Vergelijking protocol monstername en nitraatanalyse bodemvochtonderzoek DSG RIVM. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vergelijking protocol monstername en nitraatanalyse bodemvochtonderzoek DSG RIVM. Onderzoek uitgevoerd in opdracht van"

Transcriptie

1 Rapport Vergelijking protocol monstername en nitraatanalyse bodemvochtonderzoek DSG RIVM Onderzoek uitgevoerd in opdracht van WML WML Limburglaan 25 Postbus BB Maastricht T I Cat. 2

2 2 van 21

3 Rapport Betreft Vergelijking protocol monstername en nitraatanalyse bodemvochtonderzoek DSG - RIVM 3 van 21 Ons kenmerk Datum Projectnummer Vergelijking protocol monstername en nitraatanalyse bodemvochtonderzoek DSG RIVM Onderzoek uitgevoerd in opdracht van WML Maastricht, COLOFON Auteur(s) Collegiale toets Datum & paraaf Frans Vaessen (WML), Ellen Kusters, (AgriConnection), Sjef Crijns (DLV Plant) Alwin Hubeek (WML) Maastricht,

4 4 van 21 Inhoud Hoofdstuk 1. Inleiding Protocol monstername en nitraatanalyse bodemvocht DSG-methode Inleiding Algemeen Percelen Bemonstering Analyse Rapportage Berekening mg NO 3 /l bodemvocht RIVM-methode Bemonstering Analyse waterkwaliteit Vergelijking protocollen Methode vergelijkingsveldonderzoek december Resultaten vergelijkingsveldonderzoek Discussie en conclusies Discussie Conclusies Aanbevelingen BIJLAGE I: ruwe data NMI-Blgg BIJLAGE II: ruwe data TNO... 21

5 Betreft Vergelijking protocol monstername en nitraatanalyse bodemvochtonderzoek DSG - RIVM 5 van 21 Ons kenmerk Datum Projectnummer 1. Inleiding Het stimuleringsbeleid van WML aangaande bescherming grondstof wordt al vanaf 1998 uitgevoerd middels werkzaamheden en projecten als Duurzaam Schoon Grondwater (DSG). Resultaten worden vooral beschreven in reductie van emissie van stikstof en bestrijdingsmiddelen door landbouwkundige activiteiten. Dit gebeurt o.a. door administratieve balansberekeningen van input en output van stikstof per landbouwbedrijf. Vanaf 2003 zijn er ook bodemvochtonderzoeken uitgevoerd om de feitelijke nitraatgehalten te bepalen van het bodemvocht (toekomstig grondwater) onder de bewortelbare zone. Daarmee kreeg WML informatie over de resultaten van de DSG-maatregelen én van de kwaliteit van het toekomstig grondwater. Naast het bodemvochtonderzoek van DSG vindt er ook bodemvochtonderzoek plaats door Provincie Limburg en RIVM. De door partijen gevolgde veld- en laboratoriumprotocollen zijn niet gelijk. Om resultaten met elkaar te kunnen vergelijken is het noodzakelijk zicht te hebben op de verschillen. Om een indicatie te krijgen van de vergelijkingswaarde van de NO 3 cijfers van de werkwijzen van RIVM en DSG is in opdracht van WML op twee percelen een vergelijkingsonderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is alleen van toepassing op lössgronden. In hoofdstuk 2 worden de standaardprotocollen van de respectievelijke onderzoekmethoden beschreven. Het betreft dan zowel veldwerk alsook de laboratoriumanalyses. In paragraaf 2.3 staan in het kort de overeenkomsten en verschillen tussen beide methoden. In hoofdstuk 3 staat de beschrijving van het uitgevoerde vergelijkingsonderzoek. Daarna volgen de hoofdstukken over de resultaten, discussie, conclusies en over de aanbevelingen.

6 6 van Protocol monstername en nitraatanalyse bodemvocht In paragraaf 2.1 wordt de door WML gehanteerde DSG-methode beschreven en in paragraaf 2.2 de door het RIVM gehanteerde methode. 2.1 DSG-methode Hieronder wordt het protocol weergegeven dat in de loop der jaren opgebouwd is tot en met is een letterlijke weergave van het in DSG gebruikte protocol. In staat de formule voor omrekening van de N-bepaling naar mg NO 3 /l bodemvocht Inleiding Binnen het project Duurzaam Schoon Grondwater wordt het nitraatgehalte in het bodemvocht gemonitord. Doel hiervan is het verloop van de nitraatgehaltes in het bodemvocht onder de wortelzone vast te stellen. Dit wordt gezien als een indicator voor de resultaten van de maatregelen zoals die binnen DSG genomen worden om te komen tot een duurzame verlaging van het nitraatgehalte in het grondwater. Binnen DSG wordt niet het bodemvocht direct bemonsterd maar wordt gewerkt met een afgeleide methode waarbij op 2 dieptes grondmonsters genomen worden die geanalyseerd worden volgens de N-mineraal methode. Door ook het vochtgehalte van het monster vast te stellen kan een berekening gemaakt worden met als resultaat het nitraatgehalte in het bodemvocht. Om een langjarige reeks op te bouwen is het noodzakelijk dat bemonstering en analyse consistent uitgevoerd worden Algemeen Monstername dient uitgevoerd te worden in de periode november-december. Monstername vindt plaats middels handboring. De genomen monsters worden dagelijks getransporteerd naar het laboratorium. Binnen 24 uur na aankomst op het laboratorium worden de analyses ingezet c.q. uitgevoerd. Alle analyses in een monster worden binnen 24 uur uitgevoerd. Percelen in hetzelfde grondwaterbeschermingsgebied worden opeenvolgend bemonsterd. Alle monsters op een perceel worden op 1 dag genomen. Wanneer, bijv. vanwege weersomstandigheden, de bemonstering afgebroken moet worden moet de reeds uitgevoerde bemonstering herhaald worden indien: Bemonstering van 1 perceel: doorlooptijd tussen tijdstip 1 e monster en laatste monster langer is dan 1 week. Bemonstering van percelen in hetzelfde grondwaterbeschermingsgebied: doorlooptijd tussen tijdstip 1 e monster en laatste monster langer is dan 3 weken. Wanneer de weersomstandigheden dusdanig zijn dat verwacht mag worden dat het nitraatgehalte in het bodemvocht of het vochtgehalte van de monsters substantieel gewijzigd is moeten reeds genomen monsters altijd herhaald worden. Weersomstandigheden waarbij dit het geval is, zijn in ieder geval de volgende: Sterke regen- of sneeuwval Meer dan 5 graden vorst Temperaturen hoger dan 20 C

7 Betreft Vergelijking protocol monstername en nitraatanalyse bodemvochtonderzoek DSG - RIVM 7 van 21 Ons kenmerk Datum Projectnummer Wanneer andere weersomstandigheden optreden waarvan hetzij de monsternemer, hetzij de opdrachtgever van mening is dat deze betrouwbare monstername niet toelaten, wordt ter plaatse in overleg besloten of monstername wel of niet doorgang kan vinden. Opdrachtgever moet op de hoogte gebracht worden van de monsternameplanning zodat percelen bezocht kunnen worden ten tijde van de monstername. Bij afwijkingen van de planning dient dit doorgegeven te worden. Wanneer monsters niet genomen kunnen worden op de gewenste plaats of diepte of in directe nabijheid daarvan, moet overleg plaats vinden met de opdrachtgever. Als contactpersonen van de opdrachtgever treden op: 1. Frans Vaessen, WML, Ellen Kusters, AgriConnection, Percelen Een lijst met te bemonsteren percelen wordt beschikbaar gesteld door de opdrachtgever. De percelen zijn gelegen in grondwaterbeschermingsgebieden in Limburg. Van ieder perceel worden de XY-coördinaten beschikbaar gesteld, dit betreft de coördinaten van het midden van het perceel. Indien de percelen al eerder bemonsterd zijn voor dit doel worden ook de XY-coördinaten van de monsterpunten beschikbaar gesteld. XY-coördinaten worden weergegeven in meters. Het gebruikte coördinatenstelsel is RDSnew. Perceelseigenaren (of pachters) hebben toestemming gegeven om het perceel te bemonsteren. Op het moment dat de bemonstering uitgevoerd wordt dient de perceeleigenaar geïnformeerd te worden. Een lijst met perceelseigenaren en bijbehorende contactgegevens wordt beschikbaar gesteld. Bemonsterde percelen dienen achter gelaten te worden in de staat waarin ze aangetroffen zijn. Dus geen spoorvorming, geen beschadiging, geen verstoring vee, etc. Het boorgat dient weer gevuld te worden met het uitgekomen bodemmateriaal Bemonstering Op ieder te bemonsteren perceel wordt op 2 punten een monsterpunt gekozen. De monsterpunten bevinden zich verspreid op het perceel op een representatieve plek. Deze monsterpunten dienen vastgelegd te worden middels XY-coördinaten en zo mogelijk aan te sluiten bij de eerder uitgevoerde bemonsteringen, tenzij anders aangegeven. Per monsterpunt wordt een monster genomen op 150 cm en 250 cm beneden maaiveld. Deze dieptes geven de onderkant van het monster aan. In alle gevallen geldt dat bemonstering boven het grondwaterniveau plaats moet vinden. Wanneer dat voor de diepste monsters niet mogelijk is dient, in plaats van een grondmonster, een watermonster van het bovenste grondwater genomen te worden. Dit moet dan duidelijk gerapporteerd worden. Per perceel worden dus 4 monsters verkregen. In verband met de kans op beschadigingen aan leidingen is het niet toegestaan de bemonstering mechanisch aangedreven uit te voeren. Monsternemer is ten allen tijde verantwoordelijk voor aangebrachte schade.

