Belastingdienst. Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2019

Transcriptie

1 Belastingdienst Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari 2019

2 Inhoud 1 Inleiding 5 2 Tabellen loonbelasting/premie volksverzekeringen voor loontijdvakken Loonbelasting/premie volksverzekeringen vanuit tijdvakloon berekenen Formule voor berekening loonbelasting/premie volksverzekeringen Jaarloon (L) Loonbelasting/premie volksverzekeringen berekenen volgens schijventarief (a, b en c) Heffingskortingen Bedrag van de loonbelasting/premie volksverzekeringen over het jaarloon (X) Jaarbedragen omrekenen naar tijdvakbedragen Formaat voor tabellen voor loontijdvakken 15 3 Tabel bijzondere beloningen Formaat tabellen bijzondere beloningen 16 4 Afwijkende tabellen Tabel voor aannemers van werk, thuiswerkers, sekswerkers en gelijkgestelden Tabel voor artiesten en buitenlandse beroepssporters Anoniementarief Tarief bij afkoop van lijfrenten 18 5 Jonggehandicaptenkorting Jonggehandicaptenkorting en tijdvakbedragen AOW-leeftijd, wonen in het buitenland of andere herleiding 19 6 Levensloopverlofkorting AOW-leeftijd, wonen in het buitenland of andere herleiding 21 7 Herleidingssituaties Tabellen voor loontijdvakken voor herleidingssituaties Tabellen bijzondere beloningen voor herleidingssituaties Beëindigen van de inhouding bij herleidingssituaties AG, EK, FL 24 8 Inhouding bij wonen in het buitenland 25 9 Substitutiewaarden zelf herleiden Zelf herleiden van bedragen, percentages en factoren Standaardsituaties Herleiding (bij AOW-leeftijd en ouder, bij wonen in het buitenland of anderszins) Afrondingsconventies bij herleidingen 27 Bijlage 1 Symbolen 29 Overzicht van symbolen in de rekenvoorschriften 29 Bijlage 2 Parameter-, substitutie waarden en herleidings factoren, standaard, NL 31 Witte tabel standaard parameterwaarden belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW, Anw en Wlz 31 Witte tabel standaard herleidingsfactoren belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW, Anw en Wlz 31 Groene tabel standaard parameterwaarden belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW, Anw en Wlz 32 Groene tabel standaard parameterwaarden belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW, Anw en Wlz 32 Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

3 Bijlage 3 Substitutiewaarden en herleidingsfactoren Nederland 33 Witte tabel herleiding AG substitutiewaarden uitsluitend premieplichtig voor de AOW, de Anw en de Wlz 33 Witte tabel herleiding AG herleidingsfactoren uitsluitend premieplichtig voor de AOW, de Anw en de Wlz 33 Witte tabel herleiding BH substitutiewaarden uitsluitend belastingplichtig 34 Witte tabel herleiding BH herleidingsfactoren uitsluitend belastingplichtig 34 Witte tabel herleiding CI substitutiewaarden belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW en de Anw 35 Witte tabel herleiding CI herleidingsfactoren belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW en de Anw 35 Witte tabel herleiding DJ substitutiewaarden belastingplichtig en premieplichtig voor de Wlz 36 Witte tabel herleiding DJ herleidingsfactoren belastingplichtig en premieplichtig voor de Wlz 36 Witte tabel herleiding EK substitutiewaarden uitsluitend premieplichtig voor de AOW en de Anw 37 Witte tabel herleiding EK herleidingsfactoren uitsluitend premieplichtig voor de AOW en de Anw 37 Witte tabel herleiding FL substitutiewaarden uitsluitend premieplichtig voor de Wlz 38 Witte tabel herleiding FL herleidingsfactoren uitsluitend premieplichtig voor de Wlz 38 Groene tabel herleiding AG substitutiewaarden uitsluitend premieplichtig voor de AOW, de Anw en de Wlz 39 Groene tabel herleiding AG herleidingsfactoren uitsluitend premieplichtig voor de AOW, de Anw en de Wlz 39 Groene tabel herleiding BH substitutiewaarden uitsluitend belastingplichtig 40 Groene tabel herleiding BH herleidingsfactoren uitsluitend belastingplichtig 40 Groene tabel herleiding CI substitutiewaarden belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW en de Anw 41 Groene tabel herleiding CI herleidingsfactoren belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW en de Anw 41 Groene tabel herleiding DJ substitutiewaarden belastingplichtig en premieplichtig voor de Wlz 42 Groene tabel herleiding DJ herleidingsfactoren belastingplichtig en premieplichtig voor de Wlz 42 Groene tabel herleiding EK substitutiewaarden uitsluitend premieplichtig voor de AOW en de Anw 43 Groene tabel herleiding EK herleidingsfactoren uitsluitend premieplichtig voor de AOW en de Anw 43 Groene tabel herleiding FL substitutiewaarden uitsluitend premieplichtig voor de Wlz 44 Groene tabel herleiding FL herleidingsfactoren uitsluitend premieplichtig voor de Wlz 44 Bijlage 4 Substitutiewaarden en herleidingsfactoren landenkring 45 Witte tabel standaard substitutiewaarden belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW, Anw en Wlz 45 Witte tabel standaard herleidingsfactoren belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW, Anw en Wlz 45 Witte tabel herleiding AG substitutiewaarden uitsluitend premieplichtig voor de AOW, de Anw en de Wlz 46 Witte tabel herleiding AG herleidingsfactoren uitsluitend premieplichtig voor de AOW, de Anw en de Wlz 46 Witte tabel herleiding BH substitutiewaarden uitsluitend belastingplichtig 47 Witte tabel herleiding BH herleidingsfactoren uitsluitend belastingplichtig 47 Witte tabel herleiding CI substitutiewaarden belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW en de Anw 48 Witte tabel herleiding CI herleidingsfactoren belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW en de Anw 48 Witte tabel herleiding DJ substitutiewaarden belastingplichtig en premieplichtig voor de Wlz 49 Witte tabel herleiding DJ herleidingsfactoren belastingplichtig en premieplichtig voor de Wlz 49 Witte tabel herleiding EK substitutiewaarden uitsluitend premieplichtig voor de AOW en de Anw 50 Witte tabel herleiding EK herleidingsfactoren uitsluitend premieplichtig voor de AOW en de Anw 50 Witte tabel herleiding FL substitutiewaarden uitsluitend premieplichtig voor de Wlz 51 Witte tabel herleiding FL herleidingsfactoren uitsluitend premieplichtig voor de Wlz 51 Groene tabel standaard parameterwaarden belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW, Anw en Wlz 52 Groene tabel standaard herleidingsfactoren belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW, Anw en Wlz 52 Groene tabel herleiding AG substitutiewaarden uitsluitend premieplichtig voor de AOW, de Anw en de Wlz 53 Groene tabel herleiding AG herleidingsfactoren uitsluitend premieplichtig voor de AOW, de Anw en de Wlz 53 Groene tabel herleiding BH substitutiewaarden uitsluitend belastingplichtig 54 Groene tabel herleiding BH herleidingsfactoren uitsluitend belastingplichtig 54 Groene tabel herleiding CI substitutiewaarden belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW en de Anw 55 Groene tabel herleiding CI herleidingsfactoren belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW en de Anw 55 Groene tabel herleiding DJ substitutiewaarden belastingplichtig en premieplichtig voor de Wlz 56 Groene tabel herleiding DJ herleidingsfactoren belastingplichtig en premieplichtig voor de Wlz 56 Groene tabel herleiding EK substitutiewaarden uitsluitend premieplichtig voor de AOW en de Anw 57 Groene tabel herleiding EK herleidingsfactoren uitsluitend premieplichtig voor de AOW en de Anw 57 Groene tabel herleiding FL substitutiewaarden uitsluitend premieplichtig voor de Wlz 58 Groene tabel herleiding FL herleidingsfactoren uitsluitend premieplichtig voor de Wlz 58 Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

