Feijenoord. Gebiedsplan. Afrikaanderwijk. Anne Hilde Graafland. Ambtelijke inventarisatie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Feijenoord. Gebiedsplan. Afrikaanderwijk. Anne Hilde Graafland. Ambtelijke inventarisatie"

Transcriptie

1 Feijenoord Gebiedsplan Afrikaanderwijk Anne Hilde Graafland Ambtelijke inventarisatie 2013 Maashaven O.z. 230

2 Inhoud 3.4 Ontwikkel kansen bieden aan jongeren Verminderen van overlast Huidige situatie Wat willen we bereiken Beoogde doelen Beoogde doelen Gebiedsprioriteiten Op weg naar het doel Verbeteren van de woningvoorraad en verdunnen Versterken van de wijkeconomie Iedereen doet mee Inlopen op taalachterstand Verbinding naar (vrijwilligers)werk...7 Leeswijzer Elke laag van de DIN wordt in dit gebiedsplan kort beschreven. In hoofdstuk 1 wordt een schets weergegeven van de wijk. Hoofdstuk 2 geeft aan wat de doelen zijn en de gebiedsprioriteiten. Hoofdstuk 3 wordt de weg naar de doelen nader beschreven. Enerzijds de inzage op de inspanningen voor de komende jaren, maar ook de openstaande vraagstukken binnen de wijken worden op de zogenaamde ontwikkelagenda geplaatst (bijlage I). Voor een uitvoerige uiteenzetting wordt verwezen naar de achterliggende visies en studies binnen deze wijken (bijlage II). 1

3 1. Huidige situatie De Afrikaanderwijk is multicultureel, jong en levendig. De Afrikaanderwijk telt ongeveer inwoners, verdeeld over ongeveer huishoudens. 86% van de wijkbevolking is allochtoon en bijna 30% is 23 jaar of jonger. De grootste bevolkingsgroep in de wijk is Turks (33%). De sociaaleconomische status van de bewoners is laag. Het gemiddeld besteedbaar inkomen per huishouden is (t.o.v voor stad als geheel), maar vertoont de laatste jaren wel een stijging. Ongeveer 8% van de potentiële beroepsbevolking is langer dan 1 jaar niet-werkend werkzoekende (nww er). Dit is hoog ten opzichte van het stedelijke gemiddelde (circa 4%). Van deze groep nww ers heeft ongeveer 75% een lage opleiding genoten (stedelijk percentage is 60%); dit is het hoogste percentage van alle wijken van de deelgemeente. Met een gemiddelde Sociale Index score van 4,7 scoort de Afrikaanderwijk aanzienlijk lager dan het stedelijk gemiddelde (5,5). Op basis hiervan wordt de wijk gecategoriseerd tot probleem wijk. Als we verder kijken dan kan opgemerkt worden dat de Afrikaanderwijk er slecht voor staat op o.a. het aspect capaciteit. Taal, school, werk, en gezondheid zijn onderwerpen waar bewoners in de wijk dagelijks mee worstelen. De Afrikaanderwijk staat ook bekend om haar warenmarkt op en om het Afrikaanderplein. De wijk is goed bereikbaar door de verschillende OVverbindingen en haar ligging dichtbij het centrum van Rotterdam. De wijk zal in de komende jaren groter worden door o.a. de bouw van Parkstad op het aangrenzende oude spoorwegemplacement. De Afrikaanderwijk behoort op dit moment tot de zeven sociaaleconomisch zwakste wijken van Rotterdam, maar heeft voldoende potentie om verder uit te groeien. 2. Wat willen we bereiken De Afrikaanderwijk zal in de komende jaren moeten groeien naar een wijk waar bewoners trots op zijn, waar zij bewust voor kiezen en waarbij het woonklimaat als prettig en stimulerend wordt ervaren. Een multiculturele wijk waar het voornamelijk betaalbaar wonen is, maar waar je ook wooncarrière kunt maken. Een wijk die een betere positie op de woningmarkt heeft gekregen en completer is geworden door o.a. de ontwikkeling van Parkstad. Een wijk waar kinderen en volwassenen gestimuleerd worden op basis van hun talenten een betere sociaaleconomische positie te bemachtigen en een wijk die ook oog heeft voor de kwetsbare groepen. De Afrikaanderwijk wordt een wijk die floreert door economische en culturele activiteiten, waarbij het midden- en kleinbedrijf haar plek heeft veroverd en mede door invloed van de warenmarkt en de multiculturele samenleving een duidelijk eigen accent en identiteit heeft. De Afrikaandermarkt en het Afrikaanderplein hebben daarbij door het bovenlokale bereik een positieve economische en culturele uitwerking op de omliggende winkels en bedrijven. De Afrikaanderwijk is een wijk waar wat te beleven is en die zowel voor bewoners als bezoekers voorzieningen biedt in de vrije tijd. Bovendien is het een wijk die leefbaarder is geworden. 