Studiewijzer ROC ID College

Transcriptie

1 Studiewijzer ROC ID College Opleiding: ICT-medewerker, 22094, niveau 2 en 3 Kwalificatie(s): Medewerker Beheer ICT, 95070, niveau 3 Beroepsopleidende leerweg (BOL) en beroepsbegeleidende leerweg (BBL) Cohort 2013 Kwalificatiedossier geldig vanaf 2012

2 Inhoudsopgave WELKOM Beroepsbeeld en opleiding... 4 Waar word je voor opgeleid?... 4 Hoe komt je opleiding tot stand?... 4 Hoe verder na je opleiding?... 5 Heb je vragen of twijfels? Waar gaat je opleiding over?... 5 Beroepsspecifiek: kerntaken en werkprocessen van het beroep... 5 Generiek: Loopbaan en Burgerschap... 6 Generiek: Talen <Indien er geen sprake is van Engels, dan Talen vervangen door Taal >en rekenen Hoe ziet je opleiding eruit?... 8 Authentieke leeractiviteiten, kennisgerichte cursussen en vaardigheidsgerichte trainingen... 8 Het crebotraject... 9 Je leertraject... 9 Je docent... 9 Beroepspraktijkvorming Portfolio... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Hoe ziet je dag op school eruit?... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Studie Informatie Proces (STIP) Toetsen en Examens Inleiding Ontwikkelingsgerichte toetsen en kwalificerende examens Toetsplan en examenplan Studiepunten Meer weten over toetsing en examinering? Studieloopbaanbegeleiding Studieloopbaanbegeleider Ontwikkelplan Portfolio... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Nog meer informatie over je opleiding... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 6. Hoeveel tijd ben je kwijt? Wat je nog meer moet weten Je rechten en plichten Jouw mening telt Contactpersonen en adressen Bijlage 1 Beroepspraktijkvorming (BPV) Bijlage 2 Studieloopbaanbegeleiding (SLB) Bijlage 3 Crebotraject... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Bijlage 4 Toetsplan Bijlage 5 Examenplan

3 WELKOM Voor je ligt de studiewijzer van jouw opleiding. In deze studiewijzer vind je informatie die je nodig hebt om je opleiding met succes te volgen. Je vindt in deze studiewijzer informatie over de volgende onderwerpen: Waar word je voor opgeleid? Hoe ziet het onderwijs eruit? Wat moet je weten over de stage of de beroepspraktijkvorming? Hoe zit het met de toetsing en de examens? Welke begeleiding krijg je tijdens je opleiding? Wat is loopbaan en burgerschap? Welke talen leer je? Wat kun je extra doen? Bij wie kun je terecht als de studiewijzer geen antwoord geeft op je vragen? Wat je verder nog weten moet. We wensen je veel succes met je opleiding en we hopen dat deze studiewijzer je daarbij helpt! Het onderwijsteam ICT 3

4 1. Beroepsbeeld en opleiding Waar word je voor opgeleid? Je hebt gekozen voor het beroep medewerker beheer ICT. Als medewerker beheer ICT krijg je te maken met Je hebt gekozen voor het beroep medewerker beheer ICT. Als medewerker beheer ICT krijg je maken met het installeren van de hard- en software. Denk hierbij aan assembleren, installeren en configureren van informatie- en communicatiesystemen. Ook verzorg je de aanleg van de complete bekabelingsinfrastructuur in een pand en sluit je alles aan. Verder weet je ook hoe je de bekabeling in een patchkast moet afmonteren. Je verzorgt het onderhoud en beheer van de hard- en software. De medewerker beheer ICT is medeverantwoordelijk voor de continuïteit van het informatie- en communicatiesysteem. Het is dan ook van belang dat je, bijvoorbeeld door testen, (ver)storingen voorkomt. Wanneer er desondanks toch nog storingen optreden, dan lokaliseer je die zo snel mogelijk. Vervolgens achterhaal je de oorzaak van de (ver)storing en los je het probleem op. Natuurlijk documenteer je alle storingen, oplossingen en verrichte werkzaamheden. Je ondersteunt systeemgebruikers bij het dagelijks gebruik van het informatie- en communicatiesysteem. De medewerker beheer ICT moet in staat zijn om allerlei incidentmeldingen van gebruikers in behandeling te nemen, deze te prioriteren, te registreren, analyseren en op te lossen. Je licht de werking van het systeem niet alleen mondeling toe, maar schrijft in voorkomende gevallen ook instructies of handleidingen. Natuurlijk zorg je er altijd voor dat je uitleg toegespitst is op de gebruiker. Een medewerker beheer ICT werkt bij of voor bedrijven die gebruik maken van informatie- en/of communicatiesystemen. In principe kan je dus werkzaam zijn bij elke organisatie waar gebruik gemaakt wordt van computers en/of telefoon. Veelal heb je een baan op de ICT-afdeling binnen een organisatie. Ook komt het voor dat je bij een organisatiegedetacheerd wordt vanuit een ICTdienstverlenend bedrijf. Een medewerker beheer ICT weet natuurlijk veel van computers, netwerken, beveiliging, bekabeling en telefonie. Daarnaast vind je kwaliteit heel belangrijk, tenslotte ben je er deels verantwoordelijk voor dat alles werkt en dat de systeemgebruikers nergens last van hebben. Je moet dan ook nauwkeurig kunnen werken. En, niet onbelangrijk, je moet met druk om kunnen gaan. Mocht er onverwachts toch een storing optreden, dan moet je snel tot actie kunnen overgaan, de juiste prioriteiten stellen en onverstoorbaar doorwerken aan het probleem totdat het probleem is opgelost. En dat kan best stressvol zijn wanneer alle gebruikers blijven bellen dat zij problemen met het systeem hebben. Naast het omgaan met techniek, kom je regelmatig in contact met gebruikers. Je moet dus goed kunnen luisteren naar en communiceren met de gebruiker. We leiden je op voor het beroep en dat je deel kunt nemen aan de samenleving. Daarnaast kun je ervoor kiezen om door te stromen naar een vervolgopleiding. Hoe komt je opleiding tot stand? Landelijke organisaties in verschillende branches stellen beroepsprofielen op. Hierin staat beschreven wat je in Nederland mag verwachten van een gediplomeerde beroepskracht met enige werkervaring. Ook kun je hierin lezen wat een beginnend beroepsbeoefenaar allemaal moet kennen en kunnen om een diploma te krijgen. Deze beschrijving heet een kwalificatiedossier en iedere opleiding heeft er één. In dit kwalificatiedossier staat verder beschreven wat je voor jouw beroep moet kennen en kunnen op het gebied van de Nederlandse taal, rekenen, eventuele moderne vreemde talen, zoals Engels en welke basis je nodig hebt om mee te kunnen doen in onze samenleving. Dit is het document Kwalificatie-eisen Loopbaan en Burgerschap. 4

