Sociaal plan Bibliotheek Bollenstreek (fusie met overgang werkgeversfunctie)

Transcriptie

1 Sociaal plan Bibliotheek Bollenstreek (fusie met overgang werkgeversfunctie) Werkgevers Het bestuur van de Stichting ProBiblio, gevestigd te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer, hierbij vertegenwoordigd door B.J. Drenth, directeur van genoemde stichting, hierna te noemen ProBiblio en Het bestuur van de Stichting Bibliotheek Bollenstreek, gevestigd te Sassenheim, hierbij vertegenwoordigd door L. van der Zon, voorzitter van genoemde stichting, hierna te noemen de BB en Werknemers De Vereniging ABVAKABO FNV, gevestigd te Zoetermeer, vertegenwoordigd door M. Bleijerveld, regiobestuurder en De Vereniging CNV Publieke Zaak, gevestigd te s-gravenhage, vertegenwoordigd door W.H.M. Pijnacker-Balk, bestuurder komen het navolgende overeen. Preambule Dit sociaal plan wordt toegepast op de volgende situatie. De besturen van de Openbare Bibliotheken te Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Sassenheim, Voorhout en Warmond hebben een voorgenomen besluit genomen tot fusie tot de Stichting Bibliotheek Bollenstreek. Bij de fusie zullen de eerstgenoemde stichtingen ophouden te bestaan en opgaan in laatstgenoemde stichting. De voor de openbare bibliotheken Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Sassenheim, Voorhout en Warmond werkzame personen die met name genoemd worden op de lijst van huidige werknemers als bedoeld in artikel 1 van dit sociaal plan hebben een arbeidsovereenkomst met ProBiblio en zullen als gevolg van de fusie met ingang van 1 januari 2006 in dienst treden van de Stichting Bibliotheek Bollenstreek. Dit sociaal plan beoogt de nadelige gevolgen voor werknemers van de fusie te ondervangen, in het bijzonder met betrekking tot het behoud van werk, functieniveau, inkomen en verworven rechten. Dit sociaal plan is niet van toepassing op arbeidsovereenkomsten die na 1 juli 2005 zijn aangegaan dan wel arbeidsovereenkomsten die na 1 juli 2005 worden verlengd.

2 HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Werkingssfeer Dit sociaal plan is van toepassing op de gevolgen voor werknemers die voortvloeien uit de fusie en de overgang van de werkgeversfunctie van ProBiblio aan de BB, in het bijzonder op de werknemers die, in dienst zijnde van ProBiblio, worden tewerkgesteld in de Bibliotheek Bollenstreek en voorkomen op de "lijst van huidige medewerkers openbare bibliotheek te Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Sassenheim, Voorhout en Warmond d.d. 1 november 2005 die als bijlage 1 bij dit sociaal plan is gevoegd. Het plan heeft eveneens betrekking op de direct met de fusie samenhangende integratie en reorganisatie. Artikel 2 Begripsbepalingen In dit sociaal plan wordt verstaan onder: a. werkgever: de rechtspersoonlijkheid bezittende privaatrechtelijke organisatie, als bedoeld in artikel 1 van de CAO, genoemd in de aanhef. b. oude werkgever: ProBiblio. c. nieuwe werkgever: de BB. d. werknemer: degene die voor 1 juli 2005 als werknemer in de zin van het Burgerlijk Wetboek een arbeidsovereenkomst met de werkgever is aangegaan en niet in de instelling werkzaam is uitsluitend ter vervulling van een stage. e. salaris: het tussen werkgever en werknemer overeengekomen bruto maandloon, exclusief vergoedingen en/of toelagen en exclusief de vakantietoeslag; f. plaats van tewerkstelling: de plaats, waar de werknemer gewoonlijk zijn werkzaamheden verricht. g. detacheringsovereenkomst: een overeenkomst, waarbij twee werkgevers zich verbinden om een werknemer, in dienst van de één, voor zover de arbeidsovereenkomst dat toelaat, op te nemen in het organisatorische geheel van de ander ten einde hem daar een functie te doen uitoefenen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 52 van de CAO. h. ondernemingsraad: een ondernemingsraad zoals deze is ingesteld op grond van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) en artikel 67 van de CAO. i. personeelsvertegenwoordiging: een werknemersvertegenwoordiging zoals deze is ingesteld op grond van het bepaalde in de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) en artikel 69 van de CAO. j. CAO: de collectieve arbeidsovereenkomst Openbare Bibliotheken. k. gelijkwaardige functie: een functie die gelet op het niveau van de huidige functie, genoten en/of binnen afzienbare termijn af te ronden opleiding, opgedane werkervaring, inkomen en percentage (huidig) dienstverband redelijkerwijs aan de werknemer in verband met zijn omstandigheden, inclusief door de arbo-dienst erkende sociaal-medische beperkingen kan worden opgedragen. Een functie wordt niet aangemerkt als gelijkwaardig indien deze wordt uitgeoefend op een zodanige afstand van de woonplaats van de werknemer dat de reiskosten voor woon-werkverkeer naar de nieuwe vestiging van tewerkstelling het maximale maandelijkse vergoedingsbedrag in artikel 2 lid 2 van Bijlage J bij de CAO zouden overschrijden. Functies worden niet aangemerkt als gelijkwaardig indien tussen de omvang van de functies een verschil van tien of meer werkuren per week bestaat. pagina 2 van 18

