema s: Achtergrondinformatie Studiekeuzemotieven Verwachtingen en wensen t.a.v. de bacheloropleiding Tijdsbesteding en verwachtingen over de werkelijk duur van de opleiding Waardering voor een bacheloropleiding Plannen voor een vervolgopleiding na de bachelor Voor de scholieren werd apart nog gevraagd naar: Plannen voor een vervolgopleiding Problemen bij studiekeuze Aan het onderzoeksbureau Flycatcher Internet Research is gevraagd om minimaal 2000 scholieren en 1000 bachelorstudenten te bevragen. Het onderzoek is verstuurd naar 7500 bachelorstudenten en havoen v scholieren uit het bestand van Flycatcher Internet Research. Een overzicht van de respons is te vinden in onderstaande tabel. 7

7 Tabel 1: Overzicht van de respons Responsoverzicht aantal adressen respons 4942 (19,8%) 1622 (21,6%) respons binnen doelgroep 2065 (8,3%) 1136 (15,1%) Bij de studenten zijn alle vragen voorgelegd aan die studenten die voldeden aan de criteria voor de doelgroep: eerstejaars en tweedejaars - of -studenten. Bij de scholieren is de groep die uiteindelijk alle vragen beantord heeft nog verder beperkt door middel van de twee vragen: Wat ben je van plan om na het behalen van je havo/v-diploma te gaan doen? en Welke studie wil je gaan volgen?. (zie bijlage 1) Tabel 2: Aantallen scholieren in responsgroep nader onderverdeeld Responsoverzicht aantal scholieren in responsgroep binnen de doelgroep 2065 aantal scholieren die (al dan niet direct) willen starten met een vervolgopleiding 1890 aantal scholieren die willen starten met een mbo- opleiding 39 aantal scholieren die willen starten met een -opleiding 894 aantal scholieren die willen starten met een -opleiding 829 Aan de groep scholieren die aangaf een, - of mbo opleiding te willen volgen (n=1762) zijn wel vragen voorgelegd over het waarom van de keuze, de moeilijkheden bij de keuze en de keuze van de instelling. De vragen over de BAMA zijn alleen voorgelegd aan de groep die van plan is een - of -opleiding te gaan doen (n=1723). De resultaten van de vragenlijsten zijn geanalyseerd en de resultaten zijn per onderdeel apart weergegeven voor scholieren en studenten. Bij de scholieren is bij de vragen over de BAMA steeds een onderscheid gemaakt tussen de scholieren die van plan zijn een -opleiding te volgen en scholieren die van plan zijn een -opleiding te volgen. Daarnaast is gekeken naar significante verschillen tussen mannen en vrouwen, tussen havisten en v ers en tussen laatstejaars en één-na-laatste-jaars. Bij de studenten is bij de vragen over de BAMA steeds een onderscheid gemaakt tussen -studenten en -studenten. Daarnaast is gekeken naar significante verschillen tussen mannen en vrouwen, tussen eerstejaars en tweedejaars en tussen studierichtingen. 8

8 ANALYSE VAN DE RESPONSGROEP Hieronder rdt de responsgroep weergegeven. Daar waar mogelijk hebben we de responsgroep vergeleken met de cijfers die bekend zijn uit de CBS-gegevens schooljaar (zie bijlage 2). Tabel 3: De responsgroep scholieren beschreven naar schooltype, leeftijd en geslacht Schooltype Leeftijd Geslacht 4 havo % % man % 5 havo % % vrouw % 5 v % % % 6 v % >= % % % Tabel 4: De responsgroep studenten beschreven naar studie, leeftijd en geslacht Studie Leeftijd Geslacht % <= % man % % % vrouw % % % % % > % % % In vergelijking met de CBS-gegevens is er bij de studenten een oververtegenordiging van -studenten ten opzichte van -studenten. In de responsgroep zijn er 57% -studenten en 43% -studenten, volgens de gegevens van het CBS blijkt de verhouding 67% en 33% te zijn. Ook blijkt bij studenten dat ongeveer twee derde van de respondenten vrouw is. Dit betekent dat ook het aantal vrouwen oververtegenordigd is ten opzichte van de CBS gegevens. Wat de studierichtingen betreft hebben we alleen de eerstejaars kunnen vergeleken (zie bijlage 2). Hier blijken enige afwijkingen te zijn. Zo is de groep studenten uit de responsgroep die gedrag en maatschappij en economie studeren beduidend kleiner dan een vergelijkbare groep uit de CBS gegevens. Bij gezondheidszorg daarentegen is de groep beduidend groter. Bij de -studenten zien we afwijkingen bij gezondheidszorg en bij techniek, hier is het aantal studenten in de responsgroep kleiner dan bij het CBS. Gedrag en maatschappij is bij de responsgroep wat groter dan bij de CBS-gegevens. Hierbij moet wel rden aangetekend dat de categorieën van het CBS niet helemaal te vergelijken zijn met de categorieën zoals die in de vragenlijsten zijn aangehouden. Bij de scholieren zien we in vergelijking met de CBSgegevens ook een oververtegenordiging van v-studenten ten opzichte van havisten en een oververtegenordiging van vrouwen ten opzichte van mannen. Om zeker te zijn dat de oververtegenordiging van vrouwen in de responsgroep geen invloed heeft op de gegevens, zijn analyses uitgevoerd waarbij de respons gecorrigeerd is en aangepast is aan de CBSgegevens. Dit had geen invloed op de algemene resultaten. Waar wel een significant verschil was tussen mannen en vrouwen is dit apart aangegeven. Wat de oververtegenordiging van -studenten ten opzicht van -studenten en van v-scholieren ten opzichte van havisten betreft, hebben we ervoor gekozen om zoveel mogelijk apart te rapporteren voor -studenten en voor -studenten respectievelijk scholieren die kiezen voor een -opleiding (vooral havisten) en scholieren die kiezen voor -opleiding (vooral v ers). 9

9 BETROUWBAARHEID EN GENERALISEERBAARHEID Doordat niet de gehele populatie aan het onderzoek heeft deelgenomen, rden uitkomsten gegenereerd die in bepaalde mate zullen afwijken van de uitkomsten in de gehele populatie. Daarom is het zaak deze uitkomsten slechts met inachtneming van een bepaalde waarschijnlijkheid (betrouwbaarheid) te interpreteren. Betrouwbaarheid is belangrijk omdat het de mogelijkheid geeft om aan de hand van de resultaten van een deel van de populatie, met een bepaalde zekerheid, uitspraken te kunnen doen over de gehele populatie. Afhankelijk van het aantal respondenten en het gevonden antord in het onderzoek, kunnen aan de hand van onderstaande formule de marges bepaald rden die betrekking hebben op de totale populatie: 1,96 p (1-p) n Indien er generalisaties rden gedaan met behulp van deze formule zullen de uitspraken gedaan rden met een betrouwbaarheid van 95%. De maximale nauwkeurigheidsmarges bij een betrouwbaarheid van 95% zijn te vinden in onderstaande tabel. Tabel 5: Maximale nauwkeurigheidsmarge aantal respondenten maximale nauwkeurigheidsmarge 2% 3% Bij een groter aantal respondenten verandert de betrouwbaarheid niet, maar rden de marges kleiner zodat we met een hogere nauwkeurigheid uitspraken kunnen doen. 10

10 RESULTATEN BLOK 1: DE BAMA 2B - KENMERKEN VAN DE IDEALE BACHELOROPLEIDING In het eerste blok rdt ingegaan op de wensen van scholieren en studenten ten aanzien van de bacheloropleiding. Aan de responsgroep is gevraagd om zich een beeld te vormen van de ideale bacheloropleiding. Welke kenmerken zou die moeten bezitten? En hoe zou hun ideale werkweek er moeten uitzien. BREDE BACHELOROPLEIDING Er is aan de responsgroep gevraagd om op een 5-puntsschaal aan te geven of men de voorkeur gaf aan een smalle bachelor, die specialistisch is en zich richt op een bepaald vakgebied of aan een brede bachelor die multidisciplinair is en zich ook richt op onderdelen van andere opleidingen. Smalle bachelor Neutraal Brede bachelor 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Figuur 1: Voorkeur voor een brede of smalle bachelor Tabel 6: Voorkeur voor een brede of smalle bachelor n=894 n=829 n=657 n= een smalle Bachelor 7% 5% 7% 5% 2. 20% 18% 23% 21% 3. 29% 22% 23% 22% 4. 34% 43% 33% 39% 5. een brede Bachelor 11% 12% 14% 13% Ruwweg de helft van alle ondervraagden geeft de voorkeur aan een brede bacheloropleiding terwijl omstreeks een kwart geen voorkeur heeft, respectievelijk een specialistische bacheloropleiding prefereert. Niet verrassend is de voorkeur voor breed in het -segment wel wat groter dan in het -segment. Bij studenten is er ook een verschil tussen mannen en vrouwen zoals blijkt uit onderstaande tabel. 11

11 Tabel 6a: Percentage mannelijke en vrouwelijke studenten dat een voorkeur heeft voor een brede bachelor mannen 55% 57% vrouwen 44% 50% Tabel 6b: met een voorkeur brede bachelor uitgesplitst naar studierichting -studenten -studenten gamma n=345 beta n=79 alfa n=83 zorg n=85 gamma n=156 beta n=89 alfa n=117 zorg n=95 smalle Bachelor 29% 34% 31% 27% 24% 20% 28% 36% neutraal 23% 17% 22% 27% 23% 18% 25% 20% brede Bachelor 48% 49% 37% 36% 53% 62% 47% 45% Uit bovenstaande tabel blijkt dat vooral de beta-richtingen een voorkeur uitspreken voor een brede bachelor en dan met name binnen het -segment. Er is bij de -bachelorstudenten die een voorkeur uitspraken voor een brede bachelor [n=249] ook gevraagd voor welk type brede opleiding ze een voorkeur hadden. Ze hadden hierbij een keus uit: een brede multi- of interdisciplinaire opleiding (bijvoorbeeld thematisch, liberal arts, University College of een vrije bacheloropleiding met maatwerk naar eigen wensen en behoeften. weet ik niet 23% brede multi- of interdisciplinaire bachelor 38% vrije bachelor 39% Figuur 2: Aan welk type brede bachelor-opleiding geef je de voorkeur? De belangstelling voor deze twee varianten is ongeveer gelijk, met daarnaast ruim 20% die zich niet uitspreekt. IDEAAL KENMERKEN BACHELOROPLEIDING Aan de respondenten zijn een aantal mogelijke kenmerken van hoger onderwijs voorgelegd met de vraag om aan te geven welke van die kenmerken een ideale opleiding in het hoger onderwijs zou moeten bezitten. Als je de voor jou ideale opleiding binnen het hoger onderwijs zou mogen samenstellen, welke van de onderstaande kenmerken zou deze opleiding dan hebben? (meerdere antorden mogelijk). Daarna werd gevraagd om de kenmerken te rangschikken. De kenmerken rden hierna in gerangschikte volgorde apart besproken. 12