8 8 van 21 Per monster dient minimaal 200 ml ongeroerd monstermateriaal verzameld te worden. Dit ongeroerde monster dient te worden genomen met de Eijkelkamp grondmonstersteekset (04.16) of vergelijkbare apparatuur. De monsters dienen te worden verpakt en verstuurd in de steekbussen met bijhorende deksels. Er mag na monstername geen wijziging in het vochtgehalte optreden. De grondmonstersteekbussen met deksels worden beschikbaar gesteld en dienen na gebruik weer geretourneerd te worden aan opdrachtgever Analyse Aan ieder monster worden ten minste de volgende bepalingen uitgevoerd: vochtgehalte, ammonium-n, Nitraat-N en inweeggewicht van de nitraatanalyse. Het vochtgehalte wordt vastgesteld aan 50 cc grond door vastlegging van het leeggewicht van de pot, gewicht voor drogen van 50cc grond plus pot en gewicht na drogen van grond plus pot. Gewichten worden weergegeven in gram. Drogen bij 105 C tot constante massa. De te hanteren analysemethode voor de overige bepalingen betreft extractie van het verse grondmonster met 0.01 M CaCl 2 (1:2 volume / volume verhouding). Hierbij wordt 0,1 liter extractiemiddel aangevuld met grond tot een volume van 0,150 liter verkregen is. De massa van deze 50 ml grond wordt aangeduid als inweeggewicht. De extractie wordt uitgevoerd in een potje van 180 ml. Het inweeggewicht wordt vastgesteld door pot + extractiemiddel te wegen voor toevoeging van grond en weging van pot + extractiemiddel + 50 ml grond. Het verschil tussen beide is het inweeggewicht. Vervolgens wordt 60 minuten geschud op een schudmachine met een instelling van 200 min-1. Na het schudden staat de pot (of erlenmeyer) een nacht gekoeld om de vaste delen te laten bezinken. Dan wordt alles gefiltreerd en geanalyseerd. Het nitraatgehalte wordt vastgesteld in mg N-NO 3 /l. Tevens wordt het ammoniumgehalte bepaald. Voor een beperkt aantal percelen moet ook het zwavel- en kaligehalte bepaald worden. Deze gehaltes worden aanvullend bepaald aan de ammonium- en nitraatcijfers, dus in hetzelfde extract. Rapportage van vochtgehalte in %, ammonium-n en nitraat-n in mg/l, inweeggewicht in gram. Behalve deze gegevens worden ook de afzonderlijke gewichten, vastgelegd bij de vochtbepaling, gerapporteerd. Uiteraard worden ook de cijfers van de aanvullende bepalingen gerapporteerd.

9 Betreft Vergelijking protocol monstername en nitraatanalyse bodemvochtonderzoek DSG - RIVM 9 van 21 Ons kenmerk Datum Projectnummer Rapportage Rapportage wordt digitaal aangeleverd in Excel. De te rapporteren gegevens zijn bij de verschillende onderdelen aangeven. Hieronder volgt een samenvatting: Profielbeschrijving per perceel volgens bijgevoegd format Bemonstering: o WML monsterpuntcode o XY coördinaten monsterpunten o Monsternamedatum o Monsterbuscode Analyse: o WML monsterpuntcode o Monsterbuscode o Monstercode laboratorium (bijv. onderzoeknr.) o Ontvangstdatum laboratorium o Analysedatum per bepaling o Vocht in % per monster o Afzonderlijke gewichten t.b.v. vochtbepaling in grammen o Ammonium-N in mg N/l extract o Nitraat-N in mg N/l extract o Zwavel en kali in mg/l extract (indien van toepassing) o Inweeggewicht in gram Berekening mg NO 3 /l bodemvocht De laboratoriumanalyse bepaalt het ammonium-n en het nitraat-n gehalte. Bij de DSG-methode wordt het nitraatgehalte in het bodemvocht berekend door het nitraatgehalte gemeten in het extract te combineren met het vochtgehalte en het inweeggewicht. De formule die voor deze berekening gebruikt wordt is: NO 3bodemvocht = inweeg vocht massa extractiemiddel inweeg vocht 100 N NO 3extract molecuulgewicht NO 3

10 10 van RIVM-methode In tot wordt de RIVM-methode weergegeven. De geplaatste teksten zijn een letterlijke weergave van de beschrijvingen in het vermeldde rapport en op de vermeldde websites Bemonstering Bron: Waterkwaliteit op Koeien en Kansen bedrijven, Resultaten van tien jaar bemonstering RIVM rapport / Op K&K-bedrijven wordt (indien aanwezig) zowel drain- als grondwater en slootwater bemonsterd. Tabel 2-1: Aantal monsterpunten op de bedrijven in het project Koeien & Kansen per watertype per bedrijf per regio. Regio Periode Grondwater Bodemvocht Drainwater Slootwater 1 Indien grondwater niet Zomer 48 mogelijk: Sinds 2008, max. 8 3 Zand Klei Winter - - Indien gedraineerd: 16 Zomer Tot en met 2004: Sinds 2008, max. 8 3 Winter Na 2004: Max 8 Sinds 2008, max. Zomer Veen Indien gedraineerd: Winter 16 Max Löss Najaar Indien de bemonstering moeizaam verloopt, bijvoorbeeld doordat er leemlagen aanwezig zijn, zijn er zestien monsters genomen. 2 Indien het grondwater te diep staat (meer dan 5 m beneden het maaiveld), in sommige gevallen is ook bodemvocht bemonsterd als er leemlagen aanwezig zijn. 3 Vanwege de korte meetreeks zijn de resultaten hiervan niet in dit rapport opgenomen Bodemvochtbemonstering Strategie Op bedrijven waar het grondwater te laag staat om te bemonsteren zijn monsters van het bodemvocht genomen. Dit is het geval in de Lössregio, maar in de andere regio s ook op bedrijven met leemlagen of lage grondwaterstand. De monsterpunten worden over het bedrijf verdeeld naar de grootte van de percelen. De locatie van de punten op de percelen is willekeurig gekozen. Wijze van bemonstering Handmatig is met een Edelmanboor een traject van cm beneden het maaiveld bemonsterd. Per 10 centimeter is materiaal uit de boorkern apart opgevangen. Hierna is vanuit ieder bakje eenzelfde hoeveelheid bodemmateriaal genomen, dat verdeeld is over een individueel monster van het betreffende punt en een mengmonster van acht monsterpunten. In het veld worden de luchttemperatuur, het boortraject en de weersgesteldheid bepaald.

11 Betreft Vergelijking protocol monstername en nitraatanalyse bodemvochtonderzoek DSG - RIVM 11 van 21 Ons kenmerk Datum Projectnummer Voorbehandeling en analyses De grondmonsters worden vervolgens in het laboratorium gecentrifugeerd, gemengd naar vier mengmonsters en geanalyseerd zoals beschreven in paragraaf 2.2. Bij bodemvochtbemonstering worden geen veldanalyses gedaan. Bron: Regionale_aanpak/Lössregio Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid Lössregio Informatie over de monsterneming in de lössregio. Grondwater vaak erg diep in de lössregio Op lössgrond, maar ook droge zandgrond zit het grondwater vaak dieper dan vijf meter onder het maaiveld. In dat geval is het niet mogelijk om het grondwater op een eenvoudige manier op te pompen. Ook het boren zou erg veel tijd in beslag nemen. Bij grondwaterstanden dieper dan vijf meter wordt daarom het bodemvocht bemonsterd. Van het veldwerk in de lössregio is een video beschikbaar (zie website) Bodemvocht: boren en grond verzamelen Voor het bodemvocht bemonsteren we met een Edelmanboor een traject van cm beneden maaiveld. De grondmonsters worden gekoeld getransporteerd naar het analyselaboratorium van het RIVM in Bilthoven. Hier wordt de verzamelde grond overgebracht in buizen en gecentrifugeerd. Het aangehechte grondwater wordt uit de grond geslingerd, opgevangen en vervolgens geanalyseerd op diverse componenten, waaronder nitraat, fosfaat en zware metalen. De weersgesteldheid is van invloed op de monstername van bodemvocht. Bij regen worden de boorkernen nat en treedt er verdunning op. Bij felle zon is er grote kans op verdamping van het bodemvocht. Om hier zo min mogelijk last van te hebben bemonsteren we in de periode oktober tot en met december.

