Karin van Wingerde, De afschrikking voorbij. Een empirische studie naar afschrikking, preventie en regelnaleving in de Nederlandse afvalbranche

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Karin van Wingerde, De afschrikking voorbij. Een empirische studie naar afschrikking, preventie en regelnaleving in de Nederlandse afvalbranche"

Transcriptie

1 BOEKBESCHOUWINGEN Karin van Wingerde, De afschrikking voorbij. Een empirische studie naar afschrikking, generale preventie en regelnaleving in de Nederlandse afvalbranche Diss. Rotterdam, promotor prof. dr. H.G. van de Bunt, Nijmegen: Wolf Legal Publishers 2012, 424 p., ISBN Sancties werken vooral bij ondernemingen die dit het minst nodig hebben. Bedrijven zijn nauwelijks onder de indruk van sancties. Voor zover sancties afschrikken, gebeurt dit vooral bij die bedrijven die toch al bereid waren tot regelnaleving. Dit is de belangrijkste conclusie van het proefschrift De afschrikking voorbij. Een empirische studie naar afschrikking, generale preventie en regelnaleving in de Nederlandse afvalbranche waarop Karin van Wingerde op 6 december 2012 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam promoveerde. In deze bijdrage zullen eerst de hoofdstukken uit het proefschrift worden besproken. Daarna zullen het proefschrift en de bevindingen van Van Wingerde in een bredere context worden geplaatst van internationaal onderzoek naar regelnaleving door ondernemingen ( compliance ) en effecten van sancties. Ten slotte zullen enkele kritische kanttekeningen worden geplaatst. Van Wingerde trapt in hoofdstuk 1 op traditionele wijze af met een actuele casus. In dit geval is dat de zaak rond de Probo Koala. In deze zaak werd zwaar vervuild afval uit het door het bedrijf Trafigura gehuurde schip na een vergeefse poging tot verwerking in de haven van Amsterdam uiteindelijk gedumpt op vuilnisbelten in de hoofdstad van Ivoorkust. Het incident leidde tot de meest geruchtmakende milieustrafzaak sinds de affaire TCR in de jaren negentig van de vorige eeuw, waarin niet alleen het bedrijf, maar ook ambtenaren van de milieudienst van de gemeente Amsterdam werden veroordeeld. Een dergelijke casus is (net als bijvoorbeeld Chemiepack, de vastgoedfraude, de LIBOR-affaire, enz.) goed om te illustreren dat bij ontdekking van ernstige wetsovertredingen door bedrijven telkens een Pavlov-reactie optreedt bij politici en beleidsmakers: de roep om meer en strengere regels, intensievere controles en afschrikwekkender sancties voor ondernemingen en hun bestuurders. De achterliggende veronderstelling is dat dit bedrijven zal afhouden van regelovertreding. Maar werkt het allemaal echt zo?, vraagt Van Wingerde zich af. Voorkomt de dreiging van sancties dat ondernemingen regels overtreden? Schrikken straffen af? Deze vragen stelt Van Wingerde tegen de achtergrond van twee schijnbaar tegengestelde ontwikkelingen. Enerzijds is er de strengere regulering en hardere aanpak van het bedrijfsleven in reactie op rampen, crisis en schandalen. Maar tegelijkertijd hebben opeenvolgende regeringen veel werk gemaakt van het verminderen van de regeldruk voor het bedrijfsleven en het stimuleren van de zelfregulerende vermogens van bedrijven en de eigen verantwoordelijkheid van onder toezicht staande bedrijven en instellingen. De eerste ontwikkeling plaatst Van Wingerde in het theoretisch raamwerk van de opkomst van risicomaatschappij, waarin de burger in toenemende mate een beroep doet op de overheid om deze potentiële gevaren zo veel en zo vroeg mogelijk te ondervangen, teneinde het ontstaan van schade te voorkomen. De tweede ontwikkeling plaatst Van Wingerde in het kader van het theoretische concept van reguleringskapitalisme. Met dit begrip wordt gedoeld op de (her)ontwikkeling van de regulering van het bedrijfsleven waarin in toenemende mate andere actoren dan de overheid een regulerende en/of controlerende rol vervullen. De rol van de overheid is daarmee verschoven van government naar governance: in plaats van een hiërarchische activiteit tussen overheid en onder toezicht gestelde, vinden toezicht en regulering in toenemende mate plaats in horizontale samenwerkingsverbanden tussen verschillende publieke en private partijen. Van Wingerde vat deze paradox kernachtig samen: Van toezicht, controle en handhaving wordt dus enerzijds verwacht dat het alle maatschappelijke risico s afdekt, maar tegelijkertijd willen we er als samenleving zo min mogelijk last van hebben. (p. 9). Vanuit deze paradox komt Van Wingerde tot haar drieledige probleemstelling: 1. In hoeverre en op welke wijze is de dreiging van sancties van invloed op de bereidheid van Nederlandse afvalbedrijven om milieuregelgeving na te leven? 2. In hoeverre en op welke wijze is een handhavingsstrategie gebaseerd op afschrikking van invloed op de werking van maatschappelijke controle en de bedrijfsinterne aandacht voor de naleving van milieuregelgeving? 3. En (omgekeerd) in hoeverre en op welke wijze beïnvloeden maatschappelijke controle en de bedrijfsinterne aandacht voor milieuzorg de afschrikwekkende werking van sancties? Om deze vragen te beantwoorden verrichtte Van Wingerde een empirische studie onder veertig bedrijven 89

