BOUDEWIJN Par Ie Roi :z Van Koningswege : Le Ministre de l'intérieur, De Minister van Binnenlandse Zaken, R. VAN ELSLANDE

Transcriptie

1 21 MARS MAART Art. 3. Notre Ministre de l'intérieur est chargé de l'exécution du 1 Art. 3. Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de présent arrêté. ; uitvoering van dit besluit. i Donné à Bruxelles, le 12 janvier Gegeven te Brussel, 12 januari BAUDOUIN BOUDEWIJN Par Ie Roi :z Van Koningswege : Le Ministre de l'intérieur, De Minister van Binnenlandse Zaken, R. VAN ELSLANDE LOIS ÇOORDONNEES SUR LE CONSEIL D'ETAT GECOORDINEERDE WETTEN OP DE RAAD VAN STATE i TITRE Ier. - De l'instit'ztion Article ler. II y a un Conseil d'etat comprenant une section de législation, une sectionn d'administration et une section des conflits de compétence. TITRE II. - De la compétence de la section de législation Art. 2. La section 'de législation, donne un avis motivé sur le texte de tous projets, propositions de loi et amendements à ces projets et propositions dont elle est saisie par le président de l'une des deux Chambres législatives. Art. 3. Hors les cas d'urgence, et les projets de lois budgétaires exceptés, les ministres soumettent à l'avis motivé de la section le texte de tous avant-projets de lois ou d'arrêtés d'exécution, organiques et réglementaires. L'avis est annexé à l'exposé des motifs des projets de lois, ainsi qu'aux rapports faits au Roi. Les ministres peuvent demander l'avis motivé de la section sur toutes propositions de loi ainsi que sur tous amendements a des projets oupropositions de lois. Art. 4. Les projets de budgets culturels exceptés, tous avantprojets dedécrets sont soumis. à-1'avis motivé de la section, L'avis est annexé a l exposé des motifs, Les ministres et les présidents des Conseils culturels peuvent demander l'avis motivé de la' section sur toute proposition de décret et sur tous amendements à des projets ou propositions -de décret. Les présidents des Conseils culturels sont tenus de demander cet avis lorsqu'un tiers au moins des membres du conseil intéressé en font la demande selon le mode déterminé par le règlement de ce conseil. Lorsque, selon l'avis de la section, un avant-projet ou proposition de décret, ou un amendement à un projet ou proposition de décret excède la compétence du Conseil culturel,..la disposition contestée ne peut être adoptée par le Conseil culturel qu'après une résolution favorable des Chambres législatives. Art. 5. Le Ministre ayant le travail dans ses attributions peut demander, à la section de donner, dans un délai qui ne peut être inférieur à quinze jours, son avis sur un projet d'arrêté royal rendant obligatoire une convention collective de travail. TITEL L - Instelling Artikel 1. Er is een Raad van State, bestaande uit een afdeling wetgeving, een afdeling administratie en een afdeling bevoegd, heidsconflicten. TITEL Il. - Bevoegdheid van de afdeling wetgeving Art. 2. De afdeling wetgeving dient van beredeneerd advies over de tekst van alle ontwerpen, voorstellen van wet en amendementen op deze ontwerpen en voorstellen, die bij haar door de voorzitter van één der Wetgevende Kamers zijn aanhangig gemaakt. Art. 3. Buiten de gevallen van hoogdringendheid, en de ontroerpen van begrotingswetten uitgezonderd, onderwerpen de ministers aan het beredeneerd advies van de afdeling de tekst van alle voorontwerpen van wetten of van organieke en reglementaire uitvoeringsbesluiten. Het advies wordt gehecht aan de memorie van toelichting van de wetsontwerpen, alsmede aan de verslagen aan de- Koning.- -- De ministers kunnen het beredeneerd advies van de afdeling vragen over alle wetsvoorstellen en over alle amendementen op wetsontwerpen of -voorstellen. Art. 4. Uitgezonderd de ontwerpen -van culturele begrotingen worden alle voorontwerpen van' decreet aan het gemotiveerd advies van de afdeling onderworpen. Het advies wordt bij de memorie van toelichting gevoegd. De ministers en de voorzitters van de Cultuurraden kunnen betreffende elk voorstel van decreet en elk amendement op een ontwerp of voorstel van decreet, het gemotiveerd advies van de afdeling vragen. be voorzitters van de Cultuurraden zijn verplicht dit advies te vragen wanneer ten minste één derde van de leden van de betrokken raad, op de door het reglement van deze raad bepaalde wijze, erom verzoekt. Indien, volgens het advies van de afdeling, een voorontwerp of voorstel van decreet of een amendement -op een ontwerp of voorstel van decreet de bevoegdheid van de Cultuurraad te buiten, gaat, kan de betwiste bepaling _slechts na een gunstig besluit van de Wetgevende Kamers door de betrokken Cultuurraad worden aangenomen. Art. 5. De Minister tot wiens bevoegdheid de arbeid behoort, kan aan de, afdeling vragen, binnen een termijn die niet korter dan vijftien dagen mag zijn, advies te geven over een ontwerp van koninklijk besluit tot algemeen verbindendverklaring van een collectieve arbeidsovereenkomst, I Art. Ier. L. 23 déc. 1946, art. Ier, mod. L, 3 juin 1971, art, Ier, et L. 3 juillet 1971, art. 12, Ier, première phrase, Art. 2. L. 23 déc. I946, art 2, al. Ier. Art. 3. L. 23 déc. 1946, art. 2, al. 2 et.al. 3, mod. L. 3 juin 1971, art. 2. Art. 4. L. 3 juillet 1971, art. 10, al. Ier à 3, et art. I L Art. 5. L., 23 déc. 1946, art. 2, al. 4, ins. par L. 5 décembre 196$, art Art 1, W. 23 dec. 1946, art.. 1, gew. W. 3 juni 1971, art. 1, en W. 3 juli 1971, art. 12, 1, eerste volzin. Art. 2.. W. 23 dec_ 1946, art. 2, al. 1., Art. 3. W. 23 dec. 1946, art, 2, al 2 en al. 3, gew. W. 3 juni 1971 ; ast. 2. Er werd rekening gehouden met het erratum betr. de Nederl. tekst van het eerste lid, dat gepubliceerd werd in het B. S. van 20 nov Art. 4. W. 3 juli 1,971, art. 10, al. 1 tot 3, en art. 11. Art. 5. W. 23 dec. 1946, art. 2, al. 4,-ingev:, bij -W. 5 dec, 1968% art. 63.

2 3462 Art. 6. Le Premier Ministre peut charger la section de rédiger le texte d'avant-projets de lois, d'arrêtés, de règlements ou d'amendements dont ii détermine la matière et l'objet MONITEUR BELGE - BELGISCH STAATSBLAD z Art. 6. De Eerste Minister kan de afdeling belasten met het opmaken van de tekst van voorontwerpen van wetten, van besluiten, van reglementen of van amendementen waarvan de stof en het vooiwr~p door hem worden vastgesteld. TITRE III. - De la compétence de la section d'administration TITEL III. - Bevoegdheid van de afdeling administratie Art. 7. La section d'administration donne des avis motivés ou statue par voie d'arrêts, dans les cas prévus par la présente 1o et les lois particulières. CHAPITRE Ier. -- Des avis motivés Art. 8. La section n'est consultée et n'émet d'avis que sur les difficultés et contes~ations qu'il appartient au pouvoir exécutif de résoudre oû de trancher. Art. 9. Les ministres peuvent soumettre à l'avis de la section toutes questions et affaires d'ordre administratif, non litigieuses. Art. 10. Les attributions dévolues au Conseil des raines sont exercées par da section d'administration. Art. 6. L. 23 déc. 1946, art. 3. CHAPITRE II. - Des arrêts Art. 11. Dans le cas où il n'existe pas d'autre juridiction compétente, la section d'administration se prononce en équité par voie d'arrêt, en tenant compte de toutes- les circonstances d'intérêt public et privé, sur les demandes d'isndennnité relatives à la réparation d'un dommage exceptionnel, moral ou matériel, causé par une autorité administrative. La demande d'indemnité ne sera recevable qu' après que l'autorité administrative aura rejeté totalement ou partiellement une requête en indemnité, ou négligé pendant soixante jours de statuer à son égard. Art. 12. La section tranche par voie d'arrêts les difficultés relatives à la compétence respective des autorités provinciales et communales ou des établissements publics Ces difficultés peuvent être portées devant elle par toute autorité administrative intéressée. Art.' 13. La' section statue par voie d'arrêts sur les recours tendant à prévenir et à résoudre les contrariétés de décisions entre les juridictions administratives relevant de sa compétence. Art. 14. La section statue par voie d'arrêts sur les recours en annulation pour violation des formes soit substantielles, soit prescrites à peine de nullité, excès ou détournement de pouvoir, formés contre les actes et règlements des diverses autorités administratives ou contre les décisions contentieuses administratives. Lorsqu'une autorité administrative est tenue de statuer et qu'à l'expiration d'un délai de quatre mois prenant cours à la mise en demeure dé statuer qui lui est notifiée par un intéressé, il n'est pas intervenu de décision, le silence de l'autorité est réputé constituer une décision de rejet susceptible de recours. Cette disposition ne préjudicie pas aux dispositions spéciales qui établissent un délai différent ou qui attachent des effets différents au silence de l'autorité administrative, Art. 7. L. 23 déc. 1946, art. 4. Art. 8. L. 23 déc. 1946, art. 5. Art. 9. L. 23 déc. 1946, art. 6. Art. 10. L. 23 déc. 1946, art. 7, 2, ter. mod. L. 3 juin 1971, art. 3, Art. 11. L. 23 déc. 1946, art. Ibis, ins. 2, à la place de l'art. 7, Ier, originel. par L. 3 juin 1971, art. 3, Art. 12. L. 23 déc. 1946, art. 8, al. lor et 2. Art. 13. L. 23 déc. 1946, art. 8, al. 3, aj. L. 3 juin 1971, art. 4. Art. 14. L. 23 déc. 1946, art. 9, al. 1er et al. 2, aj. L. 3 juin 1971, art. 5. Art. 7. De afdeling administratie dient, van beredeneerd advies of doet uitspraak bij wijze van arresten in de gevallen voorzien bij deze wet en de bijzondere wetten. HOOFDSTUK I. - Beredeneerde adviezen Art. 8. De afdeling wordt enkel geraadpleegd en dient slechts van advies over de moeilijkheden en betwistingen waarvan de oplossing of de beslechting tot de bevoegdheid der uitvoerende macht behoort. Art. 9. De ministers mogen aan het advies der afdeling onderwerpen alle zaken en aangelegenheden van administratieve aard, welke niet betwist worden. Art. 10. De bevoegdheden van de Mijnraad worden uitgeoefend door d-e afdeling administratie. HOOFDSTUK II. - Arresten Art. 11. Als geen ander rechtscollege bevoegd i's, doet de afdeling administratie naar billijkheid en met inachtneming van alle omstandigheden van openbaar en particulier belang, bij wege van arrest uitspraak over de eisen tot herstelvergoeding voor buitengewone, morele of materiële schade, veroorzaakt door een administratieve overheid. De eis tot herstelvergoeding is niet ontvankelijk dan nadat de administratieve overheid een verzoekschrift om vergoeding geheel of gedeeltelijk heeft afgewezen of gedurende zestig dagen verzuimd heeft daarop te beschikken. Art. 12. De afdeling beslecht biij wijze van arresten de moeilijkheden betreffende de respectieve bevoegdheid van de provinciale en gemeentelijke overheden of van de openbare instellingen. Deze moeilijkheden mogen bij haar aanhangig,worden gemaakt door ieder betrokken administratieve overheid.' Art. 13. De afdeling doet blij middel van arrest uitspraak over beroepen ter voorkoming ' of opheffing van strijdigheid tussen beslissingen van onder haar bevoegdheid ressorterende administratieve rechtscolleges. Art. 14. De afdeling doet uitspraak, bij wijze van arresten, over de beroepen tot nietigverklaring wegens overtreding van hetzij substantiële, hetzij op straffe van nietigheid voorgeschreven vormen, overschrijding of afwending van macht, ingesteld tegen de akten en reglementen van de onderscheidene administratieve overheden of tegen de administratieve beslissingen in betwiste zaken. Wanneer een administratieve overheid verplicht is te beschikken en er bij het verstrijken van een termijn van vier maanden te rekenen vanaf de haar daartoe door een belanghebbende betekende aanmaning geen beslissing is getroffen, wordt het stilzwijgen van de overheid geacht een afwijzende beslissing te zijn waartegen beroep kan worden ingesteld.` Deze bepaling doet geen afbreuk aan de bijzondere bepalingen die een andere termijn vaststellen of aan het stilzwijgen van de administratieve overheid andere gevolgen verbinden. Art. 6. W. 23 dec. 1946, art. 3. Er werd rekening gehouden met het erratum b etref. de Neder]. tekst van het eerste lid, dat gepubliceerd werd in het B.S. van 8-9 april Art. 7. W. 23 dec. 1946, art. 4. Art. 8. W. 23 dec. 1946, art. 5. Art. 9. W.23 dec. 1946, art. 6. Art. 10. W. 23 dec. 1946, art. 7, 2, gew. W. 3 juni 1971, art. 3, l. Art. 11. W. 23 dec. 1946, art. Ibis, ingev. bij W. 3 juni 1971, art. 3, 2, in de plaats van het oorspronkelijke artikel 7, L Art W. 23 dec. 1946, art. 8, al. 1 en 2. Art. 13. W. 23 dec. 1946, art. 8, al. 3, toegev. W. 3 juni art. 4. Art. 14. W. 23 dec. 1946, art. 9, al 1 en al. 2, toegev. W. 3 juni 1971, art. 5.

3 21 MARS MAART Art. 15. Les juridictions administratives saisies par renvoi du Conseil d'etat après un arrêt d'annulation se conforment à cet arrêt sur le point de droit qu'il juge, Art. 16. La section statue par voie d'arrêts 1 sur les recours en dernier ressort prévus aux titres V et VI de la loi électorale communale ; 2 sur les requêtes prévues à l'article 7 de la loi du 11 octo bre 191e relative à la résiliation et à la revision de certains contrats conclus avant ou pendant la guerre ; 3 sur les recours prévus aux articles 15 et 19 de la loi du 2 avril 1965 relative à la prise en charge des secours accordés par les commissions d'assistance publique ; 4 sur les résolutions, recours, conflits et difficultés visés à l'article 19, alinéa 4, aux articles 20, 22 et 88 de la loi du 10 mars 1925, organique de l'assistance publique. TITRE IV. - De la compétence de la section des conflits de compétence Art. 17. La section des conflits de compétence connaît des conflits entre la loi et le décret et entre un décret du Conseil culturel de la communauté culturelle française et un décret du Conseil culturel de la communauté culturelle néerlandaise. Art. 18. La section des conflits de compétence est compétente pour statuer, à titre préjudiciel, sur les questions relatives à la contradiction entre une loi et un décret ou entre décrets du Conseil culturel français et du Conseil culturel néerlandais et qui lui sont soumises par les cours et tribunaux ou par toute autre juridiction. Art. 15. De administratieve rechtscolleges waarnaar de Raad van State de zaak na een arrest van nietigverklaring heeft verwezen, gedragen zich naar dit arrest ten aanzien van het daarin beslechte rechtspunt. Art. 16. De afdeling doet uitspraak, bij wijze van arresten, op ii' 1 de beroepen in hoogste aanleg als bedoeld bij de titels V en VI van de gemeentekieswet ; 2 de verzoekschriften als bedoeld bij artikel 7 der wet van 11 oktober 1919, met betrekking tot het verbreken en het herzien van sommige vóór of tijdens de oorlog gesloten contracten ; 30 de beroepen als bedoeld in de artikelen 15 en 19 van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de commissies van openbare onderstand ; 4 de beslissingen, beroepen, geschillen en moeilijkheden als bedoeld bij artikel 19, vierde lid, zomede bij de artikelen 20, 22 en 88 der wet van 10 maart 1925 tot inrichting van de openbare onderstand. TITEL IV. - Bevoegdheid van de afdeling bevoegdheidsconflieten Art. 17. De afdeling bevoegdheidsconflicten neemt kennis van de conflicten tussen de wet en het decreet, en tussen een decreet van de Cultuurraad voor de Nederlandse cultuurgemeenschap en een decreet vvan de Cultuurraad voor de Franse cultuurgemeem. schap. Art. 18. De afdeling bevoegdheidsconflicten is bevoegd, bij wijze van prejudiciële beslissing, uitspraak te doen over vragen betreffende de strijdigheid tussen een wet en een decreet of tussen decreten van de Nederlandse Cultuurraad en de Franse Cultuurraad en die haar door de hoven en rechtbanken of door enig ander rechtscollege worden voorgelegd. TITRE V. - De la procédure TITEL V. - Rechtspleging CHAPITRE lier De la procédure devant la section d'administration Art. 19. Les demandes, difficultés et recours visés aux articles 11, 12, 13, 14 et 16 peuvent être portés devant la section d'administration par toute partie justifiant d'une lésion ou d'un intérêt et sont soumis par écrit à la_ section dans les formes et délais déterminés par le Roi. Les parties peuvent se faire représenter ou assister par des avocats de nationalité belge inscrits au tableau de l'ordre des avocats. Ceux-ci auront toujours le droit de prendre connaissance au greffe du dossier de l'affaire et de déposer un mémoire ampliatif, dans les conditions à déterminer par les arrêtés royaux prévus à l'article 30. Art. 20. Le gouvernement a le droit d'être entendu par l'organe de commissaires désignés par lui. L'auditeur général signale au Premier Ministre tout recours basé sur l'article 14 et toute demande basée sur les articles 10 et 11. Art. 21. Un arrêté royal fixera les délais dans lesquels le gouvernement, les autorités provinciales et communales ainsi que les établissements publics soumettront à la section le dossier administratif des affaires dont elle est saisie et lui feront tenir les documents et les renseignements qu'elle réclame. Art. 15. L. 23 déc. 1946, art. 9, al. 3, aj. L. 3 juin 1971, art. 5. Art. 16. L. 23 déc. 1946, art. 10, mod. L. 9 juillet 1971, art. 19. Au 2, les mots «modifiés par la loi du 23 juillet 1924» ont été omis, cette loi étant devenue sans objet sur ce point par l'effet de l'arrêté du Régent du 23 août 1948; Au 4, les articles visés de la loi de 1925 ont été modifiés par l'arrêté du Régent du 23 août Art. 17. L. 3 juillet 1971, art. 12, ter, 2e phrase, Art. 18. L. 3 juillet 1971, art. 14, al. ler. Art. 19, ai. Ier. L. 23 déc. 1946, art. 11. AI. 2. L. 23 déc. 1946, art. 14, al. 3, mod. L. 11 juin 1952, art, ler. Art. 20. L. 23 déc. 1946, art. 12. Art. 21. L. 23 déc. 1946, art. 13, mod. L. 3 juin 1971, art. 6. HOOFDSTUK 1 Rechtspleging voor de afdeling administratie Art. 19. De aanvragen, moeilijkheden en beroepen bedoeld bij de artikelen 11, 12, 13, 14 en 16 kunnen voor de afdeling admini-. stratie worden gebracht door elke partij welke doet blijken van een benadeling of van een belang en worden schriftelijk ingediend bij de afdeling in de vormen en binnen de termijn door de Koning bepaald. De partijen mogen zich laten vertegenwoordigen of bijstaan door advocaten van Belgische nationaliteit ingeschreven op de tabel van de Orde der advocaten. Dezen hebben steeds het recht op de griffie kennis te nemen van het dossier en een toelichtende memorie in te dienen in de voorwaarden te bepalen bij de koninklijke besluiten bedoeld bij artikel 30. Art. 20. De regering heeft het recht te worden gehoord bij monde van door haar aangewezen commissarissen. De auditeur generaal wijst de Eerste Minister op ieder beroep gesteund op Artikel 14 en op iedere aanvraag gesteund op de artikelen 10 en 11. Art. 21. De termijnen binnen welke de regering, de provinciale en gemeentelijke overheden zomede de openbare instellingen het administratief dossier der aanhangige zaken aan de afdeling onderwerpen en haar Oe gevraagde stukken en inlichtingen toezenden worden bij koninklijk besluit vastgesteld. Art. 15. W. 23 dec art. 9, al. 3, toegev. W. 3 juni 1971, art. 5. Art. 16. W. 23 dec. 1946, art. 10, gew. W. 9 juli 1971, art. 19.,. In 2 werden de woorden «gewijzigd bij de wet van 23 juli 1924» weggelaten, daar die wet, ingevolge het besluit van de Regent van 23 augustus 1948, op dat punt geen gelding meer heeft; In 4 0 werden de genoemde artikelen van de wet van 1925 gewijzigd bij besluit van de Regent van 23 augustus Art. 17.W. 3 juli 1971, art. 12, 1, 2e volzin. Art. 18. W. 3 juli 1971, art. 14, al. 1. Art. 19, al. 1. W. 23 dec. 1946, art. 11. Al. 2, W. 23 dec. 1946, art. 14, al. 3, gew. W. 11 juni 1952, art. 1. Art. 20. W , art. 12. Art: 21. W. 23 dec. 1946, art. 13, gew. W. 3 juni 1971, art. 6.