2.1 Beoogde doelen 2030 Om de aangegeven ambitie enigszins waar te kunnen maken, is het noodzakelijk dat er geïnvesteerd wordt in de aanwezige talenten en hun leefmilieu, waarbij concrete doelstellingen worden geformuleerd. Beoogde doelen Het percentage lage opleidingsniveau is verminderd 43% 30% Het percentage inkomensgroep laag is afgenomen 84% 72% Score imago van de wijk (niet bewoners) is verbeterd Woontevredenheid is verbeterd 50% 61% 2

4 De veiligheidsscore beleving is verbeterd 6,1 min 7,1 2.2 Beoogde doelen 2018 Cito-score is verbeterd van 526,6 naar 529,9 Indexscore startgekwalificeerden (17-22 jr.) is verbeterd van 45 naar 68 Doorstroom naar HAVO / VWO is verbeterd van.. naar.. De indexscore aandeel VSV ers is verbeterd van 69 naar 74 Maatschappelijk participatie onder aantal bijstandsgerechtigden (WBB) is toegenomen (aantal WBB daalt van 1209 naar 806) Indexscore aantal huishoudens met inkomen onder sociaal minimum is verbeterd van 35 naar 45 Indexscore bewoners zonder startkwalificatie verbeterd van 46 naar 70 Indexscore van bewoners dat zich belemmert voelt door gezondheid is verbeterd van 49 naar 55 De overlastscore (Veiligheidsindex) is verbeterd van probleem wijk naar een bedreigde wijk Schoonniveau is verbeterd van 3,9 naar 4,0 De bovenstaande geschetste doelen zijn in lijn met de ambities vanuit het Nationaal Programma Rotterdam Zuid. 2.3 Gebiedsprioriteiten Op basis van de doelen zijn een vijftal gebiedsprioriteiten aangeven: 1. Investeringen in de woningmarkt door diversiteit en kwaliteit hierin aan te brengen, door uitvoering te geven aan de bouwplannen Bloemfontein, Leeuwenkuil, Huis op Zuid en Parkstad. 2. Versterken van de wijkeconomie en ook als identiteit bepaler, zoals het winkelcentrum Afrikaanderwijk en de Afrikaandermarkt 3. Verhogen van de participatiegraad, door bewoners zo veel mogelijk maatschappelijk te laten participeren (MI), of door te faciliteren in vrijwilligerswerk, maar ook door bewonersbetrokkenheid te stimuleren en te faciliteren in zelfredzaamheid. 4. Investeren in jongeren door te faciliteren op het gebied van verbeteren van schoolprestaties, het minimaliseren van schooluitval en investeren in het pedagogisch klimaat. 5. Verminderen van de overlast in de wijk, door in te zetten op drugs- en jongerenoverlast. De bovengenoemde gebiedsprioriteiten zijn passend binnen de prioriteiten vanuit Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) en geven wijk specifieke invulling aan de daar geconstateerde behoeften. Vanuit het Nationaal programma Rotterdam Zuid (NPRZ) ligt de focus op verbeteren van de woonkwaliteit, het opleidingsniveau, arbeidsparticipatie en het versterken economische perspectief. De in het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) opgenomen ambities kunnen op wijkniveau worden verwezenlijkt, aangezien de gebiedsprioriteiten in het verlengde liggen van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ). Echter de inspanningen, die in de DIN zijn opgenomen, kenmerken zich door een bepaalde mate van realiteit en haalbaarheid. De gewenste inspanningen, die nog verdere uitwerking behoeven op het gebied van inhoud, capaciteit of middelen, zijn opgenomen in de ontwikkelagenda. De vraag dient hardop gesteld te worden of met de huidige en beoogde inzet de ambities van NPRZ voldoende kunnen worden verwezenlijkt. Vooral op het gebied van woningbouw ligt er nog een grote opgave voor de wijken en lijkt het niet haalbaar om in 2030 op het gewenste niveau uit te komen. 