Raadsbijlage Voorstel inzake wachtgeld problematiek Centrum voor de

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Raadsbijlage Voorstel inzake wachtgeld problematiek Centrum voor de"

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken Raadsbijlage nummer t So Inboeknummer gsvoogygo Beslisdatum B&W 8 juli t gg8 Dossiernummer Sta.ros Raadsbijlage Voorstel inzake wachtgeld problematiek Centrum voor de Kunsten 1 Inleiding In deze raadsperiode is het Centrum voor de Kunsten een tweetal bezuinigingen opgelegd. Tevens speelt er de zogenaamde bruteringsoperatie en de invoering van de 36-urige werkweek (op initiatief van de stichting in navolging van de werktijd voor het gemeentepersoneel in te voeren: met goedkeuring van burgemeester en wethouders, die echter nog niet is gevraagd). Deze ontwikkelingen hebben geleid tot gedwongen ontslagen die op hun beurt weer wachtgeldverplichtingen met zich meebrengen. Een en ander heeft geleid tot een grote financiele druk. De Stichting Centrum voor de Kunsten Eindhoven (CKE) is in het bezit van de B3- status ten aanzien van de pensioenregeling (ABP) en hanteert volgens de door burgemeester en wethouders goedgekeurde rechtspositieregeling. De regeling is in veel opzichten vergelijkbaar met de rechtspositie die op het personeel van de gemeente Eindhoven van toepassing is. Het CKE is daarom van mening dat de financiele consequenties, welke voortvloeien uit toepassing van deze rechtspositieregeling, door de gemeente Eindhoven in het subsidiebudget tot uitdrukking moeten worden gebracht. 2 Probleemstelling Het CKE heeft te kampen met een veelheid van problemen die achtereenvolgens aan de orde zullen komen. Bruteringsoperatie. Op 1 januari 1995 trad het ABP-complex in werking en werd men geconfronteerd met de zogenaamde pseudo-premies. De brutosalarissen werden verhoogd en dit betekende hogere werkgeverslasten, terwijl voor de werknemers het nettosalaris gelijk bleef. De extra kosten van deze bruteringsoperatie worden het CKE becijferd op ca. f ,ÃćâĆňâĂİ per jaar. Door de raad is de prijscompensatie voor 1995, die aanvankelijk in de Kadernota 1995 was vastgesteld op 1,596, op 31 oktober 1994 bij de behandeling van het

2 Raadabijlage nummer r So Beleidsplan , ingetrokken en teruggebracht naar nul procent. Om de kosten van de bruteringsoperatie en overige kostenstijgingen op te vangen heeft het CKE de volgende maatregelen getroffen. De van de werknemers ingehouden pseudo-premies werden aan het exploitatieresultaat toegevoegd. In 1996 zijn de prijzen extra verhoogd en werd geen rente meer toegevoegd aan voorzieningen en reserves. Tegen de maatregel van de gemeente om voor 1995 geen prijscompensatie toe te kennen, ondanks de uit de toegepaste rechtspositieregeling voortvloeiende extra lasten, is het CKE in beroep gegaan. De rechtbank in s-hertogenbosch heeft het CKE onlangs in het ongelijk gesteld. Het CKE is echter vast van plan om tegen deze uitspraak hoger beroep aan te tekenen. Men is van mening dat hier sprake is van willekeur, omdat de gemeente het ene jaar wel en het andere jaar niet de Algemene subsidie-verordening toepast voor wat betreft het volgen van het VNG-advies inzake verhoging van de component arbeidskosten. ADV, kosten 36-urige werkweek. Het CKE volgt op grond van de door de raad vastgestelde statuten een door burgemeester en wethouders goedgekeurde rechtspositieregeling. De invoering van de 36-urige werkweek heeft echter nog niet kunnen plaatsvinden, omdat de financiele middelen ontbreken. De kosten bij een uitvoering met 100% herbezetting inclusief het docerend personeel bedragen ca. f ,ÃćâĆňâĂİ. Om voortzetting van de activiteiten te kunnen garanderen is een volledige herbezetting van de docenten-uren noodzakelijk. Ten gevolge van het niet kunnen invoeren van de 36-urige werkweek ontstaat er discrepantie tussen de privaatrechtelijke en publiekrechtelijke instellingen van kunstzinnige vorming. Veel instituten voor Kunstzinnige Vorming functioneren binnen een gemeentelijk apparaat en genieten reeds een 36-urige werkweek. De achterstand die het CKE hierbij heeft, kan met name bij het invullen van vacatures een rol spelen. Inmiddels is er eind april 1998 een Principeakkoord CAO-KV gesloten met de bonden waarin de 36-urige werkweek is meegenomen. Deze zal in de sector Kunstzinnige Vorming worden ingevoerd op 1 augustus Gevolgen bezuinigingen. De opgelegde bezuiniging 1997 met betrekking tot de 59o tariefsverhoging betekende voor het CKE een bedrag van f ,ÃćâĆňâĂİ en werd door middel van verhoging van de prijzen voor de diverse producten opgevangen.