4 34,64 MONITEUR BELGE - BELGISCH STAATSBLAD Art. 22. L'instruction a lieu par écrit. Néanmoins, la section peut convoquer et entendre les parties. Dans le cas où un commissaire du gouvernement est désigné, la section en avise les parties et leur fait savoir qu'elles ont le droit d'être entendues. Art. 23. La section d'administration correspond directement avec les ministres, les gouverneurs de province, les autorités communales et les administrations publiques subordonnées. Elle a le droit de se faire communiquer par ces autorités et administrations tous documents et renseignements relatifs aux affaires sur lesquelles elle est appelée à statuer. Art. 24. Le Roi fixe les délais dans lesquels les rapports écrits établis sur l'affaire par les membres de l'auditorat doivent être déposés et les modalités suivant lesquelles ces délais peuvent être abrégés ou prorogés. Art. 25. S'il y a lieu à enquête, la section d'administration ordonne, qu'il y soit procédé soit à son audience, soit par le membre du Conseil d'etat ou de l'auditorat qu'elle aura commis. La chambre peut ordonner que les témoins seront entendus sous serment. En ce cas, ils prêteront le serment suivant : «Je jure de dire la vérité, ainsi m'aide Dieu.» Les témoins sont cités par lettre recommandée à la poste. Toute personne citée pour être entendue en témoignage par application du présent article sera tenue de comparaître et de satisfaire à la citation. Le refus de comparaître, de prêter serment ou de déposer sera puni d'une amende de vingt-six à cent francs. Procès-verbal relatif à la non-comparution au au refus de témoigner sous serment sera dressé et transmis au procureur du Roi de l'arrondissement dans lequel le témoin devait être entendu. Les dispositions du Code pénal relatives au faux témoignage en matière civile ainsi qu'à la subornation de témoins sont applicables à la procédure d'enquête prévue par le présent article. Art. 22. De behandeling geschiedt schriftelijk. De afdeling kan echter partijen oproepen en horen. Is een commissaris der regering aangewezen, dan laat de afdeling dit weten aan partijen en verwittigt deze dat zij het recht hebben te worden gehoord. Art. 23. De afdeling administratie voert rechtstreeks briefwissebug met de ministers, de provinciegouverneurs, de gemeentelijke overheden en de ondergeschikte openbare besturen. Zij is gerechtigd alle bescheiden en inlichtingen omtrent de zaken waarover zij zich uit te spreken heeft, door deze overheden en besturen te doen overleggen. Art. 24. De Koning stelt de termijnen vast binnen welke de geschreven verslagen over de zaak, opgemaakt door de leden van het auditoraat, moeten worden neergelegd en de wijze waarop die termijnen kunnen worden ingekort of verlengd., Art. 25. Is er aanleiding tot een onderzoek, dan beveelt de afdeling administratie dat het wordt ingesteld, hetzij op haar terechtzitting, hetzij door het lid van de Raad van State of van het auditoraat dat zij aanstelt. De kamer kan bevelen dat getuigen onder ede worden gehoord. In dat geval leggen ze de volgende eed af : «Ik zweer dat ik de waarheid zal zeggen, zo helpe mij God.» De getuigen worden bij een ter post aangetekende brief gedagvaard. Ieder die gedagvaard wordt om als getuige te worden gehoord krachtens dit artikel, is gehouden te verschijnen en aan de dagvaarding gevolg te geven. Hij die weigert te verschijnen, de eed af te leggen of te getuigen wordt gestraft met geldboete van zesentwintig frank tot hedderd frank. Van het niet-verschijnen of van de weigering om onder ede te getuigen wordt proces-verbaal opgemaakt ; dit wordt gezonden aan de procureur der Konings van het arrondissement waar de getuige moest worden gehoord. De bepalingen van het Strafwetboek betreffende de valse getuigenis in burgerlijke zaken en betreffende de verleiding van getuigen zijn van toepassing op de in dit artikel bepaalde onderzoeksprocedure. Art. 26. Dans les cas où une affaire n'est pas en état à l'expiration du délai réglementaire dans lequel l'arrêt ou l'avis doit intervenir, la section d'administration peut, par une décision motivée, proroger ce délai dans la mesure qui s'impose. Cette prorogation peut, en cas de nécessité, être renouvelée sans toutefois que la durée totale des prorogations puisse excéder le double du délai déterminé dans l'arrêté organique. Art. 27. Les audiences de la section d'administration, siégeant en vertu des articles 11, 14 et 16 sont publiques, à moins que cette publicité ne soit dangereuse pour l'ordre ou les maeurs dans ce cas, la section 'le déclare par une décision motivée. Art. 28. Tout arrêt est motivé ; il est prononcé en audience publique. Tout arrêt interlocutoire ou définitif est notifié aux parties ainsi qu'au ministre compétent. - Art. 29. L'article 258 du Code pénal relatif au déni de justice est applicable aux membres du Conseil d'etat dans les matières prévues aux articles 10, 11, 12, 13, 14 et 16. Les principes qui régissent la récusation des juges et conseillers de l'ordre judiciaire sont applicables aux membres de la section d'administration. En outre, ceux-ci ne peuvent connaître des demandes d'annulation d'arrêté et de règlement sur le texte desquels ils ont donné leur avis comme membre de la section de législation. Art. 22. L. 23 déc. 1946, art. 14, al. Ier et 2. Art. 23. L. 23 déc. 1946, art. 15. Art. 24. L. 23 déc. 1946, art. 17, al. 2, aj. L. 3 juin 1971, art. 8. Art. 25. L. 23 déc. 1946, art. 16, mod. L. 3 juin 1971, art. 7. Art. 26. L. 23 déc. 1946, art. 17, al. Ier, Art. 27. L. 23 déc. 1946, art. 18. Art. 28. L. 23 déc. 1946, art. 19. Art. 29. L. 23 déc. 1946, art. 22, mod. L. 3 juin 1971, art. 12, 1 et 2. Art. 26. Wanneer een zaak, na afloop van de reglementaire termijn binnen welke het arrest gewezen of het advies verstrekt moet worden, niet in staat van' wijzen is, kan de afdeling administratie, bij beredeneerd arrest, deze termijn voor de benodigde tijd verlengen. Zo nodig kan deze verlenging hernieuwd worden, zonder dat evenwel de totale duur der verlengingen het dubbele van de in het organiek besluit vastgestelde termijn mag overtreffen. Art. 27. De terechtzittingen van de afdeling administratie,' zetelende krachtens de artikelen 11, 14 en 16 zijn openbaar, tenware zulks voor de orde of de zeden gevaar mocht opleveren ; in dit geval wordt zulks door de afdeling bij gemotiveerde beslissing verklaard. Art. 28. Elk arrest is met redenen omkleed ; het wordt uitgesproken in openbare terechtzitting. Elk tussen- of eindarrest wordt aan de partijen zomede aan de bevoegde minister schriftelijk ter kennis gebracht. Art. 29. Artikel 258 van het Strafwetboek betreffende de rechtsweigering is ter zake van de bij de artikelen 10, 11, 12, 13, 14 en 16 voorziene aangelegenheden, toepasselijk op de leden van de Raad van State. De beginselen die de wraking van rechters en raadsleden van de rechterlijke- orde regelen zijn toepasselijk op de leden van de afdeling administratie. Bovendien mogen dezen geen kennis nemen van de aanvragen tot nietigverklaring van besluit en reglement, over de tekst waarvan zij hun advies hebben uit= gebracht als lid van de afdeling wetgeving. Art. 22. W. 23 dec. 1946, art. 14, al. 1 en 2. Art. 23. W. 23 dec. 1946, art. 15. Art. 24. W. 23 dec. 1946, art. 17, al. 2, toegev. W. 3 juni 1971, art. 8. Art. 25. W. 23 dec. 1946, art 16, gew. W, 3 juni 1971, art. 7. Art. 26. W. 23 dec. 1946, art. 17, ai. 1. Art. 27. W. 23 dec. 1946, art. 18. Art. 28. W. 23 dec. 1946, art. 19. Art. 29. W. 23 dec. 1946, art. 22, gew. W. 3 juni 1971, art. 12, 1 en 2,

5 21 MARS MAART Art. 30. La procédure à suivre devant la section d'administration dans les cas visés aux articles 11, 12, 13, 14 et 16 sera déterminée par des arrêtés royaux délibérés en Conseil des Ministres. Cette procédure sera conforme aux règles fixées au présent chapitre ; elle assurera aux intéressés les garanties nécessaires pour la défense de leurs droits ; eu égard au caractère généralement urgent des arrêts, elle s'inspirera des dispositions applicables aux jugements rendus par les tribunaux de première instance en matière sommaire. Les arrêtés royaux détermineront notamment les délais de prescription pour l'introduction des demandes et recours prévus aux articles Il et 14, ces délais devant être de soixante jours au moins ; ils règleont les conditions d'exercice des oppositions et tierces-oppositions, ainsi que des recours en revision ; ils fixeront le tarif des frais et dépens, ainsi que les droits de timbre et d'enregistrement ; ils prévoiront l'octroi ' aux indigents du bénéfice du pro deo. Art. 31. Les arrêts contradictoires peuvent seuls faire l'objet de revision. Le recours en revision n'est recevable que si depuis l'arrêt il a été recouvré des pièces décisives qui auraient été retenues par le fait de l'adversaire ou si l'arrêt a été rendu sur pièces reconnues ou déclarées fausses ; Le délai du recours s'ouvre à partir du jour de la découverte de la fausseté de la pièce ou de l'existence de la pièce retenue. Art. 32. Pour l'introduction d'un recours en annulation contre une décision implicite de rejet, le délai de prescription commence à courir le lendemain de l'expiration de la période de quatre mois fixée par l'article 14, alinéa 2. Si, après l'expiration de la période de quatre mois, l'autorité administrative prend une décision explicite, le recours en annulation est, en tout cas, ouvert contre cette dernière décision dans le délai ordinaire déterminé par le règlement de procédure, CHAPITRE Ii Des voies de recours contre les arrêts de la section d'administration Art. 33. Peuvent être déférés à la Cour de cassation, les arrêts par lesquels la section d'administration décide 'de ne pouvoir connaître de la demande par le motif que la connaissance de celle-ci rentre dans les attributions des autorités judiciaires, ainsi que les arrêts par lesquels la section rejette un déclinatoire fondé sur le motif que la demande relève des attributions de ces autorités, Le pourvoi est formé par requête de la partie intéressée, introduite conformément au Code judiciaire. Un arrêté royal détermine les formes et délais de procédure. La Cour statue chambres réunies, Lorsque la Cour casse l'arrêt, elle renvoie la cause devant la section d'administration autrement composée, qui doit se conformer à la décision de la Cour sur le point de droit jugé par celle-ci. Art. 34. Lorsque la section d'administration et une cour ou un tribunal de l'ordre judiciaire se sont déclarés l'un et l'autre soit compétents, soit incompétents pour connnaître de la même demande, le règlement d'attributions sur le conflit est poursuivi par la partie la plus diligente et jugé par la Cour de cassation suivant le mode prévu pour le règlement de juges en matière civile. Toutefois, l'arrêt de règlement d'attributions est rendu par la Cour, chambres réunies. Art. 30, al. Ier. L. 23 déc. 1946, art. 21, al. Ier, mod. L. 3 juin 1971, art. 10, 1. Al. 2. L. 23 déc. 1946, art. 21, al. 2, mod. L. 18 mars 1954, art. Ier, Ier, et L. 3 juin 1971, art. 10, 2. Art. 31. L. 23. déc. 1946, art. 21, al. 3 et 4, mod. L. 18 mars 1954, art, Ier, 2. Art. 32. L. 23 déc. 1946, art. 2lbis, ins, par L. 3 juin 1971, art. 11. Art. 33. L. 23 déc. 1946, art. 20, ler, mod. L. 3 juin 1971, art. 9 ; v. not, art à 1121, Cod. jud, Art, 34. L. 23 déc. 1946, art, 20, 2, Art. 30. De rechtspleging welke in de bij de artikelen 11, 12, 13, 14 en 16 bedoelde gevallen voor de afdeling administratie dient te worden gevolgd, wordt vastgesteld bij in Ministerraad overlegde koninklijke besluiten. Deze rechtspleging moet overeenstemmen met de in dit hoofdstuk gestelde regelen ; aan de belanghebbenden moet zij de nodige waarborgen voor de verdediging hunner rechten bieden ; ten aanzien van de meestal spoedeisende_ aard der arresten, zal zij zich gedragen naar de bepalingen oepasselijk op de vonnissen welke door de recht= banken van eerste aanleg in zaken van korte behandeling worden gewezen. De koninklijke besluiten bepalen onder meer de termijnen van verjaring voor de indiening van de aanvragen en beroepen bedoeld in de artikelen 11 en 14 ; deze termijnen moeten minstens zes tig dagen bedragen. Bedoelde besluiten regelen de voorwaarden van uitoefening van het verzet en van het derden-verzet, alsook van het beroep tot herziening ; zij bepalen het tarief der kosten en uitgaven, alsmede de rechten van zegel en registratie ; zij voos zien in het verlenen van het voordeel van het pro deo aan de onvermogenden. Art. 31. Alleen arresten op teegnspraak zijn vatbaar voor her ziening. Het beroep tot herziening is slechts ontvankelijk indien sinds de uitspraak van het arrest doorslaggevende stukken zijn teruggevonden die door toedoen van de tegenpartij waren achtergehouden of indien het arrest werd gewezen op als vals erkende of vals verklaarde stukken. De termijn van beroep gaat in de dag waarop ontdekt wordt dat het stuk vals is of dat het achtergehouden stuk bestaat. Art. 32. Voor het instellen van een beroep tot nietigverklaring van een impliciet afwijzende beslissing gaat: de verjaringstermijn in daags na het verstrijken van de in artikel 14, tweede lid, bepaalde periode van vier maanden. Indien de administratieve overheid na het verstrijken van de vier maanden een uitdrukkelijke beslissing neemt, staat daartegen in ieder geval beroep tot rdetigverklaring open binnen de gewone, in de procedureregeling bepaalde termijn. HOOFDSTUK li Rechtsmiddelen tegen de arresten van de afdeling administratie Art. 33. Kunnen bij het Hof van Cassatie aanhangig worden gemaakt, de arresten waarbij de afdeling administratie beslist van de eis geen kennis te kunnen nemen op grond dat die kennisij neming binnen de bevoegdheid der rechterlijke overheden valt, als.4 mede de arresten waarbij de afdeling afwijzend beschikt op. een declinatoire exoeptie gesteund op de grond dat de eis tot de bevoegdheid van die overheden behoort. Het cassatieberoep wordt bij request der belanghebbende partij en overeenkomstig het Gerechtelijk Wetboek ingediend. Een koninklijk besluit bepaalt de vormen en de termijnen van rechtspleging. Het Hof doet uitspraak in verenigde kamers, Bij cassatie van het arrest verwijst het Hof de zaak naar de uit andere leden samengestelde afdeling administratie die zich naar de beslissing van het Hof schikt wat het rechtspunt betreft waarover het uitspraak heeft gedaan. Art. 34. Wanneer de afdeling administratie en een hof of een rechtbank van de rechterlijke orde zich beiden hetzij bevoegd, hetzij onbevoegd hebben verklaard om van dezelfde eis kennis te nemen, wordt de bevoegdheidsregeling ten aanzien van het geschil vervolgd door de meest naarstige partij en door het Hot van cassatie beslecht zoals bepaald voor de regeling van rechtsgebied in burgerlijke zaken. Het arrest tot regeling van rechtsgebied wordt echter door het Hof in verenigde kamers uitgesproken.. Art. 30, al. 1. W. 23 dec. 1946, art. 21, al. 1. gew. W. 3 juni 1971, art. 10, 1. Al. 2. W. 23 dec 1946, art. 21, al. 2, gew. W. 18 art 1, 1, en W. 3 juni 1971, art. 10, 2. maart 1954; Art. 31. W. 23 dec. 1946, art. 21, al. 3 en 4, gew. W. 18 maart 1954, art. 1, 2. Art. 32. W. 23 dec. 1946, art. 21b,- s, ingev. bij W. 3 juni 1971 ; art. 11. Art. 33 W. 23 dec. 1946, art. 20, 1, gew., W. 3 z. inz. art tot 1121, Ger. Wb. juni 1971, art. 9 ; Art. 34 W. 23 dec. 1946, art. 20, 2,