3 l. bezwarencommissie: een commissie als bedoeld in artikel 7 van dit sociaal plan. m. Lifoprincipe: de volgorde waarbij de werknemer met het langste dienstverband bij de huidige werkgever (uitgedrukt in jaren, maanden en dagen) als eerste voor een voor hem van toepassing zijnde functie bij de nieuwe werkgever in aan-merking komt. Lifo staat voor Last in, first out. n. Formatieplaatsenplan: een plan waarin de toekomstige bezetting van de ver-schillende bedrijfsonderdelen wordt uitgedrukt in formatieplaatsen, functies en bijbehorende salarisschalen volgens de CAO. Op basis van dit plan wordt de nieuwe organisatie, rekening houdend met het Lifo-principe, ingevuld. o. Personeelsplaatsenplan: het overzicht van de functies in de Bibliotheek Bollenstreek na de overdracht en de medewerkers die op deze functies zijn geplaatst. p. De ingangsdatum van de fusie is 1 januari De ingangsdatum van de overgang van de werkgeversfunctie is1 januari Artikel 3 CAO Het sociaal plan laat onverlet het bepaalde en de werking daarvan zoals vastgelegd in de CAO Openbare Bibliotheken. Artikel 4 Plichten van werkgevers en van werknemers De werkgevers en werknemers op wie dit sociaal plan van toepassing is, zijn gehouden volledig medewerking te verlenen aan de uitvoering van dit sociaal plan. Artikel 5 Hardheidsclausule In de gevallen waarin dit sociaal plan leidt tot een onbillijke en/of onredelijke situatie voor de werknemer, kan de werkgever in voor de werknemer gunstige zin van dit sociaal plan afwijken. Artikel 6 Informatievoorziening aan medewerkers 1. De medewerkers bedoeld in artikel 1 van dit sociaal plan worden door of namens de werkgever geregeld geïnformeerd over de voortgang van het fusieproces en de overgang van de werkgeversfunctie. De werkgever maakt met de ondernemingsraad c.q. de werknemersvertegenwoordiging afspraken over de wijze en de momenten waarop de medewerkers worden geïnformeerd over de voortgang. 2. De ondernemingsraad c.q. de personeelsvertegenwoordiging kan op eigen initiatief de medewerkers informeren over aspecten van het fusieproces en de overgang van de werkgeversfunctie en houdt hierbij rekening met de privacy van individuele personen. Artikel 7 Bezwarencommissie Partijen bij dit sociaal plan stellen een bezwarencommissie in. De werkwijze en bevoegdheden van de bezwarencommissie zijn als bijlage 2 opgenomen in dit sociaal plan. Artikel 8 Beschikbaarstelling sociaal plan De werkgevers zullen er voor zorg dragen dat elke werknemer die vermeld wordt in bijlage 1 een exemplaar ontvangt van dit sociaal plan, onmiddellijk nadat het door pagina 3 van 18

4 partijen is vastgesteld. pagina 4 van 18

5 Artikel 9 Werkingsperiode Dit sociaal plan treedt in werking op het moment van ondertekening door alle bij het plan betrokken partijen en heeft een looptijd van een jaar, te rekenen vanaf de ingangsdatum van de overgang van de werkgeversfunctie. Drie maanden voor de afloop van dit sociaal plan zullen de in de aanhef genoemde partijen in overleg treden om te bezien of verlenging van het sociaal plan wenselijk is. De individuele en financiële rechten en faciliteiten die gedurende de looptijd van dit sociaal plan als gevolg van de overdracht zijn ontstaan, blijven ook na de beëindi-gingsdatum van het sociaal plan voor onbeperkte duur van kracht. pagina 5 van 18