4 Bijlage 5 Substitutiewaarden en herleidingsfactoren derde landen 59 Witte tabel standaard parameterwaarden belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW, Anw en Wlz 59 Witte tabel standaard herleidingsfactoren belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW, Anw en Wlz 59 Witte tabel herleiding AG substitutiewaarden uitsluitend premieplichtig voor de AOW, de Anw en de Wlz 60 Witte tabel herleiding AG herleidingsfactoren uitsluitend premieplichtig voor de AOW, de Anw en de Wlz 60 Witte tabel herleiding BH substitutiewaarden uitsluitend belastingplichtig 61 Witte tabel herleiding BH herleidingsfactoren uitsluitend belastingplichtig 61 Witte tabel herleiding CI substitutiewaarden belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW en de Anw 62 Witte tabel herleiding CI herleidingsfactoren belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW en de Anw 62 Witte tabel herleiding DJ substitutiewaarden belastingplichtig en premieplichtig voor de Wlz 63 Witte tabel herleiding DJ herleidingsfactoren belastingplichtig en premieplichtig voor de Wlz 63 Witte tabel herleiding EK substitutiewaarden uitsluitend premieplichtig voor de AOW en de Anw 64 Witte tabel herleiding EK herleidingsfactoren uitsluitend premieplichtig voor de AOW en de Anw 64 Witte tabel herleiding FL substitutiewaarden uitsluitend premieplichtig voor de Wlz 65 Witte tabel herleiding FL herleidingsfactoren uitsluitend premieplichtig voor de Wlz 65 Groene tabel standaard parameterwaarden belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW, Anw en Wlz 66 Groene tabel standaard herleidingsfactoren belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW, Anw en Wlz 66 Groene tabel herleiding AG substitutiewaarden uitsluitend premieplichtig voor de AOW, de Anw en de Wlz 67 Groene tabel herleiding AG herleidingsfactoren uitsluitend premieplichtig voor de AOW, de Anw en de Wlz 67 Groene tabel herleiding BH substitutiewaarden uitsluitend belastingplichtig 68 Groene tabel herleiding BH herleidingsfactoren uitsluitend belastingplichtig 68 Groene tabel herleiding CI substitutiewaarden belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW en de Anw 69 Groene tabel herleiding CI herleidingsfactoren belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW en de Anw 69 Groene tabel herleiding DJ substitutiewaarden belastingplichtig en premieplichtig voor de Wlz 70 Groene tabel herleiding DJ herleidingsfactoren belastingplichtig en premieplichtig voor de Wlz 70 Groene tabel herleiding EK substitutiewaarden uitsluitend premieplichtig voor de AOW en de Anw 71 Groene tabel herleiding EK herleidingsfactoren uitsluitend premieplichtig voor de AOW en de Anw 71 Groene tabel herleiding FL substitutiewaarden uitsluitend premieplichtig voor de Wlz 72 Groene tabel herleiding FL herleidingsfactoren uitsluitend premieplichtig voor de Wlz 72 Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

5 1 Inleiding Doel en doelgroep De Belastingdienst geeft loonbelasting tabellen uit waarmee inhoudingsplichtigen handmatig de loonbelasting/premie volksverzekeringen kunnen vaststellen die zij moeten inhouden voor hun werknemers of uitkeringsgerechtigden. Deze tabellen kunt u downloaden via belastingdienst.nl/tabellen. We onderscheiden tabellen voor: de standaardsituatie (er is zowel sprake van belastingplicht als premieplicht voor alle volksverzekeringen) herleidingssituaties (zie hoofdstuk 7) Vervolgens geldt voor beide situaties dat het woonland van de werknemer of uitkeringsgerechtigde bepalend is (zie hoofdstuk 8). De werknemer of uitkeringsgerechtigde kan wonen in Nederland, in een land van landenkring of in een derde land. Voor werknemers en uitkeringsgerechtigden die wonen in het buitenland geldt een beperking van de heffingskortingen, zowel in de standaardsituatie als in een herleidingssituatie. Voor inhoudingsplichtigen met een geautomatiseerde loonadministratie is er een alternatief voor het gebruik van deze tabellen: formules voor de berekening van de loonbelasting/premie volksverzekeringen. U vindt de formules in deze rekenvoorschriften. Let op! De bedragen in de tabellen zijn bindend. Als u de rekenvoorschriften toepast, moet de uitkomst dus hetzelfde zijn als wanneer u de tabellen raadpleegt. Een uitzondering geldt voor de bedragen die u berekent bij het maximale tabelloon (symbool Lmax). Een verschil van 0,01 is toegestaan. Zie paragraaf Leeswijzer De rekenvoorschriften zijn als volgt opgebouwd: In hoofdstuk 2 vindt u de regels voor de berekening van de loonbelasting/premie volksverzekeringen voor de witte en groene tijdvaktabellen voor werknemers en uitkeringsgerechtigden in de standaardsituatie die wonen in Nederland. U vindt hier ook het gebruikte formaat voor werknemers en uitkeringsgerechtigden op wie de witte en groene tijdvaktabellen van toepassing zijn. In hoofdstuk 3 staat de beschrijving en het formaat van de witte en groene tabellen voor bijzondere beloningen. Hoofdstuk 4 geeft enkele tabellen voor groepen werknemers voor wie de tijdvaktabellen en de tabellen voor bijzondere beloningen niet van toepassing zijn. Het gaat hier om de tabel voor aannemers van werk, thuiswerkers, sekswerkers en gelijkgestelden en de tabel voor artiesten en buitenlandse beroepssporters. In dit hoofdstuk staan ook het anoniementarief en het tarief bij afkoop van lijfrenten. Hoofdstuk 5 behandelt de jonggehandicaptenkorting. Deze heffingskorting is niet in onze loonbelastingtabellen verwerkt. U moet deze korting zelf berekenen en toepassen. Hoofdstuk 6 behandelt de levensloopverlofkorting. Deze heffingskorting is niet in onze loonbelastingtabellen verwerkt. U moet deze korting zelf berekenen en toepassen. Hoofdstuk 7 bevat de herleidingssituaties voor de witte en groene tabellen en voor de tabellen voor bijzondere beloningen voor werknemers en uitkeringsgerechtigden die in Nederland wonen en: alleen belastingplichtig zijn alleen premieplichtig zijn voor 1 of meer volksverzekeringen belastingplichtig zijn en premieplichtig voor 1 of 2 van de 3 volksverzekeringen Voor deze werknemers en uitkeringsgerechtigden past u de herleidingstabellen toe, of u maakt gebruik van de substitutiemethode waarmee u de inhouding zelf kunt berekenen. Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