6 3466 MONITEUR BELGE -- BELGISCH STAATSBLAD Art. 35. Dans tous les autres cas, les arrêts de la section d'administration ne sont susceptibles que des recours prévus à l'article 30, alinéa 2. CHAPITRE III De la procédure devant la section des conflits de compétence Art. 36. La procédure devant la section dés conflits de compétence est la même que celle qui est suivie devant la section d'administration. Le Roi peut y apporter des adaptations. Art. 37. Le Conseil des Ministres saisit la section des conflits de compétence s'il estime qu'il y a conflit ou possibilité de conflit. La requête est signée par le Premier Ministre. Art. 38. Chique juridiction visée à l'article 18 saisira la section des conflits de compétence de la question préjudicielle lorsqu'elle estime que la réponse à cette question est nécessaire pour rendre sa décision. La décision de renvoi suspend la procédure et la prescription ; elle n'est susceptible d'aucun recours. Lorsqu'elle émane d'une juridiction saisie en degré d'appel, elle suspend l'exécution de la décision frappée d'appel sauf dans les cas où l'exécution provisoire est de droit. Art. 39. Les arrêts de règlement sont prononcés à la majorité des voix. En cas de parité des voix, celle du premier président ou du président est prépondérante. Dans l'arrêt, il est fait mention de cette parité. Art. 35. In alle andere gevallen kunnen tegen de arresten der afdeling administratie slechts de in artikel 30, tweede lid, bedoelde rechtsmiddelen aangewend worden. HOOFDSTUK III Rechtspleging voor de afdeling bevoegdheidsconflicten Art. 36. Voor de afdeling bevoegdheidsgeschillen geldt dezelfde rechtspleging als voor de afdeling administratie. De Koning kan er aanpassingen in aanbrengen. Art. 37. De Ministerraad maakt de zaak bij de afdeling bevoegdheidsconflicten aanhangig, indien hij van oordeel is dat er een conflict of een mogelijkheid van conflict bestaat. Het verzoekschrift wordt door de Eerste Minister ondertekend. Art. 38. Ieder rechtscollege bedoeld in artikel 18, maakt de prejudiciële kwestie aanhangig bij de afdeling bevoegdheidsconflicten, wanneer het het antwoord op deze vraag noodzakelijk acht voor zijn, beslissing. De beslissing tot verwijzing schor : de procedure en de ven jaring op; zij is niet vatbaar voor beroep. Indien zij genomen wordt door een rechtscollege waarbij de zaak in hoger beroep is aangebracht, schort zij de tenuitvoerlegging op van de beslissing waartegen hoger beroep is ingesteld, behalve wanneer de voorlopige tenuitvoerlegging van rechtswege moet plaatshebben. Art. 39. De regelingsarresten worden uitgesproken bij meerder. heid van stemmen. Bij staking van stemmen is de stem van de eerste voorzitter of voorzitter beslissend. Van de staking van stemmen wordt in het arrest melding gemaakt. CHAPITRE IV. - Des effets des arrêts de règlement HOOFDSTUK IV. - Rechtsgevolgen van de regelingsarresten Art. 40. Les arrêts de règlement prononcés en vertu des articles 37 et 38 acquièrent force exécutoire sauf annulation par les Chambres législatives dans les nonante jours qui suivent la notification qui en est faite par le greffier en chef du Conseil d'etat au président de chacune des Chambres législatives ; le greffier les dénonce simultanément au Premier Ministre. Dans les trente jours qui suivent cette dénonciation, le Conseil des Ministres donne aux Chambres son avis motivé sur l'arrêt de règlement. La décision des Chambres doit intervenir dans les soixante jours à partir, soit de la réception de cet avis, soit de l'expiration du délai de trente jours prévu pour sa transmission. Ces délais sont suspendus du ler juillet au deuxième mardi d'octobre de chaque année, ainsi que pendant le temps où les Chambres législatives ne sont pas én session. Art. 41. Le greffier de la Chambre qui s'est prononcé sur l'arrêt de règlement notifie la décision au greffier en chef du Conseil d'etat. Art. 42. Lorsque l'annulation est prononcée par les deux Chambres législatives, le greffier en chef du Conseil d'etat notifie les 'décisions en même temps que l'arrêt de règlement à la juridiction qui a soumis la question pour qu'il soit statué à titre préjudiciel. Art. 43. Lorsque l'annulation n'est pas prononcée par l'une des Chambres législatives ou que le délai de nonante jours expire sans que les Chambres législatives aient fait usage de leur droit d'annulation, le greffier en chef du Conseil d'etat notifie l'arrêt de règlement à la juridiction qui a soumis la question pour qu'il soit statué à titre préjudiciel. Art. 40. De regelingsarresten gewezen krachtens de artikelen 37 en 38 hebben executoriale.kracht, tenzij zij door de Wetgevende Kamers worden nietig verklaard binnen negentig dagen te rekenen van de kennisgeving die daarvan door de hoofdgriffier van de Raad van State aan de voorzitter van ieder van de Wetgevende Kamers wordt gedaan ; de griffier brengt ze tegelijkertijd ter kennis van de Eerste Minister. Binnen dertig dagen na deze kennisgeving verstrekt de Ministerraad aan de Kamers zijn met redenen omkleed advies over het regelingsarrest. De beslissing van de Kamers moet worden genomen binnen zestig dagen te rekenen, hetzij van de ontvangst van dat advies, hetzij van het verstrijken van de termijn van dertig dagen gesteld voor de toezending. Die termijnen worden geschorst van 1 juli tot de tweede dinsdag van oktober van ieder jaar, alsmede gedurende de tijd dat de Wetgevende Kamers geen zitting houden. Art. 41. De greffier van de Kamer die zich over het regelingsarrest heeft uitgesproken, geeft aan de hoofdgriffier van de Raad van State kennis van de beslissing. Art. 42. Wanneer de nietigverklaring door beide Wetgevende Kamers wordt uitgesproken, geeft de hoofdgriffier van de Raad van State tegelijkertijd kennis van 'de - beslissingen en van het regelingsarrest aan het rechtscollege dat de vraag heeft gesteld om bij wijze van prejudiciële beslissing uitspraak te laten doen. Art. 43. Wanneer de nietigverklaring niet door één van de Wetgevende Kamers wordt uitgesproken of wanneer de termijn van negentig dagen verstrijkt zonder dat de Wetgevende Kamers gebruik hebben gemaakt van hun recht tot nietigverklaring, geeft de hoofdgriffier van de Raad van State kennis van het regelingsarrest var het rechtscollege dat de vraag heeft gesteld om bij wijze van prejudiciële beslissing uitspraak te laten doen. Art. 35. L. 23 déc. 1946, art. 20, 3. Art. 36. L. 3 juillet 1971, art. 12, 4, al. ler. Art. 37. L. 3 juillet 1971, art. 13. Art. 38. L. 3 juillet 1971, art. 14, al. 2, 3 et 4. Art. 39. L. 3 juillet 1971, art. 12, 5. Art. 40. L. 3 juillet 1971, art. 15. Art. 41. L. 3 juillet 1971, art. 16. Art. 42. L. 3 juillet 1971, art. 17, Art. 43. L. 3 juillet 1971, art. 18. Art. 35. W. 23 dec. 1946, art. 20, 3. Art. 36. W. 3 juli 1971, art. 12, 4, al. 1. Art. 37. W. 3 juli 1971, art. 13. Art. 38. W. 3 juli 1971, art. 14, al. 2, 3 en 4. Art. 39. W. 3 juli 1971, art. 12, 5, Art. 40. W. 3 juli 1971, art. 15. Art. 41. W. 3 juli 1971, art. 16. _Art. 42. W. 3 juli 1971, art. 17. Art. 43, W. 3 juli 1971, art. 18.

7 21 MARS MAART '7 Ij mentionne sur l'expédition que l'arrêt a acquis force exé- 1 Hij vermeid op de uitgifte dat het arrest executoriale kramt toise heeft verkregen. Art. 44, La décision des Chambres législatives portant annulation d'un arrêt de règlement ou, à défaut d'annulation, l'arrêt de règlement, produit ses effets le dixième jour qui suit la publication au Moniteur belge. Art. 44. De beslissing van de Wetgevende Kamers waarbij een regelingsarrest wordt nietig verklaard of, bij gebreke van nietig= verklaring, het regelingsarrest, heeft uitwerking vanaf de tiende dag die volgt op de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad. Art. 45. Lorsqu'une question préjudicielle, telle que prévue à Art. 45. Wanneer een prejudicieel geschil, als bedoeld in artikel 18, voor het eerst voor het Hof van cassatie wordt opgewor. l'article 18, est soulevée pour la première fois devant la Cour de cassation, soit par les parties, soit d'office, la Cour transmet la pen, hetzij' door de partijen, hetzij ambtshalve, zendt het Hof het question pour décision aux Chambres législatives. geschil voor beslissing over aan de Wetgevende Kamers. Cette demande suspend le cours de la prescription. i Dit vérzoek schorst de loop van de verjaring. La décision des Chambres législatives produit ses effets le De beslissing van de Wetgevende Kamers heeft uitwerking vanaf dixième jour qui suit la publication au Moniteur belge. de tiende dag die volgt op de bekendmaking ' in het Belgisch. Staatsblad. I Art. 46. Le Roi présente aux Chambres législatives ou au Conseil 1 Art. 46. De Koning dient bij de Wetgevende Kamers of bij de culturel compétent, selon Ie cas, un projet de loi ou de décret tere ; bevoegde Cultuurraad, naar gelang van het geval, een ontwerp dant à l'abrogation ou à la mise en concordance de la disposition ( van wet of van decreet in, waarbij de naar de Raad van State déférée au Conseil d'etat soit avec l'arrêt de règlement, soit avec verwezen bepaling wordt opgeheven of in overeenstemming la décision des Chambres législatives, gebracht, hetzij met het regelingsarrest, hetzij met de beslissing van de Wetgevende Kamers. TITRE VI De l'emploi des langues au Conseil d'etat CHAPITRE Ier De l'emploi des langues devant la section de législation Art. 47. Les textes soumis à la section de législation par application des articles 2, 3 et 5, sont établis en langue française et en langue néerlandaise. L'examen de la section porte tant sur les textes rédigés dans chacune des deux langues que- sur la concordance de ces textes. L'avis de la section est formulé dans les deux langues. Art. 48. En cas d'application de l'article 56, alinéa 2, des lois sur l'emploi des langues en matière administrative, coordonnées le 18 juillet 1966, le texte soumis au Conseil d'etat est établi en une seule langue et l'avis n'est rendu que dans cette langue. Art. 49. Lorsque la section de législation est chargée de rédiger un des avant-projets visés à l'article 6, elle en établit le texte en langue française et en langue néerlandaise. Art. 50. La demande d'avis prévue à l'article 4 est portée devant la chambre de langue française ou de langue néerlandaise de la section de législation selon que la langue de l'avant-projet, de la proposition ou de l'amendement est le français ou -le néerlandais. CHAPITRE Ii De l'emploi des langues devant la section d'administration Section 1. - Emploi des langues par les organes du Conseil d'etat qui participent au fonctionnement de la section d'administration Art, 51. Les avis donnés aux ministres par application de l'article 9 sont formulés dans la langue dont la législation sur l'emploi des langues en matière administrative impose l'emploi dans leurs services intérieurs aux services dont l'activité s'étend à tout le pays. Si cette législation n'impose pas l'emploi d'une langue déterminée, l'avis sera donné dans la langue de la demande, TITEL VI. - Taalgebruik in` de Raad van State HOOFDSTUK I Taalgebruik in de afdeling wetgeving Art, 47. De teksten welke, met toepassing van de artikelen 2, 3 en 5, aan de afdeling wetgeving lijn onderworpen, zijn in de Nederlandse en de Franse taal gesteld. Het onderzoek der afdeling loopt zowel over de in ieder der twee talen gestelde teksten als over dezer overeenstemming. Het advies van de afdeling wordt in de twee talen gesteld. Art. 48. Bij toepassing van artikel 56, tweede lid, van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken, gecoordineerd op 18 juli 1966, wordt de tekst in één taal voorgelegd en het advies alleen in die taal gesteld. Art. 49. Wanneer de afdeling wetgeving belast is met het stellen van een der bij artikel 6 bedoelde voorontwerpen, wordt de tekst ervan in de Nederlandse en in de Franse taal gesteld. Art. 50. De in artikel 4 bedoelde aanvraag tot advies wordt bij de nederlandstalige of de franstalige kamer van de afdeling wetgeving aanhangig gemaakt naargelang de taal van het voorontwerp, het voorstel of het amendement het Nederlands of het Frans is, HOOFDSTUK 11 Gebruik van de talen in de afdeling administratie Afdeling 1. - Gebruik van de talen door de organen van de Raad van State betrokken bij de werking van de afdeling administratie Art. 51. De adviezen aan de ministers te verstrekken met toepassing van artikel 9, worden gesteld in de taal die de diensten waarvan de werkkring het ganse land bestrijkt krachtens de wetgeving op het gebruik van de talen in bestuurszaken, moeten gebruiken in hun binnendiensten. Indien die wetgeving het gebruik van een bepaalde taal niet voorschrijft, wordt het advies gesteld in de taal van de aanvraag. Art. 44. L. 3 juillet 1971, art. 19. Art. 45. L. 3 juillet 1971, art. 20. Art. 46. L. 3 juillet 1971, art. 21. Art. 47. L. 23 déc. 1946, art. 23, al. Ier à 3. Art. 48. L. 23 déc. 1946, art. 23, al. 4, aj. L. 3 juin 1971, art. 13. Art. 49. L. 23 déc. 1946, art. 24. Art. 50. L. 3 juillet 1971, art. 10, al. 4. Art. 51. L. 23 déc. 1946, art. 25, ter, mod. L. 15 avril 1958, art. ler, et A.R. du 12 janvier 1973, art. Ier, Ier, 1 et 2.; Art. 44. W. 3 juli 1971, art. 19. Art. 45. W. 3 juli 1971, art. 20. Art. 46. W. 3 juli 1971, art. 21. Art. 47. W. 23 dec. 1946, art. 23, al. 1 tot 3. Art. 48. W. 23 art. 13. dec. 1946, art. 23, al. 4, toegev. W. 3 juni 1971, Art. 49. W. 23 dec. 1946, art. 24. Art. 50. W. 3 juli 1971, art. 10, al. 4. Art. 51. W. 23 dec. 1346, art. 25, 1, gew. W. 15 art. 1, en K.B. van 12 januari 1973, art. 1, 1, 1 en 2. april 1958,

8 3468 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD Art. 52. Les affaires introduites sur la base des articles 12, 13 et 16 sont traitées dans la langue employée dans la décision rendue par l'instance inférieure. Si le Conseil d'etat estime que cette langue a été employée en contradiction avec la loi, la chambre saisie renvoie l'affaire à la chambre bilingue qui statue'dans la -langue requise. Si la décision du Conseil d'etat est rendue en premier et dernier ressort, ii est fait usage de la langue dont la législation sur l'emploi des langues en matière administrative impose l'emploi dans leurs services intérieurs, aux services dont l'activité s'étend à tout le pays. Art. 53. Les demandes d'avis, les demandes d'indemnités et les recours en annulation fondés sur les articles 10, 11 et 14 sont traités dans la langue dont la législation sur l'emploi des langues en matière administrative impose l'emploi dans leurs services intérieurs aux services dont l'activité s'étend à tout le pays. Si cette législation n'impose pas l'emploi d'une langue déterminée, l'affaire sera traitée dans la langue de l'acte par lequel elle a été introduite devant le Conseil d'etat. Art. 54. Lorsque la demande ou le recours est introduit par un agent d'un service public et a trait à une décision fixant la situation juridique individuelle ou réglant le statut de cet agent, la langue dans laquelle l'affaire sera traitée est déterminée sur la base des critères ci-après par ordre de priorité 1 la région unilingue dans laquelle le fonctionnaire exerce ses fonctions ; 2 le rôle linguistique auquel il appartient ; 3 la langue dans laquelle il a présenté son épreuve d'admission; 4 la langue du diplôme ou du certificat qu'il a dû produire en vue de sa nomination ; 5 la langue de l'acte par lequel l'affaire a été introduite. Art. 55. Lorsque la demande ou le recours est introduit par un magistrat de l'ordre judiciaire, la langue dans laquelle l'affaire sera traitée est déterminée par le statut linguistique de ce magistrat, tel qu'il est réglé par l'article 43 de la loi du 15 juin 1935 concernant l'emploi des langues en matière judiciaire, modifié par l'article 174 des dispositions modificatives contenues dans l'article 3 de la loi du 10 octobre Lorsqu'il s'agit de magistrats dont le diplôme date d'avant le ler janvier 1938, l'affaire est traitée dans la langue de l'acte par lequel elle a été introduite. Art. 56. Lorsque la demande 'ou le recours est introduit par un officier de l'armée active ou un officier du cadre de complément des forces armées, l'affaire est traitée dans la langue dont cet officier possède une connaissance approfondie au sens de l'article 2 de la loi du 30 juillet 1938 concernant l'usage des langues à l'armée, modifi( par la loi du 30 juillet Art. 57. Lorsque la demande ou le recours est introduit par un candidat officier, candidat sous-officier, officier auxiliaire ou sousofficier auxiliaire de la force aérienne, l'affaire est traitée dans la langue du diplôme ou du certificat que l'intéressé a produit en vue de son admission en qualité de candidat officier auxiliaire ou de'càndidat sous-officier auxiliaire de la force aérienne. Amt. 52. L. 23 déc. 1946, a-í. 25, 2, mod. L. 15 avril 1958, art. 1er, et A.R. du 12 janvier 1973, art. 1er, ber. l. Art. 53. L. 23 déc. 1946, art. 25, 3, mod. L. 15 avril 1958, art : ler, et L. 3 juin 1971, art. 14, 1 et A.R. du 12 janvier 1973, art. ler, 1er, 10 et 2. Art. 54. L. 23 déc. 1946, art. 25, 4, rood. L. 15 avril 1958, art. ler. Art. 55. L. 23 déc. 1946, art. 25, 5, mod. L. 15 avril 1958, art. ler. A l'alinéa 1er, les mots «modifié octobre 1967» ont été ajoutés par souci de précision. Art. 56. L. 23 déc. 1946, art. 25, 6, mod. L, 15 avril 1958, art. ler. Art. 57, L. 23 déc, 1946, art, 25, 7, mod, L; 15 avril 1958, art, ler, Art. 52. De zaken ingediend op grond van de artikelen 12, 13 en 16 worden behandeld in de taal waarin de in lagere instantie getroffen beslissing is gesteld. Oordeelt de Raad van State dat deze taal in strijd met de wet gebruikt werd, dan verzendt de kamer waarbij de zaak aanhangig is deze naar de tweetalige kamer, die uitspraak doet in de vereiste taal. Wordt door de Raad van State i n eerste en laatste aanleg uitspraak gedaan, dan wordt de taal gebruikt die de diensten waarvan de werkkring het ganse land bestrijkt krachtens de wetgeving op het gebruik van de talen in bestuurszaken, moeten gebruiken in hun binnendiensten. Art. 53. De verzoeken ;om advies, de verzoeken om schadever. goeding en de beroepen tot nietigverklaring, gegrond op de artikelen 10, 11 en 14 worden behandeld in de taal die de diensten waarvan de werkkring het ganse land bestrijkt krachtens de wetgeving op het gebruik van de talen in bestuurszaken, moeten gebruiken in hun binnendiensten. Indien die wetgeving het gebruik van een bepaalde taal niet voorschrijft, geschiedt de behandeling in de taal van de akte waarbij de zaak bij de Raad van State werd ingediend. Art. 54. Wanneer het verzoek of het beroep uitgaat van een ambtenaar in overheidsdienst en betrekking heeft op een beslissing waarbij de individuele rechtstoestand van deze ambtenaar bepaald of zijn statuut geregeld wordt, dan wordt de taal waarin de zaak moet behandeld worden bepaald op grond van de navolgende criteria, in de opgegeven volgorde 1 het eentalig gebied waarin de ambtenaar zijn ambt uit oefent; 2 de taalrol waartoe hij behoort ; 3 de taal waarin hij zijn toelatingsexamen heeft afgelegd ; 4 de taal van het diploma of getuigschrift dat hij voor zijn benoeming heeft moeten overleggen ; 5 de taal van de akte waarbij de zaak werd ingediend. Art. 55. Wanneer het, verzoek bi het beroep uitgaat van een magistraat van de rechterlijke orde wordt de taal waarin de zaak moet behandeld worden bepaald door het taalstatuut van deze magistraat, zoals het is geregeld bij artikel 43 van de wet van 15 juni 1935 betreffende het gebruik der talen in gerechtszaken, gewijzigd bij artikel 174 van de wijzigingsbepalingen die voorkomen in artikel 3 van de wet van 10 oktober Betreft het magistraten wier diploma van vc ér 1 januari 1938 gedagtekend is, dan wordt de zaak behandeld in de taal van de akte waarbij zij ingediend werd. Art. 56. Wanneer het verzoek of het beroep uitgaat van een officier van het actief leger of van een officier van het aanvullingskader der strijdkrachten, wordt de zaak behandeld in de taal waarvan de officier een grondige kennis bezit, zoals bedoeld in artikel 2 van de wet van 30 juli 1938 betreffende het gebruik der talen bij het leger, gewijzigd bij de wet van 30 juli Art. 57. Wanneer het verzoek of het beroep uitgaat van een aspirant-officier, aspirant-onderofficier, hulpofficier of hulponderofficier van de luchtmacht, wordt de zaak behandeld in de taal van het diploma of het getuigschrift dat belanghebbende heeft overgelegd met het oog op zijn aanvaarding als aspirant-hulpofficier of àspirant-hulponderofficier van de luchtmacht. Art. 52. W. 23 dec. 1946, art. 25, 2, gew. W. 15 art. 1, en K.B. van 12 januari 1973, art. 1. 1, 1. april 1958, Art. 53. W. 23 dec. 1946, art. 25, 3, gew. W. 15 april 1958, art. 1, en W. 3 juni 1971, art. 14, i, en K.B. 12 januari 1973, art. 1, 1, 1 en 2. Art. 54. W. 23 dec. 1946, art. 25, 4, gew. W. 15 april 1958, art. 1. Art. 55. W. 23 dec. 1946, art. 25, 5, gew. W. 15 april 1958, art. 1. in alinea 1 werden de woorden «gewijzigd 1 oktober 1967» duidelijkheidshalve toegevoegd. Art. 56. W. 23 art. 1. dec. 1946, art. 25, 6, gew. W. 15 april 1958, Art. 57. W. 23 art. 1. dec. 1946, art. 25, 7, gew. W. 15 april 1958,