3 f ,ÃćâĆňâĂİ. Raadsbijlage nummer r So %r+ Voor 1998 is het CKE conform het Beleidsplan een extra bezuiniging opgelegd van f ,ÃćâĆňâĂİ die in de begroting van het CKE is verwerkt. In het budget voor 1998 zijn bovendien de kosten verwerkt voor drie van de ontslagen werknemers die gebruik maken van outplacement en de kosten van garantie-salarissen voor docenten die ten gevolge van de bezuinigingen een vermindering van hun functie-omvang kregen. De totale kosten bedragen in 1998 ongeveer f ,ÃćâĆňâĂİ. Daarenboven is binnen de begroting van de dienst Maatschappelijke en Culturele Zaken in 1997 een bezuiniging gerealiseerd van + f ,ÃćâĆňâĂİ door verkoop van de CKE-panden aan de stichting. Bij de overname van de panden is door het CKE bedongen, dat bestaande voorzieningen en reserves gebruikt mogen worden voor noodzakelijke verbouwingen en aanpassingen. De raad is hiermee akkoord gegaan. Deze verbouwingen en aanpassingen zijn noodzakelijk om de activiteiten voor de toekomst veilig te stellen conform het ondernemingsplan, alsmede om te voldoen aan de ARBO-eisen. Ten gevolge van de aanzienlijke vermindering van de reserves en voorzieningen zullen de rente-opbrengsten drastisch afnemen. Deze daling wordt geschat op g Dientengevolge heeft het CKE een ombuigingsplan voor 1998 gemaakt dat uitgaat van een totaalbezuiniging van f ,ÃćâĆňâĂİ. Om dit plan te realiseren is een mix van maatregelen genomen die ca. f ,ÃćâĆňâĂİ oplevert. Om de rest van de opgelegde bezuinigingen te realiseren zijn gedwongen ontslagen helaas onvermijdelijk. Het is overigens de vraag hoe dit zich verhoudt tot artikel 21, tweede lid van de statuten: "De in het eerste lid genoemde subsidies van publiekrechtelijke lichamen zullen in de eerste plaats bestemd zijn voor de bezoldiging van het personeel van de stichting." Gedwongen ontslagen I wachtgeldverplichtingen. Voor het docerend personeel betekent dit ontslag voor twee personen en de overige ontslagen vallen in de ondersteunende sector. In deze sector gaat het om in totaal zes personen. Voor een persoon kon binnen de organisatie ander werk worden aangeboden en twee personen kunnen op korte termijn van de VUT-regeling gebruikmaken (in juli en oktober). Resteren drie personen waarvoor aanzienlijke en langdurige wachtgeldaanspraken gelden. Het

