Diftardiscussie. Achtergronden omtrent discussie over tariefdifferentiatie op gebied van afval in de gemeente Boxtel. D. Boots

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Diftardiscussie. Achtergronden omtrent discussie over tariefdifferentiatie op gebied van afval in de gemeente Boxtel. D. Boots"

Transcriptie

1 Diftardiscussie 1

2 Diftardiscussie Achtergronden omtrent discussie over tariefdifferentiatie op gebied van afval in de gemeente Boxtel D. Boots

3 1 Inleiding Met de vaststelling van het afvalstoffenbeleidsplan is afgesproken dat er in de loop van 2012 een hernieuwde diftardiscussie gevoerd zal worden. In het verleden is er al diverse keren in de Boxtelse gemeenteraad gesproken over de voor- en nadelen van diftar. De conclusie is tot nu toe steeds geweest dat het invoeren van diftar grote voordelen met zich mee brengt maar dat er zeker ook net zulke grote nadelen te benoemen zijn. Hieronder volgt een korte opsomming van de bekende voor- en nadelen. Voordelen: Het principe van de vervuiler betaalt wordt gevolgd, Bevordering van afvalscheiding (afvalscheiden loont), al varieert dit sterk met de gekozen diftarvariant, Beperkte verandering in aankoopgedrag, in de praktijk blijkt dit voor burgers ook vaak moeilijk uitvoerbaar. Verder brengt de invoering van diftar intensivering van de voorlichting en verbetering van de voorzieningen met zich mee. Dit draagt ook bij aan het resultaat, en kan voor een vertekend beeld zorgen omdat dit vaak maar tijdelijk werkt. Na verloop van tijd vervalt men voor een deel weer in oud gedrag van vóór de diftarinvoering. Nadelen: Verhoging algemene administratieve last (perceptiekosten), Risico op ontwijkgedrag en afvaltoerisme Toename van zwerfafval Slechtere kwaliteit deelstromen Toename van misbruik en fraude Arbo- en hygiëne eisen komen onder druk te staan Een gemeente als Boxtel zit op het scheidsvlak. Momenteel heeft het merendeel van de Nederlandse gemeenten geen diftarsysteem. Het blijken nog steeds de kleinere plattelandsgemeenten te zijn die diftar ingevoerd hebben. Volgens Agentschap NL heeft in % van de gemeenten een diftarsysteem, terwijl dit slechts 27% van de huishoudens betreft. Qua afvalstoffenheffing bevindt Boxtel zich ook min of meer in het midden. Onderstaande tabel laat de afvalstoffenheffing voor een meerpersoonshuishouden in Boxtel en gemiddeld in Nederland zien voor de jaren 2010 en Tabel 1 Afvalstoffenheffing voor een meerpersoonshoudshouden in Boxtel en gemiddeld in Nederland. Jaar Boxtel Gemiddeld in Nederland In de hierna getoonde figuur en tabel wordt de verdeling van de verschillende vormen van diftar in Nederland over het jaar 2011 getoond. 3