9 21 MARS MAART Art. 58. Lorsque la demande ou le recours est introduit par 1 Art. 58. Wanneer het verzoek of het beroep uitgaat van een un officier de réserve des forces armées, l'affaire est traitée dans reserveofficier der strijdkrachten, wordt de zaak behandeld in de la langue dans laquelle cet officier a suivi le cycle de formation taal waarin deze officier de opieidingscyyclus heeft gevolgd die préalable à sa nomination au grade de sous-lieutenant de réserve 1 voorafging aan zijn benoeming tot de graad van reserveonderdans les forces armées. luitenant bij de strijdkrachten. Art. 59. Lorsque la demande ou le recours est introduit par, Art. 59. Wanneer het verzoen cf het beroep uitgaat van een un sous-officier des cadres actifs des forces armées, l'affaire est :. onderofficier van het actief kader der strijdkrachten, wordt de traitée dans la langue dont le sous-officier possède une connaissance effective au sens de l'article 8, alinéa ler, de la loi du kennis bezit, zoals bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de wet van zaak behandeld in de taal waarvan de onderofficier de werkelijke 30 juillet 1938 concernant l'usage des langues à l'armée. 30 juli 1938, betreffende het gebruik der talen bij het leger. Art. 60. Egalement, lorsque la demande ou le recours est introduit par un titulaire d'une des fonctions visées dans les articles 54 à 59 et est relatif à une décision réglant la situation juridique individuelle d'un autre titulaire d'une fonction similaire, la langue dans laquelle l'affaire sera traitée est déterminée conformément aux articles 54 à 59, sans préjudice toutefois des dispositions de l'article 61, 4. Art. 61. Sont dévolues à la chambre bilingue prévue par les articles 86 à 89 1 toutes les affaires mues entre parties soumises à la législation sur l'emploi des langues en matière administrative et appartenant à des régimes linguistiques différents ; 2 les affaires connexes dont l'une requiert pour la traiter une langue différente de celle qui est requise pour les autres ; 3 les affaires visées aux articles 54 à 59 qui ont été introduites par requête collective et pour lesquelles l'application des critères formulés auxdits articles impose l'emploi de l'une ou de l'autre langue; 4 les affaires visées à l'article 60,.lorsque le titulaire dont il s'agit de déterminer la situation juridique y intervient régulièrement et que, de ce fait, l'application dans son chef des critères formulés aux articles 54 à 59 impose l'emploi d'une langue autre que celle dans laquelle l'affaire devrait être traitée par application de l'article 60. Art. 62. Lorsque l'affaire est dévolue à la chambre bilingue, les actes écrits émanant des organes du Conseil d'etat doivent être établis en langue française et en langue néerlandaise. Les avis et arrêts sont rendus dans ces deux langues. Art. 63. Les avis émis par application de l'article 10 et les arrêts rendus par application des articles 11, 12, 13, 14 et 16 sont rédigés en langue française et en langue néerlandaise. En outre, les avis et arrêts sont rendus en langue allemande dans les affaires concernant un habitant des cantons d'eupen, de Malmédy, de Saint-Vith ou des communes de Membach, Gemmenich, Moresnet et La Calamine qui en aura fait la demande. Section 2. - Emploi des langues par les parties qui comparaissent devant le Conseil d'etat Art. 64. Les parties soumises à la législation sur l'emploi des langues en matière administrative font usage dans leurs actes et déclarations de la langue dont l'emploi leur est imposé par cette législation, dans leurs services intérieurs. Néanmoins, dans les cas visés aux articles 60 et 61, 4, elles emploient la langue imposée aux organes du Conseil d'etat. Art Sont nuls, toute requête et tout mémoire adressés au Conseil d'etat par une partie soumise à la législation sur l'emploi des langues en matière administrative dans une autre langue que celle dont l'emploi lui est imposé par cette législation, Art. 60. Ook wanneer het verzoek of het beroep uitgaat van een titularis van een der ambten als bedoeld in de artikelen 54 tot 59 en betrekking heeft op een beslissing tot regeling van de individuele rechtstoestand van een ander titularis van een gelijkaardig ambt, wordt het taalgebruik bij de behandeling van de zaak geregeld overeenkomstig de artikelen 54 tot 59, onverminderd evenwel het bepaalde in artikel 61, 4. Art: 61. Naar de tweetalige kamer, bedoeld bij de artikelen 86 tot 89, worden verwezen 1 alle gedingen tussen partijen welke onderworpen zijn aan de wetgeving op het gebruik van de talen in bestuurszaken en die een verschillend taalstelsel hebben ; 2 de verknochte zaken waarvan de behandeling in een verschillende taal moet geschieden; 3 de zaken bedoeld in de artikelen 54 tot 59, welke bij een collectief verzoekschrift ingediend werden en waarvoor de toepassing van de in die artikelen vermelde criteria het verplicht gebruik van een verschillende taal tot gevolg heeft ; 4 de zaken bedoeld in artikel 60, wanneer de titularis wiens rechtstoestand geregeld wordt, op regelmatige wijze in de zaak tussenkomt, waardoor de toepassing in zijnen hoofde van de in de artikelen 54 tot 59 vermelde criteriaa het verplicht gebruik van een andere taal dan die waarin de zaak met toepassing van artikel 60 zou moeten behandeld worden tot gevolg heeft. Art. 62. Wanneer de zaak naar de tweetalige kamer wordt verwezen, moeten de geschreven akten uitgaande van de organen van de Raad van State in het Nederlands en in het Frans gesteld zijn. De adviezen en arresten worden in die twee talen verleend. Art. 63. De adviezen te verstrekken op grond van artikel 10 en de arresten te wijzen op grond van de artikelen 11, 12, 13, 14 en 16 worden in het Nederlands en in het Frans gesteld. De adviezen en arresten worden bovendien in het Duits gesteld voor zaken betreffende een inwoner van de kantons Eupen, Malmédy; Sankt-Vith of van de gemeenten Membach, Gemmenich, Morésnet en Kalmis, die het gebruik van deze taal mocht hebben aangevraagd. Afdeling 2. - Gebruik van de talen door de partijen die voor de Raad van State verschijnen Art. 64. De partijen die onderworpen zijn aan de wetgeving op het. gebruik van de talen in bestuurszaken, gebruiken voor hun akten en verklaringen de taal welke hun opgelegd is door die wetgeving in hun binnendiensten. Evenwel in de gevallen bedoeld bij de artikelen 60 en 61, 4, gebruiken zij de taal opgelegd aan de organen van de Raad van State. Art. 65. Nietig is ieder verzoekschrift dat en iedere memorie die door een aan de wetgeving op het gebruik van de talen in bestuurszaken onderworpen partij aan de Raad van State is gericht in een andere taal dan die haar bij die wetgeving is opgelegd. Art. 58, L. 23 déc. 1946, art Ier. Art. 59, L. 23 déc. 1946, art Ier, ' t. 60. L. 23 déc. 1946, art Ier. Ar-t. 61. L. 23 déc. 1946, art. ler et A.R. du 12 janvier Art. 62. L. 23 déc. 1946, 5 art. 25, 8, mod. L. 15 avril 1958, art. 25, 9, mod. L. 15 avril 1958, art. 25, 10, mod. L. 15 avril 1958, art. 25, 11, mod, L. 15 avril 1958, 1973, art. ler, ler, 3. art. 25, 12, mod. L. 15 avril 1958, art. i er. Art. 63. L. 23 déc. 1946, art. 25, 13, mod. L. 15 Art. Ier, et L. 3 juin 1971, art. 14, 2. Art. 64. L. 23 déc. 1946, art. 26, ler, mod. L. art. ler, et A.R. du 12 janvier 1973, art. ler, 2, 1. Art. 65. L. 23 déc. 1946, art. 26, 2, mod. L. art, ler, et A.R. du 12 janvier 1973, art. ler, 2, 2., avril 15 avril 15 avril 1958, 1958, 1958, Art. 58. W. 23 dec. 1946, art. 25, 8, gew. W. 15 april 1958, art. 1. Art. 59. W. 23 dec. 1946, art. 25, 9, gew. W. 15 april 1958, art. 1. Art. 60. W. 23 dec. 1946, art. 25, 10, gew. W. 15 april 1958, art. 1. Art. 61. W. 23 dec. 1946, art. 25, 11, gew. W. 15 april 1958, art. 1, en K.B. van 12 januari 1973, art. 1. 1, 3. Art. 62. W. 23 dec. 1946, art. 25, 12, gew. W. 15 april 1958, art. 1. Art. 63. W. 23 dec. 1946, art. 25, 13, gew. W. 15 april 1958, art. 1, en W. 3 juni 1971, art. 14, á. Art. 64. W. 23 dec. 1946, art, 26, 1, gew. W. 15 april 1958, art. 1, en K.B. van 12 januari 1973, art. 1, 2, 1. Art. 65. W. 23 dec. 1946, art. 26, 2, gew. W. 15 april 1958, art. 1, en K.B_ man 12 januari 1973, art. 1, 2, 2

10 3470 MO^,NF.'EUR BELGE - BELGISCH STAATSBLAD La nullité est prononcée d'office. Toutefois, l'acte frappé de nullité interrompt les délais de prescription et de procédure ; ces délais ne courent pas durant l'instance. Art. 66. Les parties qui ne sont pas soumises à la législation sur l'emploi des langues en matière administrative peuvent établir leurs actes et déclarations dans la langue de leur choix. Au besoin et notamment à la demande de l'une des parties, il est fait appel à un traducteur ; les frais de traduction sont à charge de l'etat. CHAPITRE III. - De l'emploi des langues devant la section des coi flits de compé`ence Art. 67, La langue de la procédure est la même que celle qui est applicable dans les affaires qui sont dévolues à la chambre bilingue de la section d'administration. CHAPITRE IV. - De l'emploi des langues dans les services du Conseil d'etat Art. 63. Les travaux administratifs du Conseil d'etat et l'organisation de ses services sont régis par les dispositions de la législation sur l'emploi des langues en matière administrative qui sont applicables aux services dont l'activité s'étend à tout le pays. De nietigheid wordt ambtshalve uitgesproken. De nietige akte sluit echter de termijnen van de verjaring en van de procedure ; deze termijnen lopen niet gedurende de instantie. Art. 66. De partijen die niet onderworpen zijn aan de wetgeving op het gebruik van de talen in bestuurszaken, mogen voorhun akten en verklaringen de taal gebruiken welke zij verkiezen. Zo nodig, en inzonderheid op verzoek van een der partijen, wordt beroep gedaan op een vertaler ; de kosten van vertaling zijn ten laste van de Staat. HOOFDSTUK III. - Gebruik van de talen in de afdeling bevoegdheidsconflicten Art. 67. De taal van de rechtspleging is dezelfde als die welke van toepassing is in zakken die naar de tweetalige kamer van de afdeling administratie worden verwezen. HOOFDSTUK IV. - Gebruik van de talen in de diensten van de Raad van State Art. 68. De administratieve werkzaamheden van de Raad van State en de organisatie van zijn diensten zijn onderworpen aan de bepalingen van de wetgeving op het gebruik van de talen in bestuurszaken, die gelden voor de diensten waarvan de werkkring het ganse land bestrijkt. TITRE VII. - De l'organisation du Conseil d'etat TITEL Vil. -- Inrichting van de Raad van State CHAPITRE Ier. - Dispositions communes aux trois sections Art. 69. Le Conseil d'etat est composé - de dix-huit membres, étant un premier président, un prési dent, quatre présidents de chambre et douze conseillers d'etat ; - de l'auditorat, comprenant un auditeur général, un auditeur général adjoint, huit premiers auditeurs et vingt-neuf auditeurs et auditeurs adjoints ; - Pour l'application de l'alinéa premier,' -sont assimilées aux fonctions exercées en Belgique, les fonctions de même nature exercées dans les territoires qui ont été soumis à la souveraineté belge ou confiés à l'administration de la Belgique. Les conseillers d'etat sont, pour la moitié au moins de leur nombre, nommés parmi les membres de l'auditorat et de coordination. du bureau HOOFDSTUK I. - Bepalingen gemeen aan de drie afdelingen Art. 69. De Raad van State is samengesteld -- uit achttien leden, zijnde een eerste voorzitter, een vier kamervoorzitters en twaalf staatsraden ; -- uit het auditoraat, samengesteld uit een auditeur-generaal, een adjunct-auditeur-generaal, acht eerste auditeurs en negenentwintig auditeurs en adjunct-auditeurs ; - du bureau de coordination, comprenant deur ; premiers réfé- -- uit het coérdinatiebureau, samengesteld uit twee eerste referendaires, quatre référendaires et référendaires adjoints ; I rendarissen, vier referendarissen en adjunct-referendarissen ; - du greffe, comprenant un greffier en chef, -un greffier de ' - uit de griffie, samengesteld uit een_ hoofdgriffier, een afdesection et cinq greffiers. Art Les conseillers d'etat sont nommés par le Roi sur deux listes comprenant chacune trois candidats et- présentées, l'une par le Conseil d'etat, l'autre alternativement par la Cham. bre des représentants et par le Sénat Nul ne peut être nommé conseiller d'etat s'il n'a 40 ans accomplis, s'il n'est docteur en droit, et s'il n'a, pendant au moins dix ans, suivi le barreau, occupé des emplois d'administration générale ou des fonctions judiciaires, ou enseigné le droit dans une université belge. lingsgriffrer en vijf griffiers. voorzitter, Art De staatsraden worden door de Koning benoemd uit twee lijsten, elk met drie kandidaten, waarvan één door de Raad van State en één beurtelings door de Kamer van volksvertegenwoordigers en door de Senaat wordt voorgedragen. 2. Niemand kan tot staatsraad benoemd worden tenzij hij volle 40 jaar oud en doctor in de rechten is, mitsgaders hij gedurende ten minste tien jaar bij de balie is ingeschreven -geweest, bedieningen van algemeen bestuur of rechterlijke ambten heeft bekleed of het recht in een Belgische universiteit heeft gedoceerd. Voor de toepassing van het eerste lid worden met in België uitgeoefende ambten gelijkgesteld, - soortgelijke ambten uitgeoefend in dé gebieden die onder België's soevereiniteit of onder Belgisch bestuur hebben gestaan. De staatsraden worden, voor ten minste de helft van hun aantal, benoemd uit de leden van het- auditoraat en - van het codrdinatiebureau. Art. 66. L. 23 déc. 1946, art. 26, 3, mod. L. 15 avril 1958, art. ler, L. 3 juin 1971, art. 15, et A.R. du 12 janvier 1973, art. ler, 2, 3. Art. 67. L. 3 juillet 1971, art. 12, 4, al. 2. Art. 68. L. 23 déc. 1946, art. 27, mod. L, 15 avril 1958, art. ler, et A.A. du 12 janvier 1973, art. ler, 3. Art. 69. L. 23 déc. 1946, art. 28, mod. L. 3 juin 1971, art. 16. Art. 70. ler. L. 23 déc. 1946, an:;. 34, ïer, mol. L. 3 juin 1971, art. 21 ; 2. L. 23 déc. 1946, art. 30, mod. L. 8 février 1962, art. Ier, et L. 3 juin 1971, art. 17, à l'exception des -mots «ou assesseurs de la section de législation» (al. 1er). A l'al. ler, les mots «membre du Conseil d'etat» ont été remplacés par les mots «conseiller d'etat» et à l'al. 3, les mots «membres du Conseil d'etat» ont été remplacés par les mots «conseillers d'etat», par souci de concordance avec le ler, - Art. 66. W. 23 dec. 1946, art. 26, 3, gew. W. 15 april 1958, art. 1. W. 3 juni 1971, art. 15, en K.B. van 12 januari 1973, art. 1, 2, 3. Art. 67. W. 3 juli 1971, art. 12, 4, al. 2. Art. 68. W. 23 dec. 1946, art. 27, gew. W. 15 april 1958, art. 1, en K.B. van 12 januari 1973, urt. 1, 3. Art. 69. W. 23 dec. 1946, art. 28, gew. W. 3 juni 1971, art. 16. Art W. 23 dec. 1946, art. 34, 1, gew. W. 3 juni 1971 ; art W. 23 dec. 1946, art. 30, gew. W. 8 febr. 1962, art. 1, en W. 3 juni 1971, art. 17, behalve de woorden «of tot bijzitter van de afdeling wetgeving» (al. 1). In al. 1 werden de woorden «lid van de Raad van State» vervangen door het woord «staatsraad» en in al. 3 werden de woorden «leden van de Raad van State» vervangen door het woord «staatsraden», ten einde overeenstemming te bereiken met 1.