5 Wil je jouw kwalificatiedossier en het document Kwalificatie-eisen Loopbaan en Burgerschap inzien, of wil je meer weten over de eisen die we aan jou stellen voor wat betreft de Nederlandse taal en rekenen? Kijk dan op Hoe verder na je opleiding? Als je de opleiding eenmaal hebt afgerond en je hebt je diploma, zijn er verschillende mogelijkheden. Je kunt: - gaan werken - doorstromen naar een opleiding op niveau 4 ICT - doorstromen naar een andere opleiding op niveau 4 Heb je vragen of twijfels? Bij vragen of twijfels over je opleiding of opleidingskeuze, maar ook als je hulp nodig hebt tijdens je opleiding, kun je een afspraak maken met je studieloopbaanbegeleider. Als blijkt dat je geen goede opleidingskeuze gemaakt hebt en je wilt je oriënteren op een andere opleiding dan kan je een afspraak maken met het Onderwijs Servicecentrum. Daar bespreken ze samen met jou welke mogelijkheden je hebt. 2. Waar gaat je opleiding over? In dit hoofdstuk kun je lezen wat je in je opleiding leert. Alles wat je leert voor je beroep noem je beroepsspecifiek en alles wat je leert om in de maatschappij te kunnen functioneren en om door te kunnen stromen naar een vervolgopleiding, noem je generiek. Beroepsspecifiek: kerntaken en werkprocessen van het beroep Je opleiding bestaat uit kerntaken. Een kerntaak bestaat uit verschillende werkzaamheden die met elkaar te maken hebben en die kenmerkend zijn voor je toekomstige beroep. Deze werkzaamheden noem je werkprocessen. In sommige werkprocessen vragen we vaardigheden op het gebied van Nederlandse taal, Engels en rekenen. De kerntaken en werkprocessen zijn vastgesteld in het kwalificatiedossier. Jouw opleiding bestaat uit de volgende kerntaken en werkprocessen: - Kerntaak 1 Installeren van hard- en software * werkproces 1.1: Assembleren van systemen * werkproces 1.3: Installeren en configureren van systemen en (standaard)applicaties * werkproces 1.4: Realiseren van de bekabelingsinfrastructuur - Kerntaak 2 Onderhouden en beheren van hard- en software * werkproces 2.1: Voorkomen van (ver)storingen * werkproces 2.2: Lokaliseren en verhelpen van (ver)storingen - Kerntaak 3 Ondersteunen van systeemgebruikers * werkproces 3.1: Instrueren van gebruikers * werkproces 3.2: In behandeling nemen van incidentmeldingen * werkproces 3.3: Afhandelen van incidentmeldingen 5

6 Generiek: Loopbaan en Burgerschap Behalve de kerntaken, die te maken hebben met je beroep, krijg je ook te maken met onderwerpen die je leren hoe je actief deel uit kunt maken van de Nederlandse samenleving. Daarnaast leer je hoe je je loopbaan verder richting en vorm kunt geven. Dat doe je aan de hand van een aantal onderwerpen. Deze onderwerpen staan beschreven in Kwalificatie-eisen Loopbaan en Burgerschap. In het kort gaat het om onderwerpen die te maken hebben met: - Politiek, rechten en plichten (politiek-juridische dimensie) - Werk en inkomen (economische dimensie) - Je rol in je omgeving en de wereld (sociaal-maatschappelijke dimensie) - Je leefstijl, vitaliteit en fitheid (dimensie vitaal burgerschap) - Je persoonlijke kwaliteiten en mogelijkheden die van invloed zijn op je toekomst in je werk of in een vervolgopleiding (loopbaan). Generiek: Taal en rekenen Nederlandse taal Nederlandse taal is belangrijk. Niet alleen om succesvol te zijn in je beroep, maar ook om goed mee te kunnen doen in de samenleving of als je door wilt stromen naar een vervolgopleiding. Zo is het bijvoorbeeld belangrijk dat je de vraag van een gebruiker kunt begrijpen, dat je een formulier kunt invullen als de klant zijn probleem bij jou gemeld heeft of dat je een goed telefoongesprek kunt voeren als je op een servicedesk werkt. Daarom werk je tijdens je opleiding ook aan Nederlandse taal. Het gaat daarbij om de volgende deelvaardigheden: lezen luisteren spreken gesprekken schrijven Rekenen Om succesvol te kunnen zijn in je beroep, in de samenleving en om door te kunnen stromen naar een vervolgopleiding is het belangrijk dat je goed kunt rekenen. Het is natuurlijk handig als je bij het betalen aan de kassa kunt berekenen of je niet teveel betaalt, maar ook is het belangrijk dat je kunt schatten hoeveel ruimte een gebruiker op zijn harde schijf nodig heeft of dat je een IPadres kunt berekenen. Tijdens je opleiding leer je de volgende rekenvaardigheden: Getallen Verhoudingen Meten en meetkunde 6

7 Verbanden 7

8 3. Hoe ziet je opleiding eruit? In het vorige hoofdstuk heb je gelezen wat je tijdens je opleiding leert. In dit hoofdstuk lees je hoe je opleiding eruitziet en hoe je leert. Authentieke leeractiviteiten, kennisgerichte cursussen en vaardigheidsgerichte trainingen Tijdens je opleiding volg je of neem je deel aan authentieke leeractiviteiten, kennisgerichte cursussen en vaardigheidsgerichte trainingen. Wat zijn authentieke leeractiviteiten? Authentieke leeractiviteiten worden afgekort tot ALA s. Vanaf het begin van je opleiding krijg je in elke ALA te maken met een situatie uit de praktijk waarin je een opdracht gaat uitvoeren. Je voert de opdracht op school uit of in de praktijk. Een deel van de ALA s doe je alleen, andere ALA s voer je samen met je medestudenten uit, bijvoorbeeld in de vorm van een project. Tijdens de uitvoering van de ALA s leer je de kerntaken en werkprocessen van je beroep zelfstandig te doen. Je werkt tijdens je opleiding een periode op de studenten-servicedesk van het ID College. Ook leer je presenteren en gebruikers ondersteunen bij Samen online. Verder doe je soms projecten met echte klanten en voer je projecten uit in school. Wat zijn kennisgerichte cursussen? Om je beroep goed uit te kunnen oefenen, heb je kennis nodig, je moet dingen weten. Door het volgen van cursussen doe je die kennis op. Maar kennis wordt pas effectief als je begrijpt waaróm je die kennis nodig hebt en hem ook meteen kunt toepassen. Om die reden zijn de kennisgerichte cursussen gekoppeld aan de ALA s zodat de kennis die je leert je helpt bij het uitvoeren van je ALA. Voor je op de studenten-servicedesk gaat werken, moet je weten hoe het programma TOPdesk werkt, omdat je daarin de meldingen van de gebruikers moet verwerken. Daarover krijg je dus een cursus. Voor je kunt presenteren, moet je het programma Powerpoint beheersen. Ook daarover geven we een cursus. Als je klanten wilt helpen, moet je kennis hebben van hard- en software. In cursussen leer je daar meer over. Wat zijn vaardigheidsgerichte trainingen? Om sommige handelingen of vaardigheden goed te beheersen, moet je veel oefenen. Daar is in een ALA niet altijd tijd voor, terwijl je die vaardigheden wel nodig hebt om de ALA goed uit te kunnen voeren. Daarom organiseert de school vaardigheidsgerichte trainingen waarin je de vaardigheden leert die je in je beroep nodig hebt. En net als voor de cursussen geldt ook hier dat je de beroepsvaardigheden oefent op het moment dat je ze in je ALA nodig hebt. Alleen weten hoe TOP-desk werkt is nog niet voldoende. Je moet met het programma oefenen om er ervaring mee te krijgen. Een Powerpoint-presentatie maken is het begin, maar het presenteren zelf moet je een aantal malen gedaan hebben om er beter in te worden. Je kunt wel veel kennis hebben over hard- en software, maar je zult moeten oefenen met sleutelen en storingen oplossen om de klant snel te kunnen helpen. ALA s, cursussen en trainingen voor Loopbaan en Burgerschap en doorstroom Door de opleiding die je volgt kun je doorstromen naar een vervolgopleiding en meedoen in de samenleving. Ook bij Loopbaan en Burgerschap, Nederlandse taal en rekenen, krijg je ALA s, kennisgerichte cursussen en vaardigheidsgerichte trainingen. Bij een ALA voor Burgerschap 8