6 In hoofdstuk 8 vindt u informatie over de inhouding van loonbelasting/premie volksverzekeringen voor werknemers en uitkeringsgerechtigden die niet in Nederland wonen, maar in een land van de landenkring of in een derde land. Voor deze werknemers en uitkeringsgerechtigden past u de tabellen van de landenkring of van derde landen toe, of u maakt gebruik van de substitutiemethode waarmee u de inhouding zelf kunt berekenen. In hoofdstuk 9 vindt u informatie over het zelf berekenen of herleiden van de substitutiewaarden. Er zijn 3 soorten substitutiewaarden voor werknemers en uitkeringsgerechtigden: in standaardsituaties, voor werknemers en uitkeringsgerechtigden die de AOW-leeftijd hebben bereikt op wie 1 van de herleidingssituaties AG t/m FL van toepassing is die wonen in een land van de landenkring of in een derde land U kunt alle substitutiewaarden van bijlage 2, 3, 4 en 5 zelf berekenen. Gebruikte symbolen De betekenis van de symbolen die in de formules worden gebruikt, vindt u in bijlage 1. In deze bijlage vindt u ook de afrondingsregels. Overzicht van alle parameterwaarden, substitutiewaarden en herleidingsfactoren In bijlagen 2 t/m 5 vindt u overzichten van alle parameterwaarden, substitutiewaarden en herleidingsfactoren: bijlage 2: voor de standaardsituatie, voor een werknemer of uitkeringsgerechtigde die in Nederland woont bijlage 3: voor herleidingssituaties, voor een werknemer of uitkeringsgerechtigde die in Nederland woont bijlage 4: voor de standaardsituatie en voor herleidingssituaties, voor een werknemer of uitkeringsgerechtigde die woont in een land van de landenkring bijlage 5: voor de standaardsituatie en voor herleidingssituaties, voor een werknemer of uitkeringsgerechtigde die woont in een derde land Let op! Meer informatie, bijvoorbeeld over de witte en groene tabellen, over internationale situaties, woonplaats en over het loon waarop de berekeningen moeten worden toegepast, vindt u in het Handboek Loonheffingen op belastingdienst.nl/loonheffingen. Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

7 2 Tabellen loonbelasting/ premie volksverzekeringen voor loontijdvakken In dit hoofdstuk komen de volgende onderwerpen aan de orde: loonbelasting/premie volksverzekeringen vanuit tijdvakloon berekenen (zie paragraaf 2.1) de formule voor het berekenen van de loonbelasting/premie volksverzekeringen (zie paragraaf 2.2) 2.1 Loonbelasting/premie volksverzekeringen vanuit tijdvakloon berekenen De loonbelasting/premie volksverzekeringen die u per tijdvak moet inhouden, berekent u in een aantal stappen. Dat geldt ook voor het bedrag van de afbouw algemene heffingskorting, de afbouw van de ouderenkorting en bij de witte tabellen ook de afbouw van de arbeidskorting. In deze paragraaf worden de achtereenvolgende stappen kort toegelicht. Stap 1: Tijdvakloon tot jaarloon herleiden U moet het loon voor de loonbelasting/volksverzekeringen dat u per tijdvak uitbetaalt (weekloon, maandloon enzovoort), eerst met een omrekenfactor (symbool F) herleiden tot een jaarloon (symbool L). Dit jaarloon kent voor de toepassing van de loonbelasting tabellen een maximum met symbool Lmax. Voor zover het jaarloon meer is dan Lmax, geldt als inhouding het percentage van de hoogste schijf. Voor 2019 is Lmax Stap 2: Jaarloon op veelvoud van stapgrootte van Lv afronden In de witte en groene tabellen zijn alleen lonen opgenomen die, omgerekend tot een jaarloon, een veelvoud van de waarde van symbool Lv zijn. Deze waarde blijft voor 2019 ongewijzigd 54. Omdat de tabellen bindend zijn bij het bepalen van de loonbelasting/premie volksverzekeringen, is bij het opstellen van deze rekenvoorschriften met deze sprongen van Lv rekening gehouden. Het jaarloon tot Lmax rondt u daarom steeds naar beneden af op een veelvoud van Lv. Stap 3: Schijventarief op het jaarloon toepassen De loonbelasting/premie volksverzekeringen (symbool X) berekent u aan de hand van het schijventarief dat van toepassing is (symbolen a, b en c). Dit schijventarief past u toe op het jaarloon. U houdt hierbij nog geen rekening met heffingskortingen. De uitkomst hiervan is symbool X1. Stap 4: Bedrag van stap 3 met heffingskortingen verminderen Het in stap 3 berekende bedrag vermindert u met het bedrag van de heffingskortingen (symbolen AHK, OUK, AOK en ARK). De uitkomst hiervan is symbool X. Stap 5: Loonbelasting/premie volksverzekeringen tot tijdvakbedragen herleiden De tot nu toe berekende loonbelasting/premie volksverzekeringen (symbool X) en de bedragen aan heffingskortingen (symbolen AHK, OUK, AOK), en bij de witte tabellen ook de arbeidskorting (symbool ARK), zijn op jaarbasis. Deze bedragen rekent u met een omrekenfactor terug naar bedragen per tijdvak (symbolen x, ahk, ouk, aok en ark). Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