11 21 MARS MAART Le Conseil d'etat choisit en son sein son premier présidera : son président et ses présidents de chambre. 4. Le premier président, le président, les présidents de chambre et les conseillers d'etat sont nommés à vie-. Art. 71. ler. Les auditeurs adjoints et les référendaires adjoints sont nommés par le Roi sur une liste indiquant l'ordre de leur classement à un concours dont le Conseil d'état détermine les conditions et constitue le jury. Celui-ci doit comprendre au moins un membre du Conseil d'etat, l'auditeur général ou un premier auditeur désigné par lui, un premier référendaire et une personne étrangère à l'institution. La durée de validité du concours est de deux ans. Pour pouvoir être nommé auditeur adjoint ou référendaire adjoint, le candidat doit avoir 30 ans accomplis, être docteur en droit et avoir, en Belgique et pendant au moins trois ans, suivi le barreau, exercé des fonctions judiciaires, administratives ou r cientifiques ou enseigné le droit dans une université. Sont assimilées aux fonctions exercées en Belgique, les fonctions de même nature exercées dans les territoires qui ont été soumis à la souveraineté belge ou confiés à l'administration de la Belgique. Par dérogation au 2, tout auditeur adjoint peut, lors de la 4 première vacance utile après son entrée au Conseil d'etat, être Î nommé référendaire adjoint à sa demande et par priorité, sur avis conforme du premier président et de l'auditeur général. Tout référendaire adjoint peut être nommé auditeur adjoint dans les mêmes conditions. 2. Sont nommés par le Roi auditeurs ou référendaires, respectivement a) sur avis conforme du premier président et de l'auditeur général, les auditeurs adjoints qui comptent au moins deux années de fonctions ; b) sur avis conforme du premier président, les référendaires adjoints qui comptent au moins deux années de fonctions. 3. Les premiers auditeurs et les premiers référendaires sont nommés par le Roi, respectivement a) parmi les auditeurs ayant dix années de fonctions en cette qualité, l'auditeur général et le premier président entendus ; b) parmi les référendaires ayant dix années de fonctions en cette qualité, le premier président entendu. Le Roi peut autoriser les auditeurs et les référendaires ayant dix ans de fonctions en cette qualité, à porter respectivement le titre de premier auditeur et de premier référendaire. 4, L'auditeur général et l'auditeur général adjoint sont nommés par le Roi. Nul ne peut être nommé auditeur général s'il n'est auditeur général adjoint ou premier auditeur. Nul ne peut être nommé auditeur général adjoint s'il n'est premier auditeur. 5. L'auditeur général peut être suspendu et révoqué par le Roi, le Conseil d'état entendu. Les autres membres de l'auditorat et les membres du bureau de coordination peuvent être suspendus et révoqués par le Roi sur la proposition de l'auditeur général ou du premier président respectivement, le Conseil d'etat entendu. Art. 72. ler. Les greffiers sont nommés par le Roi sur trois listes de deux candidats présentées respectivement par l'assemblée générale du Conseil d'etat, par l'auditeur général et par le greffier en chef. Nul ne peut être nommé greffier s'il n'a 25 ans accomplis, s'il n'est titulaire d'un diplôme de l'enseignement moyen du degré supérieur ou d'études déclarées équivalentes par le Roi et s'il n'a été pendant cinq ans au moins, membre du personnel administratif du Conseil d'etat. 3. De Raad van State kiest uit zijn leden zijn eerste voorzitter, zijn voorzitter en zijn kamervoorzitters. 4. De eerste voorzitter, de voorzitter, de kamervoorzitters en de staatsraden worden voor het leven benoemd. Art De adjunct-auditeurs en de adjunct-referendarissen worden door de Koning benoemd uit een lijst vermeldende hun rangschikking in een vergelijkend examen waarvan de Raad van State de voorwaarden bepaalt en waarvan hij de examencommissie aanstelt. Deze bestaat ten minste uit één lid van de Raad van State, de auditeur-generaal of een door hem aangewezen eerste auditeur, één eerste referendaris en één buiten de instelling staande persoon. De examenuitslag blijft twee jaar geldig. Om tot adjunct-auditeur of tot adjunct-referendaris te kunnen worden benoemd, moet de kandidaat ten volle 30 jaar oud zijn, doctor in de rechten zijn, en in België, gedurende ten minste drie jaar bij de balie ingeschreven geweest zijn, rechterlijke, bestuurlijke of wetenschappelijke ambten bekleed hebben of het recht in een universiteit gedoceerd hbben. Met in België uitgeoefende ambten worden gelijkgesteld, soortgelijke ambten uitgeoefend in de gebieden die onder België's soevereiniteit of onder Belgisch bestuur hebben gestaan. In afwijking van 2 kan iedere adjunct-auditeur bij de eerste voor hem nuttige vacature na zijn indiensttreding in de Raad van State, op zijn verzoek en bij voorrang, op eensluidend advies van de eerste voorzitter en van de auditeur-generaal, tot adjunctreferendaris worden benoemd. Iedere adjunct-referendaris kan in dezelfde voorwaarden tot adjunct-auditeur worden benoemd. 2. Tot auditeur of referendaris worden onderscheidenlijk door de Koning benoemd a) op eensluidend advies van de eerste voorzitter en van 'de auditeur=generaal, de adjunct-auditeurs die ten minste twee jaar dienst tellen ; b) op eensluidend advies van de eerste voorzitter, de adjunctreferendarissen die ten minste twee jaar dienst tellen. 3. De eerste auditeurs en de eerste referendarissen worden door de Koning benoemd, onderscheidenlijk a) uit de auditeurs die tien jaar dienst in die hoedanigheid tellen, de auditeur-generaal en de eerste voorzitter gehoord ; b) uit de referendarissen die tien jaar dienst in die hoedanigheid tellen, de eerste voorzitter gehoord. De Koning kan de auditèurs en de referendarissen die tien jaar dient in die hoedanigheid tellen, machtigen om onderscheidenlijk de titel van eerste auditeur of eerste referendaris te dragen. 4. De auditeur-generaal en de adjunct-auditeur-generaal worden door de Koning benoemd. Niemand kan tot auditeur-generaal worden benoemd, tenzij hij adjunct-auditeur-generaal of eerste auditeur is. Niemand kan tot adjunct-auditeur-generaal worden benoemd, tenzij hij eerste auditeur is. 5. De auditeur-generaal kan door de Koning worden geschorst en ontslagen, de Raad van State gehoord. De andere leden van het auditoraat en de leden vn het coir~ dinatiebureau kunnen op voorstel van onderscheidenlijk de auditeur-generaal of de eerste voorzitter, door de Koning worden geschorst en ontslagen, de Raad van State gehoord. Art De griffiers worden door de Koning benoemd uit drie lijsten van twee kandidaten, onderscheidenlijk voorgedragen door de algemene vergadering van de Raad van State, de auditeur-generaal en de hoofdgriffier. Niemand kan tot griffier worden benoemd, tenzij hij ten volle 25 jaar oud is, houder van een diploma van middelbaar onderwijs van de hogere graad of van hiermee door de Koning gelijkwaardig verklaarde studiën en gedurende ten minste vijf jaar lid van het administratief personeel van de Raad van State is geweest. Art. 70, 3 et 4. L. 23 déc. 1946, art. 34, 2 et 3, rnod. L, 3 juin 1971, art. 21. Art. 71, ler. L. 23 déc. 1946, art. 31, 2, al. ler et 2 inversés et 3, mod. L. 3 juin 1971, art. 18 ; 2, 3, 4 et 5. L. 23 déc. 1946, resp. art. 31, ter, 4,'5 et 6, mod. L. 3 juin 1971, art. 18, Art. 72. L. 23 déc. 1946, art. 32, mod. L. 3 juin 1971, art. 19. Art en 4. W. 23 dec. 1946, art. 34, 2 en 3, gew. W. 3 juni 1971, art. 21. Art W. 23 dec. 1946, art. 31, 2, le en 2e lid, in omgekeerde orde, en 3, gew. W. 3 juni 1971, art. 18; 2, 3, 4 en 5. W, 23 dec. 1946, respect. art. 31, 1, 4, 5 en 6, gew. W. 3 juni 1971, art. 18. Art. 72. W. 23 dec. 1946, art. 32, gew. 1Cí. 3 juni 1971, art, 19.

12 3472 MONITEUR BELGE - BELGISCH STAATSBLAD 2. Le greffier de section est nommé par le Roi, le Conseil j 2. De afdeli_ngsgriffier wordt benoemd door de Koning, de d'etat et le greffier en chef entendus. Raad van State en de hoofdgriffier gehoord. Nul ne peut être nommé greffier de section s'il ne réunit les Niemand kan tot afdelingsgriffier worden benoemd tenzij hij conditions prévues à Parti 71, ler, alinéa 2 et s'il n'a réussi, de voorwaarden bepaald in artikel 71, 1, tweede lid, vervult en avec 60 p.c. des points au moins, le concours prévu au même geslaagd is met ten minste 60 pet. van de punten, voor het in article. hetzelfde artikel bedoelde examen. Pour l'application de l'alinéa 2, la durée de validité du concours est illimitée. van de examenuitslag onbeperkt -Voor de toepassing van het tweede lid is de geldigheidsduur. 3. Le greffier en chef est nommé par le Roi. Nul ne peut être nommé greffier en chef s'il n'a exercé les fonctions de greffier de section pendant cinq ans au moins et s'il n'est présenté par le Conseil d'etat. Si le greffier, de section n'est pas présenté ou n'est pas nommé, le greffier en chef est nommé, sur présentation du Conseil d'etat, parmi les membres de l'auditorat et du bureau de coordination ayant cinq ans de fonctions ou, à défaut de tels candidats, parmi les lauréats du concours prévu à l'article 71, ler, alinéa ler, âgés d'au moins 35 ans,; 4. Les membres du greffe peuvent être suspendus et révoqués par le Roi, le Conseil d'etat entendu. Art. 73. ler. Le président doit justifier par son diplôme qu'il a passé l'examen de docteur en droit dans la langue, française ou néerlandaise, autre que celle du premier président,, L'auditeur général adjoint et le greffier -de section doivent justifier, par leur diplôme, qu'ils ont passé l'examen de docteur en droit dans la langue, française ou néerlandaise, autre que celle de l'auditeur général et du greffier en chef, respectivement, La moitié des présidents de chambre, des conseillers d'etat, des premiers auditeurs, des premiers référendaires, des auditeurs et auditeurs adjoints comptés ensemble, des référendaires et référendaires adjoints comptés ensemble, doivent justifier, par leur diplôme, qu'ils ont subi l'examen de docteur en droit en langue française ; l'autre moitié de chaque groupe, en langue néerlandaise. La moitié des greffiers doivent être nommés parmi les membres du personnel administratif du rôle français ; l'autre moitié parmi les membres du personnel administratif du rôle néerlandais. S'il existe un nombre impair d'emplois dans un des groupes énumérés à l'alinéa 3, un titulaire de ce groupe ne sera pas compté pour l'application de cette -disposition 2. Un des deux présidents doit justifier de la connaissance de la langue, française ou néerlandaise, autre que celle de son diplôme. Quatre membres du Conseil d'etat au moins, huit membres de l'auditorat au moins, un membre du bureau 'de coordination au moins, le greffier en chef, le greffier de section et un greffier au moins doivent justifier de la connaissance de la langue autre que celle de leur diplôme. Lorsque la connaissance de la langue autre que celle du diplôme est imposée, un juste équilibre doit être respecté entre les titulaires des deux groupes linguistiques. 3. De hoofdgriffier wordt benoemd door de Koning. Niemand kan tot hoofdgriffier worden benoemd, tenzij hij gedurende ten minste vijf jaar het ambt van afdelingsgriffier heeft uitgeoefend en door de Raad van State wordt voorgedragen, Wanneer de afdelingsgriffier niet wordt voorgedragen of niet wordt benoemd, wordt de hoofdgriffier, op voordracht van de Raad van - State, benoemd onder de leden van het auditoraat en het co~rdinatiebureau die vijf jaar dienst tellen of, bij ontstentenis van zulkdanige kandidaten, onder de laureaten van het in artikel 71, 1, eerste lid, bedoeld vergelijkend examen die ten minste 35 jaar oud zijn 4. De leden van de griffie kunnen door de Koning worden geschorst en ontslagen, de Raad van State gehoord. Art De voorzitter moet door zijn diploma het bewijs leveren dat hij het examen van doctor in de rechten heeft afges legd in de andere taal, Nederlands of Frans, dan die van de eerste voorzitter, De adjunct-auditeur-generaal en de afdelingsgriffier moeten door hun diploma het bewijs leveren dat zij het examen van doctor in rechten hebben afgelegd in de andere taal, Nederlands of Frans, dan die onderscheidenlijk van de auditeur-generaal en de hoofdi griffier. De helft van de kamervoorzitters, van de staatsraden, van de eerste auditeurs, van de eerste referendarissen, van de auditeurs en de adjunct-auditeurs samen, van de referendarissen en de adjunct-referendarissen samen, moeten door hun diploma het bewijs leveren dat zij het examen van doctor in de rechten in het Neder lands hebben afgelegd ; de andere helft van elke groep ambtsdraw gërs, dat zij het in het Frans hebben afgelegd. De helft van de griffiers moet worden benoemd uit de leden van het administra. tief personeel van de Nederlandse taalrol, de andere helft uit de leden van het administratief personeel van de Franse taalrol. Is er in één_ van de in het derde lid bedoelde groepen een oneven aantal betrekkingen, dan wordt één ambtsdrager van die groep niet meegerekend voor de toepassing van deze bepaling. '2. Een van beide voorzitters moet het bewijs leveren van de kennis van de andere taal, Nederlands of Frans, dan die waarin zijn diploma is gesteld. Ten minste vier staatsraden, ten minste acht leden van het auditoraat, ten minste één lidvan het coir dinatiebureau, de hoofdgriffier, de afdelingsgriffier en ten minste één griffier dienen het bewijs te leveren van de kennis van de andere taal dan die waarin hun diploma is gesteld. Bij het opleggen van de kennis van de andere taal dan die waarin het diploma is gesteld moet een billijk evenwicht worden in acht genomen tussen de titularissen van beide taalgroepen. Art. 72. Au ler, al. 2, les mots «s'il n'a exercé les fonctions d'employé au Conseil d'etat pendant cinq ans au moins» ont été remplacés par les mots «s'il n'a été pendant cinq ans au moins, membre du personnel administratif du Conseil d'etat», cette substitution devant assurer la concordance, d'une part avec le texte néerlandais, d'autre part, avec la terminologie «membres du personnel administratif» qui est celle de l'article 73, 2, al. 5, (art. 33, 2, al. 5, provenait de la loi du 29 juillet 1963, art. 2, C). Art. 73. L. 23 déc, 1946, art. 33, mod. L. 15 avril 1958, art, 5, L. 8 févr. 1962, art. 3, L. 29 juill. 1963, art. 2, et L. 3 juin 1971, art. 20, et A.R. du 12 janvier 1 1,173, art. 1er, 4. Au 1er, al. 3, le mot «employés» qui figure deux fois dans le texte, a été remplacé par les mots «membres du personnel administratif», en vue d'uniformiser la terminologie avec celle de l'article 73, 2, al. 5 (art. 33, 2, al. 5, provenant de la loi du 29 juillet 1963, art. 2, C). Au 2, alinéa 2, la discordance entre les mots «Quatre membres du Conseil d'etat au moins» et «Ten minste vier staatsraden» résulte du texte même de la loi du 3 juin 1971, article 20, B. La disposition de l'article 55 à laquelle il est fait référence au 2, a été remplacée par l'art,. 43 quinquies de L., 15 juin 1935 (L. 10 oct, 1967, art. 3, art. 18). Art. 72. In 1, al, 2, werd het woord «beambte» vervangen door de woorden «lid van het administratief personeel» ten einde de terminologie te doen overeenstemmen met deze van artikel 73, 2, al. 5 (art. 33, 2, al. 5, voortkomend van de wet van 29 juli 1963, art. 2, C). Art. 73. W. 23 dec. 1946, art. 33, gew. W. 15 april 1958, art. 5,; W. 8 febr. 1962, art. 3, W. 29 juli 1963, art. 2, en W. 3 juni 1971 ; art. 20, en K.B. van 12 januari 1973, art. 1, 4. In 1, al. 3, werd het woord «beambten» dat tweemaal in de tekst voorkomt, vervangen door de woorden «leden van het administratief personeel», teneinde de terminologie te doen over eenstemmen met deze van art. 73, 2, al. 5 (art. 33, 2, al. 5; voortkomend van de wet van 29 juli 1963, art. 2, C). In 2, tweede lid, volgt de afwijking tussen «Quatre inembres du Conseil d'etat au moins» en «Ten minste vier staatsraden» uit de tekst zelf van de wet van 3 juni 1971, artikel 20, B. De bepaling van artikel 55 naar welke verwezen wordt in 2, werd vervangen bij art. 43quinquies van W. 15 juni 1935 (Wj 10 okt. 1967, hoofdart. 3, art. 178.)

13 La justification de la connaissance de cette langue est faite Het bewijs van de kennis van die taal wordt geleverd overeen conformément à l'article 55 des lois sur la coilatio_ des grades komstig artikel 55 van de wetten op het toekennen van de academische graden en het programma van de universitaire examens, académiques et le programme des examens :universitaires, coordonnées le 31 décembre gecoordineerd op 31 december Pour les titulaires de fonctions au Conseil d'etat et pour les Ambtsdragers en leden van het administratief personeel van de membres du personnel administratif attaché à celui-ci, cette justification peut également être faite par la réussite d'un examen een bijzonder examen. Dat examen wordt afgelegd voor een com- Raad van State kunnen dat bewijs ook leveren door te slagen voor spécial. Cet examen est subi devant un jury présidé par un membre du Conseil d'etat et composé, pour le surplus, de la manière en' voor het overige samengesteld is zoals bepaald in genoemd missie die doorr een lid van de Raad van State wordt voorgezeten fixée par l'article 55 précité. Le Roi règle l'organisation de l'examen et en détermine la matière en tenant compte des exigences I bepaalt de examenstof met inachtneming van de eigen behoeften artikel 55. De Koning regelt de organisatie van het examen en propres des activités du Conseil d'etat, van de werkzaamheden van de Raad van State.! 3. Il y aura au moins un membre du Conseil d'etat, un membre de l'auditorat, un membre du greffe qui devront en outre justifier de la connaissance suffisante de la langue allemande. Un arrêté royal déterminera le mode de justification de la connaissance de la langue allemande, 21 MARS MAART ~3 3. Een lid van de Raad van State, een lid van het autitoraat, een lid van de griffie, moeten bovendien het bewijs leveren van een voldoende kennis van de Duitse taal. Een koninklijk besluit bepaalt de wijze waarop het bewijs van de kennis van de Duitse taal moet geleverd worden. Art. 74. Le premier président et l'auditeur général prêtent entre les mains du Roi, en personne ou par écrit, le serment prescrit par le décret du 20 juillet Prêtent ce serment entre les mains du premier président : le président, les présidents de chambre, les conseillers d'etat, l'auditeur général adjoint, les premiers auditeurs, les auditeurs et les auditeurs adjoints, les premiers référendaires, les référendaires et les référendaires adjoints, le greffier en chef, le greffier de section et les greffiers. Ils sont tenus de prêter serment, dans le mois à compter du jour où leur nomination leur aura été notifiée, à défaut de quoi il peut être pourvu à leur remplacement; Art. 75. L'auditeur général répartit les affaires entre les membres de l'auditorat et dirige leurs travaux. Les premiers auditeurs participent à cette direction. L'auditeur. général' délègue à l'auditeur général adjoint ses attributions chaque fois que l'exercice d'une de celles-ci porte sur une affaire qui doit être instruite dans la langue qui n'est pas celle du diplôme de l'auditeur général. L'auditeur adjoint travaille sous la direction d'un premier auditeur, Art. 76. Les membres de l'auditorat participent à l'instruction dans les trois sections. Ils peuvent être chargés de procéder aux enquêtes décidées par la section d'administration. A l'exception des auditeurs adjoints, ils donnent leur avis à cette section et en audience publique à la fin des débats, Art. 77. ler. Les membres du bureau de coordination ont notamment pour mission de coordonner les lois, les arrêtés royaux organiques et les divers textes réglementaires généraux en vigueur en Belgique, de conserver et tenir à jour la documentation relative à la jurisprudence du Conseil d'etat. La documentation du bureau est tenue à la disposition des trois sections du Conseil d'etat,! 2. Le bureau de coordination est placé sous l'autorité et la direction du premier président, Le référendaire adjoint travaille sous la direction d'un premier référendaire Art. 74. De eerste voorzitter en de auditeur-generaal leggen, in persoon of schriftelijk, in handen van de Koning de eed af die voorgeschreven is bij het decreet van 20 juli Leggen die eed af in handen van de eerste voorzitter : de voorzitter, de kamervoorzitters, de staatsraden, de adjunct-audi' i teur-generaal, de eerste auditeurs, de auditeurs en de adjunct' auditeurs, de eerste referendarissen, de referendarissen en de adjunct-referendarissen, de hoofdgriffier, de afdefingsgriffier en de griffiers. Zij zijn tot de eedaflegging gehouden binnen de maand ingaande de dag waarop hun benoeming hun is bekendgemaakt, anders kan in hun vervanging worden voorzien. Art. 75. De auditeur-generaal verdeelt de zaken onder de leden van het auditoraat en leidt de werkzaamheden. De eerste audi' teurs nemen deel aan die leiding. De auditeur-generaal delegeert zijn bevoegdheden aan de adjunt, auditeur-generaal telkens als de uitoefening van een dezer een zaak betreft die moet behandeld worden in de taal die niet die is van het diploma van de auditeur-generaal. De adjunct-auditeur oefent zijn ambt uit onder de leiding van een eerste auditeur, Art. 76. De leden van het auditoraat nemen in de drie afde' lingen deel aan het onderzoek. Zij kunnen worden belast met de onderzoeksverrichtingen waartoe de afdeling administratie heeft besloten. De leden van het auditoraat, met uitzondering van de adjunct-auditeurs, brengen in deze afdeling advies uit in de openbare terechtzitting bij het einde van de debatten, Art. 77, 1. De leden van het coordinatiebureau hebben onder meer tot taak de wetten, de organieke koninklijke besluiten en de verschillende algemene verordenende teksten die in België van kracht zijn te coordineren en de docuumentatie betreffende de rechtspraak van de Raad van State te bewaren en bij te houden. De documentatie van het bureau wordt ter beschikking gehouden van de drie afdelingen van de Raad van State. 2. Het coordinatiebureau staat onder het gezag en de lei' ding van de eerste voorzitter. De adjunct-referendaris oefent zijn ambt uit onder de leiding van een eerste referendaris. Art. 74. L. 23 déc. 1946, art. 38, mod. L. 3 juin 1971, art. 25 sauf à l'ai. 2, les mots «et les assesseurs de la section de législation». Art. 75. al. ler, et 2. L. 23 déc. 1946, art. 36, al. lei et 2, mod. L. 3 juin 1971, art. 23. Al. 3. L. 23 déc. 1946, art. 31, 2, ai. 3, mod. L, 3 juin 1971, art. 18 partim. Art. 76, L. 23 déc. 1946, art. 36, al. 3., mod. L. 3 juin 1971, art. 23. Les mots «dans les deux sections» ont été remplacés par les mots «dans les trois sections». Art. 77, ter. L. 23 déc. 1946, art. 37, al. ter, mod. L. 3 juin 1971, art. 24. Les mots «des deux sections» ont été remplacés par les mots «des trois sections». 2, al. 1er. L. 23 déc. 1946, art. 37, al. 2, mod. L. 3 juin 1971, art. 24. al. 2. L. 23 déc, 1946, art. 31, 2, al, 3, mod. L. 3 juin 1971, art. 18 partir., Art. 74. W. 23 dec. 1946, art. 38, gew. W. 3 juni 1971, art, 25, behalve in al. 2, de woorden «en de assessoren van de afdeling wetgeving Art. 75, al. 1 en 2. W. 23 dec. 1946, art. 36, al. 1 en 2, gew. W, 3 juni 1971, art. 23. al. 3. W. 23 dec. 1946, art. 31, 2, al. 3, gew. W. 3 juni 1971, art. 18 parfim. Art. 76. W. 23 dec. 1946, art. 36, al. 3, gew. W. 3 juni art. 23. De woorden «in beide afdelingen» werden vervangen door de woorden «In de drie afdelingen». Art. 77, 1. W. 23 dec. 1946, art. 37, al. 1, gew. W. 3 juni art. 24. De woorden «de twee afdelingen» worden vervangen door de woorden «de drie afdelingen». 2, al. 1. W. 23 dec. 1946, art. 37, al. 2, gew. W. 3 juni 1971 ; art. 24. ai. 2. W. 23 dec , art_ 31, 2, al, 3, gew, W_ 3 juni 1971, art. 18 partim,