12 12 van 21 Bron: Monsternemingsmethoden/Bodemvocht Dit type bemonstering vindt met name plaats in de Lössregio waar de grondwaterstand laag is. Bodemvocht: boren en grond verzamelen Handmatig wordt met een Edelmanboor een traject van cm beneden maaiveld bemonsterd. Hiermee bemonsteren we het water dat recent uit de wortelzone is gespoeld. De boorkernen van steeds circa 15 cm vangen we op in tien plastic bakjes, zie de foto rechts. Uit deze bakjes scheppen we steeds een deelmonster in een glazen pot. De glazen pot bevat dus het mengmonster van het betreffende monsterpunt. Van de bemonstering in de Lössregio is een video gemaakt. (zie website). Centrifugeren en analyseren

13 Betreft Vergelijking protocol monstername en nitraatanalyse bodemvochtonderzoek DSG - RIVM 13 van 21 Ons kenmerk Datum Projectnummer De grondmonsters worden gekoeld getransporteerd naar het analyselaboratorium van het RIVM in Bilthoven. Hier wordt de verzamelde grond overgebracht in buizen en gecentrifugeerd, zie de foto rechts. Het aangehechte grondwater wordt uit de grond geslingerd, opgevangen en vervolgens geanalyseerd op diverse componenten, waaronder nitraat, fosfaat en zware metalen. Weersgesteldheid De weersgesteldheid is van invloed op de monstername van bodemvocht. Bij regen worden de boorkernen nat en treedt er verdunning op. Bij felle zon is er grote kans op verdamping van het bodemvocht. Om hier zo min mogelijk last van te hebben bemonsteren we in de periode oktober tot en met december Analyse waterkwaliteit Bron: Laboratoriumanalyses Laboratoriumanalyses Per bedrijf worden per ronde 1 tot 4 mengmonsters gemaakt en vervolgens geanalyseerd op een groot aantal componenten zoals algemene parameters, nutriënten en metalen. De grondwater(meng)monsters worden geanalyseerd in het analytisch chemisch laboratorium van het RIVM. De geanalyseerde parameters zijn: Algemene paramaters: elektrische geleidbaarheid (EC), zuurgraad (ph) en opgeloste organische stoffen (DOC); Stikstof componenten: nitraat (NO 3 ), ammonium (NH 4 ), en totaal stikstof (N-totaal); Fosfor componenten: ortho-fosfaat en totaal-fosfor (P-totaal); Macro-elementen: Natrium (Na), Kalium (K), Magnesium (Mg), Calcium (Ca), Sulfaat (SO 4 ), Chloor (Cl); Spoorelementen: IJzer (Fe), Arseen (As), Cadmium (Cd), Koper (Cu), Chroom (Cr), Mangaan (Mn), Nikkel (Ni), Lood (Pb), Zink (Zn)

14 14 van Vergelijking protocollen Tabel 1: Korte beschrijving van overeenkomsten en verschillen DSG RIVM Periode van monstername November - december Oktober - december Boorgat tot monsterdiepte Edelmannboor Edelmannboor Diepte van de monstername 150 cm én 250cm Traject van 150cm 300cm onder maaiveld Locatie verschillende diepten Doorboren in zelfde gat Doorboren in zelfde gat Aantal boringen 2 per gekozen perceel 16 of 48 1 per gekozen bedrijf Aantal monsters 4 per gekozen perceel 16 per gekozen bedrijf plus 1 tot 4 extra bedrijfsmengmonsters Blootstelling aan lucht tijdens ophalen monstermateriaal Nee Ja. Bodemmateriaal wordt van Edelmannboor gesneden Bewaring in veld i.v.m. maken Nee Ja. In plastic bakjes mengmonster Roering van monstermateriaal Nee Ja. Afhankelijk van wijze van verzamelen deelmonsters Feitelijke verzameling Steekbussen Deelmonsters in glazen pot monstermateriaal Luchtcontact tijdens opslag Nee. Steekbussen zijn afgedopt Ja. Tenzij glazen pot geheel volgepropt is met monstermateriaal Opslag tot transport Gekoeld Gekoeld Transport naar laboratorium Gekoeld Gekoeld Bepaling vochtgehalte Ja. Direct uit steekbus Voorbehandeling Extractie met 0.01 M CaCl 2, schudden, bezinken, filtreren Ultracentrifuge Analyse Ammonium-N en nitraat-n in mg/l extract, % vocht, inweeggewicht 1 in de verschillende RIVM bronnen worden verschillende aantallen genoemd Ammonium-N en nitraat-n in mg/l bodemvocht én diverse ander parameters

15 Betreft Vergelijking protocol monstername en nitraatanalyse bodemvochtonderzoek DSG - RIVM 15 van 21 Ons kenmerk Datum Projectnummer 3. Methode vergelijkingsveldonderzoek december 2013 In dit vergelijkingsonderzoek zijn beide protocollen naast elkaar gevolgd. Dit is op 2 percelen uitgevoerd; de percelen zijn geselecteerd op basis van de resultaten van het reguliere DSG nitraatbodemvochtonderzoek Er is 1 perceel met relatief hoge nitraatgehaltes geselecteerd en 1 perceel met zeer lage gehaltes. In de gekozen twee percelen zijn op één dag op dezelfde locaties zowel bodemmonsters volgens DSG-protocol als ook bodemmonsters volgens RIVM-protocol genomen. In tegenstelling tot het normale DSG-protocol is op vier punten geboord in plaats van twee. Deze zelfde vier boorpunten zijn gebruikt voor monstername volgens RIVM-protocol. Dit is afwijkend van de normale monsterpuntkeuze in het RIVM-protocol. Daarnaast is bij de helft van de boringen binnen een afstand van minder dan 1m van bovengenoemde boringen nog een extra boring geplaatst. Uit een diepte van cm onder maaiveld is er 1,5 2 liter bodemmateriaal opgehaald. Dit bodemmateriaal is direct in een 10l emmer gedeponeerd en is hierin handmatig met troffel intensief gemengd. De kleine helft van dit mengsel is door middel van steken met de steekbus in een steekbus geperst en met het andere deel is direct hierna een glazen pot (1liter) gevuld. Deze steekbussen en potten zijn met alle andere bodemmonsters naar de respectievelijke laboratoria vervoerd. Beide laboratoria hebben het standaardprotocol gevolgd.

16 16 van Resultaten vergelijkingsveldonderzoek De resultaten die op deze manier verkregen zijn, zijn weergegeven in tabel 2 en 3. In alle gevallen is het nitraatgehalte in het bodemvocht volgens de RIVM methode hoger dan de resultaten verkregen volgens de DSG-methode. Dit geldt zowel voor de cijfers verkregen wanneer bemonstering en analyse volgens protocol uitgevoerd wordt als ook voor de cijfers verkregen wanneer alleen verschil gemaakt wordt in extractie- en analysemethode (tabel 3). Tabel 2: Nitraatgehalte bodemvocht in mg NO 3 /l per monster Perceel Boorpunt DSG methode 150 cm -/- mv 250 cm -/- mv RIVM methode * * 8 * * 10 * * 8 * 18 * Nitraatanalyse onder detectielimiet; nitraatgehalte in bodemvocht berekend met 0.5*detectielimiet Tabel 3: Nitraatgehalte in bodemvocht in mg NO 3 /l mengmonsters Perceel Boorpunt mengmonster DSG methode RIVM methode 1 1a a a a 7 * 15 * Nitraatanalyse onder detectielimiet; nitraatgehalte in bodemvocht berekend met 0.5*detectielimiet

17 Betreft Vergelijking protocol monstername en nitraatanalyse bodemvochtonderzoek DSG - RIVM 17 van 21 Ons kenmerk Datum Projectnummer 5. Discussie en conclusies 5.1 Discussie In alle gevallen is het nitraatgehalte in het bodemvocht volgens de RIVM methode hoger dan de resultaten verkregen volgens de DSG-methode. Aangezien de hier gevonden verschillen allemaal in dezelfde richting wijzen kan gesteld worden dat er sprake is van een trend. Mogelijke oorzaken voor dit verschil zijn: 1. Het verschil in de behandeling van de monsters direct na monstername, in het veld. Bij de DSG-methode treedt door het gebruik van steekbussen geen wijziging in het vochtgehalte meer op, het monster zit opgesloten in de steekbus en wordt gekoeld vervoerd naar het laboratorium. Bij de RIVM-methode worden de monsters in het veld in bakjes gedaan, vervolgens wordt uit ieder bakje een hoeveelheid materiaal genomen en bij elkaar gevoegd tot mengmonster. Gedurende deze periode is het monstermateriaal blootgesteld aan de omgeving en kan uitdroging optreden. Verdroging leidt tot verhoging van de nitraatconcentratie. 2. Opslag van het monstermateriaal in het laboratorium. Onbekend is of de RIVM monsters bij aankomst in het laboratorium direct in behandeling genomen worden zoals wel het geval is bij de DSG monsters. In 2013 is bij het DSG bodemvochtonderzoek van een serie monsters het vochtgehalte 2 maal bepaald; de eerste keer direct na aankomst in het laboratorium en na enige weken nogmaals. In de tussenliggende tijd waren de monsters onder geconditioneerde omstandigheden opgeslagen. Desondanks waren er, soms grote, verschuivingen in de vochtgehaltes van de monsters opgetreden. Bij heranalyse werden tot 18% lagere vochtgehaltes gemeten. Het aanwezige nitraat is dan opgelost in minder bodemvocht en is dan dus aanwezig in een hogere concentratie. 3. Verschillen in de wijze van voorbehandeling Bij de RIVM methode wordt het bodemvocht uit het monster geslingerd middels ultracentrifuge. De DSG methode maakt gebruikt van extractie met een zwak extractiemiddel. De veronderstelling hierbij is dat op deze manier het in het monster aanwezige bodemvocht vervangen wordt door de overmaat aan extractiemiddel. Het in het bodemvocht aanwezige nitraat is de nitraatvoorraad die uitspoelbaar is. Wanneer bij ultracentrifuge meer nitraat uit het monster gehaald wordt dan zou dat kunnen betekenen dat ook een deel van de hoeveelheid gebonden nitraat gemeten wordt.