2 in de Nederlandse afvalbranche. Daarbij onderzocht de criminologe niet alleen in hoeverre en op welke wijze sancties afschrikken. Ook keek ze naar het belang van sancties in vergelijking met repercussies vanuit de maatschappelijke omgeving. Verder onderzocht zij de wisselwerking tussen afschrikking, maatschappelijke controle en de aandacht die binnen bedrijven zelf wordt gegeven aan de naleving van wet- en regelgeving. In hoofdstuk 2 geeft Van Wingerde op basis van de sociaalwetenschappelijke literatuur over afschrikking en regelnaleving door ondernemingen, een overzicht van de ontwikkelingen in het onderzoek naar de werking van sancties op het gedrag van bedrijven. Uit het overzicht trekt Van Wingerde drie belangrijke conclusies voor haar onderzoek. In de eerste plaats is dat de constatering dat wanneer we inzicht willen krijgen in hoe strafdreiging precies werkt, we een perceptuele of interpretatieve onderzoeksbenadering zullen moeten hanteren. Afschrikking berust namelijk op de subjectieve inschatting van de risico s van regelovertreding. Objectieve kenmerken van de sanctie zoals de pakkans en de strafmaat zijn pas afschrikwekkend voor zover ze door de potentiële dader als zodanig worden opgevat. Een tweede conclusie is dat in het onderzoek naar afschrikking aan de kosten van bestraffing een steeds ruimere invulling is gegeven. Naast de strafrechtelijke consequenties van bestraffing is meer aandacht gekomen voor de sociale en morele kosten van regelovertreding, zoals schaamte, schuldgevoel, reputatieverlies en negatieve reacties uit de sociale omgeving. Uit verschillende van de in dit hoofdstuk besproken studies blijkt, dat deze informele consequenties veel afschrikwekkender kunnen zijn dan de strafrechtelijke gevolgen van bestraffing. Uit deze twee conclusies valt ten derde af te leiden dat de overheid niet de enige actor is die invloed uitoefent op het gedrag van bedrijven en dat andere actoren in de maatschappelijke omgeving van ondernemingen, zoals omwonenden en milieubelangenorganisaties, onder bepaalde omstandigheden wellicht veel beter in staat zijn om invloed uit te oefenen op het gedrag van ondernemingen. Een goed begrip van de werkingmechanismen van sancties en de condities waaronder sancties bijdragen aan de preventie van criminaliteit vereist daarom inzicht in de belevingswereld van bedrijven zelf, alsmede in bedrijfsinterne besluitvormingsprocessen. Daarbij is het van belang om te doorgronden hoe sancties en andere signalen uit de maatschappelijke omgeving van ondernemingen binnen die bedrijven worden geïnterpreteerd en vertaald. Hoofdstuk 3 biedt een boeiend relaas van de historie van de Nederlandse afvalbranche. Van Wingerde bespreekt de ontwikkelingen op de afvalmarkt sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw, de ontwikkeling van de milieuwetgeving en de handhaving daarvan en de relatie van de afvalbedrijven met de buitenwereld. De branche heeft zich ontwikkelt van letterlijk en figuurlijk het afvalputje van de economie tot een krachtige economische sector met grote ondernemingen die hoogwaardige technologieën toepassen. De branche is ontstaan door de introductie van milieuwetgeving die eisen stelt aan de verwerking van afval, maar het is dezelfde milieuwetgeving waarvan de overtreding door afvalbedrijven de branche in een kwaad daglicht heeft gesteld. De geschiedenis van de afvalbranche wordt gekenmerkt door verschillende geruchtmakende schandalen en gevallen van ernstige milieucriminaliteit. In de criminologische literatuur wordt de bedrijfstak daarom ook vaak aangeduid als een criminogene branche. Naar buitenlands voorbeeld werd de branche in het kader van de Parlementaire Enquête Opsporingsmethoden midden jaren negentig van de vorige eeuw onderzocht op infiltratie van georganiseerde misdaad. Een veelzeggend feit waar Van Wingerde verder weinig aandacht aan besteedt. Georganiseerde misdaad werd overigens niet gevonden maar wel ernstige milieucriminaliteit in de branche zelf, zoals de door Van Wingerde besproken afvalschandalen. Van Wingerde behandelt de handhaving van milieuregels in de branche aan de hand van deze schandalen; van de affaire Uniser in de jaren zeventig tot de TCR-affaire in de jaren negentig van de vorige eeuw. Uit de reacties op deze affaires destilleert zij drie belangrijke ontwikkelingen in die handhaving: een kwaliteitsverbetering van de bestuurlijke handhaving, een belangrijkere rol voor het strafrecht en de ontwikkeling van bedrijfsinterne milieuzorg binnen de branche. Wellicht had Van Wingerde haar historisch overzicht kunnen doortrekken naar de Probo Koala-zaak waarmee ze haar dissertatie begint, om die zaak te gebruiken als illustratie voor de internationalisering van de afvalproblematiek en de afvalbranche, en het achterblijven van de handhaving hierbij. Van Wingerde concludeert dat de schandalen een belangrijke impuls hebben gegeven aan de groei en professionalisering van de afvalbranche, maar dat daardoor een gespannen relatie bestaat met de buitenwereld. Hoofdstuk 4 bevat een uitvoerige beschrijving van de methoden van onderzoek die Van Wingerde heeft gehanteerd. Het hoofdstuk leest als een handleiding voor criminologisch onderzoek bij bedrijven en dat is geen overbodige luxe daar het bedrijfsleven geldt als een voor criminologisch onderzoek moeilijk toegankelijke wereld. Kort gezegd heeft Van Wingerde triangulatie toegepast. Dat wil zeggen dat zij met verschillende bronnen en methoden de veertig geselecteerde bedrijven heeft onderzocht: observaties, documentanalyse, analyse van mediaberichtgeving en interviews met milieucoördinatoren bij de bedrijven en met publieke en private toezichthouders. Tevens biedt het hoofdstuk met een algemene beschrijving een kennismaking met de onderzochte bedrijven. De drie daaropvolgende hoofdstukken beslaan het empirische deel van de studie. Daarin worden de drie onderzoeksvragen beantwoord. In hoofdstuk 5 formuleert Van Wingerde een antwoord op het eerste deel van de vraagstelling: in hoeverre en op welke wijze is de dreiging van sancties van invloed op het regelnalevend gedrag van de bestudeerde bedrijven? De theorie van de afschrikking veronderstelt dat regelovertreding kan worden voorkomen door de kosten daarvan hoger te maken dan de baten. Afschrikking is daarmee geworteld in de rationele keuzetheorie die de onderneming voorstelt als een rationele en amorele actor die de beslissing om regels na te leven of te overtreden baseert op een afweging van kosten en baten. De pakkans en de hoogte van de 90

3 straf zijn in deze visie belangrijke kostenverhogende factoren. In hoofdstuk 5 maakt Van Wingerde duidelijk dat sancties veel verder buiten de belevingswereld van ondernemers staan dan het denken in termen van afschrikking veronderstelt. Ten eerste laten haar interviews zien dat sancties lang niet altijd tot de onderneming doordringen. Voor zover milieucoördinatoren al op de hoogte raken van zaken bij andere bedrijven zijn het niet de sancties, maar de gebeurtenissen die daarvoor de aanleiding waren die de respondenten onthouden. Bovendien laten de casus van Van Wingerde zien dat afschrikking niet zozeer tot stand komt door de sanctie zelf, maar eerder door de gevolgen in termen van toenemende druk vanuit de toezichthouder, negatieve reacties uit de maatschappelijke omgeving en reputatieschade. Ten tweede bevestigen de interviews dat niet alleen kostentechnische afwegingen een rol spelen, maar ook de zorg voor een goede reputatie en een veilige werkplek voor het eigen personeel. Voor bedrijven die dit belangrijk vinden is straf geen motief voor regelnaleving. Vanuit die intrinsieke motivatie voor regelnaleving is het wel van belang dat overtreders worden bestraft. Hierin lijken veel sancties tekort te schieten. De met de bedrijven besproken overtredingen worden lang niet altijd als afkeurenswaardig beschouwd en de daaropvolgende sancties daarmee als onredelijk. Dit kan volgens Van Wingerde de afschrikwekkende werking van de straf ondergraven. Door de professionalisering van de branche past het sanctioneren van relatief geringe overtredingen ook niet meer bij de verhouding tussen de bedrijven en de overheid. Qua kennis en ervaring zijn bedrijven veelal de meerdere van de toezichthouder geworden. Bovendien is de publieke toezichthouder in het internationale speelveld waarop veel afvalbedrijven opereren slechts een van de (f)actoren waar bedrijven rekening mee moeten houden. Ook vanuit de zakelijke en maatschappelijke omgeving worden prikkels afgegeven die het gedrag van bedrijven beïnvloeden en soms zelfs invloedrijker zijn. Voor zover sancties afschrikwekkend zijn, komt dit door de negatieve reacties uit de maatschappelijke omgeving en reputatieschade die zij genereren. In hoofdstuk 6 onderzoekt Van Wingerde deze invloed van de maatschappelijke omgeving op het gedrag van bedrijven in de afvalbranche. In hoeverre en op welke wijze kunnen omwonenden, belangengroepen en de media een rol spelen bij het toezicht op bedrijven? Het idee dat partijen in de maatschappelijke omgeving druk kunnen uitoefenen op bedrijven om de nadelige gevolgen van hun activiteiten zo veel mogelijk te beteugelen wordt in de sociaalwetenschappelijke literatuur geconceptualiseerd als de social license to operate die bedrijven moeten hebben om te kunnen ondernemen. Dit begrip verwijst naar het verwachtingspatroon van de maatschappelijke omgeving en de mate waarin een onderneming wordt geaccepteerd door zijn omgeving. Voordat Van Wingerde ingaat op de wijze waarop de omgeving druk kan uitoefenen op afvalbedrijven, gaat ze eerst in op de voorwaarden waaronder deze druk tot stand komt. Een eerste voorwaarde is dat de maatschappelijke omgeving zich iets aantrekt van de (potentiële) gevolgen van de activiteiten van afvalbedrijven voor het milieu. De maatschappelijke druk plaatst Van Wingerde in de historische context van de toenemende aandacht voor het milieu die vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw opkwam. Daarbij is afvalproblematiek, in tegenstelling tot veel andere milieuproblemen, heel concreet en zichtbaar. De publieke perceptie over afvalbedrijven is sterk beïnvloed door de afvalschandalen uit de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw. Een tweede voorwaarde is dat de maatschappelijke actoren bereid en in staat zijn bedrijven op hun handelen aan te spreken. Die condities zijn niet altijd aanwezig. De maatschappelijke omgeving beschikt niet altijd over de informatie over de milieuprestaties van bedrijven die nodig is om die bedrijven op hun handelen te kunnen aanspreken. En als dat zo is, dan beschikken maatschappelijke partijen niet altijd over de juridische en milieutechnische kennis en de financiële middelen om bedrijven al dan niet juridisch aan te spreken op hun handelen. Van Wingerde stelt dat de toegang tot het recht voor burgers en milieugroeperingen in de afgelopen jaren steeds moeilijker is geworden. Verder hangt de druk vanuit de maatschappelijke omgeving ook af van de zichtbaarheid van de onderneming. Van Wingerde constateert dat grotere bedrijven op zichtbare locaties op meer aandacht vanuit de omgeving kunnen rekenen dan kleinere bedrijven op een voor burgers minder zichtbare locatie. De maatschappelijke omgeving kan op verschillende manieren druk uitoefenen op het gedrag van ondernemingen. Omwonenden en milieubelangenorganisaties kunnen bijvoorbeeld klachten over geur-, geluidsen stofoverlast indienen bij het bevoegd gezag en het bevoegd gezag verzoeken tot handhaving over te gaan, ze kunnen procedures starten om uitbreidingen tegen te gaan of ze kunnen het functioneren van bedrijven aan de kaak stellen door de media op te zoeken en het publiek te informeren over het nalevingsgedrag van bedrijven. Van Wingerde maakt duidelijk dat de invloed van de maatschappelijke omgeving niet losstaat van de invloed van de bestuurlijke overheid, maar mede door de bestuurlijke overheid tot uitdrukking komt. Van Wingerde heeft ook de reacties van bedrijven op hun maatschappelijke omgeving in kaart gebracht. De maatregelen die bedrijven treffen hebben vooral betrekking op het verminderen van het aantal klachten over geur-, geluids- en stofoverlast. Hoewel bedrijven daarmee tegemoetkomen aan maatschappelijke wensen en verwachtingen, betekent dit volgens Van Wingerde nog niet dat bedrijven hun milieuprestaties daadwerkelijk verbeteren of beter voldoen aan wettelijke milieueisen. Verder kan de druk vanuit de omgeving ook omslaan in geslotenheid, het verplaatsen van activiteiten naar landen waar burgers minder kritiek op de bedrijfsactiviteiten hebben en zelfs leiden tot window dressing. De reacties van bedrijven zijn er dan vooral op gericht de maatschappelijke omgeving onschadelijk te maken, terwijl er aan hun werkelijke milieugedrag maar weinig verandert. Toch concludeert Van Wingerde dat de wens van een goede reputatie en een goede relatie met de maatschappelijke omgeving voor veel afvalbedrijven een belang- 91