14 3474 MONITEUR BELGÉ - BELGISCH STAATSBLAD Art. 78. Un arrêté royal prescrit le costume porté aux audiences et dans les cérémonies officielles par les titulaires de fonction au Conseil d'etat. Le Roi règle la préséance et les honneurs. CHAPITRE II. - De l'organisation de le section de législation Art. 79. La section de législation est composée de six membres du Conseil d'etat désignés par le premier président pour un terme de trois ans et d'assesseurs dont le nombre ne peut dépasser dix. Elle comprend celui des premier président et président qui justifie de la connaissance des langues française et néerlandaise, un président de chambre et quatre conseillers d'etat choisis de telle manière que deux d'entre eux justifient de la connaissance de la langue française, deux de la langue néerlandaise et un des langues française et néerlandaise. Le premier président désigne, également pour un terme de trois ans et pour suppléer les membres titulaires en cas d'empêchement, deux membres du Conseil d'etat justifiant de la connaissance des langues française et néerlandaise, deux membres justifiant de la connaissance de la langue française et deux membres justifiant de la connaissance de la langue néerlandaise. Le renouvellement des membres désignés pour la section de législation se fait annuellement par tiers, selon les modalités déterminées par le Roi. Les membres du Conseil d'etat affectés à la section d'administration peuvent. être appelés par le premier président à siéger à la section de législation, soit pour suppléer un membre empêché, soit pour constituer des chambres de complément quand il y a lieu. Art. 78. Een koninklijk besluit bepaalt de ambtskledij die de ambtsdragers van de Raad van State op terechtzittingen en bij officiële plechtigheden dragen. De Koning regelt voorrang en eerbewijzen. HOOFDSTUK II. - Inrichting van de afdeling wetgeving Art. 79. De afdeling wetgeving is samengesteld uit zes leden van de Raad van State, door de eerste voorzitter aangewezen voor een termijn van drie jaar, en uit ten hoogste tien assessoren. Buiten de eerste voorzitter of de voorzitter die het bewijs levert van de kennis van het Nederlands en het Frans, bestaat zij uit één kamervoorzitter en vier staatsraden, 'derwijze gekozen dat twee ervan het bewijs leveren van de kennis van het Nederlands ; twee van de kennis van het Frans en één van de kennis van het Nederlands en het Frans. De eerste voorzitter wijst, ook voor een termijn van drie jaar en ter vervanging van verhinderde titularissen, twee leden van de Raad van State aan, die het bewijs leveren van de kennis van. het Nederlands en het Frans, twee leden die het bewijs leveren van de kennis van het Nederlands en twee leden die het bewijs leveren van de kennis van het Frans. Elk jaar, wordt een derde van de voor de afdeling wetgeving aangewezen leden vervangen op de door de Koning bepaalde wijze. De leden van de Raad van State die deel uitmaken van de afdeling administratie kunnen door de eerste voorzitter worden opgeroepen om in de afdeling wetgeving te zetelen, hetzij om een verhinderd lid te vervangen, hetzij om zo nodig- aanvullende kamers te vormen. Art. 80. Les assesseurs de la section de législation sont nom- Art. 80. De Koning, benoemt de assessoren van de afdeling wetmés par le Roi pour un terme de cinq ans, qui peut être renouve- geving voor een vernieuwbare termijn van vijf jaren of voor de lé, ou pour le terme restant à courir jusqu'à l'accomplissement ' tijd die nog te lopen blijft tot dat zij hun zeventigste jaar hebben de leur soixante-dixième année, sur une liste triple de candidats volbracht, op een drievoudige lijst van door de vergadering der présentés par l'assemblée des membres du Conseil -d'etat. leden van de Raad van State voorgedragen kandidaten. Les présentations ont lieu en observant les règles établies aux De voordrachten geschieden met inachtneming van de regelen, articles 348, alinéa 1er, 349, alinéa 3, deuxième membre de gesteld bij de artikelen 348, eerste lid, 349, derde lid, tweede zinsdeel, en vierde lid, eerste volzin, van het Gerechtelijk Wetboek. phrase, et alinéa 4, première phrase, du Code judiciaire. Les articles 70, 2, alinéas 1er et 2, 73, 1er, alinéa 3, et 74, De artikelen 70, 2, eerste en tweede lid, 73, 1, derde lid, alinéas 2 et 3, sont applicables aux assesseurs. en 74, tweede en derde lid, zijn op de assessoren van toepassing. Art. 81. La section de législation est divisée en deux chambres. Art. 81. De afdeling wetgeving is ingedeeld in twee kamers. Chacune de' celles-ci siège au nombre de trois membres du Conseil Iedere kamer houdt zitting met drie leden van de Raad van State d'etat et de deux'assesseurs. í en twee assessoren. Une des chambres est présidée par le premier président ou : 1 Een van de kamers wordt voorgezeten door de eerste voorzitter président du Conseil d'etat, l'autre par le président de chambre of dé voorzitter van de Raad van State,' de andere door de kamervoorzitter die aangewezen is om deel uit te maken van de afdeling désigné pour faire partie de 'la section de législation. A leur défaut, la présidence est exercée par le plus ancien membre présent du Conseil d'etat. nomen door het oudstbenoemde aanwezig lid van de Raad van wetgeving. Bij hun ontstentenis wordt het voorzitterschap waarge- State. Une des chambres comprend les deux titulaires et les deux suppléants 'justifiant de la connaissance de la langue française. L'autre chambre comprend les deux titulaires et les deux suppléants justifiant de la connaissance de la langue néerlandaise. Chaque chambre comprend, en outre, un titulaire et un suppléant justifiant de la connaissance des langues française et néerlandaise. Les assesseurs doivent justifier de la connaissance de la- langue employée par la chambre dans laquelle ils sont appelés à siéger. Een van de kamers bestaat uit de twee titularissen en de twee plaatsvervangers die bewijzen het Nederlands machtig te zijn. De andere bestaat uit de twee titularissen en de twee plaats+ vervangers die bewijzen het Frans machtig te zijn. Tot elke kamer behoren bovendien een titularis en een plaatsvervanger die bewij4 zen het Nederlands en het Frans machtig te zijn. De assessoren moeten bewijzen de taal van de kamer waarin zij zitting moeten nemen, machtig te zijn. qües- Art. 82. La section peut appeler en consultation' sur' des tions spéciales des personnes particulièrement qualifiées, Art. 82. De afdeling 'kan-over speciale vraagpunten bijzonder bevoegde personen ter raadpleging oproepen. Art. 78 : L. 23 déc. 1946, art. 42, mod. L. 3 juin 1971, art. 29. Art., 79. L. 23 déc. 1946, art. 29, et 43,' mod. L. 3 juin 1971, art. 30 et A.R. du 12 janvier 1973, art. ler, 5. Art. 80, al. 1er et 2. L. 23 déc. 1946, art. 35, mod. L. 3 juin 1971, art. 22. Al. 3. L. 23 déc. 1946, art. 30, al. ler et 2, mod. par L..8 févr.,1962, art. 1er et par L. 3 juin 1971, art. 17 ; art. 33, ler, al. 3, mod. L. 3 juin 1971, art. 20; art. 38, al. 2 et.3, mod. L. 3 juin 1971, art. 25 partira. Art. 81. L. 23 déc. 1946, art. 44, al. 1er, 2 et 4, mod. L. 29 juillet 1963, art. 4, et L. 3 juin 1971, art. 31, et A.R. du 12 janvier 1973, art. ler, 6, 1. Art. 82. L. 23 déc. 1946, art. 44, al. 3, Art. 78. W. 23 dec. 1946, art. 42, gew. W. 3 juni 1971, art. 29. Art. 79. W. 23 dec. 1946, art. 29 en 43, gew. W. 3 juni 1971, art. 30 en K.B. van 12 januari 1973, art. 1, 5. Art. 80, al. 1 en 2, W. 23 dec. 1946, art. 35, gew. W. 3 juni 1971 ; art. 22. Al. 3. W. 23 dec. 1946, art. 30, al. 1 en 2, gew. bij W. 8 febr art. 1 en bij W. 3 juni 1971, art. 17 ; art. 33, 1, al. 3, gew. V7. 3 juni 1971, art. 20 ; art. 38, al. 2 en 3, gew. W. 3 juni 1971, art. 25 partim. Art. 81. W. 23 dec. 1946, art. 44, al. 1, 2 en 4, gew. W. 29 ju» li 1963, art. 4, en W. 3. juni 1971, art. 31 en K.B. van 12 januari 1973, art. 1, 6, 1 Art. 82. W. 23 dec. 1946, art. 44 al. 3.

15 21 MARS MAART Art. 83. Le premier président reçoit les demandes visées aux articles 2 à 6 et en règle la distribution entre les deux chambres. Chacune de celles-ci délibère dans la langue qui lui est propre. Sauf lorsqu'ils concernent des projets qui, légalement, ne sont rédigés qu'en français ou en néerlandais, les avis sont traduits dans l'autre langue et la concordance entre la version française et la verrsion néerlandaise est vérifiée par les soins des membres de l'auditcrat, sous le contrôle de celui des membres de la chambre qui justifie de la connaissance des deux langues. Art. 83. De eerste voorzitter ontvangt de vragen waarvan sprake in de artikelen 2 tot 6 en regelt de verdeling ervan tussen de twee kamers. Elk dezer beraadslaagt in de taal die :nar eigen is. Behoudens wanneer zij betrekking hebben op ontwerpen die overeenkomstig de wet slechts in het Nederlands of in het Frans zijn gesteld, worden de adviezen in de andere taal vertaald en wordt de overeenstemming tussen de Nederlandse én de Franse versie nagezien door de leden van het auditoriaat, onder het toezicht van het lid van de kamer dat het bewijs levert van de kennis van de twee talen. Art. 84. En cas d'urgence, lorsque l'autorité qui saisit la sec- Art. 84. Wanneer, in spoedeisende gevallen, de overheid die ze tien de législation réclame communication de l'avis ou de l'avant- voor de afdeling wetgeving aanhangig maakt, binnen een termijn pro,'et dans un délai ne dépassant pas trois jours, celle des van ten hoogste drie dagen mededeling van het advies of van het chhambres qui serait saisie pourra siéger au nombre de trois voorontwerp vraagt, mag de kamer waaraan die zaak wordt toemembres du Conseil d'etat sans la présence des assesseurs, vertrouwd, zetelen ten getale van drie leden van de Raad van State, zonder de aanwezigheid van de assessoren. Art. 85. La section de législation siège en assemblée générale chaque fois que le président de l'une des Chambres législatives ou le ministre par qui elle est consultée lui en fait la demande. Prennent part à l'assemblée générale et y ont voix délibérative, les membres du Conseil d'etat désignés comme titulaires ou comme suppléants pour faire partie de la section de législation ainsi que les assesseurs. L'assemblée générale est présidée par le premier président ou, à son défaut, par le président du Conseil d'etat ; ils ont voix délibérative, même s'ils ne font pas partie de la section de législation. A leur défaut, la présidence est exercée par le plus ancien des présidents de chambre ou, le cas échéant, des conseillers d'etat présents. CHAPITRE III De l'organisation de la section d'administration Art. 86. La section d'administration est divisée en cinq chambres, dont deux chambres de langue française, deux chambres de langue néerlandaise et une chambre bilingue. Le premier président peut constituer des chambres de complément, si le nombre des affaires le réclame. Art. 87. Les chambres de langue néerlandaise composées de membres justifiant de la connaissance de la langue néerlandaise, connaissent de toutes les affaires qui doivent être traitées en langue néerlandaise. Les chambres de langue française, composées de membres justifiant de la connaissance de la langue française, connaissent de toutes les affaires qui doivent être traitées en langue française. La chambre bilingue, composée de membres justifiant de la connaissance des langues française et néerlandaise, connaît des affaires qui lui sont spécialement dévolues par les articles 52 et 61. Art. 88. La chambre comprenant le membre du Conseil 'd'etat qui justifie de la connaissance de la langue allemande connait des affaires dans lesquelles il doit être fait usage de la langue allemande et des affaires dans lesquelles il doit être fait usage à la fois de la langue allemande et de la langue française ou néerlandaise. Si celle-ci n'est pas la langue de la chambre comprenant le membre du Conseil d'etat qui justifie de la connaissance de la langue allemande, l'affaire est déférée à la chambre bilingue ; Art. 83. L. 23 déc. 1946, art, 44, ai. 5, mod. L. 3 juin 1971, art. 31, et A.R, du 12 janvier 1973, art, ler, 6, 2. Les mots «aux articles 2 et 3» ont été remplacés par les mots «aux articles 2 à 6» pour ne pas exclure les demandes visées à l'art. 4. Art. 84. L. 23 déc. 1946, art. 45. Art. 85. L. 23 déc. 1946, art. 46, mod. L. 3 juin 1971, art. 32. Art. 86. L. 23 déc, 1946, art. 47, ler, mod. L. 29 juillet 1963, art. 5. Art. 87. L. 23 déc. 1946, art. 47, 2, mod. L. 29 juillet 1963, art. 5, et A.R. du 12 janvier 1973, art. ler, 7, 1. Art. 88. L. 23 déc. 1946, art. 47, 3, mod. L. 29 juillet 1963, art. 5, et A.R. du 12 janvier 1973, art. ler, 7, 2. Par souci de concordance générale, les mots (chambre bilingue) «instituée par le 2, alinéa 3» ont été omis, Artikel 85. De afdeling wetgeving zetelt in algemene vergadering, telkens als de voorzitter van een der Wetgevende Kamers of de minister door wie zij wordt geraadpleegd, haar hierom verzoekt. Aan de algemene vergadering nemen met stemrecht deel, de leden van de Raad van State die als titularis of als plaatsvervanger aangewezen zijn om deel uit te maken van de afdeling wetgeving alsook de assessoren. De algemene vergadering wordt voorgezeten door de eerste voorzitter of, bij zijn ontstentenis, door de voorzitter van de Raad van Stater Zij zijn er stemgerechtigd, zelfs indien zij niet tot de afdeling wetgeving behoren. Bij ontstentenis van beiden wordt het voorzitterschap waargenomen door de oudstbenoemde onder de aanwezige kamervoorzitters of eventueel staatsraden. HOOFDSTUK III Inrichting van de afdeling administratie Art. 86. De afdeling administratie is ingedeeld in vijf kamers twee Nederlandse, twee Franse en één tweetalige. De eerste voorzitter kan aanvullende kamers samenstellen i indien het aantal ingediende zaken dit vereist. Art. 87. De Nederlandse kamers, samengesteld uit leden die bewijzen het Nederlands machtig te zijn, nemen kennis van alle zaken die in het Nederlands moeten worden behandeld. De Franse kamers, samengesteld uit leden die bewijzen het Frans machtig te zijn, nemen kennis van alle zaken die in het Frans moeten worden behandeld. De tweetalige kamer samengesteld uit leden die bewijzen het Nederlands en het Frans machtig te zijn, neemt kennis van de zaken die de artikelen 52 en 61 haar speciaal opdragen. Art. 88. De kamer waarvan het lid van de Raad van State dat bewijst het Duits machtig te zijn deel uitmaakt, neemt kennis van de zaken waarin het Duits moet worden gebruikt en van de zaken waarin het Duits en het Nederlands of het Frans moeten worden gebruikt. Is die taal niet die van de kamer waartoe het lid van de Raad van State dat bewijst het Duits machtig te zijn, behoort, dan wordt de zaak verwezen naar de tweetalige kamer; in dat geval echter zeult het lid van de Art. 83. W. 23 dec. 1946, art,. 44, al, 5, gew. W. 3 juni 1971, art. 31, en K.B. van 12 januari 1973, art. 1, 6, 2. De woorden «in de artikelen 2 en 3», werden vervangen door de woorden «in de artikelen 2 tot 6», ten einde de in art. 4 bedoelde aanvragen niet uit te sluiten. Art. 84. W. 23 dec. 1946, art. 45. Art. 85. W. 23 dec. 1946, art. 46, gew. W. 3 juni 1971, art. 32. Art. 86. W. 23 dec. 1946, art. 47, 1, gew. W. 29 juli 1963, art. 5. Art. 87. W 23 dec. 1946, art. 47, 2, gew. W. 29 juli 1963, art. 5, en K.B. van 12 januari 1973, art. 1, 7, 1. Art. 88. W. 23 dec. 1946, art. 47, 3, gew. W. 29 juli 1963, art. 5, en K.B. van 12 januari 1973, art. 1, 7, 2. Ten einde overeenstemming te bereiken met de algemene formulering van de tekst werden de woorden (naar de) «in 2, derde lid, ingestelde» (tweetalige kamer) weggelaten.