9 bijvoorbeeld, staat niet de beroepssituatie centraal, maar de maatschappelijke situatie. Ook bij de ALA s voor Burgerschap volg je de bijbehorende cursussen of trainingen. Als Nederlandse taal, moderne vreemde talen en rekenen van belang zijn voor het succes in je beroep, krijg je ze in de beroepsgerichte ALA s, cursussen of trainingen. Als ze je helpen goed mee te doen in de samenleving of door te stromen naar een beroepsopleiding, leer je de vereiste vaardigheden in generieke vaardigheidsgerichte trainingen. Je kunt bijvoorbeeld meedoen met een debat, een cursus volgen over de rechten van een werknemer, een workshop bijwonen over drugs en alcohol of vrijwilligerswerk doen. Ook krijg je een sollicitatietraining en oefen je telefoongesprekken. Uiteraard zijn er lessen Nederlands en rekenen. Het crebotraject In elke activiteit, cursus en training werk je aan je leerdoelen. Deze leerdoelen staan beschreven in de leereenheden. En deze leereenheden staan in een logische volgorde en vormen samen het crebotraject. Dit crebotraject is de basis van jouw persoonlijke leertraject. Ben je soms even het overzicht kwijt? Weet je niet meer precies weet waar je in je opleiding gebleven bent? Kijk dan in het overzicht van het crebotraject. In bijlage 1 zie je hoe jouw crebotraject is samengesteld. Je leertraject Een groot aantal ALA s, cursussen en trainingen is verplicht. Dat geldt ook voor bepaalde combinaties van ALA s, cursussen en trainingen. Zo n combinatie noem je een arrangement. Daarnaast heb je keuzemogelijkheden. Zo kun je soms in overleg met je docent, binnen een ALA kiezen waar je de opdracht uitvoert. Maar ook met welke doelgroep je gaat werken of welk soort product je wilt opleveren. Vervolgens heb je mogelijkheden om, na overleg met je studieloopbaanbegeleider, voor bepaalde ALA s, cursussen of trainingen te kiezen. Zo kun je over bepaalde onderwerpen van jouw beroep net iets meer te weten komen dan wat je minimaal nodig hebt om je diploma te behalen. Of je kunt je horizon verbreden door een ALA, een cursus of een training te kiezen van een andere opleiding. Maar je kunt er ook voor kiezen om een training of een cursus eerder te doen dan in je crebotraject gepland staat. In het crebotraject zijn je keuzemogelijkheden aangegeven en in je rooster is er tijd voor gereserveerd. Alle verplichte (arrangementen van) ALA s, cursussen en trainingen en de door jou gekozen (arrangementen van) ALA s, cursussen en trainingen vormen samen je persoonlijke leertraject. Je docent Vanzelfsprekend ben je zelf verantwoordelijk voor jouw leerproces. Dat betekent natuurlijk niet dat je bij het uitvoeren of volgen van een ALA, cursus of training er alleen voor staat. Je docent staat voor je klaar om je te begeleiden. Zeker als je begint aan een volgend leerdoel, krijg je meer begeleiding van je docent. Naarmate je de kerntaken, werkprocessen en de kennis en vaardigheden die je wilt leren beter beheerst, zal de docent zich steeds een beetje meer op de achtergrond opstellen. Uiteindelijk kun je dan zelfstandig aan de slag. 9

10 Beroepspraktijkvorming Aan het begin van dit hoofdstuk heb je gelezen dat je een ALA op school of in de praktijk uitvoert. Meestal kun je kiezen welke ALA je op school en welke ALA je in de praktijk uitvoert. Je bent wel verplicht om elk studiejaar één of meerdere ALA s in een erkend leerbedrijf uit te voeren. Dit noem je beroepspraktijkvorming, afgekort tot BPV. Een erkend leerbedrijf moet voldoen aan landelijke kwaliteitscriteria en heeft bijvoorbeeld minimaal één getrainde praktijkopleider in dienst. Die praktijkopleider begeleidt je bij het uitvoeren van je ALA( s). In bijlage 2 kun je meer lezen over de BPV. Studie Informatie Proces (STIP) Deze studiewijzer geeft je al heel veel informatie over je opleiding. Natuurlijk valt er nog veel meer te vertellen. Tijdens STIP-uren informeren we je over alles wat op dat moment voor jou van belang is op het gebied van je studie. Het gaat hier onder meer om (examen)roosters, opleidingsprogramma en examenvereisten en eventuele wijzigingen daarin, de inrichting van de beroepspraktijkvorming, beoordeling van leerresultaten, studentenstatuut, schoolreglement, klachtenregeling, mogelijkheden tot medezeggenschap, begeleidingsvoorzieningen, etc. 10