3. Op weg naar het doel De doelen kunnen bereikt worden door inzet op verschillende thema s en daarbij behorende inspanningen. Het beschrijven van alle thema s en inspanningen zal resulteren in veel tekst en is daardoor minder overzichtelijk. Hierom kiezen wij er 3

5 voor om de thema s en inspanningen te beschrijven waar de hoogste prioriteit ligt. Voor een compleet overzicht verwijzen wij naar het DIN schema. 3.1 Verbeteren en verdunnen van de woningvoorraad Het merendeel van het huidige woningaanbod bestaat uit sociale huurwoningen, waaronder veel portiek- en galerijwoningen en weinig eengezinswoningen. De woningvoorraad kan aangeduid worden als eenzijdig, waarbij grote gezinnen en ouderen onvoldoende worden gefaciliteerd. Vanuit het fysieke oogpunt gezien is een duidelijke scheidingslijn zichtbaar qua ontwikkeling van de woning(voorraad) ten noorden van de Paul Krugerstraat en de ten zuiden daarvan gelegen buurten (waaronder Tweebosbuurt en Natalbuurt). De plannen voor herstructurering van de Tweebosbuurt zijn in het kader van o.m. de ontwikkelingen op de bouwmarkt op de lange baan geschoven. Om te voorkomen dat deze gebieden achterblijven en dat er een tweedeling in de wijk ontstaat is het belangrijk dat de buurten ten zuiden van de Paul Krugerstraat de nodige aandacht krijgen. Dit betekent concreet dat in de woningen geïnvesteerd dient te worden om verpaupering te voorkomen. In de komende periode zal inzet moeten worden gepleegd om de fysieke opgave van de Tweebosbuurt en de Transvaalbuurt inhoud te geven en afspraken te maken over aard van de ingrepen, planning en financiering. Naast de aanpak van het corporatiebezit (Vestia) is ook de aanpak van de daar gelegen particuliere woningen noodzakelijk, door middel van de particuliere woningverbetering dan wel ingrijpender aanpak. In de Afrikaanderwijk is ook een behoefte aan meer variatie/differentiatie in woningvoorraad, zodat mensen ook perspectief hebben op een vervolg stap naar een betere\duurdere\grotere woning in de eigen wijk. Hierdoor zullen huidige en nieuwe bewoners in elke levensfase en met elk inkomen in de wijk kunnen (blijven) wonen. In tegenstelling tot de wijken Bloemhof en Hillesluis is hier de fysieke opgave voor een groot deel al bepaald. De opgave voor de komende jaren is het aanbrengen van differentiatie in de woningvoorraad door realisatie van grondgebonden woningen en appartementen met parkeerplaatsen. De gewenste differentiatie van de woningvoorraad biedt mogelijkheden om wooncarrière te maken in de wijk. De differentiatie wordt voor een groot deel gerealiseerd door de uitvoering van de volgende bouwplannen: Bloemfontein, fase 1 en 2, Leeuwenkuil, ontwikkeling Huis op Zuid. Het Afrikaanderpark en de verschillende pleinen en binnenterreinen in het gebied zijn bij uitstek geschikt voor ontmoeting. In de afgelopen jaren is geïnvesteerd om deze meer uitnodigend te laten zijn voor de verschillende doelgroepen. Zo is het Afrikaanderpark voorzien van sport en speelelementen en is onlangs de natuurspeelplek aan de Brede Hilledijk ingericht met voldoende kwaliteit en ruimte voor sport en spel. Opvallend is dat de pleinen goed gebruikt worden door zowel de scholen als de kinderen uit de wijk. Ondanks alle beschikbare pleinen blijft de Afrikaanderwijk een wijk met onvoldoende groen. Om enigszins het groenareaal uit te breiden met kwalitatief groen zullen op een viertal plekken