6 HOOFDSTUK II INDIVIDUELE EN ALGEMENE WERKGELEGENHEID Artikel 10 Werkgelegenheid 1. Op de ingangsdatum van de overgang van de werkgeversfunctie zal de BB, alle werknemers genoemd in bijlage 1 van dit sociaal plan, in dienst nemen. 2. Als gevolg van de overgang van de werkgeversfunctie en de uit deze overgang voortvloeiende veranderingen, zullen binnen 12 maanden na de ingangsdatum van de overgang van de werkgeversfunctie, geen gedwongen ontslagen plaatsvinden voor de werknemers van de BB. Een uitzondering hierop vormt de situatie beschreven in artikel 15 lid 8 van dit sociaal plan; in deze situatie is wel sprake van gedwongen ontslag. 3. Aanstellingen voor bepaalde tijd lopen van rechtswege af. 4. Er kunnen verschuivingen plaatsvinden in functie, taken, verantwoordelijkheden en plaats(en) van tewerkstelling. Indien blijkt dat een werknemer een andere of gewijzigde functie dan wel een andere plaats van tewerkstelling moet worden aangeboden, zal de werkgever overleg plegen met het doel hierover tot overeenstemming te komen. Artikel 11 Formatieplaatsenplan Voor de verschillende bedrijfsonderdelen van de BB is een formatieplaatsenplan opgesteld. Voor dit plan is het advies van de personeels-vertegenwoordiging ingewonnen. De personeelsvertegenwoordiging heeft positief geadviseerd over het formatieplaatsenplan. Met inachtneming van het Lifo-principe wordt bepaald voor welke werknemers functiewijziging aan de orde is. Voor de bepaling van het Lifo wordt de tijd waarin de werknemer onafgebroken bij ProBiblio en haar rechtsvoorgangers in dienst is geweest in acht genomen. Artikel 12 Scholing Indien voor het vervullen van een gewijzigde functie scholing of training noodzakelijk is en hierover overleg is gevoerd tussen werkgever en werknemer, dan zal de werkgever in de scholing of training voorzien. Dit alles binnen de grenzen van redelijkheid en billijkheid. Artikel 58 lid 2 van de CAO is van toepassing. pagina 6 van 18

7 HOOFDSTUK III INDIVIDUELE RECHTEN EN ARBEIDSVOORWAARDEN Artikel 13 Verworven rechten De arbeidsovereenkomst met de BB wordt geacht te zijn een voortzetting van de arbeidsovereenkomst met ProBiblio. Voorafgaand aan de overdracht zal ProBiblio de individueel verworven rechten per werknemer inventariseren en deze voor zover niet reeds is geschied opnemen in de individuele arbeidsovereenkomst. Artikel 14 Arbeidsvoorwaarden 1. De werknemer die thans een deeltijddienstverband heeft, behoudt van rechts-wege het recht op dit deeltijddienstverband overeenkomstig de met ProBiblio gemaakte afspraken. De werknemer die thans een fulltime dienstverband heeft, behoudt van rechtswege het recht op dit fulltime dienstverband overeenkomstig de met ProBiblio gemaakte afspraken. 2. De verworven rechten worden schriftelijk in of bij de nieuwe arbeidsovereen-komst met de BB vastgelegd. 3. De aanspraak op een fulltime- of deeltijddienstverband wordt schriftelijk in de nieuwe arbeidsovereenkomst vastgelegd. 4. In de nieuwe arbeidsovereenkomst wordt een artikel opgenomen dat luidt: "Deze arbeidsovereenkomst is een voortzetting van de arbeidsovereenkomst tussen de werknemer en ProBiblio d.d. (datum) met als aanvangsdatum (datum)". 5. Voor alle wettelijke en CAO-bepalingen geldt de datum van indiensttreding bij ProBiblio als de datum van indiensttreding bij de BB. 6. De BB verplicht zich de pensioenrechten van de betrokken werknemers te hand-haven in de Stichting Pensioenfonds Openbare Bibliotheken. 7. Opgebouwde vakantierechten worden zoveel mogelijk opgenomen in Het restant zal worden uitbetaald door ProBiblio. De uitbetaalde uren kunnen in een of meer volgende jaren als onbetaald verlof worden opgenomen. 8. ProBiblio zal de stortingen op de spaarloonrekeningen bij Centraal Beheer van de betrokken medewerkers per 31 december 2005 staken. De medewerkers kunnen met ingang van 1 januari 2006 aansluiten bij de spaarloonregeling van de BB bij Centraal Beheer. 9. Binnen twee maanden na indiensttreding van de werknemers genoemd in bijlage 1 van dit sociaal plan betaalt de BB een bedrag ter hoogte van het totale bedrag aan schulden van de werknemers in het kader van het pc-privé project of in het kader van een persoonlijke lening in één keer aan ProBiblio. De BB houdt termijnbedragen in op de salarissen van de betrokken werknemers en neemt hierbij de afspraken in acht die destijds gemaakt zijn tussen deze werknemers en ProBiblio. 10. Afspraken tussen ProBiblio en de in bijlage 1 genoemde medewerkers over studiefaciliteiten worden door de BB overgenomen. pagina 7 van 18