11 4. Toetsen en Examens Inleiding In het vorige hoofdstuk las je hoe je door het uitvoeren van ALA s en het volgen van cursussen en trainingen de inhoud van je opleiding steeds beter kunt beheersen. Het is de taak van ROC ID College om aan het einde van je opleiding vast te stellen of je het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar hebt bereikt. Of je daarnaast klaar bent om actief deel te nemen aan de maatschappij en of je voldoende bagage hebt verzameld om door te kunnen stromen naar een vervolgopleiding. Ontwikkelingsgerichte toetsen en kwalificerende examens Om dit te bepalen, leg je tijdens en aan het einde van je opleiding kwalificerende examens af. De meeste kwalificerende examens bepalen het eindniveau. Gedurende je opleiding examineren we je ook minimaal twee keer kwalificerend op tussenniveau. Dit zijn meestal examens die je behaald moet hebben om deel te kunnen nemen aan bepaalde kwalificerende examens op eindniveau. Daarnaast word je gedurende je opleiding ontwikkelingsgericht getoetst. Door het maken van deze toetsen wordt duidelijk wat goed gaat en wat mogelijk nog beter kan. Ontwikkelingsgerichte toetsen lijken qua inhoud, vorm en manier van beoordelen zoveel mogelijk op de kwalificerende examens. Zo biedt de ontwikkelingsgerichte toets je ook een goede voorbereiding op het kwalificerend examen. We beoordelen elke ALA, cursus en training. Dit kan een ontwikkelingsgerichte of een kwalificerende beoordeling zijn. In het geval van een cursus of een training gaat het altijd om een toets of examen waarmee je de cursus of training afsluit. Zowel ontwikkelingsgerichte als kwalificerende beoordelingen geven je een beeld in hoe je er voor staat en welke vervolgstappen je in je opleiding het beste kan maken. Nederlandse taal en rekenen (generiek) De trainingen worden afgesloten met een toets of examen. Deze toets of examen kan over één of meerdere deelvaardigheden gaan. Voor ieder kwalificerend examen krijg je één resultaat. Het maakt niet uit hoeveel deelvaardigheden daarin aan bod komen. Beroepspraktijkvorming (BPV) Tijdens je opleiding doe je minimaal één kwalificerende ALA in de beroepspraktijk. Je bepaalt in overleg met je studieloopbaanbegeleider, je BPV begeleider en je praktijkopleider welk kwalificerend examen dat wordt. Voor elke kerntaak waaraan je in je BPV hebt gewerkt, heb je gemiddeld een voldoende kwalificerende beoordeling. Toetsplan en examenplan In bijlage 3 en bijlage 4 zie je het toetsplan en het examenplan van je opleiding. Dit zijn overzichten waarin je precies kunt zien welke ontwikkelingsgerichte toetsen en welke kwalificerende examens je doet tijdens je opleiding. Je kunt in deze overzichten per toets of examen zien: wat voor soort toets of examen het is waar de toets of het examen over gaat (beroepsspecifiek (de kerntaken)), Loopbaan en Burgerschap, Nederlandse taal en rekenen hoe de beoordelingen ten opzichte van elkaar wegen Zoals eerder aangegeven, krijg je voor elke ALA, cursus of training een ontwikkelingsgerichte of kwalificerende beoordeling. Voor de ALA s geldt, dat alleen de ALA s die je volledig zelfstandig doet in het toetsplan of examenplan staan. Het kan zijn dat je door bepaalde beroepsgerichte of persoonlijke ontwikkelingen of op basis van opgedane ervaring voor bepaalde toetsen of examens vrijstelling hebt. Deze toetsen en examens hoef je dan niet te doen. Het kan ook zo zijn dat er toetsen of examens bij komen, die niet in 11

12 deze overzichten zijn opgenomen. Dit kan zijn omdat je bijvoorbeeld een ALA, cursus of training van een andere opleiding volgt. Studiepunten Voor elke afzonderlijke voldoende beoordeling van een toets en examen krijg je één of meerdere studiepunten, tenzij de betreffende toets of examen in het toetsplan of examenplan staat. Je kunt in het toetsplan en het examenplan zien hoeveel studiepunten je per beoordeling krijgt. Het aantal door jou behaalde studiepunten kun je vergelijken met het aantal studiepunten dat je had kunnen halen. Dit geeft jou en de school, naast de beoordelingen, snel een beeld van waar je in je opleiding staat. Door in te zoomen op de behaalde studiepunten zie je welke leerdoelen je beheerst. Door daarnaast te kijken naar de studiepunten die je (nog) niet hebt, zie je aan welke leerdoelen je nog moet werken. Toets of examen inhalen of overdoen Soms kun je, met een geldige reden, niet bij een toets of examen aanwezig zijn. Je mag die toets of dat examen dan inhalen. Het kan ook zijn dat je de eerste keer een onvoldoende beoordeling voor een toets of examen krijgt. Dan mag je deze toets of examen herkansen. Elke toets of examen die gepland is en waar jij volgens je crebotraject aan deel zou kunnen nemen, telt als een gelegenheid. Voor iedere ontwikkelingsgerichte toets m.b.t. het beroep en iedere ontwikkelingsgerichte toets m.b.t. de generieke onderdelen Nederlands, rekenen en Loopbaan en Burgerschap kun je gebruik maken van maximaal twee gelegenheden. Voor de kwalificerende examens met betrekking tot het beroep kun je gebruik maken van 2 gelegenheden per studiejaar. Voor de kwalificerende examens m.b.t. de generieke onderdelen Nederlandse taal en rekenen geldt dat je tijdens je opleiding in totaal van maximaal twee gelegenheden gebruik kunt maken. In uitzonderlijke gevallen kan de voorzitter van de examencommissie besluiten van het bovenstaande af te wijken. Van resultaten naar eindresultaat Beroepsspecifieke kerntaken Een resultaat van een kwalificerende beoordeling wordt uitgedrukt in een: cijfer (het cijfer 1 t/m 10, afgerond op 1 decimaal) waarde (bijvoorbeeld: goed / voldoende / onvoldoende) 12

13 Het eindresultaat van de kerntaak wordt uitgedrukt in een cijfer (afgerond op 0 decimaal) of in een waarde. Nederlandse taal en rekenen (generiek) Een resultaat van een kwalificerende beoordeling wordt uitgedrukt in een: cijfer (het cijfer 1 t/m 10, afgerond op 1 decimaal) Het eindresultaat wordt uitgedrukt in een cijfer (afgerond op 0 decimaal). Afronding van cijfers Afronding van 1 naar 0 decimaal vindt op de volgende wijze plaats: Is het eerste decimaal 5 of hoger, dan wordt er naar boven afgerond. Bijvoorbeeld het cijfer 5,5 wordt afgerond naar het cijfer 6. Is het eerste decimaal 4 of lager, dan wordt er naar beneden afgerond. Bijvoorbeeld het cijfer 5,4 wordt afgerond naar het cijfer 5. Je diploma! Je behaalt je diploma als je voldoet aan: kwalificatie-eisen (inclusief beroepsgerichte taal- en rekenvaardigheden). Je moet voor alle kerntaken behorend bij de opleiding ten minste een voldoende behalen. Dit betekent dat je voor de kwalificerende beoordelingen behorende bij één kerntaak gemiddeld een voldoende moet behalen. De kwalificerende beoordelingen die in de BPV hebben plaatsgevonden, moeten sowieso per kerntaak gemiddeld minimaal voldoende zijn. de generieke kwalificatie-eisen voor Loopbaan en Burgerschap. Je voldoet aan de inspanningsverplichting voor Loopbaan en Burgerschap als je met je ontwikkelingsgerichte ALA s, cursussen en trainingen voor Loopbaan en Burgerschap een ontwikkeling hebt aangetoond. de generieke kwalificatie-eisen voor de Nederlandse taal en rekenen. Het eindcijfer voor Nederlands moet minimaal een 5 zijn. Het eindcijfer voor rekenen telt niet mee voor het behalen van het diploma, maar wordt wel vermeld op de cijferlijst bij je diploma. Kwalificerende ALA s, cursussen en trainingen van een andere opleiding die je met een voldoende beoordeling hebt afgerond, tellen niet mee voor je diploma. Wel kun je er schoolverklaring voor ontvangen. Meer weten over toetsing en examinering? ROC ID College heeft een aantal regels en procedures opgesteld, die zorgen voor een goede gang van zaken voor, tijdens en na de examens. Op de website van ROC ID College staan deze regels en procedures. Ga naar en kies in het venster Voor wie: voor studenten en ouders. 13