12 Tabel 7: Overzicht ideale kenmerken van een bacheloropleiding Ideale kenmerken Gedurende je studie doe je meerdere malen een stage bij een bedrijf of organisatie Er rdt een groot aantal onderwijsvormen gebruikt en bij de keuze van de vakken kun je voorkeur voor de onderwijsvorm laten meewegen Je volgt tijdens het eerste jaar vooral vakken die je interessant vindt en gaandeweg besluit je in welke richting je je gaat verdiepen en waarin je afstudeert Je bent verplicht elk jaar minimaal 75% van het aantal studiepunten te halen Er is een redelijk schoolse onderwijsvorm met vooral contactonderwijs Je volgt een semester lessen aan een buitenlandse instelling De bachelor bestaat uit een aantal modules waarvoor deelcertificaten kunnen rden behaald Gedurende het eerste jaar vindt een strenge selectie plaats zodat je snel weet of je de potentie hebt de opleiding af te ronden Onder leiding van een studieadviseur kies je elk half jaar de vakken die je gaat bestuderen Je start met een algemeen hoger onderwijs jaar waarbij je nog niet hoeft te kiezen voor of. Je hoeft pas in de loop van het eerste jaar te kiezen. Je volgt een semester lessen aan een andere instelling in Nederland De voertaal van het onderwijs is in het Engels Colleges rden frequent verzorgd door buitenlandse gastdocenten (live of via videoconferencing) Je kunt online cursussen volgen aan een andere instelling voor hoger onderwijs. De mogelijkheid om tijdens de opleiding meerdere malen een stage te volgen Tabel 7a: Het belang van de mogelijkheid om stages te volgen ingedeeld naar geslacht en studie totaal 61% 57% 69% 58% mannen 51% 45% 63% 58% vrouwen 57% 63% 71% 59% Dit kenmerk rdt in alle groepen door ongeveer 60% van de ondervraagden genoemd en scoort daarmee het hoogst. Hoewel zich een significant groter deel in het -segment hiervoor uitspreekt, blijft het -segment opvallend genoeg weinig achter. Ook de verschillen tussen scholieren en studenten zijn relatief gering. Bij de scholieren zien we een significant verschil tussen mannen en vrouwen, vrouwelijke scholieren geven significant vaker aan een stage belangrijk te vinden. Een grote variatie in onderwijsvormen die je bij de keuze van de vakken kunt laten meewegen Tabel 7b Voorkeur voor grote variatie in onderwijsvormen ingedeeld naar geslacht en studie totaal 49% 56% 49% 61% mannen 44% 53% 44% 54% vrouwen 51% 58% 51% 64% 13

13 Dit kenmerk scoort als tweede ideaal kenmerk: en rdt gemiddeld door ruim de helft van de ondervraagden gekozen. Hier is het juist het -segment dat iets uitgesprokener is dan het -segment, terwijl de verschillen tussen scholieren en studenten opnieuw gering zijn. Je volgt tijdens het eerste jaar vooral vakken die je interessant vindt en gaandeweg besluit je in welke richting je je gaat verdiepen en waarin je afstudeert Tabel 7c: Het belang om in het eerste jaar vakken te kiezen ingedeeld naar geslacht en studie totaal 40% 47% 38% 48% mannen 31% 39% 31% 42% vrouwen 45% 51% 41% 50% In alle groepen geeft meer dan 30% van de ondervraagden aan dat ze dit kenmerk zouden waarderen waarbij er duidelijke verschillen zijn tussen de groepen. Dit kenmerk rdt net als het vorige significant vaker genoemd in het -segment. Zowel bij de studenten als bij de scholieren is hier ook een significant verschil tussen mannen en vrouwen. Vrouwen noemen dit kenmerk in alle groepen significant vaker dan mannen. Je bent verplicht elk jaar minimaal 75% van het aantal studiepunten te halen Tabel 7d: Voorkeur voor verplichting om elk 75% van aantal studiepunten te behalen ingedeeld naar geslacht en studie totaal 43% 47% 49% 35% mannen 41% 46% 46% 30% vrouwen 45% 47% 51% 38% Zeer opvallend is het dat 49% van de -studenten en ruim 40% van de scholieren er de voorkeur aan geeft om verplicht te rden elk jaar 75% van de studiepunten te behalen. Bij de -studenten rdt dit door slechts 35% aangegeven. Er is een redelijk schoolse onderwijsvorm met vooral contactonderwijs Tabel 7e: Voorkeur voor een schoolse onderwijsvorm ingedeeld naar geslacht en studie totaal 39% 35% 48% 30% mannen 38% 35% 51% 35% vrouwen 40% 34% 46% 28% 14

14 Waarschijnlijk samenhangend met het voorgaande punt, heeft bijna de helft van de -studenten een voorkeur voor een redelijk schoolse onderwijsvorm met vooral contactonderwijs. Bij de rest van de ondervraagden is dit aandeel wat lager, maar toch wil ook één op de drie -studenten een meer schoolse onderwijsvorm. Bij de studenten is er een significant verschil tussen mannen en vrouwen. Mannen noemen dit kenmerk significant vaker dan vrouwen. Je volgt een semester lessen aan een buitenlandse instelling Tabel 7f: Voorkeur voor lessen in het buitenland ingedeeld naar geslacht en studie totaal 24% 38% 26% 45% mannen 22% 31% 21% 38% vouwen 24% 42% 29% 49% Vijfenveertig procent van de -studenten en bijna 40% van de -scholieren zou gedurende een semester vakken aan een buitenlandse instelling willen volgen. Bij het -segment is dit percentage significant lager, gemiddeld 24% van de scholieren en 26% van de studenten. De scores van de scholieren vertonen hetzelfde relatieve (/) patroon als die van de studenten. Ook hier weer significant verschillen tussen mannen en vrouwen. Vrouwen geven dit kenmerk significant vaker aan dan mannen. De bachelor bestaat uit een aantal modules waarvoor deelcertificaten kunnen rden behaald Tabel 7g: Voorkeur voor modules en deelcertificaten ingedeeld naar geslacht en studie totaal 26% 31% 31% 30% mannen 19% 30% 31% 29% vrouwen 30% 32% 32% 30% Dit kenmerk rdt in alle groepen door ongeveer 30% van de respondenten aangegeven. Er zijn geen significante verschillen tussen de totalen voor het - en het -segment. Bij de scholieren zien we wel dat dit kenmerk significant minder door -mannen rdt genoemd. 15

15 Gedurende het eerste jaar vindt een strenge selectie plaats zodat je snel weet of je de potentie hebt de opleiding af te ronden Tabel 7h: Voorkeur voor strenge selectie in het eerste jaar ingedeeld naar geslacht en studie totaal 24% 28% 32% 26% mannen 22% 29% 34% 29% vouwen 25% 28% 33% 24% Ongeveer een kwart van de respondenten in alle groepen heeft dit kenmerk aangegeven. Bij de scholieren is dit 24% in het -segment en 28% in het -segment. Bij de studenten 32% in het -segment en 26% in het -segment. Er is ook bij de studenten een significant verschil tussen 1ste-jaars en 2de-jaars. 2de-jaars studenten geven dit vaker aan (32%) dan 1ste jaars (27%). Onder leiding van een studieadviseur kies je elk half jaar de vakken die je gaat bestuderen Tabel 7i: Voorkeur voor invulling vakken met studieadviseur ingedeeld naar geslacht en studie totaal 32% 41% 26% 32% mannen 31% 36% 22% 25% vrouwen 33% 45% 28% 35% Dit kenmerk rdt door het -segment (41% van de scholieren en 32% van de studenten) significant vaker genoemd dan door het -segment (32% van de scholieren en 26% van de studenten). Vrouwen noemen dit kenmerk significant vaker dan mannen. Je start met een algemeen hoger onderwijs jaar waarbij je nog niet hoeft te kiezen voor of. Je hoeft pas in de loop van het eerste jaar te kiezen Tabel 7j: Voorkeur voor algemeen hoger-onderwijs-jaar totaal 25% 17% 24% 11% mannen 30% 14% 23% 9% vrouwen 24% 18% 24% 12% Dit kenmerk scoort relatief laag maar hier tekent zich wel een aanzienlijk verschil af tussen het segment en het -segment. Slechts een kleine groep van de -studenten zou dit kenmerk wenselijk vinden. Bij scholieren blijkt dat het starten met een algemeen hoger-onderwijs-jaar voor de een-na-laatstejaars (24%) vaker genoemd rdt dan door de eindexamenklassen (19%). 16