4 Figuur 1 Overzicht tariefsystemen in Nederland in 2011, bron: Agentschap NL 4

5 Tabel 2 Overzicht verschillende vormen van diftar in Diftarvorm Aantal Gemiddeld aantal gemeenten huishoudens per gemeente Geen vast tarief Geen uitgezonderd onderscheid eenpersoons/meerpersoons Volume en frequentie 72 Volume 38 Gewicht Dure zak 11 Ander systeem 23 Totaal 441 Totaal aantal gemeenten in tabel 2 wijkt iets af omdat in enkele gemeenten (Amsterdam, Zuidplas, Horst aan de Maas en Maas en Peel) verschillende soorten tariefsystemen naast elkaar voorkomen, waardoor deze gemeenten dus bij meerdere diftarvormen geregistreerd staan. Boxtel had medio betalende aansluitingen voor de afvalstoffenheffing. In de figuur op de volgende pagina staan de verschillende vormen van tariefdifferentiatie nog eens kort uitgelegd. Van alle beschreven vormen lijken in ieder geval diftar op basis van volume of diftar op basis van volume en frequentie het de meeste geëigende vormen te zijn. Diftar op basis van het aangeboden gewicht of met behulp van de dure zak heeft te veel nadelen. Het dure zak systeem heeft een negatieve invloed op de arbeidsomstandigheden van de beladers. Verder geldt voor het inzamelen van afval in zakken een lage P-90 norm. Deze norm bepaalt hoeveel zakken en/of containers een belader van een bepaalde leeftijd per dag mag inzamelen. Deze norm ligt voor zakken veel lager dan voor minicontainers, waardoor er een flink capaciteitsverlies optreedt. Bovendien lopen de aangeboden zakken de kans om opengescheurd te worden door loslopende honden en katten waardoor er meer zwerfvuil dreigt te ontstaan. Voor een diftarsysteem op basis van het aangeboden gewicht is een gecertificeerde en geijkte weeginstallatie op inzamelvoertuigen nodig. Dit vergt een fikse investering, veel onderhoud en zorgt voor een grote administratieve last omdat daadwerkelijke weeggegevens bijgehouden moeten worden en doorbelast aan de burgers moeten worden. Dit geeft verder het risico dat burgers afval in elkaars containers deponeren en veel kans op een massale toename van het aantal bezwaarschriften bij de inning van de heffing. Het huidige containermanagementsyteem kan er echter wel relatief eenvoudig worden uitgebouwd tot een diftarsysteem op basis van volume of volume/frequentie. De kans op bezwaarschriften is bij een volume en bij een volume en frequentiesysteem al kleiner en als eventueel de standaardmaat container wordt gewijzigd vervalt dit risico vrijwel geheel. 1 Uit: Afvalstoffenheffing 2011, Agentschap NL, Uitvoering Afvalbeheer Utrecht, 29 juni

6 Figuur 2: Diftarsystemen en hun kenmerken (bron AOO) Omdat een gemeente als Boxtel zich op het scheidsvlak bevindt zullen gemeentespecifieke eigenschappen bepalen of het in Boxtel ook daadwerkelijk opportuun is om een diftarsysteem in te voeren. In de volgende paragraaf wordt de situatie in de gemeente Boxtel nader beschreven. 2 Situatie Boxtel Bij het bepalen van de gemeentespecifieke situatie op het gebied van diftar zijn de volgende zaken van belang: resultaten sorteeranalyses en analyseresultaten resultaten bewonersonderzoek benchmark

7 benodigde container grootte Hier onder zullen deze kort uitgewerkt worden. Sorteeranalyse Er zijn 2 sorteeranalyses gehouden. 1 in het najaar van 2011 en 1 in het voorjaar van Seizoensinvloeden daargelaten, laten beide een redelijk consistent beeld zien. Toch zijn twee sorteeranalyses nog te mager om uit gaan van absolute cijfers. Daar is een meerjarig traject voor nodig. Bij het interpreteren van de resultaten dient dus een slag om de arm gehouden te worden. In beide proeven is minimaal 750 kilo afval gesorteerd. De procentuele resultaten uit de sorteeranalyse worden gekoppeld aan de hoeveelheid restafval dat per inwoner per jaar wordt ingezameld. De behaalde resultaten worden vergeleken met cijfers van vergelijkbare gemeenten of bebouwingstypen. Voor de gemeente Boxtel betekent dit een vergelijking met gemeenten uit stedelijkheidsklasse 3 die geen diftar toepassen. Er is een onderscheid gemaakt tussen het afval afkomstig uit de hoogbouw en de laagbouw. Dit is voor de laagbouw een vergelijking met ca. 80 en voor de hoogbouw een vergelijking met ca. 44 analyseresultaten. De beoordeling geeft aan of een fractie een zeer laag, laag, gemiddeld, hoog of zeer hoog aandeel in het restafval is. Er wordt gewerkt met een benchmark inzamelpotentieel huishoudelijk restafval (BIHR). Dit is een theoretisch model dat aangeeft hoeveel kilo per inwoner per jaar van een bepaalde fractie nog uit het restafval gehaald kan worden door afvalscheiding en/of preventie. Stedelijkheidsklasse 3 en geen diftar. Uit de benchmark inzamelpotentieel huishoudelijk restafval valt het volgende af te leiden: Tabel 3 Resultaten Sorteeranalyse 2011 en 2012, belangrijkste stromen Afvalstroom BIHR Score 2012 BIHR Score 2011 Gemiddeld Totale hoeveelheid restafval per inwoner per jaar Laagbouw hoogbouw Laag Laag Laag Laag Laag Laag Gft in restafval laagbouw Zeer hoog Gemiddeld Hoog hoogbouw Laag Zeer laag (bijna beste scheidingspres tatie) Laag/Zeer laag Herbruikbaar papier/karton Herbruikbaar glas Herbruikbaar plastic verpakkingsafval (Nedvangstroom) Aandeel laagbouw Zeer laag (beste scheidingspres tatie!) Gemiddeld Laag hoogbouw Zeer hoog Hoog Hoog/Zeer hoog laagbouw Gemiddeld Gemiddeld Gemiddeld hoogbouw Laag Hoog Gemiddeld laagbouw Zeer laag Gemiddeld Laag/Zeer laag hoogbouw Laag Zeer laag Zeer laag/laag laagbouw Gemiddeld Laag Laag/Gemiddeld herbruikbaar textiel hoogbouw Gemiddeld Zeer hoog Gemiddeld./Hoog 7