14 Je kunt hier informatie vinden als je wilt weten: of je in aanmerking komt voor vrijstellingen voor kwalificerende examens of je in aanmerking komt voor een afwijkende wijze van examinering, bijvoorbeeld omdat je een beperking hebt hoe je een ervaringscertificaat kan laten verzilveren welke regels er gelden tijdens het afnemen van toetsen en examens hoe lang het duurt voordat de resultaten van een examen bekend worden gemaakt; hoe het zit met je recht op inzage van het gemaakte werk en hoe je dat met de assessor kunt bespreken op welke wijze en bij wie je terecht kunt als je het niet eens bent met een beslissing van een assessor hoe je een klacht kunt indienen als je het niet eens bent met een besluit van de examencommissie 5. Studieloopbaanbegeleiding Hoe succesvol je jouw opleiding doorloopt, bepaal je natuurlijk grotendeels zelf. Maar dat betekent niet dat je er alleen voor staat! Studieloopbaanbegeleider Je studieloopbaanbegeleider speelt een belangrijke rol. Vanaf het begin tot en met het einde van je opleiding volgt de studieloopbaanbegeleider jouw persoonlijke en beroepsmatige ontwikkeling. Hij ondersteunt je tijdens individuele gesprekken door terug te kijken op wat goed gaat en wat mogelijk beter zou kunnen. Hij begeleidt je bij het maken van keuzes, het plannen van je studieloopbaan en in je beeldvorming over je toekomstige beroep. Minimaal vier keer per studiejaar heb je een individueel adviesgesprek met je studieloopbaanbegeleider. Daarnaast bespreekt het onderwijsteam tweemaal per studiejaar jouw studieresultaten, je studiehouding, je beroepshouding en je BPV. Naar aanleiding van deze bespreking volgt een schriftelijk studieadvies. Meer informatie over het individueel adviesgesprek en het schriftelijk studieadvies lees je in bijlage 5. Ontwikkelplan In een ontwikkelplan beschrijf je wat je in een bepaalde periode wilt leren. Je kijkt daarbij naar de eisen van het beroep en (je persoonlijke) kennis en vaardigheden. Je beschrijft welke ontwikkeldoelen je hebt, welke activiteiten je gaat doen en je maakt een planning voor de uitvoering. Ook beschrijf je hier hoe je ondersteunt wilt worden door anderen (denk aan docenten, medestudenten, begeleiders, etc). Op twee momenten per jaar maak je een POP, die je bespreekt met je studieloopbaanbegeleider. Daarin schrijf je op welke ontwikkelingsdoelen jij jezelf stelt voor de komende periode. Je studieloopbaanbegeleider kan je hierbij helpen en samen met jou bepalen of je doelen realistisch zijn. 14

15 Digitaal begeleidingsdossier Alle informatie die nodig is om jou tijdens je opleiding goed te kunnen begeleiden leggen medewerkers van ROC ID College vast in een persoonlijk (digitaal) begeleidingsdossier. Wanneer je bijvoorbeeld met je studieloopbaanbegeleider een studieadviesgesprek voert, legt hij de gemaakte afspraken vast in je dossier. Je hebt altijd het recht van inzage in dit dossier. 15

16 6. Hoeveel tijd ben je kwijt? Een studiejaar bestaat uit ongeveer 40 weken. Elke week besteed je 40 klokuren 1 aan je opleiding. Alles bij elkaar ben je dus 1600 klokuren per jaar met je opleiding bezig. Dat noemen we de studiebelastingsuren (SBU). Je brengt niet alle studiebelastingsuren ook daadwerkelijk op school door omdat je een aantal van deze uren zelfstandig besteedt aan je opleiding. Op die momenten krijg je dus geen begeleiding door de school of je leerbedrijf. Om in aanmerking te komen voor studiefinanciering moet je als BOL-student minimaal 850 klokuren per studiejaar onder begeleiding aan je opleiding besteden. Deze uren staan in je rooster. Dit zijn bijvoorbeeld de ALA s, kennisgerichte cursussen en vaardigheidsgerichte trainingen, toetsen en examens en de activiteiten in het kader van je studieloopbaanbegeleiding. De uren die overblijven, zijn onbegeleide klokuren. Deze besteed je thuis aan je huiswerk of aan zelfstudie op school. Als BBL-student besteed je minimaal 300 klokuren per studiejaar onder begeleiding aan je opleiding. Je besteedt dan meer uren aan je BPV omdat je in een BBL-opleiding minimaal 24 klokuren per week werkt. Een voorbeeld voor een BOL-opleiding. Stel, je bent in een bepaalde week 27 klokuren bezig met het werken aan ALA s, waarvan 24 klokuren (= 3 dagen) in de BPV en ook nog 3 klokuren op school. Daarnaast heb je ook nog 3 klokuren diverse trainingen en cursussen op school. In totaal heb je dan = 30 klokuren begeleid onderwijs. Een week bestaat uit 40 SBU. De overige 10 klokuren (40 30 = 10) besteed je aan huiswerk of zelfstudie op school. In het schema hieronder zie je de globale verdeling van klokuren en SBU per studiejaar. Studiejaar Begeleid aantal klokuren (= 60 minuten) op school Begeleid aantal klokuren (= 60 minuten) in de BPV Onbegeleide klokuren (= 60 minuten) Totaal aantal SBU 1 e studiejaar e studiejaar e studiejaar