18 18 van 21 Op basis van dit onderzoek is niet aan te geven of er nog meer oorzaken zijn voor de gevonden verschillen. Ook kan niet aangegeven worden welke van de mogelijke oorzaken de grootste invloed heeft. Er kan uiteraard ook sprake zijn van een combinatie van oorzaken. 5.2 Conclusies Het nitraatgehalte in het bodemvocht is volgens de RIVM-methode in alle gevallen hoger dan volgens de DSG-methode Oorzaken van de hogere gehalten bij de RIVM-methode kunnen zijn de bemonsteringsmethodiek, doorlooptijd en opslag in het laboratorium, extractiemethodiek, of een combinatie daarvan Op basis van dit onderzoek kan niet aangegeven worden welke methode de beste voorspeller is voor de hoeveelheid nitraat die uit kan spoelen naar het grondwater

19 Betreft Vergelijking protocol monstername en nitraatanalyse bodemvochtonderzoek DSG - RIVM 19 van 21 Ons kenmerk Datum Projectnummer 6. Aanbevelingen Dat er verschillen bestaan in beide methoden is duidelijk. Van belang is dat de beste methode gebruikt wordt om de hoeveelheid uitspoelbaar nitraat vast te stellen. Dit is van belang voor alle stakeholders. Om verdere conclusies te kunnen trekken over de vergelijkbaarheid van nitraatgehalten in het bodemvocht als resultaat van de verschillende meetnetten is uitgebreider onderzoek noodzakelijk. In dit onderzoek is de DSG methode vergeleken met de RIVM methode, het is aan te bevelen om ook de methode van het provinciaal meetnet hierbij te betrekken. Op basis van dit onderzoek kan niet aangegeven worden welke methode de beste is voor voorspelling van het nitraatgehalte dat daadwerkelijk terecht komt in het (jonge) grondwater. Het is aan te bevelen om een kennisbijeenkomst te beleggen met deskundigen op dit gebied.

20 20 van 21 BIJLAGE I: ruwe data NMI-Blgg

21 Betreft Vergelijking protocol monstername en nitraatanalyse bodemvochtonderzoek DSG - RIVM 21 van 21 Ons kenmerk Datum Projectnummer BIJLAGE II: ruwe data TNO

HET NEMEN, VERPAKKEN EN CONSERVEREN VAN GRONDMONSTERS

HET NEMEN, VERPAKKEN EN CONSERVEREN VAN GRONDMONSTERS 5 10 Protocol 2010 15 HET NEMEN, VERPAKKEN EN CONSERVEREN VAN GRONDMONSTERS 20 25 30 35 40 45 Versie 2.0, 27-9-2001 Pagina 1 van 8 Inhoud 50 1 PLAATS VAN DIT PROTOCOL IN HET KWALITEITSZORGSYSTEEM...3 1.1

Nadere informatie

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van nitraatstikstof

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van nitraatstikstof - Bemonsterings- en analysehodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van nitraatstikstof VERSIE 3.1 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/04 1 PRINIPE Voor de bepaling van nitraatstikstof

Nadere informatie

Advies over de ecologische risicoevaluatie. gegevens betreffende een grond langsheen het kanaal Gent-Brugge te Lovendegem

Advies over de ecologische risicoevaluatie. gegevens betreffende een grond langsheen het kanaal Gent-Brugge te Lovendegem Advies over de ecologische risicoevaluatie op basis van nieuwe gegevens betreffende een grond langsheen het kanaal Gent-Brugge te Lovendegem Adviesnummer: INBO.A.3439 Datum advisering: 18 mei 2016 Auteur(s):

Nadere informatie

Plantsapmeting ter bevordering van vitaliteit van de planten

Plantsapmeting ter bevordering van vitaliteit van de planten Plantsapmeting ter bevordering van vitaliteit van de planten Grip op voeding Plantsapmetingen vs wateranalyses Sjoerd Smits, HortiNova Joan Timmermans NovaCropControl HortiNova, NovaCropControl Stephan

Nadere informatie

LMM e-nieuws 9. Inhoud. Modelleren van grondwateraanvulling. Neerslag vult vanaf de herfst het grondwater aan

LMM e-nieuws 9. Inhoud. Modelleren van grondwateraanvulling. Neerslag vult vanaf de herfst het grondwater aan LMM e-nieuws 9 Juli 2009 Heruitgave november 2017 Inhoud Modelleren van grondwateraanvulling - Astrid Vrijhoef, RIVM Greppelwaterbemonstering in de veenregio - Arno Hooijboer, RIVM Ook de Engelsen meten

Nadere informatie

Tabel 1 van 2. Organische parameters - overig Q chemisch zuurstofverbruik (CZV) mg/l

Tabel 1 van 2. Organische parameters - overig Q chemisch zuurstofverbruik (CZV) mg/l Tabel 1 van 2 Monsterreferenties monster-1 = uw monsterreferentie nr. 1 monster-2 = uw monsterreferentie nr. 2 monster-3 = uw monsterreferentie nr. 3 Opgegeven bemonsteringsdatum : Onbekend Onbekend Onbekend

Nadere informatie

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof VERSIE 3.0 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/12 1 PRINCIPE Het

Nadere informatie

2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS CONCEPT

2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS CONCEPT Bladnr. 1 van 6 2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS Bladnr. 2 van 6 PAR 01 TEKENINGEN... 02 PEILEN EN HOOFDAFMETINGEN... 03 KWALITEITSBORGING Bij het opstellen van een kwaliteitsplan, zoals bedoeld in

Nadere informatie

KPS_0120_GWL_2. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken

KPS_0120_GWL_2. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Duin- en kreekgebieden Oostvlaamse polders Kust- en Poldersysteem Schelde Karakteristieken

Nadere informatie

CVS_0400_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken

CVS_0400_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Oligoceen Aquifersysteem (gespannen) Centraal Vlaams Systeem Schelde Karakteristieken

Nadere informatie

MS_0100_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken. Quartair Aquifersysteem Maassysteem Maas.

MS_0100_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken. Quartair Aquifersysteem Maassysteem Maas. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Quartair Aquifersysteem Maassysteem Maas Karakteristieken oppervlakte (km²) 876

Nadere informatie

Grip op voeding Plantsapme*ngen vs wateranalyses

Grip op voeding Plantsapme*ngen vs wateranalyses Grip op voeding Plantsapme*ngen vs wateranalyses Landelijke Glasgroente dag De toekomst van de tuinbouw Sjoerd Smits, HortiNova Joan Timmermans NovaCropControl Even voorstellen Sinds 003 bezig met plantsapmengen

Nadere informatie

Van den Herik Sliedrecht T.a.v. de heer A. Koppelaar Postbus AD Sliedrecht. Bergen op Zoom, 31 januari Geachte heer Koppelaar,

Van den Herik Sliedrecht T.a.v. de heer A. Koppelaar Postbus AD Sliedrecht. Bergen op Zoom, 31 januari Geachte heer Koppelaar, Van den Herik Sliedrecht T.a.v. de heer A. Koppelaar Postbus 191 3360 AD Sliedrecht Bergen op Zoom, 31 januari 2018 Onze referentie Uw referentie : 16085X4/br01/JSC : T-2 situatie zeewaterkwaliteit Waddenzee

Nadere informatie

Van den Herik Sliedrecht T.a.v. de heer A. Koppelaar Postbus AD Sliedrecht. Bergen op Zoom, 27 september Geachte heer Koppelaar,

Van den Herik Sliedrecht T.a.v. de heer A. Koppelaar Postbus AD Sliedrecht. Bergen op Zoom, 27 september Geachte heer Koppelaar, Van den Herik Sliedrecht T.a.v. de heer A. Koppelaar Postbus 191 3360 AD Sliedrecht Bergen op Zoom, 27 september 2018 Onze referentie Uw referentie : 16085X5/br01/AKA : T-3 situatie zeewaterkwaliteit Waddenzee

