RUITERVERENIGING ROZENBURG BEST FRIENDS FOREVER

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RUITERVERENIGING ROZENBURG BEST FRIENDS FOREVER"

Transcriptie

1 RUITERVERENIGING ROZENBURG BEST FRIENDS FOREVER presentatie over paarden voor beginners. September 2013 Samengesteld uit vele open bronnen door Wiebe Pannekoek DEEL 1 GESCHIEDENIS. 1. DE OORSPRONG (a) Het eerste soort paard leefde al 40 tot 60 miljoen jaar geleden, maar leek nauwelijks op het paard zoals we dit nu kennen. Het leefde in de oerbossen en at uitsluitend bessen en bladeren.

2 2. DE OORSPRONG (b) Omdat het klimaat veranderde kwam er veel grasland beschikbaar door het dalen van de zeespiegel. Het oerpaard veranderde mee en werd verspreidde zich over de hele werld. Van bosdier werd het een steppedier en om vijanden in de open vlakten van zich af te houden werd het een kuddedier. Deze veranderingen zorgden ook voor een verdere lichameliike ontwikkeling van het lichaam van het oerpaard. Zo werden ze groter en kwamen de ogen hoger in het hoofd en werden hun tenen, hoeven. 3. DE OORSPRONG (c) Niet alleen vleesetende dieren jaagden op paarden maar ook de oermens zag het paard als voedsel en er werd veel op gejaagd. Dit is waarschijnlijk de reden waarom ook het paard zoals we dat nu kennen, een vluchtdier is. Tekening in prehistorische grot

3 4. VAN VOEDSEL NAAR GEBRUIKSDIER In de loop van de tijd leerde de mens dat een paard ook voor werkzaamheden gebruikt kon worden en in een Egyptisch graf van ongeveer 1300 voor Christus zijn de eerste bewijzen hiervoor gevonden. 5. HET AFRICHTEN De Griek Xenophon schreef al in 365 voor Christus een boek over de rijkunst en het africhten van paarden en de meeste dingen die hij beschreef worden zelf nu nog toegepast. Dat ook de Chinezen al heel lang geleden wisten hoe ze paarden konden gebruiken, blijkt uit de vondst van een duizenden jaren oude stenen stad. 6. HET PAARD VAN TROJE Een bekend paard uit de Griekse geschiedenis is Het paard van Troje. Het op reuzenformaat nagemaakte paard werd aan de stad Troje als cadeau aangeboden, maar het was een list want in het paard zat een leger verstopt dat eenmaal binnen de muren alsnog de stad kon innemen.

4 7. HET PAARD ALS STRIJDER (a) In de vele oorlogen die volgden werd het paard vooral ingezet als medestrijder. De partij die over soldaten te paard (cavalerie) kon beschikken won het van het voetvolk. 8. HET PAARD ALS STRIJDER (b) Attila de Hun veroverde in 450 met zijn grotendeels uit ruiters bestaande legers een Europees rijk dat zich uitstrekte van de Oeral tot de Rijn en van de Donau tot de Oostzee

5 9. HET PAARD ALS STRIJDER (c) Een andere bekende generaal te paard was Napoleon Het gelukte hem in het eerste decennium van de 19e eeuw een groot deel van Europa onder Frans gezag te brengen 10. HET PAARD ALS STRIJDER (d) Slag bij Waterloo 1815

6 11. HET PAARD ALS TREKDIER (a) Na de uitvinding van het wiel werd het gebruik van het paard als trekdier in zowel het gewone leven als in oorlogen algemeen. Vooral in de landbouw zorgde het paard voor een verlichting van de zware handarbeid. 12. HET PAARD ALS TREKDIER (b) Het paard in de bosbouw

7 13. HET PAARD ALS TREKDIER (c) Het paard voor transport 14. HET PAARD ALS TREKDIER (d) Het paard in de mijn.

8 15. HET PAARD ALS TREKDIER (e) De paardentram 16. HET PAARD ALS TREKDIER (f) De scharensliep(slijper)

9 17. HET EINDE VAN HET PAARD ALS STRIJDER. Tot in de 1e wereldoorlog werd het paard nog als (mede)strijder gebruikt, daarna namen mioderne voertuigen deze rol over HET PAARD IN DEZE TIJD (a) In de huidige tijd wordt het paard in ons land nog nauwelijks voor andere activiteiten gebruik dan voor paardensport. Een bekende uitzondering is natuurlijk de gouden koets op prinsjesdag.

10 19. HET PAARD IN DEZE TIJD (b) Een andere uitzondering is het politiepaard. DEEL 2 PAARDENWETENSWAARDIGHEDEN 1. ENKELE TERMEN Hengst = Een mannetjespaard Ruin = Een mannetjespaard dat geen testikels meer heeft (gecastreerd) Merrie = Een vrouwtjespaard Veulen = Een paard tot één jaar oud Jaarling of Enter = Een paard van 1 jaar oud Twenter = Een paard van 2 jaar oud Pony = Een paard met een schofthoogte tot 1.57 meter