8 2.2 Formule voor berekening loonbelasting/premie volksverzekeringen Stappen 3, 4 en 5 van paragraaf 2.1 zijn verwerkt in een formule. Deze formule en de bijbehorende waarden van de verschillende variabelen (parameters) kunt u gebruiken voor uw programmatuur. De hoofdformule is: x = X/F waarbij geldt: X is het jaarbedrag aan inhouding F is de tijdvakfactor x is de inhouding per tijdvak (oftewel het tijdvakbedrag) De nadere uitwerking van X (hoofdletter) vindt u in paragraaf x (kleine letter) rondt u rekenkundig af op 2 decimalen (zie paragraaf 2.2.5). In paragraaf tot en met wordt ingegaan op de waarden van de variabelen (en de onderliggende variabelen) in de formule. In bijlage 2 vindt u voor de standaardsituatie van een persoon die in Nederland woont de parameterwaarden en voor AOW-gerechtigden de herleidingswaarden en -factoren Jaarloon (L) Het jaarloon (L), dat u als basis gebruikt voor de berekening van de loonbelasting/premie volksverzekeringen, leidt u af van het loon voor de loonbelasting/volksverzekeringen per tijdvak (het tijdvakloon van kolom 14 van de loonstaat). Dit doet u in 2 stappen: 1. Vermenigvuldig het loon voor de loonbelasting/volksverzekeringen per loontijdvak (symbool tvl) met de juiste factor (F) uit tabel 1. Als het resultaat meer is dan Lmax, slaat u stap 2 over. Zie paragraaf Rond het resultaat van stap 1 naar beneden af op veelvouden van Lv (zie paragraaf 2.1). De formule voor bovenstaande berekening is: als tvl * F Lmax, dan L = INT((tvl * F) / Lv) * Lv als tvl * F > Lmax, dan L = tvl * F waarbij geldt dat tvl * F als minimale waarde 0 heeft. Tabel 1: Factor tijdvakherleiding, symboolwaarden voor F Bij normale tabellen Bij tabellen voor werknemers met vakantiebonnen voor 19 of minder vakantiedagen per jaar voor 20 of meer vakantiedagen per jaar Kwartaalloon 4,000 F1.1 3,769 F1.2 3,538 F1.3 Maandloon 12,000 F2.1 11,307 F2.2 10,615 F2.3 Vierwekenloon 13,000 F3.1 12,250 F3.2 11,500 F3.3 Weekloon 52,000 F4.1 49,000 F4.2 46,000 F4.3 Dagloon 260,000 F ,000 F ,000 F5.3 Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

9 2.2.2 Loonbelasting/premie volksverzekeringen berekenen volgens schijventarief (a, b en c) De waarde van a, b en c is afhankelijk van de waarde van L, waarbij de volgende definities gelden: a is het maximum van respectievelijk de 1e schijf, van de 1e plus de 2e schijf, of van de 1e plus de 2e plus de 3e schijf. Voor zover het jaarloon niet meer is dan het einde van de 1e schijf heeft a de waarde 0. b is het percentage van de loonbelasting/premie volksverzekeringen over de 1e schijf, de 2e schijf, de 3e schijf en de 4e schijf. c is de gecumuleerde, maximale loonbelasting/premie volksverzekeringen over respectievelijk de 1e schijf, over de 1e plus de 2e schijf of over de 1e plus de 2e plus de 3e schijf. Voor zover het jaarloon niet meer is dan het einde van de 1e schijf heeft a de waarde 0. In tabel 2 kunt u vinden welke waarden u voor a, b en c moet gebruiken. Tabel 2: Symboolwaarden voor a, b en c (waarden schijventarief) Jonger dan de AOW-leeftijd Als L is van tot en met dan is a en b en c 0 a a2.1 0 a1.1 36,65 b1.1 0 c a a a2.1 38,10 b c a a a3.1 38,10 b c a en meer a4.1 51,75 b c4.1 AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1945 of eerder Als L is van tot en met dan is a en b en c 0 a a2.2 0 a1.2 18,75 b1.2 0 c a a a2.2 20,20 b c a a a3.2 38,10 b c a en meer a4.2 51,75 b c4.2 AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1946 of later Als L is van tot en met dan is a en b en c 0 a a2.3 0 a1.3 18,75 b1.3 0 c a a a2.3 20,20 b c a a a3.3 38,10 b c a en meer a4.3 51,75 b c Heffingskortingen De heffingskortingen (en eventuele afbouw daarvan) waarmee u bij de berekening van de loonbelasting/ premie volksverzekeringen rekening moet houden, zijn: AHK: algemene heffingskorting, waarbij de afbouw vanaf 2019 in dit symbool is verwerkt (zie paragraaf ) OUK: ouderenkorting, inclusief een per 2019 geïntroduceerde procentuele afbouw (zie paragraaf ) AOK: alleenstaande-ouderenkorting (zie paragraaf ) ARK: arbeidskorting (zie paragraaf ). Er zijn geen inhoudelijke wijzigingen ten opzichte van het vroegere symbool S. Symbool D (overige heffingskortingen), symbool H (afbouw algemene heffingskorting) en symbool S (arbeidskorting) zijn per 2019 vervallen. Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

10 Deze heffingskortingen zijn voor zover van toepassing allemaal onderdeel van de. De werknemer/uitkeringsgerechtigde moet de inhoudingsplichtige schriftelijk aangeven of hij met de rekening moet houden. Ook de jonggehandicaptenkorting (zie hoofdstuk 6) en de levensloopverlofkorting (zie hoofdstuk 7) behoren tot de. Deze 2 heffingskortingen zitten niet verwerkt in de tabellen Algemene heffingskorting (AHK) De algemene heffingskorting (AHK) geldt bij de witte of groene tijdvaktabel als de van toepassing is. De algemene heffingskorting kent een vast basisbedrag dat vanaf het beginpunt van de 2e schijf (a2) met een percentage wordt afgebouwd tot 0. De volledige afbouw is bereikt bij het einde van de 3e schijf. De algemene heffingskorting (AHK) berekent u met de volgende formule: als L a4, dan AHK = ahk1 - (L - a2) * ahk2 als L > a4, dan AHK = 0 In tabel 3 vindt u de symboolwaarden voor de algemene heffingskorting. Tabel 3: Symboolwaarden bij AHK (algemene heffingskorting) Symbool Omschrijving Waarde Voorwaarde ahk1.1 basisbedrag algemene heffingskorting bij ahk1.2 basisbedrag algemene heffingskorting bij AOW-leeftijd en ouder ahk2.1 afbouwfactor 0,05147 bij. Toepassen vanaf L = a2 tot maximaal L = a4. Vanaf L = a4 is de heffingskorting afgebouwd tot 0. ahk2.2 afbouwfactor 0,02633 bij AOW-leeftijd en ouder. Toepassen vanaf L = a2 tot maximaal L = a4. Vanaf L = a4 is de heffingskorting afgebouwd tot 0. Let op! De algemene heffingskorting moet bij een loon van L = a4 volledig zijn afgebouwd. Vanwege de afronding van ahk1.2 en ahk2.2 kan dat betekenen dat er bij het tabelloon net vóór L = a4 een inhaalafbouw plaatsvindt Ouderenkorting (OUK) De ouderenkorting (OUK) geldt bij de witte of groene tijdvaktabel als de van toepassing is. De ouderenkorting geldt vanaf de 1e dag van de kalendermaand waarin de werknemer of uitkeringsgerechtigde de AOW-leeftijd bereikt én hij de laat toepassen. De ouderenkorting kent een vast basisbedrag (ouk1) dat vanaf een kantelpunt (ouk2) met een percentage (ouk3) wordt afgebouwd tot 0. De ouderenkorting berekent u met de volgende formule: OUK = ouk1 - (L - ouk2) * ouk3 waarbij geldt dat: als (L - ouk2) kleiner is dan 0 dan stelt u (L - ouk2) op 0 als OUK kleiner is dan 0 dan stelt u OUK op 0 Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