4 Raadsbij lage nummer r So %r+ totaal van alle wachtgeldverplichtingen (twee docerende en drie ondersteunende personeelsleden) beloopt een bedrag van f ,ÃćâĆňâĂİ (situatie per 1 januari 1998). De besparingen op de salarispost, als gevolg van de ontslagen, worden geraamd op f ,ÃćâĆňâĂİ voor 1998 en f ,ÃćâĆňâĂİ op termijn per jaar. Om de financiele gevolgen van de wachtgeldverplichting zoveel mogelijk te reduceren, zijn de volgende instrumenten voorhanden: outplacement, de zogenamde non-activiteitsregeling en een eventuele afkoopsom. Deze laatste bedraagt meestal ca van de nominale wachtgeldverplichting (over de hele looptijd). Het afkopen van wachtgeldverplichtingen kan alleen als betrokkenen ermee akkoord gaan. Indien dit niet het geval is zullen de lasten hoger uitvallen. Het bestuur van het CKE is van mening dat op grond van de door de raad goedkeurde statuten en de door burgemeester en wethouders vastgestelde rechtspositieregeling, de financiele gevolgen van de wachtgeldverplichtingen voor rekening van de gemeente Eindhoven moeten komen. Opname in arbeidspool. In een brief van 9 januari 1998 legt het bestuur van het CKE de vraag voor of de door ontslag getroffen medewerkers gebruik kunnen maken van de gemeentelijke arbeidspool. In het verleden heeft het CKE diverse medewerkers uit dat bestand in dienst genomen en doet een beroep op solidariteit van de gemeente. Inmiddels is het bestuur op de hoogste gesteld van het feit dat er geen arbeidspool meer bestaat binnen de gemeente. De bedoelde werknemers kunnen worden aangemerkt als zogenaamde interne en KIM-kandidaten. Bij sollicitaties kunnen zij geen voorrang krijgen op de eigen interne kandidaten, maar wel op externe kandidaten. Hoogte tarieven. Ten gevolge van de opgelegde bezuinigingen hebben de tarieven een voortdurende stijging te zien gegeven. Volgens het CKE is de rek er echter uit en is de bovengrens van marktgerichte prijzen reeds overschreden. Blijkens een door de afdeling Onderzoek en Statistiek gehouden onderzoek is het CKE voor de potentiele markt te duur. Op deze wijze dreigt het volgen van lessen aan het CKE een elitaire zaak te worden. Prijsvergelijking met de rest van Nederland laat zien dat alleen in de Randstad de tarieven uitstijgen boven de Eindhovense. In het zuiden zit het CKE met zijn tarieven aan de hoge kant.

5 Raadsbij lage nummer r So Bezuinigen op activiteiten. Snijden in gesubsidieerde onderwijs-activiteiten, waarbij de variabele kosten meestal gedekt zijn door de inkomsten, levert in het begin nauwelijks voordeel op doch tenminste wachtgeldaanspraken en garantiebetalingen. Het inzetten van personeel op andere functies is vanwege de hoge mate van specialisatie niet of nauwelijks mogelijk. Verhouding subsidie / exploitatie. Het aandeel gemeentesubsidie in de exploitatie loopt terug. In 1997 was het subsidie zo n f ,ÃćâĆňâĂİ lager dan zes jaar geleden. Dankzij de stijging van de eigen inkomsten en getroffen efficiency-maatregelen heeft het CKE deze teruggang kunnen opvangen. Relatie gemeente - CKE inzake B3-status/rechtspositieregeling. De B3-status heeft te maken met de vraag of werknemers van een (gemeentelijke) stichting kunnen worden beschouwd als ambtenaren in de zin van de Pensioenwet. Volgens jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep kunnen gemeentelijke stichtingen worden beschouwd als te behoren tot de openbare dienst van de gemeente indien de gemeente een overwegende invloed op die stichting heeft (brief 10 januari 1963). Volgens een brief van 19 april 1963 is de Pensioenraad van oordeel dat "het personeel in dienst van de Stichting de Eindhovense Muziekschool op grond van artikel 3 van de Pensioenwet 1922 de hoedanigheid van ambtenaar in de zin van die wet bezit." Om bij de fusie met de Stichting Kunstzinnige Vorming en de Stichting Ballet en Beweging de B3-status te kunnen behouden, zijn de statuten van de Eindhovense Muziekschool in 1988 aangepast en heeft de Eindhovense Muziekschool de twee andere stichtingen "overgenomen". De nieuwe naam werd de Stichting Centrum voor de Kunsten Eindhoven. Het college van burgemeester en wethouders heeft over de B3-status voor de nieuwe instelling voor Kunstzinnige Vorming op 13 april 1988 het volgende geschreven: "wij weliswaar niet gelukkig zijn met de door het ministerie gestelde eisen, maar dat wij er gelet op eventuele rechtspositionele gevolgen voor het personeel de voorkeur aangeven dat u verder gaat om de B3-status veilig te stellen." Resultaat van het bovenstaande is de goedkeuring van de statuten voor de Stichting Centrum voor de Kunsten Eindhoven waarin een zeer nadrukkelijke rol voor de gemeente c.q. het college van burgemeester en wethouders is opgenomen. Het CKE is van mening dat in de relatie met de gemeente het ontstaan van de 83- status en het hanteren van een in belangrijke mate vergelijkbare rechtspositieregeling voor het personeel moet mee wegen. Als de gemeente daar anders mee wil omgaan dan moeten daar duidelijke lange termijnafspraken over gemaakt worden,