4 rijke prikkel vormt voor milieuverantwoord gedrag. Ten slotte vraagt Van Wingerde zich in hoofdstuk 6 af in hoeverre de overheid de condities schept waaronder de omgeving invloed kan uitoefenen op het gedrag van bedrijven. Maken toezichthouders gebruik van het maatschappelijke toezicht? Uit de interviews met de publieke toezichthouders leidt Van Wingerde af dat zij de reacties van burgers lang niet altijd als een nuttig signaal beschouwen, maar eerder als lastig ervaren. Ook ziet zij het risico dat de publieke toezichthouder zijn aandacht te veel richt op problemen die het publiek aanspreken. In hoofdstuk 7 verschuift het perspectief naar de binnenkant van de onderneming en onderzoekt Van Wingerde de werking van het bedrijfsinterne toezicht en de betekenis van het bedrijfsinterne milieubeleid voor de wijze waarop bedrijven signalen van buiten vertalen naar de bedrijfsvoering. Daarbij stelt zij het begrip sociale responsiviteit centraal, dat in 1992 door haar promotor Van de Bunt in zijn inaugurele reden over organisatiecriminaliteit is geïntroduceerd. Sociaal responsieve ondernemingen zijn in staat signalen van buiten op te vangen, deze adequaat in te schatten en te vertalen naar de bedrijfspraktijk. In het geval van gebrekkige sociale responsiviteit ontbreekt het de onderneming juist aan het vermogen om al die signalen op te vangen waardoor de onderneming in zekere zin ongevoelig is voor bepaalde signalen van buiten. Uit dit begrip leidt Van Wingerde drie organisatorische condities af die de mate van responsiviteit bepalen en die zij in hoofdstuk 7 voor de onderzochte afvalbedrijven nader uitwerkt. Ten eerste gaat het om de beheersingsmaatregelen en -systemen van bedrijven die bedoeld zijn om de zorg voor het milieu en de naleving van wet- en regelgeving te waarborgen; het zogeheten milieuzorgsysteem van afvalbedrijven. Ten tweede is dat de aanwezigheid van functionarissen die verantwoordelijk zijn voor de naleving van wettelijke eisen; in de afvalbranche is dit de milieucoördinator. Ten derde zijn de bedrijfscultuur en daarbinnen vooral de houding van het management ten aanzien van wettelijke en maatschappelijke milieueisen van belang; de tone at the top. Ten aanzien van deze drie cruciale condities onderscheidt Van Wingerde twee groepen bedrijven: bedrijven die de bedrijfsinterne milieuzorg nog niet helemaal op orde hebben en bedrijven die dat zowel op papier als in de praktijk wel hebben. Wat hierbij opvalt is dat kennelijk alle onderzochte bedrijven met milieuzorg bezig zijn en dat de bedrijven die daar nauwelijks iets aan doen en die ook model stonden voor de milieucriminaliteit in de afvalbranche kennelijk niet meer bestaan, of niet in de steekproef van Van Wingerde zitten. Dat bedrijven de milieuzorg nog niet helemaal op orde hebben komt volgens Van Wingerde of doordat binnen het bedrijf commerciële belangen prevaleren boven het milieubelang en er weinig begrip lijkt te bestaan voor bemoeienis van buitenaf, of doordat bedrijven zich pas laat zijn gaan beseffen dat de structurele aandacht voor milieuzorg noodzakelijk is voor een goede beheersing van de bedrijfsprocessen. Voor de tweede categorie bedrijven geldt dat de naleving van wettelijke en maatschappelijke milieueisen een vanzelfsprekendheid is. Het management binnen deze bedrijven neemt haar verantwoordelijkheden ten aanzien van de naleving van milieuregels serieus. Deze bedrijven hebben zowel op papier als in de praktijk zeer verregaande milieumaatregelen getroffen en onderhouden open relaties met de overheid en de maatschappelijke omgeving. Van Wingerde verklaart het verschil in het niveau van milieuzorg tussen deze twee groepen bedrijven met het verschil in de tone at the top. Daarbij zegt Van Wingerde dus feitelijk dat de derde conditie verklarend is voor de andere twee condities van milieuzorg en daarmee de sociale responsiviteit van het bedrijf als zodanig. De houding van de leiding van de eerste groep bedrijven karakteriseert Van Wingerde als strategisch, waarbij het bedrijf het milieumanagementsysteem vooral gebruikt om de toezichthouder gecontroleerd te informeren over haar milieuprestaties. De houding van de leiding van de eerste groep bedrijven is meer responsief; het milieumanagementsysteem dient uitdrukkelijk om de milieuprestaties continu te verbeteren en hierover te communiceren naar de toezichthouder en de maatschappelijke omgeving. In hoofdstuk 8 integreert Van Wingerde de bevindingen uit de voorgaande hoofdstukken en geeft zij een antwoord op de centrale vraagstelling van het promotieonderzoek. Uit het onderzoek blijkt dat er van sancties nauwelijks een directe afschrikwekkende werking uitgaat op het gedrag van bedrijven. Daarvoor zijn de opgelegde sancties te laag en is de kans om gepakt te worden te klein. Voor zover sancties afschrikken, komt die afschrikwekkende werking tot stand via de maatschappelijke omgeving. Negatieve publiciteit, reputatieschade en de druk die het bedrijf vervolgens ervaart vanuit de lokale gemeenschap zijn veel afschrikwekkender dan een sanctie door de overheid. Dat effect is bovendien afhankelijk van de mate van sociale responsiviteit van bedrijven. Hoe opener bedrijven zijn, hoe eerder zij een sanctie als een signaal zullen beschouwen dat hen eraan herinnert dat ze de werking van hun eigen procedures moeten controleren en zo nodig maatregelen moeten treffen om overtredingen te voorkomen. Heel kernachtig komt Van Wingerde tot de hoofdconclusie dat sancties het meest effectief zijn bij die bedrijven die dit het minste nodig hebben. Van Wingerde sluit af met implicaties van haar onderzoek voor de praktijk van toezicht en handhaving. Ten eerste adviseert Van Wingerde te differentiëren met de boodschap in sancties. Van Wingerde heeft nagenoeg alle veertig bedrijven kunnen onderbrengen in een (reeds bestaande) typologie van vijf profielen: defensieve ondernemers, reactieve ondernemers, toegewijde regelvolgers, strategische spelers en responsieve ondernemers. Voor defensieve en reactieve ondernemers kunnen sancties afschrikwekkend werken, mits de pakkans en de strafmaat als groot genoeg worden beleefd. Voor de toegewijde regelvolgers, de strategische spelers en de responsieve ondernemers frissen sancties de noodzaak tot het naleven van regels op, brengen de boodschap over dat naleving de moeite waard is en dat overtreders worden bestraft. Belangrijk is dus dat van sancties niet alleen een 92