16 Je volgt een semester lessen aan een andere instelling in nederland Tabel 7k: Voorkeur voor andere instelling hoger onderwijs in Nederland ingedeeld naar geslacht en studie totaal 19% 24% 19% 25% mannen 17% 26% 18% 22% vrouwen 15% 22% 19% 27% Ook dit kenmerk scoort relatief laag waarbij toch ook weer een significant verschil tussen het - en het -segment. De 2dejaars-studenten noemen dit significant vaker dan de 1stejaars (24% tegenover 19%). De voertaal van het onderwijs is engels Tabel 7l: Voorkeur voor voertaal Engels ingedeeld naar geslacht en studie totaal 18% 26% 13% 20% mannen 19% 26% 16% 20% vrouwen 17% 26% 12% 19% Dit kenmerk scoort vooral in het -segment laag met een gemiddelde score van 18% voor de scholieren en van 13% voor de studenten. In het -segment is de score ook laag maar bedraagt toch nog gemiddeld 26% voor de scholieren en 20% voor de studenten. Colleges rden frequent verzorgd door buitenlandse gastdocenten (live of via videoconferencing) Tabel 7m: Voorkeur voor buitenlandse gastdocenten ingedeeld naar geslacht en studie totaal 14% 23% 12% 21% mannen 17% 20% 12% 22% vrouwen 13% 25% 12% 21% Ook dit kenmerk scoort erg laag in het -segment met gemiddeld 14% voor de scholieren en 12% voor de studenten. Bij het -segment scoort dit ook laag maar toch nog gemiddeld 23% voor de scholieren en 21% voor de studenten. 17

17 Je kunt online cursussen volgen aan een andere instelling voor hoger onderwijs Tabel 7n: Voorkeur voor online cursussen aan andere instelling ingedeeld naar geslacht en studie totaal 16% 18% 20% 20% mannen 17% 23% 23% 20% vrouwen 15% 15% 18% 20% Ook het volgen van online cursussen scoort laag bij alle groepen. DE IDEALE WERKWEEK Zowel aan studenten als aan scholieren is gevraagd hoe volgens hen de ideale werk- of studieweek eruit zou moeten zien. Onderzocht is wat de ideale verdeling is tussen zelfstudie en contacturen, waarbij ten aanzien van de contacturen een onderscheid is gemaakt tussen fysieke en online contacturen. Zowel voor studenten en scholieren bestaat de ideale werkweek voor het grootste deel uit contacturen, al dan niet online. Beide groepen willen ongeveer veertig procent van de tijd inplannen voor zelfstudie. De voorkeur voor online contacturen is bij scholieren beduidend groter dan bij studenten. Opvallend is de sterke behoefte aan fysieke contacturen, gemiddeld genomen geeft de totale responsgroep aan dat hun werkweek voor 47% mag bestaan uit fysieke contacturen. Tabel 8: Opbouw van ideale werkweek voor studenten en scholieren, onderverdeeld naar (geplande) vervolgopleiding n=894 n=829 n=657 n=479 fysieke contacturen 47% 46% 50% 46% online contacturen 20% 17% 12% 8% zelfstudie 38% 41% 38% 46% Als we apart kijken naar de vier groepen dan zien we dat de -studenten een groter percentage zelfstudie verkiezen dan -studenten maar ook bij -studenten zou nog 54% van de werkweek uit contacturen mogen bestaan. Ook bij de scholieren is deze tendens zichtbaar, scholieren met -plannen hebben een iets grotere voorkeur voor zelfstudie dan scholieren met -plannen. 18

18 Tabel 8a: Opbouw ideale werkweek naar studierichting voor - en -studenten gamma beta alfa zorg n=345 n=156 n=79 n=89 n=83 n=117 n=85 n=95 fysieke contacturen 51% 41% 52% 54% 46% 43% 49% 47% online contacturen 12% 10% 12% 6% 14% 9% 8% 7% zelfstudie 37% 49% 36% 40% 40% 48% 43% 46% Uit deze tabel blijkt dat bij de -studenten uit de bètarichting een significant hoger percentage contacturen aangeven dan -studenten uit de andere studierichtingen. Bij de -studenten valt vooral op dat -studenten uit de zorg minder online contacturen willen dan -studenten uit andere richtingen. 19

19 BLOK 2: TIJDSINVESTERING, PRESTATIEDRANG EN STUDIEDUUR TIJDSBESTEDING Aan de scholieren is gevraagd aan te geven hoeveel tijd ze dachten te gaan besteden aan hun studie en aan de studenten is gevraagd hoeveel tijd ze daadwerkelijk aan hun studie besteden per week. Tabel 9: Hoeveel tijd schat je dat je per week aan je studie besteedt? n=894 n=829 n=657 n=479 minder dan 20 uur 22% 12% 22% 25% tussen de uur 28% 28% 24% 25% meer dan 24 uur 49% 61% 54% 50% Als we kijken naar het onderscheid tussen scholieren met -plannen en scholieren met -plannen dan blijkt dat scholieren met -plannen significant vaker verwachten dat ze minder dan 20 uur moeten studeren dan scholieren met -plannen en significant minder vaak dat ze meer dan 24 uur per week moeten studeren. Bij de studenten zien we deze verschillen niet. Het verschil tussen scholieren en studenten is het grootst als we naar het -segment kijken. met -plannen verwachten dat ze veel meer moeten studeren dan de -studenten aangeven dat ze in werkelijkheid doen. Tabel 9a: Tijdsbesteding scholieren en studenten onderverdeeld naar geslacht man n=717 vrouw n=1348 man n=354 vrouw n=782 minder dan 20 uur 21% 13% 29% 21% tussen de uur 29% 28% 25% 24% meer dan 24 uur 50% 59% 46% 55% Uit deze tabel blijkt dat zowel bij de scholieren als bij de studenten mannen significant vaker aangeven minder dan 20 uur aan de studie (verwachten te) besteden. Bij vrouwen zien we een significant grotere groep die aangeeft meer dan 24 uur aan de studie te (verwachten te) besteden. Tabel 9b: Geschatte wekelijkse studielast, verdeeld naar studierichting voor en gamma beta alfa zorg n=345 n=156 n=79 n=89 n=83 n=117 n=85 n=95 minder dan 20 uur 16% 32% 15% 22% 28% 34% 17% 25% tussen de uur 25% 33% 25% 14% 19% 27% 21% 25% meer dan 24 uur 49% 35% 60% 64% 53% 39% 62% 50% 20

20 in de bètarichting en - zorgrichting besteden duidelijk meer uren aan hun studie dan hun collega s uit de alfa- en de gammarichting. 60% of meer van de studenten uit de eerste twee richtingen besteedt 24 uur aan zijn of haar studie, de verschillen zijn hier significant. Beduidend meer -studenten uit de gamma-richting en - en -studenten uit de alfa-richting besteden minder dan 20 uur aan de studie dan de rest van de groepen. PRESTATIEDRANG Aan de respondenten is gevraagd op een vijfpuntsschaal aan te geven wat voor hen het meest van toepassing is. Een opleiding volgen en diploma halen waarbij de cijfers ondergeschikt zijn (optie 1) of met zo hoog mogelijke cijfers (optie 5). 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Cijfers ondergeschikt Neutraal Zo hoog mogelijke cijfers Figuur 3: en studenten wat betreft keuze voor hoge cijfers. Uit bovenstaande figuur blijkt dat scholieren met -plannen in het algemeen voor zo hoog mogelijke cijfers gaan, 51% van deze groep heeft een hoog ambitieniveau, tegenover 43% van de scholieren met plannen. Bij de groep studenten bestaat een dergelijk significant verschil in ambitieniveau tussen de en helemaal niet. Hier geeft ongeveer 40% van beide groepen aan voor de hoogst mogelijke cijfers te gaan. gaan in vergelijking met scholieren duidelijk meer voor het halen van een diploma, waarbij het gehaalde cijfer ondergeschikt is. In onderstaande grafieken zijn de scores uitgesplitst naar mannen en vrouwen voor zowel de scholieren als voor de studenten 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% mannen vrouwen mannen vrouwen Cijfers ondergeschikt Neutraal Zo hoog mogelijke cijfers Figuur 4: wat betreft keuze voor hoge cijfers, naar geslacht. 21

21 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% mannen vrouwen mannen vrouwen Cijfers ondergeschikt Neutraal Zo hoog mogelijke cijfers Figuur 5: wat betreft keuze voor hoge cijfers, naar geslacht. Deze grafieken laten een opvallend beeld zien. Zowel bij de groep scholieren als bij de groep studenten bestaan er significante verschillen in het ambitieniveau tussen mannen en vrouwen. Bij beide groepen is een nagenoeg vergelijkbaar beeld te zien, meer vrouwen dan mannen willen hogere cijfers halen. OP TIJD AFRONDEN OPLEIDING Respondenten is gevraagd aan te geven hoe groot ze de kans achten de bachelor-opleiding af te ronden binnen de daarvoor gestelde termijn. De hieronder gepresenteerde percentages drukken de gemiddelde kans uit. Tabel 10: Hoe groot acht je de kans om de bachelor-opleiding binnen de gestelde termijn af te ronden? n=894 n=829 n=657 n=479 totale groep 77% 75% 74% 63% man 77% 72% 74% 53% vrouw 77% 76% 74% 68% Wo-studenten schatten de kans dat men binnen de gestelde termijn van drie jaar de bachelor afrondt, op 63%. Deze lage gemiddelde score rdt voor een deel veroorzaakt doordat mannelijke studenten deze kans duidelijk lager (53%) inschatten. Dit geldt ook, zij het in minder sterke mate, voor de mannelijke scholieren die voor een -bachelor kiezen (72%). 22

22 Tabel 11: Kans geschat door -student om bachelor binnen drie jaar af te ronden naar studielast Wo-studenten n=479 Hoeveel tijd schat je dat je per week aan je studie Percentage dat verwacht binnen 3 jaar -bachelor af te ronden besteedt? minder dan 15 uur 55% uur 57% uur 62% uur 72% 30 uur of meer 65% Voor de -bachelorstudenten blijkt er een significant verschil te bestaan tussen de tijd die ze aan de studie zeggen te besteden en de kans die ze inschatten dat ze binnen de gestelde termijn van 3 jaar de bachelor afronden. die tussen de 25 en de 30 uur per week aan hun studie besteden schatten de kans hoger in dat ze binnen de termijn hun studie afronden. die minder dan 25 uur per week aan hun studie besteden, of meer dan 30 uur schatten deze kans lager in. Een dergelijk significant verschil is niet gevonden bij de groep -bachelorstudenten. REDENEN OM DE BACHELOR NIET OP TIJD AF TE RONDEN Er kunnen verschillende redenen zijn waarom studenten de opleiding niet op tijd kunnen afronden. en bachelorstudenten is gevraagd een keuze te maken uit een aantal mogelijke redenen. In dit geval betrof het voor scholieren natuurlijk de verwachte redenen. In de onderstaande tabel ziet u enkele vaak genoemde, dan wel opvallende, redenen. Tabel 12: Redenen om de bachelor niet op tijd af te ronden bij scholieren en studenten en n=894 n=829 n=592 n=657 ik wil graag nog andere dingen doen naast mijn studie 40% 47% 29% 46% ik zal moeten bijverdienen om in mijn levensonderhoud te kunnen 27% 28% 21% 21% voorzien studeren kost mij veel moeite 19% 12% 14% 14% ik studeer nu eenmaal niet zo snel 17% 12% 11% 13% ik wil de kans benutten om te profiteren van het studentenleven 17% 31% 12% 27% ik studeer nu eenmaal niet zo snel 17% 12% 11% 13% ik wil zo goed mogelijke resultaten behalen 15% 15% 11% 8% persoonlijke omstandigheden 13% 10% 20% 14% ik wil nog een tweede studie ernaast doen 5% 7% 3% 8% 23