8 De rapportages van de sorteeranalyse 2011 en 2012 zijn als bijlage toegevoegd. In de tabel op de volgende pagina vindt u een overzicht van alle resultaten. Verder zijn er enkele grafieken opgenomen waarin te zien is hoe de totale hoeveelheid huishoudelijk restafval in de gemeente Boxtel zich verhoudt tot die van andere stedelijkheidsklasse 3 gemeenten. Zowel met als zonder diftar. De resultaten van de sorteeranalyses laten, met de nodige slagen om de arm, zien dat Boxtel het voor een stedelijkheidsklasse 3 gemeente behoorlijk goed doet op gebied van afvalscheiding. Wel laten de grafieken in figuur 3 zien dat gemeenten met stedelijkheidsklasse 3 met diftar ca. 20% minder restafval hebben. Deels zal dit veroorzaakt worden doordat er een verschuiving van het afval plaatsvindt, er zal bijvoorbeeld meer grofhuishoudelijk afval naar de milieustraat gaan. En deels zal hier ook ontwijkgedrag meespelen. Maar er mag vanuit gegaan worden dat een gedeelte ook zit in het beter gescheiden aanbieden van afval. 8

9 Tabel 4 Totaal overzicht resultaten sorteeranalyses 2011 en

10 Figuur 3 Hoeveelheid restafval in gemeente Boxtel vergeleken met andere stedelijkheidsklasse 3 gemeenten zonder (1e) en met (2e) enkele vormen van diftar 10

11 Afvalonderzoek gemeente Boxtel In het voorjaar van 2012 heeft onderzoeksbureau Marintel onderzoek gedaan naar de wijze waarop de Boxtelse burger staat tegenover het principe de vervuiler betaalt en de invoering van diftar. Het volledig rapport is als bijlage toegevoegd. Hier onder volgt een korte samenvatting van de resultaten. Op de vraag: Zou u overwegen uw grijze container voor huisvuil om te wisselen voor een kleiner exemplaar, indien u ook een lager tarief betaalt voor de afvalstoffenheffing? zegt: Ja: 35% Nee 53 % Wacht af 13% En burgers geven aan dat zij momenteel het merendeel van de belangrijkste afvalstromen gescheiden inleveren: Oudpapier (90%), glas (81%), kca (79%), textiel (70%), plastic (70%), WeB (69%) gft (66%) Uitzondering hierop vormen luiers, 14 % van de respondenten heeft luierafval en slechts enkele procenten daarvan biedt % van haar luierafval gescheiden aan. Het merendeel van de huishoudens met luiers gooit deze dus gewoon bij het restafval. Verder moet opgemerkt worden dat er sprake kan zijn van antwoorden op basis van sociaal wenselijk gedrag en dat deze cijfers dus feitelijk lager kunnen liggen. De redenen om afval niet te scheiden zijn heel divers. Stank/ongedierte en onvoldoende mogelijkheden worden wel het meest genoemd. Het merendeel van de respondenten dat hun afval wel scheidt noemt beter voor het milieu als heel belangrijke (60%) of belangrijke reden (34%). Verder komen is een gewoonte (47% resp. 38%), is een kleine moeite (44% resp. 40%) en is een morele plicht (35% resp. 35%) ook vaak voor. Lagere kosten ( 22%, resp. 16%), restafvalbak te klein (16%, resp. 16%) en thuiscomposteren (5%, resp 8%) worden het minst genoemd als reden om afval juist wel te scheiden. 53% geeft aan dat ze invloed heeft op de hoeveelheid afval die zij produceert. 47% geeft aan van niet. Letten op de hoeveelheid verpakking bij boodschappen wordt daarbij als het belangrijkste instrument genoemd. Het merendeel van de respondenten is tevreden over de huidige wijze van inzamelen. Kca afval en WeB blijven ietwat achter. Op de vraag hoe de gemeente kan helpen om het afval beter te scheiden wordt: niet nodig/ het is goed zoals het is het meest genoemd (totaal 117 maal genoemd). Meer scheidingsmogelijkheden/inzamelpunten en vaker ophalen wordt ook enkele malen genoemd (80 maal in totaal). Scheiden van afval belonen en diftar/ vervuiler betaalt invoeren wordt slecht 10 maal genoemd en milieustraat goedkoper/gratis maken wordt 9 maal genoemd. Toch geeft het merendeel van de respondenten (65%)aan dat zij achter het principe van de vervuiler betaalt staat, ook als dat zou betekenen dat zij zelf meer zou moeten betalen voor hun afval. Ook geeft 69% aan dat zij het eens is met de stelling dat de naarmate mensen meer afval 11