11 2. SOORTEN PAARDEN Er zijn heel veel soorten (rassen) paarden. Enkele bekende zijn: Koudbloeden: Fjord, Trekpaarden, Tinker Tuigpaarden: Fries, Gronings, Gelders Volbloeden: Arabier, Engels volbloed. WarmMbloed: KWPN, Oldenburger, Holsteiner, Hanmnoveraan. 3. WAT HEB JE NODIG? Voor paardrijden heb je flink wat spullen nodig zoals een cap, laarzen en een zweepje en als het kan ook een beschermvest. Spullen voor het schoonhouden van je paard zoals borstel, harde borstel, zachteborstel,hoevenkrabber,rubberen roskam,zachte doek,kam en schoonmaak spullen met spons en stofborstel. Natuurlijk zijn ook een hoofdstel en een zadel nodig

12 4. EEN GEKREGEN PAARD IN DE BEK (sorry mond natuurlijk) KIJKEN Uiteraard heeft een paard ook tanden... Veulens en paarden jonger dan 5 jaar hebben melktanden en kiezen. Vier snijtanden en vier kiezen. Vanaf 6 tot 8 jaar is er het blijvende gebit. Er zitten dan in elke kaak 6 snijtanden en 12 kiezen. Op latere leeftijd laat het paard de onderlip vallen, men geeft dit een leuke benaming, nl een centenbakje. Ook krijgt het kuiltjes boven de ogen met daarin grijze haartjes. De grijzen haren merken we dan ook op in de manen en de staart. Aan de slijtage van het gebit kan men de ouderdom 5 ETEN & DRINKEN Een paard is een planteneter. Hij eet gras, hooi, haver, brokken, en stro (af en toe een appeltje of wortel. Het is voor een paard het fijnste (natuurlijkste) als het in de wei kan. Het eet dan lekker gras en je hoeft het dan ook geen extra eten te geven. Het eet bijna voortdurend en last af en toe kleine rustpauzes in. Het krijgt dan steeds kleine hoeveelheidjes eten binnen en daar is zijn maag ook op afgestemd Eigenlijk zouden we het paard als op stal staat ook steeds kleine beetjes moeten kunnen voeren. Driemaal per dag voeren komt al in de goede richting en tweemaal voeren is voldoende voor een paard dat niet hoeft te werken. Er moet dan wel voor gezorgd worden dat het voldoende hooi kan knabbelen. Water is eigenlijk het belangrijkste voor een paard. Net als bij de mens kan een paard langer zonder eten dan zonder drinken. Het water mag bovendien niet te lauw of te koud zijn: een temperatuur van ongeveer 10 C is het beste. Ook mag het water geen bijsmaakje hebben. Zorg dat drinkbakjes en emmers altijd goed schoon zijn.

13 6. OPZADELEN EN RIJDEN Voor het opzadelen begin je met poetsen. Poetsen is belangrijk voor de bloedsomloop. Zo worden de spieren alvast warm. 7. RIJDEN (a) De stap is een marcherende gang met een zuivere viertakt (vier tempi). De vier benen worden in de stap afwisselend en afzonderlijk opgetild en weer neergezet. De stapbeweging moet door het gehele lichaam van het paard vloeien. De benen aan dezelde laterale zijde vormen herkenbaar een V voor een kort oement. Tenminste twee hoeven zijn altijd op de grond. Bij een korrekte stap bewegen de benen gelijkzijdig maar niet gelijktijdig. Het voorbeen verlaat de grond wanneer het achterbeen aan de gelijke zijde ongeveer op hetzelfde punt al bijna geland is. Daarbij zie je een kort moment dat het achterbeen en voorbeen aan de gelijke zijde een driehoek vormen. De draf is een gang met een tweetakt (twee tempi). Het paard beweegt zich voorwaarts door het opeenvolgend gelijktijdig neerzetten van het diagonale benenpaar (linksvoor met rechtsachter en omgekeerd), afgewisseld met een zweefmoment. De volgende soorten draf worden onderscheiden: de verzamelde draf, de arbeidsdraf, de middendraf en de uitgestrekte draf. De gemiddelde snelheid bedraagt: 200 m per minuut Een drafpas is gemiddeld 1.30 cm. De galop is een gang met een drietakt (drie tempi) en deze gang is niet symmetrisch. Er is dus een linkergalop en een rechtergalop. Bij de linkergalop grijpt het linkervoorbeen meer vooruit en andersom. De volgende soorten galop worden onderscheiden: de verzamelde galop, de arbeidsgalop de middengalop en de uitgestrekte galop. De verschillende tempi in de galop zijn ongeveer als volgt: gewone galop, in vlak terrein, tussen 300 en 350 m. per minuut. verkorte galop: 250 m. per minuut middengalop: m per minuut uitgestrekte galop: per minuut Gemiddelde snelheid: 350 m. per minuut Gemiddelde galopsprong 3.50 m.

14 8. RIJDEN (b) In de paardensport heb je verschillende 'takken'. Dressuur, springen, western en mennen zijn daar voorbeelden van.

15 9. PAARDENMELK?? De zwangerschap duurt 11 maanden. Meteen na de geboorte drinkt het veulen de eerste moedermelk of biest genoemd. Deze bevat veel voedingsstoffen die dient als bescherming tegen ziekten. Het veulentje blijft 5 tot 6 maanden bij de moeder. Wist je dat wij ook paardenmelk kunnen drinken? Deze is zeer krachtig en zoet. Het smaakt heel anders dan koeienmelk. Deze melk is duurder dan gewone melk en je mag er niet zoveel van drinken. Er bestaan dus paardenmelkerijen. 10. TOT SLOT NOG EEN PAART MOOIE PAARDENPLAATJES

16

17