11 In tabel 4 vindt u de symboolwaarden voor de ouderenkorting. Tabel 4: Symboolwaarden bij OUK (ouderenkorting) Symbool Omschrijving Waarde Voorwaarde ouk1.1 bedrag ouderenkorting 0 bij ouk1.2 bedrag ouderenkorting bij AOW-leeftijd en ouder ouk2.1 kantelpunt ouderenkorting 0 bij ouk2.2 kantelpunt ouderenkorting bij AOW-leeftijd en ouder ouk3.1 afbouwfactor 0,00000 bij. ouk3.2 afbouwfactor 0, Alleenstaande-ouderenkorting (AOK) De alleenstaande-ouderenkorting mag alleen door de SVB worden toegepast in specifieke situaties (zie Handboek Loonheffingen, paragraaf ). De alleenstaande-ouderenkorting kent een vast bedrag (aok1). De alleenstaande-ouderenkorting berekent u met de volgende formule: AOK = aok1 In tabel 5 vindt u de symboolwaarden voor de alleenstaande-ouderenkorting. Tabel 5: Symboolwaarden bij AOK (alleenstaande-ouderenkorting) Symbool Omschrijving Waarde Voorwaarde aok1.1 bedrag alleenstaande-ouderenkorting 0 bij aok1.2 bedrag alleenstaande-ouderenkorting 429 bij AOW-leeftijd en ouder, onder voorwaarden Arbeidskorting (ARK) De arbeidskorting (ARK) geldt alleen bij de witte tabel als de van toepassing is. De arbeidskorting kent een beginpunt waar de opbouw start en ook een beginpunt waar de arbeidskorting wordt afgebouwd. De arbeidskorting ARK berekent u met de volgende formule: ARK = m * L + n * (L - p) - u * (L - t) waarbij (L - p) en (L - t) niet kleiner zijn dan 0 en waarbij de waarde van {m * L + n * (L - p)} en de waarde van u * (L - t) maximaal de waarden zijn zoals vermeld in tabel 6 De formuletermen m * L, n * (L - p) en u * (L - t) rondt u rekenkundig af op 5 decimalen. ARK (jaarbedrag) rondt u naar boven af op hele euro s. Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

12 In tabel 6 vindt u de waarden die u voor m, n, p, u en t kunt invullen: Tabel 6: Symboolwaarden bij ARK (arbeidskorting) Symbool Omschrijving Jonger dan AOW-leeftijd AOW-leeftijd en ouder Waarde Waarde m 1e opbouwfactor vanaf L = 0 0,01754 m1 0,00898 m2 mlmax maximum 1e opbouw 170 mlmax1 88 mlmax2 p draaipunt opbouw p p n 2e opbouwfactor vanaf p 0,28712 n1 0,14689 n2 kmax m * L + n * (L - p) is maximaal kmax kmax2 t draaipunt afbouw arbeidskorting t t u factor afbouw 0,06000 u1 0,03069 u2 z afbouwgrens z z rmax u * (L - t) is maximaal rmax rmax2 arkmax jaarbedrag arbeidskorting als L z 0 arkmax1 0 arkmax2 Toelichting op tabel 6 kmax1 en kmax2 worden bereikt bij een jaarloon van ,16 respectievelijk ,51. Dat betekent voor de tijdvaktabellen dat het maximum is bereikt bij het jaartabelloon (in de brontabel met jaarbedragen) van arkmax is de waarde die geldt als L gelijk is aan, of hoger is dan de afbouwgrens (z). ark (tijdvakbedrag) rondt u rekenkundig af op 2 decimalen (zie paragraaf 2.2.5). Bedrag ark staat in een aparte kolom in de witte tabellen. Het bedrag ark moet u in de loonstaat vastleggen Bedrag van de loonbelasting/premie volksverzekeringen over het jaarloon (X) Het bedrag van de loonbelasting/premie volksverzekeringen over het jaarloon (X) kunt u berekenen aan de hand van de volgende formule: X = X1 - (AHK + OUK + AOK + ARK) waarbij de minimale waarde van X 0 is U berekent de heffingskortingen (AHK + OUK + AOK + ARK) in de volgorde zoals de formule aangeeft (van links naar rechts). Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

13 Voor sommige berekeningen of afrondingen maakt het uit of het loon (L) lager of hoger is dan het maximale tabelloon (Lmax). Het percentage van de hoogste schijf is bmax (zie tabel 2 in paragraaf 2.2.2). Tabel 7: Afrondingsregels voor Lmax L Lmax X1 = ((L - a) * b / c) en (L - a) is minimaal 0 L > Lmax Afronden Y Nvt rekenkundig op 5 decimalen Afronden Xboven Nvt rekenkundig op 5 decimalen Afronden X1 naar beneden op hele euro s rekenkundig op 5 decimalen Afronden X (jaarbedrag) naar beneden op hele euro s rekenkundig op 5 decimalen Y + Xboven, waarbij Y = [{(Lmax - a) * b / c} / F] * F, waarbij {(Lmax - a) * b / c} naar beneden afronden op hele euro s, waarbij [{(Lmax - a) * b / c} / F] rekenkundig afronden op 2 decimalen, waarbij a = a4.1 of a4.2 of a4.3, b = b4.1 of b4.2 of b4.3, c = c4.1 of c4.2 of c4.3, en waarbij Xboven = {[(L - Lmax) / F] * bmax / 100} * F, waarbij [(L - Lmax) / F] rekenkundig afronden op 5 decimalen, waarbij {[(L - Lmax) / F] * bmax / 100} naar beneden afronden op 2 decimalen Voor X1 geldt bovendien: X1 (AHK + OUK + AOK + ARK) Als deze uitkomst onwaar is, dan stelt u (AHK + OUK + AOK + ARK) op dezelfde waarde als X1. Dat betekent dat u de theoretisch berekende heffingskortingen niet volledig kunt verrekenen. U moet dan aftoppen. U topt het theoretische bedrag van de heffingskortingen af in de volgorde ARK, dan AOK, dan OUK, dan AHK. Voor zover er ARK na aftopping wordt genoten in de jaarbedragberekening, hanteert u dit exact verrekende bedrag (op 2 decimalen) als jaarbedrag. Hierbij wijkt u af van de algemeen geldende regel dat het jaarbedrag ARK naar boven op hele euro s wordt afgerond (zie paragraaf ). Als de symboolwaarden (AHK + OUK + AOK + ARK) in de formule voor X allemaal 0 zijn (dat wil zeggen: er zijn geen heffingskortingen), dan is de uiteindelijke inhouding X gelijk aan X1. U moet dan wel als u met X1 wilt rekenen X1 op dezelfde manier afronden als X. Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