17 7. Wat je nog meer moet weten Je rechten en plichten Op de website van ROC ID College kun je het studentenstatuut vinden. Daarin staan je rechten en plichten waar je tijdens je opleiding mee te maken krijgt. Je vindt hier bijvoorbeeld informatie over: De omgangsnormen en schoolregels die op ROC ID College gelden; De algemene rechten die je hebt. Denk bijvoorbeeld maar aan het recht op volledige en voor jou begrijpbare informatie, het recht op het doen van voorstellen of het uiten van een klacht en het recht op een veilige werkomgeving; De manier waarop je een klacht kunt indienen; De vertrouwenspersoon en de maatschappelijk werker; De manier waarop ROC ID College omgaat met jouw persoonlijke gegevens; Inzagerecht in je dossier; Wat er gebeurt als je schade veroorzaakt in school; De onderwijsovereenkomst en de praktijkovereenkomst; Aan- en afwezigheid; Strafmaatregelen; De studentenraad; Het Onderwijs Servicecentrum en het steunpunt studie en handicap; IDeaal Regionaal voor rekenen en taal; extra taal- en rekenondersteuning. Jouw mening telt Het onderwijsteam is voortdurend bezig het onderwijs te verbeteren. Op basis van ervaringen en evaluaties in voorgaande jaren proberen we nieuwe activiteiten te bedenken. Hiermee proberen we het onderwijs nog interessanter en uitdagender voor je te maken. Daar hebben we jou voor nodig en daarom willen we graag weten wat jij ervan vindt. Hoe je dat kunt laten weten, lees je hieronder. Er is een studentenpanel voor de ICT opleidingen. Dit panel komt vier maal per jaar bijeen. Er worden zaken besproken waarover het onderwijsteam de mening van de studenten wil weten, maar ook de studenten kunnen hier punten inbrengen waarover zij meer willen weten of die ze graag anders zouden willen zien. Je kunt de vertegenwoordigers in het studentenpanel punten meegeven die zij meenemen naar het studentenpanel. Ook kun je jezelf aanmelden als vertegenwoordiger van je opleiding. Als er teveel aanmeldingen zijn, dan zal er een verkiezing worden georganiseerd. Daarnaast wordt er jaarlijks een enquête gehouden over wat de studenten vinden van de school, het onderwijs, de organisatie, de leeromgeving, de leermaterialen, de veiligheid, de BPV en nog een aantal onderwerpen. Deze enquête kan iedere student invullen, zodat we een beeld krijgen hoe de meerderheid van de studenten denkt over onze opleiding. Dat vinden wij belangrijk. Met de resultaten kunnen we bekijken wat we moeten en kunnen verbeteren. ROC ID College heeft een deelnemersraad. De deelnemersraad komt op voor de belangen van studenten als het gaat om specifieke studentzaken. Er worden veel beslissingen genomen waar je als student mee te maken krijgt. De deelnemersraad kijkt wat deze beslissingen voor jou als student betekenen. De deelnemersraad brengt adviezen uit aan het bestuur van de school. Soms kan een bepaald besluit zelfs niet genomen worden voordat de deelnemersraad het ermee eens is. Als je wilt meedenken over wat er op school gebeurt, kun je je verkiesbaar stellen voor de deelnemersraad. Behalve dat je dan een aandeel hebt in de positieve veranderingen op school, leer je ook veel van je werk voor de deelnemersraad. De ervaringen die je in de deelnemersraad opdoet staan goed op je CV. De deelnemersraad bestaat uit zeven leden en is vaak op zoek naar nieuwe leden. Wil je iets veranderen op school voor jezelf en voor je medestudenten? Meld je dan bij de deelnemersraad. 17

18 18

19 8. Contactpersonen en adressen Teamleider Gouda: Dhr. Vogelaars Groen van Prinsterersingel TE Gouda Tel.: Teamleiders Zoetermeer: niveau 2/3: Dhr. van Vark Van Doornenplantsoen ZA Zoetermeer Tel.: (079) niveau 4: Dhr. de Graaf Van Doornenplantsoen ZA Zoetermeer Tel.: (079) Informatie over opleidingen: Klachtencommissie ROC ID College: ROC ID College Bestuur & Diensten t.a.v. secretaris Klachtencommissie Groen van Prinsterersingel TE Gouda Examencommissie Techniek en ICT t.a.v. dhr. de Jong Groen van Prinsterersingel TE Gouda Examencommissie Generiek ROC ID College Bestuur & Diensten Examencommissie Generiek ROC ID College t.a.v. Gijs Vlieland, voorzitter examencommissie generiek Groen van Prinsterersingel TE Gouda Commissie van beroep voor de examens ROC ID College Bestuur & Diensten Commissie van beroep ROC ID College t.a.v. de ambtelijk secretaris Commissie van Beroep Groen van Prinsterersingel 52 19

20 2805 TE Gouda 20

21 jaren Bijlage 1 Crebotraject weken 1 2 BPV BPV 3 BPV BPV Beroepstaak Medewerker beheer ICT Cluster 1, Taakklasse 1 Beroepstaak Medewerker beheer ICT Cluster 1, Taakklasse 2 Beroepstaak Medewerker beheer ICT Cluster 1, Taakklasse 3 Beroepstaak Medewerker beheer ICT Cluster 2, Taakklasse 4 Beroepstaak Medewerker beheer ICT Cluster3, Taakklasse 5 Beroepstaak Medewerker beheer ICT Cluster 3, Taakklasse 6 Beroepstaak Medewerker beheer ICT Cluster 3, Taakklasse 7 Beroepstaak Medewerker beheer ICT Cluster 3, Taakklasse 8 Beroepstaak Medewerker beheer ICT Cluster3, Taakklasse 9 Beroepstaak Medewerker beheer ICT Cluster3, Taakklasse 10 Beroepstaak Medewerker beheer ICT Cluster3, Taakklasse 11 Beroepstaak Medewerker beheer ICT Cluster3, Taakklasse 12 21

22 Bijlage 2 Beroepspraktijkvorming (BPV) 1. Inleiding De beroepspraktijkvorming vormt een deel van jouw beroepsopleiding. Het leerbedrijf, ROC ID College en jij zelf tekenen hiervoor een praktijkovereenkomst. In deze praktijkovereenkomst staan alle afspraken die nodig zijn voor een goed verloop van de beroepspraktijkvorming. Leren in de praktijk is een belangrijk onderdeel van je opleiding. De beroepspraktijkvorming is het leerproces van jou als student. Je doet ervaring op in de praktijk. Door het uitvoeren van opdrachten (ALA s) in een leerbedrijf, kun je jezelf goed ontwikkelen tot beginnend beroepsoefenaar. Dit doe je eerst onder begeleiding van een werkbegeleider of een praktijkopleider en later in je opleiding voer je deze taken zelfstandig uit. In de BPV krijg je een idee van wat er in de praktijk gebeurt. Je voert verschillende werkzaamheden uit. In het begin doe je vooral onder begeleiding ervaring op, later ga je zelfstandig aan het werk. 2. Doel BPV In de beroepspraktijkvorming oriënteer je je op het beroep, vervolgens ontwikkel je jouw beroepsvaardigheden (zodat je na je opleiding direct kunt starten in het beroep). Ben je al in de praktijk aan het werk als BBL student, dan richt je je gelijk op het ontwikkelen van beroepsvaardigheden. 3. Vorm van de BPV In jouw opleiding wordt er gewerkt met een In jouw opleiding wordt er gewerkt met een blokstage. Dit betekent dat je 20 weken beroepspraktijkvorming volgt en een maandelijkse terugkomdag hebt. Ben je een BBL student dan heb je één dag les en minimaal 16 uur beroepspraktijkvorming per week. 4. Duur van de BPV In hoofdstuk 6 van deze studiewijzer lees je hoeveel uur per studiejaar je beroepspraktijkvorming moet volgen. Vooraf weet je dus precies hoelang een BPV-periode duurt en hoeveel uur BPV je moet volgen. Het aantal uur BPV staat in je praktijkovereenkomst. Om aan te tonen dat je al je uren hebt gemaakt, houd je een urenoverzicht bij. Deze tekent jouw praktijkopleider. Dit urenoverzicht bespreek je ook bij je voortgangsgesprekken met je BPV-begeleider of studieloopbaanbegeleider. 5. Voorbereiding van de BPV Je bereidt je voor op het uitvoeren van de opdrachten (ALA s) tijdens de beroepspraktijkvorming. Voor jou is het belangrijk om te weten wat je kunt verwachten en waar je de beroepspraktijkvorming gaat doen. Informatie verzamelen, oriënteren op de branche en de leerbedrijven, je leren presenteren; dat zijn onderdelen van de voorbereiding. Een docent op school begeleidt je bij deze voorbereiding. Keuze leerbedrijf: Er zijn verschillende manieren om aan een leerbedrijf te komen. Je kunt: - zelf een leerbedrijf zoeken; - een adres krijgen van school. Let er wel op als je zelf zoekt dat het een erkend leerbedrijf is. Dat wil zeggen dat het kenniscentrum ECABO het leerbedrijf goedgekeurd heeft om jou te kunnen begeleiden. Als je zelf een leerbedrijf zoekt kun je dat doen op of Op deze site staan alle leerbedrijven die aan de eisen voldoen. Heb je een leerbedrijf gevonden dat niet op deze site staat, geef dan de gegevens van het leerbedrijf door aan je BPV-begeleider. Zo controleren we of het een leerbedrijf is waar jij naartoe kunt gaan. Het is heel belangrijk dat je 22