8 HOOFDSTUK IV FUNCTIEWIJZIGING Artikel 15 Functiewijziging 1. De werknemers genoemd in bijlage 1 van dit sociaal plan zijn door de BB uitgenodigd voor een belangstellingsgesprek. In dit gesprek kon de werknemer zijn belangstelling kenbaar maken. In dit gesprek kwamen aan de orde: welke functie binnen de nieuwe formatie de voorkeur van de werknemer geniet; welke functie door de werknemer zeker niet geambieerd wordt; welke functie een tweede of derde voorkeur heeft. Dit kan ook een functie op een andere afdeling of locatie zijn; welk ander werk de werknemer tijdelijk wil verrichten indien hij vooralsnog niet geplaatst kan worden binnen de opgegeven voorkeuren; tevens worden de gegevens ten aanzien van de gevolgde opleidingen, werkervaringen en bijzondere omstandigheden geïnventariseerd en zo nodig geactualiseerd. Voorafgaande aan een tweede (schriftelijke) belangstellingsregistratie werd de werknemer schriftelijk op de hoogte gesteld van het formatieplaatsenplan. De belangstellingsregistraties dienen als hulpmiddel bij de (her)plaatsing van werknemers. 2. Op basis van de belangstellingsregistratie wordt de werknemer schriftelijk een functieaanbod gedaan. Indien de werknemer daar behoefte aan heeft wordt het functieaanbod in een gesprek nader toegelicht en besproken. Na deze gesprekken wordt een definitief plaatsingsaanbod op schrift gesteld. 3. Bij plaatsing geldt als eerste uitgangspunt dat de werknemer zijn functie volgt. Daarnaast geschiedt plaatsing binnen de organisatie van de BB zoveel mogelijk conform de wensen van de werknemer zoals middels de belangstellings-registratie is gebleken, indien hiertoe binnen de BB de mogelijkheid bestaat en de kwaliteiten van de werknemer hierop aansluiten. 4. Bij het (her)plaatsen van werknemers in functies wordt de volgende volgorde in acht genomen: dezelfde functie; een gelijkwaardige functie; een hogere functie; een lagere functie. 5. Een aanbod van dezelfde functie kan door de werknemer niet worden geweigerd. 6. Indien het niet mogelijk is de werknemer een functie aan te bieden in een gelijke of hogere salarisschaal, kan de werkgever een functie aanbieden in een maximaal één schaal - lagere schaal. Alleen op verzoek van de werknemer kan de werkgever een functie aanbieden in een nog lagere salarisschaal. 7. Indien de werkgever en de werknemer geen overeenstemming verkrijgen over de functiewijziging, neemt de werkgever een voorlopig besluit. De werknemer heeft daarna twee weken bedenktijd alvorens de werkgever een definitief besluit neemt. Direct na het nemen van het definitieve besluit inzake de wijziging ontvangt de betrokken werknemer van de werkgever een schriftelijke bevestiging daarvan, alsmede van de consequenties voortvloeiende uit de wijziging. 8. De werknemer kan na het definitieve besluit bezwaar aantekenen tegen de aangeboden functie en/of de plaats van tewerkstelling, omdat deze als niet passend wordt ervaren. Indien de bezwarencommissie de bezwaren gegrond acht, zal de werkgever de werknemer een andere functie aanbieden. In die gevallen dat de bezwarencommissie de aangeboden functie wel passend acht, krijgt de werknemer twee weken de kans de functie alsnog te aanvaarden. pagina 8 van 18

9 Indien de werknemer de aangeboden functie alsnog afwijst, is de werkgever gerechtigd ontslag aan te vragen overeenkomstig de wettelijke bepalingen. pagina 9 van 18