16 3476 MONITEUR BELGE - BELGISCH STAATSBLAD - toutefois, dans ce cas, le membre du Conseil d'etat qui justifie Raad van State dat bewijst het Duits machtig te zijn in de plaats de la connaissance de la langue allemande siège à la place du mem- ; van het jongstbenoemde lid van de Raad van State dat van de bre du Conseil d'etat le mafias ancien qui fait partie de la cham- ; tweetalige kamer doel uitmaakt. bre bilingue. Art. 89. La section d'administration comprend les premier pré- Art. 89. De afdeling administratie bestaat uit de eerste voorsident ou président, présidents de chambre et conseillers d'etat,, zitter of voorzitter, de kamervoorzitters en staatsraden, die niet i qui n'ont pas été désignés pour faire partie de la section de i zijn aangewezen om deel uit te. maken van de afdeling wet. législation en qualité de membre titulaire. Î geving als titularis. Les membres du Conseil d'etat désignés pour faire partie de ( De leden van de Raad van State die aangewezen zijn om la section de législation peuvent être appelés à siéger dans la van de afdeling wetgeving deel uit te maken, kunnen worden section d'administration chaque fois qu'il y a lieu, soit pour former opgeroepen om in de afdeling administratie te zetelen telkens la chambre bilingue, soit pour suppléer un membre d'une chambre de langue néerlandaise ou d'une chambre de langue fran- te vormen, hetzij om een verhinderd lid van een Nederlandse als daartoe aanleiding bestaat, hetzij om de tweetalige kamer çaise en cas d'empêchement de celui-ci, soit pour constituer des of van een Franse kamer te vervangen, hetzij om aanvullende chambres de complément. kamers te vormen. Art. 90. Les chambres de la section d'administration en matière d'avis comme d'arrêts siègent au nombre de trois membres, y compris celui qui préside. Art. 91. Dans tous les cas où une chambre reconnaît y avoir lieu à revision ou à annulation du chef de détournement de pouvoir, le renvoi à l'assemblée générale de la section est de droit. Art. 92. Lorsque, après avoir pris l'avis de l'auditeur général et du conseiller d'état chargé du rapport à l'audience, le premier président estime que, pour assurer l'unité de la jurisprudence, une affaire doit être traitée en assemblée générale de la section d'administration, il en ordonne le renvoi à cette assemblée. Art. 93. L'assemblée générale siège en nombre impair. Elle doit être composée d'au moins neuf membres y compris celui qui la préside. Art. 94. L'assemblée générale est présidée par le premier président ou, à son défaut, par le président du Conseil d'etat ; à leur défaut, la présidence est exercée par le plus ancien des présidents de chambre ou, le cas échéant, des conseillers présents. Le président de l'assemblée générale a voix délibérative, même s'il ne fait pas partie de la section d'administration. Art. 90. De kamers der afdeling administratie zetelen, zo voor de adviezen als voor de arresten, ten getale van drie leden, wie voorzit daaronder begrepen. Art. 91. Telkens wanneer een kamer erkent dat er aanleiding bestaat tot herziening of vernietiging wegens machtsafwending, wordt de zaak van rechtswege naar de algemene vergadering van de afdeling verwezen. Art. 92. Wanneer de eerste voorzitter, na het advies te hebben ingewonnen van de auditeur-generaal en van de staatsraad, belast met het ter terechtzitting te geven verslag, oordeelt dat, om de eenheid v an.de rechtspraak te verzekeren, een zaak door de algemene vergadering van de afdeling administratie behandeld dient te worden, beveelt hij de verwijzing naar deze vergadering ; Art. 93. De algemene vergadering houdt zitting in oneven getal en met ten minste negen leden, de voorzitter, daaronder begrepen, Art. 94. De algemene vergadering wordt voorgezeten door de eerste voorzitter of, bij ontstentenis, door de, voorzitter van de Raad van State. Bij ontstentenis van beiden wordt het voorzitterschap waargenomen door de oudstbenoemde onder de aanwezige kamervoorzitters of, in voorkomend geval, door de oudstbenoemde onder de aanwezige staatsraden. De voorzitter van de algemene vergadering is stemgerechtigd, zelfs indien hij niet tot de afdeling administratie behoort. CHAPITRE IV De l'organisation de la section des conflits de compétence Art. 95. La section des conflits de compétence est composée 1 du premier président ou du président et de trois membres du Conseil d'etat, désignés par le premier président ; 2 de quatre assesseurs et de quatre assesseurs suppléants. La moitié du nombre des magistrats visés au 1 ainsi que la moitié du nombre des assesseurs et des assesseurs suppléants prévue au 2 doivent justifier, par leur diplôme, qu'ils ont subi l'examen de docteur ou de licencié en droit en langue française et l'autre moitié qu'ils ont subi cet examen en langue néerlandaise. Ils doivent, en outre, justifier de la connaissance suffisante de la seconde langue. Art. 96. Les conditions de nomination des assesseurs de la section des conflits de compétence sont les mêmes que celles mises à la nomination des assesseurs à la section de législation du Conseil d'etat. Art. 89. L. 23 déc. 1946, art. 47, 4, mod. L. 29 art. 5, et L. 3 juin 1971, art. 33. juillet 1963, Art. 90. L. 23 déc. 1946, art. 48, al. 1er. Art. 91. L. 23 déc. 1946, art. 48, al. 2, mod. L. 15 avril 1958, art. 9. Art. 92. L. 23 déc, 1946, art. 48, al. 3, mod. L. 3 juin 1971, art. 3-1, Art. 93., L. 23 déc. 1946, art. -48, al. 4, mod, L. 3 juin 1971, art. 34. Art. 94. L. 23 déc. 1946, art. 49, mod. L. 3 juin 1971, art. 35. Art. 95. L. 3 juillet 1971, art. 12, 2, al. ler et 2. A l'al. 2, les mots «Ue la seconde langue nationale» ont été remplacés par les mots «de la seconde langue», par souci de concordance notamment avec l'art. 73, 2, al. 2, 3 et 4. Art. 96. L. 3 juillet 1971, art. 12, 2, al. 3, HOOFDSTUK IV Inrichting van de afdeling bevoegdheidsconflicten Art. 95. De afdeling bevoegdheidsconflicten is samengesteld uit. 1 de eerste voorzitter of de voorzitter en drie leden van de Raad van State, door de eerste voorzitter aangewezen ; 2 vier assessoren en vier plaatsvervangende assessoren. De helft van het aantal onder 1 bedoelde magistraten alsmede de helft van het aantal onder 2 bedoelde assessoren en plaatsvervangende assessoren moeten door hun diploma bewijzen dat zij het examen van doctor of licenciaat in -de rechten in het Nederlands hebben afgelegd en de andere helft dat zij dit examen in het Frans hebben afgelegd. Zij dienen bovendien het bewijs te leveren van de voldoende kennis van de andere taal. Art. 96. De voorwaarden voor de benoeming tot assessor in de afdeling bevoegdheidsconflicten zijn dezelfde als die gesteld voor de benoeming tot assessor in de afdeling wetgeving van de Raad van State. Art. 89. W.23 dec. 1946, art. 47, 4, gew. W. 29 juli 1963; art. 5, en W. 3 juni 1971, art. 33. Art. 90. W. 23 dec. 1946, art. 48, al. 1. Art. 91. W. 23 dec. 1946, art. 48, al. 2, gew. W. 15 april 1958, art. 9. Art. 92. W. 23 dec. 1946, art. 48, al. 3, gew. W. 3 juni 1971, art. 34. Art. 93. W. 23 dec. 1946, art. 48, al. 4, gew. W. 3 juni 1971, art; 34. Art. 94. W. 23 dec. 1946, art. 49, gew. W. 3 juni 1971, art. 35. Art. 95. W. 3 juli 1971, art. 12, 2, al. 1 en 2. In het tweede lid zijn de woorden «van de andere landstaal» vervangen door «van de tweede taal» terwille van de overeenstemming met artikel 73, 2, tweede, derde en vierde lid. Art. 96. W. 3 juli 1971; art. 12, 2, al. 3.

17 21 MARS MAART Art. 97. Le Roi nomme les assesseurs et les assesseurs suppléants pour un terme de cinq ans qui peut être renouvelé, ou pour le terme restant à courir jusqu'à l'accomplissement de leur septantième année. L'article 74, alinéa 2, est applicable aux assesseurs et aux assesseurs suppléants. Art. 98. Un assesseur suppléant ne peut siéger qu'en cas d'empêchement de l'assesseur titulaire. CHAPITRE V De L'assemblée générale du Conseil d'etat Art. 99. L'assemblée générale du Conseil d'etat se compose du premier président, du président, des présidents de chambre et des conseillers d'etat. Elle est présidée par le premier président ou, à son défaut, par le président du Conseil d'etat ; à leur défaut, la présidence est exercée par le plus ancien des présidents de chambre ou, 'le cas échéant, des conseillers d'état présents. L'auditeur général est çonvoqué à toutes les assemblées générales. Il y est entendu chaque fois qu'il le demande. Art Les assesseurs de la section de législation et les assesseurs de la section des conflits de' compétence assistent aux assemblées générales lorsque l'ordre du jour comporte des objets intéressant la section à laquelle ils appartiennent. Ils ont voix délibérative en ce qui concerne ces objets. Art Le règlement d'ordre intérieur du Conseil d'etat est arrêté par d'assemblée générale sous l'approbation du Roi. Les assesseurs de la section de législation et les assesseurs de la section des conflits de compétence, participent avec voix délibérative à l'élaboration des dispositions dudit règlement qui ont trait à la section à laquelle ils appartiennent. CHAPITRE VI. - Du personnel administratif Art La nomination et la révocation des membres du personnel. administratif appartiennent à l'assemblée générale du Conseil d'etat, qui peut déléguer tout ou partie de ce pouvoir au premier président. La Roi fixe leur statut syndical, CHAPITRE VII. - Des rémunérations et des pensions Art Une loi fixe les traitements, majorations et indemnités alloués aux membres du Conseil d'etat, aux membres de l'auditorat, du bureau de coordination et du greffe, ainsi que les Indemnités revenant aux assesseurs de la section de législation, Les magistrats nommés assesseurs de la section de législation touchent les indemnités au même titre que les autres assesseurs, Le Roi fixe les indemnités revenant aux assesseurss et aux assesseurs suppléants de la section des conflits de compétence. Art Les membres du Conseil d'etat, de l'auditorat, du bureau de coordination ainsi que le greffier en chef et le greffier de section sont mis à la retraite lorsqu'une infirmité grave et permanente ne leur permet plus de remplir convenablement leurs fonctions ou lorsqu'ils ont atteint l'âge de 70 ans., Art. 97. L. 3 juillet 1971, art. 12, 2, al. 4 et al. 5 part im. Art. 98. L. 3 juillet 1971, art. 12, 3. Art. 99. L. 23 déc. 1946, art. 39, al. ler et 4, mod. L. 3 juin 1971, art. 26, 1er et 2. Art L. 23 déc. 1946, art. 39, al. 2 et 3; L. 3 juillet 1971, art. 12, 2, al. 5 par tim. Art L. 23 déc. 1946, art. 40, mod. L. 3 juin 1971, art. 27; L. 3 juillet 1971, art. 12, 2, al. 5 partira. Art L. 23 déc. 1946, art. 41, mod. L. 3 juin 1971, art. 28. Aux al, ler et 2, le mot «employé» a été remplacé par les mots «membres du _personnel administratif» : v. note sous art. 73, Ier, al. 3. Art L. 23 déc. 1946, art. 50, mod, L. 15 avril 1958, art. 10, ainsi que L. 3 juillet 1971, art. 12, 2, al. 6. Art L. 23 déc. 1946, art, 51, mod. L. 3 juin 1971, art Art. 97. De Koning benoemt de assessoren en plaatsvervangende assessoren voor een hernieuwbare termijn van vijf jaar of voor de tijd die nog. te lopen blijft tot dat zij hun zeventigste jaar hebben beëindigd. Artikel 74, tweede lid, is van toepassing op de assessoren en plaatsvervangende assessoren. Art. 98. Een plaatsvervangend assessor heeft slechts zitting bij verhindering van de assessor titulair, HOOFDSTUK V De algemene vergadering van de Raad van State Art. 99. De algemene vergadering van de Raad van State is samengesteld uit de eerste voorzitter, de voorzitter, de kamervoorzitters en de staatsraden. Zij wordt voorgezeten door de eerste voorzitter of, bij zijn ontstentenis, door de voorzitter van de Raad van State; bij ontstentenis van beiden wordt het voorzitterschap waargenomen door de oudstbenoemde onder de aanwezige kamervoorzitters of eventueel staatsraden. De auditeur-generaal wordt opgeroepen voor alle algemene ver gaderingen. Hij wordt gehoord telkens als hij het vraagt. Art D,e assessoren van de afdeling wetgeving en de assessoren van de afdeling bevoegdheidsconflicten wonen de algemene vergaderingen bij, telkens wanneer onderwerpen met betrekking tot de afdeling waartoe zij behoren op de agenda voorkomen. Wat deze onderwerpen be areft, hebben zij beraadslagende stem. Art Het reglement van orde van de Raad van State wordt vastgesteld door de algemene vergadering, onder goedkeuring van de Koning. De assessoren van de afdeling wetgeving en de assessoren van de afdeling bevoegdheidsconfl'icten hebben beraadslagende stem bij de voorbereiding van vorenbedoelde reglementsbepalingen die de afdeling betreffen waartoe zij behoren. HOOFDSTUK VI. - Administratief personeel Art De leden van het administratief personeel worden benoemd en ontslagen door de algemene vergadering van de Raad van State, die deze bevoegdheid geheel of gedeeltelijk aan de eerste voorzitter kan opdragen. De Koning stelt hun syndicaal statuut vast. HOOFDSTUK VII. - Bezoldigingen en pensioenen Art De wedden, verhogingen en vergoedingen; toe te kennen aan de leden van de Raad van State, van het auditoraat, van het coárdinatiebureau en van de griffie, alsmede de vergoedingen, uit te keren aan de assessoren van de afdeling wetgeving, worden bij de wet vastgesteld. De magistraten die tot assessoren van de afdeling wetgeving benoemd zijn, trekken de vergoedingen zoals de overige assessoren. De Koning bepaalt de vergoeding van de assessoren en plaatsvervangende assessoren van de afdeling bevoegdheidsconflicten. Art De leden van de Raad van State, van het auditoraat en van het coirdinatiebureau, alsmede de hoofdgriffier en de afdelingsgriffier worden in ruste gesteld wanneer zij wegens zware en blijvende gebrekkigheid niet meer in staat zijn hun ambt naar behoren te vervullen of wanneer zij de leeftijd van 70 jaar hebben bereikt. Art. 97. W. 3 juli 1971, art. 12, 2, al. 4 en al. 5 partim. Art. 98. W. 3 juli 1971, art. 12, 3. Art. 99. W. 23 dec. 1946, art. 39, al. 1 en 4, gew. W. 3 juni 1971 ; art. 26, 1 en 2. Art W. 23 dec. 1946, art. 39, al. 2 en 3; W. 3 juni 1971 ; art. 12, 2, al. 5 pa-ti. Art W. 23 dec. 1946, art. 40, gew. W. 3 juni 1971, art. 27 ; W. 3 juli 1971, art. 12, 2, al. 5 partira. Art W. 23 dec. 1946, art. 41, gew. W. 3 juni 1971, art. 28. In het Ie en 2e lid werden de woorden «bedienden-ambtenaren» vervangen door de woorden «leden van het administratief persor_eel» : z. noot onder art. 73, 1, al. 3. Art W. 23 dec. 1946, art. 50, gew. W. 15 april 1958, art. 10, alsmede W. 3 juli 1971, art. 12, 2, al. 6. Art. 104, W. 23 dec. 1946, art. 51, gew. W. 3 juni 1971, art. 36.