14 2.2.5 Jaarbedragen omrekenen naar tijdvakbedragen In de voorgaande paragrafen hebt u jaarbedragen berekend. Deze moet u herleiden naar tijdvakbedragen. In tabel 8 vindt u de formules voor deze herleiding: Tabel 8: Tijdvaksymbolen (herleiding vanuit jaarbedragen) Symbool Omschrijving Formule ahk algemene heffingskorting AHK/F ouk ouderenkorting OUK/F aok alleenstaande-ouderenkorting AOK/F ark arbeidskorting ARK/F x in te houden loonbelasting/premie volksverzekeringen X/F l tijdvakbedrag van het loon L/F Toelichting op tabel 8 Met uitzondering van l rondt u alle berekeningen rekenkundig af op 2 decimalen. l rondt u altijd af naar boven op 2 decimalen. Let op! Het bedrag aan arbeidskorting per loontijdvak moet u in de loonstaat vastleggen. Bij het omrekenen geldt het volgende: De tijdvaktabellen zijn leidend. De formule is een hulpmiddel. U mag de formule alleen gebruiken als die dezelfde uitkomst geeft als de tabellen. Heeft een werknemer bijvoorbeeld een dagloon van 349,97, dan is dat weliswaar volgens de formule omgerekend naar een jaarbedrag meer dan Lmax ( 349,97 * 260 = ,20), maar toch hanteert u de uitkomsten van de tabel, want berekend vanuit de brontabel (zie Let op! hieronder) komt 349,97 overeen met een jaarbedrag (z) van ( / 260 = 349,969, afgerond 349,97). Heeft een werknemer bijvoorbeeld een dagloon van 349,98, dan hanteert u de berekeningswijze die geldt als L > Lmax. Let op! De tijdvaktabellen van de Belastingdienst worden gegenereerd vanuit een brontabel met jaarbedragen. Daarin zijn de jaarlonen opgebouwd uit de stapjes van Lv. De tabel eindigt bij de waarde van Lmax. Voor het herleiden van de inhouding per tijdvak geldt tabel 8 met bijbehorende afrondingsregel. Voor het herleiden van de loonbedragen per jaar naar loonbedragen per tijdvak moet u naar boven afronden op 2 decimalen. Hierdoor kan bijvoorbeeld 52x het maximumweekloon net hoger zijn dan Lmax. Dan is er een verschil tussen wat u aantreft in de tabellen en wat u met de formule berekent. Mogelijk genereert u de tabelbedragen rechtstreeks vanuit de rekenregel, waardoor er (per tijdvak gezien) met een hoger equivalentbedrag aan Lmax gerekend wordt dan het absolute jaar-lmax. Hierdoor kunnen de berekende bedragen 0,01 hoger uitkomen. Geen van beide uitkomsten is systematisch onjuist. Een afwijking van 0,01 aan inhouding (of andere bedragen) op het niveau van het maximumtabelloon wordt vooralsnog geaccepteerd als een toegestane afwijking op de door de Belastingdienst gepubliceerde tabellen. Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

15 2.2.6 Formaat voor tabellen voor loontijdvakken De tabellen voor loontijdvakken hebben voor 2019 het volgende formaat: Formaat witte tijdvaktabellen Tabelloon Jonger dan de AOW-leeftijd AOW-leeftijd en ouder per tijdvakstap Lv zonder met verrekende arbeidskorting Geboren in 1945 of eerder zonder met verrekende arbeidskorting Geboren in 1946 of later zonder met verrekende arbeidskorting 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Formaat groene tijdvaktabellen Tabelloon Jonger dan de AOW-leeftijd AOW-leeftijd en ouder per tijdvakstap Lv zonder met Geboren in 1945 of eerder zonder met Geboren in 1946 of later zonder met 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Formaat groene tijdvaktabellen, alleen voor gebruik door de SVB Tabelloon Jonger dan de AOW-leeftijd AOW-leeftijd en ouder per tijdvakstap Lv zonder met Geboren in 1945 of eerder zonder met met incl. alleenstaandeouderenkorting Geboren in 1946 of later zonder met met incl. alleenstaandeouderenkorting 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

16 3 Tabel bijzondere beloningen Het percentage dat geldt voor de loonbelasting/premie volksverzekeringen over bijzondere beloningen, is afhankelijk van de tabel die van toepassing is. In paragraaf 3.1 vindt u het formaat voor de witte tabel (tabel 9a), de groene tabel (tabel 9b) en de groene tabel die alleen de SVB mag toepassen (tabel 9c). Meer informatie over de tabel bijzondere beloningen en de toepassing ervan vindt u in hoofdstuk 7.3 van het Handboek Loonheffingen. U kunt de tabellen voor bijzondere beloningen downloaden via belastingdienst.nl/tabellen. 3.1 Formaat tabellen bijzondere beloningen De tabellen voor bijzondere beloningen en de herleidingstabellen kunt u downloaden via belastingdienst.nl/tabellen. Alle tabellen bijzondere beloningen hebben voor 2019 het volgende formaat: Tabel 9a: Bijzondere beloningen Witte tabel Jaarloon Jonger dan de AOW-leeftijd AOW-leeftijd en ouder zonder met Geboren in 1945 of eerder zonder met Geboren in 1946 of later met zonder standaardtarief verrekeningspercentage standaardtarief verrekeningspercentage standaardtarief verrekeningspercentage 0,00 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Tabel 9b: Bijzondere beloningen Groene tabel Jaarloon Jonger dan de AOW-leeftijd AOW-leeftijd en ouder zonder met Geboren in 1945 of eerder zonder met Geboren in 1946 of later met zonder standaardtarief verrekeningspercentage standaardtarief verrekeningspercentage standaardtarief verrekeningspercentage 0,00 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

17 Tabel 9c: Bijzondere beloningen voor alleen AOW-, Anw- en AIO uitkeringen, alleen voor gebruik door de SVB Groene tabel Jaarloon Jonger dan de AOW-leeftijd AOW-leeftijd en ouder zonder met Geboren in 1945 of eerder zonder met met incl. alleenstaandeouderenkorting Geboren in 1946 of later zonder met 0,00 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% met incl. alleenstaandeouderenkorting standaardtarief verrekeningspercentage standaardtarief verrekeningspercentage standaardtarief verrekeningspercentage standaardtarief verrekeningspercentage standaardtarief verrekeningspercentage Let op! Het jaarloon in deze tabellen voor bijzondere beloningen is niet het jaarloon L uit de bovenstaande formules. Met jaarloon bedoelen we hier het loon over het hele vorige jaar (zie hoofdstuk 7 van het Handboek Loonheffingen ). Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