5 dreigende, maar juist ook een morele boodschap uitgaat. Daarbij moet expliciet worden beargumenteerd wat het afkeurenswaardige is van het bestrafte gedrag. Ten tweede moedigen de bevindingen van Van Wingerde aan tot het betrekken van de maatschappelijke omgeving in het toezicht op ondernemingen. De dreiging van negatieve publiciteit en reputatieschade zijn voor vrijwel alle ondervraagde bedrijven het grootste schrikbeeld. Voor de afvalbranche betekent dit dat de overheid er mede voor moet zorg dragen dat de maatschappelijke omgeving beschikt over betrouwbare informatie over het milieugedrag van bedrijven en toegang heeft tot het recht om ondernemingen of het bevoegd gezag aan te spreken op hun handelen. Ten derde biedt het onderzoek een ondersteuning van het gebruik van zogenoemd systeemgericht toezicht. Dit is een vorm van toezicht waarbij het publieke toezicht door de overheid expliciet aansluit bij en gebruikmaakt van de managementsystemen en milieumaatregelen die bedrijven zelf hebben geïmplementeerd. Evaluatie De wetenschappelijke betekenis van de bevindingen van Van Wingerde reiken veel verder dan de afvalbranche en de regulering van bedrijven in Nederland. De onderzoeksvragen heeft Van Wingerde afgeleid uit een internationale lijn van onderzoek naar oorzaken van regelnaleving en regelovertreding door ondernemingen en een internationaal wetenschappelijk debat over de meest effectieve wijze van regulering en beïnvloeding van gedrag van ondernemingen. Theoretische modellen voor regulering van bedrijven, zoals de bekende handhavingspiramide en het door Van Wingerde besproken reguleringskapitalisme, ontberen nogal eens de toets van empirisch onderzoek. De bevindingen van Van Wingerde zijn dan ook rechtstreeks van belang voor dit internationale wetenschappelijke debat. Een punt van kritiek betreft de wijze waarop Van Wingerde de antwoorden van haar respondenten extrapoleert naar de attitude van de bedrijfsleiding en de bedrijfscultuur. Van Wingerde heeft bij verreweg de meeste bedrijven alleen gesproken met de milieucoördinator. De formele en informele positie van de milieucoördinator kan van bedrijf tot bedrijf verschillen, zoals Van Wingerde in hoofdstuk 7 ook laat zien. Daarmee komt echter de vraag op of het beeld dat de geïnterviewde milieucoördinatoren schetsen van de bedrijfscultuur en de attitude van de bedrijfsleiding overeenkomt met het beeld dat zou worden verkregen wanneer de bedrijfsleiding zelf en/of meerdere werknemers zouden zijn bevraagd. Van Wingerde roept zelf de vraag op waarom zij niet voor een kleinere groep bedrijven heeft gekozen waarin zij meerdere personen zou interviewen. Haar keuze is ingegeven door het feit dat zij graag een zo breed mogelijk beeld wilde schetsen van de afvalbranche en het bestuderen van een grotere groep bedrijven heeft laten prevaleren boven het interviewen van meerdere personen binnen die bedrijven. Deze keuze valt op zich te respecteren, maar toch was het goed geweest de beelden van de milieucoördinatoren te toetsen, bijvoorbeeld door wel meerdere gesprekken te voeren of door een survey onder meerdere medewerkers af te nemen. Van Wingerde is zich bewust van het probleem: Zien we ondernemingen als zelfstandige entiteiten met eigen afwegingen en percepties, of komt het gedrag van de onderneming alleen door haar medewerkers tot stand?, vraagt zij op pagina 56. Zij verdedigt zich met de stelling dat deze vraag naar het nalevingsgedrag van ondernemingen in de meeste onderzoeken pragmatisch wordt opgelost. De onderneming wordt dan beschouwd als een afzonderlijke entiteit met eigen verantwoordelijkheden waaraan invulling wordt gegeven door individuele medewerkers van de onderneming. In veel perceptuele studies gaat het dan ook over de percepties van een of meerdere sleutelpersonen binnen bedrijven en worden de bevindingen vervolgens geëxtrapoleerd naar het niveau van de onderneming, aldus Van Wingerde. Dit mag zo zijn, maar het neemt het probleem niet weg. Dat in wetenschappelijk onderzoek tot nog toe gekozen wordt voor een suboptimale oplossing, ontslaat de onderzoeker nog niet van de plicht te zoeken naar een betere oplossing. Door haar antropoforme benadering van de onderneming versterkt Van Wingerde dit probleem. Op pagina 290 zegt ze: Ik beschouw de stijl van leidinggeven en eo ipso de bedrijfscultuur in dit onderzoek dan ook als een afgeleide van de perceptie van het management ten aanzien van wettelijke en maatschappelijke milieuregels en de rol van (publieke en private) toezichthouders. Van Wingerde leidt de bedrijfscultuur dus af uit de perceptie van het management en de perceptie van het management leidt ze weer af uit de perceptie van de milieucoördinatoren. Recent onderzoek (Denkers e.a., Waarom organisaties de regels naleven, Den Haag: Boom Lemma uitgevers 2013) laat zien dat de perceptie van de bedrijfscultuur sterk kan verschillen tussen medewerkers en directie, zozeer zelfs dat afgevraagd kan worden of er wel sprake is van een bedrijfscultuur. Van Wingerde is hierover echter optimistisch, want op pagina 291 zegt ze: Ondanks dat ik in dit onderzoek slechts een aantal keren met de bedrijfsleiding zelf heb gesproken, was het op basis van de interviews met de milieucoördinatoren en de bestudering van de bedrijfsinterne documenten wel mogelijk een indruk te schetsen van de houding van het management ten aanzien van de buitenwereld. Het proefschrift van Van Wingerde is de tweede criminologische dissertatie over de afvalbranche in Nederland. Op veel punten bouwt deze studie voort op die van Huisman (W. Huisman, Tussen winst en moraal (diss. Amsterdam VU), Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2001) uit de jaren negentig van de vorige eeuw. Het is daarom als auteur van deze bespreking juist aardig op te merken dat de studie van Van Wingerde in veel opzichten leest als de 2.0-versie new and improved van deze eerdere analyse. Daar waar door Huisman bijvoorbeeld een belangrijke verklaring voor regelovertreding wordt gelegd bij de omgekeerde prikkelstructuur in de afvalbranche (de baat gaat voor de kost uit: afvalbedrijven krijgen samen met het afval geld voor de verwerking en daardoor is het aantrekkelijk daarvoor zo weinig mogelijk kosten te maken), stelt Van Wingerde vast dat die prikkel is verdwenen nu afvalverwerkers door- 93

6 gaans vaste contracten hebben met afvalontdoeners. Net als de dissertatie van Huisman is het proefschrift van Van Wingerde een Nederlandstalige monografie van flinke omvang (405 pagina s). In de hedendaagse criminologie is dit echter minder gebruikelijk dan dertien jaar geleden. Criminologische dissertaties zijn doorgaans gebaseerd op enkele Engelstalige artikelen in internationale wetenschappelijke, peer-reviewed, tijdschriften. Enerzijds valt het te prijzen dat Van Wingerde nog een kloek boek heeft geschreven, anderzijds heeft zij daarmee het bereik van haar wetenschappelijk zeer relevante boodschap beperkt tot de selecte groep Nederlandstalige lezers die de moeite neemt het boek te lezen. Toch zijn haar bevindingen zoals gezegd van belang voor het internationale onderzoek naar de achtergronden van compliance door bedrijven en het academisch debat over reguleringsstrategieën. Een (of meer) Engelstalig(e) artikel(en) voor internationale tijdschriften in de velden van criminologie en regulation studies is dan ook zeer aan te bevelen. Wim Huisman 1 Amsterdam, januari Prof. mr. dr. W. Huisman is hoogleraar criminologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Ondermijnende milieucriminaliteit. Welkom!