Nadere informatie

CVS_0160_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken

CVS_0160_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Pleistocene Afzettingen (freatisch) Centraal Vlaams Systeem Schelde Karakteristieken

Nadere informatie

LMM e-nieuws 2. Inhoudsopgave. Monsternemingen: regioverschillen. Oktober 2007 Heruitgave december 2017

LMM e-nieuws 2. Inhoudsopgave. Monsternemingen: regioverschillen. Oktober 2007 Heruitgave december 2017 LMM e-nieuws 2 Oktober 2007 Heruitgave december 2017 Inhoudsopgave Monsternemingen: regioverschillen.- Niels Masselink, RIVM Gezamenlijke LMM-dag RIVM en LEI - Manon Zwart (RIVM), Joan Reijs (LEI) Meten

Nadere informatie

Kanzi&appels& Gelderland,&2013& Resultaten)

Kanzi&appels& Gelderland,&2013& Resultaten) Kanzi&appels& Gelderland,&2013& Deondernemerheefteengangbareteelt.Zijnfocusbijdedemowastekijkenof hijdegewassengezonderenweerbaarderkankrijgen. Vanwegeintensiefspuitenmetgewasbeschermingsmiddeleniservoorgekozen

Nadere informatie

LMM e-nieuws 12. Inhoud. Inleiding. Geen seizoenseffecten op nitraat- en anorganisch fosforconcentraties in het grondwater.

LMM e-nieuws 12. Inhoud. Inleiding. Geen seizoenseffecten op nitraat- en anorganisch fosforconcentraties in het grondwater. LMM e-nieuws 12 April 2010 Heruitgave november 2017 Inhoud Inleiding Geen seizoenseffecten op nitraat- en anorganisch fosforconcentraties in het grondwater - Eke Buis, RIVM Evaluatie van het LMM-programma

Nadere informatie

SS_1300_GWL_4. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken

SS_1300_GWL_4. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Sokkel+Krijt Aquifersysteem (gespannen deel) Sokkelsysteem Schelde Karakteristieken

Nadere informatie

Bijeenkomst PN DA. Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV

Bijeenkomst PN DA. Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV Bijeenkomst PN DA Jongenelen oktober 2013 Hans Smeets. Adviseur DLV plant BV Waarom een grondanalyse? Inzicht krijgen in de beschikbare voeding voor de plant; Hoofdelementen; Sporenelementen; ph van de

Nadere informatie

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14

1 Voedingselementen Voedingselementen Zuurgraad Elektrische geleidbaarheid (EC) Afsluiting 14 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Voedingselementen 9 1.1 Voedingselementen 9 1.2 Zuurgraad 12 1.3 Elektrische geleidbaarheid (EC) 13 1.4 Afsluiting 14 2 Kunstmeststoffen 15 2.1 Indeling kunstmeststoffen

Nadere informatie

2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS CONCEPT

2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS CONCEPT Bladnr. 1 van 6 2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS Bladnr. 2 van 6 PAR 01 TEKENINGEN... 02 PEILEN EN HOOFDAFMETINGEN... 03 KWALITEITSBORGING Bij het opstellen van een kwaliteitsplan, zoals bedoeld in

Nadere informatie

KEURING KUNSTGRASVELDEN. Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag.

KEURING KUNSTGRASVELDEN. Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag. KEURING KUNSTGRASVELDEN Uitloging zink in het drainage water en de drainage laag. eindrapport Opdrachtgever / Client RecyBEM B.V. t.a.v. de heer drs. C. van Oostenrijk Postbus 418 2260 AK LEIDSCHENDAM

Nadere informatie

LMM e-nieuws 16. Inhoud. Inleiding. Het nieuwe LMM-programma vanaf Bezuinigingen. Het nieuwe LMM. Februari 2011 Heruitgave augustus 2018

LMM e-nieuws 16. Inhoud. Inleiding. Het nieuwe LMM-programma vanaf Bezuinigingen. Het nieuwe LMM. Februari 2011 Heruitgave augustus 2018 LMM e-nieuws 16 Februari 2011 Heruitgave augustus 2018 Inhoud Inleiding Het nieuwe LMM-programma vanaf 2011 Nieuwe ontwikkelingen: drainmetingen met SorbiCells Waarom op 16 punten en niet meer of minder?

Nadere informatie

1 Vul de gegevens van de aanvrager, leverancier, producent en importeur van de te toetsen stof in. Vul de gegevens van de aanvrager in.

1 Vul de gegevens van de aanvrager, leverancier, producent en importeur van de te toetsen stof in. Vul de gegevens van de aanvrager in. Voorblad Voorstel afval- of reststof bestemd voor toepassing als meststof of grondstof voor meststofproductie opnemen in Bijlage Aa Vul de vragen in. Gebruik hierbij het Protocol Beoordeling Stoffen Meststoffenwet

Nadere informatie

/~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol

/~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol /~T 4r( Ol S O PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS ' hxt Onderzoek naar de optimale EC van de voedingsoplossing voor de teelt van komkommers in steenwol W. Voogt Naaldwijk, augustus 1980 Intern verslag

Nadere informatie

CONSERVERING EN RECIPIËNTEN

CONSERVERING EN RECIPIËNTEN 1 INLEIDING CONSERVERING EN RECIPIËNTEN Deze procedure vervangt de procedures CMA/1/B van januari 2005. Monsters kunnen tengevolge van fysische, chemische of biologische reacties wijzigingen ondergaan,

Nadere informatie

Grip op voeding. Plantsapmetingen, NovaCropControl. Plantsapmetingen vs wateranalyses. 3 oktober 2012. 1

Grip op voeding. Plantsapmetingen, NovaCropControl. Plantsapmetingen vs wateranalyses. 3 oktober 2012. 1 Even voorstellen Grip op voeding Plantsapmetingen vs wateranalyses 3 oktober 2012 Joan Timmermans NovaCropControl Sinds 2003 bezig met plantsapmetingen in aardbei en vollegrondsgroente Brix, Ec, ph, Nitraat,

Nadere informatie

2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS CONCEPT

2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS CONCEPT Bladnr. 1 van 7 2. BESCHRIJVING 2.1 ALGEMENE GEGEVENS Bladnr. 2 van 7 PAR 01 TEKENINGEN... 02 PEILEN EN HOOFDAFMETINGEN... 03 KWALITEITSBORGING Bij het opstellen van een kwaliteitsplan, zoals bedoeld in

Nadere informatie

Versie 03 Datum van toepassing 2014-04-28

Versie 03 Datum van toepassing 2014-04-28 Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Bestuur Laboratoria I-MET-FLVVT-055 I-MET-FLVVT-055 BEPALING VAN RUW VET IN DIERENVOEDERS Versie 03 Datum van toepassing 2014-04-28 Opgesteld

Nadere informatie

Het gebruik van salpeterzuur bij druppelbevloeiing. bij de teelt van paprika's in grond. A.L. v.d. Bos. Naaldwijk 1TZ 1*60^

Het gebruik van salpeterzuur bij druppelbevloeiing. bij de teelt van paprika's in grond. A.L. v.d. Bos. Naaldwijk 1TZ 1*60^ y Het gebruik van salpeterzuur bij druppelbevloeiing bij de teelt van paprika's in grond. A.L. v.d. Bos Naaldwijk december 1984 Intern verslag no. 1TZ 1*60^ Inhoud Inieiding Bemonstering Voed ingsoplossingen

Nadere informatie

Invloed aswolk van de vulkaanuitbarsting in IJsland op de concentraties van sulfaat, fluoride en (zware) metalen in regenwater

Invloed aswolk van de vulkaanuitbarsting in IJsland op de concentraties van sulfaat, fluoride en (zware) metalen in regenwater Invloed aswolk van de vulkaanuitbarsting in IJsland op de concentraties van sulfaat, fluoride en (zware) metalen in regenwater Eric van der Swaluw & Hans Verboom, Centrum voor Milieu Monitoring (CMM),

Nadere informatie

Omgekeerde osmose installatie

Omgekeerde osmose installatie Omgekeerde osmose installatie Categorie: Waterwaarden en filtratie Voor veel aquarianen is osmosewater een begrip, waar mythische krachten aan worden verbonden. Voor een ander is het kweekwater met een

Nadere informatie

K (S3. civ60 PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK

K (S3. civ60 PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK Bibliotheek Proefstation Naaldwijk ß. 2. K (S3 civ60 PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK WATER-, DTPA- EN AMMONIUMACETAAT-EXTRACT VOOR HET BEPALEN VAN DE BESCHIKBAARHEID VAN MANGAAN IN POTGROND

Nadere informatie

MONSTERVOORBEREIDING

MONSTERVOORBEREIDING MONSTERVOORBEREIDING Water/Substraat/Grond analyse INHOUD Inleiding... 2 Glastuinbouw... 2 Vollegronds groenteteelt/ akkerbouw... 2 ph... 2 Analyse... 3 Bemonsteren... 3 Water... 3 Kunstmatige substraten...