10 Het ontslagvoornemen gebaseerd op een volgens de werkgever passend functieaanbod wordt ter advisering voorgelegd aan de bezwarencommissie. De werkgever volgt het advies van de bezwarencommissie. Indien de werkgever zijn oorspronkelijke beslissing handhaaft, krijgt de werknemer gedurende twee weken na het uitgebrachte advies de gelegenheid de aangeboden functie alsnog te accepteren. 9. Wanneer binnen zes maanden na de ingangsdatum van de overeengekomen functie blijkt dat de betrokken werknemer niet geschikt is voor de functie, wordt de werknemer andermaal een nieuwe functie aangeboden zodra zich daartoe de mogelijkheid voordoet. Hetzelfde geldt als de werknemer aangeeft de functie niet te ambiëren. Artikel 15, lid 5 is in beide hiervoor genoemde situaties dan weer volledig van toepassing. 10. Als sprake is van een functiewijziging zal de BB mede gelet op artikel 12 van dit plan samen met de werknemer een begeleidingsplan opstellen. Hierin wordt opgenomen welke activiteiten door wie op welk tijdstip worden verricht in het kader van de begeleiding in de nieuwe functie. Tevens wordt opgenomen welke scholing nodig is, het budget en de tijdsbesteding in werktijd en de duur van het inwerk/begeleidingstraject. 11. In gezamenlijk overleg tussen de BB, de werknemer en diens leidinggevende wordt een inwerkprogramma en -periode vastgesteld. 12. De werknemer die bij een eerdere plaatsing niet in de voor hem meest passende functie conform artikel 15, lid 5 kon worden geplaatst, wordt, indien de oorspronkelijke functie vrijkomt en hij die nog ambieert, weer op de oorspronkelijke functie geplaatst. Dit met inachtneming van het Lifo-principe. Artikel 16 Meerdere werknemers voor dezelfde functie (het Lifo-principe) Wanneer op grond van het formatieplaatsenplan meerdere werknemers, met inachtneming van hun huidige functie, voor dezelfde functie in aanmerking komen, wordt een plaatsingsvolgorde vastgesteld. Deze volgorde houdt in dat de werknemer met het langste dienstverband (uitgedrukt in jaren, maanden en dagen) bij de huidige werkgever het eerst voor de functie in aanmerking komt. Bij volstrekt gelijke anciënniteit gaan ouderen voor jongeren. Artikel 17 Salarisgarantieregeling bij lagere functie 1. De werknemer die als gevolg van de overgang van de werkgeversfunctie een functie aanvaardt welke op een lager salarisniveau is ingedeeld dan de huidige functie, behoudt aanspraak op het bruto salaris en de salarisuitloop, inclusief de in de CAO genoemde toeslagen, voor zover op de werknemer van toepassing. 2. De in lid 1 bedoelde aanspraak wordt berekend over de omvang van het dienstverband in de maand voorafgaande aan de functiewijziging. 3. Het bruto salaris als bedoeld in lid 1 wordt aangepast aan de loonontwikkelingen van de CAO. 4. De in lid 1 van dit artikel bedoelde aanspraken vervallen: a. bij het (be)eindigen van de arbeidsovereenkomst met de BB, anders dan als gevolg van een overdracht van de onderneming of een onderdeel daarvan; b. indien de salariëring van de werknemer bedoeld in lid 1 de aanspraak genoemd in dit lid overschrijdt, anders dan ten gevolge van uitbreiding van de overeengekomen arbeidsduur; c. gedeeltelijk, en wel naar rato van de vermindering van de arbeidsduur, indien op verzoek van de werknemer een kortere arbeidsduur wordt overeengekomen. pagina 10 van 18

11 Artikel 18 Toeslagen 1. Indien de werknemer op wie een onregelmatigheidstoeslag van toepassing is, een functie heeft aanvaard waarbij geen of een lagere toeslag van toepassing zal zijn, dan behoudt de werknemer niettemin gedurende 6 maanden deze toeslag. 2. De hoogte van de toeslag kan worden vastgesteld op het gemiddelde van de toeslag in de twaalf kalendermaanden voor de functiewijziging. 3. Indien de werknemer een functie aanvaardt waarvan de som van salaris en toeslagen hoger is dan de som bij de vorige functie, dan vervalt de toeslag voor zover deze de som van de vorige functie overschrijdt. De bepalingen in artikel 11 en Bijlage C van de CAO blijven hierbij onverminderd van toepassing. Artikel 19 Wijziging plaats van tewerkstelling; verhuisplicht, reistijd- en reiskostenvergoeding 1. Indien blijkt dat aan een werknemer een wijziging in de plaats van tewerkstelling moet worden aangeboden, zal de BB met de betrokken werknemer overleg plegen met het doel tot een zo groot mogelijke overeenstemming te komen en daarbij de consequenties van de wijziging aan de betrokkene meedelen. 2. De BB vergoedt gedurende 6 maanden aan de werknemer de extra reiskosten die voor een werknemer voortvloeien uit een wijziging in de plaats van tewerkstelling op verzoek van de BB. De vergoeding voor extra reiskosten is gebaseerd op het laagste tarief openbaar vervoer, indien het gebruikelijk is dat de werknemer per openbaar vervoer reist. Is het gebruikelijk dat de werknemer met een eigen vervoermiddel reist, dan wordt de vergoeding berekend op basis van 0,18 per kilometer Aan de werknemer die in verband met wijziging in de plaats van tewerkstelling ten gevolge van de overdracht meer dan 30 minuten langer moet reizen voor een enkelvoudige reis woon-werkverkeer, wordt voor de meertijd, berekend over een periode van 12 maanden, een eenmalige vergoeding verstrekt door de BB. De eenmalige vergoeding is gebaseerd op het op 1 januari van dat jaar geldende uurloon van de werknemer en op het aantal dagen dat gewerkt wordt volgens het in de maand januari van toepassing zijnde werktijdenschema van de werknemer. 5. pagina 11 van 18