12 produceren zij meer zouden moeten betalen. Verder geeft 50% aan dat de kosten op gebaseerd zouden moeten worden op het aantal personen (huidig systeem). En resp. 75% en 55% geeft aan dat zij het niet eens zijn met een kostenverdeling gebaseerd op inkomen of met gelijke kosten voor iedereen. Ook geeft 57% aan dat zij bereid is iets meer te betalen voor haar afval, indien hier een bijdrage geleverd kan worden aan het milieu. 31% is hier op tegen en 13% weet het niet. Als gevraagd wordt naar welk betaalsysteem voor het inzamelen van huisvuil de voorkeur uitgaat geeft 21% aan een eerste voorkeur te hebben voor een verdeling op gezinsgrootte, 24% geeft dit als tweede voorkeur aan. 25% heeft een vast bedrag voor iedereen als eerste voorkeur aan en 12 % heeft dit als tweede voorkeur aangegeven. Vervolgens worden betalen per kilo ( 23% eerste voorkeur, 13% tweede voorkeur), betalen per lediging ( 12% eerste voorkeur, 20% tweede voorkeur), betalen op basis van volume en lediging (9% eerste voorkeur, 16% tweede voorkeur) en betalen op basis van volume (10% eerste voorkeur, 15% tweede voorkeur) genoemd. Vanuit de onderzoekers wordt hier als kanttekening bijgeplaatst dat naarmate burgers hun afval beter scheiden, zij minder de voorkeur geven aan betalen op basis van gezinsgrootte en meer de voorkeur aan betalen per kilo aangeboden afval. Verder wordt in de opmerkingen aangegeven dat diftar weliswaar een eerlijker en rechtvaardiger systeem is, maar dat men ook bang is voor de gevolgen van de invoering zoals het dumpen van afval. Figuur 4 Eerste en tweede voorkeur voor een betaalsysteem voor het inzamelen van huisvuil Als gevraagd wordt naar de invloed van Diftar op het afvalgedrag geeft 30% aan dat zij zeer waarschijnlijk beter zal scheiden en 27% aan dat zij waarschijnlijk beter zal scheiden. 27% geeft aan dat het gedrag zeer waarschijnlijk niet zal veranderen en eveneens 27% geeft aan dat het gedrag waarschijnlijk niet zal veranderen. Het merendeel geeft echter ook aan dat het onwaarschijnlijk of zeer onwaarschijnlijk is dat zij over zal gaan tot ontwijkgedrag als verbranden, dumpen bij openbare prullenbakken, meenemen naar buurgemeenten zonder diftar of meenemen naar werk, minder dan 10 % geeft aan dat zij dit als optie ziet. Wel verwacht men dat anderen dit zullen gaan doen. Verder geeft 16% aan plastic beter te gaan scheiden bij de invoering van diftar, 16% gft, 14% glas, 10% textiel, 10% oudpapier, 8 % WeB, 8% kca en 2% luiers (van de 12 % van de respondenten die aangeeft dat ze luierafval heeft). 12