Nadere informatie

AL-West B.V. ANALYSERAPPORT. TEC NV Nele Claeys INDUSTRIEPARK ROSTEYNE ZELZATE BELGIQUE. Geachte heer, mevrouw,

AL-West B.V. ANALYSERAPPORT. TEC NV Nele Claeys INDUSTRIEPARK ROSTEYNE ZELZATE BELGIQUE. Geachte heer, mevrouw, TEC NV Nele Claeys INDUSTRIEPARK ROSTEYNE 1 9060 ZELZATE BELGIQUE Datum Relatienr Opdrachtnr. 27.01.2017 35004683 634261 ANALYSERAPPORT Opdracht 634261 Bodem / Eluaat Opdrachtgever Uw referentie Opdrachtacceptatie

Nadere informatie

Ionenbalans. Ministerieel besluit van 4 maart Belgisch Staatsblad van 25 maart 2016

Ionenbalans.   Ministerieel besluit van 4 maart Belgisch Staatsblad van 25 maart 2016 Compendium voor monsterneming en analyse in uitvoering van het Materialendecreet en het Bodemdecreet Versie december 2006 CMA/7/A.4 ontwerp INHOUD Inhoud 1 Toepassingsgebied 3 2 Principe 3 3 Opstelling

Nadere informatie

CONSERVERING EN RECIPIËNTEN

CONSERVERING EN RECIPIËNTEN 1 INLEIDING CONSERVERING EN RECIPIËNTEN Deze procedure vervangt de procedures CMA/1/B van januari 2005. Monsters kunnen tengevolge van fysische, chemische of biologische reacties wijzigingen ondergaan,

Nadere informatie

25-3-2015. Sturen op Nutriënten. Sturen op Nutriënten. Doel. Sturen met Water. Sturen op Nutriënten. Waar kijken we naar. Bijeenkomst 19 februari 2015

25-3-2015. Sturen op Nutriënten. Sturen op Nutriënten. Doel. Sturen met Water. Sturen op Nutriënten. Waar kijken we naar. Bijeenkomst 19 februari 2015 Bijeenkomst 19 februari 2015 Jouke Velstra (Acacia Water) 4 Sturen met Water De basisgedachte is dat per perceel de grondwaterstand actief wordt geregeld. Onderwater drainage (OWD) geeft een directe relatie

Nadere informatie

CONSERVERING EN RECIPIËNTEN

CONSERVERING EN RECIPIËNTEN 1 INLEIDING CONSERVERING EN RECIPIËNTEN Deze procedure vervangt de procedures AAC/1/B van mei 1996 en AAC/1/C van december 1991. Monsters kunnen tengevolge van fysische, chemische of biologische reacties

Nadere informatie

Tabel 1 van 2. AP04 : Organisch onderzoek - niet aromatisch A minerale olie mg/kg ds 53 36

Tabel 1 van 2. AP04 : Organisch onderzoek - niet aromatisch A minerale olie mg/kg ds 53 36 Tabel 1 van 2 Monsterreferenties monster-1 = uw monsterreferentie nr. 1 monster-2 = uw monsterreferentie nr. 2 Opgegeven bemonsteringsdatum : 20/02/2015 20/02/2015 Ontvangstdatum opdracht : 20/02/2015

Nadere informatie

Conservering en behandeling van watermonsters

Conservering en behandeling van watermonsters Conservering en behandeling van watermonsters oktober 2010 Pagina 1 van 9 WAC/I/A/010 INHOUD 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 TERMEN EN DEFINITIES... 3 3 PRINCIPE... 3 4 VOORBEHANDELING... 9 4.1 HOMOGENISATIE...

Nadere informatie

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent kuil 1

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent kuil 1 Onderzoek Onderzoek-/ordernummer: Datum verslag: 731267/002743994 22-07-2011 Oogstdatum: Datum monstername: Monster genomen door: Contactpersoon monstername: 16-05-2011 07-07-2011 Dick Huiberts: 0652002131

Nadere informatie

Vaste mest en vaste behandelde mest Ammoniumstikstof

Vaste mest en vaste behandelde mest Ammoniumstikstof Bemonsterings- en analysemethodes voor mest, bodem en veevoeder in het kader van het mestdecreet Vaste mest en vaste behandelde mest stikstof Versie november 2015 BAM/deel 4/05 1 PRINCIPE Voor de bepaling

Nadere informatie

CVS_0600_GWL_2. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. aquiferkenmerken. Ledo-Paniseliaan Aquifersysteem (gespannen)

CVS_0600_GWL_2. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. aquiferkenmerken. Ledo-Paniseliaan Aquifersysteem (gespannen) Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Ledo-Paniseliaan Aquifersysteem (gespannen) Centraal Vlaams Systeem Schelde aquiferkenmerken

Nadere informatie

Meten in de bovenste meter grondwater: rekening houden met neerslag

Meten in de bovenste meter grondwater: rekening houden met neerslag LMM e-nieuws 8 Oktober 2008 Heruitgave december 2017 Inhoud Inleiding Meten in de bovenste meter grondwater: rekening houden met neerslag Monitoring van effecten is meer dan het meten van mestgift en nitraatconcentraties

Nadere informatie

VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST N. 2003 967 [2003/200311] 16 JANUARI 2003. Besluit van de Waalse Regering houdende sectorale voorwaarden inzake watergebruik i.v.m. de vervaardiging van kleurstoffen

Nadere informatie

SPECTROFOTOMETRISCHE BEPALING VAN HET ORGANISCH KOOLSTOFGEHALTE IN BODEM

SPECTROFOTOMETRISCHE BEPALING VAN HET ORGANISCH KOOLSTOFGEHALTE IN BODEM SPECTROFOTOMETRISCHE BEPALING VAN HET ORGANISCH KOOLSTOFGEHALTE IN BODEM 1 DOEL EN TOEPASSINGSGEBIED Deze methode beschrijft de spectrofotometrische bepaling van het organisch koolstofgehalte in bodem

Nadere informatie

BODEMANALYSE PAKKET 1

BODEMANALYSE PAKKET 1 BODEMANALYSE PAKKET 1 BEMESTING BODEMCHEMIE Bodemanalysepakket 1 bestaat uit een serie chemische analyses die onderdeel maakt van het uitgebreidere bodemanalysepakket 2. Bodemanalysepakket 1 is daarmee

Nadere informatie

2 Paard en voeropname Gebit en speeksel Maag en darmorganen Afsluiting 20

2 Paard en voeropname Gebit en speeksel Maag en darmorganen Afsluiting 20 Inhoud Voorwoord 5 Inleiding 6 1 Samenstelling voedermiddelen 11 1.1 Weenderananlyse 11 1.2 Droge stof en water 13 1.3 Anorganische stoffen 13 1.4 Organische stoffen 14 1.5 Afsluiting 15 2 Paard en voeropname

Nadere informatie

Bepaling van petroleumetherextraheerbare stoffen in water

Bepaling van petroleumetherextraheerbare stoffen in water Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van water Bepaling van petroleumetherextraheerbare stoffen in water Versie januari 2012 WAC/IV/B/005 Inhoud INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED 3 2 PRINCIPE 3

Nadere informatie

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken

Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Grondwater beïnvloedt kwaliteit Limburgse beken Resultaten WAHYD Hoe zit het in elkaar: afkijken bij Noord-Brabant In het onderzoeksproject WAHYD (Waterkwaliteit op basis van Afkomst en HYDrologische systeemanalyse)

Nadere informatie

SS_1300_GWL_3. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. aquiferkenmerken. Sokkel+Krijt Aquifersysteem (depressietrechter)

SS_1300_GWL_3. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. aquiferkenmerken. Sokkel+Krijt Aquifersysteem (depressietrechter) Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Sokkel+Krijt Aquifersysteem (depressietrechter) Sokkelsysteem Schelde aquiferkenmerken

Nadere informatie

5 Formules en reactievergelijkingen

5 Formules en reactievergelijkingen 5 Formules en reactievergelijkingen Stoffen bestaan uit moleculen en moleculen uit atomen (5.1) Stoffen bestaan uit moleculen. Een zuivere stof bestaat uit één soort moleculen. Een molecuul is een groepje

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied

Nadere informatie

Meetmethoden en meetfrequenties per luchtwasser

Meetmethoden en meetfrequenties per luchtwasser Pagina 1 van 2, EV-01417 Rapport nummer :EV-01417 Datum : 18-04-2014 Betreft : Rendementsmetingen van ammoniak bij een biologische luchtwasser (85%) Opdrachtgever : Ormira BV, De heer van Balkom Opdrachtomschrijving

Nadere informatie

Vergisting van eendenmest

Vergisting van eendenmest Lettinga Associates Foundation for environmental protection and resource conservation Vergisting van eendenmest Opdrachtgever: WUR Animal Sciences Group Fridtjof de Buisonjé Datum: 3 oktober 2008 Lettinga

Nadere informatie

Eindrapport: Controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Eindrapport: Controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Eindrapport: Controle van de kwaliteit van viswaters in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2006 Colofon Projectleider : Martijn Goffings Projectnummer : PMMG6367 Opdrachtgever : Brussels Instituut voor