23 Vaak genoemde redenen om niet binnen de gestelde termijn de opleiding af te ronden zijn: het doen van andere dingen naast de studie, het bijbaantje en de moeite die het studeren kost. Met name de eerste geldt in sterkere mate voor -studenten en voor scholieren met -plannen dan voor -studenten. -studenten hebben eerder de neiging om hun studie te combineren met andere dingen dan -studenten. Deze tendens zagen we eerder terug in het verschil in studielast tussen ers en -ers. die kiezen voor een -opleiding kunnen aardig inschatten welke redenen wel eens een rol zouden kunnen spelen, de resultaten liggen dicht tegen die van de -studenten aan. Opvallend is dat ongeveer een vijfde van de scholieren met -plannen verwacht dat het studeren hen zwaar zal vallen, ook geven zij vaker dan de scholieren met -keuze aan dat ze niet zo snel studeren. Onder studenten, is ten aanzien van beide redenen, geen verschil waar te nemen. Tabel 12a: Meest genoemde redenen om Bachelor niet binnen gestelde termijn af te ronden, voor scholieren onderverdeeld naar geslacht. totaal n=1723 man n=305 vrouw n=589 man n=284 vrouw n=545 ik doe graag nog andere dingen naast 44% 38% 42% 49% 46% de studie ik zal moeten bijverdienen om in mijn 27% 25% 28% 26% 29% levensonderhoud te voorzien ik wil profiteren van studentenleven 23% 21% 14% 32% 30% ik studeer niet zo snel 15% 19% 15% 15% 11% ik wil zo goed mogelijke resultaten 15% 15% 16% 14% 15% behalen studeren kost mij veel moeite 15% 21% 17% 14% 11% persoonlijke omstandigheden 11% 7% 16% 8% 11% ik wil een tweede studie ernaast 6% 4% 5% 6% 8% 24

24 Tabel 12b: Meest genoemde redenen om Bachelor niet binnen gestelde termijn af te ronden, voor studenten onderverdeeld naar geslacht. totaal man vrouw man vrouw n=1136 n=210 n=447 n=144 n=335 ik wil graag nog andere dingen doen 36% 34% 26% 53% 43% naast mijn studie ik zal moeten bijverdienen om in mijn 21% 20% 21% 19% 22% levensonderhoud te kunnen voorzien ik wil de kans benutten om te profiteren 18% 16% 10% 35% 24% van het studentenleven persoonlijke omstandigheden 17% 16% 22% 9% 16% studeren kost mij veel moeite 14% 16% 13% 17% 13% ik studeer nu eenmaal niet zo snel 12% 15% 9% 20% 9% ik wil zo goed mogelijke resultaten 9% 8% 12% 7% 8% behalen ik wil nog een tweede studie ernaast 5% 3% 3% 7% 8% doen Meer dan de helft van de mannelijke -studenten geeft als een mogelijke reden voor studievertraging aan dat ze graag nog iets anders doen naast hun studie, deze reden geldt voor 43% van de vrouwelijke -studenten en slechts voor 34% van de mannelijke -studenten en 26% van de vrouwelijke studenten. Ook het studentenleven rdt door mannelijke -studenten vaker genoemd (35%) dan door vrouwelijke -studenten (24%) en veel meer dan door mannelijke (16%) en vrouwelijke (10%) studenten. Tevens is opvallend dat mannelijke studenten vaker dan vrouwen aangeven dat ze niet zo snel studeren en dat het studeren hen op zich moeite kost. Bij de scholieren zijn de verschillen tussen mannen en vrouwen ten aanzien van de verschillende redenen nog niet zo sterk. Alleen wat het studentenleven betreft en het minder snel studeren zien we eenzelfde patroon als bij de studenten. 25

25 BLOK 3: EIGENSTANDIGHEID BACHELOR EN WAARDERING WO- EN HBO-BACHELOR In het derde blok is gevraagd of studenten het -bachelordiploma als een zelfstandig diploma zien en ook hoe ze een -bachelor waarderen in relatie tot een -bachelor EIGENSTANDIGE WO-BACHELOR Aan de respondenten is gevraagd aan te geven hoe men het -bachelordiploma ziet: als een diploma dat op zichzelf staat zonder dat daar een masterdiploma aan hoeft te rden gekoppeld, of meer als een deeldiploma, dat pas in combinatie met een masterdiploma een geheel vormt. Op zichzelf staand diploma Deeldiploma Neutraal 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Figuur 6: Waardering van scholieren en studenten over het -bachelor-diploma: deel van het geheel, of een eigenstandig diploma verdeeld naar en De groep voorstanders van de stelling dat een -bachelordiploma op zichzelf staat, zonder dat daar nog een master aan gekoppeld moet rden kan bij zowel de scholieren en studenten binnen het segment rekenen op ongeveer 25% van de stemmen. Het -segment laat lagere cijfers zien: 14% van de scholieren met -plannen en 16% van de -studenten beoordeelt het -bachelordiploma als een diploma dat op zichzelf staat. Het zijn begrijpelijkerwijs vooral de scholieren en studenten binnen het segment die vinden dat een -bachelor een geheel vormt met een master: 62% van de scholieren met -plannen en 66% van de -studenten (66%) onderschrijven deze stelling. De scholieren en bachelors die voor een -opleiding hebben gekozen, zijn duidelijk minder uitgesproken. Deze beide groepen hebben beduidend vaker een neutraal oordeel gegeven. 26

26 WO-BACHELOR-DIPLOMA IN VERGELIJKING MET HBO-BACHELOR Er is ook gevraagd hoe de respondenten de waarde van een -bachelor waarderen in vergelijking met een -bachelor. Tabel 13: Hoe beoordeel je de waarde van een -bachelor in vergelijking met een -bachelor? n=894 n=829 n=657 n=479 gelijkwaardig 76% 37% 68% 28% -bachelor hoger 5% 1% 9% 4% -bachelor hoger 19% 62% 23% 68% Er zijn duidelijke significante verschillen tussen het - en -segment als het gaat om de waardering van een -bachelor-diploma in vergelijking met een -bachelor-diploma: bij de scholieren met keuze en de -studenten slaat gemiddeld genomen 65% de -bachelor hoger aan, in het -segment ligt dat percentage beduidend lager, namelijk op circa 20%. -scholieren en studenten daarentegen zijn veel meer geneigd de - en -bachelor als gelijkwaardig te zien: maar liefst 76% van de scholieren met -plannen en 68% van de -studenten ziet deze diploma s als gelijkwaardig aan elkaar. Tabel 14: Hoe beoordeel je de waarde van een -bachelor in vergelijking met een -bachelor? (bij studenten naar studierichting)* beta alfa zorg gamma n=345 n=79 n=83 n=85 gelijkwaardig 67% 71% 63% 66% -bachelor hoger 9% 10% 11% 9% -bachelor hoger 24% 19% 26% 25% beta alfa zorg gamma n=156 n=89 n=117 n=95 gelijkwaardig 33% 31% 23% 24% -bachelor hoger 3% 9% 5% 0% -bachelor hoger 64% 60% 72% 76% *) 87 studenten hebben bij studierichting anders ingevuld, die niet onder te brengen was in één van de hierboven genoemde 4 studierichtingen Binnen het -segment zien we dat gamma- en beta-studenten vaker dan alfa- en zorgstudenten een -bachelor en -bachelor als gelijkwaardig aan elkaar zien. Meer alfa- en zorgstudenten waarderen een -bachelor hoger dan gamma- en beta-studenten. 27

27 BLOK 4: BACHELOR-DIPLOMA OP ZAK. EN DAN.EEN MASTER? In het vierde blok werd nagegaan wat de plannen van de studenten zijn na hun bacheloropleiding? Gaan ze voor een masteropleiding? Doen ze dat direct of gaan ze eerst werken of reizen? Doen ze die opleiding in het buitenland of in Nederland, aan dezelfde instelling of aan een andere instelling? Keuze voor een masteropleiding na de bachelor Tabel 15: Ben je van plan om na het behalen van je bachelordiploma een masteropleiding te volgen? n=894 n=829 n=657 n=479 weet nog niet 48% 19% 37% 12% nee 22% 3% 25% 4% ja, maar eerst werken of reizen 11% 12% 19% 14% ja, meteen na mijn bachelor 18% 67% 19% 70% Op het punt van de plannen ten aanzien van de master zijn de verschillen tussen het - en -segment duidelijk: scholieren en studenten binnen het -segment hebben aanmerkelijk vaker de intentie een master te gaan doen, direct na de bachelor: 67% van de scholieren en 70% van de studenten binnen het -segment spreekt deze intentie uit, tegenover 18% bij de scholieren en 19% bij de studenten binnen het -segment. Opvallend is ook het grote verschil in de categorie ik weet het nog niet : bij de -groep weet bijna de helft het nog niet. Bij de -groep ligt dit percentage op 18%. Bij de groep scholieren is gevraagd aan te geven of men een - dan wel -master wil gaan doen. Tabel 16: Welke masteropleiding wil je gaan doen? n=263 n=653 een -master 46% 1% een -master 25% 93% heb nog geen idee 28% 6% met masterambities binnen het -segment kiezen in 46% van de gevallen voor een -master, een kwart ambieert een -master, terwijl 28% nog geen idee heeft om welke master het zal gaan. De keuze bij scholieren binnen het -segment is erg duidelijk: 93% van de scholieren die een -opleiding willen gaan doen, hebben ambities voor een -master. Ook aan de studenten is gevraagd of ze al weten welke master ze willen gaan doen? 28