6 f ,ÃćâĆňâĂİ. Raadsbijiage nummer r So %r++ aldus het CKE. Contract / budgetfinanciering. Het CKE is voorstander van het afsluiten van een contract waarin zaken, zoals arbeidskosten, helder en duidelijk zijn geregeld. 3 Maatschappelijke effecten en het meetpunt voor succes Indien het CKE gedwongen is de wachtgeldverplichtingen uit de eigen middelen te betalen, zal dit onherroepelijk leiden tot nog hogere tarieven en een verdere daling van het aantal cursisten betekenen. Het volgen van lessen en cursussen aan het CKE is dan voor de "gewone man" niet meer te betalen. Het voortbestaan van het totale instituut komt ernstig in gevaar. 4 Wijze van aanpak / oplossingsrichting Voor een aantal van de geschetste problemen is op zeer korte termijn geen oplossing voorhanden en zal in overleg met het CKE, de afdelingen Personeel en Organisatie Algemeen en Juridische en Bestuurlijke zaken gezocht moeten worden naar een bevredigende oplossing. Dit overleg zal moeten uitmonden in een raadsvoorstel inclusief een contract dat u op termijn zal worden aangeboden. Het grootste knelpunt voor het CKE is de directe financiele nood als gevolg van de te betalen wachtgelden. Het bestuur van het CKE ziet als voordeligste oplossing de mogelijkheid tot het afkopen van de wachtgeldverplichtingen. In de regel wordt een percentage van ca. 30 genoemd als norm voor het vaststellen van de afkoopsommen. De uitkomst hangt natuurlijk af van de te voeren onderhan-delingen met betrokken ex-werknemers. Bij de huidige wachtgeldverplichtingen van bijna f ,ÃćâĆňâĂİ (situatie 1 januari 1998) moet rekening gehouden worden met tenminste een bedrag van ca. Ondanks het feit dat het CKE budgetsubsidiering ontvangt, zijn ten gevolge van de opgelegde bezuinigingen de mogelijkheden om uit eigen middelen de wachtgeldverplichtingen op te vangen, als niet realistisch te beschouwen. In de ondersteunende sfeer zijn de mogelijkheden tot bezuinigen reeds ten volle benut en leiden bezuinigingen in de onderwijssfeer tot het ontstaan van weer nieuwe wachtgeldverplichtingen. Een alternatieve oplossing is het afkoopbedrag ten laste te brengen van het eigen vermogen i.c de algemene reserve. Deze bedraagt per 31 december 1997 f ,ÃćâĆňâĂİ. Het bestuur van het CKE is van mening dat bij een jaarlijkse omzet van f 10 miljoen en een balanstotaal van ruim f 17 miljoen een algemene reserve onontbeerlijk is. In 1996 werd nog een nadelig exploitatieresultaat van ruim