Ondermijnende milieucriminaliteit. Welkom! Ondermijnende milieucriminaliteit Welkom! Ondermijnende milieucriminaliteit Annelies Vanlandschoot Programmamanager lectoraat Milieucriminaliteit Ondermijnende milieucriminaliteit Lectoraat Milieucriminaliteit

Nadere informatie

Bijlage 1: Gesprekspuntenlijst interviews bedrijfscases

Bijlage 1: Gesprekspuntenlijst interviews bedrijfscases Bijlage 1: Gesprekspuntenlijst interviews bedrijfscases 1. Profiel respondent Functie Achtergrond Opleiding Vorige werkkring Lengte dienstverband Positie t.o.v. management Taakopvatting in de dagelijkse

Nadere informatie

D e afschrikking voorbij

D e afschrikking voorbij D e afschrikking voorbij E e n e m p iris c h e stu d ie n a a r a fs c h rik k in g, g e n e ra le p re v e n tie en re g e l- n a le v in g in d e N e d e rla n d s e a fv a lb ra n c h e K arin van

Nadere informatie

Medley Handhaving & Gedrag. Gericht en effectief handhavingsbeleid

Medley Handhaving & Gedrag. Gericht en effectief handhavingsbeleid Medley Handhaving & Gedrag Gericht en effectief handhavingsbeleid Congres Handhaven en Gedrag 5 november 2009 Handhaving & Regelnaleving Regelgeving: gericht op realisatie beleidsdoelen Beleidsrealisatie:afhankelijk

Nadere informatie

Hengelo, april 2013. 02 Gedragscode Twence

Hengelo, april 2013. 02 Gedragscode Twence Gedragscode Twence Twence in Hengelo is een (inter)nationale speler op de markt van grondstoffen en duurzame energie met hoogwaardige verwerking van afvalstromen en biomassa. Met innovatieve technieken

Nadere informatie

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit

Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit SAMENVATTING De Wet BOB: Titels IVa en V in de praktijk Besluitvorming over bijzondere opsporingsbevoegdheden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit Mirjam Krommendijk Jan Terpstra Piet Hein van

Nadere informatie

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden.

10 onmisbare vaardigheden voor. de ambtenaar van de toekomst. 10 vaardigheden. Netwerken. Presenteren. Argumenteren 10. Verbinden. 10 vaardigheden 3 Netwerken 7 Presenteren 1 Argumenteren 10 Verbinden Beïnvloeden 4 Onderhandelen Onderzoeken Oplossingen zoeken voor partijen wil betrekken bij het dat u over de juiste capaciteiten beschikt

Nadere informatie

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I

Eindexamen maatschappijwetenschappen vwo I Opgave 5 Sociale veiligheid ontsleuteld 24 maximumscore 2 Ministerie van Binnenlandse Zaken (en Koninkrijksrelaties) heeft als taak (één van de volgende): 1 het bevorderen van de openbare orde en veiligheid

Nadere informatie

VS. Wim Huisman en Madelijne Gorsira. Daniëlle Goudriaan. van corruptie? Dat onderzochten hoogleraar criminologie Wim Huisman en

VS. Wim Huisman en Madelijne Gorsira. Daniëlle Goudriaan. van corruptie? Dat onderzochten hoogleraar criminologie Wim Huisman en van corruptie? Dat onderzochten hoogleraar criminologie Wim Huisman en Daniëlle Goudriaan gaat met hen in gesprek over de resultaten. Wim Huisman en Madelijne Gorsira VS. Daniëlle Goudriaan 8 Wat is de

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Introductie In dit proefschrift evalueer ik de effectiviteit van de academische discussie over de ethiek van documentaire maken. In hoeverre stellen wetenschappers de juiste

Nadere informatie

Shermans defiance-theorie uitgedaagd

Shermans defiance-theorie uitgedaagd BESPREKINGEN Shermans defiance-theorie uitgedaagd Paul Harland A.M. van der Laan, Weerspannigheid en delinquentie. Een toetsing van Shermans defiance-theorie als algemene verklaring voor de averechtse

Nadere informatie

Toezichtvisie van de Raad van Toezicht

Toezichtvisie van de Raad van Toezicht Toezichtvisie van de Raad van Toezicht Aldus vastgesteld door de Raad van Toezicht d.d.14 december 2015 Toezichtvisie 2015-2022 Tegen de achtergrond van het discussiestuk van de Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

In deze brief ga ik in op de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van het evaluatierapport.

In deze brief ga ik in op de belangrijkste conclusies en aanbevelingen van het evaluatierapport. > Retouradres Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Prins Clauslaan 8 Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG www.minlnv.nl Betreft

Nadere informatie

VISIE OP TOEZICHT & HANDHAVING. Inleiding. 1 Accentverschuiving: meer aandacht voor preventie

VISIE OP TOEZICHT & HANDHAVING. Inleiding. 1 Accentverschuiving: meer aandacht voor preventie VISIE OP TOEZICHT & HANDHAVING Postbus 90420 2509 LK Den Haag Telefoon (070) 315 35 00 Fax (070) 315 35 01 E-mail mail@opta.nl www.opta.nl Bezoekadres Zurichtoren Muzenstraat 41 2511 WB Den Haag Inleiding

Nadere informatie

Verdieping profiel veiligheidsdeskundige, ter voorbereiding op de inrichting van het assessment ten behoeve van het nieuwe register NVVK

Verdieping profiel veiligheidsdeskundige, ter voorbereiding op de inrichting van het assessment ten behoeve van het nieuwe register NVVK Verdieping profiel veiligheidsdeskundige, ter voorbereiding op de inrichting van het assessment ten behoeve van het nieuwe register NVVK. Aanleiding Met betrekking tot het eindniveau van veiligheidsopleidingen

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/33081 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Stettina, Christoph Johann Title: Governance of innovation project management

Nadere informatie

Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79

Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79 Tijdschrift voor Didactiek der B-wetenschappen 7 (1989) nr.1 79 Boekbespreking Techniek in het natuurkunde-onderwijs M.J. de Vries, Uitg.: Technische Universiteit Eindhoven, 1988 Dissertatie, 278 p. De

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

Resultaten Onderzoek September 2014

Resultaten Onderzoek September 2014 Resultaten Onderzoek Initiatiefnemer: Kennispartners: September 2014 Resultaten van onderzoek naar veranderkunde in de logistiek Samenvatting Logistiek.nl heeft samen met BLMC en VAViA onderzoek gedaan

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

DE ONTMASKERING VAN HET STRAFRECHTELIJK DISCOURS

DE ONTMASKERING VAN HET STRAFRECHTELIJK DISCOURS DE ONTMASKERING VAN HET STRAFRECHTELIJK DISCOURS Een bloemlezing uit het van Louk Hulsman Onder redactie van RENÉ VAN SWAANINGEN JOHN R. BLAD Boom Lemma uitgevers Den Haag 2011 INHOUD De ontmaskering van

Nadere informatie

Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven

Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven Samenvatting Behorende bij het proefschrift How Politics Becomes News and News Becomes Politics geschreven door Luzia Helfer aan de Universiteit Leiden en de Universiteit Antwerpen Verdedigd op 9 december

Nadere informatie

De toekomst van handelsmissies

De toekomst van handelsmissies De toekomst van handelsmissies 1 Deze rapportage is een uitgave van het lectoraat International Business. Lectoraat International Business School of Business, Media en Recht Windesheim Campus 2-6 Postbus

Nadere informatie

Hulpmiddel verwijderen en schorsen de volgende keer anders

Hulpmiddel verwijderen en schorsen de volgende keer anders Hulpmiddel verwijderen en schorsen de volgende keer anders Er zijn van die situaties, waarin een verwijdering of schorsing van een leerling in beeld komt. Vaak een noodmaatregel, omdat het conflict dan

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Bijlage I. Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs

Bijlage I. Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs Bijlage I Ervaren regeldruk rond kwaliteitszorg in het hoger onderwijs Uit het onderzoek naar de ervaren regeldruk rondom kwaliteitszorg komt naar voren dat regeldruk niet zozeer in specifieke regels zit,