28 Tabel 17: Weet je al welke masteropleiding je wilt gaan volgen? Totaal studenten -studenten -studenten n=657 n=250 n=401 ja 44% 42% 45% neen 56% 58% 55% Aan de groep studenten die al weten welke master ze willen gaan doen (n=284) is gevraagd naar de aansluiting bij de masteropleiding. Tabel 18: Hoe is de aansluiting bij deze masteropleiding? n=104 n=180 goed, ik hoef geen schakelprogramma te doen 50% 87% ik moet eerst een schakelprogramma volgen 21% 3% heb ik nog geen beeld van 29% 10% Zoals te verwachten hoeft het merendeel van de -studenten (87%) geen schakelprogramma te volgen. 21% van de -studenten geeft aan wel een schakelprogramma te moeten volgen. Van de bachelorstudenten die hebben aangegeven een masteropleiding te willen gaan doen, weten studenten uit de richting zorg vaker welke masteropleiding men wil gaan doe (59%), in vergelijking met studenten uit de andere richtingen (gamma (45%), beta (38%), alfa (35%)). MOBILITEIT BIJ VOORTZETTING STUDIE MET MASTER Aan de scholieren die hebben aangeven dat ze een masteropleiding willen gaan volgen is vervolgens gevraagd waar ze deze masteropleiding willen gaan volgen. Bij de studenten is deze vraag alleen voorgelegd aan de studenten die hebben aangegeven dat ze al weten welke masteropleiding ze willen gaan doen. Tabel 19: Weet je al waar je deze master-opleiding wilt gaan volgen? n=263 n=653 n=104 n=180 weet nog niet 21% 33% 9% 7% (andere) universiteit in Nederland - 54% 49% 7% (andere) universiteit in buitenland - 13% 6% 3% (andere) hogeschool in Nederland 65% - 8% 1% (andere) hogeschool in buitenland 14% - 2% 0% huidige instelling % 83% Het merendeel van de scholieren die al weten dat en waar ze een master willen gaan volgen, gaat dit in Nederland doen. Circa 13% van alle scholieren wil het in het buitenland zoeken, de rest weet het nog niet. 29

29 Het grootste deel van de studenten weet al waar ze een masteropleiding willen gaan volgen. De studenten zijn erg honkvast: 83% gaat z n master waarschijnlijk doen bij de instelling waar men de bachelor volgt. Deze uitkomst komt overeen met het eerder aangehaalde onderzoek van Newcom Research & Consultancy, waar een percentage van 84% rdt gerapporteerd. De mobiliteit naar een andere universiteit (in Nederland of in het buitenland) blijft beperkt tot circa 10%. Het ligt voor de hand dat bij de -studenten de mobiliteit veel groter is. Veruit het grootste deel van de -studenten die een master willen doen (49%) volgt het meest natuurlijke pad in Nederland van nu, namelijk de overstap van een -bachelor naar een -master aan een Nederlandse universiteit. Slechts 8% van de -studenten overweegt om een master in het buitenland te doen. Aan de studenten werd gevraagd waarom ze een master bij dezelfde instelling gaan volgen. Tabel 20: Kun je aangeven waarom je de master bij dezelfde instelling gaat volgen? (meerdere antorden mogelijk) n=28 n=149 deze master sluit aan bij mijn eigen interesse 50% 56% bij deze instelling is er een flexibele aansluiting op de Bachelor 57% 54% ik ben tevreden over de kwaliteit van het onderwijs aan deze instelling 25% 51% het voelt goed om bij deze instelling te studeren 29% 50% ik ben gewend aan de manier van werken aan deze instelling 25% 46% ik vind de omgeving van deze instelling ideaal 18% 36% deze instelling heeft een goede naam/reputatie 18% 36% de manier waarop het onderwijs is ingericht 11% 25% ik kan al aan mijn master beginnen zonder dat ik de Bachelor volledig heb afgerond, 7% 23% dus ik verlies geen studietijd er is hier voldoende master-aanbod 36% 23% ik heb een goede band met mijn medestudenten 4% 23% deze master geeft de beste kansen op de arbeidsmarkt 14% 22% mijn medestudenten gaan ook een master aan deze instelling doen 4% 19% anders 4% 8% De meest genoemde argumenten bij de -studenten om niet te verkassen zijn: deze master sluit aan bij mijn eigen interesse (56%) bij deze instelling is er een flexibele aansluiting op de bachelor (54%) ik ben tevreden over de kwaliteit van het onderwijs aan deze instelling (51%) het voelt goed om bij deze instelling te studeren (50%) ik ben gewend aan de manier van werken aan deze instelling (46%). Naast de verschillen tussen het - en -segment zijn er ook enkele verschillen tussen man-vrouw te zien: mannen willen vaker dan vrouwen een master volgen bij dezelfde instelling omdat medestudenten ook een master gaan volgen aan deze instelling. 30

30 Er is ook gevraagd waarom men een master bij een andere instelling wil gaan doen. Tabel 21: Kun je aangeven waarom je de master bij een andere instelling gaat volgen? (meerdere antorden mogelijk) n=67 n=18 de gewenste master rdt niet aangeboden op de huidige instelling 54% 56% de master aan de andere instelling heeft een unieke inhoud 27% 39% de afstudeerrichting bij de andere instelling is interessanter 21% 33% het aanbod van de master aan deze andere instelling sluit aan bij mijn interesses 12% 33% de reputatie van de instelling 28% 28% ik wil graag mijn sociale netwerk uitbreiden 10% 28% de master aan de andere instelling biedt mij de beste kansen op de arbeidsmarkt 15% 22% ik wil graag nieuwe mensen leren kennen 15% 22% ik wil graag naar een andere stad 13% 22% ik kan me meer ontplooien met een master elders 13% 17% ik wil graag studeren in het buitenland 7% 17% mijn medestudenten gaan ook een master aan deze instelling doen 6% 6% aan de andere instelling is er een flexibele aansluiting bij de Bachelor 10% 0% anders 9% 17% Verreweg de belangrijkste reden om over te stappen naar een andere instelling voor het volgen van de master is het feit dat de gewenste master niet bij de huidige instelling aangeboden rdt en de masteropleiding bij de andere instelling een unieke inhoud heeft of interessanter is. Vrouwen kiezen vaker voor een master bij een andere instelling dan mannen omdat ze hun sociale netwerk willen uitbreiden of omdat de gewenste master niet op de huidige instelling rdt aangeboden. PROMOVEREN NA DE MASTER? Tabel 22: Heb je de ambitie om na het behalen van je master-diploma te gaan promoveren? n=250 n=401 ja, zeker wel 17% 8% ja, waarschijnlijk wel 35% 20% nee, waarschijnlijk niet 20% 33% nee, zeker niet 2% 7% weet ik nog niet 27% 33% De meest opvallende bevinding is dat de -studenten die na hun bachelordiploma een masteropleiding willen volgen zich op dit punt ambitieuzer tonen dan de -studenten met masterplannen: 52% tegenover 28% geeft aan te willen promoveren. Deze promotieplannen lijken na één jaar studie overigens iets af te nemen. Het percentage studenten met promotieplannen loopt terug van gemiddeld 43% bij de eerstejaars naar 31% bij de tweedejaars. 31

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies Inleiding In het kader van de Monitor en evaluatie Tweede Fase HAVO / VWO heeft het ITS voor het Ministerie van OCenW, directie voortgezet onderwijs, onderzoek gedaan in het

Nadere informatie

Onderzoek: Studiekeuze

Onderzoek: Studiekeuze Onderzoek: Studiekeuze Publicatiedatum: 31-01- 2014 Over dit onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 29 t/m 31 januari 2014, deden 712 scholieren en 1064 studenten mee. De uitslag van de peiling

Nadere informatie

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008

Feiten en cijfers. Studenttevredenheids onderzoek juni 2008 Feiten en cijfers Studenttevredenheids onderzoek 2008 juni 2008 Feiten en cijfers 2 Studenttevreden heids - onderzoek 2008 Inleiding In maart 2008 hebben 27 hogescholen dezelfde vragenlijst voorgelegd

Nadere informatie

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s. Na nominaal plus 1 jaar 45 procent een diploma... 2 Rendement wo stijgt, hbo-rendement daalt... 4 Hbo-ontwerpopleidingen laagste rendement van de sector... 6 Hoger rendement wo biologie, scheikunde en

Nadere informatie

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit

Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels met de universiteit 1 2 Aansluiting Engels Een onderzoek naar de aansluitingsproblematiek van het vwo-vak Engels

Nadere informatie

Erasmus Universiteit Rotterdam, Van scholier naar student BIJLAGE 1 VRAGENLIJST STUDIEKEUZEGESPREKKEN

Erasmus Universiteit Rotterdam, Van scholier naar student BIJLAGE 1 VRAGENLIJST STUDIEKEUZEGESPREKKEN Erasmus Universiteit Rotterdam, Van scholier naar student BIJLAGE 1 VRAGENLIJST STUDIEKEUZEGESPREKKEN VRAGENLIJST STUDIEKEUZEGESPREKKEN ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM VWO-6 Over de vragenlijst Deze vragenlijst

Nadere informatie

Van mbo en havo naar hbo

Van mbo en havo naar hbo Van mbo en havo naar hbo Dick Takkenberg en Rob Kapel Studenten die naar het hbo gaan, komen vooral van het mbo en de havo. In het algemeen blijven mbo ers die een opleiding in een bepaald vak- of studiegebied

Nadere informatie

Factsheet persbericht

Factsheet persbericht Factsheet persbericht Nut vakbonden onbekend bij jongeren 30 november 2011 Inleiding Van oktober 2011 tot november 2011 hield Zoekbijbaan.nl het Nationale Bijbanen Onderzoek. Aan het onderzoek deden 2464