kleineparken op termijn worden gerealiseerd. Dit ook vanuit het oogpunt dat de Afrikaanderwijk een gezinswijk is en blijft. Hierbij ligt het accent om de wijk kindvriendelijker in te richten. Het vergroenen en het opfleuren van de wijk is en blijft in de komende jaren een hoge prioriteit in het kader van de fysieke opgave. Met uitzondering van de buurt de Hillekop vindt in de Afrikaanderwijk geen parkeerregulering plaats. Ondanks aanwezigheid van voldoende inpandige parkeervoorzieningen is de parkeerdruk in de afgelopen jaren op de openbare parkeerplaatsen zeer hoog geworden. Wegens de hoge tarifering van de garage en de mogelijkheid om gratis te kunnen parkeren, blijven de inpandige parkeervoorziegingen leeg. Verder wordt de parkeerdruk op de openbare parkeervoorzieningen hogere wegens forenzen, bezoekers van de markt en bewoners uit omliggende wijken/buurten waar het wel betaald parkeren is 4

6 ingevoerd. Om nu en in de toekomst aan de parkeervraag te kunnen voldoen dient parkeerregulering te worden ingevoerd en zullen in de toekomstige bouwplannen ook parkeervoorzieningen op eigen terrein (binnenterrein / parkeergarage) worden gerealiseerd. Een ander aspect op het gebied van de buitenruimte dat ook nauw samenhangt met de warenmarkt is het zwerfvuil in de wijk. Het zwerfvuil wordt door bewoners structureel aandragen als een van de grootse ergernis op het gebied van Schoon. Verkeerd aangeboden afval rond de afval containers geeft een grote bron van ergernis voor veel omwonenden en ondernemers. De inzet hierop is structureel en intensief. Gedragsbeïnvloeding van ondernemers en bewoners maakt een substantieel onderdeel van de aanpak uit, even als een helder handhavingsbeleid. 3.2 Versterken van de wijkeconomie De warenmarkt is de motor van de wijk en een belangrijke identiteitsbepaler voor de Afrikaanderwijk. Het Afrikaanderplein, met de tweede markt van Rotterdam en de hieromheen gevestigde bedrijvigheid, zorgt voor een eigen identiteit. Zeker waar het de ruimtelijke situatie betreft zijn er meer dan waar ook op Zuid mogelijkheden voor culturele activiteiten. Het multiculturele karakter van de wijk is hier eerder een kans dan een beperking. De markt heeft een verzorgingsgebied dat de Afrikaanderwijk overstijgt. Het is de trots van de wijk en wijkbewoners zien dit als een belangrijke ontmoetingsplek. Economisch gezien wordt de markt getypeerd als een prijsvechtermarkt rondom exotische producten, waarbij de aangeboden kwaliteit in verhouding staat met de prijs. Uit onderzoek blijkt dat de omzet zich op marktdagen negatief ontwikkelt en het verzorgingsgebied zich gaandeweg beperkt tot de direct omliggende wijken. Onder potentiële kooplieden bestaat echter nog steeds belangstelling voor de markt, waardoor de markt in principe de mogelijkheid heeft een breed assortiment aan te bieden. De bereikbaarheid met het openbaar vervoer is goedde bereikbaarheid met de auto blijft een punt van aandacht en hangt samen met de te kiezen parkeerregulering Investeren in de kwaliteit, branchering van de markt en de omgeving (verblijfsklimaat) zal ten goede komen aan de lokale economie. Vanwege deze latent aanwezige kwaliteiten zal deze omgeving, naast het gebruik door de directe doelgroep van wijkbewoners, op termijn moeten kunnen rekenen op interesse bij de veelal stedelijk georiënteerde bewoners uit de wijken de Kop van Zuid, Katendrecht en Parkstad. De huidige uitstraling i.e. de uiterlijke verschijningsvorm van de Winkeldriehoek Afrikaanderwijk is matig te noemen. Het gebied, met uitzondering van de nieuwbouw Smaragd aan de Paul Krugerstraat, maakt een versleten indruk. Aan een gedeelte van de winkeldriehoek bevindt zich een aaneengesloten winkelfront van ca. 70 winkels en