13 Tabel 5 Huidig scheidingsgedrag en scheidingsgedrag onder invloed van diftar Verdere aanbevelingen die uit het rapport naar voren komen zijn: Communicatie over afval intensiveren: 15% denkt namelijk dat afval toch weer samen gevoegd wordt, daarom is het van belang om burgers te blijven informeren over de wijze waarop het afval verwerkt wordt. Ook is het van belang om burgers te informeren over de wijze waarop zij de hoeveelheid kunnen beperken. Dit zijn belangrijke speerpunten uit het afvalbeleidsplan en daar zal en wordt in dit kader dan ook aandacht aan besteed. Verbeteren afvalinzamelinfrastructuur: met name het inrichten van meer wijkverzamelpunten voor kca, textiel en blik, het inzamelen van plastic verpakkingen in minicontainers, oudpapier vaker ophalen en de groencontainers vaker ledigen in het groenseizoen wordt wenselijk geacht. Daar waar mogelijk zal bekeken worden of er aanpassingen gemaakt kunnen worden. Er vanuit gaande dat genoemde besparingen daadwerkelijk gerealiseerd kunnen worden, dat het gemiddelde burgers betreft die gemiddeld reageren en voor een gemiddelde vorm van diftar gelden zou en dat de cijfers van de sorteeranalyse te vergelijken zijn met die van het bewonersonderzoek zou dit op jaarbasis een besparing van ca. 1 ton euro op jaarbasis opleveren. Hier staan perceptiekosten van ca euro en mogelijke meerkosten voor toename van zwerfafval, aanvullende maatregelen op de milieustraat en ander ontwijkgedrag tegenover. Voor deze laatste kosten is het niet goed mogelijk een raambedrag te geven. De berekende besparing bevat zeer veel aannamen en onzekerheden. Totale besparing op jaarbasis zal naar verwachting echter toch enkele tienduizenden euro s zijn, dus gemiddeld enkele euro s per huishouden per jaar. Wel zal de verdeling van de lasten over de huishoudens gaan veranderen. Sommigen zullen minder heffing krijgen, maar er zullen dan ook de nodige huishoudens meer gaan betalen. Per saldo is er immers weinig besparing te verwachten. Resultaten benchmark 2011 Tabel 6 Ambitieniveau prestatie-indicatoren (belangrijkste vetgedrukt Indicator Eenheid Benchmark 2007 (peiljaar 2006) Streefwaarde Afvalstoffenplan Omvang geleverde diensten (zonder kwaliteitsoordeel) Dienstenpakket % van maximum nb Milieuprestatie Benchmark 2011 (peiljaar 2010) 13

14 Restafval Kg/inw.jaar 231 (goed) 200 (prima) Grof huisafval (rest) Kg/inw.jaar Gft- + grof tuinafval Kg/inw.jaar 89+59= = Papier Kg/inw.jaar Glas Kg/inw.jaar Textiel Kg/inw.jaar 5,03 5,5 5 - KCA Kg/inw.jaar 2,18 2 1,8 - Hout Kg/inw.jaar Metalen Kg/inw.jaar Scheidingspercentage, % 51 (goed) 56 (maxgoed) 53,9% excl. Verbouwingsafval, grond en puin - aandeel basispakket % nb (gft) - aandeel GIHA-pakket % nb (papier, glas, textiel) - overig aandeel % nb (KCA, GHA, overig) - scheiding milieustraat % ,3 Financiële prestatie Totale inzamelkosten: Haalsysteem /aansluiting.jr (pp 2006) 63 (goed) 57 (maxgoed) nb - Inzamel- en overslagkosten basispakket: Restafval - Inzamel- en overslagkosten basispakket: Gft-afval Totale inzamelkosten: Brengsysteem (milieustraat) Operationele prestatie Minicont. achterlader restafval Minicont. achterlader gftafval Minicont. zijlader gftafval /aansluiting.jr (pp 2006) /aansluiting.jr (pp 2006) /aansluiting.jr (pp 2006) 31 (goed) 26 (prima) 26,97 26 (redelijk) 23 (goed) 21,12 28 (redelijk) 18 (goed) nb Lediging/uur 44 (redelijk) 51 (mingoed) nb Lediging/uur 39 (redelijk) 42 (mingoed) nb Lediging/uur 76 (goed) 80 (goed) nb Wijkcontainers Lediging/uur 8 9 nb Bezoekers milieustraat Aantal/aansluitin 2,92 3 nb per jr g Bezoekers milieustraat Aantal/mensuur 6,2 (redelijk) 9 (goed) nb per jr Het ambitieniveau beoogt de kwaliteit van de afvalinzameling te verbeteren van een sterke middenmoter in de landelijke Benchmark NVRD (in klasse C) tot een gemeente net in de kopgroep, met name ten aanzien van milieu- en financiële prestaties. Door een aantal wijzigingen in de opzet van de Benchmark is het niet mogelijk om alle indicatoren die bij de opzet van het afvalstoffenbeleidsplan zijn benoemd te vergelijken. Toch laten de overgebleven indicatoren wel een aardig beeld zien. Het blijkt dat de genoemde streefwaarden nog niet bereikt zijn maar dat in de meeste gevallen wel aardig benaderd worden. 14