Nadere informatie

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER

koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER koopzondagen 2012 def KOOPZONDAGEN EN KOOPAVONDEN DE MENING VAN DE BURGER Oktober 2012 2 Opdrachtnemer: Opdrachtgever: Team Financieel Advies, Onderzoek & Statistiek Camiel De Bruijn Ard Costongs Economie

Nadere informatie

Inhoud Voorwoord Steekproefsamenstelling Resultaten Conclusies

Inhoud Voorwoord Steekproefsamenstelling Resultaten Conclusies Onderzoek Instagram Uitgevoerd door Scholieren.com in november 2015 Inhoud Voorwoord Steekproefsamenstelling Resultaten Conclusies Voorwoord Scholieren.com heeft haar bezoekers middels een enquête vragen

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Memo. Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies

Memo. Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies Memo Datum: 19 oktober 2015 Onderwerp: Enquête Studieadvies Inhoud Hoofdstuk 1: Introductie... 1 Hoofdstuk 2: Algemene uitkomsten... 1 2.1 De weg naar de studieadviseur... 1 2.2 Hulpvraag... 2 2.3 Waardering

Nadere informatie

Resultaten Alumni-onderzoek 2015

Resultaten Alumni-onderzoek 2015 Rapport Psychologie en Onderwijswetenschappen Expertisecentrum Onderwijs en Professionalisering Resultaten Alumni-onderzoek 2015 Bachelors van: Kathleen Schlusmans en Rieny van den Munckhof Inhoud Voorwoord

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Samenvatting resultaten Quick Scan Aansluiting HBO-TU/e

Samenvatting resultaten Quick Scan Aansluiting HBO-TU/e Quick Scan: Aansluiting HBO-TU/e juni 2005 Samenvatting resultaten Quick Scan Aansluiting HBO-TU/e Een Quick Scan is een peiling onder studenten over een actueel onderwerp. Het Studenten Service Centrum

Nadere informatie

VROUWELIJKE PARTNERS IN DE TOP ADVOCATUUR

VROUWELIJKE PARTNERS IN DE TOP ADVOCATUUR VROUWELIJKE PARTNERS IN DE TOP ADVOCATUUR FEITEN EN CIJFERS Onderzoeksgegevens Onder wie: partners van de 30 grootste advocatenkantoren in Nederland Gezocht: 3 vrouwelijke en 3 mannelijke partners per

Nadere informatie

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs,

Uitval studenten. Sectorbeeld Onderwijs, Inspectie van het Onderwijs, Studenten sector Onderwijs vallen vaker uit... 2 Veel uitval bij 2 e graads hbo... 3 Meer uitval van pabo studenten met mbo-achtergrond... 5 Steeds meer mannen vallen uit bij pabo... 7 Studenten met niet-westerse

Nadere informatie

Diploma behaald. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs,

Diploma behaald. Sectorbeeld Gedrag & Maatschappij, Inspectie van het Onderwijs, Mbo ers doen het beter dan havisten... 2 55 procent behaald -diploma na vijf jaar... 2 62 procent behaald -diploma na vier jaar... 3 Wo psychologie heeft bovengemiddeld rendement... 4 Rendement van master

Nadere informatie

Internetpeiling ombuigingen

Internetpeiling ombuigingen Internetpeiling ombuigingen In opdracht van: Gemeente Sittard-Geleen januari 2012 Flycatcher Internet Research, 2004 Dit materiaal is auteursrechtelijk beschermd en kopiëren zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie

Onderzoek Inwonerspanel: Maatschappelijke stage (MAS)

Onderzoek Inwonerspanel: Maatschappelijke stage (MAS) 1 (13) Onderzoek Inwonerspanel: Maatschappelijke stage (MAS) Auteur Tineke Brouwers Respons onderzoek Op 31 mei kregen de panelleden van 12 tot en met 16 jaar (89 personen) een e-mail met de vraag of zij

Nadere informatie

Voltijd hbo ers sinds twee jaar weer vaker een baan binnen achttien maanden

Voltijd hbo ers sinds twee jaar weer vaker een baan binnen achttien maanden Een baan Voltijd hbo ers sinds twee jaar weer vaker een baan binnen achttien maanden... 2 Geen dip in baankansen voor wo-afgestudeerden... 3 Geen dip in kans op baan voor deeltijdstudenten... 4 Hbo bachelor

Nadere informatie

Taal & Rekenen ThiemeMeulenhoff

Taal & Rekenen ThiemeMeulenhoff Taal & Rekenen ThiemeMeulenhoff Aan: ThiemeMeulenhoff Door: MWM2 Onderzoek: Taal & Rekenen volgens MBO-respondenten Versie 1 Het auteursrecht van dit onderzoeksrapport berust bij ThiemeMeulenhoff. Het

Nadere informatie

Wat weet jij over het leenstelsel?!

Wat weet jij over het leenstelsel?! Resultaten onderzoek Wat weet jij over het leenstelsel? 13-01-2015 Wat weet jij over het leenstelsel? In 2015 staan er ingrijpende veranderingen voor de deur die de toegankelijkheid van het onderwijs onder

Nadere informatie

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk

Jongeren en het huwelijk. Jongeren en het huwelijk Inhoud Zijn je ouders nog bij elkaar? 3 Genschap van goederen: Stel je zou gaan trouwen, waarvoor zou je dan kiezen? 7 Ik zou later willen trouwen 4 Partneralimentatie: Waar gaat je voorkeur naar uit?

Nadere informatie

StudentenBureau Stagemonitor

StudentenBureau Stagemonitor StudentenBureau Stagemonitor Rapportage Mei 2011 1 SAMENVATTING... 3 ERVARINGEN... 3 INLEIDING... 4 ONDERZOEKSMETHODE... 5 RESPONDENTEN... 5 PROCEDURE... 5 METING... 5 DEEL I ANALYSE... 6 1. STAGE EN ZOEKGEDRAG...

Nadere informatie

Juridische medewerker

Juridische medewerker 28-11-2013 Sectorwerkstuk Juridische medewerker Temel, Elif HET ASSINK LYCEUM Inhoudsopgave Inhoud Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 2 Hoeveel procent van de opleiding bestaat uit stage?... 6 o Begeleiding...

Nadere informatie

Onderzoek: Sociaal leenstelsel

Onderzoek: Sociaal leenstelsel Onderzoek: Sociaal leenstelsel Publicatiedatum: 14-11-2014 Over dit onderzoek Het 1V Jongerenpanel, onderdeel van EenVandaag, bestaat uit 3000 jongeren van 12 t/m 24 jaar. Aan dit online onderzoek, gehouden

Nadere informatie

ZER Informatica. Programma-evaluatie. Resultaten programma-evaluatie. 5 enquêtes:

ZER Informatica. Programma-evaluatie. Resultaten programma-evaluatie. 5 enquêtes: ZER Informatica Resultaten programma-evaluatie Programma-evaluatie 5 enquêtes: - Overgang secundair onderwijs universiteit - Studenten die niet aan examens deelnamen / met hun opleiding stopten - Evaluatie

Nadere informatie

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel 1 Inleiding Naar aanleiding van het nieuwe kwaliteitszorgsysteem dat werd ingevoerd bij de opschorting van de opleidingsvisitaties, werd beslist om

Nadere informatie

ALPHENPANEL OVER ZONDAGSOPENSTELLING

ALPHENPANEL OVER ZONDAGSOPENSTELLING ALPHENPANEL OVER ZONDAGSOPENSTELLING nieuwsbrief Februari 2015 Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de peiling met het. Deze peiling ging over de zondagsopenstelling. De gemeenteraad

Nadere informatie

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012 Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 0/0 Stichting Personeelspensioenfonds Cordares (PPF) Astrid Currie, communicatieadviseur Maart 0 versie.0 Pagina versie.0 Inleiding Op initiatief

Nadere informatie

Studenten aan lerarenopleidingen

Studenten aan lerarenopleidingen Studenten aan lerarenopleidingen Factsheet januari 219 In de afgelopen vijf jaar is het aantal Amsterdamse studenten dat een lerarenopleiding volgt met ruim 9% afgenomen. Deze daling is het sterkst voor

Nadere informatie

Veranderen van opleiding

Veranderen van opleiding Veranderen van opleiding Veel hbo-psychologie studenten door naar een wo-opleiding... 2 Havisten in Gedrag & Maatschappij stappen vaker over naar wo... 3 Mbo ers en havisten in psychologie-opleidingen

Nadere informatie

Bijlage 1: Vragenlijst factoren en items

Bijlage 1: Vragenlijst factoren en items Bijlage 1: Vragenlijst factoren en items Factoren Alle studenten die zich vooraanmelden via Studielink krijgen een online vragenlijst aangeboden via een link die in de aanmeldingsprocedure van Studielink

Nadere informatie

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017

Gemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ]

Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [ ] Meting tevredenheid werkgevers AANSLUITING MBO-ARBEIDSMARKT [12-3-2018 ] 1. Inleiding Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid Straus een motie ingediend om een indicator voor de tevredenheid van werkgevers

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober

Nadere informatie

Jongeren & hun financiële verwachtingen

Jongeren & hun financiële verwachtingen Nibud, februari Jongeren & hun financiële verwachtingen Anna van der Schors Daisy van der Burg Nibud in samenwerking met het 1V Jongerenpanel van EenVandaag Inhoudsopgave 1 Onderzoeksopzet Het Nibud doet

Nadere informatie

DOORSTROOM VAN VMBO NAAR HAVO Onderzoek onder ruim vmbo-scholieren naar hun intentie om voor de havo te kiezen

DOORSTROOM VAN VMBO NAAR HAVO Onderzoek onder ruim vmbo-scholieren naar hun intentie om voor de havo te kiezen DOORSTROOM VAN VMBO NAAR HAVO Onderzoek onder ruim 20.000 vmbo-scholieren naar hun intentie om voor de havo te kiezen Februari 2019 Surrounded by Talent 2 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Onderzoeksvragen

Nadere informatie

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten

Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten Enquête over beleid en praktijk van instructies in Informatievaardigheden in Nederlandse universiteiten Subgroep Informatievaardigheden van de UKB werkgroep Learning Spaces Anneke Dirkx (UL) Marjolein