horeca- en dienstverlenende bedrijven. In totaal zijn in de Afrikaanderwijk 189 bedrijven gevestigd. De winkels aan de Pretorialaan en Paul Krugerstraat hebben de potentie om samen met de markt een winkelgebied te vormen, dat enerzijds afwijkend is van de mainstream winkelgebieden en anderzijds sterk op het multiculturele karakter van wijk en ondernemers is gericht. Naast een goede buurtwinkelvoorziening voor dagelijkse boodschappen liggen er kansen door het bovenwijkse en culturele karakter en biedt dit gebied mogelijkheden voor horeca en voor winkels met een niet-dagelijks / specialistisch aanbod. Deze keuze betekent echter niet dat het aantal vierkante meters winkelvloeroppervlak wordt uitgebreid. Gelet op de recent beschikbaar gekomen koopstroomgegevens, is het zaak hier zeer terughoudend mee te zijn en in het voorliggende actieprogramma is deze lijn ook gehanteerd. De keuze is gemaakt om in te zetten op beter, aantrekkelijker, diverser en waar nodig ook compacter. Concreet betekent dit dat ingezet wordt op het beter uitwerken en vermarkten van de combinatie van winkels, horeca en markt, op een duidelijke clustering in het gebied met een accent op ambachtelijke winkels in de Pretorialaan en een accent op dagelijkse boodschappen rondom de goed lopende supermarkt in het westelijk deel van de Paul Krugerstraat. Vooral ook wordt ingezet op het in gang 5

7 zetten en benutten van (nieuwe) koopkracht van de bewoners van de Kop van Zuid. Relatief gezien is in de wijk een hoge concentratie van horecagelegenheden aanwezig. Van de in totaal 57 horecalokaliteiten hebben er 25 een café/bar exploitatie (waarvan één een nachtopenstelling). Door de aanwezigheid van horecagelegenheden met dominante alcoholfunctie in het gebied, richt een overgroot deel van dit segment zich voornamelijk op avond- en nachtpubliek. Dit brengt een overlastgevoeligheid met zich mee vanuit de aangetrokken doelgroepen zoals jongeren uit de wijk. Door kwetsbaarheid van deze ondernemers kan er ruimte geboden worden aan illegale praktijken als gokken en handel in verdovende middelen en kan overlast door het aangetrokken publiek optreden. In het gebied kunnen vestigingsmogelijkheden geboden worden aan kwalitatief goede horeca-inrichtingen waarbij de eetfunctie dominant is en die diversiteit brengen in het bestaande horeca-aanbod. Bij deze vormen van horeca ligt het in de verwachting dat de openbare orde en veiligheid en het woon- en leefklimaat niet zal worden aangetast. Voor de horecagelegenheden met een dominante alcoholfunctie blijft het verminderingsbeleid in stand. Omvorming naar een eetfunctie behoort tot de mogelijkheden. Indien een krimpscenario van de markt aan de noordzijde van de Pretorialaan gerealiseerd wordt, worden mogelijkheden geboden om overterrassen te ontwikkelen gekoppeld aan kwalitatief goede horeca. Het vinden van een juiste balans tussen het bieden van ontwikkelingsmogelijkheden en het voorkomen en het tegen gaan van overlast is een lastig vraagstuk. De ambitie is het realiseren van een aantrekkelijk, gevarieerd en bruisend winkel en horeca aanbod dat aansluit op de markt en de wens van de bezoekers en bovendien een bijdrage levert aan een aantrekkelijk woon- en verblijfmilieu voor de bewoners en bezoekers. Daarbij is een zorgvuldige gekozen combinatie van goede horeca, vermaak (muziek, entertainment), bijzondere ambachtelijke en kwalitatief hoogwaardige producten zoals maatwerkkleding, sieraden, foodproducten van essentieel belang. Een structurele verbetering op het gebied van het economische vestigingsklimaat moet er toe bijdragen dat pioniers onder de marktpartijen weer durven te investeren, waarmee andere investeringen uitgelokt zullen worden. Op een breed aantal terreinen