23 een leerbedrijf vindt dat bij jou en je opleiding past. Je bespreekt met je SLB er jouw keuze van het leerbedrijf en samen kijk je of het leerbedrijf past bij jou en je leerdoelen. Ben je een BBL student, dan heb je al een erkend leerbedrijf gevonden voordat je met de opleiding start. Er zijn leerbedrijven die hun werknemers zelf inschrijven voor een opleiding. Kennismaking met het leerbedrijf Als je een leerbedrijf gevonden hebt moet je solliciteren. Een leerbedrijf heeft vaak een eigen sollicitatieprocedure. Bij het leerbedrijf vraag je om informatie zodat je weet wat je moet doen. Krijg je een adres via je BPV-begeleider dan neem je zelf contact op met het leerbedrijf om een afspraak te maken. Vervolgens stuur je een sollicitatiebrief, aangevuld met je CV op en ga je je voorbereiden op het sollicitatiegesprek. Het kan ook voorkomen dat het leerbedrijf al contact heeft met school en dat je alleen nog gaat kennismaken. Voor deze situatie zijn een aantal mogelijkheden: - Je maakt zelf een afspraak; - Het leerbedrijf nodigt je uit; - Je BPV-begeleider plant een gesprek waar hij zelf ook bij is. 6. Uitvoeren van de BPV Wat wordt er van jou verwacht? Als je opdrachten tijdens de beroepspraktijkvorming doet, ben je al bezig met je toekomstige beroep. Je hebt gekozen voor dit beroep en je wilt graag de beroepspraktijkvorming succesvol laten verlopen. Je weet wat je wilt leren in de praktijk en je hebt dit afgestemd met je SLB er. Je hebt je goed voorbereid en: - Je weet welke activiteiten je gaat uitvoeren; - Je volgt zo goed mogelijk de aanwijzingen op van de praktijkopleider van het leerbedrijf; - Je presenteert jezelf als een gemotiveerde student en als vertegenwoordiger van ROC ID College; - Je koppelt alle begeleidingsgesprekken met je BPV-begeleider en praktijkopleider terug naar je SLB er. Inhoud van de BPV De opdrachten die je bij het leerbedrijf doet, staan beschreven in een ALA Hierin staat welke opdrachten je moet doen en aan welke cursussen en trainingen op school deze gekoppeld zijn. Ook kun je zien aan welke eisen die opdrachten moeten voldoen en door wie het beoordeeld gaat worden. Het kan gaan om ontwikkelingsgerichte of kwalificerende opdrachten. De ontwikkelingsgerichte opdrachten zijn belangrijk voor je voortgang en de kwalificerende opdrachten zijn belangrijk voor het behalen van je diploma. Deze ALA krijg je van je BPV-begeleider uitgereikt. Deze docent bespreekt dit met jou en het leerbedrijf. 7. BPV-begeleiding Een docent op school begeleidt je tijdens de BPV, de BPV-begeleider. Het leerbedrijf zorgt ook voor een begeleider, de praktijkopleider. Begeleiding vanuit school De BPV-begeleider heeft regelmatig contact met jou en de praktijkopleider van het leerbedrijf. De BPV-begeleider is verantwoordelijk voor: - Het maken van afspraken met jou en je praktijkopleider over je werkzaamheden. - Het bespreken met jou en je praktijkopleider van jouw functioneren in de BPV in relatie tot je leerdoelen en de uit te voeren opdrachten. Zowel de mening van de praktijkopleider als jouw mening wordt gevraagd. - Het samen met jou en je praktijkopleider opstellen van verbeterpunten, nieuwe leerdoelen en het maken van nieuwe afspraken met de praktijkopleider. 23

24 - Het maken van een verslag van het gesprek, waarin hij aangeeft wat de bespreekpunten waren en wat de nieuwe afspraken zijn. Hij koppelt dit terug naar de praktijkopleider en jou. Dit doet hij minimaal 1x tijdens een bezoek aan je leerbedrijf en minimaal 2 x op een andere manier zoals telefonisch of per mail. Met je SLB er heb je je (persoonlijke) leerdoelen opgesteld en met hem bespreek je ook of je op schema zit. Je kunt natuurlijk altijd tussendoor om een gesprek met je BPV-begeleider vragen. Begeleiding vanuit het leerbedrijf De praktijkopleider is vanuit het leerbedrijf aangesteld om jou te begeleiden en te beoordelen. Sommige leerbedrijven hebben ook nog werkbegeleiders aangesteld met wie jij de hele dag meeloopt en die jou ondersteunt bij het uitvoeren van je activiteiten. Je praktijkopleider introduceert jou in het leerbedrijf. Samen bespreek je je uitgevoerde opdrachten en evalueer je hoe het gegaan is. Het kan zijn dat je feedback krijgt van de praktijkopleider, maar ook van de eventuele werkbegeleider of andere collega s die met jou werken. De praktijkopleider tekent je urenoverzichten af en neemt contact op met je BPVbegeleider, als het nodig is. Als je vragen hebt kun je deze stellen aan je praktijkopleider. Bij de start van de BPV werk je voornamelijk onder begeleiding en later ga je zelfstandiger werken. 8. Beoordeling van de BPV Ontwikkelingsgericht Aan het begin van je BPV- periode heb je met je BPV-begeleider een gesprek waarin je bespreekt wat je gaat doen. Ongeveer 2 weken na de start van je beroepspraktijkvorming neemt je BPVbegeleider contact op met je praktijkopleider en bespreekt de eerste indruk die de praktijkopleider heeft van jou. Dit noemen we de nulmeting. Halverwege je BPV-periode heb je weer een gesprek met je BPV-begeleider en praktijkopleider over je voortgang. Dit gesprek noemen we de tussenbeoordeling. Aan het einde van je BPV-periode volgt het eindgesprek, waarin de eindbeoordeling van je voortgang besproken wordt. Van deze gesprekken maakt je BPV-begeleider een verslag en hij koppelt dit terug naar jou en je praktijkopleider. Kwalificerend ROC ID College heeft de eindverantwoordelijkheid bij de beoordeling van je beroepspraktijkvorming. Je wordt beoordeeld op je examen in de beroepspraktijkvorming door een beoordelaar van school en/of het leerbedrijf. In de beoordeling van het door jou uitgevoerde examen betrekt ROC ID College het oordeel van het leerbedrijf. Om je diploma te halen moet je minimaal één examen in de beroepspraktijkvorming met een voldoende resultaat afgesloten hebben. Herkansing Als je dit examen in de praktijk niet met een voldoende hebt afgesloten, volgt een herkansing waarvoor tot een verlenging van je BPV-periode kan worden besloten. Verlenging van de BPV als mogelijkheid wordt altijd met jou en je praktijkopleider besproken. Alles wat je wilt weten over regelgeving en praktijkovereenkomst, kun je vinden in de Informatiegids beroepspraktijkvorming. 24