Nadere informatie

Betreffende: LNE/VITO ringtest water (ORKA & BACIL) 2012 distributie van 25 april

Betreffende: LNE/VITO ringtest water (ORKA & BACIL) 2012 distributie van 25 april Datum: 25 april 2012 Ons kenmerk: REE/E002A/RVC/rvc/12-024 Betreffende: LNE/VITO ringtest water (ORKA & BACIL) 2012 distributie van 25 april Geachte, Hierbij worden U monsters uit het ORKA & BACIL ringtestprogramma

Nadere informatie

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE RESULTATEN VAN DE GRONDWATERSTAALNAMEN EN ANALYSEN VAN 10 PEILP UTf EN OP HET MONOSINTELSTORT TE ZWIJNAARDE, : 'I JU1'111997 I I I. I ).. -, \, I--.. AFL. 111111 UNIVERSITEIT

Nadere informatie

Onderzoek bodem en waterkwaliteit herinrichting Veenoordkolk

Onderzoek bodem en waterkwaliteit herinrichting Veenoordkolk Onderzoek bodem en waterkwaliteit herinrichting Veenoordkolk Aanleiding Voordat de gebiedsontwikkeling rondom de Veenoordkolk en de Teugse kolk van start kan gaan, is inzicht nodig in de milieuhygiënische

Nadere informatie

Ponsterpunt: PS Onnen; rein 700 mm Periode: Datum:

Ponsterpunt: PS Onnen; rein 700 mm Periode: Datum: Ponsterpunt: PS Onnen; rein 700 mm Periode: 1-7-2013 30-6-2014 Datum: 21-07-2014 Parameter Eenheid Aantal Gemiddeld Minimum Maximum 90% Percentiel Temperatuur graden C 23 10,8 10 11 11 Zuurstof mg/l 23

Nadere informatie

De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : September 2007.

De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : September 2007. Drema Waterbehandeling BV Daltonstraat 16 3316 GD Dordrecht The Netherlands Tel: 0031 78 618 40 11 Fax:0031 78 618 77 80 www.drema.nl Onderzoek blauwalgen De Gouden Ham Rapportage : September 2007. Ten

Nadere informatie

BLKS_0400_GWL_1m. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. aquiferkenmerken. Oligoceen Aquifersysteem (freatisch)

BLKS_0400_GWL_1m. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. aquiferkenmerken. Oligoceen Aquifersysteem (freatisch) Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam naam grondwaterlichaam naam grondwatersysteem naam stroomgebied Oligoceen Aquifersysteem (freatisch) Brulandkrijtsysteem Maas aquiferkenmerken

Nadere informatie

Samen werken aan diergezondheid, in het belang van dier, dierhouder en samenleving

Samen werken aan diergezondheid, in het belang van dier, dierhouder en samenleving Samen werken aan diergezondheid, in het belang van dier, dierhouder en samenleving Fipronil in eieren Ruth Bouwstra DVM PhD en vele anderen 24 augustus 2017 Poultry Expertise Centre Wat is Fipronil? Log

Nadere informatie

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting

Teelthandleiding. 4.7 magnesiumbemesting Teelthandleiding 4.7 magnesiumbemesting 4.7 Magnesiumbemesting... 1 4.7 Magnesiumbemesting Versie: mei 018 Op zand-, dal- en lössgronden kan men magnesiumgebrek voorkomen door te zorgen voor een voldoend

Nadere informatie

Bijlage I Milieukwaliteiteisen en streefwaarden voor oppervlaktewater bestemd voor de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water...

Bijlage I Milieukwaliteiteisen en streefwaarden voor oppervlaktewater bestemd voor de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water... Bijlage I Milieukwaliteiteisen en streefwaarden voor oppervlaktewater bestemd voor de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water...............................................................

Nadere informatie

ci/) /i z 5c? PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK ELEX 6361 VLAMFOTOMETER. W.R. van de Woestijne C.W. van Elderen

ci/) /i z 5c? PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK ELEX 6361 VLAMFOTOMETER. W.R. van de Woestijne C.W. van Elderen ci/) ONDER GLAS TE NAALPWIJK Bibliotheek Proefstation Naaldwijk /i z W 5c? PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS TE NAALDWIJK ELEX 6361 VLAMFOTOMETER. W.R. van de Woestijne C.W. van Elderen juli 1991 Intern

Nadere informatie

Het doel van het aanvullend onderzoek is het verkrijgen van aanvullende informatie over de verontreiniging.

Het doel van het aanvullend onderzoek is het verkrijgen van aanvullende informatie over de verontreiniging. Vos & Teeuwissen BV T.a.v. de weledele mevrouw J. van Wanrooij Postbus 259 1270 AG HUIZEN Heeswijk, 24 december 2008 Behandeld door : WGE Onze ref. : 258555.1 Projectnaam : Kuijer Plataanlaan te Baarn

Nadere informatie

BODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp

BODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp BODEMINSPECTIE OP ASBEST aan de Harskamperweg 84 te Harskamp Opdrachtgever : Bart Boon Barneveld BV Adres : Barnseweg 124 Postcode, plaats : 3771 RP Barneveld Contactpersoon : Dhr. H. van Grootheest Telefoonnummer

Nadere informatie

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven

Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven Bruine bladpunten in Longiflorum White Heaven Inventarisatie bladproblemen in de praktijk Hans Kok Praktijkonderzoek Plant & Omgeving B.V. Sector Bloembollen PPO nr. 32 360 560 00 Maart 2008 2008 Wageningen,

Nadere informatie

Bepaling van petroleumether extraheerbare stoffen in water

Bepaling van petroleumether extraheerbare stoffen in water Bepaling van petroleumether extraheerbare stoffen in water Januari 2012 1/5 WAC/IV/B/005 INHOUD 1 TOEPASSINGSGEBIED... 3 2 PRINCIPE... 3 3 OPMERKINGEN... 3 4 APPARATUUR, MATERIAAL EN REAGENTIA... 3 4.1

Nadere informatie

Practicum bodemonderzoek

Practicum bodemonderzoek Practicum bodemonderzoek In het tuinontwerp is de keuze van planten sterk afhankelijk van de bodem waar ze op groeien. Om enig inzicht te verkrijgen in de manieren waarop bodemeigenschappen kunnen worden

Nadere informatie

INMETEN VAN BOORPUNTEN EN WATERPASSEN

INMETEN VAN BOORPUNTEN EN WATERPASSEN 5 10 Protocol 2013 15 INMETEN VAN BOORPUNTEN EN WATERPASSEN 20 25 30 35 40 45 Versie 2.0, 27-9-2001 Pagina 1 van 8 50 Inhoud 1 PLAATS VAN DIT PROTOCOL IN HET KWALITEITSZORGSYSTEEM...2 1.1 VKB protocollen

Nadere informatie

Riegman & Starink. Consultancy

Riegman & Starink. Consultancy Riegman & Starink Consultancy Huidige vegetatie Knelpunt analyse Fysisch Chemisch Milieu Fysisch Chemisch Milieu Gewenste vegetatie -Voor alle KRW typen -Voor eigen gekozen plantengemeenschap Chemie 1

Nadere informatie

Voeding in relatie tot ziekten en plagen Maikel van de Ven 17-02-2016 Even voorstellen Sinds 2003 bezig met plantsapmetingen in aardbei en vollegrondsgroente Brix, Ec, ph, Nitraat, Kalium Na 5 jaar ervaring:

Nadere informatie

PROTOCOL MILIEUKUNDIGE BEGELEIDING BODEMSANERING MET INZET VAN HANDHELD RÖNTGEN FLUORESCENTIE SPECTROMETRIE

PROTOCOL MILIEUKUNDIGE BEGELEIDING BODEMSANERING MET INZET VAN HANDHELD RÖNTGEN FLUORESCENTIE SPECTROMETRIE PROTOCOL MILIEUKUNDIGE BEGELEIDING BODEMSANERING MET INZET VAN HANDHELD RÖNTGEN FLUORESCENTIE SPECTROMETRIE Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 2. Doel... 2 3. Afbakening... 3 4. Apparatuur en hulpmiddelen...

Nadere informatie

Rapport 1559.N.14 Kennisbundeling nitraatmeting bodemvocht lössgronden

Rapport 1559.N.14 Kennisbundeling nitraatmeting bodemvocht lössgronden Rapport 1559.N.14 Kennisbundeling nitraatmeting bodemvocht lössgronden Vergelijking meetprotocollen WML, LMM en BVM Rapport 1559.N.14 Kennisbundeling nitraatmeting bodemvocht lössgronden Vergelijking meetprotocollen

Nadere informatie

Vloeibare mest en vloeibare behandelde mest Ammoniumstikstof

Vloeibare mest en vloeibare behandelde mest Ammoniumstikstof Bemonsterings- en analysemethodes voor mest, bodem en veevoeder in het kader van het mestdecreet Vloeibare mest en vloeibare behandelde mest stikstof Versie november 2015 BAM/deel 3/05 1 PRINCIPE De bepaling

Nadere informatie

De termijn tussen monsterneming (direct gevolgd door conservering) en het moment van zekerstellen van het gehalte.