12 Indien de werknemer als gevolg van wijziging in de plaats van tewerkstelling wordt geconfronteerd met de noodzaak om kinderopvang of uitbreiding van kinderopvang te regelen voor kinderen die geboren zijn voor de ingangsdatum van de overgang van de werkgeversfunctie, dan komen de kosten hiervan gedurende ten hoogste 6 maanden voor rekening van de BB. 6. De BB zal zich inspannen om de door de werknemer aangedragen knelpunten in verband met wijziging in de plaats van tewerkstelling op te lossen. Artikel 20 Reistijd als gevolg van wijziging standplaats Als blijkt dat de reistijd zich onevenredig tot de werktijd volgens de arbeidsovereenkomst verhoudt, zal de werkgever zich inspannen ander werk te vinden binnen de regio van de woonplaats van de werknemer en/of het aantal werkuren per dag zo te comprimeren, dat dit tot een gunstiger werksituatie leidt qua reiskosten en reistijd. pagina 12 van 18

13 HOOFDSTUK V FLANKEREND BELEID Artikel 21 Terugbetalingsverplichtingen Op de werknemer rust geen terugbetalingsverplichting aan ProBiblio voor een tegemoetkoming in de studiekosten bij de stopzetting van een studie indien het gezien de aard van de nieuwe werkzaamheden geen zin heeft de studie voort te zetten dan wel een andere studie gevolgd zal worden die van belang is voor de gewijzigde functie. Artikel 22 Faciliteiten ten behoeve van een nieuwe werkkring 1. Indien het niet mogelijk is de werknemer een functie aan te bieden in een gelijke, hogere of - maximaal één schaal - lagere schaal, ontwikkelen de oude en de nieuwe werkgever gezamenlijk in overleg met de werknemer activiteiten op het gebied van outplacement. De kosten hieruit voortvloeiend komen voor rekening van de nieuwe werkgever. 2. Aan de werknemer die als gevolg van de (voorgenomen) overdracht overweegt zelf ontslag te nemen, wordt desgevraagd buitengewoon verlof met behoud van salaris verleend voor sollicitatie(s) in Nederland. Tenzij de potentiële nieuwe werkgever deze kosten vergoedt, ontvangt de werknemer de voor de sollicitatie-gesprekken gemaakte reiskosten van de werkgever. Onder reiskosten worden ten deze verstaan de kosten van het binnen Nederland reizen per openbare middelen van vervoer tegen het tarief 2 e klasse. Desgevraagd dient de werk-nemer de oproep voor het sollicitatiegesprek aan de oude werkgever te over-leggen. pagina 13 van 18

14 HOOFDSTUK VI SLOTBEPALINGEN Artikel 23 Medezeggenschap 1. De BB kent een vrijwillig ingestelde Personeelsvertegenwoordiging in de zin van de Wet op de ondernemingsraden en artikel 67 van de CAO. 2. ProBiblio kent een ondernemingsraad in de zin van de Wet op de ondernemings-raden en artikel 67 van de CAO. Het aantal leden van de ondernemingsraad blijft na de overgang van de werkgeversfunctie ongewijzigd. Artikel 24 Sociaal plan 1. In gevallen waarin dit sociaal plan niet voorziet, zullen partijen met elkaar in overleg treden. 2. Dit sociaal plan kan slechts gewijzigd of verlengd worden nadat de in de aanhef genoemde partijen hierover overeenstemming hebben bereikt. pagina 14 van 18