15 Verder blijkt uit de benchmark dat het totale afvalaanbod in Boxtel boven het benchmarkgemiddelde van de stedelijkheidsklasse 3 deelnemers ligt. De hoeveelheid ingezameld restafval ligt echter ruim onder het gemiddelde. Dit wordt ook bevestigd in de sorteeranalyses. Ook de hoeveelheid gescheiden ingezameld gft is lager dan gemiddeld, daar staat echter tegenover dat de hoeveelheid gescheiden aanlevert tuinafval hoger dan gemiddeld is. De hoeveelheid gescheiden ingezameld oud papier en karton is ruim boven het gemiddelde. Ook met de inzameling van plastic verpakkingen en textiel scoort Boxtel hoger dan gemiddeld. De ingezamelde hoeveelheid glas is ongeveer gemiddeld en er wordt meer klein chemisch afval (kca) dan gemiddeld gescheiden ingezameld. Van de laatst genoemde stroom is moeilijk te bepalen of dit nou goed of slecht is. Tabel 7 Ingezamelde hoeveelheden in kg/inwoner in de gemeente Boxtel, vergeleken met de gemiddelden van de stedelijkheidsklasse 3 benchmarkdeelnemers. Afvalstroom Boxtel Kg/inwoner Gemiddelde benchmark Kg/inwoner Hoogste Restafval Gft Oudpapier en karton Plastic verpakkingen Glas Textiel KCA 1,8 1,2 1,8 0 Laagste Het scheidingspercentage blijkt hoger dan gemiddeld te zijn. Bij de huishoudelijke fractie scoort Boxtel vooral goed op de gescheiden inzameling van papier, kunststofverpakkingen en textiel. Optimalisatiemogelijkheden liggen vooral bij de gescheiden inzameling van gft-afval. Dit komt gedeeltelijk overeen met de resultaten uit de sorteeranalyses. Voor wat betreft de kosten per aansluiting zit Boxtel boven het gemiddelde van de benchmarkgroep. Met name de kosten voor op- en overslag zijn relatief hoog tov het groepsgemiddelde. Dit zijn kosten die veel vastliggen in langdurige contracten en moeilijk te beïnvloeden zijn. Voor wat de directe inzamelkosten per fractie betreft scoort Boxtel vooral goed op de inzameling van restafval. Ook directe inzamelkosten voor kunststoffen zijn lager dan gemiddeld. Al met al onderschrijft de Benchmark 2011 de eerste conclusies van de sorteeranalyses dat Boxtel het voor een stedelijkheidsklasse 3 gemeente niet slecht doet. Het benchmark 2011 rapport is als bijlage toegevoegd. Benodigde container grootte Door de invoering van de gescheiden inzameling van plastic verpakkingsafval is het mogelijk om wel tot de helft van de inhoud van een restafvalcontainer gescheiden in te leveren. Plastic verpakkingsafval is volumineus en heeft weinig gewicht. Hierdoor bestaat het risico dat de vrijgekomen containerruimte aangevuld wordt met ander (veelal) zwaarder afval. In het bewonersonderzoek is dit ook aan de orde gekomen. Op de vraag: Denkt u dat een grijze container met een volume van 180 l groot genoeg is voor uw huishouden?, antwoordt: Ja 57% 15

16 Nee 31% Weet niet 13 % En op de vraag hoe de vrijgekomen ruimte ingevuld wordt, antwoordt: Ander afval van mezelf 82% Afval van de straat 5% Anders 11% Onder anders wordt dan verstaan: aanvullen met grofvuil; afspraken maken met de buren; aanvullen met afval van de buren; in huis kijken wat er weg kan. Ook uit de sorteeranalyses volgt soortgelijke informatie Hieronder volgen enkele graphics die laten zien hoe vol een minicontainer is op basis van de sorteeranalyseresultaten van najaar