kan hierdoor gelijktijdig worden ingezet, zoals op een heldere brancheringsvisie, het aantrekken en of stimuleren van goed ondernemerschap, een goede inrichting van de buitenruimte, toegankelijkheid en bereikbaarheid van het gebied, bekendheid en imago. De aanpak van het gevelbeeld van de winkelplinten aan de Pretorialaan en Paul Krugerstraat zijn een basisvoorwaarde om de goede formules te interesseren om zich te vestigen en om de consument te overtuigen dat het in verval geraakte winkelgebied zich transformeert tot een positieve en onderscheidende beleving. De ambitie is dat de Afrikaanderwijk een aantrekkelijke wijk wordt om in te ondernemen, waarbij de kleurrijke warenmarkt, het veelzijdige winkelgebied en in relatie tot evenementen en cultureel ondernemerschap ook aantrekkelijk is voor bezoekers van buiten de wijk. 3.3 Iedereen doet mee Afrikaanderwijk kent een grootdeel aan bewoners dat onvoldoende kan meedoen, in de zin van maatschappelijke participatie. Dit komt doordat bewoners een taalachterstand hebben, onvoldoende opleiding hebben genoten, beperkt zijn door gezondheidsreden en soms ook door een grote afstand naar werk. Om dit te verbeteren zal op elk onderdeel afzonderlijk en integraal aandacht moeten worden besteed, om dit te verminderen Inlopen op taalachterstand De Afrikaanderwijk kent net als de overige focuswijken een vrij grote groep die sociaal kwetsbaar is. Het zijn voornamelijk bewoners die kwetsbaar zijn, omdat ze bijv. laag opgeleid en/of laaggeletterd zijn. Taal wordt niet alleen op jonge leeftijd geleerd. Een grote groep Rotterdammers is op latere leeftijd naar de stad 6

8 gekomen en moet de taal leren via inburgeringcursussen, al dan niet verplicht. De grote variëteit aan etniciteiten in het gebied en het grote aantal mensen dat van oorsprong niet uit Nederland komt, verklaart het hoge percentage van mensen dat moeite heeft met de Nederlandse taal. Het aantal ouderen van niet- Nederlandse afkomst neemt toe, dit vraagt voor specifiek welzijnsaanbod. Bij de aanpak van taalachterstanden bij volwassenen is het belangrijk in ogenschouw te nemen dat taal- en inburgeringcursussen voor volwassenen feitelijk zinloos zijn als deze niet worden gekoppeld aan diverse vormen van participatie. De verworven taalvaardigheden zijn anders weer snel verdwenen. School of een taalcursus is een springplank, echter het spreken van de Nederlandse taal op straat, thuis, of met collega s en bekenden zorgt ervoor dat de taal beklijft en verder ontwikkeld kan worden. Over het algemeen behoren tot deze groep veelal de bewoners die niet (meer) werkzaam zijn en afhankelijk zijn van een uitkering. Veel bewoners in de wijk hebben behoefte aan informatie, hulp, advies of ondersteuning. Dat kan zijn op het gebied van inkomen, financiën, wonen, taaleducatie, dagbesteding, gezondheid of welzijn. Het doel is dat juist deze bewoners optimaal gebruik kunnen maken van de ondersteuningsmogelijkheden, zodat ze (opnieuw) deel kunnen nemen aan de samenleving. Belangrijk is dan wel dat mensen de weg weten naar deze diensten, activiteiten en ondersteunende voorzieningen. Een goede informatie- en adviesvoorziening waar inwoners geholpen worden met de verheldering van hun vraag en verwezen kunnen worden naar het juiste aanbod, is essentieel. Dat betekent dicht bij de bewoners en laagdrempelig en een integrale, onafhankelijke en kwalitatief goede dienstverlening, zoals de Vraagwijzerloket aan de Hilledijk. Als voorwaarde voor bovenstaande geldt dat bewoners in staat moeten zijn om voor zichzelf te zorgen. Het doel is bewoners in staat stellen om mee te doen in de samenleving (te faciliteren) en daarmee het inzetten op het vergroten van de zelfredzaamheid van mensen. Voor die