Nadere informatie

Minor Criminologie: een wetenschappelijke kijk op criminaliteit

Minor Criminologie: een wetenschappelijke kijk op criminaliteit Minor Criminologie: een wetenschappelijke kijk op criminaliteit 1. Algemene informatie 1) Naam: Criminologie: een wetenschappelijke kijk op criminaliteit 2) Taal: Nederlands 3) Penvoerder: Opleiding criminologie

Nadere informatie

Workshop 3 (Guido Suurmond)

Workshop 3 (Guido Suurmond) Workshop 3 () - Als de regelgeving technisch ingewikkeld is, zodat de ondernemer die moeilijk kan kennen; - Als de ondernemer gemotiveerd is de regels na te leven; - Als de ondernemer niet bewust de regels

Nadere informatie

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden

gegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden een handreiking 71 hoofdstuk 8 gegevens analyseren Door middel van analyse vat je de verzamelde gegevens samen, zodat een overzichtelijk beeld van het geheel ontstaat. Richt de analyse in de eerste plaats

Nadere informatie

Samenvatting Integrale Handhaving

Samenvatting Integrale Handhaving Samenvatting Integrale Handhaving Openbare inrichtingen als hotels, cafés en discotheken worden geconfronteerd met verschillende gemeentelijke, regionale en landelijke handhavers. Voorbeelden van handhavers

Nadere informatie

Business Continuity Management conform ISO 22301

Business Continuity Management conform ISO 22301 Business Continuity Management conform ISO 22301 Onderzoek naar effecten op de prestaties van organisaties Business continuity management gaat over systematische aandacht voor de continuïteit van de onderneming,

Nadere informatie

Verbonden Partijen. 7 mei Postbus KA ROOSENDAAL.

Verbonden Partijen. 7 mei Postbus KA ROOSENDAAL. Verbonden Partijen Notitie naar aanleiding van onderzoek naar de aansturing van verbonden partijen in de gemeenten Bergen op Zoom, Oosterhout en Roosendaal. 7 mei 2007 Postbus 5000 4700 KA ROOSENDAAL www.rekenkamerwestbrabant.nl

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties prof dr wim derksen Aan de directeur Bouwen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de heer drs J.M.C. Smallenbroek zondag 23 november 2014 Geachte heer Smallenbroek, Op uw verzoek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 31 386 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering en enkele aanverwante wetten in verband met de strafbaarstelling van

Nadere informatie

Juridische kennis en professionele vaardigheden

Juridische kennis en professionele vaardigheden Eindtermen Bachelor Rechtsgeleerdheid master rechtsgeleerdheid De bachelor heeft kennis van en inzicht in het geldende recht alsmede recht met elkaar verbonden zijn. De bachelor is in staat om vanuit het

Nadere informatie

Casusinformatie behorende bij de functie van Klantmanager 1 GEMEENTE ZOETERMEER Functiefamilie : Functienaam : Niveau : 1. Typering Functiefamilie

Casusinformatie behorende bij de functie van Klantmanager 1 GEMEENTE ZOETERMEER Functiefamilie : Functienaam : Niveau : 1. Typering Functiefamilie Casusinformatie behorende bij de functie van Klantmanager 1 Inhoud: 1. Generieke functie 2. Functieprofiel 3. Competentieprofiel 1. Generieke functie GEMEENTE ZOETERMEER Functiefamilie : Dienstverlening

Nadere informatie

Hybride werken bij diagnose en advies. Inleiding

Hybride werken bij diagnose en advies. Inleiding Hybride werken bij diagnose en advies Inleiding Hybride werken is het combineren van 2 krachtbronnen. Al eerder werd aangegeven dat dit bij de reclassering gaat over het combineren van risicobeheersing

Nadere informatie

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April

Nadere informatie

Toezicht en Handhaving: Hoe het anders moet en kan: de praktijk. (Systeemgericht toezicht in Noord Brabant)

Toezicht en Handhaving: Hoe het anders moet en kan: de praktijk. (Systeemgericht toezicht in Noord Brabant) Toezicht en Handhaving: Hoe het anders moet en kan: de praktijk (Systeemgericht toezicht in Noord Brabant) Paul Meerman Beleidsmedewerker, projectleider Provincie Noord Brabant Martin de Bree Next Step

Nadere informatie

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen

Nadere informatie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus 1030 1000 BA Amsterdam T 020 535 2637 Advies Luchtaanvallen IS(IS) Datum 24 september 2014 Opgemaakt door Prof. dr. P.A. Nollkaemper

Nadere informatie

Het tijdelijk huisverbod en Systeemgericht werken; wat houdt het eigenlijk in

Het tijdelijk huisverbod en Systeemgericht werken; wat houdt het eigenlijk in Het tijdelijk huisverbod en Systeemgericht werken; wat houdt het eigenlijk in Congres Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Katrien de Vaan en Margaux Vanoni 10 mei 2011 Inhoud workshop Introductie Regioplan

Nadere informatie

8 Politieke processen: omgaan met macht

8 Politieke processen: omgaan met macht 8 Politieke processen: omgaan met macht Politieke processen: omgaan met macht 3 Inleiding 3 De organisatie: formeel en feitelijk 3 De academische organisatie 5 Tactische hulpmiddelen 5 Voorbereiding 6

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary)

Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) 175 176 Corruptie heeft enorme negatieve gevolgen voor mensen over de hele wereld het laat het nationaal vermogen slinken (Kaufmann et al., 2006), veroorzaakt achteruitgang

Nadere informatie

6 Justitiële verkenningen, jrg. 34, nr. 2, 2008

6 Justitiële verkenningen, jrg. 34, nr. 2, 2008 5 Het thema afschrikking en generale preventie is in zekere zin tijdloos. De afschrikkende werking van (streng) straffen is vaak als een vanzelfsprekendheid gezien en was in vroeger tijden een belangrijke

Nadere informatie

Beïnvloeden van het gedrag van organisaties, enkele inzichten. Rob van Dorp Han de Haas

Beïnvloeden van het gedrag van organisaties, enkele inzichten. Rob van Dorp Han de Haas Beïnvloeden van het gedrag van organisaties, enkele inzichten Rob van Dorp Han de Haas 5 januari 2011 Uitspraak rechter dat chemie pack opzettelijk niet alle maatregelen heeft getroffen die nodig zijn

Nadere informatie

De financial van de toekomst. saxion.nl. Praktijkonderzoek naar de ontwikkelingen in het werk van de financiële professional

De financial van de toekomst. saxion.nl. Praktijkonderzoek naar de ontwikkelingen in het werk van de financiële professional De financial van de toekomst Praktijkonderzoek naar de ontwikkelingen in het werk van de financiële professional Lectoraat Smart Industry & Human Capital Auteurs: dr. Stephan Corporaal en drs. Peter Sabandar

Nadere informatie

Onderzoek Soft controls bij interne accountantsdiensten: Terugkoppeling bevindingen

Onderzoek Soft controls bij interne accountantsdiensten: Terugkoppeling bevindingen RISK & COMPLIANCE Onderzoek Soft controls bij interne accountantsdiensten: Terugkoppeling bevindingen 16 februari 2010 ADVISORY Onderwerp: Onderzoek Soft controls binnen interne accountantsdiensten Geachte

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Het meten van regula e-ac viteiten van docenten

Het meten van regula e-ac viteiten van docenten Samenvatting 142 Samenvatting Leerlingen van nu zullen hun werk in steeds veranderende omstandigheden gaan doen, met daarbij horende eisen van werkgevers. Het onderwijs kan daarom niet voorbijgaan aan

Nadere informatie

The role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp

The role of interpersonal conflict between top and middle managers in top-down and bottom-up initiatives. Rein Denekamp Samenvatting Inleiding In de huidige dynamische en complexe omgeving waarin veel organisaties opereren, wordt corporate entrepreneurship vaak gezien als een noodzaak. Het goed doorgronden van het ondernemend

Nadere informatie

Doel van Bijbelstudie

Doel van Bijbelstudie Bijbelstudie Hebreeën 4:12 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneen scheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het