18 4 Afwijkende tabellen Voor bepaalde groepen werknemers moet u afwijkende tabellen toepassen. De witte en groene tabellen zijn op hen niet van toepassing. Het gaat om: aannemers van werk, thuiswerkers, sekswerkers en gelijkgestelden artiesten en buitenlandse beroepssporters U kunt deze tabellen direct toepassen, omdat de tabellen ook rekenvoorschriften zijn. 4.1 Tabel voor aannemers van werk, thuiswerkers, sekswerkers en gelijkgestelden De volgende tabel geldt voor aannemers van werk, thuiswerkers, sekswerkers en gelijkgestelden. Tabel 10: Aannemers van werk, thuiswerkers, sekswerkers en gelijkgestelden Jonger dan AOW-leeftijd AOW-leeftijd en ouder zonder met zonder met 36,00% 8,00% 18,00% 0,00% Let op! Ook voor de toepassing van deze tabel geldt dat een herleidingssituatie (zie hoofdstuk 7) of het woonland (zie hoofdstuk 8) in principe van invloed is op het tarief. Echter, er zijn voor 2019 nog geen tabellen vastgesteld voor deze situaties. Daarom mag u in alle gevallen gebruikmaken van tabel 10. Vanaf 2020 stellen wij voor de buitenlandsituaties wel afzonderlijke tabellen vast. 4.2 Tabel voor artiesten en buitenlandse beroepssporters De volgende tabel geldt voor artiesten en buitenlandse beroepssporters die onder de artiesten en beroepssportersregeling vallen. Tabel 11: Tabel voor artiesten en buitenlandse beroepssporters Artiest die in Nederland woont 36,65% Artiest die in het buitenland woont 20,00% Buitenlandse groep en buitenlandse beroepssporters uit een niet -verdragsland 20,00% 4.3 Anoniementarief Het anoniementarief is 52%. Let op! Het anoniementarief is een bijzonder tarief, dat vanaf 2018 niet meer gelijk is aan het tarief van de hoogste schijf. De goedkeuring dat in 2018 nog met het hoogste schijftarief mocht worden gerekend is per 2019 vervallen. 4.4 Tarief bij afkoop van lijfrenten Bij een afkoop van een lijfrente is het tarief 52%. Let op! Het tarief bij afkoop van lijfrenten is een bijzonder tarief, dat vanaf 2018 niet meer gelijk is aan het tarief van de hoogste schijf. De goedkeuring dat in 2018 nog met het hoogste schijftarief mocht worden gerekend is per 2019 vervallen. Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

19 5 Jonggehandicaptenkorting De jonggehandicaptenkorting is onderdeel van de, maar zit niet verwerkt in de loonbelasting tabellen. Meer informatie over deze korting vindt u in paragraaf van het Handboek Loonheffingen. Als de jonggehandicaptenkorting van toepassing is, dan moet u deze korting in mindering brengen op het bedrag dat u volgens de loonbelastingtijdvaktabel moet inhouden. De tijdvakbedragen van de jonggehandicaptenkorting vindt u in tabel 12. Let op! De jonggehandicaptenkorting mag ook verrekend worden als de werknemer heeft aangegeven de niet bij de werkgever te willen toepassen. 5.1 Jonggehandicaptenkorting en tijdvakbedragen De jonggehandicaptenkorting wordt vastgesteld als een standaardjaarbedrag (2019: 737), maar u mag deze alleen als tijdvakbedrag toepassen volgens de van toepassing zijnde loonbelastingtijdvaktabel. Deze tijdvakbedragen vindt u in tabel 12. Tabel 12: Jonggehandicaptenkorting Tijdvak Bedrag per kwartaal 184,25 per maand 61,42 per 4 weken 56,69 per week 14,17 per dag 2,83 Bij toepassing van een tabel voor werknemers met vakantiebonnen gelden afwijkende bedragen. Hier geldt het standaardjaarbedrag, gedeeld door de tijdsevenredige factor F voor vakantiebonnen van tabel 1 van deze rekenvoorschriften. 5.2 AOW-leeftijd, wonen in het buitenland of andere herleiding Het standaardbedrag van de jonggehandicaptenkorting bestaat net als bijvoorbeeld de algemene heffingskorting uit de 4 heffingscomponenten: loonbelasting, premie AOW, premie Anw en premie Wlz. De bedragen in tabel 12 gelden voor werknemers die over de 1e tariefschijf de gecombineerde loonbelasting/premie volksverzekeringen zijn verschuldigd (2019: 36,65%). Dat betekent dat er dan 1 of meer heffingscomponenten worden geëlimineerd als de werknemer of uitkeringsgerechtigde zijn loon geniet: vanaf de 1e dag van de kalendermaand waarin hij de AOW-leeftijd bereikt (de AOW-component) in een herleidingssituatie (zie hoofdstuk 7) (1 of meer van de 4 componenten) bij wonen in het buitenland (zie hoofdstuk 8) (de loonbelastingcomponent) Dat elimineren van heffingscomponenten gaat op dezelfde wijze als bij bijvoorbeeld de algemene heffingskorting, door dezelfde factor toe te passen, zie hoofdstuk 9. Let op! De informatie over wonen in het buitenland is ons bekend geworden ná 1 juli Wij konden deze informatie niet eerder met softwareontwikkelaars van salarispakketten delen. U hoeft voor 2019 daarom geen rekening te houden met deze herrekening. Vanaf 2020 moet u daar wel rekening mee houden. Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

20 Het bedrag van de herleide jonggehandicaptenkorting bepaalt u in 2 delen: een belastingdeel en een premiedeel. U gaat bij een herleiding altijd uit van het jaarbedrag. Voorbeeld Voor iemand die in de maand waarin hij de AOW-leeftijd bereikt of later, loon geniet waarop de jonggehandicaptenkorting van toepassing is, geldt voor de inhouding en dus ook voor de (en dus ook voor de jonggehandicaptenkorting) geen premiedeel AOW. Het premiedeel is Anw + Wlz. U rekent als volgt: Bepaal de factor van het belastingdeel en het premiedeel van het standaardjaarbedrag van de jonggehandicaptenkorting en rond rekenkundig af op 5 decimalen. Pas de factor toe op het standaardjaarbedrag en rond elk deel af op hele euro s naar boven. Heffingsdeel Factor Afgerond op 5 decimalen Standaardbedrag Herleid bedrag loonbelasting 9,00/36,65 0, premie (Anw en Wlz) 9,75/36,65 0, totaal 378 Het herleide totaalbedrag in het voorbeeld is een jaarbedrag. Om het jaarbedrag te herleiden naar tijdvakbedragen deelt u het bedrag door de tijdsevenredige factor F van tabel 1. U rondt hierbij rekenkundig af op 2 decimalen. Bij een andere herleidingssituatie (G t/m L, zie hoofdstuk 7) geldt net zo n manier van berekenen. Bij wonen in het buitenland ook (zie hoofdstuk 8), maar daar hoeft u in 2019 nog geen rekening mee te houden. Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