De termijn tussen monsterneming (direct gevolgd door conservering) en het moment van zekerstellen van het gehalte. Notitie Datum: 3 november 2014 Onderwerp: Watermonsters nemen en conserveren Algemeen Dit document beschrijft de flessen, conservering en de werkwijze voor het vullen van watermonsters. De conservering

Nadere informatie

Inventarisatie Teer site Carcoke

Inventarisatie Teer site Carcoke Inventarisatie Teer site Partij 4 Datum Aangetroffen op 8 december 2014. Oorsprong Ter hoogte van de voormalige werfloods, naast de Zijdelingse Vaart. Hier werd een pasteuze massa teer aangetroffen. Massa:

Nadere informatie

GRONDONTLEDING, DE BASIS VOOR ELKE TUIN EN ELK PARK. 4 DECEMBER 2014 Stan Deckers BDB

GRONDONTLEDING, DE BASIS VOOR ELKE TUIN EN ELK PARK. 4 DECEMBER 2014 Stan Deckers BDB GRONDONTLEDING, DE BASIS VOOR ELKE TUIN EN ELK PARK 4 DECEMBER 2014 Stan Deckers BDB Waarom grondontleding voor de tuin of het park? Preventief of curatief; problemen voorkomen of oplossen Planten groeien

Nadere informatie

Verkennend bodemonderzoek Jonasweg 6a/6 te Vaassen

Verkennend bodemonderzoek Jonasweg 6a/6 te Vaassen Postadres Postbus 5076 6802 EB ARNHEM t 026-7513300 f 026-7513818 www.syncera.nl bezoekadres Westervoortsedijk 50 6827 AT ARNHEM Verkennend bodemonderzoek Jonasweg 6a/6 te Vaassen Definitief In opdracht

Nadere informatie

Plantenvoeding Waarom is dat nodig? En waar dienen de elementen voor?

Plantenvoeding Waarom is dat nodig? En waar dienen de elementen voor? Plantenvoeding Waarom is dat nodig? En waar dienen de elementen voor? uinbouwkundig Ingenieur Hans van der Staak Bronnen: VG Weser Ems, Bad Zwischenahn (D) PPO Boskoop (NL) Scotts International (NL) Basis

Nadere informatie

Bepaling van vaste stoffen in suspensie. Methode door filtratie op glasvezelfilter

Bepaling van vaste stoffen in suspensie. Methode door filtratie op glasvezelfilter Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van water Bepaling van vaste stoffen in suspensie. Methode door filtratie op glasvezelfilter Versie juni 2017 WAC/III/D/002 1 TOEPASSINGSGEBIED Deze

Nadere informatie

Notitie. Datum: 9 maart 2018

Notitie. Datum: 9 maart 2018 Notitie Datum: 9 maart 2018 Onderwerp: Watermonsters nemen en conserveren Algemeen In dit document worden de flessen, conservering en de werkwijze voor het vullen van watermonsters beschreven. De conservering

Nadere informatie

ca«. PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS 223 '2^2- hm/pap/csstikst Stikstofvormen bij intensieve bemestingssystemen voor kasteelten C.

ca«. PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS 223 '2^2- hm/pap/csstikst Stikstofvormen bij intensieve bemestingssystemen voor kasteelten C. Bibliotheek Proefstation Naaldwijk dciiuwijrv.. a hm/pap/csstikst 3 C ca«. 74 o^0 P GL^ t PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS Stikstofvormen bij intensieve bemestingssystemen voor kasteelten C. Sonneveld

Nadere informatie

Vaste mest en vaste behandelde mest Monstervoorbehandeling

Vaste mest en vaste behandelde mest Monstervoorbehandeling Bemonsterings- en analysemethodes voor mest, bodem en veevoeder in het kader van het mestdecreet Vaste mest en vaste behandelde mest Versie december 2018 BAM/deel 4/02 Inhoud INHOUD 1 Principe 3 2 Materiaal

Nadere informatie

DE KWALITEIT VAN HET WATER IN HET ZWEMBAD "DE HOUTRIB" IN LELYSTAD IN 1979 door. S. de Jong Abw 79. maart

DE KWALITEIT VAN HET WATER IN HET ZWEMBAD DE HOUTRIB IN LELYSTAD IN 1979 door. S. de Jong Abw 79. maart W E R K D O C U M E N T DE KWALTET VAN HET WATER N HET ZWEMBAD "DE HOUTRB" N LELYSTAD N 1979 door S. de Jong 1980-Abw 79 maart D E N S T V O O R D E J S S E L N E E R P O L D E R S S M E D N G H U S L

Nadere informatie

Werkdocument Kd-waarden van zware metalen in zoetwatersediment[riza nr.96.180.x]

Werkdocument Kd-waarden van zware metalen in zoetwatersediment[riza nr.96.180.x] Ministerie van Verkeer en WalersUai Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling RIZA doorkiesnummer 0320 298498 Werkdocument Kd-waarden van

Nadere informatie

De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : Augustus 2007.

De Gouden Ham. Onderzoek blauwalgen. Rapportage : Augustus 2007. Drema Waterbehandeling BV Daltonstraat 16 3316 GD Dordrecht The Netherlands Tel: 0031 78 618 40 11 Fax:0031 78 618 77 80 www.drema.nl Onderzoek blauwalgen De Gouden Ham Rapportage : Augustus 2007. Ten

Nadere informatie

Methoden voor de bepaling van elementen

Methoden voor de bepaling van elementen Compendium voor de monsterneming, meting en analyse van water Versie maart 2013 WAC/III/B De volgende analysemethoden kunnen gebruikt worden voor het bepalen van elementen in water. Voor de conservering

Nadere informatie

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree)

Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree) Bepaling Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand Natuurbegraafplaats te Rooth (Maasbree) Gegevens opdrachtgever: Kellerberg Bosgoed B.V. Helenaveenseweg 45 5985 NL Grashoek 0493-536068 Contactpersoon: De heer

Nadere informatie

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Boriumopname bij paprika in steenwol (teelt 1984). C. Sonneveld

PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS. Boriumopname bij paprika in steenwol (teelt 1984). C. Sonneveld PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS Boriumopname bij paprika in steenwol (teelt 98). C. Sonneveld Naaldwijk, maart, 986. Intern Verslag 986, no. PROEFSTATION VOOR TUINBOUW ONDER GLAS Boriumopname bij

Nadere informatie

LMM e-nieuws 20. Inhoud. Inleiding. Nitraatconcentraties in de lössregio

LMM e-nieuws 20. Inhoud. Inleiding. Nitraatconcentraties in de lössregio LMM e-nieuws 20 December 2011 Heruitgave augustus 2018 Inhoud Inleiding Nitraatconcentraties in de lössregio Nitraatuitspoeling op melkvee- en akkerbouwbedrijven in de zandregio Veranderingen in de veldmetingen

Nadere informatie

Solepura is gelegen in de Noord centrale provincie van Sri Lanka, ruim 3 uur rijden vanaf vliegveld Colombo naar het Noorden.

Solepura is gelegen in de Noord centrale provincie van Sri Lanka, ruim 3 uur rijden vanaf vliegveld Colombo naar het Noorden. Waterzuivering regio Solepura, Sri Lanka Solepura is gelegen in de Noord centrale provincie van Sri Lanka, ruim 3 uur rijden vanaf vliegveld Colombo naar het Noorden. In mei 2012 ging Father Ajith Rohan

Nadere informatie

BIJLAGEN AL-West B.V. Handelskade 39, 7417 DE Deventer, Netherlands Postbus 693, 74 AR Deventer Tel. +31()57 78811, Fax +31()57 78818 e-mail: info@al-west.nl, www.al-west.nl VERHOEVEN MILIEUTECHNIEK

Nadere informatie

Vertrouwelijk. Memo. Aan : Conny Bieze Van : ODRA Onderwerp : Nadere beoordeling partijkeuring Vink Datum : 16 april 2018

Vertrouwelijk. Memo. Aan : Conny Bieze Van : ODRA Onderwerp : Nadere beoordeling partijkeuring Vink Datum : 16 april 2018 Memo Aan : Conny Bieze Van : ODRA Onderwerp : Nadere beoordeling partijkeuring Vink Datum : 16 april 2018 Doel memo Bij een DAT (diepgaand administratief toezicht) onderzoek in 2017 is naar voren gekomen

Nadere informatie

Bemesting van tuinen en openbaar groen

Bemesting van tuinen en openbaar groen Bemesting van tuinen en openbaar groen Jan Ties Malda LABORATORIUMACTIVITEITEN Bodem Gewas Water KENNISONTWIKKELING Bemestingsadviezen en bemestingsproeven Gewasmonitoring Historie ALTIC Vanaf 1992 ALF

Nadere informatie

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater

Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater Bepaling van het Biochemisch Zuurstofverbruik (BZV) in oppervlaktewater april 2005 One Cue Systems Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder schriftelijke toestemming

Nadere informatie