15 Aldus overeengekomen Namens Stichting ProBiblio Handtekening: Functie: Plaats: Datum: Namens Stichting Bibliotheek Bollenstreek: Handtekening: Functie: Plaats: Datum: Namens de Vereniging ABVAKABO FNV: Handtekening: Functie: Plaats: Datum: Namens de Vereniging CNV Publieke Zaak: Handtekening: Functie: Plaats: Datum: pagina 15 van 18

16 Bijlage 1 Lijst van huidige medewerkers openbare Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Sassenheim, Voorhout en Warmond d.d. 1 november 2005 J.C.G van den Berg Lisse B. Biemond- van Duijvenvoorde Voorhout J.M.A.H. Bierhuizen-Foole Noordwijk F.J.M. Boer-Roovers Voorhout S.C. Boot-van de Niet Noordwijk G.A. van den Broeck-van Leeuwen Oegstgeest L. Bruggenwirth Lisse S. Van Caubergh Sassenheim A. Coonen-van Waegeningh Noordwijk L.W. Dessauvagie Sassenheim/Voorhout J.H.G.M. Duineveld-van Leeuwen Lisse G. van Duijvenvoorde-Wolters Noordwijk W. Dijkstra-Dapper Oegstgeest G. van Gent-Kieft Noordwijk W.A.E. Gordijn-Warmenhoven Noordwijk J.A.M. Groot-de Groot Noordwijkerhout Y.C.P.C. van Gijlswijk-Blommestijn Noordwijkerhout M.F. t Hart Oegstgeest/Warmond E.H.H.M. Heemskerk-Lelieveld Oegstgeest/Warmond A. van de Heuvel Noordwijk N.F.A. Hoogeveen-Heemskerk Noordwijk A.C.G.P. Hoogeveen-Romijn Noordwijk M.A.T van der Kaaij Warmond/Oegstgeest D.A.M. Keijzer-van Gijlswijk Noordwijkerhout S. Korving-Jongkind Voorhout H.L. Lips Noordwijkerhout H. Meisner-Minkjan Lisse M. van de Mortel-Mak Oegstgeest M. de Nooij-van Herwaarden Sassenheim G.M.M. Ober-Vreeburg Oegstgeest M. Olivier Noordwijk M.C.A. van Oosten-Cornelissen Noordwijk F.F.C. Ouwehand Sassenheim T.A. van der Ploeg Noordwijkerhout E.S.M. van der Ploeg-der Nederlanden Noordwijkerhout J.Portengen Sassenheim J.S. Reinders-Visser Oegstgeest Y.A.I. Scholte Noordwijkerhout M.C.F. Slijkhuis Lisse A.F.M. Smits Lisse E. van Splunter-Kalkman Sassenheim/Voorhout J.J.M. van Sprang-van de Ven Voorhout H.C. van Straalen Sassenheim S. van Starkenburg-Bedijn Oegstgeest I.E. Strien Oegstgeest/Warmond E.M. Teeuwen-de Vries Oegstgeest P. Ultee-Kreeft Noordwijkerhout C.K.M. Verbart Lisse L.G.A. de Visser Oegstgeest pagina 16 van 18

17 J.E. de Vries-Waaldijk Oegstgeest P. Warnders Lisse N. van der Weijden-de Jong Oegstgeest G.J.M. Wassenaar Lisse G.M. van der Wiel-van der Hoorn Lisse A.G. Wijntjes-le Duc Sassenheim Y. Zirar Sassenheim J.G. Zwagerman Voorhout pagina 17 van 18