Nadere informatie

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen

Rampen- en Crisisbestrijding: Wat en wie moeten we trainen Kenmerken van rampen- en crisisbestrijding Crisissen of rampen hebben een aantal gedeelde kenmerken die van grote invloed zijn op de wijze waarop ze bestreden worden en die tevens de voorbereiding erop

Nadere informatie

One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership

One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership One Style Fits All? A Study on the Content, Effects, and Origins of Follower Expectations of Ethical Leadership Samenvatting proefschrift Leonie Heres MSc. www.leonieheres.com l.heres@fm.ru.nl Introductie

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/123348

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING VOOR INTERCONFESSIONEEL EN ALGEMEEN BIJZONDER VOORTGEZET ONDERWIJS TE ROTTERDAM EN OMSTREKEN

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING VOOR INTERCONFESSIONEEL EN ALGEMEEN BIJZONDER VOORTGEZET ONDERWIJS TE ROTTERDAM EN OMSTREKEN ANNEX 1 REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING VOOR INTERCONFESSIONEEL EN ALGEMEEN BIJZONDER VOORTGEZET ONDERWIJS TE ROTTERDAM EN OMSTREKEN WERVINGS- SELECTIEPROCEDURE EN PROFIELEN RAAD VAN TOEZICHT Dit

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I

Eindexamen filosofie vwo 2011 - I Beoordelingsmodel Opgave 1 Het bestaan van God en het voortbestaan van religie 1 maximumscore 3 een uitleg hoe het volgens Anselmus mogelijk is dat Pauw en Witteman het bestaan van God ontkennen: het zijn

Nadere informatie

Willem de Zwijger College

Willem de Zwijger College Functieprofiel Raad van Toezicht 17 september 2018 Willem de Zwijger College 1 Functieprofiel Raad van toezicht Hoofdtaak De raad van toezicht functioneert als eenheid en waakt over het integrale belang

Nadere informatie

Handelwijze bij vragen en klachten over een ISO of OHSAS certificaat versie 18 november 2008

Handelwijze bij vragen en klachten over een ISO of OHSAS certificaat versie 18 november 2008 Handelwijze bij vragen en klachten over een ISO 14001 of OHSAS 18001-certificaat versie 18 november 2008 SCCM en de aangesloten certificatie-instellingen willen de uitwisseling van ervaringen met ISO 14001-

Nadere informatie

Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG

Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH DEN HAAG Post Bits of Freedom Bank 55 47 06 512 M +31 613380036 Postbus 10746 KvK 34 12 12 86 E ton.siedsma@bof.nl 1001 ES Amsterdam W https://www.bof.nl Ivo Opstelten Minister van Veiligheid en Justitie Postbus

Nadere informatie

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT?

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? Wim Biemans Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Economie & Bedrijfswetenschappen 4 juni, 2014 2 Het doen van wetenschappelijk onderzoek Verschillende

Nadere informatie

Reglement Bestuur HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN

Reglement Bestuur HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Reglement Bestuur HOOFDSTUK 1 ALGEMEEN Artikel 1 - begrippen Bestuur : bestuur van de RPO zoals bedoeld in artikel 2.60b van de Mediawet; Bestuurder : lid en tevens voorzitter van het Bestuur; Raad van

Nadere informatie

Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden. Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve

Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden. Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve Risicocommunicatie: een spel van invloed en beïnvloeden Frank Vergeer Anne-Marie van het Erve Wat gaan we doen? Inleiding risicocommunicatie Risicocommunicatie: een spel van invloed en beinvloeden: 1 e

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht; PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Noord-Holland Nr. 5651 30 juli 2018 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 17 juli 2018 tot vaststelling van de Beleidsregel openbaarmaking

Nadere informatie

Nationaal Onderzoek Over Het Nieuwe Werken 2012

Nationaal Onderzoek Over Het Nieuwe Werken 2012 Nationaal Onderzoek Over Het Nieuwe Werken 2012 Alle feiten en cijfers Gegevens Datum : 20 juni 2012 Auteur : Redactie Inhoud Inleiding... 4 Onderzoek... 4 Verantwoording... 4 Belangrijkste conclusies...

Nadere informatie

1. De raad van bestuur doet ertoe

1. De raad van bestuur doet ertoe 1. De raad van bestuur doet ertoe Het is belangrijk om periodiek en preventief de inrichting van de raad van bestuur van het ziekenhuis te bespreken. Toch gebeurt dit weinig. Deze waarneming wordt gedeeld

Nadere informatie

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport 27565 Alcoholbeleid Nr. 133 Herdruk 1 Brief van de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 6 mei 2015 Vanuit de Drank-

Nadere informatie

SSamenvatting. 1. Introductie

SSamenvatting. 1. Introductie S 1. Introductie PowerPoint is niet meer weg te denken bij presentaties. Het programma kende wereldwijd meer dan 200 miljoen gebruikers in 2012. Sommigen wenden het aan voor hun colleges, anderen voor

Nadere informatie

Dilemmics. Morele Oordeelsvorming. Werkboek. voor medewerkers van het Ministerie van Buitenlandse Zaken

Dilemmics. Morele Oordeelsvorming. Werkboek. voor medewerkers van het Ministerie van Buitenlandse Zaken Dilemmics Morele Oordeelsvorming Werkboek voor medewerkers van het Ministerie van Buitenlandse Zaken 2013 Werkboek Morele Oordeelsvorming 1 2014. Dilemmics. Alle rechten van deze uitgave zijn voorbehouden.

Nadere informatie

Toezichtvisie Raad van Commissarissen en bestuur. Veluwonen

Toezichtvisie Raad van Commissarissen en bestuur. Veluwonen Toezichtvisie Raad van Commissarissen en bestuur Veluwonen Versie 2017-01 - januari 2017 Als we iets van de afgelopen jaren hebben geleerd is het wel dat goed besturen niet gaat zonder goed toezicht. Dat

Nadere informatie

Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico

Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico Wynand van de Ven en Erik Schut Wederreactie op Douven en Mannaerts In ons artikel in TPEdigitaal (Van de Ven en Schut 2010) hebben wij uiteengezet

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Profiel lid Raad van Toezicht

Profiel lid Raad van Toezicht Profiel lid Raad van Toezicht De huidige Raad van Toezicht (RvT) bestaat uit zes leden. De RvT streeft naar een maatschappelijk heterogene samenstelling van leden die herkenbaar en geloofwaardig zijn in

Nadere informatie

Graffiti in Beeld (aangepaste presentatie t.b.v. versturing)

Graffiti in Beeld (aangepaste presentatie t.b.v. versturing) Graffiti in Beeld (aangepaste presentatie t.b.v. versturing) Dr. Gabry Vanderveen Onderzoek met medewerking van Funda Jelsma; in opdracht van en gefinancierd door CCV/ Ministerie van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

FINANCIEEL TOEZICHT IN BESTUURSRECHT EN PRIVAATRECHT Noodzakelijke veranderingen na de crisis

FINANCIEEL TOEZICHT IN BESTUURSRECHT EN PRIVAATRECHT Noodzakelijke veranderingen na de crisis FINANCIEEL TOEZICHT IN BESTUURSRECHT EN PRIVAATRECHT Noodzakelijke veranderingen na de crisis Preadvies voor de Vereniging voor Effectenrecht 2009 uitgebracht door MR. A.H. SCHELTEMA PROF. MR. M. SCHELTEMA

Nadere informatie

Transparantie Public Affairs is een vak dat volgens de beroepsvereniging in alle openheid bedreven wordt.