7 Raadsbij lage nummer r So f ,ÃćâĆňâĂİ ten laste van de algemene reserve gebracht. Het zou uiterst onverstandig zijn de algemene reserve nagenoeg geheel op te souperen nu de resultaten zo onder druk staan. Op grond van alle eerdergenoemde argumenten zijn wij van mening dat aan de voorwaarden van de drie o s is voldaan en stellen wij voor om het CKE ten laste van de saldireserve een garantiebijdrage te verstrekken van maximaal f ,ÃćâĆňâĂİ om de wachtgeldverplichtingen om te (kunnen) zetten in afkoopsommen. Aan dit voorstel moeten wel de restricties worden gekoppeld dat de vaststelling van de afkoopsommen zal geschieden in overleg met de afdeling Personeel en Organisatie Algemeen van de dienst Bestuursondersteuning en dat de ontslagen werknemers gebruik maken van de diensten van het Centrum voor Personeelsontwikkeling om de werkloosheidsperiode zoveel mogelijk te beperken. Teneinde de inspanningsverplichtingen van het CKE om de wachtgeld- aanspraken zoveel mogelijk te beperken te maximaliseren, dient het CKE per kwartaal te rapporteren over de stand van zaken. Deze rapportage zal moeten inhouden wat de resultaten zijn van de outplacement inspanningen, de onderhandelingen over de afkoopsommen, de betaalde wachtgelden en afkoopsommen, alsmede de bemiddelende rol van de afdeling Centrum voor Personeelsontwikkeling van de gemeente. Aan de hand van deze kwartaalrapportages zullen betalingen ten laste van de garantiebijdrage worden verstrekt. 5 Financiele gevolgen en risico s Gevreesd moet worden dat het functioneren van het CKE als instituut in ernstig gevaar komt als er geen oplossing voor de wachtgeldproblematiek wordt gevoncle n. 6 Overige gevolgen van de aanpak Door mede te werken aan een oplossing van de wachtgeldproblematiek wordt de continuiteit van de activiteiten zeker gesteld en kan het CKE verder gestalte geven aan de uitvoering van het ondernemingsplan. Inschakeling van de afdeling Centrum voor Personeelsontwikkeling kan leiden tot beperking van de wachtgeldaanspraken. 7 Resultaten van overleg I inspraak Het voorstel is besproken met het CKE dat kan instemmen met het voorstel. 8 Communicatie Nader overleg inzake de overige gesignaleerde problemen dient op korte termijn

8 Raadsbijlage nummer r So te worden opgestart en zal moeten leiden tot een raadsvoorstel en een contract. 9 Advisering raadscommissie(s) Vanwege het spoedeisende karakter van deze aangelegenheid hebben wij de commissie voor maatschappelijke ontwikkeling over dit voorstel niet gehoord. De commissie is op de hoogte gesteld van dit onderwerp, zodat een behandeling in de raad kan plaatsvinden. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, R. Welschen, burgemeester. C. Tetteroo, secretaris.

9 Raadsbii lage nummer r So wp Besluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 juli 1998, nr. 150; besluit: 1 kennis te nemen van de problemen bij het Centrum voor de Kunsten Eindhoven; 2 ten aanzien van de problemen inzake de statuten, de rechtspositieregeling en de relatie gemeente Eindhoven-Centrum voor de Kunsten Eindhoven nader onderzoek op te starten in samenwerking met de afdelingen Personeel en Organisatie Algemeen en Juridische en Bestuurlijke zaken van de dienst Bestuursondersteuning en in een later stadium een voorstel aan te bieden; 3 ten aanzien van de acute financiele problemen als gevolg van de wachtgeldverplichtingen ten laste van de saldireserve het Centrum voor de Kunsten Eindhoven een garantiebijdrage te verstrekken van maximaal f ,ÃćâĆňâĂİ om met betrokken werknemers te komen tot een afkoopregeling; 4 het Centrum voor de Kunsten Eindhoven op te leggen dat vaststelling van de afkoopsomrnen zal geschieden in overleg met de afdeling Personeel en Organisatie Algemeen van de dienst Bestuursondersteuning en dat de ontslagen werknemers gebruik dienen te maken van de diensten van het Centrum voor Personeelsontwikkeling om de periode van werkloosheid zoveel mogelijk te beperken; 5 het Centrum voor de Kunsten Eindhoven op te leggen per kwartaal te rapporteren over de resultaten met betrekking tot outplacementinspanningen, de onderhandelingen over de afkoopsommen, de betaalde wachtgelden en afkoopsommen, alsmede de bemiddelende rol van de afdeling Centrum voor Personeelsontwikkeling van de gemeente; 6 betalingen ten laste van de garantiebijdrage zullen aan de hand van de kwartaalrapportages plaatsvinden; 7 mede te delen dat gelet op de financiele problematiek aan een eventueel voorstel om de 36-urige werkweek in te voeren voorlopig geen goedkeuring kan worden gehecht; 8 de begrotingswijziging dienovereenkomstig vast te stellen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 6 juli N. van der Spek, voorzitter. C. Tetteroo, secretaris