18 Bijlage 2 Bezwarencommissie Artikel 1. Instelling commissie Partijen stellen een bezwarencommissie in, bestaande uit drie personen. Artikel 2. Samenstelling De samenstelling van de commissie geschiedt als volgt: een lid en een plaatsvervangend lid worden benoemd door ProBiblio en de BB gezamenlijk. Dit lid is geen werknemer, geen lid van de directie en geen lid van het stichtingsbestuur; een lid en een plaatsvervanger worden benoemd door ABVAKABO FNV en CNV Publieke Zaak gezamenlijk; deze twee leden van de bezwarencommissie wijzen gezamenlijk een derde onafhankelijk lid, tevens voorzitter van de bezwarencommissie aan. De bezwarencommissie wordt bijgestaan door een secretaris. Het secretariaat wordt gevoerd door de BB. Artikel 3. Werkwijze 1. De individuele werknemer kan zich schriftelijk wenden tot de bezwarencommissie inzake: a. de aangeboden functie; b. de plaats van tewerkstelling; c. de individuele toepassing van dit sociaal plan. De werkgever kan zich schriftelijk wenden tot de bezwarencommissie inzake een ontslagvoornemen in de situatie zoals beschreven in artikel 15 lid 8 van het sociaal plan. 2. Het bezwaar moet binnen drie weken na een terzake genomen besluit van de werkgever worden ingediend. Indien het een bezwaar betreft onder ad. a en ad. b genoemde heeft het bezwaar een opschortende werking. 3. Een bezwaar wordt aanhangig gemaakt door toezending van een met redenen omkleed verzoek aan de bezwarencommissie. 4. De werknemer die het bezwaar aanhangig maakt doet hiervan onverwijld schriftelijk mededeling aan de werkgever onder bijvoeging van een afschrift van het verzoekschrift. 5. De werkgever dient na ontvangst van het verzoekschrift uiterlijk binnen drie weken een met redenen omkleed verweerschrift in bij de bezwarencommissie. Een afschrift van het verweerschrift wordt door de werkgever onverwijld verzonden aan de werknemer die het bezwaar aanhangig heeft gemaakt. 6. De voorzitter kan (indien hem dat wenselijk voorkomt) werkgever en/of werknemer opdragen stukken in te dienen binnen een door hem te stellen termijn en op de door hem voorgeschreven wijze. pagina 18 van 18

19 Artikel 4. Behandeling bezwaar 1. De mondelinge behandeling van het bezwaar vindt in het algemeen plaats binnen zes weken na indiening van het verzoekschrift. 2. Voor de mondelinge behandeling van het bezwaar worden werkgever en werknemer ten minste veertien dagen tevoren schriftelijk uitgenodigd. 3. Tijdens de behandeling worden werkgever en werknemer in elkaars tegenwoordigheid gehoord, waarbij zij zich door een raadsman kunnen laten bijstaan. 4. Indien werkgever en/of werknemer getuigen en/of deskundigen willen doen horen, dienen zij ten minste acht dagen voor de dag waarop de mondelinge behandeling plaatsvindt, hiervan schriftelijk mededeling te doen, dit onder opgave van naam, adres en beroep van de getuigen/deskundigen. 5. Aan de wederpartij dient hiervan onverwijld schriftelijk mededeling te worden gedaan. 6. Werknemer, werkgever en hun raadsman worden in de gelegenheid gesteld ook zelf vragen te stellen aan de wederpartij en/of getuigen en/of deskundigen. 7. De mondelinge behandeling van het bezwaar is openbaar tenzij de bezwarencommissie anders beslist. 8. De beraadslagingen geschieden in een voltallige vergadering die niet openbaar is. De tijdens deze zitting gedane mededelingen zijn geheim. 9. De bezwarencommissie kan besluiten de behandeling van het bezwaar schriftelijk af te doen. 10. De bezwarencommissie neemt een beslissing bij meerderheid van stemmen. De stemming geschiedt mondeling. Geen der leden mag zich van stemming onthouden. 11. Inzake geschillen omtrent de procedure van behandeling beslist de bezwarencommissie. Artikel 5. De uitspraak 1. De uitspraak bevat: de naam, adres en functie van de werknemer die het bezwaar heeft ingediend; de essentie van het bezwaarschrift en de eventuele reactie(s); de motivering van het besluit; dagtekening en ondertekening door de voorzitter en de overige commissieleden. 2. De uitspraak van de bezwarencommissie wordt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen vier weken na de beraadslagingen met redenen omkleed schriftelijk aan de bezwaarde en een de werkgever meegedeeld. 3. De uitspraak van de bezwarencommissie is voor de werkgever bindend. De werkgever is verplicht, indien het bezwaar gegrond is, binnen veertien dagen een nieuw besluit te treffen. Alleen op basis van een uitspraak van de kantonrechter kan worden afgeweken. pagina 19 van 18

20 Artikel 6. Overige bepalingen 1. Zowel werkgever als werknemer zijn verplicht alle gevraagde medewerking aan de bezwarencommissie te verlenen. 2. Indien voor of tijdens de behandeling van het bezwaar, het bezwaar aanhangig is gemaakt bij de kantonrechter, ziet de bezwarencommissie van (verdere) behandeling af. 3. De commissie brengt eenmaal per jaar verslag uit over de verrichte werkzaamheden aan de werkgever, genoemd in de aanhef van dit sociaal plan, en geanonimiseerd aan de ondernemingsraad c.q. de werknemersvertegenwoordiging. 4. De kosten van de commissie worden gedragen door de werkgevers genoemd in de aanhef van dit sociaal plan. Voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie ontvangen de leden een presentievergoeding van (bedrag). pagina 20 van 18