25 Bijlage 3 Toetsplan Ontwikkelingsgerichte toetsen tijdens je studie Kerntaak Toetsonderdeel ALA, KGC of VGT Werkproces kerntaak Beroepsspecifieke vaardigheden Ne/Re/MVT Te behalen studiepunten Weging Toetsvorm KT 1 Taakklasse 1 (ALA) ALA Hardware-software1 Electriciteitsleer Hardware-software1 Veilig werken VGT VGT KGC KGC 1.1, 1.2, 1.3, , 1.2, 1.3, , 1.2, 1.3, , 1.2, 1.3, , 1.2, 1.3, P P P P P Taakklasse 2 (ALA) Hardware-software 2 Netwerken 1 Hardware-software2 ALA VGT VGT KGC 1.1, 1.2, 1.3, , 1.2, 1.3, , 1.2, 1.3, , 1.2, 1.3, 1.4 KT 2 Taakklasse 4 (ALA) ALA 2.1, P P P P 1.1, 1.2, 1.3, ,5 3,5 P Hardware-software 4 VGT 2.1, P Hardware-software 4 KGC 2.1, P Nederlands(2F) Gesprekken voeren Luisteren Spreken Schrijven KT 3 Taakklasse 6 (ALA) ALA 3.1, 3.2, , 1.2, 1.3, 1.4, 2.1, 2.3 Rekenen(2F) Verhoudingen Verbanden 3 3 P Engels(B1) Luisteren Lezen Gesprekken voeren Schrijven Gebruikersondersteuning VGT 3.1, 3.2, P Servicedesk VGT 3.1, 3.2, P Gebruikersondersteuning KGC 3.1, 3.2, P Servicedesk KGC 3.1, 3.2, P

26 Loopbaan en Burgerschap Toetsonderdeel ALA, KGC of VGT Te behalen studiepunten Weging Toetsvorm Portfolio Loopbaan 1A VGT 0,5 0 praktisch Portfolio Loopbaan 1B VGT 0,5 0 praktisch Portfolio Loopbaan 1C VGT 0,5 0 praktisch Portfolio Loopbaan 2 VGT 0,5 0 praktisch Portfolio Vitaal Burgerschap VGT 0,5 0 praktisch Portfolio politiek&rechtstaat VGT 0,5 0 praktisch Portfolio Politiek VGT 0,5 0 praktisch Portfolio Rechtsstaat VGT 0,5 0 praktisch Portfolio Arbeid VGT 0,5 0 praktisch Portfolio Kritische consument VGT 0,5 0 praktisch Portfolio Maatschappij en ik VGT 0,5 0 praktisch Nederlandse taal (generiek) Portfolio keuze L&B 1 VGT 0,5 0 praktisch Portfolio keuze L&B 2 VGT 0,5 0 praktisch Toetsonderdeel ALA, KGC of VGT Te behalen studiepunten Weging Toetsvorm niveau 1-3 TNT sessie 1 - instap theoretisc PF Deviant th.1-1f1 VGT 4 1 theoretisc PF Deviant th.2-1f1 VGT 4 1 theoretisc PF Deviant th.3-1f2 VGT 4 1 theoretisc PF Deviant th.4-1f2 VGT 4 1 theoretisc PF extra ondersteuning 1F VGT 4 1 theoretisc PF Deviant th.1-2f1 VGT 4 1 theoretisc PF Deviant th.2-2f1 VGT 4 1 theoretisc PF Deviant th.3-2f2 VGT 4 1 theoretisc PF Deviant th.4-2f2 VGT 4 1 theoretisc PF extra ondersteuning 2F VGT 4 1 theoretisc Examentraining 2F VGT 3 1 theoretisc PF Deviant th.1-3f1 VGT 4 1 theoretisc PF Deviant th.2-3f1 VGT 4 1 theoretisc PF Deviant th.3-3f2 VGT 4 1 theoretisc PF Deviant th.4-3f2 VGT 4 1 theoretisc PF extra ondersteuning 3F VGT 3 1 theoretisc 26

27 Examentraining 3F VGT - - theoretisc niveau 1-4 TNT sessie theoretisc TNT sessie theoretisc TNT sessie theoretisc Rekenen (generiek) Toetsonderdeel ALA, KGC of VGT Te behalen studiepunten Weging Toetsvorm niveau 1-3 RNT sessie 1 - instap theoretisc domeintoets 1F1 getallen VGT 4 1 theoretisc domeintoets 1F2 getallen VGT 4 1 theoretisc PF extra ondersteuning 1F VGT 4 1 theoretisc domeintoets 2F1 getallen A VGT 4 1 theoretisc domeintoets 2F1 getallen B VGT 4 1 theoretisc domeintoets 2F1 verhoudingen domeintoets 2F2 meten/meetk. domeintoets 2F2 verbanden VGT 4 1 theoretisc VGT 4 1 theoretisc VGT 4 1 theoretisc PF extra ondersteuning 2F VGT 4 1 theoretisc Examentraining 2F VGT 3 1 theoretisc domeintoets 3F1 getallen VGT 4 1 theoretisc domeintoets 3F1 verhoudingen domeintoets 3F2 meten/meetk. domeintoets 3F2 verbanden VGT 4 1 theoretisc VGT 4 1 theoretisc VGT 4 1 theoretisc PF extra ondersteuning 3F VGT 3 1 theoretisc Examentraining 3F VGT - - theoretisc niveau 1-4 RNT sessie theoretisc RNT sessie theoretisc RNT sessie theoretisc ALA KGC VGT Authentieke leeractiviteit, bijvoorbeeld een project of simulatie Kennisgerichte cursus, bijvoorbeeld een cursus of lessenserie Vaardigheidsgerichte training, bijvoorbeeld een workshop of training 27

28 Opmerking Voor het generieke deel van Nederlandse taal, rekenen en Engels geldt dat het instapniveau wordt bepaald door de resultaten op een niveautoets. De uitslag ervan bepaalt het verloop van de leereenheden die je volgt. Onderdelen waar je je nog in moet of wilt ontwikkelen worden afgesloten met een toets. Het kan dus zo zijn dat niet alle toetsen door jou worden gemaakt. Dit heeft geen consequenties voor je uiteindelijke aantal studiepunten. 28