21 6 Levensloopverlofkorting De levensloopverlofkorting is onderdeel van de, maar zit net als de jonggehandicapten korting niet verwerkt in de loonbelasting tabellen. Als de levensloopverlofkorting van toepassing is, dan moet u deze korting in mindering brengen op het bedrag dat u volgens de loonbelasting tabel moet inhouden. De levensloopverlofkorting bedraagt voor per gespaard kalenderjaar. Meer informatie, inclusief enkele voorbeelden over deze korting vindt u in paragraaf van het Handboek Loonheffingen. Let op! In tegenstelling tot de jonggehandicaptenkorting mag de levensloopverlofkorting alleen worden verrekend als de werknemer bij de werkgever schriftelijk heeft aangegeven de te willen toepassen. De levensloopverlofkorting is een vast bedrag, dat niet wordt herleid tot tijdvakbedragen. De levensloopverlofkorting komt in mindering op de inhouding die met de tijdvaktabel of de tabel bijzondere beloningen is berekend, maar niet verder dan tot 0. Een eventueel restant mag worden verrekend met een volgende inhouding van hetzelfde kalenderjaar. 6.1 AOW-leeftijd, wonen in het buitenland of andere herleiding Het standaardbedrag van de levensloopverlofkorting bestaat net als bijvoorbeeld de algemene heffingskorting uit de 4 heffingscomponenten: loonbelasting, premie AOW, premie Anw en premie Wlz. Dat betekent dat er 1 of meer heffingscomponenten moeten worden geëlimineerd als de werknemer zijn levensloopopname geniet: vanaf de 1e dag van de kalendermaand waarin hij de AOW-leeftijd bereikt (de AOW-component) in een herleidingssituatie (zie hoofdstuk 7) (1 of meer van de 4 componenten) bij wonen in het buitenland (zie hoofdstuk 8) (de loonbelastingcomponent) Dat elimineren van heffingscomponenten gaat op dezelfde wijze als bij de jonggehandicaptenkorting. Let op! Deze informatie is ons bekend geworden ná 1 juli Wij konden deze informatie niet eerder met softwareontwikkelaars van salarispakketten delen. U hoeft voor 2019 daarom geen rekening te houden met deze herrekeningen. Vanaf 2020 moet u daar wel rekening mee houden. Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

22 7 Herleidingssituaties Voor een aantal groepen werknemers en uitkeringsgerechtigden gelden sommige elementen van de standaardheffingspercentages niet. Voor hen geldt op grond van een internationale regeling (meestal een verdrag of verordening) een afwijkend percentage aan in te houden loonbelasting/premie volksverzekeringen en vaak ook een ander bedrag voor de heffingskortingen. Dit geldt voor werknemers en uitkeringsgerechtigden: die alleen belastingplichtig zijn die alleen premieplichtig zijn voor 1 of meer volksverzekeringen die belastingplichtig zijn en daarnaast premieplichtig voor 1 of 2 van de 3 volksverzekeringen Als een dergelijke situatie van toepassing is, noemen we dat een herleidingssituatie. Tot en met 2016 gold per herleidingssituatie een herleidingsregel. In uw geautomatiseerde administratie mocht u gebruikmaken van de zogenoemde substitutiemethode. Dan verving u de standaardwaarden uit de diverse tabellen in dit document door de zogenoemde substitutiewaarden. Vanaf 2017 gelden er voor deze werknemers en uitkeringsgerechtigden speciale inhoudingstabellen die u kunt downloaden via belastingdienst.nl/tabellen. In plaats van de waarde op te zoeken in de inhoudingstabel, kunt u in uw geautomatiseerde loonadministratie de tabelwaarden zelf berekenen door gebruik te maken van de substitutiewaarden. Deze waarden vindt u in bijlage 3. U moet dan in de standaardformules, zoals die in hoofdstuk 2 beschreven staan, per herleidingsregel de betreffende substitutiewaarden gebruiken. Let op! De tijdvaktabellen voor de herleidingssituaties zijn leidend. Als de uitkomst die u zelf berekent, afwijkt van de tabelwaarde, moet u dus toch de tabelwaarde gebruiken. De tabel bijzondere beloningen voor de herleidingssituaties vindt u ook op belastingdienst.nl/tabellen. In bijlage 3 vindt u de substitutiewaarden en herleidingsfactoren voor werknemers en uitkeringsgerechtigden: jonger dan AOW-leeftijd van AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1945 of eerder van AOW-leeftijd en ouder, geboren in 1946 of later Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari

23 Wij onderkennen de volgende herleidingssituaties: tabel 13: Herleidingssituatie Uitsluitend premieplichtig voor de AOW, de Anw en de Wlz (tabelcode begint met een 3) Uitsluitend belastingplichtig (tabelcode begint met een 5) Belastingplichtig en premieplichtig voor de AOW en de Anw (tabelcode begint met een 6) Belastingplichtig en premieplichtig voor de Wlz (tabelcode begint met een 7) Uitsluitend premieplichtig voor de AOW en de Anw (tabelcode voor E is 228 en tabelcode voor K1 en K2 is 227) Uitsluitend premieplichtig voor de Wlz (tabelcode is 226) Jonger dan de AOW-leeftijd Geboren in 1945 of eerder A G1 G2 B H1 H2 C I1 I2 D J1 J2 E K1 K2 F L1 L2 Geboren in 1946 of later Aanduidingen A t/m F hebben betrekking op werknemers en uitkeringsgerechtigden jonger dan de AOW leeftijd. Aanduidingen G t/m L hebben betrekking op werknemers en uitkeringsgerechtigden die de AOW-leeftijd hebben bereikt. Dat betekent dat er in situaties G t/m L nooit sprake is van premie AOW. 7.1 Tabellen voor loontijdvakken voor herleidingssituaties De tabellen voor loontijdvakken voor herleidingssituaties hebben hetzelfde formaat als de standaardtabellen voor loontijdvakken (zie paragraaf 2.2.6). In elke tabel vindt u 3 bij elkaar horende herleidingssituaties voor werknemers en uitkeringsgerechtigden: (A, B, C, D, E, F) met de, geboren in 1945 of eerder (G1, H1, I1, J1, K1, L1) met de, geboren in 1946 of later (G2, H2, I2, J2, K2, L2) Via belastingdienst.nl/tabellen downloadt u de (samengestelde) tabellen voor loontijdvakken voor herleidingssituaties AG, BH, CI, DJ, EK en FL voor zowel de witte als de groene tabellen, zoals aangegeven in tabel 13. Vanaf 2019 zijn er (in tegenstelling tot 2018 en eerder) ook witte tabellen voor de situaties CI, DJ, EK en FL. 7.2 Tabellen bijzondere beloningen voor herleidingssituaties De tabellen bijzondere beloningen voor herleidingssituaties hebben hetzelfde formaat als de standaardtabellen (zie paragraaf 2.3). Via belastingdienst.nl/tabellen downloadt u de tabellen bijzondere beloningen voor alle herleidingssituaties AG, BH, CI, DJ, EK en FL voor zowel de witte als de groene tabellen, zoals aangegeven in tabel 13. Vanaf 2019 zijn er (in tegenstelling tot 2018 en eerder) ook witte tabellen voor de situaties CI, DJ, EK en FL. Belastingdienst Reken voor schriften voor de geauto matiseerde loonadministratie 2019 Uitgave februari