17 17

18 Bovenstaande informatie geeft aan dat de huidige 240l grijze container te groot is om als standaard te fungeren. De lege ruimte is daarvoor te groot en biedt te veel kans op verkeerd aanbiedgedrag (bijvoorbeeld vullen met een ongewenste fractie). Er is momenteel een 180l container op de markt en deze is, op kleine schaal, een aantal maanden getest in de gemeente. De testresultaten tot nu toe zijn veelbelovend genoeg om de aanpassing van de standaardset 240l grijs en 140l groen aan te passen in 180 l grijs en 140 l groen. De kans op misbruik van de lege ruimte wordt daarmee duidelijk minder. 18

19 3 Conclusies Uit de sorteeranalyses, de benchmark en het bewonersonderzoek blijkt dat Boxtel geen diftar nodig heeft om goede resultaten te kunnen behalen. Wel blijkt uit het bewonersonderzoek dat ca. 1/3 van de burgers graag een 180 l grijze container zou willen indien dit financieel voordeel oplevert. En 57% verwacht dat een 180l container groot genoeg is voor hun huishouden. Uit het bewonersonderzoek blijkt echter ook dat de afvalpreventie en afvalscheidingsresultaten door de invoer van een diftarsysteem nog verder verbeterd kunnen worden. Daar staat echter wel tegenover dat diftar er ook voor zorgt dat de administratieve last toeneemt, dat er aanvullende maatregelen op de milieustraat nodig zijn en dat er risico s op toename van zwerfafval en ontwijkgedrag zijn. Vanuit dit perspectief zijn er 3 varianten mogelijk: Variant 1: Huidig systeem handhaven In het huidige systeem wordt er een onderscheid en afvalstoffenheffing voor een eenpersoonsen een meerpersoonshuishouden is. En de standaardset minicontainers bestaat uit een 240l grijs en een 140l groen, met de mogelijkheid om tegen een extra tarief grotere en/of meerdere containers aan te vragen. Variant 2: Een lichte variant van een volume diftarsysteem. Te overwegen valt om de standaardset aan te passen in 180 liter grijs en 140 liter groen, tegen lagere afvalstoffenheffing. De 240 liter grijze container blijft verkrijgbaar tegen een verhoging. Dit kan gezien worden als een lichte variant van de diftarsysteem op volumebasis. Bij een volledig systeem zou de kleinste maat container (140 l) het laagste tarief hebben. De geopperde variant levert een kleine prikkel om toch plastic en ander afval te gaan scheiden, maar niet te grote prikkel zodat burgers hun containerruimte niet te overmoedig gaan inschatten (met alle nadelige gevolgen vandien). Uit figuur 3 blijkt evenwel dat dit systeem amper iets te weegbrengt in het totale restafvalaanbod. Enkel de lasten worden anders verdeeld over de huishoudens Variant 3: Een volume en frequentie diftarsysteem. Andere optie is een volume en frequentie diftarsysteem. Een van de conclusies uit het bewonersonderzoek is dat 2/3 van de burgers achter het principe van de vervuiler betaalt staat. Ook wanneer dit inhoudt dat zijzelf iets meer gaan betalen voor hun afval. Dit systeem wordt eerlijker en rechtvaardiger gevonden dan de andere wijzen van betalen voor afval. Ook kan dit leiden tot nog betere afvalscheidingsresultaten. Echter de voorkeur van burgers gaat uit naar betalen op basis van gezinsgrootte. Overwogen kan worden om een combinatie te maken van de verschillende betalingsopties: bijvoorbeeld vastrecht op basis van gezinsgrootte en daarnaast een bedrag dat samenhangt met het aantal aanbiedingen van de minicontainer. Voor hoogbouw blijft dan enkel het onderscheid op eenpersoons en meerpersoonshuishoudens. Concreet betekent dit dat een volume en frequentiediftarsysteem overwogen kan worden, waarbij de standaardmaat voor de containerset 180 l grijs en 240 l groen is. Burgers kunnen indien gewenst ook een grotere (240 l) of extra container houden, maar dan tegen meerkosten. 19

20 Verder dient het met het afvalstoffenbeleidsplan ingezette pad (communicatie, voorlichting en infrastructuur) voort gezet te worden. De voorlopige benchmarkresultaten laten zien dat dit zijn vruchten af werpt en uit het bewonersonderzoek is ook gebleken dat hier behoefte aan is. 20