groep bewoners die het ondanks deze inzet niet op eigen kracht weet te redden (denk hierbij bijvoorbeeld aan ouderen) zal gezorgd moeten worden voor een deugdelijk vangnet. Ook voorzieningen kunnen bewoners ondersteunen in zelfredzaam worden en blijven. Daarnaast zijn voorzieningen belangrijk om bewoners de mogelijkheid op ondersteuning, ontwikkeling, ontplooiing, ontspanning en ontmoeting in de wijk te bieden. Om bewoners op een adequate manier tegemoet te komen is het van belang voorzieningen in en voor de wijk te hebben en te houden van waaruit een wijkgerichte aanpak mogelijk is. In de wijk zijn verschillende maatschappelijk voorzieningen zoals een huiskamer in de wijk, speeltuin, LCC en buurthuis \MFA Verbinding naar (vrijwilligers)werk Relatief gezien zijn veel bewoners in de wijk aangewezen op een bijstandsuitkering. Het is meer dan wenselijk om bewoners weer aan de slag te krijgen. Uitkeringsgerechtigden die niet of niet direct inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt dienen hierbij gefaciliteerd worden om toch maatschappelijk te kunnen participeren. Door meer bewoners aan het werk te helpen, ook in werktrajecten of in vrijwilligerswerk, zal dit de wijk ten goede komen. Taalachterstand in de wijk zorgt ervoor dat vele bewoners onvoldoende mee kunnen doen aan het maatschappelijk verkeer en bovendien kwetsbaar en afhankelijk zijn. In de afgelopen jaren is ingezet op taal- en participatietrajecten. Een groot aantal bewoners heeft dergelijke trajecten gevolgd, echter zijn er nog heel veel mensen die de Nederlandse taal onvoldoende beheersen. De bewoners, die de cursussen hebben gevolgd, zijn doorgestroomd naar andere activiteiten en vervolgcursussen. Er zijn echter ook cursisten, die de vervolgstap niet hebben kunnen maken omdat hun taalniveau nog te laag was en omdat bewoners niet tweemaal dezelfde cursus mogen volgen. Om het taalniveau van deze mensen te verhogen, is het project Verder met Taal opgezet. In het komend jaar zal het wederom nodig zijn om maatwerk aan te bieden voor diegenen die niet volgens de bedachte structuren vooruit kunnen. Ook in de toekomst is het noodzakelijk 7

9 om meer te investeren in taal, daar het een brugfunctie heeft om deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer en de naar zelfredzaamheid. 3.4 Ontwikkel kansen bieden aan jongeren Relatief gezien wonen er veel jongeren in de wijk Afrikaanderwijk. Om de potentie van de jongeren zo maximaal mogelijk te kunnen benutten, is het noodzakelijk dat ze een passende opleiding met succes afronden en daarna een baan vinden met een goed carrièreperspectief, waardoor ze in de toekomst een goede plek in de Rotterdamse samenleving kunnen waarmaken. Op dit moment zien we dat jongeren uit de focuswijken te maken hebben met hardnekkige achterstanden, zoals lage cito scores, een groot aantal voortijdige schoolverlaters, het niet behalen van startkwalificaties en het marginale deel dat door stroomt naar het voortgezet onderwijs. Als het gaat om voortijdig schoolverlaten scoren de jongeren niet goed. Een hoge prioriteit van uit het gebied is dan ook een integrale aanpak op voortijdig schoolverlaters, waarin samen met partners zoals scholen, cluster Maatschappelijke Ontwikkeling en wijkpartijen, een reductie van het aantal uitvallers moet worden bereikt. Dit alles eveneens om te voorkomen dat een deel van deze jongeren verleid wordt tot het deelnemen aan de zogenaamde grijze economie door gebrek aan perspectief. Ook het behalen van startkwalificaties is van belang om in de toekomst in de maatschappij mee te kunnen doen. De inzet blijft, ook in de komende periode, om samen met de stad de VSV ers terug te leiden naar school of een ander traject aan te bieden. Voor wat