18 MONITEUR BELGE - BELGISCH STAATSBLAD Art Les articles 391, 392, 393, 395, 396 et 399 du Code judiciaire sont applicables aux membres du Conseil d'etat, de l'auditorat et du bureau de coordination, ainsi qu'au greffier en chef et au greffier de section. Art. IN. ler. Les greffiers et les membres du personnel administratif sont miss à la retraite lorsqu'une infirmité grave et permanente ne leur permet plus de remplir convenablement leurs fonctions ou lorsqu'ils ont atteint l'âge de 65 ans. La loi générale sur les pensions civiles leur est applicable. 2. Les greffiers et les membres du personnel administratif qui, à l'âge de 65 ans révolus ne réunissent pas les conditions légales de service pour obtenir une pension de retraite, sont placés dans la position de disponibilité selon le même régime que celui qui est prévu pour les agents de detat. Toutefois, dans le cas où ils ne compteraient pas dix années de service, ils sont maintenus en activité jusqu'à ce que le minimum légal du temps de service leur soit acquis,. 3 : Les greffiers et les membres du personnel administratif peuvent, sur la proposition du Conseil d'etat, être exceptionnellement maintenus en activité au-delà des limites fixées au ler, dans le cas où le Conseil d'etat aurait un intérêt particulier à conserver leur concours, alors qu'ils devraient être remplacés s'ils étaient mis à la retraite. Le Roi statue sur le maintien en activité des greffiers sur avis des Ministres réunis en Conseil. Il autorise, de la même manière, le maintien en activité des membres du personnel administratif. Le maintien en activité n'a effet que pour un an ; à peut être renouvelé. Art De artikelen 391, 392, 303, 395, 396 en 397 van_ het Gerechtelijk Wetboek zijn van toepassing op de leden van de Raad van State, van het auditoraat en van het coirdinatiebureau alsmede op de hoofdgriffier en op de afdelingsgriffier, Art De griffiers en de leden van het administratief personeel worden in ruste gesteld wanneer zij wegens zware en blijvende gebrekkigheid niet meer in staat zijn hun ambt naar behoren te vervullen of wanneer zij 65 jaar oud zijn. De algemene wet op de burgerlijke pensioenen is op hen toepasselijk, ~ 2. De griffiers en de leden van het administratief personeel die bij het bereiken van de leeftijd van volle 65 jaar niet de wettelijke voorwaarden inzake dienst vervullen om een rustpensioen te verkrijgen, worden in disponibiliteit geplaatst volgens de regelen die voor het rijkspersoríeel gelden. Zij die geen tien jaar dienst tellen, worden echter in dienst gehouden, tot zij de wettelijke minimum-diensttijd hebben. 3. De griffiers en de leden van het administratief personeel kunnen, op voorstel van de Raad van State bij uitzondering in dienst worden gehouden boven de in 1 gestelde grens, ingeval de Raad van State bij hun verdere medewerking bijzonder belang heeft en zij, als zij in ruste werden gesteld, zouden moe. ten vervangen worden. De Koning beslist over het in dienst houden van griffiers, op advies van de in Raad vergaderde Ministers. Hij machtigt in dezelfde vorm tot het in dienst houden van leden van het administratief personeel. De indiensthouding geldt slechts voor één jaar ; zij kan worden vernieuwd. CHAPITRE VIII. - Des incompatibilités et de la discipline HOOFDSTUK VIII. - Onverenigbaarheden en tucht Art Les fonctions des membres du Conseil d'etat, de l'auditorat, du bureau de coordination et du greffe sont incompatibles avec les fonctions judiciaires, avec l'exercice d'un mandat public conféré par élection, avec toute fonction ou charge publique rémunérée d'-ordre politique ou administratif, avec les charges de notaire et d'huissier de justice, avec la profession d'avocat, avec l'état militaire et l'état ecclésiastique. Il peut être dérogé à l'alinéa ler 1 lorsqu'il s'agit de l'exercice de fonctions de professeur, chargé de cours, maître de conférence ou assistant dans Tes établissements d'enseignement supérieur, pour autant que ces fonctions ne s'exercent pas pendant plus de cinq heures par semaine ni en plus de deux demi-journées par semaine ; 21 lorsqu'il s'agit de l'exercice de fonctions de membre d'un jury d'examen ; 3 lorsqu'il s'agit de la participation à une commission, à un conseil. ou comité consultatif, pour autant que le nombre de chargés ou fonctions rémunérées soit limité à deux et que l'ensemble de leurs rémunérations ne soit pas supérieur au dixième du traitement brut annuel de la fonction principale au Conseil d'etat. Ces dérogations sont accordées par le Roi ou par le Ministre de l'intérieur, selon qu'elles sont prévues au 1 0 ou aux 21 et 3 1'. Elles sont accordées sur avis du premier président lorsqu'il s'agit de membres du Conseil d'etat ou du greffe, et sur avis du premier président et de l'auditeur général lorsqu'il s'agit de membres de l'auditorat ou du bureau de coordination, Art De ambten van lid van de Raad van State, van het auditoraat, van het coórdinatiebureau en van de griffie zijn onverenigbaar, mmet de rechterlijke ambten, met de uitoefening van een bij verkiezing verleend openbaar mandaat, met enige bezoldigde openbare functie of openbaar ambt van politieke of administratieve aard, met het ambt van notaris of van gerechts= deurwaarder, met het beroep van advocaat, met de militaire stand en met de geestelijke stand. Van het eerste lid kan worden afgeweken 1 wanneer het gaat om de uitoefening van het ambt van hoogleraar of leraar, docent, lector of assistent in een inrichting voor hoger onderwijs, voor zover dat ambt gedurende niet meer dan vijf uur per week en gedurende niet meer dan twee halve dagen per week wordt uitgeoefend ; 2 wanneer het gaat om de uitoefening van het ambt van lid van een examencommissie ; 3 wanneer het gaat om de deelneming aan een commissie, een raad of comité van advies, voor zover het aantal bezoldigde opdrachten of ambten beperkt blijft tot twee en het geheel van de bezoldiging niet hoger is dan het tiende deel van de jaarlijkse brutowedde van het hoofdambt in de Raad van State. Deze afwijkingen worden door de Koning of door de Minister van Binnenlandse Zaken toegestaan, naargelang het gaat om een afwijking bepaald in het.1 dan wel in het 2 en het 3. Zij worden toegestaan op advies van de eerste voorzitter wanneer het gaat om leden van de Raad van State. of van de griffie, en op advies van de eerste voorzitter en van e auditeur-generaal wanneer het gaat om leden van het auditoraat of van het cosr+ dinatiebureau. Art L. 23 déc. 1946, art. 52, mod. L. 3 juin 1971, art. 37. L'art 52, al. 4, première phrase, de L. 23 déc. 1946, est relative à l'admission à la pension a été modifié par L. 17 juin 1971, art. 8, mais seulement pour la période du 1er janvier 1970 au 28 juin Art L. 23 déc. 1946, art. 53, mod. L. 3 juin 1971, art. 38. Aux ler, 2 et 3, le mot «employés.» a été remplacé par les mots «membres du personnel administratif» : v. note sous art. 73, ler, al. 3. Art L. 23 déc. 1946, art. 54, ler, mod. L. 3 juin 1971, art. 39, Art W. 23 dec. 1946, art. 52, gew. W. 3 juni 1971, art. 37. Art. 52, al. 4, eerste volzin, van W. 23 dec. 1946, met betrek+ king tot de oppensioenstelling, werd gewijzigd bij W. 17 juni 1971 ; art. 8, doch enkel voor de periode vanaf 1 januari 1970 tot 28 juni Art W. 23 dec. 1946, art. 53, gew. W. 3 juni 1971, art. 38. In de 1, 2 en 3, eerste lid, werden de woorden «bediendenambtenaren» en in 3, tweede lid, werd het woord «ambtenaren» vervangen door de woorden «leden van het administratief personeel» : z. noot onder art. 73, 1, al. 3. Art W 23 dec. 1946, art. 54, 1, gew. W. 3 juni 1971, art. 39. Er werd rekening gehouden met het erratum betreffende de Nederlandse tekst van het tweede lid, 1, dat gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad van 3 augustus 1972.

19 Art L'article 107, alinéa ter, et l'article 109, alinéas let et 3, sont applicables aux membres du personnel administratif du Conseil d'etat. Des dérogations peuvent aussi leur être accordées par le Conseil d'etat dans les cas où les dispositions applicables aux agents de l'etat permettent à ceux-ci- ou à leur conjoint l'exercice de certaines occupations, complémentaires. Art Les titulaires d'une fonction au Conseil d'etat peuvent de leur consentement et moyennant l'avis prévu à l'article 107, alinéa 3, être chargés temporairement par le Roi d'accomplir des missions ou d'exercer des fonctions auprès d'institutions nationales. Au cas où les tâches qui leur sont dévolues ne leur permettent plus de s'acquitter de leurs fonctions au Conseil d'etat, ils font l'objet d'une mesure de détachement. La durée du détachement ne peut excéder un an. Des prorogations peuvent toutefois être accordées aux conditions fixées à l'alinéa ler, pour des périodes d'un an ou plus, sans que la durée totale du détachement puisse excéder quatre ans. Si, à l'expiration du détachement ; l'intéressé n'a pas repris ses fonctions au Conseil d'etat, il est réputé démissionnaire. Les titulaires détachés conservent leur place sur la liste de rang. Le temps qu'ils passent dans la position de détachement est considéré comme une période de service effectif. Ils continuent à percevoir le traitement attaché à leurs fonctions au Conseil d'etat. Aucune rétribution complémentaire ne peut leur être accordée, ni aucune indemnité en dehors de celles qui couvrent des charges réelles inhérentes aux missions ou aux fonctions confiées et de celles qui sont fixées par le Roi dans chaque cas particulier. Art Les titulaires d'une fonction au Conseil d'état peuvent être autorisés par le Roi, moyennant l'avis prévu à l'article 107, alinéa 3, à accomplir des missions ou à exercer des, fonctions auprès d'institutions supranationales, internationales ou étrangères. - Au cas où les tâches qui leur sont ainsi dévolues ne leur permettent plus de s'acquitter de leurs fonctions au Conseil d'etat, ils sont placés en position hors cadre. 21 MARS MAART Art Les membres du Conseil d'etat, de l'auditorat, du i Art De leden van de Raad van State, van het auditoraat, bureau de coordination et du greffe ne peuvent être requis pour van het coárdinatiebureau en van de griffie, mogen niet voor aucun service public, sauf les cas prévus par la loi, enige andere openbare dienst worden opgevorderd, behoudens de gevallen die de wet bepaalt. Art Ils ne peuvent : Art Het is hun verboden 1 assumer la défense des intéressés, ni verbalement, ni par écrit, ni leur donner des consultations ; 1 mondeling of schriftelijk de verdediging van de belangheb- 2 faire d'arbitrage rémunéré ; 3 soit personnellement, soit par personne interposée, exercer aucune espèce de commerce, être agent d'affaires, participer à la direction, à l'administration ou à la surveillance de sociétés commerciales ou d'établissements industriels ou commerciaux. L'alinéa ler, 1, s'applique aux assesseurs de la section de législation et aux assesseurs et assesseurs suppléants de la section des conflits de compétence, en ce qui concerne les recours au Conseil d'etat. Par dérogation à l'alinéa let, 3, le Roi peut, dans des cas particuliers, autoriser la participation à la surveillance de sociétés ou établissements industriels. benden te voeren of hun consult te geven; 2 in een scheidsgerecht op te treden tegen bezoldiging ; 3 hetzij persoonlijk, hetzij door een tussenpersoon, enige handel te drijven, als zaakwaarnemer op te treden, deel te nemen aan de leiding of het beheer van of aan het toezicht op handelsvennootschappen of nijverheids- of handelsinrichtingen. Het eerste lid, 1, is van toepassing op de assessoren van de afdeling wetgeving en op de assessoren en plaatsvervangende assessoren van de afdeling bevoegdheidsconflicten, wat betreft de beroepen bij de Raad van State. In afwijking van het eerste lid, 3, kan de Koning, in bijzondere gevallen, de deelneming in het toezicht op industriële. vennootschappen of inrichtingen toestaan. Art Artikel 107, eerste lid, en artikel 109, eerste en derde lid, zijn van toepassing op de leden van het administratief personeel van de Raad van State. Afwijkingen kunnen hun ook door de Raad van State wordenn toegestaan in de gevallen waarin de op de rijksambtenaren toepasselijke bepalingen aan dezen of hun echtgenoot de uitoefening van bepaalde aanvullende bezigheden toestaan. Art De ambtsdragers bij de Raad van State kunnen met hun instemmingn en op het advies als bedoeld in artikel 107, derde lid, door de Koning tijdelijk beslast worden met het vervullen van een opdracht of het uitoefenen van een ambt bij een nationale instelling. Indien de taken die hun aldus worden opgedragen hun niet meer toelaten hun ambt in de Raad van State te vervullen, worden zij gedetacheerd. De detachering-mag voor niet langer dan één jaar worden toegestaan. Onder de in het eerste lid bepaalde voorwaarden -kan de detachering evenwel telkens voor ten hoogste één jaar worden verlengd, zonder dat de totale duur van de detachering vier jaar mag overtreffen.. Indien betrokkene bij het verstrijken van de detacheringstermijn zijn ambt in de Raad van State niet opnieuw heeft opgenomen, wordt hij geacht ontslag te hebben genomen. De gedetacheerde ambtsdragers behouden hun plaats op de ranglijst. De in de stand van detachering doorgebrachte tijd wordt als een periode van werkelijke dienst beschouwd. Zij blijven de aan hun ambt in de Raad van State verbonden wedde genieten. Geen enkele aanvullende bezoldiging, noch vergoeding mag hun worden verleend, buiten diegene welke de werkelijke lasten verbonden aan de toevertrouwde opdrachten of ambten dekken en diegene welke door de Koning in ieder bijzonder geval worden bepaald. Art De ambtsdragers bij de Raad van State kunnen, op het advies als bedoeld in artikel 107, derde lid, door de Koning worden gemachtigd om een opdracht te vervullen of een ambt uit te oefenen bij supranationale, internationale of vreemde instellingen. Ingeval de hun aldus toegewezen taak hen in de onmogelijkheid stelt hun ambt bij de Raad van State uit te. oefenen, worden zij buiten kader gesteld. Art, 108 L, 23 déc. 1946, art. 54, 2, mod. L. 3 juin 1971, art. 39. Art L. 23 déc. 1946, art. 54, 3, mod. L.3 juin 1971, art. 39, et L. 3 juillet 1971, art. 12, 2, al. 5 partim. Art L. 23 déc. 1946, art. 54, 4, mod. L. 3 juin 197'1, art. 39. A l' al. let, le mot «employés» a été remplacé par les mots «membres du personnel administratif» : v. note sous art. 73, let, al. 3. Art L. 23 déc. 1946, art. 54bis, ler, ins. par L. 15 avril 1958, art. 13, mod. L. 3 juin 1971, art. 40. Art L. 23 déc. 1946, art. 54bis, 2, ins. par L. 15 avril 1958, mod. L. 3 juin 1971, art. 40, Art W. 23 dec. 1946, art. 54, 2, gew. W. 3 juni 1971 ; art. 39. Art W. 23 dec. 1946, art. 54, 3, gew. W. 3 juni 1971, art. 39, en W. 3 juli 1971, art. 12, 2, al. 5 partim. Art W. 23 dec. 1946, art. 54, 4, gew. W. 3 juni 1971, art. 39. In al. 1 werd het woord «beambten» vervangen door de woorden «leden van het administratief personeel» : z. noot onder art. 73, 1, al. 3. Art W. 23 dec. 1946, art. 54bis, 1, ingev. bij W. 15 april 1958, art. 13, gew. W. 3 juni 1971, art. 40. Art W. 23 dec. 1946, art. 54bis, 2, ingev. bij W 15 april 1958, gew. W. 3 juni 1971, art. 40. In al. 6 werden de woorden «pensioenverhoging voortvloeiend uit de» ingevoegd, ten einde overeenstemming te bereiken mei de Franse tekst.

20 3480 MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD La -durée totale de la mise hors cadre ne peut excéder les périodes d'exercice effectif de fonctions au Conseil d'état, Dans la position hors cadre, les intéressés cessent de percevoir le traitement attaché à leurs fonctions au Conseil d'etat et de participer à l'avancement. Ils conservent le droit de réintégrer leurs fonctions antérieures au Conseil d'etat nonobstant le nombre de places fixé par l'article O.). Si, à l'expiration de la durée de la mise hors cadre, les intéressés n'ont pas réintégré leurs fonctions' au Conseil d'etat, ils sont réputés démissionnaires. Les personnes visées à l'alinéa 2 sont autorisées à compter la durée de leur mission dans le calcul de leur pension, pour autant qu'elle n'ait pas déjà été prise en considération pour ce calcul. La pension ainsi calculée est diminuée du montant net de la pension octroyée à l'intéressé, du chef de la mission, par le gouvernement étranger, l'administration étrangère ou l'organisme supranational ou international auprès duquel il l'a accomplie. Cette réduction ne s'applique qu'à l'cccroissement de pension résultant de la prise en charge, par le Trésor, de la durée de cette mission. Art, 113. Les membres du Conseil d'etat placés en position lors cadre, ainsi que les membres de l'auditorat, du bureau de coordination et du greffe qui sont détachés ou placés en position hors cadre peuvent être remplacés nonobstant le nombre de places fixé par l'article 69 sans qu'il puisse toutefois y avoir au-delà de ce nombre plus de deux membres du Conseil d'etat, plus de quatre membres de l'auditorat, plus d'un membre du bureau de coordination et plus d'un membre du greffe, Pour l'application de l'article 73, 1er, alinéas ler et 2, les nominations faites en vue d'assurer des remplacements sont considérées comme des nominations à des places nouvelles. Les titulaires des fonctions conférées pour assurer des rempla- sont nommés définitivement. Ils accèdent de plein droit, cementss au fur et à mesure des vacances, aux places prévues par l'article 69 pour autant qu'ils justifient des connaissances requises en matière de langues pour occuper la place devenue vacante Art Les parents et alliés, jusqu'au degré d'oncle et de neveu inclusivement, ne peuvent être simultanément membres du Conseil d'etat sans une dispense du Roi ; ils ne peuvent siéger simultanément, sauf aux assemblées générales. Art Tout membre du Conseil d'etat qui a manqué à la dignité de ses fonctions ou aux devoirs de son état peut, suivant le cas, être déclaré déchu ou suspendu de ses fonctions par arrêt rendu en assemblée générale par la Cour de cassation sur réquisitoire du procureur général près cette Cour.. De totale duur van de buitenkaderstelling mag niet langer, zijn dan -de periodes van werkelijke dienst bij de Raad van State. De betrokkenen die buiten kader gesteld zijn, ontvangen niet langer de wedde die aan hun ambt bij de Raad van State verbonden is en komen niet meer in aanmerking voor bevorderingen. Zijn behouden hun recht om wederopgenomen te worden in hun vroeger ambt bij de Raad van State, ongeacht het aantal plaatsen bepaald in artikel 69. Indien, de betrokkenen bij het verstrijken van de duur van de buitenkaderstelling hun ambt in de Raad van State niet opnieuw hebben opgenomen, worden zij geacht ontslag te hebben genomen. De personen bedoeld in het tweede lid mogen de duur van hun opdracht doen gelden voor de berekening van hun pensioen, voor zover deze niet reeds voor die berekening in aanmerking is genomen. Het aldus berekend pensioen wordt verminderd met het netto-bedrag van het pensioen dat aan de betrokkene uit hoofde van zijn opdracht wordt toegekend door de buitenlandse regering ; het buitenlands bestuur of de supranationale of internationale instelling waarbij hij ze heeft vervuld. Die verminndering wordt slechts toegepast op de pensioenverhoging voortvloeiend uit de tenlaste-~ neming door de Schatkist -van de duur van die opdracht. Art De leden van de Raad van State die buiten kader zijn gesteld, alsmede de leden van het auditoraat, het cosrdinatiebureau en de griffie die gedetacheerd zijn of buiten kader zijn gesteld, kunnen niettegenstaande het in artikel 69 bepaalde aantal plaatsen worden vervangen, maar dan tot ten hoogste twee leden van de Raad van State, vier leden van het auditoraat, één lid van het cosrdinatiebureau en één lid van de griffie. Voor de toepassing van artikel 73, 1, eerste en tweede lid, worden benoemingen om in een vervanging te voorzien als benoemingen in nieuwe plaatsen beschouwd, Zij aan wie een ambt wordt begeven om in een vervanging te voorzien, worden vast benoemd. Van rechtswege bezetten zij de in artikel 69 bedoelde plaatsen naargelang deze vrijkomen en voor zover zij het bewijs leveren van de talenkennis die voor het bekleden van de vrijgekomen plaatst-vereist -is.- - Art De bloed- en aanverwanten, tot en niet de graad van oom en neef, mogen, tenzij de Koning dit verbod heeft opgeheveni niet tegelijkertijd van de Raad van State deel uitmaken; zij mogen niet tegelijkertijd zetelen, behalve op de algemene vergaderingen. Art Ieder lid van de Raad van State die te kort gekomen is aan de waardigheid van zijn ambt of aan de plichten van zijn staat, kan, volgens het geval, van zijn functie vervallen verklaard of daarin geschorst worden, bij een arrest dat door het Hof van cassatie, in algemene vergadering, op vordering van de procureur-generaal bij dit Hof, wordt uitgesproken. TITRE VIII. - Dispositions finales TITEL VIII. -- Slotbepalingen Art Les recours, requêtes ou demandes prévus - aux articles 11, 14 et 16 ne seront pas accueillis, - si la contestation est antérieure à la promulgation de la loi du 23 décembre 1946 portant création d'un Conseil d'etat. Art Des arrêtés royaux délibérés en Conseil des Ministres prendront toutes les mesures organiques complémentaires nécessaires pour assurer l'exécution des présentes lois coordonnées. Art Les crédits nécessaires pour le fonctionnement du Conseil d'etat seront inscrits au budget du Ministère de l'intérieur. Art De beroepen, verzoekschriften of aanvragen bedoeld bij de artikelen 11, 14 en 16 worden niet in aanmerking genomen indien de betwisting dagtekent van váór de datum van de bekend4 making van de wet van 23 december 1946 houdende instelling van een Raad van State. Art Bij in Ministerraad overlegde koninklijke besluiten worg den al de nodige aanvullende organieke maatregelen genomen welke ter uitvoering van deze gecoordineerde wetten nodig zijn. Art De kredieten welke voor de werking van de Raad van State nodig zijn, worden uitgetrokken op de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Art L. 23 déc. 1946, art. 54ter, art. 41. ins, par L. 3 juin 1971, Art L. 23 déc. 1946, art. 55. Ait L. 23 déc. 1946, art. 56. Art L. 23 déc. 1946, art. 58. Art L 23 déc. 1946, art. 61:, Art._ 118. L. 23 déc. 1946, art. 65. Art W. 23 dec. 1946, art.- 54ter, ingev. bij W. 3 juni 1971, art. 41. Art W. 23 dec. 1946, art. 55. Art W. 23 dec. 1946, art. 56. Art W. 23 dec. 1946, art. 58. Art W. 23 dec. 1946, art. 61, Art W. 23 dec. 1946, art. 65.