Nadere informatie

JEUGD WERKLOOSHEID 1-METING Onderzoek naar de perceptie van jeugdwerkloosheid onder jongeren in opdracht van het Ministerie VWS - Jeugd en Gezin

JEUGD WERKLOOSHEID 1-METING Onderzoek naar de perceptie van jeugdwerkloosheid onder jongeren in opdracht van het Ministerie VWS - Jeugd en Gezin JEUGD WERKLOOSHEID 1-METING Onderzoek naar de perceptie van jeugdwerkloosheid onder jongeren in opdracht van het Ministerie VWS - Jeugd en Gezin FERNANDO MC DOUGAL MSC ODETTE VLEK MSC AMSTERDAM, AUGUSTUS

Nadere informatie

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Zorgbarometer 7: Flexwerkers Zorgbarometer 7: Flexwerkers Onderzoek naar de positie van flexwerkers in de zorg Uitgevoerd door D. Langeveld, MSc Den Dolder, mei 2012 Pagina 2 Het auteursrecht op dit rapport berust bij ADV Market Research

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Meentschool - Afdeling SO In opdracht van Contactpersoon De Meentschool - Afdeling SO de heer A. Bosscher Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent

Nadere informatie

Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG

Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG St. Anthoniusplaats 9 6511 TR Nijmegen 024 663 9343 info@movate.nl Klantpensioenmonitor Pensioenfonds UMG 05-06-2015 1 Inhoudsopgave Management summary 3 Introductie 5 Deelnemerinformatie 6 Pensioenbewustzijn

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

r ipboek voor ouders over studiekeuze

r ipboek voor ouders over studiekeuze s t r ipboek voor ouders over studiekeuze Uw kind gaat kiezen, hoe kunt u helpen? Studeren Werken Eigen Bedrijf Start Index Uw kind gaat kiezen. Wat kunt u doen als ouder? Hebt u vragen? Mail of bel mij.

Nadere informatie

Studeren met een functiebeperking

Studeren met een functiebeperking CIJFERS Studeren met een functiebeperking Gebaseerd op het onderzoek Studeren met een functiebeperking 2012 door ResearchNed/ITS in opdracht van het Ministerie van OCW. 1 De 10 meest voorkomende functiebeperkingen

Nadere informatie

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk

Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Definitieve rapportage 4 augustus 2016 DATUM 4 augustus 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL

Nadere informatie

Voorpublicatie Vertrouwen in de wetenschap

Voorpublicatie Vertrouwen in de wetenschap Voorpublicatie Vertrouwen in de wetenschap Augustus 2015 Het meeste wetenschappelijk onderzoek wordt betaald door de overheid uit publieke middelen. De gevolgen van wetenschappelijke kennis voor de samenleving

Nadere informatie

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009

EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP. - eindrapport - dr. Marga de Weerd. Amsterdam, november 2009 EFFECTEN VAN DE WEEKEND- SCHOOL VAN STICHTING WITTE TULP - eindrapport - dr. Marga de Weerd Amsterdam, november 2009 Regioplan Beleidsonderzoek Nieuwezijds Voorburgwal 35 1012 RD Amsterdam Tel.: +31 (0)20-5315315

Nadere informatie

In hoeverre ben jij al bezig met de keuze voor een studie na de middelbare school? (bovenbouwscholieren)

In hoeverre ben jij al bezig met de keuze voor een studie na de middelbare school? (bovenbouwscholieren) In hoeverre ben jij al bezig met de keuze voor een studie na de middelbare school? (bovenbouwscholieren) Ik ben daar heel erg mee bezig 39,4% Ik ben daar redelijk mee bezig 50,4% Ik ben daar niet zo mee

Nadere informatie

Test: Je ouders als studie oriëntatiecoach

Test: Je ouders als studie oriëntatiecoach Test: Je ouders als studie oriëntatiecoach Je ouders kunnen perfecte last minute studie oriëntatiecoaches zijn, maar weten ze eigenlijk wel wat je dromen en ambities zijn? En omgekeerd: weet jij hoe jouw

Nadere informatie

Factsheet persbericht. Toekomst van studenten onzeker

Factsheet persbericht. Toekomst van studenten onzeker Factsheet persbericht Toekomst van studenten onzeker Inleiding Studententijd De overheid komt met steeds meer nieuwe wetten en voorstellen om te bezuinigen en de student te motiveren zijn/haar studie in

Nadere informatie

Resultaten WO-monitor 2013

Resultaten WO-monitor 2013 Resultaten WO-monitor 2013 Samenvatting: De WO-Monitor is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (1-1,5 jaar na afstuderen) van de universiteiten in Nederland. De WO-monitor wordt

Nadere informatie

Veranderen van opleiding

Veranderen van opleiding Totale switch na stijging weer op 20 procent... 3 Switchers pabo oorzaak stijging in 2012 en 2013... 4 Meer switch van mbo ers in sector Onderwijs in 2013... 5 Bij tweedegraads lerarenopleidingen meer

Nadere informatie

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013

Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 2012-2013 Evaluatie van het project Mantelluisteren academiejaar 212-21 In academiejaar 212-21 namen 5 mantelzorgers en 5 studenten 1 ste bachelor verpleegkunde (Howest, Brugge) deel aan het project Mantelluisten.

Nadere informatie

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken

Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken Onderzoek Je wordt 18 jaar en dan? De gevolgen voor je geldzaken Rapportage Juli 2013 Meer informatie: info@wijzeringeldzaken.nl Samenvatting (1/3) 1. Veel 17-jarigen maken de indruk verstandig om te gaan

Nadere informatie

TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS WO d.d. mei 2017

TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS WO d.d. mei 2017 TOELICHTING INDICATOREN STUDIE IN CIJFERS WO d.d. mei 2017 Studie in Cijfers (vaak ook studiebijsluiter genoemd) geeft een beeld van hoe een opleiding aan een universiteit het doet in vergelijking met

Nadere informatie

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen

Onderzoek Houten Jongeren en Wonen Onderzoek Houten Jongeren en Wonen Juni 2007 www.adv-mr.com Utrechtseweg 101, 3702 AB Zeist Inhoud Inleiding Vanuit woonstichting Viveste en de gemeente Houten is een behoefte aan onderzoek naar de woonwensen

Nadere informatie

Management summary Flitspeiling: vervroegde aanmelddatum, studiekeuzecheck en doorstroming.

Management summary Flitspeiling: vervroegde aanmelddatum, studiekeuzecheck en doorstroming. Management summary Flitspeiling: vervroegde aanmelddatum, studiekeuzecheck en doorstroming. Tussen 16 december 2013 en 1 januari 2014 heeft GfK voor het ministerie van OCW een flitspeiling uitgevoerd gericht

Nadere informatie

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016

FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE. Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek mei 2016 ARBEIDSMARKTPLATFORM PO. Van en voor werkgevers en werknemers FORMELE GESPREKKEN, REGELDRUK EN REGELRUIMTE Analyse op basis van het Personeels- en Mobiliteitsonderzoek 2014 mei 2016 1 Arbeidsmarktplatform

Nadere informatie

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten

Waar winkelen de inwoners van de gemeente Ede? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten Waar winkelen de inwoners van de gemeente? Een onderzoek op basis van 304 winkelmomenten In opdracht van de SGP Door Studentenpool Bestuurlijke Bedrijfskunde Academie Mens & Organisatie Christelijke Hogeschool

Nadere informatie

Uitleg van de figuren VO 1

Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren VO 1 Uitleg van de figuren - VO In dit document worden de verschillende figuren nader toegelicht die in het NCO rapport Waar blijven uw oud-leerlingen? worden getoond. Voor ieder

Nadere informatie

Beslisregels Studiekeuzedatabase

Beslisregels Studiekeuzedatabase Beslisregels Studiekeuzedatabase INLEIDING In de Studiekeuzedatabase worden privacy-, betrouwbaarheid- en weergaveregels gehanteerd op sommige indicatoren. In dit document wordt per de bron beschreven

Nadere informatie

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers

Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt nog steeds toe. Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Margreet Reitsma-van Rooijen en Anne Brabers. Verzekerden bezuinigen op hun zorgverzekering, het aantal overstappers neemt

Nadere informatie

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden

Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden Kiezersonderzoek 2017 Onderzoek naar stemgedrag van gemeentepanelleden Bestuursstaf Advies en ondersteuning Venlo, juli 2017 Onderzoek & Statistiek 2 Samenvatting In maart 2018 vinden er in Venlo gemeenteraadsverkiezingen

Nadere informatie

LOOPBAANVAARDIGHEID LOOPBAANLEREN HOOFDSTUK 1

LOOPBAANVAARDIGHEID LOOPBAANLEREN HOOFDSTUK 1 LPBAANVAARDIGHEID LPBAANLEREN HFDSTUK 1 Loopbaanvaardigheid Alle ogen zijn gericht op je reisdoel: het diploma van de opleiding die je volgt. Dat diploma bewijst straks dat jij je beginnend beroepsbeoefenaar

Nadere informatie

Het grootste onderzoek over studiekeuze in Nederland onder scholieren van het Havo, Vwo, Vmbo en Mbo.

