Raadsbij lage Voorstel inzake standpuntbepaling saneringsplan Dienstencentrum

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Raadsbij lage Voorstel inzake standpuntbepaling saneringsplan Dienstencentrum"

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken Raadsbij lage nummer 206 Inbaeknummer 99V Beslisdatum BhW 24 september 1999 Dossiernummer Raadsbij lage Voorstel inzake standpuntbepaling saneringsplan Dienstencentrum Onderwijs Beroep Arbeid Eindhoven e.o. 1 Inleiding Inzake de ernstige financiele situatie van het conglomeraat Dienstencentrum Onderwijs Beroep Arbeid Eindhoven e.o. (verder af te korten als DOBA) heeft het DOBAbestuur op 6 september 1999 een saneringsplan aangeboden aan de gemeente. Wij hebben op 7 september besloten een noodzakelijke second opinion over het saneringsplan van DOBA en over het management van de saneringsoperatie te laten uitvoeren door de heer mr A. Deterink. Ons streven is gericht op het verkrijgen van waarborgen dat een goed saneringsplan een faire kans krijgt. Wij zien in de second opinion voldoende aanknopingen voor het verder voorbereiden van een sanering van DOBA c.a. vanuit going concern gericht op een continiiiteit van de schoolbegeleidingsactiviteiten. 2 Probleemstelling In het saneringsplan van DOBA d.d. 6 september 1999 heeft het DOBA-bestuur aangegeven dat het DOBA om het faillissement van de organisatie te kunnen keren zich gedwongen ziet 42 medewerkers (= 37 volledige functies) van de 130 zo spoedig mogelijk te ontslaan. In theorie zijn er twee mogelijkheden voor de sanering van DOBA: 1 financieel medewerking verlenen vanuit going concern, waarbij binnen de bestaande wettelijke spelregels de verliesgevende activiteiten inclusief personeel worden afgestoten op zo kort mogelijke termijn; 2 het tegemoet zien van een onontkoombaar faillissement van het gehele DOBAcomplex inclusief schoolbegeleiding. Zoals uit de stukken blijkt ziet het DOBA-conglomeraat er als volgt uit: het DOBA fungeert als koepelorganisatie voor de volgende juridische entiteiten: Stichting Onderwijsbegeleidingsdienst Eindhoven e.o. (DOB); Stichting Adviesdienst voor Opleiding en Beroep Zuidoost-Brabant (AOB); Stichting Serviceverlening Onderwijsverzorging Eindhoven e.o. (SSO); Stichting Onderwijs en Arbeid (STOA);

2 Raadsbijlage nummer 206 Stichting DOBA Consult. De feitelijke bedrijfsactiviteiten vinden plaats binnen DOB en AOB. De SSO fungeert enkel als stichting waar personeel in dienst is met voor het onderwijs afwijkende arbeidsvoorwaarden, met name ter voorkoming van mogelijke wachtgeldverplichtingen. Het conglomeraat DOBA is zodanig juridisch en financieel verweven dat het ontkoppelen van de ernstig verlieslijdende stichtingen niet mogelijk is. Het bestuur van DOBA opteert voor sanering van de verliesgevende onderdelen vanuit going concern. Bij de beoordeling van het saneringsplan/de second opinion heeft het college drie criteria gehanteerd; 1 zorgen voor een optimale continijiteit van de schoolbegeleiding; 2 als lokale overheid fungeren vanuit een maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef; 3 doeltreffend omgaan met de schaarse publieke middelen. Vanuit deze drie criteria en op basis van de door ons noodzakelijk geachte second opinion over het saneringsplan van DOBA stellen wij u voor financiele medewerking te verlenen tot een maximum van f 2,6 miljoen aan een sanering van DOBA vanuit going concern, gericht op het veilig stellen van de schoolbegeleidingsactiviteiten voor het primair en voortgezet onderwijs. Hierbij dient rekening te worden gehouden vanuit de second opinion met: het vermelde 7-tal kanttekeningen in de second opinion bij de resultaatprognose voor het jaar 2000; het nemen van een 7-tal aanvullende maatregelen voor het bereiken van minstgenomen een break-even situatie. Ter effectuering van ons voorstel is een raadsbesluit noodzakelijk. 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Indien u besluit tot financiele medewerking aan de sanering van DOBA vanuit going concern levert dat de volgende maatschappelijke effecten op, a) Waarborgen van continuiteit van schoolbegeleiding in de huidige omvang en op het huidige kwaliteitsniveau in Eindhoven en de regiogemeenten volgens met de schoolbesturen/scholen gesloten contracten van dienstverlening (niet tornen aan inzet en omvang van de overeengekomen uren).

3 Raaaabijlage nummer 206 b) Waarborgen van kwaliteit van door DOBA gecoordineerde projecten, zoals de begeleiding/ondersteuning van het onderwijsvoorrangsbeleid, de opvang neveninstromers/asielzoekers primair en voortgezet onderwijs, crisisopvang, de activiteiten voortijdig schoolverlaten, e.d. c) Vanuit de publiek-bestuurlijke verantwoordelijkheid wordt een koude sanering voorkomen, waarbij alle werknemers zonder de normaal voorgeschreven afvloeiingsregelingen op straat komen te staan en een reeks van schuldeisers in de gevolgen van dit faillissement wordt betrokken. d) Het realiseren van een duidelijke juridische structuur voor het afgeslankte instituut onder een nieuw te vormen bestuur. e) Voorkomen wordt dat het gebouw (i.c. de recente aanbouw), de inventaris en de "schoolbegeleidingskennis" betrokken worden in het faillissement, wat leidt tot discontinuiteit van de kwaliteit van schoolbegeleiding. 4 Wijze van aanpak/ oplossingsrichting De betrokkenheid van ons college bij de financiele perikelen van DOBA laat zich als volgt optekenen; De gemeentelijke verantwoordelijkheid inzake schoolbegeleiding is geregeld in de artikelen 179 en 180 van de Wet op het primair onderwijs. Op 12 april 1999 heeft u voor de Dienst Onderwijsbegeleiding Eindhoven e.o. het voorlopig subsidie 1999 vastgesteld op f ,ÃćâĆňâĂİ. Deze subsidie wordt volgens de door u vastgestelde "Regeling Instandhouding Onderwijsbegeleidingsdienst Eindhoven e.o." jaarlijks bij wijze van voorschot in vier termijnen uitbetaald (15/2, 15/5, 15/8 en 15/11). De liquiditeitsproblematiek is d.d. 15 juli 1999 bestuurlijk besproken in een overleg van bestuur en waarnemende directie DOBA. Dit gesprek heeft mede geleid tot een vervroegde uitbetaling van de derde termijn. Op 20 augustus heeft het bestuur DOBA een plan van aanpak reorganisatie ingediend met het verzoek ook de vierde termijn vervroegd betaalbaar te stellen, Dit plan is door ons besproken met het bestuur. Dit overleg heeft geleid tot het verzoek aan DOBA d.d. 26 augustus 1999 om binnen 10 dagen een concreet en realistisch actieplan in te dienen, dat is gericht op: een sluitende sanering van het structurele tekort (bij de onderscheiden stichtingen) ; een uitzicht op een stabiele uitvoering van de schoolbegeleidingsactiviteiten; harde garanties voor de daadwerkelijke uitvoering van de in het plan op te nemen maatregelen, in personeel-technische en bestuurlijke zin.

4 Raadsbij lage nummer 206 Met betrekking tot een mogelijke bestuurlijke lijn hebben wij op 26 augustus besloten dat de gemeente zich (samen met andere subsidierende gemeenten) moet inzetten voor het veilig stellen van de schoolbegeleidingsactiviteiten c.a. tegen zo min mogelijk extra kosten, buiten de normale financiering om. Per brief d.d, 27 augustus is de heer Deterink uitgenodigd als extern adviseur op te treden. Op 6 september heeft het bestuur van DOBA ons het saneringsplan aangeboden. Wij hebben geconstateerd, dat er sprake blijft van een zeer ernstige financiele situatie van het conglomeraat DOBA aan de hand van dit saneringsplan. Tevens hebben wij het noodzakelijk gevonden op korte termijn een second opinion over dit saneringsplan te verkrijgen. Wij hebben daarom besloten op 7 september deze second opinion te laten uitvoeren door de heer mr. A. Deterink. Ook de andere subsidierende gemeenten zijn door ons benaderd om de Eindhovense bestuurlijke inzet tot een gemeenschappelijke inzet te maken. Op 8 september is de commissie voor maatschappelijke ontwikkeling geinformeerd inzake onze bestuurlijke inzet inzake het saneringsplan, Per brief d.d. 10 september wordt door de heer Deterink de subsidierende gemeenten in overweging gegeven per omgaande de subsidie voor het vierde kwartaal vervroegd ter beschikking te stellen teneinde een acuut faillissement af te wenden. Op 15 september heeft de directeur van de dienst Maatschappelijke en Culturele 2aken de vierde termijn voor een gewijzigd termijnbedrag van f ,ÃćâĆňâĂİ overgemaakt, onder de voorwaarde dat de subsidie primair moet worden ingezet ter veiligstelling van de salarisbetalingen. Betalingen aan schuldeisers dienen eerst dan plaats te vinden, wanneer met hen niet tot een vergelijk kan worden gekomen om een faillissernentsdreiging af te wenden. Ook de regiogemeenten hebben het vierde kwartaalbedrag bevoorschot. Op 17 september is de gemeente de second opinion aangeboden. Wij hebben op 21 september een collegebesluit genomen inzake een verdere standpuntbepaling voorbereiding Saneringsplan DOBA. Dit besluit is, gezien de second opinion en gelet op het advies van de ondernemingsraad, gericht op het verlenen van een gemeentelijke financiele medewerking aan de sanering via going concern voor een bedrag van f 2,6 miljoen. Per brief d.d. 20 september 1999 heeft het ministerie een schriftelijke bevestiging gestuurd, dat de rechten die ingevolge de onderwijswetgeving, met betrekking tot het gebouw aan de Ruysdaelbaan 106, vanaf 1 januari 1997 zijn overgegaan op de gemeente Eindhoven.

5 Raadsbij lage nummer 206 Vastgesteld wordt dat het economisch eigendom van het gebouw daarmee bij de gemeente Eindhoven berust (behoudens de door DOBA in 1994 gerealiseerde aanbouw). Op 22 september heeft overleg plaatsgevonden met bestuur DOBA, het subsidientenoverleg en met de gezamenlijke commissies voor maatschappelijke ontwikkeling en voor middelen, milieu en sport. Voor effectuering van het collegebesluit d.d.21 september1999 is een raadsbesluit noodzakelijk. 5 Financiele gevolgen en risico s Voor een goed beeld van de financiele gevolgen en risico s kunnen we uitgaan van twee scenario s: sanering vanuit going concern; + sanering op basis van faillissement. Dit kan als volgt worden toegelicht. 1 Sanering vanuit going concern Het bestuur van DOBA stelt ter versterking van het management vanaf heden voor een periode van maximaal zes maanden vooralsnog op kosten van de gemeente een professionele interim-manager aan, onder verrekening van de kosten in een later stadium. De interim-manager wordt door het bestuur van DOBA opdracht gegeven op zo kort mogelijke termijn een definitief saneringsplan op te stellen, waarbij tevens aan het bestuur wordt verzocht om vanuit de eigen bestuursverantwoordelijkheid de in de second opinion opgenomen kanttekeningen en aanvullende maatregelen in het beleid te betrekken. Bij de beoordeling van de vraag in welke vorm de financiele medewerking aan DOBA het best kan worden gegoten, moet een onderscheid worden gemaakt tussen: a tijdelijke financiele medewerking tijdens de saneringsoperatie om te voorzien in de liquiditeitsbehoefte (daarbij kan worden verwezen naar de daartoe opgestelde prognose); b vaststelling en afwikkeling van het definitieve saneringskrediet. Wat het laatste punt betreft: de omvang van het definitieve krediet is nu nog niet bekend; op grond van de stukken wordt uitgegaan van een bruto-krediet van ca f 2,6 miljoen. Bij de eindopstelling van de interne kosten (i.v.m. afvloeiingsregelingen en de verliezen uit voorgaande jaren), moet ook nog rekening worden gehouden met de opbrengst van de aanbouw in 1994 door DOBA aan het huidige pand en de bijdragen van de medesubsidienten. De vorm waarin het uiteindelijke saneringskrediet wordt gegoten, vraagt nog nadere studie. Met name het toekomstige gebruik van het gebouw speelt daarbij een belangrijke rol (blijft DOBA in het huidige gebouw of

6 Raadsbijlage nummer 206 wordt er verhuisd?). Op dit moment wordt door ons zo mogelijk gedacht aan de vorm van een "achtergestelde lening" onder nader te stellen voorwaarden. Voor de vorm van de tijdelijke financiele medewerking tijdens de saneringsoperatie hebben wij verschillende opties overwogen: een achtergestelde lening; + een financiering a fonds perdue of een rekeningcourant. Op de keper beschouwd draagt de tijdelijke medewerking tijdens de saneringsoperatie het karakter van een bevoorschotting; de definitieve "afrekening" volgt immers nog. Het aangaan van een tj idelij ke rekeningcourantovereenkomst verdraagt zich het best met dit karakter. Als het netto-saneringskrediet bekend is zal dat, in een nog nader vast te stellen definitieve vorm moeten worden gegoten, waarbij wij zoals gezegd zo mogelijk uitgaan van een "achtergestelde lening". Ter zekerheidsstelling van de vereiste dekking van de tijdelijke en t.z.t. definitieve financiele medewerking wordt door het bestuur DOBA meegewerkt aan de overdracht van het juridisch eigendom van het kantoorpand Ruysdaelbaan 106 aan de gemeente, waarbij volgens nader overeen te komen criteria verrekening zal plaatsvinden voor de in 1994 door DOBA gerealiseerde aanbouw, waarbij de opbrengst van de verrekening zal worden betrokken bij het nog vast te stellen saneringskrediet en bij de tussen de gemeente en DOBA af te sluiten rekeningcourantrelatie. Samenvattend komt "een sanering vanuit going concern" op het volgende neer. Vooruitlopend op het uit te werken saneringsplan en een hierop gebaseerd standpunt van de gemeente, wordt met de stichting DOBA, onder nader door ons vast te stellen voorwaarden, een tijdelijke rekeningcourantovereenkomst aangegaan met een maximum van f 2,6 miljoen, met als bijzondere voorwaarde dat de daaraan verbonden kredietlimiet gelijk oploopt met de liquiditeitsprognose (zoals opgenomen in de bijlagen van de second opinion). Op basis van deze tijdelijke financiele injectie kan de feitelijke sanering met de grootst mogelijke spoed ter hand worden genomen. De afronding daarvan wordt door het bestuur en het management van DOBA neergelegd in een definitief saneringsplan. Dit definitieve saneringsplan wordt door ons voorzien van een standpuntbepaling met een voorstel tot een afwikkeling van de rekeningcourant en aan de gemeenteraad ter besluitvorming voorgelegd. Over de vorm waarin de uiteindelijke financiele afwikkeling kan plaatsvinden, is nog nadere studie nodig; zo mogelijk wordt daarbij uitgegaan van een "achtergestelde lening". Daarbij stellen wij voor een zodanige vorm te kiezen dat het huidige kwaliteitsniveau en de huidige omvang van de schoolbegeleidingsactiviteiten niet door de effecten van de saneringsoperatie worden aangetast.

7 Raadsbijlage nummer 206 Uitgegaan wordt van het verlenen van een tijdelijke financiele medewerking tot een maximum van f 2,6 miljoen. Voor een dergelijk bedrag zijn op dit moment binnen de gemeentebegroting geen vrij aanwendbare middelen aanwezig. Wel kan binnen het gehele saneringsproces van DOBA het kantoorpand van DOBA eventuele financierings-ldekkingsmogelijkheden opleveren, Het economisch eigendom van dit pand is grotendeels in handen van de gemeente; het juridisch eigendom is van DOBA. Indien overdracht van het juridisch eigendom aan de gemeente plaatsvindt, kan het pand mogelijk dienen als onderpand voor een geldlening of mogelijk worden verkocht of mogelijk gedeeltelijk worden verhuurd. Beslissingen daarover zullen onderdeel uitmaken van het definitieve saneringsplan. Conclusie is, dat vanaf heden in ieder geval de condities kunnen worden gecreeerd die een dekking in de toekomst mogelijk kunnen maken. Daartoe heeft het college initiatieven genomen om de overdracht van het juridisch eigendom in uitvoering te nemen. 2 Sanering op basis van faillissement. In een geval van faillissement zullen ÃćâĆňâĂİ naast een direct ontslag aan alle medewerkersook het gebouw (i.c. de recente aanbouw), de inventaris en de "schoolbegeleidingskennis" in de afwikkeling daarvan worden betrokken. Bij een eventuele herstart van de schoolbegeleidingsactiviteiten door een nieuw op te richten instituut, zal de bestaande infrastructuur uit de boedel moeten worden overgenomen. Deze complicatie betekent, naast de andere ongemakken die gepaard gaan met de inrichting van een nieuw instituut, een extra risico van discontinuiteit van de dienstverlening aan de scholen. Louter gemeten in financiele termen zal een faillissement per saldo goedkoper zijn dan een sanering vanuit going concern. Conclusie Het gewicht dat wij toekennen aan de eerder genoemde criteria (continuiteit en maatschappelijk verantwoord handelen) brengt ons tot de opstelling dat een financiele medewerking aan een sanering vanuit going concern, voorzien van voldoende zekerheden en heldere condities gericht op gezondmaking, verantwoord is. Wij stellen daarbij condities aan de kredietverlening en verwachten van het bestuur en de interimmanager dat zorg wordt gedragen voor een reeel sluitende begroting. 6 Overige gevolgen van de aanpak De inzet van de tijdelijke financiele medewerking is dat het bestuur en de interimmanager orde op zaken kunnen stellen waarbij hen zal worden verzocht om vanuit de eigen bestuursverantwoordelijkheid de lijnen, zoals aangegeven in de second opinion, mede in hun beleid te betrekken.

8 Raadsbijlage nummer 206 Het tijdpad waarlangs en de oplossingen waarmee de interim-manager moet komen zijn nu nog niet uit te lijnen. Het komt ons dus verstandig voor om zo snel mogelijk een financiele basis te leggen voor de saneringsoperatie in de vorm van een tijdelijke rekeningcourantovereenkomst voor een bedrag van maximaal f 2,6 miljoen. Na afronding van de saneringsoperatie moet worden gekomen tot een definitieve financiele afwikkeling (zoals hierboven omschreven). 7 Resultaten van overleg I inspraak Deze raadsbijlage en het ontwerpbesluit zijn opgesteld mede op advies van mr A. Deterink. Het bestuur van DOBA is in principe akkoord met de condities van de gemeente om te komen tot een sanering vanuit going concern. Het subsidientenoverleg heeft een principe-bereidheid uitgesproken om de desbetreffende colleges van burgemeester en wethouders voor te stellen een proportionele medeverantwoordelijkheid op zich te nemen in de financiele medewerking van de gemeente Eindhoven. 8 Communicatie Over dit besluit zal communicatie worden gevoerd met bestuur en management DOBA, met het subsidientenoverleg en met de betrokken schoolbesturen. 9 Advisering raadscommissie(s) Na bespreking van onze voornemens in de commissies voor maatschappelijke ontwikkeling en voor middelen, milieu en sport zijn wij tot de slotsom gekomen dat een versnelde besluitvorming hierover door uw raad geboden is. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, R. Welschen, burgemeester. C. Tetteroo, secretaris.

9 Raadabijlage nummer 206 Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 september 1999, nr 206; besluit: 1 financiele medewerking te verlenen tot een maximum van f 2,6 miljoen aan een sanering van DOBA vanuit going concern, gericht op het veiligstellen van de schoolbegeleidingsactiviteiten voor het primair en voortgezet onderwijs; 2 in deze financiele medewerking neemt de gemeente Eindhoven de eerste verantwoordelijkheid op zich en de andere subsidierende gemeenten worden verzocht naar rato van hun betrokkenheid bij de schoolbegeleiding een proportionele medeverantwoordelijkheid op zich te nemen; 3 indien in de toekomst uit nadere informatie blijkt dat het bedrag van f 2,6 miljoen niet toereikend zal zijn, wordt het college uitgenodigd eventuele aanvullende voorstellen aan de raad voor te leggen; 4 aan het besluit onder de punten 1, 2 en 3 worden de volgende ontbindende voorwaarden verbonden: a het bestuur van DOBA stelt ter versterking van het management vanaf heden voor een periode van maximaal zes maanden vooralsnog op kosten van de gemeente, een professionele interim-manager aan, onder verrekening van de kosten in een later stadium; b de interim-manager wordt door het bestuur van DOBA opdracht gegeven op zo kort mogelijke termijn een definitief saneringsplan op te stellen, waarbij tevens aan het bestuur wordt verzocht om vanuit de eigen bestuursverantwoordelijkheid de in de second opinion opgenomen kanttekeningen en aanvullende maatregelen mede in het beleid te betrekken; c ter zekerheidsstelling van de vereiste dekking van de tijdelijke en definitieve financiele medewerking wordt door het bestuur van DOBA meegewerkt aan de overdracht van het juridisch eigendom van het kantoorpand Ruysdaelbaan 106 aan de gemeente, waarbij volgens nader overeen te komen criteria verrekening zal plaatsvinden voor de in 1994 door DOBA gerealiseerde aanbouw, waarbij de opbrengst van de verrekening zal worden betrokken bij het nog vast te stellen definitieve saneringskrediet en bij de tussen DOBA en de gemeente af te sluiten tijdelijke rekeningcourantrelatie; 5 vooruitlopend op het in 4b uit te werken saneringsplan en een hierop gebaseerd standpunt van de gemeente, wordt met de Stichting DOBA onder nader door burgemeester en wethouders vast te stellen voorwaarden, een tijdelijke rekeningcourantovereenkomst aangegaan met een maximum van f 2,6 miljoen met als bijzondere voorwaarde dat de daaraan verbonden kredietlimiet gelijk oploopt met de liquiditeitsprognose (zoals opgenomen in de bijlagen van de second opinion) ;

10 Raad sbijlage nummer 206 het college ordt uitgenodigd om het definitieve saneringsplan van DOBA, voorzien van een standpuntbepaling met een voorstel tot een afwikkeling van de rekeningcourant aan de gemeenteraad ter besluitvorming voor te leggen, zo mogelijk in de vorm van een achtergestelde lening onder nader te stellen voorwaarden. Aan deze financiele afwikkeling zal zodanig vorm worden gegeven, dat het huidige kwaliteitsniveau en de huidige omvang van de schoolbegeleidingsactiviteiten niet de saneringsoperatie; zal worden belast met de extra kosten. Aldus vastgesteld in de openbare vergadenng van 27 september R. Welschen, voorzitter. C. Tetteroo, secretaris. OI