betreft de aanpak van de achterstanden ligt dit voor een belangrijk deel bij het onderwijs. Onderwijs kan het echter niet alleen. De steun van ouders en bedrijven is onontbeerlijk, maar ook de naaste omgeving van de jongeren: het gezin, de straat en wijk zullen meer worden betrokken bij de aanpak. Mede vanwege de economische crisis is het aanbod op de arbeidsmarkt groot en zal het hierdoor moeilijker zijn voor jongeren met een gering ervarings- en opleidingsniveau om aan werk te komen. Voor jongeren zonder startkwalificatie zal dit van grote invloed zijn op het vinden van betaald arbeid. Het doel is om de generatie die nu opgroeit een nieuw perspectief te bieden. Dit gaat verder dan uitsluitend het voorkómen van problemen, maar ook door vooral uit de jongeren halen wat er in zit. De doelen zijn daarom zowel geformuleerd rondom het verbeteren van schoolprestaties als het terugdringen van schooluitval. Hierdoor wordt de kans vergroot dat meer jongeren een stageplek en of (goede) baan in het bedrijfsleven kunnen vinden. Vanuit het domein school zal aan de hand van Childeren Zone, uitbreiding van leertijd, huiswerkbegeleiding, en invoering van de groep Nul geïnvesteerd worden in de jongeren. Het bedrijfsleven zal mede zorg dragen voor bijvoorbeeld stageplekken en dat de overgang van school naar werk naadloos plaatsvindt, door de vraag en aanbod meer op elkaar af te stemmen. Daar talentontwikkeling begint bij de leerling en het gezin, zullen scholen ouders intensief betrekken bij de school en studiekeuze, maar ook bij het spijbelen en het dreigen uit te vallen. Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen en zullen meer dan in het verleden bewust worden gemaakt over hun rol en hun bijdrage op dit vlak. Door ouders meer bewust te maken en te faciliteren over de mogelijkheden op het gebied van ouderparticipatie, zal dit ten goede komen aan de school prestaties van de kinderen. 3.5 Verminderen van overlast De Afrikaanderwijk kenmerkt zich door levendigheid, waarvan de markt en de vele horecagelegenheden een groot deel van de dynamiek veroorzaken. Deze dynamiek kent ook zijn aandachtspunten, in de zin van illegale activiteiten. Er is sprake van diefstal en zakkenrollerij op en rondom de markt. In de afgelopen jaren is nodige inzet hierop gepleegd aan de hand extra toezicht, videobewaking, het waarschuwen van marktbezoekers, het uitdelen van tinkle alarm en nog veel meer. Ondanks alle inspanningen blijft het een hardnekkig probleem. In de komende jaren moet structureel ingezet worden om dit probleem te minimaliseren, door aan de ene kant continue te werken aan de bewustwording 8

10 van marktbezoekers, zodat ze wat beter op de eigen spullen kunnen letten en aan de andere kant ook a.d.h.v. meer toezicht. Zo zijn een aantal horecagelegenheden in relatie gebracht met drugs gerelateerde activiteiten. Bovendien is er al jarenlang sprake van overlastgevende en criminele jongeren in de wijk. Op deze punten wijkt Afrikaanderwijk dan ook negatief af van het stedelijk gemiddelde als we naar de Veiligheidsindex kijken. Overleg met veiligheidspartners heeft de volgende aandachtspunten opgeleverd voor de aanpak de komende tijd, te weten: het aanpakken van de jeugdcriminaliteit en overlast en het aanpakken van illegale activiteiten binnen de horeca. Door deze aandachtspunten, loopt tevens een rode draad van aandacht voor de drugsproblematiek. Deze wordt veelal verhandeld binnen horecagelegenheden, en oefent een negatieve aantrekkingskracht uit op de in de wijk opgroeiende jongeren. Door kwetsbaarheid van de ondernemer kan er ruimte geboden worden aan illegale praktijken als gokken en handel in verdovende middelen en kan overlast door het aangetrokken publiek optreden. 9