Het grootste onderzoek over studiekeuze in Nederland onder scholieren van het Havo, Vwo, Vmbo en Mbo. Het grootste onderzoek over studiekeuze in Nederland onder scholieren van het Havo, Vwo, Vmbo en Mbo. Preview landelijke resultaten 2005 INHOUD Inleiding...3 1 Achtergrondkenmerken...4 1.1 Ontwikkeling

Nadere informatie

Resultaten Studentinzicht 14

Resultaten Studentinzicht 14 Rapport Psychologie en Onderwijswetenschappen Expertisecentrum Onderwijs en Professionalisering Resultaten Studentinzicht 14 Tevredenheid over de opleiding van: Kathleen Schlusmans en Rieny van den Munckhof

Nadere informatie

Blok 5. Ouderbetrokkenheid, 1 uur

Blok 5. Ouderbetrokkenheid, 1 uur Blok 5. Ouderbetrokkenheid, 1 uur Ouders: Mijn kind moet zelf kiezen Studiekiezers: mijn ouders zijn belangrijk 55% wo, 70% hbo studenten Volwassenen rondom studiekiezer Tweederde 1e jaars zegt: De meeste

Nadere informatie

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad

Het Groninger Stadspanel over LGBT. Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad Het Groninger Stadspanel over LGBT Meningen over bi- en homoseksualiteit en transgender in Groningen stad Onderzoek en Statistiek Groningen heeft als kernactiviteiten instrumentontwikkeling voor en uitvoering

Nadere informatie

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong

Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Vakantiewerkonderzoek 2014 FNV Jong Leon Pouwels 11 juni 2014 Achtergrond Achtergrond 2 Achtergrond - onderzoeksopzet Doelstelling Steekproef Methode De doelstelling van dit onderzoek is het verkrijgen

Nadere informatie

Beleving Facilitair Dienstverlening 2009/2010 Facility services at work

Beleving Facilitair Dienstverlening 2009/2010 Facility services at work Beleving Facilitair Dienstverlening 2009/2010 Facility services at work kwantitatief onderzoek Onderdeel beveiliging 1 Onderzoekskader Ondanks de crisis is het in Nederland voor het overgrote deel van

Nadere informatie

Gescheiden gft inzameling Nesselande

Gescheiden gft inzameling Nesselande rotterdam.nl/onderzoek Gescheiden gft inzameling Nesselande Onderzoek en Business Intelligence Gescheiden gft inzameling Nesselande Een evaluatie M. van Rhee Onderzoek en Business Intelligence (OBI) 13

Nadere informatie

Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid

Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid www.qompas.nl Januari 2015 Enquêteresultaten QSK & studiekeuzetevredenheid 1 Oordeel studenten/scholieren over Qompas en tevredenheid met betrekking tot

Nadere informatie

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken.

Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. ONDERWIJSVISIE OP HO OFDLIJNEN Geachte collega s, 1 Deze brochure schetst de onderwijsvisie van onze universiteit op hoofdlijnen. De doelen die horen bij die visie kunnen we alleen samen bereiken. We

Nadere informatie

Voor meer informatie over dit onderzoek kunt u contact opnemen met Lisette van Vliet: lisette.van.vliet@eenvandaag.

Voor meer informatie over dit onderzoek kunt u contact opnemen met Lisette van Vliet: lisette.van.vliet@eenvandaag. Onderzoek Rekentoets 6 oktober 2015 Over het onderzoek Aan dit online onderzoek in samenwerking met LAKS, gehouden van 23 september tot en met 5 oktober 2015, deden 1.411 middelbare scholieren en 701 hbo

Nadere informatie

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017

Gemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017 Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515

Nadere informatie

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek

Straatintimidatie Amsterdam. Factsheet Onderzoek, Informatie en Statistiek Straatintimidatie Amsterdam Factsheet 201 Onderzoek, Informatie en Statistiek In opdracht van: Directie Openbare Orde en Veiligheid Projectnummer: 11 Beek, Eliza van der Smeets, Harry Bezoekadres: Oudezijds

Nadere informatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences Opleidingsspecifieke deel OER, 2017-2018 Opleiding / programma: Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art. 7.29 van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op het

Nadere informatie

Bindend studieadvies. Een onderzoek naar de meningen en ervaringen van eerstejaars bachelorstudenten aan de Universiteit Utrecht

Bindend studieadvies. Een onderzoek naar de meningen en ervaringen van eerstejaars bachelorstudenten aan de Universiteit Utrecht Bindend studieadvies Een onderzoek naar de meningen en ervaringen van eerstejaars bachelorstudenten aan de Universiteit Utrecht Stichting Onderwijs Evaluatie Rapport Utrecht, juli 2007 1 2 Bindend studieadvies

Nadere informatie

Zoek het uit! Studiekeuze123

Zoek het uit! Studiekeuze123 Zoek het uit! Opdrachten Studiekeuze123 Naam: Klas: Wat denk je zelf? Het maken van een studiekeuze is belangrijk, maar kan best lastig zijn. Er zijn ruim 1.700 bacheloropleidingen waaruit je kunt kiezen

Nadere informatie

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties in de architectenbranche QUICKSCAN mei 2013 Inhoud Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties 3 Resultaten 6 Bureau-intermediair I Persoonlijk urenbudget 6 Keuzebepalingen

Nadere informatie

FACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013

FACTSHEET. Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht. Platform Beleidsinformatie Mei 2013 FACTSHEET Instroom en succes in de opleiding tot leerkracht Platform Beleidsinformatie Mei 2013 Samenstelling: Pauline Thoolen (OCW/Kennis) Rozemarijn Missler (OCW/Kennis) Erik Fleur (DUO/IP) Arrian Rutten

Nadere informatie

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s.

Dit onderdeel gaat over diploma s van bekostigde opleidingen. Hierbij onderscheiden we diplomarendement en het aantal diploma s. Na vijf jaar 38 procent met hbo-diploma Onderwijs... 2 Hbo-rendement tot voor kort dalend... 3 Wo-rendement stijgt... 4 Mbo ers in Onderwijs hoger rendement dan havisten... 6 Vrouwen halen hoger rendement

Nadere informatie

Factsheet. Samenvatting

Factsheet. Samenvatting Studiesucces en uitval 2018 Deze factsheet bevat de belangrijkste ontwikkelingen in het hbo op het gebied van studiesucces, studieduur, uitval en studiewissel van voltijd bachelorstudenten uitgesplitst

Nadere informatie

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren

Rapport. Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Rapport Eigen regie en zelfredzaamheid ; een enquête onder senioren Woerden, juli 2014 Inhoudsopgave I. Omvang en samenstelling groep respondenten p. 3 II. Wat verstaan senioren onder eigen regie en zelfredzaamheid?

Nadere informatie

Van de 367 Wageningse respondenten zijn er 156 man (43%) en 211 vrouw (57%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 27 jaar.

Van de 367 Wageningse respondenten zijn er 156 man (43%) en 211 vrouw (57%). De gemiddelde leeftijd van de respondenten is 27 jaar. Resultaten NAE 2015 Samenvatting: De NAE (vroeger: WO-Monitor) is een vragenlijst die wordt afgenomen onder recent afgestudeerden (1-1,5 jaar na afstuderen) van de universiteiten in Nederland. De NAE wordt

Nadere informatie

Indeling hoger onderwijs

Indeling hoger onderwijs achelor & master Sinds enkele jaren is de structuur van het hoger onderwijs in België afgestemd op die van andere Europese landen. Hierdoor kan je makkelijker switchen tussen hogescholen en universiteiten

Nadere informatie

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour

Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour Cijfermatige achtergrondinformatie ten behoeve van Slotconferentie HO-tour In deze bijlage zijn feiten en cijfers opgenomen over het hoger onderwijs die illustratief kunnen zijn voor de discussies in de

Nadere informatie

Wat is het verschil tussen deze opleiding bij de TU Delft en die bij een andere universiteit? Nanobiology wordt uitsluitend in Delft gegeven.

Wat is het verschil tussen deze opleiding bij de TU Delft en die bij een andere universiteit? Nanobiology wordt uitsluitend in Delft gegeven. Naam opleiding: Nanobiology Toelating Is de studie moeilijk? Een studie aan de TU Delft is pittig, zorg er daarom voor dat je er aan het begin van je studie gelijk vol voor gaat. Gas terugnemen kan altijd

Nadere informatie

Instellingenonderzoek 2010 Rapport

Instellingenonderzoek 2010 Rapport Instellingenonderzoek 2010 Rapport Onderzoek uitgevoerd door Feelfinders in opdracht van SURFnet Augustus 2010 Meer informatie: www.surfnet.nl / www.feelfinders.nl 1 Inhoud Managementsamenvatting 3 Responsanalyse

Nadere informatie

Onderzoek Passend Onderwijs

Onderzoek Passend Onderwijs Rapportage Onderzoek passend onderwijs In samenwerking met: Algemeen Dagblad Contactpersoon: Ellen van Gaalen Utrecht, augustus 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Liesbeth van der Woud drs. Tanya Beliaeva

Nadere informatie

* 1. Wat is uw geslacht? Beste oud-studenten,

* 1. Wat is uw geslacht? Beste oud-studenten, Beste oud-studenten, Hogeschool de Kempel doet onderzoek naar de loopbaan van afgestudeerden. De gegevens zijn van belang om verbeteringen aan te brengen in de huidige opleiding en om de huidige studenten

Nadere informatie

Wat draagt bij aan een gelukkig pensioen? Een vergelijking tussen Nederland, België, Denemarken en Zweden

Wat draagt bij aan een gelukkig pensioen? Een vergelijking tussen Nederland, België, Denemarken en Zweden Wat draagt bij aan een gelukkig pensioen? Een vergelijking tussen Nederland, België, Denemarken en Zweden Onderzoek van GfK november 2015 Inleiding Delta Lloyd is continu bezig het pensioenbewustzijn te

Nadere informatie

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus'

Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Opzet en uitvoering onderzoek 'Motie Straus' Aansluiting mbo-opleidingen op de arbeidsmarkt gev16-0731mr/bes_alg 1 1. Inleiding Aanleiding en achtergrond onderzoek Op 14 oktober 2015 heeft Tweede Kamerlid

Nadere informatie

Schakelprogramma s. Brug of kloof tussen bachelor en master? Dit is een uitgave van het ASVA onderzoeksbureau

Schakelprogramma s. Brug of kloof tussen bachelor en master? Dit is een uitgave van het ASVA onderzoeksbureau Schakelprogramma s Brug of kloof tussen bachelor en master? Dit is een uitgave van het ASVA onderzoeksbureau Voorwoord Het onderzoeksbureau van ASVA heeft als taak om problemen in de studentenwereld te

Nadere informatie

Masterkeuze: de invloeden. Onderzoeksrapport 2

Masterkeuze: de invloeden. Onderzoeksrapport 2 Masterkeuze: de invloeden Onderzoeksrapport 2 Stichting OER 2010-2011 Mei 2011 1 Stichting Onderwijs Evaluatie Rapport Achter Sint Pieter 25, kamer W206 3512 HR Utrecht www.stichting-oer.nl info@stichting-oer.nl

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie