nummer 6 van 2010 Vaststelling gewijzigde Beleidsregel subsidieverlening Culturele en Museale Agenda

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "nummer 6 van 2010 Vaststelling gewijzigde Beleidsregel subsidieverlening Culturele en Museale Agenda 2009-2012"

Transcriptie

1 nummer 6 van 2010 Vaststelling gewijzigde Beleidsregel subsidieverlening Culturele en Museale Agenda Besluit van gedeputeerde staten van Drenthe van 2 februari 2010, kenmerk 2.1/ , afdeling Sociaal-Economische Ontwikkeling

2 1 Nummer 4 van 2010 Besluit van gedeputeerde staten van Drenthe van 2 februari 2010, kenmerk 5.2/ , afdeling Sociaal-Economische Ontwikkeling, tot vaststelling gewijzigde Beleidsregel subsidieverlening Culturele en Museale Agenda Gedeputeerde staten van Drenthe; BESLUITEN: tot vaststelling van de als bijlage bijgevoegde gewijzigde Beleidsregel subsidieverlening Culturele en Museale Agenda Gedeputeerde staten voornoemd, J. Tichelaar, voorzitter mevrouw drs. J.M. Imhof, secretaris Uitgegeven 5 februari 2010 ga.coll.

3 BELEIDSREGEL SUBSIDIEVERLENING CULTURELE EN MUSEALE AGENDA Deze beleidsregel geeft voor de periode tot en met 2012 richting aan het verstrekken van subsidies uit het beschikbare budget voor de uitvoering van de Culturele en Museale Agenda In de beleidsregel zijn de meer formele bepalingen opgenomen die in beginsel gelden voor alle subsidieverstrekkingen, tenzij daarvan in het specifieke deel wordt afgeweken. De bijlage geeft per onderdeel van beleid (cultuurdrager) een meer inhoudelijke invulling van het subsidiebeleid op het gebied van cultuur en musea. Artikel 1, Begripsbepalingen In deze beleidsregel wordt verstaan onder: a. ASV: de Algemene subsidieverordening Drenthe 2007; b. budget cultuur: het voor de uitvoering van deze beleidsregel jaarlijks vastgestelde subsidieplafond; c. Specifieke beleidsregel: beleidsregel per cultuurdrager, zoals opgenomen in de bijlage bij deze beleidsregel; d. cultuurdrager: beleidsveld als aangeduid in de Culturele en Museale agenda Artikel 2, Aard van te verstrekken subsidies 1. Subsidies ten laste van het budget Cultuur worden verstrekt in de vorm van prestatiesubsidies, zoals bedoeld in hoofdstuk 2 van de ASV. 2. Van het bepaalde in het eerste lid kan slechts worden afgeweken indien is voldaan aan de criteria voor het verstrekken van waarderingssubsidies, zoals vermeld in artikel 9 van deze beleidsregel. Artikel 3, Subsidieplafond 1. Gedeputeerde staten bepalen voorafgaand aan een kalenderjaar welk deel van de voor de uitvoering van de Culturele en Museale agenda begrote middelen binnen het kalenderjaar als budget cultuur beschikbaar is voor het verstrekken van subsidies. 2. Gedeputeerde staten kunnen binnen het in het eerste lid bedoelde subsidieplafond (voorlopige) deelplafonds aanwijzen en kunnen lopende het kalenderjaar de hoogte van de deelplafonds wijzigen. 3. Gedeputeerde staten kunnen per deelplafond specifieke beleidsregels vaststellen voor de verstrekking van subsidies. Artikel 4, Aanvragers 1. Subsidies worden alleen verstrekt aan aanvragers die rechtspersoonlijkheid bezitten. Indien de subsidie ,-- of meer bedraagt, wordt van de aanvrager verwacht dat hij voldoet aan de eisen van cultural governance. 1

4 2. In de specifieke beleidsregel kunnen gedeputeerde staten de kring van potentiële aanvragers beperken. Artikel 5, Hoogte van de subsidie 1. Tenzij de specifieke beleidsregel anders bepaalt en behoudens het bepaalde in artikel 9 van deze beleidsregel, verstrekken gedeputeerde staten geen subsidie, indien het bedrag van de subsidie minder zou bedragen dan 5.000, Gedeputeerde staten kunnen in de specifieke beleidsregel bepalen: a. dat de subsidie niet meer kan bedragen dan een bepaald maximumpercentage van de door hen aanvaardbaar geachte kosten; b. dat in geval van activiteiten en/of producten die door de aanvrager ten behoeve van derden worden uitgevoerd of ontwikkeld, van de deelnemers een redelijke bijdrage dan wel van de afnemers een redelijke vergoeding moet worden gevraagd en kunnen grenzen stellen aan de hoogte van die bijdragen en vergoedingen. 3. Bij de bepaling van de hoogte van de subsidie en het in het tweede lid, onder a, bedoelde percentage kunnen gedeputeerde staten tevens de vermogenspositie van de aanvrager betrekken. Artikel 6, Tussentijdse rapportage 1. Indien de subsidie ,-- of meer bedraagt, dient de subsidieontvanger gedeputeerde staten tussentijds te informeren over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van de activiteiten of het project. 2. Gedeputeerde staten bepalen in welke vorm de informatie wordt verstrekt. Artikel 7, Tussentijdse evaluatie 1. Een project dat langer duurt dan 1 jaar, dient te bestaan uit 2 of meer duidelijk te onderscheiden fasen. 2. Subsidie voor zover betrekking hebbend op de tweede en eventueel volgende fasen van in het eerste lid bedoelde projecten, kan slechts worden verleend op voorwaarde dat de voorgaande fase succesvol is afgerond, zoals blijkend uit een positieve evaluatie. Artikel 8, Algemene weigeringsgronden 1. Subsidie wordt in ieder geval geweigerd indien: a. de voorgenomen activiteiten tot het/de reguliere werk/taken van de aanvrager of andere, reeds door de provincie gesubsidieerde instellingen behoren; b. de activiteiten uitsluitend of in overwegende mate een commercieel doel hebben; c. de activiteiten uitsluitend of in overwegende mate ontspanning of viering tot doel hebben; d. de te verwachten resultaten van de activiteiten naar het oordeel van gedeputeerde staten te gering zijn. 2. Subsidie wordt voorts niet verstrekt op grond van deze beleidsregel, indien voor de activiteiten of projecten waarvoor subsidie wordt gevraagd, specifieke budgetten beschikbaar zijn. 2

5 Artikel 9, Criteria voor het verstrekken van incidentele waarderingssubsidies 1. Incidentele waarderingssubsidies worden slechts verstrekt indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a. de aanvraag betreft een eerste aanvraag voor een veelbelovend initiatief (aanmoedigingssubsidie), of b. de aanvraag betreft een bijzondere en eenmalige bovenlokale of provinciale activiteit waarvoor geen andere subsidiemogelijkheden bestaan (bijzondere waarderingssubsidie). 2. Gedeputeerde staten verstrekken geen waarderingssubsidie, indien het bedrag van de subsidie minder bedraagt dan 2.500,--. Artikel 10, Aanvraagprocedure 1. Aanvragen worden ingediend op de wijze als in de bijlage bij deze beleidsregel bepaald. 2. Gedeputeerde staten kunnen bepalen dat aanvragen worden ingediend op een door hen vastgesteld formulier. Artikel 11, Adviescommissie Cultuur 1. Alvorens een besluit te nemen op de aanvraag kunnen gedeputeerde staten de aanvraag voor advies voorleggen aan de door hen ingestelde Adviescommissie Cultuur of andere door hen aan te wijzen deskundigen. 2. Deze beleidsregel is voor de Adviescommissie Cultuur richtinggevend voor haar advisering over aanvragen om subsidie. Artikel 12, Beslistermijn Indien gedeputeerde staten een aanvraag ter advisering voorleggen aan de Adviescommissie Cultuur of aan een of meer door hen aangewezen deskundigen als bedoeld in artikel 11, kunnen zij de termijn voor behandeling van de aanvraag verlengen met maximaal 4 weken. Artikel 13, Afwijkingsbevoegdheid In bijzondere gevallen kunnen gedeputeerde staten afwijken van het bepaalde in deze beleidsregel. Artikel 14, Inwerkingtreding, horizonbepaling en citeertitel 1. Deze beleidsregel treedt in werking op 1 februari 2010 en vervalt op 31 december Deze beleidsregel kan worden aangehaald als Beleidsregel culturele en museale agenda

6 BIJLAGE BIJ DE BELEIDSREGEL SUBSIDIEVERLENING CULTURELE EN MUSEALE AGENDA Specifieke bepalingen per cultuurdrager Deze bijlage is op onderdelen van beleid een nadere uitwerking van de beleidsregel en geeft op deze onderdelen inzicht in de criteria waaraan aanvragen om subsidie getoetst zullen worden. 1, Algemeen Subsidies worden alleen verleend aan bovengemeentelijke en provinciale projecten en activiteiten. Bij de beoordeling van alle aanvragen wordt gekeken naar: - de uitvoerbaarheid van de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd; - resultaatgerichtheid en de meetbaarheid van de resultaten die de aanvrager met de activiteiten wil bereiken; - de vraag of de begroting voor het project/de activiteiten transparant en gezond is; - de vraag of er bij subsidiëring van het project/de activiteiten dubbelaanbod ontstaat. Alle aanvragen worden vervolgens getoetst aan de volgende criteria. - (Artistieke) kwaliteit - Bereik (sociaal en geografisch) - Cultureel ondernemerschap - Publiciteit en promotie Tendersysteem Aanvragen worden behandeld volgens het tendersysteem. Dit betekent dat aanvragen na de uiterste indiendatum tegen elkaar worden afgewogen. Aanvragen komen meer voor subsidiering in aanmerking naarmate ze aan meer van de genoemde criteria voldoen. Indiendata Voor het aanvragen van subsidie gelden 3 uiterste indienmomenten: - 31 januari - 30 april - 30 september 4

7 2, Cultuurdrager Het grote publiek De provincie verleent subsidies voor: A. bovengemeentelijke en provinciale projecten op het gebied van cultuureducatie en amateurkunst; B. bovengemeentelijke en provinciale programmering en ontwikkeling van professionele podiumkunsten; C. culturele festivals en evenementen met een (boven)provinciale uitstraling of een (boven)provinciaal bereik. Maximumbedrag van de subsidie De subsidie bedraagt voor projecten genoemd onder A ten hoogste 50% en voor projecten onder B en C ten hoogste 25% van de door gedeputeerde staten aanvaardbaar geachte kosten, Aanvragen binnen de cultuurdrager Het grote publiek worden naast genoemde algemene criteria getoetst aan de volgende criteria. Cultuureducatie - Aantoonbare behoefte - Didactiek - Aanvullend op bestaand aanbod - Actieve participatie Amateurkunst - Actieve participatie - Talentontwikkeling Professionele podiumkunsten - Talentontwikkeling - Samenwerking Culturele festivals en evenementen - Vernieuwing - Aanvullend op bestaand aanbod 3, Cultuurdrager Drenthe in beeld De provincie verleent subsidies aan: A. initiatieven van bovenlokaal belang die de eigentijdse of actuele ontwikkelingen in de beeldende kunst in Drenthe zichtbaar maken in combinatie met de Drentse kernkwaliteiten cultuurhistorie, landschap en erfgoed; B. (ontwerp)opdrachten en projecten op bovengemeentelijke schaal die de beeldkwaliteit van de openbare ruimte positief beïnvloeden en verrommeling tegengaan. 5

8 Maximumbedrag van de subsidie De subsidie bedraagt maximaal 25% van de door gedeputeerde staten aanvaardbaar geachte kosten Aanvragen binnen de cultuurdrager Drenthe in beeld worden naast genoemde algemene criteria getoetst aan de volgende criteria. - Vernieuwing - Interdisciplinaire samenwerking - Actieve participatie van burgers 4, Cultuurdrager Onvoltooid verleden tijd De provincie verleent subsidies aan: A. kortlopende projecten gericht op het uitdragen van het verhaal van Drenthe B. projecten op het gebied van (immaterieel en materieel) erfgoed van provinciale schaal of betekenis die: - de unieke streekgeschiedenis van Drenthe (het verhaal van Drenthe) overbrengen op een groot publiek - gericht zijn op de ontsluiting van cultuurhistorie en archeologie voor het grote publiek - fysiek cultureel erfgoed zichtbaar maken en houden (ontwikkelingsprogramma cultuurhistorie en archeologie) - het (her)gebruik van monumentale panden, in het bijzonder boerderijen en kerken, bevorderen - de belevingswaarde van cultuurhistorie en archeologie in het landschap versterken Maximumbedrag van de subsidie De subsidie bedraagt ten hoogste een derde van de door gedeputeerde staten aanvaardbaar geachte kosten Aanvragen binnen de cultuurdrager Onvoltooid verleden tijd worden naast genoemde algemene criteria getoetst aan de volgende criteria. Immaterieel erfgoed en streekgeschiedenis - Vernieuwing - Interdisciplinaire samenwerking - Actieve participatie Materieel erfgoed - Inspirerend - Van provinciaal belang in de zin van nwro 6

9 - Draagvlak ter plekke - Aanvullend op bestaande situatie 5, Cultuurdrager Informatiekanalen en taligheden De provincie verleent subsidies voor: A. Streektaal - Projecten die het Drents in de markt zetten - Projecten die zich richten op het gebruik van het Drents voor en door jongere doelgroepen B. Archieven - Projecten die de collectie Drenthe veiligstellen en archieven zichtbaar maken voor een breed publiek - Brede initiatieven voor het behoud van cruciale digitale informatie of digitalisering van veelgebruikt bronmateriaal Maximumbedrag van de subsidie De subsidie bedraagt: - voor streektaalprojecten ten hoogste 50% van de door gedeputeerde staten aanvaardbaar geachte kosten en - voor projecten op het gebied van archieven ten hoogste 25% van de door gedeputeerde staten aanvaardbaar geachte kosten Aanvragen binnen de cultuurdrager Informatiekanalen en taligheden worden naast genoemde algemene criteria getoetst aan de volgende criteria. Streektaal - Vernieuwing - Samenwerking - Actieve participatie Archieven - Intergemeentelijke samenwerking - Interdisciplinaire samenwerking - Aanvulling op bestaand aanbod 6, Cultuurdrager Museumbeleid De provincie verleent subsidies voor activiteiten die leiden tot een wezenlijke vernieuwing en/of duurzame verbetering van de collectie en/of publiekgerichte taken. A. Uitwisselen, uitlenen van collecties, om bijzondere tentoonstellingen mogelijk te maken. B. Activiteiten die leiden tot museumregistratie en/of een structureel verbeterde collectiepresentatie (herinrichtingsplannen). 7

10 C. Activiteiten die leiden tot grotere toegankelijkheid van collecties (in het belang van het publieksbereik en/of in het kader van de zorg voor de collecties). Maximumbedrag van de subsidie De subsidie bedraagt voor de activiteiten onder A en B ten hoogste 25% en voor de activiteiten onder C ten hoogste 50% van de door gedeputeerde staten aanvaardbaar geachte kosten. Aanvragen binnen de cultuurdrager Museumbeleid worden naast genoemde algemene criteria getoetst aan de volgende criteria. - Vernieuwing - Samenwerking 8