Transparantie Public Affairs is een vak dat volgens de beroepsvereniging in alle openheid bedreven wordt. HANDVEST 1. Inleiding Wat kunnen en mogen politici, ambtenaren en journalisten verwachten van leden van de Beroepsvereniging voor Public Affairs (BVPA) die het vak van Public Affairs uitoefenen? En waarop

Nadere informatie

Nederlandse werkgevers en duurzame inzetbaarheid

Nederlandse werkgevers en duurzame inzetbaarheid 1 Nederlandse werkgevers en duurzame inzetbaarheid Inleiding Het streven naar gezonde werknemers die zo weinig mogelijk ziek zijn is een streven van iedere werkgever. Het werken aan duurzame inzetbaarheid

Nadere informatie

Commissie voor Ecologie en Handhaving

Commissie voor Ecologie en Handhaving Griffie Commissie voor Ecologie en Handhaving Datum commissievergadering : 1 februari 2013 Document nummer : 3340603 Behandelend ambtenaar : J.W.H.M. Dankers Directie/bureau : Staten Griffie : EH-0226

Nadere informatie

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e),

Voorwoord. Lawbooks Grondslagen van Recht ( ) Beste student(e), Grondslagen van Recht Week 3 2018 2019 Voorwoord Beste student(e), Voor je ligt de samenvatting van de stof van Hoofdstuk 14 van het boek Hoofdlijnen, dat voorgeschreven wordt in week 3. Aanvankelijk hebben

Nadere informatie

Het gebruik van wetenschappelijke kennis bij het managen van vastgoed in de gemeentelijke sector

Het gebruik van wetenschappelijke kennis bij het managen van vastgoed in de gemeentelijke sector Het gebruik van wetenschappelijke kennis bij het managen van vastgoed in de gemeentelijke sector 1 Inhoudsopgave Introductie Onderzoekskader Methodologie Resultaten Conclusie Aanbevelingen 2 Introductie

Nadere informatie

Datum 21 mei 2015 Betreft Beantwoording vragen over de aanwijzing Extern optreden in relatie tot de vrijheid van meningsuiting

Datum 21 mei 2015 Betreft Beantwoording vragen over de aanwijzing Extern optreden in relatie tot de vrijheid van meningsuiting > Retouradres Postbus 20701 2500 ES Den Haag de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Ministerie van Defensie Plein 4 MPC 58 B Postbus 20701 2500 ES Den Haag www.defensie.nl

Nadere informatie

Uiteindelijk gaat het om het openbreken van macht

Uiteindelijk gaat het om het openbreken van macht Uiteindelijk gaat het om het openbreken van macht Als hoogleraar Publieke Innovatie aan de Universiteit Utrecht onderzoekt Albert Meijer vernieuwing in de publieke sector. Open Overheid en Open Data maken

Nadere informatie

Management en implementatie van milieubeleid: lood in de bodem

Management en implementatie van milieubeleid: lood in de bodem Bestuurskunde Management en implementatie van milieubeleid: lood in de bodem dr. Frans-Bauke van der Meer dr. Daisy Boers prof.dr. Harry Geerlings Studenten Bestuurskunde Voorlopige rapportage Vraagstelling

Nadere informatie

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? - Geplaatst in VISUS 4-2017 - EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE? Om de verschillen tussen de kennis uit het laatste wetenschappelijk bewijs en de klinische praktijk kleiner te maken is de afgelopen

Nadere informatie

5.3 SAMENVATTEND SCHEMA SOORTEN VERBANDEN

5.3 SAMENVATTEND SCHEMA SOORTEN VERBANDEN 10.2.9 Andere verbanden Soms worden ook nog de volgende verbanden onderscheiden: 1 toelichtend verband (komt sterk overeen met het uitleggend verband) 2 argumenterend verband 3 verklarend verband Deze

Nadere informatie

De bescherming van persoonsgegevens

De bescherming van persoonsgegevens De bescherming van persoonsgegevens Bart Custers (eindredactie) Francien Dechesne Ilina Georgieva Simone van der Hof Met medewerking van: Alan M. Sears Tommaso Tani Sdu Uitgevers Den Haag, 2017 Samenvatting

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 007 Parlementair onderzoek Onderwijsvernieuwingen Nr. 2 BRIEF VAN DE COMMISSIE PARLEMENTAIR ONDERZOEK ONDERWIJSVERNIEUWINGEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG

BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG BIJ DIE WERELD WIL IK HOREN! HANS ROMKEMA 3 MAART 2010, DEN HAAG STUDENTEN DOEN UITSPRAKEN OVER DE ACADEMISCHE WERELD, HET VAKGEBIED EN HET BEROEPENVELD.. onderzoek niet zo saai als ik dacht werken in

Nadere informatie

Sectie Rechtsinformatica RuG Expertsysteem Milieuvergunningenrecht

Sectie Rechtsinformatica RuG Expertsysteem Milieuvergunningenrecht Sectie Rechtsinformatica RuG Expertsysteem Milieuvergunningenrecht Sectie Rechtsinformatica RuG - Expertsysteem Milieuvergunningenrecht Sectie Rechtsinformatica RuG dr. mr. C.N.J. de Vey Mestdagh Oude

Nadere informatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. MVO en reorganisatie. Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie

MVO-Control Panel. Instrumenten voor integraal MVO-management. MVO en reorganisatie. Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie MVO-Control Panel Instrumenten voor integraal MVO-management MVO en reorganisatie Een model voor verantwoorde en succesvolle reorganisatie 1 Inhoudsopgave Mvo en reorganisatie Verantwoord en succesvol

Nadere informatie

Een succesvolle attitude naar een conflict-oplossing vraagt om het activeren van bepaalde criteria en metaprogramma s.

Een succesvolle attitude naar een conflict-oplossing vraagt om het activeren van bepaalde criteria en metaprogramma s. Een succesvolle attitude naar een conflict-oplossing vraagt om het activeren van bepaalde criteria en metaprogramma s. Onderhandelen is een vorm van communicatie die erop gericht is om met de ander(en)

Nadere informatie

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag

de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein CR Den Haag Postbus 20701 2500 ES Den Haag Telefoon (070) 318 81 88 Fax (070) 318 78 88 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Plein 2 2511 CR Den Haag Afschrift aan de Voorzitter van de Eerste

Nadere informatie

2. Consumentenbeleid en consumenteneducatie, een analytisch kader

2. Consumentenbeleid en consumenteneducatie, een analytisch kader 2. Consumentenbeleid en consumenteneducatie, een analytisch kader 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt vanuit een drietal, analytisch onderscheiden invalshoeken bezien in hoeverre consumenteneducatie een

Nadere informatie

Voorwoord Preview Voorbeeld

Voorwoord Preview Voorbeeld Voorwoord In 1996 werd de eerste versie van ISO 14001 gepubliceerd. Daarmee werd het mogelijk een milieumanagementsysteem op te zetten volgens een wereldwijd erkend model en het te laten certificeren tegen

Nadere informatie

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding

Integrale Handhaving. Opzet Quick Scan. Inhoudsopgave. 1. Achtergrond en aanleiding Integrale Handhaving Opzet Quick Scan Rekenkamer Weert Oktober 2008 Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. Deelvragen 4. Aanpak en resultaat 5. Organisatie en planning

Nadere informatie

Manager van nu... maar vooral van morgen

Manager van nu... maar vooral van morgen Manager van nu... maar vooral van morgen Leidinggeven met inhoud en in verbinding, met inspiratie, energie en plezier, en dat binnen je organisatie mogelijk maken Er kan zoveel meer Uitgaan van klanten,

Nadere informatie

Compliance Mededingingsrecht

Compliance Mededingingsrecht Compliance Mededingingsrecht Boekel De Nerée N.V. Maart 2010 1 Inhoud Introductie 3 Voordeel 4 Doel 5 Standaard onderdeel 6 Extra onderdeel 7 Tijd en kosten 8 2 Introductie Een goed corporate governance

Nadere informatie

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II

Eindexamen filosofie vwo 2010 - II Opgave 2 Religie in een wetenschappelijk universum 6 maximumscore 4 twee redenen om gevoel niet te volgen met betrekking tot ethiek voor Kant: a) rationaliteit van de categorische imperatief en b) afzien

Nadere informatie

Voorwaardelijke straffen: Publieke steun, naleving en recidive

Voorwaardelijke straffen: Publieke steun, naleving en recidive Samenvatting (Dutch Summary) Voorwaardelijke straffen: Publieke steun, naleving en recidive Inleiding Sinds het begin van deze eeuw is de Nederlandse overheid bezorgd over de hoge recidivecijfers. Uit

Nadere informatie

BESLISSINGS-PROCESSEN EN GEDRAGSBEINVLOEDING.

BESLISSINGS-PROCESSEN EN GEDRAGSBEINVLOEDING. BESLISSINGS-PROCESSEN EN GEDRAGSBEINVLOEDING. DEEL-I. KIEZEN/ OORDELEN/ BESLISSEN. KANS * GEVOLG. TYPOLOGIE VAN BESLISSINGEN. Type-Probleem Aanpak Aard van de keuze STRATEGISCH ANALYSEREN OPTIMAAL TACTISCH

Nadere informatie